hoofdstuk i: dorst naar god Herstel van onze hartstocht INHOUD HOOFDSTUK 1 OVERZICHT.................................................................................................................................2
Waarom deze cursus?....................................................................................................................... 2 Stuctuur van de cursus..................................................................................................................... 3 Verwachtingen voor de cursus.......................................................................................................... 3
wie zijn wij?....................................................................................................................... 4 een korte case-studie van een christelijke leider......................................... 6
Het getuigenis van een zendeling..................................................................................................... 6 Denk er eens over na........................................................................................................................ 6
de moeilijkheid van den zaak..................................................................................... 7
Denk er eens over na........................................................................................................................ 8
De opdrachten, we beginnen eraan........................................................................ 9
Lezen................................................................................................................................................. 9 Persoonlijk dagboek.......................................................................................................................... 9 Oefenen in geestelijke discipline....................................................................................................... 9 Slotopdracht: reflactie op het onderwijs van elk hoofdstuk............................................................ 10
Emailtaak.......................................................................................................................... 10
Deel 1.............................................................................................................................................. 10 Deel 1.............................................................................................................................................. 10
Leerdoelen • In dit hoofdstuk krijg je een inleiding op Godworks als geheel. • Je onderzoekt het wezen en de diepte van het verlangen naar God en sprankelender en effectiever leven in Christus. • Je wordt herinnerd aan de vele moeilijke redenen, waarom christenen in hun geestelijk leven een ‘mid-lifecrisis’ doormaken.
Taken Lees, reflecteer en maak... • de bijlage voor het eerste hoofdstuk over alleen en stil zijn. Deze bijlage is afzonderlijk gebundeld en hebt u samen met dit hoofdstuk ontvangen. Door alleen te zijn, nemen we bewust afstand van actie en van andere mensen. Het doel hiervan is dat we tijd en ruimte vinden om dieper na te denken over Gods aanwezigheid. Het vraagt ons dat we ons van binnen meer openstellen. • de bijlagen uit Devotional Classics. Deze keer lezen we gedeeltes uit het werk van Henri Nouwen, Frank Laubach en broeder Laurentius. Je vindt ze achter dit hoofdstuk in bijlage op pag. • de verschillende taken. • de verschillende opdrachten van het dagboek. Denk ook aan de vragen uit de bijlagen. • Maak de email-eindtaak af en stuur je werk naar je begeleider.
(V2.00 - Hoofdstuk I) 1
Overzicht Dit is het begin van de cursus Godworks: growing closer to God. De volgende maanden zal je met ons bezig zijn om belangrijke waarden in je geestelijke leven te vernieuwen en te hernieuwen. Deze cursus is ontworpen voor christenen die al een behoorlijke tijd met christelijk discipelschap bezig zijn, die verlangen naar meer diepgang en authenticiteit in hun relatie met Christus en die bereid zijn stappen te ondernemen om zichzelf op nieuwe manieren open te stellen en God toe te laten hen te veranderen.
Waarom deze cursus? Je kunt de vraag stellen: Waarom deze cursus? Zijn geestelijke groei en onze relatie met God niet dé grootste basis in ons leven als christen? Natuurlijk zijn ze dat. En toch verlangen velen van ons naar veel meer dan dat we tot nu toe ervaarden. We hebben enkele doorgewinterde veteranen met een christelijke bediening ontmoet die zeggen: “Als dit alles is, sta ik op het punt om overal mee te stoppen.” Luister naar de volgende stellingen en vraag jezelf af of je jezelf hierin herkent. “Ik ben moe. Moe van naar zoveel samenkomsten en vergaderingen te rennen en om zoveel problemen op te lossen. Ik heb zo lang te hard gewerkt dat ik eigenlijk geen kracht meer heb. Ik heb mij al maanden niet meer heel dicht bij God gevoeld. Bijbellezen is routine en onaantrekkelijk. Ik kan me niet meer herinneren wanneer de woorden van het papier sprongen, alsof God Zich direct tot mij richtte.” “Waar ik met God ben? Gestationneerd, denk ik. God is niet ver weg, maar ik kan niet zeggen dat mijn leven echt betekenisvol veranderd is de laatste vier of vijf jaar. Ik blijf worstelen met dezelfde emoties en verleidingen, met dezelfde oude ruzies met mijn partner, met dezelfde conflicten over prioriteiten op mijn werk en over stijl van leiding geven in mijn team. Het is niet meer zoals vlak na mijn bekering, toen alles nieuw en anders leek.” “Als ik samen met anderen in een grote samenkomst aan het zingen en bidden ben, voel ik me geweldig. Het is fantastisch om de warmte van anderen te voelen. Maar als ik terug thuis ben voel ik mij alleen, lusteloos en nutteloos. Mijn huwelijk is redelijk. Wel, misschien niet helemaal goed. We hebben ons