Brussel, september 2009
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
In samenwerking met de bouw-, elektrotechnische en metaalsector
Brussel, september 2009
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus Sector Bouwsector Elektrotechnische sector Metaalsector Cluster Koeltechniek
In samenwerking met de bouw-, elektrotechnische en metaalsector
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
De infobank over beroepenstructuren en beroepsprofielen kan worden geraadpleegd op de SERV-website: www.serv.be, via de link beroepsprofielen. Het copyright over de SERV-beroepsprofielen hoort toe aan de SERV. Gebruik van gegevens en tekst is toegestaan mits een correcte bronvermelding. WD/2009/4665/21 SERV l Wetstraat 34-36 l 1040 Brussel l Tel: 02.20.90.111 l Fax: 02.21.77.008 l
[email protected] l www.serv.be
4
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
Inhoud Inhoud ................................................................................................................................. 5 Inleiding .............................................................................................................................. 6 Leeswijzer ........................................................................................................................... 7 1. Afbakening en omschrijving van het beroep ........................................................... 9 1.1. Beroepssituering......................................................................................................... 9 1.1.1 De sectoren........................................................................................................... 9 1.1.2 Koeltechniek.......................................................................................................... 9 1.2. Beroepenschets........................................................................................................ 11 1.2.1 Definitie en omschrijving van het beroep .............................................................. 11 1.2.2 Afbakening .......................................................................................................... 12 1.2.3 Vereiste attesten of certificaten............................................................................ 13 1.2.4 Arbeidsomstandigheden ...................................................................................... 14 2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7. 2.8. 2.9.
Beroepscompetenties............................................................................................. 15 Veilig en milieubewust werken .................................................................................. 15 Communiceren ......................................................................................................... 17 Plannen.................................................................................................................... 19 Controleren .............................................................................................................. 20 De installatie in bedrijf stellen.................................................................................... 22 Onderhoud uitvoeren ................................................................................................ 24 Storingen onderzoeken ............................................................................................. 26 Verbindingen maken ................................................................................................. 28 Werkadministratie bijhouden ..................................................................................... 30
3.
Beginnende beroepsbeoefenaar............................................................................. 31
Bijlage I – Gemiddeld takenpakket ................................................................................... 32 Bijlage II – Welzijn op het werk......................................................................................... 34 Bijlage III – Woordenlijst ................................................................................................... 35 Lijst van organisaties en bedrijven die werden uitgenodigd op de stuurgroep ‘BCP koeltechnicus’......................................................................................................... 36 Bronnen – Literatuurlijst................................................................................................... 37
“In verband met de leesbaarheid van de tekst is er voor gekozen om de mannelijke vorm te gebruiken. Waar hij of hem staat wordt uiteraard ook zij of haar bedoeld.”
5
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
Inleiding In dit document wordt het beroep koeltechnicus beschreven. In het eerste deel bakenen we het onderzoeksveld af. We situeren het beroep in de sector en geven aan wat precies het werkdomein is van de beroepsbeoefenaar. De beroepenschets definieert het beroep en bakent het af ten opzichte van andere beroepen. Ook eventuele vereiste attesten of certificaten voor het beroep en bijzondere arbeidsomstandigheden komen hier aan bod. Het tweede deel is de eigenlijke kern van het beroepscompetentieprofiel. We schetsen de expertise die een beroepsbeoefenaar nodig heeft aan de hand van competenties die in de beroepscontext worden toegepast. Deze beroepsspecifieke competenties beschrijven wat iemand nodig heeft om goede resultaten te boeken op het werk. Per competentie worden een omschrijving, indicatoren, onderliggende kennis, onderliggende attitudes en eventuele keuzes en dilemma’s weergegeven. In het derde deel wordt een definitie gegeven van de beginnende beroepsbeoefenaar voor dit specifieke beroep. Er wordt omschreven wat er precies van een beginner verwacht wordt en waarin zijn competenties nog verschillen van de ervaren beroepsbeoefenaar.
6
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
Leeswijzer Zowel internationaal als in Vlaanderen wordt steeds meer uitgegaan van competenties bij het beschrijven van beroepen. De SERV heeft daarom een nieuw, competentiegericht format ontwikkeld voor de beroepscompetentieprofielen. Verschillende types gebruikers De beroepscompetentieprofielen zijn geschreven voor een zeer divers publiek en voor verschillende gebruiksdoeleinden (zoals onder meer afstemming onderwijs-arbeidsmarkt, HRMbeleid binnen bedrijven/organisaties en sectoren, loopbaan- en studiekeuzebegeleiding). BCP’s trachten bijgevolg een antwoord te geven op verschillende soorten vragen. Daardoor is het BCP een technisch document waarvan niet alle onderdelen voor iedereen even belangrijk en begrijpelijk zijn. Afhankelijk van het type gebruiker dat u bent, kan u het document ‘anders’ lezen. Wij onderscheiden drie grote types gebruikers:
Type 1: gebruik van het BCP voor de oriëntatie van werkzoekenden, voor loopbaanbegeleiding, of door de leek die zich wenst te informeren over een beroep.
Type 2: professioneel gebruik in bedrijven/organisaties of sectoren: bijvoorbeeld voor sollicitaties in bedrijven, voor het opmaken van functiebeschrijvingen, voor interne opleidingen en coaching.
Type 3: onderwijs- en opleidingsverstrekkers voor het bepalen van eindtermen of voor het opstarten of aanpassen van een opleiding.
Indien u gebruiker type 1 bent, zijn de volgende onderdelen voor u het meest interessant: • Deel 1 waarin het beroep wordt gedefinieerd en afgebakend. • Achteraan in het document: bijlage 1 waarin een gemiddeld takenpakket van deze beroepsbeoefenaar beschreven staat. • In deel 2 enkel de eerste rubriek: de titels en de omschrijvingen van de competenties.
