ICT-impuls in het basisonderwijs lokale bestuurders aan zet
ICT-impuls in het basisonderwijs lokale bestuurders aan zet
I
Inleiding
Onze samenleving heeft in de laatste decennia op vele vlakken een markante gedaanteverandering ondergaan. De commerciële dienstverlening is een belangrijke economische pijler geworden en de vraag naar hoogopgeleiden is toegenomen. Kennis is het sleutelwoord geworden. De meest opmerkelijke verandering is zonder twijfel de snelle opkomst van ICT. Voor het basisonderwijs is ICT een uitgelezen middel om het onderwijs te versterken. Door ICT te integreren in het leerproces kan het onderwijs rijker, creatiever en uitdagender worden. Vele basisscholen zijn inmiddels de weg ingeslagen naar een zinvolle integratie van ICT in het leerproces. Om die route succesvol af te leggen is steun gewenst, bijvoorbeeld uit de hoek van de lokale overheid. In deze brochure treft u een weerslag aan van een verkenning naar ICT- beleid onder wethouders onderwijs en hun beleidsambtenaren. Samenwerken en het delen van kennis zijn beslissende voorwaarden geworden om niet op een zijspoor te belanden. Het vraagt van gezagsdragers en beleidsmakers op lokaal niveau een duidelijke visie om ICT voor alle docenten en leerlingen een natuurlijke bondgenoot te laten worden. Dit boekwerkje is in de eerste plaats bestemd voor wethouders en hun ambtenaren maar ook voor bestuurders, managers en docenten in het basisonderwijs. De inspirerende voorbeelden, wensen en ideeën zullen het lokale beleid op het gebied van ICT-integratie in het basisonderwijs zeker een stap verder helpen.
Werkwijze Scholen en gemeenten raken elkaar op tal van punten. De scholen zijn inmiddels geen eilanden meer in onze samenleving maar vormen een integraal onderdeel van de sociale infrastructuur. Nu ICT een steeds prominentere pijler wordt om adequaat, rijk en uitdagend onderwijs te realiseren heeft Stichting Ict op School aan een aantal wethouders en beleidsmedewerkers een reeks vragen met betrekking tot ICT voorgelegd. Vragen die uitnodigden om visies op ICT te geven, standpunten aangaande beleid te formuleren, maar ook hartenwensen en knelpunten te ventileren en vooral aansprekende voorbeelden boven water te krijgen. Op een enkele uitzondering na waren de wethouders en beleidsmedewerkers onmiddellijk bereid mee te werken, waarvoor onze dank. Er zijn inspirerende voorbeelden naar voren gekomen. In andere gevallen, zo leert de praktijk, moet er nog heel wat werk verzet worden.
1
2
Inhoud
1
Inleiding
1
2
ICT in het onderwijs- de stand van zaken
5
3
Gemeentelijk belang bij Ict in het onderwijs
9
4
Randvoorwaarden voor succesvolle inzet ICT in onderwijs
15
5
Open blik
19
6
Op weg naar een natuurlijk bondgenootschap
27
Colofon
30
Aan de totstandkoming van deze brochure werkten mee
31
4
ICT in het onderwijsde stand van zaken
ICT bewijst inmiddels op velerlei terreinen in onze samenleving waardevolle diensten. Het bedrijfsleven kan niet meer zonder de verworvenheden van ICT functioneren. De gezondheidszorg weet in toenemende mate ICT in te zetten om de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Logistieke processen kunnen door geavanceerde ICT-oplossingen steeds beter en efficiënter plaatsvinden. Hoogstaand wetenschappelijk onderzoek is zonder ICT ondenkbaar. Vrijwel alle kennis laat zich door ICT steeds beter en gemakkelijker ontsluiten.
ICT in het basisonderwijs Onderzoek naar de stand van zaken op het vlak van ICT in het onderwijs laat zien dat een voorhoedepositie voor veel basisscholen nog een brug te ver is op dit moment. Toch zijn er vele inspirerende voorbeelden te vinden, te beginnen met voortvarende onderwijsplannen die het belang van een goede positionering van ICT onderstrepen. Nu ICT-toepassingen doordringen tot in de haarvaten van onze samenleving kan geen enkele basisschool zich permitteren een afwachtende houding aan te nemen.
Betrokkenheid wethouders Maar er gebeurt meer. Wethouders onderwijs zien het nut ervan in om verder te kijken dan hun eigen portefeuille. De basisschool is immers geen geïsoleerd gegeven in de maatschappij maar vervult meer en meer een spilfunctie. Samenwerking tussen basisscholen en de gemeentelijke organisaties is al in vele gemeentes aan het ontstaan en ICT speelt daarin een duidelijke rol. In de praktijk blijkt deze samenwerking voor beide partijen voordelen te bieden. Een tweede invalshoek is het concept Brede School. Twee van de onderzochte gemeenten zijn al enige tijd bezig met het ontwikkelen van een Brede School waar ICT een duidelijke plaats inneemt. Een derde aspect dat we behandelen is het beleid op het gebied van onderwijskansen en onderwijsachterstanden. Ook op dit punt zien we dat ICT een goede bijdrage kan leveren. Kortom: in deze verslaglegging vindt u diverse inspirerende voorbeelden. Zij tonen aan dat op vele plaatsen, met inzet van ICT en door samen te werken, het perspectief voor jongeren tot 12 jaar zoveel rijker kan worden.
5 ICT in het onderwijs - de stand van zaken
2
Ontwikkelingsfasen van ICT op scholen
6
Laten we eerst eens kijken hoe ver de basisscholen zijn met de ontwikkeling van leren met behulp van ICT in de klas. We hanteren daarvoor de 5 ontwikkelingsfasen van ICT op scholen die in de Onderwijsmonitor 2000 – 2001 worden onderscheiden. Fase 1: incidentele aandacht: hoogstens een paar individuele leerkrachten zijn op eigen houtje bezig met de computer in hun les. Fase 2: verkennend: er ontstaat geleidelijk aan een visie op de inzet van ICT. Fase 3: beleidsgericht: er komt ICT-beleid tot stand dat samenhang vertoont met de onderwijskundige visie. Gerichte deskundigheid krijgt vorm. Fase 4: didactische vernieuwing: de meeste leerkrachten gebruiken de computer tijdens de lessen. ICT wordt ingezet bij didactische vernieuwing in de school. Fase 5: adaptief onderwijs: ICT levert een wezenlijke bijdrage aan adaptief onderwijs. Het aantal basisscholen dat zich in de fase van de incidentele aandacht voor ICT bevindt is inmiddels geslonken tot een percentage van 7%, zo leert nader onderzoek. In absolute getallen betreft het dan echter toch nog zo’n vijfhonderd basisscholen. 50% van de basisscholen in Nederland bevindt zich momenteel in de tweede fase.
