HUISVESTINGSPLAN SCHOLEN STICHTING O2A5
Huisvestingsplan scholen Stichting O2A5
Inleiding
pagina 3
1. Verantwoordelijkheden gemeente
pagina 4
2. Verantwoordelijkheden schoolbestuur
pagina 10
3. Financiële Kaders
pagina 12
4. Beschrijving huisvestingssituatie scholen: kwantitatief en kwalitatief
pagina 15
5. Toekomstige werkwijze onderhoud schoolgebouwen
pagina 17
6. Beleidsvoornemens
pagina 24
Bijlagen
pagina 25
2
Inleiding Het bestuur van de Stichting O2A5 streeft naar een inspirerende leer- en werkomgeving voor haar scholen. Een adequate accommodatie is immers een van de noodzakelijke voorwaarden voor goed onderwijs. Scholen hebben ruimte nodig om het onderwijs goed en efficiënt te kunnen uitvoeren. Daarnaast dienen scholen een aantrekkelijk en kindvriendelijke uitstraling te hebben. Een en ander kan op gespannen voet staan met de beperkte vergoeding die scholen voor materiële instandhouding ontvangen, als gevolg waarvan huisvestingskosten weleens de sluitpost van de schoolbegroting worden. Zeker nu met de lumpsumfinanciering de zogeheten “ schotten” bij de besteding van de verschillende geld- en formatiebronnen, zoals die bestonden onder het formatiebudgetsysteem, zijn komen te vervallen en het mogelijk is om de voor onderhoud ontvangen rijksvergoeding bijvoorbeeld te besteden aan personele kosten. De verantwoording voor de zorg van onderwijshuisvesting ([ver]nieuwbouw, uitbreiding, eerste inrichting, aanpassingen en onderhoud (buitenkant) ligt bij de gemeente. In hoofdstuk 1 wordt op deze verantwoordelijkheid ingegaan en wordt een overzicht gegeven van de verschillen in de verordeningen voorzieningen huisvesting onderwijs van de zeven gemeenten waar onze scholen zijn gevestigd. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor het binnenonderhoud. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de huisvestingstaken die we op grond van wet- en regelgeving als schoolbestuur zelf moeten uitvoeren. Voor de uitvoering van het onderhoud ontvangt iedere school via de jaarlijkse rijksvergoeding materiële instandhouding een bedrag voor onderhoudsbeheer (een vergoeding voor het opstellen en jaarlijks actualiseren van een onderhoudsplan) en een bedrag voor het gebouwenonderhoud. Door de gemeenten zijn/worden in het kader van de bestuursoverdracht de voorzieningen onderhoud overgedragen aan de stichting. Hoofdstuk 3 geeft inzicht in de voor onderhoud beschikbare financiën. Hoofdstuk 4 gaat kort in op de huisvestingssituatie en de (toekomstige) ruimtebehoefte van de scholen. Het verdient aanbeveling om over de wijze waarop het onderhoud aan de scholen wordt uigevoerd bovenschools afspraken te maken. Mogelijke werkwijzen komen in hoofdstuk 5 aan de orde. In hoofdstuk 6 ten slotte worden de beleidsvoornemens/te maken keuzes op een rijtje gezet.
3
1. Huisvestingstaak gemeente 1.1. Algemeen Artikel 91 van de Wet op het Primair onderwijs legt de zorg voor de voorzieningen in de huisvesting van de scholen op het grondgebied van de gemeente bij de gemeenteraad onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders van die gemeente. Onder deze voorzieningen in de huisvesting wordt begrepen: a. voor blijvend of tijdelijk gebruik bestemde voorzieningen, bestaande uit: 1. nieuwbouw, een bestaand gebouw of een gedeelte daarvan, verplaatsing van een bestaand gebouw of van een gedeelte daarvan, terreinen, alsmede eerste aanschaf van onderwijsleerpakketten en meubilair; 2. uitbreiding van de onder 1. genoemde voorzieningen; 3. medegebruik van een ruimte die geschikt is voor het onderwijs; b. voorzieningen, bestaande uit: 1. aanpassingen met uitzondering van het aanbrengen van een invalidentoilet en het toegankelijk maken van het gebouw voor gehandicapten; 2. vervanging binnenkozijnen en binnendeuren inclusief hang en sluitwerk, algehele vervanging radiatoren, convectoren en leidingen voor de centrale verwarming, alsmede onderhoud aan de buitenzijde van het gebouw met uitzondering van het buitenschilderwerk. c. herstel van constructiefouten en het gebouw, alsmede herstel en vervanging in verband met schade aan het gebouw, onderwijsleerpakket en meubilair in geval van bijzondere omstandigheden. De bijzondere omstandigheden zijn in de wetgeving niet nader uitgewerkt, aangezien dergelijke omstandigheden zich niet uitputtend laten beschrijven. Gedacht moet worden aan herstel van schade die niet veroorzaakt is door schuld of toedoen van het bevoegd gezag, bijvoorbeeld schade ontstaan door brand, inbraak of vandalisme. De gemeenteraad dient een verordening vast te stellen, waarin o.a. is geregeld welke voorzieningen voor bekostiging in aanmerking komen; de oppervlakte en de indeling van de schoolgebouwen, de urgentiecriteria en de prognosecriteria. De verordening dient een uitwerking te vormen van een aantal wettelijke bepalingen. De belangrijkste daarvan is dat de verordening zodanig moet worden opgezet dat kan worden “voldaan aan de redelijke eisen die het onderwijs aan de huisvesting van de scholen stelt.”
4
De gemeente moet jaarlijks, na overleg met de schoolbesturen, een “programma huisvestingsvoorzieningen” vaststellen. Dit programma bevat alle voorzieningen die het jaar daarop voor bekostiging door de gemeente in aanmerking gebracht worden. Verzoeken die worden afgewezen komen op het vast te stellen “overzicht” te staan. De scholen van de Stichting O2A5 zijn verspreid over de gemeenten Giessenlanden, Graafstroom, Leerdam, Liesveld, Lingewaal, NieuwLekkerland en Zederik. De stichting heeft te maken met zeven “Verordeningen voorzieningen huisvesting onderwijs.” De gemeentelijke verordeningen wijken op onderdelen af van de modelverordening VNG. De verwachting is dat als in de toekomst de samenwerking tussen de gemeenten meer gestalte krijgt, het gemeentelijk huisvestingsbeleid meer gestroomlijnd wordt. Over de wijzigingen van de gemeentelijke huisvestingsverordening en het vaststellen van het jaarlijkse huisvestingsprogramma en – overzicht dient de gemeenten overleg te voeren met de schoolbesturen. De Stichting O2A5 wordt in dit overleg vertegenwoordigd door de algemeen directeur of een door hem aan te wijzen MT-lid. In het kader van dit huisvestingsplan wordt (in paragraaf 1.2) stilgestaan bij de aanvraagprocedures die bij de verschillende gemeenten dienen te worden gevolgd om in aanmerking te komen voor de hierboven genoemde, door de gemeente te bekostigen huisvestingsvoorzieningen. Tevens wordt (in paragraaf 1.3) per gemeente aangegeven of voor de vaststelling van de voor het toegekende onderhoud beschikbare vergoeding wordt uitgegaan van vooraf genormeerde bedragen of van de feitelijk voorziene kosten per geval. 1.2 Procedure huisvestingsaanvragen zeven gemeenten De VNG stelt in haar model- “Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs” de volgende procedure voor. De procedure is gekoppeld aan de gemeentelijke begrotingscyclus. een aanvraag voor het opnemen van een voorziening op het programma wordt vóór 1 februari van het jaar van vaststelling van het betreffende programma door het bevoegd gezag ingediend bij het college van burgemeester en wethouders; de aanvraag dient o.a. de volgende gegevens te bevatten: welke voorziening wordt gevraagd, een onderbouwing van de noodzaak en de omvang van de gewenste voorziening, de geplande aanvangsdatum van uitvoering van de voorziening. Aanvragen om nieuwbouw en uitbreiding dienen te worden vergezeld van een leerlingenprognose; aanvragen om onderhoud met een rapportage waaruit de bouwkundige noodzaak blijkt. Aanvragen die worden vergoed op basis van feitelijke kosten dienen vergezeld te gaan van een begroting van de kosten die gemoeid zijn met de uivoering van de voorziening. bij het ontbreken van gegevens deelt het college dit voor 15 februari schriftelijk mee aan de aanvrager. De aanvrager wordt in de gelegenheid gesteld om voor 15 maart de ontbrekende gegevens aan te vullen. Indien de aanvrager de ontbrekende gegevens niet heeft verstrekt voor 15 maart, besluit het college de aanvraag niet te behandelen.
5
Voordat het college het huisvestingsprogramma en huisvestingsoverzicht vaststelt, worden de schoolbesturen in de gelegenheid gesteld hun zienswijze over de voorgenomen inhoud van het voorstel naar voren te brengen. Het overleg over het concepthuisvestingsprogramma en huisvestingsoverzicht vindt plaats voor 15 september. Het programma en overzicht wordt op uiterlijk 31 december vastgesteld. Overschrijding van deze datum leidt er automatisch toe dat alle aangevraagde voorzieningen voor vergoeding in aanmerking moeten worden gebracht.
