Arbeidsrecht
Antwoorden stellingen en oefenopgaven
Editie 2011
H.W.P. van Pelt
Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten
Eventuele op- en aanmerkingen over deze of andere uitgaven kunt u richten aan: Noordhoff Uitgevers bv, Afdeling Hoger Onderwijs, Antwoordnummer 13, 9700 VB Groningen, e-mail:
[email protected] 0 1 2 3 4 5 / 15 14 13 12 11 © 2011 Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten, The Netherlands. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl). All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the prior written permission of the publisher.
Woord vooraf
In dit document worden de stellingen en oefenopgaven behorend bij Arbeidsrecht beantwoord. Het is niet de bedoeling dat u de antwoorden van buiten leert.
Stellingen
De antwoorden op de 88 stellingen. J = juist, O = onjuist J/O 1 Een arbeidsovereenkomst is een overeenkomst waarbij de werknemer in ruil voor loon gedurende zekere tijd arbeid verricht in dienst van de werkgever. J 2 Het meest kenmerkende element in een arbeidsovereenkomst is de gezagsverhouding. J 3 Als een arbeidsverhouding kan worden aangemerkt als een dienstbetrekking maar ook als aanneming van werk, prevaleren de wettelijke regels van een arbeidsovereenkomst. J 4 Een jongen van 17 jaar kan zonder meer een rechtsgeldige arbeidsovereenkomst afsluiten. J 5 Een meisje van 14 jaar kan zonder meer een rechtsgeldige arbeidsovereenkomst afsluiten. J 6 Voor jongeren onder de 16 jaar bestaat het rechtsvermoeden van een geldig afgesloten arbeidsovereenkomst tenzij de ouders binnen zes weken het tegendeel hebben laten weten. (Vier weken.) O 7 Een 17-jarige kan zelfstandig een arbeidsgeschil voorleggen aan de kantonrechter. J 8 Het loon kan bestaan uit geld, onderwijs en voedsel (om mee naar huis te nemen). J 9 Het is toegestaan dat de werknemer een vast gedeelte van het salaris moet besteden in de winkel van de werkgever. O 10 Het loon moet worden uitbetaald in euro’s. O 11 Het maandloon moet voor de laatste dag van de maand worden uitbetaald. O 12 Oproepkrachten, waarbij op de betaaldag nog niet bekend is hoeveel uur zij in die periode werken, hebben recht op een voorschot. J 13 Als het loon te laat wordt uitbetaald, heeft de werknemer altijd recht op verhoging. (Het moet de werkgever zijn aan te rekenen.) O 14 De verhoging bij te late betaling bedraagt maximaal 100%. (50%) O 15 De werkgever is verplicht altijd een loonstrookje uit te reiken. (Niet bij gelijkblijvend loon.) O 16 Als er geen arbeid is verricht, heeft de werknemer geen recht op loon. (Hoofdregel) J 17 Bij ziekte hoeft de werkgever geen loon door te betalen. O 18 Bij ziekte heeft de werknemer recht op 70% van zijn loon, maar minimaal recht op het minimumloon gedurende zes weken. (52 weken max. dagloon.) O 19 Bij ziekte worden 2 wachtdagen niet uitbetaald. (Kan bedongen worden.) O 20 Ziekteperioden die elkaar binnen zes weken opvolgen worden als één ziekteperiode beschouwd. (= vier weken.) O 21 Als door een stroomstoring niet gewerkt kan worden, hoeft de werkgever geen loon te betalen. O 22 De werkgever mag nooit inhoudingen op het loon inhouden zonder toestemming van de werknemer. (Lid 1) O
4
© Noordhoff Uitgevers 2011 – An tw o o r d e n Ar b e id s r e c h t
Art.
