IBL BEKENT KLEUR Landelijk Beroeps- en Competentieprofiel Bacheloropleiding International Business and Languages 2010
International Business. De IBL’er is in staat om op professionele wijze de bedrijfsmatige processen rondom internationaal zaken doen te ontwikkelen, uit te voeren en aan te sturen. International Communication. De IBL’er is in staat om internationale zakelijke communicatie op professionele wijze in drie moderne vreemde talen vorm te geven. Intercultural Awareness. De IBL’er heeft inzicht en kennis van het belang van interculturele verschillen op de diverse fases van het proces van internationaal zaken doen en kan zich inleven in verschillende culturen ter ondersteuning van de bedrijfsmatige processen rondom internationaal zaken doen.
Landelijke Overleg IBL Hanneke Barents Margriet Verbrugge Pieter van Essen
Croho titel
INTERNATIONAL BUSINESS AND LANGUAGES
Croho nummer
34407
Datum van aanlevering
17 december 2010
Opleidingsoverleg/domeinoverleg
Landelijk Overleg International Business and Languages (LOO IBL)
Contactpersoon (e-mailadres)
[email protected] , voorzitter
[email protected] , secretaris en plaatsvervangend voorzitter
[email protected], penningmeester
Opmerkingen
De titel van het opleidingsprofiel is: IBL Bekent Kleur, Landelijk Beroeps- en competentieprofiel 2010, Bacheloropleiding International Business and Languages.
Betrokkenheid werkveld
De eerste gesprekken op landelijk niveau met een vertegenwoordiging van het werkveld hebben plaatsgevonden tussen april en december 2008. In het najaar 2010 heeft een tweede serie gesprekken plaatsgevonden. Daarna is het profiel bijgewerkt volgens de aanwijzingen van het werkveld. Betrokken zijn: 1.
VNO/NCW, contactpersoon dhr. Chiel Renique
2.
MKB Nederland, contactpersoon dhr. Chiel Renique
3.
Fenedex, contactpersoon dhr. Bart Jan Koopman, directeur
4.
Nima, contactpersoon mw. Froukje Hilarides
5.
DDMA (Direct Dialogue Marketing Association), contactpersoon mw. D Janssen, bureaudirecteur
Op regionaal niveau hebben per hogeschool verkennende gesprekken plaatsgevonden tussen april en december 2008. In het najaar 2010 hebben de hogescholen de conceptversie 2010 voorgelegd aan hun werkveldadviesraden. In totaal zijn vele commissieleden, die diverse voor de opleidingen IBL relevante bedrijven vertegenwoordigen, geraadpleegd. Ook hun commentaren zijn ingebracht in het landelijk overleg, op basis waarvan het profiel is bijgewerkt. Zie voor concrete gegevens, bijlage 2 van dit profiel.
1
Relevante competentiedocumenten
Nieuw opleidingsprofiel: International Business and Languages IBL Bekent Kleur, Landelijk Beroepsen competentieprofiel 2010
Betrokken Hogescholen
9.
Hogeschool van Arnhem
1.
Avans Hogeschool
2.
Christelijke Hogeschool Windesheim
3.
Fontys Hogeschool
10. Hogeschool Zeeland
en Nijmegen
4.
Hanzehogeschool Groningen
11. Hogeschool Zuyd
5.
Hogeschool INHOLLAND
12. NHL Hogeschool
6.
Hogeschool Rotterdam
13. Saxion Hogeschool
7.
Hogeschool Utrecht
14. Stenden Hogeschool
8.
Hogeschool van Amsterdam
2
Voorwoord Met gepaste trots presenteren we u het Landelijk Opleidingsprofiel IBL van de Bacheloropleiding International Business and Languages ‘IBL bekent kleur’. In dit document kunt u lezen met welk profiel de Nederlandse IBL-opleidingen zich presenteren aan haar studenten, docenten en de werkgevers waar onze studenten na hun opleiding terecht komen. We hebben dit document ‘IBL bekent kleur’ genoemd, omdat we drie hoofdcompententiegebieden onderscheiden die in onze opleidingen centraal staan: International Business; International Communication; Intercultural Awareness. Door de sterke focus op deze zaken ontwikkelen onze studenten zich tot wereldburgers die zich als een vis in het water voelen als ze zaken doen in een internationale context. Studenten die zich als eerstejaars bij ons melden, ontpoppen zich door hun samenwerking in internationale teams tijdens hun studie buitenland of een buitenlandse stage tot volwassen werknemers die creatief, ondernemend en flexibel onverwachte situaties het hoofd kunnen bieden. Ze hebben kennis van marketing en export en zijn in staat om in ten minste drie talen effectief zaken te doen. Dit Opleidingsprofiel is tot stand gekomen door een nauwe samenwerking tussen Opleidingsmanagers van hogescholen waar deze opleiding aan studenten wordt aangeboden én vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven zowel op landelijk als regionaal niveau. Dit comakership willen we in stand houden, ook al is het profiel op dit moment afgerond. De IBL opleidingen staan ten dienste aan het werkveld en de maatschappij. Op alle ontwikkelingen zoals deeltijds-of afstandsonderwijs, aansluiting bij de Bachelor of Business Administration en nog niet voorspelde ontwikkelingen zullen de IBL opleidingen reageren. We danken het Sectoraal Advies College Hoger Economisch Onderwijs van de HBO-raad voor advies en inhoudelijk commentaar. Dit IBL profiel is geheel eigenstandig voor alle IBL opleidingen in Nederland, ongeacht welke bachelorgraad deze afgeven. We spreken daarom ook van de competenties IBL en de Body of Knowledge and Skills IBL. De taalniveaus in dit profiel zijn dus ook maatgevend voor alle IBL opleidingen. Wanneer over het Landelijke Overleg IBL (LOO IBL) of over wij wordt gesproken wordt altijd het werkveld en alle stakeholders bedoeld. Ton Flierman en Annemien van der Veen hebben met het bestuur LOO IBL meegeschreven aan het document. December 2010
3
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ................................................................................................................ 5 1. VISIE OP HET BEROEP ............................................................................................. 6 1.1. Internationaal zakendoen ................................................................................... 6 1.1.1. Schakel tussen bedrijf en internationale omgeving ............................................ 7 1.1.2. Communiceert internationaal ........................................................................ 8 1.1.3. Opereert op een breed zakelijk gebied ............................................................ 9 1.1.4. Is ondernemend en innovatief ....................................................................... 9 1.2. Beroepenveld, beroepsrollen, beroepstaken en beroepsproducten. ............................ 10 1.2.1. Beroepenveld ............................................................................................ 10 1.2.2. Beroepsrollen. ........................................................................................... 10 1.2.3. Beroepstaken. ........................................................................................... 11 1.2.4. Beroepsproducten ...................................................................................... 12 1.3. Ontwikkelingen ............................................................................................... 12 1.3.1. Mens en omgeving, wereldburger ................................................................. 13 1.3.2. Sociale digitale netwerken ........................................................................... 13 1.3.3. Internationale economie ............................................................................. 14 1.3.4. Aandacht voor Duurzaamheid ...................................................................... 15 1.4. IBL focus: International Business ondersteund door Communicatie ........................... 16 1.5. Vergelijkbare Opleidingen in het buitenland .......................................................... 17 2. PROFESSIONELE BACHELOR .................................................................................... 18 2.1. Niveaus domeincompetenties 2005 ..................................................................... 18 2.2. De HBO-standaarden, Dublin-Descriptoren en HBO-kwalificaties ............................... 18 2.3. Het vereiste niveau moderne vreemde talen voor beroepsbeoefening IBL ................... 20 3. DE EINDKWALIFICATIES IBL: IBL BEKENT KLEUR ........................................................ 22 3.1. Competenties IBL ............................................................................................ 22 3.2. Body of Knowledge and Skills IBL ....................................................................... 29 Bijlage I: Can Do statements ....................................................................................... 36 Bijlage II: Gesprekspartners in hogescholen en beroepenveld ............................................ 39
4
INLEIDING Het landelijk overleg van de opleidingen International Business and Languages (IBL) is een overlegorgaan waarin alle Nederlandse opleidingen IBL aan instellingen voor Hoger Beroepsonderwijs zijn vertegenwoordigd. Een van de doelstellingen van het landelijk overleg IBL is om de opleiding IBL op een heldere en eenduidige wijze te positioneren naar alle belanghebbenden. Het Beroeps- en Competentieprofiel IBL 2010 dat nu voor u ligt, vervangt het landelijk competentieprofiel IBL uit 2003. Het profiel is tot stand gekomen in overleg met de representatieve vertegenwoordigers van het werkveld, VNO-NCW, MKB Nederland en met relevante brancheverenigingen zoals Fenedex en NIMA. Het document geeft een overzicht van het actuele beroeps- en competentieprofiel van de bacheloropleidingen IBL. Het beschrijft de aspecten die beroepsbeoefening karakteriseren. Daarnaast geeft het een schets van de maatschappelijke en economische ontwikkelingen die wat ons betreft van betekenis zijn voor hedendaagse beroepsbeoefening. Het document beschrijft het beoogde niveau én de eindkwalificaties van de IBL-professional. De eindkwalificaties zijn in het landelijk beroeps- en competentieprofiel beschreven. Ze zijn enerzijds zó concreet beschreven dat ze de betrokken partijen (onderwijs, werkveld) een duidelijk beeld bieden van de beroepsmatige vermogens van elke juist afgestudeerde professional International Business and Languages. Anderzijds bieden ze de opleidingen voldoende ruimte voor eigen inkleuring en accentuering. Dit landelijk beroeps- en competentieprofiel ligt ten grondslag aan de major van elk HBO-bachelorcurriculum IBL in Nederland. We gaan ervan uit dat binnen elke opleiding de onderverdeling in major en minor gemeengoed is en dat de minor 30 EC telt. In dit document zijn de eindkwalificaties beschreven als competenties waarbij een competentie wordt opgevat als een set van (handelings)bekwaamheden waarover iemand moet beschikken om in de context van een concrete beroepsuitoefening, een specifieke taak te kunnen uitvoeren, een probleem te kunnen oplossen of een situatie te kunnen hanteren. De opleiding IBL maakt in meerderheid deel uit van het bachelordomein Commerce, een domein waartoe verder behoren de opleidingen Commerciële Economie, Small Business & Retail Management, Food & Business en Trade Management Azië. In IBL bekent kleur worden de in 2005 door het Domein Commerce opgestelde en door het werkveld gevalideerde doelstellingen en competenties en de in 2008 opgestelde Body of Knowledge and Skills Commerce op IBLniveau geformuleerd. De minimaal te behalen taalniveaus zijn hoger dan die in de domeincompetenties Commerce en internationaliseringcompetenties zijn expliciet geformuleerd. Het IBL profiel IBL bekent kleur is vanaf heden maatgevend voor alle IBL opleidingen. In het eerste hoofdstuk geven wij een beeld van beroepsbeoefening IBL op HBO-bachelorniveau. Wij geven de voornaamste kenmerken, de kerntaken, de beroepsproducten, de beroepsrollen, de actuele ontwikkelingen in het beroep en de positionering van IBL ten opzichte van het domein Commerce. In het tweede hoofdstuk beschrijven we het specifieke HBO bachelorkarakter van de opleiding. In hoofdstuk drie geven we de eindkwalificaties IBL in de vorm van competenties IBL en de Body of Knowledge and Skills IBL.