Gemeente helpt onderwijs ontwikkelen In de tweede, verkennende fase, beginnen bestuur, directie en docenten concreet na te denken over ICT-beleid. In deze verkennende fase wil Stichting Ict op School niet werkeloos toekijken maar actief handreikingen doen om de verkenning op verantwoorde manier te laten overgaan in de beleidsgerichte fase. Inmiddels is ruim 20% van de basisscholen beleidsgericht bezig op het vlak van leren met ICT en ruim 10% gebruikt ICT al daadwerkelijk bij didactische vernieuwing. In de fase van adaptief onderwijs zit nog maar 4% van de basisscholen. Op veel basisscholen wachten de belangrijke fasen nog op een zinvolle invulling. ICT is daar nog geen natuurlijke en vanzelfsprekende bondgenoot. Dat is echter geen reden om bij de pakken neer te gaan zitten. De voorbeelden in deze brochure zijn mogelijk een inspiratie voor u om de volgende stap te zetten.
Randvoorwaarden samenwerking Het proces dat leidt tot een goede wisselwerking tussen het onderwijsveld en de gemeente met haar expertise op het gebied van beleid en onderwijs vraagt aandacht en betrokkenheid van beide partijen. Daarbij gelden drie voorwaarden: Er moet werkelijke belangstelling van wethouders en beleidsambtenaren zijn voor wat er in het basisonderwijs gebeurt.
Schoolbesturen, schoolleiding en leraren moeten openstaan voor ideeën die door wethouders en beleidsambtenaren worden opgeworpen.
7
Er moet wederzijds vertrouwen zijn. Wanneer aan deze laatste voorwaarde niet is voldaan natuurlijke bondgenootschap tussen ICT en docenten en directies.
Belang gemeentelijk onderwijsbeleidsplan Alle bevraagde wethouders en beleidsambtenaren stimuleren van harte vernieuwingen in het onderwijs. Zij zijn overtuigd van de mogelijkheden die ICT het onderwijs kan bieden. Sommige wethouders hebben ICT hoog op hun agenda gezet. Dat valt onder meer af te leiden uit de onderwijsbeleidsplannen. Het is opmerkelijk dat wethouders die hun beleid in een onderwijsbeleidsplan hebben vormgegeven over het algemeen ICT een belangrijkere plaats toekennen dan de portefeuillehouders die een dergelijk plan niet hebben uitgewerkt. Een onderwijsbeleidsplan heeft voordelen: Het plan schetst contouren en voorwaarden waarbinnen innovaties moeten plaatsvinden. Een onderwijsbeleidsplan zorgt voor een helder financieel beleid. De discussies rond ICT gaan al snel over een gebrek aan financiële middelen. Voor een krachtige aanpak is het echter van belang om ICT niet onmiddellijk met te krappe budgetten te associëren. Waar het om gaat is ICT op een creatieve, inspirerende manier in te zetten in het didactische proces. Dat daarbij eerst aan een aantal randvoorwaarden zal moeten zijn voldaan mag als bekend worden verondersteld.
ICT in onderwijsbeleidsplan In een van de onderwijsbeleidsplannen vinden we de volgende zinsnede: ‘ICT is een relatief nieuw beleidsterrein binnen het onderwijs.’ Waarom is deze opmerking zo waardevol? Omdat ze duidelijk maakt dat scholen, besturen en gemeenten er nog (lang) niet zijn en dus niet achterover kunnen leunen om vervolgens te constateren dat we met z’n allen de kennisboot hebben gemist. Zo zou iedere gemeente kunnen beginnen met te onderkennen dat een goede positionering van ICT een positieve stimulans voor het basisonderwijs zal zijn. Het is een betrekkelijk eenvoudige maar effectieve manier waarop bij docenten, directies en besturen wezenlijk draagvlak kan worden gegenereerd voor ICT.
ICT in het onderwijs - de stand van zaken
dan wordt het voor de gemeente moeilijk een wezenlijke rol te spelen in het traject naar het
8
Gemeentelijk belang bij Ict in het onderwijs Buitenkansen voor gemeenten binnen handbereik 1. betere concurrentiepositie 2. minder administratieve lasten 3. meer sociale cohesie 4. GOA - Onderwijskansen grijpen en achterstanden bestrijden
Is een goede positionering van ICT een feit, dan kan een zinvolle vervolgstap zijn dat de gemeente op enig moment een ondersteunende en/of faciliterende rol gaat vervullen. De basis van die rol stoelt op vertrouwen. Wethouders en beleidsambtenaren zouden moeten beseffen dat de gemeente er belang bij heeft om ondersteuning te geven en faciliterend op te treden naar de basisscholen. Daaraan liggen diverse redenen ten grondslag.
Concurrentiepositie Het is een feit dat onze jongste generatie beter dan ooit voorbereid moet worden op de kennissamenleving. Bij deze jonge mensen leggen we immers het fundament voor de intensieve kennissamenleving die zich aan de horizon aankondigt. Een goed opgeleide bevolking is gunstig voor de concurrentiepositie van ons land. Als die basis niet stevig wordt verankerd in een goede opleiding dan heeft dat verstrekkende consequenties voor de lokale samenleving. Zo blijven economische groei en innovatie achter door een slecht opgeleide bevolking. Aan de andere kant draagt een gemiddeld hoger opleidingsniveau bij aan een betere volksgezondheid, versterkt het de sociale cohesie en vermindert het de criminaliteit.
9 Gemeentelijk belang bij Ict in het onderwijs
3
Minder administratieve lasten
10
Gemeenten hebben er belang bij dat scholen op tijd en adequaat de juiste gegevens bij de diverse instanties aanleveren. Dat kan zijn op het punt van de handhaving van de leerplichtwet, verzuim en tijdelijk of voortijdig schoolverlaten. Die zaken moeten immers door het schoolbestuur gemeld worden. ICT biedt scholen de mogelijkheid om de gegevens rechtstreeks geautomatiseerd naar gemeente of regionaal meld- en coördinatiepunt door te geven.
Betere monitoring In de nabije toekomst komen dankzij ICT-toepassingen nog veel meer gegevens beschikbaar over het functioneren van leerlingen, hoe leerprocessen verlopen en welke scholen op welke gebieden goed en minder goed presteren. Door een gestaag grotere input zal de monitoring steeds effectiever kunnen geschieden. Zo kunnen scholen beter inspelen op behoeften en zullen leerlingen en hun ouders het nut van effectieve monitoring ervaren.