erbij neergelegd dat we de afgelopen tien jaar dezelfde problemen hebben, dezelfde ruzies, dezelfde doodlopende straatjes. Ik ben bijna altijd blij om voor mijn werk op reis te kunnen gaan en ik ben bang om weer naar huis te gaan. Soms vraag ik me af of ik wel met de juiste persoon ben getrouwd.” “Het is tijd om te stoppen met boeken en workshops. Wat mij betreft, hebben we het geestelijke leven teveel te koop aangeboden: we lieten het zo schitterend overkomen in getuigenissen en geschreven boeken, met tientallen nieuwe technieken en geheimen voor het christelijk leven, zodat de echte sleur van christelijk leven lijkt op een lijk uit het mortuarium. Het maakt me niks uit of het nu pinksterchristenen zijn, de nadruk op het gevuld zijn met de Geest, twaalfstappen spiritualiteit – niks werkt echt goed. We moeten echt worden, authentiek zijn, stoppen met onszelf wijs te maken dat er een formule bestaat –‘en die wordt de jouwe als je mijn boek koopt of mijn workshop volgt’.” “Ik weet het niet. Ik denk dat het wel goed met me gaat. Ik kan niet zeggen dat er echt iets verkeerd gaat op het moment. Het leiden van de bijbelstudie en van het evangelisatieprogramma ging wel goed de laatste keer. Maar ik heb niet echt veel honger naar God in mijn leven. Ik lig overhoop met de vraag wat God van mij verwacht dat ik ga doen, wat Hij echt van mij verwacht dat IK GA DOEN. Het lijkt allemaal zo onzeker en vaag. Meestal is het alsof ik in de mist sta.” De laatste vier jaar heb ik regelmatig op een hogeschool een cursus gedoceerd met als titel “Grondbeginselen van de christelijke spiritualiteit.” Er opende zich voor mij een verontrustende schaduwzijde van de evangelische wereld, toen ik de dagboeken las die de studenten bijhielden als opdracht bij deze cursus. Ik vroeg aan de studenten om te schrijven en na te denken over belangrijke personen, groepen, waarnemingen, vragen, problemen, hindernissen en levenservaringen die hun kennis van God en hun zelfkennis hadden vorm gegeven. Ik zou bijvoorbeeld een klas kunnen vragen om in hun dagboek te zetten welke goede en slechte gewoonten hun geestelijk leven voeden of verkillen. Ik kan ook vragen hoe de cultuur hen gevormd heeft, zie bijvoorbeeld Paulus’ woorden in Romeinen 12:2. Andere delen van het dagboek kunnen gaan over hoe hun relaties met ouders, broers en zusters, voorgangers en andere belangrijke mentors hun kennis van God of hun relatie met Christus verder zijn blijven vormgeven.
2 (Hoofdstuk I - V2.00)
Tot mijn verrassing en ontzetting kwam ik er snel achter dat de pijn, de tragedies en de zonden die mijn studenten hadden ervaren (vaak thuis of in een kerkelijke context), mijn argeloze verwachtingen ver overstegen. De eerste serie dagboeken die ik las, gingen over incest, kindermishandeling, verkrachting, abortus, hebzucht, materialisme en wijdverbreide diep gewortelde geestelijke verwarring en ontgoocheling. Gelukkig gaven niet alle dagboeken dit beeld. Sommige studenten waren duidelijk geestelijk aan het groeien en zij toonden een gezonde en ontwikkelde zelfkennis. Velen gaven echter vrijmoedig toe dat er een radicale scheiding was tussen wat ze beleden met hun verstand, geloofden met hun hart en ervaarden in hun dagelijkse leven. Bij de schok die deze eerste ervaring met de dagboeken met zich meebracht, troostte ik mezelf met de gedachte dat deze eerste groep van studenten misschien een bijzonder gestoorde groep was en dat zij geen representatief beeld gaf van de evangelische studentenbevolking. Met het verstrijken van de tijd herhaalde zich echter steeds hetzelfde patroon. In feite ben ik nu op het punt aanbeland waar ik volledig verwacht dat in een groep van 40 à 60 evangelische studenten er velen seksueel actief zullen zijn, velen worstelen met misbruik, velen vervreemd zijn van hun ouders, velen slachtoffers zijn van verkrachting of incest en dat er velen in de war zijn over hun seksuele geaardheid. Veel van mijn Afro-Amerikaanse studenten spreken van racisme in blanke evangelische gemeenten. Sommige studenten, vooral vrouwen,verwoorden meerdere keren hun wantrouwen in voorgangers omwille van het emotionele (en soms seksuele) misbruik door hun kerkleiders. Andere vrouwen delen de frustratie dat ze een bestaan in de marge leiden omdat hun thuisgemeente en christelijke gemeenschap blind blijven voor de gaven en bekwaamheden die deze vrouwen aan Christus willen aanbieden en die ze in hun kerkelijke gemeenschappen willen uitoefenen. Misschien zijn de studenten die mijn colleges bijwonen, unieke gevallen wat betreft hun slechte levenservaringen en hun lage geestelijke gezondheid en volwassenheid. Toen ik echter mijn ervaringen deelde met collega’s die op andere christelijke hogescholen lesgeven, werden mijn ervaringen en angstige vermoedens bevestigd. Andere professoren delen met mij gelijkaardige gruwelverhalen. Dezelfde thema’s blijven komen. Studenten leveren niet alleen veldslagen met of worden blootgesteld aan seksuele zonde en misbruik op grote schaal. Ze lijden ook onder substantieel misbruik, racisme, verlies van zingeving en roeping, een toestand van volledig in zichzelf gekeerd zijn, genotzucht, zelfgerechtigheid en bekrompenheid. En deze lijst kan gemakkelijk langer worden gemaakt. Wat is er aan de hand? Is een virus de evangelische bloedstroom binnen gedrongen? Een virus die onze bekwaamheid om een krachtig getuigenis voor Christus te bieden, dreigt te ondergraven, aan wat Francis Schaeffer “een wereld die toekijkt”noemde? Of, om Romeinen 12:2 te gebruiken, maakt de wereld ons wereldgelijkvormig? Samengevat: De reden waarom we met deze cursus begonnen zijn, is dat er in deze tijd een nood is aan iets dat verschilt van wat we ervaren in de meeste evangelische kringen. Als jij een gelijkaardige honger of dorst voelt, dan ben je aan het goede adres.
