Nota Mantelzorgondersteuning 2009-2011
Bijlagen
1
Inhoudsopgave A. Basisfuncties mantelzorgondersteuning
3
B. De Helmondse mantelzorger in cijfers
5
C. Groepen mantelzorgers
6
D. Mantelzorgondersteuning in Helmond
9
2
A. Basisfuncties mantelzorgondersteuning Bron: Movisie (2008) “Basisfuncties lokale ondersteuning mantelzorg. Ambities voor de invulling van Wmo prestatieveld 4” 1. Informatie en voorlichting Informatie en voorlichting over alle vormen mantelzorgondersteuning is essentieel en dient zowel mondeling via een loket, als telefonisch, digitaal en schriftelijk beschikbaar te zijn. Ook moet het toegankelijk, uitnodigend, deskundig en kosteloos zijn. Informatie die de gemeente geeft, heeft naast een directe functie (gericht op de individuele mantelzorger) ook een algemene en indirecte functie. Informatie en communicatie over mantelzorg (-ondersteuning) aan een breed publiek draagt namelijk bij aan bewustwording over en (h)erkenning van mantelzorg en het belang van ondersteuning daarbij. 2. Advies en begeleiding Qua advies en begeleiding is het wenselijk dat mantelzorgers terecht kunnen bij een professional of vrijwilliger die hen verder helpt en een actieve rol speelt in de verwijzing naar de juiste weg. Het gaat om ondersteuning en begeleiding, het zetten van stappen naar instanties en het maken van keuzes. De functie van advies en begeleiding kenmerkt zich door een individuele benadering. Onder advies verstaan we één of meer persoonlijke gesprekken. Begeleiding kent elementen van advies, maar bestaat uit een langer traject. Advies kan gericht zijn op: een luisterend oor bieden, de vraag verhelderen, bemiddelen, hulp bieden bij aanvragen of doorverwijzen. Het is ook mogelijk om een preventieve benadering te hanteren. Begeleiding wordt geboden om: een ondersteund eigen netwerk te organiseren, zorg en andere hulp te regelen, de combinatie van arbeid en zorg te realiseren, geschikte tijdsbesteding/ ontspanning te vinden, de ouder- of partnerrol naast mantelzorg in te vullen. 3. Emotionele steun Zorg, ziekte en snel veranderende perspectieven vragen om specifieke ondersteuning, omdat de ermee gepaard gaande emoties het moeilijk maken om mantelzorg te verlenen zonder overbelast te raken.. Bij emotionele steun gaat het dan ook om specifieke ondersteuning, maar staat meestal niet los van de bovenstaande functies. Emotionele steun kan individueel of groepsgewijs plaatsvinden. Individuele emotionele steun kan gegeven worden in één of meerdere persoonlijke gesprekken waarin het van belang is actief is te luisteren, begrip te tonen, erkenning te bieden, situaties te verhelderen en samen te zoeken naar mogelijkheden om zo adequaat mogelijk met de situatie om te gaan. Gesprekken kunnen plaatsvinden bij de mantelzorger thuis of elders. Emotionele steun kan ook verleend worden in nauw verband met concrete zorg/ hulpverlening. Bovendien zijn er verschillende moderne mogelijkheden voor emotionele steun zoals een chatbox voor mantelzorgers en/of een smsservice. Groepsgewijze emotionele steun in de vorm van groepsbijeenkomsten lenen zich bij uitstek voor informatieoverdracht in combinatie met het delen van ervaringen. Herkenning en erkenning van de situatie en ontspanning kunnen ook samen op gaan (bijvoorbeeld lotgenotengroepen, Alzheimercafé). De bijeenkomsten kunnen thematisch worden opgezet of kunnen gericht zijn op een specifieke doelgroep. 4. Educatie Educatie, in de vorm van voorlichting en training, speelt ook een belangrijke rol bij mantelzorgondersteuning. Educatie gaat verder dan informatie en advies en wordt meestal groepsgewijs aangeboden, maar het kan ook individueel. Hierdoor kan de deskundigheid van mantelzorgers, vrijwilligers en professionals bevorderd worden. 5. Praktische ondersteuning Praktische ondersteuning is vaak gericht op de zorgbehoevende, maar het is beter voor het hele systeem (huishouden, familie, vrienden, omwonenden) de specifieke situatie in kaart te brengen en te kijken welke praktische ondersteuning ook verlichting geeft aan de mantelzorger. Doordat de driehoek eigen kracht van de zorgbehoevende, maatschappelijke steunsystemen en professionele inzet in balans is, kan de mantelzorger zijn taken langer volhouden. Waar de grenzen van de mantelzorger zijn bereikt, kan er ook behoefte zijn aan praktische hulp. Voorbeelden van praktische hulp zijn: huishoudelijke hulp, hulp bij administratie, maaltijdservice en kinderopvang.
