Schoolgids 2013-2014 Ieder zijn talent, samen het resultaat!
www.legatohoogeveen.nl
Van Goghlaan 3 7901 GK Hoogeveen Tel: 0528 - 35 42 29 Mail:
[email protected]
© juni 13•007 ontwerp Martine Hoving
Stichting Legato Hoogeveen
2
Inhoudsopgave Woord vooraf
3
Lijst met afkortingen
5
1
6
De school
2
Waar de school voor staat
13
3
Zorg voor de leerlingen
15
4
Organisatie van het onderwijs
22
Onderwijs 5
25
Schoolteam 6
35
Ouders 7
41
Veiligheid 8
48
9
Ontwikkeling van het onderwijs in de school
52
10
Resultaten van het onderwijs
56
11
Schoolorganisatie van a tot z
57
Bijlage 1: veilig naar school
70
Bijlage 2: namenlijst personeel
73
Akkoordverklaring 74
3
Woord vooraf Voor u ligt de schoolgids 2013-2014 van de G.J. van der Ploegschool. Deze schoolgids is door de Medezeggenschapsraad vastgesteld voor het schooljaar 2013-2014. De G.J. van der Ploegschool is een christelijke school voor leerlingen die een verstandelijke beperking hebben. De leerlingen die bij ons naar school gaan, kunnen binnen het reguliere onderwijs het onderwijsprogramma onvoldoende volgen. De G.J. van de Ploegschool is een school voor leerlingen die niet zo gemakkelijk leren en die daarom enige aanvullende zorg nodig hebben. Aan de school is de VSO-afdeling ‘De Windroos’ verbonden. Hier worden de leerlingen voorbereid op de praktijk. De G.J. van der Ploegschool/De Windroos vormt een plaats waar we met onderwijzend personeel en leerlingen een schoolgemeenschap zijn: • waar leerlingen zich veilig en thuis voelen; • waar leerlingen zich kunnen blijven ontwikkelen, hoe klein de ontwikkeling ook is; • waar leerlingen voorbereid worden op hun plaats in de samenleving op een school die midden in de samenleving staat; • waar leren en praktijk samen opgaan; • waar personeel werkt dat verstand heeft van en ervaring heeft in de speciale zorg; • waar we met ieders talent samen werken aan een het beste resultaat.
4
Het afgelopen schooljaar is veel geïnvesteerd in de professionalisering en kwaliteit van het onderwijs. Hiermee gaan we in het schooljaar 2013-2014 onverminderd verder. De school heeft een basisarrangement van de inspectie, wat inhoudt dat de school een voldoende heeft voor de kwaliteit van het onderwijs. Als u de school wilt leren kennen, nodigen wij u van harte uit om contact met ons op te nemen, zodat wij u kennis kunnen laten maken met deze vorm van onderwijs. Wij vinden het belangrijk dat ouders/verzorgers zich bij ons op school thuis voelen. U bent van harte welkom om een afspraak te maken om eens een kijkje te nemen of uw vragen en/of opmerkingen aan ons door te geven. Het team van de G.J. van der Ploegschool/De Windroos. Juli 2013
5
Lijst met afkortingen BPCO Besturenraad Protestants Christelijk Onderwijs CVI Commissie voor Indicatiestelling EHBO Eerste Hulp Bij Ongelukken GGZ Geestelijke gezondheidszorg IB-er Intern Begeleider KDC KinderDagCentrum LGF LeerlingGebonden Financiering LWO LeerWegOndersteunend Onderwijs MKD Medisch Kinderdagverblijf MR Medezeggenschapsraad MRT Motorische Remedial Teaching OR Ouderraad PCL Permanente Commissie Leerlingenzorg REC Regionaal ExpertiseCentrum SBO Speciaal Basisonderwijs SOVA Sociale Vaardigheden MEE MEEdoen, MEEdenken en MEEgaan (voorheen Sociaal-Pedagogische Dienst) SVB Sociale verzekeringsbank TOG Tegemoetkoming Onderhoud Gehandicapten VMBO Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs WA Wettelijke Aansprakelijkheid SO Speciaal Onderwijs ZMOK Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen ZMLK Zeer Moeilijk Lerende Kinderen CIZ Centrum Indicatiestelling Zorg
6
De school
1
De G.J. van der Ploegschool (speciaal onderwijs aan leerlingen van 4-12 jaar) en de Windroos (voortgezet speciaal onderwijs aan leerlingen van 12-20 jaar) vormen samen een Christelijke School voor Zeer Moeilijk Lerende Kinderen (ZMLK). De leerlingen (in de leeftijd van 4 tot 20 jaar) die onze school bezoeken hebben een verstandelijke beperking of ontwikkelingsachterstand, soms in combinatie met gedragsproblematiek of een motorische beperking. Onze leerlingen komen uit Hoogeveen en omringende gemeenten. De school heeft daarmee een regionale functie.
7
De hoofdlocatie staat aan de Van Goghlaan te Hoogeveen. Hierin zijn vier SO-groepen en 2 VSO-groepen gehuisvest. De nevenlocatie met 4 VSO-groepen staat aan de Mimosastraat te Hoogeveen. In het kader van het Eduwiek-project, dat gericht is op Passend Onderwijs, zullen rond 2016 De Windroos (VSO ZML), De Atlas (VSO RENN 4) en het praktijkonderwijs samen met alle christelijke scholen van het voortgezet onderwijs in Hoogeveen in één gebouw gehuisvest worden.
Locaties G.J. van der Ploegschool, (SO en 2 VSO-groepen) Van Goghlaan 3, 7901 GK Hoogeveen Telefoon 0528-266173 E-mail
[email protected] Website www.legatohoogeveen.nl Locatie De Windroos (VSO) Mimosastraat 2 7906 PK Hoogeveen Telefoon 0528-236036 E-mail
[email protected] Website www.legatohoogeveen.nl
8
Schoolleiding: Directeur a.i. drs. T. Wildeboer
[email protected] Coördinator SO Frederika Bunskoeke
[email protected] Coördinator VSO Ineke Janssen
[email protected]
Identiteit van de school Wij zijn een christelijke school en dat houdt voor ons in dat wij een echte ontmoetingsschool zijn, waar alle kinderen, ouders en teamleden zich welkom voelen. We gaan uit van het principe dat alle mensen als kinderen van God gelijkwaardig zijn. Wij proberen dit in ons werk tot uitdrukking te brengen en de leerlingen te laten beleven wat de boodschap van Jezus voor ons allemaal betekent. Dit gebeurt door het vertellen, zingen en uitbeelden van Bijbelverhalen. Wij zijn een open school, dat wil zeggen dat de leerlingen uit diverse kerkelijke milieus en uit niet-kerkelijke gezinnen welkom zijn. Iedereen doet in principe met alle activiteiten mee. Wij houden rekening met het niet mogen vieren van een verjaardag, het niet eten
9
van varkensvlees, het vieren van Ramadan en het Suikerfeest en/of andere vanzelfsprekendheden die passen bij een overtuiging. We gaan uit van een respectvolle opstelling. De christelijke identiteit van de school wordt in een toelatingsgesprek altijd ter sprake gebracht. Bovenstaande betekent: • We laten de ander in zijn/haar waarde. Respect voor elkaar. • Ieder kind/mens is uniek. • Ieder kind/mens mag er zijn, heeft recht op een eigen plek. • We willen elk kind met haar/zijn specifieke mogelijkheden en beperkingen begeleiden. • We vinden het belangrijk dat de kinderen zich veilig en vertrouwd voelen op onze school. • We willen omzien naar elkaar, iets betekenen voor een ander.
Het bestuur Per 1 augustus 2011 heeft een bestuurlijke fusie plaatsgevonden tussen de G.J. van der Ploegschool (SO-ZMLK-onderwijs), de Windroos (VSO-ZMLK-onderwijs) en SBO de Carrousel. De G.J. van der Ploegschool is, samen met de Carrousel, ondergebracht in een Stichting met de naam Legato, dat in de muziek ‘verbinden’ betekent. Het bestuursmodel is ingericht volgens de code ‘Goed Bestuur’ met toezichthoudende bestuurders en een uitvoerende bestuurder.
10
Bestuurder van Stichting Legato Raad van Toezicht: Dhr. J. Renema Dhr. J.C. van Vulpen Van Goghlaan 3 Dhr. J. van Oorschot 7906 HW Hoogeveen Mw. H. Rijk T: 0528-354229 Dhr. H.J. Regeling Dhr. W. Lutgendorff - voorzitter Organogram management G.J. van der Ploegschool / de Windroos/ de Carrousel
11
De speciale lesplaats Een aantal jaren geleden hebben De Carrousel (SBO), G.J. van der Ploegschool (SO) en De Kameleon (SBO) gesproken over de toekomst van het speciaal (basis)onderwijs in Hoogeveen. Met elkaar vinden we dat geprobeerd moet worden om zo veel mogelijk kinderen in Hoogeveen naar school te laten gaan, regulier waar dat kan en speciaal waar het moet. Voor het speciaal onderwijs gaan nu nog meerdere kinderen uit Hoogeveen en omstreken naar bijv. Zwolle, Smilde of Haren. Ook voor jongere leerlingen is dat al het geval. De reistijden kunnen oplopen tot ruim 2 uur per dag. Het is niet voor niets dat ‘buurt nabij onderwijs’ voor de betreffende scholen hoog in het vaandel staat. Na een aantal oriënterende gesprekken met elkaar hebben de scholen contact gezocht met de gemeente Hoogeveen. Ook zij is enthousiast over dit initiatief en heeft aangeboden om dit in een project te gaan participeren dat de tijdelijke naam ‘speciale lesplaats’ heeft gekregen. Door met elkaar te gaan samenwerken wordt kennis en kunde gebundeld. Dat kan het best wanneer de scholen gehuisvest zijn in één gebouw of in ieder geval dicht bij elkaar in de buurt staan. Het is fijn dat het christelijk en openbaar onderwijs op inhoud elkaar opzoeken en hierdoor hun kwaliteit willen verbeteren en elkaar versterken. Over ongeveer vijf jaar hopen alle partners dat de ‘speciale lesplaats’ door deze samenwerking gerealiseerd is en dat er een gezamenlijk gebouw staat. Het streven van het ministerie naar ‘buurt nabij onderwijs’ voor ieder kind, past prima bij de visie van de gemeente en de scholen in Hoogeveen. Uiteindelijk moeten de leerlingen in Hoogeveen en omstreken er beter van worden. Daar doen we het voor!
12
Eduwiek De VSO-afdeling van onze school zal rond 2016 volledig opgaan in een nieuw te bouwen school aan de Voltastraat te Hoogeveen. In dit gebouw zijn ook het praktijkonderwijs, het vmbo van het Roelof van Echten College, de RENN 4-school De Atlas, Ambiq (het orthopedagogisch centrum) en andere partners aanwezig. Dit biedt mogelijkheden om maatwerk te leveren aan leerlingen, kennis te delen en gebruik te maken van elkaars lokalen. Ook nu wordt er al samengewerkt. Concreet doordat enkele leerlingen van onze school lessen ‘groen’ volgen op het praktijkonderwijs en daarbij de mogelijkheid hebben een heus certificaat te halen. Ook landelijk gezien is Eduwiek een uniek project waarmee Passend Onderwijs wordt gerealiseerd.
