Ik als begeleider van de begeleiders Keuzewerkwinkel inspiratiedag IJD Hasselt
Ben ik de stuurder of de motivator van mijn begeleidingsploeg? Welke stijl van leiding geven, ligt in mijn natuur? Deze vragen en nog veel meer vind je in dit bundeltje!
IJD Hasselt 7-2-2009
1
Ik als begeleider van de begeleiders 1. Belang van leidingsstijlen Als volwassenbegeleider of eindverantwoordelijke is je rol als begeleider van de begeleiders erg belangrijk. Om goed te kunnen begeleiden, moet je kunnen wisselen van leidingstijl. Binnen je werking zijn zowel de taak die je als werking te vervullen hebt, als ook de relatie met de begeleiders van belang. -Je kunt variëren in de mate waarop je stuurt ten aanzien van de taak -Zo kun je ook variëren in de mate waarin je de begeleidersgroep motiveert veel motiveren As van de taak
weinig sturen
veel sturen
As van de relatie
weinig motiveren
Assen We kunnen de “ingrepen” en acties van een begeleider op twee assen onderbrengen. Op de ene as geven we aan in welke mate de acties van de begeleider gericht zijn op de vervulling van de vooropgestelde taken of afspraken. Het element “sturen” wordt hier benadrukt. Op de andere as geven we weer in welke mate de acties van de begeleider gericht zijn op het relationele: het ondersteunen, ontwikkelen, motiveren van de medewerkers. Het aspect “motiveren” neemt hier de bovenhand. Sturen Sturen wil zeggen: aanduiden welke taken vervuld moeten worden en welke afspraken moeten worden nagekomen. Wie stuurt, stelt taken, formuleert doelstellingen, durft prioriteiten vooropstellen. Soms is het ook nodig aan te duiden wat men kan laten vallen, wat minder essentieel is. Sturen wil zeggen: bepalen wat belangrijk is bij de uitvoering van de taken/afspraken. Een goed leider zegt wat hij verwacht aan resultaten van zijn mensen. Hoe moet het gebeuren? Hoeveel moet er gebeuren? Welke kwaliteit streven we na? Wat moet de service naar onze leden zijn?
2 Sturen wil zeggen: de nodige middelen ter beschikking stellen. Het is belangrijk dat er een goede organisatie is. Men moet over informatie beschikken. De leden en vrijwilligers hebben nood aan bepaalde materiële middelen. Sturen wil zeggen: bijsturen. De begeleider volgt op en evalueert. Hij duidt aan wat hij goed en minder goed vindt in de uitvoering van de taken. Bij minder goede resultaten maakt hij met de betrokkenen afspraken waardoor de resultaten verbeteren. Motiveren Om te motiveren geeft de (bege)leider betekenis aan de opdrachten. Iedereen heeft graag interessante taken op zijn of haar niveau. Niveau en interesse verschillen echter van individu tot individu. De (bege)leider moet ertoe komen een goed idee te krijgen van wat ieder van zijn mensen goed kan en graag wil. Door de taken en afspraken hierop te laten aansluiten, krijgen deze een betekenis en een motiverend effect. Om te motiveren toont de (bege)leider belangstelling en waardering. Als je als (bege)leider nooit tijd hebt om aandacht aan het werk van je begeleidingsleden te besteden, verlies je een unieke gelegenheid om hen te motiveren. Een goede begeleiding houdt in dat je belangstelling en waardering toont voor de vorderingen die je mensen maken en voor hun persoonlijke inzet. Om te motiveren heeft de (bege)leider aandacht voor de ontwikkeling van de mensen met wie hij werkt. Doorheen de taken en afspraken kunnen de capaciteiten en belangstelling van iedereen evolueren. Je dient daar oog voor te hebben en je mensen te ondersteunen. Tracht een inzicht te verkrijgen in sterke en zwakke kanten van elk van je mensen. Eventueel moet je iemand naar andere (meer passende) taken oriënteren.
3
2. Vier stijlen van leidinggeven
veel motiveren
Coachen Ondersteunen weinig sturen
veel sturen
Instructies geven
Delegeren
weinig motiveren
We krijgen dan een assenkruis met vier kwadranten. Elk van deze kwadranten geeft een typische stijl van leidinggeven weer: INSTRUCTIES GEVEN: veel sturen en weinig motiveren. De begeleider geeft nauwkeurig aan wat zijn mensen moeten doen en hij ziet nauwlettend toe op de uitvoering van de gemaakte afspraken. BEGELEIDEN: veel sturen en veel motiveren. De begeleider geeft nauwkeurig aan wat zijn mensen moeten doen en hij ziet nauwlettend toe op de uitvoering van de gemaakte taken. Hij moedigt aan om suggesties te geven en geeft uitleg over beslissingen. Hij heeft oog voor zowel de persoon als de groep. Hij luistert en toont begrip. Hij stimuleert om zelf oplossingen te formuleren. ONDERSTEUNEN: weinig sturen en veel motiveren. Probleemoplossing, besluitvorming en verantwoordelijkheid liggen voornamelijk bij de groep. De begeleider moedigt aan om suggesties te geven en geeft uitleg over beslissingen. Hij heeft oog voor zowel de persoon als de groep. Hij luistert en toont begrip. Hij stimuleert om zelf oplossingen te formuleren. DELEGEREN: weinig sturen en weinig motiveren. Probleemoplossing, besluitvorming en verantwoordelijkheid worden aan de groepsleden overgelaten. De begeleider bespreekt met hen wel de doelstellingen, het kader, de wijze van opvolging.
