Creatief werken met bijbelverhalen Keuzewerkwinkel inspiratiedag IJD Hasselt Hoe bouw ik een activiteit op rond een Bijbelverhaal? Wat mag wel en niet? Welke verhalen kan ik gebruiken? Dit en nog veel meer vind je in deze bijdrage…
IJD Hasselt 7-2-2009
1
Durf leven, eet lasagne! Hoe nu aan de slag met de Bijbel, dat dikke boek met verhalen van 2000 jaar geleden? We willen jullie enkele tips meegeven, die we plaatsen onder de slogan: Durf leven, eet lasagne!
1. Durf Bijbelen Werken met de Bijbel vraagt durf. Durf dat boek gebruiken. We vinden het vaak voor onszelf al moeilijk om in ons eigen leven de Bijbel te gebruiken en te ervaren als boek om van te leven. Het lezen van de Bijbel of een Bijbelverhaal is vaak ook een worsteling: de verhalen vertellen geen voor de hand liggende dingen, maar gaan vaak helemaal in tegen onze cultuur en zorgen voor een cultuurshock. Het vergt dus durf, moed en doorzettingsvermogen. Vandaar onze eerste tip: durf te Bijbelen! Want Bijbelen is een werkwoord: je moet het doen, het vraagt om actie en om leven. Je kan het vergelijken met een jongen die verliefd is: als hij nooit aan het meisje laat merken of zegt dat hij iets voor haar voelt, is zijn kans verkeken. Hij moet de confrontatie durven aangaan, zich kwetsbaar durven opstellen om eventueel een relatie te beginnen. Zo is het ook met de bijbel. We kunnen onze band (relatie) met God maar verdiepen als we de bijbel (Zijn verhaal met mensen) af en toe eens vastpakken en ook jongeren ermee durven confronteren.
2. De Bijbel is een levensboek Voordat we met jongeren aan de slag gaan met de Bijbel, is het goed dat ze zich bewust worden van de betekenis van de Bijbel. De Bijbel is een levensboek, niet zomaar een verzameling verhaaltjes, maar een boek om van en voor te leven. Een beeld dat dit goed kan illustreren is het beeld van de knipoog van God: Beeld je in dat je aan een feesttafel zit met al je familieleden; heel veel drukte en lawaai. Op het moment dat je naar je vriend(in) kijkt geeft hij of zij je een knipoog. Een klein gebaar, op zichzelf niet veel voorstellend, ’t duurt nauwelijks een fractie van een seconde … En toch, ’t is een gebaar dat blijft nazinderen. Het betekent dan ook zoveel als: ‘Ik weet dat je het te druk vindt hier en dat je liever rustig thuis zat.’ ‘Ik hou van jou.’ ‘Ik vind je een toffe!’ ‘Ik ben dicht bij je.’ ‘Ik leef met je mee.’ Een knipoog geeft iedereen zo nu en dan …maar je doet dat nooit zomaar. Je geeft een knipoog ook niet aan iedereen. Mensen die je niet kent geef je geen knipoog. Meer zelfs, als je een knipoog van een wildvreemd persoon krijgt, voelt dat vaak als een inbreuk op je eigen integriteit, als ongepast. Er wordt slechts geknipoogd naar vrienden en vriendinnen. Hij veronderstelt reeds vooraf een band tussen de twee personen. Het gaat nog verder want een knipoog is nooit gratuit. Hij veronderstelt een antwoord: een flauw glimlachje, een handkusje, een knipoog, noem maar op! Als je niet antwoordt dan krijgt de zender al snel het gevoel dat er iets mis is. Erwin Roosen, leerkracht godsdienst aan de K.H.Limburg, schreef een boekje onder de titel: ‘Een knipoog van God’. Hij gebruikt die titel als verwijzing naar de bijbel. De bijbel is als een knipoog van God, als iets dat Hij je wil toefluisteren en in je hart leggen. De bijbel als knipoog is ook een uitdaging om elke dag opnieuw antwoord te geven op die knipoog en stilaan op het spoor te komen van een oneindig lieve en tedere God. De knipoog van God…
2 … is een treffende omschrijving van de betekenis van de bijbel in het leven van zoekende en gelovige jongeren. … veronderstelt een relatie tussen God en de lezer van de bijbel. God geeft de bijbel als vriend(in) en richt zich daarbij tot ieder mens persoonlijk. De bijbel is niet zomaar een boek. Het is een geschenk van een Vriend, specifiek voor jou alleen. … geeft de bijbel een funderende betekenis voor de relatie tussen God en de jongeren. Een knipoog bestendigt een relatie. Als er niet af en toe een teken van liefde is, dan neemt de intensiteit van een liefdesrelatie af. Een man knipoogt niet zomaar naar zijn vrouw. Iedere knipoog bevestigt en bestendigt de wederzijdse liefde. … veronderstelt dat de bijbel een betekenis heeft. De bijbel is niet louter een geschiedkundig boek uit een langverleden cultuur. Het is doelgericht aan de mensen gegeven. Doorheen het lezen en beleven van de bijbel komen mensen op het spoor van God, wordt het mogelijk God in je eigen leven te ontdekken.
