HOOFDSTUK 1 GOD SPREEKT
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Van de Heer gebeden 1 Samuël 1: 1 – 23 Samuël in de tabernakel 1 Samuël 1: 24 – 2: 26 Samuël geroepen 1 Samuël 3: 1 – 4: 1a God spreekt Lesboek p. 6 & 7 Werkboek p. 2
kunnen de leerlingen vertellen hoe God nu met ons spreekt.
Memoriseertekst Spreek, uw dienaar luistert. 1 Samuël 3:10 Liederen Psalm 81: 8 - Open maar uw mond Psalm 116: 1 - God heb ik lief E&R 63 - Uw woord is een lamp voor mijn voet E&R 122, YFC 21 - Dank u voor deze nieuwe morgen E&R 158, Liedboek voor de kerken, Gezang 473 - Neem mijn leven, laat het Heer E&R 167, YFC 131 - ‘k Stel mijn vertrouwen Elly & Rikkert - Elke morgen als ik wakker word Alles wordt nieuw - Samuël hoort ’s nachts een stem
Thema God spreekt opnieuw met zijn volk. Algemene informatie Samuël is de laatste van de rechters. Hij is een kind van God gebeden. Hanna –zijn moeder- doet de Heer een gelofte als zij smeekt om een kind. Zij belooft het leven van haar kind aan God te wijden. Hier gaat het over in de eerste vertelling. Met de geschiedenis van Samuël begint er een nieuwe periode voor het volk Israël. Het volk leeft zonder God en door de verantwoordelijke mensen wordt hun Gods Woord ook niet meer voorgehouden. In en rond de tabernakel wordt erg gezondigd. God staat niet meer centraal alleen de eigen wensen en verlangens van de priesters Chofni en Pinechas. En de hogepriester Eli doet hier niets aan. De jonge Samuël groeit op in een omgeving waar mensen God niet dienen. En toch is hij ook dicht bij God. Hij is geliefd bij God en mensen en de Heer staat hem bij. Hier gaat het over in de tweede vertelling. In de laatste vertelling wordt Samuël geroepen terwijl hij ligt te slapen. Samuël weet niet dat het God is die hem roept. Pas na drie keer weet Eli dat het God is die hem roept. God gaat weer spreken tot zijn volk en dat doet hij door de profeet Samuël. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: weten de leerlingen waarom Hanna zo verdrietig is; weten de leerlingen wat de naam Samuël betekent; weten de leerlingen waarom Samuël in de tabernakel gaat wonen; kunnen de leerlingen vertellen waarom de zonen van Eli slecht zijn; weten de leerlingen wat God vertelt aan Samuël nadat Hij hem drie keer geroepen heeft; weten de leerlingen dat Samuël een profeet is en wat dit inhoudt; kunnen de leerlingen vertellen hoe God opnieuw met zijn volk spreekt; Levend Water – groep 4
1
Hoofdstuk 1 God spreekt
HOOFDSTUK 1 - DAG 1 VAN DE HEER GEBEDEN Verteltekst 1 Samuël 1: 1-23
Ze gaat naar de voorhof en stort haar verdriet uit voor God. Ze vraagt niet alleen voor haarzelf een kind, maar doet daarbij de gelofte: als ze een kind krijgt, zal ze hem voor zijn leven afstaan aan de Here. Als Eli haar verdriet ziet, spreekt hij de profetische woorden dat God haar gebed zal verhoren. Getroost keert Hanna terug naar huis. In de naamgeving van haar kind laat Hanna zien dat God het is die haar dit kind geeft. Ze heeft Samuël niet voor haarzelf gevraagd, maar kan hem weer afstaan aan de Here.
Achtergrondinformatie Hij had twee vrouwen: een huwelijk van een man met 2 vrouwen kwam in die tijd vaker voor bij kinderloosheid. Vanuit zijn woonplaats naar Silo: van Rama naar Silo is ongeveer 24 km een dag of 2 reizen. Nooit zal zijn haar worden afgeschoren: dit duidt op een Nazireeër. Dit is iemand die zich voor een tijdje of voor de rest van zijn leven toewijdt aan God. Hij legt hiervoor een speciale gelofte af en volgt specifieke leefregels. (Zie voor de regels Numeri 6: 1 - 21.) Haar lippen bewogen wel, maar haar stem was niet te horen: in die tijd was het gebruikelijk dat men hardop bad en men stond vaak te bidden. Eli denkt dat Hanna dronken is, omdat er in die tijd vaak slechte dingen rond en in de tabernakel gebeuren. Vrouwen komen soms dronken de tempel binnen. Overstelpt door droefheid en ellende: dit geeft aan hoe groot Hanna haar verdriet is. De God van Israël zal u geven waar u om hebt gevraagd: Eli spreekt hier profetische woorden. Ze noemde hem Samuël: naamgeving is in die tijd heel belangrijk. De naam betekent: ik heb hem van de Here gebeden. Een gedeelte van de naam van God is hierin verwerkt: el. In het land van de bijbel geeft de naam uitdrukking aan het wezen van iemand. Pas als het kind van de borst is: dat is zo tussen het 2e en 4e levensjaar.
Introductie op de les Ben je ook wel eens heel verdrietig geweest? Wat deed je toen? Afsluiting van de les Wat gebeurt er met Hanna wanneer ze met haar verdriet naar de Here gaat? Krijgen we altijd waar we om vragen?
Aandachtspunten Dit verhaal kun je vertellen vanuit Hanna. De kinderloosheid van Hanna is een groot verdriet. Kinderloosheid was in die tijd een diepe beproeving: het was een schande en voelde soms zelfs als straf van God. In bijbelse tijden werden kinderen, vooral zonen, gezien als een teken dat God je zegent. Bovendien garanderen kinderen een goede oude dag. Kinderen kunnen voor je zorgen als je oud bent. Geen kinderen kunnen krijgen is altijd verdrietig, maar had in die tijd een extra lading. Hanna lijdt er onder. Elk jaar als ze naar de tempel gaan, dan treitert Peninna Hanna met haar kinderloosheid. Peninna is jaloers op Hannah, vanwege Elkana’s liefde. Elkana houdt veel van Hanna, ook al heeft ze geen kinderen. Peninna weet Hanna te raken en kwetst haar opzettelijk. Hanna kan geen hap meer door haar keel kan krijgen en staat huilend op van de maaltijd.
Levend Water – groep 4
2
Hoofdstuk 1 God spreekt
HOOFDSTUK 1 - DAG 2 SAMUEL IN DE TABERNAKEL Verteltekst 1 Samuël 1: 24 - 2: 26
te helpen bij de juiste oefening van de eredienst. Zij zijn bemiddelaar in de relatie van God tot zijn volk. De taken van een priester waren: offeren, bidden en zegenen. Ook in het onderwijs van de Thora was een rol voor de priesters weggelegd. God vindt het erg als een priester niet trouw is en Gods wensen en verlangens niet uitvoert, maar zijn eigen wensen en verlangens. Zo gaat het bij de zonen van Eli: Chofni en Pinechas. En Eli moppert wel op zijn zonen, maar treedt niet werkelijk tegen hen op. Hij laat het allemaal toe.
Achtergrondinformatie Een efa: 45 liter. Een zak wijn: wijn werd vaak bewaard in leren wijnzakken. De rechten die aan het priesterambt verbonden zijn: de priesters mogen een deel van de offergaven voor zichzelf houden. Dit is beschreven in Leviticus bij de voorschriften van de offers, zie bijvoorbeeld Leviticus 2 vers 3. Al voor de rook van het vet opsteeg: het vet is het belangrijkste van het offerdier. Dit werd op het brandofferaltaar als een offer voor de Heer helemaal verbrand (Leviticus 7:31). Dit offer moest eerst worden gebracht voordat het vlees mocht worden gegeten. Door God zijn gedetailleerde voorschriften gegeven, waar Chofni en Pinechas zich niet aan houden. Ze toonden geen eerbied voor de gaven die de Heer toekwamen: het gaat niet meer om God maar om henzelf. Een linnen priesterhemd: een kleed dat tot op de knieën viel. Een lang stuk stof, doormidden gevouwen en aan de zijkanten dichtgenaaid met gaten voor de armen en in de vouw een spleet voor het hoofd. Daarover werd een jas gedragen. Die jas maakte Hanna ieder jaar nieuw voor haar zoon. Dat ze zelfs sliepen met vrouwen: er is sprake van tempelprostitutie. Hij was zeer geliefd, zowel bij de Heer als bij mensen: de mensen houden van Samuël en de Here heeft hem lief. Een wonder in zo’n goddeloze omgeving.
Introductie op de les Hoe heb jij de Here God leren kennen? Afsluiting van de les Hoe gaat het met de kleine Samuël: hoe leert hij de Here God kennen? Krijgt hij het goede voorbeeld?
Aandachtspunten De jonge Samuël (ongeveer een jaar of 3) wordt door zijn ouders naar de tabernakel gebracht. Daar zal hij verder opgroeien, omdat zijn moeder hem voor zijn hele leven afstaat aan de Heer (1 Sam 1:11). Het is geen goede omgeving, want er gebeuren slechte dingen in en om de tabernakel. Samuël blijft achter onder de hoede van Eli. Hanna is blij dat haar gebed verhoord is en ze zingt een lofzang: ze bezingt God als redder die omziet naar zwakke mensen die hem trouw zijn. Er is een parallel met de lofzang die Maria eeuwen later zingt. Geef bij de vertelling aan hoe God het priesterambt bedoeld heeft en hoe erg het is als het daar fout gaat. De taak van de priesters was zeer belangrijk. Het was een erfelijk ambt. Zij dienen Levend Water – groep 4
3
Hoofdstuk 1 God spreekt
HOOFDSTUK 1 - DAG 3 SAMUEL GEROEPEN Verteltekst 1 Samuël 3: 1 - 4: 1a Achtergrondinformatie Onder de hoede van Eli: Samuël groeit op onder toezicht van de hogepriester Eli. Als hogepriester is Eli verantwoordelijk voor alle diensten in de tabernakel. Samuël lag te slapen in het heiligdom van de Heer: bedden bestonden vaak uit matten of dekens. Dit kon ’s morgens weer makkelijk opgerold en handig opgeborgen worden. De godslamp was bijna uitgedoofd: Samuël sliep waarschijnlijk bij de kandelaar. Iedere morgen werden de zeven armen van de kandelaar gevuld met olie en een pit die erin dreef werd aangestoken. De hele dag en een deel van de avond brandde de kandelaar. De vlammetjes symboliseren de aanwezigheid van God. Dat de lamp bijna gedoofd was, kan duiden op het tijdstip waarop de Here Samuël riep. Later in de avond of het begin van de nacht. Daarnaast zegt het iets over de aanwezigheid van de Here (of bijna afwezigheid zoals het lijkt), het is lang stil geweest. De lamp is bijna gedoofd. Maar nu gaat God weer spreken. Samuël had de Heer nog niet leren kennen: God heeft nog niet eerder tot Samuël gesproken. Alles ten uitvoer brengen wat ik Eli en zijn familie heb voorzegd: een godsman heeft Eli gewaarschuwd en hem het oordeel van God aangezegd (1 Samuel 2: 27 - 36). Van Dan tot Berseba: Dan ligt in het uiterste noorden en Berseba in het uiterste zuiden. Iedereen hoort er dus van en komt tot de erkenning dat Samuël profeet is. Bleef de Heer in Silo verschijnen: God blijft spreken tot Samuël die de woorden weer doorgeeft aan het volk.
van Eli is: laat God doen wat Hij het beste vindt. Hij legt zich er bij neer en onderneemt verder geen actie tegen de slechte praktijken van zijn zonen. Het was stil geworden tussen God en zijn volk. Zijn volk zoekt God niet en God heeft lange tijd niet gesproken. Nu zoekt God zijn volk weer op en dat doet hij door te spreken met Samuël. Samuël geeft als profeet de woorden van God weer door aan het volk en heel Israël luistert daarnaar. Wat een verandering!
Introductie op de les Ben je ’s nachts wel eens ergens wakker van geworden? Vertel er eens over. Afsluiting van de les Waar wordt Samuël wakker van? Wat vind je van de boodschap die Samuël hoort?
Aandachtspunten De vertelling kan goed verteld worden vanuit Samuël. Samuël dient de Heer, Eli heeft waarschijnlijk over God verteld en Samuël heeft allerlei taken in de tabernakel. Voor de eerste keer gaat God rechtstreeks tot Samuël spreken. Nadat Samuël drie keer bij Eli is geweest, dan pas wijst Eli hem erop dat het God is die hem roept. Samuël gaat weer op zijn bed liggen en wacht tot God hem voor de vierde keer zal roepen. Dat zal best spannend voor hem zijn geweest. De boodschap die Samuël hoort is slecht nieuws voor Eli en zijn familie. De reactie Levend Water – groep 4
4
Hoofdstuk 1 God spreekt
HOOFDSTUK 1 - DAG 4 GOD SPREEKT Lesboek p. 6 & 7 Pagina 6 Praat erover dat Hanna Samuël wegbrengt. Hoe zal dat zijn gegaan? Wat nemen ze mee? En waarom nemen ze dat mee? Pagina 7 De kinderen lezen de tekst. Je kunt erover doorpraten waarom Hanna Samuël wegbrengt, terwijl ze hem zo graag wilde. Kijk naar de foto en praat over het verschil van een bed van nu en een bed van toen. Kinderen hebben nu een matras in een ledikant, soms een hoogslaper, daarop ligt een dekbed. Samuël ligt op een matje op de grond met een mantel als deken. Praat erover met de kinderen wat Samuel zoal doet in de tabernakel. Vraag of de kinderen zich er iets bij kunnen voorstellen hoe het zou zijn om zonder ouders in de tabernakel te werken. Nadenkertje Praat er eens met de kinderen over door hoe God nu tot ons spreekt. We hebben de bijbel, we hebben de schepping (Rom 1: 19, 20). God heeft ook tot ons gesproken in zijn Zoon (Hebr 1: 2). Soms gebruikt God andere mensen (je vader, je moeder, de juf, de meester of de dominee) of je eigen gedachten. Werkboek p. 2 De kinderen mogen tekenen wie er voor hen zorgt en hen over de Here vertelt. De meeste kinderen zullen denken aan hun vader en moeder. Misschien spelen ook opa’s en oma’s een rol, leerkrachten op school of mensen in de kerk. Of misschien nog anderen.
Levend Water – groep 4
5
Hoofdstuk 1 God spreekt
HOOFDSTUK 2 WAAR IS DE ARK?
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Liederen Psalm 62 - Voorwaar ik keer mij stil tot God Psalm 118: 8 - De steen die door de tempelbouwers Psalm 136 - Looft de Heer, want hij is goed Psalm 150 - Looft de Heer uw God alom E&R 135/Liedboek voor de kerken, Gezang 444 - Grote God, wij loven U E&R 141 - Heer, machtig God, ik loof U E&R 155/Opwekking 277 - Machtig God, sterke Rots Liedboek voor de kerken, Gezang 67 God zij geloofd uit alle macht Elly en Rikkert - Er kan er maar eentje de baas zijn Elly en Rikkert - Hij is machtig
Wat gebeurt er met de ark? 1 Samuël 4: 1b – 22 De ark bij de Filistijnen 1 Samuël 5 – 7: 1 De vraag om een koning 1 Samuël 7: 2 – 8: 22 Waar is de ark? Lesboek p. 8 & 9 Werkboek p. 3
Thema God en de ark. Algemene informatie In de eerste vertelling gaat het over de oorlog tegen de Filistijnen. God gebruikt de Filistijnen om te laten zien dat het volk Israël niet goed bezig is. De Israëlieten zien de ark als God zelf. Ze merken dat de Filistijnen sterker zijn en worden bang. De Israëlieten gebruiken de ark om God erbij te halen. In de tweede vertelling valt de ark in handen van de Filistijnen. Vanaf dat moment worden de Filistijnen ziek en krijgen ze last van plagen. Uiteindelijk sturen de Filistijnen de ark terug. In de derde vertelling zijn de Israëlieten blij dat de ark weer terug is, maar zij maken wel de fout om in de ark te kijken. Samuël heeft als taak om de Israëlieten te helpen zodat ze zich op God blijven richten. De Israëlieten erkennen hun zonden en doen hun afgoden weg. Uiteindelijk wil het volk Israel een koning, omdat alle andere volkeren ook een koning hebbben. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: weten de leerlingen wat er met Eli en zijn zonen gebeurt; kunnen leerlingen vertellen wat er gebeurt met de Filistijnen als zij de ark in bezit hebben; weten de leerlingen dat God veel sterker is dan de Filistijnen; kunnen leerlingen aangeven wat de Filistijnen als geschenken meegeven als zij de ark terug sturen; weten de leerlingen waarom de Israëlieten een koning willen. Memoriseertekst Loof de Heer want hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw. Psalm 136:1
Levend Water – groep 4
6
Hoofdstuk 2 Waar is de ark
HOOFDSTUK 2 - DAG 1 WAT GEBEURT ER MET DE ARK? Verteltekst 1 Samuël 4: 1b - 22.
