Herijking mantelzorgondersteuning in de deelgemeenten
Inleiding In mei/juni 2009 is de tussenevaluatie intensivering mantelzorgondersteuning besproken in het BOS en de cie MVP. Naar aanleiding van de bespreking in het BOS kreeg een ambtelijke werkgroep bestaande uit beleidsmedewerkers van de deelgemeenten de opdracht te zoeken naar verbeterpunten en oplossingen voor de geconstateerde knelpunten. Namens de stedelijke diensten waren bij de werkgroep Susan Korthagen en Judith Clement betrokken (vanuit het verbetertraject Welzijn, dienst JOS) en Boukje Huisman vanuit de GGD. Deze notitie is het resultaat van de besprekingen in de werkgroep. In de notitie wordt een beeld geschetst van de toekomst van mantelzorgondersteuning in de deelgemeenten en worden verbetervoorstellen gedaan. Een nieuwe start maar wel met de bestaande doelstellingen en ambities. Bij het opstellen van het intensiveringsprogramma Mantelzorgondersteuning 2007-2010 zijn de volgende doelstellingen geformuleerd: 9 In contact komen met veel meer mantelzorgers 9 Het opsporen, voorkomen en tegengaan van overbelasting 9 Gericht aanbieden van respijtvoorzieningen 9 De beroepszorg en het welzijnswerk op het thema mantelzorg activeren 9 Een brede maatschappelijke participatie door mantelzorgers Een kritische tussenrapportage na 2 jaar betekent niet dat we deze doelstellingen los willen laten. We hebben nog steeds de ambitie om veel meer organisaties in zorg en welzijn te betrekken bij de ondersteuning van mantelzorgers. Verder hebben we nog steeds de ambitie om veel meer mantelzorgers in de deelgemeente te bereiken en bekend te maken met ons ondersteuningsaanbod. In het uitvoeringsprogramma waren voor het bereiken van zwaar- en overbelaste mantelzorgers en het doorgeleiden van deze mantelzorgers naar respijtzorg prestatieindicatoren vastgelegd. Het is duidelijk dat we deze ambities niet gaan halen binnen het tijdsbestek van het programma, we hebben hier meer tijd voor nodig. Hoeveel meer tijd we nodig hebben, hangt af van de mate waarin het ons lukt om een andere werkwijze en andere ondersteuningsstructuur in de deelgemeente te realiseren. Het doel van deze verbeter- en professionaliseringsactie is: binnen de bestaande financiële kaders zoeken naar een nieuwe structuur en nieuwe methodieken zodanig dat de gestelde doelen op termijn realiseerbaar zijn. Dit betekent dat we focus willen aanbrengen in het programma en keuzes moeten maken. We hebben ons hierbij de volgende vragen gesteld: • Wat verwacht de mantelzorger van ons? Wat is goede mantelzorgondersteuning? • Hoe kunnen we het primaire ondersteuningsproces zo inrichten dat er resultaten gehaald worden, d.w.z. dat overbelasting van mantelzorgers wordt teruggebracht? • Hoe kunnen we het primaire ondersteuningsproces zo inrichten dat er vraaggericht gewerkt wordt en dat er een cultuur ontstaat waarin we met elkaar leren van de vragen die mantelzorgers ons stellen en hierop anticiperen in beleid en uitvoering?
