Hulp om de Hoek Mantelzorgondersteuning in Nijmegen 2012 - 2015
Inhoudsopgave
Inleiding
pag. 3
1. Mantelzorg in Nijmegen
pag. 4
2. Een nieuwe kijk op mantelzorgondersteuning
pag. 10
3. Van visie naar beleid
pag. 12
4. Van beleid naar uitvoering
pag. 15
Bijiagen - Bijlage 1. Communicatie
pag. 17
- Bijlage 2. Maatregelen & Acties
pag. 18
2
Inleiding In het Wmo-beleidsplan 2012-2015 is aangegeven dat aan het domein van mantelzorgondersteuning nadere uitwerking zou worden gegeven. In deze nota beschrijven wij onze visie op mantelzorgondersteuning in Nijmegen en hoe wij hier verder vorm aan willen geven samen met betrokken organisaties. Sinds de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning in 2007 is mantelzorgondersteuning een gemeentelijke taak. Gedurende de voorliggende jaren hebben wij ons ondersteuningsaanbod laten aansluiten bij de acht "basisfuncties mantelzorgondersteuning" zoals deze door VWS en Mezzo zijn aanbevolen. Het in 2010 opgerichte Coordinatiepunt Mantelzorgondersteuning heeft de taak om de uitvoeringsregie op zich te nemen. Inmiddels is onze visie op ondersteuning verder ontwikkeld. Burgers met een ondersteuningsvraag willen we vanuit een integrale aanpak benaderen. Dat geldt ook voor mantelzorgondersteuning. Een zorgvrager en zijn of haar mantelzorger maken deel uit van een sociaal netwerk, leven in een wijk of buurt, nemen deel aan de samenleving. De omgeving van zorgvrager en mantelzorger willen we betrekken bij het opiossen van hun ondersteuningsvragen. Hiermee spelen we in op ontwikkelingen zoals Welzijn Nieuwe Stijl, de Kanteling en de decentralisatie van de AWBZ.
3
1.
Mantelzorg in Nijmegen
1.1 Wat is mantelzorg? Mantelzorgers zorgen langdurig en onbetaaid voor een chronlsch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis. Mantelzorgers zijn geen professionele zorgverleners, maar geven zorg omdat zij een persoonlijke band hebben met degene voor wie ze zorgen. Mantelzorg is dus niet de alledaagse zorg, bijvoorbeeld de zorg voor een gezond kind. Mantelzorg is vaak langdurig en intensief De Nationale Raad voor de Volksgezondheid heeft onderstaande definitie vastgesteld: Mantelzorg is zorg die niet in tiet kader van een liulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbelioevende door een of meerdere leden van diens directe omgeving, v[/aarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie. Veel mantelzorgers doen hun werk vanuit een verantwoordelijkheidsgevoel of vinden het vanzelfsprekend om te zorgen. Mantelzorgers benadrukken dat mantelzorg geen vrijwilligerswerk is, mantelzorg overkomt je, je kiest er niet bewust voor. Mantelzorgers zijn buiten dit ook werknemer, ouder, partner, kind, scholier, wijkbewoner of vrijwilliger. Net als ieder ander hebben zij behoefte aan vrije tijd en ontspanning. Dit eigen leven kan in de knel komen als de zorg te lang duurt of te intensief wordt. Het geven van mantelzorg kunnen we niet los te zien van de keten van zorg die geleverd wordt door professionele instellingen. Langdurig zieken hebben niet alleen te maken met huisartsen en medisch specialisten maar ontvangen vaak als ze thuis verzorgd of verpleegd worden ook nog een of meerdere vormen van thuiszorg. Deze vorm van hulp is vaak aanvullend aan de aanwezige mantelzorg. Als de mantelzorger wegvalt omdat hij of zij te zwaar belast is, ontstaan er problemen, Het is dus zowel voor de zorgvrager als voor de mantelzorger van belang dat de mantelzorger, indien nodig, ondersteund wordt. Wat is Informele zorg; Gebruikelijke zorg en Respijtzorg? Informele Zorg is zorg die onbetaaid en niet beroepshalve wordt verricht. Vrijwilligerszorg en gebruikelijke zorg zijn beide vormen van informele zorg. Vrijwilligerszorg wordt verricht al dan niet in aanvulling op professionele zorg en/of mantelzorg. Vrijwilligerszorg vindt meestal plaats in een georganiseerd verband bijv.: vrijwillige thuishulp, vriendendiensten en buddyzorg. Vaak wordt mantelzorg ook tot informele zorg gerekend. Gebruikelijke zorg is zorg die van huisgenoten mag worden verwacht. Dit is aangegeven in het werkdocument Gebruikelijke Zorg zoals gehanteerd door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Dit protocol bevat een nadere definiering en normering van wat gebruikelijke zorg is en verduidelijkt daarmee de zorg die niet valt binnen de aanspraak op de AWBZ. Respijtzorg is de tijdelijke zorg en overname van de zorg van een mantelzorger. Door de mantelzorger even vrijaf te geven, kan deze zijn of haar mantelzorgtaken langer en naar tevredenheid uitvoeren. Voorbeelden hiervan zijn: een vrijwilliger als oppas aan huis (bijv. bij een dementerende oudere); dagopvang van ouderen; logeerhuizen voor verstandelijk gehandicapten etc.
4
In een nog uit te brengen afzonderlijke nota over vrijwilligerswerkbeleid zullen wij nader ingaan op vrijwilligerszorg in relatie tot mantelzorgondersteuning.