3
6. Respijtzorg Respijtzorg is een verzamelbegrip voor voorzieningen die de mantelzorg tijdelijk en volledig overnemen, zodat de mantelzorger de zorg uit handen kan geven om eigen activiteiten te ontplooien (werk, opleiding, ontspanning). Mantelzorgers ervaren het vaak als een drempel om gebruik te maken van respijtzorg. Maar, eenmaal over de drempel, wordt respijtzorg vaak als verlichting ervaren. Bij het bieden van respijtzorg hebben mantelzorgers vaak ondersteuning nodig bij het vinden van een invulling van de tijd ter ontspanning. Respijtzorg kan aan huis gegeven worden, door vrijwilligers (oppas, bezoekservice, vrijwillige thuiszorg) of door professionals (oppas, ondersteunende begeleiding en thuisondersteuning) Daarnaast kan respijtzorg buitenshuis geboden worden, via; dagbesteding (bijvoorbeeld in wijkaccommodaties en verzorgingstehuizen), meerdaagse voorzieningen, aangepaste vakantie, activiteiten ter ontspanning voor de mantelzorger. 7. Financiële tegemoetkoming Het is wenselijk dat er financiële tegemoetkoming voor mantelzorgers is, zodat zij vanwege het zorgen niet in financiële problemen raken. Er zijn mantelzorgers die een (deel van het) inkomen missen omdat zij de zorg van een naaste op zich hebben genomen. Voor deze mantelzorgers is het soms moeilijk rond te komen. Financiële tegemoetkoming is mogelijk via; fiscale compensatie en tegemoetkoming Onderhoudskosten Thuiswonende gehandicapte kinderen (via Sociale Verzekeringsbank). Daarnaast kan het UWV vrijstelling van sollicitatieplicht verlenen aan mantelzorgers die een WW-uitkering hebben. De gemeente kan er bovendien voor kiezen om voor mantelzorg ontheffing van de arbeidsverplichtingen te verlenen. Het Persoonsgebonden budget is in principe géén financiële tegemoetkoming, maar biedt wel mogelijkheden om een mantelzorger te betalen voor verleende (geïndiceerde ) zorg. Ten slotte, is er het Mantelzorgcompliment vanuit het rijk om mantelzorgers te waarderen. Financiële tegemoetkoming kan, daarentegen, ook geboden worden door werkgevers die een ruimhartiger beleid te voeren ten aanzien van verschillende vormen van verlof. 8. Materiële hulp Vaak is materiële hulp primair gericht op de zorgbehoevende. De zorgbehoevende kan aanspraak maken op een heel scala aan WMO-voorzieningen, de mantelzorger niet. Dat terwijl materiële hulp de zorgtaak kan verlichten. Het is dan ook wenselijk dat bij de toewijzing van materiële hulp aan de zorgvrager expliciet de positie van de mantelzorg(s) wordt betrokken. Het gaat om het in ogenschouw nemen van de taken van de mantelzorger en welke hulpmiddelen of voorzieningen verlichting kunnen bieden. Voorbeelden van materiële hulp zijn: woningaanpassing, parkeerpas, aangepast vervoer en woonontheffing.
