HUB VOORUIT! SLIM NETWERK: CLICK TO CONNECT
december 2015 ruimte-energie.nl hubvooruit.nl
MAGAZINE IN HET KADER VAN DE WINNENDE EO WIJERS 2015 INZENDING
HUB VOORUIT! EEN TOELICHTING OP DE WINNENDE INZENDING
DE MARS ZUTPHEN ICOON VAN CLEANTECH STEDENDRIEHOEK
WARMTENETWERK REALISATIE VAN ALTERNATIEF ENERGIENET
COLOFON Rho adviseurs voor leefruimte Guido van Loenen Stefan la Grand Jos Leijten Kruit Kok Landschapsarchitecten Mariëlle Kok Esther Kruit Dominic Tegelbeckers Stedenbouw en Architectuur Dominic Tegelbeckers Jelle Rijpma Advies Mariska Louman Bestwerk Timo Bralts Fiona Sterling met medewerking van Otto Hettinga (Energierijk Voorst) Jolanda Hoeflak (Bril van Jane) Jelle Rijpma (JRA) Adriaan Weerheim, Rob van Leeuwen, Derk-Jan Verhaak, Eric van der Aa, Frits Dinkla (Rho adviseurs) contact ruimte-energie.nl hubvooruit.nl
© december 2015 Team Hub Vooruit! Dit magazine is een uitgave van Team Hub Vooruit! Niets uit deze uitgave mag worden gebruikt zonder voorafgaande toestemming van Team Hub Vooruit! 2
HUB VOORUIT MAGAZINE
INHOUD 1. HUB VOORUIT! EEN TOELICHTING OP DE WINNENDE INZENDING
06
3. DRAAGVLAK VOOR ENERGIETRANSITIE
24
6. DE MARS ZUTPHEN EEN UITWERKING
40
7. ENERGIEHUB EN WARMTENET
52 1. HUB VOORUIT! HET CONCEPT
06
2. HUB! AANPAK
22
3. ENERGIEHUB EN WARMTENET
24
4. LANDSCHAPPELIJKE WATEROPBOUW
30
5. DE A1 CORRIDOR
34
6. DE MARS ZUTPHEN
42
7. DRAAGVLAK VOOR ENERGIETRANSITIE
54
HUB VOORUIT MAGAZINE
3
HUB VOORUIT! SLIM NETWERK: CLICK TO CONNECT
Epe
RWZI biomassa / biogas / slib
RWZI biomassa / biogas / slib Kerschoten Energieneutrale wijk GEN/KEN
Energierijk Voorst
Zwitsalterrein energieneutraal
Apeldoorn
Ecofactorij / DEA corporatie / windmolens
Voorst
ZET Gro
Brummen
EBEM Groene energ
4
HUB VOORUIT MAGAZINE
LEGENDA energie hoogspanningsnet warmtenet energiehub als stedelijke aanjager bij te (her ontwikkelen bedrijventerrein
-
energiehub
initiatieven
windmolenpark warmteleverancier 130 geothermische pompen
Deventer
bestaand warmtenet
water stroomgebied IJssel waterbatterij kanaal
Lochem Energie zonneparken
beken en sprengen
RWZI biomassa / biogas / slib
oene Energie corporatie
Lochem
nieuwe watermolen lokale waterberging
Lochem Stad windenergie
Zutphen Ecopremie energiebesparing Revelhorst
Zonnepanelen
routes rijksweg provinciale / regionale weg spoorweg recreatief routenetwerk fiets fast e-lane
gie corporatie
landbouw extensieve (pluim)veehouderij met biomassateelt en watergberging
HUB VOORUIT MAGAZINE
5
HUB VOORUIT! SLIM NETWERK: CLICK TO CONNECT Ontwikkelingslijn energielandschap
nanotechnologie geotechniek wko olie en gas
wind
1750
Hub-Vooruit is een herkenbaar energieneutrale regio met duurzame bronnen geworteld in het DNA van landschap en ondergrond, nieuwe en gerevitaliseerde kringlopen, coöperatief samenwerken van bewoners en ondernemers uitmondend in schoonheid, van binnen en van buiten.
6
HUB VOORUIT MAGAZINE
water biomassa
bosteelt
1850
1970
WE HEBBEN HET GOED! TOCH? We hebben het over een rijke regio, trots en mooi. Het leven is er goed en er zijn voldoende kansen. De regio heeft alleen nog geen gedeelde band of identiteit, geen gezamenlijke waarde. Wel is er een gezamenlijke ambitie: energie neutraal in 2030. Een kansrijke ambitie, een mooie horizon, een leidmotief, één die de regio zal (ver) binden! Energie is van alle tijden. Wat het makkelijkst voor handen is, het snelst op. Wat eeuwig voor handen is, nu pas klaar voor gebruik. Op grote schaal gebruik maken van duurzame bronnen blijkt moeilijk. Het is vooral een grote verzameling van kleine initiatieven. Tot nu dan.
2000
2015
2050
WO II
1450
wind
kolen
WO I
biomassa op ‘t erf
water
Industriële revolutie
energievraag
zon
kernenergie
stoom
Wie goed kijkt ziet het al: de revolutie aan ideeën, de nieuwe technieken, de kanteling naar groter denken is aanstaande! Wat is er hier en op dit moment nodig? Het duwtje in de rug: Hub-Vooruit. Hub-Vooruit zet in op stromen en verbindingen vanuit de kansen en kwaliteiten van de regio. Zichtbaar en herkenbaar in lokale hubs die energiestromen koppelen aan belangrijke plekken, recreatieve routes en gebiedsontwikkeling. Het doel: een betrokken gemeenschap, een slim netwerk, klaar voor gebruik: de techniek plugt in, click to connect.
Burgerprofessional
SOFTWARE - HARDWARE INITIATIEF - COLLECTIEF CLICK TO CONNECT
BATTERIJ / ACCU PLUGIN / HUB
KABELGOOT
STROOM
Energieschap
SMARTGRID WARMTE
Energieschap
Energieschap
bestaat uit
helpt bij
JURIDISCHE EN GEMEENSCHAPPELIJKE KADERS
ENERGIE COÖPERA TIES
BEDRIJFSLEVEN & ONDERWIJS
KENNIS EN TECHNIEK
FINANCIERING
ORGANISATIE
SAMENWERKENDE OVERHEID
HUB VOORUIT MAGAZINE
7
Hub Vooruit bestaat uit een nieuw slim netwerk van warmte, stroom en data, waarop overal ingeplugd kan worden voor invoer en afname van energie, en waarin ‘hubs’ zorgen voor transformatie en opslag van energie. Lokale hubs koppelen energiestromen aan belangrijke plekken, recreatieve routes en gebiedsontwikkeling. Zo ontstaan bijzondere plekken. De mensen in de regio, techniek en landschapskenmerken bepalen de ontwerpopgave: een nieuwe vormende kracht in het landschap. Kansen genereren initiatieven en samenwerkingsverbanden, het Energieschap coördineert. WE HEBBEN HET GOED! TOCH? De driehoek is een rijke regio, trots en mooi - maar heeft geen gedeelde band of identiteit, geen gezamenlijke waarde. Wel is er een gezamenlijke ambitie: energieneutraal in 2030, één die de regio zal (ver)binden! Omschakeling is het devies. Fossiele energie raakt op (en wordt duurder). Grootschalige duurzame energie winnen lijkt moeilijk; wat is begonnen bij kleine initiatieven, groeit naar een steeds grotere verzameling. Een revolutie aan ideeën, nieuwe technieken, een kanteling naar groter denken in energietransitie is aanstaande! Hub-Vooruit geeft het duwtje in de rug. DE LIJNEN UITZETTEN De vernieuwing van de energieopwekking is gaande en maakt elke dag nieuwe stappen. Dit is de software, elk jaar een nieuwe versie. Hier ligt de uitdaging voor de Stedendriehoek niet: dit gaat vanzelf. De uitdaging is de hardware: het netwerk. Grote investeringen, één versie, te verbeteren en uit te breiden, maar niet eenvoudig te vervangen. Het netwerk moet centraal worden aangestuurd: warmte, stroom en data. HEAT IS ON Gaswinning is eindig en maakt ons afhankelijk. Een warmtenet is het alternatief. Niet aangevoerd van ver, maar lokaal aangemaakt en gebruikt. Kleine netwerken bestaan al, daar 8
HUB VOORUIT MAGAZINE
gaan we mee door en die verbinden we (waar nodig), voor flexibiliteit en uitwisselingsmogelijkheden. De realisatie van de grote biomassacentrale in Zutphen is een prachtig begin om het warmtenet verder uit te bouwen. POWER TO THE PEOPLE Het bestaande elektriciteitsnetwerk voldoet om stroom van de centrale naar de gebruiker te brengen, maar niet als iedereen gaat opwekken en terugleveren. Als de toestroom te groot wordt, slaat het netwerk op hol. Aanpassen kan, maar is duur en traag. Dus: wat lokaal wordt ‘gewonnen’, zal lokaal moeten worden gebruikt en soms tijdelijk opgevangen. KABELGOOT Het nieuwe netwerk - warmte en stroom - wordt ingericht als een regionale kabelgoot, zowel digitaal als analoog, soms zichtbaar, soms niet. Het warmtenet wordt gekoppeld aan bestaande lijnen en legt de basis voor nieuwe verbindingen: snelle fietspaden, glasvezel. Kanaaloevers, bermen van spoor en weg krijgen een nieuwe functie en betekenis. De digitale verbinding ligt in de controlekamer waar de aansturing van het slimme datanetwerk plaatsvindt.
‘‘OMSCHAKELING IS HET DEVIES. FOSSIELE ENERGIE RAAKT OP (EN WORDT DUURDER). HUB-VOORUIT GEEFT HET DUWTJE IN DE RUG’’
DE BRONNEN ANNO 2030 Windmolens gaan onderdeel worden van het stadsgezicht en als we lang genoeg wachten van het historisch stadsgezicht. De grote verandering die lijkt te komen en op veel plekken ook al aanwezig is, gaat doorzetten en is over enkele jaren vanzelfsprekend, net als de windmolens van toen en de elektriciteitsmasten van nu. Zodra iedereen hier van mee profiteert is de verwachting dat de weerstand verdampt. De grote windmolens (68 in onze strategie) zijn nodig want renderen het beste, zowel qua efficiënte stroomopwekking als qua grondopbrengsten. De keuze voor plaatsing ervan is natuurlijk wel essentieel: stadsentree Deventer, hoge ruggen van de Veluwe, hoefijzer Zutphen en Twentekanaal. Meer niet. Dit is passend in het gebied, zowel in omvang maar ook wat betreft de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit ZONVLOED Het realiseren van zonnepanelen neemt op dit moment een vlucht: Fort de Pol, vuilstort Eerbeek, vliegveld Teuge. Het zullen over het algemeen tijdelijke locaties zijn, die op termijn ook weer vrij komen. Op langere termijn zal het door de toepassing van folies makkelijker zijn om een grote ambitie op daken in bestaand stedelijk gebied te realiseren. Later zal nanotechnologie ervoor zorgen dat zonneenergie in zijn geheel geen issue meer is voor ruimtelijke kwaliteit. (NOOIT TE) HEET ONDER DE VOETEN Onder Epe en voor een deel Zutphen liggen de potenties voor warmtewinning. We gaan uit van duurzaam gebruik: dus niet in 30 jaar leeghalen wat pas in 300 jaar terugkomt, maar verspreid benutten via het slimme netwerk. BIOMASSA Hakhout, ooi- en broekbossen. Het kleinschalige landschap uit de 19de eeuw keert terug en maakt het buitengebied aantrekkelijker. Er is nu veel hout over. Later kan hakhoutbos worden geteeld.