5
1. VISIE OP HET BEROEP 1.1. Internationaal zakendoen De Nederlandse economie leunt van oudsher op internationale handel. Nederland wordt ook wel een doorvoerland genoemd van producten naar Europa. Als Europese economische gemeenschap, inclusief de invoering van de euro en de openstelling van de grenzen, wordt de hedendaagse Nederlandse economie een onderdeel van één Europese economie, inclusief voorrechten en beperkingen. Als het zeer zwaar weer is met de economie van een enkel land uit de gemeenschap, om wat voor reden dan ook, komt de gehele Europese economische gemeenschap onder druk. Kortom, zakendoen in Nederland is vroeger en nu nog steeds internationaal zakendoen, waarbij het ernaar uitziet dat in de tegenwoordige tijd het internationale karakter eerder toeneemt dan dat het ooit nog af zal nemen. En om succesvol internationaal zaken te kunnen doen, zijn specifieke vermogens vereist, dat wist en weet men, vroeger en nu. Als we over internationaal zakendoen spreken, hebben we het ook over globalisering. Deze term heeft enerzijds betrekking op de uitbreiding van het internationale karakter van de economie dat wil zeggen de gestage toename van de wereldwijde vertakkingen en wereldwijde afhankelijkheden en verwevenheden. Maar globalisering als term wordt ook gebruikt voor een trend die ons op diverse vlakken raakt, economisch, maatschappelijk, politiek, sociaal, persoonlijk. We ontkomen er niet aan: of het nu gaat om de versterking van de internationale economische positie van China en de betekenis ervan voor bijvoorbeeld Nederland, om het internationale debat over global warming, het gemak waarmee we kennis nemen van internationale nieuwsfeiten aan de andere kant van de wereld, de op kenniseconomie georiënteerde internationale concurrentiepositie van Nederland, de internationale samenstelling en het samenleven van de Nederlandse bevolking, de internationale uitwisseling van studenten of het op een avond achter de computer surfen op het internet op zoek naar een product, dienst of een internationale game waaraan deelgenomen kan worden. De hedendaagse mens is wereldburger, het bedrijfsleven opereert op wereldschaal en wil en moet toegerust zijn voor internationale concurrentie, internationale afzet, outsourcing en off-shoring van bedrijfsprocessen, internationale inkoop, internationaal geldende regelgeving, de betekenis van opengestelde grenzen voor benodigde expertise en internationale communicatie. Globalisering op de huidige schaal en in het huidige tempo (communicatie in real time over alle uithoeken van de wereld) is mogelijk geworden dankzij ontwikkelingen op het gebied van digitale communicatie, technische ontwikkelingen en natuurlijk ook dankzij politiek maatschappelijke ontwikkelingen ofwel, dankzij de wens van de burgers om wereldburger te zijn. De mens mag dan wereldburger zijn geworden en het hedendaagse zakenleven mag over de gehele wereld zaken doen, dat betekent niet dat iedereen elkaar direct verstaat en dat zakelijke doelstellingen in een oogwenk voor iedere gesprekspartner duidelijk zijn. Het betekent evenmin dat een product dat in het ene land succesvol is dat zonder meer in een ander land ook is. Internationale transacties mislukken soms om simpele culturele verschillen die door de zakenpartners niet begrepen zijn, gebrek aan geduld om te gaan met regelgeving, gebrek aan kennis van arbeidsverhoudingen enzovoorts. Kortom, voor succesvol zakendoen is meer vereist dan een breed pakket aan alleen internationaal zakelijke vermogens. Dat naast beheersing van de taal ook inzicht in cultuur en kennis van het land absoluut vereist zijn, was in Nederland al 6
duidelijk bij de start van de handelsmissiepost op Deshima (1647). Ook het kolonialistische Nederlandse zakenleven en de overheid zijn zich er steeds van bewust geweest dat om gedaan te krijgen wat men wilde, inzicht in de andere cultuur en het vermogen tot communicatie met mensen van die andere cultuur essentiële voorwaarden voor duurzaam economisch succes waren, ondanks het geweld waarmee men zich verzekerde van een monopolie of bijvoorbeeld de regionale productie van koffie op een plek waar andere landbouw was. In een tijdperk waar afdwingen van handel is vervangen door vrije economie zijn deze vermogens van veel grotere betekenis geworden. In de opleidingstitel ‘International Business and Languages (IBL) bekent kleur’ komt precies het inzicht tot uitdrukking dat voor internationaal zakendoen in een context van globalisering, naast een breed pakket zakelijke commerciële vermogens, juist ook heel nadrukkelijk specifieke communicatieve en culturele vaardigheden noodzakelijk zijn. Ondernemingen (zowel uit het midden- en kleinbedrijf als multinationals) die internationaal willen opereren, hebben medewerkers nodig die verstand hebben van internationaal zakendoen in de volle betekenis. En dat houdt werkelijk in dat zij naast een breed pakket zakelijke vermogens ook een breed pakket internationale vermogens hebben ontwikkeld als absolute voorwaarde voor succesvol internationaal zakendoen. De bacheloropleiding IBL is bij uitstek een bacheloropleiding die expliciet professionals opleidt die in staat zijn om het bedrijfsleven te helpen succesvol te opereren in een steeds toenemende internationale commerciële arena, dankzij ontwikkeling op een combinatie van brede zakelijke vermogens en internationale communicatieve vermogens. De bacheloropleiding International Business and Languages is een opleiding van deze tijd. De opleiding leidt studenten op tot professionals die uitstekend in staat zijn om zaken te doen met zakenpartners met een andere culturele achtergrond. IBL’ers deinzen er niet voor terug om het vliegtuig te pakken om een vraagstuk in een ander land te onderzoeken. Het zijn eigentijdse professionals die weten hoe ze moderne media in kunnen zetten om optimaal te opereren op het speelveld van directe communicatie en dit in meerdere talen. Tijdens de opleiding leren ze wat ethisch verantwoord handelen is. Ze zijn in staat het vertrouwen van de potentiële buitenlandse zakenpartner in het product of de dienst te versterken, waarbij ze de belangen van de organisatie waarvoor ze opereren geen moment uit het oog verliezen. In de volgende paragrafen werken wij de karakteristieke kwaliteiten uit van een IBLprofessional zoals wij die zien en zoals deze nodig is t.b.v. het op internationaal zakendoen georiënteerde Nederlandse zakenleven.
1.1.1. Schakel tussen bedrijf en internationale omgeving In het Landelijk Opleidingsprofiel IBL 2003 karakteriseerden wij de professional International Business and Languages als de schakel tussen zijn bedrijf en de internationale omgeving die de belangen van zijn bedrijf of organisatie in kaart kan brengen, doelen kan stellen en deze kan vertalen in plannen. Hij legt en onderhoudt contacten met de internationale relaties van zijn bedrijf of organisatie, met name op de onderstaande drie gebieden: •
Internationaal inkoop-, verkoop- en accountmanagement
•
Internationaal communicatiemanagement
•
Exportmanagement, waarbij de IBL’er zich bezig houdt met de logistieke, financiële en verzekeringstechnische aspecten van het internationale goederenverkeer.
De IBL’er vertaalt deze contacten in activiteiten op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Wij zijn van mening dat deze karakterisering nog steeds stand houdt. Het impliceert een specifieke dynamiek in het internationale zakendoen. Afhankelijk van de omgeving, het bedrijf, 7
de organisatie en de doelstellingen bepaalt de IBL’er steeds opnieuw welke taken en verantwoordelijkheden tot zijn gebied behoren zodat het bedrijf of de organisatie haar internationale zakelijke doelstelling kan realiseren. De IBL’er is de medewerker die onderzoek verricht naar concrete ontwikkelingen in een ander land of regio, die resultaten over het voetlicht brengt van zijn bedrijf, die de consequenties van het onderzoek intern doordenkt en communiceert en die zijn organisatie intern beïnvloedt. Vanuit ontwikkelingen in die buitenlandse markt, wensen van de markt en de culturele context waarin geopereerd moet worden, draagt de IBL’er eraan bij om het bedrijf of de organisatie hierop te richten. Omgekeerd zal de IBL’er de producten en diensten van zijn bedrijf onder de aandacht van de buitenlandse omgeving brengen (externe omgevingsbeïnvloeding). In de eerste plaats gaat het dan om het verrichten van internationaal onderzoek hoe het product of de dienst het beste in de (internationale) markt gezet kan worden. Maar daarnaast is het natuurlijk ook een kwestie van internationale communicatie en het winnen van vertrouwen. De hedendaagse IBL’er opereert in die zin als een schakel tussen zijn bedrijf en de internationale omgeving. Dat zeiden we in 2003 en dat zeggen we nu. Maar ten opzichte van de definitie van het beroep in 2003 is daarbij in 2010 de internationale zakelijke oriëntatie van de IBL-professional in betekenis toegenomen, wat mede tot uitdrukking komt in de positionering van de opleiding onder het bachelordomein Commerce. De IBL’er is gericht op internationaal zaken doen en op de noodzakelijke voorwaarde daarvoor: internationale zakelijke communicatie – zo moet de betiteling als schakel worden begrepen.
1.1.2. Communiceert internationaal Het bovenstaande maakt duidelijk dat een IBL’er internationaal communicatief bekwaam is, schriftelijk en mondeling, gerelateerd aan realisatie van commerciële zakelijke doelstellingen van het bedrijf, uiteenlopende van (interne en externe) communicatie, sales, inkoop, concreet relatiebeheer en relatieontwikkeling. Daarbij is hij goed bekend met een breed spectrum aan (moderne) op het commerciële gerichte communicatiemiddelen en zet deze middelen in t.b.v. de realisatie van de doelstellingen. Elke professional IBL beheerst daartoe ten minste drie moderne vreemde talen, waarbij Engels verplicht is. Waarom drie? Omdat hij daarmee aan het grootste deel van het internationale zakelijke verkeer kan deelnemen, in Europa en op wereldniveau: •
Gezien het belang van het Engels als wereldtaal is elke IBL’er bekwaam in de Engelse taal op hoog niveau (zie 2.3);
•
Onderzoek leert dat er voor de Nederlandse economie en Europese economie, naast het Engels, vier talen zijn die qua belang in het oog springen: Duits, Frans en in wat mindere mate Spaans en Italiaans. Het is verder duidelijk dat in de tegenwoordige tijd de economische betekenis van met name Brazilië, Rusland, India en China (BRIC), toeneemt en verder zal toenemen. Onderzoek naar het gebruik van moderne vreemde talen onder alumni leert echter dat het aandeel van deze talen in het dagelijks gebruik vooralsnog ver achterblijft bij de bovenstaande talen. Engels, Duits, Frans en in mindere mate Spaans en Italiaans, worden steeds als de belangrijkste talen in het bedrijfsleven genoemd. Het landelijk opleidingsoverleg IBL doet geen uitspraken over welke de twee moderne vreemde talen naast Engels dienen te zijn, wel over het beheersingsniveau (zie 2.3). De opleidingen beargumenteren dus zelf hun keuze voor de beide overige talen.
8
De IBL-professional opereert in verschillende landen en culturen. Daarom heeft hij inzicht in culturele grondslagen, leeft hij zich snel in andere culturen in en begrijpt hij gedrag van zijn internationale zakenpartner ook als uitdrukking van een bepaalde culturele karakteristiek. Het ontwikkelen van respect voor andere culturen is daarbij uitgangspunt.
Een deel van deze internationale vermogens kan goed worden ontwikkeld via studie aan de Nederlandse hogeschool, maar het landelijk opleidingsoverleg IBL constateert dat de ontwikkeling van een aantal competenties buitenlandervaring vereist. Het landelijk opleidingsoverleg IBL acht het daarom noodzakelijk voor de ontwikkeling van internationaal zakendoen en de daarvoor noodzakelijke internationale taalvaardigheden, - communicatieve vaardigheden en - culturele vaardigheden, dat elke student ten minste voor 30 EC aan studiepunten in het buitenland realiseert via bijvoorbeeld een studie aan een buitenlandse universiteit, via een stage in het buitenland of via andersoortige activiteiten in aansluiting op de opleidingen zoals gezamenlijke projecten tussen opleiding en internationale partners bij werkbedrijven.
1.1.3. Opereert op een breed zakelijk gebied Wij hebben al gezegd dat het bedrijfsleven dat internationaal opereert, behoefte heeft aan professionals die op een breed zakelijk gebied kunnen opereren. In het bijzonder gaat het daarbij om internationale marketing, internationale marketingcommunicatie, internationale sales en export. Het landelijk opleidingsoverleg IBL kiest vanuit die invalshoek voor een open karakterisering van de opleidingen IBL: de opleidingen IBL leiden studenten op tot beginnende professionals in internationale, zakelijke functies. Het beroep is qua zakelijke vermogens een breed georiënteerd beroep, want de professional IBL heeft een breed scala aan verantwoordelijkheden en taken rond internationaal zaken doen bij internationaal georiënteerde bedrijven en organisaties, gevestigd in binnen- en buitenland. De IBL’er richt zich daarbij in hoofdzaak op business tot business marketing and sales, minder op consumentenmarketing and -sales, wel op consumentenvraagstukken.
1.1.4. Is ondernemend en innovatief Wij zeiden dat internationaal zakendoen van alle tijden is, maar dat de tegenwoordige tijd kan worden gekarakteriseerd als een tijd van vanzelfsprekende en toenemende focus op de gehele wereld (globalisering). Wát bedrijven en organisaties internationaal gaan doen, hoe zij internationale markten betreden, welke markten, hoe zij producten verwerven, wat hun internationale oogmerken zijn en wat zij behoren te weten van andere culturen, verschilt per bedrijf en organisatie. Zeker is dat bij uitstek de IBL’er een rol speelt in deze dynamiek van verregaande internationalisering. Vanuit deze ontwikkelingen gedacht, heeft de IBLberoepsbeoefening, zeker binnen met name MKB-bedrijven, tot op de dag van vandaag ook een pionierskarakter. Dat is wat verschillende professionals IBL kenbaar maken: de IBL’er geeft zelf invulling aan het werk en de context, bouwt de internationale functies en ook de internationale gerichtheid van bedrijven en organisaties mede zelf op. Voor beroepsbeoefening zijn een ondernemende grondhouding, creatieve vermogens, een onderzoekende houding, inventiviteit, ondernemende en innovatieve gerichtheid essentieel. De opleidingen IBL zien de ontwikkeling van een internationaal opererende professional die in staat moet zijn om zich steeds buiten de gebaande, zekere paden te begeven in vreemde en andere culturele contexten als hun doelstelling.
9
1.2. Beroepenveld, beroepsrollen, beroepstaken en beroepsproducten. Een IBL-professional wil de schakelfunctie vervullen tussen bedrijf en internationale omgeving. Hij opereert zakelijk en is daartoe commercieel ingesteld, internationaal communicatief toegelegd, heeft een brede zakelijke internationale oriëntatie en opereert steeds ondernemend en vernieuwend. Op die manier is de IBL’er een professional die body geeft aan de internationale zakelijke ambities, die reist, die op de plek zelf het gesprek voert met de zakenpartner in zijn taal of een taal waarin beiden zich kunnen uitdrukken, kansen ontdekt en over het voetlicht brengt van zijn bedrijf. In deze paragraaf geven we een beeld van wat wij als karakteristieke taken beschouwen, wat karakteristieke beroepsproducten zijn en welke rollen de IBL’er vervult.