Introductie op de les Wat doe je als je hulp nodig hebt?
Achtergrondinformatie De ark van het verbond: het is een draagbare, gouden kist waarin de twee stenen tafelen met de tien geboden in worden opgeborgen. Hij staat in het allerheiligste, de binnenste ruimte van de tabernakel. Die op de cherubs troont: cherubs zijn engelen die de troon van God bewaken. Cherubs waren bij de ark aardse verschijningsvormen van de hemelse troon van God. Waarschijnlijk waren deze even groot als een menselijke gedaante. Kleren gescheurd en stof over hoofd geworpen: dit is een teken van rouw, daardoor weet iedereen dat de strijd verloren was.
Afsluiting van de les Hoe gaan de mensen om met de ark?
Aandachtspunten Als de Filistijnen de ark zien, twijfelen ze sterk over de strijd. Voor hen is de God van de Israëlieten op dat moment ook echt aanwezig. God zorgt ervoor dat de ark buit gemaakt word door de Filistijnen, zo wil Hij de Israëlieten laten zien dat ze niet over God kunnen beschikken. Gods eer is in het geding, de Filistijnen zetten de ark bij hun god Dagon. God is de sterkste! Voor de Israëlieten is de ark van het verbond een symbool van de aanwezigheid van de Heer, onder andere tijdens veldtochten. Ze denken dus dat God letterlijk bij hen is. Chofni en Pinechas trekken ook ten strijde omdat zij de ark mogen dragen vanwege hun priesterschap. De Filistijnen zijn in eerste instantie bang (1 Sam. 6b-8). Ze denken dat God er werkelijk in levende lijve is. Ze koppelen het zelfs aan de plagen in Egypte. Toch vluchten de Filistijnen niet, ze zijn ontzettend bang en daarom vechten ze met hun laatste restje moed. Dertigduizend man voetvolk komen hierbij om van de Israëlieten. Eli is achtennegentig jaar en blind, hij mag veertig jaar rechter zijn. Op het moment dat hij hoort dat de ark bij de Filistijnen is sterft Eli. De vrouw van Pinechas krijgt bij het horen van het nieuws over de ark weeën en baart een zoon (Ichabod). Deze naam betekent: ‘weg is de eer’. Hieraan kunnen we zien dat de vrouw van Pinechas het een grote ramp vind dat de ark weg is.
Levend Water – groep 4
7
Hoofdstuk 2 Waar is de ark
HOOFDSTUK 2 - DAG 2 DE ARK BIJ DE FILISTIJNEN Verteltekst 1 Samuël 5 - 7: 1
Achtergrondinformatie Asdod: de Filistijnen bezaten vijf steden, Asdod was hier één van. De overige steden waren Gaza, Askelin, Gat en Ekron. Asdod was een belangrijke havenstad waar de god Dagon vereerd werd, dit was een godheid die met de zee en regen te maken heeft (Dag betekent vis in het Hebreeuws). Dagon: eerder was er een tempel voor deze afgod in Gaza, waar Simson zijn tempel omver had getrokken en drieduizend Filistijnen doodde. Daarna werd Dagon verplaatst naar Asdod. Aambeien: dit zijn uitgerekte en opgezette bloedvaatjes. Ze uiten zich als bultjes rondom de anus. Je kunt dan niet goed zitten en hebt pijn met naar de w.c. gaan. Filistijnen: de Filistijnen leefden langs de vlakke kust van de Middelandse Zee. Het was een zeevarend volk. Schadeloosstelling: bij een schadeloosstelling geef je iemand een vergoeding voor de geleden schade. Deze schadeloosstelling moest bij de Filistijnen bestaan uit vijf gouden gezwellen en vijf gouden muizen (dit vanwege de vijf bestaande vorstendommen, die allen geleden hadden onder dezelfde plaag). Aan de schadeloosstelling was te zien dat er twee plagen waren, iedereen kreeg aambeien en er waren muizen (de brengers van de pest). Twee zogende koeien: de koeien lopen in één keer naar Bet-Semes, zonder naar links of rechts af te buigen. Ze lopen direct ook als hun kalveren loeien. Dit is een wonder omdat koeien hun kalfjes in het begin nooit in de steek laten.
De Levieten moeten de ark van de wagen laden, samen met de tas met de gouden voorwerpen. Dit moeten zij doen omdat zij priesters zijn en tot de stam Levi behoren. De inwoners van Bet-Semes behandelen de ark oneerbiedig en zijn nieuwsgierig. Ze zien de komst van de ark als God die bij hen is terug gekomen. Ze kijken in de ark, hiervoor worden ze gedood. Het is een symbool van de heilige God van Israel. De mensen van Bet-Semes beseffen door deze straf dat God heilig is. God laat duidelijk zien wie Hij is, God is machtig en treedt heel duidelijk op.
Introductie op de les Wat denken de Filistijnen nu over de God van Israël? Afsluiting van de les Wat hebben de mensen geleerd over de God van Israël?
Aandachtspunten De ark komt in Asdod terecht omdat daar het voornaamste heiligdom van Dagon is. De ark word naast Dagon neergezet als teken dat het volk Israël is onderworpen. Tot twee keer toe valt het beeld. De eerste keer zetten de Filistijnen Dagon weer overeind. De tweede keer zien zij dat zijn hoofd en beide handen worden afgehakt. God laat duidelijk zien wie Hij is. De stadsvorsten van de vijf steden Gaze, Askelon, Adsod, Ekron en Gat zijn normaal gesproken onafhankelijk, maar in dagen van nood zoals nu treden ze gezamenlijk op om elkaar te steunen. Het aantal van vijf gouden gezwellen en muizen laat zien dat niet alleen de vijf steden maar het hele gebied heeft geleden. Levend Water – groep 4
8
Hoofdstuk 2 Waar is de ark
HOOFDSTUK 2 - DAG 3 DE VRAAG OM EEN KONING Verteltekst 1 Samuël 7: 2 - 8: 22 Achtergrondinformatie Astarte: afgod van de vruchtbaarheid. Afek: Afek lag aan de noordgrens van het gebied van de Filistijnen. Tegenover Afek lag Eben-Haëzer, aan de rand van het gebergte. En daar troffen de legers elkaar. Ze putten water dat ze voor de Heer uitgoten, en vastten de hele dag: het volk Israël wil terugkeren naar de Heer, ze laten duidelijk zien en merken aan God dat ze dit ook echt willen. Het is een schuldbelijdenis, een teken van rouw en boete. Het water gieten kan symbolisch wijzen op het willen kwijtraken van de zonde. Samuël nam een lammetje en droeg het in zijn geheel als brandoffer aan de Heer op: het lammetje dient als zondoffer. Omdat het dier nooit zonde heeft gekend moet het in zijn geheel verbrand worden. Dit offer staat voor alle zonden die de Israëlieten hebben gedaan. Eben-Haëzer: dit betekent: ‘steen der hulpe’.
Introductie op de les Zie je wel eens iets van een ander wat je graag zou willen hebben?
Aandachtspunten Samuël trekt 20 jaar lang het land door om de Israëlieten er op te wijzen om hun afgoden weg te doen en God te gaan dienen. De Israëlieten luisteren, en keren terug naar God. Na het verdwijnen van de afgoden laat God Samuël het volk Israël bijeenroepen in Gilead. Dit is een stad met een heiligdom waar Samuël spreekt. De Israëlieten worden al snel op de proef gesteld. De stadsvorsten rukken tegen hen op. Met hulp van God worden de Filistijnen weer verslagen. Zolang het volk onder het bewind van Samuël staat komen de Filistijnen ook niet meer terug. God zorgt er telkens voor dat de Filistijnen verslagen kunnen worden. Hij verdient hier alle eer voor en niet de Israëlieten. Het volk gaf Samuël drie redenen om een koning te zoeken. De eerste reden is dat de zonen (Joël en Abia) van Samuël slecht zijn, ze zijn op hun eigen voordeel uit. Ze laten zich omkopen en zijn het niet waard om hun eigen vader op te volgen. De tweede reden is dat alle andere landen om hen heen een koning hebben, het volk wil dit ook. De derde reden is dat het volk denkt dat een koning hen sterker zal maken, op die manier zullen ze sterker worden dan hun vijanden. Samuël is tegen een koning, omdat hij vindt dat God hun enige koning moet zijn. Levend Water – groep 4
Samuël bidt tot God, maar God wil dat Samuël doet wat het volk wil. In Deut. 17:14/15 staat dat het volk een koning mag hebben van God. Hij moet wel aangesteld worden door God en een Israëliet. Een koning van buitenaf zou namelijk zijn eigen goden meenemen. God raadt Samuël aan te luisteren naar de roep van het volk om een koning, maar tegelijk moet Samuël ook waarschuwen tegen het koningschap. Het volk vraagt om een leider net als de andere volken. God is niet (zichtbaar) genoeg voor de Israëlieten. God weet dat het volk zijn koningschap verwerpt door om een andere koning te vragen. Ook Samuël als rechter was niet genoeg. Een koning kon dynastieën stichten met alle voor- en nadelen die daaraan verbonden zijn. Samuël brengt zijn teleurstelling over in zijn gebed naar God toe. Hieraan kunnen we zien dat hij zich als rechter blijft gedragen.
Afsluiting van de les Wat vind je er van dat de Israëlieten een koning willen?
9
Hoofdstuk 2 Waar is de ark
HOOFDSTUK 2 - DAG 4 WAAR IS DE ARK? Lezen Lesboek p. 8 & 9 ; werkboek p. 3 Lesboek Pagina 8 Praat erover hoe de ark wordt vervoerd. Waarom staat de ark op een kar die getrokken wordt door koeien? Wat is er gebeurd met de ark en waar gaat de ark naartoe? Pagina 9 De kinderen lezen de tekst over de ark. Praat erover door hoe de ark eruit heeft gezien en waar de ark stond. Waarom mogen de mensen de ark niet aanraken? Wat betekent het dat God heilig is? Nadenkertje Hoe merken de leerlingen dat God altijd bij hen is? Vinden ze dat ook wel eens moeilijk, waarom? Vertel als leerkracht ook over eigen ervaring. Werkboek p. 3 Opdracht: Doolhof: De leerlingen maken de doolhof door de juiste weg te kiezen (de ark gaat naar de mensen, de Israëlieten). Extra suggestie Een prachtige schatkist Praat met de kinderen over hoe de ark eruit heeft gezien. Leen lesboeken van groep 5, waar op blz.54-57 plaatmateriaal is over de ark. Weten de leerlingen wat er in de ark werd bewaard? De ark duidde de troon van God aan. Daarom was de ark gemaakt van kostbaar en prachtig materiaal: goud! God is het waard om het allermooiste en allerduurste materiaal te gebruiken. Iets wat waardevol en belangrijk voor je is wil je ook op een speciale plek bewaren. De leerlingen kunnen een (schoenen)doos versieren waar ze hun eigen kostbaarheden in kunnen bewaren. Praat erover door dat dit niet altijd dure spullen hoeven te zijn. Iets kleins kan al heel waardevol zijn!
Levend Water – groep 4
10
Hoofdstuk 2 Waar is de ark
HOOFDSTUK 3 DE EERSTE KONING Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Saul gezalfd 1 Samuël 9 - 10 Saul als koning 1 Samuël 11,12,13: 1 - 15a Jonathans heldendaad 1 Samuël 13: 15b - 14: 46 De eerste koning Lesboek p. 10 & 11 Werkboek p. 4
Thema Met God overwin je de vijand!
Gereformeerd Kerkboek, Gezang 34/ Liedboek voor de kerken, Gezang 401 Een vaste burcht is onze God Liedboek voor de kerken, Gezang 420 - Ik hoor trompetten klinken E&R 85/Opwekking 122 - Ik vermag alle dingen E&R 155/Opwekking 277 - Machtig God, sterke Rots E&R 167/YFC 131 - ‘k Stel mijn vertrouwen
Algemene informatie Deze week gaan de vertellingen over hoe het volk Israël een koning krijgt. In de eerste vertelling komt de zalving van Saul aan de orde door de rechter en profeet Samüel. In deze vertelling kan goed naar voren komen dat Saul een bijzondere man is. In de tweede vertelling komt Saul in actie als koning. Nadat hij Jabes te hulp komt, maakt Saul zijn eerste overtreding en overtreedt hij daarmee Gods gebod. Ook in de derde vertelling komt naar voren dat Saul geen ideale koning is; hij legt regels op die ten koste gaan van de kwaliteit van zijn leger, hij handelt zonder inzicht en heeft weinig vertrouwen op God. Wat zo mooi begint met een koning voor het volk Israël, eindigt al snel in een teleurstelling. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: kunnen de leerlingen vertellen hoe Saul tot koning wordt uitgekozen; kunnen de leerlingen vertellen wat zalven is; kunnen de leerlingen vertellen wat het betekent dat Saul een gezalfde van de Heer is; weten de leerlingen waarom koning Saul geen goede koning is; kunnen leerlingen vertellen waarom de Filistijnen veel sterker zijn dan de Israëlieten; kunnen leerlingen vertellen waarom Jonathan wint van een grote groep Filistijnen; weten de leerlingen waarom het dwaas is van Saul om een verbod op het eten te geven. Memoriseertekst Koningen winnen niet door een machtig leger. Psalm 33: 16 Liederen Psalm 72 - O God, wil aan de koning schenken
Levend Water – groep 4
11
Hoofdstuk 3 De eerste koning
HOOFDSTUK 3 - DAG 1 SAUL GEZALFD Verteltekst 1 Samuël 9 - 10
vorm van belasting. Een koning zou een militaire aanvoerder voor het volk zijn, maar in ruil daarvoor kan hij ook de zonen van de families oproepen om in zijn leger te vechten en dochters om in zijn paleis te werken. Tenslotte gebruikt een koning paarden om strijdwagens te trekken en eist het een groot deel van de oogst op om zijn soldaten te voeden.
Achtergrondinformatie Plaats in de eetzaal: alleen de belangrijkste mensen mogen binnenshuis eten. Samuël kiest de plaatsen uit waar iedereen mag gaan zitten. Rechterachterbout: dit is het deel voor de priester, het fijnste deel. Dit staat Samuël af aan Saul. Op het dak: dit is de plek waar de meest vertrouwelijke gesprekken worden gevoerd. Saul slaapt op het dak of in de bovenkamer. In vervoering raken: profeteren, is God verheerlijken in woord en zang. Tijdens de gebeurtenissen die ik zojuist beschreven heb: de twee mannen die vertellen dat de ezelinnen terecht zijn en de drie mannen met eten hebben betrekking op de buitenkant: Het in vervoering raken heeft betrekking op de binnenkant: spreek en handel door de geest van God. Ook de plaatsen hebben betekenis: Rachels graf: zoon van Benjamin (Saul is een Benjaminiet), Betel is de plek waar Jakob de droom had van de hemelladder. En de plek van de Filistijnse wachtpost betekent dat de heidenen geen recht hebben op het land. Het lot viel op: het loten maakt duidelijk dat het God is die de koning van Israël kiest; dit wordt niet aan mensen overgelaten. Toen ze bij Gibea aankwamen: de geestvervoering van Saul gebeurt in zijn eigen stad.
Introductie op de les Heb je wel een keer een boodschap voor je moeder gedaan? Ben je wel een keer heel lang weg geweest om een boodschap te doen omdat je het niet kon vinden, of je kwam een vriend(in) tegen? Hoe reageerde je moeder toen? Afsluiting van de les Waarom heeft Saul niet verteld tegen zijn vader waarom het zolang heeft geduurd voordat hij thuis is?
