pagina
inhoud
INHOUD
Inleiding 3
deel 1
Scholingsaftrek: Vo o r w i e ? 4
deel 2
Vo o r m e e r i n f o r m a t i e 13
deel 3
Bijlage 14
˜
1
2
inleiding
Inleiding Geachte ondernemer, Jaarlijks heeft de Nederlandse overheid faciliteiten beschikbaar voor werkgevers die investeren in de scholing van hun medewerkers. In de winstsfeer is sprake van een extra belastingaftrek op bedrijfsinvesteringen in scholing (‘scholingsaftrek’). Voor werkgevers die niet aan de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting zijn onderworpen, bestaat een overeenkomstige mogelijkheid in de vorm van een afdrachtvermindering in de loonheffing. Als werkgever weet u goed hoe belangrijk het voortdurend investeren in scholing van uw medewerkers en uzelf is. De kenniscomponent van de producten (goederen en diensten) die u levert, wordt per slot van rekening steeds groter. Door geld, tijd en energie in scholing te steken, werpt u niet alleen een dam op tegen de concurrentie, maar blijft u ook een aantrekkelijke werkgever. Dat laatste wordt steeds belangrijker, gezien de krapte op de arbeidsmarkt. Investeren in de inzetbaarheid van uw mensen en uzelf door middel van scholing is daarom beslist de moeite waard. De scholingsaftrek kan er niet voor zorgen dat u meer tijd en energie heeft voor scholing binnen uw bedrijf. Wel biedt de faciliteit een belangrijke extra belastingaftrek voor de inkomsten- of vennootschapsbelasting of een afdrachtvermindering van de scholingskosten voor de loonheffing, waardoor voor u de drempel om in opleidingen, cursussen of studies te investeren wordt verlaagd. In deze brochure wordt de scholingsaftrek in de winstsfeer uiteengezet. Achtereenvolgens wordt uiteengezet voor wie de faciliteit is bestemd, welke kosten in aanmerking komen, hoe hoog de extra aftrek is en de wijze van uitvoering. Rekenvoorbeelden en antwoorden op veel voorkomende vragen kunnen uw inzicht in de faciliteit vergroten. De voorbeelden gaan uit van de wettekst zoals deze op 1 januari 2001 van toepassing is. In de bijlage wordt aangegeven wat u moet doen als u als werkgever in de non-profitsector van de scholingsaftrekregeling gebruik wilt maken.
Ministerie van Economische Zaken
Belastingdienst
˜
3
scholingsaftrek
deel 1
S c h o l i n g s a f t r e k : Vo o r w i e ? Een van de eerste vragen die u zich als werkgever waarschijnlijk stelt als u van scholingsaftrek heeft gehoord of gelezen, is of de faciliteit ook voor u geldt. ●
Als u een bedrijf heeft en belastingplichtig bent voor de inkomsten- of vennootschapsbelasting en u investeert in scholing van mensen binnen uw onderneming (dat kunnen uw medewerkers, uzelf, maar ook uw meewerkende partner
4
zijn) kunt u van de scholingsaftrek gebruikmaken. ●
Als u als werkgever gedeeltelijk aan de inkomsten- of vennootschapsbelasting bent onderworpen, kunt u in principe zowel in aanmerking komen voor de scholingsaftrek in de winstsfeer als voor de afdrachtvermindering scholing non-profit in de loonheffing, zie daarvoor de bijlage.
Zijn er naast de scholingsaftrek nog andere, vergelijkbare regelingen? Voor een non-profitorganisatie geldt een vergelijkbare faciliteit in de vorm van een afdrachtvermindering scholing non-profit in de loonheffing, zie daarvoor de bijlage. Naast de afdrachtvermindering scholing non-profit bestaat ook nog de afdrachtvermindering onderwijs. Die afdrachtvermindering wordt verleend voor werknemers die de beroepspraktijkvorming (leerlingwezen) volgen en voor werknemers die de duale leerweg in het hoger beroepsonderwijs volgen. Over deze regeling vindt u meer in de brochure “afdrachtverminderingen loonheffing” (bestelnummer ON 995) verkrijgbaar bij de Belastingdienst of in de brochure “Belastingvoordeel in 2001” verkrijgbaar bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (bestelnummer B 029).