1.2.1. Beroepenveld IBL’ers werken voor een breed scala aan commerciële ondernemingen, uiteenlopend van MKBbedrijven die internationaal (willen) opereren tot grote multinationale ondernemingen. Zij werken ook voor kleinere en grotere internationaal opererende organisaties uit de non-profit sector waar behoefte aan internationaal zakelijk opgeleide medewerkers bestaat. Een IBL’er kan in vrijwel alle branches werkzaam zijn. Naast in dienstverband, opereert een IBL’er ook als zelfstandig ondernemer. In het midden- en kleinbedrijf opereert een IBL’er veelal als generalist en heeft hij een brede verantwoordelijkheid. In een groter internationaal opererend bedrijf, soms een multinational, opereert de IBL’er in de regel op een meer specialistisch werkterrein. De meest voorkomende functies van de IBL’er zijn: •
Internationaal inkoop-, verkoop- en accountmanagement o
•
Medewerker international sales met doorgroei naar international sales manager
o
Assistent account manager met doorgroei naar international account manager
o
Assistent internationaal inkoper met doorgroei naar hoofd inkoper
o
Medewerker direct marketing met doorgroei naar direct marketing manager
o
Medewerker landendesk met doorgroei naar area manager
Internationaal communicatiemanagement o
Assistent PR/PA-afdeling met doorgroei naar hoofd PR en voorlichting
o
Medewerker externe zaken met doorgroei naar manager externe zaken
o
Assistent conference manager met doorgroei naar conference corporate
o
Medewerker marketing communicatie met doorgroei naar hoofd marketing
communication communicatie •
Exportmanagement o
Marketing services medewerker met doorgroei naar relatiebeheerder buitenland
o
Assistent exportmanager met doorgroei naar export manager
o
Assistent area manager met doorgroei naar area manager
1.2.2. Beroepsrollen. IBL’ers vervullen verschillende rollen rondom internationaal zakendoen, in de praktijk gaat het natuurlijk steeds om combinaties van deze rollen. Wij zien dat vier typerende rollen de 10
boventoon voeren, namelijk de adviseur, de leidinggevende, de bemiddelaar en de dienstverlener: •
De adviserende rol. Zeker aan het begin van zijn carrière zal de IBL’er zijn plaats moeten vinden en veroveren binnen de organisatie waarin hij werkzaam wordt. Hij zal op basis van kennis van zaken en analytische vaardigheden, onderbouwde voorstellen doen naar het management voor wat betreft de internationale zakelijke activiteiten – hij moet in staat zijn deze voorstellen over het voetlicht te brengen en te verdedigen. Hij kan overigens ook opereren als een externe consultant internationale ontwikkeling bij een hiervoor gespecialiseerd bedrijf of (regionale, provinciale) dienst;
•
De aansturende of leidinggevende rol. Als de IBL’er zijn plek in het bedrijf of de organisatie gevonden heeft, zal hij meer verantwoordelijkheid voor internationale zakelijke activiteiten gaan dragen en deze en nieuwe internationale processen en activiteiten zelfstandig vorm gaan geven. Hierbij dient hij initiatieven te ontplooien, het hiervoor benodigde onderzoek te initiëren en uit te (laten) voeren, durf te tonen door bijvoorbeeld te komen met verrassende en creatieve voorstellen, (investerings)risico’s in te (laten) schatten en leiding te geven aan een team van professionele medewerkers die elk vanuit hun eigen invalshoek inbreng hebben;
•
De bemiddelende rol. De IBL’er vervult een overbruggende rol tussen de verschillende interne en externe partners die betrokken zijn bij de internationale activiteiten. Hij is dan ook breed opgeleid en is in staat om de verschillende belangen en verantwoordelijkheden in te schatten om succesvol bij te kunnen dragen aan het bereiken van de (internationale) doelstellingen. Als bemiddelaar leeft en leest hij zich o.a. in, neemt hij deel aan onderhandelingen of voert ze zelf, maakt hij kwartier in een regio of land, signaleert hij problemen en lost ze blijvend en structureel op;
•
De dienstverlenende rol. De IBL’er speelt een rol bij de dienstverlening aan interne en externe belanghebbenden bij de internationale activiteiten van het bedrijf of de organisatie. Hierbij draagt de IBL’er (mede) verantwoordelijkheid voor klanttevredenheid c.q. tevredenheid van betrokkenen, maar dient ook als interne en externe vraagbaak en verzorgt rapportages naar aanleiding van de internationale activiteiten van de organisatie.
1.2.3. Beroepstaken. De toekomstige beroepssituatie van de IBL’er is een veelzijdige die voor elke afgestudeerde verschilt. Dat neemt niet weg dat er voor die verschillende situaties specifieke takengroepen of takenfocus rondom internationale bedrijfsprocessen aanwijsbaar zijn. Tegen deze achtergrond onderscheiden wij de volgende kerntaken die elke afgestudeerde IBL’er zelfstandig moet kunnen vervullen c.q. waaraan hij een bijdrage moet kunnen leveren (en die hij als gevorderd beroepsbeoefenaar zelfstandig uitvoert): •
Het voeren van overleg over - en het creëren van draagvlak voor initiatieven op
•
Het acquireren en bedienen van klanten op internationale markten en daarbij het
internationaal terrein (beginnend beroepsbeoefenaar); verrichten van de hiervoor noodzakelijke internationale activiteiten en communicatie voor het bedrijf of de organisatie (beginnend beroepsbeoefenaar); •
Het ontwikkelen van realistische doelstellingen voor de internationale activiteiten van het bedrijf en de organisatie, op basis van marktonderzoek (waarvan cultuuronderzoek altijd een onderdeel is) en interne afstemming in de organisatie (gevorderd beroepsbeoefenaar);
11
•
Het kunnen inschatten van investeringsrisico’s op het gebied van geld, tijd en inspanning die verbonden zijn aan de ontwikkeling van specifieke internationale activiteiten (gevorderd beroepsbeoefenaar);
•
Het aansturen van buitenlandse partners die zich (op projectbasis) bezig houden met de internationale activiteiten van het bedrijf of de organisatie (gevorderd beroepsbeoefenaar);
•
Het financieel kunnen onderbouwen en verdedigen van de beroepsproducten (gevorderd beroepsbeoefenaar).
1.2.4. Beroepsproducten De beroepsproducten van de IBL’er zijn verschillend qua karakter. Ze bestaan uit een combinatie van diensten, procesresultaten en specifieke beleidsproducten. De belangrijkste beroepsproducten die een IBL’er realiseert, zijn: •
Het schriftelijk en mondeling tot stand brengen van zakelijke communicatie, zoals het uitbrengen van een offerte in verschillende talen, bijvoorbeeld in het kader van een tender/internationale aanbesteding, of het deelnemen aan of leiding geven aan een internationaal zakelijk overleg met behulp van moderne communicatiemiddelen, organiseren van of deelnemen aan een internationale handelsmissie. Dit kan bijvoorbeeld uitmonden in een internationaal contract voor een bedrijf of internationale activiteiten voor een organisatie. Ook de juridische aspecten in een zakelijk overleg komen aan de orde;
•
Exportbeleidsplan, waarin de doelstellingen, strategie en randvoorwaarden (op cultureel, financieel en organisatorisch gebied) worden geformuleerd met betrekking tot de export van een product of dienst;
•
Internationaal marketingplan, waarin de marketingstrategie wordt geformuleerd met betrekking tot het op de markt brengen van een product of dienst op een buitenlandse markt;
•
Internationaal (marketing-) communicatieplan. Bij dit beroepsproduct formuleert de student het communicatiebeleid van een onderneming op internationale markten, zowel wat betreft de inhoud als de te benutten media;
•
Internationaal businessplan, waarin wordt aangegeven hoe een buitenlandse vestiging van een onderneming kan worden opgezet, inclusief doelstellingen, strategie en randvoorwaarden;
•
Internationaal salesplan, waarin de student een verkoopbeleid bepaalt en deze kan uitwerken in accountplannen.
1.3. Ontwikkelingen Wij hebben in de inleidende tekst al het een en ander gezegd over hedendaagse ontwikkelingen. Wij hebben daar de term globalisering gebruikt als overkoepelend ontwikkeling. Echter wij staan nog aan het begin van deze globalisering. Enkele voorbeelden: een bedrijf ziet bijvoorbeeld de Chinese economie opkomen, zoekt zelf een markt in China en ziet China zich snel een positie verwerven in Afrika, een bedrijf neemt deel aan het debat over global warming en duurzaamheid en zoekt oplossingen in interessante duurzame producten, een bedrijf ziet nieuwe hardware en software ten behoeve van internationale netwerken verschijnen. Men maakt keuzes die van betekenis zijn voor de toekomstige zakelijke positie in een context van internationale onzekerheid en ontwikkeling. Het vermogen om een bedrijf te adviseren en te ondersteunen bij internationale zakelijke keuzes en om het bedrijf te positioneren en te herpositioneren in de onzekere hedendaagse dynamische internationale context zijn pijlers van beroepsbeoefening 12
van IBL. De internationale marketing, internationale positionering en internationale communicatie van een bedrijf zijn geen vaststaande feiten maar hangen dynamisch samen met een aantal van de onderstaande ontwikkelingen 1.
1.3.1. Mens en omgeving, wereldburger De hedendaagse mens is een wereldburger. Zijn leef- en werkomgeving betrekken zich op de wereld. Hij zoekt via internet het laatste nieuws, bestelt een virusscanner in Amerika, communiceert per mail met een collega in Groot-Brittannië over een investering in Italië, reset zijn telefoon met behulp van een callcenter uit India, boekt een weekend naar Florence en typt de rest van de middag op zijn in Japan ontworpen en in China geproduceerde computer met Amerikaanse software: •
Steeds toenemende internationale mobiliteit, gemakkelijk verplaatsen, toenemende reizigersstromen uit- en naar voorheen meer gesloten landen en werelddelen, steeds toenemende vraag om andere werelden en culturen te zien en ander werelden en culturen te ontvangen. Tegelijk blijft hij overigens ook steeds verlangen naar regionale gebondenheid en inbedding, bijvoorbeeld in verband met kinderen en andere familie, maar ook in verband met de bedrijfsvestiging (think global, act local);
•
Mensen opereren minder bedrijfsgebonden en meer interesse gedreven, men wil meer
•
Mensen zijn betrokken bij alle gebeurtenissen in alle uithoeken van de wereld dankzij
ondernemer/zelfstandige zijn, ook risicovol; moderne media en zijn bereid om ver over de grenzen te helpen als de informatie over de ramp die daar plaatsvond daartoe toereikend en overtuigend is; •
Mondiale oriëntatie van de consument, consument benadert gemakkelijk mondiale bedrijven (Amazon.com, I-store), Engelstaligheid is essentieel voor elke burger;
•
Vergrijzing van de samenleving, babyboomgeneratie heeft hard gewerkt, verdient veel, gaat geld besteden door reizen, minder jongeren werken t.o.v. meerdere ouderen die vrijgesteld zijn. Mensen worden ouder, zijn langer gezond, blijven langer in beweging dan voorheen;
•
Aandacht voor alternatieve zingevingvraagstukken en religie (andere culturen);
•
Tegenbewegingen, meer gericht op nationale oriëntatie, focus op monoculturen en kleinschalige omgevingen vinden in de hedendaagse tijd breed gehoor. Antiglobalisering;
•
Een samenleving is niet langer een samenleving van één cultuur, maar (enkele uitzonderingen daargelaten) een samenleving die plaats biedt aan diverse culturen. Dat vraagt van alle burgers nieuwe interculturele vaardigheden om elkaar plaats te geven.
Elke burger anno 2010 is meer internationaal georiënteerd en intercultureel bewust dan voorheen nodig was in het alledaagse bestaan. Voor de IBL’er zijn dit professionele thema’s die hij betrekt en gebruikt bij de internationale zakelijke activiteiten van zijn bedrijf.
1.3.2. Sociale digitale netwerken In het verlengde van dit wereldburgerschap is de toekomstige samenleving een samenleving waar sociale digitale netwerken een grote rol spelen in het persoonlijk en zakelijk leven.
1
Deze trends zijn afkomstig van gesprekken met werkveldadviescommissies, specifieke onderzoeken door
opleidingen gepleegd. Ook is gebruik gemaakt van de studie van Herman Konings, Latte Macchiato, Trends voor het volgende decennium, 2009. ISBN 978-90-209-8624-2.