13
2
Waar de school voor staat
Wij vinden het zeer belangrijk dat een leerling bij ons op school zo veel mogelijk vaardigheden leert voor nu en later. Bij leren moeten we niet alleen denken aan lezen, schrijven, rekenen e.d., maar ook aan het zo zelfstandig mogelijk maken van de leerlingen, zodat ze in de toekomst met zichzelf en anderen kunnen leven in een omgeving die past bij hun mogelijkheden.
14
Zelfredzaamheid en omgaan met de eigen beperking en belemmeringen spelen in ons onderwijs een belangrijke rol. Het niveau, het tempo en de aanbiedingsvorm worden daarop aangepast. De schoolse vakken zoals lezen en rekenen worden zo veel mogelijk vanuit een betekenisvolle context gegeven. Dit kan alleen binnen een veilig en positief klimaat en in nauwe samenwerking met ouders/ verzorgers en zorgpartners. Vanaf 15 jaar gaan leerlingen zich oriënteren op werk door middel van een stage. De keuze van een stageplaats wordt sterk bepaald door de mogelijkheden en voorkeuren van de leerling. De uitstroom van de leerling proberen we zo goed mogelijk af te stemmen op het profiel van de leerling. Er zijn verschillende mogelijkheden: • Dagcentrum • Sociale Werkvoorziening • Zorgboerderij • Probaan (een stichting die zoekt naar werkplekken voor mensen met een functiebeperking) Ook zal de school leerlingen voorbereiden op een toekomstige voorziening. Veel van de leerlingen zullen, als ze ouder zijn, aangewezen zijn op een aangepaste woon- en/of leefvorm, zoals begeleid zelfstandig wonen of een instelling. Voor meer informatie over ons onderwijs verwijzen wij u naar het schoolplan die op school ter inzage ligt.
15
3
Zorg voor de leerlingen
Aanmelding en toelating Als ouder(s)/verzorger(s) het advies hebben gekregen zich te oriënteren binnen het onderwijs aan zeer moeilijk lerenden, komen zij meestal eerst voor een kennismakingsbezoek om te kijken of de school te bieden heeft wat voor hun kind van belang is.
16
Sinds augustus 2003 beslist de onafhankelijke Commissie van Indicatie (CVI) of een kind in aanmerking komt voor speciaal onderwijs. De G.J. van der Ploegschool hoort bij het REC 'De 4 Provinciën’. Dit REC is een samenwerkingsverband van 11 scholen voor Speciaal Onderwijs in cluster 3 (leerlingen met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap in vier provincies: Gelderland, Flevoland, Overijssel en Drenthe). De CVI komt meerdere keren in het jaar bij elkaar om de indicatieaanvragen te beoordelen. Als de indicatie wordt afgegeven kan de leerling integreren binnen het speciaal onderwijs of met een rugzakje ambulante begeleiding ontvangen en vervolgens integreren binnen het (speciaal) basis- of voortgezet onderwijs. Iedere vier jaar is de school verplicht voor elke leerling een herindicatie aan te vragen.
Commissie van Indicatie: REC De 4 Provinciën, Postbus 1051, 7940 KB Meppel, Tel. 0522-247650.
Toelatingscriteria Leeftijd: voor het SO geldt een minimumleeftijd van 4 jaar op het moment van plaatsing. Voor toelating tot het VSO hanteren we een minimumleeftijd van 12 jaar. Niveau van verstandelijk functioneren: IQ lager dan 55 en een geringe redzaamheid. Wanneer het IQ tussen 55 en 65 is, met een ernstige nevenstoornis of bijkomende beperking naast de verstandelijke beperking, kan een leerling ook toegelaten worden. De nevenstoornis moet altijd zijn gediagnosticeerd.
17
Meervoudig Gehandicapten-status (mg): bij de aanvraag van een ZMLk-mg status gaat het vooral om de duidelijke aantoonbaarheid dat er behoefte is aan extra begeleiding in een kleinere groep. In andere gevallen is een specifieke onderbouwing nodig betreffende gedrag, autisme, lichamelijke beperking. Aanmeldingen kunnen het hele jaar plaatsvinden. Plaatsing van nieuwe leerlingen vindt bij voorkeur plaats aan het begin van het nieuwe schooljaar, in augustus/ september, of in januari. Dit om de rust in de groepen zo min mogelijk te verstoren. Uiteraard kan hiervan worden afgeweken, zeker voor leerlingen die zijn verhuisd.
Route voor nieuwe leerlingen Als ouder(s)/verzorger(s) kiezen voor aanmelden op de G.J. van der Ploegschool en er is een geldige indicatie verkregen, wordt door de Commissie voor de Begeleiding (CvB)van de school beoordeeld of de leerling op de G.J. van der Ploegschool/Windroos geplaatst kan worden en in welke groep de leerling past. Daarna wordt de leerling uitgenodigd voor een kennismakingsbezoek. Binnen twee weken na plaatsing vindt er een intakegesprek plaats met ouder(s)/ verzorger(s) en de intern begeleider. Het doel van dit gesprek is om informatie uit te wisselen. U als ouder(s)/verzorger(s) kent immers het kind het best. Samen met de dossiergegevens is deze informatie nodig om binnen een maand na plaatsing een individueel handelingsplan op te stellen, een leerlingprofiel en een ontwikkelingsperspectief/ uitstroomprofiel.
18
Waar stoppen de mogelijkheden van de school? We vinden het belangrijk dat een kind het bij ons op school naar zijn/haar zin heeft en zich sociaal thuis kan voelen binnen de groep kinderen van de school. Als een kind op sociaal of leergebied over- of ondervraagd wordt, is onze school geen juiste opvang ervoor. Ook kunnen de gedragsproblemen van een kind zo groot worden dat andere kinderen er last van hebben en geremd worden in hun ontwikkeling of de veiligheid in het geding komt. In overleg met de ouders zal dan gezocht worden naar een geschikte plek voor deze leerling in een andere setting, eventueel gekoppeld aan een passende behandeling.
Commissie voor de Begeleiding De CvB bestaat uit de directeur, een orthopedagoog, een maatschappelijk werker, de schoolarts, de intern begeleider en de psychologisch diagnostisch werker. De commissie bestaat dus uit leden die kunnen adviseren vanuit zowel onderwijskundig als pedagogisch, psychologisch en medisch oogpunt, rekening houdend met de mogelijkheden en beperkingen van de leerling. De CvB heeft tot taak het ontwikkelingsperspectief of individueel transitieplan (zie hierna) vast te stellen. De CvB evalueert ook de uitvoering ervan en adviseert over continuering van plaatsing, terugplaatsing of overplaatsing van de leerling.
Ontwikkelingsperspectief/ITP Voor elke leerling wordt een ontwikkelingsperspectief (SO) of individueel transitieplan (VSO, 15 jaar) opgesteld. Hierin wordt een duidelijk beeld geschetst van de leerling. Er wordt in kaart gebracht welke compenserende en welke belemmerende factoren een rol
19
spelen in de ontwikkeling van de leerling. Aan de hand van deze factoren bepalen we welke aanpak voor deze leerling het meeste rendement zal hebben. Dit profiel wordt twee keer per jaar besproken in de Commissie voor de Begeleiding en indien nodig worden er aanpassingen gedaan. Er wordt bij bespreking van het ontwikkelingsperspectief/ITP gekeken naar de volgende zaken: • Zijn er nieuwe onderzoeken die ingevoegd dienen te worden? • Zijn de belemmerende en de compenserende factoren nog van toepassing, of dient er een aanpassing dan wel aanvulling gedaan te worden? • Zijn de gestelde doelen behaald? • Zijn er aanpassingen nodig op het gebied van de uitstroombestemming? • Welke nieuwe doelen worden voor het komend halfjaar gesteld en op welke wijze willen we deze doelen gaan behalen? Voor iedere leerling tot 15 jaar wordt een ontwikkelingsperspectief beschreven: waar staat de leerling nu en langs welke weg zal deze leerling zich ontwikkelen op de verschillende vakgebieden? Het ontwikkelingsperspectief geeft voor iedere leerling individueel aan waaraan gewerkt wordt, via welke weg het uitstroomniveau bereikt zal gaan worden. Aan de hand van de gestelde doelen in het ontwikkelingsperspectief worden voor de leerling zo nodig individuele handelingsplannen opgesteld.
20
Dit ontwikkelingsperspectief (en het eventuele individuele handelingsplan) wordt twee keer per jaar besproken in de Commissie voor de Begeleiding. Deze bespreking vindt plaats na het afnemen van de methode-onafhankelijke toetsen in juni en januari. Indien nodig worden aanpassingen gedaan. Alleen de Commissie voor de Begeleiding is bevoegd om deze aanpassingen te doen. Vanaf 15 jaar wordt via transitieplannen naar een werkuitstroom toegewerkt. Deze plannen omschrijven voor de leerling: • welke doelen we willen behalen; • welke materialen en aanpak nodig zijn; • welke tijdsplanning gebruikt wordt; • wie betrokken zijn bij de uitvoering van het individuele transitieplan; • hoe en wanneer het individuele handelingsplan geëvalueerd wordt.
Individueel handelingsplan Omdat een leerling soms een specifieke andere aanpak nodig kan hebben, werken we soms met individuele handelingsplannen. Door in de groepen te werken met niveaugroepjes (max. 3) kunnen we het aanbod afstemmen op het niveau van de leerlingen.
21
Overlegvormen Om elke leerling goed te kunnen volgen en waar nodig bij te sturen gebruiken we een leerlingvolgsysteem om gegevens in op te slaan. Daarnaast zijn er verschillende vormen van overleg noodzakelijk in het jaar: • 2x per jaar is er een leerlingbespreking tussen groepsleerkracht, orthopedagoog en intern begeleider. • Om de week komt het zorgteam bij elkaar om leerlingen die dreigen vast te lopen of van wie de ontwikkeling tegenvalt, te bespreken en passende oplossingen te vinden. In het zorgteam zitten de orthopedagoog, psychologisch/pedagogisch assistent, de intern begeleider, schoolmaatschappelijk werkende en de teamleider. • De Commissie voor de Begeleiding komt minstens 6 keer per jaar bij elkaar.
22
4 Organisatie van het onderwijs Groepsindeling Aan het einde van ieder schooljaar wordt de groepsindeling gemaakt voor het nieuwe schooljaar. Bekend is dan welke nieuwe leerlingen aangemeld zijn en welke leerlingen de school gaan verlaten. Er is een aantal factoren waarmee de school rekening houdt bij het samenstellen van de groepen. Naast leeftijd is dat leerstijl en leervermogen van de leerlingen als ook hun sociaal-emotioneel ontwikkelingsniveau.