Aandachtspunten De essentie van dit verhaal is de bijzondere wijze waarop Saul in contact komt met Samuël en vervolgens door deze profeet gezalfd wordt tot koning. God komt zijn volk tegemoet in hun vraag om een koning. Saul wordt door het volk toegejuicht als de koning van het volk! Opvallend is dat heel Israël Samuël kent, maar Saul kent hem niet. De gedetailleerde uitkomst van Samuëls voorspellingen verzekeren Saul van de autoriteit van de profeet. Zalven is olie op het hoofd of op het lichaam gieten. Zalven betekent dat iemand een speciaal ambt krijgt. De kus is het teken van de gemeenschap en hoort bij het ritueel van de zalving. Zalven betekent dat God je uitkiest en dat God je bekwaam maakt. De Israëlieten willen graag een koning. Een koning betekent beter bestuur, een militaire macht, maar hij zou ook veel van hun voedsel, dieren en geld opeisen in de Levend Water – groep 4
12
Hoofdstuk 3 De eerste koning
HOOFDSTUK 3 - DAG 2 SAUL ALS KONING Verteltekst 1 Samuel 11, 12, 13: 1 - 15a
Achtergrondinformatie Het rechteroog uitsteken: wanneer je je rechteroog mist, ben je onbekwaam geworden om te vechten met pijl en boog. Want met dit oog kijk je langs de pijl. Dit aanbod is een schande voor heel Israël. De Israëlieten trokken als één man ten strijde: Voor het eerst sinds Jozua is het volk verenigd: een goed begin voor de regering van de nieuwe koning. Gibea: Saul hoort bij de stam van Benjamin en woont in Gibea. Dit is de eerste hoofdstad, vijf kilometer ten noorden van Jeruzalem. Wachtpost: wachtposten en garnizoenen zijn militaire forten, door het leger langs de grenzen van het vijandelijke gebied gebouwd. Meestal gebruikt als verdediging van het gebied.
Introductie op de les Het gaat vandaag over vertrouwen. Wie durft zich achterover laten te vallen als de leerkracht je opvangt?
Aandachtspunten Laat in deze vertelling goed drie punten naar voren komen: 1. Dat Saul de Filistijnen verslaat als de Geest van God met hem is. 2. Dat Samuël nog één keer goed het volk waarschuwt dat ze een koning hebben, maar dat het belangrijkste is God trouw blijven dienen. 3. En dat het dan toch verkeerd gaat als Saul zich klaarmaakt voor de strijd tegen de Filistijnen. Hij steekt zelf een brandoffer aan; daarmee overtreedt hij het gebod van God.
en de Israëlieten niet. De Filistijnen weten hoe ijzer gemaakt kan worden. Voordat de Israëlieten in het land Kanaän kwamen waren de Filistijnen al in het land, zij zijn een zeevarend volk en hebben een goed getrainde en sterke krijgsmacht. In de tijd van Samuël en Saul zijn de Filistijnen op het toppunt van hun macht. Door de onderlinge verdeeldheid van stammen en een slechte organisatie zijn de Israëlieten geen partij voor de bekwame Filistijnen. Totdat koning David komt en het volk Israël verenigt en de Filistijnen verslaat. Vrede-offers zijn spontane uitingen van vertrouwen in God. Ze gaan meestal samen met het brengen van brandoffers om nog meer toewijding tot uiting te brengen.
Afsluiting van de les Vertrouwt Saul op God? Waarom wel/niet?
Saul heeft onvoldoende vertrouwen in God. Hij staat in tweestrijd: de Israëlieten vluchten weg en de Filistijnen komen eraan. Saul moet vertrouwen hebben op God, tegen alle menselijke redeneringen in. In deze vertelling mag ook naar voren komen dat Samuël een afscheidsrede houdt en dat daarmee de tijd van de rechters is afgelopen. Politiek gezien is de stap om een koning te hebben verstandig. Religieus gezien is het een stap in de verkeerde richting: een stap weg van het ideaal dat God de enige en ware Koning is van Israel. Samuel vertelt in zijn afscheidsrede over Gods grote daden. Daarnaast waarschuwt hij expliciet de koning en het volk voor het doen van kwaad: 1 Samuël 12: 25. Het volk Israël is zo bang voor de Filistijnen, omdat deze wapens van ijzer hebben
Levend Water – groep 4
13
Hoofdstuk 3 De eerste koning
HOOFDSTUK 3 - DAG 3 JONATANS HELDENDAAD Afsluiting Is het slim van Jonatan om te eten? Wat gebeurt er als hij gegeten heeft?
Verteltekst 1 Samuel 13: 15b -14: 46 Achtergrondinformatie Geen smid te vinden: de Filistijnen hebben ervoor gezorgd dat de Israëlieten geen wapens meer hebben. De Filistijnen beschermen hun middelen (het nieuwe metaal) om ijzer te bewerken. Een terrein half zo groot als een span ossen: ongeveer een halve hectare. Uw vader heeft ons dringend bezworen om vandaag niet te eten, ook al hebben we nog zo’n honger: Jonatan is erg boos op zijn vader dat hij een verbod heeft gegeven om niet te mogen eten. Aan Jonatan is niet te merken dat er een vloek op het eten rust. Integendeel, hij kan weer helder zien. De maatregel van Saul is een dwaze poging om het weer goed te maken met God. Hij heeft in de vorige strijd immers niet gewacht op de komst van Samuël bij het ontsteken van de offers. Zondigen door vlees eten waar nog bloed in zat: door Sauls maatregel hebben de mannen honger en houden ze zich niet aan spijzenwet. Het eten met bloed is al in Genesis 9: 4 verboden. Maar niemand gaf antwoord: iedereen zwijgt en daardoor komt de dwaasheid van de koning tot uiting. Hij is te snel en ondoordacht van handelen geweest. Het volk heeft meer inzicht dan de koning. Aandachtspunten Dit verhaal kan heel goed verteld worden vanuit het perspectief van Jonatan; hoe hij vol vertrouwen is op God dat hij de overwinning behaalt, dat hij honing eet, en hoe het lot op hem valt. Jonatan is vol vertrouwen op God. Hij vraagt God om een teken of hij moet gaan strijden tegen de Filistijnen of niet. En Jonatan krijgt een teken van God! En hoewel zij met zijn tweeen zijn en de Filistijnen met heel veel, worden zij de overwinnaars. Er gaat een siddering door het kamp. Een aardbeving vindt plaats als God er is. God maakt de vijand ontzettend bang. Het is de Heer die overwint. De Filistijnen vragen hoge prijzen voor reparatie en onderhoud en houden daarmee Israël militair gezien onder de duim. Introductie op de les Heb jij wel eens zo’n trek gehad in eten dat je er naar van wordt? Hoe komt dat dan? Wat doe je dan?
Levend Water – groep 4
14
Hoofdstuk 3 De eerste koning
HOOFDSTUK 3 - DAG 4 DE EERSTE KONING Lezen Lesboek p. 10 & 11 Pagina 10 Bespreek eerst met de kinderen wat je op deze plaat ziet. Wie is die man met gele kleren? Waar hebben ze het over? Wat wil het volk Israel? Wie is de man helemaal links verstopt? Vervolgens kan de vraag beantwoord worden die onderaan de bladzijde staat. Vervolgens kin je nog doorvragen: weet Saul al wat Samuel wil gaan zeggen? Hoe weet hij dat? Pagina 11 Op de rechterpagina gaat het vooral om vertrouwen. Leg dit uit aan de hand van de kadertekst en praat er met de kinderen over door. Wie vertrouwen zij? Wat betekent dat voor hun? Door het bespreken van de vragen moet het voor de kinderen duidelijk zijn waarom Saul geen goede koning is. Hij stelt te weinig vertrouwen op God. De laatste vraag kan zijn wat de foto te maken heeft met het woord vertrouwen. Werkboek Antwoorden puzzel: Saul Koning Filistijn Jonatan Gevecht Samuël
Levend Water – groep 4
15
Hoofdstuk 3 De eerste koning
HOOFDSTUK 4 SAUL EN DAVID
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Saul verspeelt Gods gunst 1 Samuël 15: 1 – 35 God kiest David 1 Samuël 16: 1 – 13 David bij Saul 1 Samuël 16: 14 – 23 Saul en David Lesboek p. 12 & 13 Werkboek p. 5
Gereformeerd Kerkboek, Gezang 13/ Zingende gezegend nr. 3 - Ik zing u van een herderszoon Alles wordt nieuw - David, speel nog eens voor mij Opwekking 518 - Heer, U bent altijd bij mij
Benodigdheden Cd met rustige en onrustige klassieke muziek.
Thema God kent het hart van Saul en David Algemene informatie In de verhalen van dit hoofdstuk gaat het over Saul en David. God ziet wat er speelt in de harten van Saul en David. In de eerste vertelling wordt zichtbaar dat Saul niet gehoorzaam is aan God. Hij faalt in de opdracht om het volk van Amalek om te brengen en het lukt hem niet om het volk Israël dichter bij God te brengen. In de tweede vertelling wordt David tot koning gezalfd. Samuël komt bij Isaï thuis om de nieuwe koning te zalven. David wordt gekozen als jongste zoon, want God kijkt naar het hart. In de derde vertelling komt David door Gods leiding in dienst van Saul. Hij speelt op de lier voor koning Saul als deze een woedeaanval heeft. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: weten de kinderen hoe Saul omgaat met de opdracht die hij van God krijgt; weten de kinderen dat de koning van Israel op God moet vertrouwen; begrijpen de kinderen dat Saul de eer van de mensen belangrijker vindt dan de opdracht van God uitvoeren; weten de kinderen hoe Samuël wordt geleid bij het uitkiezen en zalven van de nieuwe koning, David; zien de kinderen Gods leiding in het leven van David, omdat hij mag werken in het paleis van Saul. Memoriseertekst De mens kijkt naar het uiterlijk, maar de Heer kijkt naar het hart. 1 Samuël 17: 7b Liederen Psalm 138: 1 - Ik zal met heel mijn hart Psalm 139: 1, 11 - Heer, U doorgrondt mij E&R 350 - U weet wat ik denk Cd Kom aan boord - De Heer is mijn herder Levend Water – groep 4
16
Hoofdstuk 4 Saul en David
HOOFDSTUK 4 - DAG 1 SAUL VERSPEELT GODS GUNST Verteltekst 1 Samuël 15: 1 - 35 Achtergrondinformatie Uitroeiing van Amalek: God heeft het volk opgedragen niet te vergeten wat de Amalekieten hebben gedaan tijdens de woestijnreis. Toen het volk uitgehongerd en uitgeput was, hebben de Amelekieten gewetenloos en zonder ontzag voor God de zwaksten overvallen. Daarom moeten de Amalekieten volledig uitgeroeid worden (Exodus 17: 8 - 13). Stad van de Amalekieten: de Amalekieten waren een nomadenvolk, daarom zal er met ‘stad’ waarschijnlijk een versterkt kampement worden bedoeld. Kenieten: tijdens de woestijnreis waren ze gidsen bij de uittocht. De verhouding tussen de Kenieten en Israël is altijd vriendschappelijk geweest. De Kenieten wonen ‘neutraal’ tussen de volken in Israël. Ik betreur het dat ik Saul tot koning heb gemaakt: God vergist Zich niet in Zijn keus voor Saul. Er wordt met deze zin duidelijk gemaakt dat Saul niet de volle plichten van zijn koningsschap uitvoerde. Hij moet God gehoorzaam zijn. Hoe komt het dat ik schapen hoor blaten…: Samuël en Saul ontmoeten elkaar buiten de legerplaats. Samuël vraagt naar de dieren, omdat hij ze daarvandaan niet kan zien. Dat je de dieren niet kan zien, maar wel kan horen, betekent dat het er heel veel zijn. Greep Saul de slip van zijn mantel beet, maar die scheurde af: met de gescheurde slip laat Samuël zien dat het koningschap niet in de familie van Saul blijft. Saul krijgt de straf, omdat hij God niet gehoorzaam is geweest. Samuël heeft Saul nooit meer terug willen zien: Samuël heeft Saul nog één keer gezien, maar niet meer gesproken. Samuël is verdrietig dat Saul zich van God verwijderde.
wijst Saul er dan stellig op dat hij de Heer had moeten gehoorzamen in plaats van Hem danken met offers waar Hij niet om vraagt. Als hij God wilt volgen, moet hij Hem gehoorzamen. Als Agag voor Samuël wordt gebracht, verwacht Agag niet meer dat hij gedood wordt. Samuël doodt koning Agag zodat de mogelijkheid op verzoening met dit volk uitgesloten wordt. Het lijkt of God tegenstrijdig is in zijn besluit om Saul eerst tot koning te zalven en dan te ontheffen van zijn taak als koning (1 Samuël 15: 11). Deze schijnbare tegenstrijdigheid maakt duidelijk dat de Heer kan terugkomen op zijn beslissing, omdat Saul niet de koning is die de Heer voor zijn volk wil. Als tweede laat het zien dat als God terugkomt op zijn beslissing Hij verder gaat op die weg.
Introductie op de les Ben jij wel eens ongehoorzaam? Afsluiting van de les Waarom wil God dat Saul geen koning meer is?
Aandachtspunten Vertel het verhaal vanuit Samuël. Hij brengt de boodschappen van de Heer aan Saul. Door Saul er aan te herinneren dat hij door God tot koning is gezalfd, probeert Samuël Saul duidelijk te maken dat de boodschap van God komt en daarom gehoorzaamd moet worden. Samuël maakt de uitroeiing heel concreet door alles wat gedood moet worden bij naam te noemen. Saul heeft naar de wensen van het volk geluisterd tijdens de uitroeiing van Amalek. Tot twee keer toe benadrukt hij dat de soldaten alleen het beste vee hebben bewaard om te offeren voor God. Samuël Levend Water – groep 4
17
Hoofdstuk 4 Saul en David
HOOFDSTUK 4 - DAG 2 GOD KIEST DAVID Verteltekst 1 Samuël 16: 1 - 13
Afsluiting van de les Waarom weet God het beste wie de koning van Israël kan zijn?
Achtergrondinformatie Zalven: koningen, priesters en profeten worden in de tijd van de Bijbel gezalfd met olie van de olijfbomen. Dit is het teken dat ze aan God gewijd zijn. David wordt gezalfd met olie uit een hoorn. Bij de zalving van Saul zat de olie in een kruik. Alleen het gezin van Isaï is aanwezig bij de zalving van David. Reinigen voor offermaal: de mensen wassen hun kleding en gaan na of ze rein voor God kunnen verschijnen (Lev. 11 - 15). De reiniging is bedoeld als zelfonderzoek. Het is belangrijk dat ze van hun eigen zonde bewust zijn, voordat ze deelnemen aan het offermaal. Offermaaltijd: het vredeoffer wordt ook wel maaltijdoffer genoemd. Dit offer is een gave van de offeraar aan God. Men kan van dit offer een feest maken met elkaar. De offerplechtigheid wordt met de maaltijd afgesloten en laat de herstelde verhouding zien tussen God en Zijn volk. Aandachtspunten Vertel het verhaal vanuit het oogpunt van Samuël. Hij hoopt dat God zich weer wil ontfermen over Saul, maar de Heer blijft bij zijn besluit en wil dat de volgende koning wordt gezalfd. Samuël is voorzichtig, want Saul is in staat hem te doden om de zalving van een andere koning. De Heer laat Samuël een offermaal houden om Saul niet ongerust te maken. Isaï en Samuël kijken naar het uiterlijk van de jongens Daarom is David ook nog niet aanwezig, waarschijnlijk was hij op dat moment 17 jaar. De Heer vertelt aan Samuël dat Hij in het hart van de jongens kijkt en niet naar het uiterlijk. David wordt ook wel de koning naar Gods hart genoemd, omdat de Heilige Geest in het hart van David werkt. Daarom is David in staat de taak van koning voor God te vervullen (Hand. 13: 22 - 23). Introductie op de les Stel: Er komt een nieuw kind bij jullie in de klas. Je wilt hem heel graag leren kennen. Als hij binnenkomt, ga je heel goed opletten. Natuurlijk ga je ook vragen stellen. Waar zou jij naar kijken? Wat zou je hem willen vragen? Ken je hem dan ook gelijk goed?