Vraag: Ik ben ondernemer. Mijn bedrijf maakt (nog) geen winst. Kan ik dan toch gebruikmaken van de faciliteit?
Antwoord: Als u geen winst maakt, zal de scholingsaftrek tot een groter verlies leiden. U mag dit verliesbedrag volgens de normale regels voor verliescompensatie verrekenen. In de meeste gevallen mag u het verlies geheel in mindering brengen op de toekomstige winst. Voor alle duidelijkheid: Het is niet zo dat u de scholingskosten die u in een bepaald kalenderjaar maakt, daadwerkelijk terugkrijgt. De gehele scholingskosten plus een extra belastingaftrek mogen ten laste van uw bedrijfsresultaat worden gebracht. Dit resulteert uiteindelijk - als u weer winst maakt - in een lager bedrag te betalen inkomsten- of vennootschapsbelasting.
Vraag: Stel dat het door de overheid ter beschikking gestelde bedrag voor scholingsaftrek op een gegeven moment op is. Kom ik dan nog in aanmerking? En gaan bepaalde bedrijven voor?
Antwoord: Voor deze faciliteit geldt (momenteel) geen maximaal budget. U kunt rekenen met de nu geldende percentages voor extra aftrek. Deze percentages kunnen worden gewijzigd, maar niet met terugwerkende kracht. Als u zekerheid wilt hebben, kunt u contact opnemen met de BelastingTelefoon voor ondernemers.
deel 1
De overheid stelt geen prioriteiten ten aanzien van het soort bedrijven. Als u voldoet aan de
scholingsaftrek
voorwaarden voor scholingsaftrek bent u ervan verzekerd dat u een extra bedrag voor scholing in mindering op uw winst mag brengen.
Vraag: Ik heb gelezen dat er naast de afdrachtvermindering voor scholingskosten, ook nog de afdrachtvermindering onderwijs bestaat. Kan ik deze regelingen beide toepassen?
Antwoord: Nee. De afdrachtvermindering onderwijs beoogt in bepaalde situaties een verlaging van de arbeidskosten. Deze afdrachtvermindering onderwijs is dus een subsidie op de loonkosten. Loonkosten kwalificeren niet voor de scholingsaftrek. Een subsidie voor loonkosten komt daarom ook niet in mindering op de uitgaven die kwalificeren voor de scholingsaftrek.
Vraag: Voor hoeveel jaar geldt de scholingsfaciliteit?
Antwoord: Aan de geldigheidsduur van de faciliteit is geen termijn gesteld.
˜
5
scholingsaftrek
deel 1
6
Wa t i s s c h o l i n g e n w e l ke s c h o l i n g s ko s te n ko m e n i n a a n m e rk i n g ? Meestal kunt u zelf vaststellen of de door u gemaakte scholingskosten in aanmerking komen voor extra aftrek. Het is dan uiteraard van belang te weten wat nu precies ‘scholing’ is. Onder scholing wordt in de scholingsfaciliteit verstaan: Cursussen, opleidingen en studies voor een beroep. De kosten moeten betrekking hebben op scholing van werkzame personen binnen uw bedrijf. Dat kunnen uw medewerkers, uzelf of uw meewerkende partner zijn. Met de term ‘cursussen’ wordt gedoeld op vakcursussen en bedrijfsopleidingen. Werkinstructies of inwerkperioden komen niet voor de scholingsfaciliteit in aanmerking. Voorbeelden van cursussen die onder het begrip scholing vallen zijn: een cursus vergadertechniek voor een beleidsmedewerker, een cursus sociale vaardigheden die wordt gevolgd in het kader van een behoorlijke functievervulling, een managementcursus voor een werknemer met (potentiële) managementcapaciteiten. De scholingsfaciliteit is niet bedoeld voor cursussen die gericht zijn op verbetering of vergroting van de persoonlijke uitrusting van personen. Aan de duur van de cursus, opleiding of studie en aan de tijd dat iemand in dienst