Project VN Verdrag om de Hoek Verslag Mei 2013
Verslag project VN Verdrag om de hoek Vooraf In Limburg is gekozen om binnen het project VN Verdrag om de hoek, een bijeenkomst te organiseren in Maastricht. Het doel van het project in Limburg is drieledig: Aan het einde van het project, in de vorm van een ‘afsluitende’ bijeenkomst, is het volgende bereikt. 1
2
3
De stakeholders zijn bekend met: -
de inhoud van het VN Verdrag
-
de impact van de uitvoering van het VN Verdrag op beleid en uitvoering
-
de eigen rol in de uitvoering van het VN Verdrag
De deelnemende stakeholders hebben: -
kennis van handvatten die bruikbaar zijn om in te zetten bij de uitvoering
-
inzicht in de mate waarin de verschillende handvatten voor hen toepasbaar zijn
Drie stakeholders spreken de intentie uit om actie te aan ondernemen, preluderend op de ratificatie van het VN Verdrag
Om deze doelen te bereiken, heeft project Limburg ingezet op het schrijven van een position paper, waarin de inhoud van het VN Verdrag, de impact van de uitvoering van het VN Verdrag op beleid en uitvoering staat beschreven. Een tweede middel dat project Limburg heeft ingezet, is het voeren van gesprekken met alle deelnemende stakeholders, waarin de eigen rol in de uitvoering van het VN Verdrag centraal staat. In de gesprekken is tevens gesproken over de wijze waarop de stakeholder invulling kan gaan geven aan zijn/haar rol in de uitvoering van het VN Verdrag en over de mogelijke handvatten die bruikbaar zijn om in te zetten bij de uitvoering. In de bijeenkomst zelf is gestreefd naar het komen tot ‘en public’ uitspraken over de acties die de stakeholders gaan ondernemen in de komende tijd om invulling te geven aan het VN Verdrag. Stakeholders Het project Limburg richt zich op stakeholders in Maastricht. Stakeholders zijn personen die: beslissen over beleid beslissen over de uitvoering van beleid de belangen behartigen van personen op wie het beleid van toepassing is Op basis van de inhoud van de artikelen in het VN Verdrag maken we een keuze voor stakeholders. In Maastricht nodigen we directie en bestuur van middelbaar onderwijs en basisonderwijs uit, wethouders, zorgaanbieders als MEE en lokale organisaties als Radar, belangenbehartigers, bruggenbouwers tussen onderwijs en werk, de kerk, antidiscriminatie-instellingen, vrijwilligersorganisaties. Met elkaar vormen zij een belangrijk deel van de stakeholders in Maastricht als het gaat over de invoering van het VN Verdrag in 2015: kortom een breed scala van personen die voor de verandering kunnen zorgen.
1
De gesprekken Met alle1 deelnemers is van te voren minimaal een uur gesproken over het VN Verdrag en de betekenis ervan voor het eigen handelen van de organisatie die de persoon vertegenwoordigt. In deze persoonlijke setting zijn veel onderwerpen de revue gepasseerd en is, in de meeste gevallen in een zeer open houding, aangegeven waar de pijnpunten zitten in de organisatie en waar er nog duidelijk punten ter verbetering liggen. Bij vrijwel alle organisaties was het VN Verdrag niet bekend. Zo wordt door bijvoorbeeld een zorgorganisatie duidelijk aangegeven dat zij ‘nog een flinke slag moeten maken’ en dat ze in wezen een afspiegeling zijn van de maatschappij, met aan ene kant personeel dat bepaalt wat goed is voor ‘de gehandicapten’ en ontoegankelijke ruimtes in fysieke en psychologische zin, en aan de andere kant personeel dat op een empowerende wijze werkt aan het zichzelf overbodig maken, door de regie zoveel als mogelijk bij de cliënt te leggen en hen hierin te trainen. Ook horen we de vertegenwoordiger van de kerk aangeven dat de toegankelijkheid van vele kerkelijke instellingen ver te zoeken is en dat terwijl het steeds belangrijker wordt om lokaal toegankelijk te zijn door de toenemende extramuralisering. En vertegenwoordigers van onderwijs die, na ongeveer een half uur de problemen vooral extern neer te hebben gelegd, aangeven dat ‘hun leerkrachten nog veel meer dan nu het geval