Sociale cohesie In onze informatiesamenleving is het voor gemeenten essentieel om een goede ICT-infrastructuur te hebben. Het betekent dat alle diensten, zoals bibliotheek, sociaal-culturele instellingen, musea, scholen online aan elkaar gekoppeld zijn. Als dat gebeurt dan levert ICT een werkelijke bijdrage aan de eerder genoemde sociale cohesie.
Bredere strategie Inspirerend is zeker het beleid dat een aantal gemeenten heeft ontwikkeld onder de noemer bredere strategie. Deze bredere strategie is ontstaan vanuit de noodzaak om scholen te ondersteunen bij onderwijsachterstandbestrijding. Wanneer een basisschool bepaalde expertise nodig heeft die ze zelf niet in huis heeft, dan kan de school gebruikmaken van de kennis die elders binnen gemeentelijke instellingen wel aanwezig is. In overleg met schoolbesturen kunnen door toepassing van ICT nuttige samenwerkingsverbanden tussen allerlei instellingen worden gesmeed. Er zijn echter ook talrijke basisscholen die niet afwachten maar zelf al naar instellingen toegaan om te bekijken of de specifieke expertise aansluit bij hun behoeften. De gemeenten Almere, Helmond, Hoogeveen en Smallingerland gaan wat ICT-beleid betreft op een dusdanige manier te werk dat het beleid alle kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar raakt. Naast de basisscholen zijn onder meer de zuigelingenzorg, consultatiebureaus, peuterspeelzalen, naschoolse opvang, jeugdzorg, de muziekschool, instellingen voor onderwijsachterstandbeleid, de onderwijsbegeleidingsdienst, de schoolbesturen en bibliotheek betrokken bij de uitvoering van een bredere strategie. Ook ambtenaren die met onderwijs, welzijn, zorg en jeugdzorg te maken hebben zien we regelmatig met elkaar overleggen. Mede dankzij ICT ontstaat een doorlopende (beleids)lijn, want gegevens zijn overal beschikbaar en worden aan elkaar gekoppeld.
Doorlopende leerlijnen Het is sterk afhankelijk van de specifieke situatie in een gemeente welke instanties precies aan
11
tafel moeten gaan zitten om de bedoelde doorlopende lijn gestalte te geven. De ervaringen van uitwisseling van gegevens. De ervaring leert dat op die manier kennis van een doorgaande ontwikkeling tot stand kan komen. Problemen vallen eerder te signaleren waardoor ernstige schade kan worden voorkomen. Bovendien vertoont het beleid een grotere mate van coherentie. Op deze manier wordt de basisschool op een natuurlijke manier ingebed in de levensloop van een kind.
ICT past in het concept ‘Brede School’ Basisscholen zien zich voor steeds meer taken geplaatst. En hoewel het verzorgen van onderwijs een kerntaak is, vereist het vergroten van de ontwikkelingskansen van kinderen meer dan alleen goed onderwijs. Daarom is het concept Brede School bedacht. Een concept dat stoelt op samenwerking en betrokkenheid. Die samenwerking tussen enerzijds een basisschool en anderzijds instellingen in de zorg, instellingen op sociaal-cultureel vlak en bijvoorbeeld instellingen als de jeugdhulpverlening moet meer opleveren dan de som van de afzonderlijke instellingen. Duidelijk is in ieder geval dat de gemeente een functionele regierol kan hebben in dit samenwerkingsverband. Mede dankzij de mogelijkheden van ICT biedt dit concept een aantal unieke kansen. Met behulp van ICT hier kan functioneel maatwerk worden geboden zoals programma’s die rekening houden met de individuele mogelijkheden van de leerlingen. Juist doordat Brede Scholen zoveel meer kunnen zijn dan alleen een plaats waar leerlingen gedurende een aantal uren per dag vertoeven, zal het concept Brede School een schitterende aanvulling voor de gemeenten kunnen zijn om diverse problemen adequaat aan te pakken. Een aantal van de onderzochte gemeenten omarmt het idee met enthousiasme.
Helmond De gemeente Helmond heeft ambities met het concept ‘Brede School’ en ziet voor zichzelf een duidelijke regierol weggelegd. Het gaat haar niet alleen om betere samenwerking tussen de instellingen in de sectoren onderwijs, zorg en welzijn, maar ook en vooral om versterking van de sociale cohesie in de wijken door gerichte inspanningen van instellingen die daar een rol in kunnen vervullen. Multifunctionele accommodaties zoals de Brede School beschouwt deze gemeente als een krachtige impuls op sociaal-economisch gebied, met name voor kinderen van 0 tot 12 jaar en hun ouders die zich in een sociaal-economisch zwakkere positie bevinden. Dat ICT een belangrijke rol in het concept speelt is voor deze gemeente een gegeven.
Gemeentelijk belang bij Ict in het onderwijs
de genoemde gemeenten die op deze manier werken zijn positief. Zij zien het belang in van de
Smallingerland 12
Ook de gemeente Smallingerland is druk doende om het concept Brede School vorm te geven. Er zullen twee gebouwen verrijzen waarin de Brede School haar vleugels zal uitspreiden. In een van de twee gebouwen wordt een internetcafé opgenomen. Op deze manier wordt het multifunctionele karakter van het concept benadrukt. Het project is breed opgezet, met als eerste speler (natuurlijk) het onderwijs. Verder participeren de stichting welzijn, de bibliotheek, het jeugdwerk, de peuterspeelzaal, de kinderopvang, zorginstellingen en het consultatiebureau. ICT verbindt de participanten. Ook in deze gemeente zien we dat de gemeente een duidelijke regierol op zich heeft genomen. Door het concept Brede School te bezien als een institutie met een steeds bredere maatschappelijke functie en niet alleen als een plaats waar onderwijs wordt verzorgd, kan de Brede School met veel ICT-faciliteiten een belangrijk bindmiddel zijn om maatschappelijke samenhang in wijken en buurten te creëren en deze te versterken. Hoe het cement dat de diverse onderdelen van het Brede School concept precies moet worden aangemaakt verschilt uiteraard per gemeente maar ICT zal altijd een belangrijk ingrediënt zijn.