610.1 610
610.2 612.1 612.2
612.2 612.1 617 631.2 620.2 623.2
624.2
625.1 625.1 626 627 629.1
629.1 629,8 629.9 628.1 631.3
23 Compensatie van vorderingen op de werkgever met het loon van de werknemer is toegestaan bij de laatste loonbetaling. 24 Compensatie is bij iedere loonbetaling toegestaan voor boetes en schadevergoedingen. (Mits schriftelijk vastgelegd.) 25 Een werknemer heeft recht op driemaal het aantal werkdagen per week aan vakantie. (Viermaal.) 26 Een zwangere werknemer heeft recht op vakantiedagen gedurende de periode dat zij bevallingsverlof heeft. 27 Bij ziekte worden gewoon vakantierechten opgebouwd. 28 De vakantie moet in principe in perioden van ten minste één week worden opgenomen. (Hoofdregel: 2 weken.) 29 Een werknemer van wie de vakantie in het belang van het bedrijf wordt verzet, heeft recht op vergoeding van schade. 30 In principe bepaalt de werknemer wanneer hij met vakantie wil. (Werkgever in overleg met werknemer.) 31 Bij een beëindiging van een dienstverband heeft de werknemer recht op uitbetaling van niet opgenomen vakantiedagen. 32 Een werknemer hoeft zijn baan niet op te zeggen wanneer hij tot wethouder wordt gekozen. 33 Vakantierechten verjaren na twee jaar. 34 Bij het aannemen van personeel mag de werkgever bij voorkeur vrouwen benoemen. 35 Een verschillende pensioenregeling voor mannen en vrouwen is toegestaan. (= arbeidsvoorwaarde.) 36 Een voorschrift waarop een boetebeding betrekking heeft, moet in de arbeidsovereenkomst zijn vastgelegd. 37 Een boetebeding mag vormvrij worden aangegaan. (Moet schriftelijk.) 38 De bestemming van de boete moet worden vastgelegd. 39 De maximaal toegestane duur van de proeftijd is afhankelijk van de duur van de arbeidsovereenkomst. 40 De proeftijd is voor de werknemer en de werkgever van gelijke duur. 41 Een proefbeding moet schriftelijk worden afgesloten. 42 Een concurrentiebeding mag alleen schriftelijk met meerderjarigen worden afgesloten. 43 De werkgever kan een concurrentiebeding niet inroepen als het ontslag aan hem te wijten is. 44 De rechter kan op verzoek van de werknemer de verschuldigde boete matigen als daartoe een gerede aanleiding is. 45 Als een arbeidsovereenkomst schriftelijk is vastgelegd, heeft de werknemer recht op een ondertekende kopie. 46 Voor iedere arbeidsverhouding wordt schriftelijk vastgelegd of de werknemer deelneemt aan een pensioenregeling, de gebruikelijke arbeidsduur en de van toepassing zijnde cao. 47 De werkgever is altijd verplicht bij het einde van een arbeidsovereenkomst een getuigschrift uit te reiken. (Op verzoek.) 48 Alleen als een werknemer daarom vraagt, wordt de wijze waarop de werknemer zijn werkzaamheden heeft verricht in het getuigschrift vermeld. 49 Een werkgever is aansprakelijk voor onjuiste vermeldingen in het getuigschrift. 50 De werkgever is aansprakelijk voor schade die direct samenhangt met de omstandigheden waaronder een
Antwoorden stellingen en oefenopgaven
J
632.1
J
632.1
O
634.1
J O
635.2 635.3
O
638.2
J
638.5
O
638.1
J
641.1
J O
643.1 642
J
646.4
O
646.1
J
650
O J
650 650.3
J
652.4
J J
652.1 652.2
J
653
J
653.1
J
650.6
J
654.2
J
655
O
656
J
656.2.3
J
656.5
5
werknemer zijn arbeid verricht. 51 Een werknemer is verplicht de opgedragen arbeid te verrichten. 52 Een werknemer die tijdens de uitoefening van zijn werk schade veroorzaakt bij een klant is verplicht deze schade te vergoeden, tenzij … (Alleen in geval van opzet.) 53 Als een bedrijf wordt overgenomen, gaan alle rechten en plichten mee over op de nieuwe werkgever. 54 Een tijdelijke arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege op de aangegeven datum en kan niet worden verlengd. 55 Een arbeidsovereenkomst voor zes maanden kan niet tussentijds worden opgezegd door de werkgever. (Kan wel als schriftelijk is bedongen.) 56 Een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur kan alleen eindigen door opzegging. 57 Wegens zwangerschap mag een medewerkster niet worden ontslagen. 