Voor gebruiker type 2, mensen uit het bedrijfs- of organisatieleven, uit het werkveld zelf dus, kan, bijkomend, volgende informatie bijzonder nuttig zijn: • Deel 2 de rubriek indicatoren. De indicatoren beschrijven het gedrag dat iemand moet vertonen op de werkvloer om de beoogde resultaten te kunnen behalen. Dit gedrag toont aan of iemand al dan niet over de competentie beschikt. • Deel 2 de rubriek keuzes en dilemma’s. Keuzes en dilemma’s beschrijven de complexiteit van de competentie.
7
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
Voor gebruiker type 3, onderwijs- of opleidingsverantwoordelijken, is bijkomend ook de volgende informatie relevant : • Deel 2 rubriek onderliggende kennis. • Deel 2 rubriek onderliggende attitudes. • Deel 3 informatie over de beginnende beroepsbeoefenaar.
Hoe u de competenties in Deel 2 moet lezen… In deel 2 beschrijven we de competenties voor het beroep waarvan sprake is. Deze competenties werden afgeleid aan de hand van de omschrijving van het beroep en de analyse van een gemiddeld takenpakket. (Een overzicht van een gemiddeld takenpakket vindt u in bijlage I). Elke competentie wordt beschreven aan de hand van onderstaande rubrieken.
In de omschrijving van de competentie geven we weer wat we precies onder de competentie verstaan en waarom ze van belang is voor het bereiken van de verwachte resultaten op het werk.
Aan de hand van indicatoren beschrijven we het gedrag dat een beroepsbeoefenaar moet stellen wanneer hij over de competentie beschikt. Een indicator moet niet in absolute termen gelezen worden; hij is richtinggevend. Dat wil zeggen dat de beroepsbeoefenaar niet aan alle indicatoren in dezelfde mate moet beantwoorden.
Daarna beschrijven we de onderliggende kennis… Hier wordt de kennis genoemd die onderliggend of ondersteunend is voor de betreffende competentie. Het gaat om kennis zonder dewelke de beroepsbeoefenaar het bovenbeschreven gedrag niet kan stellen.
…en de onderliggende attitudes en sleutelvaardigheden. Hier worden de belangrijkste attitudes en/of sleutelvaardigheden weergegeven die onderliggend zijn aan de betreffende competentie. Het gaat om attitudes zonder dewelke de beroepsbeoefenaar het bovenbeschreven gedrag niet kan stellen. We bespreken alleen de attitudes en/of sleutelvaardigheden die een sterke relatie hebben met de betreffende competentie.
Keuzes en dilemma’s geven aan welke de problemen zijn waar een beroepsbeoefenaar voor kan staan bij het aanwenden van deze competentie. De keuzes en dilemma’s waarvoor de beroepsbeoefenaar komt te staan, bepalen mee de complexiteit van het beroep. Complexiteit kan betrekking hebben op standaardroutines, het koppelen van meerdere routines of juist op het zelf ontwikkelen van nieuwe routines en op de rol die de beroepsbeoefenaar daarbij vervult (ondersteunen, uitvoerend, leidinggevend). Maar het kan ook gaan om spanningsvelden, risico’s en kansen (COLO, september 2003, p.10-18).
8
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
1 . A fbak en ing en o ms ch rijv in g van he t be roep 1.1. Beroepssituering 1.1.1
De sectoren
Het beroep koeltechnicus is terug te vinden in drie sectoren, namelijk de metaalsector, de bouwsector en de elektrotechnische sector. De paritaire comités die bevoegd zijn voor het sociaal overleg m.b.t. dit beroep zijn:
PC 111
Metaal-, machine- en elektrische bouw
PC 124
Bouwbedrijf
PSC 149.01
Elektriciens: installatie en distributie
De koeltechnicus werkt, ongeacht de sector waartoe hij behoort, in een HVAC-bedrijf, een koeltechnisch bedrijf of een facility management bedrijf. Afhankelijk van het bedrijf waarin hij tewerkgesteld is, installeert, onderhoudt en/of herstelt de koeltechnicus airconditioning, warmtepompen, en/of koelinstallaties zoals koelcellen, vriescellen, toonbanken,… De werking van deze installaties is steeds gebaseerd op de opwekking van koude door middel van verdamping van het koelmiddel dat zich in de installatie bevindt. De verschillende soorten installaties kunnen zowel bij particulieren als in bedrijven worden geplaatst. Naargelang de gebruikersdoeleinden verschilt de grootte van de installatie. Terwijl airconditioning en warmtepompen1 meestal gebruikt worden voor comfortkoeling bij zowel particulieren als bedrijven, worden koelinstallaties voornamelijk in bedrijven gebruikt voor koeling van producten tijdens het productieproces, de distributie en de bewaring ervan. Deze koelinstallaties worden voornamelijk in de voedings- en de chemische sector geïnstalleerd. 1.1.2
Koeltechniek
Alle koeltechnische toestellen, dus ook airconditioning, warmtepompen en koelinstallaties, bestaan uit een koelkring. Deze koelkring is samengesteld uit 4 hoofdcomponenten die met elkaar verbonden zijn door middel van verschillende soorten appendages en leidingen. De hoofdcomponenten zijn de verdamper, de compressor, de condensor en het expansieorgaan. Onderstaand schema stelt de koelkring voor.
1
Warmtepompen kunnen naast koeling ook voor verwarming gebruikt worden.
9
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
In de koelkring vloeit koelmiddel dat van druk of van aggregatietoestand kan veranderen door middel van de volgende 4 processen.2 1. Het hart van een koeltechnisch toestel, dat het koelmiddel door het systeem pompt, is de compressor. Het koelmiddel is een soort gas dat onder lage druk staat voordat het bij de compressor komt. De compressor plaatst het gas onder hoge druk en stuurt het door naar de condensor. 2. In de condensor condenseert het gas onder hoge druk tot een vloeistof onder hoge druk waarbij warmte wordt afgegeven aan de omgeving. 3. Nadien komt het koelmiddel in een expansieorgaan terecht waar het in een vloeistof onder lage druk verandert. 4. De vloeistof onder lage druk vloeit naar de verdamper, waar de warmte uit de ruimte wordt opgenomen en waarbij ze verdampt naar een gas onder lage druk.
2
Bij een warmtepomp vinden de processen van de cyclus in omgekeerde volgorde plaats.