3. De Bijbel als lasagne Heb je ooit lasagne gegeten die bestond uit maar één laagje? Wellicht niet. En moest het toch zo zijn dan hou je er waarschijnlijk geen al te positieve herinneringen aan over. Een goede lasagne bestaat uit drie lagen: een laagje pasta, een laagje tomatensaus en een laagje kaassaus. Slechts die combinatie van de drie ingrediënten maken het geheel zo lekker dat je al de rest vergeet. Als je met de bijbel werkt in een groep, dan is de bijbel als lasagne: opgebouwd uit drie laagjes. Het eerste laagje: de bijbel is een verhaal over God, over Gods unieke komst doorheen menselijke ervaringen. De bijbel is de getuigenis van een volk en een groep mensen die de levende aanwezigheid van God in hun leven ervoeren en dit neerschreven opdat de ervaring vrucht zou kunnen dragen. Het Oude Testament is één lange getuigenis van mensen die God als reisgezel in hun leven aanwezig voelden. Het Nieuw Testament getuigt over het leven van Jezus en over zijn blijvende aanwezigheid onder en in de mensen na zijn verrijzenis. Die wezenlijk levende ervaring van Gods komst onder de mensen is het eerst laagje in onze bijbelse lasagne. Het tweede laagje waaruit de bijbel is opgebouwd is het verhaal van de kerk, de catechist en de jongerenbegeleider. Het verhaal van de catechist, de begeleider en de kerk is een wezenlijk verhaal om thuis te komen in de bijbel. Dit laagje is eigenlijk een bindlaagje. Het helpt jongeren om hun persoonlijk levensverhaal te laten verbinden met het bijbelse verhaal. Het eerste laagje ‘Gods verhaal’ sluit niet automatisch aan bij het laagje ‘levensverhaal’. De bijbelse verhalen zijn niet alleen geschreven in een andere cultuur maar ook met een andere Godservaring en een andere theologie. De mensen die de bijbel schreven vertrekken vanuit de ervaring van een levende God die mensen voortdurend nabij is. Zo’n persoonlijke God is voor vele kinderen, jongeren en jongvolwassenen een vreemde ervaring. Dat kennen ze niet. Het getuigenis van de kerk, de begeleider en de catechist, die wel een dergelijke ervaring hebben, is dus van wezenlijk belang. Hierin liggen echter ook enkele gevaren. Een van de gevaren is dat we de Bijbel heel selectief gaan lezen, en er die verhaaltjes gaan uithalen die in onze kraam passen en ons goed van pas komen. Natuurlijk doen we dit, maar de Bijbel mag niet verengd worden tot een
3 receptenboek. Het blijft een levensboek, met ook negatieve klanken in, die gehoor mogen krijgen. Tevens kan je de Bijbel ook op verschillende manieren lezen: als historisch boek, als wetenschappelijk verslag, vol met psychologische en filologische wetenswaardigheden. Belangrijk is echter dat de Bijbel in de eerste plaats een levensboek is, dat vraagt om de band te leggen met het leven vandaag: een levensbetrokken lezing dus. Het derde laagje dat een wezenlijk deel uitmaakt van de Schrift, is het levensverhaal van de kinderen, jongeren en jongvolwassenen uit de groep waarmee we op weg gaan. Natuurlijk is het niet zo dat iedereen een vijfde of een zesde evangelie moet schrijven. Wel is het zo dat het bijbelse verhaal vandaag verdergaat. ‘De bijbel groeit doorheen de lezer’, zei Gregorius de Grote ooit. Het eigen levensverhaal geeft mede betekenis aan de bijbelse verhalen. Het is belangrijk daarom ruimte te laten voor de interpretatie van de jongeren zelf. Vaak heeft iemand anders een heel ander verstaan van een zin of een verhaal uit de Bijbel als wat je er zelf altijd in gelezen hebt. Durf die ruimte ook laten!