moet zijn (geweest), zijn geen voorwaarden gesteld. Voor investeringen in scholingskosten die werknemers op startkwalificatieniveau brengen (kwalificatieniveau 1 en 2 uit het Centraal Register Beroepsopleidingen, Crebo) geldt een verruimde scholingsaftrek. Hieronder vallen ook functiegerichte cursussen Nederlands voor allochtonen, mits deze dienen als voorbereiding van deelname aan vakgerichte opleidingen, gericht op het behalen van een startkwalificatie. Daarnaast komt de verplichte, op grond van de collectieve arbeidsovereenkomst te betalen bijdrage aan een scholingsfonds voor deze verhoging in aanmerking. Het kan zijn dat u zelf een cursus of opleiding voor uw medewerkers ontwikkelt. Als de cursus uitsluitend wordt ontwikkeld voor de eigen medewerkers komen de kosten voor extra aftrek in aanmerking. De arbeidskosten die samenhangen met de ontwikkeling van de cursus of opleiding vallen echter niet onder de faciliteit. Ook voor het bedrijfsmatig ontwikkelen van cursussen of opleidingen (voor anderen) geldt geen extra aftrekmogelijkheid. U kunt gebruikmaken van de diensten van een extern opleidingsinstituut, dat de scholing voor u ‘buiten de deur’ verzorgt of de scholing geeft binnen uw bedrijf. De kosten die dit met zich meebrengt, vallen onder de scholingsfaciliteit. Het is denkbaar dat een werknemer van uw bedrijf of u als ondernemer zelf de scholing verzorgt. Voor de kosten die voor interne scholing kunnen worden afgetrokken, gelden aparte regels. Deze vindt u in de Uitvoeringsregeling Inkomstenbelasting 2001. Hierin is vastgelegd welke interne scholingskosten in aanmerking komen voor scholingsaftrek. Het gaat om de volgende kosten: ●
De arbeidskosten van personen die zich bezighouden met het geven van scholing (dat wil zeggen de lesuren en niet het voorbereiden van de lessen). Het gaat hierbij niet uitsluitend om de loonkosten van personen die bij het bedrijf werken, maar ook om de kosten van mensen die worden ingehuurd om de scholing te verzorgen. De loonkosten van personen die slechts zijdelings bemoeienis hebben met de scholing, zoals bijvoorbeeld het management of een secretaresse die de scholing regelt, vallen niet onder de faciliteit.
●
deel 1
De kosten en lasten van gebouwen of ruimten in gebouwen die hoofdzakelijk (dat wil
scholingsaftrek
zeggen voor tenminste 70%) worden gebruikt voor de scholing. Het gaat om ruimten die als ‘schoollokaal’ zijn ingericht. ●
De kosten en lasten van studiemateriaal en apparatuur die hoofdzakelijk worden gebruikt voor de scholing.
Op basis van de scholingsfaciliteit geldt dus een extra aftrekmogelijkheid voor de kosten van scholing die zowel door derden wordt gegeven (al dan niet binnen uw bedrijf), als door uzelf. De volgende kosten komen nooit voor extra aftrek in aanmerking: ●
kosten van deelname aan congressen, seminars, excursies en studiereizen;
●
reis- en verblijfkosten;
●
gederfde loonkosten van de deelnemers.
Vraag: Kan ik ervan uitgaan dat de kosten die ik voor scholing maak ook daadwerkelijk aftrekbaar zijn?
Antwoord: Als u twijfelt of bepaalde scholingskosten voor de scholingsaftrek in aanmerking komen, is het verstandig eerst contact op te nemen met de BelastingTelefoon voor ondernemers. De medewerkers kunnen u zeggen wat wel en niet (extra) aftrekbaar is.
Vraag: Stel ik breng mijzelf een bepaalde vaardigheid bij door een boek aan te schaffen en dat te bestuderen. Mag ik hiervoor een bedrag aftrekken?