10
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
1.2. Beroepenschets 1.2.1
Definitie en omschrijving van het beroep
De koeltechnicus staat in voor het in bedrijf stellen van koelinstallaties, airconditioninginstallaties en warmtepompen. Hij voert preventief onderhoud uit en lost storingen op wanneer die zich voordoen. Hij doet dit op een veilige, hygiënische manier volgens de geldende milieuwetgeving3 en een code van goede praktijk4. Vooraleer de koeltechnicus start met de eigenlijke opdracht bereidt hij de uitvoering en de werkvolgorde van die opdracht voor. Hij legt contact met de klant, stelt de nodige vragen, bestudeert de nodige documenten en plant de verschillende taken. Wanneer de koeltechnicus een installatie uit bedrijf moet nemen, tapt hij het koelmiddel af en eventueel ook de olie uit de installatie. Wanneer de koeltechnicus een installatie moet opstarten, voert hij de nodige controles en testen uit, vult hij de installatie met koelmiddel en stelt hij alles correct in vooraleer hij de installatie effectief in werking stelt. Na het in werking stellen, regelt de koeltechnicus de nodige onderdelen in en stelt hij de nodige parameters af. Bij een periodieke, preventieve, correctieve of curatieve onderhoudsbeurt controleert de koeltechnicus de installatie grondig, eventueel aan de hand van een checklist, waarna hij op basis van zijn bevindingen de nodige acties onderneemt om de installatie in een optimale staat van werking achter te laten. De koeltechnicus vult steeds de nodige formulieren in en overlegt met de klant en/of de verantwoordelijke. Doorheen alle opdrachten die hij uitvoert, werkt de koeltechnicus voortdurend zo milieu- en veiligheidsbewust mogelijk om vervuiling van de atmosfeer en ongevallen te vermijden.
3
4
Meer bepaald gaat het om het VLAREM II 5.16.3.3 en het besluit van de Vlaamse Regering inzake de certificering van koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici (goedgekeurd door de Vaamse Regering op 4 september 2009) met alle daarin vermelde relevante gewestelijke, federale en internationale wetten. Een code van goede praktijk moet steeds als basis gebruikt worden voor het werk dat de koelmonteur uitvoert. De belangrijkste codes van goede praktijk zijn de code van goede praktijk van UBF en de ‘NBN EN 378 norm – 1 tem 4’.
11
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
1.2.2
Afbakening
De koeltechnicus die in dit document behandeld wordt, werkt aan installaties bestaande uit minstens één koelkring, zoals deze hierboven werd beschreven. Het gaat om de koeltechnicus die in het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 beschreven wordt als de koeltechnicus ‘categorie I’. Deze technicus mag alle werkzaamheden aan koelinstallaties, airconditioning en warmtepompen uitvoeren. Koeltechnici categorie II, III en IV daarentegen zijn volgens deze wetgeving beperkt in de handelingen die zij aan deze installaties mogen uitvoeren en mogen deze handelingen slechts bij installaties met een beperkte en volgens de wet vastgelegde capaciteit uitvoeren. Koelinstallaties, airconditioning en warmtepompen worden, genomen over hun volledige levensduur en in deze volgorde, gemonteerd, gecontroleerd, opgestart, afgeregeld, onderhouden, hersteld wanneer nodig en uiteindelijk afgebroken. Op de werkvloer staat de koeltechnicus in voor alle opdrachten behalve voor het monteren. Monteren van installaties gebeurt door de koelmonteur waarvan de koeltechnicus onderscheiden moet worden en waarmee hij een beroepencluster vormt5. De koeltechnicus kan doorgegroeid zijn vanuit de functie koelmonteur, dit gebeurt echter niet altijd. Beide beroepsbeoefenaars zijn terug te vinden in dezelfde bedrijven en werken aan dezelfde installaties. Afhankelijk van de grootte van het bedrijf verschilt de arbeidsorganisatie. Kleinere bedrijven combineren de functies koeltechnicus en koelmonteur vaak, in grotere bedrijven zijn meestal aparte beroepsbeoefenaars terug te vinden. In dit document wordt een overzicht gegeven van de competenties die een koeltechnicus nodig heeft wanneer hij enkel opdrachten uitvoert behorende tot het beroep koeltechnicus, d.w.z. wanneer dit niet gecombineerd wordt met opdrachten die behoren tot het beroep koelmonteur. Voor meer informatie over het beroep koelmonteur verwijzen wij u naar het beroepscompetentieprofiel ‘koelmonteur’ (SERV, 2009) dat u op de website kan raadplegen. Behalve met de koelmonteur mag de koeltechnicus ook niet verward worden met de klimatisatietechnicus en de CV-installateur. Deze eerste werkt niet met installaties op basis koelmiddel, maar verdeelt warmte of koude in een gebouw door middel van water of lucht terwijl de laatste aan installaties werkt waarbij door verbranding van een brandstof warmte wordt opgewekt.
5
Een beroepencluster is een groepering van beroepen die samen onder één noemer thuishoren omdat deze beroepen, ondanks hun specifieke karakter, een aantal gelijkaardige kenmerken delen.
12
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
1.2.3
Vereiste attesten of certificaten
1.2.3.1
B-VCA-attest
Terwijl slechts sommige bedrijven (vooral in de chemische sector) van koeltechnici een attest in het hardsolderen verwachten, verwachten de meeste bedrijven dat zij in het bezit zijn van een B-VCA-attest (basisveiligheid). Het hebben van dergelijke attesten is vaak een vereiste om op locatie te kunnen werken, iets wat voor koeltechnici dagelijkse kost is. De kwalificatie Basisveiligheid VCA omvat basiskennis van onder meer de wet- en regelgeving, gevaarlijke stoffen, branden, gesloten ruimtes, gereedschappen en machines, struikelen, uitglijden, vallen, werken in de hoogte, lassen, elektriciteit, persoonlijke beschermingsmiddelen,... 1.2.3.2
Attest van bekwaamheid in de koeltechniek
In het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 wordt een certificeringsplicht vastgelegd voor koeltechnici. De certificering houdt in dat koeltechnici die handelingen uitvoeren aan koel- en luchtbehandelingsinstallaties die een risico op emissies van ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen inhouden, moeten gecertificeerd zijn om deze werkzaamheden te mogen uitvoeren zodat emissie van ozonafbrekende stoffen en gefluoreerde broeikasgassen uit deze installaties zo veel mogelijk beperkt wordt. Meer informatie over deze wetgeving en de certificering kunt u vinden op de website van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (www.lne.be).