1.2 Hoeveel mantelzorgers telt Nijmegen? In "Mantelzorg uit de Doeken" (2010) geeft het Sociaal Cultureel Planbureau cijfers over het aantallen Nederlanders van 18 jaar en ouder die in 2008 mantelzorg verleenden. Aan mensen werd gevraagd of zij hulp geven aan familie of bekenden. Dat waren er in 2008 3,5 min. Van dit totaal gaven 2,6 miljoen mensen in Nederland meer dan drie maanden en/of meer dan acht uur per week zorg aan een naaste. Als we deze landelijke cijfers van het SCP omrekenen naar de Nijmeegse situatie dan telt deze stad circa 35.000 inwoners van 18 jaar en ouder die mantelzorg verlenen, waarvan 26.000 meer dan acht uur of langer dan drie maanden hulp geeft. Zo'n 11.000 personen geven zowel intensieve als langdurige hulp. Volgens de berekening van het SCP voelen circa 4.500 Nijmegenaren van 18 jaar of ouder zich ernstig belast. Zij ervaren dat de zorg teveel op hun schouders komt te rusten, dat hun zelfstandigheid in de knel raakt en dat de zorgverlening ten koste gaat van hun gezondheid en conflicten oplevert op het werk of in de thuissituatie. De Stadspeiling 2007 Nijmegen laat weer andere aantallen zien: 14.000 mantelzorgers in Nijmegen waaronder 2.000 mensen die zich zwaar belast voelen. De groep die zich zwaar belast voelt, bestaat voornamelijk uit 50-plussers en besteedt gemiddeld twee keer zoveel uur aan zorg als gemiddeld (26 uur tegen 13 uur gemiddeld). Bijna de helft van de mantelzorgers is tussen de 45 en 65 jaar. In deze leeftijd hebben veel mantelzorgers naast de zorg voor hun gezin en hun werk ook de zorg voor hulpbehoevende ouders. 20% van de mantelzorgers is 65 jaar of ouder. Vrouwen (60%) verrichten vaker mantelzorgtaken dan mannen en dat betekent dat in sectoren waarin veel vrouwen werken meer werknemers mantelzorgtaken hebben. Van alle mantelzorgers zorgt 40 % voor een ouder of schoonouder. Bijna 20% verzorgt een partner, lets meer dan 10% biedt hulp aan een kind (dat ook volwassen kan zijn). 15% zorgt voor een ander familielid en een op de zes geeft hulp aan vrienden, kennissen, collega's of buren. Recente jeugdmonitoren melden dat een kwart van de jeugdigen in Nederland aangeeft op te groeien met ziekte en zorg in de thuissituatie. Deze kinderen en jongeren noemen we jonge mantelzorgers. (Movisie)
1.3 Huidig aanbod mantelzorgondersteuning in Nijmegen; de acht basisfuncties Mantelzorgondersteuning betreft al die maatregelen die eraan bijdragen om de druk op de mantelzorger te verkleinen. Ondersteuning van mantelzorgers is er op gericht hun draaglast te verminderen en hun draagkracht te vergroten, waardoor mantelzorgers meer grip krijgen en houden op hun eigen situatie en hun zelfredzaamheid wordt vergroot. Ongeveer een derde van de mantelzorgers maakt gebruik van een of meerdere vormen van ondersteuning (SGBO 'Mantelzorg in beeld' 2011).
5
Het ministerie van VWS, IVIezzo en de VNG hebben acht basisfuncties benoemd waarmee een zo compleet mogelijk antwoord kan worden geboden op uiteenlopende vragen waarmee mantelzorgers aankloppen. In ons Nijmeegs beleid tot nu toe sluiten wij aan bij deze basisfuncties. Het gaat om de onderstaande ondersteuningsfuncties die wij voor Nijmegen invulling hebben gegeven. Een mantelzorger kan al dan niet m.b.v. een begeleider een passend pakket aan ondersteuning samenstellen uit de acht basisfuncties: 1. Informatie; aan individuele mantelzorger en algemeen, (h)erl<enning van mantelzorg. Uitvoering: Coordinatiepunt Mantelzorgondersteuning, MEE, Swon. 2. Advies en begeleiding; begeleiding bij het vinden van de weg in het grote aantal mogelijkheden voor ondersteuning, het zetten van stappen naar instanties en het maken van keuzes. Uitvoering: Coordinatiepunt Mantelzorgondersteuning; Loket Zorgen Inkomen; zorgaanbieders; Swon, MEE en organisaties informele zorg. Zorgtrajectbegeleiding (Zowel NN); ketenzorg dementie: vroegsignalering en -diagnostiek, dementiegids; Informele Netwerkondersteuning MEE; VPTZ. 3. Emotionele steun; actief luisteren, begrip tonen, erkenning bieden, situaties verhelderen en samen zoeken naar mogelijkheden om zo adequaat mogelijk met de situatie om te gaan. Omgaan met rouw en verlies. Uitvoering: Alzheimercafe, Coordinatiepunt Mantelzorgondersteuning: lotgenotengroepen/mantelzorgsalons (NAH, psychiatrie, algemeen, Parkinson); Centrum Ouderen en Levensvragen; Humanitas; VPTZ. 4. Educatie; hierbij gaat het om 'empowerment'. Cursussen bijv. over en omgaan met dementie, psychiatrische beperkingen etc. Cursus "De Zorg de Baas" Uitvoering: Coordinatiepunt Mantelzorgondersteuning, Pro Persona, ZZG; Humanitas. 5. Praktische hulp; zoals huishoudelijke hulp; welzijns-/gemaksdiensten, klussendienst, maaltijdservice, vrijwillige hulp; administratieve hulp; Uitvoering: gemeente Nijmegen bureau Wmo; Swon het seniorennetwerk; Stichting Hulpdienst; fiBON; Humanitas 6. Respijtzorg; mogelijkheden om de mantelzorger even 'vrijaf te geven. Zoals 'oppas', bezoekservice, ontmoetingscentrum, vrijwillige thuishulp. Of AWBZ-gemdiceerde mantelzorgondersteuning: dagopvang; logeerhuis, zorghotel; gastgezin etc. Uitvoering: Stichting Hulpdienst, Swon, AWBZ-zorgaanbieders; VPTZ. 7. Financiele tegemoetkoming; bijv. bijzondere bijstand; mantelzorgcompliment Uitvoering: gemeente Nijmegen; SVB. 8. Materiele hulp; woningaanpassing, hulpmiddelen (praktisch en ICT); aangepast vervoer. gedoogbeschikking voor realisatie van mantelzorgwoningen. Uitvoering: gemeente Nijmegen bureau Wmo. Volgens landelijke cijfers (SGBO) maakt 23% van de mantelzorgers gebruik van informatie, advies en begeleiding; 18% van financiele tegemoetkoming; 26 % van materiele hulp; 4% van praktische hulp; 9% van educatie; 6% van emotionele steun en 5% respijtzorg. De behoefte aan financiele tegemoetkoming, aan praktische hulp en aan emotionele steun is twee maal zo groot als het gebruik (SGBO). Dit pleit ervoor om deze basisfuncties op onderdelen te versterken.
6
De focus van het Coordinatiepunt IVIantelzorgondersteuning ligt op organisatie van een aantal van bovengenoennde basisfuncties. De beperkte bezetting kan onmogelijk 26.000 mantelzorgers ondersteunen I Het Coordinatiepunt heeft tevens tot taak de regievoering op de mantelzorgondersteuning: - Ontwikkeien van een netwerkstructuur met professionele organisaties; - Stimuleren van andere (zorg)organisaties om in hun werk aandacht en ondersteuning te geven aan de mantelzorgers die zij in de hulp- en dienstverlening tegenkomen. - Samenwerking bevorderen tussen informele zorg (mantelzorg en vrijwillige zorg; ouderenbonden, Zonnebloem, Humanitas) en professionele zorg (huisartsen, ziekenhuizen, verzorgingshuizen) in samenwerking met de Vrijwilligerscentrale Nijmegen. - Initiatieven nemen, ontwikkelingen signaleren en partners verbinden. - Verenigingen, clubs, ZAT-teams, kerken, etc. actief benaderen om mensen voor te lichten over mantelzorg en over de mogelijkheden die er zijn om mantelzorgers te ondersteunen - Stroomlijnen van intake en doorverwijzing bij de diverse organisaties gericht op mantelzorgondersteuning. - Fungeren als expertisecentrum v.w.b. mantelzorgondersteuning.
