B.m.d.B. “De Schuilplaats”
Inhoudsopgave 2007-2008 Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Adressenlijst personeel, ouderraad, m.r., bestuur Taakverdeling team Taakbeleid Taakverdeling directie Taakverdeling vrijgeroosterde collega’ s Taken ouderraad
Hoofdstuk 2 2.1 2.2
Groepsgegevens
Groepsbezetting/lokaalverdeling Schooltijden
Hoofdstuk 5 5.1 5.2
Roosters
Gymrooster/schoolzwemmen Pleinwachtrooster Corveerooster Computerrooster Tuinopruimrooster Pleinroosters en rooster speellokaal kleuters Videorooster Rooster kopij nieuwsbrief Vergaderstructuur 2005/2006 Rooster gezamenlijke vieringen Rooster verjaardagen Rooster schooldeur + hekken afsluiten Rooster BHV Rooster pauzes buitenspelen
Hoofdstuk 4 4.1 4.2
Data
Jaarlijst Vakantierooster
Hoofdstuk 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14
Algemeen
Onderwijskundige inhoudelijke afspraken
Pestprotocol Leerlijn kleuters
5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.14 5.15
Godsdienstige vorming Taal Rekenen Lezen Schrijven Engels Biologie Aardrijkskunde Geschiedenis Soc. Redzaamheid/Verkeer Gymnastiek Handvaardigheid/Tekenen Muziek
Hoofdstuk 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.10 6.11 6.12 6.13 6.14 6.15 6.16 6.17 6.18 6.19 6.20 6.21 6.22 6.23 6.24 6.25 6.26 6.27 6.28 6.29 6.30 6.31 6.32 6.33
Procedures en afspraken
Regels schriftelijk werk groep 3 t/m 8 Schriften / liniatuur. Doorstromen / zittenblijven / beslisgroep /procedure Schoolreisjes / schoolkamp Buitenschoolse activiteiten Nascholing Stageplaatsen/gelden Gebouwafspraken (klas/gebouw) Welkom/afscheid Afscheid groep 8 Coaching nieuwe leerkracht (nieuw) Avondvierdaagse Zendingsgeld Laatste schoolweek Afspraken met leerlingen (klas/ballen/bus,fiets) Teamafspraken Interne organisatie: Onderwijskundig Interne organisatie: Relatie en contacten Interne organisatie: Aanpak leerlingen Interne organisatie: Omgang met materialen Ziekmelden Vrije dagen Procedure bij overlijden Ontruimingsplan Videogebruik Schoonmaak Infoavond Meldingsplicht besmettelijke ziekten Klachtenregeling Inhoudsopgave mappen ”LIEF EN LEED” en telefooncirkel Werktijdenregistratie Huiswerk
6.34 6.35 6.36 6.37 6.38 6.39 6.40 6.41 6.42 6.43 6.44
Contactouder Lijmgebruik Overdracht leerlinggegevens naar andere school Begeleidingsplan deelnemers stage ROC, NTI enz. Groepsabonnement Bibliotheek Protocol Onderwijsondersteuning zieke leerlingen BaO Functioneringsgesprek (praatblad) Doorgaande lijn werkstukken groep 5 t/m 8 Luizenprotocol Procedure verjaardag leerkracht NIEUW OP TE NEMEN: Aanbieden uitgaande post aan directie ter info (brieflogo gebruiken)
6.45
Hoofdstuk 7 Invoeren BAS Borgingsdocumenten 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10 7.11 7.12
Borgingsdocument Borgingsdocument Borgingsdocument Borgingsdocument Borgingsdocument Borgingsdocument Borgingsdocument Borgingsdocument Borgingsdocument Borgingsdocument Borgingsdocument Borgingsdocument
Differentiatie Onderbouw: Planbord Effectieve instructie en differentiatie Rekenen Effectieve instructie en differentiatie Spelling Effectieve instructie en differentiatie Technisch lezen Effectieve Leertijd en Taakgerichtheid Structuur: Inrichting school/plein Structuur: Inrichting lokaal Structuur 2: Voorspelbaarheid in leerkrachtgedrag Teamleren 1: Teamvorming en communicatie Teamleren 1: Visie Teamleren 2: Vormen van samenwerken Zelfstandige Leerhouding: Klassenregels & sancties
Hoofdstuk 8 Statuten, reglementen en beleidsnotities In ontwikkeling
Hoofdstuk 9 Bijlage 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6
Psalmenlijst Declaratieformulier schoolfonds Verslag ouderbezoek Protocol schoolzwemmen Telefooncirkel groepen Afspraken overblijven
Hoofdstuk 1
1.1
Algemeen
Adressenlijst
Voorzitter vacature
Bovenschoolse Managers Dhr. W. van den Brink Manager Huisvesting en Financiën Tel. 0341 354445 Tel. 0341 491580 (prive) Dhr. C.J. Visser Manager Onderwijs en Personeel Tel. 0341 355329 Tel. 0341 355885
Bestuursbureau Adres: Korenlaan 1 Postadres: Postbus 13, 3880 AA Putten
Bestuursgedelegeerden van de Schuilplaats Adreslijst oudercommissie School BmdB De Schuilplaats Verzetslaan 17 3882 HH Putten tel 0341 353031 e-mail:
[email protected] website: www.bmdbschuilplaats.nl Bestuur
Personeel – MR - Oudercommissie
Directeur Dhr. G.W. van den Noort E.van Grevengoedhof 16 3882 HG Putten tel. 0341 352612 Adj.directeur Dhr. H.A. v. Veldhuizen Noorburgerbos 38 6718 GA Ede tel. 0318 615522 Mevr. W. Almekinders Voorthuizerstraat 9 3881 SB Putten tel. 0341 353725 Mevr. W. Ansink, Zonnedauw 12 3776 MZ Stroe tel. 0342 444101 Mevr. R.M. Bijl Rijnland 431 8245 EH Lelystad tel. 0320 254198 Mevr. H. Benschop Nijkerkerstraat 58 3882 PJ Putten tel. 0341 358776 Mevr. T.W. van den Brink Dopperstraat 82 3752 JH BunschotenSpakenburg tel. 033 2988495 Mevr. C.R. Brouwer Van Delenstraat 4 3861 AN Nijkerk tel. 033 8442264 Mevr. E. de Bruijn E.v. Grevengoedhof 12 3882 HG Putten tel. 0341 358379 Mevr. W.J.G. Buis Boekvink 20 3906 AV Veenendaal tel. 0318 540653 Mevr. E. Cornelissen Arkemheenseweg 24a 3882 NV Putten tel. 0341 351789
Mevr. H. Gerritsen Bosbeslaan 51 3852 CG Ermelo tel. 0341 554996 Mevr. C. Goedhart Gijsbrecht van Amstelstraat 82 1214 BB Hilversum tel. 035 6213896 Mevr. M. van den Heuvel Klaas Bosstraat 13 3882 AM Putten 0341-362366 Mevr. J. Houkes Laan der Ver. Naties 111 6716 JC Ede tel. 0318 611224 Mevr. H. van ’t Hul Arent toe Boecoplaan 29 8081 VZ Elburg tel 0525 683205 Mevr. M.H. Posthouwer Beitelweg 2 3882 MT Putten tel. 0341 360449 Dhr. A. Selles Wielewaal 132 3853 DJ Ermelo tel. 0341 279029 Mevr. L. Sterk Korenbloemstraat 42 3882 GA Putten 0341 351634 Mevr. A. Stoffer Bruno Fabriciusstraat 18 3881 CM Putten te. 0341 354656 Dhr. A. Tukker Potgieterstraat 2 3881 WN Putten tel. 0341 360196 Mevr. A.A. van Wetten Schremmersteeg 17a 3882 SE Putten tel. 033 2466135 Mevr. M.M. Willemsen Spechtstraat 36
3882 JN Putten tel. 0341 360101 Groep 1A op maandag en dinsdag (soms op woensdag) Mevr. J.M. van de Zande Plaggebaan 6A 8075 PG Elspeet tel. 0577 491015 Medezeggenschapsraad Personeelsgeleding: Dhr. H.A. v. Veldhuizen Mw. R. Brouwer (secr.) Mw. H. Benschop (penm.) Oudergeleding: Voorzitter: Dhr. P. Kleinhoven Valkstraat 3 3882 HT Putten tel. 361321 Dhr. R.A. van Emous Zuiderzeestraatweg 12 3882 NC Putten tel. 360005 Mw. H. Bout Wallenbergstraat 30 3882 HW Putten tel. 356012 Oudercommissie: Voorzitter Dhr. C. v.d. Brandhof Sperwerstraat 7 3882 JR Putten tel. 0341 360574 Secretaresse Mevr. J. Slofstra Doornenburg 10 3881 ZD Putten tel. 0341 361986 Penningmeester Dhr. A. Remmelzwaal Mennestraat 36 3882 AN Putten tel. 0341 363020 Mw. M. van Steeg Havikstraat 60 3882 JH Putten
tel. 0341 362621 Mw. K. Baarslag E. v. Grevengoedhof 10 3882 HG Putten tel. 0341 363060 Mw. J. Besselsen Havikstraat 22
1.2
Mevr. A.A. Blom, Havikstraat 72 3882 JG Putten te. 0341 361717
Dhr. C.J. v.d. Tang Roosendaalseweg 210 3882 MP Putten tel. 0341 362160
Dhr. A.M. Abbring
Taakverdeling team 2006/2007
A Schoolfuncties 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 .. .. ..
Coördinator KUVO
11 12 13 14 15 .. .. ..
Afvaardiging MR.
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Arendstraat 22 3882 JJ Putten tel. 0341 360620
3882 JG Putten 0341 360749
Uren
Per lid
Naam:
5:00
5:00
Redactie nieuwsbrief
25:00
12:30
compleet Erik Wim
Preventiemedewerker (Arbo)
30:00
30:00
compleet Erik
8:00
4:00
Zendingscommissie
16:00
16:00
compleet Rieneke
Beheer schoolfonds
10:00
10:00
compleet Evelien
5:00
5:00
compleet Teresia
T.v.en videogebruik/beheer (2)
Beheer personeelspot Computercoördinator
compleet Jantine
compleet Evelien Janice
compleet Anton
Contactpersoon
5:00
2:30
compleet Erik Lydia
Coördinator NME
5:00
5:00
compleet Lyda
..
109:00
..
0:00
B Communicatie/overleg 129:00
43:00
compleet Renneke Erika Erik
Afvaardiging ouderraad
97:30
32:30
compleet Wim Lydia Allard
Contact voortgezet onderwijs (2)
64:00
32:00
compleet Erika Renneke
Stuurgroep BAS
60:00
12:00
compleet Wim Lydia Allard Teresia Rieneke
4:00
4:00
compleet Evelien
8:00
4:00
compleet Minet Wouja
Afscheid groep 8 (2)
15:00
7:30
compleet Renneke Erika
Feestcommissie incl. lief&leed
65:00
16:15
compleet Lydia Janice Teresia Wouja
6:00
3:00
compleet Allard Hermine
Contacten bibliotheek/ leesoma´s ..
354:30
..
0:00
C Werkgroepen Sinterklaas (2)
Voorleeswedstrijd Avondvierdaagse (2)
11:00:00
5:30:00
compleet Ellis Janice
24:00:00
6:00:00
compleet Allard Ellis Evelien Janice
Schoolkorfbal (2)
7:30
3:45
compleet Ellis Marjan
Schoolvoetbal (2)
7:30
3:45
compleet Allard Teresia
Schoolreizen (2)
5:00
2:30
compleet Hermine Marjan
10:00
5:00
compleet Teresia Rieneke
4 avonden lopen voor 4 mensen 24.00 uur
Dammen: vervoer via ouders van dammers evt.. ouderraad inschakelen
26 Schaken (2) 27 Schoolkamp 28 Begeleiding kamp 4 dagen
7:00
3:30
compleet Janice Lyda
15:00
3:00
compleet Renneke Erika Lydia Allard Erik
85:00
17:00
compleet Renneke Erika Lydia Allard Erik
29 Werkgroep klassenverdeling 2 uur p.p.
0:00
0:00
compleet verwijderen: onderdeel lesondersteunende taken
30 31 32 .. .. ..
Organisatie sportdag o.b.(2)
0:00
3:00
compleet nvt ivm fancy fair
Organisatie sportdag b.b. (2)
0:00
3:00
compleet nvt ivm fancy fair
Survival groep 7
3:00
1:30
compleet Rieneke Erika
33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 .. .. ..
Notulen huishoudelijke vergadering
10:00
5:00
compleet Marjan Hermine
2:00
2:00
compleet Janice
10:00
2:30
compleet Wouja Ellis Lydia Evelien
Notulen bouw 1,2,3,4
3:00
3:00
compleet Janice
Notulen bouw 5,6,7,8
3:00
3:00
compleet Marjan
Schoolarchief
5:00
5:00
compleet Lyda
Schoolabonnementen
1:00
1:00
compleet Marlies
Kinderboekenweek
6:00
6:00
compleet Christine
Nieuwe lln.:instroom voor de zomervakantie
8:00
4:00
compleet Janine Wouja
Organisatie open middag
5:00
5:00
compleet Evelien
..
269:00
..
0:00
D Organisatie/ administratie Notulen bas Notulen bouw 1,2
..
53:00
..
0:00
E Begeleiding
43 Begeleiding nieuwe leerkracht 44 Begeleiding/contacten stagiaires algemeen 45 Begeleiding stagiaires Pabo 2005/2006 46 Begeleiding stagiaires Landstede 2005/2006
20:00
10:00
compleet Ellis Hermine
10:00
5:00
75:00
15:00
compleet Renneke Rieneke Evelien Marjan Jantine
20:00
10:00
compleet Lydia Evelien
compleet Wim Erik
47 48 49 .. .. ..
Begeleiding stagiaires Calvijn 2005/2006
5:00
5:00
compleet Wouja
Begeleiding stagiaires ROC 2005/2006
0:00
0:00
compleet nvt
Begeleiding stagiaires NTI 2005/2006
0:00
0:00
compleet nvt
50 .. .. ..
Schoolfotograaf
10:00
..
10:00
..
0:00
51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61
..
130:00
..
0:00
F Algemene taken 10:00
compleet Christine
G Huishoudelijke taken Vlaggen
1:00
1:00
compleet Wim
Reparatie audiovisuele middelen
5:00
5:00
compleet Anton
Berging c.q. papierhok lkr.gr 7
5:00
2:30
compleet Erika Rieneke
Buitenberging kleuters (2 pers.)
3:00
1:30
compleet Minet Evelien
Magazijn algemeen
12:00
12:00
compleet Rieneke
Kleutermagazijn
12:00
12:00
compleet Evelien
Magazijn handvaardigheidkasten
12:00
12:00
compleet Teresia
Beheer papierlades (ob/bb)
4:00
4:00
compleet Janice
Kopieerpapier aanvullen
0:00
0:00
compleet dhr. Idenburg
25:00
25:00
6:00
6:00
Onderhoud koffieautomaat Documentatiecentrum
compleet Anton compleet Marjan
62 63 64 65 66
Publicatieborden
7:00
7:00
compleet Wim
Sleutelbeheer
3:00
3:00
compleet Wim
15:00:00
15:00:00
0:00
0:00
10:00
10:00
compleet Janice
3:00
3:00
compleet Marjan
3:00
3:00
compleet Anton
20:00
10:00
Uitpakken en verwerken bestellingen Lampen vervangen Ordenen en verwerken van posters, stickers en kaarten
67 Algemene boodschappen in dorp, waaronder
compleet Rieneke compleet dhr. Idenburg
inkoop melk/suiker en soep
68 69 .. .. .. 70 71 72 73 74 75 76 77 78
Container
..
..
..
..
..
I Extra/tijdelijke taken
Schoonhouden vd keuken (2 pers.) ..
146:00
..
0:00
H Gezamenlijke taken
83:00
Voetbal en korfbal (1+1)
6:00:00
Avondvierdaagse (2)
6:00:00
Schoonmaakavond
3:00:00
Ouderavond
3:00:00
Voorleeswedstrijd
3:00:00
Afscheid gr 8
5:00:00
Info/spreekavond Kampweek
83:00
compleet Evelien Marjan
iedereen
15:00:00 6:00:00
Corvee keuken en personeelskamer
26:00:00
79 werkgroep rapport
15:00:00
15:00:00
Jantine, Lydia, Rieneke, Renneke, Erik
1.3 Taakbeleid 1.
Omschrijving Onder taakbeleid verstaan we een beleid dat gericht is op het realiseren van een optimale afstemming tussen: • het werk dat op een school moet gebeuren (het takenpakket); • de beschikbare tijd, voorkeur en kwaliteiten van de teamleden.
2. • • •
Een aantal belangrijke uitgangspunten We proberen met elkaar de taken zodanig te verdelen dat een zo evenredig mogelijke spreiding van werkzaamheden plaatsvindt over het jaar, over de week en over de dag. Er zal getracht worden te komen tot een zo evenwichtig mogelijke taakbelasting van individuele teamleden. Er zal in het bijzonder rekening gehouden worden met de arbeidsomstandigheden van pasbeginnende en ook oudere personeelsleden.
•
3. • • • •
4.
De werkzaamheden die de teamleden op school of daarbuiten verrichten worden ontleend aan een jaarlijks op te stellen rooster van werkzaamheden overeenkomstig het activiteitenplan en de gemaakte afspraken over taakverdeling.
Doelstellingen taakbeleid. een aanvaardbare totale hoeveelheid werk voor teamleden vaststellen de taken evenredig over de teamleden verdelen een goede taaktoedeling tot stand laten komen, de juiste personen de juiste taak een goed schoolklimaat handhaven, zodat het prettig is om op school te werken
Normjaartaak De normjaartaak van een groepsleerkracht bij het primair onderwijs is gesteld op 1659 uur. Uitgangspunt was de normjaartaak van ambtenaren nl. 45 weken van 40 uur wat resultaart in 1790 werkuren per jaar. Na de overgang naar een 38 urige werkweek gaan daar 10 ADV dagen vanaf, dat is 80 uur en resulteert in een jaartaakbelating van 1710 uur. Tenslotte gaat daar de 3% arbeidstijdverkorting die ingevoerd wordt per 01-08-98 vanaf en resulteert dit in 1659 werkuren per jaar. Met de invoering van deze normjaartaak is de vaststelling van de weekomvang vervallen. Onderwijzend personeel ‘heeft’ echter geen 7 maar 12 weken vakantie per jaar. Dat betekent dat als de normjaartaak van1659 uur over 40 weken verdeeld wordt een weektaak 1659 : 40 = 41 uur en 30 minuten omvat. Wordt de ADV niet opgenomen dan betekent het dat er 1790 : 40 = 45 uur per week gewerkt zou moeten worden. Na veel onderzoek en besprekingen zijn deskundigen het over de volgende verdeelsleutel eens geworden:
DE TAAK VAN DE LEERKRACHT : 1659 uur Lesgebonden taken Het lesgeven
• •
Niet-lesgebonden taken Lesondersteunende taken 25-35 % van de tijd van het lesgeven
Overige taken Resterende tijd
Voor onderwijzend personeel geldt een maximale lessentaak van 930 uur per jaar. Dit aantal is ook uitgangspunt voor de vaststelling van de lesgevende taak. 10% van de taak van de leerkracht is bestemd voor deskundigheidsbevordering (nascholing, studiedagen, vakliteratuur etc). Deze uren worden door ieder personeelslid zelf ingevuld, vanuit de eigen professionaliteit. Bij functioneringsgesprekken kan verantwoording worden gevraagd van deze uren.
Het bovenstaande geeft de volgende verdeling:
Lesgeven Lesondersteunende taken Deskundigheidsbevordering Overige taken
930 uur 325 uur (we gaan uit van 35%) 166 uur 238 uur 1659 uur
N.B. lesondersteunende taken omvat o.a. de volgende taken: • • • • • • • •
lesplanning lesvoorbereiding maken en verzamelen van les- en oefenstof klaarzetten en opruimen van materiaal correctie leerlingenhulp (voor, onder en na schooltijd) bijhouden van vorderingen bijhouden van absentisme
• • • • • • •
leerlingbespreking invullen rapporten bijhouden dossier bijhouden leerlingvolgsysteem overleg met collega’s en externen over leerlingen (opstellen handelingsplan) informatie ouders
Wat betreft de parttimers kunnen de uren vermenigvuldigd worden met de werktijdfactor. Compensatie: beginnende leerkracht eerste jaar 50% van de taken, nieuwe leerkracht met ervaring 75% van de taken. CZ krijgt 0,2 wtf compensatie.
5.
Taken en tijden.
A. Schoolfuncties
227:00:00
Coördinator KUVO Contacten tussen de werkgroep en het team onderhouden. Bij projecten zorgen dat collegae tijdig de benodigde gegevens ontvangen. Eventueel bezoeken van bijenkomsten, indien nodig. 5:00:00
Redactie nieuwsbrief. Maandelijks verzorgen van de nieuwsbrief voor de ouders.
1:00:00
Kopiëren en verspreiden over de groepen
0:30:00 13:30:00 15:00:00
Arbocoördinator. Verbanddozen controleren en aanvullen.
1:00:00
Kinderen helpen en verbinden wanneer dat nodig is.
1:00:00
ontruimingsplan maken en er voor zorgen dat het 'bij de tijd' blijft.
5:00:00
1 of 2 keer per jaar een ontruimingsoefening houden.
1:00:00 8:00:00
T.v. en videogebruik en beheer. t.v. programma’s opnemen
39:45:00
rooster voor het gebruik van de video
0:15:00
Programma’s in computerzetten en telnr.
10:00:00 50:00:00
Zendingscommissie Vaststellen van de doelen waarvoor wordt gespaard
4:00:00
Geld verzamelen en naar de bank brengen
4:00:00
Adoptiekinderen en bekend maken doelen
2:00:00
Stand van het geld aangeven op herkenbare plaatsen
6:00:00 16:00:00
Schoolfonds Beheer van het schoolfonds.
40:00:00
Beheer van de personeelspot
3:00:00 43:00:00
Computer coördinator Installeren programmatuur Onderhoud computers wat betreft de software Draaiende houden van de software en het aanpassen ervan Aanbrengen van wijzigingen van instellingen Oplossen van problemen, die ontstaan door het werken er mee Ondersteunen en adviseren van collegae Op de hoogte blijven omtrent de ontwikkelingen
per week
2:00:00 80:00:00
Contactpersoon Indien nodig problemen aanhoren en procedure volgen. 10:00:00
B Communicatie/overleg
286:00:00
Afvaardiging MR. Voorbereiding vergaderingen
10:00:00
verslaggeving aan het team
3:00:00
bijwonen van de vergadering
30:00:00
(we rekenen dit per lid ) 43:00:00
Afvaardiging ouderraad Vaste contactpersonen die alle vergaderingen bijwonen Verslaggeving naar team
30:00:00 2:30:00
per lid
Contacten voortgezet onderwijs Voorlichtingsavond
3:00:00
32:30:00
Gesprekken
8:00:00
Onderwijskundige rapporten
15:00:00
Bijwonen van besprekingen V.O
6:00:00 32:00:00
Stuurgroep BAS Bijwonen van de stuurgroep vergaderingen
C Werkgroepen
12:00:00
249:00:00
Sinterklaas Overleg met ouderraad/team
3:00:00
Organisatie binnenkomst op school verloop van de ochtend.
5:00:00 8:00:00
Afscheid groep 8 Voorbereiden afscheidsavond groep 8 15:00:00
Feestcommissie Organisatie van de verjaardagen collegae 3 t/m 8
35:00:00
collegae 1, 2 en 3 ( 5.00 uur per collega) Organisatie van andere feesten (bruiloften e.d.)
10:00:00
Personeelsuitjes e.a. gezellige bijeenkomsten
20:00:00 65:00:00
Voorleeswedstrijd: Tijdens de kinderboekenwe(e)ken. Draaiboek actualiseren en aanzet geven tot de voorrondes
1:00:00
juryleden benaderen voor de finale
1:45:00
boekenbonnenkopen
0:30:00
fototoestel, film en flitser
0:15:00
stukken tekst kopiëren voor de jury
0:30:00
O.C. leden vragen voor hulp. (koffie e.d.)
0:15:00
Bloemen kopen voor de jury
1:00:00
Hal inruimen
0:30:00
winnaar doorgeven aan de Stichting Nationale Voorleesdag.
0:15:00 6:00:00
Avondvierdaagse Contacten met de organiserende stichting plus inschrijving
1:30:00
Verdelen van de inschrijfformulieren en weer verzamelen
1:00:00
Zorgen voor begeleiding en planning daarvan
1:00:00
Meelopen met de avondvierdaagse 1 bij de 5 km en 1 bij de 10 km.
12:00:00 15:30:00
Schoolkorfbal Contacten met de Meeuwen
0:15:00
Maken van teams uit de opgegeven aantallen van de groepen
1:15:00
Op het veld aanwezig zijn tijdens het toernooi
6:00:00 7:30:00
Schoolvoetbal Contacten met SDC.
0:15:00
Maken van teams uit de opgegeven aantallen van de groepen
1:15:00
Op het veld aanwezig zijn tijdens het toernooi
6:00:00 7:30:00
Schoolreizen Lijstje met mogelijkheden en voorstel naar het team. Voorstel bespreken met ouderraad. 5:00:00
Dammen en schaken 3:00:00
Het peilen van de belangstelling en verzamelen van namen en vervolgens d.m.v. een competitie een schoolteam samenstellen Het doorgeven van de namen aan de damclub
0:30:00
oefenen na schooltijd en houden competitie
6:00:00 9:30:00
Schoolkamp 0:30:00
Jaar van tevoren bespreken van kampplaats 3 weken van tevoren: Bespreking met andere kampcollega's over het kampprogramma
3:00:00
kampboekje typen en vermenigvuldigen
3:00:00
1 week spelmateriaal en andere afgesproken benodigdheden verzamelen
2:00:00
corveelijst maken
1:30:00
liturgie voorbereiden;
thema voor het kamp uitwerken dagopening/sluiting voorbereiden
1:00:00 0:30:00
Afspraken maken voor bezoek aan musea o.i.d.
1:00:00
koffer inpakken
1:00:00
fiets na laten kijken
0:30:00
begeleiding schoolkamp per begeleider
21:00:00 35:00:00
Werkgroep klassenverdeling Komen met een voorstel voor de samenstelling van de groepen 3
2:00:00
Na bespreking in de teamvergadering definitief vaststellen
2:00:00
Organisatie sportdag 3:00:00
Per bouw het programma van de sport/spelletjesmiddag verzorgen
3:00:00
D Organisatie/administratie
81:00:00
Post Doornemen van de post en verdelen.
1:15:00
50:00:00
Notuleren 20 huishoudelijke vergaderingen
5:00:00
4 Basvergaderingen
2:00:00
6 Bouwvergaderingen onderbouw
3:00:00
6 Bouwvergaderingen bovenbouw
3:00:00
Schoolarchief Bijhouden van het schoolarchief 10:00:00
Schoolabonnementen Bekijken en evt. afsluiten of opzeggen van abonnementen 3:00:00
E Begeleiding
120:00:00
Begeleiding nieuwe leerkracht. 20:00:00
Hulp bij de praktische zaken Gemiddeld 40 x een half uur.
20:00:00
Begeleiding stagiaires 10:00:00
Contacten PABO en eerste opvang studenten Onderwijskundige begeleiding in de groep gem. 3 weken van 5 dagen. 15 x 1 uur per dag
15:00:00
Begeleiding stagiaires Landstede
10:00:00 25:00:00
F Algemene taken
15:00:00
Schoolfotograaf Contacten met Foto Koch.
0:30:00
Klaarzetten materiaal voor en opvang van fotograaf
0:30:00
Zorgen voor een vlot verloop tijdens het fotograferen
0:30:00
Verwerken van de foto’s bij binnenkomst
1:00:00
Verwerken van de teruggekomen foto’s en het geld
7:30:00 10:00:00
Lief en leed Kaarten kopen en versturen en coördineren bezoek bij ziekte, jubileum, overlijden en huwelijk Attenties bezorgen namens team. 5:00:00
G Huishoudelijke taken Vlaggen
176:00:00
Vlaggen op de nationale feestdagen 1:00:00
Reparatie Repareren van audiovisuele middelen en andere technische zaken 5:00:00
Berging c.q. papierhok Bijhouden en netjes maken papierhok 5:00:00
Buitenberging kleuters Berging opruimen en zorgen dat deze netjes is 3:00:00
Magazijn handvaardigheidkasten Ordenen en bijhouden van de magazijnkasten Niet de kasten van de groepen. 12:00:00
Magazijn bij de directiekamer Ordenen en bijhouden van het magazijn 12:00:00
Magazijn kleuterspeelzaal ordenen en bijhouden van het magazijn 12:00:00
Kopieerpapier Kast bevoorraden met papier
3:00:00
Papierlades aanvullen/bestellen
12:00:00 15:00:00
Koffieverzorging Tweemaal daags koffiezetten, voor schooltijd en voor de pauze en voor de vergaderingen. 25:00:00
Koffie en thee inkopen en koffiepot , soep 8:00:00
Bibliotheekboeken/Leesweek 6:00:00
Documentatiecentrum Het ordenen van het documentatiecentrum en evt. aanbevelingen doen 4:00:00
Sleutelbeheer Noteren wie er welke sleutels heeft
1:00:00
overzicht van sleutelkastje maken sleutels bij laten maken
2:00:00 3:00:00
Publicatiebord Wekelijks invullen van het publicatiebord met de activiteiten welke die week aan bod komen. 7:00:00
Uitpakken en verwerken bestellingen Uitpakken en in de magazijnen leggen, of aan collegae geven Gemiddeld een half uur per week 25:00:00
Lampen vervangen Lampen welke kapot zijn vervangen. 7:00:00
Posters en overige kaarten. Ordenen en verwerken van kaarten. 10:00:00
Algemene boodschappen voor school 3:00:00
Container 1 maal per maand aan de weg Bellen/aan de weg zetten en terugzetten 3:00:00
Schoonhouden van de keuken 10:00:00
H Gezamenlijke taken 6:00:00
voetbal en korfbal: Avondvierdaagse:
(twee avonden)
6:00:00
klusavond:
3:00:00
ouderavond:
3:00:00
voorleeswedstrijd
3:00:00
afscheid gr 8
5:00:00
Info/spreekavond:
15:00:00
kampweek
6:00:00
Corvee keuken en pers. Kamer
26:00:00
Bas
10:00:00 83:00:00
I Extra/tijdelijke taken Schoolzwemmen groep 5 (10 uur p.p.)
20:00:00
Nieuwe lln.:instroom voor de zomervakantie
4:00:00
24:00:00
1.4 Taakverdeling directie In dit document is de taakverdeling van de directie opnieuw vastgelegd op 28 AUG 2003. Achter de taken wordt steeds aangegeven, wie deze taken uitvoert c.q. er verantwoordelijk voor is: de directeur, de adjunct-directeur of dat de taak gedelegeerd is naar het team.
In dit document is de taakverdeling van de directie vastgesteld. Achter de taken wordt steeds aangegeven, wie deze taken uitvoert c.q. er verantwoordelijk voor is: BM =Bovenschoolse Management DIR =Directeur A.D =Adjunct Directeur T =Team Zie Borgingsdocumenten
1.5 Taakverdeling vrijgeroosterde zorgcollega’ s Zie voor ICT het computerrooster van Anton.
1.6
OVERZICHT TAKENLIJST OUDERCOMMISSIE/TEAM
MAAND ACTIVITEIT
TAAK OUDERRAAD
September
Koffie zetten, schenken en opruimen
Oktober
Open ochtenden/infoavonden Voorleeswedstrijd
Koffie zetten, schenken en opruimen + limonade, hal inrichten + opruimen Koffie zetten, schenken en opruimen Bij doorgaan na de 1e ronde: vervoer en begeleiding regelen damteams
Oktober Oktober/ November
Ouderavond Damtoernooi
November
Spreekavonden
Koffie zetten, schenken en opruimen
December December
Oliebollenactie Sinterklaas
December
Kerst
Januari/ Februari
Schaaktoernooi
Organisatie Sint en Pieten regelen Draaiboek maken Strooigoed enz. verzorgen Tractatie bij de koffie regelen Cadeautjes inpakken Hal versieren met groen Maaltijd organisatie Tasjes meegeven met traktatie Bij doorgaan na de 1e ronde: vervoer en begeleiding regelen schaakteams
Maart
Inloopavond
April
Voetbaltoernooi
April
Korfbal
Koffie zetten, schenken en opruimen Bellen om de 10 minuten Organisatie: trainers regelen + verdelen over de groepen Tractatie + drinken regelen Fotograaf regelen Shirts wassen
Organisatie: trainers regelen, Tractaties Shirts wassen Fotograaf regelen
TAAK TEAM Stoelen klaarzetten groep 8 Teams vormen Begeleiden bij Puttense wedstrijden Groep 8 leerlingen bellen Bij inschrijving Ideeën aanleveren Cadeautjes regelen
Draaiboek regelen
Teams vormen Begeleiden bij Puttense wedstrijden
Coördinatie met de oudercommissie, verzamelen namen van de leerlingen Teams vormen Programmaboekjes kopieren + verspreiden Coördinatie met de oudercommissie Verzamelen namen van de leerlingen Teams vormen Programmaboekjes
Mei
Avondvierdaagse
Juni Juli
Fancy fair / feestmiddag Organisatie Afscheidsavond groep 8 Koffie zetten, schenken en opruimen Limonade + tractatie bij afscheid
MAAND ACTIVITEIT Financiën Nieuwsbrief per maand Onderhoud
Oud papieractie
Inschrijving regelen met de plaatselijke vereninging + betaling regelen + begeleiding + limonade Shirts wassen
TAAK OUDERRAAD Regelen ouderbijdrage Nieten en verspreiden naar oudsten in de groepen Reparaties Tuinwerkzaamheden Planten watergeven zgn “Groene” moeder Bestellen container en hulp bij de container. Papier uit de schoolhal halen.
