Competentieprofiel GZpsycholoog (werkdocument)
Anneke Bakker Theo Bouman Valerie Hoogendoorn Lonneke Luycks Willy Millenaar Cas Schaap Marc Verbraak Sako Visser
Competentieprofiel en indicatoren GZ-psycholoog / Versie 1.5
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING ....................................................................................................................................... 3 2. WERKWIJZE .................................................................................................................................... 4 3. CONTEXT......................................................................................................................................... 6 4. MAATSCHAPPELIJKE EN ACTUELE ONTWIKKELINGEN ................................................................... 7 5. DE COMPETENTIES VAN DE GZ-PSYCHOLOOG............................................................................... 9 Competentiegebied 2: Communicatie ............................................................................................. 10 Competentiegebied 3: Samenwerking............................................................................................. 11 Competentiegebied 4: Kennis en wetenschap................................................................................. 12 Competentiegebied 5: Maatschappelijk handelen .......................................................................... 12 Competentiegebied 6: Organisatie .................................................................................................. 13 Competentiegebied 7: Professionaliteit .......................................................................................... 14
2
Competentieprofiel en indicatoren GZ-psycholoog / Versie 1.5
1. INLEIDING Voor u ligt het voorlopig competentieprofiel van de Gezondheidszorgpsycholoog (GZ-psycholoog). Een competentieprofiel draagt bij aan de kwaliteit van de opleiding en de beroepsuitoefening. Het geeft een verduidelijking van het werkterrein en het deskundigheidsgebied van de GZ-psycholoog en verschaft de opleidingsinstituten een kader van waaruit de opleiding tot GZ-psycholoog vormgegeven kan worden. De aanleiding voor het ontwikkelen van een competentieprofiel is de visitatie van de landelijke opleidingsinstituten in 2006/2007 door de Kamer Gezondheidszorgpsychologen (KGzP). De KGzP heeft indertijd vastgesteld dat de opleidingsinstituten onderling onvoldoende inhoudelijk afstemden en dat zij verschillende eindtermen hanteerden. Naar aanleiding van deze landelijke visitatieronde heeft de KGzP, in het voorjaar van 2007, de gezamenlijke opleidingsinstituten gevraagd met deze knelpunten aan de slag te gaan. Dit competentieprofiel heeft nadrukkelijk de status van een werkdocument. Momenteel wordt gewerkt aan de vertaling ervan in een opleidingsplan. Daarnaast worden momenteel vergelijkbare competentieprofielen opgesteld voor de gz-psychologische specialismen (klinische psychologie en klinische neuropsychologie). Beide ontwikkelingen kunnen aanleiding zijn tot bijstelling van het competentieprofiel. Definitieve vaststelling van dit competentieprofiel zal daarom pas plaatsvinden als beide trajecten zijn afgerond.
3
Competentieprofiel en indicatoren GZ-psycholoog / Versie 1.5
2. WERKWIJZE De KGzP heeft in juli 2007 het Hoofdopleiders Coördinatoren Overleg (HCO) gevraagd de eindtermen, benevens de toetscriteria van de opleiding tot GZ-psycholoog te omschrijven. Het HCO heeft hiervoor een werkgroep samengesteld bestaande uit drie hoofdopleiders en drie coördinatoren uit de opleidingsinstellingen in Groningen, Nijmegen en Amsterdam. De werkgroep is in januari 2008 voor het eerst bijeen geweest en heeft zich al snel tot doel gesteld een document te ontwikkelen waarin helder en eenduidig de competenties van de GZ-psycholoog zijn geformuleerd om het eindniveau van de GZ-psycholoog te definiëren. Hierbij wordt het eindniveau van de opleiding omschreven in competenties en indicatoren in plaats van in eindtermen. Op basis van het competentieprofiel kunnen de opleidingscompetenties en toetscriteria worden geformuleerd. Uitgangspunt van de werkgroep was aan te sluiten bij eerder opgestelde rudimentaire beschrijvingen van competenties en eindtermen van de GZ-opleiding. Vanwege dit uitgangspunt is gebruikgemaakt van de volgende landelijke brondocumenten: Document
Afkomstig van
Besluit gezondheidszorgpsycholoog (KB) Besluit gezondheidszorgpsycholoog (AMVB) De algemene competenties van de medisch specialist Deskundigheidsgebied gezondheidszorgpsycholoog (kamer GZpsycholoog 2003); Het NIP-Competentiemodel: Vereisten voor het kunnen en kennen van een psycholoog Kerncompetenties gezondheidszorgpsycholoog Doelstellingen van het cursorisch programma GZ Doelstellingen van het cursorisch programma GZ Kinderen en Jeugd Eindtermen GGZ Drenthe
Ministerie van VWS Ministerie van VWS CanMEDS KGzP