1
Uitgangspunten mantelzorgondersteuning • Het doel van mantelzorgondersteuning is - het voorkomen en bestrijden van een sociaal isolement van de mantelzorger - het regelen van respijtvoorzieningen, zowel vrijwillig als professioneel, zodat de mantelzorger zelf kan participeren - het voorkomen van uitval van mantelzorgers • De mantelzorger heeft zelf de verantwoordelijkheid om de ondersteuning te organiseren die hij of zij nodig heeft. De Vraagwijzer en/of andere hulpverleners in de deelgemeente kunnen de mantelzorger helpen om de juiste vraag te stellen en te zorgen dat de mantelzorger wordt doorverwezen naar het juiste hulpaanbod. De gemeente/deelgemeente is verantwoordelijk voor het feit dat de ondersteuningsmogelijkheden breed bekend zijn onder mantelzorgers en is aanspreekbaar op het voorzieningenniveau. • Professionals in zorg en welzijn die bezig zijn met mantelzorgondersteuning werken resultaatgericht, d.w.z. dat ondersteuningstrajecten altijd eindig zijn. Het doel is de kracht van de mantelzorger aan te boren en te ondersteunen en maximaal gebruik te maken van de sociale omgeving van de mantelzorger. • Het resultaat van het hulpverleningstraject wordt bij aanvang beschreven in een ondersteuningsovereenkomst. Hierin wordt duidelijk vastgelegd wat de vraag is van de mantelzorger, wat de oplossing is en er worden afspraken vastgelegd over de weg naar deze oplossing toe. De mantelzorger weet waar hij/zij aan toe is en wat er van de hulpverlening verwacht mag worden. • Het welzijnswerk kan helpen om het eigen netwerk van mantelzorgers te versterken en te verstevigen maar biedt in principe zelf geen emotionele ondersteuning. Emotionele ondersteuning moet gevonden worden in het eigen netwerk of bij lotgenoten, niet bij een welzijnswerker • Actieve mantelzorgers worden ingezet om andere mantelzorgers te ondersteunen via het sociaal-cultureel werk en opbouwwerk. Lotgenotencontact kan prima georganiseerd worden door mantelzorgers zelf. Een nieuwe cultuur Deze uitgangspunten geven al aan dat we op een andere manier naar mantelzorgers willen kijken, niet als kwetsbare burgers die ondersteuning nodig hebben maar als sterke Rotterdammers die een zware taak op hun schouders hebben. Een taak die meestal veel voldoening geeft maar waarbij soms wat ondersteuning nodig is van mensen uit het eigen sociale netwerk of van een vrijwilliger of professional. Als deelgemeenten willen we een ondersteuningsstructuur realiseren die ervoor kan zorgen dat de belasting de draagkracht van de mantelzorger niet te boven gaat. Verder vinden we het van groot belang dat ook deze zwaarbelaste Rotterdammers zelf kunnen blijven participeren in de maatschappij. Om dat te kunnen doen, moeten soms barrières weggenomen worden. Ook daarbij willen we ze ondersteunen. Ondersteunen betekent wel dat de regie bij de mantelzorger zelf blijft liggen, hij/zij moet aangeven hoe en op welke manier er ondersteuning geboden moet worden. De deelgemeente kan helpen om deze ondersteuning te realiseren, niet door taken over te nemen van de mantelzorger maar door te zorgen dat er een netwerk van mensen ontstaat rond de mantelzorger (en hulpvrager) die taken over kunnen nemen en ondersteuning kunnen bieden. Een netwerk kan dan bestaan uit vrienden, lotgenoten, vrijwilligers maar ook professionals, bijvoorbeeld medewerkers van een thuiszorgorganisatie.
2
We realiseren ons goed dat het werken vanuit de eigen kracht van de mantelzorger een forse omslag vergt in cultuur, houding en werkmethodieken van de professionals in het welzijnswerk die tot nu toe bezig zijn geweest met mantelzorgondersteuning.. Naast het opnieuw organiseren en verdelen van de taken en functies van de mantelzorgondersteuning binnen de deelgemeente vormt het werken aan deze cultuuromslag de grootste uitdaging voor de komende jaren. Omdat deze cultuuromslag in alle deelgemeenten speelt, stellen we voor om hier samen aan werken door middel van trainingen, intervisiebijeenkomsten etc. Groeimodel De Wmo-opdracht om mantelzorgers te ondersteunen is tot nu toe door de deelgemeente uitsluitend neergelegd bij de steunpunten Mantelzorg. Als het gaat om monitoring van het beleid kijken we tot nu toe alleen naar de behaalde resultaten van de steunpunten mantelzorg. We weten echter dat veel meer organisaties in de deelgemeente in contact komen met mantelzorgers, sommige van deze organisaties bieden daadwerkelijke ondersteuning aan mantelzorgers en andere organisaties verwijzen alleen door naar het steunpunt Mantelzorg. Er zullen terreinen zijn waar de werkzaamheden van de verschillende organisaties elkaar overlappen en er zullen ook zeker lacunes zijn. We willen werken aan meer commitment van al deze partijen op het (deel)gemeentelijk mantelzorgbeleid, toewerken naar een gezamenlijke aanpak en partijen daarmee nadrukkelijk