58 Een verlengd tijdelijk arbeidscontract kan zonder toestemming van het UWV WERKbedrijf beëindigd worden, mits deze maximaal driemaal is verlengd en de opzegging binnen 36 maanden na aangaan van de eerste overeenkomst plaatsvindt. (Verlenging mag slechts maximaal tweemaal, bij driemaal is het een voor onbepaalde tijd en is dus toestemming nodig. Zie ook afwijkende regeling werknemers jonger dan 27 jaar.) 59 Een arbeidsovereenkomst die binnen twee maanden volgt op een voorgaande overeenkomst wordt als één overeenkomst beschouwd. 60 Er kan niet worden opgezegd bij ziekte, tenzij de ziekte is ontstaan nadat een verzoek om een ontslagvergunning bij het UWV WERKbedrijf is ingediend. 61 Er is een verbod om de arbeidsovereenkomst met werknemers die lid zijn van de ondernemingsraad op te zeggen. (Geldt niet tijdens proeftijd of wegens dringende reden of bij instemming werknemer.) 62 Er is een verbod de arbeidsovereenkomst op te zeggen met een werknemer die ouderschapsverlof heeft. 63 Een lid van de arbocommissie mag niet op staande voet ontslagen worden. (Mag wel.) 64 Voor het ontslag van een net uitgetreden ondernemingsraadslid is toestemming van de kantonrechter nodig. 65 De opzegtermijn voor de werkgever is altijd drie maanden. (Afhankelijk van de duur van de arbeidsovereenkomst zijn er verschillende opzegtermijnen.) 66 Bij een ontslag met vergunning van het UWV WERKbedrijf wordt de opzegtermijn met een maand verminderd. (Alleen als het meer is dan een maand, minimum blijft één maand.) 67 Bij cao kunnen andere opzegtermijnen worden bepaald. 68 De opzegtermijnen uit de cao gaan voor boven de wettelijke opzegtermijn. 69 De opzegtermijn uit de wet is voor werknemers 1 maand. 70 Voor werknemers boven de 45 jaar wordt de opzegtermijn bij opzeggen door de werkgever verlengd met een week voor ieder jaar dat de werknemer ouder is dan 45. (Maximum is 13 weken: overgangsregeling)
6
J
658.2
J
659
O
661
J
663
O
667
O
667
O
674.1
J
670.2
O
668a
J
J
670.1B
O
670, 670.b
J
670.7
O
670.b
J
670a
O
672
O J
672.4 672
J J
672 672.3
O
© Noordhoff Uitgevers 2011 – An tw o o r d e n Ar b e id s r e c h t
71 De arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege door de dood van de werkgever. 72 Tijdens de proeftijd kunnen de werkgever en werknemer per direct de arbeidsovereenkomst beëindigen. 73 Opzeggen zonder in acht nemen van de opzegtermijn leidt altijd tot schadevergoeding. (Niet bij dringende reden.) 74 Bij ontslag op staande voet wegens dringende reden moet het ontslag per direct ingaan onder mededeling van de reden. 75 Het ontslag van een zwangere werkneemster geeft geen aanleiding tot schadevergoeding. (Zie ook art. 670 lid 2, ontslagverbod.) 76 Een werknemer die ontslagen is hoewel een ontslagverbod van toepassing is, moet binnen twee maanden een beroep doen op het ontslagverbod. 77 Een werknemer die dronken op zijn werk verschijnt, mag op staande voet worden ontslagen. (Herhaald dronken.) 78 Het verleiden van een werknemer tot handelingen in strijd met de goede zeden is een reden voor ontslag op staande voet. 79 Een ten onrechte op staande voet ontslagen werknemer heeft ten minste recht op een gefixeerde schadevergoeding (loon over de opzegtermijn van minimaal drie maanden of volledige schadevergoeding). 80 Een kennelijk onredelijke opzegging van een arbeidsovereenkomst geeft een recht op schadevergoeding, herstel van de opgezegde arbeidsverhouding of een afkoopsom. 81 Een vordering tot herstel van de arbeidsverhouding moet binnen drie maanden na de opzegging worden ingediend. (Zes maanden.) 82 Een kantonrechter kan een arbeidsovereenkomst om gewichtige reden ontbinden. 83 Een gewichtige reden is een dringende reden of een wijziging in economische omstandigheden. 84 Het BBA is niet van toepassing op onderwijspersoneel in dienst bij een Stichting. 85 Een ontslagvergunning van het UWV WERKbedrijf is vereist voor ontslag op staande voet wegens een dringende reden. (Niet vereist.) 86 Bij een kennelijk onredelijk ontslag kan de gedupeerde werknemer wel een schadevergoeding eisen, maar geen herstel van de dienstbetrekking. 87 Een ontslag met ontslagvergunning, zonder opzegverbod en met een onjuiste opzegtermijn noemt men een kennelijk onredelijk ontslag. 88 Opzegging zonder ontslagvergunning leidt tot nietigheid van het ontslag. (Vernietigbaar.)