13
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
1.2.4
Arbeidsomstandigheden
De volgende arbeidsomstandigheden zijn typisch voor het beroep koeltechnicus.
werken met arbeidsmiddelen werken met producten met gevaarlijke eigenschappen werken in de hoogte werken met elektriciteit werken in omstandigheden met verhoogd risico op brand en explosie werken met zware lasten en hulpmiddelen om deze te verplaatsen werken in het weekend of ’s nachts (beperkt aantal keer) werken bij extreem lage temperaturen Koeltechnici werken meestal op locatie en moeten zich daarom verplaatsen. Het is daarom aangewezen dat een koeltechnicus beschikt over een rijbewijs dat hem in staat stelt om met een bestelwagen of lichte vrachtwagen te rijden.
Indien u meer informatie wil over de risico’s en preventiemaatregelen die specifieke arbeidsomstandigheden met zich meebrengen, verwijzen wij u naar een nota van de SERV over arbeidsomstandigheden (SERV, 2006) die u op de website kan raadplegen.
14
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
2 . B e roe psc ompe te n ties 2.1. Veilig en milieubewust werken Omschrijving: De koeltechnicus werkt veiligheidsbewust wanneer een veilige manier van werken een evident onderdeel van zijn handelen wordt. Het betekent ook dat de koeltechnicus kritisch naar het eigen handelen kijkt om het, indien nodig, bij te sturen. Veilig werken betekent dat hij tijdig herkent wat fout kan gaan voor hem en zijn omgeving, de risico’s juist beoordeelt en er gepast op reageert. Indicatoren: De koeltechnicus
draagt persoonlijke beschermingsmiddelen aangepast aan de uit te voeren taak.
gebruikt de beveiliging van machines volgens de instructies van de fabrikant.
sorteert afval volgens de instructies op de werkplek.
vermijdt het manueel heffen of verplaatsen van lasten zoveel mogelijk. handelt volgens de veiligheidssignalisatie op de werkplek, de veiligheidsrichtlijnen van het bedrijf en volgens de regels van de klant.
gebruikt een stelling bij het werken in de hoogte. verlucht de ruimte bij het werken met stikstof of schadelijke stoffen. vermijdt bij warm werk schade aan te omgeving. heeft een blusmiddel bij de hand bij het werken met open vlam. zet alle gasflessen verticaal vast. ruimt op om vallen, struikelen en uitglijden te voorkomen. vervoert koelmiddel enkel wanneer het om nieuw koelmiddel gaat of om afgetapt koelmiddel dat onmiddellijk naar een depot gebracht wordt.
15
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
Onderliggende kennis:
veiligheidssignalisatie op de werkplek veiligheidsrichtlijnen van het bedrijf persoonlijke beschermingsmiddelen risico’s bij het werken met gereedschap en machines risico’s bij warm werk en het werken met elektriciteit en gas risico’s bij het werken met schadelijke producten risico’s bij het werken in de hoogte gevaarsymbolen en -aanduidingen op etiketten en waarschuwingsborden hef- en tiltechnieken
Onderliggende attitudes en sleutelvaardigheden:
veiligheidsbewustzijn milieubewustzijn hygiënisch bewustzijn ordelijkheid verantwoordelijkheidszin
Keuzes en dilemma’s:
De koeltechnicus geeft, wanneer hij daartoe de mogelijkheid heeft, steeds de voorkeur aan het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen boven het gebruik van individuele beschermingsmiddelen.
Opmerkingen:
Referentiedocument binnenlands vervoer afvalstoffen: VLAREA (5 december 2003)
Referentiedocument: SERV (2004) Welzijn op het werk. Een beschrijving van de taken en competenties van elke beroepsbeoefenaar ongeacht beroep of sector.
Zie ook bijlage II in dit document.
Referentiedocument grensoverschrijdend vervoer afvalstoffen: 1013/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006
16
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
2.2. Communiceren Omschrijving: De koeltechnicus overlegt met de verantwoordelijke en met de klant. Hij ondervraagt de klant over de staat van de installatie en over de wensen van die klant. De koeltechnicus doet dit alles om de uitvoering van een opdracht zo vlot mogelijk te laten verlopen. Indicatoren: De koeltechnicus
stelt de klant de nodige vragen in functie van de uit te voeren werken.
brengt de klant en de verantwoordelijke op de hoogte wanneer een opdracht is afgewerkt.
doet voorstellen in functie van het verbeteren van het installatieproces.
overlegt met de klant over de wensen van de klant en de haalbaarheid ervan. contacteert de verantwoordelijke in geval van vragen en/of problemen. contacteert de koelmonteur bij vragen over de montage van de installatie. neemt contact op met de leverancier om informatie te krijgen over geïnstalleerde toestellen, vervangtoestellen of leveringstermijnen.
geeft de klant, aan de hand van een ingevulde werkbon, feedback over de uitgevoerde werken, het materiaalverbruik en de eventuele nood aan nazorg zodat deze op de hoogte is van een eventueel vervolgbezoek en de kostenberekening.
wisselt ervaringen uit met collega-koeltechnici.