23
In de loop van het schooljaar kunnen leerlingen instromen of vertrekken, waardoor de groepsindeling tussentijds kan wijzigen. Wanneer dit het geval is, worden de ouders van de leerlingen die dit betreft tijdig geïnformeerd. Een verandering van groep heeft niets te maken met ‘overgaan’ of ‘zitten blijven’, maar alles met de vraag ‘waar is deze leerling het meest op zijn/haar plaats?’ In iedere groep wordt gewerkt volgens een vast rooster. Daarbinnen is het mogelijk te werken met twee of drie subgroepjes, waarin tegemoet gekomen kan worden aan de persoonlijke onderwijsbehoefte van de individuele leerlingen. In veel groepen wordt de leerkracht ondersteund door een onderwijsassistent of leraarondersteuner; soms wordt deze ook bijgestaan door een stagiaire. Leerlingen in de groep die een ‘zorgindicatie’ hebben (PGB of zorg in natura), ontvangen de vastgestelde zorg van een medewerker van Promens Care (zorgondersteuner). De groepsleerkracht is en blijft verantwoordelijk voor alles wat er met de leerlingen in de groep gebeurt.
Samenstelling groepen De school kent twee afdelingen: het SO voor leerlingen van 4 t/m 12, en het VSO voor leerlingen van 13 t/m 20 jaar. De afdeling SO kent 4 groepen en de afdeling VSO 6 groepen. In principe gaan leerlingen die voor 1 augustus 12 jaar worden, naar het VSO.
24
Stage ‘Stage is leren van werken’ Op De Windroos, de VSO-afdeling van de G.J. v.d. Ploegschool, vormen de stages een van de vier pijlers van ons onderwijs, namelijk: werken. De andere pijlers zijn: wonen, vrijetijdsbesteding en goed burgerschap. Werken kun je leren en dat gaat het best in de praktijk. Na het aanbieden van 9 praktijkvakken in de eerste 3 jaren biedt De Windroos vier soorten stage: 1. Oriënterende stage: vanaf 15 jaar 2. Interne stage: vanaf 16 jaar 3. LOL-stages (Leren Op Locatie, dus buiten de school): vanaf 17 jaar 4. Externe stage: vanaf 18 jaar Uiteindelijk vinden de meeste leerlingen een werkplek binnen diverse vormen van dagbesteding (dagcentrum, zorgboerderij, zorgwinkel), waarvan een klein deel naar begeleid werken uitstroomt met behulp van een jobcoach van (bijv.) Probaan. Sommige leerlingen gaan werken binnen een SW-bedrijf (sociale werkplaats). Samen met de leerling, de ouders en soms een jobcoach kijken de stagementoren naar een geschikte werkplek waarbij het welbevinden van de schoolverlater voorop staat.
25
5
Onderwijs
Alle leer- en ontwikkelingsgebieden krijgen aandacht in het SO en VSO: • In het SO ligt het accent op het aanleren van vaardigheden. • In het VSO ligt het accent op het kunnen toepassen en gebruiken van het aangeleerde in allerlei praktische situaties.
26
Leer en ontwikkelingsgebieden: Taal Spreken en luisteren, schrijven en lezen Gesproken en geschreven taal begrijpen Taal expressie Vreemde taal Rekenen Hoeveelheidsbegrippen en rekenhandelingen Omgaan met tijd, waaronder klokkijken Meten/wegen en met geld omgaan Oriëntatie op ruimte Lichaamsschema Inrichting eigen omgeving Vergelijking met andere omgeving Oriëntatie op tijd Tijdsordening, w.o. dagindeling Historie (geschiedenis) Oriëntatie op natuur en milieu Zorg voor planten, dieren en tuin Zorg voor milieu Natuurkundige verschijnselen en het weer Gezond en redzaam gedrag Gezondheid en voeding (eetgewoonten) Verkeer Omgangsvormen en (zorg voor) kleding Wonen en boodschappen doen Lichaamsverzorging EHBO Seksuele opvoeding
27
riëntatie op de samenleving Vrije tijdsbesteding O Arbeid en productie Stage (in- en extern) Techniek Gebruiken gereedschappen en materiaal Werken in en om het huis Fietsonderhoud Lichamelijke opvoeding Bewegen en spelen Georganiseerde sport Kunstzinnige oriëntatie Tekenen Handvaardigheid Textiele werkvormen Muziek beluisteren (en maken) Dansen Spel en beweging (drama) Leergebied overstijgende Functie- en spelontwikkeling onderwijsdoelen Zintuiglijke beleving Zelfbeeld en sociaal gedrag Werkhouding Aanpakgedrag Omgaan met media Gebruik maken van informatiebronnen
28
Doorlopende leerlijnen van het CED (Centrum voor Educatieve Diensten) vormen de rode draad in het onderwijs van onze school. In de leerlijnen komen alle onderwijskerndoelen van het ZML-onderwijs aan bod. De hoeveelheid leerstof die leerlingen zich van elke leerlijn eigen kunnen maken in de loop der jaren en het niveau waarop, verschilt per leerling. Dit past bij het uitgangspunt van de school dat het onderwijs adaptief en op maat moet zijn. Sinds enkele jaren maken we op school gebruik van doelen die voor het speciaal onderwijs zijn gemaakt door het CED. Voor alle vakgebieden zijn er door dit centrum doelen opgesteld en kunnen we de leerlijnen voor de verschillende vakgebieden verder ontwikkelen en invulling geven.
Onderwijsinhoud • Basisvaardigheden Het programma is niet in elke groep hetzelfde. Bij de jongste groep ligt het accent op het oefenen van zelfstandigheid, taalontwikkeling en communicatie. Het leren kennen van het dagritme en het functioneren in een groep kost veel tijd. In elke groep komen deze zaken aan de orde en naarmate de leerlingen ouder worden en langer op school zitten, zullen de accenten op andere gebieden gelegd worden.
29
• Zelfredzaamheid Het zo zelfstandig mogelijk leren functioneren van de leerling loopt als een rode draad door het weekprogramma. Dat varieert van jezelf kunnen aankleden na een gymles, weten wat je moet doen als je klaar bent met een taak tot welke gereedschappen je moet gebruiken in het technieklokaal. • Sociale vaardigheden Het gericht aanleren van sociale vaardigheden is een belangrijk onderdeel op onze school. Het beheersen van sociale vaardigheden is een voorwaarde om mee te kunnen doen in de maatschappij. Binnen de groep wordt met de leerlingen veel aandacht besteed aan het omgaan met elkaar. Er wordt in de praktijk geoefend om weerbaar te worden in deze maatschappij. Leren om jezelf te mogen zijn, leren om 'nee' te durven zeggen als we iets niet willen of leuk vinden wat een ander bij je doet. Ook wordt veel aandacht besteed aan omgangsvormen, zoals: jezelf voorstellen, een praatje maken met een ander of bijvoorbeeld iemand iets durven vragen. Het tonen van emoties is ook een belangrijk onderdeel van de lessen 'sociale vaardigheden'. We gebruiken hierbij de methode ‘STIP’, een methode om de sociale vaardigheden te oefenen: In samenwerking met de Stichting Mee Drenthe, worden in het VSO ook nog sovatrainingen gegeven.
30
• Schrijven We proberen de leerlingen het schrijfonderwijs te geven wat bij hen past. Dit kan variëren van voorbereidende schrijfoefeningen tot aan elkaar schrijven. Wat wij belangrijk vinden, is dat een leerling zijn/haar naam kan schrijven, de agenda kan invullen, een boodschappenbriefje kan schrijven en leren een formulier in te vullen. Verder stimuleren en oefenen we ook het typen op de computer. • Taal Taal en communicatie zijn heel belangrijk en nemen een grote plaats in ons lesrooster in. Er wordt geprobeerd de leerling zo goed mogelijk te leren spreken door zinnen te vormen. Lukt dit niet dan worden ondersteunende communicatiemiddelen aangeboden zoals gebaren en pictogrammen. Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben worden begeleid door een logopediste. Onderdeel van taalontwikkeling is het lezen. Bij alle leerlingen wordt getracht het leesproces op gang te brengen. We gebruiken de methodes Veilig in stapjes en Leespraat. Nieuwsbegrip en de Startkrant worden gebruikt om het begrijpend lezen te bevorderen. Voor spelling hebben we de methode Spelling in de lift. Leerlingen die een aantal jaren leesonderwijs hebben gehad en stagneren, bieden we de globaal-methode aan. Het doel is door middel van eenvoudige, herkenbare woordbeelden tot woordherkenning te komen.
31
• Godsdienstonderwijs Iedere week wordt in het SO een Bijbelverhaal aangeboden. Dit wordt tijdens de weekopening op maandagmorgen, wanneer het SO bij elkaar zit, ingeleid. Op de overige ochtenden komt het tijdens de dagopening in alle groepen aan de orde d.m.v. een vertelling. Iedere week wordt een bijpassend lied geleerd. Op vrijdagmiddag is er in het SO een weeksluiting. In het SO/VSO wordt er gebruik gemaakt van de methode Trefwoord, dagboeken en actuele thema’s en wordt er vooral aangesloten bij de belevingswereld van de leerlingen. • Rekenen Er is aandacht voor teloefeningen, getalsymbolen, klokkijken, geldrekenen. We gebruiken vooral concreet materiaal, werkbladen en de methode Maatwerk. Dit schooljaar wordt de rekenlijn verder ontwikkeld en worden er nieuwe methoden aangeschaft. Door het tellen kan een leerling ordening aanbrengen in zijn/haar omgeving, want hoeveelheden, getallen en cijfers zijn overal; voor een bepaald aantal personen tafel dekken, de tijd in de gaten houden en boodschappen doen. We werken praktijkgericht. • Wereldoriëntatie (aardrijkskunde, geschiedenis, natuur, verkeer, EHBO) Onderdelen: projectonderwijs, nieuws uit de natuur, startkrant, jeugdjournaal, bibliotheekbezoek, excursies, eenvoudige kaartkennis.
32
• Muziek Alle klassen van het SO en enkele VSO-groepen krijgen wekelijks muziekles van een vakleerkracht. Via de muzieklessen komen de leerlingen in aanraking met muziek en dans uit allerlei culturen en landen. De leerlingen maken kennis met een uitgebreid muziekinstrumentarium, zoals basgitaar, djembé, piano, cello, enz. Allerlei muziekstijlen komen aan de orde, van klassiek t/m hiphop. We maken voorstellingen en verzorgen optredens. Af en toe hebben we een gast, bv. een flamencodanseres of een djembéspeler. Muziek levert een bijdrage aan de cognitieve en sociaal emotionele ontwikkeling. Muziek blijkt een goed middel te zijn bij het leren contact maken, samenspelen en samenwerken, op de ander af te stemmen en de leider durven zijn, leren concentreren en uiting kunnen geven aan emoties. Via muziek werken we aan zelfvertrouwen en weerbaarheid. Per leerling bekijken we of en hoe muziek een vrijetijdsbesteding kan worden. Beleven en zelf ervaren staat bij muziek centraal. • Drama Dramatische vorming krijgt steeds vastere vormen in onze school. Het gaat hier vooral om het leren uitbeelden van gebaren en bewegingen bij een lied of een verhaal. • Handvaardigheid/tekenen De leerlingen werken met klei, papier, verf, kosteloos materiaal, textiel en hout. Verder komen verschillende tekenactiviteiten geregeld aan de orde.
