Handvest voor de zaalscheids november Zaalhockey volgens de regels PROGRAMMA. I) Inleiding. II) Uitleg. III) Vragenronde. IV) Nazit (drankje?

Zaalhockey volgens de regels

PROGRAMMA I) Inleiding II) Uitleg III) Vragenronde IV) Nazit (drankje…?)

Handvest voor de zaalscheids november 2013

I) Regeltechnisch: wat er staat en wat we doen

VERSCHILLEN VELD VS. ZAAL • veld: 23-meterlijnen • slaan – pushen • 5 meter – 3 meter • liggend spelen • in het blok spelen • bal van de grond




BELANGRIJKE PUNTEN UIT DE BRIEFING • Geen regelwijzigingen: geen eigen doelpunt! • Bij senioren met max 5 spelers in het veld. Junioren nog steeds 6 spelers. • Selfpass: net als op het veld, hoeft niet meer twee bewegingen te zijn! Als de bal maar stil lag op de juiste plaats van de vrije push.



WAT IS SLAAN? • inzet stickbeweging op de vloer ingezet op meer dan 50 cm van de bal of • stickbeweging vanuit de lucht raakt uitsluitend de bal (en niet, of pas daarna de grond)



HOOG SPEL: WANNEER FLUITEN? * fluiten: - gestopte bal met een stijging van > 30 cm - gepasste bal met een stijging van > 10 cm - tegenstander ondervindt hinder van rijzende pass of stop - geen voordeel: tegenstander kan niet doorspelen * niet fluiten: - pass zonder hinder blijft onder de 10 cm - stop zonder hinder blijft onder de 30 cm - stop in cirkel zonder hinder gaat hoog over doel of achterlijn (aanvallend én verdedigend raken) - voordeel: tegenstander kan doorspelen - bal over de zijbalk zonder overtreding: inpush

I) Regeltechnisch: Zaalhockey Startvergadering wat er staatenenPM wat District we doenNoord-Holland


HOGE EN LAGE BAL OP DE KEEPER Het vervolg: wat mag wel – wat mag niet?

Lage bal: • mag niet omhoog, tenzij baan =< 10-15cm én er is geen hinder

Hoge bal: • bal mag alle kanten op • bal moet daarbij uitstuiten, dus: • meenemen in de lucht mag niet, maar: • onmiddellijke controle naar de grond is ok

* gevaarlijke bal: strafcorner * weggeslagen bal: strafbal NB. een hoge push op doel mag altijd met een (vrijwel) stille stick gestopt of afgekaatst worden, óók boven de schouder; een taxatiefout van een verdediger (bal zat boven het doelvlak) leidt tot een sc.



DE KEEPER: VLIEGEND EN AAN DE GROND * Standaardkeeper: • afwijkend shirt • mag liggend spelen wanneer hij en bal geheel in cirkel • moet altijd een helm op hebben • mag niet verder dan middenlijn (beh. om sb te nemen) * Vliegende keep: • afwijkend shirt • mag liggend spelen wanneer hij en bal geheel in cirkel • MOET een helm op bij sc en sb • mag ZONDER HELM over het hele veld • heeft de rechten van een standaardkeeper bij het stoppen v/d bal



WAT IS LIGGEND SPELEN?

• echt liggen • drie steunpunten (arm, hand, knie) aan de grond terwijl je de bal beroert

- wat wel mag: (A) stick horizontaal op de grond leggen met beide handen (B) in je val een bal spelen, waarna je komt te liggen (C) liggend spelende keeper wanneer hijzelf én de bal geheel in de cirkel zijn



WAT IS IN EEN BLOK SPELEN? • bal wordt zeer hard* gespeeld • ontvangende stick laat geen passruimte op het moment van spelen • afstand = kleiner of gelijk aan 3 meter • op of nabij de handen ontvanger • ontvanger staat direct achter zijn stick: houdt zijn stick voor het lichaam (zijn/haar voeten) • roekeloosheid of opzet bij pass Strafopbouw: fluiten, vermaning!, groen, geel à Afhankelijk van de ernst van het incident (blessure) kunnen er stappen worden overgeslagen

* Zie notities onder de slide



VERKEERDE WISSEL: WANNEER EN HOE INGRIJPEN? (1. Overtredingen) ‘verkeerd’ is: • team staat tijdens het lopende spel met >=7 spelers

in het veld • team wisselt tijdens sc • team wisselt buiten

3 meter van de middellijn



VERKEERDE WISSEL: WANNEER EN HOE INGRIJPEN? (2.1 Consequenties)

• geef meteen een gele kaart (aanvoerder!) en een sc wanneer er directe spelinvloed is: b.v. in- of uitstappende speler ontvangt de bal. • wanneer de invloed beperkter is, volstaat een vermaning, of bij herhaling een groene kaart.



VERKEERDE WISSEL: WANNEER EN HOE INGRIJPEN? (2.2 Consequenties) • reageer bij een sc die nog niet genomen is waarbij gewisseld wordt onmiddellijk met het terugdraaien van de wissel en een vermaning. Er volgt geen spelstraf! • tijdens een lopende sc wacht je de invloed van de wissel af. Is die verwaarloosbaar dan houd je het bij een vermaning of groen, anders geel*. • vermaan in alle andere gevallen waarbij eveneens sprake is van een fout. Ook daarna kun je bij herhaling de strafmaat proportioneel opvoeren.



INSLUITEN MET TWEE STICKS: BULLY OF NIET? Ja! Echter…: • pas na ong. 15 seconden; • na 5 seconden: “Jongens, wie gaat het oplossen?” • bij geen reactie: aftellen en fluiten

Wanneer het spel nog loopt: de ingesloten speler mag de bal niet hard tegen één van de blokkerende sticks spelen!

II) (On)geschreven regels

KAARTEN: PRAKTIJK EN FORMULIER • 2x groen = geel • 2x geel = rood • aanvoerderskaarten apart • invullen formulier (wel of geen rood?)




OMGAAN MET TIJDWAARNEMERS • afspraken maken (einde speelhelft met sc, etc.) • zelf schaduwtijd bijhouden • oneigenlijke bemoeienissen tegengaan



OMGAAN MET ONBEKENDE COLLEGA • afspraken maken: veldverdeling, ondersteuning, etc. • fluiten in elkaars cirkel: taboe? • chauvinistisch fluiten tegengaan: hoe?


OMGAAN MET BANKEN • spreek begeleidingsteams aan op hun gedrag • ben kordaat, met behoud van waardigheid • ga geen discussies aan tijdens de wedstrijd




OMGAAN MET RUMOER UIT HET PUBLIEK • negeer wanklanken uit het publiek zo lang mogelijk • grijp in wanneer het echt grof of onophoudelijk wordt • maak tactisch gebruik van aanvoerders • staken is eigenlijk nooit een optie

III) Vragenronde


ZIJN ER NOG VRAGEN?

IV) Borrel


Dank voor uw aandacht

Handvest voor de zaalscheids november Zaalhockey volgens de regels PROGRAMMA. I) Inleiding. II) Uitleg. III) Vragenronde. IV) Nazit (drankje?

Recommend Documents