INHOUDSOPGAVE PROJECTWEEK “ RESPECT”
I.
Inleiding.............................................................
1
II.
Projectweek programmaoverzicht...........
2
III. Uitgebreid programma.................................
3
IV. Regels..................................................................
6
V.
Verslag................................................................
7
VI. Beoordeling verslag.......................................
8
VII. De opdrachten.................................................. dinsdag: FreedomWriters................. woensdag: project pesten…………………… donderdag: workshops DMG……………….30 vrijdag : fietspuzzeltocht……………………..
9 10 19
VIII. Tot slot...............................................................
41
39
1
WEEK van RESPECT van 22 t/m 26 april 2013 I. Inleiding: *
Hoezo RESPECT?
*
Hoezo NORMEN en WAARDEN?
*
GENERALISEREN, VOOROORDELEN, PESTEN, DISCRIMINEREN
*
Wat doet je omgeving eraan en wat doe jij?
*
Kun je er zelf ook iets aan doen?
Door middel van de activiteiten van deze week proberen jullie met z’n allen inzicht te krijgen in de manier waarop we met elkaar omgaan en waarom we doen wat we doen. Er wordt in deze week veel gedaan: - Op maandag gaan jullie op excursie naar de dierentuin in Emmen. Jullie observeren de dieren en maken opdrachten voor biologie . - Op dinsdag gaan jullie een film bekijken over kansloze jongeren en wat deze kunnen bereiken met de juiste begeleiding en stimulering. - Op woensdag zijn er projectlessen over pesten, jullie maken een anti-pestkrant en een pestprotocol. - Op donderdag zijn er verschillende workshops van gastdocenten die betrekking hebben op de omgang met elkaar in onze multiculturele samenleving. - Op vrijdag is er een fietspuzzeltocht in de omgeving van Appingedam Zoals je ziet: Van alles wat! Kijk, luister, lees, denk en doe actief mee deze week!
2
II. Projectweek 2013 klas 1: programmaoverzicht RESPECT tijd
dag
Activiteit
08.30 –16.00uur
ma. 22 april Bezoek dierentuin Emmen
09.00 –14.00uur
di. 23 april
Film: FreedomWriters
09.00 –13.00uur
wo. 24 april
Project pesten
09.00 – 12.30uur
do. 25 april
Workshops door gastdocenten van het DMG (=Discriminatie Meldpunt Groningen).
1a,1b,1c 09.00 –12.30uur 1d,1e,1f 9.30 -13.00uur
vr. 26 april
Fietspuzzeltocht
Lokalenindeling deze week woensdag, donderdag en vrijdag: 1a: lokaal F01 1b: lokaal F02 1c: lokaal F03
1d: 1e: 1f:
lokaal F04 lokaal F05 lokaal F06
3
dinsdag 1a: lokaal 1b: lokaal 1c: lokaal
C21 C22 C24
1d: 1e: 1f:
lokaal C25 lokaal C26 lokaal C11
III. Uitgebreid programma Maandag 22 april - dierentuin Emmen Vandaag brengen jullie een bezoek aan de dierentuin in Emmen, jullie observeren de dieren en maken de biologieopdrachten. * 8.30 uur: aanwezig in het lokaal, absentencontrole * 8.45 uur: vertrek bussen naar Emmen *10.00 uur: aankomst dierentuin *14.30 uur: vertrek dierentuin *±16.00 uur: aankomst Appingedam
Dinsdag 23 april - Film: FreedomWriters Vandaag gaan julliekijken naar de film FreedomWriters. Vooraf bespreken we de film en krijgen jullie uitleg over de opdrachten. * 09.00 uur: verzamelen in lokaal voorbespreking film + uitleg opdrachten * 09.30 uur kijken naar de film * 11.30 uur: pauze *12.00 uur: verwerkingsopdrachten maken in de lokalen *14.00 uur: afsluiting
4
Woensdag 24 april Project pesten *9.00 – 10.15 uur: informatie over pesten en verwerkingsles *10.15 – 10.45 uur: pauze *10.45 - 12.30 uur: maken van een ani-pest krant en een pestprotocol
Donderdag 25 april – DMG Discriminatie Meldpunt Groningen Vandaag doen jullie mee aan verschillende workshops die te maken hebben met respect voor elkaar. Medewerkers van het DMG geven deze workshops. Niet elke klas krijgt dezelfde workshop. *09.00 – 10.00 uur:
uur: workshop 1e ronde
*10.05 – 11.05 uur:
uur: workshops 2e ronde
*11.05 – 11.30 uur:
uur: pauze
*11.30 – 12.30 uur:
workshops 3e ronde
Workshops: 1. Spel: 1e indrukken / Tolerantietest 2. Persoonlijk verhaal van ver 3. Vandalisme 4. Een grap gaat op reis
5. Interculturele feestdagen
lokaal - DMG (6x) - St. sterke verhalen(3x) - Jeugdagent(3 keer) - mevr. Crajé (1 x), - mevr. Tattje (1x), -mevr. Moes(1x) - DMG (3x)
Schema van de te volgen workshops: 5
1a
1b
1c
1d
1e
1f
09.00 – 10.00
2
3
4
1
5
1
10.05 – 11.05
1
2
3
4
1
5
11.05-11.30
pauze
pauze
pauze
pauze
pauze
pauze
1
1
2
3
4
11.30- 12.30 5
Vrijdag 26 april Vandaag gaan jullie een fietspuzzeltocht maken van 25 km. in en rondom de omgeving van Appingedam en Delfzijl.Per klas worden er 5 groepen gemaakt van ieder 6 leerlingen. Het doel is om allerlei opdrachten uit te voeren, waarin samenwerking heel belangrijk is. Jullie gaan fietsend te werk, de route mag je zelf bepalen. In je groepje moet je dus goede afspraken maken. Onderweg hebben jullie te maken met een aantal handicaps: a Je moet een aantal opdrachten doen b. Er zijn jagers in het spel (auto’s met docenten ) c. De groep moet 1x de jagers bellen (mobiel) in de aangegeven tijdzone d. Je krijgt een startkapitaal (400 punten) goeduitgevoerde opdrachten leveren pluspunten op, niet of onjuist uitgevoerde opdrachten (zoals: gezien door de jagers, de 25 km niet halen, de jagers niet bellen, leveren strafpunten op. Zie opdrachtformulier. HET BELANGRIJKSTE IS DE VEILIGHEID IN HET VERKEER!!!
