Competentieprofiel 2012
Verpleegkunde
Versie: Status: Datum:
1 vastgesteld juni 2012
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
Competentie profiel algemeen
Competentieprofiel van het beroep “HBO- Verpleegkundige” ROLLEN 1. Zorgverlener
DOMEINEN Zorg
2. regisseur
Zorg
3. ontwerper
Organisatie van zorg
4. coach
Organisatie van zorg
5. beroepsbeoefe naar
Beroep
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
DOMEINSPECIFICATIES Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden Individuele en collectieve preventie GVO Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden Individuele en collectieve preventie en GVO
Zorgprogrammering Verpleegbeleid Kwaliteitszorg Zorgprogrammering en verpleegbeleid Werkbegeleiding Beroepsinnovatie Deskundigheidsbevordering
Toetsing Assessment Assessment Assessment jaar 1 Assessment jaar 2 Assement jaar 4
Niveau 1 2 3
Ontwikkelen onderwijs: Leerjaar Leerjaar 1
Niveau 1
Leerjaar 2
2
Leerjaar 3
3
Leerjaar 4
Minor en 3
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
Uitwerking elementen basis doelstellingen lessen Uitwerking elementen basis doelstellingen lessen Uitwerking elementen basis doelstellingen lessen Uitwerking elementen basis doelstellingen lessen
Rol 1: Zorgverlener
Kerncompetentie 1. Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de HBOverpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op menselijke maat
Domein Zorg
Domein specificatie Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden
niveau Competentie Verlenen van verpleegkundige zorg door een hbo- verpleegkundige.
1 2 2 2
1 1 1 1 1
1
Daarbij gaat het erom dat de verpleegkundige 1.1. Zich verplaatst in degene die haar zorg nodig heeft 1.2. Samenwerkt met de zorgvrager en zijn familie 1.3. Een assessment verricht of een diagnose stelt die gebaseerd is op wetenschappelijke kennis 1.4. Gebruikmaakt van wetenschappelijke kennis, klinische expertise en patiëntenvoorkeuren bij het uitvoeren van interventies; zonodig afwijkt van de vigerende protocollen en deze afwijkingen beargumenteert en verantwoordt 1.5. Een plan van zorg opstelt, uitwerkt en evalueert volgens professionele standaarden 1.6. Verslag legt van de zorg volgens de geldende professionele en wettelijke standaarden 1.7. Fysieke, psychosociale en (medische-) technische hulp biedt 1.8. Morele handelingen, mentale handelingen en technische handelingen integreert 1.9. Beargumenteerde afwegingen maakt in de soms strijdige belangen van de individuele zorgvrager en een groep zorgvragers 1.10. Gebruikmaakt van informatietechnologie 1.11 in staat om in situaties die afwijken van de standaard te reageren/handelen
Zodat de kwaliteit van leven van de zorgvrager verbetert, doordat zijn genezingsproces wordt bevorderd, de ziekenhuisopname goed wordt doorstaan, zijn leefwereld verbetert, of -indien hij zich in een terminale fase bevindt - hij zo vredig mogelijk kan sterven.
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
Rol 1 Domein Domein specificatie
: Zorgverlener : Zorg : Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden
Competentiebeschrijving Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de HBO- verpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op maat. Toelichting Als zorgverlener kan de verpleegkundige op een vraaggerichte wijze en met inachtneming van professionele standaarden zorg bieden. Verpleegkundige zorg wordt gekenmerkt door (medisch-)technisch, relationeel en verplegend handelen, gecombineerd met vier aspecten van zorg: zorg voor, zorg om, zorg geven en zorg ontvangen. Het doel van het handelen is de kwaliteit van leven verhogen door het evenwicht tussen draagkracht en draaglast te handhaven of te herstellen. De verpleegkundige probeert dit doel te bereiken door de zorgvrager te ondersteunen in het omgaan met gezondheidsproblemen, daaraan gerelateerde bestaansproblemen, of de gevolgen van behandeling of therapie. De hbo- verpleegkundige kenmerkt zich door empathisch waarnemen, klinisch redeneren, ethisch oordelen, open communiceren, pro-actief optreden en gebruikmaken van resultaten van wetenschappelijk onderzoek, theorie en klinische expertise. De grenzen van het technisch handelen door verpleegkundigen liggen in principe vast. Door de constante ontwikkelingen op het gebied van zorg en behandeling zijn in de beroepspraktijk grensverleggingen echter voortdurend aan de orde. Deze competentie wordt concreet door de volgende elementen in het gedrag tot uitdrukking te brengen: Element 1.1 Betrokkenheid tonen voor de patiënt en zijn situatie toont een empathische houding respecteert autonomie stimuleert een actieve deelname patiënt toont betrokkenheid in de ander/ leeft zich in in de situatie van de patiënt/familie hanteert de afhankelijkheid van een patiënt hanteert de verantwoordelijkheid van een patiënt handelt zorgvuldig bij intimiteiten bewaakt eigen grenzen respecteert de eigen emoties en gevoelens houdt werk en privé gescheiden Element 1.2 Een professionele samenwerkingsrelatie aangaan stemt de zorgverlening af op de behoefte van de patiënt neemt zonodig de zorgverlening over van de patiënt signaleert verpleegproblemen op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied stelt samen doelen vast maakt samen keuzes en expliciteert deze stimuleert en motiveert de patiënt tot het verzamelen en verwerken van informatie kiest samen geschikte werkwijzen aangepast aan de behoefte van de patiënt maakt gebruik van diverse adviesvaardigheden communiceert open met een patiënt handelt in conflictsituaties
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
hanteert omgangsvormen wisselt van rol of perspectief staat open voor andere waarden en normen
Element 1..3 Een assessment(behoeftepeiling) doen: toont een patiënt gerichte benadering inventariseert de behoefte van de patiënt houdt rekening met de rechten en plichten van de patiënt zoekt naar de samenhang tussen problemen en behoefte aan verpleegkundige zorg scheidt relevante en irrelevante informatie schat de behoefte van de patiënt in schat evenwicht draaglast en draagkracht van de patiënt in gebruikt (wetenschappelijke) kennis en onderzoeksresultaten hanteert professionele standaarden Element 1.4 Principes van evidence based handelen toepassen gebruikt wetenschappelijke kennis en onderzoeksresultaten past relevante (wetenschappelijke) inzichten, concepten, theorieën toe past onderzoeksresultaten toe in haar werk kiest patiëntgerichte interventies op grond van kennis/ klinische expertise interventies schat in of de interventie standaard kan verlopen signaleert wanneer en waar aanpassingen of alternatieven noodzakelijk zijn gaat na welke alternatieve interventies in aanmerkingen komen Element 1.5 Planmatig werken verzamelt gegevens stelt aan de hand van standaarden een verpleegkundige diagnose stelt een individueel verpleegplan op monitort van conditie van de patiënt evalueert een verpleegplan Element 1.6 Verslaglegging rapporteert mondeling rapporteert schriftelijk met inachtneming wet- en regelgeving presenteert ideeën op overtuigende wijze schriftelijk hanteert het beroepsgeheim respecteert de privacy/ rechten van de patiënt Element 1.7a Basiszorg bieden: helpt bij de persoonlijke verzorging; helpt bij de opname van voeding en vocht helpt bij de uitscheiding helpt bij mobiliteitsproblemen bewaakt de vitale functies treft maatregelen om een evenwichtig slaap- en waakritme te bevorderen draagt zorg voor medicijngebruik Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
6
voert wondverzorging uit treft hygiënische maatregelen treft veiligheidsmaatregelen biedt steun bij angst en onzekerheid ondersteunt medische therapie troost en biedt verlichting steunt emotioneel geeft informatie regelt hulpmiddelen en voorwaarden
Element 1.7b Geïntegreerde psychosociale zorg verlenen: stimuleert de zorgvrager zich te uiten over wat hem bezig houdt sluit flexibel en respectvol aan bij de wijze waarop de patiënt omgaat met de gevolgen van de aandoening verantwoordt psychosociale zorgactiviteiten en legt dit vast in een verpleegplan schakelt zonodig andere hulpverleners/ disciplines in Element 1.7c Medisch-technische zorg regelen: regelt overdracht medisch-technische zorg handelt formele procedures af organiseert hulpmiddelen instrueert collega's geeft uitleg aan zorgvragers; regelt verslaglegging en verantwoording draagt zorg voor continuïteit in tijd, persoon en aanpak Element 1.8 Medisch/ verpleeg-technische en agogische vaardigheden demonstreren: draagt zorg voor veiligheid van de patiënt en professionals ondersteunt de patiënt bij onzekerheid en angst handelt volgens richtlijnen of protocollen demonstreert achtergrond kennis bij het uitvoeren van medisch-technische handelingen voert verpleegtechnische handelingen uit, te weten: (N2, m.n. voorbehouden handelingen) 1. dient sondevoeding toe 2. verzorgt een stoma 3. verzorgt een suprapubische katheter 4. dient medicijnen toe 5. verzorgt wonden 6. verzorgt een tracheacanule en tracheastoma 7. dient parenteraal vloeistoffen toe 8. verzorgt blaaskatheters en maagsondes 9. dient zuurstof toe 10. regelt de lichaamstemperatuur door middel van koude- of warmte behandeling 11. voert orgaanspoelingen uit 12. zuigt een mond- en keelholte uit 13. verricht puncties 14. neurologische controles 15. neemt deel aan onderzoek en behandeling door andere disciplines treft hygiënische maatregelen Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
7
instrueert patiënt mogelijke complicaties of negatieve gevolgen van het handelen te voorkomen en te bestrijden handelt zorgvuldig inzake ethische vragen en dilemma’s
Element 1.9 Spanningen tussen de behoeften/ belangen van de diverse patiënten hanteren
signaleert uiteenlopende behoeften en belangen van de individuele patiënt en een groep patiënten maakt spanningen hieromtrent bespreekbaar draagt oplossingsstrategieën aan
Element 1.10 Informatietechnologie maakt gebruik van geautomatiseerde registratie- en rapportagesysteem(o.a. computerondersteuning) maakt gebruik van internet Element 1.11 in staat in in situaties die afwijken van de standaard te reageren/handelen door klinisch te redeneren complexe interventies (evidence based) uit te voeren te handelen in (acute) levensbedreigende situaties
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
8
Rol 1: Zorgverlener
Kerncompetentie 2. Om risico’s voor de gezondheid en complicaties van onderzoek of behandeling te verminderen, past de HBO- Verpleegkundige primaire, secundaire en tertiaire preventie toe.