Structuur van de cursus Deze cursus bestaat uit dertien hoofdstukken. Deze zijn zo ontworpen dat je minimaal 26 weken nodig hebt om alles te lezen en om de geestelijke disciplines te oefenen. We vragen van je dat je doordacht betrokken bent om het cursusmateriaal te lezen, de opdrachten te maken en je persoonlijke dagboek geregeld bij te houden.
Verwachtingen voor de cursus Wat kun je van deze cursus verwachten? Dit is wat we hopen dat er gebeurt als we samen deze weg bewandelen: We willen bepaalde gewoontes aankweken, verbeteren en aanmoedigen. Het gaat hier over gewoontepatronen die ons voor God openen en die geestelijke gezondheid aanmoedigen. Dit doen we door wekelijks te lezen, door te studeren, door te reageren op wat we lezen en door de klassieke geestelijke disciplines te beoefenen. Aan het einde van deze cursus heb je een actieplan bedacht, dat op je eigen situatie én op ervaringen met die disciplines gebaseerd is. Hiermee kun je een aantal jaar vooruit met je eigen geestelijke vorming. Wij willen je aanmoedigen om meer doelgericht te worden, om bepaalde stappen te nemen om je levensweg te veranderen. Christelijke leiders vinden het steeds moeilijker om te weten waar ze hun tijd aan moeten besteden -- en toch is het precies het fenomeen “tijd” dat hen toelaat om hun leven met Christus te voeden en sterk en veerkrachtig te worden in de uitputtingsslagen van de bediening.
(V2.00 - Hoofdstuk I) 3
Wij nemen aan dat je al bepaalde dingen doet om je leven met Christus te voeden en te versterken. Dus beginnen we niet bij het begin. Wij willen aanvullen bij wat je nu al goed doet. We willen zeker niet ondermijnen wat al levenskrachtig is. We gaan ervan uit dat jij wijs handelt – dat je aan het werk gaat met deze cursus om voort te bouwen op wat al goed is. We denken ook dat er nieuwe ervaringen ontdekt moeten worden. Sommige voor de eerste keer, andere na een lange tijd van verwaarlozing. We zijn ervan overtuigd dat gedisciplineerde gewoontepatronen die ons onszelf herhaaldelijk laten openstellen voor Gods Geest, essentieel zijn in het ontwikkelen en het behoud van geestelijke gezondheid en kracht. Deze cursus zal je de kans bieden een inventaris op te maken van je eigen gewoonten. Wij willen dat je gaat zien wat jij moet veranderen: wat doe ik al goed? En wat moet ik nog leren? Wij behoren die dingen te doen die christenen de eeuwen door als essentieel hebben gezien om volwassen in Christus te worden.
Wie zijn wij? Wij zijn geen volmaakte christenen die alle antwoorden hebben en die alles weten wat God van ons wil. Chris Hall: Laat me je iets vertellen over mijn eigen geestelijke reis. Ik groeide op in een gezin dat in naam christelijk was. Mijn moeder was een oprecht christen, maar mijn vader was niet wat ik zou noemen een diep geestelijke man. Zo ontving ik tijdens mijn opgroeien gemengde signalen van mijn ouders over wie God is, hoe ik Hem kan kennen en hoe ik Gods liefde voor mij in Christus kon ervaren. Toen ik ouder werd, begon ik nauwkeurig te letten op hoe het leven eruit zag van mensen, die beweerden christen te zijn. En ik herinner mij dat dit echt moeilijk voor mij was, in het bijzonder toen ik me bewust werd van de barsten in de levens van die mensen. Ik kwam een aantal keren mensen tegen die ik bewonderde, maar toch was ik ontgoocheld dat hun levens niet overeenkwamen met wat ik dacht dat het christelijke leven was. Een van mijn frustraties was proberen iemand te vinden die die boodschap aan mij kon uitleggen. Veel mensen wisten iets van Christus, maar weinigen waren bekwaam om mij uit te leggen hoe iemand als ik, met mijn strijd, problemen, moeilijkheden en zonden, zijn weg zou kunnen vinden naar Gods Koninkrijk. Door Gods voorzienigheid mocht ik college lopen aan het UCLA, de Universiteit van Californië in Los Angeles. Daar botste ik op een groep mensen die met veel dezelfde onderwerpen als ik worstelden. Maar ze waren ook niet in staat mij het wonder uit te leggen wie Jezus is. Deze groep maakte waarschijnlijk deel uit van de Jesus Movement en ze waren in staat mij uit te leggen hoe God in Christus zijn liefde aan mij had getoond en hoe ik God kon leren kennen door Christus. Zij legden mij die eenvoudige evangelieboodschap uit. Het verbaasde me wat een relatie met Christus in iemand kon bewerken en welke veranderingen het kon veroorzaken. Ik heb vier jaar aan het UCLA gestudeerd met het idee advocaat te worden. Ik had mijn toelatingstest goed gemaakt en was geaccepteerd aan de rechtsfaculteit aan de Universiteit van San Diego. Ik verwachtte ook daarheen te trekken, advocaat te