33
• Bewegingsonderwijs De belangrijkste doelstelling voor het bewegingsonderwijs bij onze leerlingen is ze te leren deelnemen aan bewegingsactiviteiten, deze samen te reguleren en gezamenlijk positief en met plezier te beleven. Bij de gymles behandelen we verschillende leerlijnen. Voorbeelden hiervan zijn: balanceren, klimmen en klauteren, zwaaien, over de kop gaan, springen, hardlopen, mikken, jongleren, doelspelen, tikspelen, stoeispelen en bewegen op muziek. • Stage techniek (VSO) De leerlingen leren verschillende soorten gereedschappen herkennen en ermee te werken op een goede en veilige manier. Veilig werken is een punt waar we veel aandacht aan besteden. Hoe ga je met een stuk gereedschap te werk? Wat voor veiligheidsmiddelen heb je nodig om te mogen werken met het stuk gereedschap of de machine? Hier maken we de leerlingen bewust van. Met de stage techniek leren we de leerlingen verschillende vormen van techniek aan, zoals het sleutelen aan een fiets, elektro, verven, opknappen van meubels enz. • Stage houtbewerking (VSO) Met de stage houtbewerking leren de leerlingen verschillende basisvaardigheden die nodig zijn om een werkstuk te maken. Hierbij valt te denken aan: meten met een rolmaat, haaks aftekenen, zagen enz. Van alle basisvaardigheden zijn werkkaarten gemaakt die de leerlingen helpen stap voor de stap de techniek van houtbewerking aan te leren en aansluitend werkstukken te maken.
34
• Stage catering (VSO) Tijdens deze stage maken leerlingen gerechten onder begeleiding van hun stagebegeleider. Hierbij komen vele aspecten aan bod: hygiëne is een belangrijk onderdeel, er moet een recept gelezen worden, de leerlingen moeten uitrekenen hoeveel ze van elk ingrediënt nodig zijn en wat de kosten van het gerecht zijn, er wordt een boodschappenbriefje gemaakt en de boodschappen worden onder begeleiding gedaan. Na de pauze worden de gerechten gekookt en om 12.00 uur worden ze uitgeserveerd aan de uitgifteloketten in de kantine. Uw zoon/dochter kan voor € 0,70 een keuze maken uit 2 lunchgerechten. Na de middagpauze wordt de vuile vaat verzameld en wordt alles afgewassen. Ook de gasfornuizen, ovens, koelkast, gootstenen en keukenblokken worden dan schoongemaakt en opgeruimd. Een flinke klus, maar ook dat hoort bij catering. De jaarlijkse afsluiting van deze stage is een lunch bereiden en serveren voor genodigden. Bij deze gelegenheid kunnen de leerlingen tonen wat ze geleerd hebben. Dit is voor de leerling erg spannend, maar het geeft ze zeker ook een heel trots gevoel.
35
6
Schoolteam
Een leerling heeft op school met veel medewerkers te maken die ieder vanuit hun eigen taak gezamenlijk proberen hem/haar zo optimaal mogelijk te begeleiden.
36
Managementteam De directeur van de G.J. van der Ploegschool en de beide teamcoördinatoren van de G.J v.d. Ploegschool/De Windroos vormen samen het managementteam. Allerlei beleidstaken behoren tot hun taak. De belangrijkste is wel om de kwaliteit van het onderwijs voortdurend op peil te houden en te verbeteren waar het kan en moet. Tevens zorgt het management voor een klimaat waarin de leerlingen en teamleden zich veilig en prettig voelen en waarin medewerkers alle ruimte krijgen hun deskundigheid in te zetten voor de ontwikkeling en het welzijn van de leerlingen.
Groepsleerkrachten, leraarondersteuners en onderwijsassistenten Samen zijn zij verantwoordelijk voor de goede gang van zaken in de groep. De leerkracht is de eerstverantwoordelijke voor het onderwijsprogramma. De onderwijsassistent assisteert hierbij en begeleidt kleine groepjes leerlingen door bijvoorbeeld herhaalde instructie te geven. In het VSO begeleiden onderwijsassistenten ook leerlingen die een interne stage volgen; de onderwijsassistenten staan daarbij onder de verantwoordelijkheid van de stagecoördinatoren. De leraarondersteuner kan soms alleen voor de groep staan, maar dan altijd onder verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht.
37
Vakleerkrachten De vakleerkracht bewegingsonderwijs verzorgt voor elke groep een gymles en organiseert ook sportieve activiteiten door het gehele jaar heen, zoals schaatsen, een sportdag voor gehele school, judolessen etc. De muziekleerkracht geeft aan een aantal groepen muziekles. Verschillende muzikale vaardigheden worden aangeleerd en jaarlijks levert dit een prachtig optreden op.
Orthopedagoog en psychologisch diagnostisch medewerker De orthopedagoog is lid van de Commissie voor de Begeleiding en kan na overleg specifiek psychologisch onderzoek verrichten. Vaak is dit gericht op het vaststellen van de cognitieve mogelijkheden, het opsporen van leerstoornissen en gedragsproblemen. Daarnaast is de orthopedagoog de vraagbaak voor de interne begeleider en de ouders wanneer er specifieke vragen zijn over het gedrag of de ontwikkeling van een kind. De orthopedagoog helpt mee om opbrengsten in het kader van de kwaliteitszorg in beeld te brengen en te interpreteren. Ze is mede verantwoordelijk voor het vaststellen van het ontwikkelingsperspectief van iedere leerling en geeft ondersteuning bij het vormen van beleid en het ontwikkelen van programma’s in het kader van de leerlingenzorg. De orthopedagoog onderhoudt de externe contacten met betrekking tot leerlingen, zoals ACCARE, GGZ, Centrum Jeugd en Gezin, Raad van Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg etc. en werkt samen met Jeugdhulpverlening en Maatschappelijk Werk. De orthopedagoog volgt de processen rondom een kind, bewaakt de voortgang en de dossiervorming van leerlingen. Indien nodig kan zij de ouders helpen met een bezwaarschrift na voorlopige afwijzing van toekenning van het leerlingenvervoer. De psychologisch diagnostisch medewerker ondersteunt de orthopedagoog in haar taken en neemt de testen af.
38
Schoolmaatschappelijk werk De schoolmaatschappelijk werker biedt de ouders een luisterend oor en fungeert voor hen als een steunpunt. Door de laagdrempeligheid kunnen ouders/verzorgers met hun (hulp) vragen bij de maatschappelijk werker terecht. Dit komt uiteindelijk de leerling ten goede. De maatschappelijk werker is vooral gericht op de thuissituatie en is eerste contactpersoon naar sociale instanties en instellingen op het gebied van de (jeugd)-hulpverlening. Ouders van onze leerlingen zijn sterk bij de school betrokken en onderling bestaan er goede banden. Wij stimuleren dat, omdat wij het als een taak zien om ondersteuning van ouders goed vorm te geven, samen sterk te staan voor ieder kind. De schoolmaatschappelijk werker maakt deel uit van ons zorgteam en van de Commissie voor de Begeleiding.
Logopedist Logopedisten behandelen en begeleiden leerlingen met stoornissen in stem, spraak, taal en/of gehoor. De leerlingen die onze school bezoeken, hebben vaak problemen met het begrijpen van anderen en het zelf begrepen worden. Dit kan leiden tot problemen in de communicatie. Vooraf wordt onderzoek gedaan om de problemen in kaart te brengen en op basis daarvan wordt ene plan van aanpak opgesteld. De logopedische behandeling is gericht op het optimaliseren van de spraak- en taalontwikkeling en de communicatie. De logopedische begeleiding kan individueel en in groepsverband plaatsvinden. Individuele behandeling zal voor een beperkt aantal leerlingen vooral gericht zijn op de leerlingen in de SO-groepen, omdat de taalgevoeligheid op jonge leeftijd het grootst is en stimulatie het meeste effect heeft. In het VSO is de logopedische behandeling vooral
39
gericht op communicatieve vaardigheden. Deze zijn goed en meer ongedwongen te trainen in een groepje. Verder is het mogelijk dat leerlingen vanuit de particuliere praktijk van één van de logopedisten behandeld worden binnen de school.
Intern begeleider Op de G.J. van der Ploegschool/Windroos is één intern begeleider aangesteld voor beide locaties. Deze houdt zich vooral bezig met de leerlingenzorg binnen ons onderwijs. De intern begeleider bespreekt de leerlingen met de groepsleiding en ondersteunt de groepsleiding.
Ambulant begeleider Als school bieden wij ook ambulante begeleiding. Dit is begeleiding en ondersteuning vanuit onze school aan reguliere basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs en speciaal basisonderwijs. Het doel van ambulante begeleiding is om samen met het schoolteam de leerling die extra zorg nodig heeft, zo goed mogelijk aan het regulier onderwijs te laten deelnemen. De ambulante begeleiding richt zich op de begeleiding en ondersteuning van de leerling, leerkrachten en de ouders. De medewerkers van de dienst Ambulante Begeleiding zijn ervaren leerkrachten met kennis van de speciale zorgbehoefte van leerlingen met een beperking binnen cluster 3.
Overige medewerkers De onderhoudsmedewerker en de administratief medewerkers zijn van groot belang voor de school. Zij doen schoolbreed veel werk.
40
Schoolarts/jeugdgezondheidszorg Alle nieuwe leerlingen worden gezien door de schoolarts. Tijdens hun schoolperiode worden alle leerlingen ook een aantal keer door de schoolarts gezien. Wanneer een leerling aan de beurt is, krijgen de ouders een uitnodiging voor een onderzoek op school door de GGD.
Specialisten De G.J. van der Ploegschool biedt de mogelijkheid voor kinderen om onder schooltijd extra hulp en of een behandeling te krijgen in het eigen gebouw. Kinderen die dit nodig hebben, worden via de ouders en huisarts aangemeld bij deze specialisten of worden geïndiceerd via de jeugdhulpverlening, zoals Ambiq of Yorneo (een organisatie die gespecialiseerd is in het bieden van hulp bij complexe opvoed- en opgroeiproblematiek voor kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar) of bij het CIZ voor psychomotorische therapie, ergotherapie, fysiotherapie en logopedie. De ouders kunnen in overleg met de school eventueel een andere vorm van hulp aanvragen die onder schooltijd uitgevoerd kan worden. De school bekijkt of de mogelijkheid aanwezig is om dit te realiseren. We doen dit om de zorg en het onderwijs zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen en de belasting van de leerling en de ouders na schooltijd te verminderen. De specialisten onderhouden nauw contact met de ouders over de vorderingen en evalueren regelmatig, zodat de afstemming met de thuissituatie zo goed mogelijk verloopt.
41
7
Ouders
Voor het goed functioneren van de school en een zo goed mogelijke begeleiding van de leerlingen is het contact tussen ouders en school van groot belang. Het op elkaar afstemmen van de school- en thuissituatie kan alleen maar leiden tot een groter rendement van het onderwijs en de leerlingen hebben hier baat bij. Ouders kunnen bellen vlak voor of na schooltijd om eventuele bijzonderheden door te geven.