Jaar van vaststelling 1998 1998 2000 2003
NIP
2004
NIP Psy-opleidingen Groningen Psy-opleidingen Groningen
2006 Zonder jaar Zonder jaar
B. Cazemier (P- opleider GGZ Drenthe ) SPON Nijmegen SPON Nijmegen SPON Nijmegen Psy-opleidingen Groningen E. Graafsma (P- opleider GGZ Noord Holland Noord
Zonder jaar
Eindtermen GZ-opleiding Doelstellingen van het cursorisch programma GZ K&J Doelstellingen van het cursorisch programma GZ V&O Competentiegebieden en kerntaken Notitie Eindtermen Gezondheidszorgpsychologen & Klinisch Psychologen De competenties van de psycholoog in de ouderenzorg
NIP, sectie psychologen en ouderenzorg (H. Geertsema & A.M Pot
2006 2008 2008 2008 2004 (aangepast sept. ’06) 2006
De landelijke brondocumenten zijn te vinden in het dossier “Bevoegdheden en Verantwoordelijkheden GZ-psycholoog” en het webdossier “Bouwstenen voor Beroepsprofielen” van de sector Gezondheidszorg van het NIP (www.psynip.nl). Een eerste stap was het formuleren van kerntaken en competentiegebieden. Op basis van het Besluit gezondheidszorgpsycholoog (1998), heeft de werkgroep de kerntaken geformuleerd. Deze kerntaken zijn diagnosticeren, indicatiestellen, behandelen en een categorie overige algemene beroepstaken, zoals preventie, voorlichting, en psycho-educatie.
4
Competentieprofiel en indicatoren GZ-psycholoog / Versie 1.5
Als ordening heeft de werkgroep gekozen voor de competentiegebieden conform het model van de Canadian Medical Education Directives for Specialists 2000 (CanMEDS 2000). Het CanMEDSmodel is het uitgangspunt voor alle medische vervolgopleidingen in Nederland. Ook bij paramedische beroepen wordt dit model steeds vaker gebruikt. Het model blijkt, met een kleine aanpassing, goed bruikbaar voor psychologische opleidingen. Doorslaggevend voor de keuze was dat het model zich als gangbaar en beproefd bewezen heeft. Het aansluiten bij eerdere keuzes van dit model door andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg draagt in belangrijke mate bij aan het hanteren van een eenduidig begrippenkader binnen instellingen waar zorgprofessionals samenwerken. In het CanMEDS-model zijn zeven competentiegebieden geformuleerd, te weten: medisch handelen (voor de GZ-psycholoog vervangen door ‘psychologisch handelen); communicatie; samenwerking; kennis & wetenschap; maatschappelijk handelen; organisatie en professionaliteit. De kerntaken en competentiegebieden zijn tegen elkaar afgezet in een matrix. De beschrijvingen van taken, eindtermen en competenties vanuit de brondocumenten zijn in deze matrix ondergebracht. Vervolgens is de inhoud van de matrix geherformuleerd in termen van competenties. Deze zijn ten slotte gespecificeerd in meetbare indicatoren. Bij het opstellen van het uiteindelijke competentieprofiel zijn enkele pragmatische keuzes gemaakt voor de plaatsing van specifieke competenties binnen de verschillende competentiegebieden. Deze keuzes zijn gemaakt om te voorkomen dat met elkaar samenhangende aspecten niet steeds herhaald dienden te worden. De werkgroep heeft zich voor de plaatsing van een competentie laten inspireren door competentieprofielen van andere zorgprofessionals en vervolgens haar eigen keuzes gemaakt. De competentieprofielen van de huisartsen en de psychiaters hebben gediend als inspiratiebron. Bij het formuleren van de competenties volgens de CanMEDS is uitgegaan van samenhang tussen de competentiegebieden. Het competentiegebied ‘Psychologisch handelen’ staat centraal. Dit gebied is het hart van het model. Met het competentiegebied ‘Communicatie’ heeft het een directe, onderlinge samenhang die het direct waarneembare gedrag van de psycholoog bij zijn kerntaak, namelijk cliëntenzorg, omvat. Ook de competentiegebieden ‘Samenwerking’ en ‘Organisatie’ kennen een sterke onderlinge samenhang en kunnen gedefinieerd worden als essentiële voorwaardenscheppende competenties voor een optimale patiëntenzorg. De competenties die geplaatst zijn in het competentiegebied ‘Maatschappelijk handelen’ zijn op micro-, meso- en macroniveau geformuleerd. Van een andere orde zijn de gebieden ‘Kennis en wetenschap en ‘Professionaliteit’, daar het hier eerder gaat om de beroepshouding voor het handelen van de psycholoog. Het competentiegebied ‘Kennis en wetenschap’ omvat de competenties op het gebied van kennisontwikkeling en wetenschappelijke kennis. De eigen vakspecifieke kennis is opgenomen in het ‘Psychologisch handelen’. Tussenproducten als de matrix en het competentieprofiel zijn voorgelegd aan drie regionale klankbordgroepen (Amsterdam, Groningen en Nijmegen) waarin afgevaardigden van oudcursisten, docenten en praktijkopleiders zitting hadden. Vervolgens is het competentieprofiel ter beoordeling en commentaren verstuurd naar het NIP, HCO-GZ, KGzP en de NVO. De mondelinge reacties vanuit de klankbordgroepen, HCO GZ en KGzP en de schriftelijke reacties van NVO en NIP zijn, waar ze aansloten bij de uitgangspunten, steeds verwerkt in de opvolgende versies.