Enkel door deze drie laagjes samen te voegen, wanneer je als begeleider met een groep op weg gaat doorheen bijbelse teksten, krijg je een geheel. Slechts door Gods verhaal en het levensverhaal samen te laten klinken, gaat God spreken voor jonge mensen vandaag. Laat je een laagje weg, dan ontbreekt er iets. Dan ervaar je een te kort. De bijbel is dus net als lasagne … Toch is ook elke lasagne anders: je hebt vegetarische lasagne, lasagne met gehakt, met zalm, met veel of weinig saus… Zo is ook elke plussersgroep anders en heeft elke groep zijn eigenheid. Ondanks die verschillende soorten lasagne, blijft lasagne steeds uit drie lagen bestaan. Daarom is het ook belangrijk, ondanks de verschillen tussen de plussersgroepen, dat we deze drie lagen respecteren als we creatief aan de slag gaan met de Bijbel in een plussersactiviteit.
Durf leven, eet lasagne, en ga voor een geslaagde plussersactiviteit!
4
Enkele methodieken Om onmiddellijk mee aan de slag te gaan in jouw groep Naast deze methodieken vind je ook nog heel wat materiaal en ideeën in: - Weg van God, jaarthemamap 2008-2009 - Lopend Vuur, jaarthemamap 2008-2009 - Bijbelen met groepen, uitleenbaar bij IJD Hasselt
5
Beelden die spreken Werkvormen voor een jongerenactiviteit rond Jezus en Bijbel
Kennismakingsrondje Verspreid in een lokaal liggen allerlei Jezusafbeeldingen (bv. Die van Köder). De jongeren lopen rustig door de ruimte en kiezen één afbeelding uit. De richtvraag die men meekreeg was: Kies een afbeelding die iets uitdrukt over jezelf Kies een afbeelding die iets zegt over jouw relatie tot de medemens Kies een afbeelding die iets zegt over wie jij graag zou willen zijn Kies een afbeelding die iets zegt over hoe jij Jezus ziet Kies een afbeelding die iets zegt over hoe jij liefde zou omschrijven …
Verwerking Nadien kan men kort in groep iets vertellen over de gemaakte keuze. Het is niet de bedoeling dat anderen hierop reageren Men kan een flappengesprek houden: Men kleeft de afbeelding op een gevouwen A3. Onder de afbeelding schrijft men het antwoord op de gestelde richtvraag. Terwijl muziek klinkt kan iedereen vrij rondlopen en naar de gekozen afbeeldingen kijken. Men kan reageren op de tekst: vragen stellen, opmerkingen neerschrijven, … (Belangrijk is om op voorhand goed duidelijk te maken dat we positief blijven. Het is niet de bedoeling om andermans mening belachelijk te maken, …)
Variant In een groep waar men elkaar al goed kent kan men een afbeelding kiezen die past bij iemand anders (bv. Voor je linkerbuur). Je kan dan laten uitleggen waarom die gekozen werd en de ander laten reageren. Dit kan schriftelijk, mondeling, …
6
Wie zeg jij dat ik ben? Benodigdheden: Jezusafbeeldingen met de op de keerzijde een bijpassend bijbelvers Fragmenten uit het Evangelie Stiften en papier Bijbelfragment: Mc 8, 27-30: “wie zeg jij dat ik ben?” [27] Jezus vertrok met zijn leerlingen naar de dorpen in de buurt van Caesarea Filippi. Onderweg vroeg hij aan zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat ik ben?’ [28] Ze antwoordden: ‘Johannes de Doper, en anderen zeggen Elia, en weer anderen zeggen dat u een van de profeten bent.’ [29] Toen vroeg hij hun: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ Petrus antwoordde: ‘U bent de messias.’ [30] Hij verbood hun op strenge toon om met iemand hierover te spreken. Bij het begin van de activiteit kan het verhaal van Marcus worden voorgelezen. We eindigen met de vraag: en jullie, wie zeggen jullie dat ik ben? (variant: enkelen van de begeleiding spelen het verhaal na) Vervolgens gaan de jongeren op zoek naar een afbeelding die voor hen uitdrukt wie Jezus is. Ze plakken die op een flap en geven hun afbeelding een titel.