is, zouden moeten luisteren naar de leerlingen’; dat er veel problemen ontstaan voor leerlingen met een beperking die escaleren omdat vanaf het begin niet geluisterd wordt naar de leerling en de leerkracht en de erbij betrokken professionals ‘heel goed weten wat nodig is voor de leerling’. En andere onderwijsbestuurders die zonder meer erkennen dat ‘het inclusieve gedrag van hun leerkrachten nog voor flinke verbetering vatbaar is’ en het VN Verdrag het bestuur kan faciliteren in het verantwoorden hier meer in te investeren dan nu het geval is. En de wethouder welzijn die, na verteld te hebben ‘hoe goed het in de gemeente gaat en hoe ver we al zijn’, erkent dat de medewethouders nog lang niet zover zijn dat ze inzien dat het VN Verdrag ook op hun beleidsterreinen van toepassing is en dat ze daar nog een flinke slag moet zien te slaan. En de portefeuillehouder WMO die graag met een brede vertegenwoordiging van de belangenbehartigers zou willen praten over wat nodig is en belangrijk is, maar aanloopt tegen onderling tegenstrijdige belangen van die belangenbehartigers waardoor het samen aan tafel gaan toekomstmuziek blijkt te blijven. En MEE, die verslag doet van alle projecten die gericht zijn op het verbeteren van de eigen regie en zelfstandigheid van de burger met een beperking, en tenslotte aangeeft dat ‘het voor hen nog steeds een probleem vormt om diezelfde burger te bereiken’ en hun producten en diensten voor deze burger op een inclusief toegankelijke wijze aan te bieden’. En ga zo maar door; gesprekken die in een vertrouwelijke setting plaatsvonden en die inzicht geven in de dagelijkse problematiek waarmee de verschillende partijen worstelen. Het VN Verdrag wordt enerzijds gezien als een ‘vehicle dat voor nog meer onrust zal gaan zorgen’ en anderzijds als een ‘vehicle dat hen kan ondersteunen om nog meer de richting in te gaan die ze toch al van plan waren’. 1
Met een deelnemer is alleen telefonisch contact geweest.
2
In alle gesprekken is aan het einde gesproken over datgene wat de organisatie concreet kan gaan doen als voorbereiding op de invoering op het VN Verdrag. En zijn er afspraken gemaakt over wat de organisatie tijdens de gezamenlijke bijeenkomst zal aangeven ‘te gaan doen’. De gesprekken dienen daarmee als een eerste bewustwording en als een eerste aanzet tot gedragsverandering. Position Paper Voorafgaande aan de bijeenkomst krijgen alle deelnemers de inmiddels ontwikkelde position paper toegestuurd. Deze bestaat uit drie delen. Het eerste deel omvat de Nederlandse vertaling van de artikelen uit het VN Verdrag. Het tweede deel omvat ‘de dag van Jules’, waarin we op een hele praktische wijze de implicaties van het VN Verdrag op het leven van Jules schetsen; Jules is een jongen van achttien jaar met een beperking en we laten de beperking wisselen om de verschillen duidelijk te maken en de impact van de invoering van het VN Verdrag op het leven van Jules en zijn omgeving te laten zien. Het derde deel van de position paper beschrijft op praktisch beleidsniveau de impact van het VN Verdrag voor de gemeente. Het gaat dan over: op welke verordeningen heeft het VN Verdrag impact, met voorbeelden van de verordeningen waar het dan om gaat. We verwachten dat we door deze drieluik zowel de beleidsbeslissers, de belangenbehartigers en de beleidsuitvoerders inzicht geven in ‘waar het over gaat’. De deelnemende stakeholders zijn op die wijze, door de oriënterende gesprekken en de position paper, voorafgaande aan de bijeenkomst geïnformeerd over het VN Verdrag en de impact ervan voor hun eigen handelen. De bijeenkomst Op vrijdag 19 april komen 20 personen bij elkaar in een kookstudio in Maastricht. De bijeenkomst heeft als doel dat de stakeholders nogmaals, en nu te midden van andere stakeholders, aangeven wat ze gaan doen en zo hun commitment te stimuleren om dat wat ze ‘beloven’ ook in de praktijk uit te gaan voeren. En de bijeenkomst heeft als doel dat ze hierin de gezamenlijkheid zoeken. Waar