Mensenrechten als invulling van competent burgerschap Eduard Nazarski, Rotterdam, 6 maart 2013 Gesproken woord geldt.
Geachte minister Asscher, geachte bestuurders van gemeenten, geachte vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, geachte aanwezigen….. het is een genoegen om hier voor u te staan . Ik heb veel gehoord over burgerschap vanochtend.....(TWEE VOORBEELDEN NOEMEN) Hoe kunnen we het ideaal van die actieve en participerende burger bereiken? Een burger die zijn eigen verantwoordelijkheid neemt. Die opkomt voor zichzelf maar ook zorgt voor de gemeenschap om zich heen. Hoe realiseer je dit, in een tijd waarin mensen vaak de nadruk leggen op de negatieve kanten van dit land? Het onrustige Nederland: Waarin ogenschijnlijk niet naar elkaar geluisterd wordt. Waar meningen snel polariseren. Waar gelovigen het gevoel hebben dat ze worden gediscrimineerd. Waar sociale voorzieningen afkalven. Waar de overheid inkrimpt en verantwoordlijkheden afschuift. Waar illegalen in tentenkampen verschijnen. Waar privacy en veiligheid met elkaar in de clinch liggen, en…zo voort.
Een land in een wereld waar mensen meer en meer een open gemeenschap vormen, zonder grenzen, maar waarin diezelfde mensen tegelijkertijd hun heil dichtbij zoeken: in de buurt, de lokale gemeenschap, thuis. Al deze factoren zorgen ervoor dat de relatie tussen de burger en de overheid, en tussen burgers onderling, moeizaam en troebel kan verlopen.
Om het ideaal van die actief participerende burger te bereiken, zal sprake moeten zijn van een zeker houvast, van een helder en eenduidig referentiekader dat niet omstreden is, dat duidelijkheid schept en dat een gezamenlijke richting aangeeft. Mensenrechten kunnen heel goed dat referentiekader vormen. Expliciet gebruik van mensenrechten voor de invulling van burgerschap is in Nederland nog niet eerder op grote schaal gebeurd. En dat terwijl mensenrechten alle voorwaarden in zich hebben om een unieke bijdrage te leveren. Voordat ik hierop inga wil eerst kort een kijkje bij mensenrechten over de grens. Voor veel mensen gaat mensenrechten voornamelijk over verschrikkingen in andere landen. Het gaat over executies in Syrië, gewetensgevangenen in China, verkrachtingen in Congo. Het zijn grote en angstaanjagende verhalen van dictaturen en onderdrukking. Daarbovenop komt dat veel mensen een negatieve associatie hebben met mensenrechten. Mensenrechten gaan pas een rol spelen als ze dreigen te worden geschonden. Als de minimumnorm van beschaving wordt doorbroken. Als journalisten met harde hand de mond gesnoerd wordt praten we over vrijheid van meningsuiting, als sloppenwijken worden gebuldozerd praten we over recht op huisvesting, als kinderen onder armzalige omstandigheden in sweatshops werken praten we over recht op onderwijs en recht op een gezinsleven. 1
2
Als U denkt aan mensenrechten zijn dit mogelijk de eerste beelden die bij u opkomen. Maar mensenrechten gaan niet alleen over andere landen, ernstige schendingen en minimumnormen. Mensenrechten spelen in iedere samenleving een belangrijke rol, ook in Nederland. Mensenrechten zijn ook positief en progressief. Ze gaan over aspiraties en geven een moreel gerechtvaardigde norm. Als Wij in Nederland spreken over vrijheid van meningsuiting, waar ligt dan de grens van wat we accepteren? Als we kijken naar mensen met een beperking, welke mate van vrijheid van beweging willen we dan met hen realiseren? Als we praten over participatie van ouderen, hoever willen we dan gaan om hen onderdeel te laten blijven uitmaken van deze samenleving. Dat zijn de vragen waarover we met elkaar in Nederland in dialoog wil gaan en normen over wil afspreken. En dat is precies waar mensenrechten een centrale rol in kunnen spelen.