Schoolreizen
Voorstellen team bekijken en samen beslissen m.b.t. bijdrage/bestemmingen Cyclus van 3 jaar
Huwelijk leerkracht
Bijdrage bij bus, mee in de bus eventueel, receptiebezoek Verzorgen koffie o.i.d. Verzorgen koffie o.i.d. Kaart sturen + cadeautje brengen Kaart sturen
Jubileum leerkracht Afscheid leerkracht Langdurig zieke leerling Geboorte kind bij leerkracht Kascontrole OR/schoolfonds
Controleren
kopieren + verspreiden Een teamlid regelt de inschrijving en draagt de lijsten + geld over aan O.C.-lid Deelnemerslijst naar OC voor afhandeling met de plaatselijke vereniging. Minstens 2 teamleden lopen mee bij de 5 en twee bij de 10 km. Op afroep Organisatie barbeque
TAAK TEAM Aanleveren copy + leerlingenwerk
Oud papier in hal zettten Herinneringen meegeven Bestemmingen zoeken/cyclus 3 jaar Kostenplaatje maken Bussen/attracties reserveren
Schoolfondsgegevens aanreiken
Hoofdstuk 2
Data
2.1 Jaarlijst 2006-2007 DEFINITIEVE Wk
Data
34
JAARLIJST
2006-2007
PV
Bijzondere activiteiten:
21-25/08
Weekop. Weeksl. Wim
HH1ma
21/8 Jaaropening 8.30 uur +HH1, groepen beginnen 13.00 uur, 24/8 ICO-overleg Mentorencursus op de Akker(9 uur),
35 36
28-01/09 04-08/09
Erik Jantine
HH2do HH3do
37
11-15/09
Renneke
38 39 40
18-22/09 25-29/09 02-06/10
Allard Rieneke Erika
28/8 START PROJECTWK: 3x Apenstaartje, 29/8 HAVE, Tuindienst gr. 3A (01/09/1981 Marjan jarig), 31/8 HH2 4/9 Netwerk techniek, 5/9 ExtraHaveFinancien, 5/9 OC, (3/9/1981 Evelien jarig op 7/9), 6/9 ICO “Oud en nieuw”, (4/9/1973 Erik jarig), 7/9 HH3 12/9 OB/BB1, 12/9 Ouderavond met Andre, 13/9 Mentorencursus CHE, 14/9 Huwelijk Marjan, 15/9 Gebedskring, 15/9 Uitje team/oc/mr, 16/9 Oud papier, 19/9 HAVE, 19/9 Infoavond Team/OC/MR, 20/9 Mentorencursus CHE, 21/9 Fietsenkeuring, 26/9 HH4, Wissellijsten hal vervangen, 27/9 Cursus SOVA, 28/9 crocetmiddag, 2/10 zorgteam, 2/10 Intakeavond, 4/10 Cursus Bio, 5/10 Bas1, 5/10 Herkeuring fietsen,
41
09-13/10
Teresia
42
16-20/10
Marjan
HH5di
43 44
23-27/10 30-03/11
Arjet/ Hermine
Rapportage Ouders
45
06-10/11
46
13-17/11
Christine/ Lyda Janice
OB/BB1 do HH6di
47
20-24/11
Evelien
48 49 50 51
27-01/12 04-08/12 11-15/12 18-22/12
Minet/Ellis Lydia Erik Wim
OB/BB2 di BAS2 di 28/11 Bas2, 29/11 Cursus SOVA, Tuindienst gr.4B, zorgteam 4/12 zorgteam, 5/12 sinterklaasfeest , 6/12 HAVE, 9/12 Oud papier, HH7do 11/12 OC, 11/12 Zorgoverleg gr.1+2(15.30uur)gr. 3+4, 5-8 (12.00 uur), 14/12 HH7, 15/12 Gebedskring, 19/12 Kerstfeest groep 6A+7A+7B/8B+8A ’s avonds, 20/12 Kerstfeest groep1+2 ’s avonds met ouders, 21/12 Kerstfeest groep 4A+4B/5B+5A, 22/12 Kerstfeest groep 3A+3B, 22/12 teamafsluiting, 6/1/07 Oud papier,
52 02 03
25-30/12 08-12/01 15-19/01
Renneke Rieneke
04
22-26/01
Erika
05 06
29-02/02 05-09/02
Teresia Marjan
07
12-16/02
Arjet/ Hermine
08 09
19-23/02 26-02/03
10
05-09/03
11
12-16/03
12 13
19-23/03 26-30/03
14
02-06/04
Evelien HH12do Minet/ Ellis W.O.Anton HH13do
15 16
09-13/04 16-20/04
W.S.Anton Lydia
HH14di
17
23-27/04
Jantine/ Wouja
OB/BB5 Dozorgt
18 19 20
30-04/05 07-11/05 14-18/05
Erik W.O.Erika
BAS4di HH15di
21
21-25/05
Marjan
Allard Christine/ Lyda Janice
HH4di BAS1do zorgteam
09/10 Zorgoverleg gr.1+2, 3+4, 5-8(15.30uur), 09/10 Netwerk Techniek, 10/10 HAVE, 10/10 OC, 11/10 Ossenmarkt/STUDIEDAG, 14/10 Oud papier, 16/10 Zorgoverleg gr.1+2(12.00uur), 16/10 Afsluiting project Andre, 17/10 HH5, 18/10 Cursus SOVA, 20/10 Gebedskring HERFSTVAKANTIE 23/10 t/m 27/10 RAPPORTAGE 1, (29/10/1979 Lydia jarig op 29/10), 30/10 Zorgbesprekingsmiddag(lln. vrij), 30/10 schoolkeuze gr.8, dammen en schaken opstarten intern, 1/11 dankdag HGJB-map + Nationaal Schoolontbijt, Tuindienst gr.4A, (1/11/1978 Hermine jarig.), (1/11/1983 Janice jarig.), (4/11/1979 Teresia jarig), 30/10 Start Schoenendoosactie BovenschoolsEdukans, 6/11 Voorleeswedstrijd, 7/11 HAVE, 7/11 Nat.Onderw.Dag Dir, 8/11 open morgen, 8/11 Cursus SOVA, (11/11/1947 Anton jarig), 9/11 OB/BB1, 11/11 Oud papier, 13/11 OC, 14/11 HH6, 15/11 Mentorencursus CHE, 15/11 Intern damtoernooi, NIEUW PLAN TECHNIEK insturen voor VTB 2007!!!, 16/11crocetmiddag ,17/11 Gebedskring, 20/11 Intakeavond, 21/11 OB/BB2, 20/11 Netwerk Techniek, (19/11/1980 Rieneke jarig op 23/11),
KERSTVAKANTIE 25/12/06 t/m 05/01/2007 (30/12/1979 Erika jarig), (30/12/1979 Renneke jarig), 9/1 HH8, Tuindienst gr. 5A, 15/1 sopavond kleuters, 16/1 OC, 16/1 HAVE, 16/1 crocetmiddag,(14/01/1964 Ellis jarig op 14/01), 18/1 OB/BB4, 19/1 Gebedskring, (20/02/1969 Minet jarig) Themaweek 2007, afsl.zondag 28/1/2007, 22/1 Zorgoverleg gr.3+4, 5-8 (15.30uur), 23/1 t/m 27/1=NOT, 24/1 ’s middags samen?, 25/1 HH9, 29/1 Zorgoverleg gr.1+2(15.30uur), (31/1/56 Wim jarig),Wissellijsten verv., Tuindienst gr. 5B/6B, BAS3 do 5/2 zorgteam, 5/2 Intakeavond, 6/2 HAVE, 8/2 Bas3, Zorgtea m HH10di RAPPORTAGE 2, 12/2 OC, 13/2 HH10, 16/2 Gebedskring
HH8di OB/BB3 Do HH9do
OB/BB4 di
VOORJAARSVAKANTIE 19/02/07 t/m 23/02/07 27/2 OB/BB4, (20/02/1969 Minet jarig), (23/02/1984 Arjet jarig), Tuindienst gr.6A, 5/3/07 Zorgbesprekingsmiddag(lln. vrij), 6/3 HAVE, (10/03/1979 Jantine jarig op 10/03),
HH11di
13/3 OC, (11/03/1975 Allard jarig op 11/03), (13/03/1961 Winny jarig), 13/3 HH11, 14/03 Biddag HGJB-map, 16/03 Gebedskring 22/3 HH12, (20/3/1957 Lyda jarig op ?), 20/3 crocetmiddag, 26/3 Intakeavond, 26/3 Zorgoverleg gr.1+2(15.30uur), Tuindienst gr.8, 2/4 Zorgoverleg gr.3+4 + 5-8 (15.30uur), 3 / 4 HAVE, (3/4/76 Marlies jarig), (5/4/1976 Christine jarig), 5/4 Lenteontbijt op school, 5/4 HH13, 6/4 GOEDE VRIJDAG/PAASVAKANTIE 9/4 PAASVAKANTIE 16/4 OC, (16/4/67HildeGer. Jarig), 17/4 HH14, (20/4/78 Willeke jarig op ?), 19/4 Schriftelijk Verkeersexamen, 20/4 Gebedskring 23/4 zorgteam, 24/4 HAVE, 26/4 OB/BB5, MEIVAKANTIE 30/04/2007 T/M 04/05/2007 8/5 Bas4, (01/05/75 Wouja jarig op 12/05), 15/5 HH15, 15/5 OC, HEMELVAARTVAKANTIE 17/05 T/M 18/05/2007 Tuindienst gr.8, 21/5 Zorgoverleg gr.1+2(15.30uur)gr.3+4 +5-8 (12.00 uur), 22/5 HAVE, 25/05 Gebedskring
22 23
28-01/06 04-08/06
W.S.Anton Renneke
24
11-15/06
Rieneke
25
18-22/06
Teresia
26
25-29/06
Allard
27
02-06/07
28
09-13/07
29
16-20/07
W.O.Wile/ Hermine Christine/ Lyda Wim
HH16do 28/05/2007 PINKSTERVAKANTIE , 30/5 Intakeavond, 31/5 HH16, HH17di 4/6 zorgteam, 5/6 HH17, 7/6 Teamuitje (zonder aanhang), zorgteam 18/6 OC, Zorgoverleg gr.3+4 + 5-8 (15.30uur), 12/6 t/m 15/6 A-4-daagse2007, 12/6 HAVE, 15/6 Gebedskring, HH18do 18/6 Zorgoverleg gr.1+2(15.30uur), 19/6 crocetmiddag, 22/6 t/m 25/6 Langweekend voor lln., 21/6 HH18, 22/6 Herhalingsdag Leefstijl in school en 25/6 vrij), RAPPORTAGE 3, 25/6 Langweekend, 26-29/6 Kamp 2007 groep 8, HH19di
2/7 kennismaking gr.1-3, 3/7 HH19, 3/7 HAVE, 6/7 schoolreis gr. 1 t/m 6 + survival gr. 7,
HH20do
9/7 15.30 uur Hulpoudersreceptie, 12/7 HH20, 13/07 Fancy Fair, 13/7 Gebedskring
16/7 SOP-avond, 17/07 afscheid gr.8, ZOMERVAKANTIE VAN 23/07/2006 T/M 31/08//2007 CROCET = COLLECTIEF, RECREATIEF ONDERWIJSMIJDEND, CULINAIR EN ENERGIEK TEAMBUILDINGSUUR
2.2
Vakantierooster
2007/2008
Vakanties 2007-2008 Herfstvakantie: 22 okt 2007 t/m 26 okt 2007 Kerstvakantie: 24 dec 2007 t/m 4 jan 2008 Voorjaarsvakantie: 25 feb 2008 t/m 29 feb 2008 Paasvakantie: 21 maart 2008 t/m 24 maart 2008 Meivakantie: 28 april 2008 t/m 12 mei 2008 (Hemelvaart en Pinksteren vallen hier ook in) Zomervakantie: 21 juli 2008 t/m 29 aug 2008 Vrije dagen voor alle groepen: 10 oktober 2007: Ossenmarkt (=Studiemorgen team) 15 oktober 2007: Leerlingen ‘s middags vrij i.v.m. leerlingenbespreking 4 februari 2008: Leerlingen ’s middags vrij i.v.m. leerlingenbespreking Vrije dag voor groep 8: 4 juli 2007 i.v.m. schoolreisjes gr. 1 t/m 7
Hoofdstuk 3
Roosters 2007-2008
3.1 Gymrooster / schoolzwemmen Gymrooster wijzigen!!! Groep 5A 3A 3B 6A 7A 7B/8B 8A 4A 4B/5B
Dag Dinsdagmorgen Dinsdagmiddag Dinsdagmiddag Woensdagmorgen Woensdagmorgen Woensdagmorgen Woensdagmorgen Donderdagmorgen Donderdagmorgen
Tijd 10.30 – 11.15 met bus 14.00 – 14.45 met bus 14.00 – 14.45 met bus 8.45 – 9.30 9.30 – 10.15 10.15 – 11.00 11.00 – 11.45 9.30 – 10.15 met bus 9.30 – 10.15 met bus
Zaal Meeuwenhal 1 Meeuwenhal 1 Meeuwenhal 2 Meeuwenhal 1 Meeuwenhal 1 Meeuwenhal 1 Meeuwenhal 1 Meeuwenhal 1 Meeuwenhal 2
Zwemrooster Groep 4A 4B/5B 5A
Dag Vrijdag Vrijdag Vrijdag
Tijd 9.30-10.00 uur (gewijzigd!) 10.30–11.00 uur 11.00–11.30 uur
Gymrooster + Zwemrooster 2007 - 2008
Zwemrooster: Vrijdagmorgen 9.30 –10.00 uur Niet gebruikt uur! 10.30 – 11.00 uur Groep 4B (12 lln.) + Groep 4A (26 lln) met Allard + moeder 11.00 – 11.30 uur Groep 5A (27 lln) + Groep 5B (13 lln) o.l.v. Teresia + moeder
Gymrooster 2007-2008: Op dinsdag in Meeuwenhal Groep Vertrek school: 3A uur 3B/4B uur 4A uur
In de zaal om: 14.00 uur bus 14.00 uur bus 10.30 uur bus
Uit de zaal om: 14.45 uur 14.45 uur 11.15 uur
Terug op school: uur uur uur
Op woensdag in Meeuwenhal Groep Vertrek school: 6A 8.30 uur 7A 8.30 uur 7B/8B 10.00 uur 8A 10.45 uur
In de zaal om: 8.45 uur 8.45 uur 10.30 uur 11.00 uur
Uit de zaal om: 9.45 uur 9.45 uur 11.15 uur 12.00 uur
Terug op school: 10.00 uur 10.00 uur 11.30 uur 12.15 uur
Op donderdag in Meeuwenhal Groep Vertrek school: 5A uur 5B/6B uur
In de zaal om: 9.30 uur bus 9.30 uur bus
Uit de zaal om: 10.15 uur 10.15 uur
Terug op school: uur uur
3.2.Pleinwachtrooster Morgen 8.15-8.30 uur + 12 uur Dagen Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag • •
PLEIN ONDERBOUW Christine / Willeke Jantine (Janice) / Wim
PLEIN BOVENBOUW Erika / Wim Marjan /
UITGAAN SCHOOL B.B. Wim Marjan
Lyda / (Willeke of Hermine) Teresia / Jantine(Janice) Jantine (Janice) / Allard
Erika / Rieneke Marjan / Renneke / Wim
Erika Rieneke Erik
PLEIN BOVENBOUW Marjan / Renneke Rieneke / Renneke XXX Erika / Rieneke Erik / Wim
UITGAAN SCHOOL B.B. Renneke Teresia XXX
Bij ADV van Wim vervangt Erik Bij ADV van Erik vervangt Wim
Middag 13.00-13.15 uur + 15.15 uur Dagen Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag • •
PLEIN ONDERBOUW Jantine (Janice) / Allard / Teresia XXX Lyda / Hermine Teresia / Allard
Wim
Bij ADV van Wim vervangt Erik Bij ADV van Erik vervangt Wim
N.B. Tijdens de ochtendpauze houdt de groepsleerkracht toezicht op het plein.
3.3 Corveerooster Maandag
Dinsdag
Woensdag Donderdag
Vrijdag
Voor schooltijd: Teresia Tussen de middag: Janice (Jantine) Na schooltijd: Christine / Willeke/Arjet Voor schooltijd: Lydia Tussen de middag: Erika / Marlies Na schooltijd: Wim Voor schooltijd: Anton Na schooltijd: Lyda / Ellis/Minet Voor schooltijd: Evelien Tussen de middag: Wouja / Hermine Na schooltijd: Erik / Marjan Voor schooltijd: Renneke Tussen de middag: Allard Na schooltijd: Rieneke
N.B. Collega’s maken onderling een taakverdeling per dag. Wijzigingen doorgeven aan directie.
Omschrijving taken: Voor schooltijd • vaatwasser uitruimen (als de vorige dag er een extra vaatwas gedraaid is) • vaatwasser inruimen als er nog vaat op het aanrecht staat • Als de vaatwasser vol is, de vaatwasser aanzetten Tussen • • •
de middag (+ woensdag 12.15 uur): tafels afruimen in de personeelskamer en de tafels schoonmaken. tafels “in oude staat” ordenen. Tijdschriften in mandjes enz. Planten op de kleedjes. vaatwasser inpakken en aanzetten (Ieder teamlid zet zoveel mogelijk eigen mok enz. zelf weg in de vaatwasser).
Na schooltijd: • vaatwasser uitpakken en vuile vaat in de vaatwasser zetten. Aanrecht leeg en schoon maken. • tafels in de personeelskamer schoonmaken en “in oude staat” ordenen
3.4 Computerrooster Voor de pauze
Na de pauze
’s middags
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
3.5 Tuin-plein-opruimrooster September Oktober November December Januari Februari
groep 3A groep 3B groep 4A groep 4B/5B groep 5A groep 6A
Maart April Mei Juni Juli
groep 7A groep 7B/8B groep 8A groep 7B/8B groep 8A
3.6 Pleinrooster en rooster speellokaal kleuters PLEIN: Tijd/dag: 10:30-11:15 11:00-11:45
Maandag 1C+1D 1/2 A + 1/2 B
Dinsdag 1C+1D 1/2 A + 1/2 B
Woensdag 1C+1D 1/2 A + 1/2 B
Donderdag 1C+1D 1/2 A + 1/2 B
Vrijdag 1C+1D 1/2 A + 1/2 B
Dinsdag 1/2B 1/2A 1C 1D
Woensdag 1/2B 1/2A 1C 1D
Donderdag 1/2B 1/2A 1C 1D
Vrijdag 1/2B 1/2A 1C 1D
SPEELLOKAAL: Tijd/dag: 8:30 - 9:15 9:15 - 10:00 10:15 - 11:00 11:00 - 11:45
Maandag 1/2B 1/2A 1C 1D
3.7 Videorooster VIDEO 1 Oude Video Maandagmorgen Maandagmiddag
Dinsdagmorgen Dinsdagmiddag Woensdagmorgen Donderdagmorgen Donderdagmiddag Vrijdagmorgen Vrijdagmiddag
Tijd Van
Groep Tot
13.00-13.15 uur 14.00-14.30 uur 14.30-15.00 uur 14.30 – 15.00 uur 11.45-12.15 uur 13.15-13.45 uur 14.45-15.15 uur 10.15 – 10.45 uur 14.00 – 14.30 uur
VIDEO 2
Nieuwe Video
Tijd Van
Maandagmorgen Maandagmiddag Dinsdagmorgen Dinsdagmiddag Woensdagmorgen Donderdagmorgen Donderdagmiddag Vrijdagmorgen Vrijdagmiddag
Groep Tot
14.45 – 15.15 uur 14.00 – 14.45 uur
14.45 – 15.15 uur 11.15 – 11.45 uur 14.45 – 15.15 uur
3.8 Rooster copy leerlingenwerk nieuwsbrief September gr. 1A/2A Oktober gr. 1B/ 2B November gr. 1C December gr. 3A Januari gr. 3B/4B Februari gr. 4A
Maart April Mei Juni Juli
groep 5B/6B groep 5A groep 6A groep 7A/7B groep 8A/8B
3.9 Vergaderstructuur 2006-2007 Soort Zorgoverleg Basvergadering
Frequentie Ong. 10 per jaar 4x in het jaar
15.30 – 17.00
Borgingsdocument bespreken Begeleid Zelfstandig Leren
4x in het jaar
Dag Zie overzicht Dinsdagmiddag/ Donderdagmiddag Dinsdag- of donderdagmiddag Wisselend
Baswerkvergadering
4x in het jaar
Stuurgroep BAS
Duur
1½ uur
Zorgteamvergadering
6x in het jaar
Maandagmiddag
15.30 – 17.00
Huishoudelijke vergadering (alg.)
20x in het jaar
Dinsdag- of donderdagmiddag
15.30 – 17.00
Onderbouwvergadering
6 in het jaar
15.30 – 17.00
Bovenbouwvergadering
6 in het jaar
Dinsdag- of donderdagmiddag Dinsdag- of donderdagmiddag
Voorbereiden Basvergaderingen, evaluatie en planning Taken CZ/IB, Inhoud zorgmap/toetsmap, verloop lln. zorg, aanpassing op nieuwe regels overheid enz. Vaste punten: Vanuit de bouw, Vanuit de zorg en/of ICT, Voortgang Bas, Vanuit MR en OR. Aantal onderwijskundige momenten wat betreft: methode soc.emot. ontw. en techniek, Deels huishoudelijk en grotendeels onderwijskundig (zie onder). Deels huishoudelijk en grotendeels onderwijskundig (zie onder).
15.30 – 17.00
15.30 – 17.00
Inhoud Toetsresultaten Borgingsdocument bespreken Begeleid Zelfstandig Leren
3.10 Rooster gezamenlijke vieringen Week:
44 4 11 20-22 29
Datum:
Thema:
Woensdag 1 nov. 22-26 jan. 2007 Woensdag 14/3 17 + 27 mei 2007 16-20 juli
Dankdag (HGJB-map) Themaweek Biddag (HGJB-map) Hemelvaart en Pinksteren Jaarafsluiting
Organisatie
Organisatie
Onderbouw 1-4
Bovenbouw 5-8
1a/2a en 3b 1b/2b, 3b en 4a 1c, 3a en 4b/5b 1b/2b, 3a en 4b/5b 1c, 1a/2a en 4a
5a + 7a 6a + 8a 7b/8b + 6a 5a + 8a 7a + 7b/8b
3.11 Rooster verjaardagen Organisatie ? Jarige collega Erik Allard Ellis Evelien Lydia Jantine Christine Lyda Willeke Erika Hermine Renneke Rieneke Teresia Wouja Marjan Janice Teresia Winny Hilde Ger Marlies Arjet Anton Wim Minet
Organiserende collega
Datum verjaardag op school
3.12 Rooster Taakverdeling Gebouw Deur/hek:
Door:
Dagen:
Voordeur + deur magazijn bij de voordeur (Ingang 1).
Wie het laatst weggaat. Controleer of er niemand meer in het pand is! Renneke + Willeke + Marjan
Iedere dag
Hele week
Janice + Lyda + Christine
Hele week
Rieneke + Teresia + Allard
Hele week
Lydia, Evelien, Minet, Ellis Anton in principe (indien aanwezig). Wie het lokaal zelf gebruikt: afsluiten na gebruik + alle computers afsluiten en krukken goed zetten (door leerlingen).
Hele week
Zijdeur bij speellokaal (ingang 2) + hoge hek (hek 2) bij container. Vrijdagmiddag ook lage hek op slot! Achterdeur bij lokaal 15 (Ingang 3) Achterdeur bij lokaal 6 (Ingang 4) Achterdeur (ingang 5) Computerlokaal: deuren op slot
3.13 Rooster BHV (Bedrijfs Hulp Verlening) Onderbouw Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
Christine Lydia Wouja/Renneke Lydia
3.14 Rooster Pauzes Tijd 10.00 – 10.15 uur 10.15 – 10.30 uur
Groepen 4, 4/5, 5 en 6 3, 7, 7/8 en 8
Bovenbouw Willeke Erika Rieneke Renneke Rieneke
3.14 Rooster Gebruik Spreekkamers
Maandagmorgen
Spreekkamer 1 Spreekkamer 2 (bij (naast personeelskamer) kopieerruimte) (2 werkplekken) Winnie Renneke
Maandagmiddag
Spreekkamer 3 (Bij ict-lokaal)
Spreekkamer 4 (bij peuterspeelzaal)
Marlies
Renneke
Marlies
Dinsdagmorgen
Winnie
Renneke
Marlies
Lydia
Dinsdagmiddag
Winnie
Erika
Allard
Lydia
Woensdag
Winnie
Donderdagmorgen
Rieneke
Marlies
Donderdagmiddag
Rieneke
Vrijdagmorgen Vrijdagmiddag
Hoofdstuk 4
Groepsgegevens
4.1 Indeling lokalen en groepsverdeling zie schoolgids
4.2 Schooltijden De lestijden De komende jaren voeren we het Hoornsmodel in. Dit betekent dat over ongeveer 4 jaar de lestijden van alle groepen gelijk zijn. Alle kinderen hebben dan op woensdagmiddag en vrijdagmiddag geen school. In verband met de geleidelijke invoering van het Hoornsmodel hanteren we de volgende lestijden: Instroomgroep 1D: (start in januari 2007):
Dagen: Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
Morgen: 8.30-12.00 8.30-12.00 8.30-12.30 8.30-12.00 8.30-12.00
Groepen 1 t/m 4:
Dagen Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
Morgen 8.30-12.00 8.30-12.00 8.30-12.30 8.30-12.00 8.30-12.00
Middag 13.15-15.15 13.15-15.15 13.15-15.15
Groepen 5 t/m 8:
Dagen Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag *
Morgen 8.30-12.00 8.30-12.00 8.30-12.30 8.30-12.00 8.30-12.00
Middag 13.15-15.15 13.15-15.15 13.15-15.15 13.15-15.15
* De kinderen van de groepen 5 t/m 8 hebben op 12 vrijdagmiddagen geen school. U ontvangt van deze vrije vrijdagmiddagen een rooster. Aantal uren les: groep 1,2,3,4: totaal 3520 uur over 4 jaar groep 5,6,7,8: totaal 4000 uur over 4 jaar Een dag duurt voor de kinderen nooit langer dan 5,5 uur. Alle groepen zijn op woensdagmiddag vrij. De groepen 1 t/m 4 hebben op vrijdagmiddag geen les. De kinderen die na 1 januari instromen, gaan alleen de vijf ochtenden naar school (zie instroomgroep 1D)
Hoofdstuk 5
Onderwijskundige inhoudelijke afspraken
5.1 Pestprotocol AAN PESTEN DOEN WIJ NIET MEE !!! Wij gaan ervan uit dat: • •
pesten moet verdwijnen we er voor elkaar (binnen en buiten) zijn
WE ZIJN ER VOOR ELKAAR… Wij hebben de volgende afspraken samen gemaakt: • • • • • • • • •
We zijn eerlijk tegen elkaar We luisteren naar elkaar We hebben respect voor anderen We sluiten niemand buiten en iedereen mag meespelen Aan uitschelden, roddelen en achter iemands rug om praten hebben we een hekel Bij een “probleem” bewaren we afstand en tellen eerst tot tien We zitten niet aan elkaars spullen We doen elkaar geen pijn met handen, voeten, woorden of ogen De waarheid vertellen is geen klikken als jij er last van hebt of iemand anders
Schoolafspraken Klassenprotocol Onze leerlingen zijn actief betrokken geweest bij het samenstellen van het protocol. Per groep moeten de leerlingen hun naam op het protocol zetten en eventueel nog andere punten inbrengen. Hiermee beloven ze dat ze zich aan de afspraken zullen houden. Om de regels in gedachten te houden kan het protocol een plaatsje in de groep krijgen. Om de gemaakte afspraken levend te houden kan er af en toe nagevraagd worden of iedereen zich nog houdt aan de manier van omgaan met elkaar die eerder door iedereen ondertekend is. Een regelmatige evaluatie laat kinderen en jongeren zien dat de leerkracht wezenlijk belang hecht aan de omgang met elkaar.
Schoolprotocol Bij ernstige pestsituaties kan een schoolprotocol gemaakt worden. Hierin kunnen b.v. de volgende elementen een plaats krijgen: •
Afspraken in het team over de omgang met de groep aan het begin van elk cursusjaar. Door kennis over groepsvorming, over hoe iedereen zijn/haar plaats verwerft en over hoe het komen tot een positieve omgang met elkaar beïnvloed kan worden, kan elke leerkracht alerter met dit proces omgaan. Aan het begin van ieder schooljaar neemt de groepsleerkracht a.d.h.v. de toetskalender een sociogram en de Licorlijst af.
•
Afspraken over het maken van een klassenprotocol. Omdat het maken van een protocol het meeste effect heeft als dit aan het begin van het schooljaar wordt opgesteld, is het zinvol om de periode waarin dit moet gebeuren, vast te leggen.
•
Afspraken maken over het werken aan sociale vaardigheden. In het bakjessysteem van ons kunnen we bepaalde lessen opnemen en deze beschrijven in het schoolprotocol. Beschrijven van materialen, boekjes, leesboekjes, voorbeeldlessen enz. Het maken van een jaaroverzicht waarop de afspraken die door het jaar heen uitgevoerd moeten worden, worden vastgelegd.
•
Afspraken maken over het informeren van ouders in het geval pesten vermoed of geconstateerd wordt. Bij aanhoudende problemen informeren we de ouders.
Op huisbezoek en de spreekavonden melden we de ouders als hun gepest wordt of zelf een pester is.
Wat doen we in pestsituaties? 1 Gesprek met de gepeste Als een leerling gepest wordt, is het erg belangrijk om zo snel mogelijk te reageren. Het is erg belangrijk dat de leerling zelf vertelt wat er gebeurt en hoe zij of hij daar last van heeft. De leerling kan het beste inzicht geven in de details over het pesten: op welk moment, wie doet het, waar gebeurt het en hoe vaak enz. In het gesprek kan veel duidelijk worden over de verhoudingen in de groep: sociogram. In dit gesprek is het erg belangrijk om duidelijk uit te spreken dat pestgedrag op school niet voor mag komen en dat leerkrachten en docenten dit met alle middelen willen tegengaan. De leerling moet weten dat pesten niet getolereerd wordt én dat men bereid is om te helpen.
2 Het conflictgesprek met gepeste en pester
• • • •
In een pestsituatie is er sprake van een conflict tussen ongelijkwaardige partijen. De pester heeft de gepeste onrecht aangedaan. De gepeste voelt zich buitengesloten of gekleineerd. Beide partijen hebben een probleem waarin de leerkracht bemiddelt. De leerkracht is in de bres gesprongen voor de gepeste, maar heeft het welzijn van beiden op het oog. Het conflictgesprek kan worden aangegaan wanneer er aan de volgende voorwaarden is voldaan: De gepeste leerling moet zich voldoende beschermd voelen De leerkracht weet dat hij na het conflictgesprek voldoende mogelijkheden heeft om het onderlinge gedrag in de gaten te houden De leerlingen weten beiden wat de bedoeling is van het gesprek: “Ik wil met jullie samen praten, omdat er een groot probleem is, wat ik wil oplossen” Er is voldoende tijd om te praten Aan het eind van het gesprek vraagt de leerkracht beide partijen om oplossingen. Wanneer er geen bevredigend resultaat is, maakt de leerkracht een vervolgafspraak. Als het gesprek goed verloopt, is de afsluiting erg belangrijk. De leerkracht noemt mogelijkheden: excuses aanbieden (dit is geen teken van zwakte, maar juist eerlijk en sportief) met of zonder leerkracht, een toeziend oog kan belemmerend werken. Dit moet niet te lichtvaardig gebeuren: de pester kan te snel “sorry” zeggen om ervan af te zijn, en de gepeste kan te gemakkelijk de excuses aanvaarden om er voor dat moment van af te zijn!
3. Gesprekken met de klas Omdat bij pesten de hele groep betrokken is, kan de leerkracht er niet omheen de groepsprocessen in de klas aan te pakken. De meelopers kunnen zo bij het probleem betrokken worden. Zij kunnen nu gemobiliseerd worden om de situatie te veranderen. Je kunt het probleem open met de groep bespreken. Het gesprek moet goed voorbereid zijn. B.v. “In onze klas gaan dingen verkeerd. Er wordt niet goed met elkaar omgegaan. Dit vind ik erg vervelend. Ik wil dat niet in mijn klas. Ik wil graag een klas waarin iedereen zich veilig voelt en goed met elkaar omgaat.” De gepeste leerling moet goed op de hoogte zijn van de plannen van de leerkracht. De leerkracht moet de gepeste zelf laten kiezen of hij/zij bij het klassengesprek wil zijn. De gepeste leerling verkeert in de meest kwetsbare positie. Voor de klas is het makkelijk om haar gelijk te krijgen
(“hij lokt het zelf uit…”), waarop de gepeste leerling geen weerwoord heeft. Dit moet voorkomen worden. Na het gesprek kan de leerkracht de gepeste leerling even apart nemen om na te ga an hoe hij het ervaren heeft, of – wanneer deze er niet bij is geweest- om te vertellen hoe het gesprek met de klas verlopen is.
5.2
Leerlijn kleuters ??? Schatkist???
We werken in de kleuterbouw met de GOVK- map. Bij deze methode zijn de verschillende ontwikkelingslijnen verdeeld over vijf blokken van acht weken. Deze activiteiten passen wij zelf in binnen ons thema. De thema’s zijn weer verdeeld over twee weken. Na drie blokken is er een toetsmoment; d.w.z. dat we dan onze observatielijst, die op deze methode aansluit, invullen. Overzicht verschillende ontwikkelingslijnen
Auditieve waarneming Groep 1
De opbouw is als volgt: Luisteren en nabootsen van geluiden en éénlettergrepige woorden. Luisteren naar verschillen tussen geluiden en meerlettergrepige woorden nazeggen. Korte zin nazeggen (3 woorden) Geluiden lokaliseren en zin nazeggen (4 woorden) Moeilijker meerlettergrepig woord en zin (5 woorden) nazeggen. En bekende rijmzinnetjes afmaken. Groep 2
De globale opbouw is als volgt: Zin nazeggen (6 woorden), trefwoord herkennen in reeksen, rijmwoorden bij elkaar zoeken, woorddelen verdelen en samenvoegen. Zin nazeggen (7 woorden), trefwoord herkennen in twee zinnen, bij twee woorden eerste/laatste horen, lettergrepen verdelen en samenvoegen. Woorden met moeilijke klankcombinaties nazeggen, bij drie woorden laatste noemen, drie woorden onthouden ongeacht volgorde, auditieve synthese, van drie woorden de twee rijmende herkennen. Bij drie woorden de eerste noemen, trefwoord in verhaal herkennen, vier woorden onthouden ongeacht volgorde, auditieve synthese koppelen aan plaatje. Bij drie woorden de middelste noemen, vier woorden op volgorde onthouden, synthese samenvoegen, zelf rijmwoorden verzinnen. Ruimtelijke oriëntatie Groep 1 Lichaamsdelen aanwijzen en benoemen, zichzelf en voorwerpen in de ruimte en in het platte vlak verkennen. (voor, vanaf, enz.)
Idem. Maar moeilijker (binnen, naar beneden enz.) Idem. Maar moeilijker (hier, terug) Idem. Maar moeilijker (boven, schuin) Idem. Maar moeilijker (beneden, omhoog, dichtbij) Groep 2
Zichzelf en voorwerpen in de ruimte en in het platte vlak verkennen. (naast, rondom, even ver) Idem, maar moeilijker (vooraan, tussendoor) Idem, maar moeilijker (tussenin, langs, verder af)
Idem, maar moeilijker (op zijn kop, door de bocht, verst af) Idem, maar moeilijker (links van, naar rechts) Visuele waarneming Groep 1
Op plaat 5 details aanwijzen, kleuren en vormen aanwijzen, grotere puzzels met concrete voorstelling maken. Bij voorwerpen ontbrekend detail opsporen, kleuren en vormen aanwijzen en benoemen. Op complexere plaat 10 details aanwijzen, moeilijkere kleuren en vormen aanwijzen en benoemen, verschillen in plaatjes onderscheiden (eenvoudig; domino). Bij plaatjes van concrete voorwerpen ontbrekende details opsporen, gedetailleerdere puzzels maken. Kleuren en vormen herhalen, op kleur ordenen. Groep 2
Licht/donker nuances in kleur benoemen, 3/ 4 getoonde voorwerpen onthouden. Op kleurnuance ordenen, verschillen in plaatjes onderscheiden en onthouden (memory) Verschillen in plaatjes onderscheiden (abstracte voorstelling), eenvoudige puzzels met geometrische vormen maken. Verschillen in letter- en cijfervormen onderscheiden. 3/ 4 getoonde plaatjes op volgorde onthouden, ingewikkelde puzzels met geometrische vormen maken. Taal- denken; taal- lezen Groep 1
Ordenen tijd (dag/ nacht), classificeren op soortnamen uit directe leefwereld, leesontwikkeling (bv. Reageren op geschreven taal), schrijfontwikkeling Ordenen tijd (schooldagen/ weekend), classificeren op waarneembare eigenschap (bv. kleur), beredeneren. Idem (herhaling) Ordenen tijd (uitgebreider), classificeren op functie- eigenschap, oorzaak / gevolg, leesontwikkeling, schrijfontwikkeling. Classificeren op materiaalsoort, beredeneren, schrijfontwikkeling (naam). Reken- denken Groep 1
Globaal besef hoeveelheid/grootte, tellen als versje 1-5. Globaal besef idem; maar drie- dimensionaal, aanrakend tellen. Globaal besef idem; maar twee – dimensionaal, aanwijzend tellen. Gericht besef idem (2d), Resultatief tellen, getallen 1,2,5, herkennen. Idem, resultatief tellen zonder aanwijzen, getallen 1-5 benoemen, meten. Groep 2
Gericht en actief besef hoeveelheid en grootte(2d), aanrakend tellen 1-10, resultatief tellen 1-6, getallen 1-6, meten met lichaamsmaten. Idem, resultatief tellen 1-8, getallen 1-8. Idem, resultatief tellen 1-10 (met aanwijzen), meten met zelf gekozen maten. Exact besef hoeveelheid en grootte (2d), doortellen tussen 1-5, cijfers schrijven Idem, terugtellen vanaf 5, globaal besef van standaardmaten.
Taalcommunicatie Groep 1
luisteren naar leerkracht en medeleerlingen, zich in korte zinnen uiten, verstaanbaar spreken. Meedoen aan luister- en doespelletjes, zeggen mee te willen doen. Luisteren naar leerkracht en medeleerlingen (5- 10 min.), zich in spelsituaties uiten, spreken in zinnen die grammaticaal nog niet in detail kloppen. Luisteren naar een verhaal en informatie onthouden, zich uiten in de kring, toename van aantal grammaticaal juiste zinnen. Luisteren naar leerkracht en medeleerlingen (10 min.), adequaat reageren op vragen, zeggen iets niet te willen, praten in korte (veelal grammaticaal juiste) zinnen. Groep 2
kritisch luisteren, afspraken maken, zich excuseren, taal gebruiken om te praten over wat is gebeurd of zal gebeuren. Luisteren naar leerkracht en medeleerlingen (15 min.), gebeurtenis vertellen, de juiste lidwoorden en verkleinwoorden gebruiken. Verhaaltje navertellen, vragen stellen om iets te weten te komen, van de bekendste zelfstandige naamwoorden de meervoudsvormen kennen. Luisteren naar leerkracht en medeleerlingen (15-20 min.), verslag doen van een activiteit, van de bekendste werkwoorden de verleden tijdsvormen kennen. Luisteren naar leerkracht en medeleerlingen (20 min.), versje opzeggen, juist gebruik van eenvoudige voegwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. Fijne motoriek (verdeeld in twee blokken) Groep 1
rollen, (2 handen, ongericht), vangen (pittenzak, grote bal), gooien (onderhands; grote bal), nauwkeurig plaatsen groot materiaal, knippen, plakken, vouwen, tekenen/ schilderen (vrij, inkleuren, potloodgreep). Rollen (1 hand, ongericht), vangen (grote/ kleine bal) Groep 2
gooien (onderhands; kleine bal), nauwkeurig plaatsen klein constructiemateriaal, knippen, plakken, vouwen, tekenen/ schilderen (eenvoudige figuren, begin details) rollen (1 hand, gericht; voorkeurshand), vangen (kleine bal), nauwkeurig plaatsen (complexe figuren maken), knippen, plakken, vouwen, tekenen/schilderen (juiste pengreep) Grove motoriek (verdeeld in twee blokken) Groep 1
lopen (ritmisch lopen), rennen ( zonder overtollige bewegingen), rollen (koprol), huppelen (tweemaal op 1 been hinkelen, enkele passen maken en dan op andere been), springen (met hulp), evenwicht (over brede kant van de bank), klimmen. lopen, rennen (in eigen en verschillend tempo), rollen (juiste richting), huppelen (wel met bijbewegingen), springen (zonder hulp). Groep 2
evenwicht (op 1 been staan, over smalle kant van de bank lopen), klimmen (vlug, op – en over rek) rollen, huppelen (ritmisch) springen, evenwicht (over evenwichtsbalk), klimmen (allerlei variaties).
Sociaal – emotionele ontwikkeling; spelontwikkeling (in twee blokken) Groep 1 spel (kortdurend, op zich staand, individueel, herhalend, passen werkelijkheid aan eigen beeld/
wensen, doen voor korte tijd mee aan groepsactiviteiten, hulp nodig bij oplossen problemen), omgang met anderen (weten naam enkele medeleerlingen, kijken naar anderen als zij praten, kunnen materiaal delen), zelfredzaamheid (goed gebruik w.c., handen wassen, zorgen voor
materiaal, kunnen jas aantrekken /ophangen enz.) spel (spelthema langer volhouden, spel wordt gevarieerder, doen alsof, totale speeltijd neemt toe, krijgen inzicht in spelletjes, meer gericht op een ander, enigszins inleven in de ander, hebben soms hulp nodig bij oplossen problemen) Groep 2
idem blok 2 groep 1 en omgang anderen (weten naam van meeste leerlingen, helpen anderen, kunnen hulp vragen, groepje vormen) spel (lange tijd spelthema en speelrol volhouden, langer met anderen spelen, praten over spelplan, inleven in - en inspelen op anderen, kleine problemen zelf oplossen, gezelschapspelletjes), omgang anderen (begroeten en afscheid nemen, afspraken/ beloftes maken en zich eraan houden, kritiek begrijpen en accepteren). Werkhouding (twee blokken) Groep 1
motivatie/ interesse (open staan voor nieuwe situaties), zelfstandigheid (goed omgaan met materiaal), taakbesef (eenvoudige opdrachten uitvoeren, aandacht opbrengen voor werkje; 5-10 min.). motivatie/ interesse (tempo ontwikkelen), zelfstandigheid (kritiek ontwikkelen op eigen prestaties, overzien wanneer wel/ niet hulp nodig is) Groep 2
idem blok 2 groep 1 en taakbesef (zich taak stellen, plan maken, overzien wat nodig is bij langere opdracht, aandacht opbrengen voor werkje; 10 –15 min.). motivatie/ interesse (tijd nemen voor goed resultaat), zelfstandigheid (kritisch op eigen prestaties, kritiek accepteren), taakbesef (zich moeilijker taak stellen en uitgebreider plan maken, aandacht opbrengen voor werkje; 15-20 min.). Relatie ontwikkelingslijnen en observatie lijst Naar aanleiding van de GOVK map wordt de begrippenlijst getoest, die geheel bij de methode aansluit. (voorbeeld van de lijst zie verderop) Relatie GOVK – OSVO We bieden de ontwikkelingslijn sociaal – emotionele ontwikkeling aan, welke aansluit bij de OSVO- observatielijst. Naar aanleiding van deze ontwikkelingslijn vullen we die lijst dan ook in; twee keer per jaar. Differentiatie Differentiatie in de leerstof vindt plaats door middel van de stap- en plustaken van de GOVK. Thema’s Zoals al eerder gezegd passen we de ontwikkelingslijnen in binnen onze thema’s. De thema’s passen we aan aan de belevingswereld van de kinderen. De thema’s die ieder jaar terug keren zijn
de seizoen en de jaarfeesten. Bij deze terugkerende thema’s hebben we gezamenlijk overleg tussen de kleutercollega’s.
In de klassenmap noteren we wat we iedere week doen. Hier staan de verschillende thema’s en bijbehorende liedjes ook in.
5.3
Godsdienstige vorming
Groep 1 t/m 4 In principe zingen en leren de kinderen van groep 1 t/m 4 de psalm/gezang voor kerk en school in de groep. Dagelijks wordt er aandacht aangeschonken.
Groep 5 t/m 8 De leerlingen van de groepen 5 t/m 8 zingen en leren de psalm/gezang in de groep en thuis. De nieuwe psalm/gezang wordt op maandag aangeleerd en een week later overhoord in tweetallen of groepjes of individueel. We hanteren voor de te zingen psalmen/gezangen de lijst voor kerk en school. (zie bijlage)
Leerstof We vertellen de verhalen volgens het rooster uit de methode “Bijbelwerk voor verteller en kind”. In dit rooster zijn per groep 120 bijbelvertellingen per schooljaar opgenomen. Per week worden drie Bijbelvertellingen gedaan. (40 schoolweken x 3 vertellingen = 120 vertellingen) De methode gaat ervan uit dat alle Bijbelverhalen minstens een keer in de basisschool aan bod komen.
Verwerking Groep 5 en 6 In groep 5 en 6 verwerken we de vertelstof door eenmaal per week een verwerking uit de methode van Jan Blonk “Uit het Woord van God” te gebruiken of (als er tijd overblijft) een verwerkingskaart uit de methode “Bijbelwerk voor verteller en kind”. De verwerkte leerstof loopt gelijk met de vertellingen. Uit de methode van Jan Blonk “Uit het Woord van God” wordt per leerjaar een aantal deeltjes verwerkt. (zie onderstaand schema) In groep 7 en 8 In groep 7 en 8 wordt de methode van Jan Blonk “Uit het Woord van God” als aparte leergang gebruikt. In onderstaand schema staat aangegeven welke leerstof verwerkt wordt. Daarnaast wordt gebruikt gemaakt van de verwerkingskaarten uit de methode “Bijbelwerk voor verteller en kind”.
Afspraken over de verwerking in de groepen 5 t/m 8. Groep 5/6 controleren!!! Via schoolplan GROEP
VERWERKINGEN
VERTELROOSTER
5
J. Blonk “Uit het Woord van God” Van Adam tot Babel (nr. 1 t/m 8) Advent en Kerst Naar het beloofde land (nr. 41 t/m 72)
O.T. 1 T/M 93 N.T. 205 T/M 355
Naar keuze
6
Verwerkingsbladen uit onze methode: “Bijbelwerk voor verteller en kind” J. Blonk “Uit het Woord van God” Abram, Izak en Jacob (nr. 9 t/m 38) Van Jozef en Mozes (nr. 31 t/m 66) Rondom Pasen
7
Verwerkingsbladen uit onze methode: “Bijbelwerk voor verteller en kind” J. Blonk “Uit het Woord van God” Daniël (nr. 184 t/m 190) Handelingen Deel 1 Gesprekken met Jezus
O.T. 92 T/M 201 N.T. 205 T/M 349
Naar keuze O.T. 1 T/M 130 N.T. 204 T/M 352
Naar keuze
8
Verwerkingsbladen uit onze methode: “Bijbelwerk voor verteller en kind” J. Blonk “Uit het Woord van God” Handelingen Deel 2 Lucas Over profeten- Jona en Amos (nr.158 t/m 161) Verwerkingsbladen uit onze methode: “Bijbelwerk voor verteller en kind”
O.T. 131 T/M 202 N.T. 203 T/M 365
Naar keuze
Registratie In ieder groep wordt op de overzichtslijst aangegeven welke verhalen verteld zijn en welke verwerkingen gemaakt zijn. Geef duidelijk bij iedere vertelling aan of de verwerking voor de onderbouw/middenbouw/bovenbouw bedoeld was met de codes: OND/MID/BOV. Het overzicht gaat mee in de organisatiemap naar de volgende groep. Dit om overlappingen van de verwerkingen te voorkomen. In groep 1 t/m 6 wordt er geen beoordeling op het rapport gegeven voor de verwerkte leerstof. In de groepen 7 en 8 worden er cijfers voor de verwerkingen gegeven en vermeld op de rapportage naar de ouders/verzorgers.
5.4
NEDERLANDSE TAAL
GROEP 3 Methode Het taalonderwijs in groep 3 is volledig geïntegreerd in de gebruikte leesmethode "De Leessleutel" van Uitg. Malmberg. De methode bestaat uit De Leessleutel A en B. Er is een map met achtergrondinformatie en een map: orthotheek De methode bestaat uit 10 lessen per 2,5 weken. Elke handleiding heeft 2 thema's. Registratie: de beoordelingen uit de werkboekjes en de themagebonden toetsen bepalen de beoordeling op het rapport.