betrekken bij het realiseren van de doelstellingen van het mantelzorgbeleid. Als deelgemeente willen we leiding en sturing geven aan dit veranderproces. Als eerste willen we in de eigen deelgemeente in het najaar van 2009 een conferentie organiseren met alle betrokken organisaties in de deelgemeente. Daarna kunnen er afspraken gemaakt worden met die organisaties die een rol en taak kunnen vervullen in de ondersteuning van mantelzorgers 1 . Als derde stap in dit proces plannen we een eerste bijeenkomst met de verschillende organisaties samen om afspraken te maken over de concrete samenwerking, uitmondend in een convenant. Uiteraard moet daarna de samenwerking in de praktijk gestalte krijgen. Het jaar 2010 zien we nadrukkelijk als een overgangsjaar waarin gewerkt moet gaan worden aan de samenwerking. Geen doelgroepenbeleid meer In het uitvoeringsprogramma waren een zestal speciale doelgroepen van beleid benoemd. Omdat we onze acties en activiteiten meer willen richten op het bereiken van de prestatieindicatoren maken we nu de keuze om ons alleen te richten op de doelgroep zwaar- en overbelaste mantelzorgers. Zij hebben onze steun het hardst nodig en in deze doelgroep zijn alle andere doelgroepen vertegenwoordigd. Een nieuwe structuur Basispakket aan ondersteuning Hoewel we van mening zijn dat iedere mantelzorger zelf moet aangeven waar zijn of haar ondersteuningsbehoefte ligt en we vraaggericht willen gaan werken, willen we zelf ook een basispakket aan ondersteuningsfuncties op orde hebben. Alle mantelzorgers in Rotterdam moeten gebruik kunnen maken van dit basispakket aan ondersteuning. Hoewel iedere deelgemeente zelf verantwoordelijk is, streven we ernaar om een uniform basispakket aan ondersteuningsmogelijkheden te hebben in iedere deelgemeente. We zijn hiervoor te rade gegaan bij het ministerie van VWS die in april 2009 de basisfuncties mantelzorg heeft gepubliceerd. Basisfuncties zijn functies waarvan de opstellers (VNG, VWS en Mezzo: de landelijke vereniging van mantelzorgers) vinden dat iedere burger daarop zou 1
In sommige deelgemeenten bestaat al een platform voor zorg en welzijn. Omdat het zeer waarschijnlijk om dezelfde partners gaat, zou hier goed bij aangehaakt kunnen worden.
3
moeten kunnen rekenen. Het ministerie van VWS draagt dit aan als een richtinggevend kader voor gemeenten. Voor VWS vormt de implementatie van de basisfuncties een belangrijke toetspunt bij de tweede evaluatie van de Wmo. Voor ons vormden de basisfuncties een belangrijke input voor het basispakket aan ondersteuning dat iedere deelgemeente garandeert aan haar burgers. We hebben deze basisfuncties wat aangepast aan de Rotterdamse situatie en de taken die voortkomen uit dit basispakket verdeeld over de verschillende organisaties in de deelgemeente. Een tweede bron voor de vaststelling van het basispakket is het behoefte-onderzoek onder mantelzorgers dat op dit moment door de GGD wordt gehouden onder de mantelzorgers die in het najaar van 2008 een tas hebben opgehaald. Dit onderzoek moet meer inzicht geven in de vragen en behoeften van Rotterdamse mantelzorgers. De resultaten van dit onderzoek zijn deze zomer bekend. Met behulp van de input van deze beide bronnen kan in september een definitief basisondersteuningspakket vastgesteld worden. Omdat het onderzoek nog niet afgerond is, is het concept basispakket nu alleen gebaseerd op de basisfuncties van het ministerie van VWS. Zie hiervoor de bijlage bij deze notitie. Een mantelzorgkring in elke deelgemeente In iedere deelgemeente zijn vele partijen actief die een deel van de mantelzorgers bereiken. Onder regie van de deelgemeente willen we met deze partijen met elkaar een ‘mantelzorgkring vormen’. De deelgemeente voert de regie en faciliteert het netwerk maar is niet per definitie opdrachtgever en subsidieverstrekker van al deze organisaties. Zorginstellingen ontvangen sinds dit jaar een extra budget van het zorgkantoor bedoeld voor de ondersteuning van de mantelzorgers van hun klanten, dit betekent dat ze ook aanspreekbaar moeten zijn op deze taak. Voor de mantelzorgkring moet gedacht worden aan zorginstellingen, het AMW, kerken en moskeeën, Vraagwijzer, MEE, een vrijwilligerswinkel, de afdeling Individuele Voorziening, een huisartsenkring etc. In dit netwerk maken de organisaties onderling afspraken over de ondersteuning van mantelzorgers in hun deelgemeente. Deze afspraken worden vastgelegd in een convenant. Aan het begin van het jaar bepalen de partijen samen welke doelstellingen ze dat jaar willen behalen en wie welke taak op zich neemt dat jaar. De mantelzorgkring is zodoende als geheel verantwoordelijk voor de ondersteuning van mantelzorgers. Uiteraard heeft de Vraagwijzer als front office een zeer centrale plaats in dit netwerk. Rol van de consulent van het steunpunt mantelzorg na 1 