worden en, vanuit mijn perspectief op dat ogenblik, veel geld te verdienen. Ik leerde echter Christus kennen, kreeg interesse in de bijbel, en het volgende dat ik me herinnerde was, dat ik de Universiteit van San Diego belde en zei dat ik niet kwam. Ze vroegen om een reden en ik vertelde hen dat ik voor een tijdje de bijbel wilde bestuderen. “O, waar ga je dan studeren?” Dat was een moeilijke vraag, want voor de volgende drie jaar studeerde ik aan een niet-erkende bijbelschool, namelijk het Light and Power House, wat behoorde tot de Jesus Movement van de late jaren ‘60, begin jaren ‘70. Ik leerde hier Grieks, las tal van boeken over de bijbel en volgde verschillende andere cursussen. Daarna ging ik een paar jaar naar Fuller Theological Seminary en terwijl ik daar was, speelde ik basketbal met een christelijk basketbalteam. We speelden vaak in het buitenland. Zo speelden we in Zuidoost-Azië, Afrika en Europa. En dit alles tijdens de schooltijd. Na het behalen van mijn diploma had ik een korte opdracht als docent in een van de bijbelscholen waar ik vroeger aan verbonden was. Maar mijn onderwijs had gewoon te weinig inhoud omdat ik nooit in het pastoraat betrokken was geweest. Ik voelde dat God tot mij sprak: “Chris, als je in de toekomst vaker gaat doceren in het hoger onderwijs, dan moet je nu stoppen met doceren en je toeleggen op het
4 (Hoofdstuk I - V2.00)
pastoraat.” Er was ook het volgende gebeurd: Ik had een groep vrienden in Genève, in Zwitserland, die mij en een paar andere vrienden met wie we basketbalden, hadden aangesproken. Ze vroegen ons of we wilden overkomen en een gemeente wilden stichten. En dat deden we in 1980. Mijn vrouw en ik en nog twee andere goede vrienden reisden naar Genève en stichtten een gemeente net over de grens met Frankrijk. Ik was bezig met gemeentestichting en deed daar vijf jaar lang pastoraal werk. Na die vijf jaar had ik een sterk verlangen om terug te keren en les te geven, maar ik beschikte niet over al die kwalificaties die nodig zijn om les te geven in een college, universiteit of seminarie. Dus ging ik terug naar het Regent College in Vancouver, studeerde daar een paar jaar en haalde nog een masterdiploma. Door Gods genade werd ik aanvaard in een doctoraatsprogramma, en na een aantal jaar studeren aan de Drew University in New Jersey haalde ik mijn doctoraat in de systematische en de historische theologie. Terwijl ik nog studeerde, werd ik directeur pastorale zorg in een van de psychiatrische staatsziekenhuizen in New Jersey. Ten slotte kwam ik naar Eastern College waar ik nu al 18 jaar werk als docent systematische theologie en geestelijk leven. Dus ik heb ervaring in het buitenland, ben met geestelijke vorming en geestelijk leiderschap bezig geweest en ik help af en toe mensen met psychiatrische problemen. David Fraser: Ik werd christen in mijn tienerjaren zo’n 40 jaar geleden. Mijn eigen bekering vond plaats over een periode van 6 maanden, voor mij een traag proces. Ik kan me herinneren dat aan het begin van die levensperiode God (ondanks mijn kerkelijke betrokkenheid) een vreemde in mijn leven was. Aan het einde van die periode had ik een hele ontwikkeling doorgemaakt. Een van de dingen die heel vroeg in mijn christelijke leven gebeurde, was dat een jeugdpastor me bij de arm nam, mij bemoedigde, mij liefhad en me hielp de bijbel te bestuderen. Na die ervaringen wist ik dat, waartoe God mij ook zou roepen, ik het nodig had de bijbel te begrijpen en dat ik over enige basisinstrumenten zou moeten beschikken om mijn geestelijk leven te ontwikkelen. Ik begon in een bijbelschool toen ik nog maar 16 was met de wens een aantal basisdisciplines en vaardigheden voor de bediening te verwerven. Ik bracht één zomer door in Guatemala met de Latin American Mission toen ik in het eerste deel van de bijbelschool zat. Deze ervaring gaf mij een visie voor de wereld. Toen die periode ten einde liep, ging ik verder met antropologie, ik trouwde, studeerde sociologie, stond wat in het onderwijs en ging verder naar een theologisch seminarie. Na het seminarie werkte ik gedurende vier jaar met World Vision International, met als belangrijkste aandachtspunt de zorg voor de onbereikte volkeren. Ik reisde naar 15 tot 18 verschillende landen om te zien hoe World Vision het evangelie verspreidde door hun verschillende projecten. Na die tijd diende ik vier en een half jaar als voorganger in verschillende gemeenten, terwijl mijn vrouw haar doctoraat behaalde en onze kinderen opgroeiden. Ik kwam naar Eastern College toen mijn vrouw een plaats aangeboden kreeg aan het Palmer Theological