Onderliggende kennis:
6
inhoud eigen functie, opdrachten en verantwoordelijkheden het Europese B1-niveau6 voor begrijpen en spreken van Nederlands
Meer informatie over deze Europese niveaus is te vinden op: http://www.coe.int/T/DG4/Portfolio/?L=E&M=/main_pages/levels.html
17
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
Onderliggende attitudes en sleutelvaardigheden:
probleemoplossingsgerichtheid mondelinge communicatie contactvaardigheid dienstverlening diplomatie imagobewustzijn
Keuzes en dilemma’s:
18
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
2.3. Plannen Omschrijving: De koeltechnicus plant zijn werk zowel bij het begin van zijn werkdag als gedurende het uitvoeren van zijn verschillende opdrachten zodat efficiënt gewerkt kan worden. Hij houdt daarbij rekening met de benodigde acties, tijd en middelen. Indicatoren: De koeltechnicus
neemt de opdrachtdocumenten en de centrale planning door.
splitst grote opdrachten in deeltaken op.
controleert de voorraad in de bestelwagen regelmatig.
legt een werkvolgorde vast in functie van de wensen van de klant, de prioriteiten, de benodigde acties, tijd en middelen, eventueel in samenspraak met de verantwoordelijke.
neemt de beschikbare installatieschema’s door. legt informatie, materiaal en gereedschap, die hem bij het uitvoeren van de opdrachten verder kunnen helpen, vooraf klaar.
rapporteert, bestelt en/of haalt ontbrekend materiaal en gereedschap af.
Onderliggende kennis:
inhoud eigen functie, opdrachten en verantwoordelijkheden werktuigbouwkundige tekeningen en symbolen installatieschema’s: as-build-schema, elektrisch schema, logboek, technische plannen basiskennis voorraadbeheer het Europese B1-niveau voor lezen van Nederlands het Europese A1-niveau voor lezen van Engels
Onderliggende attitudes en sleutelvaardigheden:
technisch inzicht beslissingsvermogen organisatievermogen discipline efficiëntie
19
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
Keuzes en dilemma’s:
2.4. Controleren Omschrijving: De koeltechnicus controleert het montage- en verbindingswerk, onderdelen van de installatie en/of diverse koeltechnische en elektrische parameters zodat over de nodige maatregelen beslist kan worden voor een correcte afhandeling van de opdracht. Indicatoren: De koeltechnicus
controleert de aanwezigheid van alle benodigde installatiegebonden documenten.
gaat de kwaliteit van de montage na door het systematisch uitvoeren van een visuele controle bij de opstart van een nieuwe installatie.
controleert de verbindingen op lekken door middel van een (elektronische) lekdetector of een zeepoplossing.
controleert de aanwezigheid van vocht in de installatie visueel aan de hand van de vochtindicator.
controleert of er spanning op de installatie staat.
leest parameters af om afwijkingen op te sporen.
test de goede werking van de installatie in de normale gebruikstoestand.
vergelijkt het as-build-schema met de werkelijk gemonteerde installatie bij de opstart van een nieuwe installatie.
controleert manueel de werking van de onderdelen. gaat evidente foutoorzaken bij storingen na door het systematisch uitvoeren van een visuele controle.
voert metingen uit om afwijkingen op te sporen. controleert het oliepeil. controleert de zuurtegraad van het koelmiddel door middel van een zuurtest. controleert de hoeveelheid koelmiddel aan de hand van gegevens in het logboek en de drukken en temperaturen.
20
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
Onderliggende kennis:
werking en onderdelen van een installatie
handgereedschap: manifold, elektrische multimeter, ampèremeter, (elektronische) lekdetector, zeepoplossing, thermometer, anemometer, zuurtest
basiskennis bediening PLC
grootheden: druk, elektrische spanning, elektrische stroom, stroomsnelheid, temperatuur, volumestroom, weerstand
Log-PH diagram geldende milieuwetgeving
Onderliggende attitudes en sleutelvaardigheden:
discipline geduld kritische ingesteldheid nauwkeurigheid technisch inzicht
Keuzes en dilemma’s:
In geval van een correctief of curatief onderhoud, controleert de koeltechnicus na iedere correctieve handeling of de oorzaak van de storing is opgelost. Hij doorloopt daarbij steeds de volledige werkingscyclus van installatie.
21
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
2.5. De installatie in bedrijf stellen Omschrijving: De koeltechnicus vacumeert een installatie en vult deze daarna met koelmiddel. Hij doet dit bij de opstart van nieuwe installaties en bij bepaalde werkzaamheden aan installaties die al in gebruik zijn. Hij stelt na het vacumeren en vullen met koelmiddel altijd zowel de instelwaardes, de onderdelen als de elektrische werking op punt zodat de installatie zonder problemen kan werken. Indicatoren: De koeltechnicus
vult de volledige installatie met een inert gas tot de opgegeven maximale toegelaten werkdruk van de installatie of volgens de instructies in het werkschema.
vacumeert de koelinstallatie aan de hand van een vacuümpomp om niet-condenseerbare gassen en vocht uit de installatie te verwijderen.
berekent de benodigde hoeveelheid koelmiddel in functie van de leidinglengte en de instructies.
stelt de instelwaardes in, eventueel met behulp van de opdrachtformulieren.
corrigeert de hoeveelheid koelmiddel in functie van de bedrijfsomstandigheden door aftappen of bijvullen van koelmiddel zonder koelmiddelverlies.
zet de installatie onder spanning. stelt de regelapparatuur in werking. vult de installatie met de berekende hoeveelheid van het koelmiddel dat is aangepast aan de componenten aan de instructies.
Onderliggende kennis:
werking en onderdelen van een installatie
basiskennis bediening PLC
eigenschappen, toepassingen en handelsvormen van inert gas eigenschappen, toepassingen en handelsvormen van koelmiddelen elektriciteit handgereedschap: manifold, vacuümmeter, tweetrapsvacuümpomp, weegschaal voor koelmiddel
geldende milieuwetgeving
22
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
Onderliggende attitudes en sleutelvaardigheden:
discipline nauwkeurigheid technisch inzicht verantwoordelijkheidszin zelfstandigheid
Keuzes en dilemma’s:
23
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
2.6. Onderhoud uitvoeren Omschrijving: Tijdens preventieve, en wettelijk vastgelegde, periodieke onderhoudsbeurten controleert de koeltechnicus de installatie aan de hand van een checklist. Wanneer een installatie storingen vertoont, voert de koeltechnicus na zijn foutenanalyse een correctief of curatief onderhoud uit. Wanneer een installatie vervangen of verwijderd moet worden, neemt de koeltechnicus deze uit bedrijf. Op basis van zijn vaststellingen tijdens deze opdrachten neemt de koeltechnicus de nodige maatregelen om de installatie in een zo perfect mogelijke staat van werking te houden of uit bedrijf te nemen. Indicatoren: De koeltechnicus
volgt, in geval van preventief onderhoud, de checklist zodat alle onderdelen worden nagekeken die dit vereisen.