Mensenrechten kunnen dus ook in de eigen omgeving, dicht bij huis van grote waarde zijn. Op lokaal niveau in Nederland, in de steden en dorpen. Waar burgers samen leven en waar de burger en de overheid elkaar raken. Waar gemeenten concrete beslissingen nemen die het leven van hun inwoners raken. Ook daar krijgen mensenrechten betekenis. Ze zijn dagelijkse kost voor de wijkagent, de gemeenteambtenaar, de schooldocent en de verpleegkundige. Want ook al zijn we ons daar niet altijd van bewust: veel van wat wij zien als dagelijkse dilemma’s, houden rechtstreeks verband met de mensenrechten. Ik geef u enkele voorbeelden: . - Het recht op privacy, wanneer er camera’s worden opgehangen om de veiligheid te vergroten; - Het recht op lichamelijke integriteit, bij het aanpakken van huiselijk geweld; - Het recht om niet te worden gediscrimineerd, wanneer gemeenten homo-emancipatie bevorderen - Het recht op bescherming tegen vervolging, wanneer gemeenten te maken krijgen met de opvang of uitzetting van asielzoekers; - Het recht op vrijheid van vereniging en vergadering, bij wel of niet laten doorgaan van demonstraties; - De rechten van het kind, bij het formuleren van jeugdbeleid. Uiteraard geeft het referentiekader van mensenrechten niet meteen antwoorden alle op alle terreinen maar ze helpen om inhoud te geven aan beleid en praktijk. Lokaal mensenrechtenbeleid is de noemer die we daarvoor sinds kort gebruiken. Het is een nieuw en spannend terrein waar we met een groeiend aantal gemeenten en maatschappelijke organisaties aan werken. Burgerschap is één van die beleidsterreinen waar mensenrechten voor lokale overheden een belangrijke bijdrage aan kunnen gaan leveren. Ik zal dat laatste nu aan de hand van vier argumenten illustreren. 1) Mensenrechten gaan om rechten en om plichten van iedereen. Rechten en plichten zijn letterlijk het begin en eind van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (die dit jaar 65 jaar bestaat). Ik citeer Artikel 1 van de Universele Verklaring: Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen. Daarna volgen in de UVRM veel heel praktische rechten, zoals het recht op vrije meningsuiting, op vrijheid van godsdienst, en het recht om niet te worden gediscrimineerd. Deze rechten gelden in principe voor iedereen, zonder enig onderscheid. De Universele Verklaring wordt afgesloten met twee artikelen die zowel voor de staat als voor de burger plichten bevatten. Uit artikel 29 citeer ik:
3
Een ieder heeft plichten jegens de gemeenschap, zonder welke de vrije en volledige ontplooiing van zijn persoonlijkheid niet mogelijk is. Dit is de eerste manier waarop mensenrechten kunnen bijdragen aan competent burgerschap: mensenrechten regelen cruciale basisvoorwaarden voor alle burgers om te kunnen leven in een vrije, gelijke en rechtvaardige maatschappij. En mensenrechten gaan net als competent burgerschap over zowel rechten als plichten. 2) Mensenrechten verbinden burgers onderling, en geven tegelijkertijd vorm aan de relatie tussen burger en overheid. Mensenrechten geven ruimte en mogelijkheden voor ontplooiing, maar stellen ook de grenzen van de verhoudingen tussen burgers. Mijn vrijheid mag niet ten koste gaan van die van jou. Mensenrechten geven daarnaast ook de verantwoordelijkheden van de overheid aan: waarop mag de burger aanspraak maken, en wat kan hij van de overheid verwachten? In tijden waarin het gaat over een terugtrekkende overheid en de toenemende individuele verantwoordelijkheid van de burger is zo’n kader zeer wenselijk. Kortom: mensenrechten bieden een verbindend kader en een gemeenschappelijke taal voor zowel burgers als overheden. En voor de succesvolle invulling van burgerschap is zo’n gemeenschappelijk taal en gezamenlijke normstelling een belangrijke voorwaarde. 3) Mensenrechten gaan, net als burgerschap, om participatie van iedereen in de samenleving. Voor Nederland gaat het dan in ieder geval om alle 16.774.555 inwoners (dat was op gisteren om kwart voor twaalf). Binnen die bevolking kunnen bepaalde groepen geïdentificeerd worden die extra aandacht verdienen omdat hun rechten in mindere mate worden gerespecteerd, beschermd en verwezenlijkt. Bijvoorbeeld zorgbehoevende ouderen, mensen met een beperking, sociaal zwakkeren, kinderen met gedragsproblemen, sommige migranten die moeilijk integreren, etc. Mensenrechten kunnen voor deze groepen een progressieve factor vormen, een aspiratie, naast de noodzaak tot het oplossen van hun problemen. Voor een geslaagde participatie van alle inwoners is bewustwording en educatie een belangrijk aspect. Als mensen, van jong tot oud, hun rechten kennen zullen ze eerder in staat zijn om voor die rechten op te komen, van zichzelf maar ook van anderen. Hier wil ik een wens, of zo u wilt een punt van kritiek, uitspreken. Al vele jaren geleden heeft Nederland zich in internationaal verband verplicht om mensenrechteneducatie structureel op te nemen in de leerplannen van het onderwijs. Tot op heden is dat niet gebeurd. Nu er dan over invulling van burgerschap opnieuw wordt nagedacht wat zou er dan logischer zijn om…..