1.4 Ontwikkelingen en nieuwe inzichten Wmo-beleidsplan 2012- 2015 Onze Wmo-visie gaat uit van een betrokken samenleving. De meest kwetsbare mensen worden ontzien. Voorts gaan we ervan uit dat mensen - binnen hun vermogens - zoveel mogelijk de regie over het eigen leven moeten kunnen voeren. We koersen ook op 'samenredzaamheid': betrokkenheid vanuit de samenleving en we verwachten dat mensen zich voor elkaar inzetten. We willen een inclusieve samenleving. En waar het gaat om ondersteuning, willen we maatwerk leveren. Vraagverlegenheid en handelingsverlegenheid Wij zijn mede door het onderzoek van Lilian Linders (De betekenis van nabijheid), gewezen op 'het grote knelpunt van deze tijd' dat je autonoom, zelfredzaam en zelfstandig moet zijn. Het is een taboe om zwak en afhankelijk te zijn. Mensen schromen om hulp te vragen aan hun sociaal netwerk: 'vraagverlegenheid'. Daarnaast bestaat het fenomeen handelingsverlegenheid: mensen schromen om hun diensten aan te bieden. Er is echter wel een grote hulpbereidheid! Vaak zijn het juist ook kwetsbare mensen die andere kwetsbare mensen willen helpen, Bijzondere Mantelzorg Uit onderzoek (Bijzondere Mantelzorg jan. 2012 SCP) is gebleken dat mantelzorgers van mensen met psychische en psychiatrische aandoeningen en van mensen met verstandelijke beperkingen gemiddeld zwaarder belast worden dan bijv. mantelzorgers van ouderen. De sociale netwerken van deze mantelzorgers zijn vaak klein. De zorg kan niet eenvoudig met anderen worden gedeeld; door de vaak langdurige mantelzorgsituatie brokkelen sociale netwerken af De door gemeenten geboden mantelzorgondersteuning sluit in veel gevallen niet aan bij de wensen en behoeften van deze groepen mantelzorgers. Zij maken daarom weinig gebruik van het ondersteuningsaanbod. Zij zouden graag ondersteuning willen bij het
7
aanspreken van het eigen sociale netwerk. De mantelzorgers willen ook meer erkenning van hun deskundigheid en volwaardig in de hulpverlening worden betrokken. Deze nota speelt hierop in. Ketenaanpak dementie In Nijmegen is al enkele jaren een actieve aanpak van de problematiek rondom mensen met dementie. In dit verband worden methoden toegepast zoals vroegdiagnostiek en er is een dementiegids. Voorts zijn in deze regio zorgtrajectbegeleiders die de zorgvrager met dementie en zijn of haar mantelzorger het gehele traject begeleidt. Daarnaast voeren we actief beleid op het tot stand komen van voldoende geschikte zorgwoningen voor mensen met dementie (beschermd wonen). 'IVIantelzorgersbinnenboord' Dit initiatief wil verenigingen en clubs helpen om mantelzorgvriendelijk te worden. Mantelzorgers hebben het vaak zo druk dat deelname aan het verenigingsleven er al gauw bij inschiet. 'Mantelzorgersbinnenboord' wil juist dat de vereniging een ondersteunende rol gaat spelen ten aanzien van de mantelzorgers in de club en het mogelijk maakt om bij de club te blijven. De vereniging vormt immers een onderdeel van het sociaal netwerk van de mantelzorger en dat willen we activeren. 'Mantelzorgersbinnenboord' is een initiatief van Spectrum Gelderland en Arcon, het wordt binnenkort verspreid over het land. Decentralisatie AWBZ In het kader van de decentralisatie AWBZ zal de functie begeleiding van extramuraal wonende AWBZ-dienten worden overgedragen naar de gemeenten. Hierbij gaat het om begeleiding van mensen met psychiatrische stoornissen, verstandelijke beperkingen, somatische aandoeningen, zintuiglijke beperkingen en psychogeriatrische problematiek. Het doel van de begeleiding is het bevorderen van zelfredzaamheid, teneinde opname of verwaariozing te voorkomen. Wij willen het sociaal netwerk om deze clienten versterken en zo de mantelzorger ondersteunen. Daarmee dragen wij bij aan de zelfredzaamheid van betrokkenen. Aanpak oudermishandeling Het kabinet heeft het onderwerp ouderenmishandeling geagendeerd en heeft middelen beschikbaar gesteld om dit probleem aan te pakken. Het Actieplan 'Ouderen in veilige handen' van de staatssecretaris richt zich op preventie, signaleren, melden en verbeteren van de ondersteuning van slachtoffers. Ook Nijmegen en regio ontvangen middelen om dit actieplan de komende jaren uit te voeren. De relatie met mantelzorg betreft de verwaariozing of mishandeling van een zorgbehoevende die het gevolg kan zijn van het overbelast raken van de mantelzorger. Dit wordt ontspoorde zorg genoemd. Beleidsbrief mantelzorg (maart 2012) en onderzoek HHM Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner heeft bureau HHM gevraagd om onderzoek te verrichten onder 30 gemeenten (ook Nijmegen) naar mantelzorgondersteuning. Aanbevelingen uit dit onderzoek betreffen: - stimuleer netwerkvorming op lokaal niveau; onder meer afstemming met AWBZaanbieders en aanbieders eerstelijnszorg - regierol gemeente; bundelen van bestaande kennis en delen van best practices
8
-
mobiliseer individuele partijen zoals vrijwilligersorganisaties; MEE; zorgaanbieders; welzijnsorganisaties; werkgevers - zorg voor verbinding met de decentralisatie van AWBZ en Jeugdzorg. Een speciaal punt van aandacht betreft de respijtzorg zoals: dagopvang, logeerhuizen, zorgboerderijen en professionele respijtzorg thuis. Op dit moment worden vormen van vervangende zorg als AWBZ-begeleiding bekostigd na indicatiestelling door het CIZ. Met de decentralisatie van de AWBZ wordt ook de verantwoordelijkheid voor respijtzorg en kortdurend verblijf overgeheveld naar de gemeenten. De decentralisatie van begeleiding en kortdurend verblijf en van de jeugdzorg bieden gemeenten kansen en mogelijkheden voor respijtzorg voor mantelzorgers.