Domein Zorg
niveau
2 2 1 2 2 1 2
Domeinspecificatie Individuele en collectieve preventie
Competentie Verlenen van primaire , secundaire en tertiaire preventie door de hboverpleegkundige Daarbij gaat er om dat de verpleegkundige 2.1 Een klimaat schept waarin preventie kan gedijen 2.2 Op een professionele wijze prognoses geeft over de risico’s die een zorgvrager loopt 2.3 Gerichte keuzes maakt uit verschillende beinvloedingsmethoden 2.4 Vroegtijdig en pro-actief interventies uitvoert, zo mogelijk gebaseerd op wetenschappelijke inzichten 2.5 Gebruik maakt van interventiemethoden die de zorgvragers stimuleren tot gewenst gedrag 2.6 De omgeving beïnvloedt waardoor deze veiliger wordt 2.7 Uitvoering geeft aan collectieve preventieve maatregelen Zodat de zorgvrager minder risico's loopt op verstoring van zijn gezondheid, zijn leefomgeving veiliger wordt en zijn ziektelast niet wordt vergroot.
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
9
Rol 1 Domein Domein specificatie
: Zorgverlener : Zorg : Individuele en collectieve preventie
Competentiebeschrijving Om de risico’s voor de gezondheid en complicaties van onderzoek of behandeling te verminderen, past de hbo- verpleegkundige primaire, secundaire en tertiaire preventie toe. Toelichting De meeste verpleegkundigen hebben vooral te maken met individuele secundaire en tertiaire preventie. Men denke daarbij aan het voorkomen van infecties en het voorkomen van complicaties van onderzoeken, behandelingen en ziekten of aandoeningen. Primaire preventie ligt meer op het niveau van het collectief of de groep. Met name verpleegkundigen in de extramurale gezondheidszorg werken hiermee. Door preventieve maatregelen te treffen en voorlichting of instructie te geven aan een individu of groep kan de verpleegkundigen meewerken een preventieprogramma's. Van primaire preventie is sprake in de kliniek, onder meer bij patiënten met meerder aandoeningen. Bij secundaire en tertiaire preventie richt de hboverpleegkundige zich met name op het voorkomen van infecties en complicaties van zorg, onderzoek en behandeling.Van de verpleegkundige wordt gevraagd dat zij kan inschatten of het gaat om individuele risico’s of groepsrisico's. Ook moet zij kunnen inschatten of het risico samenhangt met het individu of met de omgeving, bijvoorbeeld de gewoontes in een ziekenhuis of een instelling. Het is tevens belangrijk om te weten of een complicatie of risico vaak voorkomt in bepaalde situaties of bij bepaalde aandoeningen, of juist een meer incidenteel karakter heeft. Deze competentie wordt concreet door de volgende elementen in het gedrag tot uitdrukking te brengen: Element 2.1 Een klimaat schept waarin preventie kan gedijen treft maatregelen voor een veilige, hygiënische en patiëntvriendelijke omgeving treft maatregelen om negatieve effecten (complicaties) van onderzoek, behandeling en ziekten of aandoeningen te voorkomen vertoont voorbeeldgedrag Element 2.2 Op een professionele wijze prognoses geeft over de risico’s die een zorgvrager loopt signaleert tijdig symptomen van en reacties op ziekte, stoornis of handicap interpreteert symptomen van en reacties op ziekte, stoornis of handicap signaleert tijdig negatieve effecten van onderzoek of behandeling interpreteert negatieve effecten van onderzoek of behandeling bespreekt de complicaties of risico’s voor de zorgvrager communiceert open, methodisch en effectief
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
10
Element 2.3 Gerichte keuzes maakt uit verschillende beinvloedingsmethoden stemt informatieactiviteiten af op de persoon/ doelgroep en zijn omgeving stemt informatieactiviteiten af op de ziekte en de behandeling inventariseert vragen van de zorgvrager en gaat daarop in kiest met de zorgvrager voor individuele of groepsvoorlichting kiest bewust voor schriftelijk of audiovisueel ondersteuningsmateriaal Element 2.4 Vroegtijdig en pro-actief interventies uitvoert, zo mogelijk gebaseerd op wetenschappelijke inzichten observeert symptomen van stoornissen, beperkingen of handicaps stemt activiteiten af op de persoon en zijn omgeving stemt activiteiten af op de ziekte en de behandeling handelt pro-actief treft maatregelen ter voorkoming van hospitalisering houdt wetenschappelijke literatuur bij Element 2.5 Gebruik maakt van interventiemethoden die de zorgvragers stimuleren tot gewenst gedrag maakt een beargumenteerde keuze voor een of meerdere interventies gericht op beïnvloeding van het gedrag dat ten grondslag ligt aan het ontstaan van het probleem maakt gebruik van interventiemethoden die bijdragen aan groei en ontwikkeling van de zorgvrager op het gebied van het aanleren van het gewenste gedrag ter vermindering van het ontstaan van complicaties geeft ontslaginstructies begeleidt ook in complexe verpleegsituaties de individuele patiënt bij het leren omgaan met aandoeningen en beperkingen (zelfmanagement) voert in snel wisselende situaties individuele en collectieve preventieve maatregelen toe is in staat zowel voor de individuele patiënt als voor een groep patiënten preventieprogramma’s op te stellen vanuit de opgedane kennis met betrekking tot preventie Element 2.6 De omgeving beïnvloedt waardoor deze veiliger wordt maakt gebruik van interventiemethoden waardoor de omgeving van de zorgvrager veiliger wordt geeft instructies aan de zorgvrager en deze instructies worden opgevolgd vervult een voorbeeldfunctie door de wijze waarop zij zelf veilig, gezond en aangenaam werkt
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
11
Element 2.7 Uitvoering geeft aan collectieve preventie maatregelen werkt samen met andere disciplines geeft preventieve voorlichting aan groepen evalueert de voorlichtingsactiviteiten
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
12
Rol 1: Zorgverlener
Domein Zorg
Kerncompetentie 3 Om een gezonde leefstijl van patiënten en hun familieleden te bevorderen geeft de HBOVerpleegkundige op basis van een programmatische aanpak informatie, voorlichting en advies aan individuen en groepen
Niveau
2 2 1 1 1 2
1 1 2 2
2
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
Domeinspecificatie GVO Competentie Geven van gezondheidsvoorlichting en opvoeding en patiëntenvoorlichting door de hbo- verpleegkundige Daarbij gaat het om dat de verpleegkundige 3.1 Voorbeeldgedrag vertoont als werker in de gezondheidszorg 3.2 Een situatieanalyse maakt, op basis waarvan besloten wordt dat GVO nodig is 3.3 Programmatische voorlichting geeft aan individu of groep, ondersteund door andere maatregelen 3.4 De juiste media kiest voor voorlichting en beïnvloeding 3.5 Informatie geeft op een verantwoorde manier 3.6 Zo nodig barrières wegneemt die het de zorgvrager moeilijk maken om inderdaad wat met de betreffende informatie te doen 3.7 Feitelijke informatie aan de zorgvrager verstrekt over zaken die met onderzoek of behandeling te maken hebben 3.8 Op zo’n wijze instructie geeft dat de zorgvrager het begrijpt en hij de instructie kan opvolgen 3.9 Meewerkt aan uitvoering van GVO- programma’s 3.10 Op een methodisch verantwoorde manier groeps- en individuele voorlichting geeft en daarbij met verschillende GVOmodellen werkt 3.11 Samenwerkt met professionals, patiëntenvoorlichters en patiënten-, cliënten- en consumentenorganisaties Zodat het individu en zijn familie, beter in staat zijn een gezonde leefstijl te onderhouden, en zodat bovendien een gezonde leefstijl bij de bevolking in het algemeen wordt bevorderd.