4een laatste punt) Vanuit de mensenrechten bekeken is iedereen gelijk. Mensenrechten zijn inclusief en niet exclusief. Volgens Amnesty zou dat ook het uitgangspunt van burgerschap moeten zijn. Juist in een pluriforme samenleving, is een niet-discriminerend referentiekader voor alle burgers van belang. De Nederlandse burgerschapsagenda lijkt vaak vertroebeld of verward te worden door de integratieagenda. Die integratieagenda spreekt veel meer over wij en zij, over een vriend-vijand schema.
4
Uit de integratiebrief van januari dit jaar behorende bij Agenda Integratie citeer ik de volgende woorden: Dit kabinet maakt zich sterk voor een samenleving waarin mensen gelijke rechten hebben en gelijke kansen krijgen, waarin individuen zichzelf kunnen zijn en zich volledig kunnen ontplooien. (So far so good, iedereen gelijk, geen wij en zij, en dan de volgende zin). Voor succesvolle integratie is het nodig dat wij kunnen bouwen op een fundament van gedeelde kernwaarden. (daar komt het i woord, wat wordt gevolgd door) Daarom moeten migranten niet alleen kennisnemen van de kernwaarden van de Nederlandse samenleving maar deze ook verinnerlijken. (en dan wellicht nog iets over Elias, gevestigden en buitenstaanders zeggen)
Mensenrechten zijn er voor iedereen, altijd en overal, zonder aanzien des persoons: allochtoon en autochtoon, burger en illegaal, rijk en arm, gezond en met een beperking. Mensenrechten en competent burgerschap gaan over in gastvrijheid openstaan voor die fundamenteel van mij verschillende ander. Deze vier argumenten leren dat mensenrechten en burgerschap onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Mensenrechten kunnen een positieve bijdrage leveren aan de invulling van burgerschap. Amnesty is recent een dialoog aangegaan met een snel groeiend netwerk van gemeenten en maatschappelijke organisaties die deze visie over mensenrechten delen. Bestuurders, ambtenaren en professionals die net als Amnesty geloven dat mensenrechten een nuttige bijdrage kunnen leveren, aan burgerschapsbeleid maar ook op andere terreinen. Om die dialoog vorm te geven heeft Amnesty in navolging van de discriminatiecampagne van 2007 een speciaal programma opgebouwd rondom lokaal mensenrechtenbeleid. Doel van dit programma is om bewustwording te realiseren, expertise te ontwikkelen en ervaringen te delen, om zo in gezamenlijkheid te komen tot een succesvol lokaal mensenrechtenbeleid. Een praktisch voorbeeld is de brochure die Amnesty samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten eind vorig jaar heeft gelanceerd over de betekenis van mensenrechten op lokaal niveau (brochure ophouden). Op basis van die brochure organiseren we workshops en inspiratiesessies voor bestuurder en ambtenaren. Twee weken geleden nog waren we in Nijmegen waar burgemeester Hubert Bruls aan het einde van de avond zei dat hij van Nijmegen de tweede mensenrechtenstad van Nederland wil maken, na Utrecht. Volgende week opent burgemeester Verkerk van Delft een tentoonstelling over mensenrechten in Nederland. Ik hoop dat nog vele activiteiten zullen volgen.
Tot slot Dames en Heren Ik hoop duidelijk gemaakt te hebben hoe een instrumentarium en gedachtegoed van mensenrechten kan bijdragen aan de invulling van burgerschap. Ik heb daarbij veel aandacht geschonken aan de mogelijkheden dichtbij huis, op lokaal niveau. Op dat niveau wil Amnesty ook graag met meer overheden en maatschappelijke organisaties in gesprek.
Ik dank voor uw aandacht.
5