13
•
De mens neemt deel aan een netwerk dat hij benadert en waarmee hij in permanente wisselwerking verkeert via diverse sociale media (hardware en software), hij vindt nieuwe omgevingen/herkenningen in netwerken;
•
Via deze netwerken worden diensten ontwikkeld, vindt communicatie plaats en wordt wellicht een economie ontwikkeld. Productverwerving via digitale media neemt een groeiende plaats in in de economie (in plaats van mens, winkel, toonbank), producten die deze sociale digitale netwerken ondersteunen en verfijnen staan hoog op de top 10. Het bijbehorende betalingsverkeer, de levering van goederen, de internationale 24 -uurs economie, het bieden van service, etc. vragen om een andere aanpak. Een IBL’er moet kennis hebben van deze nieuwe vormen van zakendoen en daar waar nodig inzetten
•
Kennisverwerving direct via het web (wikipedia, artikelen) – papieren kennisproducten (krant, boek, Tom Tom, Google Maps) worden deels vervangen door digitale producten. Internationale kennisuitwisseling, gemakkelijke samenwerking, kennisverwerving via open sources nemen toe in belang;
•
Augmented reality – speelt een rol in marketing/advertenties – wordt mobiel gemaakt
•
Business to business marketing en consumentenmarketing en -communicatie via
en neemt toe in betekenis; traditionele media (tijdschriften, televisie) blijven een rol spelen, maar daarnaast winnen digitale media aan betekenis. Er wordt ook wel gesproken van crossmediaal, inzet van diverse media in hun wederzijds beïnvloeding ten behoeve van zakelijke doelstellingen. Kennis en specifieke producten zijn vrij verkrijgbaar op het net in een commerciële context die uitnodigt tot aankoop van verbonden zaken; •
O.a. Iphone, Ipad, Blackberry, Google, Facebook, LinkedIn, Twitter, digitale fotografie, games, Android zijn hedendaagse producten en diensten die essentieel zijn voor deze sociale digitale netwerken;
•
Van vaste monoverbindingen (telefoon) naar draadloze multiverbindingen;
•
Traditionele media blijven van betekenis, zoals gedrukte boeken, kranten, tijdschriften, folders en reclames via radio en televisie.
Een IBL’er is thuis in de combinatie van traditionele media en sociale digitale netwerken die zakelijk van belang zijn en gebruikt ze (adviseert over het gebruik) ten behoeve van internationale zakelijke communicatie, - markt- en marketingcommunicatie.
1.3.3. Internationale economie Zoals gezegd, is de hedendaagse economie een wereldeconomie, een complex verweven netwerk van internationale betrekkingen, afhankelijkheden, samenwerkingsverbanden, dat in de regel mensen, regio’s, culturen en landen diep en duurzaam verbindt (wederzijdse economische afhankelijkheid): •
De leidende positie van westerse economieën wordt op onderdelen overgenomen door opkomende economieën, zoals die van Brazilië, Rusland, India, China, Afrika. De economieën raken volledig met elkaar vervlochten;
•
Er is toenemende internationale concurrentie in Nederland. Producten en diensten moeten voldoen aan internationale kwaliteitsstandaards om concurrerend te zijn c.q. een plaats te verwerven op de internationale markt. In Europa heeft Europese regelgeving ten aanzien van producten, diensten en werk soms meer invloed dan nationale regelgeving. In de Europese Economische Gemeenschap zijn de grenzen verdwenen en vindt vrij economisch verkeer plaats. Europese culturen groeien steeds naar elkaar toe, één Europese context met meerdere culturele regio’s. Er zijn verschuivingen te zien in concurrentie, waarbij voorheen concurrerende Europese regio’s elkaar te hulp schieten; 14
•
Ontwikkelingshulp voor ontwikkelingseconomieën krijgt een ander karakter gericht op duurzame economische ontwikkeling, microkrediet, leningen, mee investeren;
•
Permanente innovatie van diensten en producten is voorwaarde voor economisch succes. Daaraan verbonden spelen up to date serviceverlening aan klanten en kwaliteit een grote rol in duurzame economische positionering. Van medewerkers wordt een innovatieve instelling gevraagd en het vermogen om proactief te anticiperen op veranderingen;
•
Kennis van de taal en cultuur van het land waar de zakenpartner vandaan komt en cultureel inlevingsvermogen zijn belangrijk voor internationaal zakendoen. De buitenlandse gesprekspartners zijn ook vertrouwd met een global approach en zijn ten opzichte van vroeger, in toenemende mate hoog opgeleid, soms westers. Zeker op het niveau van consumentenbehoefte is het relevant om inzicht te hebben in meer lokale en regionale kenmerken en verschillen in cultuur;
•
Werken en studeren over de grenzen is normaal, importeren van werknemers uit andere landen is gewoon, men opeert als werknemer en ondernemer in toenemende mate vanzelfsprekend in internationale omgevingen en internationale teams;
•
Het is van belang voor een bedrijf of organisatie om een volwaardige gesprekspartner te zijn op alle gebieden: maatschappelijk, politiek, cultureel en uiteraard zakelijk;
•
Productie uitbesteden naar goedkope productielanden en landen die zich focussen op de dienstverlening t.a.v. outsourcing blijft, er komen echter ook tegenbewegingen op gang met het oog op zaken als milieu, verzet tegen uitbuiting enzovoorts. Dit vraagt van de organisatie op internationaal niveau uitnemende inkoopvermogens en communicatieve vermogens;
•
De macht van de aandeelhouder in de strategie van de grotere bedrijven is toegenomen. Dit is van invloed op het product en de contextuele inbedding (korte termijn financieel resultaat krijgt soms focus boven duurzaamheid en continuïteit – private equities);
Deze ontwikkelingen vragen van de IBL’er een breed scala aan internationale zakelijke vermogens, zoals een degelijke kennis en kunde van internationale economische ontwikkelingen, kennis en kunde ten aanzien van internationale bedrijfsvoering, kennis van regelgeving ten aanzien van import, export, internationale communicatieve vaardigheden waaronder taalvaardigheden en cultuurkunde.
1.3.4. Aandacht voor Duurzaamheid •
De consument raakt over een breed front geïnteresseerd in duurzaamheid, de ondernemer legt rekenschap af van maatschappelijke thema’s als milieu, kinderarbeid, internationale arbeidsomstandigheden, ethiek, is een maatschappelijk ondernemer en ethisch ondernemer;
•
Regelgeving in landen verschilt ten aanzien van duurzaamheid. Regelgeving is
•
De focus op producten en diensten richt zich niet alleen op de prijs hier en nu, maar ook
•
In toenemende mate vragen stakeholders (klanten, toeleveranciers, aandeelhouders,
essentiële kennis voor bedrijven; op kosten en milieubelasting in de toekomst. overheid, burgers) dat organisaties kwaliteit leveren. Deze kwaliteit beperkt zich niet alleen tot productkwaliteit of kwaliteit van de dienstverlening. Kwaliteit wordt gevraagd waar het gaat om het personeelsbeleid, het voldoen aan deugdelijk bestuur en het op een verantwoorde wijze omgaan met maatschappij en milieu. Ook de wijze waarop organisaties communiceren met hun stakeholders vraagt om zorgvuldigheid en kwaliteit. 15
Van een IBL’er wordt verwacht dat hij zich bewust is van dergelijke ontwikkelingen en daarop kan inspelen.
1.4. IBL focus: International Business ondersteund door Communicatie Voor alle IBL-opleidingen is het IBL-profiel de basismaat. Profielen worden, ingevolge een afspraak in de AV van de HBO-raad, door het bestuur van de HBO-raad formeel vastgesteld. In het IBL-profiel wordt gebruik gemaakt van andere documenten zoals het domeinprofiel commerce en Kwaliteit als Opdracht. Daarmee zijn die veel bredere dan IBL-documenten zélf verder niet van belang In 2005 is een set domeincompetenties Commerce opgesteld, die van toepassing is voor alle opleidingen die tot het domein Commerce behoren 2. Er zijn toen acht domeinspecifieke competenties geformuleerd en twee HEO-brede competenties. Elk van de acht competenties is weer uitgewerkt op drie niveaus. Er is afgesproken dat elke opleiding van het domein Commerce deze Commerce competenties tot uitgangspunt neemt, waarbij voor elke opleiding het niveau is vastgesteld waarop de competenties ten minste dienen te worden ontwikkeld. De competenties IBL zijn in dit profiel intussen verder uitgewerkt, uitgebreid (zie hoofdstuk 3) en aangepast. Ondanks de nieuwe IBL competenties geeft de illustratie hieronder de verschillen tussen de opleidingen nog steeds goed weer. Het beeld maakt duidelijk dat de opleiding IBL zich t.o.v. de andere opleidingen van het domein onderscheidt door het niveau van competentie 7, Communicatie. Deze zevende competentie luidt volledig: Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen,
intern en extern, nationaal en internationaal. Toch vormen talen niet de inhoudelijke focus van de opleiding. Het inhoudelijk zwaartepunt is internationaal zaken doen. De talen blijven een 2
Domeincompetenties en Illustraties Commerce, versie december 2005.
16
middel om een zakelijk/commercieel doel te bereiken. Studenten van de andere opleidingen van het domein verwerven hoogstens één of twee moderne vreemde talen op basisniveau (niveau 1), terwijl de IBL’er goed is toegerust om in drie moderne vreemde talen op behoorlijk niveau zakelijk te communiceren (tezamen gedefinieerd als niveau 3). In het document Domeincompetenties Commerce 2005 is deze taalcompetentie in een aparte bijlage in drie beoogde taalniveaus gespecificeerd en beroepsgericht uitgewerkt - e.e.a. conform het CEFRCommon European Framework of Reference. Wij werken onze visie op de taalniveaus die de IBL’er moet beheersen, uit in paragraaf 2.3. We kunnen verder nog zeggen dat de IBL-professional brede zakelijke vermogens ontwikkelt, terwijl de focus bij Commerciële Economie op marketing ligt en bij Small Business & Retail management op sales, overwegend in nationale context. De opleidingen Food & Business en Trade Management Azië zijn meer specialistisch internationaal georiënteerd. Het landelijk opleidingsoverleg IBL stelt dat in 2010 deze domeincompetenties niet voldoende zijn om de beroepsuitoefening IBL te beschrijven. In hoofdstuk drie formuleren wij de competenties IBL die vanaf nu maatgevend zijn voor de opleidingen.
1.5. Vergelijkbare Opleidingen in het buitenland Er bestaat geen vergelijkbare Europese opleiding International Business and Languages, dat wil zeggen een opleiding waar het aspect van internationale zakelijke communicatie zo’n grote rol speelt. Er zijn natuurlijk wel vergelijkbare opleidingen en instituten, gericht op internationale business. De opleidingen IBL zoeken hun partners voor uitwisseling bij (Europese) businessopleidingen. Het gaat daarbij niet om uitwisseling tussen opleidingen maar om uitwisseling op het niveau van vakken. Het zijn de examencommissies die bepalen welke buitenlandse onderdelen door studenten als onderdeel van het reguliere curriculum kunnen worden gevolgd bij internationale partners van universiteiten en hogescholen en omgekeerd. Er is een grote diversiteit aan samenwerkingsverbanden – alle IBL-opleidingen maken deel uit van één of meerdere internationale netwerken. Er vindt veel internationale studentbeweging plaats bij de opleidingen IBL. Het gaat in de regel om uitwisseling binnen de internationale netwerken van de hogeschool of faculteit waar de opleiding toe behoort. Voorwaardelijk voor wederzijdse uitwisseling is Engelstaligheid van curriculumonderdelen van opleidingen IBL. Deze Engelstalige onderdelen zijn bij vrijwel alle IBL-opleidingen te vinden, mede omdat men samenwerken met internationale collegastudenten belangrijk acht als onderdeel van de internationale opleiding.
17
2. PROFESSIONELE BACHELOR IBL beroepsbeoefening vangt aan op professioneel bachelorniveau. Hieronder werken we uit wat we daaronder verstaan waarbij wij apart ingaan op het niveau waarop de IBL’er zijn moderne vreemde talen beheerst. De opleiding IBL heeft voor wat betreft het HBObachelorniveau te maken met verschillende referentiesystemen die elk vanuit eigen categorieën het niveau bepalen.
2.1. Niveaus domeincompetenties 2005 In 2005 zijn de acht domeincompetenties Commerce op drie niveaus geformuleerd. Voor IBL is per domeincompetentie aangegeven op welk niveau de IBL’er de domeincompetenties ten minste beheerst. Wij hebben de afspraken in een schema getoond in paragraaf 1.4. Wij hebben, zoals gezegd, de domeincompetenties Commerce die van toepassing zijn voor IBL, verwerkt in de eindkwalificaties IBL die we in hoofdstuk 3 beschrijven.
2.2. De HBO-standaarden, Dublin-Descriptoren en HBO-kwalificaties Op 15 juli 2010 is verschenen Nieuwe Beoordelingskaders ten behoeve van het Accreditatiestelsel 3. Een verschil met de beoordelingskaders van februari 2003 4 is dat, met het oog op de bepaling van bachelorniveau, in de nieuwe kaders de noodzakelijke samenhang van de eindkwalificaties met de Dublin-Descriptoren is verdwenen. In het vorige accreditatiestelsel gaven opleidingen hun visie op het beoogde niveau aan de hand van de Dublin-Descriptoren kennis & inzicht, toepassing van kennis & inzicht, beoordelingsvermogen, communicatief vermogen en leervermogen. Naast deze Dublin-Descriptoren werden in den lande voor de beschrijving van het bachelorniveau ook wel de zogenoemde tien generieke HBO-kwalificaties gebruikt (de kaders van de commissie Franssen). Deze tien generieke HBO- kwalificaties waren belangrijk omdat ze een kader gaven waarin expliciet het eigene van het HBO-karakter kon worden uitgedrukt (ten opzichte van bijvoorbeeld een wetenschappelijke opleiding). In zelfevaluaties moesten opleidingen, die de tien HBO-kwalificaties als uitgangspunt hadden voor de bepaling van bachelorniveau, aangeven hoe deze zich verhielden tot de Dublin-Descriptoren. Inmiddels is het debat over de nieuwe HBO bachelorstandaarden volop gaande. Er is afgesproken dat opleidingen zich ten minste verantwoorden over de vier standaarden die door de HBO-Raad zijn geformuleerd in het document Kwaliteit als Opdracht 5. Deze vier standaarden zijn: een gedegen theoretische basis, onderzoekend vermogen, professioneel vakmanschap en beroepsethiek & maatschappelijke oriëntatie. Deze standaarden zijn niet nieuw, want onderdelen ervan waren ook al aanwezig in de Dublin-Descriptoren en in de tien generieke HBOkwalificaties. Het landelijk opleidingsoverleg IBL zegt over deze vier standaarden: •
Een gedegen theoretische basis o
IBL is een opleiding die zeker een gedegen theoretische basis van haar afgestudeerden verlangt. De opleiding IBL sluit daartoe aan bij de in 2008
3
NVAO, Beoordelingskaders ten behoeve van het accreditatiestelsel, 15 juli 2010.