42
Naast het huisbezoek is er voor ouder(s)/verzorger(s) gelegenheid om op de hoogte te blijven door: • Een nieuwsbrief die eens per maand uitkomt met actuele informatie over de school en met een aanvullende bijdrage van team en leerlingen van de groep van uw kind. • De jaarlijkse informatieavond van elke groep (in september), die bedoeld is om kennis te maken met de groepsleiding en andere ouders, en inzicht te krijgen in de organisatie en het onderwijs van de desbetreffende groep. • Twee oudergesprekken per jaar (januari en juni) over de vorderingen en ontwikkeling van uw kind aan de hand van het ontwikkelingsperspectief/ITP. Wij rekenen op uw aanwezigheid, evenals bij andere activiteiten. • Voor de SO-afdeling: twee inloopmomenten op een vastgestelde dag om het werk te bekijken van uw zoon of dochter. • Dagbriefjes waar ouder(s)/verzorger(s) en school elkaar dagelijks of wekelijks op de hoogte houden. Deze zitten in de contactmap of gaan via de mail. • Een thema-avond voor alle ouder(s)/verzorger(s) over een actueel onderwerp m.b.t. onderwijs en /of opvoeding. • De website van de school: www.legatohoogeveen.nl. • Een portfolio-map, waarmee we in het VSO het komend schooljaar gaan beginnen. Hierin komen behaalde certificaten, een interessetest, foto’s van werkstukken, beoordelingslijsten etc. Bovendien krijgen de leerlingen van het SO twee keer per jaar een rapport mee.
43
Informatievoorziening gescheiden ouders Wanneer de ouders van een leerling gescheiden zijn, woont het kind meestal bij één van de ouders en heeft de andere ouder een omgangsregeling met het kind. We spreken dan van een verzorgende en een niet-verzorgende ouder. Sinds 1998 is er na een echtscheiding altijd sprake van gezamenlijk gezag. Volgens de wet hebben beide ouders evenveel recht op informatie vanuit de school. Omdat de wet niet voorschrijft om welke informatie het gaat, geldt hiervoor ons schoolbeleid. De normale gang van zaken is als volgt: • Het is in principe de plicht van de verzorgende ouder de niet-verzorgende ouder op de hoogte te houden van alle belangrijke informatie die het kind betreft. • Wanneer de verzorgende ouder die informatie niet geeft, kan de niet-verzorgende ouder de school vragen deze informatie te geven en neemt daarvoor zelf contact op met de school. • De verzorgende ouder wordt hierover geïnformeerd. • Er wordt geen informatie gegeven wanneer het ingaat tegen het belang van het kind of een gerechtelijke uitspraak de informatieverstrekking in de weg staat. Wanneer er geen bezwaren zijn, wordt tijdens een gesprek met de teamleider schriftelijk vastgelegd op welke manier de informatieverstrekking naar de niet-verzorgende ouder plaatsvindt. Het gaat hierbij vooral over informatie over de leervorderingen van het kind die gegeven worden via rapporten, spreekuurgesprekken en adviesgesprekken. Algemene informatie en data van ouderavonden, contactavonden e.d. worden vermeld in de schoolgids, de nieuwsbrieven en op de website www.legatohoogeveen.nl.
44
Medezeggenschapsraad Op onze school is, als een kritisch volgend en positief meedenkend overlegorgaan een medezeggenschapsraad actief. Het doel is om ouders en personeel zeggenschap te geven. In de medezeggenschapsraad zijn de ouders en het team vertegenwoordigd in twee even grote geledingen. De medezeggenschap betreft allerlei schoolse activiteiten en beleidszaken die vaak door het bestuur worden voorgesteld. Door de wet is bepaald of het daarbij gaat om het geven van advies of om het instemmen met een gedaan voorstel. Ook kan de M.R. ongevraagd adviseren of opheldering vragen over de dagelijkse gang van zaken op onze school. Op deze manier kunnen ouders en leerkrachten mede richting geven aan het onderwijs dat op de G.J. van der Ploegschool en De Windroos gegeven wordt.
Oudergeleding: • Bert Benjamins, voorzitter • Dinette Mensen • Vacature
Personeelsgeleding: • Roelinda Tip • Daniëlle Luchies • Joke Vinke
onderwijs ondersteunend personeel onderwijzend personeel onderwijs ondersteunend personeel
45
Ouderraad De ouderraad van onze school helpt mee bij het organiseren van activiteiten die net iets meer toevoegen aan het schoolgebeuren. Dit betekent hulp bij: o.a. de paasmaaltijd, het eindfeest, kopen van een kerstattentie, sinterklaascadeautjes kopen, kaartjes sturen bij blijde en droevige gebeurtenissen, organiseren van een ouderavond, financiële bijdrage aan schoolreisjes. Dit zijn activiteiten waarvoor de school geen subsidie van de overheid ontvangt. Deze activiteiten kunnen dus alleen doorgaan als ouders hieraan financieel bijdragen. Daarom vraagt de OR aan de ouders een jaarlijkse vrijwillige bijdrage. De ouderbijdrage is € 25,00 per kind per schooljaar. U krijgt aan het begin van het schooljaar een brief van de ouderraad met het verzoek om een bijdrage te geven.
Oudergeleding: • Bea Span • Hermien Fidom • Hanneke Dijk • Else Arkes • Josette Benjamins
Personeelsgeleding: • Giny Snippe • Silvia Bakker
46
Klachtenregeling Het komt voor dat ouders vragen hebben over wat er op school gebeurt. Ouders kunnen hierover uiteraard bij de leerkracht of de teamleider terecht. Soms kan een vraag uitmonden in een klacht. Om duidelijk te geven aan ouders hoe daarbij te handelen zijn alle scholen verplicht een zogenoemde klachtenregeling op te stellen en deze aan de ouders bekend te maken. Indien u een klacht heeft over algemene zaken of het onderwijs op onze school en u wilt dit bespreken, dan geldt hiervoor de volgende procedure.
Schoolniveau: 1. U bespreekt de zaak met het betreffende teamlid. 2. Indien dit overleg voor u onbevredigend is verlopen, wendt u zich tot de schoolleiding. 3. De coördinator bespreekt uw klacht met het teamlid. 4. Indien dit noodzakelijk is, zal de teamleider bemiddelend optreden d.m.v. een gesprek, waarbij zowel u als het teamlid aanwezig zijn. 5. Indien dit traject doorlopen is en geen bevredigende oplossing is gevonden voor het probleem, kunt u zich tot de directeur van de school wenden. 6. De directeur zal u, na alle partijen gehoord te hebben, schriftelijk op de hoogte stellen van zijn bevindingen.
47
7. Indien u uiteindelijk niet tevreden bent met de oplossing/conclusie, dan kunt u zich schriftelijk wenden tot: Landelijke Klachtencommissie, primair onderwijs, voortgezet onderwijs en BVE: Postbus 694, 2270 AR Voorburg, Telefoon: 070-3861697, Fax: 070-3481230,
[email protected]
Klachtmeldingen Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld kunnen bij het meldpunt vertrouwensinspecteurs worden neergelegd:
0900-1113111.
De inspectie van het onderwijs ziet het als een opdracht dat deze gesprekken uitmonden in een positieve uitkomst waarin begrippen als sociale betrokkenheid en verdraagzaamheid centraal staan. Eén van de activiteiten die in dit kader door de inspectie is ontplooid, is de taakuitbreiding van het meldpunt vertrouwensinspecteurs. Ook voor discriminerende of extremistische onderwerpen kan men contact opnemen met het meldpunt vertrouwens¬inspecteurs.
48
Veiligheid
8
Een veilige school • We benaderen alle kinderen op basis van gelijkwaardigheid. Volwassenen hebben daarin een belangrijke voorbeeldfunctie. • Seksistisch taalgebruik, seksueel getinte grappen en andere vormen van negatief taalgebruik zijn niet aanvaardbaar. • Bij het troosten van kinderen wordt rekening gehouden met de leeftijd en de instelling van het kind. • We streven ernaar situaties binnen en buiten schooltijd waarin leerlingen zich niet veilig zouden kunnen voelen, zo veel mogelijk te vermijden. • Bij gymnastiek kleden jongens en meisjes zich apart om; dit geldt ook voor het uit- en aankleden bij het douchen. • Wanneer teamleden of stagiaires leerlingen helpen bij het douchen of aankleden, of andere lichamelijke hulp verlenen, bijvoorbeeld verschonen in verband met incontinentie, zijn ze zelf altijd gekleed. • Er bestaat begrip voor het zich ontwikkelend schaamtegevoel van de leerlingen. Ook wordt er rekening gehouden met de gevoelens van leerlingen uit andere culturen. • De school heeft een pestprotocol.
49
Omgaan met elkaar De Adelaar Het nest van adelaars bevindt zich altijd ergens op een veilige plaats die voor niet-adelaars onmogelijk te bereiken is. Veelal op de richel van een steile bergwand. Het mannetje broedt ook mee. Tijdens de verzorging van de jongen, (als zij uit het ei zijn gekropen), vliegen beide ouders af en aan om hun kroost te voeden en het nest schoon te houden. Op het moment dat de jongen genoeg vliegoefeningen achter de rug hebben, wordt het tijd voor de eerste solovluchten. Mocht het onderweg fout gaan, dan duikt pa of ma er achteraan, vangt het fladderende jong op en zet het terug op het nest. In ieder geval heeft het jong dan geen angst meer en kan het gewoon verder vol zelfvertrouwen naar het op eigen kracht voortbewegen toegroeien. Het is zelfs zo dat als de jongen niet durven, de ouders de jongen toch uit het nest kieperen. Zij zijn er volkomen van overtuigd dat hun kroost kan vliegen. In de omgang met onze leerlingen op school willen we zijn als de adelaars. We willen er voor ze zijn. Ze vertrouwen geven dat ze het kunnen. Vanuit respect met ze omgaan en een luisterend oor voor ze hebben. Het betekent dat we zo veel mogelijk bronnen (via ouders/verzorgers, observaties e.d.) benutten om erachter te komen wat onze leerlingen kunnen en willen. Zo zal er ruimte ontstaan om de eigen talenten te ontdekken:
Ieder z’n talent, samen het resultaat
50
Twee van onze uitgangspunten zijn: • ieder kind deugt • gedrag heeft altijd een reden Hiermee bedoelen we dat we op een positieve manier naar ieder kind willen kijken, ook op de momenten waarin het kind voor ons moeilijk verstaanbaar gedrag vertoont. Het is de grote uitdaging achter dat gedrag te kijken; waar komt dit gedrag vandaan? Wat heeft dit kind op dit moment van ons nodig om zich weer veilig te kunnen voelen? Soms is het daarbij nodig om kinderen even rust te gunnen. We gebruiken daarvoor de time-out. Het kind krijgt de tijd om even rustig te worden of om na te denken over wat er ‘mis’ ging in zijn gedrag. Een dergelijke time-out kan in de eigen groep plaatsvinden, maar ook in de klas er naast. Vaak kan een leerling daarna weer verder. Een enkele keer is het nodig om andere middelen in te zetten. Bij hoge uitzondering is nablijven zo’n middel. De school neemt dan altijd van tevoren contact op met u als ouder(s)/verzorger(s).