Antwoorden stellingen en oefenopgaven
O
675
J
676.1
O
677.1
J
677
O
677.1
J
677.5
O
678.2
J
678
J
680
J
681, 682
O
683
J
685.1
J
685.2
J
2 BBA
O
6 BBA
O
682
O
681.1.2
O
681
7
Antwoorden oefenopgaven
8
1
De werknemer kan (onregelmatig) twee maanden loon als schadeloosstelling vorderen.
2
De wet bepaalt in dat geval dat de arbeidsovereenkomst voor dezelfde periode (maar ten hoogste één jaar) onder dezelfde voorwaarden wordt voortgezet. De voortzetting duurt dus zes maanden.
3
De voortzetting duurt één jaar.
4
De voortzetting duurt zes maanden.
5
Nee, dit mag ook mondeling. Door invoering van art. 7:653 BW is de werkgever wel verplicht vooraf schriftelijk informatie te verstrekken aan de werknemer.
6
Proeftijd is, mits schriftelijk overeengekomen, maximaal twee maanden. Ontslagvergunning noodzakelijk.
7
Overeenkomsten tot het verrichten van arbeid: – de arbeidsovereenkomst; – de overeenkomst tot aanneming van werk; – de overeenkomst van opdracht.
8
Bij een inspanningsverbintenis beoogt men niet de totstandkoming van een stoffelijk product. Voorbeeld van een inspanningsverbintenis is de overeenkomst van opdracht. Een chirurg die een operatie dient te verrichten, moet zich inspannen, terwijl niet altijd resultaat wordt geboekt. Datzelfde geldt voor de advocaat. Bij een resultaatverbintenis komt een stoffelijk product tot stand.
9
Parallel aan de voorwaarden voor het werknemerschap moeten in de arbeidsovereenkomst de volgende elementen voorkomen: – arbeidsverrichting; – gezagsverhouding, en – loonbetalingsverplichting. De gezagsverhouding is het belangrijkste element.
10
Wanneer de leerling geen productieve arbeid verricht en alleen scholing ontvangt, is er geen sprake van een arbeidsovereenkomst. Dit wordt een zuivere leerovereenkomst genoemd. Wordt er wel productieve arbeid verricht door de leerling en krijgt hij daarnaast scholing, dan wordt van een gemengde leer-arbeidsovereenkomst gesproken.
11
Een concurrentiebeding kan alleen schriftelijk bij overeenkomst met een meerderjarige werknemer worden aangegaan.
12
Als de werkgever niet tijdig aangifte van ziekte heeft gedaan bij het UWV wordt de loondoorbetalingsperiode van 52 weken verlengd met de periode dat de melding te laat plaatsvond.