Seminary. Ik begon les te geven in sociologie en bijbelse en theologische studies. In 1990 ontdekte ik dat mijn leven leeg was; de basisvaardigheden die ik als jong christen had geleerd op het vlak van gebed, bijbelstudie en evangelisatie, gaven geen voedsel of groei meer. Januari 1991 was een dramatisch keerpunt. Ik moest verschillende weken in Gods aanwezigheid stilzitten en zeggen: “Heer, ik weet niet wat er gaande is, maar ik voel mij ver weg en dor. Alles is op niets uitgelopen.” Ik had een nieuwe honger naar God. Ik voelde dat ik iets helemaal anders moest doen. Alle dingen die ik vroeger voor mijn geestelijk leven deed, werkten niet meer. Daarom begon ik mijn gedachten over de Schrift op te schrijven: ik las het niet alleen en bad erdoorheen, maar ik schreef werkelijk een tweetal bladzijden elke dag wanneer ik mijn bijbel las. En ik kwam tot de conclusie dat ik stond aan de oever van een oceaan van christelijke werkelijkheid en hulpbronnen die ik nooit had verkend. Ik moest mijzelf verder openstellen voor christelijke ervaringen en de christelijke werkelijkheid, dan ik ooit eerder had gedaan. In deze periode heb ik Chris ontmoet. Hij was toen al ongeveer twee jaar op Eastern College. We kwamen wekelijks in een gebedsgroep samen om elkaar te bemoedigen en voor elkaar te bidden. God begon in mij iets nieuws te doen. Ik ben God dankbaar voor deze nieuwe dingen. Ik heb vijftig jaar lang verschillende ervaringen gehad. Ik werkte met Light of the World Ministries, een bediening die theologische scholen in het buitenland versterkt. Deze organisatie hielp scholen om zelf de touwtjes in handen te nemen, door westerse docenten te vervangen door professors uit hun eigen cultuur. Ik blijf lesgeven in het buitenland en ik ben op zoek naar wegen waarin God ons misschien met andere christenen in moeilijke omstandigheden laat werken. Juist op Eastern College bidden we dat God grote dingen mag doen voor ons en door ons heen. Bediening en leven hebben ons allebei teruggebracht naar de beginselen -- en terug naar het punt waar we verlangen naar meer ruimte voor God in ons leven. En dus is in veel opzichten wat we hier schrijven, zowel autobiografisch als bijbels en theologisch.
(V2.00 - Hoofdstuk I) 5
Een korte case-studie van een christelijke leider Laten we beginnen met onze eerste reflectie-oefening. Hieronder vind je een kort verslag over de ervaring van een westerse zendeling. Neem de tijd om het te lezen en denk dan na over de vraag die wordt gesteld.
Het getuigenis van een zendeling Toen ik nog maar pas christen was, was ik diep ontmoedigd over mijn onmogelijkheid om los te komen van mijn cyclisch gedrag van zonde-belijdenis-vergeving-zonde. Ik vroeg me af of Romeinen 8 wel echt te bereiken was. Ik kende alleen de negatieve kant uit Romeinen 7. In deze tijd kwam ik in contact met de Deeper Life Movement. Hun onderwijs over de ellendige toestand van het individu en het idee dat Christus die volledig kon oplossen, gaf mij een priemend straaltje hoop in mijn (door het vechten) vermoeide leven. Snel strekte ik mijn open handen in gebed uit. Ik was hongerig naar meer constante geestelijke ervaringen. Op een dramatische wijze zat ik overvloeiend vol. Drie maanden lang had mijn uitgeputte hart rust. Wat een zalige en verrijkende ervaring was dat. Gebed was net een gesprek met mijn beste vriend. De bijbel werd levend. Getuigen was genieten.
Maar langzamerhand vervaagden de emoties. Boze gedachten begonnen mij aan te vallen. Een kille wind begon in mijn binnenste te waaien. Inwendig kromp ik ineen. Het was net alsof ik een express lift had genomen, die in razende snelheid bewoog tussen het dak van de overwinning en de kelder van de nederlaag. Waarom was er geen gelijkmatige klim naar geestelijke overwinning? Wat bedoelt de bijbel wanneer zij het heeft over een christelijk leven dat altijd overwint? Hoe maak je je overvloedige leven van Johannes 10:30 eigen? Brengen de overvloeiende bronnen van binnen koel, fris, zuiverend water voort, of is het een modderstroom? Is geestelijke overwinning enkel een vaag idee? Lijkt het op het verschijnsel dat ik zag toen ik op nachtelijke safari in Kenia was? Ik herinner me dat het verfrissend was om door het stof en de hitte vanuit onze vrachtwagen in de verte een mooi meer te zien. De zonnestralen dansten over het vredige oppervlak van deze immense watermassa. Snel werd het duidelijk dat we alleen maar een luchtspiegeling hadden gezien. Is geestelijke overwinning niets anders dan een fata morgana in de woestijn? (Uit The Cross and the Crescent, door Phil Parshall, blz.16).