mogelijk samen werken met anderen; anderen inschakelen en er voor anderen zijn. De bijeenkomst vindt plaats in de kookstudio ‘Business a la Carte’ van Pascale Renee Cohen. Cohen combineert mental coaching met koken: door het inschakelen van de manuele en sensitieve elementen treden de cognitieve elementen minder op de voorgrond, waardoor de gedachten van deelnemers vaak vanuit een breder perspectief voortkomen. Vanuit die uitgangspositie gaan de deelnemers aan de VN Verdrag bijeenkomst gezamenlijk koken en met elkaar discussiëren over wat ze zelf gaan doen en wat ze nodig hebben om dat te doen en waar ze elkaar gaan nodig hebben. Vanuit de sociale psychologie weten we inmiddels dat ‘het niet hoeven aan te kijken’ bijdraagt aan een meer open houding naar elkaar. En vanuit de sociale psychologie weten we ook dat ‘het samen bezig zijn met iets heel anders’ bijdraagt aan een meer open staan voor elkaar. In de bijeenkomst is dit terug te vinden. De deelnemers zijn, in groepen van vier, bezig om soep te maken, groenten te bereiden, omeletten te bakken en als toetje een appeltaart voor te bereiden. Waar mogelijk zijn barrières ingebouwd, zoals het ‘blind’ snijden van champignons, uien en appelen en het aanbieden van recepten die door de gemiddelde deelnemers van een niet te volgen niveau zijn. Dit lokt bij de deelnemers niet alleen verrassing uit, ook het twittergedrag en facebookgehalte neemt toe.
3
En er wordt druk gepraat, soms verhit gediscussieerd. In alle gevallen gaat het om onderwerpen gerelateerd aan het VN Verdrag. Terwijl de soep overkookt en de eieren nog niet helemaal gaar uit de pan worden gehaald en Cohen zorgt dat ‘het weer allemaal in orde komt’ ontwikkelt zich een vorm van cohesie tussen de deelnemers die zich tijdens het opeten van het gemaakte uit in het unaniem genomen besluit ‘om allen als ambassadeur van het VN Verdrag’ door te gaan. Tijdens de maaltijd, waarbij alle deelnemers samen aan een grote tafel aanschuiven, noemt eenieder datgene wat hij of zij, als ambassadeur in de komende tijd zal gaan doen. Veel van wat wordt genoemd, is al in de voorgesprekken aan de orde geweest. Het verschil nu is, dat partijen zichzelf spontaan opwerpen om het samen te doen en onverwachte verbindingen tot stand te laten komen. Alhoewel het zitten aan de tafel zorgt voor een vermindering van de spontaniteit die tijdens het koken zeer wel aanwezig is, blijft de eerder ontstane dynamiek aanwezig tot het einde, waar de deelnemers onder het genot van een stuk zelfgemaakte appeltaart en een Limburgs appellikeurtje doorgaan met afspraken maken met elkaar en het uitwisselen van visitekaartjes en telefoonnummers. Afspraken De bijeenkomst heeft geleid tot afspraken bij stakeholders, over wat ze gaan doen in de nabije toekomst als het gaat over de voorbereiding op de invoering van het VN Verdrag. In eerste instantie worden algemene, niet ‘verifieerbare’ uitspraken gedaan waarbij de aanwezig stakeholders afspreken ‘om het VN Verdrag te koppelen aan de eigen werkzaamheden’, om ‘in alle contacten en acties de eigen kracht en de positieve bijdragen te benadrukken: van mensen zelf en van organisaties’, en om ‘te verbinden vanuit beeldvorming; alle partijen, inclusief burgers zelf vanaf het begin’. Vervolgens heeft een groot deel van de aanwezigen zichzelf gecommitteerd aan een aantal concrete activiteiten. Het betreft de volgende: Vanuit de kant van de zorgorganisatie is aangegeven dat zij, met het VN Verdrag in de hand, intern gaan werken aan een kanteling van de eigen organisatie en te gaan werken conform de ‘regels ‘ van het VN Verdrag. En dit te doen vanuit een kritische blik intern gericht naar het handelen van de eigen organisatie. Vanuit de kant van de belangenbehartigers is aangegeven te gaan werken aan coalities, ook onverwachte coalities, om elkaar te versterken in wat nodig is en van elkaar te leren. Dit is onder meer aangegeven door de WMO-raad, het platform gehandicapten, de antidiscriminatie