Antwoord: Als er sprake is van ‘zakelijke kosten’ mag u, zoals gebruikelijk, de kosten van dit boek aftrekken van de winst. De scholingsfaciliteit brengt daarin geen verandering aan. In dit geval geldt echter geen extra aftrek op basis van de scholingsfaciliteit, omdat geen sprake is van scholing.
Vraag: Binnen mijn bedrijf heb ik een leslokaal met apparatuur en naslagwerken laten inrichten. Vallen de kosten hiervan ook binnen de scholingsfaciliteit?
Antwoord: In dit geval wordt het zogenoemde ‘hoofdzakelijkheidscriterium’ gehanteerd. Als het leslokaal en de apparatuur en naslagwerken voor minimaal 70% voor scholing worden gebruikt, vallen de kosten inderdaad binnen de faciliteit.
Vraag: Wij zijn wat scholing betreft niet over een nacht ijs gegaan en hebben ons eerst laten adviseren over een goed scholingsbeleid. Komen de kosten van dit advies in aanmerking voor extra aftrek?
Antwoord: Nee. De kosten van dit advies komen niet in aanmerking voor extra aftrek.
˜
7
scholingsaftrek
deel 1
Vraag: Bij ons bedrijf zijn mensen werkzaam die gedetacheerd zijn. Wij willen hen naar een cursus sturen. Komen de kosten van deze cursus in aanmerking voor extra aftrek?
Antwoord: Deze scholingskosten vallen onder de scholingsfaciliteit. Maar ze kunnen niet zowel door uw bedrijf als door de organisatie die de detachering verzorgt worden afgetrokken. Het is dus van belang dat u hier goede afspraken over maakt.
8
Vraag: Voor de scholing van mijn medewerkers ontvang ik een subsidie. Beïnvloedt dit de scholingsaftrek?
Antwoord: Ja. De subsidie moet in mindering worden gebracht op de scholingskosten. Over het resterende bedrag kan de extra aftrek worden toegepast.
Vraag: Als ik op grond van de CAO heb bijgedragen aan een scholingsfonds1, welk bedrag komt dan voor de scholingsfaciliteit in aanmerking?
Antwoord: Alleen het deel van de bijdrage dat door het scholingsfonds wordt benut voor scholing kan tot een fiscaal voordeel leiden. Het scholingsfonds kan aangeven welk deel van de bijdrage als kosten voor scholing worden aangemerkt.
1
Omtrent de hoogte van de bijdrage aan een scholingsfonds op grond van de CAO: Zie het Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 18 mei 2001, nr. CPP 2001/1283M (Staatscourant 2001, nr. 99), te raadplegen op www.overheid.nl/op. Dit besluit wordt regelmatig aangevuld.
Hoe hoog is de scholingsaftrek?
scholingsaftrek
deel 1
De kosten van scholing konden altijd al volledig als bedrijfskosten op de winst in mindering worden gebracht. Dit is niet veranderd. Om scholing van in de onderneming werkzame personen te stimuleren, kunnen bedrijven een deel van de scholingskosten extra aftrekken van de fiscale winst. 1. De scholingsaftrek bedraagt 20% van de scholingskosten. Daardoor kunt u in totaal de scholingskosten die uw bedrijf maakt voor 120% aftrekken van de winst. 2. Voor bedrijven die in het kalenderjaar 2001 niet meer dan f 264.445 (of E 120.000) uitgeven aan scholing is een extra aftrek van 20% (bovenop de 20% bij 1) over de eerste f 63.908 (of E 29.000) van toepassing. 3. Als uw onderneming kosten voor scholing maakt voor werknemers die 40 jaar en ouder zijn, geldt een additionele aftrekmogelijkheid van de scholingskosten van 40%. 4. De scholingsaftrek wordt verder verhoogd met 20% van de scholingskosten die betrekking hebben op het op startkwalificatieniveau brengen van in de onderneming werkzame personen. De scholing die hiervoor in aanmerking komt, zijn de opleidingen van niveau 1 en 2 uit het Centraal Register Beroepsopleidingen (Crebo). Dit is de lijst van het landelijk aanbod beroepsonderwijs zoals die door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is vastgesteld. U kunt bij de onderwijsinstelling navragen of de opleiding die uw werknemer volgt of wil gaan volgen, voorkomt in het Crebo-register en wat het niveau is van de opleiding. Als met betrekking tot de kosten en lasten van scholing van een persoon de verhogingen onder 2, 3 en 4 van toepassing zijn, wordt de verhoging onder 4 zodanig verlaagd dat de totale verhoging 70% bedraagt. De hoogte van de totale extra aftrek op basis van scholingsaftrek is aan een maximum gebonden. Een bedrijf mag per kalenderjaar maximaal f 5.090.570 (of E 2.310.000) extra aftrekken van de winst. In vier rekenvoorbeelden is aangegeven hoe de scholingsaftrek wordt berekend. Mocht achteraf blijken dat in enig jaar te veel is afgetrokken, bijvoorbeeld doordat in een later jaar een teruggaaf of een vergoeding wordt genoten, dan wordt een percentage dat overeenkomt met het gebruikte percentage, toegepast op het verschil en ten bate gebracht van de winst over dat latere jaar.