13
Indien een werkgever door staking niet in staat is gebruik te maken van de arbeid van een werkwillige, dan heeft deze werkwillige in beginsel geen recht op loon. Echter bij een staking dient bekeken te worden of de actie in de
© Noordhoff Uitgevers 2011 – An tw o o r d e n Ar b e id s r e c h t
risicosfeer van de werknemers of in die van de werkgever ligt. De staking ligt in de risicosfeer van de werknemer indien het een georganiseerde staking van een grote groep werknemers betreft die betrekking heeft op arbeidsvoorwaarden. In dat geval zal de werkgever over het algemeen niet gehouden zijn het loon van de werkwilligen door te betalen. Betreft het een wilde actie van een kleine groep werknemers die het karakter heeft van een protest, dan ligt die meer in de risicosfeer van de werkgever. In dat geval is de werkgever wel gehouden het loon van de werkwilligen door te betalen. 14
Bij wanprestatie kunnen twee situaties worden onderscheiden: 1 De werknemer heeft schade veroorzaakt aan de goederen van de werkgever. In beginsel is de schadeveroorzakende partij, voor zover de schade aan hem toerekenbaar is, verplicht de schade te vergoeden. Dit is volgens de Hoge Raad ook op de arbeidsrelatie van toepassing. Gezien het specifieke echter van de arbeidsrelatie (de werkgever laat de werknemer voor zich werken) behoeft een werknemer de door hem veroorzaakte schade aan goederen van de werkgever aan die werkgever alleen te vergoeden, wanneer de werknemer met opzet of bewuste roekeloosheid heeft gehandeld. 2 De werknemer heeft in het kader van zijn werkzaamheden schade aan een derde veroorzaakt. Het BW bepaalt dat voor een onrechtmatige daad van een ondergeschikte degene in wiens dienst de ondergeschikte zijn taak vervult (de werkgever) aansprakelijk is. Ook al heeft de werknemer schuld aan het gebeurde, dan nog zal de werkgever de gehele schade moeten dragen, tenzij de schade een gevolg is van de opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.
15
Bij ontslag met wederzijds goedvinden wordt het dienstverband op dezelfde wijze beëindigd als het wordt aangegaan: bij overeenkomstige wens. In dat geval behoeft er geen opzegtermijn in acht te worden genomen, indien de partijen dit wensen. Het UWV hanteert bij eventuele toekenning van een WWuitkering wel een fictieve opzegtermijn.
16
Een ontslag op staande voet moet aan de volgende eisen voldoen: – Er moet sprake zijn van een dringende reden. – Het ontslag dient onverwijld na het constateren van de dringende reden te geschieden. – De dringende reden dient meteen na het constateren ervan, onverwijld aan de wederpartij te worden medegedeeld.
17
De werknemer die op onterechte wijze op staande voet is ontslagen, heeft twee mogelijkheden om dat ontslag aan te vechten: 1 De BW-weg. De werknemer accepteert de opzegging, maar vraagt schadevergoeding aan de werkgever. In plaats van herstel van de dienstbetrekking kan de werknemer een afkoopsom vorderen. 2 De BBA-weg. De werknemer accepteert het ontslag niet. Hij roept de vernietigingsgrond van het ontslag in en stelt dat de arbeidsovereenkomst om deze reden niet beëindigd kan worden. Hij geeft aan dat hij bereid is de bedongen arbeid te verrichten en vordert doorbetaling van het loon (eventueel vermeerderd met een boete wegens niet-tijdige betaling) en wettelijke rente. De werkgever dient nu alsnog een ontslagvergunning aan te vragen en de opzegtermijn kan pas na ontvangst daarvan gaan lopen. Gedurende al die tijd blijft de arbeidsovereenkomst gewoon bestaan.
18
De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege door het verstrijken van die bepaalde tijd.
Antwoorden stellingen en oefenopgaven
9
19
Voor beide partijen geldt een maximumopzegtermijn van zes weken. De ‘dag waartegen’ behoeft niet in acht genomen te worden.
20
We spreken van een ondernemings-cao indien een werkgever met één of meer werknemersverenigingen een cao afsluit. We spreken van een bedrijfstak-cao als één of meer werknemersverenigingen een cao aangaan met een gehele bedrijfstak.
21
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan een cao algemeen verbindend verklaren.