Hieronder wordt per gemeente de in de huisvestingsverordening geregelde procedure huisvestingsaanvragen weergegeven. Gemeente Giessenlanden: De gemeente Giessenlanden hanteert de procedure van het jaarlijks aanvragen van huisvestingsvoorzieningen, voorzien van de nodige bijlagen en rapportages niet. In overleg met het scholenveld is gekomen tot een meerjarenplanning voor alle schoolgebouwen in de gemeente. Met de schoolbesturen is afgesproken dat de aanvragen waarvoor een bouwkundige onderbouwing nodig is, achterwege kan blijven. Voorzieningen die in de meerjarenonderhoudsplanning in een bepaalde jaarschijf zijn opgenomen, komen in dat jaar in principe voor bekostiging in aanmerking. Deze werkwijze is neergelegd in artikel 5 van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Giessenlanden”. Voor de overige huisvestingsvoorzieningen (uitbreiding eerste inrichting onderwijsleerpakket en meubilair, medegebruik, aanpassing, herstel constructiefout etc.) wordt wel de in de VNG-modelverordening voorgestelde procedure gehanteerd. Gemeente Graafstroom De Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Graafstroom hanteert de aanvraagprocedure uit de VNG modelverordening. Voor wat betreft de voorziening onderhoud heeft de gemeente met de schoolbesturen de volgende aanvullende afspraken gemaakt: Jaarlijks wordt door adviesbureau DHV uit Amersfoort in september een onderhoudsinspectie van de schoolgebouwen uitgevoerd, op basis waarvan een inspectieverslag wordt opgesteld. In oktober wordt het inspectieverslag uitgereikt aan de schoolbesturen . Schoolbesturen dienen vervolgens vóór 1 februari met offertes onderbouwde verzoeken in om bekostiging van het onderhoud. Het college van burgemeester en wethouders stelt in februari het huisvestingsprogramma voor dat jaar vast. Schoolbesturen kunnen vanaf maart overgaan tot uitvoering van de voor dat jaar toegekende onderhoudsvoorzieningen. Gemeente Leerdam De Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Leerdam hanteert de aanvraagprocedure uit de VNG modelverordening, zij het dat aanvragen vóór 15 januari moet worden ingediend. Voor wat betreft het opnemen van onderhoudsvoorzieningen op het huisvestingsprogramma gaat de gemeente uit van de volgende mogelijkheden (bron: huisvestingsprogramma 2007):
6
-
een aangevraagde activiteit komt voor bekostiging in aanmerking indien op basis van de (door NIBAG) opgestelde onderhoudsrapportage blijkt dat deze niet uitstelbaar is; een aangevraagde activiteit komt voor bekostiging in aanmerking indien op basis van de bevindingen van de gemeentelijke afdeling onderhoud blijkt dat deze niet uitstelbaar is; een niet aangevraagde activiteit, die op basis van de (door NIBAG) opgestelde onderhoudsrapportage niet uitstelbaar is en ten aanzien waarvan tussen gemeente en schoolbestuur consensus bestaat over de noodzaak van uitvoering.
Gemeente Liesveld De Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Liesveld hanteert de aanvraagprocedure uit de VNG-modelverordening. Voor wat betreft de voorziening onderhoud wordt in Liesveld de volgende werkwijze gevolgd: in februari vindt overleg met de schoolbesturen plaats over de meerjarenonderhoudsplanning. Het streven is om tijdens dit overleg overeenstemming te bereiken over de in het huisvestingsprogramma op te nemen onderhoudsvoorzieningen. Van gemeentewege wordt vóór 1 maart een overzicht van de op het huisvestingsprogramma op te nemen onderhoudsvoorzieningen opgesteld. Dit overzicht wordt door de schoolbesturen ondertekend. Het ondertekende overzicht vervangt de door de schoolbesturen in te dienen huisvestingsaanvragen. Gemeente Lingewaal De Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Lingewaal hanteert de aanvraagprocedure uit de VNG modelverordening. Ingediende aanvragen tot bekostiging van onderhoud worden door de gemeente getoetst aan de in opdracht van de gemeente door Oranjewoud opgestelde meerjarenonderhoudsplannen. Ook de afdeling Bouw en Woningtoezicht toetst de technische noodzaak van de aangevraagde voorzieningen.
7
Gemeente Nieuw-Lekkerland De Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Nieuw-Lekkerland hanteert de aanvraagprocedure uit de VNG modelverordening, zij het dat aanvragen vóór 15 februari moeten worden ingediend. Ingediende aanvragen tot bekostiging van onderhoud worden door de gemeente getoetst aan de door haar opgestelde meerjarenonderhoudsplannen. Gemeente Zederik De verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Zederik hanteert de aanvraagprocedure uit de VNG-modelverordening, zij het dat aanvragen vóór 15 januari moeten worden ingediend. Voor wat betreft de voorziening onderhoud heeft Zederik met de schoolbesturen aanvullende afspraken gemaakt. Eens in de twee jaar wordt door DHV een onderhoudsinspectie aan de schoolgebouwen uitgevoerd, op basis waarvan een inspectieverslag wordt opgesteld. De planning wordt in een overleg tussen gemeenten en schoolbesturen vastgesteld, waarna de gemeente zowel voor het openbaar als het bijzonder onderwijs de werkzaamheden uitvoert. 1.3 Wijze waarop de voor het toegekende onderhoud beschikbare vergoeding wordt vastgesteld. In de gemeentelijke huisvestingsverordening dient te worden geregeld op welke wijze de vergoeding wordt vastgesteld voor de door de gemeente voor vergoeding in aanmerking gebrachte huisvestingsvoorzieningen. Hierbij zijn twee benaderingen denkbaar: een normatieve en een feitelijke bepaling van de kosten die vergoed worden. De gemeente dient bij de vaststelling van de verordening per voorziening de afweging te maken welke benadering van toepassing is. Voor wat betreft de voorziening onderhoud zijn in de zeven gemeentelijke huisvestingsverordeningen de volgende benaderingen gekozen: Gemeente Giessenlanden Graafstroom Leerdam Liesveld
Lingewaal Nieuw-Lekkerland Zederik
Wijze waarop voorziening onderhoud wordt bekostigd Feitelijke kosten (artikel 3 verordening) Normatieve kosten (artikel 4 en Bijlage IV, deel A verordening)* Feitelijke kosten (artikel 4 verordening) Feitelijke kosten, waarbij vergoeding wordt vastgesteld op basis van tenminste twee verschillende offertes en waarbij de vergoeding wordt vastgesteld naar de laagste offerte (artikel 4 verordening) Feitelijke kosten (artikel 4 verordening) Onbekend: artikel 4 van de verordening geeft geen duidelijkheid over de wijze waarop het onderhoud wordt bekostigd Feitelijke kosten (artikel 4 verordening)
* In de praktijk bekostigt de gemeente Graafstroom het onderhoud op basis van feitelijke kosten
8
1.4 Meerjarenonderhoudsplannen zeven gemeenten Zoals in paragraaf 1.2 reeds aangegeven hebben alle gemeenten ervoor gekozen om voor de het op de huisvestingsprogramma’s op te nemen en te bekostigen onderhoud uit te gaan van meerjarenonderhoudsplannen. De gemeenten hebben ter zake afspraken gemaakt met de volgende bureaus: Gemeente Giessenlanden Graafstroom Leerdam Liesveld Lingewaal Nieuw-Lekkerland Zederik In eerste instantie houden wij deze constructie in stand.