Levend Water – groep 4
18
Hoofdstuk 4 Saul en David
HOOFDSTUK 4 - DAG 3 DAVID BIJ SAUL Verteltekst 1 Samuël 16: 14 - 23 Achtergrondinformatie Kwade geest: geeft onrust, angst en droefheid aan Saul. Het is een straf voor zijn ongehoorzaamheid. Dat komt wel vaker in de bijbel voor. In Rechters 9: 23 stuurt Hij een geest die verdeeldheid zaait. Davids muziek: David is musicus en sommige geleerden beweren dat hij gezien mag worden als grondlegger van de liturgische tempelmuziek. De intocht van de ark en de inwijding van de tempel van Salomo werden begeleid met muziek. Als David muziek voor Saul maakt, laat de kwade geest Saul even met rust, maar verdwijnt niet. Lier: de lier wordt als eerste muziekinstrument beschreven in de bijbel (Gen 4: 21). Davids lier is gemaakt van cipressenhout. Aandachtspunten Dit verhaal kan verteld worden uit het oogpunt van Saul. Vanuit hem kunt u zijn gevoelens van ‘angst’ en ‘tot rust komen’ voor de kinderen duidelijk maken. Sauls knechten constateren zijn angst. Om hem te helpen, laten ze David komen, want zij hebben gehoord dat David goed muziek kan maken. De knecht vindt dat David eigenschappen heeft van een krijgsman en dat hij goed kan praten en knap is. Vanuit al deze goede eigenschappen concludeert de knecht dat God met David is. Isaï stuurt zijn zoon naar de koning met eenvoudige geschenken: brood, wijn en een geitenbokje. Dit is een eerbewijs voor de koning, meer heeft Isaï niet te geven. De komst van David en zijn muziek zijn een verlichting voor Saul en dat maakt David geliefd bij de koning. De muziek heeft een positieve uitwerking op Saul. Introductie op de les Laat de kinderen rustige en dan onrustige muziek horen. Wat voel je erbij? Afsluiting van de les Hoe komt het dat Saul zo onrustig is? Op welke manier wordt Saul geholpen om rustig te worden?
Levend Water – groep 4
19
Hoofdstuk 4 Saul en David
HOOFDSTUK 4 - DAG 4 SAUL EN DAVID Lesboek p. 12 & 13 In het lesboek op de linkerpagina kunt u de zalving van David bespreken. Hoe kijkt God naar mensen? God ziet wat er in het hart van David en zijn broers omgaat. Hij weet wie het beste de nieuwe koning kan worden. Bespreek met de leerlingen wat er gebeurt bij een zalving. Hebben ze zelf wel eens olie gevoeld? U kunt bijvoorbeeld met babyolie de leerlingen laten ervaren hoe je handen gaan glimmen. Vertel dat David door de zalving gewijd is aan God. Hij gaat een belangrijke taak uitvoeren in dienst van God. Op de rechterpagina kunt u de tekst laten voorlezen. In de kerk worden de psalmen van David nog altijd gezongen. Zing met de kinderen een psalm die ze hebben geleerd in de afgelopen periode. Met behulp van het nadenkertje kunt u de leerlingen hun eigen lievelingslied voor God laten vertellen. Met behulp van de vragen kunt u nagaan of de leerlingen de bijbelverhalen kunnen navertellen. Hebben ze de doelen van deze week bereikt? Werkboek p. 5 In het werkboek kunt u verder gaan met het lievelingslied van de kinderen. Als afsluiting van de les kunt u een paar leerlingen laten vertellen wat ze hebben getekend en samen de liederen zingen. Extra Suggesties Laat de kinderen met muziekinstrumenten ervaren hoe muziek onrustig kan zijn en juist het tegenovergestelde: rustig. Met lage geluiden, gebonk en snelle ritmes kunt u de kinderen onrustige muziek laten maken. Met een vrolijk wijsje, geritsel, langzame ritmes kan rustige muziek gemaakt worden. Geef de kinderen twee papieren harten die ze met een splitpen aan elkaar kunnen bevestigen. Binnenin het hart schrijven of tekenen de kinderen allerlei dingen waar ze goed in zijn. Bespreek met de kinderen dat jij aan de buitenkant niet kan zien wat de ander denkt, voelt of kan. Je moet de ander goed kennen om hem of haar te begrijpen. God kent jou het allerbeste!
Levend Water – groep 4
20
Hoofdstuk 4 Saul en David
HOOFDSTUK 5 GOD BESCHERMT DAVID
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Liederen Psalm 18:1 - Ik heb u lief Psalm 23 - De Here wil mijn trouwe herder wezen E&R 217 - Goliat de Filistijn E&R 245 - Je hoeft niet bang te zijn E&R 167/YFC 131 - ‘k Stel mijn vertrouwen E&R 169/Opwekking 176 - U bent mijn schuilplaats Heer Elly & Rikkert - Ik zag een kuikentje Alles wordt nieuw - Reus Goliat CD Kom aan boord, Kinderboekenweek 2002 - De Heer is mijn Herder
Vechten tegen de reus 1 Samuël 17 Vriend en vijand 1 Samuël 18: 1 – 30 Op de vlucht 1 Samuël 19: 1 – 24 God beschermt David Lesboek p. 14 & 15 Werkboek p. 6
Thema God beschermt Algemene informatie In het eerste verhaal gaat het over David de herder, die op verzoek van zijn vader zijn kudde achterlaat om zijn broers op te zoeken in de strijd tegen de Filistijnen. Het volk Israël was vaker in oorlog met de Filistijnen. Heel het boek Richteren staat er vol van. Uiteindelijk worden de Filistijnen door David verslagen. In dit verhaal vindt Davids eerste veldslag plaats. Als herder heeft hij tot nu toe alleen ervaring opgedaan in de strijd tegen wilde dieren. Bovenal heeft hij ervaring opgedaan in vertrouwen op God. Vol vertrouwen treedt hij de reus tegemoet in de naam van de Heer. In het tweede verhaal gaat het over David die van herder bevelhebber wordt in het leger van koning Saul. Zijn veldslagen zijn succesvol. De Heer staat hem bij. Dit merkt koning Saul ook op. In het laatste verhaal gaat het erover dat wantrouwen van koning Saul tegen David uitgroeit tot haat. Saul doet verschillende pogingen David te doden. De Heer Zelf voorkomt dit, hij beschermt David zijn gezalfde. Maar David moet wel op de vlucht voor koning Saul. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: weten de leerlingen hoe Goliat eruit ziet en waarom de mensen bang voor hem zijn; weten de leerlingen waarom David met Goliat durft te vechten; weten de leerlingen wat Jonatan aan David geeft als teken van de vriendschap; kunnen de leerlingen vertellen wat het gevolg is van de haat van Saul tegen David; kunnen de leerlingen vertellen waarom het Saul niet lukt om David te doden. Memoriseertekst De Heer is het schild waarachter ik schuil. Psalm 144: 2c
Levend Water – groep 4
21
Hoofdstuk 5 God beschermt David
HOOFDSTUK 5 - DAG 1 VECHTEN TEGEN DE REUS Verteltekst 1 Samuël 17 Achtergrondinformatie Kampvechter: in die tijd was het gebruikelijk om een tweegevecht aan te gaan. (Uit elk leger één man die samen het gevecht aangaan.) Een man van ruim 6 el lang: een el is 50 cm. Goliat was ruim 3 meter. Hij was waarschijnlijk een Enakiet. In Jozua 11: 22 staat: er bleven in het land van Israël geen Enakieten meer over, behalve in Gaza, Gath en Asdod. Dat zijn de Filistijnse steden. Een bronzen schubbenpantser dat wel vijfduizend sjekel woog: een harnas van ongeveer 80 kilo. De punt was gemaakt van zeshonderd sjekel ijzer: de speer is enorm: de ijzeren punt van zijn speer weegt al 7 kilo. Met zijn bronzen beenkappen, bronzen helm en enorme schild en zwaard moet Goliat ruim 90 kilo aan wapenrusting met zich meegetorst hebben. Bij het horen van deze woorden stonden Saul en het leger van Israël verlamd van schrik: van Saul is de Geest van de Heer geweken (1 Sam 16: 14) en ook niemand van het volk denkt eraan op God te vertrouwen. David ging heen en weer tussen het kamp van Saul en Bethlehem: David werd blijkbaar steeds gehaald als het nodig was om voor Saul te spelen op zijn lier. Hij gaf hem zijn eigen uitrusting: blijkbaar was David niet veel kleiner dan Saul, anders zou Saul hem dat niet aan laten trekken. Zijn slinger in de hand: een slinger is een wapen dat vaker door soldaten werd gebruikt (zie Rechters 20: 16). Ook een herder gebruikt het om een afgedwaald schaap te laten schrikken en zo weer tot de kudde terug te laten keren. Ben ik soms een hond: een minderwaardig dier in het oosten. Zoek uit van wie die jongeman een zoon is: dit lijkt een wat vreemde vraag, omdat David al kwam spelen op zijn lier voor Saul. David kwam alleen bij Saul als hij door een boze geest geplaagd werd. Waarschijnlijk maakte Saul dat niet heel bewust mee. Vanaf dit moment krijgt Saul een bijzondere belangstelling voor David en zijn familie.
de vraag: we hoeven om die Filistijn toch niet de moed te verliezen? Hij is verontwaardigd over wat Goliat zegt. Zijn geloof is rotsvast. “Ik daag jou uit in de naam van de Heer van de hemelse machten..vandaag zal de Heer jou aan mij uitleveren.” Zijn geloof is zijn wapen en in de naam van de Heer, treedt hij Goliat tegemoet. De Heer is het schild waarachter hij schuilt (ps144). Waarom doet David dit? “Zodat de hele wereld weet dat Israël een God heeft!” (vs 46)
Introductie op de les Kijk samen met de kinderen hoe lang 3 meter is. Stel je voor als je iemand tegenkwam die zo groot was en die zocht ook nog ruzie met je…. Afsluiting van de les Hoe komt het dat David durft te vechten tegen een reus van 3 meter. En hoe komt het dat hij de reus kan verslaan?
Aandachtspunten De legers liggen allebei op een helling, ertussen is een dal. De aanvaller zal altijd in het nadeel zijn, want die moet oprennen tegen een helling en is makkelijk te verslaan. Goliat daagt uit: hij is zeker van de overwinning. Het duurt al 6 weken. David stelt Levend Water – groep 4
22
Hoofdstuk 5 God beschermt David
HOOFDSTUK 5 - DAG 2 VRIEND EN VIJAND Verteltekst 1 Samuel 18: 1 - 30
Achtergrondinformatie Innige vriendschap: Jonatan leert David kennen. Hij raakt zo onder de indruk van David dat hij zijn vriendschap aanbiedt. Een vriendschap voor het leven. Jonatan gaf hem zijn mantel en uitrusting (zwaard, boog en koppelriem): een symbolische handeling: in zijn kleding geeft Jonatan zichzelf aan David. De koninklijke mantel was een kostbaar geschenk. Alleen Saul en Jonatan hadden ijzeren zwaarden en speren (1 Sam 13: 22). Het zwaard is dus ook zeer kostbaar. In die tijd was het ook de gewoonte dat soldatenvrienden elkaars wapens droegen, als uitdrukking van eenheid. De koppelriem is een soort gordel. David kon hem tot tweemaal toe ontwijken: Saul wil David dood hebben, hij gooit twee keer met zijn speer naar David met het doel hem aan de wand te spiesen. Hier is mijn oudste dochter Merab: David had nog recht op de beloning nadat hij Goliat verslagen had: trouwen met de oudste dochter van de koning. Saul had dit steeds uitgesteld en nu heeft hij er een nieuwe voorwaarde bij: David moet in dienst blijven van het leger. Saul breekt zijn belofte en huwelijkt Merab aan een ander uit. Grijp je kans om de schoonzoon van de koning te worden: het is natuurlijk een eer, maar David is bescheiden zoals dat gebruikelijk was in het oosten: “Ik ben maar een arm en eenvoudig man.” Een bruidsprijs: de bruidegom moest in die tijd dit vaak betalen aan zijn schoonvader. Voorhuiden van honderd Filistijnen: de Filistijnen waren onbesneden. Andere volken kenden dit gebruik wel, al had het een andere betekenis dan bij het volk Israël. Saul hoopt dat David door deze opdracht om het leven komt.
Koning Saul leert David ook kennen, maar op hem heeft het een omgekeerde werking: hij gaat David haten. Het begint met wantrouwen op de dag van de intocht en het eindigt ermee dat hij Davids aartsvijand wordt. Saul doet tot twee keer toe zelf een poging David te vermoorden. Daarna hoopt hij dat de David in de oorlog om zal komen. Het lukt niet. Sauls conclusie is: de Heer staat David bij! En dat maakt Saul bang en hij verzet zich er tegen: David moet dood. Wat een haat! De rode lijn in dit verhaal is dat de Heer David beschermt.
Introductie op de les Heb je ook een vriend? Waarom is iemand je vriend? Afsluiting van de les Waaraan merk je dat Jonatan een vriend van David wil zijn? Waarom is koning Saul geen vriend van David?
Aandachtspunten In dit verhaal gaat het over liefde en haat. Over vriend en vijand. Het begint met de diepe vriendschap van David en Jonatan. Er staat in de bijbel: Jonatan had David zo lief als zijn eigen leven. Ook de mensen dragen David op handen (vs 16). Door alle gewonnen veldslagen is hij zeer geliefd. Michal is verliefd op David. Tot drie keer toe in dit verhaal gaat het over liefde. Al deze mensen leren David kennen en hem waarderen om wie hij is. Levend Water – groep 4
23
Hoofdstuk 5 God beschermt David
HOOFDSTUK 5 - DAG 3 DAVID OP DE VLUCHT Verteltekst 1 Samuel 19: 1 - 24
komt. Maar Saul geeft het niet op: hij hoort dat David bij Samuël in het profetenhuis zit. Tot drie keer toe stuurt hij mannen om David gevangen te nemen. Uiteindelijk gaat hij zelf op weg. Maar de Heer grijpt in. God voorkomt dat David gedood wordt. Hij beschermt zijn gezalfde.
Achtergrondinformatie Heeft hij de Filistijn verslagen: David heeft Goliat verslagen. En zwoer: Saul zweert, maar houdt zich niet aan deze eed. Toen nam Michal het beeld van de huisgod en legde dat in bed: het gaat hier waarschijnlijk om de terafim. (Je had ze groot en klein. Deze was waarschijnlijk vrij groot, omdat het lijkt of er iemand in bed ligt te slapen.) Meestal lag men op de grond te slapen, maar als men ziek was, lag men in een bed. Hij zei tegen me: “Help me ontsnappen of moet ik je soms doden?”: Michal merkt dat haar vader erg boos is en daarom probeert ze de schuld van zichzelf af te schuiven. Zo diep zat de liefde voor David blijkbaar niet. Zie het verschil met Jonatan die met gevaar voor eigen leven zijn vader op andere gedachten probeert te brengen en later ook de confrontatie met zijn vader aangaat, hij verloochent David niet. Hij nam zijn intrek bij Samuël in het profetenhuis: David vlucht naar Samuël die hem gezalfd heeft. De profeten woonden in groepen bij elkaar. In vervoering: ze zijn helemaal door de Geest van God vervuld en verheerlijken zo God. Hoort Saul nu ook al bij de profeten?: in deze vraag klinkt verwondering door. Voor de tweede keer is Saul onder de profeten. (zie 1 Sam 10: 11) Dit wordt als uitdrukking gebruikt als iemand onverwachts iets bijzonders doet.
Introductie op de les Weet je nog van de haat van Saul? Waarom haat Saul David? Afsluiting van de les Waarom lukt het Saul niet om David te doden?
Aandachtspunten In deze vertelling zet Saul alles op alles om David te doden. Eigenlijk blijft hij zich hardnekkig verzetten tegen God. De haat zit diep. Saul vertelt zelfs aan iedereen in het paleis dat hij David wil doden. Jonatan probeert zijn vader nog op andere gedachten te brengen. Hij waarschuwt zijn vader ervoor onschuldig bloed te vergieten. Dat brengt even rust: Saul komt tot inkeer, maar het zit niet diep. Saul doet weer nieuwe pogingen David te doden: hij werpt weer met zijn speer naar David, David vlucht. Dit is het begin van een lange periode waarin David op de vlucht gaat om te ontkomen aan de aanslagen op zijn leven. Saul stuurt mannen naar het huis van David om hem daar op te wachten en hem dan te doden. Hij geeft zelfs opdracht David met bed en al bij hem te brengen, zodat hij gedood kan worden. David ontLevend Water – groep 4
24
Hoofdstuk 5 God beschermt David
HOOFDSTUK 5 - DAG 4 GOD BESCHERMT DAVID Lesboek p.14 & 15 Pagina 14 Hoe gaat Goliat vechten? (Zie achtergrondinformatie dag 1.) Hoe gaat David vechten? (zie plaat lesboek.) Bespreek de verschillen. De vraag: waarom gaat David vechten met de reus? Praat hier over door: waarom gaat David de strijd aan? Goliat spot eigenlijk met God. Dat gaat al 6 weken zo. David wil hier een eind aan maken, zodat de hele wereld zal weten dat Israël een God heeft. David is verontwaardigt dat Goliat al zo lang zijn gang kan gaan. Hij heeft een rotsvast vertrouwen op God. Pagina 15 De kinderen lezen de tekst. Nadenkertje Praat eens door over bescherming die wij nodig hebben. Begrijpen de kinderen het woord beschermen? (Tegen regen, tegen kou.) We hebben bescherming nodig als we onderweg zijn, als we slapen, ook in de strijd tegen de duivel. (Dit laatste alleen bespreken als het uit de kinderen zelf komt.) We mogen bidden of God die bescherming geeft, we mogen geloven en vertrouwen dat God ons dat ook zal geven. Bij de foto Vergelijk de soldaat van nu met soldaat Goliat. Werkboek p. 6 Uit de woordzoeker komt: God is mijn schild.
