Uitgebreid programma Symposium VondelGames 2016 ‘Wetenschap en Aangepast sporten: trainen en leren voor optimaal presteren’
12.00 -13. 00
Inloop, registratie en lunch
13.00 - 13.10
Opening Dagvoorzitter Anne Marie ter Steeg (medisch manager divisie revalidatie Reade)
13.10 – 13.20
Lancering app ‘Uniek Sporten’ voor mensen met een beperking in Amsterdam
13.20 - 13.25
Welkom en introductie symposium Prof. Dr. Thomas Janssen Prof. dr. Thomas Janssen is Duyvensz-Nagel hoogleraar Revalidatieonderzoek aan de Faculteit der Gedrags- en Bewegingswetenschappen van de VU Amsterdam waar hij revalidatieonderzoek doet en onderwijs geeft in o.a. inspanningsfysiologie en revalidatie. Hij is medevoorzitter van het Amsterdam Rehabilitation Research Center | Reade en wetenschappelijk verantwoordelijk voor het Kenniscentrum, onderdeel van het Centrum voor Aangepast Sporten Amsterdam | Reade. Zijn belangrijkste onderzoeksinteresses liggen op het terrein van de inspanningsfysiologie en biomechanica toegepast op revalidatieonderwerpen, met als belangrijkste onderwerpen: fysieke capaciteit en inspanning van rolstoelgebruikers met een dwarslaesie, elektrostimulatie van verlamde spieren en aangepast sporten.
13.30 - 13.55
Vraagt aangepast sporten om aangepast motorisch (aan-)leren? Dr. John van der Kamp Dr. John van der Kamp is onderzoeker aan de Faculteit Gedrags- en Bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Johns werk focust op motorisch leren. Belangrijk aandachtspunt daarin is de discussie omtrent expliciet en impliciet leren, waarbij de rol die bewuste kennis speelt over hoe het best te bewegen (bijvoorbeeld verkregen door instructies van een trainer/coach) voor een effectief motorisch leerproces centraal staat. Om hier meer inzicht in te krijgen onderzoekt John niet alleen het motorisch leren onder universitaire studenten en sporters, maar ook in de revalidatie bij kinderen en patiënten met motorische beperkingen (bijvoorbeeld kinderen met CP en patiënten met een beroerte) en schoolkinderen in de gymles (bijvoorbeeld door te kijken naar videofeedback en –modellering in de gymles). John is onder andere
betrokken bij Meedoenmetsport.nl een door NWO gefinancierd project waarin onderzocht wordt hoe sportparticipatie onder kinderen met CP en DCD vergroot kan worden door motorisch leerinterventies aan te bieden die toegesneden zijn op het individuele kind. Naast zijn werk aan de Vrije Universiteit, is John verbonden aan het Institute of Human Performance van de University of Hong Kong en bij het Kenniscentrum Bewegen, Educatie en Sport aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle. Onderwerp:
Aangepaste sportactiviteiten voor mensen met motorische beperkingen zijn er op alle niveaus van recreatief tot topsport. De vraag die in deze lezing centraal staat is of een motorische beperking ook met zich meebrengt dat nieuwe motorische activiteiten op een aangepaste manier (aan)geleerd worden? Bij de beantwoording van deze zal John van der Kamp zijn vertrekpunt nemen vanuit de steeds populairdere tweedeling tussen expliciet en impliciet leren. Recente wetenschappelijke inzichten suggereren dat de verschillen in effectiviteit tussen expliciet en impliciet leren onder meer bepaald worden door kenmerken van de sporter zoals de capaciteit van het werkgeheugen, de lokalisatie van een eventuele hersenbeschadiging, de neiging van de sporter na te denken over hoe het best te bewegen, en de motorische vaardigheid van de sporter. Dit betekent -waarschijnlijk- dat afhankelijk van de samenhang tussen deze persoonskenmerken en de motorische beperkingen, ook het motorisch (aan)leren aangepast zou moeten worden.
14.00 - 14.25
Trainen van het (rolstoel)basketbalschot: evidence-based practice. Dr. Raôul Oudejans Dr. Raôul R.D. Oudejans is bewegingswetenschapper en werkzaam aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en sinds 1 september 2015 ook als lector Leren en Presteren in Sport bij de Hogeschool van Amsterdam, Faculteit Bewegen, Sport en Voeding. Hij doet onderzoek naar waarnemen en bewegen in de sport en andere prestatie-omgevingen met een accent op de invloed van psychologische factoren op presteren en leren. De laatste jaren heeft Raôul zich in zijn onderzoek gespecialiseerd in de visuele controle van het basketbalschot en trainen en presteren onder druk. Hij is betrokken bij het CTO Vrouwenbasketbal programma als embedded scientist en schottrainer.