Bureau Asset Facility Management, Uden DHV BV, Amersfoort NIBAG, Uden Gemeente stelt zelf meerjarenonderhoudsplanning op (Planon, Nijmegen) Oranjewoud Gemeente stelt zelf meerjarenonderhoudsplanning op DHV BV Amersfoort
1.5 Uit te voeren, door de gemeente reeds toegekende, huisvestingsvoorzieningen De gemeente Leerdam heeft in haar huisvestingsprogramma 2007 voor De Verrekijker Noord het vervangen van het hang- en sluitwerk (€ 30.000) en het vervangen van de leidingen cv-installatie (€ 32.000) opgenomen. In het huisvestingsprogramma 2007 van Liesveld is voor OBS De Ammers de vervanging van de buitenzonwering (€ 17.477) opgenomen. Met de betreffende gemeenten dient overleg te worden gevoerd over de uitvoering van de toegekende voorzieningen
9
2. Verantwoordelijkheden Stichting O2A5 Het eigendom van de schoolgebouwen is wettelijk geregeld. Uitgangspunt is dat het schoolbestuur juridisch eigenaar is van het schoolgebouw; de gemeente heeft het economisch eigendom. Onder juridisch eigendom moet worden verstaan het eigenaar zijn van terrein en opstallen zoals beschreven in het Kadaster. Onder economisch eigendom moet worden verstaan het van rechtswege vervallen van het juridisch eigendom aan de gemeente indien het gebouw niet meer voor onderwijsdoeleneinden wordt gebruikt. Achterliggende gedachte van deze constructie is dat de gemeente de realisering van de schoolgebouwen financiert. Het economisch eigendom van de gemeente beperkt het juridisch eigendom van het schoolbestuur in die zin dat het schoolbestuur een schoolgebouw niet mag vervreemden of, zonder toestemming van de gemeente, het gebouw mag bezwaren met een zakelijk recht. Het is gebruikelijk dat de (toekomstige) juridisch eigenaar van het schoolgebouw ook optreedt als bouwheer/opdrachtgever. Daarvan kan, op verzoek van het schoolbestuur, worden afgeweken. In sommige gevallen wordt er voor gekozen de gemeente bouwheer/opdrachtgever te laten zijn. Na oplevering van het gebouw wordt de eigendom dan aan het schoolbestuur overgedragen. Voor het instandhouden van het schoolgebouw en de zorg voor de veiligheid van de leerlingen, leerkrachten en ouders is de juridisch eigenaar verantwoordelijk. Deze verantwoordelijkheid staat los van de vraag wie verantwoordelijk is voor het bekostigen van een voorziening. Voor de bekostiging van het noodzakelijke onderhoud aan de gebouwen heeft het schoolbestuur te maken met twee financieringsstromen: 1. de door de gemeente te bekostigen voorzieningen (zie paragraaf 1) en 2. de in de rijksvergoeding materiële instandhouding opgenomen component voor onderhoud (zie paragraaf 3). In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van de onderhoudsactiviteiten, onderverdeeld naar verantwoordelijkheid schoolbestuur – gemeente. De post onderhoud van een gebouw bestaat in het algemeen uit de volgende “soorten” kosten: 1. de onderhoudscontracten; 2. het uit te voeren herstelonderhoud (niet vallend binnen de afgesloten contracten); 3. dotatie voorziening groot onderhoud, waaruit het planmatig onderhoud wordt bekostigd. De eerste post wordt begroot vanuit de onderliggende contracten waarin naast de uit te voeren werkzaamheden ook de contractprijs is afgesproken. Er dient in beeld te worden gebracht welke onderhoudscontracten en –abonnementen zijn afgesloten voor de scholen van O2A5. Vanuit kostenoverwegingen dient er naar te worden gestreefd om de onderhoudscontracten en –abonnementen zoveel mogelijk te bundelen. Het uit te voeren herstelonderhoud dat niet valt onder de hiervoor genoemde contracten of de post voorziening groot onderhoud, wordt veelal
10
ad hoc uitgevoerd. Deze post zal over het algemeen begroot worden op basis van het verleden en de schatting. Een belangrijke post is de dotatie aan de voorzien groot onderhoud. Groot onderhoud, bijvoorbeeld schilderwerk, wordt niet elk jaar maar periodiek uitgevoerd, bijvoorbeeld eens in de vijf jaar. Om deze kosten te spreiden dient elk jaar een bedrag opzij te worden gezet voor dit onderhoud. De hoogte van de dotatie wordt vaak afgeleid van een meerjarenonderhoudsplan. Alle kosten die verband houden met het herstel van schade en vervanging aan gebouwen, onderwijsleerpakket en meubilair moeten door de gemeente aan het schoolbestuur worden vergoed. Het gaat daarbij om die zaken die zijn aangeschaft met behulp van door de overheid beschikbaar gestelde middelen. In feite dient de gemeente er voor te zorgen dat alles weer in de oude staat kan worden hersteld. Of de gemeente hiervoor een verzekering afsluit, of optreedt als risicodrager is daarbij overigens niet van belang. Kiest de gemeente ervoor risicodrager te zijn, dan mag dat risico niet aan de school worden doorbelast. De gemeente is niet verplicht de schade te vergoeden van zaken die niet met gemeenschapsgelden zijn aangeschaft. Daarbij kan worden gedacht aan zaken die zijn betaald door een ouderraad of die afkomstig zijn van een schenking. Voor de scholen van de Stichting O2A5 is ter zake een aanvullende verzekering afgesloten. In het kader van deze aanvullende verzekering is een goede administratie, waaruit blijkt wat er op de school aanwezig is en door wie dat is bekostigd, van belang. Besturen van scholen en instellingen zijn (indien zij voor meer dan 50% worden gefinancierd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen) verplicht opdrachten op het gebied van werken, leveringen en diensten, die boven een bepaald drempelbedrag uitkomen, openbaar aan te besteden volgens de Europese richtlijnen. Deze richtlijnen gelden vanaf de volgende bedragen: • 211.000 euro (exclusief BTW) voor leveringen en diensten; • 5.278.000 euro (exclusief BTW) voor werken. Bouwactiviteiten zoals nieuwbouw, uitbreiding en dergelijke vallen onder de definitie “werken”. Aankoop van bijvoorbeeld meubilair of onderwijsleerpakket valt onder “leveringen”. Bij “diensten” gaat het om niet tastbare producten, zoals onderhouds- en reparatiediensten of diensten voor het schoonmaken van gebouwen.
11
3. Financiële kaders 3.1. de jaarlijkse rijksvergoeding Ter uitvoering van haar onderhoudstaak ontvangt iedere school in het kader van de rijksvergoeding materiele instandhouding twee vergoedingen: 1. In het kader van de groepsafhankelijke programma’s van eisen onderhoud een vergoeding voor gebouwenonderhoud. Onder gebouwenonderhoud worden de bouwkundige, installatietechnische en schilderwerkzaamheden verstaan die min of meer frequent voorkomen. Tot het herstelonderhoud worden gerekend die activiteiten die gericht zijn op het partieel herstellen van beschadigde bouwdelen en/of het vervangen van kleine vitale installatieonderdelen en controles. Deze vergoeding bestaat in 2007 uit een vast bedrag per school van € 1.235,74 per school en een variabel bedrag van € 13,01 per m2. In bijlage 2 is een onderbouwing van deze vergoedingsbedragen gegeven. 2. In het kader van het leerlingafhankelijke programma van eisen administratie, beheer en bestuur een vergoeding voor onderhoudsbeheer. Deze vergoeding is bedoeld voor het opstellen en jaarlijks actualiseren van een onderhoudsplan. Deze vergoeding bestaat in 2007 uit een vast bedrag per school van € 462,52 en € 3,21 per leerling. De rijksvergoeding materiële instandhouding maakt onderdeel uit van de lumpsumfinanciering en is dan ook geen geoormerkte vergoeding. Per school gaat het om de volgende bedragen: School De Lingewaard, Harpstraat 13, Arkel Klim-Op, Dorpsweg 126-a, 4223 NH Hoornaar Het Tweespan, Giessenlaan 26, 3381 AM Giesenburg; Dr. Van Linden Tolstraat 1, Schelluinen Den Beemd, Schoolstraat 9-a, 4221 LR Hoogblokland Giessen-Oudekerk, Oudkerkseweg 70, Giessen-Oudekerk De Buurtschool, M.J. Veder van Hobokenstraat 12-a, Noordeloos De Kiezel en de Kei, Lindenstraat 3, Bleskensgraaf De Overstap, Kerkweg 10, Brandwijk De Verrekijker, Drossaardlaan 72, Leerdam (hoofdvestiging) De Verrekijker, Koningin Wilhelminalaan, Kedichem (nevenvestiging)
1. Rijksvergoeding onderhoud 2007 € 22.181 € 7.675
2. Rijksvergoeding onderhoudsbeheer 2007 € 1.464 € 658
€ 18.083 € 7.675 € 9.692 € 7.675 € 9.692 € 7.675 € 11.448 € 9.692
€ 1.187 € 648 € 716 € 629 € 754 € 655 € 745 € 282
12
School Het Mozaïek, Tiendweg 90, Leerdam; Tiendweg 11-a, Leerdam De Hobbitstee, Prinses Irenelaan 2-a, Leerdam De Ammers, Lijsterstraat 35b, Groot-Ammers De Knotwilg, W. de Zwijgerstraat 2, Langerak De Boomgaard, Kerklaan 11, Streefkerk De Zandheuvel, Bijdendijkstraat 1, Asperen Spiegelhof, Achterweg 10, Herwijnen De Rietput, Voortse Gewind 10, Heukelum De Vuurvlinder, Lindelaan 1, Vuren Nieuw-Lekkerland, Jan van Arkelstraat 53, Nieuw-Lekkerland, Mercuriusstraat 18, Nieuw-Lekkerland Hendrik van Brederode, Liesveldweg 65, Ameide De Springplank, Burg. Sloblaan 14, Meerkerk Prinses Wilhelmina, Ds. Magendansstraat 34, 4128 CK Lexmond Totaal
1. Rijksvergoeding onderhoud 2007 € 25.434 € 15.351 € 11.448 € 11.448 € 13.985 € 12.619 € 9.692 € 12.619 € 9.692
2. Rijksvergoeding onderhoudsbeheer 2007 € 1.406 € 1.085 € 850 € 866 € 1.033 € 966 € 658 € 950 € 738
€ 19.449 € 9.692 € 13.985 € 11.448 € 288.350
€ 1.293 € 725 € 1.040 € 793 € 20.141
De hoogte van de rijksvergoeding voor gebouwenonderhoud is gebaseerd op: het gemiddelde landelijke voorzieningenniveau: op landelijk niveau wordt de hoogte van de vergoeding per school kostendekkend geacht; een gebundelde opdrachtverlening (door middel van activiteiten van onderhoudsbeheerkantoren en/of een eigen combinatie door een bestuur dat verschillende scholen in stand houdt. Het stelsel veronderstelt dat hierdoor een prijskorting van 10% kan worden gehaald; het werken met onderhoudsreserves: op onderdelen van het programma van eisen kunnen plussen en minnen ontstaan ten opzichte van de werkelijke kosten. De totale vergoeding voor het onderhoud wordt geacht voldoende te zijn om de kosten van het onderhoud van een schoolgebouw, over een langere periode gerekend, te kunnen betalen. Per individuele school kan het echter zo zijn dat de gemaakte veronderstellingen zoals in het programma van eisen opgenomen op bepaalde onderdelen niet overeenkomen met de werkelijke situatie; zeker gezien de genormeerde benadering, waarbij het normatief bepaalde aantal groepen wordt gerelateerd aan de normatieve behoefte aan huisvesting.