5
Competentieprofiel en indicatoren GZ-psycholoog / Versie 1.5
3. CONTEXT Werkterrein De GZ-psycholoog is een breed opgeleide professional en werkzaam in vele settingen waarin cliënten met diverse problematiek zich aanmelden. Ongeveer de helft van de GZ-psychologen werkt in de geestelijke gezondheidszorg, de andere helft in de somatische zorg; in forensische instellingen; de verslavingszorg; de jeugdzorg; gehandicaptenzorg werkzaam en in sectoren buiten de gezondheidszorg. Binnen deze sectoren werkt hij als zelfstandig diagnosticus en behandelaar van psychische stoornissen en psychische aspecten van lichamelijke ziekten, invaliditeit en problemen in de persoonlijke levenssfeer. Hij richt zich in eerste instantie op kortdurende hulpverlening, lichte tot matig complexe problematiek. De GZ-psycholoog werkt zowel intra- als interdisciplinair. Opleiding De GZ-psycholoog heeft een academische vooropleiding op doctoraal of masterniveau op het terrein van de psychologie, orthopedagogiek of geestelijke gezondheidskunde. Na een toelatingsen selectieprocedure (onder andere via LOGO-verklaring en praktijkinstelling) volgt de tweejarige (in geval van een aanstelling van vier dagen per week in de praktijk) opleiding tot GZ-psycholoog met een cursorisch deel en een praktijkdeel. Na afronding daarvan kan de BIG-registratie aangevraagd worden. De breedte van het werkterrein brengt met zich mee dat de opleiding een generalistisch karakter heeft. Het diploma geeft, na een selectieprocedure, toegang tot de opleiding tot de specialistische beroepen van klinisch psycholoog of klinisch neuropsycholoog. Takenpakket Tot het takenpakket van de GZ-psycholoog behoren onder meer het verrichten van psychologische en orthopedagogische diagnostiek met behulp van tests, observaties en interviews teneinde de problematiek van de cliënt of het cliëntsysteem in kaart te brengen, te begrijpen en een adequate aanpak te formuleren. Tevens kenmerkend in zijn takenpakket is de indicatiestelling. Het toewijzen van de cliënt aan de meest geschikte behandeling of begeleiding is daarbij het doel. In veel gevallen is de GZ-psycholoog ook degene die behandelingen en begeleiding initieert en uitvoert. Dat betreft doorgaans kortdurende en klachtgerichte interventies waarvan een aantal in protocollen en richtlijnen zijn beschreven. Ook het aansturen van anderen in het uitvoeren van (delen van) behandelingen behoort tot de taken, evenals het leidinggeven aan behandelteams. Diagnostiek, indicatiestelling en behandeling richt zich op uiteenlopende problematiek die kan variëren van enkelvoudig tot matig complex, die de gehele levensloop omvat. Te denken valt hierbij aan emotionele en gedragsproblemen, het leren omgaan met verworven aandoeningen en het zich leren aanpassen aan nieuwe levensfasen. Hoewel de GZ-psycholoog zeker het hele veld overziet, behoren persoonlijkheidsproblematiek en meervoudige diagnoses doorgaans minder tot de behandeltaken van de GZ-psycholoog. Binnen de beroepsuitoefening werkt de GZ-psycholoog met aan het domein aanpalende specialisten, zoals de klinisch psycholoog, psychiater, psychotherapeut en orthopedagoog. Daarnaast werkt hij samen met verschillende andere professionals als verpleegkundigen, fysiotherapeuten en maatschappelijk werkers.