In de praktijk blijkt dat de meeste begeleiders doorgaans één voorkeurstijl toepassen. Wellicht sluit deze stijl het meest aan bij hun persoonlijkheid.
4
3. Situationeel leidinggeven en maturiteit Een goede eindverantwoordelijke slaagt erin om het evenwicht te vinden tussen aandacht voor het resultaat en aandacht voor de begeleider. Hoe moeten we met onze begeleiders omgaan om het beoogde resultaat te bereiken? Onze wijze van leidinggeven moet aangepast zijn aan de situatie van de begeleiders. Situationeel leidinggeven is je stijl van leidinggeven afstemmen op een aantal bepalende elementen. Je hanteert dus niet één ‘beste’ leiderschapsstijl voor alle gevallen, maar je kiest voor elke begeleiders de meest aangewezen stijl. Men onderscheid vier soorten begeleiders: SOORT BEKWAAM
•
MET VEEL ZELFVERTROUWEN
•
BEKWAAM
• •
MET MINDER ZELFVERTROUWEN EN/OF WEINIG GEMOTIVEERD
•
MINDER BEKWAAM
•
MET WEINIG ZELFVERTROUWEN EN/OF GEMOTIVEERD
• •
WEINIG BEKWAAM
•
MET VEEL ZELFVERTROUWEN EN
• •
EN HEEL GEMOTIVEERD
KENMERKEN Heeft de nodige kennis en voldoende vaardigheden Heeft het vereiste zelfvertrouwen Is gemotiveerd Heeft de nodige kennis en voldoende vaardigheden Mist nog wat zelfvertrouwen en/of motivatie
VOORBEELD Een enthousiaste en plichtsgetrouwe penningmeester die correct de financies van de organisatie beheert. De vrijwilliger die intern wel een basisopleiding heeft om een speluitleg te doen, maar zich nog wat onzeker voelt de eerste keren dat hij voor de groep staat. De vrijwilliger die geen ervaring Heeft onvoldoende kennis heeft met boekhouding en het en ervaring mandaat van penningmeester Is onzeker over de taak Heeft weinig zelfvertrouwen maar heeft aanvaard omdat niemand anders het wilde doen of is niet gemotiveerd De enthousiaste nieuwe Heeft onvoldoende kennis begeleider bij de start van het en ervaring nieuwe werkjaar. Heeft zelfvertrouwen Is enthousiast en gemotiveerd
5
4. Afstemming van de stijl van leidinggeven op de maturiteit van de begeleider De stijl van leidinggeven moet afgestemd worden op de maturiteit van de begeleiders. We moeten dus kijken naar onze begeleiders en kijken wat voor maturiteit ze hebben. Wat hebben zij nodig aan begeleiding? Het is vrij eenvoudig om je de leden van je begeleidersgroep te plaatsen in een van onderstaande categorieën. Maturiteit/situatie van de begeleider
Leiderschapsstijl
Bekwaam met veel zelfvertrouwen en heel gemotiveerd
Delegeren Overdragen van verantwoordelijkheid voor het nemen en uitvoeren van besluiten, opdrachten toevertrouwen.
Bekwaam met minder zelfvertrouwen en/of minder gemotiveerd
Ondersteunen Ideeën opperen, medewerkers helpen om besluiten te nemen, aanmoedigen, waarderen, gemakkelijker maken, meehelpen, luisteren.
Minder bekwaam met weinig zelfvertrouwen en/of weinig gemotiveerd
Coachen Uitleg geven van genomen besluiten en gelegenheid geven tot het stellen van vragen (opheldering). Sturen en ondersteunen.
Weinig bekwaam met veel zelfvertrouwen en/of heel gemotiveerd
Instructies geven Specifieke instructies geven en nauwlettend toezien op de prestaties, structureren, controleren, toezicht houden.
5. Vrijwilligers evolueren. Een begeleider die voor de eerste maal een voordracht over de werking van de groep of een specifiek onderwerp geeft, staat anders voor de groep dan wanneer het reeds de tiende keer is. Wie reeds enkele jaren meedraait, kent het klappen van de zweep. Dit heeft gevolgen voor onze manier van leidinggeven. Enerzijds moeten we onze leiderschapsstijl laten mee evolueren. Onze begeleiders veranderen, dus moet onze leiderschapsstijl mee veranderen. We mogen onze begeleiders niet blijven benaderen als beginnelingen. Anderzijds kunnen we door een gepaste manier van leidinggeven een evolutie bij onze begeleiders stimuleren. Beginnende begeleiders kunnen door onze aanpak worden gestimuleerd om stilaan zelfstandiger te werken en meer verantwoordelijkheid op te nemen. Met andere woorden: motiverend leidinggeven is ook de kunst om de begeleiders sterker te maken, bekwamer, zelfstandiger, met meer zelfvertrouwen en meer gemotiveerd. Zo haal je bij de begeleiders het onderste uit de kan, wat zowel voor henzelf als voor jouw organisatie erg belangrijk is.