Onderwerp:
Onderzoek naar de visuele controle van het basketbalschot toont aan dat de speler het best zo laat mogelijk naar de ring kan kijken. Door tijdens training het zicht tijdens het schot gedeeltelijk weg te nemen, kun je spelers dwingen gebruik te maken van de beperkte informatie die wel beschikbaar is. Het wegnemen van het zicht kan op verschillende manieren, onder andere met een speciale occlusiebril, die het zicht afsluit tijdens de nadering en eerste fase van het schot en automatisch opent tijdens de laatste fase. De bril kan draadloos worden bediend door de coach of geheel automatisch door het onderbreken van lichtsluizen. Dit betekent dat een speler zelfstandig en onbelemmerd kan trainen. Onderzoek laat zien dat trainen met belemmerd zicht kan leiden tot verbetering van het (rolstoel)basketbalschot.
14.30 - 14.55
Fitheid bij kinderen met een chronische ziekte – Are we doing better over a decade? What else? Maremka Zwinkels, MSc Maremka Zwinkels heeft in december 2010 haar master bewegingswetenschappen aan de Vrije Universiteit te Amsterdam behaald. Haar afstudeeronderzoek deed zij bij Reade naar de effecten van elektrostimulatie bij mensen met een dwarslaesie. Vanaf april 2011 werkt zij bij het Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde te Utrecht. In het begin als onderzoeksassistent, waarbij ze zich richtte op het ontwikkelen van veldtesten om de fitheid te kunnen meten bij rolstoel gebonden kinderen met cerebrale parese. Vanaf oktober 2012 is zij bij dezelfde instelling begonnen aan haar promotieonderzoek naar de effecten van intervaltraining gevolgd door een naschools sportprogramma bij kinderen en jongeren met een chronische ziekte of fysieke beperking. Naast haar werk in Utrecht is zij aangesteld als externe examinator bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en verzorgt zij wekelijks een groepsfitnessles bij het USC te Amsterdam.
Onderwerp:
Kinderen met een chronische ziekte hebben een lagere fitheid vergeleken met hun leeftijdsgenoten. Dit geldt zowel voor het sprintvermogen en de behendigheid, als ook voor de gezondheid gerelateerde maat VO2peak. De afgelopen jaren is er veel meer inzicht verkregen in het trainen van deze doelgroep en zijn er allerlei initiatieven ontstaan om de sportparticipatie te bevorderen. Heeft dit ook het gewenste effect gehad op de fitheid? En wat kunnen we nog meer doen?
15.00 - 15.20
Pauze
15.20 - 15.40
Rol van sporten met een beperking. Jeroen Kampschreur
en
fitheid
voor
een
adolescent-jong
volwassene
Jeroen Kampschreur is jeugdig zitskiër en ambassadeur van de Johan Cruijf Foundation. Momenteel zit de 16-jarige Jeroen op een internaat waar hij begeleid wordt naar een top positie in zit-skiën. Zijn ambitie is om deel te nemen aan de Winterspelen in 2018.
Onderwerp:
Informatie onderwerp
15.45 - 16.10
Temperatuurregulatie in de warmte: een koud kunstje.