13
Rol 1 Domein Domein specificatie
: Zorgverlener : Zorg : GVO
Competentiebeschrijving Om een gezonde leefstijl van patiënten en hun familieleden te bevorderen geeft de hbo-verpleegkundige op basis van een programmatische aanpak informatie, voorlichting en advies aan individuen en groepen. Toelichting Van belang is, dat de hbo-verpleegkundige aansluit bij de behoeften en doelen van de zorgvrager. Dit betekent, dat de verpleegkundige onderzoeken moet welke informatie de zorgvrager zelf al heeft gezocht en waar de zorgvrager wel of juist niet behoefte aan heeft. Veel informatie kan de zorgvrager al hebben gevonden m.b.v. lotgenoten, via literatuur en b.v. op internet. De verpleegkundige zal samen met de zorgvrager de gevonden informatie bespreken, analyseren, en toetsen in hoeverre deze toegesneden is op zijn situatie. Daarnaast zal de verpleegkundige feitelijke informatie geven op grond van haar professionele kennis m.b.t. zaken, die met onderzoek of behandeling te maken hebben. Het omgaan met de mogelijke spanning tussen aansluiten bij de situatie van de zorgvrager en de professionele noodzaak tot het geven van voorlichting, instructie en advies is kenmerkend voor het HBOniveau van deze competentie. De hbo-verpleegkundige zal zo nodig meewerken aan GVO programma’s en op methodisch verantwoorde wijze groeps- en individuele voorlichting geven, waarbij samenwerken met andere betrokkenen van groot belang is. Ook in de zorgketen heeft de verpleegkundige een regisserende rol. Kenmerk van (top)klinische en (top)referente zorg is dat patiënten na diagnostiek en behandeling vaak worden terugverwezen of doorverwezen. Taak van de hbo-verpleegkundige is het regisseren van deze opdrachten. Deze competentie wordt concreet door de volgende elementen in het gedrag tot uitdrukking te brengen: Element 3.1 Voorbeeld gedrag vertonen als werker in de gezondheidszorg
heeft een open en eerlijke houding staat open voor feedback doet aan zelfreflectie gaat uit van eigen kernkwaliteiten reflecteert met anderen op eigen en professionele normen is rolmodel
Element 3.2 Een situatieanalyse maakt, op basis waarvan besloten wordt dat GVO nodig is spoort risico gedragingen en risicovolle situaties op, die het gezond bestaan van individuen bedreigen spoort risico gedragingen en risicovolle situaties op, die het gezond bestaan van groepen bedreigen maakt gebruik van denkpatronen, gedragingen en ervaringen van de zorgvrager is alert op het verschil tussen buitenstaander en binnenstaander perspectief
Element 3.3 programmatische voorlichting geeft aan individu of groep, ondersteund door andere maatregelen richt zich op gedragsverandering en de bestendiging daarvan stemt activiteiten af op de persoon en zijn omgeving Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
14
stemt activiteiten af op de ziekte en de behandeling inventariseert vragen van de zorgvrager en zijn naasten en gaat daarop in kiest met de zorgvrager voor individuele of groepvoorlichting communiceert effectief en open
Element 3.4 de juiste media kiest voor voorlichting en beïnvloeding erkent en herkent verschillen tussen professionele normen en de normen van de zorgvrager houdt rekening met het begripsniveau en de leerstijl van de zorgvrager stemt de voorlichting af op het specifieke probleem van het individu stemt de voorlichting af op beïnvloeding van het gedrag, dat ten grondslag ligt aan het ontstaan van het probleem zorgt voor schriftelijk of audiovisueel ondersteuningsmateriaal Element 3.5 informatie geeft op een verantwoorde manier is op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen past de juiste didactische vaardigheden toe sluit aan bij de beginsituatie van de zorgvrager gebruikt de juiste middelen om informatie over te dragen past de, in de gegeven situatie, meest geëigende evaluatiemethode toe Element 3.6 zo nodig barrières wegneemt, die het de zorgvrager moeilijk maken om inderdaad wat met de informatie te doen geeft begeleiding bij de acceptatie van een advies met in achtneming van de verantwoordelijkheid en de autonomie stelt samen met de zorgvrager bereikbare doelen leert de zorgvrager stapsgewijs vaardigheden aan, uitgaande van kennis en vaardigheidsniveau geeft emotionele begeleiding bij het in gang zetten en volhouden van de verandering Element 3.7 feitelijke informatie aan de zorgvrager verstrekt over zaken, die met onderzoek of behandeling te maken hebben geeft des gevraagd schriftelijke informatie Element 3.8 op zo’n wijze instructie geeft dat de zorgvrager het begrijpt en hij de instructie kan opvolgen inventariseert vragen van de zorgvrager en zijn naasten en gaat erop in communiceert open en effectief licht de zorgvrager op zo danige wijze in als past bij zijn bevattingsvermogen stemt activiteiten af op de persoon en zijn omgeving Element 3.9 meewerkt aan uitvoering van GVO- programma’s neemt deel aan landelijke screeningsprogramma’s beoordeelt schriftelijk en audiovisueel voorlichtingsmateriaal op bruikbaarheid Element 3.10 op een methodisch verantwoorde manier groeps en individuele voorlichting geven en daarbij met verschillende GVO- modellen werken Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
15
werkt volgens een vastgestelde methodiek stelt met de zorgvrager doelen en werkwijze vast evalueert en stelt regelmatig bij houdt rekening met verwerkingsfasen van de zorgvrager rapporteert regelmatig over voortgang en evaluaties evalueert regelmatig het proces
Element 3.11 samenwerkt met professionals, patiëntenvoorlichters en patiënten-, cliënten- en consumenten organisaties overlegt met betrokken hulpverleners over de te behalen resultaten raadpleegt behandelend arts bij twijfel of bij complicaties communiceert mondeling en schriftelijk met andere hulpverleners over eigen bevindingen zoekt actief naar aanvullende informatie ter uitbreiding van eigen kennis voert de regie in gespecialiseerde, multidisciplinaire behandelteams voor patiënten met chronische en/of complexe aandoeningen, zowel binnen als buiten de kliniek kan zowel de patiënt, als collega’s en andere betrokken hulpverleners inhoudelijk op de hoogte brengen van de uitkomsten van (multidisciplinair) overleg treedt binnen en buiten de kliniek voor patiënten op als casemanager en als belangenbehartiger in bijvoorbeeld multidisciplinair overleg onderhandelt en werkt in het belang van de patiënt samen met externe belanghebbenden en relaties, zoals: - patiëntenorganisaties - kwaliteitsbewakende instanties regisseert en begeleidt de overdracht van de patiënt naar ander ketenpartners in de zorg
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
16
Rol 2: Regisseur
Kerncompetentie 4 Om de zorg te laten verlopen als een continu en integraal proces dat is gericht op het welzijn van de zorgvrager coördineert de hboverpleegkundige de zorg
Domein Zorg
niveau
2 3 2 2 3 2
3 2 3
Domeinspecificatie Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden
Competentie Het coördineren van de zorg door hbo-verpleegkundigen Daarbij gaat het erom dat de verpleegkundige 4.1 rekening houdt met de rechten en plichten van de zorgvrager 4.2 de behoefte aan coördinatie inschat 4.3 maatregelen treft zodat wordt voorkomen dat de zorgvrager iedere keer opnieuw zijn verhaal moet vertellen 4.4 maatregelen treft zodat wordt voorkomen dat de zorgvrager van het kastje naar de muur wordt gestuurd 4.5 ervoor zorgt dat de juiste activiteiten op het juiste moment door de juiste persoon worden verricht 4.6 op een pro- actieve wijze concrete aanwijzingen geeft aan zorgvragers, familieleden en zorgverleners over de mensen en middelen die aangewend moeten worden om de zorg te realiseren 4.7 overlap in de activiteiten voorkomt 4.8 de juiste instellingen en personen op het juiste moment inschakelt 4.9 zo communiceert met andere professionals en de zorgvrager dat deze mogelijke verwarring in verwachtingen opheft 4.10 voert de regie in gespecialiseerde, multidisciplinaire behandelteams voor zorgvragers met chronische en/of complexe aandoeningen zowel intra- als extramuraal 4.11 kan zowel de zorgvragers, als collega’s en andere betrokken hulpverleners inhoudelijk op de hoogte brengen van de uitkomsten van multidisciplinair overleg zodat de verschillende zorgactiviteiten als samenhangend geheel op een efficiënte en effectieve wijze tot het gestelde doel leiden, en de zorgverlening de zorgvrager niet meer belast dan onvermijdelijk is.
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
17
Rol 2 : Regisseur Domein : Zorg Domein specificatie : Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden Competentiebeschrijving Om de zorg te laten verlopen als een continu en integraal proces dat is gericht op het welzijn van de zorgvrager, coördineert de hbo-verpleegkundige de zorg. Toelichting Op een afdeling is de hbo-verpleegkundige verantwoordelijk voor de coördinatie. Ze werkt vanaf de opname met zorgvragers toe naar ontslag uit het ziekenhuis. Ze participeert in het multidisciplinair overleg waar een zorgtraject voor de zorgvrager wordt vastgesteld. Uitgangspunten hierbij zijn de individuele wensen, fysieke mogelijkheden en behoeften van de zorgvrager. Omdat meerdere personen en instanties betrokken zijn bij onderzoek, zorg en behandeling aan dezelfde persoon, kan er op verschillende manieren gecommuniceerd worden met de zorgvrager en zijn familie. Hierdoor kunnen deze soms in verwarring raken over wat hen te wachten staat. In de meeste gevallen zal de bijdrage aan het welzijn van de zorgvrager groter zijn als deze activiteiten en de communicatie zijn afgestemd op elkaar. Deze competentie wordt concreet door de volgende elementen in het gedrag tot uitdrukking te brengen: Element 4.1 houdt rekening met de rechten en plichten van de zorgvrager brengt de zorgvrager op de hoogte van zijn rechten en zijn plichten handelt slechts nadat de zorgvrager op duidelijke wijze is geïnformeerd over voorgenomen onderzoeken, voorgestelde behandelingen, de ontwikkelingen omtrent de onderzoeken, behandelingen en de gezondheidstoestand van de zorgvrager en nadat de zorgvrager toestemming heeft gegeven voor verrichtingen ter uitvoering brengt de zorgvrager op de hoogte van zijn plicht de hulpverleners naar beste weten de inlichtingen en de medewerking die deze redelijkerwijs voor het uitvoeren van de behandelingsovereenkomst behoeft Element 4.2 de behoefte aan coördinatie inschat toont een cliëntgerichte benadering inventariseert de behoefte van de zorgvrager zoekt naar de samenhang tussen het probleem en de behoefte aan zorg schat het evenwicht tussen draagkracht en draaglast in van de zorgvrager schat het evenwicht tussen draagkracht en draaglast van het gezin in schat de mogelijkheden aan informele zorg in schat de behoefte aan professionele coördinatie in Element 4.3 maatregen treft zodat wordt voorkomen, dat de zorgvrager iedere keer opnieuw zijn verhaal moet vertellen zorgt dat alle betrokkenen over de juiste informatie beschikken zorgt dat de zorgvrager over de juiste informatie beschikt bevordert en bewaakt de continuïteit in persoon bevordert en bewaakt de continuïteit in tijd bevordert en bewaakt de continuïteit in aanpak Element 4.4 maatregelen treft zodat wordt voorkomen dat de zorgvrager van het kastje naar de muur wordt gestuurd schakelt op het juiste moment instellingen en personen in Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
18
stelt vast, op beargumenteerde wijze, welke hulp nodig is en of de verpleegkundige/ verzorgende discipline of outillage geëigend is voor de hulpvraag of een deel hiervan beargumenteert de benodigde hulp aan de hand van factoren en reacties van de zorgvrager beargumenteert de benodigde hulp op grond van de vastgestelde verpleegkundige diagnose beargumenteert de benodigde hulp in het licht van de gewenste resultaten en interventies herziet zo nodig de hulpvraag wanneer zich veranderingen voordoen in de zorgvraag, in factoren in de omgeving of in de complexiteit van zorg
Element 4.5 ervoor zorgt, dat de juiste activiteiten op het juiste moment door de juiste personen worden verricht werkt samen in interdisciplinaire netwerken waarborgt de continuïteit in de zorgverlening, binnen settings en tussen settings zodat de zorgvrager een consistent programma krijgt aangeboden analyseert sociale netwerken van zorgvragers en integreert deze waar mogelijk in de zorgverlening behartigt de belangen van zorgvragers binnen een zorginstelling en transmuraal neemt het perspectief van de zorgvrager voortdurend als uitgangspunt, waarbij zo nodig het belang van de zorgvrager wordt verduidelijkt en behartigd tegenover andere zorgverleners en/ of tegenover beleidsfunctionarissen in een organisatie Element 4.6 op een pro-actieve wijze concrete aanwijzingen geeft aan zorgvragers, familieleden en zorgverleners over de mensen en middelen, die aangewend moeten worden om de zorg te realiseren heeft inzicht in de sociale kaart gericht op het specifieke probleem van de zorgvrager geeft de zorgvragers, familieleden en zorgverleners de nodige informatie betreffende de sociale kaart Element 4.7 overlap in de activiteiten voorkomt waarborgt de continuïteit in de zorgverlening binnen settings en tussen settings zodat een zorgvrager een consistent programma krijgt aangeboden rapporteert relevante gegevens over een zorgvrager aan naasten rapporteert relevante gegevens aan andere disciplines Element 4.8 de juiste instellingen en personen op het juiste moment inschakelen schat de behoeften van de zorgvrager in schat het evenwicht tussen draagkracht en draaglast in van de zorgvrager schat het evenwicht tussen draagkracht en draaglast in van het gezin schat de mogelijkheden van informele zorg in schat de behoefte aan professionele coördinatie in Element 4.9 zo communiceert met andere professionals en de zorgvrager, dat deze mogelijke verwarringen in verwachtingen opheft stemt de communicatie tussen andere professionals en de zorgvrager op elkaar af bevordert de samenwerking tussen professionals bevordert de samenwerking van professionals met vrijwilligers bevordert de samenwerking van professionals met mantelzorgers evalueert volgens vastgestelde afspraken stimuleert individuele zorgverleners in de richting van doelen overlegt met andere professionals over de te behalen resultaten Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
19
raadpleegt andere hulpverleners bij twijfel of bij complicaties communiceert mondeling en schriftelijk over eigen bevindingen
Element 4.10 voert de regie in gespecialiseerde, multidisciplinaire behandelteams voor zorgvragers met een chronische en/of complexe aandoening zowel intra- als extramuraal geeft informatie aan verschillende disciplines omtrent zorgvrager coördineert de samenwerking tussen de disciplines Element 4.11 kan zowel de zorgvragers als collega’s en andere betrokken hulpverleners inhoudelijk op de hoogte brengen van de uitkomsten van multidisciplinair overleg geeft informatie aan verschillende disciplines omtrent zorgvrager werkt uitkomsten van multidisciplinair overleg uit
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
20
Rol 2: Regisseur
Domein: Zorg
Kerncompetentie 5 Om te zorgen dat de doelen van een preventieprogramma worden gerealiseerd, coördineert de hboverpleegkundige de afgesproken activiteiten.