4
B. De Helmondse mantelzorger in cijfers Bron: Gemeente Helmond (2007) Zorgzame stad enquête 2007 Kenmerken mantelzorger en zorg Van de Helmondse bevolking van 18 jaar en ouder is 17% mantelzorger (14.500 Helmonders). Het zijn voornamelijk vrouwen die mantelzorg verlenen. Bovendien vallen de meeste mantelzorgers in de leeftijdscategorie 45 jaar en ouder. Opvallend is dat allochtonen relatief vaker mantelzorg geven dan autochtone Helmonders. Mantelzorgers hebben een zeer verschillend opleidingsniveau. Mantelzorg wordt voornamelijk gegeven aan familie. De reden voor mantelzorg is voornamelijk ouderdomsklachten. De taken van de mantelzorger richten zich met name op: het bieden van gezelschap, huishoudelijke verzorging, administratie/geldzaken en klussen. Frequentie en tijdsduur Bij 58% van de mantelzorgers gaat het om inzet die meermaals per week of zelfs dagelijks plaatsvindt. Voor een groot deel onder hen omvat de hulp die ze geven 20 uur of meer per week. Bijna een derde is dagelijks bezig met mantelzorg. Mantelzorg geeft men vaak over een langere periode. De helft van de mantelzorgers doet het al langer dan twee jaar. Ruim de helft van de mantelzorgers voert de werkzaamheden bovendien vrijwel geheel alleen uit. De mantelzorg wordt altijd overdag uitgevoerd, maar circa 40% verleent ook zorg ’s avonds. Een kwart van de mantelzorgers besteed meer dan 10 uur per week of meer aan mantelzorg. Samen met degene die meer dan 10 uur per week mantelzorg verzorgen, gaat het om 35% van de mantelzorgers. Dit is een forse toename ten opzichte van twee jaar geleden. Knelpunten Eenderde van de mantelzorgers ondervindt problemen bij het verrichten van mantelzorg (35%). De problemen en knelpunten richten zich met name op: de combinatie met andere dagelijkse bezigheden, de fysieke belasting en het geen afstand kunnen nemen van de zorg. Circa 22% van de mantelzorgers heeft behoefte aan enigerlei vorm van ondersteuning. Met betrekking tot de mogelijkheden tot zorgoverdracht geeft 47% aan dat hij/zij niet voldoende mensen heeft om op terug te vallen.
5
C. Beschrijving groepen mantelzorgers Bron: Movisie (2008) “Basisfuncties lokale ondersteuning mantelzorg. Ambities voor de invulling van Wmo prestatieveld 4” 1. Jonge mantelzorgers Jonge mantelzorgers zijn kinderen of jongeren die zorgen voor een langdurig ziek of gehandicapt familielid (ouder, broer of zus of ander inwonend familielid zoals opa of oma). Het gaat om thuiswonende kinderen en jongeren met een gezinslid dat lijdt aan: 1. ernstige lichamelijke chronische ziekte(n) of handicap(s), zoals kanker, MS, CVA, reuma of een progressieve spierziekte, en/of 2. chronische psychiatrische klachten zoals depressie of schizofrenie, en/of 3. ernstige alcohol-, drugs-, of andere verslaving (Factsheet EIZ, NIZW Zorg, 2003). De problematiek van jonge mantelzorgers is vaak een verborgen problematiek. Het is belangrijk om de jonge mantelzorgers te ondersteunen, omdat zij het risico lopen om overbelast te raken. Dit uit zich bijvoorbeeld in vermoeidheid, schoolverzuim, psychosomatische klachten of teruggetrokken gedrag. Gevolgen op latere leeftijd zijn depressiviteit, moeite met relaties en seksualiteit. Daarnaast lopen ze vaker vast tijdens de loopbaan op school of werk. 2. Allochtone mantelzorgers Factoren die allochtone mantelzorgers vaak extra zwaar belasten, zijn: 1. extra taken op het terrein van begeleiding en tolken, doordat de oudere generatie de Nederlandse taal niet (goed) beheerst; 2. een extra taak in het ontvangen van het vele ziekenbezoek; 3. langdurige zorg is nieuw voor alle betrokkenen. In het land van herkomst blijven mensen na een hartinfarct, beroerte of andere ingrijpend gezondheidsprobleem vaak minder lang leven dan in Nederland, waar medische zorg beter is; 4. allochtone Nederlanders verwachten veelal dat hun kinderen later wel voor hen zorgen. Dit komt vaak neer op voorzien in de totale zorgbehoefte. Voor kinderen is het moeilijk om openlijk te zeggen dat zij slechts tot op bepaalde hoogte voor de (schoon)ouders kunnen zorgen. Alleen al het praten over alternatieven kan als een gebrek aan respect voor ouders worden opgevat. Uit onderzoek van Pharos in 2006 blijkt dat vluchtelingen die mantelzorg geven, een groter risico lopen om overbelast te raken, dan anderen. De begrippen 'mantelzorg' en 'mantelzorgondersteuning' zijn over het algemeen onbekend bij vluchtelingen en andere migranten. 