Levend Water – groep 4
25
Hoofdstuk 5 God beschermt David
HOOFDSTUK 6 EEN ECHTE VRIEND
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Jonatans verbond 1 Samuël 20: 1 – 21: 1 David vlucht 1 Samuël 21: 2 – 22: 23 David redt de stad Keïla 1 Samuël 23: 1 – 28 Een echte vriend Lesboek p. 16 & 17 Werkboek p. 7
Thema Je beste vriend
Psalm 91 - Hij die op Gods bescherming wacht Gereformeerd Kerkboek, Gezang 82/YFC 62 - Heer, U bent mijn leven E&R 167/YFC 131 - ‘k Stel mijn vertrouwen Alles wordt nieuw - Koning Saul Elly en Rikkert - Als je liefde hebt onder elkaar Elly en Rikkert - Wil jij mijn vriendje zijn Elly en Rikkert - Als je veel van iemand houdt
Algemene informatie De eerste vertelling gaat over de hechte vriendschap tussen Jonatan en David. Ook al wil Saul David doden. Jonatan blijft een goede vriend van David. Jonatan en David sluiten een verbond met elkaar. Ze zullen elkaar trouw zijn. De tweede vertelling gaat over de vlucht van David. Hij neemt toonbroden mee uit het heilige tijdens zijn vlucht. De laatste vertelling gaat vooral over het grote vertrouwen dat David in God heeft. Telkens vraagt David God om raad. Hij vertrouwt blindelings op God en ontkomt zo telkens weer aan Saul. De nadruk ligt deze week vooral op de trouwe vriendschap tussen David en Jonatan en het vertrouwen dat David in God heeft. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: kunnen leerlingen vertellen waarom Saul David wil doden; weten de leerlingen dat Jonatan en David een verbond sluiten; weten de leerlingen wat het betekent als je een verbond sluit; weten de leerlingen dat David en Jonatan echte vrienden zijn; kunnen de leerlingen vertellen dat David telkens vlucht; weten de leerlingen hoe Achimelech David gaat helpen; kunnen leerlingen vertellen waarom David de stad Keïla redt; kunnen de leerlingen aangeven waarom het belangrijk is om op God te vertrouwen. Memoriseertekst Eeuwig duurt de trouw van de Heer. Psalm 117: 2b. Liederen Psalm 21: 7 - O Heer, verhef U in uw kracht Psalm 23 - De Here wil mijn trouwe herder wezen Levend Water – groep 4
26
Hoofdstuk 6 Een echte vriend
HOOFDSTUK 6 - DAG 1 JONATANS VERBOND Verteltekst 1 Samuël 20: 1 - 21: 1
Achtergrondinformatie Profetenhuis: een soort school voor jonge mannen om profeten te worden. Nieuwemaansfeest: elke keer als het nieuwemaan is, viert men het nieuwemaansfeest. Dit duurt meestal twee dagen. Er worden speciale offers gebracht en men blaast op de ramshoorn. Je moet rein zijn om het feest mee te kunnen vieren. David maakt gebruik van het reinigen om te kunnen ontsnappen. Pijl en boog: een pijl en boog word tijdens een oorlog voornamelijk in veldslagen gebruikt en in de vredestijd voor de jacht. Op het slagveld is een pijl en boog dan ook één van de gevaarlijkste wapens. Een boogschutter met een scherp oog kan op een afstand van dertig meter het hart van de vijand doorboren. Eten met de koning: maar weinig mensen hebben het voorrecht om met de koning te eten. De koningstafel wordt als ereplaats gezien, gasten worden volgens hun functie gerangschikt. Generaal Abner zit bij koning Saul links en Jonatan zijn zoon zit rechts.
Jonatan sluit een verbond met David. Jonatan spreekt met David af dat hij pijlen afschiet en deze door zijn wapendrager op laat halen. Dit doet Jonatan omdat hij niet weet of ze elkaar onbespied kunnen blijven ontmoeten. Zijn wapendrager raapt de pijlen op maar weet niks van het plan. De wapendrager gaat weg en Jonatan en David kunnen samen afscheid nemen.
Introductie op de les Wie is jouw beste vriend? Waarom? Afsluiting van de les Hoe zie je dat Jonatan en David echte vrienden zijn?
Aandachtspunten Deze vertelling is goed te vertellen vanuit David of Jonatan. Ze hebben een hele hechte vriendschap en kennen onvoorwaardelijke liefde voor elkaar. Deze vriendschap is heel bijzonder en hecht. Jonatan gaat de vriendschap aan terwijl David op zijn positie gaat staan. Jonatan erkent dat David eens koning zal zijn. Toch is er geen jaloezie of nijd bij hem te zien. Ook gaat Jonatan tegen zijn eigen vader in voor David. David verslaat Goliat en vanaf die tijd bewondert Jonatan zijn moed en begint hij meer van hem te houden dan van een broer. Saul wordt jaloers en wil David vermoorden. Jonatan blijft trouw aan David, hij wil zijn vriend niet verraden, zelfs niet aan zijn eigen vader (zie week 5). David buigt driemaal diep voorover voor Jonatan. Dat is een teken van groot respect. Ze kussen elkaar. In die tijd is dat een gebruikelijke manier van begroeten en afscheid nemen. In sommige culturen is dit nog steeds gebruikelijk. Jonatan gelooft in eerste instantie niet dat zijn vader David wil doden, omdat hij weet dat Saul hem altijd in vertrouwen neemt. David vertelt Jonatan dat Saul weet hoezeer zij op elkaar gesteld zijn en daarom zal Saul het niet aan Jonatan vertellen. Levend Water – groep 4
27
Hoofdstuk 6 Een echte vriend
HOOFDSTUK 6 - DAG 2 DAVID VLUCHT
Verteltekst 1 Samuël 21: 2 - 22: 23
Achtergrondinformatie Nob: deze plaats lag ten noorden van Jeruzalem in Benjamin. De oude priesterstad ‘Silo’ was al door de Filistijnen verwoest. Achimelech: dit is de zoon van Achitub en een achterkleinzoon van Eli. Toonbroden: dit is heilig brood dat in de tabernakel op een tafel uitgestald ligt. Dit brood laat zien dat de twaalf stammen een eenheid vormen voor Gods aangezicht. De broden worden elke week vervangen door de priesters (deze bakken de broden zelf met het beste meel en de fijnste olie). Het oude brood word verdeeld onder de priester en mag nooit worden weggegooid. Grot: de grot waarin David zich schuil hield lag vermoedelijk ca. 16 kilometer van Adullam. De grot is erg groot en er konden zich wel honderden mannen tegelijk verbergen. De grot word een vesting en dient als hoofdkwartier voor David en allen die zich bij hem voegen. In deze omstreken zijn veel grotten.
krijgt deze opdracht omdat hij zelf verslag doet van de priesters die David hebben geholpen. David voelt zich schuldig over de moord op de priesters omdat hij het zag aankomen dat Doëg Saul zou inlichten (1 Sam. 22: 22). David heeft gemerkt dat Doëg hem heeft bespioneerd.
Introductie op de les Wie heeft er wel eens gelogen? Waarover had je gelogen? Afsluiting van de les Welke leugens gebruikt David?
Aandachtspunten We moeten bedenken dat vanaf de dag dat David Goliat doodt, hij al hoger in aanzien stond dan koning Saul. Dit is voor Saul zeker niet leuk, hij is erg kwaad, vandaar dat hij regelmatig probeert om David om te brengen. David ontsnapt uit de hoofdstad Gibea en vlucht naar Nob, dit was een paar kilometer naar het zuidoosten, hier wonen veel priesters. Achimelech wil David helpen, hij geeft hem de toonbroden en het enige zwaard dat aanwezig is, het zwaard van Goliat. David liegt over zijn komst. David vlucht verder naar Gat. De stadsvorst van Gat (Achis) merkt op dat het David is die langsloopt. David is bang dat Achis hem kwaad zal doen en gedraagt zich vervolgens als krankzinnige. David gedraagt zich om te ontsnappen aan Achis. Het lukt David zo om verder te vluchten. Krankzinnigen werden verstoten in die tijd, men wilde er niet bij in de buurt komen en leven. Saul laat Achimelech en zijn nageslacht uitmoorden. Alleen Achimelechs zoon, Abjatar kan ontkomen. De soldaten van Saul willen het bevel om de priesters te vermoorden niet uitvoeren. Daarom laat Saul het door Doëg de Edomiet doen. Doëg Levend Water – groep 4
28
Hoofdstuk 6 Een echte vriend
HOOFDSTUK 6 - DAG 3 DAVID REDT DE STAD KEÏLA Verteltekst 1 Samuël 23: 1 - 28
Achtergrondinformatie Keïla: dit is een stadje ten westen van Hebron. Het ligt dicht bij het land van de Filistijnen. Dorsvloer: een kleiachtige grond waarop gedorst wordt. Dit dorsen doet men door ossen een dorsslee te laten trekken. Door omscheppen met de vork scheidt men het stro van het koren. Het stro waait door de tocht weg, het koren dat op de grond gevallen is wordt nog een keer gezeefd en vervolgens in kruiken of graansilo’s bewaard. Zif en Maon: deze plaatsen liggen tussen Hebron en de Dode Zee. In deze plaatsen zijn veel grotten en spelonken te vinden. Ideaal dus voor David en zijn leger om zich in te kunnen verschuilen. Efod: dit priesterkleed met de twee heilige stenen is meegenomen door Abjatar. David gebruikt het priesterkleed en is op die manier zeker van Gods hulp bij de bevrijding van Keïla. Sela-Hammachlekot: zo wordt de plaats genoemd waar Saul uit wegtrekt als hij hoort dat zijn land word aangevallen door Filistijnen.
men. In totaal bedraagt het leger van David zeshonderd mensen. Het telkens sluiten van een verbond wijst niet op verschillende tradities, maar legt de nadruk op de sterke band die Jonatan en David bindt.
Introductie op de les Iedereen speelt wel eens verstoppertje. Wat is een goed verstopplekje? Afsluiting van de les Waarom verstopt David zich in een grot?
Aandachtspunten Abjatar is als enige ontkomen toen alle priester uit Nob waren vermoord. Hij vlucht naar David om zich bij hem aan te sluiten. David vraagt zelf eerst toestemming aan God of hij de strijd kan aanbinden met de Filistijnen. Keïla word geteisterd door de Filistijnen, deze roven het graan van hun dorsvloeren. Ondanks dat David Keïla helpt, willen de inwoners van deze stad hem toch uitleveren aan Saul. David weet door zijn vertrouwen in God opnieuw te ontkomen aan Saul. David vertrouwt volledig op God. Hij vraagt telkens aan God wat hij moet doen en of zijn plannen goed zijn. Saul gaat achter David aan nu hij weet dat David zich in Keïla bevindt. Als hij merkt dat David ontkomen is breekt hij zijn veldtocht af. Saul doet dit op een onverwacht moment als de Filistijnen een inval doen. Zo speelt Saul de Filistijnen in de kaart. Jonatan wijst David erop dat hij moet blijven vertrouwen op God. Op die manier steekt Jonathan David telkens een hart onder de riem. Jonatan is ook nu weer een echte vriend, hij blijft David bemoedigen. David’s leger blijft groeien. Inmiddels zijn er alweer tweehonderd mensen bijgekoLevend Water – groep 4
29
Hoofdstuk 6 Een echte vriend
HOOFDSTUK 6 - DAG 4 EEN ECHTE VRIEND Lesboek p. 16 & 17
Benoem in de groep elkaars kwaliteiten. Introduceer een complimentenbus waarin leerlingen briefjes kunnen stoppen met een complimentje voor iemand anders. Stimuleer het verder kijken dan de eigen vriendjes en neem zelf als leerkracht actief deel aan het geven van complimenten!
Pagina 16 Bekijk de plaat van Jonatan en David met de kinderen. Vraag de kinderen wat ze zien, kijk hierbij ook naar de emoties van Jonatan en David. Vraag de kinderen waarom er pijlen naast Jonatan op de grond liggen. Vraag: waarom zijn Jonatan en David verdrietig? Jonatan en David zijn goede vrienden van elkaar. Toch kunnen ze niet bij elkaar zijn. Ze moeten afscheid nemen omdat de vader van Jonatan (Saul) achter David aan zit. Hebben de leerlingen wel eens afscheid moeten nemen van een goede vriend? (Verhuizing, camping.) Praat door over het verbond tussen Jonatan en David. Weten de kinderen wat een verbond is en wat dat betekent? Pagina 17 De kinderen lezen de tekst over vriendschap. Nadenkertje: Wat doet een echte vriend? Praat eens door over hechte vriendschap. Vriendschap is niet iets vanzelfsprekends. Sommige kinderen hebben geen vriendjes. Soms vind je elkaar alleen in het samen pesten van anderen. Goede vriendschappen kunnen uitlopen op hevige ruzies. Om een goede vriend te zijn, moet je zelf erg je best doen! Werkboek p. 7 Opdracht: teken je vriend. De leerlingen maken hier een tekening van. Ze schrijven de naam van hun vriend(in) op. Extra suggesties Bedenk met de leerlingen punten rond het thema vriendschap voor een (kring)gebed. Enkele mogelijkheden: danken dat God onze Vriend wil zijn! danken voor wat vrienden voor jou doen; vragen om hulp bij het zijn van een echte vriend; bidden voor je vrienden; danken dat God altijd bij ons is, en bidden voor mensen die eenzaam zijn; vragen of God helpen wil om zelf uit te delen, ook aan kinderen die niet je vrienden zijn; bidden voor kinderen die geen vrienden hebben, of gepest worden.
Levend Water – groep 4
30
Hoofdstuk 6 Een echte vriend
HOOFDSTUK 7 OP DE VLUCHT
Dag 1 Dag 2 Dag 3
Dag 4
David spaart Sauls leven bij Engedi 1 Samuël 24 – 25: 1 David, Nabal en Abigaïl 1 Samuël 25: 1b – 44 David spaart Sauls leven op de Chachila 1 Samuël 26: 1 – 25 Op de vlucht Lesboek p. 18 & 19 Werkboek p. 8
E&R 410/Opwekking 270 - Wie is God behalve onze Heer? Opwekking 121 - De Here is mijn herder
Thema David op de vlucht Algemene informatie Deze week gaan de vertellingen over de vlucht van David en het zoeken van Saul naar David. In de eerste en derde vertelling gaat het erover dat David in de gelegenheid is om Saul te doden. Hij doet dit echter niet, omdat Saul de gezalfde is van de Heer. David trekt rond met zijn mannen in bergen en woestijnen. Hij beschermt de mensen die in die streken wonen en in ruil daarvoor krijgen hij en zijn mannen voedsel. In de tweede vertelling gaat het erover dat David aan Nabal eten vraagt. Nabal is echter niet bereid om zijn eten te delen met David en zijn mannen. Zijn vrouw Abigaïl geeft echter wel eten en spaart daarmee haar leven en dat van haar huisgenoten. God straft Nabal voor zijn dwaze optreden. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: kunnen leerlingen vertellen hoe David Sauls leven twee keer spaart; kunnen de leerlingen vertellen hoe Saul elke keer weer belooft dat hij David met rust zal laten en hoe onbetrouwbaar zijn woorden zijn; weten de leerlingen waarom Abigaïl David voedsel geeft en niet haar man Nabal; kunnen leerlingen vertellen waarom dit een dwaze daad is van Nabal. Memoriseertekst Ik roep tot God, de Allerhoogste, tot God, die mij beschermt. Psalm 57:3 Liederen Psalm 57 - Wees mij genadig, Heer, wees mij nabij Psalm 59 - Kom, Heer, mij uit de hand bevrijden Liedboek voor de kerken, Gezang 432 Wat God doet, dat is welgedaan Elly & Rikkert - Ik zag een kuikentje Levend Water – groep 4
31
Hoofdstuk 7 Op de vlucht
HOOFDSTUK 7 - DAG 1 DAVID SPAART SAULS LEVEN BIJ ENGEDI Verteltekst 1 Samuël 24 - 25: 1
Introductie op de les Wanneer ben je bang?