niveau
Domeinspecificatie: Individuele en collectieve preventie en GVO
Competentie Coördinatie van preventieve en voorlichtingsactiviteiten door hboverpleegkundigen Daarbij gaat het erom dat de verpleegkundige
3 2 3 3 2 2 3 3 2 2
5.1 leiding geeft aan de uitvoering van vastgestelde programma’s 5.2 samenwerkt met andere disciplines 5.3 activiteiten organiseert 5.4 cursussen organiseert 5.5 mensen aanspreekt op het nakomen van de afspraken 5.6 deelneemt aan multidisciplinair overleg 5.7 voorlichting en andere preventieve activiteiten inhoudelijk op elkaar afstemt 5.8 ontwikkelt en past GVO-materiaal toe 5.9 meewerkt aan wetenschappelijk onderzoek 5.10 de activiteiten evalueert 5.11 feedback geeft zodat de doelen die zijn vastgelegd in een programma zo efficiënt mogelijk worden gerealiseerd.
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
21
Rol 2 Domein Domein specificatie
: Regisseur : Zorg : Individuele en collectieve preventie en GVO
Competentiebeschrijving Om te zorgen dat de doelen van een preventieprogramma worden gerealiseerd, coördineert de hboverpleegkundige de afgesproken activiteiten Toelichting Bij de uitvoering van preventie- en voorlichtingsprogramma’s zijn vaak meerdere instellingen en wetenschappers, hulpverleners, voorlichters en vrijwilligers betrokken. De doelen en de werkwijzen zijn beschreven. Om de concrete uitvoering van de verschillende onderdelen van een programma te realiseren is vaak veel organisatie en bewaking van de activiteiten nodig. Denk aan het uitvoeren van het vaccinatieprogramma voor zuigelingen en kleuters of aan voorlichtingsbijeenkomsten voor bepaalde doelgroepen. Sommige programma’s vragen om een landelijke aanpak, andere zijn meer regionaal of vinden zelfs op het niveau van een instituut of organisatie plaats. Verpleegkundigen zijn vaak bij deze activiteiten betrokken omdat zij kennis over gezondheid, communicatieve vaardigheden en organisatietalent verenigen. De rol van regisseur ligt dan met name op die terreinen waarop deze combinatie van vaardigheden wordt vereist. Het rolgedrag is een uitwerking van doelen die van tevoren zijn vastgesteld in een programma en die zijn onderschreven door de deelnemende instellingen. Deze competentie wordt concreet door de volgende elementen in het gedrag tot uitdrukking te brengen: Element 5.1 geeft leiding aan de uitvoering van vastgestelde programma’s werkt volgens een vastgestelde methodiek communiceert open en effectief inventariseert de zorgvraag en stemt het voorlichtingsprogramma erop af geeft uitvoering aan het voorlichtingsprogramma overlegt met andere collegae evalueert het voorlichtingsprogramma Element 5.2 samenwerkt met andere disciplines overlegt met betrokken hulpverleners over de te behalen resultaten raadpleegt de behandelend arts bij twijfel of bij complicaties communiceert mondeling en schriftelijk met andere hulpverleners over eigen bevindingen zoekt actief naar aanvullende informatie ter uitbreiding van eigen kennis Element 5.3 organiseert activiteiten stemt de voorlichtingsactiviteiten af op de persoon en zijn omgeving stemt de voorlichtingsactiviteiten af op de ziekte en de behandeling kiest voor individuele of groepsvoorlichting zorgt voor schriftelijk of audiovisueel ondersteuningsmateriaal Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
22
Element 5.4 organiseert cursussen levert een bijdrage aan de voorbereiding en invulling van voorlichtings programma’s geeft uitvoering aan voorlichtingsprogramma’s Element 5.5 bespreekt mensen aan op het nakomen van de afspraken communiceert open en effectief maakt vragen of problemen rondom het nakomen van afspraken bespreekbaar Element 5.6 neemt deel aan multidisciplinair overleg overlegt met andere hulpverleners omtrent de voorlichtingsactiviteiten stemt de voorlichtingsactiviteiten met de ander hulpverleners af maakt vragen of problemen van zorgvragers bespreekbaar tijdens patiëntenbesprekingen voert werkoverleg Element 5.7 stemt voorlichting en andere preventieve activiteiten inhoudelijk op elkaar af kiest de juiste voorlichtingsactiviteiten past de diverse adviesvaardigheden aan op de behoefte van de zorgvrager past de diverse adviesvaardigheden aan op de ziekte en de behandeling van de zorgvrager maakt hierbij gebruik van haar professionele deskundigheid Element 5.8 ontwikkelt en past GVO-materiaal toe levert een bijdrage aan de ontwikkeling van GVO-materiaal past het materiaal aan aan de behoefte van de zorgvrager en diens naasten past het materiaal toe in de GVO maakt hierbij gebruik van haar professionele deskundigheid Element 5.9 werkt mee aan wetenschappelijk onderzoek levert een bijdrage aan de uitvoering van wetenschappelijk onderzoek Element 5.10 evalueert de activiteiten evalueert en stelt regelmatig de voorlichtingsactiviteiten bij rapporteert regelmatig over voortgang en evaluaties van voorlichtingsactiviteiten evalueert regelmatig het proces van voorlichting Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
23
Element 5.11 geeft feedback heeft een open en eerlijke houding luistert goed communiceert open en eerlijk beargumenteert op- en aanmerkingen geeft feedback op gedrag en gevoelens
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
24
Rol 3: Domein: Domeinspecificatie: Ontwerper Organisatie van zorg Zorgprogrammering Kerncompetentie niveau Competentie 6 Deelname aan zorgprogrammeringprojecten Hierbij gaat het erom dat de verpleegkundige Om verpleegkundige deskundigheid te waarborgen 6.1 werkt vanuit een doelgroepenaanpak in een integrale aanpak van 3 6.2 expertise over de doelgroep gebruikt zorg, behandeling en 3 6.3 rekening houdt met de rechten en plichten van de doelgroep voorlichting werkt de hbo2 6.4 multidisciplinair werkt verpleegkundige mee aan de 3 6.5 de eigen vakdeskundigheid beknopt en concreet kan verwoorden ontwikkeling en vaststelling van 3 6.6 de grenzen van de eigen vakdeskundigheid kent en daarmee om nieuwe zorgprogramma’s. kan gaan 3 6.7 openstaat voor de deskundigheid van andere disciplines 6.8 feedback geeft en feedback ontvangt 3 6.9 de effectiviteit en efficiency van zorgarrangementen evalueert 2 6.10 bondig mondeling en schriftelijk formuleert 3 6.11 beleidsmatig werkt 6.12 zorgt voor continuering van het zorgprogramma bij overdracht van 2 de zorg voor een patiënt aan een ketenpartner zodat 3 de te verlenen zorg doelmatiger wordt en efficiënter en effectiever uitgevoerd wordt, en organisaties en professionals opener en flexibeler kunnen opereren.