Vraag: De extra aftrek is aan een maximum van f 5.090.570 (of E 2.310.000) per bedrijf per kalenderjaar gebonden. Geldt er ook een minimumgrens?
Antwoord: Voor de scholingsaftrek geldt geen ondergrens. Met de regeling wordt onder meer beoogd dat ook de kleinere bedrijven investeren in scholing. Als u een paar duizend gulden per jaar investeert in scholing van uw medewerkers, uzelf of uw meewerkende partner geldt zelfs een extra aftrek van de gemaakte kosten van 40% in plaats van 20%. Zie het hiervoor genoemde onder punt 2.
˜
9
Voorbeeld 1
scholingsaftrek
deel 1
Stel bedrijf A heeft in een bepaald kalenderjaar ƒ 30.000 (of E 13.613) uitgegeven aan scholing. Van dit bedrag is ƒ 2.000 (of E 908) besteed aan het scholen van personen ouder dan 40 jaar. Hoeveel mag dit bedrijf totaal ten laste van de winst brengen? In de eerste plaats mag een bedrag van ƒ 30.000 (of E 13.613) in mindering worden gebracht op de winst. Dit geschiedt op grond van de reeds lang geldende regels voor het aftrekken van de kosten van scholing.
10
Op basis van de faciliteit voor scholingsaftrek mogen ook nog de volgende bedragen in mindering op de winst worden gebracht: 40% van ƒ 30.000 (of E 13.613)
= ƒ 12.000 (of E 5.445)
40% van ƒ 2.000 (of E 908) (additionele aftrek 800 (of E
vanwege scholing oudere werknemers)
=ƒ
Totale extra aftrek
= ƒ 12.800 (of E 5.808)
363)
In totaal mag dit bedrijf over het betreffende kalenderjaar een bedrag van ƒ 30.000 (of E 13.613) + ƒ 12.800 (of E 5.808) extra (op basis van faciliteit voor scholingsaftrek) = ƒ 42.800 (of E 19.422) aftrekken van de winst.
Voorbeeld 2 Bedrijf B heeft in een kalenderjaar in totaal ƒ 230.000 (of E 104.369) besteed aan scholing en opleiding. Van dit bedrag had ƒ 30.000 (of E 13.613) betrekking op het bijscholen van enkele medewerkers die ouder dan 40 jaar zijn. De directie van het bedrijf wil graag weten welke kosten zij in totaal mag aftrekken van de winst. Om te beginnen mag het gehele bedrag van ƒ 230.000 (of E 104.369) in mindering op de winst worden gebracht. Dit geschiedt op grond van de reeds lang geldende regels voor het aftrekken van de kosten van scholing. Op basis van de faciliteit voor scholingsaftrek mogen ook de volgende bedragen ten laste van de winst worden gebracht: 40% over de eerste ƒ 63.908 (of E 29.000)
= ƒ 25.563 (of E 11.600)
20% van ƒ 166.092 (of E 76.000) (ƒ 230.000 - ƒ 63.908) (E 104.369 - E 29.000)
= ƒ 33.218 (of E 15.074)
40% van ƒ 30.000 (of E 13.613)
= ƒ 12.000 (of E 5.445)
(additionele aftrek vanwege scholing oudere werknemers) Totale extra aftrek
= ƒ 70.781 (of E 32.119)
In totaal mag dit bedrijf een bedrag van ƒ 230.000 (of E 104.369) + ƒ 70.781 (of E 32.119) extra (op basis van de faciliteit voor scholingsaftrek) = ƒ 300.781 (of E 136.488) aftrekken van de winst.