Denk er eens over na… Denk na over de ervaring van Phil Parshall. In welk opzicht stemt het overeen met jouw ervaring? Heb je ook wel eens gevonden dat dingen waarvan je hoopte dat je er klaar mee was, toch niet klaar bleken te zijn? Dat je dacht dat innerlijke vijanden verslagen waren, maar dat ze toch niet overwonnen bleken te zijn? Dat je dacht dat je nu voor altijd sterk stond tegenover die bepaalde zonde, maar dat je toch zwak blijkt te zijn? Wat je op de vorige vragen ook antwoordt: wat zou jij nu tegen Parshall zeggen? Wat denk je dat Parshall moet
6 (Hoofdstuk I - V2.00)
doen om op die vragen te antwoorden -- en om te ervaren dat hij consequenter en bewuster meer op Christus gaat lijken? Of is deze ervaring de beste waarop hij kan hopen? De ervaring van Parshall is niet echt uniek. Velen van ons hebben iets meegemaakt dat heel erg lijkt op wat hij beschrijft, zelfs als we geen contact met de Deeper Life Movement hebben gehad. Het kan een charismatische vervulling met de Geest zijn. Een mystieke ontmoeting kan ons veranderd hebben of een dramatische bekering die ons volledig heeft schoon gemaakt en veel oude wonden genas. Toch zien we vaak, één of tien jaar later, dat we aan het worstelen zijn -- soms met oude problemen die opnieuw de kop opsteken, soms met nieuwe of oude problemen op een veel dieper niveau. We voelen dat er iets ontbreekt. Iets is niet juist. De oude natuur heeft niet veel van zijn kracht verloren of komt zelfs sterker voor de dag dan dat we ooit voor mogelijk hielden. Wat heb jij tegen Parshall gezegd? Waar kan hij op hopen? Is er meer te vinden in het geestelijk leven dan wat hij ervaart? En als dat zo is, hoe kan hij er dan vat op krijgen? Hoe kan hij dat zich eigen maken en het een centraal deel van zijn ervaring en van zijn leven laten zijn? Dit zijn basisvragen. Er is heel wat meer dat wij zouden willen weten, voordat we hem raad geven. GodWorks probeert antwoord te geven op sommige vragen van Parshall. Deze manier reikt nieuwe manieren aan die helpen je open te stellen voor God. Hij wil ons vanuit Zijn genade veranderen. Als uitgangspunt nemen we dat Hij beloofd heeft ons te maken als Christus. Deze belofte hield niet in dat dit proces gemakkelijk of snel zou verlopen, of dat Hij het werk voor ons zou overnemen. Geestelijke vorming is een proces van geboetseerd worden naar het beeld en de gelijkenis van Jezus Christus. 2 Kor. 3:18 (NBG-51) zegt: “En wij allen, die met een aangezicht waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is.” Omdat we ver van dat beeld afstaan, is er een lang, pijnlijk proces waarbij God onze oude natuur verwijdert en onze nieuwe natuur kracht geeft. Deze cursus GodWorks is allereerst gericht op wat wij moeten doen om op die plaats te gaan staan waar God ons opnieuw kan vormen om op Christus te lijken.
De moeilijkheid van de zaak Er is een grote verscheidenheid in het lichaam van Christus. Mensen hebben oneindig veel verschillende achtergronden. Ze gebruikten reeds ontzettend veel verschillende vertrekpunten en ervaringen voordat zij Christus leerden kennen. Iedereen verschilt in persoonlijkheid en in wat hij of zij prettig vindt. Mensen zijn om veel redenen geestelijk ongezond. Ze zien dat ze niet groeien. Hun geestelijke leven werkt niet. Hun leven is om die reden leeg en hol van binnen. We stellen voor dat je een paar minuten neemt en nadenkt over jezelf en de mensen die om je heen staan. Stel dat je werd gevraagd een beeld te schetsen van de christenen die je kent en ook van jezelf: wat zijn de voornaamste oorzaken dat mensen worstelen? (Sommigen blijven onvolwassen, sommigen vervallen in te vermijden zonden, sommigen bieden nooit het hoofd aan persoonlijke trekjes die onchristelijk zijn, sommigen worden
(V2.00 - Hoofdstuk I) 7
Denk er eens over na... Geestelijke worsteling: een diagnose van de oorzaken van de moeilijkheden Waarom denk je dat mensen rondom jou in een geestelijke strijd zitten? Waarom denk jij dat mensen niet sneller geestelijk volwassen worden? Waarom zondigen ze weer, nadat zij Christus zijn gaan volgen? Wat zorgt ervoor dat mensen en christelijke gemeenschappen zo weinig op Christus lijken? Hoe zie je dit bij jezelf? Staat er iets in de weg, dat de weg naar bruisend geestelijk leven verspert? Deze reflectieoefeningen zijn belangrijk! Als je ze nog niet gemaakt hebt, schrijf ze dan nu op de ruimte onderaan de ze pagina op. We geven hier een aantal van onze eigen antwoorden, maar we willen niet dat je je eigen ideeën hier over kwijt geraakt. Hier zijn een aantal dingen die wij hebben ondervonden: 1
Sommige christenen worstelen, omdat ze niet erg wijs leven. Ze erkennen niet dat het goed is dat de mens beperkt is: ze slapen onvoldoende; zij overvragen zichzelf maanden- en jarenlang door constant bezig te zijn. Ze worstelen door hun gebrek aan evenwicht en juiste prioriteiten. Ze zorgen niet voor hun geest en lichaam.