9
2.
Een nieuwe kijl< op mantelzorgondersteuning
Het systeem van zorgvrager en mantelzorger Wat wij willen bereiken is dat mantelzorgers de zorg beter kunnen volhouden, de regie over de eigen situatie behouden en voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken, Wij bezien de zorgvrager en zijn of haar mantelzorger binnen de sociale omgeving waar zij deel van uitmaken. De zorgvrager en zijn mantelzorger leven immers niet geisoleerd. Zij lopen overigens wel een groter risico op isolement als zij de zorg niet eenvoudig met anderen kunnen delen. Wij beschouwen de zorgvrager en zijn mantelzorger als ingebed in hun woonen werkomgeving te midden van gezin, familie, vrienden en kennissen, als deelnemer aan clubs of verenigingen, gaan naar kerk of moskee. Deze sociale omgeving willen we aanspreken en zo nodig activeren om een rol op te pakken waar het gaat om informele ondersteuning. De zorgvrager heeft vaak een professionele ondersteuner op het terrein van welzijn en zorg. Deze professionele ondersteuners spelen een cruciale rol waar het gaat om het activeren van het sociale netwerk om de combinatie zorgvrager/mantelzorger. We beschouwen het systeem 'zorgvrager / mantelzorger' ingebed in een omgeving met potentiele ondersteuners die de taak van de mantelzorger kunnen verlichten. Dit systeem willen we benaderen vanuit het 'eigen kracht' principe. Burgers in hun kracht zetten, Wij willen de mantelzorger niet zijn taak afpakken maar de belasting van de mantelzorger verminderen door ondersteuning te (helpen) genereren vanuit de directe leefen woonomgeving. De ervaring is dat veel zorgvragers / mantelzorgers het moeilijk vinden om een beroep te doen op ondersteuning vanuit hun eigen omgeving en eerder een beroep doen op professionele organisaties o f o p vrijwilligersorganisaties. Hetfenomeen 'vraagverlegenheid' speelt hierbij een grote rol. Het is of lijkt gemakkelijker een professional in te schakelen dan een beroep te doen het eigen netwerk. We willen deze 'vraagverlegenheid' doorbreken. Daarnaast zijn er veel mensen die 'een handje willen helpen' maar het moeilijk vinden om hun diensten zomaar aan te bieden. Dat noemen we 'handelingsverlegenheid'. Bij het project Buurthulp liepen we tegen dit probleem aan. We willen de vraagverlegenheid en handelingsverlegenheid doorbreken door de professional in te zetten. Vanuit zijn neutrale positie kan de professional de match maken tussen vraag en aanbod; het contact leggen tussen zorgvrager/mantelzorger enerzijds en vrijwilliger/mantelzorgondersteuner anderzijds. Het eigen netwerk van zorgvrager/mantelzorger wordt daarbij geactiveerd. Door deze interventie 'resetten' we als het ware sociale netwerk. In het project "Gewoon meedoen in Dukenburg" hebben we positieve ervaringen opgedaan met deze aanpak. Het activeren van het sociale netwerk volgens de methodiek van 'Informele Netwerk Ondersteuning' zoals ontwikkeld door MEE is effectief gebleken. De zgn. Cirkelmethode van St. De Hulpdienst gaat uit van een vergelijkbare benadering. Kortom, professionals appelleren aan het netwerk waarbinnen de zorgvrager /mantelzorger zich bevinden als het gaat om het bieden van informele zorg. Dit vereist een omslag in de praktijk van de professional. De professional moet alert zijn op signalen die kunnen wijzen op mogelijke overbelasting van de mantelzorger van zijn client. Het kan ook zo zijn dat 'zorgvrager / mantelzorger' bewust niet kiezen voor ondersteuning
10
vanuit het eigen netwerk, De reden is dan niet vraagverlegenheid maar het streven naar behoud van onafhankelijkheid en van gelijkwaardigheid in de relaties met de personen uit het eigen sociale netwerk. Deze situatie kan zich ook voordoen bij mensen die nu nog AWBZ-begeleiding hebben (straks Wmo). De relatie van een zorgvrager / mantelzorger met een vrijwilliger die zorg levert is doorgaans minder gelijkwaardig dan de relatie met een professionele begeleider. Aan vrijwilligers uit je netwerk kun je moeilijk eisen stellen, zij verwachten wellicht een dankbare houding van jou als zorgvrager. Een bewuste keuze voor behoud van onafhankelijkheid moet uiteraard worden gerespecteerd. In genoemde situaties, als het eigen netwerk tekort schiet of waar het moeilijk is matches te maken met vrijwilligersorganisaties, komt georganiseerde ondersteuning in beeld. Hieronder is schematisch weergegeven het systeem 'zorgvrager/mantelzorger' dat is ingebed in een omgeving met potentiele ondersteuners. Sociaal werkers (ouderenadviseurs, maatschappelijk werkers, Wmo-adviseurs) zijn erop gericht dat netwerk aan te spreken, te versterken en zo nodig te faciliteren.
11
Met Lichte ondersteuning bedoelen we georganiseerde ondersteuning zoals cursussen en ondersteuningsgroepen van het Coordinatiepunt Mantelzorgondersteuning en ondersteuning uitgevoerd door georganiseerde vrijwilligers bijv.: de maaltijdvoorziening en Plus Service van Swon; de ondersteuning vanuit St. De Hulpdienst; buddyzorg vanuit de NIM etc. W M O betreft de professionele ondersteuning door welzijnsorganisaties en ook de individuele voorzieningen zoals huishoudelijke hulp, vervoersvoorzieningen en woningaanpassingen. 1*^ en 2^ lijns zorg betreft onder meer AWBZ-begeleiding; de wijkverpleegkundige; respijtzorg; huisarts; paramedische zorg.
12
3.