22
De obligatoire of horizontale bepalingen zijn de bepalingen die gelden tussen de contracterende partijen (de werkgever/werkgeversvereniging en de werknemersorganisaties). De diagonale bepalingen zijn de bepalingen die het mogelijk maken dat een lid van een werkgeversvereniging door een vakbond kan worden verplicht tot naleving van de cao-bepalingen die onderdeel uitmaken van de cao die door die vakbond en de werkgeversvereniging is afgesloten. De normatieve bepalingen vormen het eigenlijke motief voor het cao-overleg. Het zijn de arbeidsvoorwaarden die in de cao moeten worden vastgelegd. Deze arbeidsvoorwaarden zullen gaan gelden binnen iedere arbeidsovereenkomst van de aangesloten leden.
23
De Wet melding collectief ontslag verplicht de werkgever in geval van een voorgenomen ontslag van 20 of meer werknemers binnen drie maanden, zowel het UWV WERKbedrijf als de werknemersorganisaties op de hoogte te stellen.
24
De Wet melding collectief ontslag is niet van toepassing indien de dienstbetrekking wordt beëindigd: – in verband met redenen die de persoon van de werknemer betreffen; – in verband met afloop van seizoenarbeid. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan arbeid aanwijzen die als seizoenarbeid wordt beschouwd; – terwijl daarvoor geen toestemming van het UWV WERKbedrijf nodig is (bijvoorbeeld contract einde werk).
25a b
Juist. Onjuist. Een algemeenverbindendverklaring geschiedt door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Juist. Onjuist. Ieder van de partijen kan ontbinding verzoeken. Juist.
c d e 26a
b
c d e
10
Bij een ontslag op staande voet is in tegenstelling tot bij opzegging: 1 geen toestemming nodig van het UWV WERKbedrijf; 2 geen opzegtermijn van toepassing. Ja, rechtstreeks concurrerend werken voor een ander dan de eigen werkgever is een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een verbintenis uit de arbeidsovereenkomst (wanprestatie) en te beschouwen als een dringende reden. Nee, overtreding van een concurrentiebeding kan pas geschieden na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Onverwijlde mededeling aan de wederpartij. Nee, het artikel was onder een schuilnaam geschreven, zodat Polman niet eerder op de hoogte hoefde te zijn van het onjuiste handelen van Rebel.
© Noordhoff Uitgevers 2011 – An tw o o r d e n Ar b e id s r e c h t
f
27a b c d
e
f
g
28a b
c
d e
f
29a b c d e
f g
Polman heeft na de ontdekking onverwijld gereageerd, zodat het ontslag in dat opzicht rechtsgeldig is. Ja, want dan had Polman al geruime tijd op de hoogte kunnen zijn van de toerekenbare tekortkoming van Rebel in de nakoming van zijn verbintenissen uit de arbeidsovereenkomst en dan is een reactie van enkele maanden later niet meer te beschouwen als een dringende reden, waardoor van hem redelijkerwijs niet meer gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Ja, een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is toegestaan. Een proeftijdbeding moet schriftelijk worden overeengekomen. Nee, de proeftijd is op langer dan een maand gesteld. Nee, er is geen dringende reden voor ontslag op staande voet en er is geen (geldig) proeftijdbeding, zodat bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd de dienstbetrekking van rechtswege moet eindigen voor het verstrijken van de overeengekomen tijd. Overigens is wel ontslag met wederzijds goedvinden mogelijk. Door ontbinding van de arbeidsovereenkomst te vragen bij de kantonrechter wegens gewichtige redenen (economische teruggang). Ontslag in proeftijd is niet mogelijk omdat de verlenging van de overigens correcte proeftijd nietig is. De opzegtermijn behorend bij een dienstverband van 18 jaar bedraagt vier maanden. Deze wordt verminderd met één maand in verband met het aanwezig zijn van een ontslagvergunning. Neen. Een concurrentiebeding dient schriftelijk met een meerderjarige werknemer te worden aangegaan. Boot heeft voor het ontslag de toestemming nodig van het UWV WERKbedrijf. Volgens de nieuwe wetgeving twee maanden minus één maand in verband met verplichte ontslagvergunning.. De opzegtermijn begint te lopen per datum schriftelijke aanzegging na ontvangst ontslagvergunning. 