51
Op school wordt er gesproken van een incident wanneer een kind het volgende gedrag vertoont: • zeer grof taalgebruik (vloeken, ziekteverwensingen, geaardheid) • geen respect naar volwassenen (brutaal en onfatsoenlijk) • weigergedrag • dreigende taal • bewust schoppen, spugen, slaan, bijten en pesten • weglopen van het plein • doelbewust vernielen van materialen. In geval van een incident wordt er een incidentformulier opgesteld. Dit formulier wordt besproken met ouders en vervolgens ondertekend. Bij dit gesprek is de leerling, afhankelijk van het incident, bij het gesprek aanwezig. Een kind blijft bij een incident in elk geval na op school. Gedragsverandering proberen we voor elkaar te krijgen door met het kind een gesprek te voeren waarin we het kind zelf na laten denken over zijn gedrag. Bij herhaling van een incident wordt een contract met kind en ouders opgesteld. Na een aantal weken komt er een vervolggesprek.
52
Ontwikkeling 9 van het onderwijs Op onze scholen werken we voortdurend aan de kwaliteit van het onderwijs. Welke vorderingen we het afgelopen schooljaar gemaakt hebben, leest u in ons jaarverslag. Dit verslag ligt ter inzage op het bestuurskantoor van de Stichting Legato, maar is ook te downloaden via onze website. Voor de cursusjaren 2013/14 en 2014/15 is een schoolontwikkelingsplan gemaakt. Dit schoolontwikkelingsplan is desgewenst in te zien op school. Een greep uit de onderwerpen:
53
Professionalisering leerkrachten De Vaardigheidsmeter meet de didactische en pedagogische vaardigheden van leerkrachten. Aan de hand van een lijst met ruim honderd vaardigheden worden lessen geobserveerd en vindt na afloop een gesprek plaats tussen de leerkracht en de coach, Tijdens dat gesprek worden ontwikkelpunten voor de leerkracht bepaald. Elk jaar vindt dit ten minste één keer plaats. Het komt de kwaliteit van het lesgeven ten goede en daarmee het onderwijs aan de leerlingen.
Leerlijnen Wij hebben verschillende materialen en methoden nodig voor al onze leerlingen en het is onze opdracht om deze in duidelijke leerlijnen neer te zetten voor o.a. taal, lezen, sociale vaardigheden en de praktijkvakken als catering, groen etc. In 2013-2014 komen de volgende leerlijnen aan de orde: • Rekenen (SO en VSO) • Rekenen en rekenen/arbeid (VSO) • Mondelinge taal (SO en VSO) • Lezen/spellen/stellen (SO en VSO) • Voorbereiding dagbesteding arbeid (VSO) • Ruimtelijke oriëntatie/mobiliteit (SO) • Oriëntatie op tijd (SO) • Leren leren (SO) • Wonen/vrije tijd (SO) • Sociale emotionele ontwikkeling (SO) • Mens/natuur/techniek (VSO) • Leergebied overstijgend (VSO) • Onderdelen uit mondelinge taal (VSO)
54
Zorgstructuur In ons zorgplan hebben we beschreven hoe de begeleiding/zorgstructuur van de school is ingericht. Ook dit jaar gaan we volgens de gemaakte afspraken werken en zal er waar nodig bijgestuurd kunnen worden. Binnen onze school toetsen wij op twee vaste momenten in het jaar. Op deze manier kunnen we opbrengstgericht werken. Het is van groot belang dat iedereen binnen de school de routes en lijnen kent en daarna handelt.
Opbrengsten Elk kind ontwikkelt zich. Het is de kunst om deze ontwikkelingen te meten en vast te leggen. Dat kan door observaties en het beoordelen van het dagelijks werk, maar zeker ook door het afnemen van de landelijk genormeerde Cito-toetsen. Deze opbrengsten vertellen ons iets over de leerontwikkeling van elk kind, maar kunnen ons ook stimuleren ons vragen te blijven stellen over de kwaliteit van het lesgeven, de lesmethode, de beschikbare onderwijstijd enz..
Portfolio Voor de VSO-leerlingen zijn we bezig een portfolio-map te vullen. In deze map komen bijvoorbeeld begeleidingslijsten van stages, foto’s van werkstukken, een interessetest, certificaten, overzicht van excursies enz. Hiermee krijgt de leerling (en anderen) een beter inzicht in de mogelijkheden, behaalde resultaten en interesses om later een goede keuze te kunnen maken voor een passende uitstroombestemming.
55
Eduwiek en de speciale lesplaats Het VSO gaat ook in het schooljaar 2013-2014 meer samenwerken met partners van het voortgezet onderwijs binnen het Eduwiek-project om uiteindelijk in 2016 in één gebouw samen te werken (zie ook hoofdstuk 1). De Eduwiek-academie speelt een belangrijke rol om leerkrachten te scholen. Komend jaar zullen weer gezamenlijke studiemiddagen worden georganiseerd om kennis te delen. ‘De speciale lesplaats’ (zie ook hoofdstuk 1) vraagt van onze SO-afdeling en de SBOschool De Carrousel een groeiende inspanning om samenwerking inhoud te geven. De eerste stappen zijn gezet. Het komende jaar zullen we verder gaan met de visieontwikkeling en willen we met elkaar nadenken wat voor onze leerlingen belangrijk is binnen de speciale lesplaats.
Digibord In alle lokalen hangt een digibord. De instructie wordt veelal door middel van het digibord ondersteund. Ook wordt het bord gebruikt om lessen beter en aantrekkelijker te laten verlopen.
Scholing Het team gaat zich bijscholen in onderwerpen als autisme, hechtingsproblematiek, ICT, omgaan met pestgedrag en oudercommunicatie.
56
10 Resultaten van het onderwijs Opbrengstgericht werken Ook binnen het ZML-onderwijs wordt gevraagd om opbrengstgericht te gaan werken. Dat betekent dat voor elke leerling een plan wordt opgesteld met concrete doelen, en die vervolgens te meten en te evalueren. Op deze manier worden resultaten zichtbaar, ook al zijn het soms heel kleine stapjes. Cito-toetsen worden ingezet om de opbrengsten van elke leerling in beeld te brengen. In het VSO gebruiken we daarnaast formulieren die laten zien hoe de leerling functioneert binnen een stage t.a.v. werkhouding, taakaanpak, sociaal functioneren, zelfstandigheid etc. Dit vraagt van ons team: • de leerlingen zo veel mogelijk te stimuleren en uit te dagen om zich te ontwikkelen door hoge eisen te stellen en een rijke leeromgeving aan te bieden • de administratie en het leerlingvolgsysteem zeer goed bij te houden • voortdurende afstemming op de mogelijkheden van de leerling De meeste schoolverlaters vinden een plaats in activiteitencentra en dagverblijven. Sommige leerlingen komen bij een sociale werkvoorziening terecht en een enkeling vindt een plaats in het vrije bedrijf, daarbij veelal ondersteund door een jobcoach. De uitstroombestemmingen kunt u vinden op de website www.legatohoogeveen.nl onder Opbrengstgegevens.
57
11
Schoolorganisatie van A tot Z Afscheid leerlingen De meeste leerlingen nemen tussen hun 18e en 20e afscheid van onze school. We doen dat op een feestelijke manier. De leerling die de school verlaat heeft zelf inspraak in het programma. De afscheid nemende leerling krijgt een getuigschrift mee.
Afspraken betreffende mobiele telefoons, geluidsdragers ( i-pod) etc. Onder schooltijd is het gebruik van een mobiele telefoon door leerlingen niet toegestaan. Wanneer er gegronde redenen zijn waarom een leerling een mobieltje bij zich moet houden, kunnen de ouders contact opnemen met de groepsleerkracht. Wanneer leerlingen een mobieltje mee naar school nemen, leveren ze deze bij binnenkomst in bij de groepsleiding. De groepsleiding zorgt ervoor dat het mobieltje gedurende de dag opgeborgen wordt in een afgesloten kast. Houdt de leerling zich niet aan deze afspraak dan nemen we de telefoon in en ontvangt hij/zij deze terug aan het eind van de dag. De leerling kan het mobieltje na schooltijd weer mee naar huis nemen. Ouder(s)/verzorger(s) kunnen de school in geval van nood bereiken via het telefoonnummer van school. De leerling is zelf verantwoordelijk voor deze spullen en de school stelt zich hiervoor niet aansprakelijk.
58
Afwezigheid/ziekte Wanneer een kind ziek is of om een andere reden niet op school kan komen, worden ouder(s)/verzorger(s) gevraagd om dat voor schooltijd te laten weten. Als uw kind niet mee mag doen met gymnastiek ontvangen we graag een briefje waarop de reden staat.
Bereikbaarheid van de school en het schoolteam Ouder(s)/verzorger(s) kunnen 's morgens telefonisch contact met de school opnemen tussen 8.25 en 8.40 uur om een ziekmelding te doen. De leerkrachten zijn 's middags na 15.30 uur bereikbaar. Voor dringende boodschappen kan natuurlijk altijd gebeld worden: 0528-266173 (G.J. van der Ploegschool) of 0528-236036 (De Windroos).
Bewegingsonderwijs Voor de gymlessen brengen de kinderen zelf gymkleding, gymschoenen en een handdoek mee. De leerlingen nemen de gymtas na de les mee naar huis. Na de gymles wordt er door de leerlingen gedoucht.
Christelijke vieringen Kerst is elk jaar weer een gebeurtenis waar we al weken naartoe leven. In het SO wordt het kerstfeest het ene jaar in de gemeenschappelijke ruimte met alle SO-groepen en belangstellenden gevierd. Het andere jaar wordt het kerstfeest per groep in de klas gevierd met ouder(s)/verzorger(s). In het VSO wordt er één keer in de twee jaar een kerstmarkt gehouden, het andere jaar is er een kerstactiviteit met leerlingen. Het paasfeest vieren wij met een gezamenlijke paasmaaltijd. Tijdens deze maaltijd wordt het paasverhaal verteld en worden toepasselijke liederen gezongen.
59
Computers Iedere groep beschikt over een of meer computers, waar zowel taal- en rekenprogramma’s als leerspelletjes op gedaan kunnen worden. De computers zijn in alle groepen aangesloten op het netwerk en de leerlingen kunnen ook gebruik maken van internet. Voor het internetgebruik gelden speciale regels.
Culturele activiteiten/excursies Binnen het onderwijs zoals het op onze school gegeven wordt, is er ruimte voor excursies. Dat kan in het kader van een project zijn, waarbij een bezoek gebracht wordt aan de bakker, de brandweer of de politie. Een bezoek aan een bedrijf, instelling, een museum of een keer naar het theater zijn ook activiteiten die hieronder kunnen vallen.
Dokters- en tandartsbezoek Wanneer uw kind voor onderzoek of behandeling naar een dokter, tandarts of specialist moet, maakt u dan een afspraak voor of na schooltijd. Wanneer dat niet lukt, wilt u ons dan tijdig op de hoogte stellen van de afwezigheid van uw kind?
Invalbeleid Voor de vervanging wordt gebruik gemaakt van de vervangingspool van Metrium, een onderwijsdienstverlening waarbij onze school is aangesloten.