Groepen 4 t/m 8 Basismodel Woordspel Wekenschema: 1e week Maandag:
Dinsdag: Woensdag:
Donderdag:
Vrijdag:
Woordpakket A aanbieden. De leerlingen schrijven de dicteewoorden over uit het “Woordspel werkboek” in een oefenschrift. De woorden worden genoteerd volgens de categorieën. Leerkracht kijkt de woorden na en de leerlingen oefenen alleen de foute woorden. Woordpakket A wordt geoefend op de computer. De leerlingen oefenen woordpakket A in het “Woordspel werkboek” Woordpakket A wordt geoefend op de computer. Woordpakket B aanbieden. De leerlingen schrijven de dicteewoorden over uit het “Woordspel werkboek” in een oefenschrift. Leerkracht kijkt de woorden na en de leerlingen oefenen alleen de foute woorden. De woorden worden genoteerd volgens de categorieën. Woordpakket B wordt geoefend op de computer. De leerlingen oefenen woordpakket B in het “Woordspel werkboek” Woordpakket B wordt geoefend op de computer of met de verwerkingsvorm uit de soft-ware “woordzoeker”. Het Signaaldictee wordt afgenomen. Woordpakket B wordt geoefend op de computer.
2e week maandag: dinsdag: woensdag: donderdag: vrijdag:
Woordpakket A wordt geoefend op de computer. Woordpakket B wordt geoefend op de computer. Controledictee afnemen. Vijf zinnen helemaal opschrijven, rest alleen woorden Differentiatieprogramma Differentiatieprogramma
Becijfering Woordspel De becijfering passen we toe zoals de methode voorschrijft.
Controledictees Voor groep 4 t/m 6: onveranderlijke woorden 20, 19 of 18 goed: 17 of 16 woorden goed: 15 of minder woorden goed:
Goed Voldoende Onvoldoende
Bij de 5 zinnen geldt: alleen de onveranderlijke woorden worden meegerekend. De resultaten van de zinnen worden apart vermeld in het taaljaarboek.
Voor groep 7 en 8:
Onveranderlijke woorden 11 en 12 goed: 10 goed: 0 - 9 goed:
Goed Voldoende Onvoldoende
Werkwoorden 11 en 12 goed: 10 goed: 0 - 9 goed:
Goed Voldoende Onvoldoende
Parkeerweekdictees: 23 t/m 25 goed: 20 t/m 22 woorden goed: 0 t/m 19 woorden goed:
Goed Voldoende Onvoldoende
Rapportcijfer bepalen: Voor het rapportcijfer gebruiken we de resultaten van de parkeerweekdictees en controledictees Om te middelen: Goed = 3 punten Voldoende = 2 punten Onvoldoende = 1 punt Afronden: 2,8 t/m 3,0 Goed =g 2,5 t/m 2,7 Voldoende/goed = v/g 2,0 t/m 2,4 Voldoende =v 1,8 t/m 1,9 Matig =m 1,7 en minder Onvoldoende =o
Resultaten van het instapdictee, het signaal-,controle- en parkeerweekdictee en van het algemene controledictee worden door de leerkracht genoteerd in het Taaljaarboek.
Basismodel Taalspel Wekenschema: 1e week Maandag: Dinsdag: Woensdag: Donderdag: Vrijdag:
lessen Taalboek lessen Taalboek lessen Taalboek lessen Taalboek lessen Taalboek
en kopieerband en kopieerband en kopieerband en kopieerband en kopieerband
2e week maandag: dinsdag: woensdag: donderdag: vrijdag:
lessen Taalboek en kopieerband Taaltoets Differentiatieprogramma Differentiatieprogramma Differentiatieprogramma
Toetsing De toetsing vindt plaats op de zevende dag, nadat het basisprogramma is afgesloten.
Normering Aan het eind van ieder hoofdstuk staat bij de beschrijving van de toets een afdeling Analyse. Per onderdeel wordt hier de normering aangegeven.
Registratie De resultaten van de toets(onderdelen) worden genoteerd in het Taaljaarboek.
Rapportcijfer bepalen: Voor het rapport gebruiken we de volgende onderdelen: Spelling (dictee): zie Woordspel Schriftelijk taalgebruik: De gemiddelde beoordelingen van alle taalonderdelen uit de toetsen, behalve de onderdelen: stellen en ontleden. De cijfers uit het schrift tellen als 1 beoordeling mee in de bepaling van de eindbeoordeling. Bepaling: Gem. schrift: 8,0 t/m 10,0 = goed 6,0 t/m 7,9 = voldoende lager dan 6,0 = onvoldoende Afronden: 2,8 t/m 3,0 Goed =g 2,5 t/m 2,7 Voldoende/goed = v/g 2,0 t/m 2,4 Voldoende =v 1,8 t/m 1,9 Matig =m 1,7 en minder Onvoldoende =o Mondeling taalgebruik: De gemiddelde beoordelingen van spreekbeurten en boekbesprekingen Stellen (opstel): De gemiddelde beoordeling van de schriftbeoordelingen(cijfers)
Ontleden:
De gemiddelde beoordeling van onderdelen ontleden uit het taaljaarboek.
Basismodel Woordspel/Taalspel 1e week DAG
WOORDSPEL
TAALSPEL
Maandag
Woordpakket A aanbieden.
Lessen Taalboek Lessen kopieerband
De leerlingen schrijven de Dicteewoorden over uit het “Woordspel werkboek” in een oefenschrift. De woorden worden genoteerd volgens de categorieën. Leerkracht kijkt de woorden na en de leerlingen oefenen alleen de foute woorden. Woordpakket A wordt geoefend op de computer. Dinsdag
De leerlingen oefenen woordpakket A in het “Woordspel
Lessen Taalboek Lessen copieerband
werkboek” Woordpakket A wordt geoefend op de computer. Woensdag
Woordpakket B aanbieden. De leerlingen schrijven de dicteewoorden over uit het “Woordspel werkboek” in een oefenschrift. Leerkracht kijkt de woorden na en de leerlingen oefenen alleen de foute woorden. De woorden worden genoteerd volgens de categorieën. Woordpakket B wordt geoefend op de computer.
Donderdag
De leerlingen oefenen woordpakket B in het “Woordspel
Lessen Taalboek Lessen copieerband
Lessen Taalboek Lessen copieerband
werkboek” Woordpakket B wordt geoefend op de computer. Vrijdag
Het SIGNAALDICTEE wordt afgenomen. Woordpakket B wordt geoefend op de computer.
Lessen Taalboek Lessen copieerband
2e week DAG
WOORDSPEL
TAALSPEL
Maandag
Woordpakket A wordt geoefend op de computer. Woordpakket B wordt geoefend op de computer.
Lessen Taalboek Lessen copieerband
Dinsdag Woensdag
Donderdag
Vrijdag
CONTROLEDICTEE afnemen.
TOETS Spelen met zinnen groep 6 Differentiatiestof
Vijf zinnen helemaal opschrijven, rest alleen woorden. “Uitvallers” oefenen Woordpakket A op de computer.
Spelen met zinnen groep 6 Differentiatiestof
“Uitvallers” oefenen Woordpakket B op de computer.
Spelen met zinnen groep 6 Differentiatiestof
Om het leerstofaanbod voor Nederlandse taal af te stemmen op de onderwijsbehoeften van dat deel van leerlingenpopulatie met een leerlingengewicht van boven de 1,0 hanteren we systematisch de methode Bas, uitgeverij J.J. Groen en Zn te Heerenveen. ISBN 90-5030-633-0 We halen de leerstof uit de twee delen: “Ik ben Bas” en “Bas, ga je mee?” Per deel behandelen we 16 grote tekeningen. Deze tekeningen brengen de kinderen in situaties, die passen of aansluiten bij hun belevingswereld. Het samen met de kinderen bekijken van de tekeningen levert veel gespreksstof op. De voorwerpen worden ook benoemd en er wordt over doorgepraat. De kleine tekeningetjes onderaan elke bladzijde kunnen hierbij uitstekend als hulpmiddel worden gebruikt. We gebruiken de kijk(praat)platen bij de methode systematisch.
5.5
Rekenen/Wiskunde
Wordt herzien ivm nieuwe methode Pluspunt.
5.6
Lezen
A. TECHNISCH LEZEN Groep 1 en 2 Methode: We verwijzen voor het leesonderwijs naar het gedeelte Nederlandse Taal en Rekenen. Met behulp van het stempelen en het typen van letters proberen we het leesonderwijs te stimuleren. Beleidsvoornemens: Luisteren naar boekjes die op een band zijn opgenomen. Groep 3 Methode: We gebruiken de methode “De Leessleutel”. Het leesonderwijs bestaat voor de Kerstvakantie uit het aanleren van letters en woorden en het combineren ervan. Na de Kerst komt de spelling aan de beurt. We beginnen dan ook met het opvoeren van het technisch leestempo. Leesmoeders helpen ons hierbij. Registratie: De beoordeling voor het technisch leesonderwijs bestaat uit een gemiddelde van de beoordelingen van de woordenleestoets en de uitslagen van de AVI-toets.
Groep 4 Methode: In groep 4 werken we aan de hand van de methodische lijn: “Leeswerk”. In groep 4 werken we aan de hand van de methodische lijn "Speciale Leesbegeleiding" van Luc Koning aan de niveaus AVI 3,4 en 5 voor zorgleerlingen. Ook gebruiken we de “Leeslijn” boekjes voor de zorgleerlingen. Leesmoeders helpen ons bij het lezen van de boekjes. Registratie: De beoordeling voor het technisch leesonderwijs bestaat uit een beoordeling aan de hand van de Brus-test en het geven van leesbeurten in de groep. Groep 5 en 6 Methode: In de groepen 5 en 6 oefenen we het technisch lezen met 1 klassikale les per week uit de methode "Leeswerk". De leerlingen oefenen ook via het duo-lezen of het groepslezen in het automatiseren van de leestechniek. Daarvoor gebruiken we de boekjes uit de leesserie "Wegwijzer", die een onderdeel uitmaken van de leesmethode "De leeslijn" van Uitg. Meulenhof. Deze reeks boekjes is gekoppeld aan een stapsgewijze opbouw van vooral woordmoeilijkheden van AVI 1 t/m 9. Voor elk niveau zijn 10 tot 12 opeenvolgende boekjes in gebruik, waarbij elk boekje oefening biedt op een leesmoeilijkheid. Eind groep 6 wordt het onderdeel technisch lezen min of meer als afgesloten beschouwd. Registratie: De beoordeling voor het technisch leesonderwijs bestaat uit een beoordeling aan de hand van de AVI kaarten en Drie Minuten Test (DMT) van Cito. Groep 7 en 8 Methode: Wel blijven we voor groep 7 en 8 het technisch lezen per week handhaven, om terugval te voorkomen en om extra aandacht te geven aan het melodisch en dynamisch accent. De kinderen kiezen een boekje uit de klassenbibliotheek. Er zijn boekjes met verschillende AVI-niveaus. In groep 7 en 8 worden verschillende vormen van lezen aangeboden: boekbespreking(leespromotie), klassikaal lezen, voordrachtslezen. Registratie: De beoordeling voor het technisch leesonderwijs bestaat uit een beoordeling aan de hand van de DMT. Algemene registratie. In groep 3 hanteren we de AVI-toetsen. De uitslagen van deze toetsen worden vermeld op het overzichtsblad lezen in de Registratiemap. Voor het afnemen van de toetsen verwijzen we naar de Toetskalender in B.2. Normering Technisch Lezen. Globaal genomen hanteren we de volgende leesnorm: Eind groep 3: AVI 2 Eind groep 4: AVI 5 Eind groep 5: AVI 7 Eind groep 6: AVI 9.
B. BEGRIJPEND LEZEN Groep 4 t/m 8 Methode: Voor de groepen 4 t/m 8 hanteren we de methode "Goed gelezen" voor het onderdeel begrijpend lezen. Deze methode voldoet o.i. aan de kerndoelen.
Voor elke jaargroep is er een leerlingenwerkboekje en een handleiding voor de leerkracht.
Zorgverbreding / differentiatie: We gebruiken hiervoor de methode “Goed gelezen”. Registratie: We gebruiken de methodegebonden toetsen. Voor de afname van de toetsen verwijzen we naar de Toetskalender. Beleidsvoornemens: We zijn van plan om de komende jaren een andere toetsvorm te zoeken.
LEESBELEVING Voor de leesbeleving is er per lokaal een klassenbibliotheek ingericht waarin we, behalve leesboeken met enige spreiding in leesmoeilijkheid, ook boeken hebben opgenomen voor zwakke lezers. Groep 1-8: Voorlezen + Leeshoek Groep 5-8: Boekbespreking
5.7
Schrijven???
Toegevoegd febr.2007:
2. Algemenen afspraken betreft de materialen/ het schrijven • Vulpen kapot? 1x een nieuwe van school, volgende keer zelf betalen Liniaal kapot? 1 euro (Voor beide zaken doorsturen naar Wim. Zelf inschatten wanneer iets (on)bewust is vernield) • De kinderen schrijven in gebonden schrift • Er wordt alleen met schoolpennen geschreven • De instroomgroepen beginnen met de eerste beginselen van de pengreep. Wanneer kinderen moeite hebben met de juiste pengreep mogen de vingergripjes gebruikt worden. • Er komen picto’s van de juiste penhantering/ zithouding. Op deze manier blijven de leerlingen er aan herinnerd worden. • Voor de linkshandigen zullen er stabilo pennen aangeschaft worden. Deze pennen voorkomen de vlekken in het schrift en zijn veelal een uitkomst voor kinderen met een moeilijk te lezen handschrift. Dit laatste kan ook voor de rechtshandigen. Aan de leerkracht om te bepalen wie er met deze pen moet schrijven. • Evt. een cijfer geven voor de verzorging van het werk (dus zowel in taalschriften als in rekenschriften moet netjes gewerkt worden) • Vervolg: per groep afspraken betreft schrijfregels op papier zetten. Deze zullen gerouleerd worden in de onderbouw en door de collega’s van evt. commentaar worden voorzien. Voorbeeld van Hermine: - na de herfstvakantie wordt er zoveel mogelijk aan elkaar geschreven - na de kerstvakantie wordt er verplicht aan elkaar geschreven - de taallessen worden met vulpen geschreven - op losse blaadjes mag zowel aan elkaar als los geschreven worden op die voorwaarde dat het leesbaar is - in het rekenschrift wordt altijd met potlood geschreven - de rekentoetsen worden altijd met potlood geschreven
3. Voorwaarden voor een goede start in groep 3 • De kinderen moeten hun naam kunnen schrijven (niet in blokletters) • De kinderen moeten weten dat je altijd aan de linkerkant begint met schrijven • De kinderen moeten weten dat de naam altijd links boven in de hoek geschreven wordt • Begrippen als links, rechts, eerste, laatste, boven en onder moeten beheerst worden
• • • • •
De kinderen moeten woorden kunnen hakken en plakken: kennis van 1e-2e-3e letter) De kinderen moeten tot 10 kunnen tellen (inclusief getalbegrip) De kinderen moeten getallen in de getallenrij kunnen plaatsen: wat komt er na 5? Ook moeten ze weten hoe de getallen geschreven worden De kinderen moeten (in de kring) naar elkaar kunnen luisteren. Bij een vraag steekt de leerling de vinger omhoog De kinderen moeten 10 minuten stil zelfstandig kunnen werken. Evt. eind groep 2 oefenen met het blokje. Deze voorwaarden zullen meegenomen worden in het overgangsformulier.
Aan het begin van het schooljaar gaat er een brief mee naar de ouders betreft de schrijfletters. Toch zijn er altijd leerlingen die de verkeerde letters blijven schrijven. Deze kinderen kunnen evt. een extra brief krijgen met daarin de letters die hun zoon/ dochter nog niet juist op papier weet te zetten. Opmerking: voorwaarden kunnen niet altijd gerealiseerd worden. Het kind moet er wel rijp voor zijn!
Methode: Groep 1 en 2: Bij het voorbereidend schrijven in groep 1 en 2 gebruikt de leerkracht diverse bronnenboeken, o.a. “Met de hand geschreven” van H. Natzijl. Het voorbereidend schrijven wordt verwerkt in knutselwerkjes en in de werkbladen in de schrijfhoek. Groep 3: Methode: De leerstof voor het aanvankelijk schrijven wordt bepaald door de methode "Schrijven in de basisschool" van uitg. Jacob Dijkstra. Deze methode voldoet o.i. aan de kerndoelen. We gebruiken we de oefenschriften "voorbereidend schrijven" en de oefenschriften 1, 2 en 3. Uitgesproken linkshandige kinderen krijgen de linkshandige versie van deze methode aangeboden en het extra boekje “Geleerde letters los leren schrijven”. Registratie: De beoordeling voor het schrijven bestaat uit het beoordelen van de werkschriften. Groep 4: Methode: In groep 4 werken we ook aan de hand van de methode "Schrijven in de basisschool" Voor groep 4 worden de oefenschriften 4 en 5 gebruikt. Kinderen uit groep 3 en 4, die moeite hebben met bepaalde letters, kunnen via het boekje met extra letteroefeningen geholpen worden. Registratie: De beoordeling voor het schrijven bestaat uit het beoordelen van de werkschriften. Groep 5 t/m 8: Methode: Het voortgezet schrijven krijgt als volgt gestalte: In groep 5 gebruiken de leerlingen het oefenschrift 6 en 7 van "Schrijven in de basisschool" Groep 6 werkt met oefenschrift 8 In groep 7 wordt oefenschrift 1 van "Schrijf verder" gebruikt, terwijl groep 8 oefenschrift 2 van deze methode krijgt aangeboden. Registratie: De beoordeling voor het schrijven bestaat uit het beoordelen van de werkschriften.
5.8
Engels ???
Typering van het gebied
Het aanbieden van engelse taal op de basisschool heeft enerzijds tot doel kinderen al vroeg vertrouwd te maken met een vreemde taal. Anderzijds wordt hiermee aandacht besteed aan de functie van Engels als belangrijke internationale taal. Leerlingen herkennen het Engels als bron van leenwoorden in het Nederlands. Ze leggen de basis voor spreken en lezen van de Engelse taal, uitgaand van alledaagse situaties. Leerlingen moeten daartoe een begin maken met de verwerving van een woordenschat, inzicht krijgen in de zinsbouw en de betekenis van woorden kunnen achterhalen. Methode In de groepen 7 en 8 geven de leerkrachten Engels met behulp van de methode "Units" van Uitg. Malmberg. Het is een totaalpakket, per leerjaar bestaande uit een leerlingenboek, een handleiding, een werkboek, een set kopieerbladen en 2 cassettes. Deze methode voldoet o.i. aan de kerndoelen. Het is ons hoofddoel om kinderen vertrouwd te maken met een vreemde taal. Het accent in de lessen ligt op het ontwikkelen van communicatieve vaardigheden in alledaagse situaties. Daarnaast confronteren we de kinderen met geschreven teksten en leren we ze omgaan met woordenboeken. Registratie De kinderen krijgen regelmatig een repetitie. Het cijfer voor deze repetities wordt genoteerd in de registratiemap. Beleidsvoornemens In het kader van ICT buigen leerkrachten zich de komende cursusjaren over de aanschaf van soft-ware.
5.9
NATUURONDERWIJS / GEZOND GEDRAG
Typering van het gebied Bij natuuronderwijs gaat het om de confrontatie met de levende en de niet-levende natuur. Dat betekent dat kinderen ervaringen opdoen met organismen, materialen, voorwerpen en verschijnselen. Natuuronderwijs wordt zo ingericht dat kinderen de ruimte krijgen ontdekkend bezig te zijn: door eigen onderzoek proberen ze antwoorden te vinden op door henzelf geformuleerde vragen. Vanuit de betrokkenheid met de dingen om hen heen groeit het inzicht in de samenhangen in de werkelijkheid. De inhouden van natuuronderwijs wordt bepaald door de werkelijkheid en door de samenhangen die mensen daarin ontdekt hebben. Natuuronderwijs legt zo de basis voor een onderzoekende houding en een besef van zorg en verantwoordelijkheid voor de medemens en de omgeving. Bij natuuronderwijs wordt ook gezocht naar evenwicht tussen de systematiek van het programma en dat wat kinderen spontaan bezighoudt. Methode: Groep 1 en 2: Als ideeënboek voor de natuurbeleving bij kleuters gebruiken we het "Vier-seizoenen-boek" van uitg. Jacob Dijkstra in Groningen. In groep 3 en 4: We gebruiken wij de methode "Natuur in de kijker" van Uitg. Malmberg. De leergang bestaat uit een deeltje voor groep 3, bestaande uit 12 thema's en een deeltje voor groep 4 met eveneens 12 thema's. Bij elk deel hoort een losbladige handleiding aangevuld met een set copieerbladen Groep 5 t/m 8: In deze groepen wordt natuuronderwijs gegeven met behulp van de methode "Natuurlijk" van Uitg. Malmberg. Registratie: De resultaten komen als beoordeling 3 keer per schooljaar op het rapportboekje
bij het onderdeel Kennisgebieden: Natuuronderwijs/Gezond gedrag. In groep 4,5, 6 met een beoordeling o,z,v of g en in de groepen 7 en 8 met een cijfer. Beleidsvoornemens: Nieuwe methode
5.10 Aardrijkskunde/Geestelijke stromingen A. Aardrijkskunde Typering van het gebied Bij aardrijkskunde oriënteren de leerlingen zich op de wereld om hen heen, dichtbij en veraf. Ze komen er achter dat overal mensen hun omgeving hebben ingericht met bijvoorbeeld: huizen, akkers, weilanden, fabrieken, kantoren, winkels, wegen, kanalen, spoorlijnen enz. Tevens, dat die inrichtingselementen op een bepaalde manier verspreid zijn(ruimtelijke spreiding). Ze merken dat er sprake is van zowel verschillen als overeenkomsten met hun omgeving. Ze leren dat de ruimtelijke inrichting en spreiding op verschillende schaalniveaus (eigen omgeving, Nederland, Europa, de wereld) het resultaat is van een combinatie van menselijke activiteiten en natuurlijke processen. De menselijke activiteiten kunnen heel divers zijn, van economische, sociale, politieke en culturele aard. Ze proberen zicht te krijgen op de ruimtelijke inrichting en spreiding met behulp van vragen die betrekking hebben op: • waarnemen en beschrijven (Wat zie ik? Waar zie ik dat? Hoe ziet het eruit?) • herkennen (Heb ik dat ergens anders ook wel gezien? • verklaren (Hoe komt het? Waarom daar?) • waarderen (Wat vind ik ervan?) Ze kunnen omgaan met kaart en atlas, als belangrijke hulpmiddelen om resultaten van hun zoektocht in beeld te brengen. Groep 3 en 4 Methode: Voorbereidende aardrijkskunde: In groep 3 en 4 wordt per week aandacht besteed aan aardrijkskunde. Er wordt gebruik gemaakt van de methode "Aardrijkskunde in de kijker" van Uitg. Malmberg. Voor beide groepen is er een leerlingenboek plus een handleiding met copieerbladen. De leerstof per deeltje is gegroepeerd rond 12 thema's. De methode voldoet o.i. aan de kerndoelen. Registratie: De resultaten komen als beoordeling 3 keer per schooljaar op het rapportboekje bij het onderdeel Kennisgebieden: Aardrijkskunde/Geestelijke Stromingen In groep 4,5, 6 met een beoordeling o,z,v of g en in de groepen 7 en 8 met een cijfer. Beleidsvoornemens: De komende jaren komen tot een nieuwe methode Groep 5 t/m 8: Methode: In groep 5 t/m 8 werken we met de methode "Een wereld van verschil" van uitg. Malmberg. Deze methode voldoet o.i. aan de kerndoelen. Registratie: De resultaten komen als beoordeling 3 keer per schooljaar op het rapportboekje bij het onderdeel Kennisgebieden: Aardrijkskunde/Geestelijke Stromingen Ingroep 5 wordt een algemene indruk in een beoordeling weergegeven.
In groep 6 wordt de leerstof regelmatig getoetst en een beoordeling gegeven. Het gemiddelde wordt d.m.v. een beoordeling o,z,v of g op het rapport gegeven. In de groepen 7 en 8 wordt de leerstof regelmatig getoetst en de gemidelde cijfers vormen het rapportcijfer. De topografie oefenen we schriftelijk met behulp van de methode Topografie van Agteres en op de computer. Beleidsvoornemens: Komen tot een nieuwe methode
B. GEESTELIJKE STROMINGEN Typering van het gebied. De kinderen komen in onze samenleving in aanraking met andere godsdiensten en hun leefgewoonten. Wij vinden het als christelijke school belangrijk dat we niet alle godsdiensten als neutraal beschouwen. We mogen de kinderen niet in de war brengen door andere religies als gelijksoortig met het Christendom te presenteren. Dr. J. Verkuyl heeft dit passend uitgedrukt met de volgende woorden: “God geve, dat we niet langer de leus verbreiden, dat alle godsdiensten gelijk zijn, want deze leus berust op een reusachtig misverstand. God geve, dat wij mogen zien dat Gods openbaring in Jezus Christus de Weg, de Waarheid en het Leven is en dat niemand tot de Vader komt dan door Hem.” De christelijke school mag geen neutrale gebieden kennen. We kunnen niet normvrij en waardenvrij het vakgebied Geestelijke stromingen geven. We dienen steeds een Bijbelse toetsing te geven van iedere religie en stroming. Juist hierdoor worden de leerlingen gevormd en leren zij zich bewust als Christen te gedragen in een multiculturele samenleving. De leefgewoonten en feest- en gedenkdagen, de landen van herkomst, de stichters en hun heilige boeken, de verspreiding in de wereld van andere religies staan centraal in de lessen geestelijke stromingen. Tenslotte worden de centrale ideeën getoetst aan de Bijbel. Methode: We gebruiken een gedeelte uit de methode “Geestelijke stromingen” van Uitg. Kok te Kampen. Voor groep 7 behandelen we de Islam en het Christendom. In groep 8 komen het Jodendom, het Hindoeïsme en het Boeddhisme aan de beurt. Naast de systematische behandeling van de 4 genoemde stromingen zal er in incidentele gevallen aandacht geschonken worden aan overige godsdienstige of niet-godsdienstige stromingen. Registratie: De resultaten komen als beoordeling 3 keer per schooljaar op het rapportboekje bij het onderdeel Kennisgebieden: Aardrijkskunde/Geestelijke Stromingen. De leerstof wordt regelmatig getoets en de gemiddelde beoordelingen vormen het rapportcijfer.
5.11 Geschiedenis??????? / Maatschappelijke Verhoudingen A. GESCHIEDENIS Typering van het gebied Bij het geschiedenisonderwijs oriënteren de leerlingen zich op het verleden in relatie tot het heden. De hedendaagse situatie waarin leerlingen leven, is het resultaat van verschijnselen, gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen in het verleden. Om meer van dat verleden te begrijpen, verdiepen leerlingen zich in bepaalde aspecten van het verleden, hetgeen leidt tot kennis en inzicht met betrekking tot bepaalde historische verschijnselen, maar ook met betrekking tot historische verschijnselen in het algemeen. Omdat het verleden uitsluitend indirect, door middel van bronnen uit en over dat verleden kan worden bestudeerd, gaat het bij historische kennis en inzicht per definitie om beeldvorming. Daarbij wordt gestreefd naar een beeld dat zo goed mogelijk overeenstemt met de historische werkelijkheid. Kennis en
inzicht met betrekking tot heden en verleden zijn aanvankelijk fragmentarisch en diffuus en worden geleidelijk aan completer en complexer. De leerlingen maken kennis met culturele, politieke, sociale en economische aspecten van de maatschappelijke werkelijkheid. Daarbij ontwikkelen zij een besef van continuïteit en verandering in het eigen leven en in de geschiedenis van samenlevingen. De leerlingen leren zich te bedienen van vaardigheden die hen helpen de geschiedenis goed in beeld te brengen: ze kunnen gegevens over het verleden zoeken en ordenen, met gebruik van historische bronnen. Zo'n bron kan schriftelijk materiaal zijn, beeldmateriaal, geluidsbanden, verhalen van mensen. Ze kunnen de informatie uit diverse bronnen met elkaar vergelijken en de verschillen tussen de zienswijzen van deze bronnen duiden. Ze kunnen daarin oorzaken en gevolgen onderscheiden en ze kunnen achterhalen wat de overeenkomsten met en verschillen tussen heden en verleden zijn. De resultaten van hun zoektocht kunnen ze in een verslag weergeven. Methode Groep 5 t/m 8: In de onderbouw wordt de basis gelegd voor het tijdbesef: de dagen van de week, gisteren/vandaag/morgen, opa/oma enz. Wij geven systematisch onderwijs in geschiedenis vanaf groep 5. Daarbij gebruiken we de methode "De tijd zal het leren " van Uitg. Dijkstra te Zeist. Deze methode voldoet o.i. aan de kerndoelen. Samenstelling van de methode: Registratie: De resultaten komen als beoordeling 3 keer per schooljaar op het rapportboekje bij het onderdeel Kennisgebieden: Geschiedenis/ Maatschappelijke Verhoudingen. In groep 5, 6 met een beoordeling o,z,v of g en in de groepen 7 en 8 met een cijfer. Beleidsvoornemens: We verdiepen ons de komende jaren in een nieuwe methode en zullen tot aanschaf overgaan.
B. MAATSCHAPPELIJKE VERHOUDINGEN (INCL. STAATSINRICHTING) Typering van het gebied Leerlingen krijgen belangstelling voor een aantal belangrijke aspecten in de samenleving en vergoten hun kennis daarover. Dit kan bijdragen tot de vorming van kritische personen van wie respectvol en maatschappelijk verantwoord gedrag kan worden verwacht/gevraagd. Methode: Wat betreft de leerstof in de groepen 5 t/m 7 laten we ons leiden door de ordening van de 4 ringbanden met kopieerbladen: “Met een knipoog naar de maatschappij” In groep 8 hanteren we de methode “Staatsinrichting”. Registratie: De resultaten komen als beoordeling 3 keer per schooljaar op het rapportboekje bij het onderdeel Kennisgebieden: Geschiedenis/ Maatschappelijke Verhoudingen. In groep 5 en 6 met een beoordeling o,z,v of g en in de groepen 7 en 8 met een cijfer.
5.12
SOCIALE REDZAAMHEID / VERKEER
Typering van het gebied Onderwijs in bevordering van gezond en redzaam gedrag is erop gericht dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven ten aanzien van een gezonde en redzaam gedragspatroon dat past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien. Het zonder meer aanleren van algemeen geldende regels blijkt in de meeste gevallen ongewenst en weinig effectief. Wat voor de één gezond of redzaam is, hoeft dat voor de ander niet te zijn.
Daarvoor zijn kenmerken, omstandigheden en opvattingen van mensen te verschillend. Door vanuit de situatie van de kinderen te vertrekken kan aangesloten worden bij de aanwezige kennis, gevoelens en opvattingen van de kinderen, kan positief gedrag dat al aanwezig is, ondersteund worden en kan worden nagegaan waar in het gedrag en in de situatie verbeteringen wenselijk en mogelijk zijn en wat darbij komt kijken. Leren is bij dit vormingsgebied vooral ervarings- en handelingsgericht. Aangedragen kennis speelt hierbij "slechts" een ondersteunende rol. Wat kinderen leren, moeten ze ook kunnen toepassen. Vaak biedt de dagelijkse schoolpraktijk volop "oefensituaties": veilig gebruik van gereedschappen, rekening houden met anderen, milieuvriendelijk gebruik van materialen, enz. In veel gevallen is echter aparte lestijd noodzakelijk (bijv. leren oversteken, kringgesprek over pesten, rollenspel). A. BEVORDERING VAN SOCIALE REDZAAMHEID Het vormingsgebied "sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer, bestrijkt een vrij breed terrein. Het ontwerp kerndoelen onderscheidt in ieder geval al 3 domeinen: a. de redzaamheid als consument b. de redzaamheid als verkeersdeelnemer c. de redzaamheid als deelnemer van groepsprocessen. Bij ons wordt alleen domein no. b aangeboden als apart vakgebied in het activiteitenplan: verkeersonderwijs. De beide andere domeinen komen wel aan bod, maar geïntegreerd in andere vakken, vanaf groep 3 t/m 8. De kerndoelen bij het domein "redzaamheid als consument" komen vooral in de rekenmethode "De wereld in getallen" aan de orde. Ook bij maatschappelijke verhoudingen en bij natuuronderwijs wordt aan dit domein aandacht gegeven. De kerndoelen bij het domein "redzaamheid als deelnemer aan groepsprocessen" komt binnen het taalonderwijs aan de orde. Groep 1 en 2 Bij de kleuters is de sociale redzaamheid gericht op o.a. het aanleren van veters strikken, rits dichten, bekers openen enz. B. VERKEERSONDERWIJS Methode: Groep 3 t/m 8 Voor het domein "redzaamheid als verkeersdeelnemer" gebruiken wij in groep 3 en 4 de methode "Verkeersveilig" van Uitg. Jacob Dijkstra., een methode met een concentrische opbouw. Deze methode bestaat uit een leerlingenboek, een handleiding en een werkboek voor resp. de groepen 3 t/m 7. Wij gebruiken voor groep 5 en 6 het tijdschrift "Op voeten en fietsen", een maandelijkse uitgave van Veilig Verkeer Nederland, VVN. Voor groep 7 gebruiken we de "Jeugdverkeerskrant" ook van VVN. In groep 8 nemen we deel aan de cursus “Jeugd EHBO”. Registratie: De resultaten komen als beoordeling 3 keer per schooljaar op het rapportboekje bij het onderdeel Kennisgebieden Sociale redzaamheid/Verkeer In groep 4, 5 en 6 met een beoordeling o,z,v of g. Het onderwijs in redzaamheid in het verkeer krijgt in groep 7 een extra accent vanwege een schriftelijke en een praktische verkeersproef, die we afnemen in april en mei. Daartoe nemen we regelmatig een proefexamen af uit "Proefexamens voor het verkeersonderwijs" van Uitg. Dijkstra of Examenwijzer VVN.
5.13 Gymnastiek Typering van het gebied Lichamelijke opvoeding is erop gericht dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven die nodig zijn om op verantwoorde manier deel te nemen aan de bewegingscultuur. Het gaat daarbij om een breed aanbod van bewegings- en spelactiviteiten. Het plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties staat centraal. Over het algemeen is de motivatie vanuit de kinderen geen probleem. Wanneer we kijken naar het vrije spelen buiten bij jonge kinderen dan zien we dat ze veel en graag bewegen. In de lessen lichamelijke opvoeding kan die positieve houding verder ontwikkeld worden. De sport kan de jeugd veel aantrekkelijke spel- en bewegingsactiviteiten bieden. De invloed van de sport op het onderwijs is o.a. merkbaar in de richting van de accommodaties waarin de lessen l.o. worden gegeven (sporttoestellen en materialen). In de bewegingscultuur zijn de laatste jaren verschillende veranderingen waarneembaar. Er is o.a. een opkomst van bewegingsactiviteiten met een vrijblijvender en individueler deelname dan in de georganiseerde sport. Tevens is er een trend van life-time sportactiviteiten die in meer heterogeen samengestelde groepen (leeftijd, geslacht) worden beoefend. Wanneer basisschoolkinderen worden voorbereid op deelname aan de volwassen bewegingscultuur dan gebeurt dat via uitnodigende en bij hun leeftijd passende spel- en bewegingsvormen (bijv. met aangepaste regels en materialen) In het basisonderwijs gaat het in de eerste plaats om het bijbrengen van een breed scala aan bewegingsvaardigheden, waarbij tevens veel aandacht wordt gegeven aan vaardigheden en kennis die nodig zijn om samen verantwoord en rekening houdend met elkaar te kunnen bewegen. Voor een blijvende deelname is het belang dat leerlingen zich oriënteren op diverse vormen van bewegingscultuur. Ze moeten zich bovendien een mening kunnen vormen over de spelvormen en de waarde ervan. Het gaat daarbij om factoren als: welke spelvormen hebben de voorkeur, wat zijn de spelregels, hoe wordt het spel veilig gespeeld en hoe wordt met anderen samengewerkt? Methode: Groep 1 en 2: Aan het bewegingsonderwijs in groep 1en 2 wordt inhoud gegeven via buitenspel, spelles en gymles. De 2 delen van Basislessen voor bewegingsonderwijs worden hierbij gehanteerd.
Groep 3 t/m 8: De leerkrachten gebruiken ter voorbereiding van de gymles en spelles veelal de bronnenboeken en overige materialen, die ze via de opleiding hebben verkregen. Daarnaast worden ook de 2 delen van Basislessen voor bewegingsonderwijs gehanteerd. De ene keer wordt een gymnastiekles gegeven, de andere week een spelles. In beide voornoemde boeken staan per deel zo' n 35 uitgewerkte lessen. Uitgaande van 40 weken per cursusjaar blijven er nog 5 weken over. Elke leerkracht maakt een persoonlijke keuze uit de leerstof, verzameld in het Bronnenboek spel en het Bronnenboek voor het onderdeel gymnastiek, beiden uitgegeven door de S.L.O. Voor themagebonden bewegingsactiviteiten laten we ons leiden door de suggesties uit het boek Seizoengebonden en thematische bewegingsactiviteiten, (bronnenboek 6) van uitgeverij Bekadidact. Zwemonderwijs groep 4 en 5 De inhoud van het zwemonderwijs wordt min of meer bepaald door de zweminstructeurs van het "Bosbad Putten”. De instructie is gericht op het behalen van zwemvaardigheidsdiploma A en B. Registratie: Er wordt drie keer per jaar voor de groepen 3 t/m 8 een beoordeling o, z, v of g gegeven.
5.14 Handvaardigheid / Tekenen Typering van het gebied Bij het onderwijs in tekenen en handvaardigheid maken kinderen kennis met verschillende mogelijkheden om zich in beelden uit te drukken. Daarnaast leren ze beeldende uitingen van anderen begrijpen en leren ze genieten van beeldende producten. Dat betekent dat kinderen hun ideeën, gevoelens, waarnemingen en ervaringen op persoonlijke wijze leren vorm te geven in beeldende werkstukken. Dit gebeurt meestal aan de hand van een concreet onderwerp. Vanuit hun eigen beleving en fantasie maken ze zich een voorstelling van het onderwerp, en al werkend ontwikkelen ze vaardigheden om die voorstelling zichtbaar te maken in een tekening of een werkstuk. Bij tekenen en handvaardigheid leren kinderen ook om de functies en de betekenissen van beelden in hun dagelijkse omgeving te herkennen en naar waarde te schatten. Ze leren dit door gericht waarnemen en door reageren op beeldende producten uit de gebouwde omgeving, interieurs, mode en kleding, gebruiksvoorwerpen, beeldende kunst en elementen uit de hedendaagse beeldcultuur. Dit houdt tevens in dat kinderen leren respect te hebben voor de verschillende wijze waarop mensen zich in beelden uitdrukken. Het onderwijs in tekenen en handvaardigheid biedt kinderen een eerste oriëntatie op hun culturele erfgoed. Bij deze oriëntatie wordt er rekening meegehouden dat dit erfgoed een afspiegeling is van culturele groepen die we in de Nederlandse samenleving aantreffen. Het zelf maken van beeldende werkstukken en het beschouwen van beeldende producten uit de omgeving beïnvloeden elkaar wederzijds. Qua inhoud en werkwijze heeft handenarbeid een relatie met techniek. Bij het vormgeven van beeldende producten kunnen technische inzichten toegepast worden. Methode: Groep 3 t/m 8: Voor het vakgebied tekenen maken we gebruik van de methode: Tekenvaardig. Ook eigen ideeën van de groepsleerkracht worden gebruikt. Daarnaast hanteren de leerkrachten ook de map "Beeldende vorming", uitgegeven door Pabo "De Driestar" te Gouda, om daaruit richtlijnen te halen voor de technieken. Tevens wordt ook regelmatig gebruik gemaakt van de serie voorbeeldlessen voor onder- midden- en bovenbouw. Deze lessen maken deel uit van voornoemde map. Registratie Er wordt een beoordeling gegeven op grond van creativiteit, techniek, originaliteit en inzet. Er wordt 3 keer per jaar een rapportbeoordeling gegeven met de letter o,v,m,g.
Handvaardigheidgroep 5
Thema’s: •
“Putten ons dorp”
• • • • • • •
“Aan de kust” “Bomen” “Kerst” “De speeltuin” “Water” “Op reis” “Sprookjesland”
Organisatie: Ieder thema bevat vier opdrachten die in een circuit van vier of vijf weken wordt afgehandeld. Iedere dinsdagmiddag met behulp van een moeder die een groepje in de hal begeleidt.
Aan het begin van een nieuw thema geeft de leerkracht instructie over alle opdrachten met betrekking tot het thema. De doelstellingen zijn ontleend aan de methode “Handvaardig”. Er is op gelet dat alle doelstellingen betreffende de leeftijdsgroep van groep 5 aan de orde komen. De opdrachten zijn aangepast aan het thema.