3. Mantelzorgers van mensen met een Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Mantelzorgers NAH kampen vaak met onbegrip in hun omgeving en worden geconfronteerd met een partner die blijvend veranderd is Dit brengt onzekerheid met zich mee: onzekerheid over de toekomst én onzekerheid over hoe om te gaan met deze nieuwe partner en de situatie. Partners en familieleden spelen een zeer belangrijke rol bij de zorg voor mensen met dementie. Nederland telt 250.000 mensen met dementie. 65% van de mensen met dementie woont thuis. De verzorging die deze mantelzorgers voor hun rekening nemen, is omvangrijk. Zonder hen zou de zorg voor dementerenden niet mogelijk zijn. In drie kwart van de gevallen hebben dementiepatiënten iedere dag, soms zelfs 24 uur per dag, zorg nodig. In bijna de helft van alle gevallen rust die zorg geheel of gedeeltelijk op de schouders van de partner of andere familieleden. Gemiddeld besteedt de centrale mantelzorger 17 uur per etmaal aan het totale zorgpakket. De gevolgen voor mantelzorgers zijn enorm. Deze inspanningen worden door de zorgontvanger niet herkend en de problemen kunnen niet worden gedeeld. Een derde van de mantelzorgers kampt met lichamelijke en/of psychische klachten als depressie, burn-out en stress. Medicatie inname ligt drie tot viermaal hoger en doktersbezoeken zijn drie keer hoger in vergelijking met leeftijdsgenoten. Ook sociaal isolement komt veel voor (Schoenmakers e.a. 2002). Ondersteuning en begeleiding van deze mantelzorgers zijn daarom essentieel en de noodzaak daartoe zal in de toekomst alleen maar toenemen.
6
4. Mantelzorgers van mensen met een psychiatrische aandoening Familieleden, partners, vrienden en andere betrokkenen nemen een aanzienlijk deel van de ondersteuning en begeleiding op zich, zodat veel mensen met psychiatrische aandoeningen thuis kunnen (blijven) wonen. De situatie van GGZ-mantelzorgers kent een aantal bijzondere aspecten en knelpunten: 1. Een psychiatrische stoornis is niet altijd zichtbaar voor de buitenwereld en is nog altijd taboe; 2. Mantelzorgers kampen vaak met schuldgevoelens en kunnen zich mede verantwoordelijk voelen voor het ontstaan van de stoornis; 3. Als gevolg van de stoornis kan de persoonlijkheid veranderen. Dit heeft zijn weerslag op de relatie. Daarnaast speelt onvoorspelbaarheid van de stoornis en fluctuatie in de zorg, een rol; 4. Juridische bescherming van de patiënt: behandeling en opname zijn in principe alleen mogelijk wanneer de patiënt hiermee instemt. Echter niet alle patiënten hebben ziektebesef en ziekte-inzicht. De privacywetgeving belemmert mantelzorgers in het verkrijgen van relevante informatie;. 5. Mantelzorgers komen vaak in contact met veel verschillende hulpverleners en organisaties, zoals de thuiszorg, GGZ-instellingen, politie, justitie, woningbouwvereniging et cetera. GGZ mantelzorgers willen zo lang en zo goed mogelijk zorgen. Langdurige, intensieve zorg trekt echter een zware wissel op de omgeving. Veel mantelzorgers voelen zich op termijn belast. Met name de subjectieve belasting is groot. Meer aandacht voor en ondersteuning van deze mantelzorgers is noodzakelijk. Dit komt niet alleen ten goede aan de mantelzorger zelf, maar ook aan de patiënt en hulpverlener. Met passende ondersteuning houdt de mantelzorger de zorg beter en langer vol, kan de zorgvrager thuis blijven wonen en vermindert de inzet van professionele zorg. 5. Werkende mantelzorgers Steeds meer mensen combineren mantelzorg met een werkend bestaan. Werkende mantelzorgers zijn vooral deeltijdwerkers, dus vaker vrouwen. Werknemers tussen de 50 en 60 verrichten de meeste