Rooien gebeurt door de boer, met gebruik van slimme logistiek en centraal verzamelen, bijvoorbeeld door het vervoer via de biomassaboot. Ook mest- en rioolvergisting dragen bij aan de productie, zo wordt warmte geleverd, methaangas en fosfaten. WATERKRACHT Waterkracht is op zichzelf niet heel efficiënt, maar wel een wervend en aantrekkelijk beeld voor energieopwekking. Het sprengenstelsel, de IJssel en het steilere verloop in de kanalen zullen worden benut. Daarnaast worden op grotere schaal waterbatterijen gemaakt: bij overschot opzetten van waterbekkens en via dynamo’s uit laten lopen naar energiebehoefte. OVERZICHT BEWAREN, HET ENERGIESCHAP Het energieschap is hèt nieuwe samenwerkingsverband in een publiek-private combinatie: burger en overheid behartigen de publieke belangen en waarden zonder winstoogmerk. De samenwerkende gemeenten in de regio verenigen zich in het Energieschap Stedendriehoek met een mandaat om procedures en vergunningen te begeleiden en barrières te slechten tussen verschillende overheden (waaronder de twee provincies). Zij vormen een derde deel van het Energieschap. Ook de vijf samenwerkende energiecoöperaties participeren voor een derde in het Energieschap. Op basis hiervan organiseren ze ook hun nodige professionalisering. Tenslotte participeren Alliander en andere marktpartijen voor een derde deel vanuit een gezamenlijk belang bij de ontwikkeling van de netwerken. Het Energieschap beheert en ontwikkelt een netwerk dat het doet en veilig is, en is daarmee de spil in het functioneren van de hubs en het netwerk. Initiatiefnemers kunnen er terecht om kennis te halen en financiering te regelen voor investeringen. Het energieschap brengt mensen bij elkaar. HUB VOORUIT MAGAZINE
9
Energie Stedendriehoek Totaal energieverbruik Stedendriehoek
ELEKTRICITEIT
11.239 TJ
WARMTE
16.907 TJ
ELEKTRICITEIT
Vraag Elektriciteit particulieren Elektriciteit zakelijk Extra warmtepompen Synergie besparingen Technologische besparingen Power to gas Elektrische mobiliteit
TOTALE VRAAG
Productie 1655 TJ 6202 TJ 2672 TJ -1500 TJ -2400 TJ 3000 TJ 1610 TJ
11239 TJ
Zonnepanelen op daken Zonneakkers Windmolens, 68 stuks, XL Waterkracht Zonnepanelen door innovatie Innovatieve nieuwe energiebronnen
TOTALE PRODUCTIE
4613 TJ 650 TJ 1500 TJ 20 TJ 3000 TJ 1500 TJ
11283 TJ
WARMTE
Vraag Type Laagwaardig Hoogwaardig Verdeling Warmte particulieren Warmte zakelijk
TOTALE VRAAG
10
HUB VOORUIT MAGAZINE
Productie 14249 TJ 1848 TJ 6856 TJ 9241 TJ
16097 TJ
Zonne-energie (thermisch) Restwarmte Warmtepomp Biomassa mest Biomassa planten Power to gas (CH4) Geothermie rond Epe
2582 TJ 508 TJ 10397 TJ 670 TJ 350 TJ 1848 TJ 60 TJ
Totale vraag
16405 TJ
Dit betekent
Het energieschap richt zich ook op regelgeving (onder andere verbod op warmtelozing en op CO2 lozing) en werkt energievisies uit (structuurplan wind, strategische aanpak geothermie). Vanuit het energieschap is opschaling mogelijk naar bijvoorbeeld een bredere gebiedscoöperatie om andere urgente vraagstukken als zorg en maatschappelijk vastgoed op te pakken. DE HUB IS EEN SLIMME VERBINDING…. Pieken en dalen, transformeren, opladen, bewaren en verdelen. We gebruiken drie middelen om via de hubs de pieken te beperken en de overcapaciteit te bufferen: 1. Slim netwerk: het smartgrid meet vraag en aanbod van energie en stemt flexibel het gebruik af. 2. Opslag: in retentiebekkens, accu’s van elektrische voertuigen en benutten van overcapaciteit door bedrijven en bij WKOpompen. 3. Energie omzetting: door ‘power to gas’. Overproductie in elektriciteit wordt benut om chemische energie te produceren: water en CO2 wordt waterstof en methaangas. Over 20 jaar kan ook lage temperatuur restwarmte om worden gezet in elektriciteit. ….EN EEN KNAPPE VERSCHIJNING De hubs zijn de knopen in het netwerk, maar het is niet alleen techniek. Het ontwerp laat zien hoe het systeem en de zwerm van inpluggers en energetische samenscholers in deze regio kan worden ingebed in de topografie: wateraanwezigheid, groenstructuren, reliëf, schaal, bijvoorbeeld in relatie tot de landbouw of bebouwingspatronen. Dit brengt een verandering teweeg in het spel van ruimtelijke krachten. Er ontstaat door bijzondere toevoegingen een zichtbaar en herkenbaar patroon van aansprekende hubs. =IDENTITEIT De regio wordt ‘meegenomen’ door een aantal projecten die
de ontwikkeling aanjagen. Het uitdragen van een gezamenlijke identiteit staat hierbij voorop. De hubs worden de nieuwe iconen van de regio: markeringen in het landschap en van de energie-ambitie. Door eenheid van beeld en vormgeving gaan ze deel uitmaken van een ruimtelijke familie (Duurzaamheidsbiënnale en de Pop-hupstore). =INNOVATIE Deze hubs zijn innovatief en aansprekend en bieden vanuit de transitieopgave ruimte voor bijzondere andersoortige gebieden, zoals bijvoorbeeld de Clean-Hub, Greenpower-hub en Grow-hub. =INITIATIEF De hubs worden zeker niet allemaal ‘van boven’ bedacht, de ontwikkelingskracht van mensen in de regio is net zo belangrijk. De coöperaties en early adapters vinden ze zelf uit. Het Energieschap stuurt op een verdere doorzetting en opschaling van lokale initiatieven - vooral op de koppeling met duurzame bronnen en kringlopen binnen de regio. Voorbeelden zijn de Brew-hub en de Hot(t)hub (Thermen Bussloo). ENERGIENEUTRAAL, DE WEG ERNAAR TOE! De energieneutrale regio is haalbaar en betaalbaar. Dat is schaken op meerdere borden tegelijk en het overzicht houden. Wij gaan uit van een sluitende energieboekhouding voor 2030 en hebben daarvoor een zorgvuldige berekening gemaakt (zie de tabel en energielagen). Groot en kle¬¬in groeien zullen naar elkaar toegroeien. Het netwerk wordt in stappen aangelegd en ontwikkeld, eerst kleine afzonderlijk netwerken, op termijn koppelingen waar nodig, met als doel het toenemende aantal initiatieven in te kunnen pluggen. De ontwikkelingskracht van de mensen in de regio levert een belangrijke bijdrage: de burgerprofessional, de coöperaties gaan door met ontwikkelen en worden geholpen door het energieschap. De hubs worden ontwikkeld waar netwerk en initiatieven HUB VOORUIT MAGAZINE
11
samenkomen. Soms door burgers en ondernemers, soms door een overheid, soms door het energieschap zelf. Het resultaat: een zelfvoorzienende regio, een betrokken gemeenschap, een slim netwerk om direct op in te pluggen, click to connect.
‘‘DE HUBS WORDEN ZEKER NIET ALLEMAAL ‘VAN BOVEN’ BEDACHT, DE ONTWIKKELINGSKRACHT VAN MENSEN IN DE REGIO IS NET ZO BELANGRIJK. DE COÖPERATIES EN EARLY ADAPTERS VINDEN ZE ZELF UIT.’’ MAAR ER IS MEER Zo efficiënt mogelijk gebruik maken van fossiele brandstoffen bijvoorbeeld en ook het bewuster organiseren van kringlopen. Van en voor, in en door de regio, landbouw, cleantech, infra, recreatie, het minimaliseren van CO2-uitstoot. FASTLANE Dure benzine? Wij zetten in op het fietsnetwerk: voor de elektrische fiets met een grotere actieradius. Via nieuwe snelle verbindingen, fastlanes, gekoppeld aan het nieuwe netwerk, biedt deze voorziening 12
HUB VOORUIT MAGAZINE
een alternatief voor de auto. De schaal van de Driehoek maakt de fastlanes aantrekkelijk: zij sluiten aan op de stations, voor een snelle overstap op interregionaal en internationaal elektrisch vervoer. CLEANTECH BEDRIJFSLOCATIES AKZO, Auping, De Mars, uitstekende locaties om de koppeling met de energiestrategie te maken: de eerste hubs, gekenmerkt door voortzetting van de cleantech-benadering, (oude en nieuwe) kringlopen, hergebruik, verbranding en technologische innovatie. Maar ook door gerichtheid op productie en ontwikkeling van het slimme netwerk: maak in de regio wat in de regio kan worden gemaakt. En benut de warmte die in de productie-eenheden vrijkomt. Hier is vele malen meer winst te halen dan in de huishoudens. WATER IN DE KRINGLOOP Zoet water wordt schaars; we moeten water zolang mogelijk vasthouden (ook buffering) en infiltreren. Water wordt ook onvoorspelbaar: grote buien, langdurige droogte. Het water wordt opgevangen en ingezet voor waterkracht: Beekbergerwoud, de nieuwe Grift, broekbossen ten noorden van Apeldoorn, bij Lochem, het kanalenstelsel in Deventer en opvang van water van verhard oppervlak en piekbelastingen in de IJssel en het achterland via de Schipbeek. SCHOON VAN BINNEN EN VAN BUITEN De bodem moet schoner - bodemwater kan zuiver bronwater zijn. Dat maakt afname van mestgift nodig, voor een schone balans betekent dat halvering van de veestapel voor de stedendriehoek. Dit kan als dit wordt gekoppeld aan nieuwe kansen voor het boerenbedrijf. Het kleinere milieuvriendelijker boerenbedrijf maakt verbinding (grow-hub) met de regionale markt, de boer krijgt een gezicht, het streekproduct wordt mainstream. Lokaal geproduceerd, lokaal eigendom: voedsel, zuivel, recreatie, biomassa, landschapsbeheer, zorg(wonen). Een schoner boerenbedrijf, een
schonere bodem, schoner water en een schoner landschap. Terug leveren aan de maatschappij Collectieve energievoorzieningen, zowel wind als zon, leveren een rendement op waar vanuit de coöperaties een maatschappelijke bijdrage van €100,- tot €300,-/jr per deelnemend huishouden wordt gegenereerd. Als van de circa 140.000 huishoudens in de stedendriehoek de helft deelneemt (70.000) aan een collectief project wordt een opbrengst van €7 mln tot €21 mln per jaar gegeneerd dat direct voor maatschappelijke voorzieningen kan worden ingezet. TERUG LEVEREN AAN DE MAATSCHAPPIJ Collectieve energievoorzieningen, zowel wind als zon, leveren een rendement op waar vanuit de coöperaties een maatschappelijke bijdrage van €100,- tot €300,-/jr per deelnemend huishouden wordt gegenereerd. Als van de circa 140.000 huishoudens in de stedendriehoek de helft deelneemt (70.000) aan een collectief project wordt een opbrengst van €7 mln tot €21 mln per jaar gegeneerd dat direct voor maatschappelijke voorzieningen kan worden ingezet. DE INVESTERING Voor de initiële aanlegkosten van de eerste hubs, installaties en een compact warmtenet hebben we 5 miljard euro nodig. Daarna worden in de loop van de tijd hubs toegevoegd en met elkaar verbonden (op
Afschrijvingskosten installaties en netwerk (30 jaar) Onderhoudskosten Rente + aflossing (op 5 miljard)
Totaal kosten Gem. jaarlijkse besparing door niet de energie te hoeven importeren (50% bij aanvang, 100 in eindsituatie), en 25% energieprijsstijging
de plekken waar dit rendabel is). Voor het uitrollen van dit netwerk wordt jaarlijks 200 miljoen gereserveerd. Als we uit gaan van een rente van 3% hebben we een terugverdientijd van 34 jaar. OPRICHTING SUBSIDIEFONDS Om huiseigenaren te helpen onafhankelijk te worden van fossiele brandstoffen (zelfvoorzienend) richten we een fonds op. Deze verstrekt leningen voor de aanleg van de systemen. De huiseigenaren betalen maandelijks het bedrag ter hoogte van hun huidige energielasten en hiermee lost het fonds in de loop van de tijd de lening af. We gaan er van uit dat jaarlijks 5% van 170.000 huizenbezitters van de regeling gebruik maakt. Een woning zal 25.000 euro kosten om aan te pakken. Hiermee wordt per woning een jaarlijkse besparing van €1500,- gerealiseerd. Het fonds heeft een vermogen nodig van 3 miljard euro om de periode te overbruggen waarmee de inkomsten (door de energiebesparingen) de kosten van de leningen dekken (uitgaande van een rente van 2 % gebeurt dit na 12 jaar).
“DE BODEM MOET SCHONER DAT MAAKT AFNAME VAN MESTGIFT NODIG, VOOR EEN SCHONE BALANS BETEKENT DAT HALVERING VAN DE VEESTAPEL VOOR DE STEDENDRIEHOEK. “
Saldo
HUB VOORUIT MAGAZINE
13
2 3 4
5
1 CLEAN-HUB Het Akzoterrein wordt een innovatief woon-, recreatie en werkgebied, gebruik makend van de strategische ligging aan de IJssel en de A1. In de oksel van de A1, op de grens tussen binnen- en buitendijks, komt een modaliteiten transferium (e-auto, e-bike, parkeren, overslag). Van hieruit is de omgeving bereikbaar, de natuur van de ooibossen, rivierbegeleidende moerassen, grazende konikspaarden en heckrunderen. Deventer is hier startpunt van een avontuurlijke wereld. Maar ook het nieuwe waterrijke woon- en werkgebied, waar clean tech business het motto is.