6
Competentieprofiel en indicatoren GZ-psycholoog / Versie 1.5
4. MAATSCHAPPELIJKE EN ACTUELE ONTWIKKELINGEN De GZ-psycholoog heeft een dynamisch beroep: het staat midden in de samenleving en is daardoor gevoelig voor de invloed van maatschappelijke ontwikkelingen van diverse aard. De opleiding dient de GZ- psycholoog in staat te stellen competenties te ontwikkelen om zich in deze dynamische omgeving te kunnen profileren. De GZ-psycholoog dient over competenties te beschikken die hem in staat stellen adequaat om te gaan met maatschappelijke en beroepsinhoudelijke ontwikkelingen, waarvan hieronder enkele worden genoemd. Zorgvraag en zorgaanbod Er is al jaren een maatschappelijk trend van een toenemende vraag naar psychologische en psychotherapeutische zorg. Voorts werkt de vergrijzing zowel aan de vraagzijde als aan de aanbodzijde. De hogere levensverwachting levert een toename op wat betreft de vraag naar psychologische hulp aan ouderen: mensen worden ouder, maar niet per definitie gezonder (LASAonderzoek, D. Deeg, 2002). Aan de aanbodzijde kan worden vastgesteld dat de komende jaren door pensionering een groot aantal GZ-psychologen terug zal treden, terwijl de aanwas van nieuwe, jonge GZ-psychologen niet met gelijke tred zal volgen. Daarnaast is de trend ingezet dat uittredende psychotherapeuten steeds vaker vervangen worden door GZ-psychologen. Verschillende maatschappelijke ontwikkelingen doen de zorgvraag veranderen. De technologische ontwikkelingen geven mogelijkheden tot het gebruik van andere mogelijkheden voor psychologische begeleiding, zoals internettherapie en E-Mental Health. Een actueel maatschappelijk thema betreft de multiculturele samenleving. Cliënten met uiteenlopende achtergronden (in onder meer cultureel, religieus en sociaal-econimisch opzicht) vragen van de GZ-psycholoog een hoge mate van sensitiviteit. Verantwoording van zorg In het Nederlandse zorgstelsel worden de eisen op het gebied van kostenbeheersing en transparantie van zorg steeds strenger. Economisch verantwoorde zorg is in de Nederlandse politieke arena een belangrijk en actueel gesprekspunt. Onder meer door ‘benchmarken’ en marktwerking in de zorg van de GZ-psycholoog, wordt een maatschappelijke verantwoorde, transparante, efficiënte en evidence based behandeling gevraagd en hij moet zijn ingezette behandeling vanuit deze perspectieven kunnen verantwoorden. Dit alles vraagt van de GZpsycholoog een effectieve en efficiënte wijze van indiceren en behandelen. Het werken vanuit een evidence based kader is in eerste instantie een doelstelling vanuit de beroepsgroep zelf. De beroepsuitoefening dient zo veel mogelijk gebaseerd te zijn op de actuele wetenschappelijke stand van zaken, en op een empirische evaluatie van het eigen beroepsmatige handelen. De GZ-psycholoog is bij uitstek een ‘scientist practitioner’. De beroepsgroep ontwikkelt in toenemende mate ‘Evidence Based Mental Health’-richtlijnen. Richtlijnen geven sturing aan het handelen van de GZ-psycholoog, maar doet tevens een groot beroep op de deskundigheid dezelfde richtlijnen toe te passen op de toenemende diversiteit in patiëntenkenmerken (sociaal, economisch, cultureel en religieus). Multidisciplinaire samenwerking
7
Competentieprofiel en indicatoren GZ-psycholoog / Versie 1.5
In de gezondheidszorg wordt in toenemende mate nadruk gelegd op het belang van psychologische behandeling. Richtlijnen geven steeds duidelijker ruimte voor de behandeling door de GZ-psycholoog en diens plaats in het behandelteam. Dit alles draagt bij aan de emancipatie van de GZ-psycholoog en aan een duidelijke positionering wat betreft de inhoud van zijn takenpakket. Meer zorginstellingen kiezen voor een prominente plaats van de GZ-psycholoog in het behandelteam. Van de GZ-psycholoog vraagt dit samenwerkings- en communicatievaardigheden om zich te profileren en een doelmatige multidisciplinaire zorg tot stand te brengen. De competenties van de GZ-psycholoog staan in nauwe relatie tot de competenties van andere (psychologische) beroepen, zoals de specialismen klinisch psycholoog e n klinisch neuropsycholoog en het basisberoep psychotherapeut, alsook die van geneeskundige beroepbeoefenaren. Definiëring van verantwoordelijkheden en bevoegdheden is hierbij van belang. Opleiding De opleiding tot GZ-psycholoog ten opzichte van andere aanpalende opleidingen vraagt een heldere profilering. Hiervoor heeft zich de afgelopen jaren een steeds duidelijker wordend kader afgetekend, waarbij de ene opleiding duidelijk volgt op de andere. Vanuit de verschillende kamers en beroepsverenigingen zijn daarin, in gezamenlijkheid, de nodige initiatieven genomen. Er wordt gewerkt aan een vervolg op de GZ-opleiding, namelijk de