Van visie naar beleid
Vanuit bovenstaande visie willen we het sociale netwerk van 'zorgvrager / mantelzorger' activeren en inzetten om mantelzorgondersteuning te bieden. Daarin gaan we extra investeren. De professional krijgt in dit geheel een wat andere rol: signaleren en het sociaal netwerk van de client activeren. We benaderen mantelzorgondersteuning vanuit een breder perspectief. Daarbij gaan we dus verder dan de acht basisfuncties die worden uitgevoerd door meer of minder professionele instellingen en het georganiseerd vrijwilligerswerk. Deze vormen van ondersteuning zijn aanvullend op de ondersteuning vanuit het eigen sociaal netwerk of komen pas in beeld als het eigen netwerk tekort schiet. De kracht van deze aanpak is dat we veel meer mensen met een ondersteuningsvraag bereiken en een veelvoud aan ondersteuning kunnen realiseren. De geschetste visie op het systeem 'zorgvrager en mantelzorger' sluit aan bij onderstaande uitgangspunten van ons Wmo-beleid. - Zelfregie: we gaan ervan uit dat mensen - binnen hun vermogens - zoveel mogelijk de regie over het eigen leven kunnen voeren. - Samenredzaamheid: we vertrouwen op de betrokkenheid in de samenleving en verwachten dat mensen zich voor elkaar inzetten Dit betekent zeker niet dat we de noodzakelijke professionele ondersteuning van kwetsbare mensen terugdraaien. Mantelzorgondersteuning bezien we in het licht van de gehele keten aan zorg die wordt verleend aan zorgvragers. Het ondersteunen van de mantelzorger door het appelleren aan eigen kracht en aan het sociaal netwerk betekent dat de professionele inzet anders wordt. Zoals omschreven in het Wmo-beleidsplan willen we een verschuiving van 'het betrekken van het netwerk bij de hulpverlening' naar 'betrokkenheid van de professional bij het netwerk'. Professionals kunnen belemmeringen wegnemen om informele zorg te vragen. -
Een inclusieve samenleving: mensen met een beperking nemen zoveel mogelijk deel aan de samenleving Een consequentie van dit beleidsuitgangspunt is dat de algemene voorzieningen en ook vrijwilligersinitiatieven open staan en toegankelijk worden voor mensen met beperkingen sociaal. Zowel op stedelijk als op wijkniveau zetten wij hierop in. - Maatwerk en ontschotting Professionals van welzijns- en zorgorganisaties benaderen de zorgvrager vanuit een integrale visie en de mantelzorger wordt vanaf het begin betrokken bij het zoeken naar antwoorden op de ondersteuningsvragen die zorgvrager en mantelzorger hebben. Het gaat om het bieden van perspectief aan de zorgvrager en mantelzorger en het zo nodig samenstellen van een passend pakket aan ondersteuning. Daarbij is het op zich niet van belang of de ondersteuning AWBZ- of Wmo-gerelateerd is. - Uitvoering op wijkniveau We willen het netwerk om de zorgvrager en zijn mantelzorger activeren en versterken. De professionals van het sociale wijkteam en het wijknetwerk spelen een belangrijke rol in dit
13
verband. De aanwezige wijk- en buurtinitiatieven kunnen worden aangesproken op het spelen van een ondersteunende rol. Immers de generalisten van de sociale wijkteams kennen de sociale kaart van de wijk of buurt. Zij spelen de matchende rol tussen informele ondersteuning en zorgvrager. In dit verband moet zeker ook de wijkverpleegkundige worden genoemd. - Inspelen op decentralisatie van de AWBZ Vanuit bovenstaande visie kunnen we goed inspelen op de AWBZ-decentralisatie. De extramurale begeleiding AWBZ wordt straks een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Professionals van zowel welzijns- als zorgorganisaties maken deel uit van de sociale wijkteams. Zij gaan een cruciale rol spelen in het activeren van het sociaal netwerk van h clienten.
4.
Van beleid naar uitvoering
De consequentie van het nieuwe beleid is dat we mantelzorgers niet onmiddellijk doorverwijzen naar het Coordinatiepunt IVIantelzorgondersteuning, naar een professionele organisatie of naar georganiseerde hulpdiensten. We kijken eerst naar de mogelijkheden vanuit het systeem zorgvrager / mantelzorger. Voor deze nieuwe aanpak stellen we middelen beschikbaar. Daarnaast continueren we het stelsel aan basisvoorzieningen; de acht basisfuncties. Werkend vanuit de geschetste nieuwe kijk op mantelzorgondersteuning kunnen we de ondersteuning fors intensiveren. Professionals spelen hierbij een belangrijke rol. We nemen een aantal maatregelen om ervoor te zorgen dat de voorgestane aanpak wordt uitgevoerd. In bijlage 2 treft u aan de concrete acties in dit verband. De maatregelen en acties betreffen de drie onderstaande categorieen beleidsvoornemens: a. Het activeren van het sociale netwerk van 'zorgvrager / mantelzorger'. b. Continueren van de basisfuncties c. Specifieke initiatieven en projecten Bij a. Het activeren van het sociale netwerk van 'zorgvrager / mantelzorger' In mei 2012 is de eerste wijkpilot Zorg en Welzijn in Lindenholt van start gegaan. Per 1 januari 2013 zijn de vier wijkpilots operationeel. Daarna volgen de andere Nijmeegse wijken. De professionals van het sociaal wijkteam richten zich - samen met het wijknetwerk - op het versterken van sociale netwerken rondom kwetsbare mensen. De wijkverpleegkundige speelt in dit verband een belangrijke rol bij AWBZ-dienten. Wij verwijzen in dit verband naar het raadsvoorstel "Uitvoering wijkpilots Zorg & Welzijn" ; uitvoeringsnotitie en basisontwerp, maart 2012. Door scholing en coaching worden de professionals toegerust om hun functie op adequate wijze te kunnen vervuUen zoals het voeren van 'keukentafelgesprekken' en het betrekken van de mantelzorger hierbij. De professionals/sociaal werkers dienen deskundigheid te hebben ten aanzien van mensen uit specifieke groepen zoals clienten met een psychiatrische aandoening of een verstandelijke beperking. Daarnaast zijn er groepen die specifieke kennis vragen zoals allochtonen; vluchtelingen; jonge mantelzorgers; homo's en lesbiennes. Wij koersen op een inclusieve samenleving. Dat wil zeggen dat mensen met een beperking kunnen deelnemen aan en gebruik kunnen maken van reguliere voorzieningen en vrijwilligersinitiatieven die er in de wijken zijn. Hierdoor wordt het gemakkelijker om de sociale netwerken van mensen met een beperking uit te breiden. Met het project 'Gewoon Meedoen in Dukenburg' hebben we een succesvoUe aanpak en methodiek ontwikkeld voor deze groepen om hen te laten meedoen in de samenleving. Daarnaast willen we appelleren aan de eigen kracht van deze mensen en gaan we inzetten op versterking van zelfregie. Wij werken in dit kader samen met het Zorgkantoor en koersen op aansluiting van W m o op de AWBZ. Zie ook het convenant over samenwerking Zorgkantoor - Co5peratie VGZ en gemeente Nijmegen (maart 2012) Bij b. Continueren van de basisfuncties Wij continueren de acht basisfuncties zoals deze zijn vastgesteld door het ministerie van VWS, Mezzo (landelijke vereniging voor mantelzorgers en vrijwilligerszorg) en VNG in het kader van de W M O invulling prestatieveld 4. Het zijn de onderdelen van de lokale