4
NVAO, Accreditatiekader bestaande opleidingen Hoger Onderwijs, 14 februari 2003.
5
HBO Raad, Kwaliteit als opdracht, augustus 2009, paragraaf 2: studie en standaards.
18
vastgestelde Body of Knowledge and Skills Commerce 6 maar geeft daaraan haar eigen invulling. In de Body of Knowledge and Skills IBL is van elk van de acht domeincompetenties Commerce beschreven welke theoretische basis is vereist. IBL legt voor wat betreft de theoretische basis de nadruk op kennis en inzicht t.a.v. bedrijfs- en omgevingsanalyse, strategie- en beleidsontwikkeling, planning & uitvoering, sales, communicatie en financiën. Daarnaast verwacht IBL van afgestudeerden een grondige talenkennis en –kunde die voorwaardelijk is voor het zakelijk functioneren in een internationale context– dit is besloten in het competentiegebied communicatie (zie paragraaf 3.1). In paragraaf 3.2. geven wij de Body of Knowledge IBL. •
Onderzoekend vermogen o
Binnen de beroepsbeoefening IBL en dus ook binnen de opleiding IBL speelt onderzoek een rol. In een aantal kerntaken van de IBL’er spelen het verrichten van praktijkonderzoek en het communiceren van de resultaten een grote rol. Onderzoek binnen IBL is in de regel gerelateerd aan de realisatie van de internationale zakelijke doelstellingen van het bedrijf. Het kan gaan om een internationale marktverkenning of specifiek marktonderzoek, een culturele verkenning, een landenverkenning, een internationaal trendonderzoek enzovoorts. De ontwikkeling van deze vormen van onderzoek moet een stevige rol in de bacheloropleiding IBL spelen;
o
Het Landelijk Opleidingsoverleg IBL vindt het belangrijk dat docenten van IBLopleidingen kunnen participeren in lectoraten en kenniskringen. Het landelijk opleidingsoverleg onderstreept de betekenis van deze deelname. Het toegepast onderzoek komt door deelname in internationale netwerken op een hoger plan.
•
Professioneel vakmanschap o
Het landelijk opleidingsoverleg IBL ziet als kernen van professioneel vakmanschap een goed ontwikkeld oordeelsvermogen en daarop gebaseerd handelingsvermogen. De IBL-professional is in staat om een oordeel te vellen over een internationale situatie of een internationale context of een breed spectrum aan vraagstukken rondom internationalisering op basis van (beperkt) beschikbare en achterhaalbare informatie. Hij kan dit oordeel ook beargumenteren. Een oordeel vellen houdt in bepalen, besluiten, interpreteren wát de situatie, de context of het vraagstuk is en vanuit dat inzicht bepalen en beargumenteren wat de passende handelwijze in deze is, via een plan, via een actielijst en vervolgens uitvoering geven aan, in gang zetten of coördineren. In de opleidingen IBL staat de ontwikkeling van het zelfstandig beoordelen, besluiten en handelen in complexe internationale contexten centraal.
•
Beroepsethiek & maatschappelijke oriëntatie o
De IBL’er krijgt te maken met een breed scala aan ethische internationale vraagstukken zoals hoe en of adequaat uitvoering te geven aan wetten en regels, schuivende normen t.a.v. wat als ethisch gangbaar wordt beschouwd, duurzaamheid, arbeidsvoorwaarden enzovoorts. In de competentieset van de opleiding is daarom de competentie opgenomen: het ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele verschillen, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen.
6
HBO-Raad, Body of Knowledge and Skills HEO, Domein Commerce, 23 juni 2008.
19
2.3. Het vereiste niveau moderne vreemde talen voor beroepsbeoefening IBL In de eerste paragraaf zijn wij uitgebreid ingegaan op de specifieke focus van de bacheloropleiding IBL. Wij hebben daar gezegd dat het voor succesvol internationaal zakendoen voor een bedrijf noodzakelijk is dat ze haar internationale communicatie op peil heeft. Wij zijn bij het hoofdstuk ontwikkelingen ingegaan op actuele ontwikkelingen in de communicatiemedia. Wij hebben gezegd dat de IBL’er, om toegevoegde waarde te hebben, bekwaam is in internationale communicatie en bekwaam is om te gaan met andere culturen. Wij hebben ook aangegeven dat een IBL’er drie moderne vreemde talen beheerst. De opleidingen IBL hanteren voor wat betreft de beheersing van de moderne vreemde talen dé Europese niveaustandaard. Dat wil zeggen dat elke opleiding IBL het Europees Raamwerk (ERK) oftewel het Common European Framework of Reference for Languages (CEFR) als standaard moet nemen t.a.v. de bepaling van de niveaus waarvoor wordt opgeleid 7. We kiezen voor dit framework omdat het een duidelijk en toepasbaar beeld geeft van beheersing van moderne vreemde talen. Wij kiezen ook voor de niveau-indicaties van dit framework omdat het framework een geaccepteerd en internationaal toegepast beheersingskader biedt, zodat internationale vergelijking mogelijk is. In dit zogenoemde CEFR-kader zijn zes niveaus onderscheiden waarop een taal wordt beheerst, variërend van A1 en A2 (basiskennis) tot en met C2 (een niveau dat alleen bereikt kan worden door een hoog opgeleide native speaker). Tegen deze achtergrond kiest het landelijk opleidingsoverleg IBL voor de volgende niveaus van beheersing (daarbij rekening houdend met het gegeven dat de opleiding IBL een vierjarige hogere economische opleiding is en dat de economische kennis en kunde de hoofdrol spelen in het onderwijs) De niveaus zijn hoger dan bij de andere opleidingen van het domein Commerce. •
De student beheerst het Engels op C1-niveau voor de vaardigheden lezen en luisteren. C1 is doorgaans het hoogste niveau dat bereikbaar is voor een non-native speaker. Voor de inhoud van dit niveau verwijzen wij naar het onderstaande schema; voor de vaardigheden schrijven, spreken en gesprekken voeren is het niveau minimaal B2
•
De student beheerst een tweede en derde moderne vreemde taal op B2-niveau voor de vaardigheden lezen en luisteren; voor de vaardigheden schrijven, spreken en gesprekken voeren is het niveau minimaal B1;
7
Zie: www.coe.int. Council of Europe, Common European Framework of Reference for Languages (CEFR)
20
Deze niveaudefinities houden concreet in (Common Reference Levels: global scale) 8: Can understand with ease virtually everything heard or read. Can summarise information from different Proficient User
C2
spoken and written sources, reconstructing arguments and accounts in a coherent presentation. Can express him/herself spontaneously, very fluently and precisely, differentiating finer shades of meaning even in more complex situations. Can understand a wide range of demanding, longer texts, and recognise implicit meaning. Can express him/herself fluently and spontaneously without much obvious searching for expressions. Can use language
C1
flexibly and effectively for social, academic and professional purposes. Can produce clear, well-structured, detailed text on complex subjects, showing controlled use of organisational patterns, connectors and cohesive devices. Can understand the main ideas of complex text on both concrete and abstract topics, including technical discussions in his/her field of specialisation. Can interact with a degree of fluency and spontaneity that
Independent User
B2
makes regular interaction with native speakers quite possible without strain for either party. Can produce clear, detailed text on a wide range of subjects and explain a viewpoint on a topical issue giving the advantages and Independent disadvantages of various options. Can understand the main points of clear standard input on familiar matters regularly encountered in work, school, leisure, etc. Can deal with most situations likely to arise whilst travelling in an area where the
B1
language is spoken. Can produce simple connected text on topics which are familiar or of personal interest. Can describe experiences and events, dreams, hopes and ambitions and briefly give reasons and explanations for opinions and plans. Can understand sentences and frequently used expressions related to areas of most immediate relevance (e.g. very basic personal and family information, shopping, local geography, employment). Can
A2
communicate in simple and routine tasks requiring a simple and direct exchange of information on familiar
Basic user
and routine matters. Can describe in simple terms aspects of his/her background, immediate environment and matters in areas of immediate need Can understand and use familiar everyday expressions and very basic phrases aimed at the satisfaction of needs of a concrete type. Can introduce him/herself and others and can ask and answer questions about A1
personal details such as where he/she lives, people he/she knows and things he/she has. Can interact in a simple way provided the other person talks slowly and clearly and is prepared to help.
Bovenstaand kader geeft op algemene wijze het niveau van beheersing van de drie moderne vreemde talen aan. Deze algemene bepalingen moeten nog worden geoperationaliseerd in concrete vaardigheden. Het LOO IBL sluit daartoe opnieuw aan bij het Common European Framework (CEFR). In het CEFR is een aparte uitwerking van de taalniveaus in taalvaardigheden ontwikkeld, de zogenoemde Can Do statements 9. Het LOO IBL neemt deze Can Do statements als uitgangspunt en heeft ze geconverteerd naar de zakelijke omgeving. De opleidingen nemen deze Can Do statements als uitgangspunt voor het te bereiken taalniveau. Hoe zij hun curriculum inrichten om dat te bereiken, is vanzelfsprekend aan de opleiding zelf.
8
Common European Framework of Reference for Languages (CEFR), hoofdstuk 3
9
Common European Framework of Reference for Languages (CEFR), hoofdstuk 4.
21
3. DE EINDKWALIFICATIES IBL: IBL BEKENT KLEUR De eindkwalificaties IBL bestaan uit een competenties IBL plus de Body of Knowledge IBL. De beheersing van de Body of Knowledge IBL is voorwaardelijk voor de competentiebeheersing. Het IBL-profiel IBL bekent kleur beschrijft de gemeenschappelijke basis van de IBL-opleidingen. De rest is ter invulling aan de opleidingen zelf die voor dat deel ook nog weer andere kaders kunnen gebruiken. De meeste IBL-opleidingen vullen hun opleiding en hun vrije deel met een marketing-accent in. Daarom geven ze bij hun IBL-diploma de bachelor of commerce af. Enkele opleidingen vullen hun opleiding en hun vrije deel met een bedrijfsmatig-accent in. Die geven daarom bij hun IBL-diploma de bachelor of bussiness administration af (en niet ook nog de bachelor of commerce).
3.1. Competenties IBL Op basis van bovenstaande overwegingen, concludeert het landelijk opleidingsoverleg IBL dat binnen de professionele beroepsbeoefening drie competentiegebieden centraal staan. De titel van het landelijk Beroeps- en Competentieprofiel IBL bekent kleur verwijst naar deze drie competentiegebieden die elk een eigen kleur hebben en tezamen de eigen kleur aan IBL geven. Deze drie competentiegebieden zijn: •
Competenties op basis waarvan de IBL’er in staat is tot internationaal zaken doen:
•
Competenties op basis waarvan de IBL’er in staat is tot international communication zijn
•
Competenties op basis waarvan de IBL’er in staat is in diverse culturen te werken,
international business is de kern van beroepsbeoefening; noodzakelijk verbonden aan - en voorwaarde voor international business; intercultural awareness, zijn evenals international communication noodzakelijk verbonden aan - en voorwaarden voor international business. Het landelijk opleidingsoverleg heeft deze drie kerncategorieën als uitgangspunt genomen. Daarin heeft ze de beroepsbepalingen, de ontwikkelingen, de landelijke domeincompetenties uitgewerkt tot de verschillende deelcompetenties. Wij geven in de uitwerkingen steeds tussen haakjes aan naar welke van de domeincompetenties Commerce wordt verwezen. Wij geven ook het niveau aan dat IBL moet bereiken. De detailuitwerkingen van de deelcompetenties corresponderen met uitwerkingen van de domeincompetenties, soms zijn enkele uitwerkingen van de domeincompetenties Commerce samengevoegd, soms meer in een internationaal kader gezet. Zeker is dat onderstaande competenties de leidende competenties voor alle IBL opleidingen zijn. 1.
International Business. De IBL’er is in staat om op professionele wijze de bedrijfsmatige, met name de commerciële processen rondom internationaal zaken doen te ontwikkelen, aan te sturen en uit te voeren
Initiëren, en creëren van (hedendaagse)
1.