mantelzorg. Mantelzorgers ervaren het werk buitenshuis vaak als een welkome afleiding. Maar de eisen van het werk en van de zorgtaken kunnen met elkaar op gespannen voet komen te staan en leiden tot overbelasting. Ook zien we dat inkomens achteruit kunnen gaan doordat gekozen wordt om minder te gaan werken, opdat de mantelzorgtaken uitgevoerd kunnen worden. Risicofactoren zijn de aard van de zorgtaken en het type werk dat de mantelzorger verricht. Zorgtaken die geen uitstel dulden, combineren lastig met betaald werk. Dit geldt ook voor aandoeningen met een wisselend ziektepatroon, zoals reuma of psychiatrische aandoeningen en voor acute, zeer intensieve zorg (waaronder ook palliatief terminale zorg). Tot nu toe is de mantelzorg bij uitstek het terrein van vrouwen, zij worden er op aangesproken maar zijn ook vaak de eerste die deze taken op zich neemt. Mannen moeten hiervoor ook meer ruimte krijgen. Onder organisaties die werken met mantelzorgers en vrijwilligerswerk wordt daarom een actie gestart om meer mannen bij hun werk te betrekken (Beleidsbrief Plasterk, 14 augustus, 2008). Werkende mantelzorgers hebben vooral behoefte aan flexibiliteit in de zorg- en dienstverlening die hun naasten ontvangen. Daarnaast hebben zij behoefte aan flexibiliteit op het werk. Dit is voor hen belangrijker dan het krijgen van verlof (Expertisecentrum Mantelzorg, 2007). 6. Ouders van kinderen met een verstandelijke of lichamelijke beperking Een kind met een beperking vraagt van ouders en overige gezinsleden extra zorg en aandacht. De zorg wordt continu verleend. Ouders van een gehandicapt kind hebben soms moeite met het accepteren van de beperking van hun kind. Ook zoeken ze soms lang naar informatie en ondersteuning die bij hen past. (www.mezzo.nl, www.handjehelpenregioutrecht.nl) Zij willen graag ondersteuning ontvangen bij het verzorgen en opvoeden van kind, professioneel of vrijwillig. Daarbij maken ze graag gebruik van de mogelijkheden van vrijwillige inzet ter verlichting van hun mantelzorgtaken. Bijvoorbeeld vrijwillige speelhulp, een stagiair die de ontwikkeling van het kind stimuleert en ondersteunt bij de opvoeding of oppast zodat de mantelzorg even respijt heeft. Of een vrijwilliger die leuke dingen doet met het kind.
7
D. Mantelzorgondersteuning in Helmond Bron: Bree, E. van (januari 2008) “Mantelzorgondersteuning in Helmond. Een match tussen vraag en aanbod” Aangezien ten tijde van het onderzoek de basisfuncties van mantelzorg nog niet bekend waren, zijn de diverse producten in onderstaand overzicht onderverdeeld naar de categorieën: -
Signalering Voorlichting / informatie Individuele begeleiding Lotgenotencontact Ondersteuningsgroepen
Signalering
-
Cursussen / trainingen Respijtzorg / praktische hulp Ontspanning Belangenbehartiging Overig
Conclusie: Hoewel diverse organisaties aangeven aandacht te besteden aan signalering is een grote groep mantelzorgers nog niet in beeld. Mantelzorgers die wel in beeld zijn vragen om meer aandacht bij de indicatieorganen (o.a. Zorgpoort en CIZ) voor de positie van de mantelzorger. Aanbevelingen: Organisaties met indiceringstaak (Zorgpoort of CIZ) of professionele hulpverleningsinstelling (GGZ, MEE, ORO, thuiszorgorganisaties e.d.) of dienstverleningsorganisatie (o.a. SWOH) (nog) meer aandacht laten besteden aan de aanwezigheid van mantelzorg en een (betere) inschatting maken van hun draagkracht / last. Vervolgens kunnen zij mantelzorgers informeren en motiveren om gebruik te maken van het bestaande ondersteuningsaanbod. M.n. Zorgpoort is hiervoor de geschikte organisatie gezien hun neutrale positie t.a.v. het grote beschikbare ondersteuningsaanbod. Risico van verwijzing door zorgorganisatie is dat deze informatie beperkt tot eigen ondersteuningsaanbod. Het opzetten van een netwerk van zgn. 'sleutelfiguren' die dicht bij mantelzorgers staan (parochieraden, woningbouwverenigingen, buurtverenigingen, wijkraden, ouderenbonden, vrouwenverenigingen e.d. ). Daarbij kan gebruik worden gemaakt van de signaleringsmethodiek die is ontwikkeld in het regionale project 'Eenzaamheid in beeld'. Bruikbare onderdelen zijn: - de trainingen voor sleutelfiguren (vrijwilligers en professionals) in signaleren, informeren, motiveren en verwijzen lokale routekaart van vraag naar aanbod: hierin aangeven wie (o.a. sleutelfiguren, zorgpoort, hulporganisaties) wanneer, welke rol spelen bij het matchen van vraag en aanbod. - een sociale kaart met beschikbaar ondersteuningsaanbod (maak gebruik van rapportage ‘Aanbod voor mantelzorgers in de gemeente Helmond’