15
mantelzorgondersteuning die niet gemist kunnen worden. Deze vormen van ondersteuning dragen eraan bij dat draaglast en draagkracht van mantelzorgers zo goed mogelijk in evenwicht zijn. In Nijmegen hebben we de voorliggende jaren op de betreffende acht terreinen een stelsel aan voorzieningen gerealiseerd dat een redelijk adequaat antwoord geeft op de ondersteuningsbehoeften van de mantelzorgers. De functie respijtzorg gaan wij in het kader van de AWBZ-decentralisatie nader uitwerken. Bij c. Specifieke initiatieven en projecten Naast bovenstaande beleidsvoornemens zijn er nog een aantal aanvullende onderwerpen waarop wij ons richten. Hierbij gaat het om: - Inzet van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. In dit verband faciliteren wij een project van de St. Hulpdienst. In onze nog uit te brengen nota over vrijwilligerswerkbeleid gaan wij hier nader op in. - Jonge mantelzorgers vormen een groep die specifieke aandacht vraagt. U heeft in uw motie "Ieder kind heeft recht op tijd om kind te zijn" (behandeling Wmo-beleidsplan 2012-2015 raad 2 november 2011) nog eens extra benadrukt dat geen inzet van kinderen mag worden gevraagd. Toch is het in de praktijk zo dat kinderen vaak taken krijgen die niet passen bij hun leeftijd en daardoor psychosociale problematiek ondervinden. Het gaat om een aanzienlijk aantal kinderen (jonger dan 18 jaar) die wonen met een ouder die een psychiatrische diagnose heeft, gehandicapt of chronlsch ziek is of verslaafd is. Ook kan een broer of zus chronisch ziek of gehandicapt zijn. Landelijke schattingen spreken over 1,5 tot 2 min. kinderen (Mezzo). - In de praktijk blijkt dat allochtone mantelzorgers het reguliere aanbod aan voorzieningen niet goed bereiken terwiji mantelzorg binnen deze groep veelvuldig voorkomt. Via zelforganisaties en via benadering door met mensen uit de doelgroep proberen wij ondersteuningsmogelijkheden dichterbij te brengen. - 'Mantelzorg en Werk' is een belangrijk thema waaraan we aandacht besteden. Immers, het grootste deel van de mantelzorgers heeft een reguliere baan. Onze gemeentelijke organisatie gaan we mantelzorgvriendelijker maken. - De ondersteuning van mantelzorgers van mensen met dementie (een groeiende groep) ontwikkeien wij verder in samenwerking met ZOWEL NN (Zorg voor Ouderen en Welzijn Netwerk Nijmegen). - Het ministerie van VWS heeft het Actieplan 'Ouderen in veilige handen' uitgebracht. Dit plan richt zich op preventie, signaiering, melding en verbetering van de ondersteuning van slachtoffers van ouderenmishandeling. Wij werken deze aanpak uit voor Nijmegen en regio.
16
Bijlage 1. Communicatie Deze nota is in concept voorgelegd aan en besproken met onderstaande organisaties: - De klankbordgroep vrijwilligers- mantelzorgorganisaties (Hulpdienst, Swon, VPTZ, Humanitas, Vrijwilligerscentrale, Zonnebloem, COIL) (verwerkt 4-5-2012) - Coordinatiepunt Mantelzorgondersteuning - Spectrum C M O Gelderland - MEE Bevindingen uit deze gesprekken zijn verwerkt in de definitieve versie. Alle organisaties kunnen instemmen met de essentie van de in de nota gepresenteerde visie en aanpak. De bevindingen betreffen in het bijzonder: ' Aanvullingen op de lijst met basisfuncties en een pleidooi voor meer afstemming tussen de vrijwilligersorganisaties • Samenwerking Coordinatiepunt Mantelzorgondersteuning en Vrijwilligerscentrale • Vrijwilligersorganisaties geven aan dat men in veel gevallen reeds werkt volgens de in de nota voorgestane aanpak ^ Begeleiding door vrijwilligers van mensen met psychische aandoening is lastig • Nadrukkelijker regie voeren op de mantelzorgondersteuning door het Coordinatiepunt Mantelzorgondersteuning • Belang van samenspel tussen mantelzorger en betrokken professionals. Naast activeren van het sociale netwerk ook faciliteren, assisteren, stimuleren, organiseren van een steunend netwerk. Deze nota is ter advisering in concept voorgelegd aan onderstaande adviescommissies: - Seniorenraad Nijmegen - Adviescommissie Jeugd, Maatschappelijke Opvang en Gehandicaptenbeleid - Advies Commissie Allochtonen - Adviescommissie homo-/lesbisch beleid De vier commissies kunnen instemmen met de in de nota gepresenteerde visie en aanpak. De adviezen zijn merendeels verwerkt in de definitieve versie. De adviezen betreffen in het bijzonder: • De relatie met vrijwillige inzet. In dit verband zal nog een afzonderlijke nota verschijnen over vrijwilligerswerkbeleid. ^ Aandacht voor en het bijbrengen van kennis over bijzondere groepen mantelzorgers en zorgvragers. Aandacht voor monitoring door professionals in bij langdurige mantelzorg. • Schakel zelforganisaties in om het taboe op het vragen van hulp te doorbreken. • De rol van de wijkverpleegkundige als professional in relatie tot mantelzorgondersteuning. ^ Het beroep van zorgvragers op professionals kan voortkomen uit de behoefte om juist niet afhankelijk te willen worden van het eigen sociaal netwerk en gelijkwaardigheid te behouden. Aan vrijwilligers uit je netwerk kun je moeilijk eisen stellen, zij verwachten wellicht een dankbare houding van jou als zorgvrager.
17
Bijlage 2 . Maatregelen & Acties a. Maatregelen en acties gericht op het activeren van het sociale netwerk van 'zorgvrager / mantelzorger'. Maatregel / Actie
Toelichting
Uitvoering
Middelen
De professionals in het sociaal wijkteam richten zich - samen met het wijknetwerk - op het versterken van sociale netwerken rondom kwetsbare mensen.
Zo nodig initieren sociaal werkers aanvullende activiteiten in de wijk die zijn gericht op de participatie van zorgvrager/ mantelzorger. Buurtverenigingen, ouderenbonden, scholen, zangkoren, sportclubs, werkgevers, kerk, moskee etc. kunnen een rol vervuUen als het gaat om mantelzorgondersteuning. De wijkverpleegkundige speelt in dit verband een belangrijke rol ten aanzien van AWBZ-dienten.