Signaleren en opsporen van nieuwe
producten en diensten t.b.v. een grotere of
ontwikkelingen, rekening houdend met
kleinere internationale markt (=
klanten en concurrenten en deze (laten)
Domeincompetentie Commerce 1, niveau 2).
vertalen in producten of diensten; 2.
Ontwikkelen van creatieve ideeën en concepten en omzetten, samen met anderen, van concepten in een product of een dienst en zorgen voor de organisatie 22
van het (laten) maken ervan. Uitvoeren, interpreteren, toetsen en
1.
Formuleren van een probleemstelling en
evalueren van (internationaal)
een onderzoeksvraag (of meerdere
marktonderzoek (= Domeincompetentie
onderzoeksvragen) vanuit een gegeven
Commerce 2, niveau 2).
context; 2.
Maken van een onderzoeksplan met daarin een verantwoording van de keuze voor kwalitatief dan wel kwantitatief onderzoek;
3.
Maken van een vragenlijst die aansluit op een set van onderzoeksvragen.
4.
Uitvoeren van het onderzoek, gebruikmakend van de geijkte methoden voor het type onderzoek;
5.
Verwerken van de data, toepassen van eenvoudige statistiek m.b.v. een statistisch pakket en trekken van conclusies;
6.
Maken van een rapport met grafische voorstellingen en verantwoorden van onderzoeksresultaten aan de opdrachtgever;
Internationale Marktanalyse en
7.
Evalueren van het uitgevoerde onderzoek.
1.
Analyseren: Opstellen en uitvoeren, samen
Concurrentieanalyse. Vaststellen voor een
met anderen, van een SWOT-analyse
onderneming van enerzijds de sterktes en
vanuit een gegeven context, een
zwaktes op basis van een analyse van de
internationaal marktanalyseplan vanuit een
interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als
of meerdere contexten en een analyse van
onderdeel van de waardeketen, en anderzijds
het internationale concurrentievermogen
van de kansen en bedreigingen op de
van de organisatie ;
internationale markten op basis van relevante
2.
Beoordelen: Concluderen en beoordelen
nationale en internationale trends (=
van strategische opties voor de nationale
Domeincompetentie Commerce 3, niveau 3).
en/of internationale markt op basis van de analyse van beschikbare en mogelijk onvolledige informatie en het aangeven van belangentegenstellingen 3.
Inschatten van investeringsrisico’s/financiële haalbaarheid en adviseren omtrent investering (van geld, tijd, energie) in internationale situaties die maar in zeer beperkte mate voorspelbaar of beheersbaar zijn;
4.
Rapporteren en overtuigend presenteren van de resultaten en verantwoorden van de analyse, inclusief verantwoorden van de aanpak en geven van een advies over het vervolgtraject.
23
Ontwikkelen van marketingbeleid voor een
1.
Benoemen van een aantal opties op basis
internationaal opererende onderneming en het
van een SWOT-analyse die voor een
kunnen onderbouwen en beargumenteren van
opdrachtgever is uitgevoerd;
gemaakte keuzes (= Domeincompetentie
2.
Commerce 4, niveau 2).
Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal prioriteiten.
3.
SMART formuleren van enkele marketingdoelstellingen voor de korte of middellange termijn;
4.
Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief de organisatorische en financiële consequenties waarbij expliciet rekenschap wordt afgelegd van de inzet van – en betekenis van hedendaagse media t.b.v. de internationale marketing van de onderneming.
Opstellen, uitvoeren en bijstellen van diverse
1.
Analyseren en onderzoeken, zelfstandig,
plannen m.b.t. internationalisering op basis
van veranderingen voor alle functionele
van het beleid internationale marketing (=
gebieden van de organisatie, uitgaande
Domeincompetentie Commerce 2, niveau 3).
van een complexe marketingprobleemstelling; 2.
Ontwikkelen, uitvoeren en bijstellen, zelfstandig, van een plan (voor communicatie, internationale inkoop en/of verkoop/ import en export, distributie, organisatie,) op basis van een complexe marketingprobleemstelling;
3.
Maken, samen met anderen, van een volledig internationaal ondernemingsplan waarbij ook rekenschap wordt afgelegd van kwesties rondom duurzaamheid, kwaliteitszorg, en maatschappelijk ondernemen en internationale regelgeving rondom import & export;
4.
Op overtuigende wijze presenteren van de analyse en conclusies aan management en andere doelgroepen voor het verkrijgen van instemming met en draagvlak voor de uitvoering.
24
Internationale Sales en Internationaal account
1.
Onderscheiden van consumentengroepen in
management. Ontwikkelen, onderhouden en
termen van prospects en suspects.
verbeteren van internationale zakelijke
Onderscheiden en beschrijven van
relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en
afnemersgroepen en afstemmen van de
dienstverlening en het verkopen van
(marketing)communicatie op deze
producten en/of diensten mede met behulp van moderne media (zoals CRM, customer
afnemersgroepen; 2.
relationship management) (=
Opstellen van een internationaal accountprofiel en effectieve inkoop- en
Domeincompetentie Commerce 6, niveau 2);
verkoopstrategie; 3.
Vervaardigen van een verkoopmap voor het doelland, met alle relevante informatie;
4.
Verkopen en voeren van effectieve onderhandelingen, in drie moderne vreemde talen;
5.
Ontwerpen van een effectieve in- en verkooporganisatie en onderhouden van een eigen relatienetwerk;
6.
Voeren van schriftelijke communicatie ten behoeve van inkoop en verkoop;
7.
Benutten van kansen om grenzen te verleggen en nieuwe relaties aan te gaan, die leiden tot bijv. een transactie, contract of zakelijke afspraak.
2. International Communication. De IBL’er is in staat om internationale zakelijke communicatie op professionele wijze in drie moderne vreemde talen vorm te geven. Communiceren in drie moderne vreemde talen
1.
Beheersen van de Engelse taal op het
en rekening houdend met culturele
taalniveau C1 voor de vaardigheden lezen
verschillen, intern en extern, nationaal en
en luisteren. Voor de vaardigheden
internationaal (= Domeincompetentie
schrijven, spreken en gesprekken voeren is
Commerce 7, niveau 3: hoger niveau voor
het niveau minimaal B2. De twee andere
drie moderne vreemde talen dan in
moderne vreemde talen worden voor de
domeincompetenties commerce).
vaardigheden lezen en luisteren beheerst op niveau B2 en voor de vaardigheden schrijven, spreken en gesprekken voeren is het niveau minimaal B1; 2.
Adviseren over aspecten van de cultuur, samenleving en gedragspatronen in alle landen of regio’ s waar deze moderne vreemde talen formeel gelden en/of worden gebruikt;
3.
Adviseren over het adequaat inspelen op verschillen in bedrijfsculturen binnen landen of regio’s waar deze moderne vreemde talen formeel gelden en/of worden gebruikt. 25
Leiding geven aan een internationaal bedrijf,
1.
Hanteren van een eenvoudige
een internationaal bedrijfsonderdeel,
conflictsituatie in een (internationaal) team
bedrijfsprocessen of een internationaal project
en/of projectgroep;
op het gebied van internationale in- en
2.
Omgaan met onverwachte gebeurtenissen,
verkoop en internationale communicatie (=
die processen in de
Domeincompetentie Commerce 8, niveau 2).
projectgroep/team/afdeling verstoren en reageren op adequate wijze met hulp van derden; 3.
Geven van leiding op resultaatgerichte wijze, onder begeleiding of supervisie, aan een eenvoudig bedrijfsonderdeel of project;
4.
Formuleren van lange termijn doelen en deze vaststellen in overleg binnen de projectgroep/team en tijdig tussentijds toetsen op haalbaarheid;
5.
Schatten naar waarde van de bijdrage van een medewerker of lid van projectgroep en feedback geven naar de projectgroep.
Inter-persoonlijke, sociale en communicatieve
1.
Samenwerken in een beroepsomgeving en
vermogens (= Domeincompetentie Commerce
meedenken over doelen en inrichting van
9, niveau 3):
de organisatie houdt in: multidisciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van de competentie); 2.
Communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal in termen van beroepstaken. Dit omvat zaken als het opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten.
26
3.
Intercultural Awareness. De IBL’er heeft inzicht en kennis van het belang van interculturele verschillen op de diverse fases van het proces van internationaal zaken doen en kan zich inleven in verschillende culturen ter ondersteuning van de bedrijfsmatige processen rondom internationaal zakendoen.
Persoonlijk professionele Internationale
1.
vermogens. Het beroep van de IBL’er wordt
andere culturen en een inlevingsvermogen
mede gekarakteriseerd doordat hij regelmatig voor kortere of langere tijd in het buitenland
Interesse in - , nieuwsgierigheid naar in andere culturen (culturele intelligentie);
2.
Ondernemingslust en reislust ten behoeve
opereert en zowel in direct contact met de
van oplossing van voor het bedrijf
klant als op indirecte wijze (promotie,
belangrijke problemen en kwesties die zich
onderzoek) op de plek de betreffende bedrijfsbelangen behartigt. Hij moet daarbij in
in het buitenland afspelen; 3.
Omgaan met onzekerheid, maatschappelijk
alle internationale regio’s waar het bedrijf
weerbaar zijn en moed hebben om zich in
belangen heeft, kunnen opereren. Dat vraagt
voor hem of haar vreemde situaties te
van de IBL’er een aantal meer specifieke
begeven. Hiermee wordt bedoeld dat de
persoonlijk professionele vermogens (=nieuwe
IBL’er regelmatig terechtkomt in voor hem
competentie alleen voor IBL)
of haar onbekende buitenlandse context en in staat moet zijn om te gaan met de onzekerheid en vragen die deze context met zich mee brengt; 4.
Zich aanpassen aan de internationale omgeving waarin hij moet opereren. De waarden en normen kunnen respecteren en handelswijzen uitvoeren;
5.
Verschillen overbruggen, voortkomend uit cultuurgebonden gedrag in elke fase van het proces van business relations en daarbij tonen van voldoende persoonlijke stevigheid, zowel zakelijk als moreel;
6.
De producten en diensten van de eigen organisatie zodanig kennen dat hij/zij erover kan communiceren met buitenlandse afnemers of toeleveranciers.
27
Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk,
1.
Sturen en reguleren van de eigen
beroepsbeoefenaar of professional) (=
ontwikkeling ten aanzien van leren,
Domeincompetentie Commerce 10, niveau 3)
resultaat gericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit; 2.
Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling;
3.
Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen;
4.
Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort.
28
3.2. Body of Knowledge and Skills 10 IBL De competenties zoals beschreven in paragraaf 3.1 hebben als kennisbasis de Body of Knowledge and Skills IBL (BoKS IBL). De BoKS IBL is een andere dan de algemene BoKS van Commerce. De kennis die voor elk van deze competenties vereist is, bestaat uit drie elementen: 1.
Basics: basiskennis waarover elk van onze afgestudeerden beschikt.
2.
Visions: theorieën en concepten die binnen Commerce richtinggevend zijn.
3.
Trends: actuele ontwikkelingen en inzichten binnen Commerce.
Hieronder staat een uitgewerkt overzicht van de ‘basics’ per competentie en van de belangrijkste ‘visions’ en ‘trends’. Bij de ‘basics’ gaat het om fundamentele deskundigheidsgebieden. Daaraan gekoppeld zijn de voornaamste theorieën, modellen of literatuur die de studenten zich eigen maken.
10
Dit is een IBL BoKS en niet dezelfde als op de website van de HBO-raad http://www.hbo-raad.nl
29
Competentie 1 Deskundigheidsgebied Innovatie & productontwikkeling Marketing (m.n. markten afnemerskennis) Ondernemerschap
Producten en diensten initiëren en creëren, zelfstandig en ondernemend. Basics
Visions
Trends
Innovatie, product- en marktontwikkeling, brainstorm- en screeningtechnieken, haalbaarheidsanalyse
Levitt Product Life Cycle, Rogers Innovation Adoption Curve
Braindrain, innovatiearrangementen, Het Innovatieplatform, innovatie bedrijfsprocessen en –beheer door ICT, internationalisering
Macro-economie, trends, consumentengedrag, in- en externe analyse (o.a. bedrijfstakanalyse, afnemersanalyse, concurrentenanalyse), kengetallen Bedrijfsculturen, leiderschapsstijlen, overlegstructuren, ondernemings- en businessplan opstellen, presenteren & onderhandelen
Abell Business Definition Model, Ansoff groeistrategieën, Balanced Scorecard (BSC), DESTEP-factoren, strategische opties Kotler, Vijfkrachtenmodel Porter
Individiualisering, vergrijzing
Belbin, Personal Balanced Scorecard, STAR(R), Quinn
Arbeidsmarktkrapte, kapitaalvlucht, versterking kenniseconomie
PRINCE2, Mintzberg, SWOT
Lean organisation ‘War for talent’
Strategisch management en organisatie
Administratieve organisatie, organisatiekunde, HRM, ICT, projectmanagement
Financieel management
Financiële administratie, cost accounting, financiering, investeringsanalyse
Logistiek en inkoop
In- en outsourcing, inkoopstrategie, SCM
Recht/Juridische zaken
Ondernemingsrecht (incl. arbeidsrecht), contractenrecht, commercieel recht (o.a. merken-, auteurs-, octrooi-, patentrecht)
Make or buy, Value Chain Porter, Kraljic Mediation
30
Marktonderzoek uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren.