Voorlichting / informatie
Conclusie: Er is veel behoefte aan informatie over voorzieningen, regelingen, ziektebeelden, vergoedingen e.d. Diverse organisaties bieden producten en diensten aan. Overlap: Informatieloketten, informatiecentra, helpdesks e.d. Aanbevelingen Individueel: Kies voor één laagdrempelig centraal lokaal loket (bijv. Zorgpoort): voor algemene ste vragen van alle doelgroepen, 1 opvang en mogelijkheid tot registratie, indien mantelzorger prijs stelt om geïnformeerd te worden over relevante onderwerpen zoals
8
regelingen en ondersteuningsaanbod. Adressen kunnen na goedkeuring door de mantelzorger worden gebruikt door gemeente of worden doorgegeven aan andere ondersteuningsorganisaties zoals bijv. het CVT. Voor meer specifieke vragen en informatie kan worden doorverwezen naar de infocentra die de meer specifieke doelgroepen bedienen, zoals MEE, IDC Informade (Blixembosch) en GRIP. Collectief: Kies voor één lokaal steunpunt dat zorg draagt voor informatieverstrekking in algemene zin voor alle doelgroepen, zoals het samenstellen en verspreiden van een nieuwsbrief, sociale kaart / informatiegids, website, folders e.d. Daarnaast kan de gemeente deze voorziening de opdracht geven om liefst i.s.m. met andere organisaties, themabijeenkomsten, scholingsbijeenkomsten e.d. te organiseren. Daarnaast kunnen de diverse organisaties voor hun eigen specifieke doelgroepen dit soort zaken blijven organiseren. Het lokale steunpunt kan dienst doen om zaken op elkaar af te stemmen, werving te ondersteunen etc. Mogelijke leemten: - Algemene voorlichtingscampagne om een bewustwordingsproces bij ‘verborgen’ mantelzorgers op gang te brengen - Voorlichting of p.r.- campagne om taboes in psychiatrie te doorbreken (bijv. maken van een voorlichtingsfilm over geestelijk ziek zijn)
Individuele begeleiding en ondersteuning
Conclusie: Er is veel behoefte aan persoonlijke en praktische begeleiding, ondersteuning en hulp. Overlap: Vijf organisaties bieden een vorm van mantelzorgconsulent / -makelaar aan. Mantelzorgers kunnen hier terecht voor alle facetten van hun werk, of voor onderdelen daarvan. Sommige richten zich op specifieke doelgroep. Aanbevelingen Kies voor één laagdrempelige organisatie waar de functie mantelzorgconsulent / makelaar wordt ondergebracht. Zorgpoort komt hiervoor zeker in aanmerking indien hier ook de individuele voorlichting- en informatiefunctie wordt ondergebracht en Zorgpoort een belangrijke functie kan vervullen in het signaleren van mantelzorgers bij de indicering van zorg. Zo gaat Zorgpoort binnenkort al op huisbezoek waarbij ook de belasting en vraag van de mantelzorgers berokken zal worden. (Pilot voor half jaar). Daarnaast wordt door diverse organisaties individuele begeleiding gegeven op specifieke onderdelen van het werk als mantelzorger zoals; - Opvoedkundige / pedagogische ondersteuning (ORO, MEE, GGZ) - Psychosociale begeleiding (ORO, MEE, Madi-HP, GGZ) - Sociaal juridische dienstverlening (MEE, Mezzo, Anbo) Deze ondersteuning wordt vaak gegeven voor een bepaalde doelgroep. Deze producten zijn zeker aanvullend op het werk van de mantelzorgconsulent / -makelaar. Het ligt voor de hand dat cliënten van bovengenoemde organisaties hiervan direct gebruik maken. Mogelijke leemten: - Jonge mantelzorgers: School informeren over thuissituatie - Allochtone mantelzorgers: voorlichting in eigen taal, door consulenten eigen taal / cultuur
Lotgenotencontact
Conclusie: Helmond kent diverse: - cafés voor mantelzorgers..