profielopleidingen die volgen na de registratie tot GZ-psycholoog. In de nabije toekomst gaan de profielopleidingen tot eerstelijnspsycholoog, ouderenpsycholoog en verslavingspsycholoog van start. Sinds de invoering van de bachelor- masterstructuur is de aansluiting tussen de universitaire en de postuniversitaire opleidingen een actueel punt en de discussie hieromtrent is van belang voor de opleiding tot GZ-psycholoog. In de bachelor-master opleiding (3+1 jaar) psychologie zijn meer afstudeermogelijkheden ontstaan en de fase van de opleiding in een specifieke master is bekort ten gunste van een algemene en bredere bachelor. Deze dienen echter wel te blijven voldoen aan de wettelijke vooropleidingseisen voor de GZ-opleiding. Dat lijkt ook nog steeds te lukken, maar brengt ook de vraag met zich mee of de universitaire opleiding en de postacademische beroepsopleiding niet meer op elkaar aan zou moeten gaan sluiten, met name in tijd. Het is gebruikelijk dat er tussen de datum van afstuderen aan de universiteit en de start van de GZ-opleiding een termijn van gemiddeld twee tot drie jaar zit, waarin de kandidaten vaak werkzaam zijn geweest als basispsycholoog binnen de gezondheidszorg. Deze termijn van praktijkervaring opdoen wordt toegejuicht om optimaal te kunnen profiteren van de GZ-opleiding, omdat men weet wat men wil en moet leren maar gaat voorbij aan het belang van de Wet BIG, die een kwaliteitswet is. De belangrijkste doelstelling van de wet is het scheppen van voorwaarden voor het bevorderen en bewaken van de kwaliteit van de beroepsuitoefening in de individuele gezondheidszorg. Het is een kwaliteitswet die beoogt de cliënt te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door de beroepsbeoefenaar. In dat kader beschrijft deze wet wanneer een professional bevoegd geacht kan worden om werkzaam te zijn in de gezondheidszorg. Deze bevoegdheid veronderstelt een minimale bekwaamheid. Zolang een psycholoog geen bevoegd GZ-psycholoog is, is onduidelijk wat zijn bekwaamheid precies is.
8
Competentieprofiel en indicatoren GZ-psycholoog / Versie 1.5
5. DE COMPETENTIES VAN DE GZ-PSYCHOLOOG In het CanMEDS-model zijn zeven competentiegebieden geformuleerd, te weten: medisch handelen (voor de GZ-psycholoog vervangen door ‘psychologisch handelen); communicatie; samenwerking; kennis & wetenschap; maatschappelijk handelen; organisatie en professionaliteit. Voorts worden in dit document de definities gehanteerd. Competentiegebied In een competentiegebied is een aantal competenties geclusterd. De competentiegebieden in het profiel hebben een onderling samenhang en zijn essentieel om als GZ-psycholoog goed te kunnen functioneren. Competentie De bekwaamheid om een professionele activiteit in een specifieke beroepscontext adequaat uit te voeren door de geïntegreerde aanwezigheid van kennis, vaardigheden, professionele gedragskenmerken. Indicatoren van het gewenste beheersingsniveau aan het eind van de opleiding Een indicator is meetbaar gedrag of resultaat van gedrag van de (aankomende) beroepsbeoefenaar, dat direct waarneembaar is door anderen, geformuleerd in termen van gedrag en/of het resultaat van gedrag, oftewel het beroepsproduct, is benoemd. COMPETENTIEGEBIED 1: PSYCHOLOGISCH HANDELEN De GZ-psycholoog zet wetenschappelijk gefundeerde psychologische en pedagogische kennis, specifieke vaardigheden en professionele attitudes in om te komen tot doelmatige diagnostiek, indicatiestelling en psychologische interventies.
Competenties en indicatoren 1.1
1.2
1.3
De GZ-psycholoog betrekt in het psychologisch handelen kennis van (ontwikkelings-)psychopathologie, neuropsychologie, leer- en cognitieve theorieën, psychodynamische theorieën, experiëntiële theorieën, groepsdynamica, systeemtheorieën en basale kennis over psychofarmacologie. Hij/zij: - werkt zoveel mogelijk evidence-based; - maakt gebruik van (multi-) disciplinaire richtlijnen; - maakt gebruik van psychometrisch onderbouwde tests, vragenlijsten en/of (semi)-gestructureerde interviews; - onderbouwt zijn/haar handelen op grond van wetenschappelijke kennis. De GZ-psycholoog betrekt kennis van de wisselwerking tussen sociale, lichamelijke en psychische aspecten van gezondheid en ziekte - mede vanuit een ontwikkelingsperspectief (inclusief levenscyclus, levensfasen en (gezins-) fasen overgangen) - waar nodig en mogelijk in het psychologisch en/of pedagogisch handelen. Hij/zij: - formuleert een multiconditionele hypothese omtrent de problematiek; 1 - beredeneert op basis hiervan ‘waarom’ hij ‘wat’ doet bij deze cliënt . De GZ-psycholoog verricht op gestructureerde wijze diagnostisch onderzoek. Hij/zij
1
Overal waar ‘cliënt’ staat geschreven kan ook ‘patiënt’ worden gelezen.