Verwerking -
-
Een kringgesprek rond de vraag: wie zeg jij dat ik ben? Een flappengesprek Per 2 of 3: je toont je afbeeldingen aan elkaar en vraagt aan de ander wat ze zien in jouw afbeelding. Misschien ziet een ander iets heel anders en wordt je beeld zo completer. Je laat aan elkaar vertellen waarom je de afbeelding koos en welke titel je ze gaf. Aansluitend laat je het bijpassend bijbelvers lezen. Ben je verwonderd? Komt het verhaal overeen met jouw beeld? Is jouw kijk op Jezus veranderd? Wie is Jezus eigenlijk voor jou: Een voorbeeld Een levend iemand met wie je kan spreken Een figuur uit verhalen …
Tot slot kan je een korte bezinning houden: een lied een bijbeltekst een mooie bezinningstekst een stilte een kaars …
7
Jezusbeelden en muziek Verzamel zoveel mogelijk liederen waarin Jezus tersprake komt (dat zijn er veel meer dan je vermoedt). Je kan hier een keuze maken uit popsongs, afgewisseld met hier en daar een kerkliedje. (voor popsongs, zie: http://web.inter.nl.net/users/stepcla/music/jesus.htm)
Begin: een Jezusmuziek-quiz Twee of meerdere ploegen Zorg voor enkele typische quiz-vragen: uitvoerder, titel, verder zingen, …. Let op: dit is slechts een begin, een opwarmertje… Ga op zoek naar de nummer één. Dit lied komt later terug voor de bezinning
Vervolg Laat jongeren nu individueel of per 2 of 3 één lied uitkiezen. Kies dat lied waarin een Jezusbeeld zit dat het dichtst aanleunt bij jouw beeld Laat de jongeren aan elkaar vertellen waarom ze dit lied kozen; wat het zegt over hun blik op Jezus. Kennen ze een verhaal van Jezus dat hierbij aansluit? Laat ze een Cd-hoes maken die de kern vertelt over het lied. Houd een tentoonstelling met alle hoezen en leg enkele flappen zodat men commentaar kan schrijven bij de werken.
Korte bezinning Maak het gezellig met kaarsen en een mooie Jezusafbeelding Luister samen naar het lied Laat enkele voorbeden formuleren Sluit af met een Onze Vader
Jezusbeelden uit de kruisweg Aan de hand van een kruisweg die je projecteert, kan je een Goede Vrijdagbezinning houden. Je kan ook taferelen uit de kruisweg verspreiden in een lokaal en er iedereen één of meerdere laten uitkiezen. Je kan vragen om er kort een bezinnend tekstje bij te schrijven. Zo maak je met de groep zelf een bezinning bij de kruisweg. Je kan stukken evangelietekst uit de kruisweg verspreiden en de jongeren er één laten kiezen. Zij maken nu zelf een tekening, schilderij, kleibeeld, collage … bij het Bijbelvers.
8
Kunstproject: de bijbel en kunst Bijbelse graffiti Kies een bijbelverhaal. Zorg voor enkele goede vragen voor een gesprek. Aansluitend moeten de jongeren het eens worden over wat ze nu juist willen uitdrukken in graffiti. De graffiti kan dienen tijdens de zondagse eucharistie.
Tips Dit is ideaal voor een activiteit in de veertigdagentijd of Advent. Je kiest één van de zondaglezingen en laat er een mooie graffiti van maken. In een gesprek rond de bijbeltekst laat je ook enkele voorbeden formuleren zo wordt het verhaal actueler. Je zou er ook enkele schuldbeden aan vastkoppelen en zelfs een communiebezinning laten schrijven. Dit alles kan dan in de viering worden gebruikt. Op die manier wordt de zondagsviering ook iets meer van de jongeren. Misschien hebben jullie wel een kerk die dringend aan restauratie toe is. In een vuile hoek kan je behangpapier aanbrengen waarop de jongeren een bijbelse graffiti kunnen maken rond een bepaald thema: Kerstmis, Pasen, … Op die manier wordt de kerk toch nog een beetje mooier tot de dag dat de restauratie begint.