januari De rol van het steunpunt mantelzorg verandert sterk met de nieuwe werkwijze. De informatieen adviesfunctie wordt ingevuld door Vraagwijzer en de directe ondersteuning wordt in principe geboden door de organisaties in de mantelzorgkring, het steunpunt Mantelzorg heeft hier geen rol meer in.. In de deelgemeente moet gekeken worden welke rol het steunpunt mantelzorg nog kan vervullen, gedacht kan worden aan een rol als netwerkbeheerder voor de mantelzorgkring met als doel het stimuleren en monitoren van de samenwerking. De ondersteuningovereenkomst als basis en kwaliteitsinstrument Voorgesteld wordt om de afspraken tussen mantelzorger en hulpverlener vast te leggen in een ondersteuningsovereenkomst met als doel duidelijkheid te bieden aan de mantelzorger over de hulpverlening. Hiermee wordt de eigen verantwoordelijkheid van de mantelzorger benadrukt en ontstaat er een gelijkwaardige relatie tussen de hulpverlener en mantelzorger. De ondersteuningsovereenkomst kan tevens dienen als basis en als kwaliteitsinstrument voor de
4
ondersteuning. Het doel en resultaat van de hulpverlening wordt beschreven en op het moment dat het gewenste resultaat is behaald wordt de overeenkomst beëindigd, hulpverleningstrajecten zijn dus per definitie eindig. Voor korte vragen en simpele doorverwijzingen wordt uiteraard geen ondersteuningsovereenkomst afgesloten, deze mensen worden gewoon geholpen bij de Vraagwijzer en worden daar geregistreerd. De voortgang wordt bewaakt door de ‘hoofdbehandelaar’, hij/zij fungeert ook als casemanager in het geval er nog andere hulpverleners betrokken zijn bij het traject. Het aantal afgesloten en beëindigde overeenkomsten kan ook dienen als teleenheid om de prestaties van de geboden mantelzorgondersteuning in kaart te brengen.. Verder kan de overeenkomst een goed beeld geven van de vragen van de mantelzorgers en de beschikbare hulpverlening. Deze ondersteuningsovereenkomst kan later wellicht ook gebruikt worden voor andere producten binnen het welzijnswerk. Een stedelijk bureau mantelzorg Een aantal functies kan beter gezamenlijk opgepakt worden. Het ontwikkelen en geven van trainingen aan mantelzorgers of professionals is bijvoorbeeld een taak die moeilijk binnen een deelgemeente opgepakt kan worden. Het is efficiënt om dit gezamenlijk te doen. Een onderwerp als kwaliteitsbewaking is ook iets wat gezamenlijk kan worden opgepakt. Het voorstel is om te onderzoeken hoe hiervoor een apart bureau kan worden opgezet. Het jaar 2010 Zoals gezegd willen we per 1 januari 2010 een start maken met deze nieuwe structuur. Feitelijk betekent dit dat het jaar 2010 gezien moet worden als overgangsjaar waarin we de eerste ervaringen opdoen met het werken volgens deze nieuwe werkwijze. Een aantal zaken kunnen we niet direct doorvoeren bijvoorbeeld omdat subsidierelaties voor langere tijd vastliggen, sommige veranderingen kosten daardoor misschien wat meer tijd. Wat willen we realiseren in 2010? • Eind 2010 is er in alle deelgemeenten een mantelzorgkring actief en zijn de afspraken voor de samenwerking schriftelijk vastgelegd • Eind 2010 is er in alle deelgemeenten een overzicht van het aanbod en de lacunes in mantelzorgondersteuning in de eigen deelgemeenten. Wie bereikt welke mantelzorgers en welke groep mantelzorgers wordt door geen van de partijen in de mantelzorgkring bereikt? • Eind 2010 is in alle deelgemeente bekend hoeveel (zwaar- en overbelaste) mantelzorgers er zijn geholpen in het jaar 2010. • Eind 2010 is er een begin gemaakt met het vaststellen van de doelstellingen van de mantelzorgkring voor het jaar 2011. In het jaar 2010 wordt er verder gewerkt aan een nieuw beleidsprogramma voor de jaren 2010-2014 waarin de ambities en doelstellingen worden beschreven en acties worden uitgewerkt. Op dat moment bestaat er ook meer zicht op een realistische termijn voor de prestatie-indicatoren. Hoe nu verder? Er is nog veel te doen voor 1 januari 2010. In de deelgemeenten moet contact gezocht worden met organisaties die deel willen nemen in de mantelzorgkring, er moet onderzocht worden hoe een stedelijk Bureau Mantelzorg kan worden ingericht worden. Het voorstel is om een kleine ambtelijke werkgroep op te zetten om deze acties op te pakken. Ook binnen de deelgemeenten moet er nog veel gebeuren. Binnen de GGD is nog een klein budget beschikbaar voor intensivering mantelzorgondersteuning. Het voorstel is om dit budget voor
5
een deel aan te wenden voor deze omslag. Met dit budget kunnen deelgemeenten een kwartiermaker aanstellen die binnen de deelgemeente de organisaties voor de mantelzorgkring bij elkaar brengt. Voor iedere deelgemeente is er dan in 2009 en 2010 ong. € 10.000,- beschikbaar voor dit doel. Het restant van het budget kan worden benut om een kwartiermaker aan te stellen voor het stedelijke Bureau Mantelzorg.