14
HUB VOORUIT MAGAZINE
Dit waterrijke stadsdeel heeft verschillende peilen, want het is ook waterbatterij en bergingsgebied. Dat levert bijzonder architectuur op, gebouwen met de voeten in het water, en bijzondere plattegronden in relatie tot de verschillende waterpeilen. Het water wordt gebruikt als een transportmiddel, een buffer en ruimtelijk geeft het letterlijk lucht aan het bedrijventerrein. Bijzonder wordt het Akzoterrein, gelegen tussen natuur en een nieuw compact 21ste eeuws stadsdeel op een hoge dijk. We stellen hier een evenemententerrein voor, waar als aanjager van activiteiten een Duurzaamheid Biënnale (tweejaarlijks vanaf zomer 2018) wordt opgezet. Bestaande gebouwen worden omgevormd naar tentoonstellingsgebouwen, tijdelijke gebouwen worden toegevoegd met het doel duurzame bronnen, hergebruik en cleantech te presenteren.
6 1
7
HUB VOORUIT MAGAZINE
15
2
GREEN POWER-HUB
De Beekbergsebroek is een energiebelevingslandschap dat wordt gecreëerd oor de plaatselijke boeren en ondernemers. Uitgangsput is het bestaande landschap. Het Beekbergsewoud (waar tot 1870 een oerbos heeft gestaan) wordt door natuurmonumenten geleidelijk omgevormd tot een nieuw moerasbos. In het open deel van het gebied wordt de openheid en rechtlijnigheid van het landschap in beeld gebracht. Vanaf de snelweg A1 blijft uitzicht op Zutphen bestaan. De smalle kavels worden geleidelijk door de boeren omgevormd tot natte graslanden, rietvelden en wilgenplantages waartussen zonneakkers, recreatieve paden en verblijfsplekken in de vorm van minicampings gecreëerd kunnen worden. De sloten worden verbreed zodat er met kano’s kan worden gevaren. Het oostelijke deel is het natst. Daar wordt tegen de snelweg aan een recreatieplas gecreëerd met een energieen recreatietoren. Dit icoon markeert de ambitie van de stedendriehoek ten aanzien van energie, cleantech en het gunstige vestigingsklimaat. De energielaag bestaat uit: 1. Op de A1 worden over de gehele lengte van het dijklichaam zonnepanelen geplaatst. 2. De boerenenergiecoöperatie mag zonneakkers aanleggen als ze ook natte graslanden, wilgenplantages, en recreatieve paden aanleggen. 3. De recreatieplas wordt ingezet als waterretentiegebied. De plas kan als warmte-koude 16
HUB VOORUIT MAGAZINE
wisselaar dienen. Hiervoor wordt een hub aangelegd in de toren. Een drijvend openluchtzwembad wordt verwarmd met thermische zonne-energie uit de energietoren. 4. Twee recreatie eilanden in het gebied zijn de uitvalbasis voor het survival- en belevingslandschap. De e-kite’s kunnen hier een energiebron en inspiratiebron zijn. 5. De wilgenoogst, het rioolwater en ander afval worden hergebruikt, vergast in de energiefabriek RWZI net ten zuiden van het Apeldoorn kanaal.
3 FASTN’HUB De hub bij de Fastlane krijgt zijn energie van solarsterren in de wanden van de Fastlane. In het donker stralen deze sterren, het fietsen wordt een belevenis. De wand is doorzichtig en biedt volop zicht op het landschap, maar zorgt wel voor luwte, houdt wind en regen tegen. De Fastlane bestaat uit vier lanes naast elkaar, elk met een andere snelheid. Het asfalt van de snelle lane is paars om het onderscheid met de langzame rode route, aan te geven. De route is comfortabel, de hellingen zijn flauw. De Fastlane is kruisingsvrij, bij kruisingen met het recreatieve netwerk zijn op- en afritten. Op deze plekken zijn Fastn’hubs, bestaande uit recreatieve voorzieningen, maar ook een servicepunt voor de fietser en de e-biker. Je leent hier opgeladen
batterijen, na inlevering van de lege. Daarnaast is het een plek voor verkoop van lokale producten of een pick-uppoint. De Fastn’hub aan de IJsseldijk heeft een terras, met zicht op de oude IJsselarm. Natuurlijk heeft de hub zijn karakteristieke oranje kleur, waardoor de herkenbaarheid als uitwisselingspunt duidelijk is. De IJsseldijk is onderdeel van het recreatieve netwerk. De Fastlane ligt boven op het warmtenet. De pijlers van de brug van de Fastlane bestaan uit stromingsrotoren, die bij hoog water extra energie leveren.
HUB VOORUIT MAGAZINE
17
4 GROW-HUB De business case is simpel: van korte-termijnrendement naar lange termijn verantwoord boeren. Voor grootschalige landbouw is de Driehoek ongeschikt. Wanneer de overzeese transportkosten geëlimineerd worden, vervalt de grootschalige mestproductie. Om überhaupt aan de bestaande milieuwetgeving te voldoen is een halvering van de veestapel in de regio noodzakelijk. Dit maakt de regio, het landschap en de bodem schoner, mooier en gezonder en leidt tot grote energiebesparingen. De blijvende landbouw zal naast voedselproducent voor de regio ook een rol spelen in het beheer van natuur en landschap. Nieuwe houtwallandschappen, geënt op het historische landschap zullen biomassa voortbrengen die gekoppeld aan het warmtenet wordt omgezet in energie. Ook worden er kansen geboden om nevenactiviteiten te
starten: kleinschalig (zorg) wonen, een paardenhotel, bed & broodje. De opbrengsten zijn duidelijk, het is vooral een politieke keuze deze te incasseren en maatschappelijk aan te wenden: • Stijgende huizenprijzen (OZB) en recreatie-inkomsten als economische opbrengsten; • Gezondheidswinst, een meer toegankelijk (meer lichaamsbeweging) en uitnodigend landschap leidt op langere termijn ook tot forse besparingen voor gezondsheidszorg. • Oplossen van stikstofprobleem in de regio verbetert het vestigingsklimaat voor het niet-veehouderijdeel van onze economie (99 %). • Voorkomen boetes: Brussel staat op het punt boetes van honderden miljoenen euro’s uit te delen vanwege het niet voldoen aan de Kaderrichtlijn Water, Nitraatrichtlijn en Habitatrichtlijn.
mest voer
vrije uitloop akker
biomassa
vrije uitloop
18
HUB VOORUIT MAGAZINE
wilgenstruweel
output: - energie - mineralen
5
WATER-HUB VELUWERAND
Waterhub – zelfvoorzienend op waterkracht – schakel in recreatief netwerk – MTB-route - zzpwerkplekken
HUB VOORUIT MAGAZINE
19
6 POP-HUB-STORE LOCHEM Kennishub – energetisch kenniscentrum – ontmoeting en inspiratie – aansluiting op het grid – click to connect!
20
HUB VOORUIT MAGAZINE
7 BREW-HUB VOORST Streek brouwerij IJsselbocht in leegstaande hoeve langs recreatief netwerk - warmtehub van de brouwketels - eigen biologische hopvelden - bier van zuiver kwelwater – afvalproduct als veevoer
HUB VOORUIT MAGAZINE
21
HUB! AANPAK ZOEK NAAR DE RUIMTELIJKE SOCIALE EN MAATSCHAPPELIJKE MEERWAARDE IN HET PROCES VAN DE ENERGIETRANSITIE 22
HUB VOORUIT MAGAZINE
1.
BRONNEN INVENTARISATIE Windkracht Zonkracht Warmte en koude Waterkracht Biomassa Afval
OPGAVE FORMULERING Opslag Conversie Afstemming vraag en aanbod
NOODZAKELIJKE STAPPEN fysiek netwerk smart- netwerk sociaal netwerk of samenwerking finianciering juridische ruimte inspirerende voorbeelden
EEN ENERGIENEUTRAAL GEBIED CREEREN = TECHNISCHE OPGAVE
2.
RUIMTELIJK ruimtelijke kwaliteit: openbare ruimte gebouwde omgeving natuur en water verkeer en vervoer
MAATSCHAPPELIJK
SOCIAAL
duurzaamheid en milieu plezierige woon- en werkomgeving verdienmogelijkheden
sociale cohesie maatschappelijk gevoeld belang het van ons gevoel
DE ENERGIEOPGAVE: OOK EEN STEDENBOUWKUNDIGE, MAATSCHAPPELIJKE EN SOCIALE OPGAVE
ENERGIEOPGAVE
3. RUIMTELIJK ruimtelijke kwaliteit: openbare ruimte gebouwde omgeving natuur en water verkeer en vervoer
bronnen opslag en conversie afstemmen vraag en aanbod netwerk
DE HUB
MAATSCHAPPELIJK duurzaamheid en milieu plezierige woon- en werkomgeving verdienmogelijkheden
SOCIAAL sociale cohesie maatschappelijk gevoeld belang
het van ons gevoel
EEN HUB IS TECHNISCHE OPLOSSING VOOR DE ENERGIETRANSITIE GECOMBINEERD MET AANSPREKENDE RUIMTELIJKE, SOCIALE EN MAATSCHAPPELIJKE MEERWAARDE HUB VOORUIT MAGAZINE
23
beeld: © yourcaptainluchtfotografie
24
HUB VOORUIT MAGAZINE
ENERGIEHUB EN WARMTENET EEN GROOT DEEL VAN DE REGIONALE ENERGIEVRAAG BESTAAT UIT EEN BEHOEFTE AAN WARMTE. VOOR DE VERSPREIDING VAN WARMTE UIT DUURZAME BRONNEN EN EEN VERDELING VAN RESTWARMTE IS ER BEHOEFTE AAN HUB’S (VERDEELSTATIONS) EN EEN WARMTENET WAARMEE EEN ROBUUST ALTERNATIEF KAN WORDEN GEBODEN door Dominic Tegelbeckers (Dominic Tegelbeckers Stedenbouw en Architectuur)
HUB VOORUIT MAGAZINE
25
Wanneer men kijkt naar de energievraag van een gebied, zien we dat het merendeel van de behoefte binnen woningen en bedrijven bestaat uit een vraag naar warmte (of koude). Elektriciteit komt op een tweede plaats. Om grote stappen te zetten naar zelfvoorziening in energie is het daarom noodzakelijk om een duurzame opwekking en distributie van warmte te organiseren. Op dit moment maken we in Nederland nog gebruik van de grootschalige gasinfrastructuur om warmte bij woningen en bedrijven te producen. Om over te stappen naar nieuwe duurzame energiebronnen hebben we een parallel warmte distributienetwerk nodig.
werken. Dit verlangt een warmtenet dat de geproduceerde warmte binnen het gebied transporteert naar de gebruikers. Een dergelijk warmtenet dient robuust te zijn. Er moeten voldoende bronnen zijn om een bepaald aanbod te garanderen. Net zoals je ervan op aan kunt dat je steeds over elektriciteit beschikt, wil je niet koud douchen omdat de zon niet schijnt. Duurzaamheid mag niet leiden tot comfortverlies. Vervolgens is er een lokale verdeler van de warmte nodig. Deze stemt vraag en aanbod op elkaar af. Hiervoor introduceren wij de HUB.
EEN SCHEMATISCHE WEERGAVE VAN DE HUB EN HET WARMTENET
WARMTENET In een ideale situatie wordt alle warmte op een duurzame manier direct bij de gebruiker gecreëerd; elk huis of bedrijf wekt zijn eigen warmte op. Sommige gebieden lenen zich echter beter voor het produceren van warmte dan andere. Dit kan zijn vanwege de veiligheidseisen (er mag in een woonwijk geen industriële installatie worden geplaats) of vanwege de beschikbaarheid van duurzame bronnen zoals biomassa of geschikte bodemlagen voor aardwarmte. Daarnaast is het goedkoper om niet overal dure installaties zoals vergisters en bodem-warmtewisselaars te bouwen. Het loont zich om dat slechts op een aantal plaatsen te doen en deze voor een groter gebied te laten 26
HUB VOORUIT MAGAZINE
DE HUB De hub is de spil in het energienetwerk. Hij neemt de energie af van de verschillende bronnen en verdeelt deze over de directe omgeving. Dit kan in de vorm van elektriciteit, warmte of juist koude. Verschillende gebruikers hebben een verschillende warmte-energievraag. Bedrijven hebben vaak hogere temperaturen voor hun bedrijfsprocessen nodig. Woningen kunnen met lagere temperaturen al verwarmen. Zeker bij nieuwere woningen, die beter zijn geïsoleerd en beschikken over lage temperatuur verwarmingssystemen, is een temperatuur van 30 tot 40 °C voldoende. Er is bijna overal restwarmte beschikbaar uit industriële
PRINCIPE VAN CASCADERING
AANBOD VAN WARMTE T.O.V. DE WARMTEVRAAG GEDURENDE EEN JAAR
processen. In de papier- en metaalindustrie wordt tijdens de productie veel warmte geproduceerd. Deze warmte kan worden ‘gerecycled’ en via de hub worden gedistribueerd.