Voorbeeld 3
scholingsaftrek
deel 1 In een bepaald kalenderjaar heeft bedrijf C in totaal ƒ 400.000 (of E 181.512) besteed aan scholing en opleiding van een flink aantal medewerkers. Van dit bedrag had ƒ 50.000 (of E 22.689) betrekking op het scholen van een groep medewerkers die ouder zijn dan 40 jaar en was ƒ 40.000 (of E 18.151) bedoeld om een groep medewerkers te scholen op het startkwalificatieniveau volgens niveau 1 en niveau 2 uit het Centraal Register Beroepsopleidingen. Welk bedrag mag in totaal van de winst worden afgetrokken? In de eerste plaats mag ƒ 400.000 (of E 181.512) op de winst in mindering worden gebracht. Dit gebeurt op grond van de reeds lang geldende regels voor het aftrekken van de kosten van scholing. Daarnaast mogen nog de volgende bedragen extra worden afgetrokken: 20% van ƒ 400.000 (of E 181.512)
= ƒ 80.000 (of E 36.302)
40% van ƒ 50.000 (of E 22.689)
= ƒ 20.000 (of E 9.076)
(additionele aftrek vanwege scholing oudere werknemers) 20% van ƒ 40.000 (of E 18.151)
= ƒ 8.000 (of E 3.630)
(additionele aftrek vanwege scholing startkwalificatieniveau werknemers) Totale extra aftrek
= ƒ 108.000 (of E 49.008)
In totaal mag dit bedrijf een bedrag van ƒ 400.000 (of E 181.152) + ƒ 108.000 extra (of E 49.008) extra (op basis van de faciliteit voor scholingsaftrek) = ƒ 508.000 (of E 230.160) ten laste van de winst brengen.
Voorbeeld 4 Stel Bedrijf D draagt op grond van haar CAO ƒ 200.000 (of E 90.756) bij aan een stichting die zich bezighoudt met voorlichtings-, scholings- en kinderopvangactiviteiten. In bedrijf D is 40% van de werknemers ouder dan 40 jaar. Van de totale betaling heeft daarom ƒ 80.000 (of E 36.302) betrekking op deze werknemers. Het fonds geeft aan 35% van de door haar ontvangen bijdragen te gebruiken voor scholingsactiviteiten. De betaling van ƒ 200.000 (of E 90.756) mag in mindering worden gebracht op de winst. Op basis van de faciliteit voor scholingsaftrek kan met deze betaling rekening worden gehouden. Van dit bedrag wordt (35% van ƒ 200.000 (of E 90.756) =) ƒ 70.000 (of E 31.765) in aanmerking genomen als grondslag voor de faciliteit. Van dit bedrag is (40% van ƒ 70.000 (of E 31.765) =) ƒ 28.000 (of E 12.706) een extra aftrek voor werknemers van 40 jaar en ouder. 40% van ƒ 63.908 (of E 29.000)
= ƒ 25.563 (of E 11.600)
(aangezien de scholingskosten niet meer bedragen dan ƒ 264.445 (of E 120.000), bedraagt de aftrek 40% over de eerste ƒ 63.908 (of E 29.000) 20% van ƒ 6.092 (of E 2.764)
= ƒ 1.218 (of E
553)
40% van ƒ 28.000 (of E 12.706)
= ƒ 11.200 (of E
5.082)
Totale extra aftrek
= ƒ 37.981 (of E 17.235).