2
Andere christenen worstelen, omdat zij een erfenis van jaren slechte gewoonten meedragen, die ze hebben aangeleerd in de tijd vóór ze christen werden. Sommigen werden in hun kindertijd misbruikt en hebben pijnlijke wonden die nog niet zijn genezen, maar binnenin verder zweren. Sommigen hebben gewoon een karakter dat overgevoelig of depressiegevoelig is, of ze hebben een hoge mate van angst en bezorgdheid.
3
Sommigen zijn eenzaam en geïsoleerd. Zij hebben geen kleine gemeenschap medegelovigen die hen aanvaardt, bevestigt en met wie ze helemaal open kunnen zijn. Zij hebben nood aan volwassen vrienden die hen coachen en helpen om vorm te geven aan betere leefpatronen. Zij hebben geen plaats waar hun worstelingen en verlangens kunnen worden uitgedrukt en waar die gedragen worden in vertrouwelijk gebed en belijdenis.
4
Sommigen weten gewoon niet wat er aan de hand is. Ze wandelen gewoon door het leven, zonder enige idee dat God iets diepers, groters en levenskrachtiger wil dan wat ze tot nu toe hebben gezien. Sommigen zijn in de val gelopen van geheime zonden waarvan de greep zo sterk lijkt, dat ze er nooit echt los van zijn gekomen.
5
Sommigen hebben verkeerde ideeën over hoe ze op Christus moeten gaan lijken. Zij hebben altijd gedacht dat geestelijke disciplines meer op werken leken dan op genade. Genade betekent voor hen: geen inspanning, geen risico en geen werk. Gods aandeel om ons op Christus te laten lijken staat los van onze eigen inspanning om als Christus te worden.
Er zijn veel redenen waarom christenen en hun kerken en organisaties op een veel lager pitje functioneren dan God verlangt. In hoofdstuk 4 behandelen we de hindernissen of de redenen waarom dat niet altijd lukt. We zullen dan bewuster nadenken over wat ons in de weg staat om alle hulpbronnen en energie te gebruiken die God ons aanbiedt. Op Christus lijken is niet een ideaalbeeld, een onbereikbaar doel of een wensdroom. Het is wat God voor ons verlangt en waarvoor Hij ons bedoeld heeft. In dit leven staan we onder de genade van God en krijgen we kracht van Gods Geest om echt te genezen. Die genezing veroorzaakt wezenlijke groei. Het maakt ons volwassen en zorgt ervoor dat we echt op Christus gaan lijken, hoewel ons lijken op Christus begrensd is.
8 (Hoofdstuk I - V2.00)
De opdrachten: we beginnen eraan Je hebt in dit eerste hoofdstuk nog niet echt veel hoeven te doen. Bij de meeste andere hoofdstukken zul je meer opdrachten krijgen. Dit hoofdstuk geeft je een kennismaking met de cursus. We hopen dat je nu een beter idee hebt. Elk hoofdstuk neemt je mee naar een of ander gebied binnen de geestelijke vorming. Tegen het einde van deze cursus zul je, naar we hopen, een veel duidelijker idee hebben van je geestelijke gezondheid, en van wat je kan doen om sneller en meer vastberaden te groeien naar de volheid van Jezus Christus. We willen besluiten door uit te leggen wat je dient te doen om de doelen van deze cursus te bereiken. Naast het doorwerken van dit cursusmateriaal zijn er nog vier dingen die door jou gedaan moeten worden:
Lezen Aan het begin van elk hoofdstuk is er een checklist die de opdrachten aangeeft van dat betreffende hoofdstuk. Dit vertelt je wat je op welk ogenblik moet lezen. Het dient als een leidraad en als een middel om na te gaan of je alles hebt afgewerkt wat bij dat hoofdstuk hoort. Elke hoofdstuk vraagt je een aantal bladzijden te lezen uit Devotional Classics van Foster en Smith. Deze bladzijden staan vertaald in bijlage bij elk hoofdstuk. Devotional Classics is een boek dat drie of vier bladzijden materiaal selecteert uit een brede reeks auteurs. Deze bloemlezing geeft je een voorproefje van wat deze schrijvers voelden en zeiden toen zij hun innigste ervaringen met Christus hadden. Sommigen van hen ken je waarschijnlijk al, anderen niet. Een van de fijne dingen bij deze studie is dat ze een bijkomende bibliografie aanbiedt om nog meer te lezen als je je werkelijk aangesproken voelt. Foster en Smith geven je ook een kleine biografie van elke auteur en bieden je vragen aan om op te reflecteren en om in je dagboek te verwerken. Wij zullen je vragen om af en toe op die vragen te reageren in je dagboek.