6
Iedere groep is zelfstandig bezig, er mag dus niet “samengeklonterd” worden met een andere groep. Dit levert strafpunten op. Er zijn ook jagers (docenten in een auto) onderweg, die een groep proberen te pakken (zien=pakken) Meenemen:
fiets (+reparatiesetje) pen en papier mobiele telefoon (voor bellen en foto’s maken) afstandsmeter op de fiets of GPS mobiele telefoon brood , drinken voor onderweg
9.00 uur: 1a, 1b, 1c verzamelen in je eigen lokaal, uitleg, uitdelen opdrachten, groepsindeling 9.30 uur: vertrek 12.30 uur: terug in lokaal 9.30 uur: 1d,1e,1f verzamelen in je eigen lokaal, uitleg, uitdelen opdrachten, groepsindeling 10.00 uur: vertrek 13.00 uur: terug in lokaal Per klas worden 5 groepen geformeerd van ieder 6 leerlingen
IV. Algemeen geldende regels in deze week - Je doet deze week actief mee. - Je gedraagt je tijdens de vakexcursies netjes. - Als je eet/drinkt in de bus; het afval in de daarvoor bestemde zakjes deponeren. - Je maakt een verslag van deze week; van elke dag houd je een kort dagboek bij.
V. Het verslag: 7
Hoe ziet het verslag eruit? Je mag het schrijven, maar ook typen (lettergrootte 12). -
Maak een leuke/toepasselijke voorkant, zet je naam erbij Schrijf een korte inleiding Maak een inhoudsopgave Geef van elke dag kort aan wat je gedaan hebt Maak de opdrachten uit het boekje Geef tot slot je mening over deze week Lever het verslag in Het verslag wordt individueel gemaakt. Je levert het verslag in bij je mentor uiterlijk op maandag 13 mei 2013. Je krijgt er een cijfer voor dat meetelt op je rapport voor het vak levensbeschouwing. Zorg ervoor dat je iedere dag pen, potlood en papier bij je hebt om aantekeningen te maken.
Denk aan je Nederlands, dus goed lopende zinnen, hoofdletters, komma’s en punten.
8
VI. Beoordeling verslag Beoordelingsformulier: VERSLAG Projectweek RESPECT ONDERDELEN VERSLAG
JA
NEE
BEOORDELING O
V
G
ALGEMEEN: 1. 2. 3. 4. 5.
voorpagina inhoudsopgave duidelijke indeling per dag inleiding of voorwoord eindconclusie, evaluatie
VERSLAG PER DAG: 1. maandag: dierentuin Emmen 2. dinsdag: Freedomwriters Verwerkingsopdrachten 3. woensdag : project over pesten 4. donderdag: workshops DMG verwerkingsopdrachten 5. vrijdag fietspuzzeltocht EXTRA
Tekeningen/plaatjes/foto’s
Algehele verzorging
Beoordeling en Cijfers O = Onvoldoende: 4 of 5 V = Voldoende: 6 of 7 G = Goed: 8, 9 of 10
CIJFER:______
9
OPDRACHTEN BIJ DE WORKSHOPS
Dinsdag 23 april FreedomWriters:Film + verwerkingsopdrachten FreedomWriters Vandaag gaan jullie kijken naar de film FreedomWriters. Het hoofdthema van deze film is RESPECT, wat ook het onderwerp van de projectweek is. Na afloop van de film gaan jullie in groepjes van ca. vier de film te bespreken. Let dus goed op! Iets over de aanleiding van deze film De film is gemaakt naar aanleiding van het boek: “The FreedomWriters, the Diary”. De titel betekent: “Het dagboek van de FreedomWriters”. (het boek is gepubliceerd in 1999, de film is in 2007 gemaakt). Het boek is door de leerlingen van de Wilson Highschool in Los Angelos, Long Beach (California, VS) gemaakt. Waarom is dit boek geschreven en door wie? 1991: Een taxichauffeur, de Afro-Amerikaan Rodney King ligt op de grond. Vier blanke agenten slaan met wapenstokken op hem in, ze weten niet dat ze worden gefilmd. De film begint ook met deze beelden. 1992: De agenten worden uiteindelijk vervolgd, en vrijgesproken. 1992: Er ontstaan in Los Angelos rassenrellen. De regering besluit om leerlingen uit verschillende etnische milieus, (mensen van verschillende rassen) te verspreiden over scholen buiten hun wijk, op die manier hopen ze dat de leerlingen beter integreren en ook om het geweld beter onder controle te krijgen.