organisatie en de dienst kerk en samenleving. Vanuit de kant van de arbeidstoeleiders is aangegeven om de arbeidswens van de mens met een beperking nadrukkelijker onder de aandacht te brengen en welke ondersteuning daarbij nodig is om daar te komen. En om nog meer dan nu, te werken aan het creëren van banen voor mensen met een beperking. Vanuit de WMO-raad is aangegeven om de tekst van het VN Verdrag levendig en gemakkelijker toegankelijk te maken voor de achterban. Vanuit de koepel voor het basisonderwijs is aangegeven om nadrukkelijk het onderwerp op de bestuursagenda te zetten, want nu ontbreekt het in het geheel. Eveneens vanuit deze koepel wordt gezegd het thema op alle scholen te gaan bespreken; zowel wat betreft het beleid richting leerlingen als het personeelsbeleid.
4
Vanuit de koepel voor het middelbaar onderwijs is aangegeven docenten en management bewust te maken van het VN Verdrag en hen te trainen hoe hier invulling aan te geven, daarbij nadrukkelijk de steun zoekend van partijen als de WMO-raad en het gehandicaptenplatform. Vanuit de kant van de koepel van vrijwilligersorganisaties is aangegeven door te gaan met het organiseren van deze bijeenkomsten in Limburg. Vanuit de kant van de politieke partij wordt aangegeven in de komende zes weken, elke dag ten minste één keer in een gesprek het VN Verdrag naar voren laten komen. Tevens geeft de fractievoorzitter van deze politieke partij aan om hun documenten te gaan checken op toepasbaarheid en overeenstemming met het VN verdrag. Vanuit de kant van de kerk dienst en samenleving is aangegeven vanaf nu het ‘openstaan voor iedereen’ op de agenda te zetten en actief te werken aan deze ‘openheid’. Alle stakeholders geven aan aandacht te gaan geven aan het VN verdrag via website en eventueel sociale media. De wethouder die momenteel Agenda 22 in de portefeuille heeft, geeft aan te gaan investeren in bewustwording bij de collegawethouders, over de eigen rol die zij spelen bij de invulling van het VN Verdrag. Een eerste stap hiertoe is het organiseren van een bijeenkomst op dezelfde locatie met de collegawethouders. De wethouder geeft eveneens aan het verdrag mee te gaan nemen in alle beleidsvisies, het aan de orde te stellen in de collegevergaderingen en het als vast thema op te nemen in de collegenota’s.
Doelen en Resultaten De doelen die voorafgaande zijn gesteld in het project Limburg, zijn bereikt. Toch zijn er altijd dingen die beter kunnen. Wat ging goed, wat kon beter? Wat goed was, waren de gesprekken vooraf. Door van tevoren met iedereen te hebben gesproken, was er een eerste bewustwording op gang gekomen. De commitment om naar de bijeenkomst te komen, werd daarmee eveneens vergroot. Het benaderen van personen om een eerste gesprek te voeren, ging meestal gemakkelijk, soms kostte het meer moeite en moesten overtuigende argumenten in de vorm van de impact voor de eigen organisatie worden gebruikt, om het gesprek te voeren. Van diegenen met wie een gesprek is gevoerd, is geen echte afzegging meer gekomen; er was een afzegging op de avond ervoor, vanwege een sterfgeval. De combinatie van voorgesprek en bijeenkomst was daarmee een noodzakelijke voor het bereiken van deze doelen, althans in mijn optiek. Met de provincie is een aantal keren contact geweest maar bleek er uiteindelijk niemand zich voldoende probleemeigenaar te voelen om het nut van een face to face gesprek te willen voeren. Ook voor de bijeenkomst zelf, waarvoor de provincie was uitgenodigd, bleek geen persoon beschikbaar te zijn ‘vanwege andere prioriteiten’. De weg naar en voor de provincie is daarmee niet afgesloten, deze zal nu via de wethouders gaan lopen, daar is al een eerste aanzet toe gemaakt, zie Notabene. Wat beter kon? Nog scherper van tevoren met de stakeholder bespreken wat hij/zij kan doen en wat er dus in de bijeenkomst ‘beloofd’ wordt. Niet dat de huidige resultaten onvoldoende zijn, dat zeker niet; er had wellicht nog meer uitgehaald kunnen worden.