Onderwijskansen en onderwijsachterstanden De problematiek van onderwijskansen en onderwijsachterstanden is ingewikkeld. En hoewel iedere leerling een eerlijke kans moet krijgen om zich optimaal te ontplooien lukt het niet altijd dit streven te realiseren. Zo heeft niet elk kind thuis de beschikking over een pc. Wethouder Binnendijk van de gemeente Alkmaar vertelt dat in zijn gemeente er een voorziening is voor eenoudergezinnen en bijstandsgerechtigden om een computer aan te schaffen. “Wij beschouwen een computer als een standaardvoorziening te vergelijken met de aanschaf van een nieuwe koelkast.” Natuurlijk is een pc niet zaligmakend en zijn er veel meer oorzaken waardoor kinderen op achterstand geraken. Het GOA-beleid haakt specifiek aan bij de school en duidt er al op dat de school een belangrijke positie heeft waar het gaat om het bereiken van jongeren. Wanneer gemeenten en scholen dezelfde synergie als bij het concept Brede School aan de dag zouden leggen dan kan de meest kansarme groep kinderen daar zeer wel van profiteren. Maar ook het portefeuilleoverstijgende beleid kan een belangrijk instrument zijn om kansarmen niet verder achterop te laten raken.
ICT en onderwijskansen De verworvenheden van ICT maken een vroege signalering mogelijk, maar ook een meer samenhangend beleid. Dankzij ICT valt er voor deze jongeren letterlijk een wereld te winnen.
Wel moet worden opgemerkt dat de behoefte aan gespecialiseerde ondersteuning van buiten de scholen steeds groter wordt. Met name de complexiteit van de huidige samenleving zorgt ervoor
13
dat er meer kennis nodig is om kansarme kinderen op het goede pad te behouden, dan wel ze er
Helmond In deze gemeente wordt veel geld en menskracht geïnvesteerd om met behulp van ICT ontwikkelingsachterstanden terug te brengen. Op een negental basisscholen die op achterstand staan is er een project van start gegaan voor kleuters in groep 1 en 2 waarbij ICT een belangrijke rol speelt.
Smallingerland In Smallingerland draait sinds ruim 3 jaar een project genaamd ‘Het Opstapproject’. Dit project ondersteunt ouders die bepaalde opvoedkundige vaardigheden missen bij de opvoeding van hun kind(eren). Zo probeert men ontwikkelingsachterstanden al in een vroeg stadium zoveel mogelijk te voorkomen. Het gehele project is in drie deelprojecten uitgesplitst, namelijk een project van nul- tot tweejarigen, van twee- tot vierjarigen en van vier- tot zesjarigen. Het is de bedoeling dat kinderen vanaf de leeftijd van twee jaar zoveel mogelijk naar de reguliere voorzieningen als peuterspeelzalen gaan. Kenmerk van deze projecten is dat er sprake is van portefeuilleoverstijgend beleid. De gemeente Smallingerland voert sinds drie jaar in de peuterspeelzalen en het basisonderwijs zogenaamde piramideprogramma’s uit. Dit zijn groepsgerichte programma’s om ontwikkelingsachterstanden bij kinderen te voorkomen. Bij deze groepsgerichte programma’s speelt ICT een belangrijke rol want de kinderen worden gemonitord. Met een registratieprogramma beschikken peuterleidsters en leerkrachten snel over relevante gegevens. Er zijn verschillende gemeenten in ons land waar een Opstapprogramma draait. Het Opstapproject is een goed voorbeeld van een project waarin door tijdige signalering achterstanden kunnen worden voorkomen. Door de kennis van basisscholen, wijkverpleegkundigen, thuiszorg, ouder- en kindzorg, peuterzaalleidsters, consultatiebureaus in verschillende samenstellingen aan elkaar te koppelen kunnen ontwikkelingsachterstanden bij kinderen worden voorkomen.
Gemeentelijk belang bij Ict in het onderwijs
weer op te krijgen.
14
Randvoorwaarden voor succesvolle inzet ICT in onderwijs
Aandachtsgebieden voor wethouders 1. huisvesting 2. hardware 3. financiële aspecten 4. expertise en ICT-visie schoolbesturen en docenten
Hoe ervaren wethouders de problematiek van goede huisvestiging voor het basisonderwijs? Hoe kijken ze tegen hun verantwoordelijkheid aan om te investeren in ICT-hardware? Doet het ministerie van OC&W wel genoeg? Vragen die een antwoord behoeven.
Huisvesting Het onderzoek is duidelijk. Alle ondervraagde wethouders zijn ervan overtuigd dat een kwalitatief goede huisvesting van het basisonderwijs een absolute voorwaarde is om ICT een kans van slagen te geven. In veel gemeenten stammen de schoolgebouwen uit het pre-ICT-tijdperk, de klaslokalen in deze gebouwen zijn niet zonder meer geschikt zijn om ze met allerlei ICT-benodigdheden uit te rusten. Het gaat echter niet alleen om oude schoolgebouwen die bijvoorbeeld in de jaren na de tweede wereldoorlog zijn gebouwd. Met name in gemeenten die in de jaren tachtig en begin van de jaren negentig van de vorige eeuw veel nieuwbouw hebben gepleegd is er het nodige werk aan de winkel. Veel gemeenten hebben gelden moeten vrijmaken zodat die kwalitatief goede huisvesting gerealiseerd kon worden. Gelukkig hebben de meeste gemeenten uit dit onderzoek hun verantwoordelijkheid ruimschoots genomen. Zij zien de huisvestiging van een basisschool als een schooloverstijgende zaak. Een aantal wethouders laat expliciet weten dat daar wat hen betreft ook de inrichting van het computerlokaal onder valt.
15 Randvoorwaarden voor succesvolle inzet ICT in onderwijs
4
Hardware
16
Bij hun werkbezoeken aan basisscholen verbaasden sommige wethouders zich erover dat in veel scholen nog zo weinig computers in de klaslokalen te vinden zijn. Zeker wanneer de situatie vergeleken wordt met die van bijvoorbeeld de ROC’s waar computers inmiddels in zeer groten getale hun intrede hebben gedaan. Veel gemeenten doen hun uiterste best om bij de bouw van nieuwe schoolgebouwen een dusdanige infrastructuur aan te leggen dat ICT op een goede manier kan worden ingebed. Uit het onderzoek blijkt verder dat glasvezel nog nauwelijks wordt aangewend.
De financiële aspecten van ICT ICT is kostbaar maar niet onbetaalbaar. Alle ondervraagde wethouders en beleidsmedewerkers menen echter wel dat het ministerie van OC&W wat royaler financiële middelen beschikbaar mag stellen om ICT in het basisonderwijs werkelijk gestalte te geven.