10
Het boek Op de Woodrow Wilson Classical High School in Los Angelos gaat Erin Gruwell lesgeven aan een groep leerlingen van verschillende etnische afkomst: De Latino’s (uit welk deel van de wereld komen deze leerlingen?) De Aziaten (waar komen zij vandaan?) De Afro-Amerikanen. De Zwarten (waar komen zij oorspronkelijk vandaan?) De Blanken (In de klas zit 1 blanke jongen) De lerares weet uiteindelijk de leerlingen zover te krijgen, dat ze allemaal een dagboek gaan bijhouden; het resultaat wordt samengevoegd en als boek uitgegeven in 1999. Van dit boek is later weer een film gemaakt. Bij de bespreking van de film krijg je verschillende soorten vragen: 1. De WIE, WAT, WAAR, WELKE, WANNEER EN WAAROM vragen. (Op deze vragen geef je een duidelijk en meestal kort antwoord) 2. DISCUSSIE en BESPREKING van een aantal onderwerpen. Het antwoord op deze vragen is vaak langer, je moet goed luisteren naar elkaar en er kunnen soms ook meer antwoorden mogelijk zijn. Ook kun je hier soms je mening geven. Zelfs het gebruik van Internet is mogelijk. Deze opdracht doe je in een groepje, 1 leerling van de groep is notulist, schrijver. Hij of zij schrijft zo goed mogelijk op wat het antwoord is en wat er besproken is. Als er nog tijd is dan kunnen deze antwoorden aan het eind van de bespreking voorgelezen worden aan de hele klas. (de voorlezer hoeft niet de schrijver te zijn!) Om de vragen goed te kunnen beantwoorden volgt hier een lijstje met namen. Acteur Personage HilarySwank Erin Gruwell Patrick Dempsey Scott Casey
Opmerkingen Beginnend lerares Engels Echtgenoot van Erin Gruwell
11
Scott Glenn
Steve Gruwell Vader van Erin Gruwell Margaret ImeldaStaunton Schoolhoofd Campbell April Lee Leerling van Latijns-Amerikaanse Eva Benitez Hernández afkomst. Bendelid Mario Andre Bryant KristinHerrera Gloria Leerling van Aziatische afkomst, heeft in een Cambodjaans JaclynNgan Sindy vluchtelingenkamp gezeten. Bendelid Sergio Montalvo Alejandro Zwarte leerling met een crimineel verleden als gevolg van een Jason Finn Marcus onterechte veroordeling op jonge leeftijd. DeanceWyatt Jamal Vanetta Smith Brandy Gabriel Tito Chavarria Hunter Parrish Ben Enige blanke jongen in de klas. Antonio García Miguel Giovonnie Victoria Samuels John Benjamin Brian Gelford Hickey Robert Wisdom Dr. Carl Cohn Vriendin van Anne Frank, zij wordt uitgenodigd om voor de klas te Pat Carroll Miep Gies vertellen over Tweede Wereldoorlog. Will Morales Paco Het genre: Feelgood Movie, valt ook onder Drama. Wordt ook wel: ‘goede-boodschap-film’genoemd.
12
De Film
vragen
I. De WIE, WAT, WAAR, WELKE, WANNEE R EN WAAROM
1. Wie zijn de belangrijkste hoofdrolspelers, noem er drie?
2. Welke etnische groepen spelen een rol in deze film?
3. Waar komen deze groepen oorspronkelijk vandaan?
4. Waar is dit gebeurd? (Plaats en Land) 5. Wanneer is dit gebeurd? 6. Wat is de aanleiding geweest voor het boek en dus ook voor de film?
7. Wat kun je van de kleding zeggen van de verschillende groepen? En van de lerares?
13
8. Welke muziek hoor je vaak in deze film? Vind je de muziek bij de film passen?
9. Op welke manier zie je dat de regisseur en de cameraman de spanning weergeven als de lerares voor het eerst voor de klas staat?
10.Wat betekent het begrip RESPECT voor iedere groep?
11.Wat doen ze als groep om dat respect te laten zien?
12.Waarom kan Eva, die de moord op de winkelier heeft gezien, niet getuigen tegen de schutter?
13.Op welke manier laat de camera zien dat het briefje met de tekening een belangrijk onderdeel van de film is?
14.Waarom is deze tekening zo belangrijk in dit verhaal?
15.Welke ‘bende’ probeerde voor WOII de baas te worden in de hele wereld? 14
16.Wat deed die ‘bende’om dat te bereiken?
17.Wat doet de ‘bende’ (the gang) waar de leerlingen bij horen om hun doel te bereiken?
18.Wat bedoelt Erin, de lerares, met haar uitspraak: “ om gerespecteerd te worden, moet je respect tonen”
19.Welke boeken wil Erin de leerlingen laten lezen?
20.Waarom wil de schoolleiding dat niet?
21.Wat is het “lijnspel”?, noem drie vragen en/of opdrachten die Erin hierbij stelt.
22.Waarom laat Erin de leerlingen allemaal een dagboek bijhouden? 23. 23.Waar gaat de klas naar toe, als ze over Anne Frank hebben 15
gehoord en gesproken?
24.Wat gebeurt er tijdens het diner in een duur restaurant?
25.Welke mensen ontmoeten ze daar?
26.Waarom is Eva zo boos als ze het “Dagboek van Anne Frank” heeft gelezen?
27.Aan wie moeten ze een brief schrijven als ze het boek hebben gelezen?
28.Wat betekent de volgende uitspraak van Miep Gies: “You are the heroes. You are heroes every day.” En wat bedoelt zij hiermee?
29. Wat is de laatste opdracht die de leerlingen moeten uitvoeren? Deze opdracht is eigenlijk de aanleiding voor deze film.
30. Wat is er gebeurd vóór deze scène, zie afbeelding? Wat heeft dit plaatje te maken met het thema RESPECT? (Zie ook vraag 12)
16
TOT SLOT: Probeer alle vragen zo goed mogelijk te beantwoorden.
2. Inhoud: bespreken, discussie en je eigen mening geven Lees de vragen eerst goed door, internetopdrachten maak je tegelijkertijd, groepje voor groepje, dus misschien moet je soms even wachten, ga dan eerst de volgende vraag beantwoorden. 1. Noem de namen van de hoofdpersonen van de film en geef aan bij welke subcultuur ze behoren.
2. Wat betekent de titel van de film en waarom zou de film zo heten?
3. Computeropdracht: De lerares, Erin Gruwell, geef aan dat zij het onderwijs in wilde omdat ze tegen onrecht was zoals n.a.v. de rellen na de arrestatie en mishandeling van Rodney King. Wie was deze Rodney King (gebruik Internet en er zijn ook filmpjes van de arrestatie) en waarom ontstonden er rellen?
Rodney King rellen (1992)
17
4. In het begin van de film is te zien dat de lerares de klas nauwelijks aankan, later is de klas helemaal gek op haar. Wanneer verandert dit? Wat is het keerpunt in de film en waar bereikt de lerares haar klas mee?