6
Bijlage: basisfunctie
Wat verstaan we daaronder?
Informatie (mantelzorger zelf)
Mantelzorgers hebben behoefte aan informatie op diverse terreinen: • Over ziekten, beperkingen en patiëntenverenigingen • Over het hulpaanbod, ondersteuning en regelingen Informatie aan een breed publiek over Stedelijk Bureau Mantelzorg mantelzorg en mantelzorgondersteuning draagt bij aan bewustwording en (h)erkenning van mantelzorg In de deelgemeente zijn vele partijen Kan in iedere deelgemeente anders betrokken bij het ondersteunen van zijn. mantelzorgers. Deze partijen moeten zelf ook goed ondersteund worden en van informatie worden voorzien. Bewaken en ontwikkeling van het aanbod en de kwaliteit van dit aanbod.
Informatie algemeen
Netwerkbeheer
Advies en doorverwijzing
Een groot aantal mantelzorgers heeft behoefte aan meer dan alleen informatie. Een luisterend oor is dan allereerst van belang gevolgd door een advies over het vinden van de juiste weg naar een oplossing voor de vraag van de mantelzorger. • Luisterend oor • Vraag verhelderen
Uitvoerende partij (in de deelgemeente) Vraagwijzer/zorgaanbieders
Vraagwijzer
Opdrachtomschrijving Mantelzorgers moeten op de hoogte zijn van het aanbod in de deelgemeente, ook als ze van zichzelf niet weten dat ze mantelzorger zijn. Bewoners van de deelgemeente moeten het begrip mantelzorg kennen en dit begrip (evt.) op hun eigen situatie kunnen toepassen. Taken van netwerkbeheerder: onderhouden van het netwerk, betrekken van nieuwe partners en afstemmen tussen vraag en aanbod. Zorgdragen voor het feit dat er voldoende partijen zijn opgenomen in het netwerk die emotionele steun kunnen bieden aan mantelzorgers. Regierol ligt bij deelgemeente. Ligt voor het grootste deel al binnen de opdracht aan Vraagwijzer. Toevoeging: start maken met de ondersteuningsovereenkomst in nauw overleg met de mantelzorger en casemanagement overdragen aan AMW of andere
7
basisfunctie
Wat verstaan we daaronder?
Uitvoerende partij (in de deelgemeente)
•
Casemanagement
Regie en netwerkversterking
Hulp bieden bij aanvragen voorzieningen • Evt. warme overdracht aan AMW of andere back office partij • Start maken met opstellen van de mantelzorgovereenkomst Soms zijn er problemen op meerdere levensgebieden die niet met een eenvoudig advies en/of een doorverwijzing afgedaan kunnen worden. De vragen of het verhaal van de mantelzorger moet ontrafeld worden en leiden tot een op maat gesneden hulpaanbod. De afspraken die gemaakt worden, worden vastgelegd in een ondersteuningsovereenkomst waarin beschreven wordt hoe de oplossing eruit ziet en wat de weg is naar deze oplossing toe. Ook wordt omschreven wat de mantelzorger van de hulpverlening mag verwachten en wat hij/zij zelf kan bijdragen aan de oplossing. Een wat langduriger traject gericht op het versterken van het eigen netwerk van de mantelzorger. Uit onderzoek blijkt telkens weer dat het delen van zorg een cruciale voorwaarde is om met voldoening te kunnen blijven zorgen. Een netwerk kan bestaan uit andere mantelzorgers, vrijwilligers en professionals. Voor het versterken van het eigen netwerk zijn diverse methodieken voorhanden:
Opdrachtomschrijving hoofdbehandelaar.