Bijvoorbeeld voor het smelten van metaal. Daarna is de resterende warmte een afvalproduct. Deze warmte is nog van voldoende temperatuur voor een ander gebruik en kan uitstekend worden hergebruikt. Met 100 °C kun je een ei koken, met 60 °C kun je de was doen, en met 40 °C kun je uitstekend een modern huis verwarmen. Door deze gebruikers in serie te schakelen wordt restwarmte met een steeds lagere temperatuur maximaal gebruikt. Dit heet cascaderen. Door dit principe binnen ons warmtenet toe te passen vergroten we onze efficiëntie.
Daarnaast hebben sommige bedrijven geen warmtevraag, maar juist een koeltevraag. Kantoren met veel ramen willen van hun warmte af. Bedrijven met veel koeling zoals data-centra of voedselopslag hebben ook een overschot aan warmte. De hub verdeelt het aanbod van koude en warmte tussen alle gebruikers. Vanuit de HUB wordt water over een leidingnet rondgepompt. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een leiding met heet water en een leiding met relatief koud water. Hierdoor is een gebruiker in staat om warmte van het net op te nemen en koude af te geven. Het omgekeerde is ook mogelijk; een gebruiker neemt koude af en levert warmte aan het net. De precieze watertemperatuur in deze leidingen hangt af van vraag en aanbod van de gebruikers. Nader onderzoek moet uitwijzen of een derde leiding met een tussentemperatuur nodig is om het geheel rendabel te krijgen. Daarmee wordt het voor huiseigenaren mogelijk om warmte te salderen. De warmte-energie wordt het liefst zo dicht mogelijk bij de bron gebruikt. Dan zijn de warmtetransport afstanden het kleinst. Dit reduceert de kosten van de infrastructuur en minimaliseert de warmteverliezen. CASCADERING BINNEN EEN WARMTENET Hoogwaardig gas wordt met een temperatuur van 800 graden verbrand om uiteindelijk een huiskamer naar 20 graden te verwarmen. Het is verspilling: vergelijkbaar met wanneer je uit goud stuivers gaat maken. In bedrijfsprocessen is vaak een hoge temperatuur nodig.
‘‘HET IS VERSPILLING: VERGELIJKBAAR MET WANNEER JE UIT GOUD STUIVERS GAAT MAKEN.’’ BUFFERFUNCTIE Omdat het aanbod van warmte meestal afwijkt van de onmiddellijke vraag heeft de Hub ook een bufferfunctie. Wanneer we warmte van de zon of uit bedrijfsproductieprocessen als bron gebruiken, dan hebben we overdag veel warmteaanbod. In de avond zijn deze bronnen niet meer aanwezig, maar zal er zeker bij huishoudens nog steeds veel vraag zijn. De hub kan het aanbod verschil van dag- en nacht overbruggen. En daarnaast ook het verschil tussen de week- en weekenddagen. Maar de echte verschillen zitten vooral tussen de seizoenen. In de winter zal de vraag naar warmte veel hoger zijn, terwijl het aanbod juist in de zomer veel groter is. HUB VOORUIT MAGAZINE
27
Een overschot aan warmte kan in de bodem worden opgeslagen door middel van een warmte-koude opslag (WKO). Indien het een grote hub betreft kan het zelfs in een Hoge Temperatuur Bodemopslag. Verschillende bodemlagen hebben dan de capaciteit om een verschillende temperatuur op te slaan. Deze reserves zijn het hele jaar door beschikbaar en kunnen tijdens piekvragen worden aangewend. ENERGIECONVERSIE De Hub kan ook worden gebruikt om de ene vorm van energie om te zetten in een andere. Zo kan een overschot aan elektriciteit worden gebruikt om gas, waterstof of warmte te producen. Op deze manier kan energie worden opgeslagen en getransporteerd. De aanwezige energiebronnen en directe omgeving van de hub bepalen of energieconversie zinvol is. Koppelen van hubs Het loont zich om energie zoveel mogelijk lokaal te produceren en te gebruiken. Indien er sprake is van een structureel over- of onder aanbod van energie, kan de hub door middel van een warmteleiding met andere hubs worden verbonden. Zo worden de pieken in vraag en
SCHETS ENERGIEHUB 28
HUB VOORUIT MAGAZINE
aanbod over een groter gebied vereffend. Er kan worden gestart met de aanleg van hubs die op zichzelf al rendabel zijn. De nieuwe infrastructuur voor de koppeling van de hubs wordt pas uitgerold wanneer dit economisch interessant is. Door langzaam de verschillende hubs aan elkaar te koppelen ontstaat er op een organische manier een robuust nieuw energienetwerk.
‘‘ER WORDT EEN SCHAALVERGROTING MOGELIJK DIE DE DUURZAAMHEIDSTRANSITIE VERSNELT.’’ PLUG&PLAY Om de energietransitie zo gemakkelijk mogelijk te maken willen wij naar een plug&play systeem. Iedereen wordt in staat gesteld om gebruik te maken van duurzame energie. Ook degene die in de eerste instantie niet zo veel met duurzaamheid heeft kan zo worden meegenomen.
PRINCIPE VAN HOE EEN GEBRUIKER WARMTE OF KOUDE KAN OPNEMEN VAN EEN DUBBEL LEIDINGNET
Dit betekent een integrale gebiedsaanpak, waarbij de grote installaties in het systeem en niet bij de eindgebruiker worden geplaatst. Dit bespaart hem kosten en maakt het voor hem een stuk eenvoudiger. Er wordt een schaalvergroting mogelijk die de duurzaamheidstransitie versnelt. Tegelijkertijd ontstaat er een robuuster systeem met grotere en betere opslagcapaciteit. Door een warmtenet met een koude en warmteleiding uit te voeren wordt het voor individuele gebruikers mogelijk hun warmte te salderen. Het salderen van elektriciteit was een belangrijke factor in het succes van zonnepanelen. Wij zetten in op een dergelijk vliegwieleffect bij warmte. WANNEER AAN TE LEGGEN De aanleg van de energie hub en een warmtenet is een ingrijpende gebeurtenis. Er moeten leidingen de grond in, er zullen graafwerkzaamheden nodig zijn. Dit is kostbaar en veroorzaakt overlast. Daarom heeft het de voorkeur om deze aanleg te combineren met andere (geplande) werkzaamheden. Wanneer er groot onderhoud plaats vindt op het huidige gas- of rioolnetwerk is dit een mooi moment om het warmtenet aan te leggen (en het gasnet te vervangen). Ook wanneer de bestrating wordt onderhouden of er een nieuwe internetkabel wordt gelegd. In de komende 5 tot 10 jaar zijn veel van de bestaande gasleidingen aan onderhoud toe. Een uitgelezen kans voor de start van een warmtenet!
‘‘WANNEER ER GROOT ONDERHOUD PLAATS VINDT OP HET HUIDIGE GAS- OF RIOOLNETWERK IS DIT EEN MOOI MOMENT OM HET WARMTENET AAN TE LEGGEN.”
HUB VOORUIT MAGAZINE
29
LANDSCHAPPELIJKE WATEROPBOUW DE LANDSCHAPPELIJKE OPBOUW VAN DE STEDEN DRIEHOEK IS OP KORTE AFSTAND ZEER GEVARIEERD. HET STUWWALLENLANDSCHAP, DE DEKZANDLANDSCHAPPEN AAN BEIDE ZIJDEN VAN DE IJSSEL EN HET RIVIERENLANDSCHAP VAN DE IJSSEL. DE ONTSTAANSGESCHIEDENIS VAN HET NEDERLANDSE LANDSCHAP IS HIER MET EEN FIETSRONDE VAN 60KILOMETER TE DOORGRONDEN door Mariëlle Kok (Kruit Kok Landschapsarchitecten)
30
HUB VOORUIT MAGAZINE
STUWWALLENLANDSCHAP Het stuwwallenlandschap bestaat uit hoge zandgronden op de stuwwal of fluvioglaciaal. He is een hoog gelegen gebied variërend van 50 tot 60 meter boven Nap, en veel verschillen in het reliëf, de nederzettingen ontstonden op de flanken van de stuwwal, bijvoorbeeld Apeldoorn. De bebouwing werd vaak begrensd aan de ene zijde door hoge bouwgronden (enken) en andere andere zijde met lagergelegen graslanden. Onder aan de flanken van de stuwwal trad kwelwater uit. De vruchtbaarheid van de hogere zandgronden kon alleen in stand gehouden worden dankzij een areaal van woeste gronden, waar men het benodigde strooisel voor de potstallen kon winnen en waar men koeien en schapen kon wieden. Op de rand van de stuwwal werd het grondwater aangesneden door middel van sprengen, Deze waterkracht werd gebruikt in watermolens. De papierindustrie ontstond. De hoge zandgronden zijn in de 19e en 20ste eeuw op grote schaal ingeplant met naaldhout, onder ander voor de mijnbouw, nu een Nationaal Landschap. Vanuit de IJssel vallei is de stuwwal een dominante rand door zijn hoogte en zijn bebossing, De sprengen als energiebronnen hebben hun functie verloren. DEKZANDLANDSCHAPPEN De dekzandlandschappen bestaan uit een aantal min of meer evenwijdige lopende langgerekte laagtes van bekendalen waartussen hoger gelegen dekzandruggen en – plateaus voorkomen. De beekdalen (beekeerdgronden) zijn vrijwel uitsluitend in gebruik als grasland. Langs de vele sloten komt hout begroeiing voor, hoofdzakelijk wilgen en elzenhout. Men vestigden zich op de hogere delen waar esdorpen ontstonden. De engen zijn nu duidelijk waarneembaar in het landschap door hun hogere ligging en het voorkomen van eikenhakhoutwallen, de bebouwing staat aan de rand van de engen, Op de grotere dekzandplateau waren de worst gronden waar schapen geweid werden, deze zijn aan het eind van de 19e eeuw ontgonnen tot de zogenaamde jonge ontginningen. Uitputting van de grond, bevorderd door de eenzijdige roggeteelt in dit gebied en de hoge veeprijzen leiden er toe dat veel akkerbouwbedrijven zich op de veeteelt gingen toeleggen. Bovendien maakte een doorgaande verbetering van de waterhuishouding het mogelijk om gronden die voorheen te nat waren, te gebruiken als grasland
en zelfs bouwland. De huidige agrarische sector in de stedendriehoek is vooral verbonden aan deze gronden. Ondanks de zelfde (a)biotische uitgangssituatie hebben de dekzandgebieden ten noorden van Deventer zich anders ontwikkeld dan de gronden ten zuiden van de lijn Zutphen en Vorden. Ten noorden van Deventer ontstond een afwisselend landschap met kleinere landgoederen, bestaande uit afwisselend weides, akkerland en loofbos. Ten zuiden van de lijn Vorden -Zutphen waren het grootgrondbezitters die heide en bos in grotere eenheden grasland lieten omzetten. RIVIERENLANDSCHAP VAN DE IJSSEL Het rivierenlandschap van de IJssel is opgebouwd uit stroomruggen, kommen en uiterwaarden, De stroomruggen liggen meestal als een brede strook langs de winterdijken van de IJssel hierop bevinden zich ook de dorpen. De kommen liggen achter de stroomruggen, dus verder van de rivier af. Ze vormen een vlak en open landschap met een strakke verkaveling. De wegen zijn recht, de verkaveling rationeel. Vanwege de natte omstandigheden ligt er een netwerk aan watergangen. Vooral ten noorden van de lijn Apeldoorn- Deventer aan de west zijde van de IJssel zijn ruime kommen aanwezig, met veel weides, verspreid liggende agrarische bedrijven en grienden. De uiterwaarden zijn een gevolg van het samenspel van de dynamiek van de rivier en menselijk handelen. De IJssel is gereguleerd, maar mag binnen de winterdijken een dynamische rivier zijn. Door de kribben wordt de rivier op een zekere diepte gehouden en ligt de stroomdraad van de rivier vast, De belangrijkste functie van de uiterwaard is het bergen van water, in de huidige situatie zijn de uiterwaarden met de rivier Natura 2000 gebieden en onder deel van het natuurnetwerk van Europa. HET WATERPATROON IN DE STEDEN DRIEHOEK. Het waterpatroon in de stedendriehoek is verbluffend divers, maar ook zo helder van opzet. Er zijn twee belangrijke waterstromen, die het geheel beïnvloeden de IJsel en de kweldruk vanaf de stuwwal. De rivier de IJssel stagneerde bij hoog water al de afwatering van de aanliggende gebieden compleet. De grote waterdruk vanaf de stuwwal zorgde voor een constante aanvoer van grote hoeveelheid schoon kwelwater in de lagere delen aan de voet van de stuwwal. HUB VOORUIT MAGAZINE
31
STUWWALLEN
IJSSELVALLEI DEVENTER
VOORSTONDEN
Men had geen gebrek aan water, maar eerder teveel. Men zette op allerlei manieren de watersituatie naar zijn eigen hand. Water en de energie van water waren essentieel voor de conformistische ontwikkeling van dit gebied, de agrarische ontwikkeling, de ontwikkeling van de steden van de Hanze en de industrialisatie vanaf de 18 e eeuw. Water werd ingezet om energie op te wekken in de vele watermolens aan de sprengen, water werd geborgen door de vloedboeren in de beekdalen van de Berkel en de Schipbeek, en in het uitgebreide moeras gebied in de kom ten noorden van Apeldoorn. Hier waren uitgestrekte elzenbroekbossen en grienden aanwezig, wat grondstof en brandstof opleverden. Langzamerhand werd het water meer gereguleerd. De Schipbeek, het Twente kanaal, het kanaal DeventerRaalte en de Berkel zijn geheel in peil gereguleerd door middel van stuwen en sluizen. Het Apeldoorns kanaal werd gegraven in 1869 voor de scheepvaart, omdat de IJssel vaak niet een betrouwbare waterweg was. Het kanaal werd gevoed met het kwelwater van de sprengen en door ondergrondse grondwaterstromen vanaf de stuwwal. De Grift beschermde de laag gelegen komgronden van het kwelwater. Dit gebied kon pas tot agrarische ontwikkeling komen door de aanleg van de weteringen, onder andere de Grote en de Nieuwe Wetering. De beken ten zuiden van de lijn Apeldoorn en Zutphen loosden en lozen nu rechtstreeks op de IJssel . Op kleinere schaal is een verfijnd waternetwerk aanwezig, langs de oeverwallen en de dijken zijn allerlei kwelsloten, poelen en dijkdoorbraken aanwezig. In de Uiterwaarden zelf liggen oude armen van de IJssel. De hedendaagse opgave van water vasthouden, is voor dit gebied heel goed te doen. Op de stuwwallen en de hogere delen van de dekzandgronden zijn voldoende gebieden waar het water direct infiltreert. Op de lagere delen kan men oppervlakkig veel water bergen in de vorm van moerassen en rabatten. WATER IN HUB VOORUIT In “ HUB vooruit” koppelen we de energie opgave duidelijk aan de belangrijke plekken van het water in dit gebied. Water kan energie opwekken, maar water kan ook verplaatst worden om te infiltreren bij een surplus van energie. We zien water als energie motor en als energie batterij.