5
Vervolg Hoe nu verder. Van de bijeenkomst wordt een filmverslag gemaakt, van ongeveer tien minuten, dat openbaar beschikbaar wordt gemaakt voor eenieder die dat wil. Het filmverslag wordt naar alle deelnemers gestuurd, waarbij per deelnemer in een persoonlijke mail wordt aangegeven wat ‘beloofd’ is door de betreffende deelnemer. Aan de belangenbehartigers wordt tevens gevraagd of zij de voortgang willen bewaken van de ‘beloften’ van de deelnemers. Inmiddels heeft die toezegging door de belangenbehartigers plaatsgevonden. Zij zullen de ‘beloofde acties’ gaan monitoren. Vanuit het project zullen we hierin ondersteuning blijven bieden. Ook is een eerste aanzet gemaakt voor de vervolgbijeenkomst met de collegawethouders in Maastricht. Voor het overige is het nu zorgen dat de stakeholders zich aan hun afspraken houden en hen te ondersteunen in de middelen die ze hiertoe kunnen inzetten. Notabene In de voorbereiding heeft project Limburg gesprekken gevoerd met de wethouder van Venlo, een beleidsambtenaar en de voorzitter van het gehandicaptenplatform van Venlo. Dit omdat in een presentatie over het project tijdens de prokkelinformatiemiddag, de wethouder zich aangesproken voelt als het om de inhoud van het VN Verdrag gaat. De wethouder is druk bezig met het invoeren van Agenda 22 en kende het nieuwe verdrag nog niet. We hebben daarom, op uitnodiging van de wethouder een gesprek gevoerd met bovengenoemde partijen in Venlo, om het VN Verdrag toe te lichten, het verschil met Agenda 22 toe te lichten en te brainstormen hoe Venlo kan anticiperen op het VN Verdrag. De wethouder voelde niet voor een enkele bijeenkomst met stakeholders; zijn ervaring met dit soort bijeenkomsten is dat er tijdens de bijeenkomsten vaak sociaal wenselijke en vooral vage uitspraken over ‘hoe verder’ worden gedaan en hij graag concreet aan de slag wil. Zijn idee is om op provinciaal niveau een bijeenkomst voor wethouders te organiseren, dan wel aan te sluiten bij een reeds bestaande bijeenkomst voor wethouders, met als agendapunt het VN Verdrag en de impact ervan op het handelen in de gemeente. Hij wil daarin voortrekker zijn, samen met zijn collega-wethouder uit Maastricht. Tevens geeft hij aan om in 2014, tijdens de Aspergerie, een groot georganiseerd diner waarbij het aspergeseizoen wordt geopend en veel prominenten aanwezig zijn, zoals ministers, burgemeester en wethouders van Venlo en meerdere staatssecretarissen, aandacht te besteden aan het VN Verdrag. Op welke wijze, zullen we in het najaar over doorpraten. Als derde punt dat in het gesprek naar voren komt, is het organiseren van een bijeenkomst voor alle ambtenaren waarbij het VN Verdrag wordt toegelicht en ook de betekenis ervan voor het eigen werkgebied aan de orde komt, kortom bewustwording wordt gecreëerd. Deze is gepland voor in het najaar van 2013.
Tot zover Brigitte van Lierop 7 mei 2013
6