Persoonlijk dagboek Wij moeten nog iets zeggen over het persoonlijke dagboek. Dit dagboek is een zeer belangrijk onderdeel van deze studie. Wij willen dat dit dagboek persoonlijk is: schrijf wat je voelt, wat je denkt en wat je God tot jou hoort zeggen. Doorheen de geschiedenis hebben vele christenen gevonden dat hun dagboek heel nuttig was om te beseffen wat er in hun leven omging. Sommigen houden het grootste deel van hun leven een dagboek bij, bijvoorbeeld John Wesley. Wij willen dat je tijdens deze cursus minstens drie keer per week in je dagboek schrijft. Vaak geven we je hiervoor hulpmiddelen, zoals vragen tijdens de studie die je in je dagboek kunt verwerken. Wij willen dat je een veilig gevoel hebt, zodat je volledig open en eerlijk in je dagboek kunt schrijven. Misschien wil je een beveiligd computerbestand gebruiken of schrijf je het op en leg je het op een plaats die niemand kan vinden. Vanaf dit hoofdstuk kun je met je dagboek beginnen, door de vragen uit de bijlagen te beantwoorden.
Oefening in geestelijke discipline Tot slot vraagt elk hoofdstuk je om een van de klassieke geestelijke disciplines in praktijk te brengen en te beleven. In het eerste hoofdstuk begint dit proces met de discipline van het alleen en stil zijn. Wij kozen voor dit
(V2.00 - Hoofdstuk I) 9
begin, omdat wij het gevoel hebben dat veel mensen overwerkt zijn, dat hun rek eruit is, dat ze razend druk zijn met hun bediening en dat ze nog angstaanjagende uitdagingen voor de boeg hebben. Het eerste wat wij je graag zien doen, is tot rust komen -- enige tijd doorbrengen om te onthaasten en om de luid schreeuwende stemmen die op je afkomen en die van binnen razen stil te maken. Alleen zijn is een middel om deze stemmen tot bedaren te brengen -- en om kalm te wachten in de aanwezigheid en afhankelijkheid van God. Aan het eind van elk hoofdstuk vind je een taak die je laat nadenken over de geestelijke discipline die bij dit hoofdstuk hoort. Elk van de disciplines heeft verscheidene bladzijden leestekst en instructies over wat je met die discipline kunt doen. Wij vragen je niet dat je aandacht voor één discipline de plaats laat innemen van de andere dingen die je reeds doet om je geestelijk leven te voeden. We vragen je eerder dat je op een verstandige manier ruimte in je leven vindt om deze discipline genoeg te beleven, zodat je enig idee hebt wat die discipline aanbiedt. Als je een beginner in de discipline bent, zul je graag rustig aan beginnen. Als je al in deze specifieke discipline geoefend bent, dan vragen we dat je enige tijd vastzet om die specifieke discipline opnieuw te doen en te herhalen op een zinvolle en voor jou verdiepende manier.
Slotopdracht: reflectie op het onderwijs van elk hoofdstuk Er is nog één ander ding. Ieder hoofdstuk vraagt je ook een opdracht van één of twee bladzijden te schrijven, nadat je alle leesstof hebt doorgenomen, in het dagboek hebt geschreven en de geestelijke discipline van dit hoofdstuk hebt doorgenomen. Hieronder staat de afsluitende emailtaak voor dit hoofdstuk. Dat was het. Welkom op deze reis van lezen, nadenken, antwoorden en uitdrukken van je (missschien nieuwe) toewijding aan Christus.
Em@ iltaak Deel 1 Geef persoonlijke antwoorden op de volgende vraag die ook in de bijlage bij het gedeelte van Henri Nouwen staat: Volgens Nouwen schept alleen zijn ruimte voor God, en verwijdert het ook onze beschermende afleidingen, zodat het ons dwingt onszelf te confronteren met onze innerlijke chaos. Wij doen geestelijke disciplines... om ‘de wereld te verhinderen ons leven zo in te vullen dat er geen plaats overblijft om te luisteren.’ Welke dingen vullen op dit moment je leven en verhinderen je te luisteren? Beantwoord deze vraag op één A4. Gebruik de richtlijnen uit de inleiding.
Deel 2 Schrijf op een tweede bladzijde je voornaamste verwachtingen op voor deze cursus. Wat hoop je in deze cursus te leren en wat zal er, naar je hoopt, in je leven gebeuren door middel van deze cursus? Denk je dat je voor grote uitdagingen komt te staan bij het doorwerken van deze cursus? Wat zijn deze uitdagingen? Gebruik deze bladzijde om je verwachtingen en doelstellingen voor deze cursus uit te drukken. Geef de moeilijkheden aan die je in deze cursus verwacht te zullen tegenkomen aan. Hoe ga je deze uitdagingen aan? Als je werk af is, stuur het dan door via email naar je begeleider. Zend het a.u.b. voor de datum die afgesproken is.
10 (Hoofdstuk I - V2.00)