Competentie 2 Deskundigheidsgebied
Basics
Visions
Trends
• •
Onderzoeksopzet
Desk research Kwalitatieve methoden van gegevens verzamelen Kwantitatieve methoden van gegevens verzamelen
Analyse van onderzoeksresultaten
Interpretatie en rapportage
Formuleren probleemstelling en onderzoeksvraag Opstellen conceptueel model n.a.v. de probleem- en vraagstelling • Inzicht in methoden en technieken, selectie en verantwoording methode/techniek • Opstellen kostenbegroting • Beoordelen onderzoeksoffertes opgesteld door derden Zoeken en gebruiken van relevante gegevensbronnen: literatuur, tijdschriften, vakbladen, CBS-data, branchepublicaties, websites, e-news , e-journals Opstellen en afnemen van kwalitatieve onderzoeksinstrumenten, zoals: observatieschema’s, interviewschema, focusgroepen • Opstellen en afnemen kwantitatieve onderzoeksinstrumenten, zoals: vragenlijsten voor survey onderzoek • Berekening steekproefgrootte • Kennis statistiek: betrouwbaarheidsintervallen voor gemiddelden en fracties ('vertaling' uitslag steekproef naar populatie), toetsen voor gemiddelden en fracties, chi-kwadraattoetsen (onderzoek verband twee kwalitatieve variabelen), regressie en correlatie (onderzoek verband twee kwantitatieve variabelen) • Kennis van statistische software, zoals: Data Entry, SPSS • Schriftelijke en mondelinge rapportage, inclusief (statistische) verantwoording, conclusies, aanbevelingen en advies over vervolgtraject van de onderzoeksresultaten • Evalueren uitgevoerd onderzoek
Naresh K.Malhotra, Alvin C.Burns/Ronald F. Bush, Cooper, D.R. and Schindler, P.S.
Zoekstrategieën op internet, online catalogi, nieuwsgroepen, e-journals Nieuwe media en marktonderzoek, zoals: user forum online van Blauw, Eyeball-tracking
Predictive analytics: datamining (black-boxpakketten en multivariate technieken), tekstmining, webmining
31
Competentie 3
Deskundigheidsgebied
Sterktes en zwaktes van een bedrijf vaststellen. Dit door de interne bedrijfsprocessen en –cultuur te analyseren, en door kansen en bedreigingen op de lokale, nationale of internationale markt te herkennen op basis van trends. Basics
Analyse externe omgeving
Macro-omgevingsanalyse, marktanalyse, afnemersanalyse, bedrijfstakanalyse, concurrentieanalyse, distributieanalyse, stakeholdersanalyse
Analyse interne omgeving
Organisatie-audit, marketing & verkoop-audit, financiële audit, logistieke audit, operational audit, inkoopaudit, reseach/development en technologie-audit
SWOT-analyse
Destilleren kansen en bedreigingen uit externe analyse, destilleren sterktes en zwaktes uit interne omgeving, investeringsbeslissingen, opties selecteren
Competentie 4
Deskundigheidsgebied
Visions Porter, Hamel-Prahalad, Ansoff, Frambach & Nijssen, PMT Abell & Hammond, cultuurdimensies Hofstede, benchmarking, concurrentiegedrag Kotler, bedrijfstakanalyse van Goor Mc Kinsey 7 S-model, cultuurdimensies Caluwé, Mintzberg, Custom Relation Management, waardeketen Porter, BCG-matrix, marketing- en management information systems, INK/EFQM-analyse
Trends Globalisering, digitalisering (o.a. internetmarketing) duurzaam ondernemen, bedrijfsovername
Speed to market, just in time, global sourcing, outsourcing, lerende organisatie, ondernemerschap, netwerkomgeving, serieel ondernemen (small is beautiful)
Confrontatiematrix, Foetsje-model
Het marketingbeleid (ondernemingsbeleid) ontwikkelen voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen van de gemaakte keuzes. Basics
Visions
• Marketingplanning Marketingmanagement
SMART omschrijven van doelstellingen, onderscheid ondernemingsdoelstellingen en marketingdoelstellingen, marketingplanningcyclus, overzien van de gevolgen van beleid, budgetteringstechnieken, positionering, branding
Formuleren strategische richting
Mission statement en visie, doelen en doelstellingen, concurrentiestrategie, consolidatiestrategieën, groeistrategieën
•
Model Abell & Hammond, generieke strategieën van Porter, waardedisciplinemodel van Treacy & Wiersema, groeistrategieën van Ansoff Portfolio-strategieën: BCG- en GE-matrix, SDPmodel, CRM-vaardighedenmodel, SERVQUALmodel, Stage-Gate-model
Trends ‘Omgevingssensibiliteit’ wordt belangrijker Snelheid waarmee informatie zich verspreidt en de steeds beperkter wordende invloed van organisaties op die informatiestromen Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Er is een toenemende aandacht voor maatschappelijke vraagstukken, zoals: effect op milieu en ethische aspecten rond marketingbeleid Marketing Accountability Teneinde de leidende rol van marketing in organisaties weer te verstevigen, is het essentieel de (financiële) verantwoording van beleid en resultaten zichtbaar te maken
Strategievorming Ansoff, Porter, Johnson & Scholes, Treacy & Wiersema
32
Competentie 5 Deskundigheidsgebied Opstellen en implementeren
Vanuit het marketingbeleid (ondernemingsbeleid) plannen opstellen, uitvoeren en bijstellen. Basics Ondernemingsplan, commercieel plan, projectplan, bedrijfskunde, verandermanagement, interne communicatie, begroten, budgetteren, time-management
Meten van ontwikkelingen
Bedrijfseconomische criteria, managementinformatie, informatievaardigheden, financieel management, statistiek, commerciële calculaties, kwaliteitsmanagement
Bijstellen van plannen
Strategische en operationele bijstelling
Competentie 6 Deskundigheidsgebied
Marketingcommunicatie
Communicatieplanning, communicatieplan, PR, corporate communicatie, (inter)culturele context, communiceren in marketingcontext, luistervaardigheden, gesprekstechnieken en onderhandelen, moderne vreemde talen
Datamanagement
Kritische prestatie-indicatoren, effectiviteit, efficiency, adaptiviteit, Decision Support System, CRM, Balanced Scorecard, INK, PDCA-cyclus, strategische controle, productiviteitscontrole, winstgevendheidcontrole, controle van afzet-, omzet-, winst-, markt- en distributieaandelen, cashflow-ontwikkeling, account- en merkontwikkeling, reactie concurrentie, kosten- en opbrengstcalculaties, klanttevredenheid, break-evenanalyse van acties, nacalculaties, effecten van acties, business intelligence, MIS/DSS, DPP/DAP, Trinity-model Actieplannen, besliscalculaties, voorspellen, contingentieplannen
Basics (Large/key) accountmanagement, verkooptechnieken, verkoopprocessen, CRM-systemen en toepassingen, Customer Satisfaction, Incoterms, netwerken en ethiek
Inkoopmanagement
PRINCE2, Roel Gritt, de Caluwé
Trends Projectmatig creëren Ketenintegratie
Accountability
Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties voor inkoop, verkoop en dienstverlening.
Sales & Relatiemanagement
Organisatiestructuren, organisatieculturen en organisatiecompetenties
Visions
Waardeketens, problem solving units, decision making units, Inkoopprocessen, integrale goederenstroombesturing, leveranciersmanagement, sourcing-strategieën Klantstatus, relatiestatus, effectiviteit van het gevoerde beleid
Visions E-marketing, zoekmachinemarketing, webmarketing, DM, Treacy en Wiersema, Peppers and Rodgers, Value Chain Porter, Category Management, Sellogram, Mbosystemen, Klantenpiramides • •
Virtual communities, Hofstede Allemaal anders denkenden Europees Raamwerk Taalniveaus
Trends
Klantpiramides, loyalty programs
Second Life, internet en website als communicatiemiddel, branding, zoekmachines, e-advertising
Porter, Mintzberg, Hamel en Prahalad, Howard en Seth
Betalingsmogelijkheden op internet
E-procurement, Kraljic
Make or buy, outsourcing, e-commerce
Peelen, analytische CRM
Click-analyse
33
Competentie 7
Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal.
Deskundigheidsgebied
Interne communicatie Nederlands C2-niveau 11 (Hoog opgeleide moedertaalgebruiker) Engels (verplicht) C1/B2niveau (hoger niveau dan andere opleidingen commerce) Twee andere moderne vreemde talen B2/B1-niveau (hoger niveau dan andere opleidingen commerce) Intercultural awareness in professional contexts
Externe communicatie Nederlands C2-niveau11 (Hoog opgeleide moedertaalgebruiker) Engels (verplicht) C1/B2niveau (hoger niveau dan andere opleidingen commerce) Twee andere moderne vreemde talen B2/B1-niveau (hoger niveau dan andere opleidingen commerce) Cross cultural awareness in professional contexts
11
Basics
Visions
Trends
Begrijpen – lezen Gebruiksaanwijzingen, handleidingen, circulaires, internetinformatie, promo-materiaal, onderzoeksresultaten, memo’s/notities Begrijpen – luisteren Korte berichten via omroepsysteem, productpresentaties, bedrijfspresentaties (vocabulaire en grammatica is taalspecifiek als tools) Communiceren – mondeling Korte boodschappen / berichten, overleg met collega’s, vergaderingen, small talk, klanten ontvangen en verwijzen, telefonische bedrijfscontacten
Visions = acts in professional contexts European Framework Taalactiviteiten in beroepscontext ERK = Europees Referentiekader
Europees taalportfolio + Europees Paspoort
Gerelateerd aan de beschreven taalniveaus (A1 – C2) voor moderne vreemde talen in het Europees taalportfolio
Communiceren – schriftelijk Standaardformulieren, memo’s en notities (vocabulaire en grammatica is taalspecifiek als tools) Begrijpen – lezen Standaardbrieven, complexe correspondentie, e-mail, internetinformatie Begrijpen –luisteren Product- en bedrijfspresentaties (vocabulaire en grammatica is taalspecifiek als tools) Communiceren – mondeling Overtuigend spreken, product- en bedrijfspresentaties, onderhandelingsvaardigheden, in- en verkoopgesprekken, netwerken, relaties onderhouden
Visions = acts in professional contexts European Framework Taalactiviteiten in beroepscontext ERK = Europees Referentiekader
Europees taalportfolio + Europees Paspoort Behoefte aan niet Europese talen als Chinees en Japans
Gerelateerd aan de beschreven taalniveaus (A1 – C2) voor moderne vreemde talen in het Europees taalportfolio
Communiceren – schriftelijk E-mail, standaardbrieven, complexe correspondentie, doelgroepgericht schrijven, verslagen maken (vocabulaire en grammatica is taalspecifiek als tools)
Bij Engelstalige International Business and Languages opleidingen heeft Nederlands de positie van moderne vreemde taal. Het C2 niveau is dan niet verplicht. Nederlands heeft dan de
positie van tweede of derde moderne vreemde taal met de vereiste taalniveaus.
34
Competentie 8
Leidinggeven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project.
Deskundigheidsgebied
Basics
• Projectleiding •
Plan van aanpak, projectorganisatie, teamrollen, projectplanning Voortgang en kwaliteit bewaken
Visions • • • •
Managementtechnieken
HRM
Voorzitten vergaderingen, instrueren deelnemers, feedback geven + ontvangen, conflicthantering, omgangsregels + gedragscodes (multicultureel), persoonlijk leiderschap (zelfkennis), leiderschapsstijlen Werving en selectie, personeelsmanagement (gesprekscyclus)
Steven Covey, 7 eigenschappen van leidinggeven, Peter Senge, The 5th discipline, The Art & Practice of The Learning Organization Quinn, Faerman, Thompson, McGrath: Becoming a Master Manager Belbin, teamrollen
Trends • • • •
Van hiërarchische organisatie naar netwerkorganisatie Van positioneel leidinggeven naar toegekende autoriteit Stijgend gemiddeld opleidingsniveau Korte cycli, flexibilisering, mondialisering
Hersey & Blanchard: situationeel leidinggeven
35
Bijlage I: Can Do statements
Listening
UNDERSTANDING
A1
A2
B1
B2
C1
C2
I can understand familiar
I can understand phrases
I can understand the
I can understand
I can understand
I have no difficulty in
words and very basic
and the highest
main points of clear
extended speech and
extended speech even
understanding any kind
phrases concerning
frequency vocabulary
standard speech on
lectures and follow even
when it is not clearly
of spoken language,
myself, my family and
related to areas of most
familiar matters regularly
complex lines of
structured and when
whether live or
immediate concrete
immediate personal
encountered in work,
argument provided the
relationships are only
broadcast, even when
surroundings when
relevance (e.g. very
school, leisure, etc. I can
topic is reasonably
implied and not signalled
delivered at fast native
people speak slowly and
basic personal and family
understand the main
familiar. I can
explicitly. I can
speed, provided. I have
clearly.
information, shopping,
point of many radio or
understand most TV
understand television
some time to get familiar
local area, employment).
TV programmes on
news and current affairs
programmes and films
with the accent.