De Bilt Wethouder Van Heertum: “Alle kinderen gaan naar het basisonderwijs. Ik vind het een taak van de rijksoverheid om te zorgen dat in de gelden die scholen ter beschikking krijgen een voldoende grote component zit om ICT vorm te kunnen geven binnen de school.” Enkele gemeenten, zoals Amstelveen en Maastricht, konden uit de verkoop van een stukje publiek domein gelden vrijmaken om te investeren in ICT in het onderwijs en hebben dat ook gedaan. Investeren in ICT is echter meer dan computers in de school, een goed werkende infrastructuur en een snelle netwerkaansluiting. Naast beheer en onderhoud vragen didactische bijscholing, expertise op het gebied van software, enige kennis van de hardware en het ontwikkelen van eigen lesmateriaal tijd en geld. Vooral de kleinschaligheid van veel basisscholen is niet bevorderlijk om financiële armslag te creëren.
Expertise schoolbesturen De rol van de schoolbesturen is door de veranderde wetgeving wat meer naar voren gekomen. Dit betekent ook dat op velerlei gebied een zekere mate van kennis van zaken mag worden verwacht. De expertise op het gebied van ICT bij de schoolbesturen is beslist voor verbetering vatbaar, zo menen diverse wethouders. Wanneer er gedegen kennis van zaken op het gebied van ICT aanwezig is dan kan dat zeker helpen om een knellend financieel keurslijf wat minder dwingend te maken. Men weet immers wat de financiële consequenties zijn van te nemen beslissingen. Verschillende wethouders pleiten er daarom voor om in elk schoolbestuur in ieder geval één persoon met een meer dan gemiddelde kennis van ICT op te nemen. Deze deskundige kan zijn expertise gebruiken om anderen leden van het bestuur te overtuigen met argumenten die stoelen op gedegen kennis van zaken.
Knelpunten: visie en financiële ruimte Nog belangrijker is echter om de kennis van de mogelijkheden van ICT bij docenten en directie
17
van de basisscholen op niveau te krijgen. Veel wethouders geven expliciet aan dat de inhoud van ook is, er kleven ook enkele haken en ogen aan. We geven enkele knelpunten aan die allemaal te herleiden zijn tot financiële randvoorwaarden. Veel scholen weten te weinig van netwerkbeheer en hebben ook niet de middelen om een netwerkbeheerder te betalen. Begeleiding en ondersteuning zijn niet alleen welkom, ze zijn noodzaak. Investeringen in ICT zijn niet eenmalig, het up to date houden vergt de nodige middelen. Ondersteuning op dit vlak kan veel ellende voorkomen. Te veel basisscholen ontberen momenteel de kennis om ICT didactisch in te passen in een curriculum. Samenwerking kan daar veel toe bijdragen. De rol van de gemeente reikt dus verder dan zorgdragen voor een goede outillage. Een wethouder met een open blik die visie verraadt zal door de basisscholen zeker verwelkomd worden.
Randvoorwaarden voor succesvolle inzet ICT in onderwijs
het onderwijs een zaak voor de scholen en schoolbesturen is. Hoe loffelijk dit standpunt op zich
18
5
Open blik
19 Open blik
De weg die afgelegd moet worden naar een natuurlijk bondgenootschap is er een die moet leiden tot inspiratie, creatief vermogen, vernieuwend denken en verrijking van het onderwijs. Met een open blik op de mogelijkheden die ICT het basisonderwijs biedt. Wat is er zoal mogelijk? Samenwerking binnen de gemeentegrenzen Nu de verhoudingen in veel gemeenten zijn veranderd door de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs moeten de wethouders onderwijs opnieuw hun positie bepalen. De meeste wethouders beseffen terdege dat goed onderwijs eigenlijk niet zonder een echte betrokkenheid van de gemeente kan.
Helmond Wethouder Van den Heuvel: “Wanneer er een vraag komt weten we zeker dat er behoefte is aan een antwoord, een stuk visie, duidelijkheid en overleg. We zoeken als gemeente echt contact met het veld om de vragen die men heeft boven water te krijgen. Het is geen top down benadering maar juist een bottom up situatie. Naast de betrokkenheid van de scholen vinden wij het belangrijk om ook de betrokkenheid van de wijken te meten. Scholen zijn geen eilanden meer.” Juist door betrokkenheid te tonen is de gemeente in staat een wezenlijke rol te vervullen bij de verdere invulling van ICT in het basisonderwijs.
De Bilt Wethouder Van Heertum vertelt enthousiast over het bijzondere overleg in haar gemeente tussen de schoolbesturen en vertegenwoordigers van de gemeente. Naast het verplichte gedeelte is sinds een aantal jaren er een niet-verplicht gedeelte aan de vergadering vastgeknoopt. Of het nu om aannamebeleid gaat of het gezamenlijk inkopen van ICT-benodigdheden, alles wat de leden van de besturen relevant vinden kan ter sprake komen. Het nietverplichte deel komt voort uit de schoolbesturen zelf, daarom zit niet de wethouder maar een van de bestuursleden dit deel van de vergadering voor. “Het is een andere manier van samenwerken die veel positiefs oplevert”, aldus de wethouder.
Haarlemmermeer 20
In de gemeente Haarlemmermeer leert het onderzoek het volgende. Het begint met een startnotitie ICT uit 2001, waarin de directeur van de dienst welzijn, onderwijs en cultuur van deze gemeente het probleem schetst van het gebrek aan specialistische kennis die nodig is bij de implementatie van ICT in het onderwijs. Daardoor lukt het op dat moment niet om ICT op een verantwoorde wijze in het onderwijscurriculum vorm te geven. Er dreigt, zo stelt de notitie, langzamerhand een ongewenst gat te ontstaan tussen wat de maatschappij aan ICT-kennis vraagt en wat de scholen in onze gemeente hun leerlingen kunnen bieden. Daarom zou het onderwijsveld de krachten moeten bundelen. De gemeente ziet voor zichzelf duidelijk een rol van regisseur weggelegd. Het oorspronkelijke plan voorzag in de formatie van een stuurgroep waarin naast de wethouder onderwijs ook enkele ICT-bedrijven zitting zouden nemen. Dat is niet helemaal gelukt, de ICT-bedrijven lieten het afweten. Uiteindelijk is er een stuurgroep geformeerd met een aantal scholen en een ambtenaar. Deze stuurgroep krijgt ondersteuning van diverse adviseurs. Zo bieden adviseurs van het NOVA College, een ROC uit Haarlem, en adviseurs van de Hogeschool Haarlem plus medewerkers van de Schoolbegeleidingsdienst de nodige begeleiding. Inmiddels heeft deze stuurgroep samen met de adviseurs een aantal studiebijeenkomsten georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten bleken docenten en directies van scholen veel belangstelling te hebben voor de praktijkvoorbeelden hoe ICT op andere scholen wordt ingezet. Een goed voorbeeld van belangstelling die verder reikt dan de eigen school en soms ook de gemeentegrens. Helaas heeft de praktijk geleerd dat de enkele bijeenkomsten niet voldoende zijn geweest om docenten de voorbeelden te laten volgen. Daarentegen is de meerwaarde die een externe partij als een Hogeschool genereert, duidelijk naar voren gekomen. De Hogeschool Haarlem is inmiddels op een aantal plaatsen bezig met ICT-projecten te begeleiden.