Putten,ons dorp Beeldaspect: Kleur Vorm Fantasie
Onderwerp: Een foto Bos, bomen Een huis, straten
Materiaal: Gekleurd papier Klei Kosteloos materiaal
Onderwerp: Tastlandschap Een vissersboot Een vloot Een boot
Materiaal: Lapjes,touw(les 9) Kosteloos materiaal (les 2) Gekleurd papier(les 8) Klei
Beeldaspect: Vlechttechniek Materiaal ontdekken Textuur
Onderwerp: Een pluisboom Een boom op hout Een grote boom
Materiaal: Wolresten Spijkers,hout Buiten rubbings maken, groepswerk
Ornament
Lenteboom
Op basis van keukenrol, zelf papier maken.
De kust: Beeldaspect: Textuur Vorm en kleur Ritme Vorm
Bomen:
De speeltuin: Beeldaspect: Constructie Textuur Ornament Constructie
Onderwerp: Klimtoren Poort van doolhof De klimtoren De kabelbaan
Materiaal: Karton,stanleymes (les 11) Klei(les 10) Restjes stof op papier (les 14) Kosteloos materiaal (les 15)
Water: Beeldaspect: Textuur Vorm en constructie Constructie Kleur
Onderwerp: Een magneetvis Wat heeft deze vis gegeten? De boogbrug De mooiste vis van de zee
Materiaal: Klei – plat(les 13) Gekleurd papier afvalmat. (les 3) Ribkarton Gekleurd papier en zilverpapier
Onderwerp: Koffer-story Het vervoermiddel Onderweg Wat zit er in de koffer?
Materiaal: Karton en tijdschriften (les 8) Kosteloos materiaal Groepswerk van verf Klei (les 1)
Op reis: Beeldaspect: Ritme Constructie Beweging Vorm
Organisatie van handvaardigheid. Groep 6,7 en 8 Voor handvaardigheid gebruiken we als uitgangspunt de beeldelementen zoals die worden aangegeven in de methode “handvaardig”. De uitwerking mag door de collega zelf worden bepaald.
De groepen 4 t/m 8 werken in groepen onder leiding van een ouder. Eén of twee collega houden overzicht over de groepen en worden niet ingeroosterd. We gaan in deze groepen uit van 32 weken verdeeld over een aantal blokken:
Vorm
2 blokken
Ornament/ritme Constructie en kleur Constructie en beweging Constructie Kleur Textuur
1 blok 1 blok 1 blok 1 blok 1 blok 1 blok
Per blok gebruiken we 4 weken. Totaal werken we 32 weken in groepen. De eerste vier en de laatste vier weken van het schooljaar verzorgt de leerkracht zelf de handvaardigheidslessen. De eerste vier weken gebruiken we om het nieuwe jaar voor te bereiden.
Inhoud van de lessen van de groepen vier en vijf. Blok 1 Vorm
Les 1 vervolg Les 2 vervolg
Hout Papier Borduurgaren. Borduurgaren
Legpuzzel figuurzagen Minipoppenkast blz 14 hv 4 Boekenlegger Button
Les 1 vervolg
Papier Zijdevloei
Hippe vogel blz 23 hv 4 Sterren blz. 32
Les 1 vervolg Les 1 vevolg
Kostl.mat./ballon Kostl.materiaal Brooddeeg Klei
Luchtballon of kunst en vliegwerk blz 26 hv 4 “hobbel, Bobbel” assen en wielen. Blz 26 hv 4 Egel of krans Te gekke horloges blz 38 hv 4
Les 1 vervolg
Karton Kostl.materiaal
Trekpop “wip Wap” blz 53 hv 4
Les 1 Vervolg
Diversen
“Kleurenspringer” blz 62 hv 4
Klei
“twee vriendjes” blz 56 hv. 4
Ornament en ritme
Constructie en kleur
Textuur Beweging
Kleur
Constructie Les 1
Inhoud van de lessen van de groepen zes, zeven en acht. Blok 1 Vorm
Les 1 vervolg Les 2 vervolg
Klei Kraaltjes Gekleurd papier Karton/pl verf Kraaltjes
Er kan geen kip meer bij hv 7blz 11 Werken met strijkkraaltjes Opvouwbare kijk-dooskaart hv 7 blz.14 Een rariteitenkabinet hv 7 blz 17 Werken met strijkkraaltjes
Les 1 vervolg
Haakkatoen/krlen
Vriendschapsbandjes
Les 1 vervolg Les 1 vevolg
Fotolijstje
Karton papier maché ijzerdraad
Stof/karton
Springpopje met versierde koker
Kruipende slang
Houten lepels
Ornament en ritme
Constructie en kleur
Textuur Beweging
Les 1
vervolg Kleur Les 1 Les 2
OI inkt/trnsppier Kaarten
“doorkijkschilderij” hv 6 blz59 Maken van een drie dimensionele kaart
Vliegtuig
Multiplex zagen
Constructie Les 1
5.15 MUZIEK Typering van het gebied Kinderen groeien op in een maatschappij waarin veel muziek klinkt: muziek uit hun eigen jeugdcultuur, muziek uit niet-westerse culturen, oude en hedendaagse muziek, ontspanningsmuziek. Muziek doet daarbij iets met kinderen: ze komen in een bepaalde sfeer, ze bewegen erbij en ze genieten ervan. Kinderen doen ook iets met muziek: ze zingen enthousiast hun liedjes en spelen op instrumenten. Ze kiezen hun eigen muziek uit om naar te luisteren en ze praten met elkaar over muziek, hun idolen en favoriete groepen. Muziek op de basisschool is er op gericht dat de leerlingen hun aanwezige muzikale mogelijkheden ontdekken en verder ontwikkelen door het verwerven van voldoende kennis, inzicht en vaardigheden zodat ze deel kunnen nemen aan de huidige muziekcultuur in Nederland. Methode We werken aan de hand van de methode “Muziek in de basisschool”, Meulenhoff Educatief, Amsterdam. Ook gebruiken we de bundel "Hoy, een lied" en andere liedbundels. Registratie: Er wordt een beoordeling gegeven op grond van een algemene indruk, houding en inzet. Er wordt een letter o, z, v of g gegeven. De gemiddelde beoordelingen vormen drie keer per jaar de rapportbeoordeling. Beleidsvoornemens: Op termijn zullen we omzien naar een andere methode
Hoofdstuk 6
6.1
Procedures en afspraken
Regels schriftelijk werk groep 3 t/m 8 Schriftgebruik : Rekenen: Groep 3: Sommenrijen niet naast elkaar (is te krap), maar onder elkaar. Wel een regel overslaan tussen de rijen. Voor de kantlijn de taak en de les vermelden: b.v. “Taak 6 som 2” Groep 4 t/m 8: Sommenrijen naast elkaar maken. Nieuwe sommen: 2 hokjes overslaan, dan nummer van de nieuwe som, 1 hokje overslaan dan nieuwe sommenrijen. Voor de kantlijn de taak en de som vermelden: b.v. “Taak 3 som 1”
Taal: Groep 3: Werkboekengebruik (heeft eigen liniatuur) Eind van groep 3 bij spelling de liniatuur 6-4-6 mm gebruiken. (Zie gebruik gr. 4 t/m 8) Voor de kantlijn de taak en de les vermelden: b.v. “Taak 3 les 1” Groep 4 t/m 8: Volgende lesje beginnen na 1 regel overslaan. Niet bij ieder nieuw lesje op een nieuwe bladzijde beginnen. Voor de kantlijn de taak en de les vermelden: b.v. “Taak 3 les 1”
6.2
Schriften / liniatuur Liniatuur: Handleiding "Schrijven in de basisschool" geeft aan: Groep 4: bijpassende liniatuur: 6 -4 -6 mm (schrijfschriftendelen 4 en 5) Groep 5: bijpassende liniatuur: 7,5 mm in 24-lijnige cahiers (schrijfschriftendelen 6 en 7) Groep 6: bijpassende liniatuur: 7,5 mm in 24-lijnige cahiers (schrijfschriftendeel 8)
Rekenen Groep 3: rekenschriften met vierkantruit: 10 x 10 mm Groep 4: rekenschriften commerciaal 5 x 9 mm (via Reinders Best.nr.6360600) Groep 5: rekenschriften commerciaal 4 x 7 ,25 mm Groep 6 t/m 8: rekenschriften: commerciaal4 x 7,5 mm
Taal (volgens richtlijnen Schrijven in de Basisschool) Groep 3: taalschriften met voorlijn: 7,5- 5- 7,5 mm (Heutink nr. 012.110) Groep 4: taalschriften met voorlijn: 6 -4 -6 mm (Heutink 012.329 (rood), 012.330(geel) Groep 5: tot de Kerst: 4,5-2,5-4,5 mm (Heutink 012.325(rood) en 012.326(geel) Na de Kerst: Gelinieerd 24 lijnencahiers 7 ,5 mm met voorlijn. Groep 6 t/m 8: Gelinieerd 24 lijnencahiers 7,5 mm met voorlijn.
Ringbanden 23-gaats: Ringband lijnenblad 23-gaats volmaken. Nieuw lesje: 1 regel overslaan. Gelinieerd: 7 ,5 mm met voorlijn. Commerciaal: zie boven bij schriften.
6.3
Doorstromen/zittenblijven/beslisgroep/procedure
Samenstellen van de groepen •
• •
In de leerlingbespreking met de verschillende "bouwen" komen de kinderen ter sprake die in aanmerking komen voor de adoptie door de zorggroep. Daaraan vooraf doet de klassenleerkracht /rt.'er pedagogisch/didactisch onderzoek (P.D.O). Er komt van alle activiteiten, die van belang zijn te weten verslag in het leerling-dossier. Hiervoor is de betrokken leerkracht verantwoordelijk. Als een leerling aangemeld is en er handelingsplannen worden gemaakt wordt er met de ouders over gesproken. Dit gebeurt door de klassenleerkracht eventueel i.s.m. cz-er. Van kinderen, die voor doublure in aanmerking komen verzamelen we testgegevens, die ons advies naar ouders toe ondersteunen. We stellen echter met nadruk dat doublure alleen zin heeft indien: o er sprake is van uitval op meerdere gebieden, waarvan de indruk bestaat dat herhaling van een leerjaar een functionele uitwerking zal hebben. o een leerling niet voor speciaal onderwijs in aanmerking komt. o een leerling nog niet gedoubleerd is in groep 3-8. o een leerling door ziekte een grote achterstand heeft opgelopen en/of onvoldoende leerrendement heeft.
Bij doublure bespreken we dit met ouders. M.a.w. Leerkracht adviseert tot doublure en we vragen met klem dit advies te volgen. Is er geen overeenstemming tussen klassenleerkracht en ouders dan neemt zorggroep + directeur contact op met ouders voor gesprek over de voortgang. De verantwoordelijkheid voor onderwijskundig proces en voortgang bij de leerling ligt bij het schoolteam en heeft daarin beslissingsrecht. We mogen daarbij niet uit het oog verliezen dat wij als school een dienstverlenend orgaan zijn en rekening mogen houden met de emotionele betrokkenheid van de ouders bij hun kinderen. Besluiten bij overgang/doublure kunnen niet altijd volgens een standaardprocedure gevolgd worden, maar er zijn individuele en persoonlijke zaken waarbij de belangen van elke partij behartigd dienen te worden. We streven naar een gemeenschappelijk gedragen besluit.
Samenstellen van de groepen Minimaal 6 weken voor het einde van het schooljaar komt de beslisgroep met een voorstel voor de samenstelling van de groepen. Dit voorstel wordt besproken in de eerstvolgende teamvergadering. In deze vergadering kunnen wijzigingsvoorstellen worden gedaan. De beslisgroep komt uiteindelijk met een definitieve samenstelling.
Contact met de ouder(s) Voordat de beslisgroep aan het werk gaat worden de ouders van de betreffende groepen per brief geïnformeerd over de toekomstige groepsverdeling en de gebruikte criteria. In deze brief staan de (onderstaande) richtlijnen. Ouders kunnen schriftelijk “wensen” aangeven over zaken waar we als team niet altijd zicht op hebben: vriendschappen, (oude) ruzies in de buurt, familieomstandigheden enz. Vastgesteld 22 juni 2004 Voorbeeldbrief: (volgt) Aan de ouders van de groepen …,
We zij op dit moment bezig met de verdeling van de groepen voor het volgend schooljaar. Het betreft de leerlingen uit groep , groep en groep die overgaan naar groep... Daarnaast komen er enkele nieuwe leerlingen door verhuizing in groep …en blijven er een aantal leerlingen van vorige jaar in groep …. Bij de groepsverdeling wordt gekeken naar • de toetsresultaten van de Cito • pedagogische en didactische omstandigheden • mate van zelfstandigheid • de uitslag van het sociogram (sociale verhoudingen binnen de groep) • overige factoren als geboortedata, verhouding jongens/meisjes • beschikbare ruimtes Met deze informatie worden zo evenwichtig mogelijke groepen samengesteld. Een beslisgroep bestaande uit: directie, intern begeleider en betrokken leerkrachten gaat de verdeling bespreken en samenstellen. We kunnen ons voorstellen dat er omstandigheden kunnen zijn die we als leerkrachten niet weten en waar we toch mogelijk rekening mee moeten houden bij de verdeling. We denken daarbij aan privé-omstandigheden. U kunt deze omstandigheden schriftelijk doorgeven aan de directie van de school binnen een week na het meegeven van deze brief. U ontvangt binnenkort de vastgestelde groepsverdeling. Met vriendelijke groet, Team De Schuilplaats
De beslisgroep bestaat uit de volgende personen: - Vanuit de directie: 1 afgevaardigde - Vanuit de zorg: de CZ´er van de betreffende bouw - Vanuit de groep: de huidige en toekomstige leerkracht(en) De beslisgroep hanteert in volgorde van belangrijkheid de volgende richtlijnen: 1. 2. 3. 4.
selectie op resultaten: CITO en overige groepsresultaten selectie op sociale structuur: Licor, sociogram, familierelatie selectie op externe factoren: aantallen, beschikbare ruimte, enz. selectie op grond van ouderfactoren.
Deze procedure wordt kenbaar gemaakt naar ouders.
6.4
Procedure schoolreisjes/schoolkamp
In principe gaan de groepen 1 t/m 7 jaarlijks op schoolreis. Groep 8 gaat ieder jaar op schoolkamp. De schoolreiscommissie maakt jaarlijks een lijstje met mogelijkheden en komt met een voorstel naar het team. Vervolgens wordt het voorstel besproken met de ouderraad.
Voorbereiding en planning. In januari/februari de plannen bespreken binnen het team en de O.C. Aangegeven worden dan: - lijstje met mogelijkheden - kosten - vervoer - leiding Bij de kosten is het goed aan te geven wat er per leerling betaald moet worden en wat er van de ouderraad moet komen. Vergeet niet de leiding mee te rekenen. Maak hiervan een duidelijk overzicht. In februari/maart worden alle afspraken vastgelegd. Vraag een schriftelijke bevestiging van de afspraak en neem die mee op reis.
6.5
Procedure (buitenschoolse) activiteiten
Indien er (buitenschoolse) activiteiten plaatsvinden (excursies, spreekbeurten enz.) wordt de directie op de hoogte gesteld. Indien er een mededelingenblad meegaat naar de ouders wordt dit eerst ter goedkeuring aan de directie aangeboden.
6.6
Procedure nascholing
De directie stelt jaarlijks in overleg met het team een nascholingsplan op. Op dit plan staan de te volgen cursussen, de onderwijsinstellingen waar de cursus gevolgd wordt en de namen van de teamleden die de cursus volgen vermeld. Dit plan wordt vervolgens ter goedkeuring aangeboden aan het bestuur. De te volgen nascholing moet in het belang van de school zijn, zoals omschreven in het schoolplan en het beleidsbord.
6.7
Procedure Stageplaatsen en stagegelden
Voor een stageplaats (via CHE/De Driestar) komt in principe elke groepsleerkracht in aanmerking. Voor de stageplaatsen van een opleiding voor onderwijsassistente (b.v. Landstede te Harderwijk en ROC ASA te Amersfoort) komen in principe de midden en onderbouwgroepen in aanmerking. We houden bij het toedelen wel rekening met het aantal jaren ervaring, de groepsgrootte, de combigroep, persoonlijke omstandigheden enz. De gelden die we als school ontvangen komen ten goede van de “koffiegelden”/personeelspot.
6.8
Procedure gebouwafspraken
Klassenafspraken: Aan het eind van de dag: • zijn de kapstokken leeg i.v.m. de schoonmaak door de schoolschoonmaker • is het klaslokaal en het klassenbureau netjes (zie BAS-Borgingsdocument Inrichting Klas) • is de vloer schoon, de bankjes leeg en de stoeltjes 2 keer per week op de banken
• • • •
zijn de ramen dicht en de lampen uit (ook van de naastliggende toiletten) ligt alles gereed voor een (eventuele) invaller i.v.m. ziekte/adv zijn de computers uit is de grijze leerstofmap ingevuld (minstens 1 week vooruit gepland)
Het is verboden om werkjes op te hangen met kneedgum op de betonstenen of de geschilderde wanden. Voor het ophangen van werkjes zijn lijnen gespannen en prikborden aangebracht.
6.9
Procedure welkom/afscheid teamlid
Een nieuw teamlid wordt allereerst bekend gemaakt aan de ouder in de nieuwsbrief. Vervolgens is er op een informatieavond voor de ouders van zijn/haar groep de mogelijkheid om kennis te maken. Indien een teamlid afscheid neemt zingen we met alle leerlingen aan het einde van de middag een lied voor deze collega. Na schooltijd geven we de ouders de gelegenheid om afscheid te nemen. De ouderraad verzoeken we dan om koffie met wat lekkers. Met de collega’s nemen we afscheid op het teamuitje in het voorjaar. Een nieuwe leerkracht bezoekt de eerste ouderraadsvergadering voor kennismaking.
6.10 Procedure afscheid groep 8 Op de dinsdagavond van de laatste schoolweek organiseren we de afscheidsavond van groep 8. Na een gezamenlijk avondetentje van groep 8 en het team worden de ouders uitgenodigd. De groepsleerkracht, de directie, een bestuurslid enz. kunnen een afscheidswoordje spreken voor de pauze spreken. Namens het bestuur wordt een Bijbel uitgereikt als afscheidsgeschenk. Na de pauze is er een bijdrage van groep 8 en wordt het rapport meegegeven.
6.11 Procedure coaching leerkrachten Begeleidingsplan voor langdurige invalkrachten met ervaring. a. Elke maandag om 12.30 uur werkoverleg met directie. b. Klassenbezoek met nagesprek door directie. c. Directie bespreekt klassenmap en BAS-principes en geeft instructies voor leerlingvolgsysteem. o o o o
Directie geeft supervisie in het geheel. Invaller schrijft alles op, waar ze problemen ontdekt of als er onvolkomenheden zijn. Calamiteiten e.d. graag meteen melden bij directie. Vaste leerkrachten (gevraagd door de directie) helpen de invaller waar nodig.
Begeleidingsplan beginnende leerkrachten: 1. In de maand voorafgaand aan de eerste werkdag van de beginnende leerkracht (b.l.) wordt er een mentor benoemd. Deze collega werkt bij voorkeur in dezelfde bouw als de b.l. 2. Bij de benoeming van de b.l. wordt er gelet op de zwaarte van de vacature, zodat de b.l. de gelegenheid krijgt om zich in te werken. Te denken valt aan: klassengrootte, taakbeleid (50% van de taken) enz. De beschikbaar gestelde tijd kan gebruikt worden om extra tijd te steken in voorbereiding, correctiewerk, bestudering van schooldocumenten, klassenbezoek bij collega’s (minimaal één keer) etc.
3. In de maand voor de eerste werkdag regelt de mentor een ontmoeting tussen de b.l. en de groepsleerkracht waar de groep van overgenomen wordt. Als dit niet het geval is, b.v. bij uitbreiding, dan regelt de mentor de overname zelf met de b.l. 4. Voor de eerste werkdag maakt de mentor een afspraak met de beginnende leerkracht en wordt hij/zij wegwijs gemaakt in de organisatie van de school. 5. Bespreekpunten zijn: a. Invulling ambulante tijd (indien van toepassing) b. Mappen; zorgmap, toetsmap, registratiemap, organisatiemap (BAS!) en zorgmap. c. Jaarplan/ groepsplan. d. Doornemen van het "Wat en Hoe" onder- of bovenbouw. e. Takenpakket. f. Wat wordt er van jou als teamlid verwacht. Wat verwacht jij van het team. g. Zorgplan. h. Planning i. Methodes
6. In de eerste of tweede week plant de mentor een gesprek met de b.l. en een directielid. In dit gesprek worden afspraken van begeleiding gepland en maak de mentor de b.l. verder wegwijs in de organisatiestructuur van de school. 7. De eerste tijd vraagt de mentor zeer regelmatig hoe het gaat. Dit zal naar behoefte afnemen. 8. Binnen 3 weken vindt er een gesprek met de mentor plaats. In dit gesprek worden in ieder geval zaken besproken als: a. Relatie team b. Relatie kinderen c. Relatie ouders d. Werkdruk/vrije tijd e. Eerste ervaringen in de groep. f. Individuele leerlingen. g. De groep als geheel. h. Ervaringen met ouders. i. Informatieavond. j. Waar loop je tegenaan. k. Ouderbezoek. l. BAS Na dit gesprek wordt een klassenconsultatie afgesproken. Deze vindt plaats m.b.v. een kijkwijzer. 9. Na enkele weken starten de klassenbezoeken (coaching) vanuit de directie. Na een klassenbezoek worden gezamenlijk enkele leerpunten vastgesteld in een evaluerend gesprek met o.a. gesprekspunten uit ad.4 en ad.7. 10.Binnen drie maanden (aansluitend op een klassenbezoek) vindt er een functioneringsgesprek plaats met de b.l. De begeleiding kan naar behoefte uitgebreid worden.
Begeleidingsplan ervaren leerkrachten: 1.
2. 3.
4.
5.
Een nieuwe leerkracht met ervaring krijgt in eerste instantie een coach die hem/haar wegwijs maakt in de school. De coach fungeert tevens als eerste aanspreekpunt voor de betreffende leerkracht. In de maand voorafgaand aan de eerste werkdag van de beginnende leerkracht (b.l.) wordt er een coach benoemd. Deze collega werkt bij voorkeur in dezelfde bouw als de b.l. Bij de benoeming van de leerkracht wordt er gelet op de zwaarte van de vacature, zodat de b.l. de gelegenheid krijgt om zich in te werken. Te denken valt aan: klassengrootte, taakbeleid (75% van de taken) enz. In de maand voor de eerste werkdag regelt de coach een ontmoeting tussen de b.l. en de groepsleerkracht waar de groep van overgenomen wordt. Als dit niet het geval is, b.v. bij uitbreiding, dan regelt de coach de overname zelf met de b.l. Voor de eerste werkdag maakt de mentor een afspraak met de beginnende leerkracht en wordt hij/zij wegwijs gemaakt in de organisatie van de school. Bespreekpunten zijn: a. Invulling ambulante tijd d. Doornemen van het "Wat en (indien van toepassing) Hoe" onder- of bovenbouw. b. Mappen; zorgmap, toetsmap, e. Takenpakket. registratiemap, f. Wat wordt er van jou als organisatiemap (BAS!) en teamlid verwacht. Wat verwacht jij van het team. zorgmap. c. Jaarplan/ groepsplan. g. Zorgplan. h. Planning
i. Methodes In de eerste week plant de coach een gesprek met de b/l/ en een directielid. In dit gesprek worden afspraken van begeleiding gepland en maak de mentor de b.l. wegwijs in de organisatiestructuur van de school. 7. De eerste tijd vraagt de coach zeer regelmatig hoe het gaat. Dit zal naar behoefte afnemen. 8. Binnen 3 weken vindt er een gesprek met de coach plaats. In dit gesprek worden in ieder geval zaken besproken als:
6.
a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l.
Relatie team Relatie kinderen Relatie ouders Werkdruk/vrije tijd Eerste ervaringen in de groep. Individuele leerlingen. De groep als geheel. Ervaringen met ouders. Informatieavond. Waar loop je tegenaan. Ouderbezoek. Bas
Na dit gesprek wordt een klassenconsultatie afgesproken. Deze vindt plaats m.b.v. een kijkwijzer. 9. Binnen drie maanden (aansluitend op een klassenbezoek) vindt er een functioneringsgesprek plaats met de b.l. 10. De begeleiding kan naar behoefte uitgebreid worden.
6.12 Procedure Avondvierdaagse In juni wordt de Avondvierdaagse gelopen. Kinderen uit groep 3,4 en 5 kunnen meelopen met de 5 km. Kinderen uit groep 6 t/m 8 lopen 10 km. De kinderen die meelopen, dienen vooraf inschrijfgeld mee te nemen naar school. Ieder kind houdt zich aan de gestelde regels. De kinderen lopen in drietallen. De groep blijft bij elkaar. Er wordt niet buiten de weg/straat gewandeld. Ook niet in het bos. Ieder kind meldt zich voor het wandelen bij de leerkracht aan en meldt zich ook na de wandeling af. Op iedere avond lopen er twee leerkrachten met de 5 km en de 10 km mee. Ze zijn verantwoordelijk voor de gang van zaken.
6.13 Procedure besteding zendingsgeld Het zendingsgeld wordt iedere maandag verzameld. Er is een groepsleerkracht belast met de besteding en de storting van de gelden via het taakbeleid. Deze leerkracht komt met een voorstellen naar het team. We sparen voor een goed doel tussen de vakanties: zomer-herfst, herft-Kerst, Kerst-voorjaarsvakantie, voorjaarsvakantie-Pasen, Pasen-meivakantie, meivakantiezomervakantie. Ook kan incidenteel een bedrag besteed worden voor een actueel onderwerp. In de nieuwsbrief worden de zendingsgelden verantwoord naar de ouders. Er worden twee adoptiekinderen van Woord en Daad betaald uit het zendingsgeld.
6.14 Procedure laatste schoolweek 1.
Schoolboeken die thuis zijn dienen allemaal weer op school te zijn. Deze regels geldt voor zowel leerlingen als leerkrachten. 2. Alle lijmpotten worden gevuld en blijven in het lokaal en worden voorzien van nieuwe stickers met namen van leerlingen erop.
3. Potloden, gummen, scharen, vulpennen, kleurdozen, linialen en psalmboeken gaan met de kinderen mee naar de volgende groep. Handig is het om deze zaken per leerling in een plastic zakje te doen, voorzien van een naamsticker en alles in een doos te verzamelen met de naam van de groep erop. 4. Ook multomappen gaan mee naar de volgende groep(ook voorzien van een naam). De inhoud mag mee naar huis, tenzij je in overleg met je collega een deel wilt meegeven naar de volgende groep. 5. Pleeg overleg met je collega welke schriften de leerlingen mee naar huis nemen en welke op school blijven. 6. Werkstukken van handvaardigheid en tekenen meegeven naar huis. 7. Prikborden en ramen leegmaken en schoonmaken. 8. De binnenkant van de kasten moet je zelf schoonmaken. Zorg voor een ordelijke en nette inrichting. 9. Alle boeken waar iets aan gerepareerd moet worden, of die nog niet gekaft zijn in de directiekamer in een verzameldoos leggen. 10. Planten zoveel mogelijk meegeven naar huis. Wacht daarmee niet tot de laatste dag. Slechts grote planten kunnen op school blijven. 11. Alle kastjes en laden van leerlingen dienen na de laatste schooldag leeg te zijn. Op kasten en bureaus dient ook niets meer te staan i.v.m. de grote schoonmaak. 12. Zorg dat na de laatste schooldag het juiste aantal tafeltjes en stoeltjes komt te staan. Let op de juiste maat stoel bij de juiste maat tafel. 13. Samen zorgen we ervoor dat de centrale ruimten, de magazijnen enz. netjes zijn. 14. Ten aanzien van de mappen: 15. Tot en met woensdag van de laatste schoolweek houden we ons zoveel mogelijk aan het lesrooster. 16. Op dinsdag strooien de kinderen van groep 8 na de pauze met snoep dat in een papiertje zit. De uiteindelijke buit wordt daarna eerlijk onder alle kinderen van de groep verdeeld. 17. Op de laatste donderdag en vrijdagochtend kun je de hulp van kinderen uit groep 7 of 8 inroepen voor een bepaalde klus. Dit dien je zelf te regelen met de leerkracht van groep 7 of 8. 18. Op vrijdag om kwart voor 12 eindigt het schooljaar voor de kinderen. 19. We maken samen als team de school bezemschoon en gaan dan samen het schooljaar gezellig afsluiten.
6.15 Procedure regels en afspraken met de leerlingen Klassenafspraken In de groep: zie ook BAS-Borgingsdocument Klassenregels en sancties • • • • • •
Vernielde/weggeraakte schoolspullen worden door leerlingen terugbetaald: afgekauwde vulpennen/gummen, gebroken liniaal, onnodig gekras in kladblocks, enz. Balpennen, correctiepennen en type-ex gebruiken we niet. Verbeteren doen we met haakjes of puntjes. Doorkrassen van gemaakt werk is niet toegestaan. We schrijven met vulpen. Tijdens het eten en drinken in de klas gebruikt iedere lln. het eigen, lege tafeltje. Veel etenswaren kunnen buiten opgegeten worden.(verpakking niet mee naar buiten !!!!!) Ben je klaar met je werk, zelfstandig verder gaan met iets anders: taalbak, zelfstandig werken enz. Geen tekening maken zonder toestemming. Voordat de kinderen naar huis gaan, ziet de klas er netjes uit.
• • •
•
Petten en smerige schoenen laten we op de gang. Boeken, schriften enz. gaan in een plastic tas mee naar huis. Zorg voor een vaste plek voor de plastictassen in de groep. Ieder leerkracht controleert of na schooltijd de kapstokken leeg zijn. Restproducten leggen we in de klas en geven het de volgende dag mee. Gevonden voorwerpen leggen we in de doos “gevonden voorwerpen” in het magazijn. Na een maand worden de voorwerpen weggeschonken aan een goed doel. Het plein wordt door alle groepen schoongehouden volgens een rooster.
In de bus: • • • • • •
Ieder kind zit op een stoel tijdens het rijden. Niet op de knieën achterstevoren op de bank zitten. Niet in het middenpad gaan staan. Praten is toegestaan, schreeuwen en zingen niet. Niet tijdens de rit van plaats veranderen. Blijven zitten tot de bus stilstaat.
Op de fiets naar iets (gym, voorstellingen, kamp enz.) • •
Leerkracht fietst achteraan en alle kinderen blijven twee aan twee altijd voor hem/haar. Hulpmoeder fietst vooraan. De voorste en achterste leerlingen dragen een veiligheidshesje.
6.16 Teamafspraken: Gebouwafspraken: Wie het laatst weggaat controleert het volgende: • alle 4 buitendeuren van de school en de noodlokalen • de deur van het magazijn moet op slot • alle verlichting in alle w.c.- ruimten en gangen en hal (6 schakelaars bij de voordeur). • 2 hoge buitenhekken (N.B. de lage hekken bij de weg alleen op vrijdagmiddag op slot ivm weekend)
6.17 Procedure interne organisatie: onderwijskundig Onderwijskundige afspraken: • • •
• • •
Iedere leerkracht is minimaal aanwezig vanaf een kwartier voor schooltijd tot een kwartier na schooltijd (bij pleinwacht eerder) Van iedere leerkracht wordt verwacht, dat hij/zij zich aan het activiteitenplan houdt. Duidelijke afwijkingen doorgeven aan de directeur. Iedere leerkracht zorgt er dagelijks voor, dat de groepsmap bijgewerkt is betreffende de zgn. dagoverzichten en de absentielijst. In verband met ziekte is het nodig om een weekplanning klaar te hebben. Iedere leerkracht zorgt ervoor, dat tijdens een cursusjaar steeds op tijd de relevante informatie in de registratiemap dan wel in het leerlingendossier opgenomen wordt. Het nakijken is een bezigheid, waar onder de les wel eens tijd voor is, maar dat toch in de eerste plaats na schooltijd dient te gebeuren. Iedere leerkracht maakt zelf het (concept) lesrooster voor het volgende cursusjaar en dient dat uiterlijk 2 weken voor de zomervakantie in.
• • •
•
Alle leerlingen t/m groep 8 dienen zich aan het methodische schrift te houden. Voor het gewone schriftelijke werk wordt uitsluitend met vulpen geschreven. Vanaf groep 5 wordt het huiswerk opgebouwd. De leerlingen van groep 8 kunnen in principe dagelijks huiswerk krijgen. Ten aanzien van de rapportcijfers geldt, dat het in principe niet toegestaan is om bij lezen, rekenen of taal 2 punten of meer naar boven of naar beneden te gaan, zonder voorafgaand overleg met de directie. De psalm van de week wordt in de groepen 1 t/m 4 op school dagelijks geoefend en gezongen. De groepen 5 t/m 8 oefenen en zingen ook dagelijks de psalm van de week. Ook leren de kinderen thuis de psalm.
6.18 Procedure interne organisatie: relatie en contacten Afspraken t.a.v. relaties en contacten. •
•
• •
Van alle leerkrachten wordt verwacht, dat men aanwezig is op personeelsvergaderingen, weekopeningen/weeksluitingen, de jaarlijkse ouderavond, de afscheidsavond van groep 8 en andere vieringen/vergaderingen. Alsook bij kennismaking met sollicitanten. Voor part-timers kan een uitzondering gemaakt worden. Elke leerkracht zorgt er voor om vóór het tweede rapport bij, voor jouw nieuwe gezinnen uit de groep, op ouderbezoek te zijn geweest. Als zitten-blijven bij een leerling overwogen wordt, dan ontvangen de ouders in januari/ februari daar de eerste signalen van. Indien er sprake is van een conflictsituatie met ouders, dient de directeur hiervan in kennis gesteld te worden. Bijzondere gevallen van lief of leed in de gezinnen worden aan de teamleden meegedeeld tijdens de weeksluiting. Een teamlid, aan wie deze taak is toebedeeld, zorgt voor een kaartje, een bloemetje of wat dan ook.
6.19 Procedure interne organisatie: aanpak leerlingen Afspraken over aanpak van leerlingen • • •
•
• • •
In de middagpauze mogen geen leerlingen nablijven (noch voor straf, noch voor het afmaken van werk). Om kwart voor 1 mogen leerlingen in de klas komen om werk over of af te maken, mits de leerkracht aanwezig is. Tussen 10 uur en kwart over 10 mogen jarige leerlingen de klassen rond om te trakteren (alléén collega’s). De kleuters trakteren alleen de leerkrachten van groep 1 en 2. De leerlingen van gr. 3 t/m 8 trakteren alleen de leerkrachten van groep 3 t/m 8. Om 10 over 10 krijgen de leerlingen in de klas, alvorens de pauze begint, de gelegenheid om hun meegebrachte etenswaren en drank te nuttigen. Er mogen dan geen schoolboeken/schriften op de tafels aanwezig zijn. Kinderen mogen onder schooltijd het gebouw of het plein niet verlaten, ook niet om thuis iets op te halen. Dit i.v.m. de aansprakelijkheid bij een mogelijk ongeval. Als de leerkracht naar huis gaat, mogen er geen kinderen in het lokaal meer achterblijven. Bij verlies of moedwillige vernieling van materiaal van school, dient een redelijke vergoeding van de leerling (de ouders) gevraagd te worden. Daarbij wordt altijd eerst overleg gevoerd met de directie.
•
• • • • •
Elke vraag van de ouders voor extra verlof dient doorverwezen te worden naar de directie. Alleen de directeur heeft de wettelijke bevoegdheid om verlof te verlenen binnen de daarvoor geldende regels. Leerlingen mogen niet fietsen op het plein. Ze stappen op en af bij het lage hek. Leerlingen hebben geen toegang tot het magazijn, directie- en personeelskamer.Leerlingen mogen niet zelf kopiëren. We blijven er met z'n allen alert op dat op onze school niet gepest wordt. Aan pesten doen we niet mee. Regent het in de pauze, dan mogen de leerlingen onder toezicht van de groepsleerkracht binnen blijven. Extra aandacht wordt gegeven aan het voeten vegen van de leerlingen voor die lokalen waar vloerbedekking ligt. Waar nodig schoenen laten uittrekken in de gang.
6.20 Procedure interne organisatie: omgang met materialen Afspraken over de omgang met materialen • •
• • • • • • • • •
Iedere leerkracht dient er voor te zorgen, dat bij elk tafeltje een passende stoel staat. Op deuren en muren mogen geen gekleurde plakbuddies gebruikt worden, omdat het gum in de stenen gaat zitten. Om iets op te hangen, kun je gebruik maken van de gespannen touwen en prikborden en grijze plakbuddies die alleen op de voegen gebruikt worden. Zorg dat uitgespoelde kwasten en penselen met de haren omhoog in een pot worden gezet. Handvaardigheidsspullen die in de hal gelegd (gedroogd) worden, moeten de volgende dag opgeruimd worden. Voor vertrek let iedere leerkracht erop, dat de lichten in het lokaal uit zijn, het zonnescherm opgedraaid is, de ramen gesloten zijn en de kapstok leeg is. Minstens 1 keer per week worden de kastjes van de leerlingen gecontroleerd op netheid. Materialen, die centraal opgeborgen zijn, dienen zo spoedig mogelijk na gebruik weer teruggezet te worden. Alle boeken en leermiddelen, die meegegeven worden naar huis, dienen in een plastic tas vervoerd te worden. Voor privé-kopieerwerk van meerdere a-viertjes wordt een vergoeding van 0,05 eurocent per kopie gevraagd. De directiekamer is vrij toegankelijk. Dat houdt niet in, dat alles vrij ter inzage is, of vrij meegenomen kan worden. Ten behoeve van invallers is het noodzakelijk, dat alle mappen op school zijn.
6.21
Procedure ziekmelden teamleden
Waar ziek melden? • •
Ziekmelding gebeurt bij de directeur. Bij afwezigheid (adv enz.) bij de adj. directeur. Bij ziekte belt de zieke collega ’s ochtends tussen 7.00 uur en 7.15 uur. Zo mogelijk al de vorige avond. In het weekend (indien mogelijk) zondagavond bellen tussen 20.00 en 21.00 uur.
Tussenmelding(en) • •
Bij “korte” ziektes belt de zieke collega dagelijks ’s middags vóór 14.30 uur naar school om te melden of de ziekte meer dagen duurt. De invallerster kan dan meteen actie ondernemen voor de volgende dag. Bij “langere” ziektes meldt de zieke collega zich voor meerdere dagen ziek. De invalster kan daar rekening mee houden.
Aandachtspunten: • • • •
Zorg dat je grijze leerstofmap altijd een week van te voren is ingevuld. Zorg dat deze map ALTIJD op school is. Neem een kopie mee naar huis. Zorg dat de methoden en handleidingen op één plaats in je lokaal te vinden zijn.
6.22
Procedure vrije dagen teamleden
Volgens de wet heeft iedere collega recht op de volgende (meest bekende) vrije dagen: NIEUWE REGELING WIJZIGEN !!! G8. Kort buitengewoon verlof (imperatief), de bekendste gevallen: • Verhuizen 2 dagen • ondertrouw van de betrokkene, voor 1 dag • burgerlijk of kerkelijk huwelijk van de betrokkene, voor in totaal 4 dagen, voor zover de huwelijksdag of dagen hier binnen vallen. • Huwelijk van bloed- of aanverwant van de eerste of tweede graad, voor 1 dag. • Overlijden eerste graad: 4 dagen • Overlijden twee graag: 2 dagen • Overlijden derde en vierde graad: 1 dag • Jubilea: een dag ivm jubilea betrokkene, ouders, schoon-of pleegouders • Bevalling echtgenote: voor de duur van de bevalling • Kraamverlof: in de periode van 4 weken vanaf het moment dat het kind feitelijk bij de moeder woont kan de echtgenoot 2 dagen vrijnemen • 25,40,50 jarig ambts- of huwelijksjubileum van de betrokkene: 1 dag • 25, 40, 50 en 60 jarig huwelijksjubileum van zijn ouders, stief, schoon of pleegouders: 1 dag
G9. Overig kort buitengewoon verlof 1 Indien zich in de leefsituatie van de werknemer omstandigheden voordoen die hem in redelijkheid verhinderen de verplichtingen, voortvloeiend uit zijn arbeidsovereenkomst na te komen, verleent de werkgever hem gedurende elke periode van twaalf achtereenvolgende maanden ten hoogste twee maal de arbeidsduur per week al dan niet aaneensluitend verlof met behoud van loon. 2 Het verlof vangt niet aan of eindigt in ieder geval zodra de werkgever aan de werknemer kenbaar maakt dat hij tegen het opnemen van het verlof onderscheidenlijk de voortzetting daarvan een zodanig zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang heeft, dat het belang van de werknemer daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken.
6.23 Procedure bij overlijden 1. Bij overlijden van een leerling, klasgenoot •
• • •
De directie stelt het team, de bestuursgedelegeerde en de voorzitter van de ouderraad in kennis van het overlijden van een leerling(in vakantieperioden zo mogelijk telefonisch, per post of e-mail). Directie neemt contact op met de schoolarts. Zo mogelijk is er een leerkracht ambulant die kan bijspringen als er leerlingen zijn die extra opvang nodig hebben. Directie + groepsleerkracht bezoekt zo spoedig mogelijk (indien door nabestaanden is gewenst) de ouder(s) en andere gezinsleden en spreken met de ouders af wie de contacten onderhoudt tussen gezin en school.