5. Op een gegeven moment wordt er een tekening door de klas verspreid van een klasgenoot. Hij wordt hier neergezet als een ‘neger met dikke lippen’. Dit noemen we een karikatuur. Deze karikatuur is kwetsend bedoeld, evenals karikaturen gemaakt van joden in de Tweede Wereldoorlog (zie plaatje). Maak een karikatuur van een groepsgenoot die NIET kwetsend, maar grappig is. (max. 10 minuten).
Karikatuur van een jood.
6. In de karikatuur van de zwarte jongen in de klas van Erin
18
Gruwell heeft hij dikke lippen. Dit noemen wij een vooroordeel. Een ander voorbeeld van een vooroordeel is dat alle blondjes dom zijn. Noem nog drie vooroordelen en geef aan waarom het vooroordelen en geen feiten zijn. Geef ook aan wat vooroordelen over joden waren in de Tweede Wereldoorlog. Hierbij mag je Internet gebruiken en gebruik afbeeldingen van joden zoals bovenstaand plaatje.
7. Computeropdracht:Als excursie gaat de klas in de film naar het Simon Wiesenthal centrum in Los Angelos. Wie was Simon Wiesenthal en wat heeft hij gedaan waardoor hij zo bekend is geworden?
8. Computeropdracht: In de film weet alleen Ben (the white boy) wat het begrip ‘Holocaust’ inhoudt. Zoek uit wat dit begrip precies inhoudt.
9.Computeropdracht: Anne Frank, die ook in de film een belangrijke rol speelt als de leerlingen het Dagboek van Anne Frank gaan lezen, is naar dit kamp gebracht nadat ze opgepakt waren in het Achterhuis (Amsterdam). Zoek uit wat er met Anne Frank is gebeurd nadat ze Westerbork heeft verlaten.
Woensdag 24 april
19
Project Pesten Les 1 Deze dag gaan jullie aan de slag met het onderwerp “pesten”. Om daar wat meer zicht op te krijgen, krijgen jullie eerst wat informatie. Als er in een klas wordt gepest, wordt het meestal goed verborgen gehouden voor de docenten en voor de ouders. Veel leerlingen weten wel dat het gebeurt, maar er wordt niet over gepraat. Vaak wordt er gezegd dat het alleen maar plagen is. Er is echter een groot verschil tussen plagen en pesten.
PESTEN Bewust gericht tegen een persoon, Berekenend Herhaaldelijk, langdurig, systematisch Ongelijke machtsverhouding: het slachtoffer voelt zich machteloos, de pester voelt zich heel machtig Pesters en gepesten zijn meestal dezelfde, er is sprake van een vaste structuur Het slachtoffer kan blijvende en/of lichamelijke schade oplopen Het slachtoffer is niet weerbaar, kan zich niet verdedigen, bijt niet van zich af, is verlegen
PLAGEN Onbezonnen, spontaan Incidenteel, van korte duur Speelt zich af tussen gelijken
Wie wie plaagt, ligt niet vast, de partijen wisselen Het slachtoffer loopt geen blijvende schade op Het slachtoffer is voldoende weerbaar, kan zich wel verdedigen, bijt wel van zich af, heeft lef
Hoe leerlingen elkaar pesten: Met woorden; -vernederen -schelden -uitlachen, belachelijk maken -gemene briefjes schrijven -nadoen, imiteren Lichamelijk -trekken, duwen. sjorren
20
-schoppen, slaan -opsluiten -achtervolgen Door uitsluiting -doodzwijgen -niet mee laten doen -niet op feestjes uitnodigen Door afpersing -dwingen om geld of spullen af te geven -dwingen om iets voor de pesters te doen Door stelen of vernielen -afpakken van spullen -beschadigen van spullen
Oorzaken Het is moeilijk te zeggen wat precies de oorzaak van pesten is. Meestal heeft het pesten of treiteren meerdere oorzaken. Zowel pester als gepeste kunnen bepaalde persoonlijke eigenschappen hebben die het pestgedrag in de hand werken. Zo is bijvoorbeeld een pester sociaal assertiever, impulsiever en dominanter. Hij heeft over het algemeen een zwakke controle over zijn agressie en een positieve houding ten opzichte van geweld. De gepeste is zachtaardiger, gevoeliger en terughoudender. Ook is hij vaak fysiek zwakker dan gemiddeld, heeft een negatief zelfbeeld en ziet hij zichzelf als waardeloos en onaantrekkelijk. Dit maakt hem erg kwetsbaar. Daarnaast kunnen opvoedingsprocessen in de jonge kindertijd een rol spelen. Een pester heeft in zijn vroege jeugd vaker een gebrek aan warmte en genegenheid ervaren, de opvoeders hebben vaker agressief gedrag van het kind toegestaan of zelf fysieke straf toegepast. De rollen Bij pesten denk je vaak dat het zich alleen maar afspeelt tussen twee personen. Maar dat is niet waar, bij pesten zijn over het algemeen drie partijen betrokken: de pester, de gepeste, de zwijgende middengroep. De zwijgende middengroep neemt een belangrijke plaats in bij het pesten. Bij het bestrijden van pesten is het van belang om juist deze groep te laten inzien dat pesten niet kan en niet getolereerd mag worden.
21
Om pesterijen te voorkomen of om ze tijdig een halt toe te roepen, is de actieve medewerking van de andere leerlingen onontbeerlijk. Door de middengroep aan te spreken, door alle leerlingen te wijzen op hun verantwoordelijkheid jegens elkaar, door samen regels op te stellen en te doen naleven, komt er begrip voor het slachtoffer en kan er iets tegen pesten gedaan worden. Als de groep reageert tegen pesterijen, zullen ze stoppen. Pesters moeten voelen en zien dat ze zich niet geliefd maken door andere kinderen te sarren. Ze moeten weten dat de groep het niet accepteert als zij een bepaalde leerling gemeen behandelen. OPDRACHT Jullie krijgen een papier met daarop twee situaties.(zie volgende pagina) Jullie moeten zelf bepalen wie daarin welke rol heeft. Ook noteren jullie waarom jullie denken dat de beschreven personen op die manier reageren. De gemaakte opdrachten worden klassikaal besproken.