32
HUB VOORUIT MAGAZINE
VOORSTONDEN
WATER ALS ENERGIE MOTOR We bouwen letterlijk weer op de plekken van de vroegere watermolens, de nieuwe watermolens van deze tijd. Peilverschillen in de Berkel, de Schipbeek en het Apeldoorns kanaal zijn geen probleem maar een kans om energie te winnen. We denken aan verschillende soorten watermolens, die maatwerk per locatie geven, boven- en onderslag molens en horizontale molens. We geven de sprengen hun oorspronkelijke functie van waterkracht weer terug, zowel in de bovenloop van de strengen, waar de kracht hoog is maar het debiet nog gering, maar ook in de benedenloop, waardoor kwelwater gebufferd wordt om daarna omgezet worden in waterkracht. Hier snijdt het mes aan twee kanten, we gaan hiermee ook de verdroging van de teen van de stuwwal tegen. De Grift en de weteringen in het noorden zijn de verdeel sleutel van het water uit het stedelijk gebied, we bufferen dit water in deze bedijkte waterlopen, waardoor de waterlopen een batterijen zijn voor eventueel energie
opwekking in luwe tijden. Vanuit de weteringen kan het water verder de moerasgebieden in stromen, waar het de plantages van wilgen en elzen voedt. Deze plantages zijn voor de levering van biomassa, een nieuw verdienmodel voor de aanwezige boeren. Dit hebben we uitgebreid beschreven in de agrohub.
‘‘WE BOUWEN LETTERLIJK WEER OP DE PLEKKEN VAN DE VROEGERE WATERMOLENS, DE NIEUWE WATERMOLENS VAN DEZE TIJD.’’ De IJssel is een grillige rivier, maar kan constant energie opleveren. De stromingen rond de kribben zijn berucht, maar die kunnen we gebruiken om de horizontale watermolens in de kop van de kribben aan te drijven. In de stedendriehoek heeft de rivier talloze kribben. We willen water uit de IJssel bufferen in waterbatterijen, hier wordt water opgezet met overtollige energie en wanneer de energie nodig is, vloeit het water weer terug in het riviersysteem. Het systeem van buffering kan landschappelijk een interessant en uniek gebied opleveren, met een hoge dynamiek, zoals in slikken en schorren langs de kust, maar dan binnendijks. Daarnaast zijn lokale waterbuffers van zoet water voor tijden van droogte goed om achter de hand te hebben. De buffers kunnen ook gebruikt worden om extreme regenbuien in het stedelijk gebied op te vangen, die ons daarna weer energie gaan leveren. Maar water en energie leveren vooral bijzonder plekken op, die een impuls kunnen geven aan gebiedsontwikkeling, aan bijzonder woonlocaties en recreatieve knooppunten. Water is een essentieel onderdeel van onze hubs!!!
REGIONAAL WATERSYSTEEM HUB VOORUIT MAGAZINE
33
34
HUB VOORUIT MAGAZINE
DE A1 CORRIDOR DE A1 CORRIDOR TEN DIENSTE VAN DE ENERGIENEUTRALE CLEAN TECH REGIO STEDENDRIEHOEK
HUB VOORUIT MAGAZINE
35
De Stedendriehoek is om. Clean Tech en energieneutraal zijn eigenschappen die de regio graag wil laten landen. De kunst is om hierbij het DNA van de streek en de mores van haar burgers en ondernemers in te zetten. De regio ademt energie in alle opzichten. Ze is al begonnen, maar popelt om te versnellen. De A1, als belangrijke transport corridor tussen Amsterdam en Berlijn, biedt de regio momenteel lasten en lusten. Hoofdinzet van Rijkswaterstaat is op de kortere termijn meer capaciteit creëren door de aanleg van meer rijstroken. Ook ziet Rijkswaterstaat met de regio kansen om de transformatie van de A1 als versnelling naar een Clean Tech en energieneutrale regio in te zetten: Energiewinning en besparing, CO2 reductie en duurzame gebiedsontwikkeling en uitvoering. De A1 moet worden verbreed vanuit een breder toekomstperspectief. 36
HUB VOORUIT MAGAZINE
EEN PERSPECTIEF OP MOBILITEIT IN DE TOEKOMST
ALL ELECTRIC, SHARING, USER BASED, ON DEMAND Naar schone mobiliteit, onafhankelijk van olie, gaan we zeker toe. Maar ook de mobiliteit kan in de toekomst niet los worden gezien van ‚smart’. Persoonlijk comfort, de wenselijke snelheid om ergens te komen, het effect op het milieu en het prijskaartje wat je voor je wenselijke rit moet betalen, worden bepalende factoren voor het gebruik van ons mobiliteitsnetwerk. Ons particulier en collectief vervoer zal steeds meer worden afgestemd op onze eigen behoefte. We willen de snelste routes zonder, of mét een gemakkelijke overstap, we willen de mooiste routes met tijd voor ontspanning, of we willen zekere routes waarop we onderwijl nog een beetje kunnen werken of ontspannen. We willen onafhankelijk zijn van een dienstregeling, files
en calamiteiten en de mogelijkheid hebben om te gaan en staan waar en wanneer het ons het beste uitkomt. Traditionele dagindelingen kunnen we loslaten. Midden op de werkdag een stukje op de e-bike door het passerend IJssellandschap? Het moet kunnen. Dat is pas kwaliteit van leven! Ook het daadwerkelijk eigen bezit van mobiliteitsmiddelen veranderd. De data en informatiesystemen waarmee we ons omgeven, voorzien ons straks van het gewenste voertuig waar en wanneer wij dat willen. Niet langer hoeven we over drukke verkeersaders stedelijke centra in om een parkeerplek zo dicht mogelijk bij bestemming te vinden. En we hoeven niet altijd meer terug naar onze eigen’ auto. Het van A naar B reizen, zoals we dat nu kennen, raakt uit de gratie. Reizen wordt een op en top comfortabele beleving, waarin we privé en werkdoeleinden
slim combineren en dat is veel méér dan reizen van A naar B.
‘‘HET VAN A NAAR B REIZEN, ZOALS WE DAT NU KENNEN, RAAKT UIT DE GRATIE.’’ DE TOEKOMSTWERELD VAN LOGISTIEK Ook qua economisch vervoer doet ‘smart’ haar intrede. De logistiek gaat toe naar een steeds meer vraaggestuurde supply chain met zelfrijdende, schone voertuigen. Hoewel de verwachting is dat het aantal vrachtbewegingen blijft toenemen, kunnen logistieke stromen straks minutieus op elkaar worden afgestemd met behulp van data en informatiesystemen. HUB VOORUIT MAGAZINE
37
En met slim gebruik van data, ontstaan er ook kansen voor de regio om zélf een betere kwaliteit van leven te organiseren. Denk eens aan vrachtvrije tijden reguleren op vrachtvrije wegen, of nieuw ontwikkelde transportvoertuigen door de Clean Tech Regio op biobrandstof die zich als opdeelbare treinwagons zelfsturend in de landschappelijke regio spreiden. Bij grote drukte of calamiteiten op de A1 is de capaciteit van de weg zodanig gedimensioneerd dat met dynamische wegmarkering het aantal rijstroken is aan te passen aan de omstandigheden. Alternatieve routes worden voor iedere weggebruiker persoonlijk, via apps met persoonlijke presets, als opties gepresenteerd. Het wegennet slipt zelden nog dicht, voor te laat komen is geen excuus meer - het verkeer levert geen stress meer op. En de levering van grondstoffen, producten en pakketjes frustreren, door smart planningen, niet langer productieprocessen of persoonlijke urgenties. MOBILITEIT MODERNISEERT, DE A1 ANTICIPEERT De laag van schone en vraaggestuurde mobiliteit, plaatst de A1 en haar verzorgingsplaatsen in een nieuw perspectief. Anticiperend op dit onomkeerbare transitie proces kunnen we nu kijken hoe de A1 een bijdrage kan leveren aan de Stedendriehoek. De lusten van deze transportader door de landschappelijke regio kunnen voorop komen te staan. De A1 kan veel meer zijn dan 38
HUB VOORUIT MAGAZINE
transportroute van A naar B. EEN NIEUWE RELATIE TUSSEN DE A1 EN DE REGIO
A1, VENSTER OP HET RIJKE IJSELLANDSCHAP De Tijd dat ook de A1 onbeschaamd en onbezorgd door het IJssellandschap raast, zijn we voorbij. Met de opkomst van schone mobiliteit, kan de relatie tussen de A1 en de omgeving weer innig worden. Geluidsmaatregelen zijn nog niet direct geheel van de baan, maar de lucht wordt schoner en het wegverkeerslawaai vermindert. We kunnen straks weer ademhalen langs de snelweg. En door de zelfrijdende voertuigen en onze keuzevrijheid in snelheid, kunnen we zelfs vanaf de weg, weer rustig om ons heen kijken. Het landschap wordt weer onderdeel van beleving van de weggebruiker en de nu vaak gedwongen achterkanten, kunnen weer een front worden. Een visie op kwalitatieve fronten aan de snelweg en de beleving vanaf en naar de snelweg toe worden opnieuw relevant. A1, ENERGIEPRODUCENT VOOR DE REGIO De regio wil onafhankelijk worden van fossiele brandstoffen. In de koers naar alternatieve en decentrale manieren van energieopwekking, kan de Stedendriehoek nu al prachtige initiatieven omarmen die hun eigen broek op houden. Voor het duurzame bedrijvenpark Ecofactorij is een privaat elektriciteitsnetwerk aangelegd en afvalverwerker Attero organiseert haar afval tot (energie) producten. En zo kan ook de A1 haar eigen broek
ophouden. Sterker nog, Rijkswaterstaat kan voor de A1 inzetten op de rol van energieproducent voor de regio. Met de kilometers asfalt en flanken, kan de A1 -met onder andere zonnecellen, warmte koude systemen en de inzet van bermen en taluds voor energieakkers-, service creëren, onderhoudskosten verlagen en energieboer worden voor aangrenzende verzorgingsgebieden. Ieder segment van de A1 kan nabije dorpen, agrarische doeleinden of ruimtelijke ontwikkelingen met de organisatie van aanbod, vraag en opslag van energie faciliteren. DATA LANDSCHAP STEDENDRIEHOEK VOOR NIEUWE VERDIENMODELLEN Het goed bedienen van de logistieke doelgroep is een essentiële voorwaarde voor een succesvol corridortraject door de Stedendriehoek. Door als A1 en regio te anticiperen op het delen van data en de ontwikkeling van datanetwerken, krijgen ICT- en app-ontwikkelaars de mogelijkheid om de behoefte van de regio vraaggestuurd af te stemmen op de organisatie van stromen, grondstoffen en producten. En dit biedt weer kansen, voor bijvoorbeeld boeren, om hun bedrijf met ICT tools te organiseren naar de nieuwe wereld met een haalbaar en duurzaam bedrijfsmodel. Dat brengt de Clean Tech Regio ambitie op meerdere vlakken dichtbij.