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
25
Rol 3 Domein Domeinspecificatie
: Ontwerper : Organisatie van zorg : Zorgprogrammering
Competentiebeschrijving Om verpleegkundige deskundigheid te waarborgen in een integrale aanpak van zorg, behandeling en voorlichting werkt de hbo-verpleegkundige mee aan ontwikkeling en vaststelling van nieuwe zorgprogramma’s. Toelichting Naast de dagelijkse patiëntenzorg wordt van verpleegkundigen gevraagd een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen van nieuwe zorgvormen. Kenmerkend is hierbij het multidisciplinaire karakter van het werk. De hbo-verpleegkundige levert haarbijdrage door deel te nemen aan werkgroepen, vakgroepen of projectgroepen, bijvoorbeeld voor transmurale of psychosociale zorg. Haar bijdrage kan bestaan uit - het samen met anderen – ontwikkelen van een verpleegkundige module. Ook kan zij door het inbrengen van casussen zorgen dat de beleidsmaatregelen die nodig zijn ook vertaald kunnen worden naar de dagelijkse praktijk. Door uitwisseling van kennis, ervaringen en ideeën met andere disciplines zoals medici, paramedici, sociaal werkers, pastores en psychologen kunnen in het kader van een projectdoelstelling nieuwe werkvormen en betere zorgtrajecten ontwikkeld worden. Deze competentie wordt concreet door de volgende elementen in het gedrag tot uitdrukking te brengen: Element 6.1 werkt vanuit een doelgroepenaanpak ontwikkelt zorgprogramma’s afgestemd op de doelgroep actualiseert deze programma’s regelmatig streeft hierbij maximale kwaliteit en optimale doelmatigheid na Element 6.2 gebruikt expertise over de doelgroep wisselt kennis, ervaringen en ideeën met betrekking tot ontwikkelen van zorgprogramma’s met andere disciplines rondom de doelgroep uit neemt deel aan werkgroepen of projectgroepen Element 6.3 houdt rekening met de rechten en plichten van de doelgroep respecteert de rechten van de zorgvrager maakt de zorgvrager attent op zijn plichten tijdens het zorgverleningsproces discussieert op basis van argumenten Element 6.4 werkt multidisciplinair ontwikkelt in samenwerking met andere hulpverleners zorgprogramma’s voor de diverse doelgroepen maakt gebruik van kennis uit het eigen vakgebied en van andere disciplines participeert in werkgroepen of projectgroepen
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
26
Element 6.5 verwoordt de eigen vakdeskundigheid beknopt en concreet gebruikt relevante (vak)literatuur staat in voor eigen deskundigheid formuleert ideeën mondeling helder en duidelijk brengt de essentie van de boodschap effectief over Element 6.6 kent de grenzen van de eigen vakdeskundigheid en kan daarmee omgaan gaat flexibel om met eigen grenzen staat in voor eigen deskundigheid maakt de grenzen van de eigen vakdeskundigheid tijdens een werkoverleg bespreekbaar Element 6.7 staat open voor de deskundigheid van andere disciplines neemt deel aan themabijeenkomsten verzorgd door andere hulpverleners participeert in werkgroepen respecteert de waarden en normen van de andere hulpverleners Element 6.8 geeft feedback en ontvangt feedback communiceert open en effectief hanteert de regels voor het geven van feedback op adequate wijze staat open voor het krijgen van feedback Element 6.9 evalueert de effectiviteit en efficiency van zorgarrangementen stelt vast welke resultaten moeten of kunnen worden bereikt bepaalt de evaluatiecriteria evalueert het zogarrangement in overleg met de zorgvrager aan de hand van een vooraf bepaalde standaard Element 6.10 formuleert bondig mondeling en schriftelijk rapporteert informatie mondeling aan het team rapporteert informatie mondeling aan degene die de zorg overneemt registreert de informatie schriftelijk in daarvoor bestemde documenten verwerkt de administratieve gegevens in het daartoe bestemde (geautomatiseerde) systeem registreert gegevens over de totale zorgbehoefte en zorgverlening in het patiëntendossier van de zorgvrager rapporteert relevante gegevens over een zorgvrager aan naasten rapporteert relevante gegevens aan andere disciplines Element 6.11 werkt beleidsmatig vertaalt bestaand beleid in zorgprogramma’s signaleert wanneer en waar aanpassingen of alternatieven nodig zijn naar aanleiding van beleidsuitspraken werkt binnen de doelstelling, visie en regels van de zorginstelling accepteert beleidsbeslissingen niet onvoorwaardelijk Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
27
Element 6.12 zorgt voor continuering van het zorgprogramma bij overdracht van de zorg voor een patiënt aan een ketenpartner * rapporteert relevante gegevens aan andere disciplines
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
28
Rol 3: Ontwerper
Domein: Domeinspecificatie: Organisatie van zorg Verpleegbeleid
Kerncompetentie 7 Om de zorgverlening op de afdeling zo efficiënt, effectief en goed mogelijk op de afdeling te laten verlopen, levert de hbo-verpleegkundige een bijdrage aan het tot stand komen van het verpleegbeleid.
niveau
2 3 3 2 3 3 2 2 3 3 3
Competentie het meewerken aan de vormgeving van het verpleegbeleid op een afdeling door de hbo-verpleegkundige daarbij gaat het erom dat de verpleegkundige 7.1 rekening houdt met de waarden van de zorggebruiker 7.2 kritisch het eigen vakgebied beoordeelt 7.3 oplossingen bedenkt voor individuele en groepsvraagstukken 7.4 oplossingsrichtingen formuleert voor dagelijkse problemen 7.5 verpleegmodellen kan toepassen 7.6 vakinhoud vertaalt naar dagelijks handelen 7.7 de dagelijkse ergernissen en dagelijkse uitdagingen expliciet maakt 7.8 beroepswaarden uitdraagt 7.9 rekening houdt met waarden van zorgvragers bij afdelingsontwikkeling 7.10 continue de eigen werkstijl en afdeling wil en durft te veranderen 7.11 openstaat voor ontwikkelingen binnen de organisatie, zodat het functioneren van de totale afdeling met verpleegkundigen in verschillende diensten zo synchroon mogelijk verloopt met de zorg voor de individuele patiënt en de professionele verantwoordelijkheid van de verpleegkundige.
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
29
Rol 3 Domein Domeinspecificatie
: Ontwerper : Organisatie van zorg : Verpleegbeleid
Competentiebeschrijving Om de zorgverlening op de afdeling zo efficiënt effectief en goed mogelijk op de afdeling te laten verlopen, levert de hbo- verpleegkundige een bijdrage aan het totstandkomen van het verpleegbeleid. Toelichting Verplegen kent altijd een zeker spanningsveld tussen individuele gerichtheid en eisen van een beroep. Enerzijds is de verpleegkundige persoonlijk verantwoordelijk voor de zorg aan de haar toegewezen zorgvrager. Anderzijds werkt zij vanuit een team dat of een afdeling die met groepen zorgvragers te maken heeft en moeten zij ook zorgen voor de patiënten die aan haar collega’s zijn toegewezen wanneer die afwezig zijn. In alle gevallen is zij verantwoordelijk voor het uitvoeren van het zorg- of verpleegplan. De zorgverlening vindt plaats in een organisatorische context waarin de verpleegkundige geconfronteerd wordt met routines, normen, gewoontes en allerlei regels van het team of de afdeling. Naast de verpleegkundige vakinhoud bepalen dagelijkse routines, organisatorische afspraken en routines van andere disciplines haar werk. Het verpleegbeleid op de afdeling moet het mogelijk maken professionele waarden en normen te combineren met organisatorische waarden en normen. Dit beleid kan gestoeld zijn op allerlei theoretische noties, verpleegmodellen of organisatiemodellen. Van de hbo- verpleegkundige wordt verwacht dat zij vanuit haar deskundigheid de afdelingsmanager adviseert en kan meewerken aan de ontwikkeling van het wenselijk verpleegbeleid, waarbij zij rekening kan houden met financiële kaders. Deze competentie wordt concreet door de volgende elementen in het gedrag tot uitdrukking te brengen: Element 7.1 houdt rekening met de waarden van de zorggebruiker toont zorgzaamheid in contact met de zorgvrager respecteert privacy en autonomie respecteert waarden en normen van de zorgvrager treedt anderen tegemoet zoals zij zelf tegemoet getreden wil worden brengt de zorg tot stand door een samenwerkingsrelatie met de zorgvrager Element 7.2 beoordeelt kritisch het eigen vakgebied gaat kritisch om met vraagstukken op het eigen vakgebied gebruikt wetenschappelijke en professionele kennis oordeelt onafhankelijk en zelfstandig Element 7.3 bedenkt oplossingen voor individuele en groepsvraagstukken reflecteert op haar eigen gedrag en het groepsgedrag analyseert en synthetiseert Element 7.4 formuleert oplossingsrichtingen voor dagelijkse problemen is creatief in het oplossen van problemen doet concrete voorstellen voor het oplossen van dagelijkse problemen
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
30
Element 7.5 past verpleegmodellen toe gebruikt bestaande theorieën en verpleegmodellen past relevante wetenschappelijke inzichten, concepten en theorieën toe Element 7.6 vertaalt vakinhoud naar dagelijks handelen maakt gebruik van eigen vakgebied en van andere disciplines bij de uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden houdt rekening met de toepasbaarheid methodiek of methode Element 7.7 maakt de dagelijkse ergernissen en dagelijkse uitdagingen expliciet communiceert open en eerlijk maakt ergernissen aan de hand van concrete voorbelden bespreekbaar Eelment 7.8 draagt beroepswaarden uit handelt conform de beroepscode handelt conform een ethische code van het beroep toont zorgzaamheid in contact met een zorgvrager respecteert privacy en autonomie Element 7.9 houdt rekening met waarden van zorgvragers bij afdelingsontwikkeling bespreekt met de zorgvrager de kloof tussen wenselijkheid en realiteit gaat professioneel om met grenzen en spanningsvelden maakt gesignaleerde spanningsvelden of mogelijke problemen bespreekbaar zoekt actief naar alternatieve oplossingen Element 7.10 wil en durft continue de eigen werkstijl en afdeling te veranderen levert een bijdrage aan een open werkklimaat levert een bijdrage aan veranderingsprocessen Element 7.11 staat open voor ontwikkelingen binnen de organisatie stelt zich ontvankelijk op voor vernieuwingen zoekt actief naar mogelijkheden voor een professionele inbreng in de organisatie doet regelmatig voorstellen voor vernieuwingen aan het management werkt mee aan ontwikkelingen binnen de organisatie durft onafhankelijke standpunten in te nemen
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
31
Rol 3 : Ontwerper
Domein: Domeinspecificatie: Organisatie van zorg Kwaliteitszorg
Kerncompetentie 8 Om de kwaliteit van de zorg te bewaken en te waarborgen participeert de hboverpleegkundige in het ontwerpen van kwaliteitszorg op afdelingsniveau.
niveau
3 3 3 2 3 3 3 2 3 3 3
Rol 3 Domein Domeinspecificatie
Competentie Het ontwikkelen van kwaliteitszorg door de hbo-verpleegkundige Hierbij gaat het erom dat de verpleegkundige 8.1 initiatieven neemt voor kwaliteitsverbetering op afdelingsniveau 8.2 een bijdrage levert aan ontwikkeling en vaststelling van kwaliteitscriteria 8.3 een bijdrage levert aan ontwikkeling en vaststelling van meetinstrumenten 8.4 initieert en meewerkt aan vraaggestuurde zorgverlening 8.5 samenwerkt met kwaliteitsfunctionarissen 8.6 deelneemt aan kwaliteitsgroepen met cliënten-, patiënten- en consumentenorganisaties 8.7 voorstellen doet voor kwaliteitsverbetering door verbetering van rapportage- en registratiesystemen 8.8 voorstellen doet voor overleg gericht op verbetering van communicatie 8.9 voorstellen doet voor en participeert in de ontwikkeling en vaststelling van meetinstrumenten 8.10 meewerkt aan de invoering van uitgewerkte modellen voor kwaliteitsverbetering 8.11 participeert in de ontwikkeling en vaststelling van protocollen en richtlijnen. Zodat De zorg transparant wordt omdat er ijkpunten voor kwaliteit beschikbaar komen, waaraan de dagelijkse zorgverlening en de interventies getoetst kunnen worden.