Situatie A: De bel gaat. Albert pakt snel zijn spullen bij elkaar en rent naar zijn fiets. Als hij ze nu maar voor is. Maar nee, hij is nog maar net op weg naar huis of hij wordt al achterop gereden door Cor, Ben en Lies. Ze gaan vlak voor hem stilstaan zodat hij wel moet stoppen. Dan trekken ze hem van zijn fiets en Cor pakt zijn tas af. Onder luid gelach begint hij de tas leeg te gooien. Ben en Lies kijken elkaar aarzelend aan en beginnen dan mee te lachen. In de verte ziet Albert nog een stel kinderen uit zijn klas aan komen fietsen. Hoopvol ziet hij ze dichterbij komen, maar als de groep ziet dat Cor weer bezig is, fietsen ze snel door. Daar willen ze niets mee te maken hebben. Situatie B: Het is pauze. De leerlingen zitten in de kantine. Als Mariska de kantine binnenkomt, knijpt Hetty demonstratief haar neus dicht. “Bah, wat begint het hier opeens te stinken zeg!” Tineke en Margreet, die bij Hetty aan tafel zitten, beginnen te lachen. Mariska wordt rood en gaat snel aan een ander tafeltje zitten bij Jan en Gert. Ze pakt een boterham en begint te eten. “Hé, jongens, dat jullie het volhouden om naast die stank te zitten, als ik jullie was ging ik snel weg”, roept Hetty naar Jan en Gert. Jan en Gert kijken elkaar aarzelend aan en schuiven dan hun stoelen wat bij Mariska vandaan. Nu knijpen ook Tineke en Margreet hun neus dicht en 22
beginnen onder luid gelach afkeurende geluiden te maken. Mariska doet snel haar broodtrommel weer in haar tas en verlaat de kantine.
Situatie A pester
Naam
Reden voor gedrag
Gepeste
zwijgende middengroep
Situatie B pester
Naam
Reden voor gedrag
gepeste
zwijgende middengroep
Filmpje over het verschil tussen plagen en pesten: http://web.teleblik.kennisnet.nl/tsr/playerlight/vo//fid/4087402?start=986 0&end=448860 In dit fragment geven leerlingen antwoord op de volgende vragen:
Welke kinderen worden gepest? Ben jij wel eens gepest? Waar werd je mee gepest? Wat voel je als je gepest wordt? Heb jij wel eens gepest? Waarom heb je gepest? 23
Is er verschil tussen plagen en pesten? Hoe gaat dit als je op de middelbare school zit?
Les 2 Tijdens deze les bekijken jullie vier filmpjes over pesten. Bij de eerste twee filmpjes kunnen de vraagschema’s die hieronder staan, gebruikt worden. Het derde en vierde filmpje lenen zich erg goed voor discussie over pesten in de klas. Als er tijd over is, kan de les afgesloten worden met een rollenspel, waarin geoefend wordt om te vertellen dat er gepest wordt. Verdeel de klas in groepjes van vijf en laat ze zelf bedenken wat ze zouden doen wanneer iemand gepest wordt. In het rollenspel moeten alle drie partijen betrokken zijn.
Eerste filmpje (pester en gepeste aan het woord): http://web.teleblik.kennisnet.nl/tsr/playerlight/vo//fid/99302?start=50300 0&end=628000 Tweede filmpje (gedicht en verhalen over pesten): http://web.teleblik.kennisnet.nl/tsr/playerlight/vo//fid/99330?start=36800 0&end=435000 Derde filmpje (over meldingsplicht): http://web.teleblik.kennisnet.nl/tsr/playerlight/vo//fid/99316?start=67100 0&end=734000 Vierde filmpje: politici vertellen over hun pestervaringen. http://web.teleblik.kennisnet.nl/tsr/playerlight/vo//fid/99288?start=43500 0&end=502000 www.leraar 24.nl/video/1104 “Pesten, wat doet het?
Vragen bij filmpje 1 over pesten. Vragen
Antwoorden 24
Wie wordt er gepest? Waarom wordt ze gepest? Hoe wordt ze gepest? Hoe reageert ze op het pesten? Wie zijn de pesters? Hoe pesten ze? Waarom zouden ze pesten? Hoe reageren de omstanders op het pesten? Wat zou er moeten gebeuren om dit pesten te stoppen? Vragen bij filmpje 2 over pesten. Vragen Wie wordt er gepest?
Antwoorden
Waarom wordt ze gepest? Hoe wordt ze gepest? Hoe reageert ze op het pesten? Wie zijn de pesters? Hoe pesten ze? Waarom zouden ze pesten? Hoe reageren de omstanders op het pesten? Wat zou er moeten gebeuren om dit pesten te stoppen? Les 3
25
De Anti-Pest Krant Nu jullie wat meer weten over pesten, denken jullie na over wat er tegen pesten gedaan kan worden. Jullie gaan een anti-pest krant maken. Per tweetal bedenken jullie een bepaalde rubriek. Zo kunnen ze bezig gaan met o.a.: - tips tegen pesten (bv, tips voor gepeste kinderen, tips voor pesters, tips voor iedereen die wat tegen pesten wil doen) - een stripverhaal teken - een gedicht schrijven ( waar gebeurd of fictief) - een interview houden - illustraties maken - een vragenrubriek over pesten - een horoscoop - een enquête afnemen - boekentips Materiaal: - papier, scharen, lijm, liniaal, A-2 papier Tijd: Deze les kan worden verdeeld over twee lesuren. -
Verwerking: Als al het materiaal van de tweetallen klaar is, wordt er, afhankelijk van de hoeveelheid, op twee of drie A-2 vellen een lay-out gemaakt. Alles wordt hierop geplakt, daarna wordt er 1 kopie gemaakt. Vervolgens worden de vellen dubbel gevouwen en in elkaar gestoken, zodat het op een echte krant lijkt. Er kan ook een naam voor de krant worden bedacht.