9
Competentieprofiel en indicatoren GZ-psycholoog / Versie 1.5
onderzoekt doelgericht de anamnese van cliënten op psychische stoornissen en problemen, cq op problemen in het ontwikkelingsverloop en onderkent daarnaast protectieve factoren.; - vertaalt hulpvragen in het kader van diagnostiek en behandeling in onderzoekbare en/of toetsbare vraagstellingen en/of hypothesen; - onderzoekt methodisch en doelgericht; - doet onderzoek naar klachtenniveau, intelligentie, cognitieve functies, persoonlijkheid en sociaal emotionele ontwikkeling; - is in staat tests, vragenlijsten en/of interviews te scoren en te interpreteren; - combineert en integreert de resultaten in de verslaglegging; - stelt een diagnose in termen van de vigerende classificatiesystemen en in termen van onderliggende emotionele, cognitieve en structurele kenmerken van de individuele cliënt. De GZ-psycholoog indiceert voor psychologische en pedagogische behandelingen bij de meest voorkomende psychische problemen en/of stoornissen. Hij/zij: - maakt de koppeling tussen hulpvraag van de cliënt enerzijds en de diagnose en behandelaanbod anderzijds; - wijst de cliënt toe c.q. verwijst door aan psychologische en pedagogische technieken en psychotherapeutische deeltechnieken; - houdt hierbij rekening met doelmatigheid en kosteneffectiviteit. De GZ-psycholoog voert op gestructureerde wijze een behandelproces uit. -
1.4
1.5
1.6
Hij/zij: - formuleert en bewaakt de focus in de behandeling; - formuleert behandelingsdoelen; - plant de behandeling in het licht van deze doelen; - evalueert het behandelingsproces; - stelt doelen en plan bij in het licht van deze evaluatie. De GZ-psycholoog voert op methodische wijze interventies uit, bij de meest voorkomende psychische problemen en/of stoornissen. Hij/zij: - past specifieke psychologische en pedagogische technieken en psychotherapeutische deeltechnieken toe; - maakt zoveel mogelijk gebruik van evidence-based geprotocolleerde- of standaard behandelingen; - stelt, waar noodzakelijk en beredeneerd, evidence-based geprotocolleerde of standaard behandelingen op maat bij; - stelt, waar evidence-based geprotocolleerde of standaardbehandelingen ontbreken, beredeneerd en op basis van de meest recente inzichten een methodische behandeling op en voert deze uit.
COMPETENTIEGEBIED 2: COMMUNICATIE De GZ-psycholoog communiceert op heldere, transparante, effectieve en efficiënte wijze bij zijn psychologisch handelen. Het gaat daarbij om zowel verbale als non-verbale communicatie. Hij initieert en onderhoudt een constructieve dialoog met de cliënt en het cliëntsysteem. Draagt zorg voor een verantwoorde gezamenlijke besluitvorming. Competenties en indicatoren 2.1
De GZ-psycholoog kan communicatievaardigheden zowel mondeling als schriftelijk hanteren. Hij/zij: - past zinsbouw en woordkeus aan bij leeftijd, geslacht, etnische en culturele achtergrond, en emotie, van de cliënt en/of systeem; - licht de opbouw van het diagnostisch of behandelconsult helder toe; - houdt de regie over het gesprek;
10
Competentieprofiel en indicatoren GZ-psycholoog / Versie 1.5
2.2
2.3
communiceert ook op metaniveau; legt verslag van psychologisch handelen, vormt en voert zelfstandig een cliëntendossier.
De GZ-psycholoog bouwt effectieve behandelrelaties met cliënten op en onderhoudt deze (bij behandelgroepen hanteert hij eveneens groepsprocessen). Hij/zij: - creëert een sfeer van vertrouwen; - toont betrokkenheid bij cliënt (en diens systeem) en legt daarmee de basis voor een duurzame vertrouwensrelatie; - maakt gebruik van motiveringstechnieken; - merkt (tegen-) overdrachtfenomenen op. De GZ-psycholoog betrekt de cliënt actief bij de besluitvorming omtrent psychologisch handelen. Hij/zij: - exploreert het referentiekader van de cliënt en/of zijn systeem door actief luisteren en de hulpvraag te verhelderen; - stimuleert de cliënt om te reageren op de gestelde vragen, de diagnostiek en de geboden informatie; - adviseert en motiveert cliënt en/of zijn systeem over en voor behandelmogelijkheden en begeleidt het keuzeproces rekeninghoudend met uitvoerbaarheid; - geeft nadere toelichting, waar mogelijk in de vorm van psycho-educatie, helpt informatie te ordenen; - verifieert systematisch of de informatie goed is begrepen.