Achtergrondinformatie Engedi: betekent boksbron. Een stad in Juda, in de woestijn, aan de oever van de Dode zee. Het heeft goed water om van te kunnen leven. Waar de steenbokken leven: dit is het gebied in de bergen met de steilste paden. David knielde neer: David hanteert de gebruikelijke verschuldigde eerbied voor aanzienlijke persoonlijkheden. David houdt vast aan Gods geboden (geen gezalfden doden) en aan de omgangsnormen. Stuk van uw mantel: een stukje stof van de koningsmantel als bewijsstuk om Saul een beetje belachelijk te maken dat David de slip van de mantel van de koning kan afsnijden.
Afsluiting van de les Wanneer was David erg bang in dit verhaal? (Drie keer!!)
Aandachtspunten De essentie van dit verhaal is dat Saul David wil doden en dat David de kans heeft om Saul te doden, maar dit niet doet. Als hij dat wel gedaan had, zou hij snel koning geworden zijn. David doodt Saul niet, omdat hij Saul blijft zien als de gezalfde van de Heer. Saul is door God zelf aangewezen en heeft een bijzonder ambt gekregen van God. Zo’n persoon mag niet eigenhandig gedood worden door David. Deze daad van David brengt koning Saul tot inkeer en hij ziet in dat David hem gespaard heeft en dus niet uit zichzelf de troon wil veroveren. Maar Sauls woorden zijn net zo veranderlijk als zijn stemming. Op zijn woorden kun je niet vertrouwen. David is zich hiervan bewust en trekt na de ontmoeting met Saul de bergen in. David is zeer voorzichtig met het berouw, de tranen en de eed van een man als Saul. Davids hart bonst als hij een reep van de mantel van Saul afsnijdt. David is heel erg bang als hij dit doet! David zet zijn leven op het spel om te gaan praten met Saul. David en zijn mannen zijn ver in de minderheid. David is heel edelmoedig als hij Saul belooft dat hij niet de nakomelingen van Saul zal gaan uitroeien. Hij belooft dit aan een man die hem haat. Aan het einde van het bijbelgedeelte staat een berichtje dat Samuël is gestorven. Belangrijk om te vertellen om zo ook aan de kinderen mee te geven dat Samuël er niet meer is en de koningen zonder deze rechter en profeet verder moeten gaan.
Levend Water – groep 4
32
Hoofdstuk 7 Op de vlucht
HOOFDSTUK 7 - DAG 2 DAVID, NABAL EN ABIGAÏL Verteltekst 1 Samuel 25:1b-44
voorbeeld voor je kleine broertje/zusje)? Wat deed je toen?
Achtergrondinformatie Nabal: betekent dwaas Maon: de woonplaats van Nabal. Ongeveer twee kilometer van Karmel. Deze twee streken liggen in een gebied van glooiend heuvelland en vruchtbaar grasland, dat ideaal is voor de schapenteelt. Nakomeling van Kaleb: de verspieder die samen met Jozua en de tien andere verspieders het land Kanaän had verspied. Schapen scheren: één keer per jaar, in het midden of aan het einde van het voorjaar, worden alle schapen in kooien bijeengedreven. Eén voor één worden ze beetgepakt en dan wordt hun dikke warme wollen vacht afgeschoren. Een schaap kan soms wel 5 kilo wol opleveren.
Afsluiting van de les Wat vind jij van de actie van Abigaïl?
Aandachtspunten David en zijn volgelingen vluchten van de ene plek naar de andere plek. Boeren en herders delen vaak hun eten met hen. In ruil voor het eten van de bewoners van het land, zorgen David en zijn mannen voor bescherming. Nabal weigert om eten te geven. Terwijl David ook de mannen en bezittingen van Nabal beschermt. Dit leidt ertoe dat Nabal sterft. Daarna trouwt David met Abigaïl. De vraag van David aan Nabal is een redelijke vraag. David vraagt geen geld, maar hij vraagt wel iets terug voor de diensten die hij Nabal en zijn knechten in het verleden verleend heeft. Daarnaast is Nabal schatrijk. En het is schaapscheerderstijd; een feestelijke periode. Het snelle optreden van Abigaïl redt het leven van haar man en huisgenoten. David hoeft nabal niet te doden, omdat Abigaïl hem snel tegemoet komt. Het is God die Nabal straft en dood. Schapen spelen een belangrijke rol in het leven van bijna iedere Israëliet. Veel mannen en vrouwen verdienen de kost met het schapen hoeden. De wol voor stoffen en kleding, de huiden voor tenten en het voedsel dat de schapen opbrengen. Schapen zijn namelijk reine dieren. Dus ze mogen het vlees en de melk gebruiken als voedsel. En schapen worden gebruikt om God te offeren. Introductie op de les Heb jij wel eens iets opgelost, omdat iemand anders een vergissing of een fout maakte (bijLevend Water – groep 4
33
Hoofdstuk 7 Op de vlucht
HOOFDSTUK 7 - DAG 3 DAVID SPAART SAULS LEVEN OP DE CHACHILA Verteltekst 1 Samuel 26:1-25
om is het handig om deze in het midden te zetten en de rest er om heen?
Achtergrondinformatie Abisai: dit is een neef van David. Abisai is de zoon van Davids zus Seruja. Sloeg hij zijn kamp op: Na een lange vermoeiende mars slaat een leger aan het eind van de dag een kamp op om uit te rusten. Vaak blijven de soldaten langer dan een nacht in het kamp. Er zijn twee dingen belangrijk bij het zoeken naar een geschikte plek om het kamp op te slaan: genoeg water en een natuurlijke verdedigingsbarrière, zoals een heuvelrug of een berghelling. De tenten worden in een grote cirkel opgesteld. De tent van de aanvoerder staat in het midden. De speer wordt in de grond gestoken als teken van autoriteit. Diepe slaap: Saul en zijn mannen zijn in zo’n diepe slaap dat ze niets merken van wat er gebeurd. Deze slaap herinnert aan de scheppingsslaap in Genesis 2: 21.
Afsluiting van de les Waarom doodt David koning Saul niet?
Aandachtspunten Dit verhaal kan goed verteld worden vanuit het perspectief van David of van Abisai. De essentie van dit verhaal is dat David nog een keer het leven van Saul spaart. Het verschil met de vertelling op dag 1 is dat David verderweg van Saul staat qua afstand als hij vertelt dat hij ’s nachts bij Saul is geweest. De Ziffieten verraden aan Saul dat David vlakbij hen zit verscholen. Abner zal zich zeker geschaamd hebben dat hij er niets van gemerkt heeft dat David zo dichtbij koning Saul is geweest. Hij heeft Saul moeten beschermen! Dat is zijn taak als hoofd van het leger en als eerste man na Saul. Dit is de laatste keer dat Saul en David elkaar spreken. Saul geeft voor zijn vertrek David zijn zegen. David wil weer geen einde maken aan het leven van koning Saul, terwijl Abisaï Gods hand erin ziet dat David en zijn mannen in het legerkamp kunnen komen. Ondanks al de slechte daden van koning Saul, blijft David hem als Gods gezalfde zien. Dit maakt David een man naar Gods hart. Hij is een voorbeeld voor zijn mannen. Introductie op de les Op het bord een legerkamp tekenen; met kruisjes voor de tenten en één groot kruis in een cirkel als belangrijke tent in het midden. Waarom staat deze tent in het midden, waar-
Levend Water – groep 4
34
Hoofdstuk 7 Op de vlucht
HOOFDSTUK 7 - DAG 4 OP DE VLUCHT Lesboek p. 18 & 19 Pagina 18 Bespreek eerst met de kinderen wat je ziet op deze plaat. Wie zijn beide mannen? Hoe kun je zien dat dit koning Saul is? Wat heeft David in zijn handen? Hoe komt hij daar aan? Vervolgens bespreekt u de vraag onderaan de bladzijde. Bespreek hoe gemakkelijk David koning Saul had kunnen doden, maar dat hij dit toch niet doet. Pagina 19 Bespreek het begrip vluchten met de kinderen. Davids moest vluchten. Hoe leefde hij en zijn mannen? Waarom vluchtte hij? Vervolgens kun je doorpraten over het vluchten in onze samenleving. Wie kent iemand die moet vluchten of gevlucht is? Kennen ze vluchtelingen? Hoe leven vluchtelingen nu? Werkboek p. 8 De kinderen mogen de plaat inkleuren.
Levend Water – groep 4
35
Hoofdstuk 7 Op de vlucht
HOOFDSTUK 8 GOD ALLEEN
Dag 1 Dag 2 Dag 3
Dag 4
Liederen Psalm 62 - Voorwaar, ik keer mij stil tot God E&R 155/Opwekking 277 - Machtig God, sterke Rots E&R 245 - Je hoeft niet bang te zijn Alles wordt nieuw - Een lied van David Opwekking 176 - U bent mijn schuilplaats
Saul naar Endor 1 Samuël 27: 1 – 28: 25 Siklag en Amalek 1 Samuël 29: 1 – 30: 31 Dood van Saul en Jonatan 1 Samuël 31: 1 – 13 2 Samuël 1: 1 – 27 God alleen Lesboek p. 20 & 21 Werkboek p. 9
Thema Alleen met de Heer win ik! Algemene informatie Het einde van het koningschap van koning Saul nadert. In de eerste vertelling is Saul wanhopig. Hij probeert nog net als vroeger God te bereiken, maar God geeft geen antwoord meer. Hij zoekt dan op eigen kracht en door middel van waarzeggerij naar de juiste weg, terwijl hij zelf de waarzeggerij heeft verboden. In de strijd tegen de Filistijnen berooft hij zich van zijn leven. In de tweede vertelling gaat het over David die, uit angst voor Saul, gevlucht is naar de Filistijnen. Als Siklag is geplunderd door de Amalekieten gaat David bidden tot God. Met Gods hulp overwint hij de Amalekieten. In de derde vertelling gaat het over het sterven van Saul en Jonatan. David is heel verdrietig door het sterven van Saul en Jonatan. Hij maakt een klaaglied voor Saul en Jonatan. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: weten de kinderen waarom Saul naar een waarzegger gaat; weten de kinderen waarom David bij de Filistijnen woont; kunnen de kinderen vertellen hoe David koning Achis voor de gek houdt; kunnen de kinderen uitleggen waarom David niet mee hoeft te vechten bij de Filistijnen; weten de kinderen dat God David helpt bij het overwinnen van de Amalekieten; weten de kinderen dat Saul uit wanhoop zichzelf doodde; weten de kinderen waarom David heel verdrietig is om het sterven van Jonatan. Memoriseertekst David zocht steun bij zijn Heer zijn God. 1 Samuël 30: 6b
Levend Water – groep 4
36
Hoofdstuk 8 God alleen
HOOFDSTUK 8 - DAG 1 SAUL NAAR ENDOR Verteltekst 1 Samuël 27: 1 - 28: 25 Achtergrondinformatie Ik kan me dus maar beter in veiligheid brengen in het land der Filistijnen: David ziet geen andere uitweg dan te vluchten naar het land van de Filistijnen. Hij is moedeloos geworden van het vluchten voor Saul en wil rust. Geestenbezwering en waarzeggers: waarzeggerij is verboden in Israël. Saul heeft zelf de waarzeggerij verboden. Het is gevaarlijk om waarde te hechten aan wat demonen tegen mensen zeggen. Het zorgt voor angst en verkeerde informatie (Leviticus 19: 31). Endor: ligt ten noorden van Sunem, waar het Filistijnse leger was opgesteld. Verschijning van Samuël: de vrouw zegt dat zij Samuël zag verschijnen. Zij staat in een ander gedeelte van de grot dan Saul. Het is onwaarschijnlijk dat God via deze weg Saul vertelt wat hem stond te gebeuren. Het kan zijn dat de vrouw Sauls voorgevoelens over zijn lot overneemt en dit aan hem verwoordt.
zijn vragen en uit radeloosheid gaat hij hulp zoeken bij de waarzeggers. Omdat Saul zelf de waarzeggerij verboden heeft, gaat hij vermomd naar de waarzegster in Endor. Saul wil met Samuël praten, omdat hij via Samuël boodschappen van God kreeg. De vrouw geeft de ondubbelzinnige boodschap dat Saul zal sterven. Dit bericht laat Saul al instorten. Ondanks het gevaar voor eigen leven behandelt de vrouw Saul gastvrij.
Introductie op de les Wat is wanhopig zijn? Wanneer ben jij wanhopig? Afsluiting van de les Waarom is Saul wanhopig?
Aandachtspunten Vertel het eerste deel vanuit David en het tweede gedeelte vanuit Saul. David wordt goed door de Filistijnse koning Achis ontvangen, omdat deze in David een bondgenoot tegen Saul ziet. David mag met zijn mannen en gezinnen in Siklag gaan wonen. Hij woont daar 16 maanden. David valt stammen ten zuiden van het Filistijnse land aan. Daarmee verzwakt hij de tegenstand voor Israël. Dit deed afbreuk aan de Filistijnen zelf. David rapporteert aan Achis juist dat hij volken op Israelische grond aanvalt, om hem gunstig te stemmen. Om zichzelf niet te verraden, doodt hij alle mensen die hij overvalt. Niemand kan dan iets vertellen aan Achis. Achis denkt dat David nu in een kwaad daglicht staat in Israël, maar David werkt juist aan zijn eigen koningschap. De Filistijnen vechten met Israël. Omdat David op Filistijns grondgebied woont, wordt er van David verwacht mee te vechten. David geeft een dubbelzinnig antwoord, dat Achis positief opvat. David laat voor zichzelf een andere mogelijkheid open. Achis stelt hem aan als lijfwacht, omdat hij David vertrouwt. Tegelijk kan hij hem op deze manier ook dicht bij zich houden om hem in de gaten te houden. Als Saul de vijand ziet, wordt hij heel bang. Hij krijgt geen antwoord van God op Levend Water – groep 4
37
Hoofdstuk 8 God alleen
HOOFDSTUK 8 - DAG 2 SIKLAG EN AMALEK Verteltekst 1 Samuel 29: 1 - 30: 31 Achtergrondinformatie Strijdgebied van Israel en de Filistijnen: de afstand tussen Afek en Siklag is 100 km. Van Siklag naar Gilboa is 250 km. Siklag: Siklag ligt in het zuiden van het gebied van de Filistijnen, vlak tegen het gebied van de Amalekieten. David kwam met zijn mannen uit het noorden van Israel terug van het strijdgebied bij het Gilboa-gebergte. De stad was eerst toegewezen aan de stam Simeon, maar in handen gekomen van de Filistijnen. Abjatar kwam met het priestergewaad: hij wordt gevraagd om de vragen van David te beantwoorden in Gods naam. Het priestergewaad bestaat uit een borsttas, een priesterschort, een bovenkleed, een stevig geweven tuniek, een tulband en een gordel. Aan de borsttas zitten 12 edelstenen bevestigd die de zonen van Israel vertegenwoordigen. Als de hogepriester aan God verschijnt, draagt hij 'de Israëlieten' op zijn hart (Exodus 28: 15 - 30). Verdelingsregel: deze regel zorgt ervoor dat de buit verdeeld wordt onder de soldaten en het thuisfront. David wil niet dat de mannen zich egoïstisch gedragen. De verdelingsregel is al eerder toegepast, maar David maakt de regel bindend voor altijd (Numeri 31: 27, Jozua 22: 8).
zo snel achterna komt. Ze worden in de ochtendschemering overvallen, waarschijnlijk waren ze dronken van het feest. De overval duurt erg lang, van de vroege ochtend tot de late avond. Alles wat de Amalekieten hebben geroofd, krijgen ze terug. David schrijft de overwinning aan de Heer toe. Daarom krijgt iedereen, het leger en thuisfront, een even groot deel van de buit.