• •
•
•
• • •
De directie neemt contact op met de ouders over het plaatsen van een advertentie van school, eventueel ook namens de groep. De directie en de groepsleerkracht overleggen met de ouders over een eventuele bijdrage aan de begrafenis: het zingen van een psalm of een lied of een toespraak. (In geval van echtscheiding nemen we contact op met beide ouders afzonderlijk) Directie en groepsleerkracht nemen, na overleg met de ouders, contact op met de predikant die de rouwdienst hoopt te leiden in verband met een eventuele bijdrage door de groep en vragen die bij de leerlingen leven. Alle ouders worden schriftelijk geïnformeerd over het overlijden en ontvangen schriftelijk informatie over mogelijke condoleance en data van begrafenis en de dag dat er geen onderwijs wordt gegeven op school (dit in nauw overleg met de bedroefde familie). De ouders kunnen zelf beslissen of ze hun kind zullen meenemen als ze gaan condoleren. Dit geldt ook voor de vraag of hun kind het overleden klasgenootje nog mag zien en of het met de klas zal meegaan naar de begrafenis. Als de kinderen de overledene zien en meemaken wat er bij de begrafenis mee gebeurt, wordt het sterven van iemand wel diepernstige werkelijkheid. Maar de kinderen krijgen dan ook de gelegenheid om echt afscheid te nemen. Hele team bezoekt condoleance en begrafenis. Hele team en betreffende groep (mits met toestemming van de ouders) bezoeken de begrafenis. Draaiboek rouwverwerking start meteen na overlijden.
2. Bij overlijden van een gezinslid (ouder, broer, zus) • •
Directie + hele team maar tenminste de leekracht(en) waar een leerling(en) uit dat gezin bij in de groep zit(ten) bezoeken de begrafenis en condoleance. Team wordt door directie in kennis gesteld (in vakantieperioden zo mogelijk per telefoon, post of e-mail).
3. Bij overlijden naaste familie van een collega • • •
Team wordt door directie in kennis gesteld (in vakantieperioden zo mogelijk per post, e-mail). Directie bezoekt condoleance + begrafenis. Team stuurt een condoleancekaart.
4. Bij overlijden van een familielid (grootouder) •
Team stuurt schriftelijk een condoleancekaart.
6.24
Procedure Ontruimingsplan
Hoofdgebouw: B.m.d. B. “De Schuilplaats“ Verzetslaan 17 3882 HH Putten 03412 – 353031
1 Ontruimingssignaal • • •
brandalarm (glaasje kapot duwen) Bij oefening: langdurige stoten van het schoolbelsignaal. plaatsen : bij de keuken boven de brandslang bediening: leerkracht of ouder
2 Algehele leiding De algehele leiding tijdens de ontruiming ligt bij de directeur dhr. G. W. van den Noort. Bij diens afwezigheid ligt deze bij de adjunct-directeur dhr. H. van Veldhuizen. De “ontdekker van de narigheid” zet het brandalarm in werking en brengt de (adjunct-) directeur op de hoogte. Vervolgens wordt door de ontruimingsleider de BRANDWEER, de POLITIE en/of de AMBULANCE gealarmeerd en geeft hij de leiding aan de ontruiming. DEZE WAARSCHUWT OOK DE BUREN. Mocht het zo zijn dat zij beide voor de groep staan dan neemt een collega zonder groep deze onmiddellijk over zodat de ontruimingsleider verder leiding kan geven.
4
Hoe te handelen in geval van brand. • • • •
BLIJF KALM ALARMEER de algehele leider IN GEVAAR verkerende personen in veiligheid brengen SLUIT RAMEN, KLAPDEUREN EN DEUREN
Bij het horen van het brandalarm ONTRUIMT elke leerkracht zijn/haar EIGEN KLASLOKAAL. Tevens ontruimt hij/zij de aan hem/haar grenzende ruimten.(o.a. toiletten, zolderruimte,rt.-kamer) Stagiaires of ouders die zich op het moment van de ontruiming buiten het klaslokaal bevinden gaan zelf met de betreffende kinderen naar buiten en melden dit onmiddellijk bij de betreffende leerkracht. • • • • •
BLIJF BIJ ELKAAR en neem GEEN JASSEN OF TASSEN mee NEEM GROEPSMAP MEE VOOR CONTROLE LEERLINGEN BIJ BUITENSPELEN IS ER EEN TOTAALLIJST IN GYMHOK KLEUTERS + OUD-PAPIERHOK SLEUTEL ACHTERHEK AAN HAAKJE IN HAL VAN DE NOODLOKALEN VLUCHT via de aangegeven route (evt. alternatieve route ivm brandhaard, gevaar)
Zodra de ontruiming van een leerkracht voltooid is, MELDT EEN VAN DE LEERKRACHTEN van iedere verzamelplek dit aan de algehele leider van de ontruiming. De andere leerkrachten blijven bij de groepen. Deze houdt de meldingen schriftelijk bij. • aanvang blussing en voer opgedragen taken uit. De algehele leider of de tweede man ontruimt: • de directiekamer • de personeelskamer • de kleuterspeelzaal • de personeelstoilet • magazijn Indien mogelijk zorgt hij voor het in veilig stellen van de back-ups van administratieve programma’s De VEILIGHEID van MENS en DIER staat voorop.
4.
Algehele ontruiming
Zie plattegronden “B.md.B. De Schuilplaats”
5.
Verzamelplaatsen • • •
De groepen in de lokalen 3, 4 en 5 gaan naar het doodlopende stukje Verzetslaan tegenover de Vluchtuitgang via uitgang 1. De groepen uit de lokalen 6, 7 en 8 en de noodlokalen 12 en 13 gaan via de achteruitgang naar de Kemphaanstraat. De groepen uit de lokalen 1, 2, 9 en 10 en 11 gaan naar de E. van Grevengoedhof.
6
BELANGRIJKE TELEFOONNUMMERS
*ALARMNUMMER:
112
(NAAM, ADRES, AARD, SLACHTOFFERS, ) (REANIMATIE APART VERMELDEN)
* * * * * * * * * * * *
Politie Putten Brandweer Ambulance Ziekenhuis ST. Jansdal
351888 418888 418888 463911
Dr. Kniestedt/Tigchelaar Dr. Stigter Dr. Mens Dr. Coveen Dr. Gunnink Dr. Bakker/de Jong De Blieck
353688 (spoed361404) 357373 351354 351640 351439 353405 351574
* Milieu-incidenten alarmnummer * Calamiteitennummer Zuiveringsschap Veluwe
026 – 4452220 055 - 5272272
Telefoon buren. Fam van Luyn Fam. Bakker
357366 354564
Hoofdlokatie “De Schuilplaats”
353031
7.
Jaarlijkse oefening
We oefenen (aangekondigd en niet-aangekondigd) in principe twee keer per jaar. Na ieder oefening vindt er een teamevaluatie plaats.
6.25
Procedure Videogebruik
Er is een inventarismap in het magazijn waarop alle programma’s staan die bekeken kunnen worden. Er zijn banden op de Schuilplaats maar ook te leen bij de Ichthusschool. De catalogi vind je in de videokast. Ook staan er videobanden die bekeken kunnen worden bij feesten, verjaardagen enz. Het is niet toegestaan om videobanden in de groep te laten zien die niet vooraf door de groepsleerkracht bekeken/gescreend zijn. (b.v. als een leerling een band meebrengt van thuis) Er is een videorooster aanwezig op de beide videokasten met de tijden/dagen per groep voor het gebruik van de video.
6.26
Procedure Schoonmaak
Schoonmaakbedrijf: Firma Evers Werkzaamheden: Volgens contract. Was: De te wassen doeken enz. gaan vrijdags mee en komen de volgende vrijdag retour.
Natte doeken zelf open ophangen aan een waslijntje in de schoonmaakkast van de firma Evers.
Inventaris: Voor groep 1 en 2 per lokaal (per week): 2 handdoeken 1 theedoek 1 vaatdoek Voor groep 3 t/m 8 per lokaal (per week): 1 handdoek 1 vaatdoek Toiletruimten: 1 handdoek per week Huidige voorraad: uitbreiden: 34 theedoeken 30 handdoeken 25 vaatdoeken
Voor iedere groepsleerkracht geldt het volgende: Het onderwijzend personeel draagt er zorg voor dat genoemde werkzaamheden (zoals omschreven in het contract) ongehinderd uitgevoerd kunnen worden door Schoonmaakbedrijf Evers.
Bij het verlaten van de school dienen de groepsleerkrachten: • • • • • •
bureaus, kasten en vensterbanken in opgeruimde staat achtergelaten te worden op woensdag en vrijdag de stoeltjes op de bankjes te (laten) plaatsen de vloeren in redelijke staat achtergelaten te worden (dagelijks vegen of stofzuigen bij bepaalde werkzaamheden: wolresten, kleine snippers, dennennaalden enz.) onnodige obstakels te worden verwijderd of zelf schoon te maken ramen mogen worden beschilderd, maar de groepsleerkracht dient er zelf zorg voor te dragen dat de schilderingen verwijderd worden voor de grote schoonmaakbeurten toe te zien op het ordelijk achterlaten van gymtassen, verfkwasten, afvalbakken, toiletten, zandtafels en de vaatdoeken en handdoeken/theedoeken
Overzicht schoonmaakwerkzaamheden Firma Evers De werkzaamheden omvatten: A. Dagelijks • • • • •
Toiletten ontsmetten en dweilen Wasbakken in de toiletten schoonmaken Toiletartikelen bijvullen Kleuterlokalen vegen Hal en gang vegen
B. Twee keer per week ( op woensdag en vrijdag ) • •
Vloeren in de vegen /schoonmaken Plaatselijk aangehecht vuil van de vloer wegnemen.
C. Een keer per week (op vrijdag of zaterdag) • • • • • • •
Afstoffen van zaken, die binnen handbereik zijn zoals; kasten, bureaus. Ramen zemen van de entree, spiegels in de toiletruimten en de deuren van leslokalen, toiletten en keuken Matten uitkloppen Gang schrobben of dweilen Vloer speellokaal ontsmetten Zorg dragen voor voorraad; zeep, papieren handdoeken, toiletpapier, vuilniszakken. Vuilnisbakken legen en wasbakken in de lokalen schoonmaken
D. Twee keer per jaar (kerstvakantie en in paas- of pinkstervakantie) • • • • • •
Stofragen in alle ruimten Kleuterlokalen schrobben en in de was zetten Tafelbladen reinigen Radiatoren schoonmaken Toiletten met hogedrukspuit reinigen Ramen binnen en buiten reinigen alsmede het houtwerk
E. Een maal per jaar (in de zomervakantie) • • • • • •
6.27
In de grote vakantie vindt er een grote schoonmaakbeurt plaats. Daar hoort in ieder geval ook bij: Lampen schoonmaken Vuilnisbakken ontsmetten Alle tafels en stoelen schoonmaken Ramen binnen en buiten doen Reinigen van vloerbedekking
Infoavond
Aandachtspunten Info-avond • even jezelf voorstellen • werkwijze bij verschillende vakken: je kunt even de methode, de leerlingenboekjes enz. laten zien. Je kunt kort een lesje geven uit een vakgebied b.v. • regels en afspraken in de groep • huiswerk: wat krijgen de kinderen mee, herkennen de ouders dat van thuis, hoe kunnen de ouders hierbij helpen • lijst neerleggen met de geplande avonden voor het huisbezoek. Ouders kunnen hierop intekenen. • Methoden neerleggen en laat de ouders aan het eind rustig even rondkijken Ga niet in op verhalen van: • individuele leerlingen: maak een afspraak met de betreffende ouder om over het eigen kind te spreken • collega´s: verwijs de ouders naar de betreffende leerkracht zelf • andere ouders Overzicht onderwerpen voor de informatieavonden
kleuters
0. bezinningsmoment 01. wat is nieuw in de gehele school /BAS 02. Pestprotocol 03. regels in de klas 04. oudercontacten 05. computeren 06. externe contacten 07. mentale verandering bij kinderen in groep 8 08. algemene regels voor kleurplaat e.d. 09. stoplicht 10. instructietafel 11. zorg / RT 12. Toetskalender 13. verkeer, theoretisch en praktisch examen 14. entree toets 15. CITO toets, schoolkeuze en schoolkamp 16. de nieuwe vakken/ spreekbeurt/boekbespreking 17. rekenen deelsommen en keersommen 18. zwem en gym tijden (handdoek wassen ) 19. godsdienst psalm / 3x vertellen / verwerking 20. belang van taal in onze samenleving 21. De Leessleutel 22. GOVK map 23. methodes / vakken zoals rekenen taal etc. 24. ontwikkelingsgebieden 25. dagindeling / lesroosters 26. doelen per activiteit 27. huiswerk 28. wat ouders thuis kunnen doen (bedtijd,lezen,tv) 29. vragen van ouders beantwoorden
6.28
groepen 3
Groepen 4
Groep 5
Groep 6
groep 7
groep 8
x x
x x
x x
x x
x x
x x
X x
x x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x x
x x x x
x x x x x
x x x x x
x x x x
x x x x
x x x x x
x x x x
x x x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x x
x x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x x
Procedure meldingsplicht besmettelijke ziekten
Uitsluitend basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs vallen onder de werking van artikel 7: • melding van maagdarmproblemen alleen nodig indien er een bijzondere activiteit heeft plaatsgevonden die een extra risico met zich meebrengt. Het gaat bijv. om een gezamenlijk genuttigde maaltijd of een periode met intensief onderling contact. • Geelzucht moet gemeld worden omdat er op scholen een verhoogd risico bestaat op introductie van hepatitis A, de ziekte zich gemakkelijk kan verspreiden- ook buiten de instelling- en er tijdig specifieke maatregelen nodig zijn om deze verspreiding tegen te gaan
•
• •
6.29
Schurft moet gemeld worden omdat door de intensieve onderlinge contacten gemakkelijk verspreiding optreedt. Andere gevallen van plotseling optredende huiduitslag dienen eveneens gemeld te worden wanneer twee of meer gevallen binnen twee weken ontstaan. Met name op kinderleeftijd komt regelmatig besmettelijke huiduitslag voor. Het gaat hierbij om chronische aandoeningen. Hoofdluis hoeft niet gemeld te worden. Wel kan de GGD bij ´signalen´ bij het probleem assisteren door adviezen te geven hoe het luizenprobleem het beste aangepakt kan worden. Alle overige ernstige aandoeningen van infectieuze aard dienen gemeld te worden.
Klachtenregeling
Tekst schoolgids: Toch is het mogelijk dat u het ergens niet mee eens bent. Bespreekt u dat eerst met de leerkracht of de directeur. Als dat niets oplost, kunt u een klacht indienen. Dat moet u schriftelijk doen. De klacht moet u opsturen naar Klachtencommissie CNS Putten of de contactpersoon. U krijgt dan precies te horen wat er met uw klacht gebeurt. Met ingang van 01-08-1998 is de z.g. Kwaliteitswet in het onderwijs ingevoerd. Onderdeel van die wet is het klachtrecht. Het Klachtrecht is uitgewerkt in een klachtenregeling. Ons bestuur heeft in overleg met alle directies van haar scholen gekozen voor een groeimodel Klachtenprocedure en Reglement klachtencommissie. Het gekozen reglement is aan de wet getoetst. Het doel van de klachtenregeling is om door middel van signalering en overleg de ouders een instrument te bieden om bij vermeende overtreding van de wet daadwerkelijk te kunnen handelen. Bij ‘de Wet’ valt te denken aan de anti-discriminatiewet of de wet seksuele intimidatie. In principe kunnen ouders, verzorgers, voogden en leerlingen van dertien jaar en ouder van het klachtrecht gebruik maken. Jongere kinderen hebben dat recht via hun ouders. Uit het bijgevoegde ‘Schema klachtenprocedure’ wordt duidelijk gemaakt wat de mogelijkheden voor een klager zijn. Enkele belangrijke personen worden hieronder kort beschreven: 1. Contactpersoon: Elke school heeft minimaal één contactpersoon, mogelijk twee. De taak van een contactpersoon bestaat uit het aanhoren en doorgeven van de klacht. De contactpersoon heeft de taak om u te verwijzen naar de vertrouwenspersoon. De contactpersoon heeft een meldingsplicht naar directie, bevoegd gezag óf vertrouwenspersoon. De contactpersonen zijn bij ons op school:
Juf van Wetten Meester van Veldhuizen.
2. Vertrouwenspersoon: De vertrouwenspersoon (personen) zijn externe, niet schoolgebonden, niet bestuursgebonden deskundige te weten:
Dhr. H. van Hierden, vacature
De vertrouwenspersoon functioneert als aanspreekpunt bij eventuele klachten. Hij/zij heeft de volgende taken: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
7.
Hij/zij gaat na of er door bemiddeling een oplossing geboden kan worden. Hij/zij gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. Hij/zij gaat na of er aangifte gedaan moet worden bij de politie of justitie. Hij/zij begeleidt desgewenst de klager bij het verloop van de procedure. Hij/zij verwijst naar andere instanties, gespecialiseerd in opvang en nazorg Als er sprake is van aanwijzingen die hem/haar bereiken en geen concrete klacht, mag hij/zij de klachtencommissie of het bevoegd gezag hiervan op de hoogte brengen. Hij/zij kan ongevraagd adviezen geven over de besluiten die het bevoegd gezag zal gaan nemen.
3. Klachtencommissie: De landelijke klachtencommissie bestaat uit vijftien onafhankelijke leden onder wie een voorzitter en vier ondervoorzitters. De ambt. secr. is Mevr. G.J. Boersma-Freeke, Vierhouterweg 54, 8075 BJ Elspeet. Het zou in dit verband te ver voeren om alle artikelen van de procedure en van het reglement aan de orde te stellen. Betrokkenen en belangstellenden kunnen altijd via de contactpersoon of via de directie van de school inzage krijgen in het volledig document ‘Klachtenregeling’.
6.30
Inhoudsopgave mappen
Inhoudsopgave groepsmap Leerlingenlijst Aantekenlijsten Klassendienstlijsten
Afsprakenlijsten Plaatslijsten Cijferlijsten Observatielijsten Leerstoflijsten Verzuimlijsten
Jaarplanlijsten Toezichtlijst ADV-lijst Ouderhulplijst Roosterlijsten Noodplanlijsten
(de groepsmap is altijd beschikbaar in de klas)
uitdraai Tangram met op de achterkant de telefoonboom aantekenen van algemene zaken (bijv. geld schoolreizen) Aantekenen wie geweest is of plannen Overzicht van taken hangt in de klas (afstemmen op schoonmaak en Bas: zie organisatiemap) zie organisatiemap actueel houden geen zorggegevens, hier kunnen bijv. afspraken of aantekeningen per kind genoteerd worden week vooruit plannen ziek (morgen= / middag= \ hele dag= x) Geoorloofd verzuim (g) Ongeoorloofd verzuim (o) bijv. voor spreekbeurten en specifieke groepsactiviteiten nvt indien nodig groepslezen, contactmoeder, handvaardigheidmoeders, enz. kopie invoegen verdeling kinderen over de groepen bij ziekte, zie voor ontruimingsplan organisatiemap
Inhoudsopgave zorgmap (map voor individuele lln.) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
namenlijst van de groep zorgtraject binnen De Schuilplaats incl. taken+traject SABOSO toetskalender regels en afspraken kopieerbladen: formulier lln. bespreking en handelingsplan lopende handelingsplannen afgeronde handelingsplannen van dit schooljaar
Aan het einde van het schooljaar wordt de zorgmap leeggemaakt en komt de inhoud ervan in het leerlingenarchief.
Inhoudsopgave toetsmap (map voor de hele groep) 1. 2. 3. 4.
lln.lijsten en afnamekaarten DMT en TTR verzamellijsten van de methode-afhankelijke en onafhankelijke toetsen Kopij instructie en antwoorden CITO Sociogram en Likor
Aan het einde van het schooljaar wordt de toetsmap leeggemaakt en komt de inhoud ervan in de registratiemap (behalve 1 en 3).
Inhoudsopgave registratiemap (verzamelmap en overdrachtsmap) 1. 2. 3. 4.
6.31
Leerlingkaarten Per leerling eigen indruk leerkracht (bespreekpapieren voor de groepsoverdracht)!!!! Klassikale lijsten van de afgelopen twee jaar. gebruikte thema´s handvaardigheid/tekenen gebruikte verwerkingen bijbelonderwijs liedlijst
LIEF EN LEED en Telefooncirkel Team
Als team hebben we samen afgesproken dat we LIEF & LEED berichten plaatsen op de mail en/of de LIEF EN LEED site. Deze site is te vinden op het volgende adres: http://www.bmdbschuilplaats.nl/liefenleed.html Ieder teamlid kan er zelf blijde en droevige berichten op plaatsen en lezen. We adviseren ieder teamlid om hier regelmatig op te kijken. Voor bijzondere omstandigheden gebruiken we de telefooncirkel voor het team. Meestal zal dit zijn in een vakantieperiode bij een LIEF EN LEED bericht. We zullen jaarlijks de telefoonnummers actualiseren. Wijzigingen van een telefoonnummer graag doorgeven aan de directie. Mocht iemand de telefoon niet oppakken, dan graag de volgende in de cirkel bellen.
Telefooncirkel voor het team Wim 0341 352612 06
Erik 0318 615522 06
Anton 0341 360196 06
Lyda 0341 351634 06
Winny 0341 353725 06
Willeke 0342 444101 06
Rieneke 0320 254198 06
Erika 0341 358776 06
Teresia 033 2988495 06
Renneke 033 8442264 06
Ellis 0341 358379 06
Wouja 0318 540653 06
Evelien 0341 351789 06
Hilde Gerrit. 0341 554996 06
Christine 035 6213896 06
Hilde Guis 055 7074802 06
Marjan 0341 362366 06
Jantine 0318 611224 06
Hermine 0525 683205 06
Marlies 0341 360449 06
Allard 0341 279029 06
Lydia 033 2466135 06
Janice 0577 491015 06
Belangrijk! Als een collega de telefoon niet oppakt, wilt je dan de volgende in de rij bellen?! TIP VAN EEN COLLEGA: Ik plak zo’ n telefooncirkel altijd aan de binnenkant van het keukenkastje, altijd bij de hand, altijd opgeruimd !!!
6.32 NIEUW
Procedure Werktijdenregistratie
De Arbeidstijdenwet legt werkgevers de verplichting op ook buiten de instelling en buiten het rooster verrichte werkzaamheden te registreren. Het lesrooster is daarbij het uitgangspunt. Alleen afwijkingen van het standaardrooster hoeven te worden geregistreerd. Het is noodzakelijk dat je een overzicht per maand maakt met behulp van het formulier op de computer.
6.33
Procedure Huiswerk
Vanaf groep 5 t/m 8 krijgen de kinderen huiswerk mee. Hoe vaak en voor welke vakken is per groep vastgelegd. Daarbij is rekening gehouden met een goede opbouw. Aan het begin van elk schooljaar besteedt elke leerkracht minimaal 3 lessen aan: “Hoe maak ik mijn huiswerk” Dit naar eigen invulling. Te denken valt aan: Waar bewaar je het? leersstrategieën, planning enz.
6.34
Procedure contactouder
Aan het begin van ieder schooljaar benadert de groepsleerkracht een contactouder. Deze ouder regelt voor de groepsleerkracht andere hulpouders van de groep. We denken daarbij aan: rijmoeders bij excursie, handvaardigheid, hulp bij schoolreisje enz..
6.35
Procedure Lijmgebruik
In de groepen 1 t/m 4 gebruiken we de uitwasbare lijm (=MULTICOL BLAUW) In de groepen 5 t/m 8 gebruiken we de Niet-uitwasbare lijm (MULTICOL ROOD)
Belangrijk: Gebruik deze 2 soorten NOOIT door elkaar BIJ HET BIJVULLEN. Het gaat reageren en is niet meer uit de potjes te krijgen !! Laat alle kinderen VERFSCHORTEN gebruiken. De Schoolverzekering dekt deze schade niet (=nalatigheid van de leerkracht).
6.36
Overdracht leerlinggegevens naar andere school
NIEUW !!!! UITWERKEN Nieuw formulier leerlinggegevens Rapportcijfers: kopie achterzijde leerlingenkaart Toetsgegevens Wat kan wel en niet mee ivm privacy b.v. amk, bureau jeugdzorg enz.
6.37
Procedure Begeleidingsplan stage ROC,NTI enz.
Begeleiding en beoordeling deelnemers ROC, NTI enz. voor de kwalificaties: • •
Onderwijsassistent(e) Sociaal Pedagogisch werker 3
Activiteit
Doel
Tijdstip
Door
Gesprekspunten
Introductiegesprek/ Kennismakingsgesprek
Wederzijdse kennismaking
Voorafgaand aan de opleidingsperiode
Directie
Introductiegesprek/ Kennismakingsgesprek
Wederzijdse kennismaking
Voorafgaand aan de opleidingsperiode
Begeleider
Oriëntatiegesprek
Beginsituatie van de deelnemer vaststellen en afspraken maken over het verloop van de opleiding en begeleiding
Bij de start van Begeleider de opleidingsperiode.
Wederzijdse kennismaking, Persoonlijke gegevens noteren, uitreiken schoolgids, rondleiding school, introductie bij de begeleider, huisregels, vragen deelnemer Wederzijdse kennismaking, vragen beantwoorden, afspraken maken over de eerste opleidingsdag Taken doornemen, leerdoelen, vaardigheden en kennis met betrekking tot de leerdoelen/ opdrachten bespreken, aanpak begeleiding, beoordeling en evaluatie
Begeleidingsgesprek
De deelnemer ondersteunen bij het leerproces en bij het uitvoeren van de opdrachten. Controleren of het leerproces van de deelnemer goed verloopt
Minimaal 1 keer per 2 weken. Aan het begin van de opleiding vaker.
Begeleider
Halverwege de opleidingsperiode
Begeleider
Beoordelen of de deelnemer de gestelde doelen
Bij het afronden van de deelkwalificatie
Begeleider in samenspraak met de
Voortgangsgesprek
Beoordelingsgesprek
Ervaringen van de deelnemer bespreken mbt uitvoeren taken uit opdrachtenboek, nieuwe afspraken maken. Planning controleren en maken voor de komende periode, Vaststellen welke activiteiten moeten worden toegevoegd.
Praktijkbeoordeling door de begeleider overbrengen,
Evaluatie/ eindgesprek
6.38
heeft gerealiseerd
directie
Het Aan het eind van opleidingsproces de opleiding en het verloop van de begeleiding bespreken en beoordelen
Directie
deelnemer mogelijkheid bieden te reageren op praktijkbeoordeling, de gevolgen van de beoordeling voor het verdere verloop van de opleiding vaststellen. Opleidingsperiode evalueren
Procedure groepsabonnement Bibliotheek Putten
Als school hebben we 2 “Instellingenabonnementen” bij de Openbare Bibliotheek aan de Brinkstraat 56 te Putten. De abonnementen liggen op de Biep en worden daar bewaard. Op beide abonnementen kunnen 50 exemplaren geleend worden, ongeacht of dit boeken, video’s, dvd’s, cd’s of cd-roms zijn. We kunnen dus max. 100 dingen lenen. De leentijd is voor alle media 8 weken. Het leengeld voor de digitale media bedraagt €1,50. Na 8 weken leentijd is er te-laat-geld verschuldigd van €0,10 per dag per medium.
6.39
Protocol Onderwijsondersteuning zieke leerlingen BaO
Ziek zijn en onderwijs | Protocol Onderwijsondersteuning zieke leerlingen BaO Inleiding | Iedere school krijgt te maken met leerlingen die tijdelijk niet naar school kunnen komen omdat ze ziek zijn. De aard van de ziekte kan heel verschillend zijn: een griepje, een levensbedreigende ziekte, een ongeval, een chronische ziekte of psychosomatische klachten. Het is als school goed om afspraken te maken hoe te handelen wanneer een dergelijke situatie zich voordoet. Verantwoordelijkheid | De verantwoordelijkheid voor het onderwijs aan een leerling, ziek of niet, ligt altijd bij de school waar het kind ingeschreven staat. Het is denkbaar dat de daadwerkelijke onderwijsbegeleiding bij langdurige ziekte van de leerling, thuis of in het ziekenhuis, tijdelijk overgenomen wordt door de consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen van een onderwijsbegeleidingsdienst of van een educatieve voorziening. Er is een goed contact nodig tussen leerling en ouders, school, de consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen en andere instanties die zich met de problematiek bezig houden. Ziekenhuisschool | Vroeger waren er in veel ziekenhuizen ziekenhuisscholen werkzaam. Vanaf 1 augustus 1999 is alleen in de academische ziekenhuizen als opvolger van de ziekenhuisschool een educatieve voorziening bezig met de onderwijsbegeleiding van de zieke leerlingen. Onderwijsbegeleidingsdienst | Sinds de opheffing van de ziekenhuisscholen heeft de onderwijsbegeleidingsdienst het begeleiden van zieke leerlingen en hun leerkrachten er als taak bij gekregen. Scholen kunnen een beroep doen op leerkrachten van de vroegere ziekenhuis-scholen die bij de begeleidingsdiensten ingezet zijn als consulenten onderwijsondersteuning zieke leerlingen. Zij nemen niet het gehele onderwijs over, maar zijn begeleider van de thuisschool voor zowel leerkrachten als leerlingen. Hoe te handelen | Bij zieke leerlingen is de onderstaande wijze van werken een manier om de leerling betrokken te laten blijven bij de school en het onderwijsproces. De leerling houdt perspectief en een
sociaal-emotioneel isolement wordt zoveel mogelijk voorkomen. Het vraagt vooral van de groepsleerkracht veel tijd en inzet, maar ook van de overige leerkrachten die met de leerling te maken heeft wordt betrokkenheid en extra inzet gevraagd. Mogelijk kan de school extra tijd voor de groepsleerkracht beschikbaar stellen. Korte ziekte/ongeval van een leerling |
• • • • •
De groepsleerkracht is de eerst verantwoordelijke voor het contact met de leerling en ouders/verzorgers. De groepsleerkracht informeert de directeur en de coördinator leerlingenzorg. Met de coördinator leerlingenzorg is er voortdurend overleg over een handelingsplan. De groepsleerkracht informeert andere leerkrachten die lesgeven aan deze leerling en geeft zo nodig handelingsadviezen. Bij een te verwachten langere ziekteperiode en het niet of niet volledig naar school kunnen gaan kan de consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen van de schoolbegeleidingsdienst ingeschakeld worden. De groepsleerkracht bewaakt de voortgang en meldt eventuele beëindiging aan de overige leerkrachten, de directeur en de coördinator leerlingenzorg.
Langdurige ziekte, chronische ziekte of opname in het ziekenhuis |
• • • • • •
De groepsleerkracht onderneemt actie naar de ouders en heeft tijdens de ziekteperiode regelmatig contact. De groepsleerkracht informeert de directie, de coördinator leerlingenzorg en de overige leerkrachten. De groepsleerkracht of coördinator leerlingenzorg neemt in overleg contact op met de consulenten onderwijsondersteuning zieke leerlingen van de schoolbegeleidingsdienst of van een educatieve voorziening met de vraag om begeleiding van leerkracht en leerling. De groepsleerkracht bepaalt in samenspraak met de coördinator leerlingenzorg welk schoolwerk van belang is voor de leerling. De groepsleerkracht bespreekt één en ander met de klas en stimuleert klasgenoten contact te onderhouden. Daarnaast kunnen de klasgenoten een rol spelen bij het overdragen van het leerprogramma. De groepsleerkracht informeert de directeur en de coördinator leerlingenzorg met enige regelmaat over de situatie en voortgang.
Slot | De school voelt zich verantwoordelijk voor het welbevinden en voor een zo optimaal mogelijke voortgang van het onderwijs aan alle leerlingen, ook als deze een handicap hebben of ziek zijn. Een duidelijke handelswijze is zeer gewenst. Dit protocol kan de school hierin behulpzaam zijn.
6.40
Functioneringsgesprek (praatblad)
FUNCTIONERINGSGESPREK Naam personeelslid: Naam gespreksleider: Datum klassenbezoek: Gespreksdatum: Datum vorige gesprek: Datum concept in vakje: Datum totale afhandeling:
Handtekening personeelslid:
Handtekening gespreksleider:
1. Afspraken gemaakt tijdens het vorige gesprek 1.1
1.2
1.3
2. Identiteit 2.1 Hoe ervaar je de schoolidentiteit t.a.v. je collega’ s? 2.2 Hoe ervaar je de schoolidentiteit t.a.v. de ouders / kinderen? 3. Taaktoedeling, taakbelasting, taakvervulling en taakopvatting 3.1 Welke momenten hebben de afgelopen tijd veel voor je betekend? 3.2 Waar liep je warm voor?
3.3 Wie of wat heeft je geïnspireerd?
3.4 Wat is op dit moment uitdagend voor je?
3.5 Hoe ervaar je het taakbeleid en de toedeling van de taken? 3.6 Welke momenten hebben je veel energie gekost? (vergaderingen, gesprekken, situaties, of het ontbreken van iets?) 3.7 Tegen welke grenzen ben je dit jaar aangelopen? 3.8 Heb je voldoende vrije tijd? 3.9 Hoe ervaar je de werkdruk?
4. Loopbaanontwikkeling 4.1 Heb je bepaalde plannen waar we in de
toekomst rekening mee moeten houden? 4.2 Hoe wil je op langere termijn je nieuwe verworvenheden (leerervaringen enz.) inzetten? 4.3 Heb je wensen t.a.v. de groepsverdeling voor het komende schooljaar? 5. Samenwerking met en functioneren binnen het team 5.1 Wat doe je om andere teamleden met je ideeën en plannen mee te laten denken en mee te laten gaan? 5.2 Zijn er situaties binnen het team waar je problemen mee hebt? (o.a.groepsvorming, werken in bouwen) 6. Samenwerking en contacten met de ouders/verzorgers van de leerlingen 6.1 Hoe is (ervaar) je verhouding tot de ouders? (denk aan ouderbezoeken, dagelijks contact enz.) 7. Omgang en contacten met de leerlingen 7.1 Hoe ervaar je de omgang met de kinderen? 8. Werkomstandigheden en werksfeer binnen de instelling 8.1 Ben je tevreden over de middelen / ruimten die je ter beschikking staan? 8.2 Kun je met voldoende collega’ s praten over zaken die je belangrijk vindt?
9. Beoordeling organisatie 9.1 Hoe beoordeel je de organisatie? 9.2 Hoe sta je tegenover de beleidsvoornemens van de school en probeer je die te realiseren? 9.2 Hoe ervaar je de vergaderstructuur? 9.3 Is er voldoende overleg en krijg je daarbij genoeg ruimte voor je eigen mening? 9.4 Wat vind je van het personeelsbeleid in het algemeen en ten opzichte van jou in het bijzonder?
10. Scholingsbehoeften, - noodzaak, - mogelijkheden 10.1 Hoe ervaar je de BAS-cursus? 10.2 Hoe heb je je uren deskundigheidsbevordering ingezet (zie taakbrief)? 10.2 Waarin zou je in de toekomst nog willen nascholen? 11. Samenwerking met de direct leidinggevende 11.1 Krijg je voldoende feed-back? 11.2 Voel jij je geaccepteerd door de directie? 11.3 Hoe ervaar je het functioneren van de directie? 12. Parttime – beleid 12.1 Is er een goede balans tussen je werk op school en de dagen dat je niet op school bent? 12.2 Krijg je als part-timer voldoende informatie over het totale schoolgebeuren? 13. Afspraken voor de komende periode 13.1
13.2
13.3
13.4
6.41
Doorgaande lijn werkstukken groep 5 t/m 8 Overzicht en doorgaande lijn werkstukken groep 5 t/m 8 De Schuilplaats
Groep 5
Onderwerpen
Starten met opzoeken van onderwerpen uit een krant, tijdschrift e.d. Daar wordt bijvoorbeeld een muurkrant van gemaakt. Verslag schrijven over een boek
opmerkingen
De werkstukjes worden op school gemaakt, vaak tijdens werken in hoeken Belangrijk: schrijf met eigen woorden => ervaring: wel lastig voor kinderen
6
7
8
6.42
Starten met een verslag over een boekje van info Junior. Eerst in het klad, de leerkracht kijkt dit na, daarna in het net Werkstuk over een algemeen onderwerp, mag met info van de computer Zo nu en dan maken de kinderen in groepjes een muurkrant Starten met het maken van muurkranten e.d. Daarna een werkstuk over een algemeen onderwerp. De kinderen krijgen een uitwerking op papier over ‘hoe maak ik een werkstuk’ met tips en wat er van hen verwacht wordt. Na de beoordeling door de leerkracht krijgt het kind het werkstuk met een beoordelingsformuliertje mee naar huis. Twee werkstukken en de thema’s liggen vast. De kinderen krijgen een opzet met punten en tips mee naar huis. Dit wordt eerst op school besproken. Na de beoordeling krijgen de kinderen het werkstuk met een eenvoudig beoordelingsbriefje mee naar huis Kinderen maken in groepsverband muurkranten. Belangrijk bij werkstukken in de bovenbouw: • Zorg voor een goede doorgaande lijn in opbouw en hoeveelheid • Het kind kiest een onderwerp waar hij/zij nog niet veel van weet • De leerkracht zorgt voor een opzet, zodat de kinderen weten wat de bedoeling is • Bij de nagekeken werkstukken wordt de beoordeling voorzien van een uitgewerkt beoordelingsbriefje • Vanaf groep 7 gaan kinderen een werkstuk thuis maken • Bij het maken van werkstukken gebruiken de kinderen eigen woorden
Deze activiteiten vinden plaats op school Belangrijk: schrijf met eigen woorden => ervaring: wel lastig voor kinderen
Kies een onderwerp waar je nog niet veel vanaf weet. De muurkranten worden op school gemaakt, het werkstuk thuis. Het schrijven in eigen woorden is belangrijk 4 tot 6 weken de tijd De werkstukken worden thuis gemaakt in de wintermaanden 4 tot 6 weken de tijd Schrijf in eigen woorden
Opmerking: zie bovenstaande uitwerking in groep 5 en 6 worden werkstukken vooral tijdens werken in hoeken gemaakt
Procedure Luizenprotocol + brief
WIJZIGEN !!!!
Luizenprotocol: Uitgangspunt 1: Er is in één groep één kind met hoofdluis geconstateerd/ gemeld door ouders. Leerkracht meldt dit aan de directie en hangt zelf de posters (hangen op het prikbord van de directiekamer) op alle
toegangsdeuren van de school. Aan alle leerlingen van de groep geven we de “luizenbrief” mee en gaan de jassen van die groep en de aangrenzende groepen in tassen aan de kapstok.
Uitgangspunt 2: Bij constatering van luizen bij meerdere leerlingen in één groep of melding van luizen in andere groepen, melden aan de directie. Directie hangt posters op alle toegangsdeuren van de school en geven aan alle kinderen de “luizenbrief” mee. Alle jassen gaan in tassen.
Uitgangspunt 3: Bij langdurige perioden van luis (epidemie) kan de directie overwegen om luizenouders aan te stellen. Bijlage 1: “de luizenbrief” Bijlage 1: Voorbeeldbrief: Beste ouders, Er is op school melding gemaakt van een leerling met hoofdluis. Om te voorkomen dat het aantal leerlingen met hoofdluis uitbreidt, geven we deze brief (volgens ons protocol) met informatie mee. Wat zijn luizen eigenlijk? Luizen zijn kleine, grauwe diertjes van ongeveer een tot drie millimeter groot die leven van warm mensenbloed. Op warme plekjes van het hoofd leggen ze eitjes, de zgn neten, vlakbij de hoofdhuis. Je kunt de neten vinden achter de oren, in de nek en onder de pony. Neten hebben een witgele kleur en lijken op roos, maar neten zitten vastgekleefd aan het haar. Na ongeveer een week komt uit een neet een luis tevoorschijn. Deze luis kan ook weer eitjes leggen. Zo neemt het aantal luizen op een hoofd snel toe. De kinderen krijgen dan jeuk. Hoe kom je aan luizen? Hoofdluizen springen niet, maar lopen over van het ene hoofd naar het andere, b.v. wanneer kinderen dicht bij elkaar spelen. Maar ook via beddengoed, sjaals en jassen die dicht op elkaar hangen. Als het noodzakelijk is dat de jassen van de leerlingen in tassen aan de kapstokken moeten worden opgehangen, zullen we dat (volgens ons protocol) aangeven. Hoe weet je of je luizen hebt? Iedereen kan leren luizen en neten opsporen. Kam de haren met een stofkam (handig om in huis te hebben) boven een wit papier of een wasbak, zodat u de luizen goed kunt zien (spoel ze nadien goed weg!). Ga stevig over de hoofdhuid heen, want luizen bevinden zich dichtbij de hoofdhuid. Of maak met je handen “luizenpaadjes”in het haar en spoor ze op met het blote oog. Vindt u niets? Blijf dan regelmatig (wekelijks) controleren, ook als er geen hoofdluis meer heerst.