9
Tentoonstelling Kies een bijbelverhaal of een bijbels thema. Laat de jongeren het verhaal lezen in stilte. Laat ze een zin aanduiden die hen het meest treft. Laat ze in kranten, tijdschriften, nieuws, internet, … zoeken naar foto’s, slogans, artikels, … die hun bijbelverhaal actueel maken. Laat de jongeren individueel of in gesprek met elkaar nagaan wat ze willen uitdrukken in kunst. De jongeren kiezen zelf hun kunstvorm: schilderen, kleien, collage, poëzie, … Iedereen maakt een kunstwerk: Geef het een originele titel Schrijf in 3 tot 5 zinnen een commentaar bij je werk Zoek samen naar een titel voor jullie tentoonstelling
Tips: Organiseer een tentoonstelling in jullie lokaal. Nodig ouders en vrienden uit. Zorg voor een korte rondleiding waarbij iets inhoudelijks wordt verteld over de werken en zorg voor een leuke receptie (fruitsap en chips) Organiseer een tentoonstelling in de kerk. Geef een korte rondleiding na de mis en geef de mensen die blijven een drankje. Organiseer een wedstrijd. Stel je kunstwerken tentoon en zet er een brievenbus bij waarin mensen hun stem kunnen uitbrengen. Het winnend werk krijgt dan een plaats in de kerk, parochiezaal, …
Sterke tijden Het thema Bijbel en kunst is echt iets om in sterke tijden te doen. Op die manier kan je de kerk al gepast aankleden in de aanloop naar Kerstmis, Pasen en Pinksteren. Je kan een band maken tussen bijbelverhalen en het thema van Broederlijk Delen of Welzijnszorg, … Wie weet durven jullie het wel aan om een avond te organiseren voor de parochianen. Een avond met voordracht van eigen gedichten, projectie van eigen kunstwerken, muziek, … Dat alles in het kader van Broederlijk Delen bijvoorbeeld. Een soort benefietavond waarbij je ook enkele kunstwerken per opbod kan verkopen voor het goede doel…
10
In Gods aangezicht Soorten: ervaring, uitbeelden, creatief en gesprek Thema’s: eigenheid, geloof Aantal spelers: 8-20 spelers Leeftijd: 12-18 jaar Terrein: Ruim lokaal Duur: 75 minuten Intensiteit: rustig Materiaal: Hoofddeksels (2 hoofddoeken, 2 doornenkronen, 2 wollen mutsen en 2 reishoeden), bladen waarop de omtrek van een gezicht getekend is, tijdschriften, scharen, lijm
Bijbelverhaal: Jacob worstelt met God [23] Het was nog nacht toen Jakob opstond en de Jabbok overstak op een doorwaadbare plaats, samen met zijn beide vrouwen, zijn twee bijvrouwen en zijn elf kinderen. [24] Nadat hij hen over de rivier had geholpen, bracht hij ook al zijn bezittingen naar de overkant. [25] Maar zelf bleef hij achter, helemaal alleen, en er worstelde iemand met hem totdat de dag aanbrak. [26] Toen de ander zag dat hij het niet van hem kon winnen, raakte hij Jakobs heup aan, en daardoor raakte Jakobs heup tijdens die worsteling ontwricht. [27] Toen zei de ander: ‘Laat mij gaan, het wordt al dag.’ Maar Jakob zei: ‘Ik laat u niet gaan tenzij u mij zegent.’ [28] De ander vroeg: ‘Hoe luidt je naam?’ ‘Jakob,’ antwoordde hij. [29] Daarop zei hij: ‘Voortaan zal je naam niet Jakob zijn maar Israël, want je hebt met God en mensen gestreden en je hebt gewonnen.’ [30] Jakob vroeg: ‘Zeg me toch hoe u heet.’ Maar hij kreeg ten antwoord: ‘Waarom vraag je naar mijn naam?’ Toen zegende die ander hem daar. [31] Jakob noemde die plaats Peniël, ‘want,’ zei hij, ‘ik heb oog in oog gestaan met God en ben toch in leven gebleven.’ [32] Zodra hij bij Peniël was overgestoken, zag hij de zon opkomen. Jakob liep mank. [33] Omdat de ander hem had aangeraakt bij de spier die boven het heupgewricht ligt, eten de Israëlieten de heupspier niet, tot op de dag van vandaag. (Gn 32,23-33)
Doel -
De deelnemers ervaren hoe het voelt oog in oog te staan met iemand. De deelnemers geven hun eigen voorstelling weer van god. De deelnemers gaan in gesprek over welke opdracht god aan mensen geeft en hoe zij daar als jongeren mee omgaan.
Verloop Deel 1: Oog in oog met elkaar Opdracht 1: De deelnemers gaan per twee staan op een bepaalde afstand van elkaar. Ze lopen oog in oog naar mekaar toe en verwijderen zich weer van mekaar. Opdracht 2: De deelnemers blijven per twee staan. De ene persoon vormt de spiegel van de andere. Hij gaat de bewegingen en gelaatsuitdrukkingen van de ander zo snel mogelijk nabootsen. Nadien draaien de rollen om.
11 De begeleider polst naar de ervaringen van de deelnemers bij de verschillende opdrachten. Hij of zij verwijst hierbij vertellend naar het verhaal van Jacob, die oog in oog stond met God.