De hoofdbehandelaar (vaak AMW maar soms ook een andere partij)
Het doel van casemanagement is om te komen tot een integrale vorm van hulpverlening, waarbij verschillende hulpverleners inhoudelijk met elkaar samenwerken, ieder vanuit een eigen deskundigheid, opvattingen en mogelijkheden en begeleid door de casemanager.
AMW (MEE)
In kaart brengen en versterken van het eigen netwerk van de mantelzorger volgens methodieken die (landelijk) voor handen zijn.
8
basisfunctie
Emotionele steun
Educatie
Praktische en materiële hulp
Wat verstaan we daaronder? • Eigen kracht conferentie • Vrijwillige netwerkcoach etc Door het welzijnswerk zullen er ook in het kader van de Wmo nieuwe methodieken moeten worden ontwikkeld om het eigen netwerk en de eigen regie van de mantelzorger te versterken. Emotionele steun moet in eerste instantie gevonden worden binnen het eigen netwerk. De mantelzorger is hier zelf voor verantwoordelijk. Wel kan er behoefte bestaan aan meer groepgerichte emotionele steun bv. in de vorm van een Alzheimercafé of in een meer moderne vorm, een chatbox voor mantelzorgers. Mantelzorgers kunnen gebaat zijn bij voorlichting en training. Dit wordt meestal groepsgewijs aangeboden. De educatie kan zich richten op de mantelzorger zelf of op het gebied van zorg en ziekte. Educatie kan ook gericht zijn op professionals in zorg en welzijn. Vormen van praktische en materiële hulp zijn bv. • Huishoudelijke hulp • Klussendienst • Maaltijdservice • Administratieve hulp • Parkeerpas • woningaanpassingen
Uitvoerende partij (in de deelgemeente)
Opdrachtomschrijving
Patiëntenverenigingen, Regionale mantelzorgorganisatie Zorginstellingen (V&V-huizen) Kerken & Moskeeën
Emotionele steun bieden aan mantelzorgers die hier behoefte aan hebben in de vorm van lotgenotencontact of één op éénondersteuning.
stedelijk Bureau Mantelzorg
Zorgdragen voor een vraaggericht educatie-aanbod, het geven en ontwikkelen van trainingen in de diverse deelgemeenten
Bemiddeling via Vraagwijzer naar bv. afdeling Individuele Voorzieningen of CIZ. Uitvoering alle partijen die betrokken zijn in het mantelzorgnetwerk in de deelgemeente.
Zit al in de opdracht aan Vraagwijzer.
9
basisfunctie
Wat verstaan we daaronder?
Respijtzorg
Respijtzorg is een verzamelbegrip voor voorzieningen die de mantelzorg tijdelijk en volledig overnemen zodat de mantelzorger de zorg uit handen kan geven en zelf activiteiten kan ontplooien. Aan huis: • vrijwilligers als oppas, vervangende mantelzorg door vrienden/buren • professioneel Buitenshuis: • dagopvang, ontmoetingscentra • meerdaagse voorzieningen zoals een zorghotel • aangepaste vakanties voor hulpvrager en mantelzorger
Financiële tegemoetkoming
Een financiële tegemoetkoming is soms mogelijk bv. via de fiscus (buitengewone uitgaven), de bijzondere bijstand of een tegemoetkoming in de onderhoudskosten van thuiswonende gehandicapte kinderen
Uitvoerende partij (in de deelgemeente) Bemiddeling via Vraagwijzer of MEE. Uitvoering: vrijwilligersorganisaties, Thuiszorg, zorgaanbieders etc.
Opdrachtomschrijving Vraagwijzer: binnen bestaande opdracht. Aan netwerkbeheerder: Vraag en aanbod binnen de deelgemeente op elkaar afstemmen binnen het netwerk van mantelzorgorganisaties. Zorgdragen voor een goede samenwerking met het stedelijk Bureau Mantelzorg
Aan Bureau Mantelzorg: Vraag en aanbod stedelijk op elkaar afstemmen Vraagwijzer, Sociaal-raadslieden, ouderenteam afdeling Individuele Voorzieningen
Binnen de bestaande opdracht.
10
11