Les 4 26
Het Pestprotocol In de vorige lessen hebben we het over pesten gehad. We kwamen toen tot de conclusie dat zowel de gepeste als de pester meer zelfvertrouwen nodig hebben en dat de meelopers een rol kunnen spelen in het stoppen van het pesten. Pesten heeft nl. ernstige gevolgen voor de gepesten en de pesters. Vandaag gaan jullie een pestprotocol maken, hierin staan gedragsregels omschreven om het pesten te voorkomen. Zie volgende pagina.
Opdracht 1: Wat voor gevolgen denk je dat het pesten voor het verder leven van de gepeste heeft? Bedenk met je groepje 3 gevolgen. 1. ……………………………………………………………………………………………………… …… 2. ……………………………………………………………………………………………………… …… 3. ……………………………………………………………………………………………………… ……
Opdracht 2: Wat voor gevolgen denk je dat het pesten voor het verder leven van de pester heeft? Bedenk met je groepje 3 gevolgen. 1. ……………………………………………………………………………………………………… …… 2. ……………………………………………………………………………………………………… ……
27
3. ……………………………………………………………………………………………………… ……
Uit onderzoek blijkt: Van pesten kan je een leven lang last hebben, of je nu pestkop was of slachtoffer. Volgens het WHO onderzoek zijn volwassenen die als kind werden gepest vaker eenzaam en depressief. Ze maken moeilijk contact met andere mensen en hebben een negatief zelfbeeld. Pestkoppen zijn vaak op latere leeftijd agressief tegen hun kinderen of partner. Ze belanden vaker in de criminaliteit en het kost ze moeite om een vaste baan te vinden die bevalt
Om het pesten te verminderen gaan jullie een pestprotocol opstellen. Hieronder zie je twee voorbeelden van een pestprotocol.
Voorbeeld Pestprotocol
Elkaar met rust laten met je handen en je mond Iedereen is goed zoals hij is We vertellen alleen leuke dingen over elkaar Iedereen mag meedoen We noemen elkaar alleen bij de voornaam Luisteren naar elkaar! Fouten maken mag De regels gelden om school en daarbuiten Vertel het aan iemand als je gepest wordt of als iemand anders gepest wordt, dit is geen klikken! We hebben deze regels gelezen en zetten onze namen er onder omdat we ons aan deze regels willen houden.
Voorbeeld Pestprototcol Contract “veilig in school”
Ik vind dat iedereen zich veilig moet voelen in school. Daarom houd ik mij aan de volgende afspraken:
1. 2.
Ik accepteer de ander zoals hij is en ik discrimineer niet Ik scheld niet en doe niet mee aan uitlachen en roddelen Ik blijf van de spullen van een ander af Als er ruzie is speel ik niet voor eigen rechter Ik bedreig niemand, ook niet met woorden Ik neem geen wapens of drugs mee naar school Ik gebruik geen geweld Als iemand mij hindert vraag ik hem of haar duidelijk daarmee te stoppen Als dat niet helpt, vraag ik een docent om hulp
Opdracht 3: 3. 4. Bedenk nu met je groepje een eigen pestprotocol. 5. 6. 7. 8. 9.
28
Aan welke regels willen jullie je houden? 1. ……………………………………………………………………… ……………………………………. 2. ……………………………………………………………………… ……………………………………. 3. ……………………………………………………………………… ……………………………………. 4. ……………………………………………………………………… ……………………………………. 5. ……………………………………………………………………… ……………………………………. 6. ……………………………………………………………………… ……………………………………. 7. ……………………………………………………………………… ……………………………………. 8. ……………………………………………………………………… ……………………………………. 9. ……………………………………………………………………… ……………………………………. 10.……………………………………………………………………… …………………………………….
Opdracht 4: Wat moet er gebeuren als iemand zich niet aan de regels houdt en toch gaat pesten? …………………………………………………………………………… …………………………………………
29
…………………………………………………………………………… ………………………………………… …………………………………………………………………………… ………………………………………… …………………………………………………………………………… ………………………………………… …………………………………………………………………………… ………………………………………… …………………………………………………………………………… …………………………………………
30
Donderdag 25 april Workshop 1 TOLERANTIETEST
(sticht. Vredeseducatie)
Bepaal nu hoe tolerant je bent
Dit geef je aan op een schaal van 0 tot 150 0
=
niet tolerant
150
=
zeer tolerant
Voor elk antwoord worden punten berekend.
Hoe tolerant schat je jezelf in? (vul een getal in tussen de 0 en de 150)
..........
31
Vraag 1: Drie politiemensen arresteren op hardhandige wijze jouw buurman omdat hij illegaal in ons land verblijft. Wat vind je daarvan?
a) Ik ben blij dat Nederland wordt gezuiverd van illegalen. b) Als mijn buurman zich niet aan de wet houdt, moet hij daar desnoods met geweld aan herinnerd worden c) Ik word kwaad, ga naar de politie toe en vraag of ze willen stoppen
Vraag 2:Maak de volgende zin af: racistische uitspraken moeten...... a) b) c)
...kunnen in een samenleving waar vrijheid van meningsuiting belangrijk is. ....met geweld bestreden worden ....met woorden bestreden worden
Vraag 3: Mag jouw Duitse vriendin met je mee naar de dodenherdenking op 4 mei? a) b) c)
Ja, omdat herdenken zonder verzoening onmogelijk is. Nee, want de dodenherdenking mag niet door Duitsers bijgewoond worden. Ja, maar ik wil niet dat anderen merken dat ze uit Duitsland komt
Vraag 4:Het discriminatieverbod in Artikel 1 van de Grondwet wordt afgeschaft. Goed idee?
32
a) b) c)
Ja, de opvatting dat iedereen gelijk is, stond me toch al niet aan Een slechte idee, dat de democratie verzwakt. Ja, als het maar democratisch wordt besloten
Vraag 5:Positieve discriminatie, om bepaalde groepen mensen meer kansen te bieden, is een goede zaak.
a) b) c)
Mee eens. Soms moeten mensen voorgetrokken worden Oneens, want mijn kansen worden daardoor kleiner Oneens. Mensen moeten op hun vakkennis en deskundigheid beoordeeld worden.