Vanaf mei 2012
rvs 'Uitvoering wijkpilots Zorg en Welzijn'
Professionals in de sociale wijkteams volgen een scholingsprogramma gericht op het toepassen van Sociale Netwerk Strategieen.
In het kader van deze scholing besteden we aandacht aan verschillende typen mantelzorgers en aan specifieke groepen zorgvragers.
Vanaf mei 2012
rvs 'Uitvoering wijkpilots Zorg en Welzijn'
Professionals in de sociale wijkteams verwerven kennis en deskundigheid t.b.v. de ondersteuning van specifieke groepen clienten.
Het betreft hier mantelzorgers van allochtone herkomst; van mensen met beperkingen (bijv. ook hoorproblemen) en zorgvragers met aandoeningen zoals autisme e.d. Nota bene; Homo's, lesbiennes, biseksuelen en transgenders hebben veelal
Vanaf mei 2012
rvs 'Uitvoering wijkpilots Zorg en Welzijn'
Per Ijanuari 2013 zijn de vier wijkpilots operationeel. Daarna volgt uitrol over de andere Nijmeegse wijken.
18
een beperkt en qua leeftijd horizontaal netwerk. Vluchtelingen hebben vaak geen of een heel klein netwerk. De professionals van Tandem en IVIEE worden gecoacht in de methodiek van het project 'Gewoon IVleedoen in Dukenburg'.
Dit project betreft de ondersteuning van extramuraal wonende AWBZ-dienten. Het richt zich op versterking van zelfregie en inclusie. Clienten worden gekoppeld aan vrijwilligersinitiatieven in de wijk.
Vanaf mei 2012
rvs 'Uitvoering wijkpilots Zorg en Welzijn'
W e betrekken de mantelzorger bij de vraagverheldering van een client.
Bij het zgn. 'keukentafelgesprek' van de client met de professional van het sociaal wijkteam wordt de mantelzorgsituatie besproken. Zo nodig en zo mogelijk wordt de mantelzorger bij het gesprek betrokken.
Vanaf mei 2012
rvs 'Uitvoering wijkpilots Zorg en Welzijn'
W e onderkennen vraagverlegenheid en handelingsverlegenheid en trachten deze doorbreken.
De professional van het sociaal wijkteam is erop gericht om actief zorgvrager /client te matchen met personen uit het eigen sociaal netwerk. We zijn daarbij alert op een mogelijk bewuste keuze van de zorgvrager/mantelzorger om geen beroep te doen op het eigen netwerk vanuit het oogmerk onafhankelijkheid of gelijkwaardigheid.
Vanaf mei 2012
rvs 'Uitvoering wijkpilots Zorg en Welzijn'
W e borgen de aanpak van 'Gewoon Meedoen in Dukenburg' in de pilotwijken en geven uitwerking aan inclusief beleid.
We gaan in gesprek met AWBZ-zorginstellingen en we koersen op een kwartiermaker per zorginstelling. Ambulante begeleiders zijn AWBZ-professionals die het sociale netwerk van hun client gaan activeren.
Vanaf mei 2012
Tandem onderdeel uit budgetcontract MEE €20.000
Voor bewonersorganisaties en wijkinitiatieven worden bijeenkomsten georganiseerd over vormen van beperkingen (lichamelijk, psychisch, verstandelijk) en hoe deze organisaties kunnen bijdragen aan het realiseren van een inclusieve
19
samenleving. We implementeren de 'mantelzorgerbinnenboord' aanpak. W e versterken de zelfregie van nnensen met beperkingen.
W e starten met een 'Zelfregiecentrum' gericht op mensen met lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen. De activiteiten van het nieuwe centrum richten zich in het bijzonder op:
2012
€ 13.000 (2012) € 120.000 (2013) inclusief coflnanciering Zorgkantoor (ondervoorbehoud van vaststelling)
2012
€ 28.000 (2012) € 19.600 (2013) (onder voorbehoud van vaststelling)
- empowerment, coaching en training gericht op zelfregie en zelfontplooiing - ondersteunen van zelfhulpgroepen en lotgenotencontact - het makelen van mensen en activiteiten/initiatieven (ontmoeting en toeleiden naar vrijwilligerswerk) W e introduceren een 'Informele zorgmakelaar' in de pilotwijken van de sociale wijkteams. (VWC en Coordinatiepunt Mantelzorgondersteuning).
M e t deze interventie nemen we barrieres weg tussen formele en informele zorg; leggen we verbindingen tussen deze twee werelden en brengen we balans in vraag en aanbod op het terrein van informele zorg. Het werk van de sociale wijkteams wordt hiermee ondersteund.
Verbinding met de decentralisatie van de AWBZfunctie Begeleiding
Als de decentralisatie AWBZ wordt doorgezet dan wordt de ambulante zorg- en hulpverlening aan extramuraal wonende AWBZ-dienten een verantwoordelijkheid van de gemeente. De sociale wijkteams gaan samenwerken met de ambulant begeleiders van de AWBZ- zorgaanbieders (Verpleging & Verzorging, Gehandicaptenzorg, Geestelijke Gezondheidszorg).
Als de decentralisatie van de AWBZ doorzet dan zullen wij bij de contractafspraken met de
Met het Zorgkantoor is reeds afgesproken dat in het (AWBZ)zorgplan van de clienten een welzijnsparagraaf wordt opgenomen. In deze paragraaf wordt aangegeven op welke
20
AWBZ-instellingen onze netwerkbenadering en mantelzorgondersteuning meenemen.
manier men de deelname aan de samenleving gaat activeren.
Als de decentralisatie van de AWBZ doorzet dan stellen wij een plan op hoe wij vormen van respijtzorg gaan integreren in ons totale Wmo-aanbod aan respijtzorg in het kadervan de mantelzorgondersteuning.
In het kadervan de voorgenomen AWBZ-decentralisatie wordt ook het 'Kortdurend Verblijf een verantwoordelijkheid van de gemeente. Deze vorm van respijtzorg daarmee onderdeel van de Wmo. Respijtzorg die nu nog vanuit de AWBZ wordt bekostigd betreft onder meer: dagopvang, logeerhuizen, zorgboerderijen.
Wij attenderen huisartsen en wijkverpleegkundigen op de problematiek rondom mantelzorgers van mensen met een verstandelijke beperking of psychiatrische problematiek. Wij onderzoeken in dit verband de mogelijkheden binnen de GGZ-basiszorg.
Mantelzorgers van mensen met een verstandelijke beperking of psychiatrische problematiek vormen een afzonderlijk groep omdat zij een ander'hulpprofiel' hebben dan mantelzorgers van ouderen { de grootste groep). Zo hebben zij minder mogelijkheden om de zorgte delen.