In totaal mag dit bedrijf een bedrag van ƒ 200.000 (of E 90.756) + ƒ 37.981 (of E 17.235) extra (op basis van de faciliteit voor scholingsaftrek) + ƒ 237.981 (of E 108.991) ten laste van de winst brengen.
˜
11
scholingsaftrek
deel 1
U i t vo e ri n g va n d e s ch o l i n g s fa c i l i te i t Om gebruik te kunnen maken van de scholingsfaciliteit hoeft u als ondernemer van te voren geen ingewikkelde formulieren in te vullen. Ook hoeft u de uitgaven aan scholing niet vooraf aan te melden of van te voren een verzoek in te dienen om gebruik te kunnen maken van de faciliteit. Het enige dat u moet doen, is bijhouden welke kosten u voor scholing maakt in een bepaald
12
kalenderjaar en ervoor zorgen dat u over de bewijsstukken beschikt die uw uitgaven in dit verband staven. Vervolgens geeft u bij uw jaarlijkse belastingaangifte op welke totale kosten u voor scholing heeft gemaakt. Alle scholingskosten blijven om te beginnen 100% aftrekbaar. Op grond van de scholingsfaciliteit kunt u daarboven een extra bedrag op de winst in mindering brengen. In principe gelden daarvoor de percentages die in deze brochure zijn genoemd. De Belastingdienst stelt bij de periodieke boekenonderzoeken vast of de bedragen die u extra aftrekt juist zijn. Voor de scholingskosten die werknemers op startkwalificatieniveau brengen komen de kosten in aanmerking voor de opleidingen van niveau 1 en 2 uit het Centraal Register Beroepsopleidingen (Crebo). U kunt bij de onderwijsinstellingen navragen of de opleiding die uw werknemer volgt of wil gaan volgen, voorkomt in het zogenoemde Crebo-register en wat het niveau is van de opleiding. Leg deze gegevens vast in uw administratie.
Vo o r m e e r i n f o r m a t i e Mogelijk heeft u nog vragen over de scholingsuitgaven, het startkwalificatieniveau of de onderwijsuitgaven. In dat geval kunt u een van de onderstaande telefoonnummers bellen of Internet raadplegen. ●
Voor fiscale en algemene vragen: BelastingTelefoon voor ondernemers Telefoon 0800-0443
deel 2
www.belastingdienst.nl (voor veel voorkomende vragen over scholingsaftrek,
meer informatie
Internet
afdrachtvermindering scholing non-profit en afdrachtvermindering onderwijs) ●
Voor algemene vragen: Ministerie van Economische Zaken e-mail
[email protected]
Telefoon (070) 379 88 20 Internet
www.ez.nl
˜ ●
Voor vragen over scholing, het startkwalificatieniveau en de Crebo-lijst: Informatie-centrum Onderwijs (ICO) Postbus 606 2700 ML Zoetermeer e-mail
[email protected]
Telefoon (079) 32 32 666 Fax ●
(079) 32 33 220 (o.v.v. ICO)
Voor vragen over de beroepspraktijkvorming (leerlingwezen) en duale leerweg in het onderwijs: Contactpunt OC&W Informatie-centrum Onderwijs (ICO) Postbus 606 2700 ML Zoetermeer e-mail
[email protected]
Telefoon (079) 32 34 684 of (079) 32 32 666 Fax ●
(079) 32 33 220 (o.v.v. ICO)
Voor extra exemplaren van deze brochure: BelastingTelefoon voor ondernemers Telefoon 0800-0443 Internet
www.belastingdienst.nl
De scholingsfaciliteit voor ondernemers staat beschreven in de artikelen 3.48, 3.49 en 3.50 van de Wet inkomstenbelasting 2001. Met betrekking tot de door ondernemers zelf verzorgde scholing is de regeling nader uitgewerkt in artikel 13 van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001. De afdrachtvermindering scholingskosten voor de non-profitsector staat in artikel 15a, eerste lid van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen en artikel 12b van de Uitvoeringsregeling afdrachtvermindering. De volledige tekst van deze artikelen vindt u op www.overheid.nl/op.