13
3.2 De voorziening onderhoud In het kader van de overdracht van het bestuur van het openbaar onderwijs aan de Stichting O2A5 dienen de zeven gemeentes de ten behoeve van het onderhoud gevormde voorzieningen onderhoud over te dragen aan de stichting. Voorafgaand aan de besturenfusie is door de zeven gemeenten onderzocht of de reserves en voorzieningen voldoende waren om het onderhoud en de vervangingen in de toekomst te bekostigen. Uit de in opdracht door de gemeenten door Asset Facility Management opgestelde meerjarenonderhoudsplannen is gebleken dat de voorzieningen onderhoud dienden te worden opgehoogd. De gemeenteraden hebben tot ophoging van deze voorzieningen besloten. De door de gemeenten over te dragen voorzieningen onderhoud zouden derhalve toereikend moeten zijn. In de aktes van overdracht zijn ten aanzien van de voorziening onderhoud de volgende verwachte eindstanden opgenomen: Gemeente Giessenlanden Graafstroom Leerdam Liesveld Lingewaal Nieuw-Lekkerland Zederik Totaal
Verwacht saldo voorziening onderhoud per 31 december 2006 € 573.928 € 100.944 € 83.443 € 218.549 € 283.312 € 60.568 € 171.728 € 1.492.472
Een uitsplitsing van de voorziening onderhoud per school is hier niet beschikbaar. In de aktes van bestuursoverdracht is geregeld dat de gemeenten in januari 2007 90% van het per 31 december 2006 verwachte eindsaldo overmaken aan de Stichting. Na de vaststelling van de gemeentelijke jaarrekeningen (mei 2007) wordt de voorziening onderhoud definitief afgerekend met de stichting.
14
4
Beschrijving huisvestingssituatie scholen
In maart 2007 is vanuit het bestuursbureau een inventarisatie uitgevoerd naar de huisvestingssituatie van de scholen. Met deze inventarisatie werd beoogd om, naast het verkrijgen van algemene gegevens over de schoolgebouwen, tevens inzicht te krijgen in lopende huisvestingstrajecten, door de gemeente toegekende, maar nog uit te voeren voorzieningen, het gymnastiekonderwijs, het medegebruik in de schoolgebouwen en ook eventuele functionele knelpunten die door de gebruikers van het gebouw worden ervaren. Bijlage 3 geeft een overzicht van de huisvestingscapaciteit van de scholen. Per school wordt informatie verstrekt over de bouwaard (permanent of nood), het bouwjaar van de school, de bruto vloeroppervlakte van het gebouw, het aantal lokalen en tevens of het gebouw is aangepast aan onderwijskundige vernieuwingen (een voorziening waarvoor het Rijk vanaf 2002 extra financiële middelen heeft toegevoegd aan het gemeentefonds en waarop scholen op grond van de gemeentelijke huisvestingsverordening eenmalig een beroep kunnen doen). Tevens is geïnventariseerd of de schoolgebouwen tegemoetkomen aan de eisen en wensen van de gebruikers of dat er functionele knelpunten worden ervaren. Op basis van de ontvangen reacties kan ter zake nog geen volledig beeld worden gevormd. Het streven is om de komende periode de complete huisvestingssituatie van de scholen in beeld te brengen. Voor wat betreft de ruimtebehoefte van de scholen is op basis van de beschikbare leerlingenprognoses is een vertaling gemaakt naar de permanente ruimtebehoefte van de scholen. Daarbij is een vergelijking gemaakt met de feitelijk aanwezige huisvesting.
De Lingewaard Klim-Op Het Tweespan Giessenburg Het Tweespan Schelluinen Den Beemd Giessen-Oudekerk De Buurtschool De Kiezel en de Kei De Overstap De Verrekijker, Leerdam
Capaciteit 11 p + 2 n 4 6
2008 13 4 5
2009 14 4 6
2010 14 4 6
2011 14 4 6
2015 12 4 5
2020 10 4 5
2025 9 3 5
5 4 4 4 4 4
5 3 4 4 4 4
6 3 4 4 4 4
6 3 5 4 4 4
6 3 5 4 4 4
5 3 4 4 4 3
5 3 4 4 4 3
5 3 4 3 3 3
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
De Verrekijker Kedichem(nevenvestiging)
15
Capaciteit Het Mozaïek De Hobbitstee De Ammers De Knotwilg De Boomgaard De Zandheuvel Spiegelhof De Rietput De Vuurvlinder Nieuw-Lekkerland Hendrik van Brederode De Springplank Prinses Wilhelmina Totaal
7 4 5 15 6 7 5
2008 13 8 5 5 7 7 4 7 4
2009 13 8 5 5 7 7 4 7 4
2010 13 8 5 5 7 6 4 7 4
2011 14 9 5 5 6 6 4 7 4
2015 13 8 5 5 5 6 4 6 4
2020 14 8 5 5 5 6 4 6 4
2025 15 8 5 5 6 5 4 6 4
11 4 7 5 141
12 4 7 5 145
12 4 7 5 145
12 4 7 5 146
11 4 7 5 135
11 4 7 4 133
11 3 7 4 129
Wanneer de toekomstige ruimtebehoefte wordt vergeleken met de gebouwelijke capaciteit kan worden geconcludeerd dat uitbreiding van de schoolgebouwen de komende jaren niet aan de orde is. Een enkele school (Lingewaard; Giessen-Oudekerk) heeft gedurende een korte periode te maken met een capaciteitstekort. Omdat deze periode steeds korter dan vier jaar is bestaat er op grond van de gemeentelijke huisvestingsverordeningen geen aanspraak op uitbreiding met tijdelijke huisvesting. Op langere termijn krijgt O2A5 te maken met leegstand in de schoolgebouwen. Omdat de rijksvergoeding materiële instandhouding (gebouwafhankelijke component) gebaseerd is op het feitelijk aanwezige aantal groepen kunnen deze scholen te maken krijgen met een overschrijding op de gebouwafhankelijke uitgaven. Volledigheidshalve dient voor wat betreft de laatste jaren van de lange termijnprognose te worden opgemerkt dat, als gevolg van de op het moment van het maken van de prognose niet te voorziene ontwikkelingen, de werkelijke cijfers wel eens af kunnen wijken van de geprognosticeerde cijfers.
16
5.Toekomstige werkwijze onderhoud 5.1. Meerjarenonderhoudsplannen Voor de scholen zijn (door Asset, DHV, NIBAG, Oranjewoud of de gemeente zelf) meerjarenonderhoudsplannen opgesteld. In alle gevallen heeft de gemeente ter zake contracten afgesloten met de betreffende onderhoudsbureaus. De schoolbesturen dragen bij in de kosten van het opstellen van de meerjarenonderhoudsplannen. In de plannen wordt onderscheid gemaakt tussen de onderhoudsvoorzieningen die voor rekening van de gemeente komen en de onderhoudsvoorzieningen die voor rekening van het schoolbestuur komen. De planningen geven inzicht in welke onderhoudswerkzaamheden wanneer moeten worden uitgevoerd. Het werken met meerjarenonderhoudsplanningen geeft waarborgen voor de kwaliteit van de onderwijshuisvesting. Het moeten werken met door vijf verschillende organisaties opgestelde meerjarenonderhoudsplannen geeft belemmeringen bij de uitvoering van de schoolbestuurlijke onderhoudstaak. Het verdient de voorkeur om voor wat betreft dit (binnen) onderhoud te beschikken over een door één onderhoudsbureau voor alle scholen opgestelde meerjarenonderhoudsplanning. De kosten kunnen worden gedekt uit de in 2007 te ontvangen rijksvergoeding voor administratie, beheer en bestuur. Voor wat betreft de uitvoering van de gemeentelijke onderhoudstaak: de stichting heeft te maken met zeven gemeenten en zeven keer lokaal maatwerk. Het is een gegeven dat de stichting hier te maken blijft houden met door verschillende organisaties opgestelde meerjarenonderhoudsplannen. 5.2 Bekostiging toekomstig onderhoud Voor wat betreft het door O2A5 te bekostigen onderhoud kan, in het kader van de autonome school, ervoor worden gekozen om het totale onderhoud (planmatig onderhoud en herstelonderhoud) op schoolniveau uit te voeren en te bekostigen (ten laste van de schoolbegroting). Omdat de rijksvergoeding onderhoud o.a. is gebaseerd op een gebundelde opdrachtverlening door een bestuur dat verschillende scholen in stand houdt, is de verwachting dat bij het op schoolniveau uitvoeren van het onderhoud de kosten hoger zijn dan bij het bovenschools uitvoeren van het onderhoud. Vóór de bestuurlijke verzelfstandiging van het openbaar onderwijs hadden de meeste scholen reeds te maken met het door de gemeenten bovenschools uitvoeren van het onderhoud. Voorgesteld wordt om op bovenschools niveau een onderhoudsfonds te creëren en op bovenschools niveau het planmatig onderhoud uit te voeren. Door het gezamenlijk aanbesteden van onderhoudswerkzaamheden kunnen kostenvoordelen worden behaald door het vergroten van het volume in enig jaar en het over meerdere jaren kunnen bundelen van activiteiten. Voorwaarde voor deze werkwijze is, dat de schooldirecties de waarde van een gezamenlijke uitvoering van het onderhoud zien en zij vanuit het bestuur de garantie krijgen dat te allen tijde kan worden beschikt over een goed schoolgebouw.