beslist, in geval van correctief of curatief onderhoud, op basis van zijn foutenanalyse welke delen van de installatie verdere werkzaamheden vereisen.
lost, indien nodig, eerst de gevolgen van een storing op zodat de installatie werkt en de oorzaak van de storing gezocht kan worden.
schakelt, indien nodig, de werking van de installatie uit volgens de instructies op de kenplaat.
maakt de plaats waar hij een onderdeel moet vervangen vrij van koelmiddel door dit af te tappen met een recuperatiegroep of door het koelmiddel in te blokken.
volgt de montagevoorschriften van de fabrikant bij het vervangen van onderdelen.
tapt af, ververst en/of vult de olie, indien nodig, bij.
zet de installatie spanningsloos bij het uit bedrijf nemen ervan.
regelt instelwaardes bij in geval van afwijkende bedrijfsomstandigheden ten opzichte van het as-build-schema of bij vervanging van onderdelen.
herstelt, vervangt en/of smeert onderdelen die dit nodig hebben. reinigt onderdelen. tapt alle koelmiddel met een recuperatiegroep af wanneer een installatie uit bedrijf genomen wordt.
24
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
Onderliggende kennis:
werking en onderdelen van een koelkring
basiskennis bediening PLC
eigenschappen, toepassingen en handelsvormen van koelmiddel elektriciteit handgereedschap: momentsleutel, schroevendraaier, dopsleutels, manifold, weegschaal voor koelmiddel, recuperatiegroep voor koelmiddelen, oliepomp
geldende milieuwetgeving
Onderliggende attitudes en sleutelvaardigheden:
beslissingsvermogen discipline doorzettingsvermogen handvaardigheid nauwkeurigheid probleemoplossingsvermogen technisch inzicht zelfstandigheid
Keuzes en dilemma’s:
Wanneer de koeltechnicus een correctief of curatief onderhoud uitvoert om een storing op te lossen is het belangrijk dat hij niet enkel de gevolgen van de storing aanpakt, maar ook de effectieve oorzaak van de storing verhelpt.
25
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
2.7. Storingen onderzoeken Omschrijving: In functie van een preventief, correctief of curatief onderhoud onderzoekt de koeltechnicus een storing door mogelijke oorzaken, op basis van de verkregen informatie, te elimineren zodat de tussenkomst om de storing op te lossen zo snel mogelijk kan gebeuren. Indicatoren: De koeltechnicus
analyseert de storingsgeschiedenis van de installatie op basis van het logboek.
interpreteert foutcodes en de waarde van parameters, eventueel met behulp van installatieschema’s, die een indicatie kunnen zijn voor de oorzaak van een storing.
maakt gebruikt van een stroomdiagram om door eliminatie tot een beperkt aantal mogelijke oorzaken te komen.
lokaliseert een storing door het leggen van verbanden tussen alle verkregen informatie.
raadpleegt, bij grote of complexe installaties, de technische plannen om te bepalen waar de oorzaak zich in de ruimte bevindt.
Onderliggende kennis:
koeltechniek elektriciteit basiskennis thermodynamica werking en onderdelen van de installatie werktuigbouwkundige tekeningen en symbolen installatieschema’s: as-build-schema, elektrisch schema, logboek, technische plannen Log-PH diagram
Onderliggende attitudes en sleutelvaardigheden:
beslissingsvermogen probleemoplossingsgerichtheid doorzettingsvermogen technisch inzicht kritische ingesteldheid
26
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
Keuzes en dilemma’s:
De koeltechnicus moet tijdens het onderzoeken van een storing een onderscheid kunnen maken tussen een gevolg en een oorzaak van een storing op basis van alle verkregen informatie.
27
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
2.8. Verbindingen maken Omschrijving: Tijdens een correctief of curatief onderhoud moet de koeltechnicus vaak verbindingen maken tussen leidingen, hoofdonderdelen en appendages van de installatie door middel van hardsolderen of met behulp van flareverbindingen. De koeltechnicus doet dit als onderdeel van de te nemen maatregelen om de installatie in een zo perfect mogelijke staat van werking te houden. Indicatoren: De koeltechnicus
zet 1 buiseinde uit zonder scheuren of vervormingen om te kunnen hardsolderen.
zorgt bij hardsolderen voor een spleetbreedte tussen de leidingen van maximum 0.5 mm.
gebruikt enkel flareverbindingen waar hardsolderen niet mogelijk is.
ontvet en reinigt de te verbinden oppervlakten. maakt bij hardsolderen gebruik van een natte doek om oververhitting van de onderdelen te vermijden.
zorgt bij hardsolderen voor een voortdurende stroom van een inert gas. past bij hardsolderen het toevoegmateriaal aan de materialen aan. gebruikt vloeimiddel bij toevoegmateriaal met minimum 15% zilver. zorgt bij hardsolderen voor een doorvloeiing van 80% van het toevoegmateriaal zonder de leiding te verbranden.
maakt flareverbindingen zonder scheuren of vervormingen. zorgt dat alle los te koppelen verbindingen toegankelijk zijn voor inspectie. voegt vulmiddel toe bij conische schroefdraadverbindingen. merkt de locatie van de verbindingen op het werkschema of op de isolatiemantel.