Introductie op de les Wat doe jij als jij een probleem hebt? Afsluiting van de les Wat doet David met zijn probleem?
Aandachtspunten Dit verhaal bestaat uit twee delen: de Filistijnse oorlog en de plundering van Siklag. Vertel vanuit David. David moet gaan vechten aan de Filistijnse zijde tegen Saul. De andere aanvoerders willen niet dat David meevecht aan hun zijde. Ze zijn bang dat David overloopt naar de Israëlieten. Achis vertrouwt David onvoorwaardelijk en David speelt dit spel van verontwaardiging mee. Doordat de andere koningen het niet willen, vecht David niet mee. Voor David komt dit goed uit, want hij hoeft nu niet tegen zijn volk te vechten. Ondertussen is Siklag beroofd van alle vrouwen, kinderen en bezit tijdens een rooftocht van de Amalekieten in de Negev. David en zijn mannen zijn vol verdriet. De mannen geven David de schuld en willen hem zelfs stenigen. David zoekt steun bij God en vraagt om Zijn raad. Via de priester Abjatar geeft God de belofte dat alles bevrijd wordt van de Amalekieten. De Amalekieten zijn aan het feestvieren, want ze verwachten niet dat David hen al Levend Water – groep 4
38
Hoofdstuk 8 God alleen
HOOFDSTUK 8 - DAG 3 DOOD VAN SAUL EN JONATAN Verteltekst 1 Samuel 31: 1 - 13 2 Samuel 1: 1 - 27
Introductie op de les Hoe voelde jij je toen er iemand die je goed kende stierf?
Achtergrondinformatie De wapendrager schrok ervoor terug en weigerde: de wapendrager wil de gezalfde van God niet doden. Saul heeft zijn zonen zien sneuvelen en ziet zich omsingeld door de Filistijnen. Door dit verlies en zijn angst vraagt hij zijn wapendrager hem te doden. Koninklijke sieraden: de diadeem en armband die Saul draagt, maakt hem in de strijd herkenbaar als de koning. Klaaglied: David is verdrietig over de dood van Saul en zijn vriend Jonatan. Hij heeft Saul geeerd en liefgehad. Hij verwoordt zijn gevoelens in het klaaglied. De eer van Israel is in het geding. De eerste koning is weg. Hij had zijn kleren gescheurd en stof over zijn hoofd geworpen: dit is een teken van rouw.
Afsluiting van de les Waarom is David verdrietig om Saul en Jonatan? Wat doet hij?
Aandachtspunten In deze twee bijbelgedeelten staan eerst de ware gang van zaken rond de dood van Saul beschreven, daarna het verzonnen verhaal van de boodschapper. De boodschapper denkt goed nieuws aan David te komen brengen, maar het leidt tot zijn eigen dood. De boodschapper heeft als bewijs de diadeem van Sauls hoofd en een armband meegenomen voor zijn verhaal. David is vol van diep verdriet en scheurt zijn kleren. Zijn soldaten doen dit ook, of zij ook echt verdriet hebben is de vraag. Zij hebben ook de achtervolgingen van Saul op David meegemaakt. David verwijt de boodschapper zijn daad. David veroordeelt hem ter dood, want hij had niet de gezalfde van God mogen doden. David maakt een klaaglied voor Saul en Jonatan. Hij bezingt Saul die gezalfde was en zijn diepe liefde voor Jonatan. Hij zegt ook in zijn lied dat hij hoopt dat de dood van Saul en Jonatan niet bekend wordt bij de Filistijnen, zodat deze niet de spot met God en Israel drijven. Saul is eerst verminkt door de Filistijnen. Saul wordt later door mannen van Jabes begraven. De mannen van Jabes rouwen om hem, voor wat Saul voor hen heeft gedaan (1 Samuël11). Ze bewijzen Saul en zijn zonen de laatste eer.
Levend Water – groep 4
39
Hoofdstuk 8 God alleen
HOOFDSTUK 8 - DAG 4 GOD ALLEEN Lesboek p. 20 & 21 In het lesboek op de linkerpagina is David heel erg verdrietig om de beroving van Siklag. Bespreek met de kinderen wat er is gebeurd en hoe David zich voelt. Breng naar voren dat David zijn steun zoekt bij God. Dat geloof bergen kan verzetten blijkt uit het vervolg van dit verhaal. David krijgt alles terug. God heeft hem geholpen. Op de rechterpagina bespreekt u met de leerlingen wanneer zij hulp nodig hebben en waar zij die kunnen vinden. Geef de kinderen ruimte om hun eigen ervaringen te vertellen. Tijdens het bespreken van de vragen zal duidelijk zijn dat Saul zijn eigen weg kiest en geen rekening houdt met Gods wil. Herhaal dat Samuel erg verdrietig is geweest om Saul. Hij vond het heel moeilijk om de nieuwe koning te zalven. Waarom doet Saul wat hij zelf wil? Benadruk dat de koning van Israël de hulp van God hard nodig heeft. Zonder Hem kom je nergens. Werkboek p. 9 Antwoorden links Saul: waarzegster, bang, verdrietig, diadeem, Endor, wanhoop, alleen rechts David: bidden, Achis, lier, Siklag, verdrietig, vertrouwen, vriend Extra suggesties Voor hulp mag je bidden tot God. Hij kan mensen sturen die jou een handje helpen. Bedenk met de leerlingen hoe je elkaar kan helpen. Verzamel de ideeën op het bord. Kies een aantal ideeën uit om uit te voeren in school of in de buurt. Mogelijke ideeën: de klas opruimen kaarten maken voor zieke mensen schoolplein schoonmaken In verschillende plaatsen helpen mensen elkaar vrijwillig zonder elkaar te kennen. De stichting HIP brengt mensen uit kerken in contact met hulpbehoevende mensen in hun eigen woonplaats. Nodig een vrijwilliger uit om aan de leerlingen zijn werk te vertellen. Een vrijwilliger helpt een ander zonder er iets voor terug te willen hebben. De mensen die zich door HIP laten inzetten doen dit om Gods barmhartigheid uit te stralen. www.stichtinghip.nl
Levend Water – groep 4
40
Hoofdstuk 8 God alleen
HOOFDSTUK 9 HERDER EN KONING
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Liederen Psalm 23 - De Here wil mijn trouwe herder wezen Psalm 51: 1, 5 - Ontferm U God Psalm 130 - Uit diepten van ellende Gereformeerd Kerkboek, Gezang 13/Zingende gezegend, 3 - Ik zing u van een herderszoon Opwekking 248 - God is getrouw Gereformeerd Kerkboek, Gezang 155/Johan de Heer Lied 382 - God enkel licht Elly & Rikkert - Jezus is de Goede Herder Opwekking kids - Ik volg de Heer
David wordt koning 2 Samuël 2 – 9 David is koning 2 Samuël 7 – 9 en 11 – 12: 25 Absalom 2 Samuël 15 – 19 : 31 Herder en koning Lesboek p. 22 & 23 Werkboek p. 10
Thema David, herder en koning Algemene informatie Deze week is er veel vertelstof. Niet alles kan evenveel aandacht krijgen, maak daarin een keuze. In het eerste verhaal gaat het over David die koning wordt, eerst alleen over Juda. De zoon van Saul (Isboset) is koning over Israël. Als de strijd met het huis van Saul voorbij is, wordt David pas koning over heel Israël. David brengt de ark naar Jeruzalem en wil ook graag een huis voor de Heer bouwen. Dat wordt de tweede dag verteld. De Heer wil niet dat David een huis voor Hem bouwt, Zijn zoon Salomo zal dat later mogen doen. De Heer belooft dat Davids huis voor eeuwig koning mag zijn. In de laatste vertelling gaat het over Absalom die koning wil worden. Na een strijd tussen de legers van Absalom en David is David weer koning in Jeruzalem. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: kunnen de leerlingen vertellen over de strijd tussen de familie van David en de familie van Saul; weten de leerlingen dat David koning wordt; weten de leerlingen waarom David geen huis voor de Heer mag bouwen; weten de leerlingen wat het betekent dat Davids huis voor eeuwig koning mag zijn; kunnen de leerlingen vertellen waarom David voor Mefiboset zorgt; kunnen de leerlingen vertellen wat de zonde van David met Batseba is; kunnen de leerlingen vertellen wat er met Absalom gebeurt. Memoriseertekst Ik heb je achter de kudde vandaan gehaald om mijn volk, Israël, te leiden. 2 Samuël 7: 8b
Levend Water – groep 4
41
Hoofdstuk 9 Herder en koning
HOOFDSTUK 9 - DAG 1 DAVID WORDT KONING Verteltekst 2 Samuël 2 - 9
Achtergrondinformatie Hebron: een oude stad, ligt in het centrum van het Judeese bergland. De Judeeërs zalfden David tot koning van Juda: David is eerder gezalfd in besloten kring. Door deze zalving erkennen de oudsten van Juda David als koning door God geroepen en aangesteld. Waterbekken van Gibeon: een vijver waar in de regentijd water werd verzameld. Als ik David niet zal bezorgen wat de Heer hem bezworen heeft: waarschijnlijk ziet Abner wel in dat hij de strijd tegen het koningschap van David niet zal winnen. De ruzie met Isboset is voor hem aanleiding om nu van tactiek te veranderen en zijn eigen positie veilig te stellen bij David. Hij gaat onderhandelen met de oudsten van Israël. Als u Sauls dochter Michal voor me meebrengt: zij was nog de wettige vrouw van David, maar waarschijnlijk hoopt David zo ook als schoonzoon van koning Saul aanspraak te kunnen maken op de troon. Jeruzalem en de Jebusieten: deze oude Kanaänitische stad werd ook wel Salem of Jebus genoemd. Bij de intocht is deze stad door de Israëlieten veroverd (Rechters 1: 8) en later weer verloren.
zien dat hij dit niet heeft gewild (2 Samuël 3: 37). Ook Isboset wordt vermoord. David straft de mannen die dit hebben gedaan. David verovert Jeruzalem en vanaf dat moment heet de stad: Davidsburcht. De Filistijnen horen van David die steeds machtiger wordt en zij gaan de strijd aan. De Heer geeft 2 keer de overwinning. Met 30.000 mannen haalt David de ark met een wagen op. Hij heeft een tent opgezet in Jeruzalem voor de ark. Hij wil Gods aanwezigheid duidelijk maken en de ark ook weer een centrale plaats geven. Onderweg sterft Uzza, God laat daarmee zijn heiligheid zien. David durft het na 3 maanden weer te proberen. Nu wordt de ark gedragen en er worden veel offers gebracht. David danst voor de ark uit vreugde en dankbaarheid.
Introductie op de les Heb je wel eens ruzie? Hoe los je dat dan op? Afsluiting van de les Hoe komt er in het verhaal een einde aan de ruzie?
Aandachtspunten In dit verhaal wordt David koning. Eerst alleen over Juda, de stam waar hij zelf bij hoort. Hij heeft al goede verhoudingen met de oudsten van Juda (zie 1 Samuël 30: 26). Over de andere stammen is Isboset (zoon van Saul) koning. Hij is door Abner tot koning uitgeroepen (2 Samuël 2: 9). Er vindt een strijd plaats tussen het huis van David en het huis van Saul. Abner is de legeraanvoerder van het leger van Isboset en Joab is de legeraanvoerder van het leger van David. De strijd stopt door een wapenstilstand, maar de verhoudingen blijven gespannen. In deze strijd wordt de broer van Joab gedood door Abner. Het huis van David wordt steeds sterker en het huis van Saul steeds zwakker. Abner is een neef van koning Saul (2 Samuël 14: 50). Hij wil dat het koningschap in de familie blijft. Binnen de familie heeft hij ook een machtige positie (2 Samuël 3: 7). Joab doodt Abner, hij wreekt daarmee de dood van zijn broer. David laat duidelijk
Levend Water – groep 4
42
Hoofdstuk 9 Herder en koning
HOOFDSTUK 9 - DAG 2 DAVID IS KONING Verteltekst 2 Samuël 7 - 9 en 11 - 12: 25 Achtergrondinformatie En de Heer hem rust had gegeven door hem van al zijn vijanden te verlossen: dit is eigenlijk na 2 Samuël 8:1-14. Daar wordt het beschreven. Chronologisch volgt H7 niet op H6. In 2 Samuël 6 is de ark naar Jeruzalem gebracht. In 2 Samuël 7 zoekt David hier een passend gebouw bij. Je koningshuis zal eeuwig voortbestaan en je troon zal nooit wankelen: Davids koningschap is vervuld in Jezus Christus. Dat ben ik aan Jonatan verplicht: David heeft een verbond gesloten met Jonatan en hem beloofd altijd goed voor zijn familie te zullen zorgen (1 Samuël 20: 15). David had het ook aan Saul beloofd (1 Samuël 24: 22). Een kreupele: hoe Mefiboset kreupel is geworden staat beschreven in 2 Samuël 4: 4. Dat u zich bekommert om een dode hond als ik: een teken van de diepste onderdanigheid. Poortgebouw van het paleis: lokaal voor de paleiswacht bestemd. De ark en het leger van Israël: de ark is dus weer mee in de strijd. Teken van Gods aanwezigheid. Toen de rouwtijd voorbij was: waarschijnlijk na 7 dagen.
ze weten dat ze zwanger is. David zorgt ervoor dat haar man sneuvelt zodat hij met haar kan trouwen. De Heer is hier boos over (2 Samuël 11: 27b). Na ongeveer een jaar komt de profeet Natan en vertelt een gelijkenis. David komt tot inkeer. Hij belijdt zijn schuld voor God. Een jaar lang heeft hij het verzwegen. God geeft als straf dat moord en doodslag vanaf nu in Davids huis zullen zijn en ook sterft het kind. God geeft David en Batseba opnieuw een kind: Salomo. God heeft hem lief en hij mag later koning zijn.
Introductie op de les Heb je wel eens iets beloofd aan een ander? Wat had David aan Jonatan beloofd? Afsluiting van de les Wat belooft God aan David?
Aandachtspunten Vandaag een lang bijbelgedeelte. Het accent ligt op 2 Samuël 7 en 11. David wil graag een huis voor de Heer bouwen. De Heer wil dat niet, maar zegt een huis voor David te zullen bouwen. Dit koningshuis van David zal altijd bestaan, Christus zal eruit geboren worden en Hij zal Koning zijn tot in eeuwigheid. In 1 Kronieken 22: 8 staat dat David geen huis voor God mag bouwen, omdat hij te veel bloed vergoten heeft. Zijn zoon mag later een huis voor God bouwen. David dankt God voor de beloften die Hij geeft, hij bidt eerbiedig of God deze beloften ook vervullen zal. Dit is geen twijfel van David, maar juist een teken van geloof. Er komt een periode van rust en welvaart. Er staat tot 2 keer toe: de Heer staat David bij in alles wat hij onderneemt (2 Samuël 8: 6 en 14). Mefiboset is de zoon van Jonatan, David neemt hem op aan zijn hof. Terwijl het leger oorlog voert zonder David ziet hij een mooie vrouw: Batseba. Hij nodigt haar uit in het paleis. Na een tijdje laat Levend Water – groep 4
43
Hoofdstuk 9 Herder en koning
HOOFDSTUK 9 - DAG 3 ABSALOM Verteltekst 2 Samuël 15 – 19: 31 Achtergrondinformatie Tweehonderd genodigden: deze mensen wisten niets van de samenzwering en wat er ging gebeuren. Achitofel: de raadsman van David, die overloopt naar Absalom. Hij is de grootvader van Batseba. Keretieten en Peletieten: dit zijn Filistijnen die Davids lijfwacht zijn. Gatieten: Filistijnen die uit hun eigen land verbannen zijn en bij David asiel hebben gekregen. Breng de ark terug naar de stad: David wil dat de ark in Jeruzalem blijft, de plaats waar de Here wil wonen. David gelooft dat de Here ook zo met hem kan zijn. David berust in de wil van de Here, hij wil daar niet tegen in gaan. Hem het koningschap van zijn grootvader teruggeeft: Siba stelt Mefiboset expres in een kwaad daglicht, om zelf bij David in de gunst te komen, zie 2 Samuël 19: 26 - 28. Ik zal hem overrompelen: de raad van Achitofel is goed, het leger van Absalom zal zo kunnen winnen. Trek zelf mee ten strijde: Chusai doet een beroep op de ijdelheid van Absalom, daar is hij wel gevoelig voor. U bent evenveel waard als tienduizend van ons: als David dood is, zal iedereen het koningschap van Absalom erkennen. Mijn koningschap over Israël is hersteld: David ziet Gods leiding erin dat hij weer koning mag zijn van Israël.