‘‘DE A1 KAN VEEL MEER ZIJN DAN EEN TRANSPORTROUTE VAN A NAAR B.’’
EEN FRISSE BLIK OP VERZORGINGSPLAATSEN
DIFFERENTIATIE EN EEN RESHUFFLE IN VERZORGINGSPLEKKEN Het capaciteitstekort aan rustplaatsen en de verouderde inrichting van verzorgingsplaatsen langs de A1 is een kans om de rol van verzorgingsplaatsen in het nieuwe perspectief van de regio te bekijken. Maar vooral ook om, vanuit de grote kwaliteit van het open IJssellandschap als asset voor de regio, de juiste plekken, anticiperend op de toekomst te kiezen. We zien meer logica voor logistieke verzorgingsplaatsen op plekken waar combinaties gemaakt kunnen worden met overslag, thematisch gerelateerde bedrijvigheid en gerelateerde issues als veiligheid en beveiliging. Het belang voor alle (ook niet logistieke) reizigers om op de A1 een regelmatig stopgelegenheid te vinden, is een blijvende. Naar de wc gaan zullen we blijven doen. Maar de inpassing van deze plekken verdient een energieke boost. CLEAN LEAN HUBS GEKOPPELD AAN KANSLOCATIES Zelfrijdende vrachtwagens in treinclusters doen straks hun intrede op de A1. Chauffeurs hebben een steeds kleinere rol in het besturen van de vracht en kunnen onderweg allerlei andere werkzaamheden verrichten. Ze zijn altijd op tijd en hebben plek voor een stop of overslag aan de Clean & Lean hubs door continue uitwisseling van data. Deze hubs, specifiek voor de logistieke sector, verzorgen overslag en distributie naar onderliggend wegen- of waternet, naar de stads- en dorpskernen, naar de ondernemers en particulieren. Op de schoonste manier, en via de meest efficiënte route, in de juiste doseringen, op de gewenste tijden. Volledig on demand. De Clean en Lean Hubs manifesteren zich door Clean & Lean in alle facetten: een duurzame inrichting van het terrein, schone en slimme mobiliteit, vernieuwend in HUB VOORUIT MAGAZINE
39
architectuur en materiaalgebruik, zelf-organisatie van afval-water-energie- en voedselstromen en een service gerichte instelling. Innovatie viert hier hoogtij. Het zijn de showcase area’s voor de Clean Tech Stedendriehoek.
‘‘CLEAN & LEAN HUBS ZIJN VOOR NU EN STRAKS DE LOGISTIEKE RUST- EN OVERSLAGPUNTEN WAAR, DOOR DE INZET VAN SMART DATA, TIJDIG RUIMTE, BRANDSTOF EN RUST VOOR HANDEN IS.’’ AMBASSADEURS EN PARADEPAARDJES VAN DE CLEAN TECH REGIO ALS LOGISTIEKE HOSTS De paradepaardjes en ambassadeurs van de Clean Tech Regio hebben de potentie om excellente gastheer te zijn voor de logistieke sector: als verzorgingsplek en als overslagpunt naar elektrische distributie op het lokale wegennet. Zo kunnen de bedrijven met een focus op mobiliteit, transport en logistiek op bedrijvenpark ECOFACTORIJ, hun kennis, inspiratie en eigen vraagstukken inzetten om mee te ontwikkelen en experimenteren aan innovaties in mobiliteit. Ook het A1 Business Park Deventer kan met de combinatie van logistiek huisvaderschap een extra impuls krijgen voor ontwikkeling. Deze Clean & Lean Hubs zijn voor nu en straks de logistieke rust- en overslagpunten, waar door de inzet van smart data tijdig ruimte, brandstof en rust hebben, nooit een issue zal zijn. STREEKEIGEN HUBS AIRES Op de plekken waar de A1 contact legt met het onderliggende lokaal en regionaal mobiliteitsnetwerk, zien we kansen voor Hubs Aires. Deze knopen in het netwerk zijn de plekken waar de uitwisseling in 40
HUB VOORUIT MAGAZINE
modaliteiten, energie en producten op gebiedseigen wijze kan plaatsvinden, ondersteund door vernuftige, gepersonifiseerde apps. Hier kan men de share auto’s achterlaten en de reis vervolgen op de e-bike, een passagier met dezelfde bestemmingswens oppikken, overstappen op de zorgbus of gewoon even ontspannen of werken. Ondernemers in de directe omgeving kunnen hier de kersen, appels, of asperges van het seizoen aanbieden, of zich als kleinschalige horeca presenteren in pop-up stores. Deze Hubs Aires zijn daarnaast een technische knoop. Het energieaanbod en de vraag van de A1 op de aangekoppelde verzorgingsgebieden wordt hier afgestemd in de ‘meterkast’. De invulling van energie en bijbehorend energiesysteem is gebiedsspecifiek en wordt afgestemd op de landschappelijke onderlegger en de identiteit van de verzorgingsgebieden. Daarmee wordt het beeld van deze
Hubs Aires een landschappelijk gegeven. De meterkasten zijn een herkenbare familie van beeldmerken aan de A1 en in het landschap, waar de regio haar trots aan ontleent. EEN STIP OP DE HORIZON, OM NU OP TE ANTICIPEREN Met dit stuk, leggen we een lange termijn perspectief neer, terwijl de rijdende trein van de ombouw van de A1 op volle snelheid is. Maar de toekomst en wat nu moet, hoeven elkaar niet te bijten. Gezien de wil en drive van de Clean Tech Regio Stedendriehoek, zou deze geschetste toekomst de regio nog wel eens sneller dan we denken, eigen kunnen maken.
‘‘DE INVULLING VAN ENERGIE EN BIJBEHOREND ENERGIESYSTEEM IS GEBIEDSSPECIFIEK EN WORDT AFGESTEMD OP DE LANDSCHAPPELIJKE ONDERLEGGER EN DE IDENTITEIT VAN DE VERZORGINGSGEBIEDEN.’’
HUB VOORUIT MAGAZINE
41
beeld: © yourcaptainluchtfotografie
42
HUB VOORUIT MAGAZINE
DE MARS ZUTPHEN ICOON VAN CLEANTECH STEDENDRIEHOEK door Esther Kruit (Kruit Kok Landschapsarchitecten)
HUB VOORUIT MAGAZINE
43
wa nd e
lpa de
n
Fort de Pol Energieheuvel recreatief en informatief CLEANTECH icoon
Zonnedaken
FOR T Clea de Mo l nTec h ico on
IJSSEL
43 waterturbines op kribben
Groen ‘waar het kan’ Duurzaam & robuust Schipholstrategie
44
HUB VOORUIT MAGAZINE
slowlane op d dij k
kabelbrug met warmtenet
Centraal Park
fastlane (deels op hoogte)
Entreepark
windenergie langs kanaal
spo
or
info
T
warmteproducent
k
mobiliteits transferium
sp
fas
tla
ne
oo
rzo
ne e
ne rg iep ar
Groenblauw netwerk ecologische structuur
Centraal Park De Mars Het Coeners Park
Vestingwerken
Groenstructuur Zutphen
HUB VOORUIT MAGAZINE
45
HET INDUSTRIEEL VERLEDEN VAN DE MARS De begrenzing van de Mars zoals we dat nu kennen is niet altijd zo geweest. De spoorweg is in 1865 aangelegd en het Twentekanaal is tussen 1930-1938 gegraven. Ook de loop van de IJssel is telkens aan verandering onderhevig geweest. Waarschijnlijk heeft er ook een IJsselarm over de Mars gelopen getuige de archeologische opgravingen. Oorspronkelijk heeft de Mars een agrarische functie gehad. Op de locatie waar nu de vuilstort de Pol ligt, lag tot 1610 een versterkt huis of burcht (een Havezaete); Huize De Pol op de plek waar de Berkel in de IJssel uitmondde. Vanaf de 14de eeuw hebben er oliemolens, windpapiermolens, korenmolens en houtzaagmolens op de Mars gestaan. Met de komst van de nieuwe energietechnieken zoals vanaf 1877 stoomkracht, zijn de molens geleidelijk weer getransformeerd en afgebroken. Tussen 1700 en 1795 wordt er op de Mars gebouwd aan de vestingwerken. Rond 1700 worden ten noorden van het huidige spoor de vestingwerken aangelegd en tussen 1785 -1795 wordt er ter plekke van de vroegere Havezaete de Pol het Fort de Pol gebouwd. Tussen 1861 en 1865 wordt de spoorlijn dwars door de vestingwerken aangelegd. Gelijktijdig werd het Coenenspark aangelegd. Het zand dat uit de vijvers kwam werd gebruikt voor de aanleg van de spoordijk. Het park in de Engelse landschapsstijl werd gebruikt door de industriëlen en hun arbeiders. Zo werd het als proefterrein voor fietsers gebruikt die bij de plaatselijke fietsfabriek - firma Ter Horst - een fiets kochten. ‘s Winters werd er geschaatst en zomers werden er feesten en bloemencorso’s gehouden. De vijver had ook een commerciële functie namelijk als viskwekerij. Al vanaf 1916 begint het verval van het park. Ter wille van de opmars van de industrie worden de vijvers geleidelijk gedempt en het park opgeruimd. Op kaartbeelden uit 1850 is de lange rechte beplante laan te zien die vanaf de vestingwerken naar Fort de Pol loopt. Op deze plek loopt nu ongeveer de Marsweg. De kaartbeelden vanaf 1950 laten zien dat er verschillende havens worden gegraven, die later ook weer (gedeeltelijk) worden gedempt. Opvallend zijn verder in de kaartbeelden de spoorlijntjes die vanaf de havens via de Industrielaan, Oostzeelaan en een gedeelte van de Pollaan naar het rangeerterrein parallel aan het spoor liepen. Langs deze lijnen lopen nu nog delen van de huidige groenstructuur. 46
HUB VOORUIT MAGAZINE
KANSEN VOOR EEN CLEANTECH HUB DE MARS Er gebeurt veel op de Mars. Het Noorderkwartier is in ontwikkeling en met de pas geopende nieuwe tunnel onder het spoor wordt De Mars beter aangesloten op de binnenstad. Er liggen veel kansen om de Mars te revitaliseren tot een energieneutrale ‘Cleantech’ industrieterrein: het icoon voor de cleantech in Zutphen en de Stedendriehoek. Maar wat moet daarvoor gebeuren? Op bedrijfstechnisch niveau is het aan de bedrijven om hun productie zo ‘clean’ en ‘energieneutraal’ mogelijk te maken. Dit is een proces waar de bedrijven zelf, wellicht met aanmoediging en ondersteuning, goed toe in staat zijn. Het afvalproduct van het ene bedrijf kan een grondstof zijn voor een andere. Bij het energieneutraal en ‘clean’ maken van een gebied gaat het om het koppelen van vraag en aanbod van warmte, energie en grondstoffen. De noodzakelijke stap in dit proces is het samenwerken van bedrijven onderling. Ook dit gebeurt al
‘‘ER LIGGEN VEEL KANSEN OM DE MARS TE REVITALISEREN TOT EEN ENERGIENEUTRAAL ‘CLEANTECH’ INDUSTRIETERREIN: HET ICOON VOOR DE CLEANTECH IN ZUTPHEN EN DE STEDENDRIEHOEK’’
HUB VOORUIT MAGAZINE
47
op de Mars. Toch stranden deze initiatieven vaak omdat het economisch toch (nog) niet rendabel te maken is of omdat er nog teveel hordes te nemen zijn. Ondernemers zijn meestal wel bereid om te investeren maar het moet wel efficiënt en rendabel zijn. Hoe krijgen we het proces van de energietransitie in een versnelling?