Provincie Overijssel Nog een ander voorbeeld van een partij die lokale samenwerkingsverbanden ondersteunt is de IJsselgroep. Deze groep biedt met name in de provincie Overijssel haar diensten aan. De IJsselgroep is ooit begonnen om in één gemeente, namelijk Enschede, haar diensten aan te bieden. Inmiddels is de IJsselgroep uitgegroeid tot een krachtig regionaal steunpunt en biedt ze haar diensten aan diverse gemeenten, zoals Haaksbergen en Hellendoorn, aan. Wat bij gemeenten die constructief samenwerken manifest naar voren komt is dat er sprake is van wederzijds vertrouwen. Er zijn echter vele andere goede manieren van samenwerkingsvormen binnen de gemeentegrenzen te noemen waarbij wethouders en beleidsambtenaren een initiërende rol kunnen spelen. We zetten de belangrijkste op een rijtje:
Wethouders en beleidsambtenaren kunnen de verschillende besturen stimuleren om met elkaar om de tafel te gaan zitten, teneinde een inventarisatie te maken welke specifieke pro-
21
blemen er op het gebied van ICT in de gemeente spelen. gemeente bestaan. Op deze manier kunnen contacten tot stand komen die betekenisvol kunnen zijn voor de verdere ontwikkeling van ICT in het onderwijs. Een andere interessante vorm van samenwerking is de competentie-overstijgende samenwerking. Basisscholen hebben vaak een zetje nodig om uit hun schulp te kruipen en kunnen daarbij wel wat hulp gebruiken. Scholen en schoolbesturen kunnen gewezen worden op het nut van contacten met naburige Hogescholen en ROC’s. Deze instellingen hebben vaak meer expertise in huis als het gaat om ICT-aangelegenheden en kunnen een rol spelen in de deskundigheidsbevordering van docenten. Gemeenten kunnen een helpende hand toesteken door financieel bij te dragen wanneer een ICT-coördinator benoemd moet worden. Ook een goed voorbeeld van een helpende hand is de gemeente Hoogeveen die de verzekering van apparatuur in de scholen voor haar rekening heeft genomen. Gemeenten kunnen bijdragen leveren om een goed model te ontwikkelen waarbij objectief gemeten kan worden hoe een school er nu werkelijk voor staat met de infrastructuur. Wethouders en beleidsambtenaren kunnen scholen stimuleren een inkoopcombinatie op te starten en te helpen bij de verwezenlijking van die inkoopcombinatie. Wethouders en beleidsmedewerkers kunnen ook een belangrijke rol spelen bij het entameren van zogenaamde pps-constructies. Hieronder treft u voorbeelden uit Almere en Helmond aan.
Samenwerking met het bedrijfsleven Het onderwijs is altijd terughoudend geweest als het gaat om contacten aan te gaan met de private sector. Al snel wordt er gedacht dat de inhoud van het onderwijs in gevaar komt op het moment dat andere partijen dan de overheid het schoolgebouw betreden. Een gezonde dosis wantrouwen is in dezen beslist niet verkeerd. We weten echter ook dat ICT kostbaar is, snel veroudert, veel bijscholing van het personeel vraagt, kortom een groot beslag op de middelen legt.
Rol wethouder De meeste schoolleiders hebben nog geen of nauwelijks ervaring om zogenaamde pps-constructies op een verantwoorde wijze te entameren. Op dat specifieke terrein ligt er een belangrijke taak voor wethouders en beleidsmedewerkers. Wanneer er beleid wordt ontwikkeld dat in de eerste plaats volledig recht doet aan de inhoudelijke autonomie van een school maar aan de
Open blik
De wethouder kan de besturen wijzen op het belang van informele netwerken die in elke
andere kant de financiële mogelijkheden aangaande ICT verruimt, zal dat op termijn
22
perspectieven bieden die nu nog door velen als irreëel worden gekenschetst. Het onderzoek leert dat er in de onderzochte gemeenten nog weinig pps-constructies te vinden zijn aangaande ICT in het basisonderwijs.
Almere In Almere is een goed voorbeeld te vinden van een pps-constructie. Deze gemeente heeft in 2001 ‘Almere Kennisstad’ opgericht. Hierin werken de gemeente, publieke en private partijen samen om projecten tot ontwikkeling te brengen die een bijdrage leveren aan ‘beter wonen, werken & leren en welzijn’ in deze gemeente. Het programma ‘Almere Kennisstad’ maakt onderdeel uit van de portefeuille van de wethouder ICT. Aangezien onderwijs een belangrijke pijler van het programma is, raakt ‘Almere Kennisstad’ ook de portefeuille van de wethouder onderwijs. Het is dus ook een goed voorbeeld van samenwerking tussen verschillende beleidsgebieden.
Helmond In Helmond vindt samenwerking plaats met IBM. Daarnaast heeft een aantal scholen in deze gemeente een BV opgericht waarin bepaalde activiteiten op het gebied van ICT zijn ondergebracht. Een dergelijk project kan dan bijvoorbeeld verder uitgebouwd of uitgebreid worden richting pps-constructie. Naast het aanboren van relevante contacten via netwerken kan voor de bovenschoolse manager eveneens een rol weggelegd zijn bij het op de rails zetten van publiek private samenwerkingsverbanden. Hier kan juist schooloverstijgend optreden interessante perspectieven openen.
Regionaal samenwerken Grenzen zijn zelden natuurlijk. Zijn we op ons continent in het kader van de Europese Unie al decennia lang bezig barrières te slechten op tal van terreinen, binnen onze eigen landsgrenzen blijkt de praktijk van het opheffen van grenzen vaak een lastige klus te zijn. Zou het niet fantastisch zijn wanneer alle beschikbare kennis en ervaring op het gebied van ICT gedeeld konden worden?