9
- thema / familieavonden georganiseerd door intramurale vcoorzieningen - thema / familieavonden georganiseerd door extramurale voorzieningen - lotgenotengroepen naar ziektebeeld De meeste zijn echter gericht op een specifiek ziektebeeld of doelgroepen (Alzheimer, Niet Aangeboren Hersenletsel e.d.). Bij de organisatie en inhoudelijke invulling van de cafés zijn ook meerdere organisaties betrokken. Samenwerking en afstemming is goed geregeld. Mogelijke leemten: - Thema / familieavonden georganiseerd door niet genoemde intra- en extramurale voorzieningen zoals de GGZ - Ondersteuningsgroepen voor jonge mantelzogrers met aandacht voor ontspannende activiteiten
OnderSteuningsgroepen
Conclusie: Op dit moment bieden met name GGZ, MEE en ORO diverse ondersteuningsgroepen aan gericht op de mantelzorgers van cliënten die bij hen in zorg zijn. Dit betreft zowel ouders, broertjes/zusjes, als partners. Afstemming is gewenst voor ziektebeelden zoals autisme, ADHD en verstandelijke beperking. Daarnaast bestaan ondersteuningsgroepen voor een bepaald ziektebeeld. Daarbij ook kijken naar het aanbod lotgenotengroepen naar ziektebeeld. Zo is voor bijv. dementie: afstemming gewenst tussen o.a. CVT/M, GGZ en Zuidzorg. Mogelijke leemten: - Systeembegeleiding voor diverse ziektebeelden en doelgroepen. Alleen ORO geeft aan dit aan te bieden.
Cursussen / trainingen
Conclusie: Overeenkomstig de wens van de mantelzorgers, worden op dit moment in Helmond al een groot aantal cursussen en trainingen aangeboden door GGZ ( psycho-geriatrische problematiek, manische depressie, borderline, schizofrenie, autisme, depressie), MEE. (-verstandelijke- beperking, autisme) en ORO (verstandelijke beperking). Deze zijn bedoeld voor familieleden van hun cliënten en veelal gericht op het omgaan met (de ziekte van) een familielid. Voor enkele ziektebeelden (autisme en verstandelijke beperking) lijkt sprake te zijn van overlap. Dit geldt ook voor de praktische cursussen over persoonlijke verzorging door Zuidzorg, Zorgboog en CVT/M. Afstemming tussen deze organisaties is gewenst. CVT/M biedt een groot aantal cursussen aan voor vrijwilligers in de zorg die te maken hebben met mantelzorgers. CVT/M werkt hierbij samen met groot aantal andere organisaties.
Respijtzorg / praktische hulp
Conclusie: De ondersteuningsbehoefte van mantelzorgers betreft vooral: - Meer inzet van huishoudelijke hulp en ondersteuning bij klussen als tuinonderhoud en boodschappen doen. - Vervangende zorg aan huis en incidentele en regelmatige overname van de geboden hulp / zorg (geldt zeker voor mantelzorgers NAH) - Vervangende zorg buitenshuis zodat de mantelzorger tijdelijk wordt ontlast van zijn taken Op alle punten bestaat op dit moment al een aanbod. Er is zeker geen sprake van overlap aangezien de behoeften van de diverse specifieke doelgroepen erg verschillend kunnen zijn en kunnen afhangen van de soort mantelzorg en de intensiteit hiervan.