COMPETENTIEGEBIED 3: SAMENWERKING De GZ-psycholoog kent de algemene structuur van de gezondheidszorg, maatschappelijk dienstverlening en de eigen organisatie. Hij participeert in een netwerk van functionele samenwerkingsrelaties en maakt optimaal gebruik van beschikbare expertises. Competenties en indicatoren 3.1
De GZ-psycholoog draagt bij aan effectieve intra- en interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg. Hij/zij: - werkt inter- en multidisciplinair samen, waar nodig en gebruikelijk in teamverband; - participeert actief en profileert zich in teamoverleg; - houdt referaten over actuele thema’s in de zorg; - stemt in proces van psychologisch en/of pedagogisch handelen schriftelijk en/of mondeling af met andere disciplines; - maakt optimaal gebruik van expertise binnen de eigen organisatie; - maakt gebruik van de sociale kaart.
3.2
De GZ-psycholoog past samenwerkingsvaardigheden doelgericht toe. Hij/zij: - geeft advies aan collegae; - consulteert collegae; - voert casemanagement uit/verricht zorgcoördinatie; - gaat evenwichtig en constructief om met conflictsituaties.
3.3
De GZ-psycholoog verwijst doelgericht op basis van actueel inzicht in, en beschikbaarheid van, de expertise van andere zorgverleners
11
Competentieprofiel en indicatoren GZ-psycholoog / Versie 1.5
Hij/zij: - beoordeelt wanneer verwijzing naar een specialist of andere professional geïndiceerd is; - brengt deze verwijzing en de bijbehorende informatieoverdracht zorgvuldig tot stand; - neemt verantwoordelijkheid voor de continuïteit van de zorg voor de cliënt.
COMPETENTIEGEBIED 4: KENNIS EN WETENSCHAP De GZ-psycholoog kenmerkt zich door zijn continue streven naar optimalisatie van zijn kennis en kunde in zijn vakgebied. De GZ-psycholoog kan de wetenschappelijke aspecten zoals verweven met de praktijk onderkennen en kritisch beschouwen. Hieronder valt het beoordelen van relevante informatiebronnen op hun relevantie voor het betreffende werkgebied. De GZpsycholoog bevordert de deskundigheid van medebetrokkenen bij de gezondheidzorg in het werkterrein van de GZ-psycholoog. Hij streeft naar het optimaliseren van zijn kennis en kunde. Competenties en indicatoren 4.1
De GZ-psycholoog onderbouwt de zorg op wetenschappelijk verantwoorde wijze.
4.2
Hij/zij: - vertaalt klinische problemen in een onderzoekbare vraag; - is in staat informatie uit diverse relevante bronnen op zijn wetenschappelijke relevantie en kwaliteit te beoordelen; - weegt nieuwe wetenschappelijke inzichten op toepasbaarheid in de eigen praktijksituatie. De GZ-psycholoog bevordert de verbreding van en ontwikkelt de wetenschappelijke vakkennis. Hij/zij: - bevordert de deskundigheid van collega’s, opleidelingen, cliënten en andere betrokkenen bij de gezondheidszorg.
4.3
De GZ-psycholoog streeft naar het optimaliseren van de eigen kennis en kunde. Hij/zij: - volgt de relevante wetenschappelijke ontwikkelingen in het eigen vakgebied via literatuur, congressen, symposia etcetera; - ontwikkelt en onderhoudt een persoonlijk bij- en nascholingsplan.
COMPETENTIEGEBIED 5: MAATSCHAPPELIJK HANDELEN Het handelen binnen dit taakgebied omvat het afwegen van de belangen van de cliënt in relatie tot de belangen van andere hulpvragers en maatschappelijke belangen. Kern is het maatschappelijk verantwoord uitoefenen van het beroep. De GZ-psycholoog plaatst de klacht van de cliënt in diens maatschappelijke en culturele context en stemt zijn handelen hierop af. Naast de maatschappelijke en culturele context zijn vele factoren van invloed op zorg. Kennis van (beroeps-)ethiek en wetgeving/ juridische aspecten zijn tevens van belang.
12
Competentieprofiel en indicatoren GZ-psycholoog / Versie 1.5
Competenties en indicatoren 5.1
De GZ-psycholoog bevordert de gezondheid van individuele cliënten en groepen cliënten
5.2
Hij/zij - herkent determinanten van psychische stoornissen; - reageert (pro)actief op psychosociale en biologische factoren die de psychische gezondheid van cliënten beïnvloeden; - identificeert risicogroepen en hun behoeften; - geeft individuele gezondheidsvoorlichting en –opvoeding aan cliënten. De GZ-psycholoog handelt op grond van wettelijke regelgeving en beroepscodes. Hij/zij: - maakt gebruik van relevante wettelijke regelgeving zoals de Wet BIG, WGBO, de Kwaliteitswet en de Wet op privacy; - maakt gebruik van de beroepcodes van het NIP en het NVO, tuchtrecht en juridische aansprakelijkheid.