Vraag 6:Je hoort dat een homoseksuele zangleraar van een jongens- koor alleen vanwege zijn seksuele geaardheid ontslagen is. Wat vind je daarvan?
a) b) c)
Een onterechte beslissing, gebaseerd op vooroordelen. Raar dat niemand daartegen geprotesteerd heeft Een goede beslissing, want iemand die homoseksueel is kan niet goed les geven een jongenskoor.
Vraag 7:Op de Joodse begraafplaats in Den Haag zijn een monument en enkele grafstenen met hakenkruizen beklad. Wat vind je hiervan?
a)
Ik heb een ontzettende hekel aan graffiti.
33
b) c)
Het doet me niet zoveel. Je hebt nu eenmaal van die jongetjes die willen opvallen. Ik vind het afschuwelijk. Ik zou dezelfde dag nog meelopen in een protestdemonstratie tegen racisme.
Vraag 8:Een imam noemt in zijn preek in de moskee homoseksuelen minder dan varkens. Ook is hij van mening dat mannen hun vrouwen mogen slaan.
a) b) c)
Een achterlijke opvatting maar vrijheid van meningsuiting vind ik heel belangrijk Deze uitspraken zouden verboden moeten worden in ons land. Ik ben het eigenlijk wel eens met de imam
Vraag 9:Khalid is van Marokkaanse afkomst. Hij heeft een klacht ingediend bij het Discriminatie Meldpunt omdat hij in het warenhuis altijd in de gaten wordt gehouden door de beveiliging.
a) b) c)
Het is niet leuk voor hem maar ik kan dat geen discriminatie noemen. Jammer voor hem maar Marokkaanse jongens zijn nu eenmaal geen lieverdjes. Ik ben het met de klacht van Khalid eens.
Vraag 10:Een eigenaar van een slijterij heeft voor zijn winkelruit een bordje geplaatst met de tekst “Wij laten 1 asielzoeker per keer binnen”. Wat vind je daarvan?
34
a) b) c)
Ik kan het wel begrijpen. De winkelier heeft blijkbaar meegemaakt dat asielzoekers stelen. Het is niet eerlijk en ook verboden om asielzoekers te discrimineren Het maakt me niet uit, in sommige supermarkten mogen ook geen groepjes jongeren naar binnen
Vraag 11:Een Irakese man in de buurt wordt voortdurend lastig gevallen door een groep jongens
a) b) c)
Ik geeft het aan bij het Discriminatie Meldpunt Het zou kunnen dat de man het er zelf naar gemaakt heeft Laat hem teruggaan naar zijn eigen land. Nederland is vol.
Vraag 12:Een uitzendbureau is veroordeeld voor discriminatie. Voor bepaalde bedrijven had zij op de vacatures de letters BB vermeld. BB betekent blond haar en blauwe ogen.
a) b) c)
Voor bepaalde banen zijn buitenlanders niet geschikt. Ik vind het terecht dat het uitzendbureau is veroordeeld voor discriminatie Er is werk genoeg, dus waarover zeuren we eigenlijk.
Vraag 13:Om te integreren moeten buitenlanders de Nederlandse taal en gewoonten leren en verplicht deelnemen aan een inburgeringcursus
35
a) b) c)
Dat is een goed idee, anders kunnen ze geen Nederlander worden Het werkt niet wanneer je het verplicht Ik vind het niet nodig
Vraag 14:Er moeten meer grenscontroles komen in Nederland om het aantal vluchtelingen te verlagen.
a) b) c)
Nee, wanneer mensen vervolgd worden om hun levensovertuiging, zijn ze welkom in Nederland Prima. Nederland kan niet meer vluchtelingen aan. Het is hier vol. Het is onmogelijk om de grenzen volledig te controleren
Vraag 15:Bij een voetbalwedstrijd Feyenoord – Ajax zijn er spreekkoren die “Hamas, Hamas, joden aan het gas”roepen.
a)
b) c)
Laat ze maar roepen. Voor hen heeft deze leus niets te maken met wat in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. Geen aandacht aan schenken. Ook niet op televisie. De wedstrijd moet worden gestaakt en zonder publiek worden overgespeeld.
Vraag 1...........
Vraag 2...........
Vraag 3.........
36
Vraag 4...........
Vraag 5...........
Vraag 6.........
Vraag 7...........
Vraag 8...........
Vraag 9.........
Vraag 10...........
Vraag 11...........
Vraag 12.........
Vraag 13...........
Vraag 14........... Vraag 15.........
TOTAAL...........
Workshop 2 Stichting Sterke verhalen Verhaal van een vluchteling Waarom komt een vluchteling naar Nederland? Wat maakt dat je je eigen land,familie, huis, eigenlijk alles achter laat om in een nieuw land een nieuwleven te beginnen? Wat vind je zelf eigenlijk van vluchtelingen? Bij de gastles van Sterke Verhalen kun je het verhaal horen van een vluchteling enje kunt natuurlijk je eigen vragen stellen. Want er zijn veel verschillen tussen daar en hier en er zijn ook verrassende overeenkomsten.