Onderliggende kennis:
eigenschappen, toepassingen en handelsvormen van toevoegmaterialen handgereedschap: hardsoldeerset, reduceerventiel, debietmeter, flareapparaat, uitzettang
28
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
Onderliggende attitudes en sleutelvaardigheden:
handvaardigheid nauwkeurigheid beslissingsvermogen
Keuzes en dilemma’s:
Opmerkingen:
Referentiedocument: NBN EN 13133
29
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
2.9. Werkadministratie bijhouden Omschrijving: De koeltechnicus vult per opdracht en per koelkring een aantal documenten in, in functie van een correcte kostenberekening, van het verdere onderhoud van de installatie en om aan de wettelijke administratieve vereisten te voldoen. Indicatoren: De koeltechnicus
vult een drukattest in per druktest. vult een lekattest in per lektest. vult een checklist in per preventieve onderhoudsbeurt. vult een opvolgingsdocument in per recuperatiecilinder. vult het installatiegebonden logboek in bij iedere tussenkomst. houdt een koelmiddelboekhouding bij per koelkring. vult een werkbon in volgens de bedrijfsvoorschriften en/of de afspraken met de klant. laat de klant de werkbon aftekenen.
Onderliggende kennis:
het Europese A2-niveau voor schrijven van Nederlands bedrijfseigen administratieprocedures en formulieren geldende milieuwetgeving
Onderliggende attitudes en sleutelvaardigheden:
schriftelijke communicatie nauwkeurigheid verantwoordelijkheidszin discipline
Keuzes en dilemma’s:
30
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
3 . B eg in nend e be ro eps beoe fena a r Het omschrijven van de beginnende beroepsbeoefenaar levert vaak belangrijke informatie op voor onderwijs- en opleidingsverstrekkers en andere gebruikersgroepen. Aan de beginnende beroepsbeoefenaar wordt daarom een apart hoofdstuk gewijd. Het profiel van een beginnend beroepsbeoefenaar geeft aan wat iemand moet kennen en kunnen na een initiële basisopleiding en zonder ervaring in dat beroep. Een beginnend koeltechnicus werkt een half jaar tot een jaar samen met een ervaren koeltechnicus vooraleer hij volledig zelfstandig ingeschakeld kan worden. Dit gebeurt eerst en vooral bij het preventief onderhoud van de installaties en zal pas een aantal jaar later gebeuren voor het in bedrijf stellen en het correctief en curatief onderhoud. Omdat een beginnend koeltechnicus daarbij nog over een lager beheersingsniveau van de competenties beschikt, zal hij meer tijd nodig hebben bij het afwerken van de opdrachten om tot hetzelfde resultaat te komen als een ervaren koeltechnicus. De exacte duur van de periode die een beginnend koeltechnicus nodig heeft om als ervaren beschouwd te worden en alle opdrachten volledig zelfstandig te kunnen uitvoeren, is afhankelijk van het bedrijf waarvoor hij werkt en bijgevolg van de types airconditioning, warmtepompen en koelinstallaties waaraan gewerkt moet worden. In bedrijven met meerdere en complexere installaties zal de beginner er langer over doen om het niveau van een ervaren koeltechnicus te behalen.
31
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
Bijlage I – Gemiddeld takenpakket Hieronder wordt een doorsnee takenpakket van een koeltechnicus weergegeven.
Het eigen werk plannen en organiseren • Zich naar de werf begeven • De opdrachtdocumenten doornemen • Plannen, schema’s en werktekeningen lezen • De werkvolgorde bepalen • Met de klant/de verantwoordelijke overleggen over de opdracht Het nodige materieel voorzien • Controleren of het nodige materiaal en gereedschap aanwezig is • Ontbrekend materiaal en gereedschap rapporteren, bestellen en/of afhalen • Voorraden bijhouden en aanvullen De installatie in bedrijf stellen • De installatie onder druk zetten • Een druktest uitvoeren • De onderdelen van de installatie controleren • De onderdelen van de installatie testen • Een lektest uitvoeren • De installatie vacumeren • De installatie met koelmiddel (bij)vullen • De installatie onder spanning zetten • De installatie opstarten • De parameters afstellen • De onderdelen van de installatie inregelen Preventief, periodiek, correctief en curatief onderhoud uitvoeren • De checklist overlopen • Storingen analyseren • Koelmiddel manipuleren • Olie verversen • Onderdelen reinigen • Onderdelen smeren • Onderdelen demonteren • Onderdelen vervangen • Verbindingen maken • Parameters bijregelen • Herstellingen en/of aanpassingen uitvoeren • Installatie heropstarten
32
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
• De werking van de installatie testen De installatie uit bedrijf nemen • Koelmiddel aftappen • De installatie spanningsloos maken • Olie aftappen Werkadministratie doen • De koelmiddelboekhouding bijhouden • Checklists bij onderhoud invullen • Bedrijfseigen documenten invullen • Logboek van de installatie invullen • Een opvolgingsdocument bij aftappen invullen • Een lek- en drukattest invullen • Een werkbon invullen Instaan voor orde en netheid op de werkplek • Verontreiniging van de installatie vermijden • Een algemene zin voor orde en netheid aan de dag leggen om gevaarlijke situaties (vallen, struikelen en uitglijden) te vermijden • Alle materieel op de daartoe bestemde plaats opbergen • Afval sorteren Veilig en milieubewust werken • Voorzorgsmaatregelen nemen tegen schade aan de omgeving • Op de werkplek handelen volgens de veiligheidssignalisatie, veiligheidsprocedures en regels van de klant • Aangepaste persoonlijke beschermingsmiddelen dragen in overeenstemming met de geldende afspraken • Machines volgens de instructies van de fabrikant gebruiken
33
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
Bijlage II – Welzijn op het werk Een beroepscompetentieprofiel beschrijft de competenties van een beroepsbeoefenaar. Ook competenties met betrekking tot ‘welzijn op het werk’ kunnen erin aan bod komen. Wat is de rol van een beroepsbeoefenaar in het realiseren van ‘Welzijn op het werk’, meer bepaald, over welke competenties dient hij te beschikken met het oog op het bekomen van een veilige en gezonde werkplek? Tot 2004 baseerden de onderzoekers van de SERV zich bij het beschrijven van competenties omtrent welzijn op het werk hoofdzakelijk op informatie van de sector en op informatie uit de interviews met beroepsbeoefenaars. De competenties met betrekking tot veiligheid en gezondheid zijn echter vaak beroeps- en sectoroverschrijdend. Bovendien bestaat er op Europees niveau reeds een lange traditie van wetgevend en normatief werk met betrekking tot welzijn op het werk. Ook is door de sectoren zelf reeds heel wat werk verricht met betrekking tot het vergroten van de veiligheid en gezondheid van de arbeidsomgeving en meer in het bijzonder met betrekking tot het vergroten van het veiligheidsbewustzijn van werknemers. De informatie uit deze verschillende bronnen hebben we, samen met de beroepsgerelateerde informatie over veiligheid en gezondheid op het werk waarover we uit eigen onderzoek reeds beschikken, verwerkt om de algemene competenties met betrekking tot welzijn op het werk, waarover elke beroepsbeoefenaar zou moeten beschikken ongeacht beroep of sector, te beschrijven. Het streven naar meer systematiek en uniformiteit in de beroepscompetentieprofielen op het terrein van welzijn op het werk, heeft tot doel een betrouwbaar instrument aan te reiken waarop opleidingsverstrekkers zich kunnen baseren bij het ontwikkelen van programma’s met betrekking tot veiligheid en gezondheid. Voor de algemene taken en competenties inzake welzijn op het werk waarover elke beroepsbeoefenaar - ongeacht het uitgeoefende beroep en ongeacht de sector - moet beschikken, verwijzen wij u naar de nota ‘Welzijn op het werk’ (SERV, 2004) die intersectoraal werd besproken en goedgekeurd. U vindt deze nota op de website van de SERV. [Online] http://www.serv.be/uitgaven/651.pdf Indien bepaalde veiligheidscompetenties beroeps- of sectorspecifiek zijn en behoren tot de kerncompetenties van het beroep, zullen wij deze nog steeds opnemen in het beroepscompetentieprofiel zelf.