17
De hoogte van de door de scholen te leveren bijdrage aan het bovenschoolse onderhoudsfonds kan op twee manieren worden bepaald: optie I aansluiten bij (gemiddelde) geraamde uitgaven in meerjarenonderhoudsplanningen Bezien wordt welke kosten iedere school (op basis van de meerjarenonderhoudsplanningen) de komende tien jaar (2007 tot en met 2016) heeft. Jaarlijks wordt 1/10 deel van dit bedrag door de school in het bovenschools fonds gestort. Het fonds wordt daarnaast gevoed uit de door de gemeenten in het kader van de bestuursoverdracht overgedragen onderhoudsreserves. De kosten van het uit te voeren onderhoud (onderhoudsbeheer en planmatig onderhoud) komen ten laste van het bovenschoolse onderhoudsfonds. De kosten van herstelonderhoud of wel klein onderhoud (bijlage 2 geeft een overzicht van de activiteiten herstelonderhoud) dient de school jaarlijks in haar schoolbegroting te ramen. Hierbij kan worden uitgegaan van een bedrag ter hoogte van 20% van de rijksvergoeding onderhoud. Voordeel van deze werkwijze is dat ze recht doet aan de feitelijke situatie waarin een school zich bevindt en het meest aansluit bij het voor de scholen van de stichting geldende uitgangspunt van de autonome school. Nadeel van deze werkwijze is dat bij scholen met een oud gebouw de rijksvergoeding onderhoud niet toereikend zal zijn voor de jaarlijkse storting in het bovenschools fonds. Voor de storting dienen deze scholen ook elders in de schoolbegroting ruimte te zoeken. Hieronder is deze optie voor de scholen van O2A5 concreet uitgewerkt, waarbij wordt opgemerkt dat voor de aangegeven stortingen in het bovenschools fonds is uitgegaan van de nulmetingen van de onderwijsgebouwen die in het kader van de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs in december 2004 door het bureau Asset Facility Management zijn uitgevoerd (actualisatie van deze gegevens is gewenst).
18
Uitwerking optie I School
Rijksver. onderhoud 2007
Rijksver. onderhoudsbeheer 2007
De Lingewaard Klim-Op Het Tweespan Giessenburg Het Tweespan Schelluinen Den Beemd Giessen-Oudekerk De Buurtschool De Kiezel en de Kei De Overstap De Verrekijker, Leerdam De Verrekijker Kedichem (nevenvestiging) Het Mozaïek Tiendweg 11a Tiendweg 90 De Hobbitstee De Ammers De Knotwilg De Boomgaard De Zandheuvel Spiegelhof De Rietput De Vuurvlinder Nieuw-Lekkerland Hendrik van Brederode De Springplank Prinses Wilhelmina Totaal
€ 22.181 € 7.675 € 18.083
€ 1.464 € 658
Storting bovenschools fonds (gemiddelde uitgaven volgens nulmeting) € 19.526 € 7.951 € 14.272
Storting bovenschools fonds (onderhoudsbeheer)
Te ramen kosten klein onderhoud (20% rijksverg.)
€ 1.464 € 658
€ 4.436 € 1.535
€ 1.187
€ 13.487
€ 1.187
€ 3.617
€ 7.675 € 9.692 € 7.675 € 9.692 € 7.675 € 11.448 € 9692
€ 648 € 716 € 629 € 754 € 655 € 745 € 282
€ 10.599 € 7.711 € 8.560 € 8.029 € 9.809 € 15.089 € 5.816
€ 648 € 716 € 629 € 754 € 655 € 745 € 282
€ 1.535 € 1.938 € 1.535 € 1.938 € 1.535 € 2.290 € 1.938
€ 25.434
€ 1.406
€ 1.406
€ 5.086
€ 1.085 € 850 € 866 € 1.033 € 966 € 658 € 950 € 738 € 1.293 € 725 € 1.040 € 793 € 20.141
€ 3.070 € 2.290 € 2.290 € 2.797 € 2.524 € 1.938 € 2.524 € 1.938 € 3.890 € 1.938 € 2.797 € 2.290 € 57.669
€ 15.351 € 11.448 € 11.448 € 13.985 € 12.619 € 9.692 € 12.619 € 9.692 € 19.449 € 9.692 € 13.985 € 11.448 € 288.350
€ 1.085 € 850 € 866 € 1.033 € 966 € 658 € 950 € 738 € 1.293 € 725 € 1.040 € 793 € 20.141
€ 12.377 € 11.792 € 7.500 € 14.688 € 14.463 € 10.198 € 14.824 € 9.407 € 10.060 € 14.150 € 29.073 € 12.530 € 10.257 € 10.602 € 302.770
Tekort/overschot op rijksvergoeding onderhoud en onderhoudsbeheer - € 1.781 - € 1.811
- € 13.293 - € 4.459 € 43 - € 2.420 - € 275 - € 3.669 - € 5.931 € 1.938
- € 3.821 € 4.781 - €5.530 - € 5.305 € 990 - € 4.729 - € 1.653 € 35 - € 6.396 - € 13.514 - € 4.776 € 931 - € 1.444 - € 72.089 (te dekken uit onderhoudsvoorziening
19
Optie II aansluiten bij de jaarlijkse vergoeding materiële instandhouding Iedere school stort 80% van de component onderhoud uit de gebouwafhankelijke vergoeding materiële instandhouding (20% blijft bij de school voor het herstelonderhoud/klein onderhoud: bijlage 2 geeft een overzicht van de activiteiten herstelonderhoud) en de component onderhoudsbeheer in het bovenschoolse fonds. Het fonds wordt daarnaast gevoed uit de door de gemeenten in het kader van de bestuursoverdracht overgedragen onderhoudsreserves. De kosten van het onderhoud (onderhoudsbeheer en planmatig onderhoud) komen ten laste van dit fonds. Deze werkwijze verdient vanuit solidariteitsoverwegingen de voorkeur. Scholen met een oud gebouw hebben immers hogere onderhoudskosten dan scholen met een nieuw gebouw en komen vaak niet uit met de normvergoeding die in het kader van de rijksvergoeding materiële instandhouding beschikbaar wordt gesteld. Nadeel van deze werkwijze is dat geen recht wordt gedaan aan de feitelijke situatie waarin een school zich bevindt en minder aansluit bij het voor de scholen van de stichting geldende uitgangspunt van de autonome school. Hieronder is deze optie voor de scholen van O2A5 nader uitgewerkt. Uitwerking optie II School
Rijksver. onderhoud 2007
Rijksver. onderhoudsbeheer 2007
De Lingewaard Klim-Op Het Tweespan Giessenburg Het Tweespan Schelluinen
€ 22.181 € 7.675
Den Beemd Giessen-Oudekerk De Buurtschool De Kiezel en de Kei De Overstap De Verrekijker, Leerdam De Verrekijker Kedichem (nevenvestiging) Het Mozaïek Tiendweg 11a Tiendweg 90 De Hobbitstee De Ammers
€ 1.464 € 658
Storting bovenschools fonds (80% rijksvergoeding € 17.745 € 6.140
Storting bovenschools fonds (onderhoudsbeheer) € 1.464 € 658
Te ramen kosten klein onderhoud (20% riksvergoeding)) € 4.436 € 1.535
€ 18.083 € 7.675
€ 1.187 € 648
€ 14.466 € 6.140
€ 1.187 € 648
€ 3.617 € 1.535
€ 9.692 € 7.675 € 9.692 € 7.675
€ 716 € 629 € 754 € 655
€ 7.754 € 6.140 € 7.754 € 6.140
€ 716 € 629 € 754 € 655
€ 1.938 € 1.535 € 1.938 € 1.535
€ 11.448 € 9692
€ 745 € 282
€ 9.158 € 7.754
€ 745 € 282
€ 2.290 € 1.938
€ 25.434
€ 1.406
€ 20.347
€ 1.406
€ 5.086
€ 15.351 € 11.448
€ 1.085 € 850
€ 12.281 € 9.158
€ 1.085 € 850
€ 3.070 € 2.290
20
School
Rijksver. onderhoud 2007
Rijksver. onderhoudsbeheer 2007 € 866 € 1.033 € 966 € 658 € 950 € 738
Storting bovenschools fonds (80% rijksvergoeding € 9.158 € 11.188 € 10.095 € 7.754 € 10.095 € 7.754
Storting bovenschools fonds (onderhoudsbeheer) € 866 € 1.033 € 966 € 658 € 950 € 738
Te ramen kosten klein onderhoud (20% riksvergoeding)) € 2.290 € 2.797 € 2.524 € 1.938 € 2.524 € 1.938
De Knotwilg De Boomgaard De Zandheuvel Spiegelhof De Rietput De Vuurvlinder Nieuw-Lekkerland
€ 11.448 € 13.985 € 12.619 € 9.692 € 12.619 € 9.692 € 19.449
€ 1.293
€ 15.599
€ 1.293
€ 3.890
€ 9.692 € 13.985
€ 725 € 1.040
€ 7.754 € 11.188
€ 725 € 1.040
€ 1.938 € 2.797
€ 11.448 € 288.350
€ 793 € 20.141
€ 9.158 € 230.648
€ 793 € 20.141
€ 2.290 € 57.669
Hendrik van Brederode De Springplank Prinses Wilhelmina Totaal
Bij een gemiddelde jaarlijkse uitgave op onderhoud van € 302.770 (zie optie I, gemiddelde uitgaven volgens nulmeting van Asset Facility Management) bedraagt, uitgaande van een totale jaarlijkse storting in het bovenschools fonds van € 230.648, het tekort € 72.122. Dit tekort dient te worden gedekt uit de onderhoudsvoorziening. Op bovenschools niveau zijn de financiële verschillen tussen de opties I en II nihil. 5.3 Voorstel met betrekking tot het bovenschools uitvoeren van het planmatig onderhoud (zowel het door het schoolbestuur als het door de gemeente te bekostigen onderhoud) 1. uitbesteden uitvoering planmatig onderhoud Het uitvoeren van de meerjarenonderhoudsplannen vraagt om aandacht en deskundigheid. Het verdient de voorkeur om de uitvoering van het planmatig onderhoud uit te besteden aan een professionele gebouwenbeheerder. Door deze gebouwenbeheerder wordt de voorbereiding en het toezicht op door derden uit te voeren bouwkundige en installatie technische (onderhouds) werkzaamheden verricht. De gebouwenbeheerder is verantwoordelijk voor coördinatie, planning, bewaking en eindcontrole van deze werkzaamheden. Aan de hand van de meerjarenplanning wordt een jaarplan opgesteld en wordt een keuze gemaakt uit de activiteiten en de daarbij behorende geldbedragen, die het komende planjaar zullen worden uitgevoerd. Het jaarplan vormt het budget voor de uitvoering van de activiteiten in een bepaald jaar. Voor de activiteiten die uitgevoerd gaan worden, worden werkomschrijvingen opgesteld. Bij de meer uitgebreide werkzaamheden worden er bestekken vervaardigd. Deze stukken vormen de basis voor de offerteaanvragen. Er worden meerdere offertes opgevraagd om te komen tot een optimale