Deel 2: Oog in oog met God ASSOCIATIESPEL ‘OOG IN OOG’ Voorbereiding: Vier bijbelse figuren die oog in oog gestaan hebben met God, worden kort voorgesteld en gesymboliseerd aan de hand van een hoofddeksel. In een gesprek met de jongeren wordt nagedacht over hoe God zich aan deze figuren toont en welke opdracht hij hen geeft. - Jezus met doornenkroon: Jezus staat vele keren oog in oog met God, ook als hij aan het kruis aan God vraagt om de mensen te vergeven. God toont zich als een nabije, liefdevolle God waarop je kan vertrouwen. - Jakob met reishoed: Jacob staat oog in oog met God als hij worstelt met zijn fouten uit het verleden en zich uiteindelijk verzoent met God. Hij wordt opgeroepen om zich niet blind te staren op zijn gemaakte fouten. God geeft hem de opdracht opnieuw te beginnen met zijn broer waarmee hij in ruzie ligt. God toont zich als een God die nieuwe kansen geeft en mensen raakt in het diepste van hun zijn, zelfs in de donkerste kamer van hun hart. - Maria met hoofddoek: Maria staat oog in oog met God als de engel haar de blijde boodschap van Jezus’ geboorte brengt. Ze krijgt de opdracht om Jezus’ moeder te zijn en voor Hem te zorgen. God toont zich als een uitdagende God die ons de opdracht geeft zorg te dragen voor anderen. - Mozes met wollen muts: Mozes staat oog in oog met god als hij in het verhaal van de brandende braamstruik de opdracht krijgt zijn volk te gaan helpen in Egypte. God toont zich als een nabije God die kracht geeft om ook moeilijke dingen met vertrouwen aan te pakken. Spelverloop: De groep wordt in 2 gesplitst, zij plaatsen zich met de rug naar elkaar (ongeveer 3m van elkaar). De spelleider neemt van elke groep één persoon en plaatst deze met de rug naar elkaar in het midden en zet een hoofddeksel op hun hoofd. Op het teken van de spelleider draaien de anderen om. Nu moeten de beide groepen, door tekens en schijnbewegingen, hun persoon uit de groep duidelijk maken wie zich achter hem/haar bevindt en welke figuur dat is. Nadat één groep de naam en de Bijbelfiguur van de persoon van de andere groep geraden heeft, begin je opnieuw. Je kan de score bijhouden. Je kan eventueel ook de groep voordien al een teken voor de Bijbelfiguur laten afspreken. CREA-OPDRACHT ‘GODS AANGEZICHT’ De deelnemers maken in kleine groepjes een voorstelling van Gods aangezicht. Ze vertrekken hiervoor vanuit het verhaal van Jakob, maar ook vanuit de ervaringen van de andere Bijbelfiguren uit het associatiespel. Ieder groepje krijgt een blad met de omtrek van een gezicht. Vervolgens knippen ze ogen, neus, mond, oren, wenkbrauwen,… uit tijdschriften om hun beeld van Gods aangezicht weer te geven. Ze plakken tenslotte alles op het blad. Nadien geeft ieder groepje aan de andere groepen uitleg over hun samengesteld aangezicht van God. GESPREK Vanuit de opdrachten die de Bijbelfiguren uit het associatiespel van God meekregen en Gods aangezichten die we zelf samenstelden worden twee gespreksvragen gesteld: - Welke opdracht zou God jou geven? - Hoe ga je daarmee om?
12
Op weg naar Emmaüs Emmaüstocht 1 Thema: een wandeltocht met het Emmaüsverhaal als leidraad Doel: jongeren bekend maken met het Emmaüsverhaal en hen al stappend de verschillende fasen in het verhaal laten beleven Leeftijd: 13+ Groepsgrootte: vanaf 4 Tijd: 1u30 Materiaal: - Tekst van het Emmaüsverhaal (Lc 24,13-35) [13] Diezelfde dag gingen twee van de leerlingen op weg naar een dorp dat Emmaüs heet en zestig stadie van Jeruzalem verwijderd ligt. [14] Ze spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen. [15] Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee, [16] maar hun blik werd vertroebeld, zodat ze hem niet herkenden. [17] Hij vroeg hun: ‘Waar loopt u toch over te praten?’ Daarop bleven ze somber gestemd staan. [18] Een van hen, die Kleopas heette, antwoordde: ‘Bent u dan de enige vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is?’ [19] Jezus vroeg hun: ‘Wat dan?’ Ze antwoordden: ‘Wat er gebeurd is met Jezus uit Nazaret, een machtig profeet in woord en daad in de ogen van God en van het hele volk. [20] Onze hogepriesters en leiders hebben hem ter dood laten veroordelen en laten kruisigen. [21] Wij leefden in de hoop dat hij degene was die Israël zou bevrijden, maar inmiddels is het de derde dag sinds dit alles gebeurd is. [22] Bovendien hebben enkele vrouwen uit ons midden ons in verwarring gebracht. Toen ze vanmorgen vroeg naar het graf gingen, [23] vonden ze zijn lichaam daar niet en ze kwamen zeggen dat er engelen aan hen waren verschenen. De engelen zeiden dat hij leeft. [24] Een paar van ons zijn toen ook naar het graf gegaan en troffen het aan zoals de vrouwen hadden gezegd, maar Jezus zagen ze niet.’ [25] Toen zei hij tegen hen: ‘Hebt u dan zo weinig verstand en bent u zo traag van begrip dat u niet gelooft in alles wat de profeten gezegd hebben? [26] Moest de messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?’ [27] Daarna verklaarde hij hun wat er in al de Schriften over hem geschreven stond, en hij begon bij Mozes en de Profeten. [28] Ze naderden het dorp waarheen ze op weg waren. Jezus deed alsof hij verder wilde reizen. [29] Maar ze drongen er sterk bij hem op aan om dat niet te doen en zeiden: ‘Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde.’ Hij ging mee het dorp in en bleef bij hen. [30] Toen hij met hen aan tafel aanlag, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. [31] Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem. Maar hij werd onttrokken aan hun blik. [32] Daarop zeiden ze tegen elkaar: ‘Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?’ [33] Ze stonden op en gingen meteen terug naar Jeruzalem, waar ze de elf en de anderen aantroffen, [34] die tegen hen zeiden: ‘De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt en hij is aan Simon verschenen!’ [35] De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood. - Kartonnen wegwijzers - Twee blinddoeken - Blinddoek met grote getekende ogen op - “Paaslied” in een vreemde taal - Wijn en brood - Ovenkoeken/wrap/pitabroodje…
13
Verloop De groep jongeren wandelt twee aan twee op tocht. Na iedere halte wordt van partner gewisseld. Bij elke halte wordt een tip gegeven om het verhaal te kunnen raden. Verklap dus nog niets bij het begin van de activiteit!
Fase 1: de tocht De tocht kent zes haltes. Vertrek en eindpunt zijn gelijk. Plaats hier een naambord: Jeruzalem Op elke halte kan het nodige materiaal liggen, kan een begeleider zitten, maar het kan ook meegenomen worden op toch door de begeleider, die voor elke halte een envelop / doos klaar heeft… Halte 1: Volgende vraag wordt aan de jongeren gesteld: “Wat is er? Waarom lopen jullie hier zo nadenkend rond? Weet je al waarover het gaat?” Halte 2: Het bord “ziende blind zijn” wordt aan de jongeren getoond. Hierbij ligt een blinddoek met grote ogen op getekend. Het verhaal van de voetstappen in het zand wordt gelezen Halte 3: er wordt geluisterd naar een verrijzenislied (bvb. Christus Ressurexit van Taizé) Halte 4: de jongeren worden geblinddoekt en mogen ruiken aan brood en wijn in de hoop het te herkennen Halte 5: de begeleider neemt een ovenkoek en breekt hem om hem onder de jongeren (die per twee bij de begeleider komen) te verdelen Halte 6: de jongeren krijgen de letters van de plaats ‘Emmaüs’ en moeten hiermee het woord proberen te vormen. Als tip kan eerst de eerste letter bekend gemaakt worden, vervolgens de laatste enzovoort… Wanneer ze dit gevonden hebben, mogen ze terug naar Jeruzalem
Fase 2: verwerking Bij aankomst krijgt ieder een blad met de tekst van het Emmaüsverhaal. Als iedereen er is, wordt het verhaal luidop voorgelezen. Daarna worden de zes haltes besproken. Herkennen de jongeren de zes haltes die ze onderweg hadden in het verhaal? Hoe voelde het om in de huid van de leerlingen te kruipen en zich zo ontredderd te voelen, niet weten waar naar toe, wat de vreemde situatie hen brengen zou? De zes haltes op het verhaal gelegd: 1. Twee leerlingen vertrekken na de dood van Jezus uit Jeruzalem naar Emmaüs. Ze zijn verward door de gebeurtenissen van de laatste dagen: in Jeruzalem werd Jezus veroordeeld en ter dood gebracht. Terwijl ze zo met elkaar aan het praten zijn, komt een vreemde hen vergezellen. Hij vraagt hen wat er gebeurd is, waarom zij zo bedrukt zijn. Begrijpen zij dan niet wat er allemaal gebeurd is? 2. De leerlingen zien de vreemde die met hen meeloopt, maar herkennen Hem niet. Ze zijn al ziende blind. 3. Jezus verklaart de voorbije gebeurtenissen vanuit de Schrift. Hij past de Schrift op zichzelf toe en nog altijd herkennen we Hem niet. Ze horen wel, maar luisteren niet. 4. De avond valt. Jezus wil vertrekken, maar de leerlingen dringen bij Hem aan om te blijven om de maaltijd bij hen te gebruiken: brood en wijn staan al klaar. 5. Jezus gaat bij hen aan tafel liggen, neemt brood, spreekt de zegen uit, breekt het en geeft het aan de leerlingen. Dit teken opent hun de ogen: Hij leeft! 6. Alles wordt nu duidelijk: de vreemde die met hen meeliep was de verrezen Heer. Jezus’ leven was dan toch geen verloren zaak. Ze spoeden zich naar hun vertrekpunt Jeruzalem om het goede nieuws uit te roepen: Hij leeft!