I can catch the main
current affairs or topics
programmes. I can
without too much effort.
point in short, clear,
of personal or
understand the majority
simple messages and
professional interest
of films in standard
announcements.
when the delivery is
dialect.
relatively slow and clear.
reading
I can understand familiar
I can read very short,
I can understand texts
I can read articles and
I can understand long
I can read with ease
names, words and very
simple texts. I can find
that consist mainly of
reports concerned with
and complex factual and
virtually all forms of the
simple sentences, for
specific, predictable
high frequency everyday
contemporary problems
literary texts,
written language,
example on notices and
information in simple
or job-related language.
in which the writers
appreciating distinctions
including abstract,
posters or in catalogues.
everyday material such
I can understand the
adopt particular attitudes
of style. I can
structurally or
as advertisements,
description of events,
or viewpoints. I can
understand specialised
linguistically complex
prospectuses, menus and
feelings and wishes in
understand
articles and longer
texts such as manuals,
timetables and I can
personal letters.
contemporary literary
technical instructions,
specialised articles and
prose.
even when they do not
literary works
understand short simple personal letters.
relate to my field.
36
Spoken interaction
SPEAKING
I can interact in a simple
I can communicate in
I can deal with most
I can interact with a
I can express myself
I can take part
way provided the other
simple and routine tasks
situations likely to arise
degree of fluency and
fluently and
effortlessly in any
person is prepared to
requiring a simple and
whilst travelling in an
spontaneity that makes
spontaneously without
conversation or
repeat or rephrase things
direct exchange of
area where the language
regular interaction with
much obvious searching
discussion and have a
at a slower rate of
information on familiar
is spoken. I can enter
native speakers quite
for expressions. I can
good familiarity with
speech and help me
topics and activities. I
unprepared into
possible. I can take an
use language flexibly and
idiomatic expressions
formulate what I'm
can handle very short
conversation on topics
active part in discussion
effectively for social and
and colloquialisms. I can
trying to say. I can ask
social exchanges, even
that are familiar, of
in familiar contexts,
professional purposes. I
express myself fluently
and answer simple
though I can't usually
personal interest or
accounting for and
can formulate ideas and
and convey finer shades
questions in areas of
understand enough to
pertinent to everyday life
sustaining my views.
opinions with precision
of meaning precisely. If I
immediate need or on
keep the conversation
(e.g. family, hobbies,
and relate my
do have a problem I can
very familiar topics.
going myself.
work, travel and current
contribution skilfully to
backtrack and
events).
those of other speakers.
restructure around the difficulty so smoothly that other people are hardly aware of it.
Spoken production
I can use simple phrases
I can use a series of
I can connect phrases in
I can present clear,
I can present clear,
I can present a clear,
and sentences to
phrases and sentences to
a simple way in order to
detailed descriptions on
detailed descriptions of
smoothly-flowing
describe where I live and
describe in simple terms
describe experiences and
a wide range of subjects
complex subjects
description or argument
people I know.
my family and other
events, my dreams,
related to my field of
integrating sub-themes,
in a style appropriate to
people, living conditions,
hopes and ambitions. I
interest. I can explain a
developing particular
the context and with an
my educational
can briefly give reasons
viewpoint on a topical
points and rounding off
effective logical structure
background and my
and explanations for
issue giving the
with an appropriate
which helps the recipient
present or most recent
opinions and plans. I can
advantages and
conclusion.
to notice and remember
job.
narrate a story or relate
disadvantages of various
the plot of a book or film
options.
significant points.
and describe my reactions.
37
writing
WRITING
I can write a short,
I can write short, simple
I can write simple
I can write clear,
I can express myself in
I can write clear,
simple postcard, for
notes and messages. I
connected text on topics
detailed text on a wide
clear, well-structured
smoothly-flowing text in
example sending holiday
can write a very simple
which are familiar or of
range of subjects related
text, expressing points of
an appropriate style. I
greetings. I can fill in
personal letter, for
personal interest. I can
to my interests. I can
view at some length. I
can write complex
forms with personal
example thanking
write personal letters
write an essay or report,
can write about complex
letters, reports or
details, for example
someone for something.
describing experiences
passing on information or
subjects in a letter, an
articles which present a
and impressions.
giving reasons in support
essay or a report,
case with an effective
nationality and address
of or against a particular
underlining what I
logical structure which
on a hotel registration
point of view. I can write
consider to be the salient
helps the recipient to
form.
letters highlighting the
issues. I can select a
notice and remember
personal significance of
style appropriate to the
significant points. I can
events and experiences.
reader in mind.
write summaries and
entering my name,
reviews of professional or literary works.
38
Bijlage II: Gesprekspartners in hogescholen en beroepenveld Gesprekspartners Beroepenveld VNO/NCW MKB Nederland Federatie voor de Nederlandse Export (FENEDEX) Raamweg 14 2596 HL Den Haag Directeur: dhr. B.J.Koopman Dutch Dialogue Marketing Association (DDMA) W.G.Plein 507-508 1054 SJ Amsterdam Bureaudirecteur: mw. D. Janssen NIMA Assering 188 1187 KL Amstelveen Directeur: dhr.Frank van Delft Contactpersoon: mw. Baukje Hilarides Overzicht vertegenwoordigers van de hogescholen Naam
Bedrijf
Functie
Dhr. Wilmer
Fenedex
Examinator
Dhr. N. Duinhof
STP Innovations
Managing Director
Mw. A. van de Belt
EuroDev
Marketing Manager
Dhr. F. Kouwe
Kamer van Koophandel
Consulent Internationale handel
Mw. Van de Leur
Douane
Jurist
Dhr. T. Jansma
Deloitte
Register Accountant
Mw. T. Huf
Dialoc
Manager verkoop binnendienst
Dhr. G. Bosch
George Bosch Consult
Zelfstandig ondernemer
Dhr. F. Alting
KvK Groningen
Consulent
Dhr. K. de Boer
Rabo Midden-Groningen
Marketingconsulent
Mw. Michelle ter Weele
Rodenstock Benelux
Projectmanager marketing
Dhr. G. Dop
Romi Smilfood BV
Marketingmanager
Dhr. R. Schomaker
Biddle
Exportmanager
Dhr. Eddy Blaauwbroek
Van de Wind… Marketing
Directeur/eigenaar
Chr. Hogeschool Windesheim
Hanzehogeschool Groningen
39
Hogeschool Amsterdam Dhr. B.M. Jongeneel
ING
Senior Accountmanager
Mw. M. Vorster
Hamilton Bright BV
General Manager
Mw. E. van Aken
Albert Heijn
Media Manager
Mw. Y. Egels-Vossen
Centric
Communications Manager
Dhr. R. B. Hamerslag
ING
Manager ING Pensioen Communicatie
Mw. van Ham
VNU Media
Intermediar
Mw. C. van Kakerken
Yacht
Interim professional M & C
Dhr. S. Kluitmans
D&M Holdings
Commercieel Manager
Mw. L. Hamers
Atos Consulting
Senior Business Consultant
Dhr. R. van Muijen
Bread and Things
Directeur/eigenaar
Dhr. R. Adams
Six Fingers
Directeur
Mw. P. Opheij
Janssen-Fritsen
Export medewerker
Dhr. H. van Collenburg
Operational
Directeur Sales & Marketing
Hogeschool Avans
Hogeschool INHOLLAND (locaties Alkmaar, Amsterdam/Diemen, Rotterdam) Dhr. A. Faasse
Sigma-Aldrich
Manager Operational Support Benelux
Dhr. P. van Hoof
Sound of data
Sales Manager
Mevr. M. Huizer
Shell Chemicals Europe BV Customer Centre Manager
Dhr. A. Langeler
Maersk Line
Manager Out-Fleet Centre
Mevr. T. Mol
ABN AMRO Rotterdam Nd
Businesspartner Particulieren
Mevr. K. vander Steen
B&S Global
Marketing Assitant & Student Supervisor
Dhr. M. Dom
SNS Reaal
Sales manager
Dhr. M. Frijters
Sony Benelux BV
Key account manager
Mevr. S. Ekel
New Cheese
Merkenbouwer/interim manager
Dhr. S. Montijn
Esize
Consultant
Dhr. I. Heemkerk
VODW Marketing
Marketing Executive
Dhr. J. Deeterink
ABN-AMRO
Accountmanager Zaken
Dhr. Hamburger
Turien & Co
Manager Commerciële zaken
Dhr. R. Hoekstra
Kamer van koophandel
Sr. Adviseur Internationale handel
Dhr. L.Keizer
Gimme Concepts
Directeur
Dhr. G. Meijering
Syngenta Seeds
Manager
Mevr. W. de Wit
Corus Staal N.V.
Recruiter Controlling/Marketing
Dhr. Y.van Zanten
Innocent Drinks
Hoofd Marketing Benelux
Dhr. F.H. Geukes Foppen
Genzyme Europe
VP Critical Operations
Dhr. J.C. Pappe
ITIM International
Interim Director
Dhr. R. Jacobson
Unilever
gepens. Financial manager Unilever NV
Dhr. J.Elias
RBS
Dhr. Ph. Dubbeling
Jawema BV
Directeur/eigenaar
Mw. Y. Chung
Fenedex
Account manager
Mw. A. Delcour-Yip
Intertoys Holland BV
Junior Buyer Far East
Mw. J. Chan
Sinova Man. Cons.
Directeur/eigenaar
Hogeschool Rotterdam
Voorzitter Adviesraad RBS
40
Dhr. C. Dekker
Euro Senko BV
Quality Manager
Mw. M. Ruben-Tol
Port of Rotterdam
Business Manager
Mw. J. Ritfeld
Embassy of the USA
Commercial Advisor
Dhr. R. Hagendijk
DSV Solutions
Manager Freight and Distribution
Dhr. S.W.A.Lak
Port of Rotterdam
Bestuursvoorzitter en Commissaris
Dhr. M. Veldhuizen
Cap Gemini Ned. BV
Vice President Practice Leader
Public&Health Dhr. H. de Kort
Vopac
Hogeschool Utrecht Dhr. J.C. van Dam
Nederlandse Export Combinatie
Directeur
Dhr. G.F. Gülker
Nederlands-Duitse Handelskamer
Plv. Directeur
Mw. J. Kaljee
Octalix BV
Dhr. J.N. Kras
Flora Culture Int. BV
Directeur
Dhr. G.L.F.M. Mutsaerts
Wonderfeel BV
Directeur
Supply Chain Manager
Hogeschool Zeeland Mw. Besems
Kenniscentrum Kunsttoerisme Breda/VlissingenProjectmedewerker
Mevr. Van der Velde
Sanofi-Aventis
Area Manager
Dhr. Lommen
Lambweston Meijer
Sales Manager Retail
Dhr. Van de Woestijne
Lambweston Meijer
Manager Custom Service
Dhr. Louweret
Bison International BV
International Area Manager
Dhr. Minnard
Doens Foof Ingredients
Vice President
Dhr. Van Vuuren
zelfstandig ondernemer
Hogeschool Zuyd Dhr. J.W. Bertens
Oud-europarlementariër
Mw. E Urlings
Randstad
Dhr. G.H.J.Schuivens
Harte Hanks CRM
Personeelsmanager
Dhr. F.J.M. Aretz
BCT The Document Store
Channel Manager
Dhr. H.J.C.J.A. Hox
ABN/AMRO
Commercieel directeur
Dhr. A.J.C. Assink
Kamer van Koophandel
Manager Internationale Zaken
Mw. T. Rohs
Commercial Laminating Solutions Group
Product Manager
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Mw. L. Bosma
Kaasmakerij Henri Willig
Sales & Marketing Manager
Dhr. W. Al-Kaisi
Unique Multilingual Serv.
International Cosultant
Dhr. Backx
HZPC Holland BV
Algemeen directeur
Dhr. E. Stienstra Dhr. W. de Haan
Zelfstandig ondernemer Add Export Import Cons.
Adviseur/trainer
Garden Impressions BV
Algemeen directeur
Saxion Hogeschool Dhr. H.W. Lammers Dhr. E. Nijsink
Into telecom BV
Zelfstandig Consulent
Dhr. B. Prins
Prins Marketing Cons.
Zelfstandig Ondernemer
Dhr. G. Baartman
Heutink BV
Hoofd Buitendienst
41
Mw. M. van Oort-Lohuis
Wehkamp BV
Manager Brand Dev. & Offline M & C
Dhr. J.P. van Haaps
ELCO Rendamax BV
oud-alg.directeur
Mw. m. Zeilstra
Zorggroep Solis
Manager
Dhr. E. During
Achmea
Commercieel manager
Dhr. R. Lucassen
Kamer van Koophandel
Stenden Hogeschool Dhr. Finke
Antro groep BV
Directeur
Mw. R. Biemans
Fresenius HemoCare BV
Account Coördinator Customer Service
Dhr. E. Zwols
Kentford BV
Projectmanager
Dhr. C. Van der Blij
Röchling Eng. Plastics KG
Projectmanager
Mw. Anje Dijk
Rijksuniversiteit Groningen Directeur talencentrum
Dhr. André Aarntzen
Universiteit Twente
Alumnus en masterstudent
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Dhr. C. Hoeboer
Redap
Adviseur/Consultant
Dhr. B. Sesink
Handheld Benelux BV
Partner Manager
Dhr. F. Verbruggen
Fassin BV
International Key Accountmanager
Mw. G. Van Binsbergen-Maaijen
CTA
Secretary - Administration and HRM
Dhr. H. Welting
Heras Nederland BV
Directeur Tijdelijke Beveiliging
42