21
prijs-kwaliteitverhouding. Na overleg tussen de professionele gebouwenbeheerder en O2A5 wordt door de gebouwenbeheerder opdracht verstrekt voor de uitvoering. Voor wat betreft de kosten van het uitbesteden van het beheer (10 tot 12% van de kosten van het planmatig onderhoud) wordt opgemerkt dat deze voor wat betreft het door het schoolbestuur te bekostigen onderhoud voor rekening van het schoolbestuur komen en deze voor wat betreft het door de gemeente te bekostigen onderhoud voor rekening van de gemeente komen. Voor wat betreft het door het schoolbestuur te bekostigen onderhoud kunnen de jaarlijkse kosten van het bovenschools laten uitvoeren van planmatig onderhoudsbeheer worden geraamd op een bedrag tussen de € 29.000 en € 36.000 (10 tot 12% van de kosten van het in paragraaf 5.2 bij optie I aangegeven onderhoudskosten ad € 298.892). 2. Uitvoering planmatig onderhoud in eigen beheer. Een andere optie is om een huisvestingsmedewerker aan te trekken, die belast is met het coördineren van werkzaamheden op het gebied van huisvesting beheer en onderhoud. De taken van deze huisvestingsmedewerker dienen te bestaan uit: - het houden van toezicht op de voortgang en kwaliteit van lopende onderhouds- en huisvestingstrajecten; - draagt zorg voor de uitvoering van het meerjarenonderhoudsplan; - voert overleg met leveranciers, fabrikanten, bedrijven en de gebruikers van de gebouwen en terreinen over geleverde of gewenste goederen en diensten, vraagt offertes op en beoordeelt deze; - inventariseert de staat van onderhoud van de gebouwen en inventaris en adviseert met betrekking tot de vervanging en de reparatie. Voor een parttime huisvestingsmedewerker (0,4 fte, schaal 8, aangesloten is bij voorbeeldfunctie FUWA PO voor huisvestingsmedewerker) bedragen de werkgeverslasten € 20.386. 5.4 Voorstel met betrekking tot het bovenschools uitvoeren van het herstelonderhoud/klein onderhoud . 1. Uitbesteden herstelonderhoud Voor de uitvoering van het herstelonderhoud kunnen bovenschools afspraken worden gemaakt met een onderhoudsbedrijf, dat, indien nodig door de scholen kan worden ingeschakeld om op ad hoc basis het herstelonderhoud uit te voeren. De kosten van het inschakelen van dit bedrijf dienen de directeuren ten laste van hun eigen schoolbegroting te betalen (ten laste van de beschikbare 20% van de rijksvergoeding onderhoud of, indien deze post niet toereikend is, ten laste van andere post schoolbegroting)
22
2. uitvoering herstelonderhoud/klein onderhoud in eigen beheer Voor de uitvoering van het herstelonderhoud/klein onderhoud kan bovenschools een onderhoudsmedewerker worden aangetrokken. Deze onderhoudsmedewerker verricht onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de schoolgebouwen, terreinen, installaties, apparatuur en inventaris van de onderwijsinstellingen. Concreet kan hierbij worden gedacht aan de volgende werkzaamheden werkzaamheden (aangesloten is bij de voorbeeldfunctie FUWA PO voor onderhoudsmedewerker): het periodiek controleren van gebouw(en) en inventaris; het opschorten en opheffen van storingen in installaties en apparatuur; het zo nodig inschakelen van derden voor het opheffen van storingen, het houden van toezicht op de door hen verrichte reparaties c.q. gepleegd onderhoud; doet voorstellen met betrekking tot de vervanging van apparatuur en installaties; repareert vernielingen of draagt oplossingen aan voor aangebrachte vernielingen; verricht eenvoudige timmer- en schilderwerkzaamheden legt elektrische leidingen om, legt extra stopcontacten aan e.d.; legt administratieve gegevens, samenhangend met de te verrichten technische werkzaamheden, vast; verstrekt informatie aan personeelsleden over doel, doorlooptijden e.d. van de werkzaamheden. Voor een fulltime onderhoudsmedewerker (schaal 4) bedragen de werkgeverslasten € 37.366. De functie kan worden bekostigd indien iedere school 15% van de rijksvergoeding onderhoud hiervoor beschikbaar stelt. 3. combinatie van functies Bij het in eigen beheer uitvoeren van het planmatig onderhoud én de uitvoering van het herstelonderhoud/klein onderhoud kan worden gedacht aan het combineren van de functies huisvestingsmedewerker en onderhoudsmedewerker. Bij een fulltime functie bedragen de werkgeverslasten tussen de € 40.933 (schaal 6) en € 45.065 (schaal 7).
23
6. Beleidsvoornemens Zoals in de inleiding reeds is aangegeven, is goede huisvesting één van de noodzakelijke voorwaarden om het onderwijs goed en efficiënt te kunnen uitvoeren. De Stichting O2A5 heeft met de huisvesting van 22 scholen en het juridisch eigendom van bijna evenzoveel schoolgebouwen de verantwoordelijkheid voor het instandhouden van deze gebouwen en de zorg voor een adequate en voor leerlingen, leerkrachten en ouders veilige accommodatie. Daar komt het nodige bij kijken. In dit huisvestingsplan zijn de kaders van de schoolbestuurlijke taken en verantwoordelijkheden geschetst. De komende periode zullen een aantal kleinere én grotere huisvestingszaken moeten worden opgepakt en uitgewerkt, waaronder: 1. het in overleg treden met de gemeenten Leerdam en Liesveld over de uitvoering van de voor 2007 toegekende huisvestingsvoorzieningen (paragraaf 1); 2. het inventariseren van alle voor de scholen gesloten onderhoudscontracten en –abonnementen, teneinde deze zoveel mogelijk te bundelen (paragraaf 2); 3. het in het kader van de voor rekening van de stichting afgesloten verzekering van zaken die niet met gemeenschapsgelden zijn aangeschaft opzetten en actueel houden van een administratie waaruit blijkt wat er op iedere school aanwezig is en door wie dat bekostigd is (paragraaf 2); 4. het goed in beeld brengen van de huisvestingssituatie van de scholen (het compleet maken van bijlage 3) en het in beeld brengen van de [functionele] knelpunten in de huisvesting (paragraaf 4); 5. het door één onderhoudsbureau (te selecteren op basis van op te vragen offertes) laten opstellen van meerjarenonderhoudsplannen voor alle schoolgebouwen voor het voor rekening van het schoolbestuur komende onderhoud; voor wat betreft het door de gemeenten te bekostigen onderhoud aan te sluiten bij het lokale maatwerk per gemeente (paragraaf 5.1); 6. het verder vormgeven van de bovenschoolse bekostiging van het voor rekening van het schoolbestuur komende onderhoud, waarbij vanuit solidariteitsoverwegingen de in paragraaf 5.2 beschreven optie II de voorkeur verdient en hetgeen ook wordt onderschreven door de directies (directieberaad 20 juni 2007). Na een periode van twee jaar zal op basis van de ervaringscijfers van de scholen worden bezien of voor de in de schoolbegrotingen op te nemen kosten van herstelonderhoud / klein onderhoud het voorgestelde percentage van 20% van de rijksvergoeding onderhoud bijstelling behoeft; 7. het maken van een keuze tussen de in de paragrafen 5.3 en 5.4 gegeven opties met betrekking tot het uitvoeren van het planmatig onderhoud én het uitvoeren van het herstelonderhoud, waarbij voor wat betreft het planmatig onderhoud wordt voorgesteld om de uitvoering ervan uit te besteden (paragraaf 5.3 onder 1).Voor wat betreft het uitvoeren van het herstelonderhoud wordt voorgesteld om bovenschools afspraken te maken met een onderhoudsbedrijf dat, indien nodig door de scholen wordt ingeschakeld om op ad hoc basis het herstelonderhoud uit te voeren.