: Ontwerper : Organisatie van zorg : Kwaliteitszorg
Competentiebeschrijving Om de kwaliteit van de zorg te bewaken en te waarborgen participeert de hbo- verpleegkundige in het ontwerpen van kwaliteitszorg op afdelingsniveau. Toelichting Om de zorg zo efficiënt, effectief en excellent mogelijk te laten verlopen kan de verpleegkundige bijdrage leveren aan kwaliteitszorg. Hiervoor signaleert zij vanuit haar dagelijkse klinische ervaring aandachtspunten die zij doorgeeft aan het afdelingshoofd. Daarnaast wordt zij geconfronteerd met instrumenten voor kwaliteitsbewaking en -borging vanuit de instelling. Vanuit haar klinische deskundigheid en praktijkervaring kan zij de afwezigheid van kwaliteitsinstrumenten signaleren en de beschikbare instrumenten toetsen aan de praktijk. Tevens kan zij een bijdrage leveren aan de ontwikkeling ven het kwaliteitsbeleid van de instelling door deelname aan kwaliteitsgroepen en werkgroepen en door initiatieven te ontwikkelen op de afdeling. Haar Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
32
bijdrage zal veelal bestaan uit het formuleren van eisen voor een professionele en wetenschappelijke onderbouwde zorgverlening en interventies, en het daarvan afleiden van gedragsvoorschriften voor de dagelijkse praktijk. Deze competentie wordt concreet door de volgende elementen in het gedrag tot uitdrukking te brengen: Element 8.1 Neemt initiatieven voor kwaliteitsverbetering op afdelingsniveau. houdt vakliteratuur bij; volgt bijscholingen; volgt themabijeenkomsten; reflecteert op het eigen beroepsmatig handelen; inventariseert gewenste veranderingen in de zorg op microniveau; werkt mee aan verbetering van zorg op microniveau door toepassing standaardprocedures; levert een bijdrage aan veranderingsprocessen; consulteert deskundigen; werkt mee aan de toepassing van kwaliteitsinstrumenten; benut klachten op micro- en mesoniveau; organiseert themabijeenkomsten en klinische lessen; geeft werkbegeleiding; beoordeelt de relevantie van vakliteratuur voor de praktijk beoordelen
van nieuwe werkwijze en
Element 8.2 Levert een bijdrage aan de ontwikkeling en vaststelling van kwaliteitscriteria. neemt deel aan werkgroepen; werkt protocollen en richtlijnen uit; evalueert protocollen en richtlijnen; past protocollen en richtlijnen zonodig aan;
Element 8.3 Levert een bijdrage aan de ontwikkeling en vaststelling van meetinstrumenten. Neemt deel aan werkgroepen Maakt een voorstel om meetinstrumenten te ontwikkelen Houdt rekening met de toepasbaarheid methodiek of methode Heeft oog voor de behoefte van de doelgroep Houdt rekening met gebruiksvriendelijkheid van meetinstrumenten Element 8.4 Initieert en werkt mee aan vraaggestuurde zorgverlening. Werkt mee aan de invoering van patiëntgerichte organisatievormen; stelt een individueel verpleegplan op; monitort een zorgvrager en rapporteert daarover; stemt de activiteiten rondom een individuele zorgvrager op elkaar af; verleent consult in alle fasen van het primaire zorgverleningproces; consulteert andere disciplines; draagt zorg voor opname en ontslag; Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
33
regelt de overdracht van een zorgvrager; vervult een zorginhoudelijke regiefunctie;
Element 8.5 Werkt samen met kwaliteitsfunctionarissen participeert in bijeenkomsten voor intercollegiale ondersteuning; consulteert of schakelt deskundigen in; Element 8.6 Neemt deel aan kwaliteitsgroepen met cliënten-, patiënten- en consumentenorganisaties. neemt deel aan werkgroepen; neemt deel aan overlegsituaties; levert een bijdrage aan bijscholingsactiviteiten en themabijeenkomsten; heeft oog voor de behoefte van de doelgroep; Element 8.7 Doet voorstellen voor kwaliteitsverbetering door verbetering van rapportage- en registratiesystemen. evalueert bestaande rapportage- en registratiesystemen; inventariseert wat er verbeterd kan/moet worden; doet voorstellen ter verbetering; houdt rekening met de toepasbaarheid methodiek of methode; houdt rekening met gebruiksvriendelijkheid van meetinstrumenten; Element 8.8 Doet voorstellen voor overleg gericht op verbetering van communicatie. evalueert de communicatie; inventariseert de knelpunten m.b.t communicatie; gaat na op welke manier de communicatie verbeterd kan worden; maakt een voorstel ter verbetering van de communicatie. Element 8.9 Doet voorstellen voor en participeert in de ontwikkeling en vaststelling van meetinstrumenten. Neemt deel aan werkgroepen; evalueert bestaande instrumenten; inventariseert de knelpunten m.b.t bestaande instrumenten; gaat na of de bestaande instrumenten verbeterd kunnen worden en op welke manier dat zou kunnen; maakt een voorstel ter verbetering van bestaande instrumenten; houdt rekening met de toepasbaarheid methodiek of methode; heeft oog voor de behoefte van de doelgroep; houdt rekening met gebruiksvriendelijkheid van meetinstrumenten; Element 8.10 Werkt mee aan de invoering van uitgewerkte modellen voor kwaliteitsverbetering. organiseert klinische lessen en informatiebijeenkomsten; geeft klinische lessen; informeert collega’s; doet mee aan intercollegiale toetsing
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
34
Element 8.11 Participeert in de ontwikkeling en vaststelling van protocollen en richtlijnen. Neemt deel aan kwaliteitscommissies; neemt deel aan werkgroepen; evalueert bestaande kwaliteitscriteria; doet voorstellen tot aanpassing van bestaande kwaliteitscriteria;
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
35
Rol 4: Coach
Domein: Domeinspecificatie: Organisatie van zorg zorgprogrammering en verpleegbeleid
Kerncompetentie 9 Om de doelen van het verpleegbeleid en de zorgprogramma’s te realiseren kan de hbo- verpleegkundige andere verpleegkundigen en verzorgenden helpen en steunen bij het uitvoeren van de vastgestelde taken en functies.
niveau
3 3 3 2 3
2 3
Competentie Het geven van begeleiding bij de uitvoering van zorgprogramma’s en verpleegbeleid Hierbij gaat het erom dat de verpleegkundige 9.1 het inzicht vergroot over de doelgroep van zorgprogramma 9.2 het inzicht en de acceptatie vergroot van verpleegbeleid 9.3 consult geeft over nieuwe werkwijzen en methoden 9.4 een voorbeeldfunctie geeft 9.5 de problemen die worden ondervonden bij de uitvoering van de taken en functies en mogelijk oorzaken daarvan beter omschrijft 9.6 het inzicht in eigen gevoelens en gedrag vergroot 9.7 instructie geeft over de methoden en technieken zodat verpleegkundigen en verzorgenden met plezier en efficiënt hun taken en functies kunnen uitvoeren, die leiden tot het realiseren van de doelstelling van het verpleegbeleid en het zorgprogramma.
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
36
Rol 4 Domein Domeinspecificatie
: Coach : Organisatie van zorg : Zorgprogrammering en verpleegbeleid
Competentiebeschrijving Om de doelen van het verpleegbeleid en de zorgprogramma’s te realiseren kan de hbo- verpleegkundige andere verpleegkundigen en verzorgenden helpen en ondersteunen bij het uitvoeren van de vastgestelde taken en functies. Toelichting Gezien het grote domein van de verpleegkundige en verzorgende beroepsgroepen, is op basis van verpleegbeleid en zorgprogramma’s een scala aan taken en functies beschreven. Deze taken worden gekenmerkt dooreen groot verschil in moeilijkheidsgraad. De uitvoering vindt plats in teamverband, waarbij tussen teamledenonderling verschil in opleiding, kennis en ervaring bestaat. Dit heeft consequenties voor alle teamleden, omdat taken en rollen niet los gezien kunnen worden van de arbeidsbevrediging en de stress die ze kunnen opleveren. Vaak zal het uitvoeren van verpleegbeleid en van zorgprogramma’s vernieuwing van werkwijzen inhouden, waarop de afdelingsverpleegkundigen en –verzorgenden verschillend reageren. Sommige mensen houden van vernieuwen anderen daarentegen willen liever de zaken zo houden zoals ze zijn. Van hbo- verpleegkundigen mag worden verwacht dat zij hun collega’s emotioneel en technisch kunnen steunen bij de uitvoering van het verpleegbeleid en de zorgprogramma’s. Deze competentie wordt concreet door de volgende elementen in het gedrag tot uitdrukking te brengen: Element 9.1 Het inzicht vergroot over de doelgroep van zorgprogramma gebruikt kennis van eigen vakgebied en van andere disciplines gebruikt vakliteratuur gebruikt bestaande theorieën over zorgprogramma´s Element 9.2 Het inzicht en de acceptatie vergroot van verpleegbeleid stelt verpleegbeleid op betrekt collegae bij het opstellen van verpleegbeleid houdt rekening met de toepasbaarheid van het verpleegbeleid Element 9.3 Consult geeft over nieuwe werkwijzen en methoden houdt werkbesprekingen over nieuwe werkwijzen en methoden communiceert open over nieuwe werkwijzen en methoden maakt evt. problemen bij de invoering bespreekbaar staat open voor alternatieven Element 9.4 Een voorbeeldfunctie geeft staat in voor eigen deskundigheid stelt zich flexibel op geeft en ontvangt feedback maakt eigen functioneren bespreekbaar toont inspirerend/ motiverend gedrag Element 9.5 Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
37
De problemen die worden ondervonden bij de uitvoering van de taken en functies en mogelijke oorzaken daarvan beter omschrijft toont interesse in de ander en diens functioneren stelt zich op de hoogte van het functioneren van de ander neemt initiatief tot een gesprek signaleert problemen maakt de gesignaleerde problemen bespreekbaar stelt in overleg met de functionaris een begeleidingsplan op geeft blijk van kennis over stage- en/ of leerdoelen staat open voor diverse leermogelijkheden maakt gebruik van inwerkprogramma´s maakt gebruik van werkplannen Element 9.6 Het inzicht in eigen gevoelens en gedrag vergroot maakt eigen gevoelens en gedrag bespreekbaar heeft hierbij een open en eerlijke houding is zich bewust welke reactie haar gedrag bij de ander kan oproepen Element 9.7 Instructie geeft over de methoden en technieken adviseert bij de uitvoering van medisch- verpleegtechnische vaardigheden instrueert bij de uitvoering van medisch- verpleegtechnische vaardigheden organiseert en verzorgt een klinische les over nieuwe methoden en technieken
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
38
Rol 4: Coach
Domein: Organisatie van zorg
Kerncompetentie 10 Om stagiaires en collegaverpleegkundigen en – verzorgenden te steunen in hun professionele identiteit, staat de hbo-verpleegkundige de collega met raad en daad ter zijde.