‘‘DE HUB VOORUIT AANPAK ONTWIKKELT EEN GEBIEDSEIGEN ENERGIESTRATEGIE EN KOPPELT DEZE AAN DE LOPENDE OF TOEKOMSTIGE RUIMTELIJKE, SOCIALE EN MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN IN EEN GEBIED.’’ DE HUB AANPAK VOOR DE MARS De Hub Vooruit aanpak ontwikkelt een gebiedseigen energiestrategie en koppelt deze aan de lopende of toekomstige ruimtelijke, sociale en maatschappelijke 48
HUB VOORUIT MAGAZINE
ontwikkelingen in een gebied. De energietransitie wordt hiermee een nieuwe ‘laag’ in gebiedsontwikkeling. Een interessante laag want hier valt geld te verdienen! De Hub aanpak start met het inventariseren van de aanwezige energie en grondstoffenbronnen in een gebied. DE HUB AANPAK VOOR DE MARS De Hub Vooruit aanpak ontwikkelt een gebiedseigen energiestrategie en koppelt deze aan de lopende of toekomstige ruimtelijke, sociale en maatschappelijke ontwikkelingen in een gebied. De energietransitie wordt hiermee een nieuwe ‘laag’ in gebiedsontwikkeling. Een interessante laag want hier valt geld te verdienen! De Hub aanpak start met het inventariseren van de aanwezige energie en grondstoffenbronnen in een gebied. Daarna wordt gekeken naar de vraag en aanbod kant. Welke bronnen kunnen via een netwerk aan een vraag gekoppeld worden. Welke infrastructuur is hiervoor noodzakelijk en op welke schaal moet die aangelegd worden. Het tweede onderzoek is de inventarisering van de ruimtelijke, sociale en maatschappelijke krachten die in een gebied spelen. Kan de energietransitie een rol spelen in die processen. Kunnen zij elkaar versterken? Uit deze analyse volgen de kansen voor een gebiedspecifieke energiestrategie. Wij hebben een eerste quickscan gedaan naar de kansen voor de Hub De Mars.
QUICKSCAN BRONNEN EN STROMEN Er zijn al enkele bronnenstudies voor de gemeente Zutphen en de Mars uitgevoerd. Een degelijke analyse is noodzakelijk om een goed beeld te krijgen van de vraag en aanbod. D.m.v. een quickscan kunnen we enkele kansen omschrijven. A. Windkracht Er staan drie windmolens op de Mars, die langs de IJsseldijk ter hoogte van het Fort de Pol gepositioneerd zijn. Om de regio energieneutraal te maken is het plaatsen van windmolens noodzakelijk. In de Hub Vooruit regiostrategie stellen wij voor om enkele grotere windmolenclusters te maken. De windmolens worden gekoppeld aan cleantech bedrijventerrein en versterken daarmee het cleantech imago. Op de Mars zien wij kansen om op het noordelijk deel van het industrieterrein en met name in het gebied langs het Twentekanaal windmolens te plaatsen. Een zorgvuldig gepositioneerd cluster van windmolens markeert daarmee de noordentree van Zutphen. B. Restwarmte Binnen de Mars is er een overschot aan warmte, die vrijkomt bij de rioolwaterzuiveringen en enkele metaalverwerkingsbedrijven. Het project Transportsystemen Lochem – Zutphen transporteert huishoudelijk afvalwater en industrieel afvalwater afkomstig van de industriële lozer Friesland
Campina (gemaal Kanaalstraat) naar de RWZI te Zutphen. Het water heeft een temperatuur van rond de 50 graden celsius. Daarnaast produceren de bedrijven GMB Bioenergie en Aurubis veel restwarmte. Het bedrijf DWA heeft in een onderzoek berekend dat de restwarmte in combinatie met de energie van bijvoorbeeld 7 windmolens, 15.000 huishoudens van warmte kunnen worden voorzien. Dit is 75% van de warmtebehoefte van heel Zutphen. Wat nodig is: een warmtenet voor distributie. Er zijn studies gedaan om een warmtenet aan te leggen maar die zijn vooralsnog gestrand op haalbaarheid. C. Zonne-energie Ieder bedrijf op de Mars zou eigen stroom moeten opwekken door zonnepanelen op en aan de bedrijfspanden. Minimaal zou in de eigen behoefte moeten kunnen worden voorzien maar beter is een overproductie HUB VOORUIT MAGAZINE
49
te creëren voor de directe omgeving zoals de binnenstad of grote energievragende industrieën op de Mars zelf. Een eerste quikscan met behulp van de zonnekaart van Zutphen laat zien dat er alleen al op de bedrijfspanden potentieel 28 hectaren geschikt dakoppervlak is. Gesteld dat van die 28 hectaren ongeveer 50 % bruikbaar is dan zou 14,5 hectaren dakoppervlak middels zonnepanelen stroom kunnen opwekken. Uitgaande van de rekensom dat 1 m2 per jaar ongeveer 120 KWh oplevert betekent dat 17.400.000 kWh per jaar. Omgerekend en afgerond is dat stroom voor 5.000 huishoudens. Een enorme potentie dus; zeker wanneer men bedenkt dat de verticale wanden en eventuele braakliggende terreinen nog niet meegenomen zijn. De opgewerkte stroom zou in eerste instantie voor de bedrijven zelf ingezet moeten worden. In de Noorderhaven worden de komende jaren zo’n 1.000 woningen gebouwd. Deze daken zijn niet meegenomen in de berekening. Nieuwbouw zou zelfvoorzienend c.q. energieneutraal gebouwd moeten worden.
‘‘ OMGEREKEND EN AFGEROND IS DAT STROOM VOOR 5.000 HUISHOUDENS. EEN ENORME POTENTIE DUS.’’ D. Waterenergie Het is mogelijk om uit langzaam stromend water energie op te wekken. Te onderzoeken valt of langs de IJssel op de koppen van de schiereilanden en in het Twentekanaal voldoende stroming is om een Oryon watermill te plaatsen. Een idee is om de watermolens met een klein windmolentje en lichtelement te accentueren; de nieuwe bakens langs de IJssel. E. Grondstoffen stromen en biomassa Een onderzoek naar de mogelijkheid om bioenergie en grondstoffen uit het gebied en de directe omgeving te gebruiken is kansrijk. Op de Mars is het bedrijf GMB Bioenergie al bezig energie en grondstoffen uit reststromen te halen. De verwerkingslocaties zijn 50
HUB VOORUIT MAGAZINE
energiefabrieken die kunnen vergisten, ontwateren, biologisch drogen en nutriënten terugwinnen. Ze halen uit slib wat erin zit, of het nu gas, warmte, stroom, water of nuttige meststoffen zijn. Dit bedrijf is een toonbeeld van cleantech bedrijfsvoering en zou als cleantech voorbeeld geëtaleerd kunnen worden. De positionering naast de gesaneerde vuilstort is hierin kansrijk. QUICKSCAN ONTWIKKELINGEN BESTAANDE SITUATIE A. Groen-, water- en recreatieve structuur Een vergroeningsstrategie voor de Mars is, in het kader van klimaatbestendigheid zeer aan te bevelen.
De groenstructuur van de Mars is mager. Er zijn met uitzondering van de randen geen doorgaande structuren door het terrein. Wel zijn er nog enkele relicten te vinden van oude structuren en waterlopen. In een interview stelde de gebiedsbeheerder dat groen lastig te realiseren is in het gebied omdat de ondergrond bomvol met kabels en leidingen ligt. De waterstructuur is zeer versnipperd. De waterlopen die potentiële ecologische verbindingen kunnen zijn, zijn nu verstopt achter hekken, kademuren en loodsen. Met simpele maatregelen aan de oevers is waarschijnlijk grote ecologische winst te boeken. Dit zal de aantrekkelijkheid
van de Mars versterken en tevens mogelijke wateroverlast kunnen verhelpen. Een recreatieve structuur is op dit moment nog nauwelijks aanwezig op de Mars. Met de bouw van de Noorderhaven komt daar voor de zuidelijke oevers van de IJssel op de Mars wel verandering in. Ter hoogte van Fort de Pol is in het kader van de sanering van de vuilstort een recreatief fietspad langs het Twentekanaal aangelegd. Dit pad stopt nu ter hoogte van de Industriehaven. Hier is sprake van een ‘missing link’ met de recreatieve structuren die gerealiseerd gaan worden bij de Noorderhaven. Langs het spoor is er op dit moment geen doorgaande HUB VOORUIT MAGAZINE
51
wandel- en groenstructuur. Hier liggen wel kansen om van de spoorzone een ecologische en recreatieve verbinding te maken die tevens energie kan opwekken. B. Infrastructuur en mobiliteit Met de nieuwe brug over het Twentekanaal is een nieuwe entree voor Zutphen gecreëerd. Deze entree kan qua beeld aantrekkelijker en iconisch gemaakt worden. In het kader van moderne mobiliteit zou op deze plek een transferium van grote vrachtauto’s naar kleine elektrische voertuigen die de binnenstad bedienen kansrijk zijn. Er bestaat reeds een bedrijf Delta dat stadsdistributie koppelt aan een sociaal werkvoorzieningbedrijf: een kans om uit te bouwen. De fietsverbinding vanuit Deventer naar het station Zutphen, over de Mars, is momenteel niet erg aantrekkelijk. In het kader van moderne mobiliteit hebben wij in onze Hub Vooruit inzending geopteerd voor ‘fast lanes’; snelle doorgaande fietsverbindingen gekoppeld aan energieopwekking en het aanleggen van een netwerk. Wij zien een kans om deze fast lane over de nieuwe toegangsbrug tot aan het station door te trekken door het hart van de Mars. C. Noorderhaven De Noorderhaven is in ontwikkeling. Een kansrijk gebeid waar veel ontwikkeling in zit. De energieneutraliteit ambitie zou idealiter in deze nieuwbouw volledig
52
HUB VOORUIT MAGAZINE
geïntegreerd moeten zijn. Wij hebben op dit moment niet het overzicht of dat het geval is. Een quickscan om de gemiste kansen te ontdekken en eventueel de energieneutraliteit ambitie te versterken is aan te bevelen. D. Vuilstort Fort de Pol Fort de Pol was onderdeel van de IJssel linie en maakte deel uit van de Zutphense vesting. Het fort werd kort voor 1800 gebouwd. Het had tot doel de monding van De Berkel, de Polbeek en de Eefdese Beek, die daar gezamenlijk uitmondden in de IJssel, te verdedigen. Nadat het Fort in 1920 buiten gebruik raakte, werd op dit (destijds) afgelegen terrein tussen de inmiddels gedempte Polbeek en het Twentekanaal illegaal vuil gedumpt. Pas veel later is sprake van enige registratie van de vuilstort. In 2004 is gestart met het saneren van de vuilstort. Conform het saneringsplan is het materiaal geherschikt en vervolgens afgewerkt met een afdeklaag conform het Landschapsplan Fort de Pol. Dit plan bestaat uit een drietal terrassen tot een hoogte 24 meter. De sanering is inmiddels afgerond.