Jonatan mee, zij kunnen later eventueel nieuws uit Jeruzalem aan David gaan overbrengen. (Zij waarschuwen David op tijd en zo kan David met zijn gevolg op tijd de Jordaan overtrekken.) Onderweg vervloekt Simi (een familielid van Saul) David. David weet dat deze vloekwoorden alleen uitwerking kunnen hebben als God het wil. Hij neemt geen wraak, maar geeft zich helemaal aan God over. Absalom neemt bezit van het paleis van de koning. Hij vraagt raad van zowel Achitofel als Chusai. De Heer zelf zorgt ervoor dat het goede plan van Achitofel niet aangenomen wordt. De strijd barst los en David vraagt zijn mannen zijn zoon Absalom te sparen. Toch doodt Joab Absalom. De strijd is voorbij en iedereen gaat terug naar zijn woonplaats. De Israëlieten halen David weer terug als hun koning.
Introductie op de les Weet je wat een goede raad is? Krijg je het wel eens van iemand? Afsluiting van de les Wat vind je goede raad in het verhaal?
Aandachtspunten Het verhaal begint met Absalom in de stadspoort. Hij palmt het volk voor zich in. Dat doet hij 4 jaar lang. Dan gaat hij naar Hebron om zichzelf daar tot koning uit te laten roepen. David vlucht, hij wil niet dat er in Jeruzalem een bloedbad aangericht wordt. Onderweg laten mensen hun meeleven merken door luid te jammeren (2 Samuël 15: 23). Davids raadsheer Achitofel is overgelopen naar Absalom. Een andere raadsheer Chusai gaat op Davids aanraden ook terug naar Jeruzalem. Hij doet of hij zich aansluit bij Absalom, maar gaat proberen de plannen van Achitofel te doorkruisen. Dit is ook het gebed van David (2 Samuël 15: 31). De priesters Sadok en Abjatar gaan met de ark ook terug naar Jeruzalem. Zij nemen hun zonen Achimaäs en Levend Water – groep 4
44
Hoofdstuk 9 Herder en koning
HOOFDSTUK 9 - DAG 4 HERDER EN KONING Lesboek p. 22 & 23 Pagin 22 Bekijk de plaat. Praat over de vraag. Wie is Mefiboset? Waarom zit hij aan de tafel bij de koning? David heeft een belofte gedaan zowel aan Jonatan als aan koning Saul (zie achtergrondinformatie bij dag 2). Pagina 23 Lees de tekst. Praat er over door wat een herder doet en hoe David nu als koning nog steeds een herder is. David is niet een perfecte koning, hij gaat zelfs behoorlijk de fout in met Batseba. Een herder die fouten maakt dus. Nadenkertje Kopieer het lied voor de kinderen en zing het samen. Bespreek dan de vraag. Werkboek p. 10 Als de kinderen voor de eerste keer een rebus maken, kun je het samen met de kinderen doen door de plaatjes ook op het bord te tekenen. Uit de rebus komt: De Heer is mijn herder.
Levend Water – groep 4
45
Hoofdstuk 9 Herder en koning
HOOFDSTUK 10 GOD WIJST DE WEG
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Davids helden 2 Samuël 23: 8 – 38 Volkstelling 2 Samuël 24: 1 – 25 Koning Salomo 1 Koningen 1 – 2: 46 God wijst de weg Lesboek p. 24 & 25 Werkboek p. 11
E&R 140/Opwekking 125 - Heer, ik kom tot U Elly en Rikkert - Al waren je zonden als scharlaken Elly en Rikkert - U weet wat ik denk Elly en Rikkert - Hij is koning
Thema God wijst de goede weg Algemene informatie Deze 3 vertellingen staan los van elkaar. Toch gaan ze allemaal over de laatste jaren van Davids leven. De eerste vertelling gaat over de helden van David. David heeft zevenendertig helden, die als echte durfals door het vijandelijke kamp sluipen om drinken te halen voor David. De tweede vertelling gaat over de volkstelling die David wil houden onder zijn volk. David wil met zijn volkstelling machtig worden, omdat hij dan precies weet hoeveel sterke mannen er zich onder zijn volk bevinden. God is het hier niet mee eens en straft zowel David als zijn eigen volk. David sterft als hij 40 jaar heeft geregeerd over Israël. Adonia vind dat hij recht heeft op de troon, maar David heeft gezegd dat Salomo zijn opvolger zal worden. Met hulp van de profeet Nathan en Batseba komt Salomo op de troon. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: weten de leerlingen waarom de drie helden echte vrienden zijn voor David; kunnen de leerlingen vertellen waarom God het niet eens is met de volkstelling; weten de leerlingen wie er koning wordt als David sterft; kunnen de leerlingen aangeven waarom Adonia koning wil worden; weten de leerlingen hoe Salomo koning wordt. Memoriseertekst U bent mijn lamp, HEER, U, HEER, verlicht mijn duisternis. 2 Samuël 22: 29. Liederen Psalm 21 - O Heer, de koning is verblijd Psalm 72 - O God, wil aan de koning schenken Liedboek voor de kerken, Gezang 170: 6 Koning, verheugd geloven wij
Levend Water – groep 4
46
Hoofdstuk 10 God wijst de weg
HOOFDSTUK 10 - DAG 1 DAVIDS HELDEN Verteltekst 2 Samuël 23: 8 - 38
Achtergrondinformatie Davids helden: David heeft verschillende helden om zich heen verzameld die hem bijstaan in de strijd. In totaal zijn het er zevenendertig. Dit zijn belangrijke mannen die hem geholpen hebben om het koningschap te verwerven. De belangrijkste drie helden: Isboset, Elazar en Samma. Deze drie mannen hebben hun leven gewaagd om water te halen voor David. David wil dit niet drinken, omdat deze mannen hun levens op het spel hebben gezet. David goot het water uit voor de Heer: eerst vraagt David om water uit de waterput van Bethlehem. Toen zijn helden dit voor hem gingen halen wil hij het toch niet drinken maar hij geeft het aan de Heer. Dit getuigt van ontzag voor de Heer. David heeft ook last van zijn geweten omdat hij het leven van zijn mannen in de waagschaal heeft gesteld voor zijn eigen behoeften. Daar heeft hij nu spijt van. Abisai: hij is een grote held voor de eerste drie helden, omdat hij driehonderd mannen doorboord had met zijn speer. Benaja: dit is de hoofdman van Davids lijfwacht die trouw blijft aan David toen Adonia de troon wou veroveren. Hij speelt een leidende rol bij het uitroepen van Salomo tot koning en word legeroverste.
Benaja is één van de aanzienlijkste van de dertig helden omdat hij nergens voor terugdeinst.
Introductie op de les Wat is een held? Afsluiting van de les Waarom vindt David de drie mannen bijzondere helden?
Aandachtspunten David blikt bij deze vertelling terug op zijn leven. Vertel vooral het verhaal van de drie helden (Isboset, Elazar en Samme) en het verhaal van Abisai en Benaja. De overige dertig helden (dit is waarschijnlijk een rond getal) zijn van elders bekend: Abidai (1 Sam. 26: 6), Benaja (2 Sam. 8: 18), Asaël (2 Sam. 2: 18) en Uria (2 Sam. 11: 3, 6). Vertel het verhaal vanuit het perspectief van David. De Filistijnen hebben wachtposten ingesteld, omdat ze weten dat David zich in de buurt schuil houdt. Het is dus erg gevaarlijk om zomaar even water te gaan halen bij de put in de poort van Bethlehem. Maak de kinderen duidelijk waarom David het water niet neemt. David ziet het als hun bloed omdat ze hun eigen leven in de waagschaal stellen. David voelt zich schuldig omdat hij alleen aan zichzelf heeft gedacht.
Levend Water – groep 4
47
Hoofdstuk 10 God wijst de weg
HOOFDSTUK 10 - DAG 2 VOLKSTELLING Verteltekst 2 Samuël 24: 1 - 25
Achtergrondinformatie De Heer ontstak in toorn: de zonde van het volk Israël roept Gods woede op. God laat veel emoties zien in dit hoofdstuk. Eerst is God boos, dan betreurt Hij wat Hij heeft gedaan en aan het eind verandert God van gedachten. Volkstelling: David is volledig heerser van Jeruzalem. Hij laat het volk tellen. Zo kan hij zien hoeveel krijgsmannen hij heeft. God ziet dit als zonde, omdat alleen Hij het volk kan vermeerderen. Weerbare mannen: mannen die in staat zijn om tegenstand te bieden. Ziener: een ziener is iemand die in de toekomst kan kijken. Een ziener is te vergelijken met een profeet. Kiezen van een straf: David mag kiezen tussen drie straffen. Hij kiest voor de pest omdat hij liever in de handen van de Heer valt dan in die van mensen. Dorsvloer: dit is een hard stuk grond waar koren ligt. Het koren en de strohalmen moeten van elkaar gescheiden worden. Er werd met stokken geslagen, of dieren liepen erop om het te scheiden. Soms gebruikt de boer een dorsplank (plank met stenen/ijzeren punten). De dieren trokken de plank over het koren om te dorsen.
engel. Opvallend is de tussenkomst van David bij God ten behoeve van het volk. Het volk Israël word uiteindelijk helemaal van de plaag verlost als David Arauna geld betaald voor het brandoffer. De Heer laat zich dan vermurwen = gevoelig maken, en verlost het volk van de plaag. Dorsvloer van Arauna: David koopt deze dorsvloer op aanwijzing van zijn ziener Gad. David bouwt daar een altaar. Later staat Salomo’s tempel daar en nog later wordt Herodes’ tempel daar ook gebouwd. Dit is ook de plek waar Abraham zijn zoon Isaak heeft geofferd (op de berg Moria). Deze geschiedenis eindigt in vrede. De plaats voor Gods tempel ligt gereed om bebouwd te worden.
Introductie op de les Heb je wel eens iets gedaan wat niet mocht? Kreeg je toen straf? Wat voor straf? Afsluiting van de les Waarom stopt de straf bij koning David?
Aandachtspunten Dit verhaal is goed te vertellen vanuit het perspectief van David. Maak ook vooral goed duidelijk dat hij er spijt van heeft. God is het niet eens met de volkstelling. Het gaat hier puur om eigenbelang. Het doel van David zal liggen in belastingzaken, dienst in het leger en herendienst. Alleen God kan het volk vermeerderen en de natie tellen. God wil laten merken dat macht van Hem komt en niet door een volkstelling. Het is niet afhankelijk van de grootte van het rijk. Joab (de opperbevelhebber van David) vraagt zich af waarom David de telling wil. Daardoor is te merken dat Joab het er eigenlijk ook niet mee eens is. David ziet de engel die eigenlijk nog meer dood en verderf wil aanrichten, God houdt de engel tegen. David krijgt hierdoor nog meer berouw en vraagt of God hem en zijn familie wil straffen en niet alle onschuldige mensen van zijn volk. In de straf straalt de genade van God. David komt tot schuldbelijdenis na het oordeel van de
Levend Water – groep 4
48
Hoofdstuk 10 God wijst de weg
HOOFDSTUK 10 - DAG 3 KONING SALOMO Verteltekst 1 Koningen 1 - 2: 46
Achtergrondinformatie Adonia hield een offerfeest: dit doet hij omdat hij de steun van zijn broers en de hovelingen wil krijgen, het lijkt hier te gaan om omkoperij. Ze bliezen op schalmeien: een schalmei is een blaasinstrument van de pijpen van een rietplant (denk aan een orgelpijp maar dan van natuurlijk materiaal). Adonia ging naar het heiligdom en greep de horens van het altaar vast: de regel is dat als iemand de horens van het altaar vastgrijpt hij niet gedood mag worden, het dient als tijdelijke vrijplaats. Het idee van bescherming zoeken bij het altaar vinden we bijvoorbeeld in Exodus 21: 12 - 14. Adonia vraagt via Batseba om de hand van Abisag: ook nu probeert Adonia de troon weer te veroveren. Omdat hij om de hand van Abisag vraagt wil hij eigenlijk duidelijk maken dat hij de troon wil veroveren. Hij vraagt om de hand van Batseba omdat dit nog steeds iemand is met invloed. Samen maken ze David op een diplomatieke manier duidelijk dat er een probleem is. Joab grijpt de horens vast van het altaar: dit keer geldt het niet als vrijplaats omdat Joab een moordenaar is. Hierdoor kan Benaja hem toch om het leven brengen (zie ook Exodus 21: 12 - 14). Zalving: dit is een vorm van rituele machtiging. Een koning kan worden gezalfd door de vertegenwoordigers van het volk (de mannen van Juda).
wordt uit zijn ambt gezet, dit is in Silo al verkondigd door Eli. Salomo beperkt de bewegingsvrijheid van Simi tot het stadsgebied van Jeruzalem maar laat hem, als hij zich niet aan deze regel houdt, doden. Zo krijgt Salomo de macht stevig in handen.
Introductie op de les Als een koning sterft wie wordt dan de nieuwe koning? Afsluiting van de les Waarom mag Adonia geen koning worden?
Aandachtspunten David heeft nog geen troonopvolger aangewezen omdat hij hier veel over tobt, vandaar alle ellende. Adonia is de vierde zoon van David, deze wilde koning worden. Maar God heeft gezegd dat Batseba’s zoon (Salomo) koning zal worden. Adonia heeft het idee dat hij de koning zal worden. David heeft hem niks geleerd over het koningschap. Zijn vader David heeft hem daarom nooit op het recht gewezen. Na Absalom is Adonia de oudste gegadigde om koning te worden, ook hierom denkt Adonia dat hij het recht heeft op de troon. Abjatar: wanneer David koning wordt, wordt Abjatar hogepriester. Omdat hij samen met Adonia vecht om de troon wordt hij verbannen uit Jeruzalem, het priesterschap kan hij daarom wel vergeten. Hij
Levend Water – groep 4
49
Hoofdstuk 10 God wijst de weg
HOOFDSTUK 10 - DAG 4 GOD WIJST DE WEG Lesboek p. 24 & 25 Pagina 24 Bekijk de plaat van David met zijn helden. Hoe voelt David zich hier en hoe komt hij aan het water in de kruik? Waarom is hij in die grot? Wat gaat er door die 3 mannen heen? Vraag: Waarom gooit David het water weg? Bespreek met de leerlingen dat David zo graag water wilde hebben en hoe hij aan het water komt. Waarom drinkt David het water dan toch niet op? Vraag de leerlingen hoe zij het vinden als iemand iets voor ze gedaan heeft terwijl het heel gevaarlijk is. Pagina 25 De kinderen lezen de tekst. Vraag de kinderen of ze weten wat is aan de volkstelling die David volkstelling drukt vertrouwen op kracht uit en is daarom niet goed van de Heer.
er verkeerd hield. Een menselijke in de ogen
Nadenkertje Wanneer volg je een richtingaanwijzer? Bespreek samen de foto en de illustratie. Herkennen de leerlingen wat het is? Wat is het doel ervan? Werkboek p. 11 Opdracht: Wie zegt wat?: De leerlingen verbinden iedere zin met de juiste persoon. Uitkomst: Batseba Salomo Adonia Abisag
Ik ben de moeder van de koning. Mijn vader wil dat ik de koning wordt. Ik wil zelf koning zijn. Ik zorg voor David.
Extra suggestie De bijbel is ons gegeven als richtingaanwijzer. Er staat in hoe God wil dat wij leven. Om dit duidelijk te maken, kan er samen een speurtocht worden gelopen. Zorg dat deze van te voren is uitgezet en schrijf de aanwijzingen op kaartjes. Laat de leerlingen de kaartjes lezen en maak zelf opzettelijk vergissingen (door te zeggen dat er een snellere route is, of door de verkeerde kant op te gaan). Benadruk dat als we de route goed willen volgen en niet willen verdwalen, de aanwijzingen precies moeten worden opgevolgd. God heeft ons ook richtlijnen gegeven, niet voor een taart, maar voor ons leven. We moeten goed lezen en doen wat Hij vraagt! Dan lopen we op een weg naar het leven, en niet op een doodlopende weg! Hoe beter wij de bijbel kennen, hoe beter we Gods richtlijnen kunnen volgen. Levend Water – groep 4
50
Hoofdstuk 10 God wijst de weg