niveau
3 3 3 2 3 3 3 2
Domeinspecificatie: werkbegeleiding
Competentie het geven van werkbegeleiding in de rol van coach door de hboverpleegkundige hierbij gaat het erom dat de verpleegkundige 10.1 nieuwe collega’s inwerkt 10.2 de ander stimuleert en motiveert om zich te uiten over haar waarnemingen en gevoelens 10.3 feedback ontvangt en geeft op gedrag en gevoelens 10.4 een voorbeeldrol vervult 10.5 reflecteert op eigen individueel en groepsgedrag 10.6 consult verleent 10.7 inzicht geeft en beargumenteren van de afdelingsgewoontes 10.8 ingaat op signalen van onzekerheid zodat de collega of toekomstige collega kan groeien in haar beroep, en als teamlid kan functioneren en leren op de werkplek.
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
39
Rol 4 Domein Domeinspecificatie
: Coach : Organisatie van zorg : Werkbegeleiding
Competentiebeschrijving Om stagiaires en collega- verpleegkundigen en –ziekenverzorgenden te steunen in hun professionele identiteit, staat de hbo- verpleegkundige de collega met raad en daad ter zijde. Toelichting Verpleegkundigen werken meestal in een team en worden geconfronteerd met tijdelijke medewerkers, uitzendkrachten, stagiaires van opleidingen van verschillende niveaus, zoals co-assistenten, artsen in opleiding, onderzoekers en nieuwe collega-verpleegkundigen. Van de hbo- verpleegkundige mag verwacht worden dat zij in staat is de nieuwe en toekomstige collega’s in te werken en te steunen daar waar nodig is. Ook kan zij een nieuwe collega instructie geven over de werkmethoden of technieken die voor haar onbekend zijn. Daarnaast kan zij de nieuweling helpen bij het verwerven van inzicht in de cultuur, normen en waarden (“zo zijn onze manieren”) van de afdeling die van belang zijn, verwachtingen van haar rol als collega en haar rol als verpleegkundige. Dit kan zij doen vanuit haar rol van coach. Een coach is iemand die kan stimuleren en motiveren en die feedback kan geven en ontvangen op gevoelens en gedrag. Zij vervangt hiermee geenszins de teamleider of personeelsfunctionaris. Het stimuleren, motiveren, feedback ontvangen en geven doet zij vanuit haar deskundigheid als verpleegkundige en niet vanuit een personeels- of managementfunctie. Voorbeeldgedrag vertonen maakt een belangrijk onderdeel uit van haar rol als coach. De hbo-verpleegkundige kan door alle medewerkers – in – opleiding, door beginnende beroepsbeoefenaren en door alle collega’s worden geconsulteerd. Deze competentie wordt concreet door de volgende elementen in het gedrag tot uitdrukking te brengen: Element 10.1 Nieuwe collega’s inwerken gebruikt inwerkprogramma’s; stemt het inwerkprogramma af op de wensen van de nieuwe collega en de andere zorgverleners; instrueert en begeleidt bij het uitvoeren van leeractiviteiten en werkzaamheden; begeleidt bij het ontwikkelen van een beroepshouding; bespreekt en volgt de leervorderingen; toont interesse in de ander en diens functioneren; geeft blijk van inzicht van wat van de ander verwacht mag worden; sluit aan bij de leerstijl van de ander; geeft blijk van belangstelling voor de mogelijkheden van de ander; geeft blijk van kennis van de leerdoelen; instrueert; begeleidt; stimuleert het leren. Element 10.2 Stimuleert en motiveert de ander om zich te uiten over waarnemingen en gevoelens heeft een eerlijke en open houding; neemt gericht problemen of leerpunten waar en maakt deze bespreekbaar; stelt zich empathisch op; maakt de ander duidelijk dat de gevoelens begrepen worden; neemt initiatief tot een gesprek; toont interesse in de ander en diens functioneren; Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
40
inspireert, motiveert en geeft waardering; geeft feedback op inhoud;
Element 10.3 Ontvangt en geeft feedback op gedrag en gevoelens luistert en reageert open, actief en reflectief; gebruikt geaccepteerde werkopdrachten als uitgangspunt voor feedback; geeft kritiek; maakt eigen werkwijze en beroepshouding bespreekbaar; hanteert feedback, waardering en kritiek maakt gesignaleerde problemen of leerpunten bespreekbaar; stimuleert de ander zich te uiten over waarnemingen en gevoelens; Element 10.4 Vervult een voorbeeldrol werkt binnen de formele interne afspraken; werkt binnen de formele externe afspraken; geeft blijk van kennis; wekt probleemoplossend; werkt probleemverkennend; geeft feedback op de kennis van ontwikkelingsfases van een beroepsbeoefenaar; levert een positieve bijdrage aan de sfeer in het team; handelt zorgvuldig in conflictsituaties; werkt samen met collega’s; toont respect voor de levensbeschouwelijke en culturele achtergronden van collega’s; brengt eigen mening en wensen naar voren; houdt werk en privé gescheiden; hanteert het beroepsgeheim; voorkomt machtsmisbruik; handelt zorgvuldig inzake ethische vragen en dilemma’s ; draagt verantwoordelijkheid voor eigen taken; bewaakt eigen grenzen; respecteert eigen emoties en gevoelens; Element 10.5 Reflecteert op eigen individueel en groepsgedrag organiseert en leidt intervisie- of reflectiebijeenkomsten; reflecteert met anderen op eigen en professionele normen; reflecteert op eigen individueel gedrag in groepen; staat open voor feedback; gaat uit van eigen kernkwaliteiten; Element 10.6 Geeft advies verleent consult bij het stellen van diagnoses, bij de resultaatbepaling en bij de keuze van interventies; verleent consult bij het uitvoeren van complexe interventies, met name in situaties waarin geen standaarden of handelingsvoorschriften zijn; Element 10.7 Geeft inzicht in en beargumenteert de afdelingsgewoontes geeft informatie over de afdeling; Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
41
geeft uitleg over protocollen, richtlijnen en standaardprocedures geeft uitleg kwaliteitsbeleid geeft grenzen aan tussen de verschillende taken en functies binnen de unit
Element 10.8 Gaat in op signalen van onzekerheid gaat effectief om met een defensieve, niet open houding van de ander; luistert en reageert open, actief en reflectief op de ander;
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
42
Rol 5: Beroepsbeoefenaar Kerncompetentie 11 Om het beroep van verpleegkundige te ontwikkelen tot een professie die aansluit bij maatschappelijke ontwikkelingen van de eenentwintigste eeuw vervult de hbo-verpleegkundige een actieve rol in de vernieuwning van het beroep en het bevorderen van het beroepsbewustzijn
Domein: Beroep niveau
2 2 3 2 2 3 3
3 3
Domeinspecificatie: Beroepsinnovatie Competentie Beroepsinnovatie door de hbo-verpleegkundige Hierbij gaat het erom dat de verpleegkundige 11.1 zich identificeert met de waarden van het beroep 11.2 de beroepswaarden in de dagelijkse praktijk uitdraagt 11.3 de situatie begrijpt waarin de verpleegkunde verkeert als zich professionaliserend beroep 11.4 concreet maakt van wet- en regelgeving in de beroepspraktijk en beroepsontwikkeling 11.5 deelneemt aan professionele verenigingen en hiervan afgeleide werkgroepen en vakgroepen 11.6 verpleegkundige adviesraden opzet en deelneemt 11.7 participeert in de ontwikkeling van nieuwe classificatiesystemen, standaarden en modellen en deze toepast in de praktijk 11.8 participeert in verplegingswetenschappelijk onderzoek 11.9 participeert in ethische commissies zodat de verpleegkundige beroepsgroep zich kan ontwikkelen tot een professioneel niveau dat past bij de maatschappelijke waarden en normen van de eenentwintigste eeuw.
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
43
Rol 5 Domein Domeinspecificatie
: Beroepsbeoefenaar : Beroep : Beroepsinnovatie
Competentiebeschrijving Om het beroep van verpleegkundige te ontwikkelen tot een professie die aansluit bij maatschappelijke ontwikkelingen van de eenentwintigste eeuw, vervult de hbo- verpleegkundige een actieve rol in de vernieuwing van het beroep en het bevorderen van het beroepsbewustzijn. Toelichting De verpleegkundige oefent haar beroep meestal uit binnen de context van een organisatie. Zij doet dit steeds vanuit haar professionele referentiekader, dat wordt gevormd door opleiding, deelname aan beroepsorganisaties en inschrijving in het register. Dit geeft haar speciale verplichtingen. Het vraagt van haar dat zij haar capaciteiten aanwendt en naar mogelijkheden zoekt om mee te werken aan een professionalisering van het beroep die past bij de eenentwintigste eeuw. Zij identificeert zich met de waarden van het beroep, en incorporeert haar professionaliteit in de dagelijkse zorgverlening. Dat houdt in dat zij vanuit haar beroepsperspectief standpunten kan innemen rond ethische economische en maatschappelijke vraagstukken. Gezien de combinatie van de kwaliteiten die zijn verbonden aan een hogere beroepsopleiding en aan het beroep, mag van de hbo- verpleegkundige worden verwacht dat zij een actieve rol vervult bij de beroepsontwikkeling van het beroepsbewustzijn bij vakgenoten Het is juist in het domein van de beroepsinnovatie dat de hbo- verpleegkundige haar bijdrage kan leveren. De activiteiten die voortkomen uit de rol van beroepsbeoefenaar liggen enerzijds in verenigingsverband, bijvoorbeeld bij de AVVV, of bij een fractie daarvan. Anderzijds liggen activiteiten op het snijvlak van het beroep en de arbeidsorganisatie. Een belangrijke activiteit is deelnemen aan of opzetten van een verpleegkundige adviesraad binnen de eigen organisatie, waardoor het mogelijk wordt professionele waarden en standaarden op organisatieniveau te implementeren en te verankeren. UMC’s vervullen op veel gebieden een voortrekkersrol. Voor de hbo-verpleegkundigen zijn twee van deze gebieden met name van belang: de zorginhoudelijke ontwikkelingen en de beroepsinhoudelijke ontwikkelingen. De hbo-verpleegkundige speelt een actieve rol wanneer het nodig is de verpleegkundige zorg aan te passen aan medische ontwikkelingen en handelt daarbij vanuit professionele normen en waarden. De hbo-vepleegkundige is op de hoogte van de mogelijkheden die ICT biedt binnen de professionalisering van de zorg.