Jeugdgezondheidszorg op school De GGD Jeugdgezondheidzorg, onderdeel van het Centrum voor Jeugd en Gezin, biedt op school onderzoeken en controleonderzoeken aan: • Onderzoek Alle nieuwe leerlingen worden, samen met hun ouders, uitgenodigd voor een onderzoek door het team van de jeugdarts en assistente. Vervolgens vindt er elke twee à drie jaar een vervolgonderzoek plaats
60 Voordat dit onderzoek plaatsvindt, ontvangen de ouders een informatiebrief en een vragenlijst. Hierin wordt toestemming gevraagd om de gegevens uit het onderzoek die van belang zijn voor het goed functioneren van de leerling op school, met de leerkracht door te mogen spreken. De sociaal-medische ontwikkeling van de leerlingen wordt in kaart gebracht om de ouders en school zo goed mogelijk te kunnen adviseren. Tijdens dit onderzoek wordt de leerling onder andere gewogen en gemeten en worden het gehoor en het gezichtsvermogen onderzocht; daarnaast ook de houding en zo nodig de motoriek etc. • Controleonderzoeken Het is mogelijk dat er, altijd in overleg met ouders en kind, een controleonderzoek wordt afgesproken voor bijvoorbeeld lengte, gewicht, ogen of oren. Met de ouders wordt overlegd of het wenselijk is dat zij hierbij aanwezig zijn. De jeugdarts maakt deel uit van de Commissie voor de Begeleiding van de school, samen met de intern begeleider, schoolmaatschappelijk werk en een orthopedagoog of psycholoog. Deze commissie is verantwoordelijk voor de optimale onderwijs situatie van het kind. • Afspraak maken? Een afspraak maken voor het spreekuur kan via telefoonnummer (0592) 30 63 17 (mavr 8.00 - 13.00 uur) of per mail:
[email protected]. Vermeld in de e-mail altijd de naam, de geboortedatum en de school van de leerling. • Nadere informatie Op de G.J. van der Ploegschool, locatie Van Goghlaan en De Windroos is Juliette Heetman de jeugdarts. U kunt haar bereiken via
[email protected] Ook kunt u meer informatie op de website van de GGD vinden: www.ggddrenthe.nl of via twitter: @GGDDrenthe en @JeugdartsDrenthe. Meer informatie over allerlei opvoedingsvragen kunt u ook vinden op www.cjghoogeveen.nl.
61 • Vaccinaties De GGD biedt voor kinderen van 9 jaar een vaccinatie aan tegen difterie, tetanus en polio (DTP) en een vaccinatie tegen bof, mazelen en rode hond (BMR). Alle meisjes krijgen, als ze 12 /13 jaar zijn, een oproep voor een vaccinatieserie tegen baarmoederhalskanker. De oproep voor de vaccinaties wordt naar het huisadres van de leerling gestuurd en hierin staat ook aangegeven waar de vaccinatie gehaald kan worden. Dit zal niet op school zijn.
Kledingvoorschriften Voor teamleden, stagiaires en leerlingen geldt dat het dragen van seksueel uitdagende kleding op school niet wordt toegestaan. Wanneer blijkt dat iemand zich niet aan dit voorschrift houdt, zal hem/haar gevraagd worden zich volgens dit voorschrift te kleden. Als de persoon in kwestie niet voldoet aan dit verzoek, kan hem/haar de toegang tot school ontzegd worden. Onder seksueel uitdagende kleding wordt o.a. verstaan: kleding met een laag decolleté, te korte truitjes, te korte rokken en te laag hangende broeken. Tevens is kleding met daarop discriminerende teksten van welke aard dan ook, niet toegestaan en ook niet het dragen van hoofdbedekking en/of gelaatsbedekking zowel binnen als buiten het schoolgebouw tijdens onderwijssituaties.
Leerplicht en extra vrije dagen Kinderen van 4 jaar zijn niet leerplichtig; u kunt dus bij afwezigheid volstaan met telefonisch of schriftelijk door te geven dat uw kind niet op school komt. Kinderen vanaf 5 jaar zijn volgens de wet leerplichtig en moeten daarom de school op de door de school vastgestelde tijden bezoeken.
62
Voor afwezigheid van uw kind, anders dan door ziekte, heeft u altijd de toestemming nodig. De directeur kan hierbij voor ‘gewichtige omstandigheden’ toestemming geven tot extra verlof van maximaal tien dagen per schooljaar zonder de leerplichtambtenaar van de gemeente daar van in kennis te stellen. Hieronder vallen bijvoorbeeld jubilea, huwelijksfeesten en begrafenissen. Vakantieverlof buiten de schoolvakanties kan onder deze ‘gewichtige omstandigheden’ vallen. Als de kostwinner door de aard van zijn of haar beroep niet in het hoofdseizoen vakantie kan nemen, kan een beroep op deze regeling worden gedaan. Een dergelijke toestemming mag maar één keer per schooljaar worden verleend, het verlof mag niet plaatsvinden in de eerste twee weken na en vlak voor de zomervakantie en het moet acht weken van tevoren worden aangevraagd. Het verzoek tot verlof moet schriftelijk worden aangevraagd bij de directeur. U dient daarvoor gebruik te maken van een formulier dat verkrijgbaar is bij de administratie van de school en ook te downloaden is van de website. De directeur zal schriftelijk meedelen of het verlof wel of niet wordt verleend. Wij zijn wettelijk verplicht leerlingen, die ongeoorloofd verzuimen, te melden bij de leerplichtambtenaar van zijn of haar woonplaats.
Medicijnen De school wordt soms geconfronteerd met een leerling die op school ziek wordt of gewond raakt. Bij plotselinge ziekte van een kind worden medicijnen, bijv. een aspirine, alleen onder verantwoordelijkheid van de EHBO’er gegeven. Wanneer structureel medicijnen toegediend moeten worden, worden afspraken tussen ouders en school vastgelegd in een protocol. Ouders geven bij het inschrijfformulier, door middel van een toestemmingsverklaring voor het toedienen van medicatie, aan of de leerling zelf de medicijnen neemt of ze via de leerkracht krijgt. Ook veranderingen in medicatie graag z.s.m. doorgeven. Medicijnen worden op school per groep bewaard in een afsluitbaar medicijndoosje in een afgesloten kast.
63
Broodmaaltijd Alle leerlingen eten tijdens de middagpauze onder begeleiding van de leerkracht of onderwijsassistent op school hun brood. De kinderen nemen zelf een lunchpakket brood en/of fruit en drinken mee. In enkele groepen is dat niet het geval. De leerlingen kopen met de groepsleiding samen het brood en beleg, dekken tafels etc. Dit doen wij omdat er voor deze groep leerlingen op deze manier belangrijke leervaardigheden worden aangeboden. U wordt hiervan op de hoogte gebracht. Melk of karnemelk kan ook via kostprijs door de school worden verzorgd. De groepsleerkracht kan u vertellen wat het bedrag is. In het VSO bestaat de mogelijkheid om op een aantal middagen iets te bestellen bij de catering om tijdens de middagpauze op te eten. Tegen een geringe vergoeding kunnen leerlingen soep, een broodje gezond of iets dergelijks kopen. Dit is afhankelijk van wat leerlingen die catering hebben op die dag gaan maken.
Protocollen Op school zijn verschillende protocollen aanwezig, zoals voor omgaan met verdriet en rouw, pestgedrag en ten behoeve van ontruiming van de school bij brand.
Reclamemateriaal We geven geen reclamemateriaal mee aan leerlingen dat commercieel van aard is.
Sinterklaasfeest Rond 5 december of op de dag zelf brengt de Sint met zijn Pieten een bezoek aan onze school. Vaak gebeurt dit op een ludieke manier. In het SO krijgt elke leerling een cadeautje. In het VSO wordt er een leuke activiteit bedacht.
64
Schoolfotograaf Een keer in de twee jaar komt de schoolfotograaf op school. In 2014 zal hij weer foto’s van de kinderen komen maken. U hoort hier op tijd van.
Schoolreis/grote excursie Alle groepen van onze school gaan een schoolreis of grote excursie maken. U wordt tijdig op de hoogte gebracht van de plannen en kosten.
Scholierenongevallenverzekering De leerlingen van de G.J. van der Ploegschool zijn verzekerd tijdens schooluren én tijdens andere activiteiten, zoals schoolkampen, schoolreisjes, excursies en uitstapjes in schoolverband. De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering: • Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. De geneeskundige en tandheelkundige kosten zijn gedeeltelijk mee verzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijv. door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets etc.) valt niet onder de dekking. • De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn, bestuursleden, personeel, vrijwilligers, dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten die vaak aanleiding zijn tot misverstand: - Ten eerste is de school c.q. het schoolbestuur niet zonder meer aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand.
65 De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school, of zij die voor de school optreden, moeten dus tekort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is immers mogelijk dat er schade wordt geleden zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid, bijv. tijdens de gymnastiekles een bal tegen een bril. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering en wordt niet door de school vergoed. - Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor schade door onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouder(s)/ verzorger(s) zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten.
Schooltijden Maandag: Dinsdag: Woensdag: Donderdag: Vrijdag:
08.40 - 15.00 uur 08.40 - 15.00 uur 08.40 - 12.15 uur 08.40 - 15.00 uur 08.40 - 15.00 uur de onderbouw is vrij om 12.15 uur
De leerlingen die stage lopen, hebben soms afwijkende schooltijden. De begin-en eind tijden van een stagedag worden bepaald door het stagebedrijf. Stagetijden moeten echter gezien worden als onderwijstijd.
66
Schoolvakanties en vrije dagen Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Pasen Meivakantie Hemelvaartsdag Pinksteren Zomervakantie
19 oktober t/m 27 oktober 2013 21 december t/m 5 januari 2014 22 februari t/m 2 maart 2014 18 april t/m 21 april 2014 26 april t/m 5 mei 2014 29 en 30 mei 2014 9 juni 2014 5 juli t/m 17 augustus 2014
Schorsing en verwijdering De gang van zaken rond schorsing en verwijdering van een leerling op onze school is vastgelegd in een protocol. Bij de verwijdering van een leerling van een school voor primair onderwijs spelen de Wet Primair Onderwijs, de Algemene Wet Bestuursrecht en de Leerplichtwet 1969 een rol. De situaties die van toepassing zijn voor het definitief verwijderen van een leerling, staan niet in deze wetten vermeld. De geldende voorwaarden zijn tot stand gekomen door uitspraken van de rechtelijke macht uit het verleden (jurisprudentie): • Er dient sprake te zijn van herhaald wangedrag met onmiskenbare negatieve invloed op andere kinderen in de groep. Het opnieuw toelaten van de leerling zou de goede gang van zaken op school ernstig belemmeren. • Er dient sprake te zijn van een herhaalde ernstige verstoring van de orde, rust en veiligheid op school. Dit kan zowel door de leerling zelf als door zijn of haar ouders veroorzaakt worden.
67 Deze voorwaarden worden door de rechten beschouwd als essentiële factoren in de afweging van belangen. Het moet voor derden, de bezwarencommissie en later de rechter, zichtbaar zijn dat er sprake is van herhaald gedrag. Om het zichtbaar te hebben, is het noodzakelijk dat er schriftelijke verslagen aanwezig zijn die de situatie beschrijven. Op de school vindt dit plaats via het formulier Registratieformulier incidentmelding.
Studiedagen Dit schooljaar is een aantal studiedagen nodig om aan de kwaliteit van ons onderwijs te werken. De leerlingen zijn deze dagen vrij. U wordt daarvan tijdig op de hoogte gebracht via de nieuwsbrief.