13
Bijlage Scholingsaftrek voor organisaties en instellingen in de non-profitsector Voor werkgevers die niet zijn onderworpen aan de inkomsten- of vennootschapsbelasting en die scholingskosten hebben gemaakt voor personen die bij hen werkzaam zijn, mag in principe 7% van de scholingskosten in mindering worden gebracht op de af te dragen loonheffing. Als de totale scholingskosten lager zijn dan ƒ 264.445 (of E 120.000) geldt voor de eerste ƒ 63.908 (of E 29.000) een percentage van 14% in plaats van 7%. De afdrachtvermindering wordt verhoogd met 14% van de scholingskosten die betrekking hebben op personen van 40 jaar en ouder. Ook wordt de afdrachtvermindering verhoogd met 14% van de scholingskosten die betrekking hebben op scholingskosten om werknemers op startkwalificatieniveau te brengen (kwalificatieniveau 1 en 2 uit het Centraal Register Beroepsopleidingen, Crebo). Hieronder vallen ook functiegerichte cursussen Nederlands voor allochtonen, mits deze dienen ter voorbereiding op deelname aan vakgerichte opleidingen, gericht op het behalen van een startkwalificatie. Daarnaast komt de verplichte, op grond van collectieve arbeidsovereenkomst te betalen bijdrage aan een scholingsfonds voor deze verhoging in aanmerking.
bijlage
deel 3 De afdrachtvermindering scholing non-profit kan per werkgever nooit meer bedragen dan ƒ 1.750.000 (of E 794.115) per kalenderjaar. Het begrip kosten van scholing voor de afdrachtvermindering scholing non-profit moet op dezelfde manier worden geïnterpreteerd als het begrip kosten van scholing voor de scholingsaftrek in de winstsfeer. Onder scholing wordt verstaan: cursussen, opleidingen en studies voor een beroep. Reisen verblijfkosten, congressen, seminars, excursies, studiereizen en dergelijke behoren niet tot de scholingskosten.
14 Voorbeelden van cursussen die onder het begrip scholing vallen zijn: een cursus vergadertechniek voor een beleidsmedewerker, een cursus sociale vaardigheden die wordt gevolgd in het kader van een behoorlijke functievervulling, een managementcursus voor een werknemer met (potentiële) managementcapaciteiten. De scholingsfaciliteit is niet bedoeld voor cursussen die gericht zijn op verbetering of vergroting van de persoonlijke uitrusting van personen. De werkgever die de scholing zelf verzorgt, kan de volgende kosten van scholing in aanmerking nemen: ●
De arbeidskosten van personenen voor zover deze zich bezighouden met het geven van scholing.
●
De kosten en lasten van gebouwen of ruimten in gebouwen die hoofdzakelijk worden gebruikt voor scholing.
●
De kosten en lasten van studiemateriaal en apparatuur die hoofdzakelijk worden gebruikt bij scholing.
Niet onder de kosten van scholing vallen de arbeidskosten die samenhangen met de ontwikkeling van een cursus, opleiding of studie, zoals de kosten van het voorbereiden en het samenstellen van het lesmateriaal.
De afdrachtvermindering scholing non-profit kan gecombineerd worden met de afdrachtvermindering onderwijs, de afdrachtvermindering en doorstroomafdrachtvermindering lage lonen, de afdrachtvermindering langdurig werklozen en de afdrachtvermindering kinderopvang. Wilt u meer weten over de scholingsaftrek voor de non-profitsector? Vraag dan naar de brochure “afdrachtverminderingen loonheffing” (bestelnummer ON 995) verkrijgbaar bij de Belastingdienst of de brochure “Belastingvoordeel 2001” verkrijgbaar bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (bestelnummer B 029). Naast de afdrachtvermindering voor scholingskosten vindt u in die brochure nadere informatie over de afdrachtvermindering onderwijs. De afdrachtvermindering onderwijs wordt verleend voor werknemers die de beroepspraktijkvorming (leerlingwezen) volgen en voor werknemers die de duale leerweg in het hoger beroepsonderwijs volgen.
bijlage
deel 3
˜
15