Deze competentie wordt concreet door de volgende elementen in het gedrag tot uitdrukking te brengen: Element 11.1 Zich identificeert met de waarden van het beroep maakt zich de waarden van het beroep eigen maakt de beroepswaarden in de organisatie bespreekbaar communiceert open over de beroepswaarden en onderbouwt dit met argumenten Element 11.2 De beroepswaarden in de dagelijkse praktijk uitdraagt maakt zich de beroepswaarden in de dagelijkse praktijk eigen draagt de beroepswaarden tijdens het functioneren in de organisatie uit toont zorgzaamheid in contact met de patiënt respecteert privacy en autonomie Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
44
handelt onbaatzuchtig in de patiëntenzorg treedt anderen tegemoet zoals zij zelf tegemoet getreden wil worden
Element 11.3 De situatie begrijpt waarin de verpleegkunde verkeert als zich professionaliserend beroep stelt zich open voor nieuwe ontwikkelingen werkt mee aan standaard- en protocolontwikkeling participeert in de ontwikkelingen van nieuwe classificatiesystemen, standaarden en modellen voor de beroepspraktijk communiceert open over de ontwikkeling van het beroep en onderbouwt dit met argumenten ontwikkelt en verwezenlijkt nieuwe taken voor de verpleging (innovatie) Element 11.4 Concreet maakt van wet- en regelgeving in de beroepspraktijk en beroepsontwikkeling gebruikt kennis van wet- en regelgeving in de praktijk houdt eigen bekwaamheid met betrekking tot wet- en regelgeving op peil handelt volgens de wettelijke eisen en regelingen stemt huidige wet- en regelgeving af op de beroepspraktijk en beroepsontwikkeling vertaalt problemen op het gebied van zorgparticipatie en ethiek bij de zorgvrager in beleid Element 11.5 Deelneemt aan professionele verenigingen en hiervan afgeleide werkgroepen en vakgroepen staat open voor deelname aan vakverenigingen, werkgroepen en/ of vakgroepen participeert in een beroepsvereniging participeert in werk- of vakgroepen vervult een actieve rol hierin Element 11.6 Verpleegkundige adviesraden opzet en deelneemt staat open voor deelname aan de verpleegkundige adviesraad participeert in de verpleegkundige adviesraad vervult een actieve rol in de verpleegkundige adviesraad steunt het functioneren van een verpleegkundige adviesraad neemt initiatief tot het instellen van een verpleegkundige adviesraad Element 11.7 Participeert in de ontwikkeling van nieuwe classificatiesystemen, standaarden en modellen en deze toepast in de praktijk neemt deel aan werk- of vakgroepen stelt zich beschikbaar voor deelname aan vervult een actieve rol hierin neemt initiatief tot het instellen van werk- of vakgroepen implementeert nieuwe ontwikkelingen in de praktijk maakt hierbij waar nodig en mogelijk gebruik van ICT-oplossingen Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
45
Element 11.8 Participeert in verplegingswetenschappelijk onderzoek staat open voor deelname aan verplegingswetenschappelijk onderzoek werkt actief mee aan verplegingswetenschappelijk onderzoek werkt hierbij samen met eigen beroepsgroep werkt samen met andere disciplines selecteert en maakt onderzoeksresultaten geschikt voor gebruik in de praktijk maakt onderzoeksvragen vanuit de praktijk zichtbaar Element 11.9 Participeert in ethische commissies neemt deel aan ethische commissies neemt initiatieven houdt collegae op de hoogte discussieert met de beroepsgroep
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
46
Rol 5: Beroepsbeoefenaar
Kerncompetentie 12 Om de kwaliteit van het verpleegkundig beroep op het vereiste peil te houden zodat het kan voldoen aan de maatschappelijke criteria, werkt de hbo-verpleegkundige actief mee aan de bevordering van de deskundigheid van de beroepsgroep.
Domein: Beroep
Domeinspecificatie: Deskundigheidsbevordering
niveau
Competentie Deskundigheidsbevordering door hbo-verpleegkundigen Hierbij gaat het erom dat de verpleegkundige
1 1 3
12.1 een levenslange leerhouding ontwikkelt en uitdraagt 12.2 zelf leermogelijkheden ziet en gebruikt 12.3 instrueert, adviseert en voorlicht over methoden, technieken, classificatiesystemen, modellen en verpleegkundige theorieën 12.4 klinische lessen bijwoont en verzorgt 12.5 het bijwonen van en een bijdrage leveren aan symposia en congressen 12.6 vakliteratuur bijhoudt en deze bespreekt in de praktijk 12.7 bijscholingen volgt en geeft 12.8 ontwikkelt beleidsvoorstellen met betrekking tot problemen en knelpunten van morele aard zodat de samenleving kan blijven vertrouwen op vakkundige verpleegkundigen, en de verpleegkundige een gerespecteerd lid van de beroepsgroep is.
2 3 2 3
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
47
Rol 5 Domein Domeinspecificatie
: Beroepsbeoefenaar : Beroep : Deskundigheidsbevordering
Competentiebeschrijving Om de kwaliteit van het verpleegkundig beroep op het vereiste peil te houden zodat het kan voldoen aan de maatschappelijke criteria, werkt de hbo- verpleegkundige actief mee aan de bevordering van de deskundigheid van de beroepsgroep. Toelichting Professionaliteit veronderstelt een grote mate van deskundigheid en actuele vakkennis. De snelle ontwikkelingen in de gezondheidszorg, de medische mogelijkheden en de medische techniek, het toenemen van ethische vraagstukken en de emancipatie van de bevolking vragen om permanente scholing van verpleegkundigen. De maatschappelijke ontwikkelingen vragen om zaken als “evidence-based” handelen, vraaggestuurde verpleging en transparantie in de beroepsontwikkelingen. De verpleegkundige die als “advanced beginner” afstudeert zal zich via praktijkervaring, reflectie op de praktijk, cursussen, symposia en vakliteratuur blijvend bekwamen en zo kunnen uitgroeien tot verpleegkundig expert. Van de hbo- verpleegkundige mag worden verwacht dat zij een houding heeft ontwikkeld die gericht is op levenslang leren (éducation permanente). Dit betekent dat de hbo-verpleegkundige in eerste instantie zelf verantwoordelijk en aansprakelijk is voor zijn of haar competenties en het aanscherpen daarvan. Daarbij is het nodig dat zij vaardigheden heeft om zelf snel te leren en leermogelijkheden te zien en te gebruiken. Zij zal ook in staat moeten zijn anderen te instrueren, adviseren en voor te lichten. Individueel en groepsgewijs reflecteren op de praktijk is een van de vele mogelijkheden om te leren, evenals het geven en bijwonen van klinische lessen en deelname aan discussies in vakgroepen. Deze competentie wordt concreet door de volgende elementen in het gedrag tot uitdrukking te brengen Element 12. 1 een levenslange leerhouding ontwikkelt en uitdraagt is leergierig neemt initiatief om nieuwe handelingen te leren stimuleert leren luistert open, actief en reflectief en reageert op de ander staat open voor leermogelijkheden Element 12.2 zelf leermogelijkheden ziet en gebruikt houdt vakliteratuur bij bespreekt vakliteratuur met collegae neemt deel aan werkgroepen of projectgroepen neemt deel aan intervisie- of reflectiebijeenkomsten voldoet aan de wettelijke eisen en regelingen Element 12.3 instrueert, adviseert en geeft voorlichting over methoden, technieken, classificatiesystemen, modellen en verpleegkundige theorieën instrueert collegae omtrent de verpleegkundige zorgverlening uitgaande van bestaande richtlijnen of protocollen adviseert bij het uitvoeren van medisch- technische handelingen instrueert bij het uitvoeren van medisch- technische handelingen Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
48
organiseert en verzorgt voorlichtings- of themabijeenkomsten over bestaande theorieën, verpleegmodellen en classificatiesystemen
Element 12.4 klinische lessen bijwoont en verzorgt organiseert en verzorgt klinische lessen stimuleert collegae tot deelname neemt deel aan klinische lessen Element 12.5 het bijwonen van en een bijdrage leveren aan symposia en congressen organiseert en verzorgt symposia en congressen neemt deel aan symposia en congressen stimuleert collegae tot deelname Element 12.6 vakliteratuur bijhoudt en deze bespreekt in de praktijk houdt vakliteratuur bij bespreekt vakliteratuur op afdelingsniveau Element 12.7 bijscholingen volgt en geeft maakt een beginanalyse van de deelnemers gebruikt didactische principes gebruikt onderwijsleermateriaal hanteert leerpsychologische aspecten gebruikt principes van ervaringsleren gebruikt audiovisueel materiaal past principes van evaluatie toe houdt medisch-technische vaardigheden op het vereiste niveau bezoekt instructiebijeenkomsten en bijscholingen Element 12.8 Ontwikkelt beleidsvoorstellen met betrekking tot problemen en knelpunten van morele aard signaleert en rapporteert problemen en knelpunten van morele aard doet voorstellen over nieuw beleid m.b.t.: - therapeutisch of palliatief behandelen - levensverlenging met buitengewone middelen voert het nieuwe beleid uit m.b.t.: - therapeutisch of palliatief behandelen - levensverlenging met buitengewone middelen - nieuwe behandelmethoden
Competentieprofiel HBO Verpleegkunde, juni 2012
49