24
Bijlage 1
Overzicht onderhoudsactiviteiten onderwijsgebouwen, onderverdeeld naar verantwoordelijkheid schoolbestuur – gemeente
25
Overzicht onderhoudsactiviteiten onderwijsgebouwen, onderverdeeld naar verantwoordelijkheid schoolbestuur - gemeente Nummer
Omschrijving activiteit
ten laste van bevoegd gezag
ten laste van gemeente
A. Bouwkundig onderhoud A-1 Algemeen A-01
Herstellen gebroken glas
x
A-02
Herstellen loszittende geveldelen (bijvoorbeeld dorpels)
x
A-2 Terrein/buiteninrichting A-03
Herstellen beschadigde verharding
x
A-04
Herstraten verzakte verharding
A-05
Herstellen beschadigd hekwerk
A-06
Vervangen hekwerk
A-07
Herstellen beschadigingen rijwielstalling
A-08
Vervangen rijwielstaanders
x
A-09
Vervangen rijwielstalling
x
A-10
Vervangen stalen buitentrappen
x
A-11
Vervangen buitenopstallen
x
A-12
Vervangen leidingen/putten
x
A-13
Herstellen/controle/vervangen voegwerk
x x x x
x
26
A-14
Herstellen lateien/controle wapeningsdekking
x
A-15
Vervangen zand in zandbak
x
A-16
Ontstoppen riolering
x
A-17
Herstellen tuinberging/afvalberging
x
A-18
Vervangen speeltoestellen (= meubilair)
x
A-3 Zonwering A-19
Herstellen van zonwering
x
A-20
Onderhoud touwen/banden van binnenzonwering
x
A-21
Onderhoud overgordijnen / vitrages / verduistering
x
A-22
Vervangen van binnenzonwering (horizontale lamellen)
x
A-22a
Vervangen van buitenzonwering
x
x
ten laste van bevoegd gezag
ten laste van gemeente
Nummer
Omschrijving activiteit
A-4 Daken
x
A-23
Herstellen daklekkages
x
A-24
Partieel herstel dakranden
x
A-25
Herstellen/controle daken semi-permanente buitenopstallen
x
A-26
Vervangen / herstellen glas in daklichten, lichtstraten en lichtkoepels (exclusief vandalisme)
x
A-27
Vervangen dakbedekking platte daken
x
27
A-28
Vervangen boeiboorden, daktrimmen, windveren c.a.
x
A-29
Vervangen lood- en zinkwerken (pvc) bij platte daken met boeiboord (inclusief HWA en kiezelbakken)
x
A-30
Vervangen (bij schuin dak) dak-/mastgoot van pvc (inclusief HWA)
x
A-31
Vervangen hemelwaterafvoer
x
A-32
Vervangen dakpannen
x
A-5 Voorzieningen inpandig gebouw A-33
Herstellen hang- en sluitwerk
x
A-34
Vervangen sluitwerk binnendeuren
x
A-35
Vervangen binnenkozijnen (inclusief hang- en sluitwerk)
x
A-36
Vervangen binnendeuren (inclusief hang- en sluitwerk)
x
A-37
Vervangen kapstokhaken
x
A-38
Vervangen prikborden
x
A-39
Vervangen sanitair
x
A-40
Partieel herstel plafond, dakoversteken en luifels
x
A-41
Vervangen (systeem)plafonds
x
A-41
Herstellen losse/gebroken vloertegels
x
A-42
Herstellen vloerbedekking
x
A-43
Vervangen vloerbedekking
x
28
A-44
Vernieuwen plastic toplaag
x
A-45
Herstellen losse/gebroken wandtegels
x
A-46
Herstellen kapotte wandplaten (gips-/spaanplaat)
x
Nummer
Omschrijving activiteit
ten laste van bevoegd gezag
A-47
Herstellen stuc- en schuurwerk en gipsplaten
x
A-48
Gangbaar maken van vouwwanden
x
A-49
Vervangen verplaatsbare scheidingswanden
x
A-50
Vastzetten losgeraakte systeemplafonds
x
A-51
Vastzetten losgeraakte zachtboardplafonds
x
A-52
Onderhoud prikborden
x
A-53
Onderhoud waterreservoirs (tap- en afsluitkranen)
x
A-54
Ontstoppen van afvoeren
x
ten laste van gemeente
Overige activiteiten A-55
Buitenwanden
x
A-56
Vloeren (geen vloerbedekking)
x
A-57
Dakconstructie
x
A-58
Draagconstructies
x
A-59
Buitenwandopeningen
x
A-60
Dakafwerkingen
x
29
A-63
Waterleiding/riolering terrein
x
A-64
Transportinstallaties
x
B. Werktuigbouwkundige
installaties
B-01
Onderhoud kleine installatieondelen (thermokoppelelement cv)
x
B-02
Jaarlijks onderhoud cv-installatie
x
B-03
Vervangen pomp en expansievat cv-installatie
x
B-04
Herstellen beschadigde ventilatiekokers, buizen, et cetera bij natuurlijke ventilatie
x
B-05
Jaarlijks onderhoud ventilatiesysteem
x
B-06
Vervangen ventielen, inlaatcombinatie en pompkranen
x
B-07
Controle en onderhoud brandslangen
x
B-08
Vervangen ketel centrale verwarming (en aansluitingen en bouwkundige voorzieningen)
x
B-09
Vervangen regelapparatuur, kleppen, schakelkasten, elektrische bedrading cv-installatie)
x
Nummer
Omschrijving activiteit
ten laste van bevoegd gezag
B-10
Vervangen luchtbehandelingsunit, inclusief accessoires, appendages, regelinstallatie, schakelkast en pompje
x
B-11
Vervangen brandhaspels met slang
x
B-12
Vervangen brandslang
x
ten laste van gemeente
30
B-13
Vervangen beveiligingsapparaten (alarminstallatie)
x
B-14
Vervangen radiatoren
x
B-15
Vervangen convectoren
x
B-16
Vervangen leidingen centrale verwarming
x
C. Elektrotechnische installaties C-01
Vernieuwen gloeilampen
x
C-02
Vernieuwen tl-buizen
x
C-03
Vervangen gebroken schakelaars-/wandcontactdozen
x
C-04
Jaarlijks onderhoud boiler/geiser
x
C-05
Controle en vervangen poederblussers (inhoud)
x
C-06
Controle en vervangen poederblussers (geheel)
x
C-07
Controle en onderhoud alarminstallaties
x
C-08
Vervangen hoofdgroepkast
x
C-09
Vervangen armaturen
x
C-10
Vervangen electrische boiler (inclusief accessoires)
x
C-11
Vervangen gasboiler/gasgeiser (inclusief accessoires)
x
C-12
Elektrische installaties
C-13
Luchtbehandeling
x x
D. Schilderwerk (binnen en buiten)
31
D-01
Schilderwerk stalen onderdelen (buitenkozijnen, ramen en deuren)
x
D-02
Schilderwerk houten onderdelen (kozijnen, ramen, deuren, dichte puien, boeiboorden, goten en draagconstructies)
x
D-03
Houtconserveringsolie op afscheidingen
x
D-04
Betonverf op betonnen draagconstructies/afscheidingen
x
D-05
Schilderwerk stalen onderdelen (binnenkozijnen, ramen, deuren, draagconstructies en plinten)
x
Nummer
Omschrijving activiteit
ten laste van bevoegd gezag
D-06
Betonverf op draagconstructies
x
D-07
Schilderwerk wanden en plafonds
x
D-08
Behang suède of vinyl op wanden
x
D-09
Behangpapier
x
D-10
Vervangen/reparatie wandplaten (0,5)
x (10)
D-11
Schilderwerk radiatoren en leidingen
x (20)
E. Toegankelijkheid schoolgebouw
ten laste van gemeente
en -terrein
E-01
Toegankelijk maken van het terrein
x
E-02
Aanbrengen traplift
x
Toegankelijk maken van het schoolgebouw (binnenzijde) E-03
Verbreden deurkozijnen
x
32
E-04
Verwijderen van drempels
x
E-05
Aanbrengen van een invalidentoilet
x
Toegankelijk maken van het schoolgebouw (buitenzijde) E-06
Aanpassen van de entreedeur
x
E-07
Overbruggen van niveauverschillen
x
F. Nieuwbouw c.a. F-01
Vervangende (nieuw)bouw 2)
F-09
Aanpassingen binnenzijde (bijvoorbeeld creëren extra ruimte om zodoende dislocatie te kunnen afstoten)
x
F-10
Herstel constructiefouten, alsmede schade aan gebouw en inventaris (verzekeringen)
x
G. voorzieningen op basis van wet-
1)
x
x
en regelgeving
G-1
Arbo
x
1)
G-2
Milieu/energie
x
1)
G-3
Brandweereisen
x
1)
Voor rekening van de gemeente als de investering betrekking heeft op nieuwe wet- en regelgeving die na 1 januari 1997 is vastgesteld en/of het schoolbestuur voor het treffen van een voorziening die na 1 januari 1997 is vastgesteld geen bekostiging van het rijk ontvangt.