14
Emmaüstocht 2 Thema: een wandeltocht met het Emmaüsverhaal als leidraad Doel: jongeren bekend maken met het Emmaüsverhaal en hen al stappend de verschillende fasen in het verhaal laten beleven Leeftijd: 13+ Groepsgrootte: vanaf 4 Tijd: kan een dagtocht zijn, kan ook korter, afhankelijk van het aantal km tussen de verschillende stops
Inleiding De gebeurtenissen rond Jezus lijden en dood hadden een sterke indruk gemaakt op de leerlingen. Ze bleven bedroefd achter. Die ene man, die Jezus, waar ze alles voor hebben achter gelaten, is er niet meer. Hij werd ter dood veroordeeld en gekruisigd, de meest wrede dood die iemand in die tijd kon krijgen. Enkelen bezochten het graf, dat leeg was. Ze ontmoetten er twee mannen die hen vertelden ‘de levenden niet te zoeken bij de doden’. Verwonderd over wat er gebeurd was, keerden deze leerlingen terug naar de anderen om hierover te vertellen. Het bleef toch maar een vreemd gebeuren… En intussen bleven ze nog steeds zonder leider achter, bang om zelf ook vervolgd te worden…
Stop 1: Op weg naar Emmaüs… “Diezelfde dag gingen twee van de leerlingen op weg naar een dorp dat Emmaüs heet en zestig stadie van Jeruzalem verwijderd ligt.” (Lc 24,13) De leerlingen gingen weg van Jeruzalem, de stad van de profeten, de stad van Jezus. Ze keerden hem de rug toe… Ze waren ontgoocheld over hem, ontmoedigd omdat Hij moest lijden en sterven. Opdracht: Ga allemaal rug tegen rug staan. Wat kun je nog zien van de ander… (een hand, een stukje gezicht, een voet…) Wat niet meer? Ze konden Jezus niet meer in het gezicht zien… Zijn er momenten waarop jij je rug toekeert naar Jezus? Wanneer ben je ontmoedigd in je geloof? Wanneer schaam je je voor je geloof? Wat vind je moeilijk aan geloven?
Stop 2: Een vreemde man… [14] Ze spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen. [15] Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee, [16] maar hun blik werd vertroebeld, zodat ze hem niet herkenden. [30] Toen hij met hen aan tafel aanlag, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. [31] Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem. Maar hij werd onttrokken aan hun blik. [32] Daarop zeiden ze tegen elkaar: ‘Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?’ (Lc 24,14-16.30-32)
15
Opdracht: Zoek vier takjes of stenen, en één grotere steen voor jezelf. De vier andere takjes/stenen staan symbool voor mensen die veel voor je betekenen. Vertel welk takje of welke steen wie is in je leven. Leg jezelf in het midden en de andere dingen rond je, afhankelijk van hoeveel je kunt vertellen of toevertrouwen aan de anderen. Deel met elkaar wat dit samen op weg gaan met elkaar betekent. Heb je soms het gevoel dat Jezus echt met jou en je vrienden op weg is? Of herken je hem niet altijd? Wanneer heb je echt al het gevoel gehad dat Hij bij je is?
Stop 3: Terug naar Jeruzalem… [33] Ze stonden op en gingen meteen terug naar Jeruzalem, waar ze de elf en de anderen aantroffen, [34] die tegen hen zeiden: ‘De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt en hij is aan Simon verschenen!’ [35] De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood. (Lc 24, 33-35) Spel: Loop allemaal in de richting van waar je komt. De begeleider zegt veel woorden achter elkaar die beginnen met ‘re’. Als hij ‘Redder’ zegt, draai je je om en loop je snel terug naar de begeleider, tot hij een volgend woord zegt. De leerlingen keerden meteen terug naar Jeruzalem toen ze Jezus herkenden en geloofden dat Hij verrezen was. In Jeruzalem luisterden ze naar de anderen die getuigden over wat ze met Jezus hadden meegemaakt. En ze begonnen zelf te getuigen over Hem. -
Heb jij al een grote ommekeer meegemaakt? Vertel! Wanneer heb jij al eens iemand heel boeiend over Jezus of geloof horen spreken (of een film gezien, een boek gelezen, een verhaal gehoord over Hem)? Wat weet je er nog van? Hoe kun jij getuigen over Hem?