5.3
De GZ-psycholoog handelt vanuit een maatschappelijk verantwoord bewustzijn Hij/zij - signaleert misstanden en handelt adequaat binnen zijn kennis- en handelingsdomein; - neemt passende correctieve- en/of preventieve maatregelen bij incidenten in de zorg - is transparant over zijn beroepsmatig handelen en draagt indien gevraagd verantwoording af - informeert de patiënt desgewenst over de geldende klachtprocedures en instanties; - geeft een realistisch behandelperspectief af aan de maatschappij.
5.4
De GZ-psycholoog is sensitief voor specifieke kenmerken van de cliënt of het cliëntsysteem. Hij/zij: - betrekt in zijn handelen sekse, cultuur, sociale omstandigheden, geaardheid, leeftijd van cliënt of cliëntsysteem.
COMPETENTIEGEBIED 6: ORGANISATIE De GZ-psycholoog neemt besluiten met betrekking tot gebruik van of de inzet van middelen en medewerkers, het stellen van doelen en prioriteiten, het maken van beleid en organiseert het werk naar een balans tussen het beroepsmatig handelen en de behoefte aan verdere ontwikkeling van zichzelf, de cliënt en de organisatie. Competenties en indicatoren 6.1
6.2
De GZ-psycholoog kent de organisatie en de vanuit het management geformuleerde taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Hij/zij: - treedt op als hoofdbehandelaar en bewaakt daarbinnen uitvoering van gedelegeerde taken en neemt verantwoordelijkheid; - geeft functionele aanwijzingen aan disciplines als verpleegkundigen, psychodiagnostisch medewerkers e.d. op teamniveau; - hanteert, evalueert en actualiseert transparante (werk)afspraken. De GZ-psycholoog toont betrokkenheid bij het kwaliteitsbeleid op het niveau van de organisatie. Hij/zij: - leeft het beleid na;
13
Competentieprofiel en indicatoren GZ-psycholoog / Versie 1.5
6.3
6.4
- initieert zo nodig beleid ten behoeve van kwaliteitsverbetering. De GZ-psycholoog besteedt beschikbare middelen binnen de gezondheidszorg verantwoord. Hij/zij: - maakt op grond van inzicht in de verschillende beschikbare gezondheidsvoorzieningen en financieringsstromen een doelmatige afweging bij toewijzing van diagnostiek en behandeling. De GZ-psycholoog maakt zoveel mogelijk gebruik van informatietechnologie voor optimale zorg en voor bij- en nascholing. Hij/zij: - houdt systematisch een elektronisch dossier bij in de patiëntenzorg; - maakt gebruik van elektronische informatiebronnen ten behoeve van de ontwikkeling van eigen competenties.
COMPETENTIEGEBIED 7: PROFESSIONALITEIT De GZ-psycholoog handelt en reflecteert op basis van wetenschappelijke kennis en verbindt daaraan consequenties voor de verbetering van zijn handelen (continu leerproces). De reflectie betreft zowel de contacten met de cliënt en collega’s/andere disciplines, als zijn werk, taken en opleiding. De GZ-psycholoog kent de grenzen van eigen competentie en handelt daarbinnen. Competenties en indicatoren 7.1
De GZ-psycholoog vertoont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag.
7.2
Hij/zij: - behoudt een juiste balans tussen professionele betrokkenheid en persoonlijke distantie; - gaat respectvol om met intermenselijke verschillen in professionele relaties met betrekking tot normen en waarden, rekeninghoudend met de ethische gedragsregels. De GZ-psycholoog toont zich zelfbewust.
7.3
Hij/zij: - reflecteert systematisch over eigen zelfstandig functioneren en legt hierover verantwoording af; - maakt eigen persoonlijk en professioneel handelen bespreekbaar; - stelt door middel van reflectie periodiek de persoonlijke leerbehoefte vast, neemt planmatig deel aan deskundigheidsbevordering en evalueert het effect. De GZ-psycholoog kent en neemt zijn verantwoordelijkheid. Hij/zij: - kent de grenzen van eigen professionele en persoonlijke mogelijkheden, handelt daarnaar en zoekt zo nodig hulp (in de vorm van collegiaal overleg, intervisie of supervisie); - heeft een visie op zijn eigen competenties en die van anderen in de gezondheidszorg en neemt zijn positie daarnaar in.
14