37
Workshop 4 Een grap gaat op reis Doel: de leerling kan de mogelijke oorzaken en gevolgen aangeven van discriminatie. Humor bestaat overal ter wereld. Humor wordt wel eens een „smeermiddel‟ genoemd, het kan de sfeer verlichten, zorgen voor ontspanning en het makkelijker maken om bepaalde dingen te bespreken. Ook kan het de afstand tussen mensen verkleinen en een bepaald groepsgevoel creëren. „Lachen is de kortste afstand tussen mensen‟ heeft John F. Kennedy eens gezegd. Toch kunnen sommige grapjes de afstand tussen mensen vergroten. Het versterken van het groepsgevoel gaat ten koste van buitenstaanders, men zet zich als groep af tegen een andere groep om het gevoel „wij zijn goed, wij zijn slim, wij zijn beschaafd‟ te versterken. Ook dit is een wereldwijd verschijnsel, overal worden er grappen gemaakt over de „domme‟ bewoners van buurlanden en ook binnen veel samenlevingen zijn bepaalde groepen vaak de klos. Vaak zijn het grapjes van de dominante groep over leden van een minderheidsgroep. Maar humor wordt ook door minderheden gebruikt als manier om voor zichzelf op te komen. Zij maken op hun beurt grapjes over de dominante groep, of gaan juist aan de haal met de vooroordelen die er over henzelf bestaan. Bekijk eerst hoe de grap doorverteld wordt. 1a. Hoe vaak wordt de grap verteld? Door wie? Wat is volgens jou de relatie met de persoon aan wie de grap verteld wordt? Let op de reactie (gezicht, wat zegt iemand)? 1b. Wat voor grap zou er doorverteld worden? Hoe weet je dat? 2a. Wat vind je van deze grap? 2b. Zou jij hem doorvertellen? Waarom wel/niet? Racisme betekent er vanuit gaan dat bepaalde mensen, op grond van hun huidskleur of afkomst, minder waard zijn dan anderen. 3a.Wat is racistisch aan deze mop? 3b. In een mop zit ook vaak iemand die zich dom of onlogisch gedraagt. Wie is dat in dit geval?
38
Kijk en luister naar de reacties achteraf van de verschillende personen die de mop verteld hebben. 4a. Vergelijk die met hun eerste reactie. 4b. Geef voor elk van hen aan wat volgens jou de belangrijkste motivatie was om de mop door te vertellen. 5aDe bewaker zegt dat het vertellen van en luisteren naar een onderdeel van een inburgeringscursus zou moeten zijn. “Dan weten ze meteen hoe het hier werkt”. Met „hier‟ bedoelt hij waarschijnlijk Nederland.Probeer in je eigen woorden te vertellen hoe het volgens jou „hier‟ werkt. 5b. Denk je dat het in andere landen anders werkt? 6. Bedenk twee redenen waarom iemand die net in Nederland is bepaalde grappen anders zal ervaren dan een Nederlander die hier geboren en getogen is.
Workshop 5 Interculturele feesten Hoe elf landen hun vrijheid en onafhankelijkheid herdenken en vieren. Op 4 mei herdenkt Nederland de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en 5 mei is Bevrijdingsdag. Maar wat houdt het Kinderfeest in Turkije in? Waarom heeft een Ghanees op 6 maart eigenlijk een vrije dag? Wat betekenen anjers voor een Portugees? De activiteit 'Feest!' geeft op al deze vragen een antwoord. 'Feest!' bestaat uit o.a. een kleurrijke tentoonstelling waarmee iedereen nader kennis kan maken met elkaars feesten en herdenkingen. Bij de tentoonstelling hoort een dvd waarin Nederlandse kinderen met wortels in Indonesië (Molukken), Marokko, Suriname en Turkije iets vertellen over hun feest. FEEST! draagt bij aan het respect voor 4 en 5 mei en geeft inzicht in het belang van vrijheid, onafhankelijkheid en democratie wereldwijd.
39
Vrijdag 26 april Vandaag gaan jullie een fietspuzzeltocht maken van 25 km. in en rondom de omgeving van Appingedam en Delfzijl.Per klas worden er 5 groepen gemaakt van ieder 6 leerlingen. Het doel is om allerlei opdrachten uit te voeren, waarin samenwerking heel belangrijk is. Jullie gaan fietsend te werk, de route mag je zelf bepalen. In je groepje moet je dus goede afspraken maken. Onderweg hebben jullie te maken met een aantal handicaps: a Je moet een aantal opdrachten doen b.er zijn jagers in het spel (auto’s met docenten ) c. de groep moet 2 x de jagers bellen (mobiel) in de aangegeven tijdzone d. je krijgt een startkapitaal (400 punten) goeduitgevoerde opdrachten leveren pluspunten op, niet of onjuist uitgevoerde opdrachten (zoals:gezien door de jagers, de 25 km niet halen, de jagers niet bellen, leveren strafpunten op. Zie opdrachtformulier. HET BELANGRIJKSTE IS DE VEILIGHEID IN HET VERKEER!!! Iedere groep is zelfstandig bezig, er mag dus niet “samengeklonterd” worden met een andere groep. Dit levert strafpunten op. Er zijn ook jagers (docenten in een auto) onderweg, die een groep proberen te pakken (zien=pakken) Meenemen:
fiets (+reparatiesetje) pen en papier mobiele telefoon (voor bellen en foto’s maken) afstandsmeter op de fiets of GPS mobiele telefoon brood , drinken voor onderweg
9.00 uur: 1a, 1b, 1c verzamelen in je eigen lokaal, uitleg, uitdelen opdrachten, groepsindeling 9.30 uur: vertrek 12.30 uur: terug in lokaal 40
9.30 uur: 1c,1d,1everzamelen in je eigen lokaal, uitleg, uitdelen opdrachten, groepsindeling 10.00 uur: vertrek 13.00 uur: terug in lokaal Per klas worden 5 groepen geformeerd van ieder 6 leerlingen
Van iedere groep wordt het volgende verwacht: 1. het scoreformulier wordt op de juiste wijze ingevuld 2. rechtsboven noteer je klas+groep(bv. 1a groep 1) en daaronder de namen van de groepsleden 3.de gegevens moeten goed worden genoteerd. De scores (punten) worden bij binnenkomstdoor docenten en jagers genoteerd en gecontroleerd. 4 per groep krijg je twee formulieren mee; slechts één formulier + opdrachten weer inleveren. (als dat nodig is mag je uiteraard op het opdrachtenformulier schrijven).
De groep met de meeste punten is dus de winnaar……………..!
Veel plezier en succes!
HET BELANGRIJKSTE IS DE VEILIGHEID IN HET VERKEER!!!
41
VIII. Tot Slot Deze week ga je veel zien en veel opdrachten maken. We hopen dat jullie van deze week genieten en tevens dat je het een en ander leert van elkaar en over elkaar. Heel veel plezier en succes!
42