Hub de Mars, Cleantech icoon; slim netwerk click to connect Uit de analyse blijkt dat er veel kansen liggen om grondstoffen en warmte uit reststromen van bedrijven in het noorden van de Mars te koppelen aan industriële energie en warmtevragers. De Hub de Mars bestaat uit het maken van een slim netwerk dat tevens het beeldmerk van De Mars gaat worden. Gezien de fysieke financiële en juridische beperkingen is een nieuw ondergronds warmtenetwerk op de Mars lastig aan te leggen. Bij het zoeken naar oplossingen zijn wij geïnspireerd door efficiënte stromen en netwerksystemen zoals die op industrieterreinen zoals het oude Phillips terrein in Eindhoven of het DSM terrein in Limburg aanwezig zijn. Onze oplossing is om een warmtenet bovengronds aan te leggen; een ‘High-line’. Een flexibel systeem dat snel en relatief eenvoudig is aan te leggen. Een netwerk van stalen dragers die buizen kunnen dragen om bijvoorbeeld warmte op een snelle goedkope en efficiënte manier van A naar B te krijgen. Het hoofdnetwerk wordt (gefaseerd) aangelegd en volgt in grote lijnen de hoofdinfrastructuur. De leidingen vanuit de bedrijven worden door de bedrijven zelf aan elkaar gekoppeld al naar gelang de gewenste stofstromen. Aan het netwerk kunnen andere maatschappelijke functies gekoppeld worden zoals bruggen, voetpaden en groenstructuren. Daar waar een missing link is in het padensysteem op de begane grond kunnen groene paden op hoogte aangelegd worden. Voorbeelden hiervan zijn de High Line New York en de nieuwe parkbrug in Den Bosch. Zo’n missing link op de Mars is een brug over de industriehaven. Aan de High-Line kunnen zich ook pop-up stores vestigen. Immers de stroom-, water- en warmtevoorziening is eenvoudig en flexibel aan te leggen. In het hart van de Mars stellen wij voor om een fast lane over een gedeelte van de High-line te laten lopen. Deze fietsroute gaat over de drukke verkeersknooppunten heen en daalt over het oude spoordijkje langzaam naar het stationsplein; een super snelle fietsroute naar het station en de nieuwe tunnel naar het centrum en de IJsselbrug. De groenstrucuur wordt versterkt door in het centrale hart het Coenenspark in ere te herstellen. De bestaande centrumfuncties kunnen in een groen, representatief en
klimaatbestendig park gesetteld worden. Een vijver kan overtollig regenwater infiltreren. Op deze plek kunnen tevens warmtekabels de grond in duiken. Als groenstructuurstrategie stellen wij voor om “groene parels” te maken daar waar het fysiek mogelijk is. Liever een paar mooie solitairen die honderd jaar oud kunnen worden als vele sprietjes die geen groeiruimte krijgen. Een uitgekiende beplantingsstrategie kan de kwaliteit en herkenbaarheid van de Mars vergroten. Alle groene parels worden maximaal ingericht om duurzaam te kunnen ontwikkelen. Fort de Pol wordt een educatieve energieheuvel. De drie terrassen worden optimaal ingezet als proeftuin voor opwekking van energie. De nieuwste technieken worden hier uitgeprobeerd. Bij een informatiecentrum aan de voet van de heuvel en de brug kan kennis gedeeld worden. Het 4 meter hoge uitkijkpunt is te voet te bereiken en op de top staat een iconisch zonnedak dat zonne-energie omzet in warmte. Kortom, er liggen zeer veel kansen om van De Mars een iconisch cleantech industrieterrein te maken. Het is een kwestie van beginnen: Hub Vooruit!
‘‘UIT DE ANALYSE BLIJKT DAT ER VEEL KANSEN LIGGEN OM GRONDSTOFFEN EN WARMTE UIT RESTSTROMEN VAN BEDRIJVEN IN HET NOORDEN VAN DE MARS TE KOPPELEN AAN INDUSTRIËLE ENERGIE EN WARMTEVRAGERS.’’
HUB VOORUIT MAGAZINE
53
DRAAGVLAK VOOR ENERGIETRANSITIE FOCUS VOOR HET ORGANISEREN VAN DE ENERGIENEUTRALE REGIO ER WORDT AAN ALLE KANTEN MET AGENDA’S, PROGRAMMA’S EN WETTEN GEPUSHT OM TE WERKEN AAN ENERGIENEUTRALITEIT. ER IS HAAST EN NOODZAAK OM SCHONE, DUURZAME ENERGIEBRONNEN EN BEWUSTWORDING VOOR DUURZAAM GEBRUIK VAN ONZE GRONDSTOFFEN TE IMPLEMENTEREN IN ONZE LEEFOMGEVING. MAAR HOE KRIJGEN WE DE URGENTIE AAN DE MAN ÉN IN DE WORTELS VAN ONZE SAMENLEVING? door Mariska Louman (Jelle Rijpma Advies)
54
HUB VOORUIT MAGAZINE
HET ONTOEGANKELIJKE VOCABULAIRE VAN ENERGIE
We hebben er allemaal wat jaren over gedaan om gevoel te krijgen bij kilobytes, megabytes, megabits en inmiddels Terabytes. Maar de eenheden GigaJoule, kilowattuur, Watt piek? Het verschil tussen warmte of elektra? Energie behoort vooral nog tot het (onaantrekkelijke?) domein van techneuten. En wanneer we de techneuten pas aan de achterkant van het proces aanschakelen, missen we een boel kansen. Waarom kan de bouwdoos voor energieneutraliteit niet leuker, makkelijker, prikkelender, visueel attractiever en voor iedereen toegankelijker worden? VAN TECHNISCH VOCABULAIRE NAAR EEN ATTRACTIEVE BELEVING Bij het woord energie doemen bij veel regio-spelers in gedachte veelal windmolens op, of grote oppervlakken blauwe zonnepanelen, of modderige gronden met pijpleidingen en armoedige installatie kasten. Maar energie is zoveel meer, kan zoveel meer zijn. Energie is óok een recreatieplas als waterbatterij, een fietspad wat energie opwekt, openbare verlichting die met je meefietst langs de weg wanneer je het nodig hebt. Veel partijen ontbreekt het nog aan voorstellingsvermogen van wat een ingreep met energie voor attractief beeld of uitnodigende plek kan opleveren. Discussies over wat energie ingrepen doen voor de ruimtelijke kwaliteit, kunnen wel eens een heel andere uitkomst krijgen, wanneer iedereen discussieert met eenzelfde wervend perspectief en visueel beeld in handen, niet geteisterd door de persoonsgebonden nachtmerrie. REFEREER AAN KWALITEIT VAN LEVEN Goed, het is een brug te ver om te verwachten dat iedereen zich direct een beeld kan vormen bij de energie tools die we in onze leefomgeving kunnen implementeren. Wat wel kan, is aansluiting zoeken bij de belevingswereld en de problemen van de mensen met de voeten in de aarde. Ik kan me zomaar voorstellen dat een boer tijdens het werken op zijn land met een leeg mobieltje in zijn handen komt te staan. Een overal met geïntegreerde zonnecellen zou dan toch maar mooi uitkomst kunnen bieden. En een tractor als wifi-hotspot is ook best een aardig idee. De kennismaking met energie en innovatiekansen komt zo, vanuit de invalshoek van
kwaliteit van leven, dichtbij. Wil je energieneutraliteit laten landen in het DNA van je regio-spelers, dan moet energieneutraliteit dus geen doel op zich zijn. De echte opgave die aanspreekt, is kwaliteit van leven op peil houden in de regio. En dat behelst het integraal oplossen van ruimtelijke, sociale en technologische vraagstukken. Energie kan hierin een prachtige, waarde scheppende prikkel zijn richting oplossingen.
SOLOZEILERS IN EEN ZEE AAN KEUZES
Vaak is het beeld van wat een dorp, stad of regio moet doen aan energiemaatregelen, wil deze onafhankelijk kunnen functioneren van fossiele brandstoffen, troebel. Zowel bij de burgers, ondernemers en overheden die de stromen van energie moeten organiseren, is het een worsteling van jewelste in de zee aan energieneutrale tools. ‘Welke energie tool pakt nu het slimst uit?’, vragen gemeenten en regio’s zich af. Wanneer gemeenten een eigen accent kiezen binnen de range energie tools, die past bij hun identiteit en waar draagvlak voor is onder de mensen, is dat toe te juichen. Maar de inzet op één duurzame energiebron, zoals bijvoorbeeld zonnepanelen, blijkt uiteindelijk vaak niet voldoende om de gemeentelijke energiebalans op 0 te krijgen. Het vervelende is, dat wanneer het proces naar een gemeente op zonnepanelen volledig op stoom is, en een grote groep burgers en ondernemers gemobiliseerd is en overstag wil gaan, de buurgemeenten niét in het proces betrokken zijn. Deze blijken onmisbaar om het areaal aan windmolens dat nog extra nodig is, te kunnen neerzetten. Of de biomassa van de boeren op het achterland blijkt essentieel om het stedelijk wamtenet draaiende te houden. En wanneer deze partijen zich niet betrokken voelen, zullen zij niet geneigd zijn om de gemeente te ondersteunen bij deze opgave. De spelers in de regio moeten zich dus realiseren dat energieneutraliteit niet alleen lukt. En om te voorkomen dat de rekening voor energieneutraliteit op het bord komt van de minder mondige of minder gefortuneerde spelers of ten koste gaat van de ruimtelijke kwaliteit van het landschap, is een nieuwe verhouding tussen spelers nodig. HUB VOORUIT MAGAZINE
55
schema: Het speelveld van energieneutraliteit in de regio, Mariska Louman, Jelle Rijpma Advies
COLLECTIEVE KEUZES VOOR EEN ENERGIE LANDSCHAP ALS COLLECTIEF GOED VAN DE REGIO De optelsom van initiatieven in de regio maakt dus geen neutrale energiebalans, zonder een paar stevige keuzes in het collectieve landschap. Er moet door de regionale spelers gezamenlijk gekozen worden, waar de grootschalige energie ingrepen, of de energie tools die niemand graag in zijn gemeente ziet verrijzen (windmolens bijvoorbeeld), het regio landschap ten goede kan komen. Waar wil de regio iets wel, en waar niet? Die keuzes moeten niet ingeboezemd worden door angst, maar door kansen voor een regionaal energielandschap als ‚Brand’: Een windmolen neerzetten, zodat er verder niets omheen kan gebeuren en dus de natuur zijn vrije gang kan gaan, is ook een vorm van natuurontwikkeling die een uniek en onderscheidend landschap ten goede kan komen. En dat is onderdeel van je attractiviteit als regio. Regio, durf te kiezen! 56
HUB VOORUIT MAGAZINE
ORGANISEER GELIJKWAARDIG PARTNERSCHAP We beseffen ons dat we af moeten van de bureaucratische context voor initiatieven en de nog vaak hiërarchische benadering van initiatiefnemers, waardoor goede ideeën onbedoeld in de kiem worden gesmoord. Alle spelers hebben elkaar keihard nodig om tot nieuwe allianties, organisatie- en verdienmodellen te komen om de energie neutrale regio haalbaar te maken. Dit betekent dat de verhoudingen veranderen en het niet perse meer zo is, dat wie betaalt, bepaalt. Een boer is in het spel van energieneutraliteit plotseling een belangrijke speler als het gaat om energieproductie met zonneakkers. Gelijkwaardig partnerschap wordt een absolute voorwaarde voor het slagen. Een organisatiemethode zoals sociocratie kan voor het vormgeven aan deze nieuwe partnerschappen een inspiratiebron zijn. Met deze methodiek kunnen ongelijkwaardige partijen (door verschil in grondbezit,
bestuurskracht of financiële positie) met een collectief doel (kwaliteit van leven, energie neutrale regio, Clean Tech Regio) op een gelijkwaardige wijze besluiten nemen*. TOP DOWN ÉN BOTTOM UP Bottom up initiatieven moeten doorgang vinden. Dat is je vliegende start én groot aandeel van je innovatiekracht en draagvlak op weg naar energieneutraliteit. Maar logischerwijs beginnen de meeste burgers en ondernemers vooral bij de eigen sores en portemonnee. En wanneer zij bijdragen aan de energieneutrale regio, is daar vaak al behoorlijk wat tijd, geld en energie aan vooraf gegaan. Het opschalen van hun individuele energieinitiatief met meerwaarde voor de regio, zien zij niet als hun roeping. Zo is de eigenaar van een bedrijfspand gefocust op het betaalbaar houden van zijn vastgoed. De rol van energie organisator voor zijn buurtgenoten naast zijn dagelijkse bezigheden, is niet zijn core business. Of het ontbreekt hem kortweg aan kennis-, organisatiekracht, of middelen om energie bedrijfsmatig uit te baten. Win-win situaties gaan verloren. Daarmee blijft het ook top down acteren. Om vervolgens, wanneer een groep mensen voldoende gemotiveerd, geactiveerd en gecoacht is, dit terug over te laten aan de mensen zelf. En dan uiteraard wel inclusief een organisatie- en verdienmodel wat recht doet aan de inspanning van deze groep koplopers, zodat zij zichzelf en de regio duurzaam kunnen bedruipen.
‘‘WE BESEFFEN ONS DAT WE AF MOETEN VAN DE BUREAUCRATISCHE CONTEXT VOOR INITIATIEVEN EN DE NOG VAAK HIËRARCHISCHE BENADERING VAN INITIATIEFNEMERS, WAARDOOR GOEDE IDEEËN ONBEDOELD IN DE KIEM WORDEN GESMOORD.’’
* (https://nl.wikipedia.org/wiki/Consentbeginsel, http://www. jradvies.com/op-naar-gelijkwaardige-besluitvorming/) HUB VOORUIT MAGAZINE
57
HUB VOORUIT! SLIM NETWERK: CLICK TO CONNECT
MAGAZINE IN HET KADER VAN DE WINNENDE EO WIJERS 2015 INZENDING
december 2015 ruimte-energie.nl hubvooruit.nl