34
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
Bijlage III – Woordenlijst
Anemometer: meetinstrument dat gebruikt wordt om de luchtsnelheid in kanalen of gebouwen te meten.
Hardsolderen: is het vervaardigen van een verbinding met een soldeertemperatuur tussen de 650°C en de 760°C.
Het installatiegebonden logboek: bevat minstens een overzicht van alle handelingen waarbij koelmiddel gemanipuleerd werd. Als onderdeel van het logboek kan daarnaast een onderhoudsboek bijgehouden worden dat alle uitgevoerde werken aan de installatie vermeldt.
Koelmiddel: is een fluïdum dat in een koelinstallatie wordt gebruikt voor warmtetransport, dat warmte absorbeert bij een lage temperatuur en druk en dat warmte afstaat bij een hogere temperatuur en druk waarbij de aggregatietoestand van het fluïdum verandert. Koelmiddel kan onder andere een HFK, HCFK, propaan, propyleen, CO2, … zijn. Ammoniak kan het in de context van dit beroepscompetentieprofiel nooit zijn.
Manifold: gereedschap en meetinstrument bestaande uit een collector, afsluiters en manometers dat gebruikt wordt voor het meten van drukken en verdelen van debieten.
Onderdelen van koeltechnische toestellen: verdamper, compressor, condensor, expansieorgaan (= de 4 hoofdcomponenten), koelmiddelreservoir, filter/droger, elektromagnetisch ventiel, afsluitklep, veiligheids-, meet- en regelapparatuur, …
PLC: Programmable Logic Controller of Programmeerbare Logische Eenheid is een elektrisch apparaat met microprocessor dat op basis van de programmeerbare voorwaarden, aan de hand van informatie op zijn diverse ingangen, zijn uitgangen aanstuurt.
Stroomdiagram: of stroomschema, ook wel flowsheet of flowchart, is een schematische voorstelling van een proces. Ze worden over het algemeen gebruikt om een proces makkelijker te visualiseren, of om fouten in het proces te kunnen vinden.
Warm werk: zijn alle bewerkingen waarbij energie wordt gebruikt en/of vonken kunnen ontstaan zoals bijvoorbeeld werken met open vlam, slijpen, boren, zagen,… .
35
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
Lijst van organisaties en bedrijven die werden uitgenodigd op de stuurgroep ‘BCP koeltechnicus’
ABVV Algemene Centrale ABVV-metaal ACLVB ACV Bouw en Industrie ACV-metaal Agoria Bouwunie INOM-arbeiders Vlaamse Confederatie Bouw VORMELEK
De heer Rik Desmet De heer Marc Lenders De heer Peter Börner De heer Deef Borloo Mevrouw Inge De Bie Mevrouw Martine Taeymans De heer Geert Ramaekers De heer Bart Lannoo Mevrouw Geertje De Haeck Mevrouw Hilde De Wandeler
36
Beroepscompetentieprofiel Koeltechnicus
Bronnen – Literatuurlijst Interviews
De heer Sus Adriaenssens De heer Luc Berton De heer André Cambier De heer Eddy De Cocker De heer Koen Demeyer De heer Koen Pynaert De heer Geert Van der Veken De heer Réne Vanboven
Thermoco Berton Koeltechniek DKR Refrigerations Johnson Controls Optima Cool Johnson Controls Axima Refrigeration Axima Refrigeration
Ontwikkelgroepleden
De heer Sus Adriaenssens Mevrouw Linda Buddaert Mevrouw Allessia Claes Mevrouw An De Ridder De heer Paul De Ryck Mevrouw Hilde De Wandeler Mevrouw Michèle Geoffroy De heer Alain Gullentops De heer Bart Lannoo Mevrouw Heidi Olbrechts De heer Freddy Steenackers De heer Geert Van der Veken De heer Stefaan Vermeulen
Thermoco / UBF-ACA UBF-ACA Vormelek Vormelek Koeltechniek De Ryck Vormelek Cegelec Vormelek Inom-arbeiders Axima Refrigeration Vormelek Axima Refrigeration / UBF-ACA FVB
Documenten COLO (september 2003). Format beroepscompetentieprofiel. Handleiding voor het opstellen van beroepscompetentieprofielen. Zoetermeer. Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen. (2006). Arbeidsomstandigheden. Brussel: SERV. Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen. (2009). Beroepscompetentieprofiel Koelmonteur. Brussel: SERV. Websites http://nl.wikipedia.org/
37