1 Hendriksen zal deze procedure moeten voeren bij de kantonrechter. 2 Als grond zal Hendriksen kennelijk onredelijke beëindiging aanvoeren. Bijvoorbeeld de schending van het anciënniteitsbeginsel. 3 Herstel van de dienstbetrekking en schadevergoeding naar billijkheid. Als Hendriksen daarom vraagt, is Boot verplicht een getuigschrift te geven. In een getuigschrift moet worden opgenomen: – de duur van de dienstbetrekking; – de aard van de verrichte werkzaamheden. Alleen op uitdrukkelijk verzoek van de werknemer kan worden vermeld: – de wijze waarop de werknemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan; – de wijze waarop de dienstbetrekking is geëindigd. Onjuist, want een arbeidsovereenkomst is vormvrij, zodat ook door het maken van mondelinge afspraken een geldige overeenkomst tot stand kan komen. Juist, want er geldt een vormvoorschrift voor een proeftijdbeding: partijen kunnen mondeling geen proeftijd overeenkomen. Juist, zie art. 7:625 BW, afhankelijk van de duur van de arbeidsovereenkomst. OnJuist. Proeftijdbeding is mondeling aangegaan. Onjuist, want hoewel het op zichzelf niet onjuist is dat partijen een verlenging van de proeftijd kunnen afspreken, mag de totale proeftijd de in de wet genoemde termijn van maximaal twee maanden niet overschrijden (art. 7:652/676). Onjuist, want 2 december 2011 is meer dan twee maanden na het begin van het dienstverband op 1 oktober 2011. Juist.
Antwoorden stellingen en oefenopgaven
11
h
i j k
Onjuist, omdat Berendsen niet heeft gezegd dat hij die punten als een dringende reden wilde zien en evenmin zijn deze dringend omdat diezelfde drie punten ruim een maand eerder aanleiding waren geweest tot een afspraak tussen partijen over verlenging van de proeftijd. Onjuist. Als Hannah naar de rechter gaat, moet ze een procedure beginnen bij de kantonrechter. Juist. Onjuist. Als Berendsen hoger beroep aantekent van het vonnis van de kantonrechter, dan moet hij dat doen bij de rechtbank.
30 1a Onjuist. Wanneer een werknemer vrij is om zonder toestemming van de werkgever zich te laten vervangen bij de uitvoering van de bedongen arbeid, is er geen sprake van een arbeidsovereenkomst (art. 7:659 BW). b Juist. Pieter verricht voor ‘De Maasloods’ werkzaamheden buiten dienstbetrekking en die werkzaamheden bestaan niet uit het tot stand brengen van een werk van stoffelijke aard (dan wel het bewaren van zaken, het uitgeven van werken of het vervoeren of doen vervoeren van personen of zaken) (art. 7:400 BW). 2a
b
3a
b
12
Juist. Ook al noemen partijen zelf hun contract uitdrukkelijk geen arbeidsovereenkomst, het is toch een arbeidsovereenkomst als alle kenmerken van een arbeidsovereenkomst (gezagsverhouding, loon en persoonlijke arbeid) erin aanwezig zijn (art. 7:610 en 7:659 BW). Onjuist, ook al noemen partijen zelf hun overeenkomst een overeenkomst van opdracht, als alle elementen van een arbeidsovereenkomst aanwezig zijn (gezagsverhouding, loon en persoonlijke arbeid) dan is er sprake van een arbeidsovereenkomst (art. 7:610 en 7:659 BW). Onjuist. Het vergoeden van kosten valt niet onder het civielrechtelijk begrip loon. Nu ‘Eten op tafel’ aan Pieter geen loon betaalt, is er geen sprake van een arbeidsovereenkomst. Juist. Pieter heeft zich verbonden om voor ‘Eten op tafel’ op gezette tijden werkzaamheden te verrichten door het rondbrengen van maaltijden.
© Noordhoff Uitgevers 2011 – An tw o o r d e n Ar b e id s r e c h t