Steunpunten: een wereld te winnen Op het gebied van regionale samenwerking valt er letterlijk nog een wereld te winnen. De kennis op Hogescholen, ROC’s kan voor veel basisscholen een geweldige stimulans betekenen. Het voorbeeld van de IJsselgroep geeft aan dat gemeenten graag een
regionaal steunpunt in de arm nemen om ICT op een goede manier in het basisonderwijs te implementeren. Ook de provincie Brabant heeft haar nek uitgestoken wat
23
betreft de ontwikkeling van regionale steunpunten. Deze provincie heeft een stimule2001 en eind november 2003 afgesloten. Beleidsmedewerkers van de provincie kregen signalen dat ICT op vooral basisscholen onvoldoende uit de verf kwam. Docenten en directies waren geïnteresseerd in ondersteuning bij het oplossen van ICT-problemen. In eerste instantie zijn er drie steunpunten in verschillende regio’s opgezet te weten: Apenstaartje Land van Cuyk in de regio Cuyk, EDUweb in het gebied van het samenwerkingsverband Eindhoven en TOWN in Tilburg en daarna een aantal buurgemeenten in de regio Midden-Brabant. Later zijn er nog vier steunpunten elders in de provincie bijgekomen, twee in de regio West-Brabant, één rond ’s-Hertogenbosch en één rond Uden/Veghel. De steunpunten overleggen intensief met elkaar zodat van elkanders kennis volop geprofiteerd kan worden. De provincie Brabant weet dat niet elk steunpunt in alles kan excelleren. Het Vier in Balans Concept* werkt hier heel goed. Het ene regiosteunpunt is sterk in de ontwikkeling van de infrastructuur, een ander steunpunt doet meer aan contentontwikkeling en bouwt op dat gebied expertise op. Een derde samenwerkingsverband stort zich vooral op de professionalisering door de docenten te scholen en een vierde regiosteunpunt doet aan visieontwikkeling. Door veelvuldig overlegsituaties te creëren kan er optimaal geprofiteerd worden van de kennis en ervaring die in een ander samenwerkingsverband zijn opgedaan. Wat duidelijk spreekt uit deze voorbeelden is de betrokkenheid die verder gaat dan alleen financiële ondersteuning. Stichting Ict op School is een groot voorstander van gestructureerde kennisoverdracht op ICT-gebied. Gelukkig zijn er wat gestructureerde kennisoverdracht betreft vele wegen die naar Rome leiden.
Vier in Balans Concept Bij het gebruik van ICT in het onderwijs gaat het om een evenwichtige afstemming tussen de basiscomponenten. Deze basisingrediënten of wel bouwstenen zijn: a. visie op onderwijs; b. kennis en vaardigheden; c. educatieve software inclusief content en d. ICT-infrastructuur. In het Vier in Balans Concept wordt ervan uitgegaan dat de maatvoeringen en onderlinge afstemming tussen de genoemde vier ingrediënten bepalend zijn voor het realiseren van effectief en efficiënt gebruik van ICT in het onderwijs. De invoering van efficiënt en effectief gebruik van ICT in het onderwijs is te vergelijken met de principes van het computerspel Tetris. In dit spel moeten geometrische figuren naast elkaar gestapeld
Open blik
ringsbeleid ontwikkeld onder de naam ‘Apenstaartje Brabant’. Dit project is gestart in
worden waarbij punten te verdienen zijn zodra de naast elkaar liggende gebieden hetzelfde
24
niveau bereikt hebben. Het spel wordt efficiënt en effectief gespeeld door het verschil tussen maximum- en minimumniveau zo klein mogelijk te houden. Wanneer deze vergelijking toegepast wordt op de gebieden die van belang zijn voor de invoering van ICT in het onderwijs, dan gaat het om de afstemming tussen visie, kennis, programmatuur en infrastructuur. De kennis en vaardigheden van docenten zijn nog weinig ver ontwikkeld, waardoor het hogere niveau van de apparatuurvoorziening weinig efficiënt en effectief is. Wanneer wethouders en beleidsambtenaren over de gemeentegrenzen willen kijken, wat kunnen ze dan doen? Inventariseren welke initiatieven er in de regio zijn op het gebied van ICT. De Regiokaart van Stichting Ict op School kan daarbij goede hulp bieden. Inventariseren waar de kracht op ICT-gebied van de basisscholen in de gemeente ligt. Het Vier in Balans Concept kan een goede leidraad zijn. Mogelijkheden van samenwerking onderzoeken. Kennis en ondersteuning aan scholen ter beschikking stellen wanneer het inderdaad tot regionale samenwerking komt. Gemeenten kunnen een belangrijke rol spelen bij het doorbreken van de horizontale contacten. ROC’s, Hogescholen en Pedagogische Academies kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de kennis van ICT in het basisonderwijs. Wethouders kunnen regionale samenwerking een belangrijke impuls geven.
25
26
Op weg naar een natuurlijk bondgenootschap
Hoe slechten we afstanden? Wat we gezien hebben is dat de weg naar een natuurlijk bondgenootschap tussen ICT, docenten, directies en wethouders geen geëffend pad is. Geen enkele school heeft voldoende fte’s in huis om op alle veranderingen direct een adequaat antwoord te hebben. Er blijkt te veel afstand te zijn tussen basisonderwijs en lokale bestuurders. Afstanden die veroorzaakt worden door verschil in kennis en door verschil in visie. Deze afstanden vragen om een zinnige overbrugging. Om die afstand te overbruggen komt een mogelijke rol voor de wethouders en beleidsambtenaren in zicht. Zij zijn immers in staat door het bieden van professionele ondersteuning de scholen verder met ICT op weg te helpen. Hoe kan die ondersteuning vorm krijgen? Door regie te voeren over een bepaald project. Door partijen bij elkaar te brengen om deskundigheidsbevordering in gang te zetten. Door het beschikbaar stellen van financiële middelen om een ICT-coördinator aan te stellen. Door aansluiting te zoeken bij inspirerende samenwerkingsverbanden. Vooral voor kleinere gemeenten kan dat veel werk schelen.
Betrokkenheid en vertrouwen Wat er ook aan samenwerking in gang gezet wordt, het begint altijd met het tonen en waarmaken van betrokkenheid. Alleen dan kan er een vertrouwensbasis ontstaan tussen de verschillende partijen zodat zinvolle samenwerking in het verschiet ligt. De autonomie van iedere basisschool is een groot goed en die autonomie behoeft door samenwerking niet verzwakt te worden. Integendeel, door samenwerking kan het eigen gezicht, de eigen inzichten op didactisch gebied en het specifieke karakter van een school, versterkt worden. Want door te kijken naar en te leren van andere scholen en instellingen, kunnen de eigen kenmerken verder wor-
27 Op weg naar een natuurlijk bondgenootschap
6
den versterkt. Kenmerkend voor ICT is immers de kwaliteitsverbetering die kan worden bereikt.