Prof. Dr. Dick Thijssen Prof. Dr. Dick H.J. Thijssen is werkzaam voor het Radboud UMC te Nijmegen alsmede de Liverpool John Moores University in het Verenigd Koninkrijk. Zijn werk richt zich op het beter begrijpen waarom inspanning en training zorgt voor een lager risico op hart- en vaatziekten. Hij richt zich hierbij specifiek op de regulatie van de doorbloeding van het hart alsmede de rest van het lichaam, inclusief de huid. Dit laatste orgaan is extreem belangrijk in de regulatie van de kerntemperatuur. Zijn werk toont aan dat een belangrijk deel van de positieve effecten van training direct verklaard kan worden door de verbetering in de doorbloeding. Daarbij richt hij zich op de hemodynamische prikkels die aanwezig zijn tijdens inspanning, waardoor deze positieve effecten worden bewerkstelligd. Uiteindelijk draagt deze kennis bij aan het ontwikkelen van nieuwe interventies ter preventie van hart- en vaatziekten, maar ook aan interventies gericht op verbetering van de sportprestatie. Onderwerp:
Tijdens inspanning en sporten komt een enorme hoeveelheid warmte vrij. Desondanks stijgt onze lichaamstemperatuur slechts 1 of 2 graden, waardoor mensen een zware inspanning tot enkele uren kunnen volhouden. Deze unieke temperatuursregulatie wordt mogelijk gemaakt door te zweten en een sterke verhoging van de doorbloeding van de huid. Deze eigenschappen maakt de mens uniek ten opzichte van vrijwel alle diersoorten. Wanneer deze regelsystemen verstoord worden, zoals bij een dwarslaesie, heeft dit gevolgen voor inspanning die geleverd kan worden en brengt gezondheidsrisico's met zich mee. Ten eerste zal een overzicht gegeven worden van de temperatuursregulatie, in sporters met en zonder beperking, waarna worden strategieën besproken worden die sporters met een beperking kunnen helpen om hun temperatuur op peil te houden en, daarmee, hun sportprestatie te verbeteren.
16.15 - 16.40
The prescription and monitoring of exercise intensity in individuals with spinal cord injury: from rehabilitation to sports performance. Dr. Tom Paulson Dr. Tom Paulson is an Applied Sport Scientist with GB Wheelchair Rugby (GBWR) and Research Associate with the Peter Harrison Centre for Disability Sport, Loughborough University. Tom is responsible for the physiological profiling of athletes and the daily monitoring health and training-load working alongside GBWR’s multi-disciplinary staff team. During his PhD Tom examined the use of ratings of perceived exertion (RPE) for the self-regulation of wheelchair propulsion training in novice and experienced users. Tom is currently cosupervising a PhD exploring the self-regulation of continuous and interval-based handcycling training and novel protocols for the determination of maximal aerobic capacity using RPE.
Onderwerp:
Subjective ratings of perceived exertion (RPE) provide a cost-effective and easy to administer method for prescribing and regulating exercise intensity. The use of self-regulated exercise protocols at ‘fixed’ subjective intensities have also
received a growing amount of attention for the assessment of maximal aerobic capacity. Outside of the laboratory, many applied scientists continue to use subjective exertional ratings alongside training duration, termed ‘session RPE’, to longitudinally monitor the intensity of patient or athlete training programmes. This presentation will discuss the application of RPE for regulating and monitoring exercise training in individuals with a SCI across the continuum of physical activity from rehabilitation to sports performance. 16.45 - 17.00
Pauze
17.00 - 17.25
Nutrition and training in Paralympic Athletes – Theory and Practical Applications. Dr. Lena Grams Lena Grams, Dr. in human biology and Sport Scientist from Germany, is currently employed in Spain at the Department of Health and High Performance at the Technical University of Madrid. Over the last years she has focused on nutritional research in Paralympic athletes, working with the Spanish, German and Ghanaian national teams in wheelchair basketball as well as Paralympic swimmers in Australia (Sunshine Coast University, Queensland). Her research is driven by the assumption that nutrition plays a pivotal role for athletes’ health and successful performance. At the moment Lena stays in Amsterdam, with Prof. Dr. Thomas Janssen and his team at the “Reade” Rehabilitation Centre and the VU University of Amsterdam where she contributes to on-going research projects and expands her horizon in Human Movement Science.
Onderwerp:
Performing with the best possible outcome is the main objective of every athlete regardless of their competitive level. Nowadays, high performance Paralympic athletes are already involved in training programs similar to their able-bodied counterparts, which leads to the need to improve all possible aspects of performance. Following the principles of sport nutrition does not only support training effectiveness and enhance competitive performance during training and competition, but could make a difference between winning and losing. Monitoring and supervising individual dietary intake should result in a wellbalanced diet of macro- and micronutrients to optimize training, competition and recovery. Studies show that carbohydrate intake appears to be lower than recommended with fat and protein intake exceeding guidelines and that several key-micronutrients, such as calcium, iron, vitamin D, and antioxidants should be given special attention.
17.30 - 17.55
The Road-to-Rio: trainen aan 2 kanten van de medaille. Drs. Linda van Vliet & paratriatlete Joleen Hakker
Informatie sprekers
Onderwerp:
Informatie onderwerp
18.00 - 18.10
Afsluiting
18.00 - 19.00
Netwerkborrel