Wat te doen bij hoofdluis? Zorg ervoor dat iedereen in het gezin die hoofdluis heeft gelijktijdig behandeld wordt. Een bestrijdingsmiddel koopt u bij de apotheek (b.v. Loksasol of Prioderm) evenals een stofkam. Op de gebruiksaanwijzing staat precies wat u moet doen…Wat u verder moet doen is kleding e.d. op minimaal 60 graden wassen, spullen die u niet kunt wassen moet u minstens een week in een luchtdichte plastic zak wegzetten. Meubels, matrassen en autostoelen kunt u goed afborstelen of flink stofzuigen (zak weggooien). Na de behandeling wordt geadviseerd om 2 weken niet te gaan (school)zwemmen. Tenslotte… Het is van groot belang om zo spoedig mogelijk aan de groepsleerkracht (denk ook aan vriendjes en logeetjes) te melden dat uw kind hoofdluis heeft (gehad) om zo uitbreiding te voorkomen. We kunnen dan als school volgens ons protocol gaan werken. We zouden het erg op prijs stellen dat u ook aan de groepsleerkracht meldt of de behandeling succesvol verlopen is. Het is niet nodig om u te schamen, want IEDEREEN KAN HOOFDLUIS KRIJGEN!!! Voor verdere vragen kunt u bij ons terecht. Het team van de Schuilplaats
6.43
Procedure Verjaardagen teamleden
De verjaardag wordt door een collega uit dezelfde bouw georganiseerd. Met de groep wordt een afspraak gemaakt over een thema. De leerlingen krijgen een zakje mee van de organiserende collega voor een financiële bijdrage en dit zakje wordt ingeleverd bij de collega die het feest organiseert. In overleg met de jarige wordt een cadeau gekocht. Met de groep worden afspraken gemaakt over: • de indeling van de dag (ontvangst) • het thema (passend bij de identiteit van de school) • kledinggebruik (passend bij de identiteit van de school) • versieringen, verkledingen enz. (passend bij de identiteit van de school) (spuitbussen met kleuren en slierten worden niet toegestaan op school)
Hoofdstuk 7 BAS BORGINGSDOCUMENTEN
1. STRUCTUUR
2. INTERACTIE
3. ZELFSTANDIGE LEERHOUDING
4. INSTRUCTIE EN FEEDBACK
5. COÖPERATIEF LEREN
6. TEAMLEREN
7. PLANNINGS -SYSTEEM
1.4 MASTERPLANNING
2.4 ZELFBEOOR DELING
3.4 ZELFSTANDIG LEREN IN OPEN STRUKTUREN
4.4 INSTRUCTI EMODELLE N& ZELFINSTRUCTI E
5.4 KINDEREN BEGELEIDE N KINDEREN
6.4 KENNIS MANAGEMENT
7.4 JAARVERSLAG EN STRATEGISCH PLAN
1.3 WEEKPLANNING
2.3 ATTRIBUTI E LEERKRACHT & LEERLING
3.3 BEGELEID ZELFSTANDIG LEREN
4.3 KERNDOELEN EN DIFFERENTIATIE
5.3 COÖPERATIEF LEREN IN TAFELGROE -PEN
2005-2007
2003-2004
6.3 PROBLEEM OPLOSSEND VERMOGEN SCHOOLTEAM
7.3 INTERCOLLEGIAL E TOETSING ROND PLANNING
5.2 TANDEMLEREN
6.2 VORMEN VAN SAMENWER -KING
7.2 LLN-VOLGSYSTEEM & INSTROOM (JONGE) KIND
2004-2005 1.2 VOORSPELBAARHEID IN LEERKRACHTGEDRAG
2.2 RESPONSIVITEIT
3.2 TIJDBEWU STZIJN EN TAAKPLANNING
4.2 EFFECTIEV E INSTRUCTI E EN METHODE
2002-2003
2005-2006
2004-2005
2003-2004
1.1 INRICHTIN G& AANKLEDI NG LOKAAL, PLEIN, SCHOOL 2001-2002
2.1 BASISCOMMUNICATIE & SCHRIFTELIJKE CORRECTIE
3.1 AFSPRAKE N EN ROUTINES EN REGELS
4.1 EFFECTIEV E LEERTIJD EN TAAKGERICHTHEID
5.1 GROEPSVORMING
6.1 TEAMVORMING W.O. VISIE
2004-2005
2002-2003
2002-2003
2004-2005
2003-2004
2003-2004 7.1 LEERLINGADMINISTRATIE
BAS BORGINGSDOCUMENT 1. STRUCTUUR 1.1 INRICHTING SCHOOL (PLEIN) (Vastgesteld April 2003) Algemeen: De werkgroepen zijn verantwoordelijk voor de gemeenschappelijke ruimtes. Zij kunnen collega’ s aanspreken als ze rommel achterlaten. Als ruimtes herhaaldelijk niet netjes zijn, spreekt de directie het aanspreekpunt aan. Afgehandeld
Ruimte Personeelskamer: Werkgroep: Jantine, Wim
Beschrijving •
Kast voor vakliteratuur, praktisch, uitnodigend, wordt sneller gelezen Goedkoop idee: bakjes als voor personeelsleden • Kast met magazijnmateriaal eruit, want personeelskamer is geen magazijn, bovendien niet altijd beschikbaar • Snij en lamineerapparaat eruit, hoort ook niet in de personeelskamer Als er geen andere mogelijkheid is: grote tafel voor deze spullen. • Vanwege de sfeer: Schemerlampen voor gelegenheden, iets leuks aan de muur, b.v. foto’s, schilderij Conny en planten. • Planken boven de kasten weg. • Bak of la voor actuele info die nu altijd maar over de tafels slingert, b.v. folders sinterklaas, verzekeringsdingen etc. • Grotere prullenbak. Deze ideeen zijn vooral gemaakt mbt een klein budget. Met meer geld zouden we b.v. ook meubels kunnen aanpassen enz.
Ja
Bij uitbreiding
Bij uitbreiding
Ja
Ja Ja
Ja Bij uitbreiding
Aanspreekpersoon
Wim
Directiekamer Werkgroep: Erik, Marlies en Wim
Beschrijving • •
Druppelvorm bij bureau voor ontvangen gasten, ouders enz Planten
Ja Ja Wim
Entree Werkgroep: Erik, Marlies en Wim
Beschrijving •
Passende paraplubak eventueel aanschaffen
Afscheid gr. 8
Marlies
R.T. kamer Werkgroep: Marlies, Erik,
Beschrijving • • • • •
Ideeën Plantjes Grotere posters Gordijntjes op termijn Nieuwe raamschilderingen
Ja Ja Ja Bij uitbreiding Ja Wouja: gymmateriaal Allard: Handvaardigheid Lydia: Podium en vitrinekasten
Hal Werkgroep: Christine, Allard, Lydia, Wouja, Willeke,Anton(computerhoek), Ellis, Erika
Beschrijving • • • • • • • • •
• •
Achterwand podium laten staan Podium kleiner; 1 rij opslaan op zolder (sint, kerst, musical wel) Meer dichte kasten en geen spullen op de kast Geen rommel op de kasten Mooie planten; contact O.R. Op podium een lage tentoonstellingstafel Dikke mat opbergen. Vitrinekast: ene helft prijzenkast, andere helft kinderwerk Op de kasten een aantal plakfiguren plakken Gymmen blijft een probleem, over materiaal opbergen duidelijke afspraken maken, matten opruimen! Podium kleiner, dan zitje voor leerkrachten bij de keuken 2 lijsten per groep
Ja Ja Uitbreiding
Ja Ja Nee Ja
Ja Ja
• • • • •
Bij eventuele uitbreiding: Aparte computerruimte Apart kopieerhokje Extra magazijn Eventueel zolders benutten (voor overblijven).
Bij uitbreiding Bij uitbreiding Bij uitbreiding Bij uitbreiding Renneke
Keuken Renneke, Hilde Gerritsen, Rieneke
Beschrijving • • • •
Logische indeling van de kastjes maken Opruimen en schoonmaken Lage koelkast met een dichte voorkant en een vriesvak Afgesloten kast voor de cd spullen
Ja Ja Noodzakelijk? ??
Toiletten Renneke, Hilde Gerritsen, Rieneke
Beschrijving • • • •
Afgesloten prullenbak Opbergruimte c.q. kluisje Kalender Prikbord
Nee Uitbreiding Ja ??
N.B. Medewerkers voor het plein zijn alle collega’s die niet bij de hal horen.
BASBORGINGSDOCUMENT 1. STRUCTUUR 1.1 INRICHTING KLASLOKAAL Ruimten: Groep 1 Algemeen: Het klaslokaal maakt een gezellige, ordelijke verzorgde en uitnodigende indruk Er is permanent actueel werk van lln. tentoongesteld Muren en plafonds: Muren en prikborden zijn overzichtelijk /ordelijk ingedeeld De inrichting van muren en plafonds zijn ingericht naar het thema dat aan de orde is Er is werk van kinderen tentoongesteld Vloerruimte: Het meubilair is in tafelgroepjes opgesteld en wel zo dat de leerkracht alle lln kan zien, maar niet altijd in het gezicht. Lln kunnen vanaf hun werkplek de leerkracht zien, maar vanuit een hoek niet altijd Er is geschikt meubilair om verschillende werkvormen toe te passen(groepswerk, zelfstandig werken) Er is geen instructietafel De paden waar veel gelopen wordt(b.v. kasten, fonteintjes) zijn zoveel mogelijk vrij van meubilair
Hoeken Eventuele hoeken zijn zo ingericht, dat ze te controleren zijn door soms over een kast te kijken. Rustige hoeken zijn enigszins”besloten” Indien mogelijk zijn de bestaande hoeken aangepast aan het thema of activiteit en die bieden dan ook uitdaging Kasten In de kasten liggen de benodigde leermaterialen overzichtelijk en voor de lln toegankelijk opgeslagen In de kasten liggen uitsluitend materialen die frequent worden gebruikt De kasten zijn zo geplaatst dat ze het zicht van de leerkracht of van de lln niet belemmeren Op de kasten staat werk van lln. tentoongesteld Bureau van de leerkracht Is zo geplaatst dat er geen doorgang geblokkeerd wordt We moeten erop blijven letten dat het bureau een ordelijke en verzorgde indruk maakt. Voorraad en bezittingen van lln. In de klas is een toegankelijke plaats ingeruimd voor dagelijks gebruiksmateriaal Er is een zichtbare, maar gereserveerde ruimte om bezittingen van leerlingen te bewaren: broodtrommels en bekers zijn aan/op de kapstokken
Ruimten: Groep 2 Algemeen: Het klaslokaal maakt een gezellige, ordelijke verzorgde en uitnodigende indruk Er is permanent actueel werk van lln. tentoongesteld Muren en plafonds: Muren en prikborden zijn overzichtelijk /ordelijk ingedeeld De inrichting van muren en plafonds zijn ingericht naar het thema dat aan de orde is Er is werk van kinderen tentoongesteld Vloerruimte: Het meubilair is in tafelgroepjes opgesteld en wel zo dat de leerkracht alle lln kan zien, maar niet altijd in het gezicht. Lln kunnen vanaf hun werkplek de leerkracht zien, maar vanuit een hoek niet altijd Er is geschikt meubilair om verschillende werkvormen toe te passen(groepswerk, zelfstandig werken) Er is geen instructietafel De paden waar veel gelopen wordt(b.v. kasten, fonteintjes) zijn zoveel mogelijk vrij van meubilair Hoeken Eventuele hoeken zijn zo ingericht, dat ze te controleren zijn door soms over een kast te kijken. Rustige hoeken zijn enigszins”besloten” Indien mogelijk zijn de bestaande hoeken aangepast aan het thema of activiteit en die bieden dan ook uitdaging Kasten In de kasten liggen de benodigde leermaterialen overzichtelijk en voor de lln toegankelijk opgeslagen In de kasten liggen uitsluitend materialen die frequent worden gebruikt De kasten zijn zo geplaatst dat ze het zicht van de leerkracht of van de lln niet belemmeren
Op de kasten staat werk van lln. tentoongesteld Bureau van de leerkracht Is zo geplaatst dat er geen doorgang geblokkeerd wordt We moeten erop blijven letten dat het bureau een ordelijke en verzorgde indruk maakt. Voorraad en bezittingen van lln. In de klas is een toegankelijke plaats ingeruimd voor dagelijks gebruiksmateriaal Er is een zichtbare, maar gereserveerde ruimte om bezittingen van leerlingen te bewaren: broodtrommels en bekers zijn aan/op de kapstokken
Ruimten: Groep 3 Algemeen: Het klaslokaal maakt een gezellige, ordelijke verzorgde en uitnodigende indruk Er is permanent actueel werk van lln. tentoongesteld Muren en plafonds: Muren en prikborden zijn overzichtelijk /ordelijk ingedeeld. Vaste onderdelen hiervan zijn de sleutelwoorden, getallenlijn, stoplicht, letterlijn en kalender. De inrichting van muren en plafonds sluit aan bij de belevingswereld van onze lln. Er is werk van kinderen tentoongesteld Vloerruimte: Het meubilair is in tafelgroepjes opgesteld en wel zo dat de leerkracht alle lln kan zien, maar niet altijd in het gezicht. Lln kunnen vanaf hun werkplek de leerkracht zien Er is geschikt meubilair om verschillende werkvormen toe te passen(groepswerk, zelfstandig werken) Er is een instructietafel, die als het nodig is gebruikt kan worden Delen van de klas waar veel gelopen wordt(b.v. kasten, fonteintjes) zijn vrij van meubilair De plaats van de lln. is bepaald door actiezone, looproutes en motieven van heterogene groepering Hoeken Eventuele hoeken zijn zo ingericht, dat ze te controleren zijn Rustige hoeken zijn enigszins”besloten” Hoeken zijn ingericht op thema of activiteit en bieden uitdaging Kasten In de kasten liggen de benodigde leermaterialen overzichtelijk en voor de lln toegankelijk opgeslagen In de kasten liggen uitsluitend materialen die frequent worden gebruikt De kasten zijn zo geplaatst dat ze het zicht van de leerkracht of van de lln niet belemmeren Op de kasten liggen materialen die lln. mogen of moeten gebruiken Bureau van de leerkracht Is zo geplaatst dat er geen doorgang geblokkeerd wordt De leerkracht zorgt ervoor dat het bureau aan het begin van de dag een ordelijke en verzorgde indruk maakt. Voorraad en bezittingen van lln. In de klas is een toegankelijke plaats ingeruimd voor dagelijks gebruiksmateriaal Er is een zichtbare, maar gereserveerde ruimte om bezittingen van leerlingen te bewaren: broodtrommels en bekers zijn aan/op de kapstokken Bord Linkerbord: dagindeling, Middenbord: instructie, Rechterbord: regeltjes, huiswerk
Ruimten: Groep 4 Algemeen: Het klaslokaal maakt een gezellige, ordelijke verzorgde en uitnodigende indruk Er is permanent actueel werk van lln. tentoongesteld Muren en plafonds: Muren en prikborden zijn overzichtelijk /ordelijk ingedeeld De inrichting van muren en plafonds sluit aan bij de belevingswereld van onze lln. Er is werk van kinderen tentoongesteld Vloerruimte: Het meubilair is zo in tafelgroepen opgesteld en wel zo dat de leerlingen de leerkracht goed kunnen zien én andersom én dat de lln. kunnen samenwerken. Lln kunnen vanaf hun werkplek de leerkracht zien Er is geschikt meubilair om verschillende werkvormen toe te passen(groepswerk, zelfstandig werken) Er is een instructietafel Delen van de klas waar veel gelopen wordt(b.v. kasten, fonteintjes) zijn zoveel mogelijk vrij van meubilair De plaats van de lln. is bepaald door actiezone, looproutes en motieven van heterogene groepering Hoeken Eventuele hoeken zijn zo ingericht, dat ze te controleren zijn Rustige hoeken zijn enigszins”besloten” Hoeken zijn ingericht op thema of activiteit en bieden uitdaging Kasten In de kasten liggen de benodigde leermaterialen overzichtelijk en voor de lln toegankelijk opgeslagen In de kasten liggen uitsluitend materialen die frequent worden gebruikt De kasten zijn zo geplaatst dat ze het zicht van de leerkracht of van de lln niet belemmeren Op de kasten liggen materialen die lln. mogen of moeten gebruiken Bureau van de leerkracht Is zo geplaatst dat er geen doorgang geblokkeerd wordt Maakt een ordelijke en verzorgde indruk en is al dan niet in gebruik als instructietafel Voorraad en bezittingen van lln. In de klas is een toegankelijke plaats ingeruimd voor dagelijks gebruiksmateriaal Er is een zichtbare, maar gereserveerde ruimte om bezittingen van leerlingen te bewaren: broodtrommels en bekers zijn aan/op de kapstokken Bord Linkerbord: dagindeling, Middenbord: instructie, Rechterbord: regeltjes, huiswerk
Ruimten: Groep 5 Algemeen: Het klaslokaal maakt een gezellige, ordelijke verzorgde en uitnodigende indruk Er is permanent actueel werk van lln. tentoongesteld Muren en plafonds: Muren en prikborden zijn overzichtelijk /ordelijk ingedeeld De inrichting van muren en plafonds sluit aan bij de belevingswereld van onze lln. Er is werk van kinderen tentoongesteld
Vloerruimte: Het meubilair is in tafelgroepjes opgesteld en wel zo dat de leerkracht vanaf zijn werkplek alle lln goed kan zien Lln kunnen vanaf hun werkplek niet allemaal de leerkracht zien. Enkele lln. moeten zich draaien bij tussentijdse instructie. Er is wel nagedacht welke lln. dat betreft. Er is geschikt meubilair om verschillende werkvormen toe te passen(groepswerk, zelfstandig werken) Er is een instructietafel Delen van de klas waar veel gelopen wordt(b.v. kasten, fonteintjes) zijn zoveel mogelijk vrij van meubilair De plaats van de lln. is bepaald door actiezone, looproutes en motieven van heterogene groepering. Het sociogram wordt hierbij gebruikt. Hoeken Eventuele hoeken zijn zo ingericht, dat ze te controleren zijn Rustige hoeken zijn enigszins”besloten” Hoeken zijn ingericht op thema of activiteit en bieden uitdaging Kasten In de kasten liggen de benodigde leermaterialen overzichtelijk en voor de lln toegankelijk opgeslagen In de kasten liggen uitsluitend materialen die frequent worden gebruikt De kasten zijn zo geplaatst dat ze het zicht van de leerkracht of van de lln niet belemmeren In de kasten liggen materialen die lln. mogen of moeten gebruiken Bureau van de leerkracht Is zo geplaatst dat er geen doorgang geblokkeerd wordt Maakt een ordelijke en verzorgde indruk en is al dan niet in gebruik als instructietafel Voorraad en bezittingen van lln. In de klas is een toegankelijke plaats ingeruimd voor dagelijks gebruiksmateriaal Er is een zichtbare, maar gereserveerde ruimte om bezittingen van leerlingen te bewaren: broodtrommels en bekers zijn aan/op de kapstokken Bord Linkerbord: dagindeling, Middenbord: instructie, Rechterbord: regeltjes, huiswerk
Ruimten: Groep 6 Algemeen: Het klaslokaal maakt een gezellige, ordelijke verzorgde en uitnodigende indruk, d.m.v. planten, lln. werk, opgeruimde kasten en bureau Er is permanent actueel werk van lln. tentoongesteld Muren en plafonds: Muren en prikborden zijn overzichtelijk /ordelijk ingedeeld De inrichting van muren en plafonds sluit aan bij de belevingswereld van onze lln. Er is werk van kinderen tentoongesteld Vloerruimte: Het meubilair is in tafelgroepjes opgesteld en wel zo dat de leerkracht vanaf zijn werkplek alle lln goed kan zien Lln kunnen vanaf hun werkplek de leerkracht zien. Ze zitten niet met hun rug naar de leerkracht. Er is geschikt meubilair om verschillende werkvormen toe te passen(groepswerk, zelfstandig werken)
Er is een instructietafel Delen van de klas waar veel gelopen wordt(b.v. kasten, fonteintjes) zijn vrij van meubilair, voor zover er ruimte is. De plaats van de lln. is bepaald door actiezone, looproutes en motieven van heterogene groepering, o.a. m.b.v. een sociogram Hoeken Eventuele hoeken zijn zo ingericht, dat ze te controleren zijn, b.v. met aftekenlijsten Rustige hoeken zijn enigszins”besloten” Hoeken zijn ingericht op thema of activiteit en bieden uitdaging Kasten In de kasten liggen de benodigde leermaterialen overzichtelijk en voor de lln toegankelijk opgeslagen In de kasten liggen uitsluitend materialen die frequent worden gebruikt De kasten zijn zo geplaatst dat ze het zicht van de leerkracht of van de lln niet belemmeren, behalve m.b.t. de hoeken Op de kasten liggen materialen die lln. mogen of moeten gebruiken Bureau van de leerkracht Is zo geplaatst dat er geen doorgang geblokkeerd wordt Maakt een ordelijke en verzorgde indruk. De instructietafel is aan het bureau geplaatst. Voorraad en bezittingen van lln. In de klas is een toegankelijke plaats ingeruimd voor dagelijks gebruiksmateriaal Er is een zichtbare, maar gereserveerde ruimte om bezittingen van leerlingen te bewaren: broodtrommels en bekers zijn aan/op de kapstokken Bord Linkerbord: dagindeling, Middenbord: instructie, Rechterbord: regeltjes, huiswerk
Ruimten: Groep 7 Algemeen: Het klaslokaal maakt een ordelijke verzorgde indruk Er is permanent actueel werk van lln. tentoongesteld Muren en plafonds: Muren en prikborden zijn overzichtelijk /ordelijk ingedeeld De inrichting van muren en plafonds sluit aan bij de belevingswereld van onze lln. Er is werk van kinderen tentoongesteld Vloerruimte: Het meubilair is in tafelgroepjes opgesteld en wel zo dat de leerkracht vanaf zijn werkplek alle lln goed kan zien Lln kunnen vanaf hun werkplek de leerkracht zien Er is geschikt meubilair om verschillende werkvormen toe te passen(groepswerk, zelfstandig werken) Er is een instructietafel Delen van de klas waar veel gelopen wordt(b.v. kasten, fonteintjes) zijn vrij van meubilair De plaats van de lln. is bepaald door actiezone, looproutes en motieven van heterogene groepering Hoeken Eventuele hoeken zijn zo ingericht, dat ze te controleren zijn Rustige hoeken zijn enigszins”besloten” Hoeken zijn ingericht op thema of activiteit en bieden uitdaging. Er zijn wensen voor meer
hoeken: zelfstandig werkenhoek, techniekhoek, leeshoek, computerhoek. Kasten In de kasten liggen de benodigde leermaterialen overzichtelijk en voor de lln toegankelijk opgeslagen In de kasten liggen uitsluitend materialen die frequent worden gebruikt De kasten zijn zo geplaatst dat ze het zicht van de leerkracht of van de lln niet belemmeren Op de kasten liggen materialen die lln. mogen of moeten gebruiken Bureau van de leerkracht Is zo geplaatst dat er geen doorgang geblokkeerd wordt Maakt een ordelijke en verzorgde indruk en is al dan niet in gebruik als instructietafel Voorraad en bezittingen van lln. In de klas is een toegankelijke plaats ingeruimd voor dagelijks gebruiksmateriaal Er is een zichtbare, maar gereserveerde ruimte om bezittingen van leerlingen te bewaren: broodtrommels en bekers zijn aan/op de kapstokken Bord Linkerbord: dagindeling, Middenbord: instructie, Rechterbord: regeltjes, huiswerk
Ruimten: Groep 8 Algemeen: Het klaslokaal maakt een ordelijke verzorgde indruk Er is permanent actueel werk van lln. tentoongesteld Muren en plafonds: Muren en prikborden zijn overzichtelijk /ordelijk ingedeeld De inrichting van muren en plafonds sluit aan bij de belevingswereld van onze lln. Er is werk van kinderen tentoongesteld Vloerruimte: Het meubilair is in tafelgroepjes opgesteld en wel zo dat de leerkracht vanaf zijn werkplek alle lln goed kan zien Lln kunnen vanaf hun werkplek de leerkracht zien Er is geschikt meubilair om verschillende werkvormen toe te passen(groepswerk, zelfstandig werken) Er is een instructietafel Delen van de klas waar veel gelopen wordt(b.v. kasten, fonteintjes) zijn vrij van meubilair De plaats van de lln. is bepaald door actiezone, looproutes en motieven van heterogene groepering Hoeken Eventuele hoeken zijn zo ingericht, dat ze te controleren zijn Rustige hoeken zijn enigszins”besloten” Hoeken zijn ingericht op thema of activiteit en bieden uitdaging. Er zijn wensen voor meer hoeken: zelfstandig werkenhoek, techniekhoek, leeshoek, computerhoek. Kasten In de kasten liggen de benodigde leermaterialen overzichtelijk en voor de lln toegankelijk opgeslagen In de kasten liggen uitsluitend materialen die frequent worden gebruikt De kasten zijn zo geplaatst dat ze het zicht van de leerkracht of van de lln niet belemmeren Op de kasten liggen materialen die lln. mogen of moeten gebruiken Bureau van de leerkracht Is zo geplaatst dat er geen doorgang geblokkeerd wordt Maakt een ordelijke en verzorgde indruk en is al dan niet in gebruik als instructietafel
Voorraad en bezittingen van lln. In de klas is een toegankelijke plaats ingeruimd voor dagelijks gebruiksmateriaal Er is een zichtbare, maar gereserveerde ruimte om bezittingen van leerlingen te bewaren: broodtrommels en bekers zijn aan/op de kapstokken Bord Linkerbord: dagindeling, Middenbord: instructie, Rechterbord: regeltjes, huiswerk
BASBORGINGSDOCUMENT 1. STRUCTUUR 1.2 VOORSPELBAARHEID Vastgesteld 20 april 2004
5.Lesmomenten worden nadrukkelijk geopend en afgesloten Groep 1 / 2 Groep 3 / 4 Groep 5 / 6 Mondeling Door instructie en door M.b.v. de dubbele klok 5 A. De visualisering op het en verkeerslicht wordt leerkracht biedt bord door de klok het einde van de les inzicht in de aangegeven. wijze waarop een les verloopt Nog niet van In groep 3 wordt een M.b.v. de dubbele klok. 5 B. De En bij vrije lessen toepassing begin gemaakt met de leerkracht doorlooptijd d.m.v. mondeling vijf minuten geeft de lln. voor het einde van de twee klokken. Vanaf een indicatie groep 3 wordt gewerkt les. met een dubbele klok. van de Op of in de buurt van doorlooptijd van het bord hangt een een les
5 C. Lessen worden afgesloten met een plenaire terugblik 5 D. De leerkracht expliceert verwachtingen naar lln.
We praten er (bij sommige lessen) over hoe het gegaan is per dag.
nepklok. Daarop geeft de leerkracht de eindtijd van een les of van het stil werken aan. De kinderen weten nu hoeveel tijd ze voor hun werk hebben. D.m.v. een mondelinge Één keer per dagdeel terugblik. Sommige een specifieke les, lessen per dag. gericht op zowel leerstof en gedrag.
Zit meestal in Dagritme op het bord mondelinge en mondeling opdracht d.m.v. stimuleren dagritmekaarten
Dagritmekaart 5 E. De leerkracht biedt inzicht in het
Dagritmekaart
Dagritme op het bord en mondeling, vaak individueel.
Dagritmekaart + linkerbord
Groep 7 / 8 Ja. Dit gebeurt mondeling en met behulp van het verkeerslicht, de klok en het bord.
Dit gebeurt mondeling door middel van het verkeerslicht en de klok en m.b.t. gebruik van het blokje.
Ja. Dit gebeurt mondeling. (Per dagdeel één les: nadruk op gedrag en de opdracht.)
Dit gebeurt mondeling. Vaak individueel in verband met differentiatie (afhankelijk van de les) en op het bord d.m.v. niveauverschil: A,B,C Dagritmekaart + linkerbord
verloop van de dag 6. De regulering van de aandachtsverdeling tijdens lesmomenten Groep 1 / 2 Groep 3 / 4 Groep 5 / 6 Ja, d.m.v. vaste De kinderen kennen de De leerkracht loopt 6 A. looproutes. rondes, maar weten vaste rondes en maakt De lln. kennen verschil tussen start Na de instructie in het verschil ertussen het verschil niet. en hulprondes. Geen de kring gaan de tussen startleerlingen aan hun Looproutes hangen in afsluitronde. tafel en loopt de de klas. Looproutes hangen in en hulprondes
6 B. In de klas worden symbolen en/of afspraken gebruikt om lln. te leren om te gaan met uitgestelde aandacht
leerkracht een startronde om alle kinderen aan het werk te zetten. Looproutes hangen in de klas. Na de instructie en de startronde gaat het verkeerslicht op ROOD. De leerkracht loopt dan nog één hulpronde en gaat dan naar het “instructiegroepje”. Wanneer de leerlingen van het instructiegroepjes alleen verder kunnen, gaat de leerkracht de namen van de kinderen op hun werkje zetten. Je kunt dan als leerkracht zien wie er klaar is de leerkracht bepaalt dan wanneer het verkeerslicht op GROEN kan. In de instroomgroep wordt ernaar gestreefd dat de lln. aan hun tafel blijven en zachtjes mogen praten bij het rode licht. Bij de andere groepen 1 mogen de lln. niet meer praten en bij groep 2 wordt de tijd dat het verkeerslicht op ROOD staat steeds
de klas.
Een willekeurige les ziet er als volgt uit: Stap 1: De kinderen pakken de spullen die zij nodig hebben voor de les en gaan klaarzitten. Stap 2: De leerkracht legt het werk uit tijdens de instructie en vertelt wat er gemaakt moet worden. En hoe ze dat moeten doen. Stap 3: De kinderen gaan aan het werk, de leerkracht loopt een ronde door de klas om te kijken of iedereen aan het werk kan (=hulpronde). Stap 4: Vervolgens loopt de leerkracht nog een rondje om de vragen van de kinderen over hun werk te beantwoorden (=instructieronde). Inmiddels staat het verkeerslicht op rood, de klok geeft de tijd aan en iedereen is aan het werk. Stap5: Nu laat de leerkracht kinderen bij de instructietafel komen om hen te helpen. Stap 6: Vervolgens
Een willekeurige les ziet er als volgt uit: stap 1: De kinderen pakken de spullen die zij nodig hebben voor de les en gaan klaarzitten. stap 2: De leerkracht legt het werk uit tijdens de instructie en vertelt wat er gemaakt moet worden. En hoe ze dat moeten doen. stap 3: De kinderen gaan aan het werk, de leerkracht loopt een ronde door de klas om te kijken of iedereen aan het werk kan (=hulpronde). stap 4: Vervolgens loopt de leerkracht nog een rondje om de vragen van de kinderen over hun werk te beantwoorden (=instructieronde). Inmiddels staat het stoplicht op rood, de klok geeft de tijd aan en iedereen is aan het werk. stap5: Nu laat de leerkracht kinderen bij de instructietafel komen om hen te helpen. stap 6: Vervolgens
Groep 7 / 8 Mondeling wordt de ronde aangegeven. We lopen vaste rondes. Met uitzondering van een afsluitronde. Er is schriftelijk aangegeven welke rondes hoe worden gelopen. Er is geen afsluitronde.
Een willekeurige les ziet er als volgt uit: stap 1: De kinderen pakken de spullen die zij nodig hebben voor de les en gaan klaarzitten. stap 2: De leerkracht legt het werk uit tijdens de instructie en vertelt wat er gemaakt moet worden. En hoe ze dat moeten doen. stap 3: De kinderen gaan aan het werk, de leerkracht loopt een ronde door de klas om te kijken of iedereen aan het werk kan (=hulpronde). stap 4: Vervolgens loopt de leerkracht nog een rondje om de vragen van de kinderen over hun werk te beantwoorden (=instructieronde). Inmiddels staat het stoplicht op rood, de klok geeft de tijd aan en iedereen is aan het werk. stap5: Nu laat de leerkracht kinderen bij de instructietafel komen om hen te helpen. stap 6: Vervolgens loopt de leerkracht weer een rondje om de
langer. Dit is afhankelijk van het soort werkje.
loopt de leerkracht weer een rondje om de vragen van de kinderen over hun werk te beantwoorden. Stap7: Weer laat de leerkracht kinderen bij de instructietafel komen om hen te helpen. Stap 6 en 7 kunnen nog een aantal keer herhaald worden. stap 8: Tenslotte loopt de leerkracht een laatste ronde om het werk te bespreken met de kinderen.
loopt de leerkracht weer een rondje om de vragen van de kinderen over hun werk te beantwoorden. stap7: Weer laat de leerkracht kinderen bij de instructietafel komen om hen te helpen. stap 6 en 7 kunnen nog een aantal keer herhaald worden. stap 8: Tenslotte loopt de leerkracht een laatste ronde om het werk te bespreken met de kinderen.
vragen van de kinderen over hun werk te beantwoorden. stap7: Weer laat de leerkracht kinderen bij de instructietafel komen om hen te helpen. stap 6 en 7 kunnen nog een aantal keer herhaald worden. stap 8: Tenslotte loopt de leerkracht een laatste ronde om het werk te bespreken met de kinderen.
Symboolgebruik: Betekenis van het Verkeerslicht Rood: “ik mag de juf/meester niet storen.” Geel: “de juf of meester gaat wat zeggen.”
Symboolgebruik: Betekenis van het Verkeerslicht Rood: “ik mag de juf/meester niet storen.” Geel: “de juf of meester gaat wat zeggen.”
Symboolgebruik: Betekenis van het Verkeerslicht Rood: “ik mag de juf/meester niet storen.” Geel: “de juf of meester gaat wat zeggen.”
Groen: “Ik mag de juf/meester iets vragen.”
Groen: “Ik mag de juf/meester iets vragen.”
Betekenis van het Blokje: Rood: “ik werk alleen.”
Betekenis van het blokje: Rood: “ik werk alleen.”
Betekenis van het blokje: Rood: “ik werk alleen.”
Groen: “andere kinderen mogen iets aan mij vragen(samenwerken)”
Groen: “andere kinderen mogen iets aan mij vragen(samenwerken)”
Groen: “andere kinderen mogen iets aan mij vragen(samenwerken)” Geel: “ik heb een vraag aan de juf/meester.”
Geel: “ik heb een vraag Geel: “ik heb een vraag aan de juf/meester.” aan de juf/meester.”
7. Er is onderscheid tussen “hulpcontacten” en “instructiecontacten” Groep 1 / 2 Groep 3 / 4 Groep 5 / 6 Ja, zie boven: Instructie in Ja, zie boven: Lln. kennen het kring In de klas worden In de klas worden onderscheid Hulpcontact aan symbolen en/of symbolen en/of tussen hulp en tafel en afspraken gebruikt om afspraken gebruikt om instructie instructiegroep lln. te leren om te gaan lln. te leren om te gaan met uitgestelde aandacht.
met uitgestelde aandacht.
Groen: “Ik mag de juf/meester iets vragen.”
Groep 7 / 8 Ja, zie boven: In de klas worden symbolen en/of afspraken gebruikt om lln. te leren om te gaan met uitgestelde aandacht.
BASBORGINGSDOCUMENT 1. STRUCTUUR 1.3 WEEKPLANNING SUCCESINDICATOREN Er is in elke groep een map waarin de weekplanning van de leerkracht wordt bijgehouden. Er is een min of meer uniforme werkwijze binnen de school over de manier waarop de weekplanning door de leerkrachten wordt gerealiseerd. In de school is een systeem van weekplanningsbegeleiding. Alle leerkrachten krijgen regelmatig begeleiding, feedback en ondersteuning bij het invullen en evalueren van hun weekplanning. De weekplanningen krijgen per bouw een invulling. Onderstaand zijn de weekplanningen per bouw weergegeven:
WEEKPLANNING GROEP 1 EN 2: Rooster groep: .. Thema:
Datum:
Zorg; donderdagmiddag :
Maandag Kringgesprek Psalm/ lied Werken met ontw.mat. Pauze Taalontwikkeling Spel en beweging Muziek Sociale redzaamheid Taal ontwikkeling Arbeid naar keuze schrijven Spel en beweging Wereld oriëntatie
Video:
Week:
Opmerkingen:
Dinsdag Kringgesprek Gods. Ontw. Taalontw. Spel en beweging 9:30 Pauze Taal ontwikkeling Werken met ontw. Mat. Sociale redzaamheid Taalontwikkeling Spel en beweging Voorbereidend lezen Arbeid naar keuze Sociale redzaamheid Opmerkingen:
Woensdag Kringgesprek Gods. Ontw. Werken met ontw. Mat. Pauze Spel en beweging 11.30 Muziek Sociale redzaamheid Opmerkingen:
Donderdag Kringgesprek Gods. Ontw. Spel en beweging. Pauze Wereld oriëntatie Werken met ontw. mat Sociale redzaamheid Voorbereidend rekenen Arbeid naar keuze Spel en beweging Muziek Opmerkingen:
Vrijdag Kringgesprek Bijbelse verwerking Werken met ontw. Mat. Pauze Taalontwikkeling Spel en beweging 11:00 Sociale redzaamheid Opmerkingen:
Werkles: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Dag Werkje blauw geel groen Rood
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
1 2 3 4
4 1 2 3
3 4 1 2
2 3 4 1
Opmerkingen
WEEKPLANNING GROEP 3 T/M 5: (voorbeeld) Week: …...t/m…... groep: 2005-2006
Weeknr. ..
*
* Onder taal werken Sander en Mandy uit hun map en op de comp. * * Overig: Wereldorientatie is afwisselend verkeer, Ak en Natuur
Vak Ps Ta Re Schr
Maandag / lesinhoud aanleren:
Zorg 10.00:
Com In twee delen zie computerschrift Wo Te/ha So/va
14.15: 14.25:
Opm:
Vak Ps Ta Re Schr
Dinsdag / lesinhoud aanleren:
Zorg 10.00:
Com In twee delen zie computerschrift Wo Te/ha So/va
14.15: 14.25:
Opm:
Vak Ps Ta Re Schr
Woensdag / lesinhoud aanleren:
Zorg 10.00:
Com In twee delen zie computerschrift Wo Te/ha So/va
Opm:
14.15: 14.25:
vak Bg Ta Re Schr
Lez Gym
Donderdag / lesinhoud
AVI
zorg
Moeders: Reserve :
Opm:
vak Vrijdag / lesinhoud Bg verwerking Ta Rek Schr
zorg
WEEKPLANNING GROEP 6 T/M 8: (voorbeeld) Weekplanning .……….dag …. augustus 2006/2007 week .. Leerstof
Extra
Godsdienst 0 nr. Bijbelgedeelte: 0 verwerking: 0 overhoren: Rekenen
Blok:
R.T.( lopende hp’s) .
Les:
0 leerkrachtgebonden 0 zelfstandig werk
Min.:
Werkvormen
Basis: Verrijking:
Spelling
. Hoofdstuk
Les:
0 leerkrachtgebonden 0 zelfstandig werk
Min.:
Uitwerking in niveaus
Basis:
.
Verrijking:
Taal
Hoofdstuk: 14 Les: 0 leerkrachtgebonden
0 zelfstandig werk
Min.:
Belangrijk (toetsen, afspraken, vergaderingen enz.) .
Basis: Verrijking:
…….: Lln. gebonden afspraken ……….
……….
…………….
.
BASBORGINGSDOCUMENT 1. STRUCTUUR 1.4 MASTERPLANNING Nog niet gedaan
BAS BORGINGSDOCUMENT 2. INTERACTIE 2.1 BASISCOMMUNICATIE EN SCHRIFTELIJKE CORRECTIE DOEL Beschrijving van de mondelinge en schriftelijke communicatie tussen de leerkracht en de leerlingen.
VISIE OP ZELFCORRECTIE Als team zien we het belang van zelfcorrectie in. Maar er blijft een mate van controle nodig. OPBOUW VAN DE ZELFCORRECTIE In de groepen 3 en 4 kijken de leerlingen incidenteel hun werk zelf na. We geven de leerlingen soms een nakijkblad. In de groepen 5 en 6 kijken de leerlingen zelf na mbv een nakijkboekje. De leerkracht kijkt de resultaten zelf nog globaal na. De leerlingen krijgen instructie over het nut van zelfcorrectie. In de groepen 7 en 8 kijken de leerlingen zelf hun werk na en de leerkracht neemt steekproeven. De leerlingen nemen initiatief om extra instructie over fouten te vragen d.m.v. het blokje.
ONDERBOUW MONDELINGE COMMUNICATIE Goed observeren om de doorgaande lijn te volgen is belangrijk, want je hebt geen schriften. Communicatie is nog niet schriftelijk, maar mondeling. Je probeert ieder kind in iedere les positieve aandacht te geven. Mondelinge reflectie hoeft niet altijd positief te zijn. Wel is het belangrijk om kinderen uit te dagen. Concreet zeggen wat je ervan vindt. Niet zeggen: “slordig geknipt” , maar “ik zie hier nog een randje”. Als een kind naar zijn/haar niveau goed gepresteerd heeft, krijgt hij/zij ook een compliment.
ZELF CORRIGEREN Dat kan bij puzzels, loco en computerspelletjes. Ook mondeling: “kijk eens, wat ben je vergeten? En “kun je nog iets beter doen?”