33
Bijlage 2
Onderbouwing programma van eisen gebouwonderhoud (onderdeel groepsafhankelijke programma’s van eisen rijksvergoeding materiële instandhouding)
34
Overzicht onderdelen gebouwonderhoud Omschrijving Bouwkundig werk Herstelonderhoud Onderhoud binnenzonwering Vervangen vulling poederblusser Vervangen poederblusser Vloerbedekking Vervangen brandslang Vervangen kapstokken Vervangen verplaatsbare wanden Vervangen binnenzonwering Vervangen sanitair kranen Vervangen waterleiding, riolering Vervangen brandslanghaspel Zandbak
Cyclus
Per m2
705,67
5,74
1 10 20 20 20 25 40 40 40 40 40 Subtotaal
Schilderwerk Buitenkozijnen, puien Boeiboord Goot Binnenzijde buitenkozijnen Kozijnen, ramen, deuren Wanden en plafonds Radiatoren, leidingen Wanden en plafonds
Per school
6 6 6 12 12 15 15 20
35
Werktuigbouwkundige installaties Herstel radiatoren, leidingen, kranen Onderhoud cvinstallaties Onderhoud ventilatiesysteem Onderhoud warmwater voorziening Vervangen CVpomp, expansievat Vervangen CVinstallatie ketel Vervangen CVregelapparatuur Vervangen ventilatoren Vervangen warmwatervoorziening Vervangen ventilatiesysteemleidingen Elektrotechnische installaties Onderhoud alarminstallatie Vervangen alarminstallatie Vervangen armaturen Vervangen groepenbord
Subtotaal
- 35,46
4,04
Subtotaal
459,91
0,95
Subtotaal
106,62
0,70
1.235,74
0,13 1,46 13,01
1 1 1 10 20 20 20 20 20
1 12 25 40
Technische en functieverbeterende aanpassingen Invalidentoilet aanbrengen School toegankelijk maken voor gehandicapten door het verwijderen van drempels School toegankelijk maken voor gehandicapten door verbreding deurkozijnen Subtotaal Extra bedrag per m2 Totale vergoeding
36
Onderdeel van het gebouwonderhoud is het zogenaamde herstelonderhoud. Herstelonderhoud is opgebouwd uit een scala van kleine activiteiten. De kosten voor herstelonderhoud dient de school jaarlijks in haar schoolbegroting te ramen (20% van de rijksvergoeding onderhoud). Elementen Buitenwerk Riolering Terreinverharding Erfafscheiding en hekwerken Gevels
Rijwielstalling Buitenberging Daken Binnenwerk Vloeren Wanden
Plafonds
Activiteiten herstelonderhoud / onderdeel schoolbegroting (20% rijksvergoeding onderhoud) Ontstoppen Herstellen beschadigde verharding Herstellen beschadigingen Herstellen van loszittende dorpels van buitendeuren Herstellen gebroken beglazing indien geen vandalisme Herstellen c.q. gangbaar maken + hang- en sluitwerk van ramen en deuren Herstellen van zonwering Herstellen lateien c.q. controle wapeningsdekking Herstellen en controle voegwerk Herstellen beschadigingen aan rijwielstalling Herstellen van tuinbergingen en afvalberging Herstellen van daklekkages Partieel herstellen van plafond en dakoversteken en luifels Herstellen van losse of gebroken vloertegels Herstellen van vloerbedekkingen als coral, linoleum, kurk, tapijt, naaldvilt of parket Herstellen van losse of gebroken wandtegels Herstellen van kapotte wandplaten van gips of spaanplaat Herstellen van gebroken beglazing Herstellen van stuc- en schuurwerk Gangbaar maken van vouwwanden Herstellen c.q. gangbaar maken + hang- en sluitwerk van binnendeuren en ramen nalopen Herstellen van stucwerk of gipsplaten
37
Diversen
Installaties Waterleiding en sanitair Centrale verwarming Ventilatie Elektra
Vastzetten van losgeraakte plafonds (systeem) Vastzetten van losgeraakte zachtboardplafonds Onderhoud prikborden Onderhoud touwen en banden etc. van binnenzonwering Onderhoud overgordijnen, vitrages en verduistering Onderhoud reservoirs tap en afsluitkranen Ontstoppen van afvoeren Vitale kleine installatieonderdelen zoals thermokoppelement Herstellen van beschadigde ventilatiekokers, buizen of omtimmeringen en losgeraakte afvoerkapjes en roosters bij natuurlijke ventilatie Vernieuwen gloeilampen Vernieuwen TL-buizen Vernieuwen van gebroken schakelaars en wandcontactdozen
38
Bijlage 3
Overzicht werkelijk bestand en capaciteit van gebouwen, in gebruik bij de basisscholen van Stichting O2A5
39
School
Bouwaard (P/N)
Hoofdg/Disl
Bouwjaar
Werkelijk oppervlakte 1402 ?
Groepslokalen
Speellokaal
1968 1980
Aantal bouwlagen 2 2
De Lingewaard Klim-Op*
P en N (?) P
H H
Het Tweespan Giessenburg* Het Tweespan Schelluinen
P
13 4
H
1957
2
?
5
ja Ja, samen met CBS ja
P
D
1899
1
907 m2
5
ja
ja
Den Beemd Giessen-Oudekerk
P P
H H
1973 1954
1 3
788 Ong. 600
3 4
in uitvoering nee
De Buurtschool De Kiezel en de Kei De Overstap De Verrekijker, Leerdam De Verrekijker Kedichem (nevenvestiging) Het Mozaïek De Hobbitstee De Ammers De Knotwilg De Boomgaard De Zandheuvel Spiegelhof De Rietput De Vuurvlinder Nieuw-Lekkerland 1. Zijdewinde 2. Tweemaster Hendrik van Brederode De Springplank Prinses Wilhelmina*
P
H
1959
2,5
650
4
ja Speelwerklokaal ja
P
H
1974
1
?
7
ja
nee
P P P P + N (1) P
H H H H H
1952 1975/1985 1957 1958/1986 1966/1976
1 1 1 2 1
? 992 650 850 798
6 7 4 ? 5
ja ja nee ja ja
nee ja ja ja ja
P P P P P
H D H H H
1968 1976 ? 1990 1959
1 1 1 1 1
1030 980 916 1032 665
7 8 6 7 4
Ja ja nee ja Ja, is tevens leslokaal
nee
•
Aangepast aan ond.vernieuw.? nee ja nee
ja
gedeeltelijk ja nee
krijgt nieuwbouw
40
Bijlage 4
Aanbevelingen n.a.v. breed directieberaad 20-06-07
41
Op 20-06-07 hebben alle directeuren van de scholen, verdeeld over drie groepen, hun mening kunnen geven over het huisvestingsplan. Hen werd gevraagd een antwoord te geven op de volgende vragen:
1. Gaan we voor het solidariteitsprincipe optie II (80% bovenschools – 20% schoolgebonden) binnen onderhoud i.v.m. leeftijd en onderhoudsstatus van de verschillende schoolgebouwen? Zie blz. 20 2. Planmatig onderhoud: a. uitbesteden? – voor werkzaamheden zie blz. 21/22: ongeveer € 32.000,= b. uitvoeren in eigen beheer? - zie blz. 22: ongeveer € 20.000,= 3. Klein onderhoud: a. uitbesteden (met of zonder de werkzaamheden onder € 1000,= )? – zie blz. 22 b. in eigen beheer (de O2A5 klusjesman)? – voor werkzaamheden zie blz. 23: ongeveer € 38.000,=
OF
4. punten 2b en 3b (van hierboven) combineren in één persoon in eigen beheer? Blz. 23: ongeveer € 42.500,=
42
Ad 1: T.a.v. van optie II - Solidariteitsprincipe wordt volmondig ondersteund. - Er wordt door twee van de drie groepen gevraagd naar de onderbouwing voor de verdeling 80% - 20%. - Eén groep doet het voorstel tot de verdeling 50%-50% (vanuit het Leerdamse): onderliggende motivering is dat er meer speelruimte ontstaat voor de scholen. Er wordt geen budget gespaard. Het geld dat overblijft wordt teruggestort naar de stichting. - Wat wordt er gedaan bij overschrijding van de 80%? - De grens tussen klein en groot onderhoud moet verduidelijkt worden. Ad 2: Planmatig onderhoud - één groep: eerst inhuren en op grond van ervaringen besluit nemen. Denk aan eigen vervoer. - één groep: kiest voor uitvoeren in eigen beheer, maar er wordt getwijfeld aan haalbaarheid in twee dagen. - één groep: kiest voor uitbesteden via woningbouwstichting. Ad 3: Klein onderhoud - Alle groepen kiezen voor uitbesteden. - Uitbesteden aan woningbouwstichting. - Maak gebruik van een “klusser” die niet in vaste dienst is. - Kleine klussen knappen we zelf op (met ouders!). Ad 4: Combinatie van 2b en 3b - Niet aan de orde. - Niet in eigen beheer.
43