10
Aanbevelingen: Individuele diensten zoals maaltijdvoorziening, alarmering, boodschappendienst, tuinonderhoud en niet-geïndiceerde huishoudelijke zorg (zgn. woonservicediensten en woonzorgdiensten) kunnen een bijdrage leveren aan het ontlasten van de mantelzorger. In de gemeentelijke notitie 'Concept richtinggevende kaders voor mantelzorg d.d. 3 december 2007, worden een aantal primaire en secundaire beleidsdoelstellingen benoemd waaraan deze diensten moeten voldoen. Ontlasting van de mantelzorger is hierbij echter (nog) niet meegenomen. Dit verdient aanbeveling. Indien deze diensten door meerdere organisaties worden aangeboden is afstemming / samenwerking / coördinatie zeker gewenst. Bij indicering professionele zorg (door CIZ en Zorgpoort) kan op deze mogelijkheden worden gewezen. Aanbod ‘Vervangende zorg aan huis’ en ‘Vervangende zorg buitenshuis’ is erg divers en daardoor niet altijd overzichtelijk. Coördinatie van de diverse mogelijkheden door één organisatie lijkt zinvol. Zorgpoort is hiervoor zeker geschikt als mantelzorgers bij indicering al in beeld worden gebracht en Zorgpoort ook het centrale loket wordt voor individuele informatie- en adviesvragen en individuele begeleiding en ondersteuning. Project gemeente Weert / Nederweert waarbij pool van ambtenaren tijdens werktijd wordt ingezet als tijdelijke vervanger van de mantelzorger. (Voorbeeldfunctie gemeente) Mogelijke Leemten: - Vakantiemogelijkheden voor bepaalde specifieke doelgroepen. Mogelijk aanbod: Het CVT/M kan op het brede terrein van respijtzorg meerdere producten aanbieden, mits hiervoor extra middelen beschikbaar kunnen worden gesteld. Dit betreft o.a. specifieke doelgroepen zoals mantelzorgers van mensen met een psychiatrische aandoening en allochtonen. Ook MEE kan 'Praktische Thuishulp' als extra product aanbieden.
Ontspanning
Conclusie: Uit het onderzoek naar de zorgvraag blijkt dat alleen de jonge mantelzorger aan dit soort producten en diensten behoefte heeft. Aandacht voor waardering is daarbij zeker gewenst. Aanbeveling: Het project ‘Petje af’ brengt de jonge mantelzorger in beeld en omvat tevens ontspannende activiteiten als waardering voor de geboden zorg. Dit project kan worden aangeboden mits er extra middelen beschikbaar worden gesteld en het voortgezet onderwijs bereid is tot het leveren van een bijdrage. Aanvullende opmerking: In Helmond worden op dit moment een aantal producten aangeboden zoals: - Dag van de mantelzorg (CVT/M) - Creatieve koffie en workshops (CVT/M) Daarnaast worden dit soort activiteiten ook landelijk georganiseerd (Mezzo).
Belangenbehartiging
Conclusie: De ondersteuningsbehoefte op dit vlak betreft o.a.: - Het vragen van aandacht voor de positie van mantelzorgers bij werkgevers 9flexibele werktijden, verlofregeling e.d.). - Het stimuleren van de GGZ om betrokkenheid van de familie te vergroten (familieraad, vertrouwenspersoon e.d.). - Het vragen van aandacht voor de positie van de mantelzorger in algemene zin - Aandacht in beleid voor taboes wat betreft het geestelijk ziek zijn. Het aanbod hierop lijkt op dit moment nog beperkt.
11
Aanbeveling: - Project om aandacht te vragen mantelzorg bij werkgever (Steunpunt mantelzorg Deurne). Gemeente Helmond kan hierbij als werkgever van de ambtenaren het goede voorbeeld geven. - Het realiseren van een (informeel) overleg tussen mantelzorgers en gemeente gericht op informatieuitwisseling, knelpuntensignalering en projectontwikkeling. Leg hierbij relatie met participatieraad WMO. Doelgroep mantelzorgers kunnen ook hierin worden vertegenwoordigd.
Overig
Conclusie: Ook blijkt behoefte te bestaan aan: - Het realiseren van buurtnetwerken ter vermindering van belasting en isolement van de mantelzorger. - Het realiseren van een ondersteuningsaanbod voor Helmonders, die alleen emotioneel belast zijn door de situatie thuis, maar die niet meer dan de gebruikelijke zorg geven (zoals geformuleerd in de gemeentelijke definitie mantelzorg). - Financiële tegemoetkoming; door strenge en ingewikkelde voorwaarden komen slechts weinig mantelzorgers in aanmerking voor het mantelzorgcompliment van € 250,Aanbeveling: - Maak bij het realiseren van buurtnetwerken gebruik van onderdelen uit het regionale project 'Eenzaamheid in beeld" - Pas de huidige definiëring van mantelzorg voor specifieke doelgroepen zoals psychiatrie aan. - Zoek naar mogelijkheden om ‘geïndiceerde’ mantelzorgers op een laagdrempelige wijze in aanmerking te laten komen van een (financiële) vergoeding
12