MIDDENBOUW SCHRIFTELIJKE COMMUNICATIE Correctie moet motiverend zijn. Daarom veel stickers en krullen en gezichtjes. Verschillende kleuren nakijkpennen gebruiken voorkomt “rode-pen-angst” en motiveert ook. MONDELINGE COMMUNICATIE Non-verbale communicatie door een aai over de bol is ook belangrijk. Correctie moet persoonlijk zijn. Er moet gereageerd worden op zowel werkhouding als inspanning en er moet rekening gehouden worden met het niveau van een kind. ZELF CORRIGEREN De leerlingen moeten leren zelf naar hun werk te kijken. Deze houding moet gestimuleerd worden, b.v. zelf dicteewoorden nakijken. Bij rekenen soms samen nakijken, soms zelf met een nakijkboekje en bij schrijven een mooiste letter uitkiezen of een letter versieren. Bij spelling elkaars dictee nakijken. Taalstencils zelf nakijken.
BOVENBOUW SCHRIFTELIJKE COMMUNICATIE Onze schriftelijke communicatie moet motiverend zijn. Dit doen we door gebruik te maken van stickers en korte opmerkingen. We gebruiken wisselende kleuren. Aantal goed aangeven is meer motiverend dan aantal fouten. We vinden het belangrijk om te communiceren over de persoonlijke ontwikkeling van kinderen en niet onderling te vergelijken. Opmerkingen worden persoonlijk door af te sluiten met een naam: “Goed gedaan, Anita!”. We willen voorspelbaar zijn dus ook in communicatie. Procesgerichte opmerkingen vinden we belangrijk. Hier is observatie voor nodig. ZELF CORRIGEREN Bij rekenen kijken de leerlingen zelf na met behulp van het antwoordenboekje. Als leerlingen er niet zelf aan toe komen, kijkt de leerkracht na. Er worden steekproeven genomen. Op initiatief van de kinderen foute laten zien. Hier zijn met de kinderen afspraken over gemaakt. Bij taal de antwoorden van de lessen uit handleiding kopiëren en zelf laten nakijken. Klassikaal nakijken of elkaars werk nakijken. Bij spelling het signaaldictee gezamenlijk nakijken en oefenblad meegeven voor uitvallers. Het controledictee kijkt de leerkracht zelf na.
Oefenkaarten kijken leerlingen zelf na. Bij schrijven geven we cijfers. Dit werkt motiverend!. Laat kinderen van te voren uitkiezen waar ze op willen letten en beoordeel dat schrijfaspect. (OP BASVERGADERING VAN 9 MAART 2005 VASTGESTELD)
BAS BORGINGSDOCUMENT 2. INTERACTIE 2.2 RESPONSIVITEIT Notulen BAS-werkvergadering donderdag 26 januari 2006 Responsiviteit. Verslag opdracht: het is goed om bewust responsief met een leerling bezig te zijn en goed na te denken over het niet-taakgerichte gedrag. Onze houding is vanuit BAS al responsief gericht, nl. vragend, perspectief van leraar en leerling centraal, reageren op gedrag en gevoelens van de leerling. De criteria voor responsief leerkrachtgedrag: Actie: Houding: Beschikbaar zijn (effectieve Empathie tonen instructie/zelfstandig werken) Ondersteuning geven (instructietafel/rondes) Betrokkenheid tonen
We merken wel dat de gerichte aandacht naar 1 leerling goed is om te zoeken naar oorzaken van niet-taakgericht gedrag. Die kunnen op verschillen gebieden liggen bijv. motivatie, niveau van de opdracht, afleiders enz. In de interactie met kinderen moet je ook hoge verwachtingen en structuur communiceren. Je helpt sommige kinderen bijv. ook door bewustwording tot stand te laten komen. We hebben ook even gesproken over de houdingsaspecten inzet en doorzettingsvermogen in relatie tot niet-taakgericht gedrag. Deze opmerkingen zijn gemaakt in een experimenteel jaar. We moeten deze cel nog wel borgen !!!
BAS BORGINGSDOCUMENT 2. INTERACTIE 2.3 ATTRIBUTIE LEERKRACHT EN LEERLING Nog niet gedaan
BAS BORGINGSDOCUMENT 2. INTERACTIE 2.4 ZELFBEOORDELING Nog niet gedaan
BAS BORGINGSDOCUMENT 3. ZELFSTANDIGE LEERHOUDING 3.1 AFSPRAKEN, ROUTINE EN REGELS Vastgesteld maart 2003
ALGEMENE SCHOOLREGELS 1. Onze school is een plaats waar IEDEREEN met plezier komt! 2. Houd rekening met elkaars verschillen, niemand is gelijk. 3. Help elkaar waar je kan en mag. 4. Ouders en leerkrachten zijn er om ons te helpen, dus luisteren we naar hen. 5. In de school wordt gewerkt, dus rustig lopen en praten. 6. We zijn zuinig op de spullen van onszelf, van een ander en die van school.
Regels voor:
ONDERBOUW GROEP 1, 2
Binnenkomen in het lokaal
•
•
•
•
•
•
We hangen onze jas en tas op de kapstok en zetten het eten Het eten en drinken zetten we in de klas of op de gang op de kapstok. Het speelgoed dat op andere dagen dan vrijdag wordt meegenomen wordt op de kast gelegd. Op vrijdag mogen ze het bij hun houden en geeft de leerkracht aan wat ze er mee moeten doen. De leerlingen worden door de ouders in de klas gebracht en gaan op hun stoel zitten. Als alle ouders weg zijn gaat de deur dicht en wordt iedereen stil.
MIDDENBOUW GROEP 3, 4 •
•
•
•
•
Als de bel gaat, ga je twee aan twee in de rij staan. De leerkracht komt je dan ophalen van het plein. We lopen rustig naar binnen. Binnen hang je je jas en je tas aan de kapstok. Als je in de klas komt, ga je in de kring zitten. Behalve op vrijdag. Als de deur dichtgaat, betekent het dat we gaan beginnen. Meegebrachte spullen mag je even laten zien. Daarna leg je het op een vaste plek in de klas.
BOVENBOUW GROEP 5 - 8 De leerlingen staan rustig twee aan twee in de rij en worden door de leerkracht opgehaald. Als de leerlingen binnenkomen gaan ze meteen op hun stoel zitten. Als de deur dicht gaat wordt iedereen stil. Speelgoed wordt in principe niet meer meegebracht in de bovenbouw. Bij uitzondering is daarvoor een vaste plek.
Gebruik van het lokaal
•
•
•
•
•
We spelen en werken aan • We spelen en werken de tafel. De stoel wordt aan de tafel. De stoel gedragen aan het zitvlak wordt gedragen aan met de poten naar het zitvlak met de beneden. poten naar beneden. Ieder kind heeft zijn • We gaan zuinig om eigen werkplek. Deze met onze tafels, plek wordt eerst stoelen en kastjes. opgeruimd voordat er Materialen hebben met iets anders wordt een vaste plek in ons begonnen. In de hoeken laatjes. mogen de kinderen spelen • We zijn voorzichtig wanneer de leerkracht met de spullen in de dit aangeeft. Er wordt klas. De spullen die we bijgehouden wie in welke gebruiken, ruimen we hoek speelt. Ook in de ook weer netjes op. hoeken geldt, eerst De kasten blijven opruimen en dan iets netjes. anders kiezen. • De klassendienst doet De leerlingen mogen zelf de klusjes die de de materialen uit de kast leerkracht zegt na pakken en nagebruik op schooltijd. de zelfde plek terug zetten. Experiment voorjaar 2003 De kinderen mogen de • De puntenslijper liggen op kraan gebruiken om hun de tafel- groep als de handen te wassen. Zijn er leerlingen werken met meerdere kinderen dan potloden en ook de wordt er een rijtje nakijkboekjes. gemaakt en wacht je tot je aan de beurt bent. De puntenslijpers liggen op de tafel als de leerlingen werken met potloden.
•
•
•
•
• •
We spelen en werken aan de tafel. De stoel wordt gedragen aan het zitvlak met de poten naar beneden. De leerlingen zijn zuinig op de spullen van elkaar en van school. Als je in een hoek aan het werk bent stoor je geen andere kinderen en je laat de hoek netjes achter. Gebruik alleen de spullen die voor jou bestemd zijn en wees er zuinig op. Maximaal twee leerlingen bij de puntenslijper e.d. De klassendienst meldt zich na hun werk af bij de groepsleerkracht
. Experiment:voorjaar 2003 • De puntenslijper liggen op de tafel- groep als de leerlingen werken met potloden en ook de nakijkboekjes
Individueel werk
•
•
•
•
•
•
•
•
De leerlingen mogen met elkaar praten als het verkeerslicht op groen staat. De Leerlingen mogen van hun plaats opstaan om naar het toilet te gaan en om hun werk en materialen op te ruimen. De materialen die ze tijdens de werkles nodig hebben liggen klaar bij hun groepje. De materialen die in de kast liggen mogen ze zelf pakken. De werkjes worden door de leerlingen neer gelegd op de plek die de juf aangeeft. Als de leerlingen klaar zijn met hun werk ruimen ze hun spullen op. Dit houdt in alles terug leggen waar je het hebt gepakt. Wanneer leerlingen eerder klaar zijn met hun werk, krijgen ze van de juf een vervolg opdracht b.v. speelgoed uit de kast, in de hoeken enz. Bijna alle materialen mogen door de leerlingen zelf gepakt worden. Een uitzondering is alles wat er in het aanrecht kastje staat.
• •
•
•
•
•
Let op het verkeerslicht: zie boven Tussen de leswisselingen door mag je ook even zacht praten. Materialen, die je nodig hebt bij je werk, worden uitgedeeld door medeleerlingen. Werk dat af is, leg je op de hoek van je tafel. Als de les voorbij is brengt de klassendienst het naar een vaste plek in de klas. Als je klaar bent, ga je in je map werken, in hoeken werken of extra materiaal pakken. Als je hulp nodig hebt bij je werk: zie uitleg verkeerslicht en dobbelsteen
•
•
• •
•
•
Het verkeerslicht geeft aan of er gepraat mag worden. Het moet wel over het werk gaan. Tijdens individueel werken mogen de leerlingen de benodigde spullen pakken. Uitzonderingen (bijv. een toets) worden door de leerkracht aangegeven. Tijdens rood licht wordt er zo min mogelijk gelopen. Op een vast moment (voor schooltijd of net na de bijbelles) worden alle spullen voor 1 dagdeel uitgedeeld. Voor toetsen geldt een uitzondering. In principe bewaren de leerlingen hun werk op hun tafel. Als het werk wordt opgehaald worden er stapeltjes op het groepje gemaakt. Als leerlingen klaar zijn is extra werk geregeld. De plaatsen waar de leerlingen de spullen mogen pakken zijn duidelijk.
Werken in groepjes
•
•
•
De leerlingen in groep 1 en 2 werken bijna altijd in groepjes . Er moet alleen geschoven worden met de tafels als we de CITO afnemen. Het materiaal dat de groepjes nodig hebben ligt op hun tafel of in de kast. De leerlingen kunnen om hulp vragen als de leerkracht haar ronde maakt.
•
•
•
•
Als er in groepjes wordt gewerkt, gebruiken we de bestaande tafelgroepjes. We zorgen ervoor dat we elkaar niet storen, door onze ogen bij ons eigen werk te houden. Het materiaal dat je nodig hebt, wordt uitgedeeld of je kunt het pakken van een vaste plaats in de klas. Bij een toets worden de tafels in rijen geschoven.
•
• • •
•
Verlaten van het lokaal
•
• •
•
We laten het lokaal op geruimd en netjes achter. De stoelen worden op de tafels gezet. We verlaten het lokaal in een rij wanneer we naar huis gaan, gaan we buiten spelen dan lopen we achter elkaar aan. Op de gang zijn we altijd rustig.
•
•
•
Als je aan het einde van de • morgen of middag het lokaal verlaat, zorg je er zelf voor dat je stoel op tafel staat, je spullen netjes opgeruimd zijn en je tafel leeg is. Ook de vloer rond je tafel is schoon. Je verlaat rustig het lokaal, je trekt je jas aan, pakt je spullen en gaat rustig in de rij staan op je vaste plek. • Groepje voor groepje verlaten de leerlingen het lokaal
De tafels staan in groepen. Aan het begin van het schooljaar of van een nieuwe periode maakt de leerkracht, naar eigen inzicht, een plattegrond. De leerlingen nemen de kortste looproutes. Bij een toets worden de tafels in rijen geschoven. De materialen voor individueel werk zijn uitgedeeld, extra werk mogen de leerlingen zelf pakken. De leerlingen in hun groepje kunnen hulp vragen aan elkaar of de leerkracht met behulp van de kleurendobbelsteen die iedere leerlingen op zijn tafel heeft liggen. Zie uitleg boven.
De ramen zijn dicht, de vloer wordt dagelijks geveegd (bij vloerbedekking propjes rapen), de kastdeuren zijn gesloten , de computers zijn uit, het bord schoon met de spons en de tafels zijn leeg, de stoelen worden aan het eind van de dag op tafel gezet(behalve bij de lokalen met zachte vloerbedekking.. Groepje voor groepje verlaten de leerlingen het lokaal.
Buiten het lokaal
•
•
• •
•
•
•
•
Computergebruik in de groep
•
De leerlingen zijn op de gang/hal stil. We lopen en gaan niet over de donker blauwe lijn heen. Er is vastgesteld door welke uitgang de leerlingen gaan. De leerlingen luisteren naar alle leerkrachten als ze op hun gedrag worden aangesproken. De kinderen mogen tijdens de kring activiteiten niet naar het toilet. Er is steeds maar 1 kind op het toilet. De garderobe wordt gebruikt om hun jas en tas neer te hangen. ’s Middags is de kapstok weer leeg De hal is van ons allemaal. We laten het na het werk weer netjes achter Per groep mag er 1 of 2 leerlingen tegelijk naar het toilet. De leerkracht gaat dagelijks kijken of het toilet gebruikt wordt zoals bedoeld. De leerlingen gaan zuinig om met de handdoeken en de zeep. Voor het gebruik van het toilet gebruiken we de groepsafspraak van de ketting of het groen/rode bordje Tijdens de instructie en een klassikale activiteit wordt het toilet niet bezocht. Tijdens de hoeken spelen mogen de leerlingen op de computer. Ze spelen met de programma’s die de ict-leerkracht heeft ingevoerd.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• •
In de gang/hal lopen we rustig. Er is vastgesteld door welke uitgang de leerlingen gaan. De leerlingen luisteren naar alle leerkrachten als ze op hun gedrag worden aangesproken.. Op het plein mag je vrij spelen, maar je blijft rekening houden met elkaar. Het toilet houden we netjes. Je speelt niet met de zeep, de handdoek en de kraan. De hal is van ons allemaal. We laten het na het werk weer netjes achter Per groep mag er 1 of 2 leerlingen tegelijk naar het toilet. De leerkracht gaat dagelijks kijken of het toilet gebruikt wordt zoals bedoeld. De leerlingen gaan zuinig om met de handdoeken en de zeep. Voor het gebruik van het toilet gebruiken we de groepsafspraak van de ketting of het groen/rode bordje Tijdens de instructie en een klassikale activiteit wordt het toilet niet bezocht.
Per groep zijn er afspraken gemaakt over het gebruik van de computer in de klas. De computers in de hal worden alleen onder toezicht van een leerkracht/moeder gebruikt. Chatten, msn-en is verboden. Internetten mag alleen onder toezicht van een leerkracht
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• •
De leerlingen lopen rustig door de hal/gang. Er is vastgesteld door welke uitgang de leerlingen gaan. De leerlingen luisteren naar alle leerkrachten als ze op hun gedrag worden aangesproken. De leerlingen blijven niet op het plein of in de hal hangen, maar gaan direct naar huis. De jassen moeten aan de kapstok hangen, als er jassen op de grond liggen spreekt de leerkracht de leerling daarop aan. Per groep mag er 1 of 2 leerlingen tegelijk naar het toilet. De leerkracht gaat dagelijks kijken of het toilet gebruikt wordt zoals bedoeld. De leerlingen gaan zuinig om met de handdoeken en de zeep. De hal is van ons allemaal. We laten het na het werk weer netjes achter Voor het gebruik van het toilet gebruiken we de groepsafspraak van de ketting of het groen/rode bordje Tijdens de instructie en een klassikale activiteit wordt het toilet niet bezocht.
Per groep zijn er afspraken gemaakt over het gebruik van de computer in de klas. De computers in de hal worden alleen onder toezicht van een leerkracht gebruikt. Chatten, msn-en is verboden. Internetten mag alleen onder toezicht van een leerkracht
Verjaardagen van leerlingen
•
• •
•
Huiswerk
•
Er is pauze in de school van 10.00-10.30. Binnen deze tijd wordt er in de groepen een verjaardag gevierd en mag de jarige leerling met twee andere kinderen de school rond. Er wordt niet uitgedeeld aan broers en zussen. De verjaardag van een leerkracht wordt rond de pauze in de hal gevierd. Dit gaat per bouw. De jarige leerkracht mag gebruik maken van de video. Spreek dit even af met de leerkracht die de video heeft gereserveerd.
Bij de groepen 1en 2 hebben we nog niet met huiswerk te maken.
•
• •
•
•
Er is pauze in de school van 10.00-10.30. Binnen deze tijd wordt er in de groepen een verjaardag gevierd en mag de jarige leerling met twee andere kinderen de school rond. Er wordt niet uitgedeeld aan broers en zussen. De verjaardag van een leerkracht wordt rond de pauze in de hal gevierd. Dit gaat per bouw. De jarige leerkracht mag gebruik maken van de video. Spreek dit even af met de leerkracht die de video heeft gereserveerd.
Bij de groepen 3 t/m 4 hebben we nog niet met huiswerk te maken.
•
• •
•
•
•
Spullen van school naar huis
• •
•
Alle spullen gaan mee in een tas Groepsleerkracht controleert of de spullen retour komen Beschadigde spullen: zie schoolgids
• •
•
Alle spullen gaan mee in een tas Groepsleerkracht controleert of de spullen retour komen Beschadigde spullen: zie schoolgids
• •
•
Er is pauze in de school van 10.00-10.30. Binnen deze tijd wordt er in de groepen een verjaardag gevierd en mag de jarige leerling met twee andere kinderen de school rond. Er wordt niet uitgedeeld aan broers en zussen. De verjaardag van een leerkracht wordt na de pauze in de hal gevierd. Dit gaat per bouw. De jarige leerkracht mag gebruik maken van de video. Spreek dit even af met de desbetreffende leerkracht.
Voor de dag na een vakantie wordt er geen huiswerk en psalm opgegeven. Verder verwijzen we naar de huiswerkfolder die ieder jaar wordt meegegeven.
Alle spullen gaan mee in een tas Groepsleerkracht controleert of de spullen retour komen Beschadigde spullen: zie schoolgids
Opening en sluiting van een dag/dagdeel
•
•
•
• We openen de dag met zingen van geestelijke liederen, gebed en op dinsdag, woensdag en donderdag een bijbelverhaal. We sluiten de morgen af met het zingen van een geestelijk lied. De middag beginnen we weer met het zingen van een geestelijk lied en eindigen we met gebed. Wanneer er een bruiloft • is beginnen we met gebed in de klas. Wanneer we terug komen mogen de leerlingen gelijk naar huis. • Bij een schoolreis beginnen we ook in de klas met gebed. Wanner we dan terug komen gaan we eerst naar binnen en eindigen we met gebed.
We openen de dag met zingen van geestelijke liederen, gebed en op dinsdag, woensdag en donderdag een bijbelverhaal. We sluiten de morgen af met het zingen van een geestelijk lied. De middag beginnen we weer met het zingen van een geestelijk lied en eindigen we met gebed. Wanneer er een bruiloft is beginnen we met gebed in de klas. Wanneer we terug komen mogen de leerlingen gelijk naar huis. Bij een schoolreis beginnen we ook in de klas met gebed. Wanneer we dan terug komen gaan we eerst naar binnen en eindigen we met gebed.
•
•
•
We openen de dag met zingen van geestelijke liederen, gebed en op dinsdag, woensdag en donderdag een bijbelverhaal. We sluiten de morgen af met het zingen van een geestelijk lied. De middag beginnen we weer met het zingen van een geestelijk lied en eindigen we met gebed. Wanneer er een bruiloft is beginnen we met gebed in de klas. Wanneer we terug komen mogen de leerlingen gelijk naar huis. Bij een schoolreis beginnen we ook in de klas met gebed. Wanneer we dan terug komen gaan we eerst naar binnen en eindigen we met gebed.
Gymles/ zwemles
•
•
•
•
• •
Trui en eventuele andere kleding over je stoel, schoenen met sokken erin, onder je stoel. Als de kinderen gymschoenen hebben doe je die aan. We lopen rustig naar de hal en daar gaan we aan de kant staan en luisteren we naar de juf We gebruiken het gymmateriaal zoals de juf het aangeven heeft. We wachten netjes in een rijtje op onze beurt. We gaan naar afloop weer rustig naar de klas terug.
•
•
• • •
•
•
•
•
•
•
•
We lopen met elkaar in de rij vanuit de school naar de bus. In de bus gaan we naast elkaar zitten en sluiten we aan. In de bus zingen we niet. We lopen vanuit de bus in een rij naar de gymzaal. We trekken in de hal van de gymzaal onze schoenen uit en zetten die tegen de muur. We kleden ons rustig om en gaan als we klaar zijn op de bank in de kleedkamer zitten. Vervolgens lopen we met de leerkracht naar de gymzaal en gaan we op de afgesproken plek zitten. Na het het gymmen kleden we ons weer rustig om in de kleedkamer. We trekken in de hal onze schoenen aan en gaan in de rij staan. We lopen met elkaar in de rij vanuit de gymzaal naar de bus. In de bus gaan we naast elkaar zitten en sluiten aan. Bij school gaan we weer in de rij staan en lopen we naar binnen.
•
• •
• • •
• •
•
•
Opstellen niet op de weg, maar op een vaste plek op het plein. We fietsen twee aan twee. Bij iedere gymles zijn er 2 klaar-overs, die vooraan in de rij fietsen. Er is een vaste opstelling voor het fietsen. De klaar-overs schuiven iedere week door. (Groep 6 fietst met een moeder erbij.) Tijdens het fietsen gelden álle verkeersregels. Als leerkracht fiets je achteraan. Twee keer fluiten is stoppen. Eén keer fluiten betekent starten. Groep 5: Jongens en meisjes kleden zich gescheiden om. Naar inzicht van de leerkracht gaan de kinderen in groep 5 nog samen omkleden. Bij binnenkomst van de gymzaal gaan de kinderen aan de kant op de witte lijn zitten. Ga zoveel mogelijk met de hele groep naar gym.
Buiten
• •
• •
•
• •
•
•
•
•
We zijn zuinig met ons speelgoed De glijbaan is er om te glijden. Je gaat met je voeten eerst naar beneden. We blijven binnen het hek Zand en zandbakspeelgoed zijn voor in de zandbak. Al het speelgoed wordt gebruikt waar voor het gemaakt is.(dus niet ermee gooien) Het speelgoed delen we eerlijk We blijven op het onderbouwplein met ons speelgoed. De hulpen mogen helpen om de spullen uit de schuur te halen. Kinderen die iets uit de schuur willen, wachten op de zandbakrand. Alle kinderen helpen mee met opruimen . We zetten alles in de schuur terug. Als we klaar zijn met opruimen, gaan we bij de deur in de rij staan.
•
• • • • •
•
De glijbaan is er om te glijden. Je gaat met je voeten eerst naar beneden. We blijven voor de ijzeren balk. Als je straf krijgt, zit je die uit op de bank! We blijven achter de rode lijn. We spelen niet in het fietsenhok. Als de bel gaat, gaan we op de afgesproken plaats in de rij staan. Niet op het plein fietsen.
•
• •
•
•
•
•
•
Bij aankomst op het plein fietsen aan laten sluiten in het fietsenhok. Niet op het plein fietsen. Luister altijd naar de pleinwacht ook al is het niet je eigen leerkracht.. Iedere groep mag maximaal 2 ballen, je mag helaas niet voetballen. De speelruimte is met rode tegels aangegeven voor onder- en bovenbouw. (Tot lokaal groep 8, niet in/tussen het fietsenhok en lokaal groep 8.) Probeer zoveel mogelijk samen te spelen. Sluit niemand buiten. Bij een probleem bewaren we afstand en tellen we eerst tot 10. Bij het gaan van de bel doen we de bal in de ballenbak, ook al komen er andere groepen naar buiten. Jij bent verantwoordelijk voor je eigen spullen.
Sanctiebeleid In de kring/les
•
• •
• •
Bij ruzie
• •
•
Bij werkles
•
Buiten het lokaal
•
Eerst waarschuwen dan bij de tweede keer waarschuwwen aangeven wat er gebeurt. Dan voor de leerkracht zitten Bij de derde keer apart zitten in de klas op (een vaste plek). En maak je het heel erg bont dan op de gang. Na afloop van de straf, even napraten: Wat ging er mis en hoe moet je het eigenlijk doen.
Algemeen bij overtreding van een regel: • Eerst aantal keren waarschuwen en vertellen waarom • Laatste waarschuwing aangeven • Bij herhaling volgt straf n.a.v. de overtreding(b.v. apart zetten, bij herhaalde waarschuwing b.v. naar de gang • Na afloop van de straf, even napraten: Wat ging er mis en hoe moet je het eigenlijk doen.
Gesprekje en goed maken • Bij heftige ruzie eerst • even afkoelen dan gesprekje en goed maken Bij herhaling straf door middel van apart zetten. • Tafel apart zetten of een andere werkplek geven. Maak je daar een overtreding dan doen we het over nieuw maar dan goed.
•
Gesprekje en goed maken Bij heftige ruzie eerst even afkoelen dan gesprekje en uitpraten en goed maken Bij herhaling straf door middel van apart zetten.
•
Waarschuwing en toelichting • Bij herhaalde bewuste overtreding straf die gerelateerd is aan de overtreding Groep 5/6: verhaaltje/regels maken gerelateerd aan de overtreding Groep 7/8: idem Bij overtreden van duidelijke basale regels “w.p.’s” of tafels • Na afloop van de straf, even napraten: Wat ging er mis en hoe moet je het eigenlijk doen. • Afkoelen • Gesprek • Goedmaken cq uitpraten • Bij herhaling volgt sanctie Sanctie hangt af van situatie
Maak je een overtreding op • het plein: op het bankje zitten of niet bij het huisje komen • • •
Tijdens de gymles
• • • •
Bij overtreding met een bal: de bal terug in de ballenbak. Bij ruzie: zie klassenregels. Anders 2 minuten op het bankje. Bij herhaling: hele pauze op het bankje. (Een kind niet naar binnensturen.) Bij overtreding: waarschuwing. Na 2e keer: aan de kant zitten, 3 minuten. Bij herhaling: hele les aan de kant zitten. Bij ruzie: zie klassenregels.
BAS BORGINGSDOCUMENT 3. ZELFSTANDIGE LEERHOUDING 3.2 TIJDBEWUSTZIJN EN TAAKPLANNING BAS BORGINGSDOCUMENT 3. ZELFSTANDIGE LEERHOUDING 3.3 BEGELEID ZELSTANDIG LEREN GROEP 1 EN 2
Hoe ziet het planbord eruit? Groep 1 Planbord voor na het werken Op het bord staan de kasten waar ze uit mogen kiezen. De leerkracht schuift de kleuren door van boven naar beneden. Iedere dag hangt de leerkracht de kleur van het groepje erbij, dat er vandaag mee mag spelen. De kinderen kunnen zelf kiezen welk spelletje ze uit de desbetreffende kast willen doen. De inhoud van de kasten: geel: motoriek kast rood: puzzelkast blauw: bouw/constructiekast groen: cognitief materiaalkast Als de kinderen klaar zijn met een spelletje moeten ze het eerst laten zien aan de leerkracht voor ze en volgend spelletje mogen pakken. Planbord voor de hoeken De kinderen kiezen zelf een hoek uit. De hulpjes mogen eerst kiezen, daarna de kleur die aan de beurt is gevolgd door de andere kleuren in willekeurige volgorde. Registratie van welke groep er mag beginnen, staat in de map. Ze moeten 10 minuten in deze hoek blijven spelen. De tijd kan verder in het jaar uitgebouwd worden. In die tijd hangt er een rode cirkel, zodat ze kunnen zien dat ze niet mogen wisselen. Daarna mogen ze maximaal 2 keer een andere hoek kiezen en draait de rode cirkel om en wordt het groen.
Groep 2 Planbord voor na het werken Op het bord staan de kasten waar ze uit mogen kiezen. De leerkracht schuift de kleuren door van boven naar beneden. De leerlingen mogen zelf kiezen uit welke kast ze een spelletje willen doen. Daar hangen ze hun naamkaartje bij. Het systeem registreert zichzelf. De kinderen hebben 4 naamkaartjes met 4 verschillende kleuren die corresponderen met de kasten. Het gekleurde naamkaartje dat ze die dag hebben gekozen, legt de leerkracht na de les zelf in een bakje. De kasten die dan overblijven moeten ze de andere dagen doen. Er moeten 3 kasten
binnen een week aan bod zijn geweest. In de kasten kunnen de kinderen weer zelf kiezen welk spel ze willen doen. De inhoud van de kasten: geel: motoriek kast rood: puzzelkast blauw: bouw/constructiekast groen: cognitief materiaalkast Op de kasten hangen dezelfde plaatjes als op het planbord. Als de kinderen klaar zijn met een spelletje moeten ze het eerst laten zien aan de leerkracht voor ze en volgend spelletje mogen pakken. Planbord voor de hoeken De kinderen kiezen zelf een hoek uit. De hulpjes mogen eerst kiezen, daarna de kleur die aan de beurt is gevolgd door de andere kleuren in willekeurige volgorde. Registratie van welke groep er mag beginnen, staat in de map. Ze moeten 20 minuten in deze hoek blijven spelen. Dit kan verder in het jaar uitgebouwd worden. In die tijd hangt er een rode cirkel, zodat ze kunnen zien dat ze niet mogen wisselen. Daarna mogen ze maximaal 2 keer een andere hoek kiezen en draait de rode cirkel om en wordt het groen.
Combinatie groep 1/2 In principe hanteren we de inhoud van groep 1 wat eventueel kan worden uitgebreid met de inhoud van groep 2. Hoe is het geregeld met de verdeling van de materialen? Iedere klas heeft dezelfde hoeveelheid aan materialen. Het aantal materialen is op dit moment niet toereikend, maar dit wordt uitgebreid. Hoe is het met het gebruik van de verschillende ruimtes? We gebruiken voor bepaalde hoeken de gang. Bij de schooluitbreiding kunnen we hier meer mee gaan doen. We gaan ervan uit dat we een verdieping in de klas krijgen, die we ook kunnen gaan gebruiken.
Wat zijn afspraken met leerlingen? Groep 1 Planbord voor na het werken Iedere dag hangt de leerkracht de kleur kaartjes bij een andere kast. De leerlingen mogen zelf uit de aangegeven kast een spelletje kiezen.
Planbord voor in de hoeken De kinderen kiezen zelf een hoek en mogen daar zelf hun kaartje neerhangen. Ze spelen hier in ieder geval 10 minuten in tot de knuffel van de stoel weg is. Ze mogen maximaal 2 keer een andere hoek kiezen.
Groep 2 Planbord voor na het werken
Wanneer het werkje goedgekeurd is door de leerkracht mogen de kinderen een kast gaan uitkiezen. De leerlingen mogen zelf een kast kiezen en hangen daar hun naamkaartje bij. Ze mogen daaruit zelf een spelletje kiezen. Ze mogen 1 kast per dag kiezen, maar per kast mogen ze meerdere spelletjes kiezen. Per kast mogen er 6 kinderen uit spelen. (Het aantal hangt af van je groepsgrootte). De leerkracht haalt zelf de kaartjes van het bord af en legt ze in de correspondeerde kleur bakjes. Aan het eind van de week moeten 3 kasten aan bod zijn geweest.
Planbord voor in de hoeken De kinderen kiezen zelf een hoek en mogen zelf hun kaartje op het planbord neerhangen. Ze spelen hier in ieder geval 20 minuten in tot de cirkel op groen is. Ze mogen maximaal 2 keer een andere hoek kiezen.
Combinatie groep 1/2 In principe hanteren we de afspraken van groep 1 wat eventueel kan worden uitgebreid met de afspraken van groep 2.
Hoe wordt de introductie van de werkwijze naar leerlingen geïntroduceerd? De eerste weken helpt de leerkracht bij het kiezen. De tijd daarna geeft de leerkracht meer verantwoordelijkheid aan de kinderen. Uiteindelijk zullen ze het zelf kunnen. Bij groep 1 maken we gebruik van maatjes. Een sterke leerling begeleidt de zwakke leerling met het kiezen.
GROEP 3 EN 4 In groep 3 en 4 wordt in de ochtenden gewerkt in 3 niveaus. Een gedeelte van die les kan klassikaal zijn. De verplichte opdracht wordt gemaakt n.a.v. het niveau van de leerling, daarna kiezen de leerlingen n.a.v. het planbord een activiteit die de leerstof verrijkt. Die activiteiten worden door de leerkracht bepaald. Bovenstaande is bedoeld voor de vakken rekenen, taal, lezen en spelling. Het planbord gaat er als volgt uitzien: Van boven naar beneden de namen van de LLN en van links naar rechts de cijfers van 1 t/m vb. 10 De nummers corresponderen met dozen waar de activiteiten in zitten. De activiteiten verschillen in moeilijkheidsgraad. Afhankelijk van een nieuw thema of onderwerp worden een aantal dozen veranderd of aangepast qua inhoud. De kinderen kiezen de activiteiten op het planbord m.b.v. een magneet. De kleur correspondeert met het betreffende vakgebied. Vb. blauw is voor rekenen, rood is voor taal… De kinderen registeren zelf de activiteiten op een blad in hun map, aangereikt door de leerkracht. De leerkracht volgt de registratie van de kinderen door elke dag een aantal kinderen bij zicht te roepen met het registratiepapier.
Voor de middag idem dito, maar dan corresponderen de cijfers met de hoeken. De middag beginnen we een half uur met klassikale tijd voor bijv. sova, instructie van de hoeken, muziek etc. In de hoeken worden dan de zaakvakken en de algemene vaardigheden verwerkt. We denken aan de volgende hoeken:aardrijkskunde, geschiedenis, natuur, verkeer, motoriek, samen werken, drama, inzicht, geheugen etc. Na elke vakantie worden hoeken aangepast en veranderd. Na afloop van de les leveren ze hun werkbladen in en leggen het in een vakje voor werk dat af is of voor werk dat niet af is.
GROEP 5 t/m 8 Opbouw van de taakformulieren in de bovenbouw. De weekplanning moet goed overdacht worden. Aandachtspunten hierbij zijn: Differentiatie moet goed overdacht zijn Hoe geef ik inzicht in de leerstof naar de kinderen toe? Wanneer plan ik de instructiemomenten? Wanneer zijn er evaluatiemomenten evt. ook tussentijds. Heb ik toetsen en wanneer plan ik die? We moeten rekening houden met de RT momenten als het kan
Planning van de instructiemomenten Uitleg/instructie bij rekenen/taal/spelling elke dag op dezelfde tijd b.v. Voor de pauze rekeninstructie Na de pauze taalinstructie Enz. Het formulier geeft een verdeling in dagen met daarin de vrije- en instructiemomenten.
Correctie De schriften zitten in een mandje/bakje per kind of per 2 kinderen. Schriften die klaar zijn en zelf gecorrigeerd worden door de lln in een bakje van de leerkracht of b.v. de instructietafel gelegd aan het eind van de dag. De lkr. Checkt en legt het schrift terug in het bakje bij niet goed en in de kast bij wel goed. Kinderen corrigeren zelf (inoefenstof) en oefenen opnieuw, vragen hulp bij leerkracht.medeleerling en geven dit aan op het formulier.
Werkwijze De wijze van zelfstandig werken wordt aangegeven naar de kinderen. De stof wordt individueel verwerkt, in 2-tallen of in groepjes. De wijze van hulp vragen wordt aangegeven: vraag de lkr. , vraag een medegroepsgenoot enz.
Keuzetaken staan op het formulier (zgn mag-taken). Aan keuzetaken zitten voorwaarden (niet elke keer hetzelfde kiezen en plannen). De hoeken kunnen hierbij ingezet worden. Een registratiesysteem wordt hierbij gebruikt, zodat de lkr. Snel een overzicht heeft.
Opbouw: Groep 5 heeft een dagtaak Groep 6 begint met een dagtaak, naar 2-dagentaak (niet-aaneengesloten naar aaneengesloten) Uiteindelijk kunnen kiezen uit de andere dag. Groep 7 heeft een meerdagentaak en in ieder geval 2 aaneengesloten dagen, uitbreiden in de loop van het jaar (uitloop naar een weektaak is goed mogelijk). Kinderen mogen uiteindelijk kiezen uit taken van verschillende dagen. Groep 8 gebruikt een weektaak.
Materialen en lokaalinrichting Bakjes aanschaffen Extra materialen aanschaffen (verdelen in extra stof en herhalen en koppelen aan leerstofinhoud)
Afspraken De formulieren (weekplanning lkr. en lln.) worden per duogroepen ( 5 en 6 + 7 en 8) gemaakt en zijn startklaar na de zomervakantie.
BAS BORGINGSDOCUMENT 3. ZELFSTANDIGE LEERHOUDING 3.4 ZELFSTANDIG LEREN IN OPEN STRUCTUREN Nog niet gedaan
BAS BORGINGSDOCUMENT INSTRUCTIE EN FEEDBACK 4.1 EFFECTIEVE LEERTIJD/TAAKGERICHTHEID Bas: 16 april 2003 vastgesteld en TAAKGERICHTHEID op 3 maart 2004. TIJDVERSPILLER
KLAS SCHOOL DO / CONCRETE DO MAATREGEL NOTS ONDERBOUW
CONCRETE MAATREGEL MIDDENBOUW
CONCRETE MAATREGEL BOVENBOUW
Ruzie tussen leerlingen
Ja
Kort bespreken. Later op terugkomen indien nodig Consequent zijn tot zekere hoogte
Afkappen en later op terugkomen
Slechte Ja voorbereiding lessen Geen opvang van Ja probleemleerlingen Moeders te laat Ja weg
Do nots
Do
Do Do
Consequent zijn tot zekere hoogte Klassenassistente Op tijd een duidelijk teken
Consequent zijn tot zekere hoogte
Klassen-assistente Kleinere groepen n.v.t.
n.v.t.
Te laat bellen, te lange pauzes enz. Op tijd naar buiten. Eten en drinken (bekers en bakjes pakken Verjaardagen buiten de klas
Ja
Ja
Kinderen met gevonden voorwerpen
Geleende dingen terugbrengen
Spullen die niet klaarliggen
Do
Do
Ja
Do
Ja
Do
Ja
Ja
Do
Do
Interrumperende collega’ s
Ja
Do
Taakgerichtheid van de leerlingen: b.v. lln. met startproblemen of lln. die extra werk aankunnen. Geen tijdige vervanging bij ziekte enz. Wisselende Ja prioriteiten, b.v. tafels oefenen zonder effect.
Ja
Do
Ja
Do
aan ouders geven dat je begint Op tijd bellen Tijdklok op de bel onderzoeken
Halen en opbergen in de klas Alleen per bouw rondgaan met kaart in groep 1 en 2 Niet meer de klassen rond, gevonden voorwerpen in een goed zichtbare doos in magazijn
Vragen en halen tussen de middag, terugbrengen na schooltijd ’s Ochtends controleren of alles klaar ligt Niet voor 9.15 uur. Liefst tussen-demiddag. Anders kijken of het gelegen komt. Die bepaalde lln. In de gaten houden en hen op hun taak wijzen
Extra inspanning vervanging regelen Doelen creëren, nakomen en evalueren
Alleen per bouw rondgaan met kaart in groep 3 t/m 8 Niet meer de klassen rond, gevonden voorwerpen in een goed zichtbare doos in magazijn
Tijdklok op de bel onderzoeken
Alleen per bouw rondgaan met kaart in groep 3 t/m 8 Niet meer de klassen rond, gevonden voorwerpen in een goed zichtbare doos in magazijn
Vragen en halen tussen de middag, terugbrengen na schooltijd
Vragen en halen tussen de middag, terugbrengen na schooltijd
’s Ochtends controleren of alles klaar ligt Niet voor 9.15 uur. Liefst tussen-demiddag. Anders kijken of het gelegen komt.
’s Ochtends controleren of alles klaar ligt Niet voor 9.15 uur. Liefst tussen-demiddag. Anders kijken of het gelegen komt.
Blijven stimuleren
Blijven stimuleren
Extra inspanning Extra inspanning vervanging regelen vervanging regelen Doelen creëren, nakomen en evalueren
Doelen creëren, nakomen en evalueren
BORGINGSDOCUMENT TAAKGERICHTHEID (Vastgesteld 3 maart 2004)
TAAKGERICHTHEID In de cursus 2003-2004 zijn ervaringen opgedaan met het meten van taakgerichtheid door middel van video-opnamen. Er zitten voordelen aan deze manier van meten van taakgerichtheid: je krijgt een goed beeld van een kind, anderen kunnen tips geven. Je ziet veel wat je anders niet ziet. Ook de invloed van je eigen gedrag is te merken. Taakhoudingsproblemen worden meer duidelijk. Een kind met taakproblemen mist veel leertijd. De leerling is erbij gebaat als je hier systematisch te werk gaat. Werkwijze De observatie taakgerichtheid wordt opgenomen in de toetskalender voor de maand september en oktober. Dit gebeurt dan “grofweg” met het observatieformulier “Taakgerichtheid” voor alle leerlingen. Dit formulier zit in de Borgingsmap in de personeelskamer.