Verjaardagen leerlingen Jarige leerlingen mogen trakteren in hun eigen groep. Ze mogen met een vriendje of vriendinnetje uit de groep, de groepen rond en ontvangen van de personeelsleden behalve de felicitaties ook een sticker om op een kaart te plakken.
Verjaardagen personeel De groepsleerkrachten en klassenassistenten vieren hun verjaardag in de eigen groep: • Voor het SO geldt: de leerlingen krijgen voor de verjaardag van hun meester of juf een berichtje over hoe het verjaardagsfeest zal gaan verlopen. • Voor het VSO geldt: er wordt jaarlijks in elke groep een activiteit georganiseerd om de verjaardag van de groepsleiding te vieren.
68
Vertrouwenspersoon Op onze school hebben we twee vertrouwenspersonen: Bineke van der Haar en Shanna Visser. Personeelsleden kunnen bij Bineke van der Haar terecht. Shanna Visser is de vertrouwenspersoon voor de leerlingen. Wanneer de vertrouwenspersonen van school het probleem niet kunnen oplossen, dan kan de extern vertrouwenspersoon ingeschakeld worden. Als extern vertrouwenspersoon is aan de school verbonden: Mevr. Hetty Bouius; telefoon: 0528 - 26 82 59.
Vervoer Veel kinderen van de G.J. van der Ploegschool/De Windroos, komen met taxibusjes op school. Wanneer u vragen of klachten hebt over het vervoer of wanneer er veranderingen op treden neemt u contact op met de vervoerder. Om alles zo veilig en rustig mogelijk te laten verlopen gelden de volgende afspraken: • De leerlingen die met de busjes gaan, wachten op het plein voor de school tot de leerkracht zegt dat ze naar de busjes kunnen gaan. In de busjes zitten de kinderen in de gordels. • Wanneer u uw kind zelf komt brengen en halen met de auto: - Zet uw auto op een veilige plek langs de kant van de weg. - Haal uw kind van (het plein voor de) school en steek samen de weg over. • Kinderen die zelf met de fiets komen, lopen bij het verlaten van de school naar de weg; daar kunnen ze op de fiets stappen. • Wanneer er geen auto’s op de weg staan, hebben ze beter zicht op het verkeer en kunnen ze veiliger naar huis. Dus parkeer uw auto zo veel mogelijk op de parkeerplaats of in één van de zijstraten. Zie ook de bijlage ‘Veilig naar school’ met de wettelijke regels voor het leerlingenvervoer.
69
Film, foto’s en website Zo nu en dan worden film-opnames gemaakt voor intern gebruik. Als u er bezwaar tegen heeft dat uw zoon of dochter op de film of foto komt, kunt u dit doorgeven aan de groepsleiding. Dat geldt ook voor het plaatsen van foto’s op de website. Van de website kunt u foto’s van activiteiten zelf downloaden.
Zelfredzaamheid en zelfstandigheid Voor de zelfredzaamheid van kinderen is het belangrijk dat ze zo veel mogelijk zelfstandig dingen doen. Het is goed dat leerkrachten en ouders zich regelmatig afvragen of het nog wel nodig is dat ze bepaalde dingen voor de kinderen doen. We denken daarbij aan het aankleden, veters strikken, korsten van het brood snijden, alleen naar binnen gaan en zelf de tas aan de kapstok hangen. Kinderen zullen niet zo gauw zeggen: ‘Dat kan ik zelf wel’. Een duwtje in de rug kan de leerlingen helpen.
Sparen voor een goed doel Elk schooljaar sparen we met de kinderen voor een goed doel. Zo hebben we een flink bedrag kunnen geven in februari 2013 aan een project in Mozambique. Op dit moment sparen we voor de stichting ‘Kind en hulphond’. Op maandag mogen de kinderen geld meenemen van huis.
70
Bijlage 1 Veilig naar school De ANWB heeft de regels voor het vervoer van kinderen op een rijtje gezet en geeft ook een aantal adviezen. Regels: • Te voet: voetgangers moeten gebruik maken van het trottoir of het voetpad. Ze gebruiken het fietspad als er geen trottoir of voetpad is. Is er ook geen fietspad, dan moeten voetgangers de wegberm of de uiterste zijde van de rijbaan gebruiken. • Per fiets: de fietser moet gebruik maken van het fietspad indien dit aanwezig is en anders moet aan de meest rechter zijde van de weg gefietst worden. Natuurlijk moet de fiets aan de veiligheidseisen voldoen. • Achter op de fiets: kinderen beneden de acht jaar mogen alleen op de fiets worden vervoerd indien ze op een doelmatige en veilige zitplaats met voldoende steun voor de rug, handen en voeten zitten. • Achter op de bromfiets: ook hier moeten kinderen onder de acht jaar een doelmatige en veilige zitplaats met voldoende steun voor de rug, handen en voeten hebben. Bovendien moeten ook passagiers een goed passende helm dragen, die door middel van een sluiting op deugdelijke wijze op het hoofd is bevestigd. De helm moet voorzien zijn van een goedkeuringsmerk • Achter op de snorfiets: hiervoor gelden dezelfde regels als voor op de fiets. Een helm is niet verplicht • Vervoer per schoolbus en ander betaald personenvervoer: per 1 januari 2004 moeten kinderen vanaf vier jaar over een eigen zitplaats beschikken. Beschikbare gordels moeten worden gedragen. • In de auto: Vanaf 1 maart 2006 gelden de volgende regels voor het vervoer van kinderen: Kinderen kleiner dan 1,35 m moeten een autostoeltje of stoelverhoger gebruiken, kinderen groter dan 1,35 m en volwassenen moeten de autogordel gebruiken en mogen zo nodig ook een stoel¬verhoger gebruiken. De autostoeltjes en stoelverhogers moeten goedgekeurd zijn; dit is te zien aan een keuringslabel of -sticker. Voor een goede werking moet het autostoeltje of de stoelverhoger op de juiste manier zijn vastgezet.
71 - Te weinig gordels Als er meer passagiers zijn dan gordels, dan mogen kinderen groter dan 1,35 m en volwassenen los op de achterbank zitten, zolang de aanwezige gordels maar door andere passagiers worden gebruikt. - Te weinig plaats Als op de achterbank al twee autostoeltjes of stoelverhogers in gebruik zijn, is er vaak geen plaats meer voor een derde. In zo’n geval mag een kind vanaf 3 jaar op de overgebleven zitplaats de gordel gebruiken. - Geen gordels achterin Kinderen jonger dan 3 jaar mogen niet op de achterbank vervoerd worden als daar geen gordels aanwezig zijn. De gordels zijn immers nodig om het autostoeltje vast te maken. Kinderen vanaf 3 jaar en volwassenen mogen in dat geval los op de achterbank zitten. - Geen gordels voorin én achterin Als voorin de auto ook geen gordels aanwezig zijn, mogen kinderen tot 3 jaar helemaal niet worden meegenomen. Kinderen van 3 jaar en ouder mogen in een auto zonder gordels niet voorin zitten als ze kleiner zijn dan 1,35 m. - Vervoer van ‘andere’ kinderen Van ouders en pleegouders wordt verwacht dat ze voor hun eigen kind een autostoeltje of stoelverhoger in de auto hebben. Maar er rijden misschien ook wel eens andere kinderen mee, bijvoorbeeld spelertjes van een jeugdteam naar een uitwedstrijd. Voor deze kinderen kan niet altijd een autostoeltje of stoelverhoger aanwezig zijn. Bij dit soort incidenteel vervoer over beperkte afstand (dus niet op een vakantiereis) mogen op de achterzitplaatsen kinderen vanaf 3 jaar (maar niet de eigen kinderen) volstaan met gebruik van de gordel. Zorg, als dit soort vervoer vaker voorkomt, toch voor één of meer extra autostoeltjes of stoelverhogers, want dat is echt veel veiliger. - Taxi- en busvervoer In bussen en op de achterbank van een taxi is een autostoeltje of stoelverhoger niet verplicht. Kinderen vanaf 3 jaar en volwassenen moeten dan de gordels gebruiken, voor zover aanwezig, en kinderen jonger dan 3 jaar mogen in dat geval los worden vervoerd. Neem bij voorkeur geen kind op schoot, want dat is riskant bij een frontale botsing
72 - Verkeerd gebruik Autogordels, autostoeltjes en stoelverhogers werken alleen goed als ze gebruikt worden op de manier die door de fabrikant is voorgeschreven. Het is verboden om het schuin lopende deel van de gordel onder de arm of achter het lichaam langs te leiden. De gordel is niet ontworpen om zo te worden gebruikt en werkt dan ook niet goed. Als de gordel over de hals loopt in plaats van over de schouder, gebruik dan een goedgekeurde stoelverhoger of gordelgeleider. Adviezen: • Fiets gedurende een lange periode met uw kind mee en wijs hem/haar op de gevaren. • Kies de veiligste route en houd de veiligheid van de fiets goed in de gaten. • Zeker tot 14 jaar zijn kinderen in het verkeer snel afgeleid. • Voor het vervoer met de auto is de wettelijke regeling dat er meer kinderen mogen worden vervoerd dan er gordels aanwezig zijn. Natuurlijk is het veiliger kinderen in een geëigend beveiligingsmiddel te vervoeren en niet méér kinderen mee te nemen dan er beveiligingsmiddelen beschikbaar zijn. • Laat kinderen altijd aan de kant van de stoep uit- en instappen. • Ouders die de kinderen met de auto naar school brengen, moeten extra letten op de veiligheid van de kinderen die lopend of fietsend komen en gaan, dus niet op de stoep parkeren en fietsende en lopende kinderen de ruimte geven. • Bij het organiseren van uitstapjes moet de school ook rekening houden met het maximale aantal kinderen per auto dat overeenkomt met het aantal gordels in de auto.
73
Bijlage 2 Namenlijst personeel Alida Gründmann Antoinette de Boer Bineke van der Haar Boi van Genne Carline van Rooijen Christa Stevens Daniëlle Luchies Daniëlle van Zwol Frederika Bunskoeke Gea Eikelenboom Gea Pool Geranne Finke Gerda Onvlee Gerrit Boxem Gideon Weppner (ICT) Giny Snippe Harmke Leijssenaar
Henk Peter Nanninga Henny Vroom Henriëtte Jansen Hilde Waninge Ineke Janssen Janko Ekkel Janny Kampman Jeanet Mulderij Jelmer Bakker Jim Langeveld Joke Vinke Lucette Mulderij Linda Raven Maaike Tietema Marieke van Vliet Marion Zijlstra Marleen Buitenkamp
Marjolein Knol Marloes Smit Mathilde Leerdam Nicky v/d Berg Pieter Nijmeijer Rianne Guichelaar Riëtta Schonewille Roelinda Tip Saskia Bakker (secr. St. Legato) Shanna Visser Silvia Bakker Sophia de Vent Tineke Lovers Truus Smink Willy Smit
74
Contact Stichting Legato Hoogeveen Van Goghlaan 3 7901 GK Hoogeveen Tel: 0528 - 35 42 29 Mail:
[email protected]
Colofon © juni 2013 Stichting Legato Hoogeveen ontwerp & fotografie Martine Hoving, Assen