Vanaf mei 2012
Zij hebben behoefte aan betere afstemming en samenwerking met de professionele hulpverlening. Advies is om familie en naaste betrokkenen m e e r t e betrekken bij de hulpverlening. De eerstelijnszorg speelt hier een signalerende rol. Als gevolg van de reeds doorgevoerde AWBZ-pakketmaatregel en in vervolg op de voorgenomen AWBZ-decentralisatie, vallen deze mantelzorgers vallen steeds meer onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid. (SCP-publicatie Bijzondere Mantelzorg feb. 2012)
21
b. Continueren van de basisfuncties. M a a t r e g e l / Actie
Toelichting
Uitvoering
Middelen
Wij handlnaven de inzet op de aclit basisfuncties mantelzorgondersteuning. In de uitvoering leggen we het accent op vrijwillige inzet.
Uit het landelijk SGBO onderzoek 'Mantelzorg in Beeld' naar behoefte aan versus gebruik van mantelzorgondersteuning, blijkt dat de behoefte aan alle vormen van ondersteuning groter is dan het aanbod. In het bijzonder is er behoefte aan praktische hulp en emotionele steun.
2 0 1 2 e.v.
Reguliere subsidies aan: Swon, NIM, MEE, COIL, Hulpdienst, fiBON,
Het Coordinatiepunt Mantelzorgondersteuning continueert de inzet op netwerkvorming conform de aanbevelingen van het onderzoeksrapport van H H M .
Het 'Coordinatiepunt' bevordert de samenwerking tussen informele zorg (mantelzorg, vrijwillige zorg, ouderenbonden, Zonnebloem, Humanitas) en professionele zorg (huisartsen, ziekenhuizen, verzorgingshuizen) in samenwerking met de Vrijwilligerscentrale. Daarnaast wordt verenigingen en clubs, ZAT-teams, kerken, moskeeen etc. actief benaderd om mensen v o o r t e lichten over mantelzorg en over de mogelijkheden die er zijn om mantelzorgers te ondersteunen. Lotgenotencontact wordt bevorderd. Het Coordinatiepunt fungeert als expertisecentrum v.w.b. mantelzorgondersteuning.
2012 e.v.
Reguliere subsidie aan Swon t.b.v. het Coordinatiepunt Mantelzorgondersteuning
22
c. Specifieke initiatieven en projecten. M a a t r e g e l / Actie
Toelichting
Uitvoering
Middelen
St. Hulpdienst gaat mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (±30) inzetten t.b.v. mantelzorgondersteuning.
In samenwerking met de afdeling Werk van de gemeente zet de Hulpdienst WWB'ers in als vrijwilliger in de zorg. Door deze ervaring worden de kansen op de arbeidsmarkt van deze mensen vergroot.
2012 e.v.
€ 14.600
W e zetten in op de bewustwording van jonge mantelzorgers van hun eigen situatie via organisaties die veel met jongeren hebben te maken.
Voor de inzet ten behoeve van jonge mantelzorgers is een sociale kaart gemaakt en zijn door het Coordinatiepunt afspraken gemaakt met Tandem en het CJG. Door het inzetten van nieuwe media zoals twitter, Hyves en MSN willen we jongeren de kans geven op hun eigen manier contact te zoeken.
2012 e.v.
Reguliere middelen Coordinatiepunt Mantelzorgondersteuning
W e zetten in op het bereiken van allochtone mantelzorgers.
Hiertoe schakelen we de netwerken en contactpersonen in die Swon heeft om de bovengeschetste aanpak te implementeren bij de betreffende organisaties zoals: Interlokaal, NIM, Tandem, IVC, GGD, Pro Persona. We zullen in dit verband ook de zelforganisaties benaderen om het taboe op het vragen van hulp te doorbreken. We willen een aantal (± 20) allochtone mantelzorgers opleiden tot groepswerkers die in staat zijn om lotgenotengroepen van allochtone mantelzorgers op te zetten en methodisch te begeleiden (project AMWAHT). De deelnemers aan de opleiding hebben na afronding hiervan uitzicht op vormen van betaald werk.
2012 e.v.
Reguliere subsidie aan Swon t.b.v. het Coordinatiepunt Mantelzorgondersteuning
€ 5.000 bijdrage aan project A M W A H T (onder voorbehoud van vaststelling)
23
Het Coordinatiepunt IVIantelzorgondersteuning informeert samen met de Vrijwilligerscentrale werkgevers over het voeren van mantelzorgvriendelijk personeeisbeleid.
Ongeveer 70% van de mantelzorgers combineert mantelzorg met een betaalde baan. Werkende mantelzorgers verlenen gemiddeld 17 uur zorg per week. 1 op 8 werknemers is mantelzorger.
2012 e.v.
Wij koersen als gemeente op het verkrijgen van de officiele Erkenning 'Wij werken mantelzorgvriendelijk'
Mezzo (de Landelijke Vereniging voor Mantelzorgers en Vrijwilligerszorg) heeft een officiele Erkenning in het leven geroepen. Organisaties die aan bepaalde criteria voldoen ontvangen de erkenning'Wij werken mantelzorgvriendelijk'.
2013
Samen met ZOWEL NN (Zorg voor Ouderen en Welzijn Netwerk Nijmegen) participeren wij in uitwerking van een ketenaanpak dementie voor Nijmegen en regio.
Partijen verenigd in ZOWEL NN maken afspraken op het terrein van vroegsignalering en diagnostiek, zorgtrajectbegeleiding en het uitbrengen van een dementiegids. De wens van client en mantelzorger zijn leidend. Er functioneert eveneens een ketenoverleg met partijen in de GGZ.
2012 e.v.
Wij geven uitvoering aan het actieplan 'Ouderen in veilige handen' (VWS) in het kader van de aanpak ouderenmishandeling.
Het kabinet heeft het onderwerp 'Ouderenmishandeling' geagendeerd. Het Actieplan 'Ouderen in veilige handen' van de staatssecretaris richt zich op preventie, signaleren, melden en verbetering van de ondersteuning van slachtoffers
2012 e.v.
Reguliere subsidie aan Swon t.b.v. het Coordinatiepunt Mantelzorgondersteuning
Middelen worden nader vastgesteld in de meicirculaire 2012
Samen met ZZG Zorggroep, Swon het seniorennetwerk, GGD en St. Hulpdienst stellen we een plan van aanpak op voor Nijmegen en regio. Nijmegen en regio (incl. Rivierenland) ontvangen rijksmiddelen om dit actieplan de komende jaren uit te voeren.
24
in