28
Als die kwaliteitsverbetering tegelijkertijd een verdere professionalisering van het beroep van leraar inhoudt is er sprake van een echte win/win situatie.
Dialoog tussen wethouders en scholen Inmiddels zijn de meeste basisscholen voorzien van de nodige computers en zijn aansluitingen op snelle internetverbindingen al op vele scholen gerealiseerd. Daarmee is aan enkele belangrijke randvoorwaarden voldaan. De volgende vragen wachten echter nog wel op een antwoord. Wat betekent ICT nu werkelijk voor de didactische processen in de klas? Wat betekent de computer voor de manier waarop de leerlingen hun kennis vergaren? Welke didactische bijscholing hebben de docenten nodig? Hoe geeft een basisschool vorm aan het beleid? Didactiek De ondervraagde wethouders zijn allen de mening toegedaan dat de inhoud van het onderwijs een taak van de scholen zelf is. Deze visie geeft de scholen, directie en docenten ruimte om zelf beleid te ontwikkelen op ICT. Men kan zich echter afvragen in hoeverre het verstandig is om geheel autonoom de ontwikkeling, de praktische toepassing en invulling van ICT over te laten aan de deskundigheid van schooldirecteuren en docenten. In de wat kleinere gemeenten zijn het veelal enkele (meestal jonge) docenten die de ICT-kar trekken. Zij hebben door hun interesse een waardevolle kennisvoorsprong opgebouwd. Deskundigheidsbevordering Deskundigheidsbevordering is voor alle docenten en directies zeer belangrijk om de snelle ontwikkelingen te kunnen bijbenen. Misschien ten overvloede, maar een zogenaamde knoppencursus is beslist niet voldoende. Om het proces van deskundigheidsbevordering goed vorm te geven is een permanente en constructieve dialoog van de gemeente met het onderwijsveld aan te bevelen. Door vragen maar ook inzichten met betrekking tot visie en beleid uit het onderwijsveld zelf te laten komen kan er vertrouwen tussen het veld en de wethouder plus de beleidsambtenaren ontstaan. Het moge duidelijk zijn dat de kwaliteit van het onderwijs en in het bijzonder de leerlingen hier het meest van zullen profiteren. Wat dat voor een gemeente betekent in het licht van de kennissamenleving is eerder in deze brochure uitvoerig belicht. Stichting Ict op School ziet in de dialoog tussen wethouder plus hun beleidsambtenaren en directies, docenten en besturen een waardevol instrument om ICT een natuurlijke bondgenoot op de basisscholen te laten worden. Ook de dialoog met scholen in andere gemeenten moet zeker niet uit de weg gegaan worden. Zoals we lazen in een onderwijsbeleidsplan is ICT een relatief nieuw beleidsterrein binnen het onderwijs. Iets wat nieuw is moet verkend worden, maar profiteren van elkaars kennis en kunde kan onnodig tijdverlies voorkomen en de kans op mislukkingen sterk verkleinen.
Bestuurlijke verankering Over het belang van goed basisonderwijs is iedereen het eens. Door de komst van ICT biedt het
29
basisonderwijs de leerlingen nu kansen en mogelijkheden die voorheen niet zo vanzelfsprekend andere manier moeten samenwerken. De ervaringen tot op heden leren dat er geen blauwdruk te geven is hoe die samenwerking er exact zou moeten uitzien. De Regiokaart van Stichting Ict op School geeft tal van samenwerkingsverbanden aan die ieder een zekere mate van uniciteit in zich dragen. Wellicht kunnen deze samenwerkingsverbanden als inspiratiebron dienen. Zoals eerder gezegd, samenwerking in welke vorm dan ook begint altijd met wederzijds vertrouwen. Juist omdat de waarde van basisonderwijs iedereen in de samenleving direct raakt kan samenwerking in welke vorm dan ook niet uitblijven. Om nu te voorkomen dat de samenwerking een (te) vrijblijvend karakter krijgt, kan een bepaalde vorm van bestuurlijke verankering perspectief bieden. Vooral wanneer bijvoorbeeld hard- en software gezamenlijk worden ingekocht of als er onderhoudscontracten worden afgesloten. Bestuurlijke verankering is nooit een doel op zich maar zal er in vele gevallen toe bijdragen dat samenwerking een professioneel kader krijgt.
Op weg naar een natuurlijk bondgenootschap
waren. Om de kansen en mogelijkheden echter ten volle te benutten zullen scholen op de een of
Colofon 30 Tekst en productie: Uitgave van Stichting Ict op School Uitvoering door EPN - Platform voor de informatiesamenleving Vormgeving: b.ont
| Annelies Glandorf
Druk: Den Haag Offset Uitgave: februari 2004 Informatie en nabestelling Stichting Ict op School www.ictopschool.net
[email protected] EPN- Platform voor de Informatiesamenleviing www.epn.net
[email protected]
Aan de
totstandkoming van deze brochure werkten mee 31 1.
Alkmaar
wethouder de heer drs. S.H. Binnendijk. 2.
Almere
Wethouder mw J. (Johanna) Haanstra 3.
Amstelveen
Wethouder mw. mr W.M. Blok-Melai 4.
Beverwijk
Wethouder de heer F. Mosk 5.
Buren (Gelderland)
Wethouder mw. G. van der Donk – van Andel 6.
De Bilt
Wethouder mw. J.G. van Heertum 7.
Ede
Wethouder mw. drs. A.A.Y. Jonker 8.
Haarlemmermeer
Wethouder mw. M. (Marjolein) Steffens - van de Water 9.
Helmond
Wethouder de heer J.B.C.W. van den Heuvel 10. Hoogeveen Wethouder mw. S. de Haan – Brouwer 11. gemeente Midden-Drenthel Wethouder mw. Mary Looman-Struijs
12. Maastricht
32
Wethouder mw. M.L.H. Miriam Depondt-Oliverse 13. Oldenzaal Wethouder de heer H.H.W. Winkelhuis 14. Smallingerland Wethouder de heer I.C. Pultrum
Stichting Ict op School Bleijenburg 1 2511 VC Den Haag Website: www.ictopschool.net E-mail:
[email protected]