BAS BORGINGSDOCUMENT 4. INSTRUCTIE EN FEEDBACK 4.2 EFFECTIEVE INSTRUCTIE EN METHODE
BAS BORGINGSDOCUMENT 4. INSTRUCTIE EN FEEDBACK 4.3 KERNDOELEN EN DIFFERENTIATIE
DIFFERENTIATIE ONDERBOUW: PLANBORD In groep 2 wordt gewerkt met het planbord op maandag, dinsdag en donderdag. In groep 1 op maandag en donderdag. Als pluspunten wordt het bevorderen van de zelfstandigheid en betrokkenheid genoemd. Daarnaast heeft het ook positieve uitwerking op stimulering sociaal gedrag. Bij het wisselen en het registreren zijn knelpunten. Door de volgende afspraken willen we die ondervangen.
Registreren We vinden het belangrijk om te registreren, omdat we willen weten waar de voorkeur van kinderen ligt en gewenste sturing te geven aan de keuze. groep 1: 2 keer in de week registreren op een ontworpen registratieblad.
groep 2:
3 keer registreren op eenzelfde registratieblad. geleid registreren op een nog te ontwerpen overzicht in de klas zelfstandig registreren
Wisselen Er mag gewisseld worden om kinderen zoveel mogelijk ruimte te geven en mogelijkheid tot zelfinitiatief. groep 1: aantal keren wordt vrij gelaten groep 2: tot de Kerst 2 keer na de Kerst 1 keer Dit wordt aangegeven met de klok.
Extra aandacht Extra aandacht aan een groep of individuele leerling is afhankelijk van een aantal factoren: - zelfstandigheid van de kinderen - mate van zorg aan een groep of individuele kinderen - organisatie en niveau van de groepen - niveauverschillen in de klas Ruimtegebrek is nu nog niet aan de orde, maar kan bij grotere groepen een probleem worden.
BAS BORGINGSDOCUMENT EFFECTIEVE INSTRUCTIE EN DIFFERENTIATIE REKENEN Middenbouw
In de middenbouw wordt er nagestreefd om de kinderen zoveel mogelijk in één niveaugroep te houden om zo bij elk kind het onderste uit de kan te halen. In de middenbouw wordt wat betreft het rekenen de basis gelegd, alle kinderen hebben deze basis nodig. En dat is dan ook de reden dat er wordt geprobeerd elk kind deze basis bij te brengen. Voor de kinderen die deze basis al beheersen is verdiepingsmateriaal nodig waar ze zelfstandig mee aan de gang kunnen. Het is belangrijk om voldoende en interessant materiaal voor deze kinderen te hebben.
Een rekenles in de middenbouw ziet er als volgt uit: • • • • •
Je spreekt je verwachtingen uit en Je geeft instructie voor de hele groep. Kinderen die deze instructie niet nodig hebben doen niet mee en gaan vast aan het werk Alle kinderen gaan aan het werk en daarop volgt De startronde voor de snelle vragen. Tijdens de hulprondes komen er RT-groepjes en rekenlesproblemen aanbod. Op deze manier komen zorgleerlingen aanbod en krijgen zij de noodzakelijke extra begeleiding. Belangrijk is dan om ook echt de tijd te nemen voor deze leerlingen.
Voor de snelle kinderen is er extra verdiepingsstof aanwezig, zij kunnen daar zelfstandig mee aan de gang. Ze kunnen dit ook samen doen. •
In de afsluitronde maakt de leerkracht een kort praatje met de kinderen over hoe zij het werk die dag ervaren hebben.
Vastgesteld tijdens de p.v. van 20 april 2004
Bovenbouw Binnen de bovenbouw proberen we zoveel mogelijk te werken in één niveau. Er wordt allereerst gewerkt aan de basis (zie uitgangspunten methode), want alle leerlingen hebben deze basis nodig. De instructietafel wordt ingezet bij uitval. Deze leerlingen krijgen extra instructie. Voor leerlingen die de basis al beheersen is er verdiepingsmateriaal aanwezig. Bijvoorbeeld Plussommen behorend bij de taak, plustaken (zie methode), rekentoppers en Kien. Vanaf groep 7 wordt er in de methode minimumstof aangegeven. In groep 7 en 8 wordt de lesstof in niveaus aangeboden. Voor kinderen met uitval is extra materiaal als ondersteuning aanwezig. Remelka, rekenmakkers en concreet materiaal (breukenstokken e.d., lengte- en inhoudsmaten). Leerlingen die meer dan een jaar achterstand hebben gaan we testen m.b.v. Cito. Blijkt uit onderzoek dat deze leerlingen het niveau van de klas niet aankunnen, dan gaan we na overleg over op een apart programma. Hiervoor kan een RT’er worden ingezet.
Een rekenles in de bovenbouw ziet er als volgt uit: • •
Je spreekt je verwachtingen uit en Je geeft instructie voor de hele groep (Leerlingen die begrijpen wat de bedoeling is gaan vast aan het werk) • Daarna volgt de startronde: iedereen gaat aan het werk, als leerkracht maak je een startronde voor korte vragen (geen rekenproblemen). Als blijkt dat tijdens de startronde er nog veel vragen zijn bij de leerlingen kan er een nieuwe instructieronde volgen. • Vervolgens loop je de hulprondes: je loopt een aantal hulprondes en beantwoordt inhoudelijke vragen van leerlingen, tussendoor geef je RT en rekenproblemen worden behandeld aan de instructietafel. Nu kun je leerlingen met extra begeleiding goed helpen en extra instructie en inoefening bieden.
Leerlingen die hun taak hebben afgerond kunnen zelfstandig verder met verdiepingsstof. Ze weten waar de materialen liggen. Eventuele vragen kunnen tijdens een hulpronde worden beantwoord. • •
Voor de start- en hulpronde geldt dat je een vaste route loopt door de klas. Aan het eind van de les is de afsluitronde. Je evalueert met de leerlingen de les en vraagt ook hoe ze het vonden. Vastgesteld tijdens de p.v. van 20 april 2004
DIFFERENTIATIE IN DE SPELLING BIJ DE METHODE “TAAL ACTIEF” (Vastgesteld 11-11-2004) MIDDENBOUW: Toepassen directe instructie Dat doen we niet. In de eerste week behandelen we de les klassikaal en in de tweede week wel bij kinderen die uitvallen bij signaaldictee
Differentiatie in instructie en verwerking? In de 2e week differentiëren we op niveau. De sterke lln: maken woordzoekers en de zwakke leerlingen gaan extra oefenen met oefeningen uit de methode aan instructietafel.
Tips voor zorgleerlingen? Er zitten veel tips in de methode. Deze zijn goed bruikbaar.
Tips voor leerlingen die meer aankunnen? Zit niet in de methode, maar we gebruiken de computer: woordenblad. Spelen met woorden te gebruiken: samenwerken met zwakke lln.
Samenwerking tussen leerlingen? De leerlingen mogen overleggen als ze iets niet weten. Ook wordt het dictee afgenomen bij elkaar.
Mogelijkheid voor zelfstandig werken? Er zijn genoeg mogelijkheden in de methode.
Software bij de methode? We gebruiken verschillende software pakketten om de spelling te oefenen. Deze software programma’s passen helemaal bij de methode.
Methode gebonden toetsen We signaleren met het signaaldictee. Aan de hand van de uitslag oefenen we extra met zwakkere lln.
Beoordelen van resultaten Hoe ga je om met fouten in de zinnen van controledictee? Reken je alle fouten of alleen de dikgedrukte woorden in de eerste 5 zinnen?
Extra katern raadplegen (Erik) BOVENBOUW: Methode De methode Taal Actief is goed gestructureerd. Er is een duidelijk opbouw met uitgebreide suggesties.
De gebruikersvriendelijkheid van de handleiding kan beter: veel tekst en onoverzichtelijke bladspiegel.
Toepassen directe instructie Aanbieden wp Begeleid oefenen Oefenen Signaleren Terugblik Controle Remediëren/Verrijken
Differentiatie in instructie en verwerking? Ja, met name differentiatie in strategie: aanleren door inprenten, regels of analogie
Tips voor zorgleerlingen? Ja, zie boven en adviezen voor apart leertraject
Tips voor leerlingen die meer aankunnen? Klaaropdrachten en verrijking in het boek: Spelen met woorden.
Samenwerking tussen leerlingen? Ja, in fase oefenen diverse werkvormen.
Mogelijkheid voor zelfstandig werken? Ja
Software bij de methode? Ja, we willen graag meer weten over het programma WOORDSPEL bij de methode. Dit programma bevordert de individuele aanpak en werkt tijdsbesparend.
Methode gebonden toetsen Er zijn methode gebonden toetsen die afgenomen worden en registratie vindt plaats in het taaljaarboek.
KNELPUNTEN • Tijdsinvestering registratie • Tijdsinvestering voor een goede analyse • Differentiatie in hoeveelheid wordt niet genoemd VOORSTELLEN • Geef kinderen het woordpakket mee, zodat ze eventueel thuis kunnen oefenen(uitprinten met computerprogramma Woorden Totaal: puzzeltje enz.)
• •
Houd bij aanbieden woordpakket rekening met de diverse strategieen van kinderen (zie handleiding) Zet kinderen tijdig op een apart leertraject
DIFFERENTIATIE BIJ TECHNISCH LEZEN Zorgprocedure en beschrijving van de leerlijn voor het invullen van het technisch leesonderwijs in groep 3 en 4 1.Leesonderwijs groep 3 1.1 Inleiding: In groep 3 wordt tot en met januari voornamelijk klassikaal gelezen. Alle kinderen worden benaderd vanuit hetzelfde niveau waarbij differentiatie wordt toegepast in de verwerking. Kinderen die in groep 3 al kunnen lezen, worden extra uitgedaagd d.m.v. het lezen van moeilijke boeken met bijbehorende opdrachten. Vanuit groep 2 is er een duidelijke overdracht naar groep 3. De beginsituatie van alle beginnende lezers is dan bekend bij de groep 3 leerkracht. Vanuit deze situatie gaat de groepsleerkracht met haar groep aan het werk. 1.2 Periode 1 In RT periode 1 (week 35 t/m 40) RT voor groep 3 n.a.v. de scores uit groep 2. De leerkracht stelt ouders op de hoogte van de RT van hun kind en houdt hen op de hoogte van de vorderingen. Deze kinderen krijgen de aangeleerde letters mee naar huis. Het aanbod van het leesonderwijs ziet er opdat moment als volgt uit: • Het aanleren van de letters en woorden • Het leren synthetiseren en analyseren van woorden • Het sleutelen met letters om zelf woorden te maken Na zes weken leesonderwijs wordt de herfstsignalering afgenomen uit het protocol leesproblemen en dyslexie. Deze toets is gebaseerd op de methode “De Leesleutel”. De letterkennis en auditieve waarneming wordt getoetst. 1.3 Periode 2 Kinderen die uitvallen bij de herfstsignalering krijgen extra hulp. Zij krijgen 1x RT buiten de groep en RT binnen de groep. Deze RT zal voornamelijk gericht zijn op het opbouwen van letterkennis het decoderen van klankzuivere woorden de ontwikkeling van het fonemisch bewustzijn. (= het bewustzijn dat woorden uit losse klanken staan) Belangrijk materialen hierbij zijn spreekbeeld, het maan, roos, vis spel en het boek ´kijk mijn letter´enz. De activiteiten worden altijd geoefend in verschillende betekenisvolle activiteiten. (visueel, auditief en kinesthetisch) Deze RT periode vindt plaats van week +/- 45 tot week 5. (periode 2) In week 5 wordt de RT geëvalueerd. Kinderen met zware leesproblemen krijgen vaker RT in de week. (zie dyslexieprotocol blz. 80 en verder) Ook is het belangrijk om thuis met lezen en letters bezig te zijn. Daarom krijgen de kinderen die
op RT zitten de aangeboden letters mee naar huis. In de klas wordt vanaf de herfstvakantie tot eind januari verder gewerkt aan de letterkennis, het lezen van (de sleutel)woorden en het fonemisch bewustzijn. 1.4 Periode 3 Wanneer eind januari alle letters zijn aangeboden volgens de methode vindt de tweede toetsronde plaats. Op dat moment worden de basistoets met begripsvragen, de DMT/Brus, de Cito SVS en de letterkennistoetsen afgenomen. (zie dyslexieprotocol blz. 91) Kinderen die een D of E score op deze toetsen worden verdiept onderzocht en krijgen RT. De RT is nu toegespitst op letterkennis en accuratesse en snelheid van de decodeervaardigheden. Deze RT periode vindt plaats in de weken 8 tot en met 16. In week 16 wordt alle RT geëvalueerd. (handreikingen voor de RT staan in het protocol op blz. 97 en verder.) De leerkracht krijgt van zijn groep zo rond januari een steeds duidelijkere beeld. Het zal steeds meer duidelijk worden wie genoeg heeft aan extra hulp in de klas of aan RT of wie intensieve leesbegeleiding nodig heeft. Als blijkt dat het kind geen baat heeft bij RT omdat het geen vorderingen maakt. En dus niet verder ontwikkelt, is het nodig om advies te vragen aan de schoolbegeleidingsdienst. Het is erg belangrijk om de zwakke lezers goed te volgen en alle toetsgegevens, diagnoses en handelingsplannen goed bij te houden en duidelijk op papier te zetten. Dit alles in verband met het dyslexievolgdocument. In januari starten de groepsleerkrachten van groep 3 het niveaulezen met ouders op. In de groep wordt zoveel mogelijk toegekomen aan de individuele leesniveau’s. Het leesonderwijs in de klas ziet er dan als volgt uit: de kinderen kennen nu alle letters en kunnen dan al zelfstandig lezen. Ze zijn dan ook in staat om de elementaire leeshandeling toe te passen bij andere woorden dan die uit de leeswoordenschat. Er wordt verder geoefend met de mkm woorden. Er komen woorden aan bod met meer klinkers vooraan en /of achteraan en woorden met verschillende lettergrepen. Ouders worden er van op de hoogte gesteld wanneer hun kind RT krijgt en worden op de hoogte gehouden. Wanneer er sprake is van zware leesproblematiek (D of E score) is er na de afronding van elke handelingsplan een evaluatie- en voortgangsgesprek met ouders, leerkracht en IB-er. 1.5 Periode 4 In week 16 worden alle handelingsplannen geëvalueerd en indien nodig bijgesteld voor de volgende RT ronde. In deze toetsronde worden alleen de kinderen getoetst die op de vorige toetsronde uitvielen. Dat zijn de kinderen die RT binnen of/en buiten de groep hebben. Bij hen wordt de DMT/Brus en de Avi –kaarten met begripsvragen afgenomen als er sprake is van een zwakke decodeervaardigheid. Bij leerlingen met zwakke technisch lees/spellingvaardigheden worden de grafemen- en fonementoets afgenomen. Daarna volgt de volgende RT ronde van week 18 tot en met week 26. (handreikingen voor RT staan in dyslexieprotocol van af blz. 106) In week 20 t/m 22 wordt bij alle kinderen de Avi, DMT, Cito Lezen met begrip en Cito Spelling afgenomen. Bij de zwakke leerlingen worden de letterkennis en auditieve vaardigheden toetsen
afgenomen. Bij de overdracht worden het groepsniveau dat zijn de Avi/DMT/Cito’s score’s en alle belangrijke individuele informatie doorgegeven. Alle handelingsplannen gaan met evaluatie en datum in het dossier van het kind. De groepsgegevens gaan mee met de groep in de registratiemap.
2.Leesonderwijs groep 4 2.1 Inleiding Vanuit groep 3 is er een duidelijke overdracht naar groep 4. Alle toetsresultaten op het gebied van lezen worden besproken en ook worden de individuele gegevens doorgegeven. De beginsituatie is duidelijk. Vanuit deze situatie gaat de groepsleerkracht aan het werk met zijn/haar groep. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de observatiepunten uit het dyslexieprotocol. (blz. 132) 2.2 Periode 1 In RT periode 1 (week 35 t/m 40) is er RT voor groep 4 n.a.v. de scores uit groep 3. De handelingsplannen voor deze RT ronde worden opgesteld door de RT-er/IB-er en de groepsleerkracht. De leerkracht stelt de ouders op de hoogte en houdt contact met hen over de vorderingen. Tijdens deze RT periode komen vooral het technisch lezen en spellen aan de orde. Maar ook het begrijpend lezen en het functioneel schrijven met behulp van de methode connect vloeiend lezen. (zie bijlage connect vloeiend lezen) In de klas wordt aan dezelfde onderdelen gewerkt. Er wordt verschillende keren in de week technisch gelezen en ook komt er één keer in de week begrijpend lezen aanbod. Het technisch lezen gebeurt op verschillende manieren zoals tutorlezen, duolezen, stillezen en lezen via de methode Leeswerk. 2.3 Periode 2 Rond herfstvakantie (week 39) wordt bij alle kinderen in de groep de Avi met begripsvragen en de DMT afgenomen. Kinderen die een D of E score halen, krijgen extra hulp. Dat kan zowel binnen als buiten de klas zijn. Deze RT zal voornamelijk gericht zijn op het veel lezen waarbij spellen en begrip een belangrijke plaats innemen. Kinderen met zware leesproblemen oftewel kinderen die nauwelijks voortgang boeken, krijgen vaker RT in de week. De leerkracht stelt de ouders op de hoogte en houdt contact met hen over de vorderingen. Ook krijgen deze kinderen een boekje mee naar huis om thuis te lezen Voor tips voor de RT kun je gebruik van het dyslexieprotocol vanaf blz. 149. Deze tweede RT periode vindt plaats van week +/- 45 tot week 5.
Het onderwijs in de klas blijft in deze periode hetzelfde als in periode 1. De leerkracht probeert in de groep zoveel mogelijk tijd en aandacht vrij te maken voor de zwakke lezers. 2.4 Periode 3 In week 5 wordt de RT geëvalueerd. Dan wordt bij alle zwakke lezers (kinderen met een C, D en E score) in de klas en de RT kinderen de Avi, DMT/Brus en event. Klepel afgenomen. Je hoeft in deze ronde dus niet zoals wij eerst wel deden bij elk kind de Avi af te nemen. Alleen bij de zwakke lezers. Dat zijn dus in elk geval de RT- leerlingen, de zwakke lezers in de groep en alle kinderen waar je als leerkracht je twijfels bij hebt. Wel wordt bij alle kinderen de DMT afgenomen. Opdat moment wordt dus bij alle (zwakke lezers) opnieuw vastgesteld op welk niveau zij lezen. De handelingsplannen worden bijgesteld zodat de nieuwe RT ronde kan beginnen. Ook wordt in het handelingsplan rekening gehouden met het niveau van spellen (Cito spelling) en begrijpend lezen (Cito lezen met begrip). De derde RT periode start in week 8. Voor tips voor de RT kun je gebruik van het dyslexieprotocol vanaf blz. 149. 2.5 Periode 4 In week 16 worden alle handelingsplannen geëvalueerd en indien nodig bijgesteld voor de volgende RT ronde. In deze toetsronde wordt bij alle zwakke lezers (kinderen met een C, D en E score) in de klas en de RT kinderen de DMT/Brus en de Avi –kaarten met begripsvragen en event. de klepel afgenomen. Voor tips voor de RT kun je gebruik van het dyslexieprotocol vanaf blz. 149. Eind mei wordt voor alle kinderen in groep 4 de het niveau van lezen en spellen vastgesteld. Dit wordt overgedragen naar groep 5. Hierbij worden alle groepsgegevens en alle individuele gegevens doorgegeven. De aanpak van technisch lezen in groep4: • 1 keer in de week technisch lezen uit Leeswerk, dit is een klassikale les. • 1 keer in de week begrijpend lezen uit Goed gelezen, dit is een klassikale les. • 2 keer in de week technisch lezen op eigen niveau dit kan georganiseerd worden op de volgende manieren: tutorlezen: kinderen uit groep 7 lezen met twee kinderen uit groep 4 dat zijn dan kinderen die avi (2),3,4,5 of 6 hebben. Kinderen die avi 7,8 of 9 hebben werken zelfstandig bijvoorbeeld aan een werkstuk, een boekbespreking of stillezen. Kinderen die onder het gemiddelde niveau lezen, lezen met de groepsleerkracht. duolezen: kinderen lezen met kinderen die rondom hetzelfde niveau zitten. De leerkracht geeft op dit moment extra leesinstructie aan technisch zwakke lezers. stillezen: kinderen lezen boeken naar eigen niveau en interesse. De leerkracht geeft op dat moment extra leesinstructie aan technisch zwakke lezers. Er kan eventueel ook met een leescircuit worden gewerkt. Met allerlei verschillende leesopdrachten. Dit zou eventueel ook klassendoorbrekend kunnen dus voor bijvoorbeeld één circuit voor de beide groepen 4. Een aandachtspunt is het stillezen. Het is erg belangrijk omdat te stimuleren en motiveren. Het
is belangrijk om daarbij ook te denken aan een rijke leesomgeving. Connect vloeiend lezen Connect vloeiend lezen is een programma-opzet voor de zwakke lezer. Het doel ervan is een tekst meerdere keren in kleine stukjes lezen waardoor succeservaringen worden opgedaan en woorden worden vast gezet in het geheugen van een kind. Het programma wordt elke bijeenkomst op dezelfde manier aangeboden namelijk in het vijf fase model. De lessen duren 20 tot 30 minuten en kunnen in groepjes of individueel worden gegeven. Fase 1 Het oriënteren op een tekst. Met elkaar bespreken waar de tekst over zal gaan. Fase 2 In fase 2 staan voorlezen en interactie centraal. De leerkracht leest een klein stukje tekst voor en praat hierover met de kinderen. Een belangrijke vraag is, wordt de tekst begrepen. Fase 3 De tekst wordt door de leerkracht en de kinderen samen hardop voorgelezen. Fase 4 Het kind leest de tekst zelfstandig. Dit gebeurt eerst een keer zacht en daarna hardop. Fase 5 Het kind kiest een aantal moeilijke woorden uit de tekst en schrijft die op kaartjes. Daarna worden de woorden gelezen en geflitst.
Verschillende differentiatievormen m.b.t. lezen in groep 3 en4 Groep 3 Tot en met januari wordt in groep 3 vrijwel niet gedifferentieerd. Alle kinderen krijgen in het eerste half jaar de leesvoorwaarden en de letters aangeboden. Kinderen die de leesvoorwaarden al beheersen en de letters kennen, krijgen verdiepingsstof aangeboden. Zoals moeilijke boeken en extra werkbladen uit ‘De Leessleutel’. In januari blijkt welke kinderen het leren lezen zich eigen hebben gemaakt. Kinderen die het lezen voldoende of heel goed beheersen gaan op de volgende manieren met lezen op eigen niveau aan de slag. • Klassikaal hardop lezen (tempoverhogen van het lezen) • Duo-lezen • Niveaulezen • Voorlezen door leerkracht en leerlingen • Stillezen Uitval: Kinderen die uitvallen op de basistoets in januari krijgen een aangepast programma. Deze kinderen gaan aan het werk met de computer en het boekje-bandje lezen. Thuis lezen: Kinderen die moeite hebben met lezen en het onder het gemiddelde niveau lezen krijgen leesboekjes mee naar huis. Bij elk boekje zit een cassettebandje met de ingesproken tekst zodat het tempo geoefend kan worden.
Groep 4 In groep 4 wordt het lezen aangeboden in de zone van de naaste ontwikkeling. Dat houdt in dat kinderen altijd een niveau hoger oefenen dan dat ze beheersen. In de klas gebeurt dat op de volgende manieren: • Leescircuit: verschillende manieren van lezen worden gerouleerd door middel van een circuitmodel zoals informatieve boeken lezen, werken met mini-informatie, strips lezen en werkstukjes maken. • Duo-lezen • Niveaulezen • Voorlezen door leerkracht en leerlingen • Stillezen Thuis lezen: Kinderen die moeite hebben met lezen krijgen een boekje mee naar huis. Op het lezen te blijven stimuleren, gebeurt het thuis lezen op allerlei verschillende manieren. Bijvoorbeeld door het lezen van verschillende soorten boeken en verschillende soorten beloningssystemen.
MIDDENBOUW Verschillende differentiatievormen m.b.t. lezen in groep 3, 4 en 5
Groep 3 Tot en met januari wordt in groep 3 vrijwel niet gedifferentieerd. Alle kinderen krijgen in het eerste half jaar de leesvoorwaarden en de letters aangeboden. Kinderen die de leesvoorwaarden al beheersen en de letters kennen, krijgen verdiepingsstof aangeboden, zoals moeilijke boeken en extra werkbladen uit ‘De Leessleutel’. In januari blijkt welke kinderen het leren lezen zich eigen hebben gemaakt. Kinderen die het lezen voldoende of heel goed beheersen gaan op de volgende manieren met lezen op eigen niveau aan de slag: • Klassikaal hardop lezen (tempoverhogen van het lezen) • Duo-lezen • Niveaulezen • Voorlezen door leerkracht en leerlingen • Stillezen Uitval: Kinderen die uitvallen op de basistoets in januari krijgen een aangepast programma. Deze kinderen gaan aan het werk met de computer en het boekje-bandje lezen. Thuis lezen: Kinderen die moeite hebben met lezen en het onder het gemiddelde niveau lezen krijgen leesboekjes mee naar huis. Bij elk boekje zit een cassettebandje met de ingesproken tekst zodat het tempo geoefend kan worden.
Groep 4 en 5 In groep 4 wordt het lezen aangeboden in de zone van de naaste ontwikkeling. Dat houdt in dat kinderen altijd een niveau hoger oefenen dan dat ze beheersen. In de klas gebeurt dat op de volgende manieren: • Leescircuit: verschillende manieren van lezen worden gerouleerd door middel van een circuitmodel zoals informatieve boeken lezen, werken met mini-informatie, strips lezen en werkstukjes maken. • Duo-lezen • Niveaulezen • Voorlezen door leerkracht en leerlingen • Stillezen Thuis lezen: Kinderen die moeite hebben met lezen krijgen een boekje mee naar huis. Op het lezen te blijven stimuleren, gebeurt het thuis lezen op allerlei verschillende manieren. Bijvoorbeeld door het lezen van verschillende soorten boeken en verschillende soorten beloningssystemen.
BOVENBOUW Differentiatie technisch lezen Groep 6 Groep 7 Groep 7 Groep 8
gebruikt de methode Leeswerk voor technisch lezen. en 8 gebruiken deze methode niet meer. doet aan groepslezen, duo-lezen, gedichten, enz. heeft een andere invulling gegeven door ZIP-lessen (studerend lezen).
Wel gebruiken bovengenoemde drie groepen de map Luc Koning als remediërend materiaal. Wat doen we met de uitvallers op AVI na groep 6? We hebben afgesproken dat , bij de leerlingbespreking van groep 6 naar groep 7, we de uitvallers (harnekkige leesproblemen) bespreken. We zijn er geen voorstander van om maar door te blijven gaan met boekjes thuis lezen. Dit willen we tot en met groep 6 blijven doen. We houden uitvallers in groep 7 gelijk in de gaten en er wordt gelijk gekeken of er een link gelegd kan worden met eventuele spellingsproblemen. Als dit zo is willen we kijken of er een mogelijkheid is om met het dyslexieprotocol te starten. Tot de kerst gaan we in groep 7 door met duo-lezen , groepslezen en Luc-Koning-bladen. Na de kerst willen we beginnen met studerend lezen ( Allard kijkt of daar mogelijkheden bij de ZIP-methode voor zijn). In groep 8 wordt daar dan op doorgegaan. Belangrijk is om daar ouders toe concrete afspraken te maken over het thuis-lezen en andere vormen. De problematiek moet duidelijk aangegeven worden. (opgesteld op de Baswerkverg. 15 maart 2005)
BAS BORGINGSDOCUMENT 4. INSTRUCTIE EN FEEDBACK 4.4 INSTRUCTIEMODELLEN EN ZELFINSTRUCTIE Nog niet gedaan
BAS BORGINGSDOCUMENT 5. COÖPERATIEF LEREN 5.1 GROEPSVORMING (Tussentijds geëvalueerd en geborgd tijdens BAS-werkvergadering donderdag 26 januari 2006)
Presentatie Mogelijkheden presentatie in de klas Bijv. op een standaard of een kast en bij binnenkomst direct zichtbaar op een plek om voor kinderen/ouders makkelijk in te bladeren
Ervaringen Er zijn wisselende ervaringen met het gebruik van het jaarboek. In sommige groepen wordt er veel in gekeken, in andere groepen niet. Er zijn verschillen in vormgeving en ontwikkeling. Ook het inschakelen van de kinderen is wisselend. Je kunt een redactie samenstellen of bijv. journalisten aanwijzen bij vieringen/uitstapjes. Het is lastig als je geen vast tijdstip hebt om het jaarboek te onderhouden. De vormgeving van het jaarboek is ook afhankelijk van hoe je er zelf tegenover staat. Dit jaar kunnen we dus zien als experimenteerfase. Er mogen vanzelf verschillen zijn in de samenstelling van het jaarboek.
Doel Toch vinden we het belangrijk om kaders aan te geven om het doel van het boek in het brede kader te waarborgen, nl. de vorming van een effectieve leer- en leefgroep.
Kaders jaarboek: presentatieplaats in de klas voorkant+titel informatie over groepsleden bijv. dit-ben-ik, foto, tekening (uit kennismakingsactiviteiten) groepsafspraken bijzondere gebeurtenissen bijv. schoolreis, kerst, project, verjaardag, schoolontbijt enz.
Verband Het jaarboek past in een breder kader van Groepsvormende activiteiten volgens de Fasen Bijbehorende activiteit kennismaking en situatieverkenning kennismakingsactiviteiten (spelletjes 1e week) streven naar invloed observatie (sociogram/licor) ontstaan van groepsnormen groepsgebonden afspraken:klassenafspraken veiligheid/samenwerking Pestprotocol Daarnaast werken we m.b.v. Leefstijl aan de meer Individuvormende activiteiten om sociale vaardigheden te leren zoals kennismaken, luisteren, communiceren, zelfvertrouwen, gevoelens uiten, assertiviteit en weerbaarheid, conflicten oplossen, omgaan met groepsdruk, risico's inschatten en doelen stellen.
INHOUD SOCIAAL JAARBOEK GROEP 1 T/M 3 (Goedgekeurd op BAS1 d.d. 7-9-05) Vorm: een grote map met eigengemaakte voorkant en rug (het moet aan het eind van het jaar uit elkaar kunnen) Wat kan erin komen: • voorstellen (1 A4 per kind). • verslag van de week. • bijzondere gebeurtenissen (vieringen, uitjes, projecten enz.). • hoe werkt onze klas ( rooster, afspraken, takenverdeling, plattegrond enz.). • top 50 (leuke boeken, liedjes, moppen, spelletjes enz.). • complimenten ( voor elk kind een bladzijde waar leuke opmerkingen van anderen over dat kind komen) • fotoarchief (foto’s van Sinterklaas, verjaardagen enz. ) • (Groep 1) tekening, paspoort, foto’s maken: moet nog in map gevoegd worden paspoort, tekeningen dit-ben-ik, foto’s verjaardag, sinterklaas e.d. • (Groep 2) tekeningetjes bij lievelingsdier/speelgoed/eten, geboortekaartjes e.d. • (Groep 3) belangrijkste is het dikke-duim-blad. De kinderen zijn hier erg enthousiast mee bezig, pestprotocol, tekeningetjes lievelingseten, gezin, leerlingenwerk van bijzondere gebeurtenissen, foto’s van de kinderen aan het begin van het jaar om te vergelijken met het eind van het jaar
Kennismakingsspelletjes voor de eerste schoolweken voor groep 1 t/m 3 In de kring: • Noem je eigen naam, achternaam, eventueel adres • Noem de naam van het kind naast je
• • • •
• • • • • • In het • • • •
Beschrijf het kind naast je Kijk goed naar elkaar. Iemand wordt geblinddoekt. Iemand wordt beschreven, wie ziet er zo uit? Tik, tik wie ben ik? Krantenmeppertje (eind groep 2/ groep 3). Maak een kring,1 kind in het midden, met een krant. Iemand noemt een naam, het kind in het midden mept met de krant, dat kind, maar die noemt voor dat hij gemept wordt een andere naam, lukt dat niet dan is dat kind de nieuwe “mepper” In de kring,in een groepje aan elkaar vertellen. Later iets over de ander vertellen. Iemand beschrijven: Ra, ra wie is het? Voelen wie er voor je staat Liedje : ‘ goedemorgen...............Wat fijn dat jij hier bent, wie zit er naast jou................? Iets aan iemand veranderen, ra, ra wat is het? Wie ontbreekt? Iemand blinddoeken, wie is er uit de kring gehaald? speellokaal/ in de klas Noem je eigen hobby, lievelingskleur, kleur haar, regels uit liedjes. Maak groepjes met kinderen die hetzelfde hebben/zijn. Ik heb de bal en ik rol hem naar........ Bewust samen laten spelen, in de hoeken, buiten, met gym.
Knutselen • • •
Zelfportret maken, later bekijken wie zou het kunnen zijn. Samenwerken; Kind op behangpapier liggen, omtrekken, samen inverven. Een meetlat maken, alle kinderen daarop, bespreken wie is groot/klein. Aantal keer in het jaar terug laten komen.
• •
Ik hou van..... (boek energize 2 blz. 18) Kennismaking met de school. Een rondleiding
SOCIAAL JAARBOEK GROEP 4 EN 5: Vorm: een grote map met eigengemaakte voorkant en rug (het moet aan het eind van het jaar uit elkaar kunnen) Wat kan erin komen? • voorstellen (1 A4 per kind). • verslag van de week. • bijzondere gebeurtenissen (vieringen, uitjes, projecten enz.). • hoe werkt onze klas ( rooster, afspraken, takenverdeling, plattegrond enz.). • top 50 (leuke boeken, liedjes, moppen, spelletjes enz.). • complimenten ( voor elk kind een bladzijde waar leuke opmerkingen van anderen over dat kind komen). • fotoarchief (foto’s van Sinterklaas, verjaardagen enz. ). • klassenregels, jezelf voorstellen, hier woon ik, foto’s en verslag schoolontbijt, foto’s zwemmen, geboortekaart, kaart + wensen afscheid leerling+groepsfoto. • tekening van jezelf en paspoort e.d.
Kennismakingsspelletjes voor de eerste schoolweken voor groep 4 en 5 Doel: Elkaar leren kennen Week 1: Lesidee: De kinderen en de leerkracht stellen zich aan elkaar voor op een ludieke manier. Dit kan
bijvoorbeeld met een les uit hoofdstuk 1 van de taalmethode van groep 4 ‘Een boekje open doen…’ Spelidee:Hieronder staan verschillende spelletjes uit het boek Energize 2. In deze week wordt
elke dag een spelletje gespeeld. * Visitekaartje, blz. 20 * In de rij, blz. 24 * Bingo, blz. 33 * Naambal, blz. 39 * Eén van de vier, blz. 43 Week 2: Lesidee: De kinderen en de leerkracht maken samen afspraken voor in en buiten de groep. Spelidee:Hieronder staan verschillende spelletjes uit het boek Energize 2. In deze week wordt
elke dag een spelletje gespeeld. * * * * *
De Samoerie, blz. 76 De Zoo, bl. 80 Orkaan, blz. 88 Blinde mol, blz. 91 Klap, klap, blz. 98
Week 3: Lesidee: Het maken van een pestprotocol. Spelidee:Hieronder staan verschillende spelletjes uit het boek Energize 2. In deze week wordt
elke dag een spelletje gespeeld. * * * * *
Dirigentje, blz. 176 De Kamelenslachter, blz. 180 Eén minuutje, blz. 183 Geheime ontdekken, blz. 184 Geheim getal, blz. 177
Week 4: Lesidee:Deze week worden tijdens alle lessen van coöperatief leren gebruikt zodat de kinderen zich oefenen in samenwerken. Spelidee:Hieronder staan verschillende spelletjes uit het boek Energize 2. In deze week wordt
elke dag een spelletje gespeeld. * * * * *
Beste maatjes, blz. 141 Potlodenketting, blz. 142 Blinde draak, blz. 148 Groepstekenen, blz. 151 Dokter in de knoop, blz. 155
Week 5: Lesidee: De kinderen oefenen zich in conflicthantering. Daarvoor kan gebruik gemaakt worden van het boek ‘Tim en Flapoor’uit de RT-kamer. Spelidee: Maak gebruik van de spelletjes van week 3.
Week 6 tot en met 8: Herhaal deze weken alle bovengenoemde punten en speel verschillende spelletjes uit het boek ‘Energize 2’. Andere tips zijn: * Maak met handvaardigheid groepswerkstukken. * Zet een brievenbus in de klas waarin kinderen alle hun problemen kunnen stoppen. * Houd wekelijks een spreekuur in je groep waarin alle problemen worden besproken.
SOCIAAL JAARBOEK GROEP 6 T/M 8: UITGANGPUNTEN GROEP 6 T/M 8 We vinden het belangrijk dat leerlingen zich veilig en welkom voelen in de (nieuwe)groep. Daarom zorgen we in de eerste week van ieder schooljaar voor: • Een uitnodigende en verzorgde klassenomgeving in een thema. (dit is onze klas) • Beschikbaar zijn aan het begin van iedere dag en de leerlingen welkom heten bij de deur van het lokaal. • Vaste groepen die door de leerkracht samen zijn gesteld op grond van sociale verhoudingen en leerniveau (in overleg met vorige groepsleerkracht). Bij bepaalde activiteiten worden wisselende groepen samengesteld en krijgen de leerlingen wel eens de kans zelf te kiezen. • En groepswerkstuk dat door de hele groep gemaakt is en in de klas wordt opgehangen. (bijv. uit Energize 2 blz. 17 – 49) • Een weekrooster dat in de klas zichtbaar wordt gemaakt. • Dagelijks een activiteit dat de groepsbinding bevordert. • Een gesprekje met iedere leerling. (afvinken op een lijst). • Het opstellen van groepsregels. De leerlingen worden bij het opstellen hiervan betrokken. Het uitgangspunt van de groepsregels zijn de centrale regels die in de hal zichtbaar zijn gemaakt. De groepsregels worden zichtbaar in de klas. • Groep 6: paspoort met eigen foto kinderen, foto’s verjaardag, kaart lln. ziekenhuis, sinterklaas e.d. • Groep7: Vakantiefoto met ervaring, verder de vieringen als verjaardag, Kerst enz. • Groep 8: Redactie organiseert het, zelf voorstellen, vakantieverhalen, weekverslagen, verslag schoolbezoek, verslag verjaardagen e.d.
Na de eerste week wordt er eens per week tijd vrij gemaakt voor een groepsbevorderende activiteit. (bijv. uit Leefstijl). VORM In groep 6 werken met een grote map. Voorin foto’s van leerlingen en ‘paspoorten’. In groep 7 en 8 werken we met een grote map, maar ook mogelijk digitaal en toevoegen aan website. Daarnaast ook uitprinten en ter inzage in de klas leggen. Leerlingen medeverantwoordelijk maken door aanstellen van een redactie. Van te voren een plan laten maken en bespreken. Bij excursies e.d. een journalist en een fotograaf aanstellen. Verder verslag maken van vieringen, activiteiten, uitstapjes, sportactiviteiten en lief en leed.
Daarnaast is het voorstel geopperd om naast de huidige vieringen in de hal per bouw ook bijeenkosten te organiseren met een algemeen karakter en iedere groep wat in te laten brengen met een toneelvoorstelling.
Kennismakingsspelletjes voor de eerste schoolweken voor groep 6 t/m 8 Doel: Elkaar leren kennen Week 1: Lesidee: De kinderen en de leerkracht stellen zich aan elkaar voor op een ludieke manier. Dit kan
bijvoorbeeld met een les uit hoofdstuk 1 van de taalmethode van groep 4 ‘Een boekje open doen…’ Spelidee:Hieronder staan verschillende spelletjes uit het boek Energize 2. In deze week wordt
elke dag een spelletje gespeeld. * Visitekaartje, blz. 20 * In de rij, blz. 24 * Bingo, blz. 33 * Naambal, blz. 39 * Eén van de vier, blz. 43 Week 2: Lesidee: De kinderen en de leerkracht maken samen afspraken voor in en buiten de groep. Spelidee:Hieronder staan verschillende spelletjes uit het boek Energize 2. In deze week wordt
elke dag een spelletje gespeeld. * * * * *
De Samoerie, blz. 76 De Zoo, bl. 80 Orkaan, blz. 88 Blinde mol, blz. 91 Klap, klap, blz. 98
Week 3: Lesidee: Het maken van een pestprotocol. Spelidee:Hieronder staan verschillende spelletjes uit het boek Energize 2. In deze week wordt
elke dag een spelletje gespeeld. * * * * *
Dirigentje, blz. 176 De Kamelenslachter, blz. 180 Eén minuutje, blz. 183 Geheime ontdekken, blz. 184 Geheim getal, blz. 177
Week 4: Lesidee:Deze week worden tijdens alle lessen van coöperatief leren gebruikt zodat de kinderen zich oefenen in samenwerken. Spelidee:Hieronder staan verschillende spelletjes uit het boek Energize 2. In deze week wordt
elke dag een spelletje gespeeld. * * * * *
Beste maatjes, blz. 141 Potlodenketting, blz. 142 Blinde draak, blz. 148 Groepstekenen, blz. 151 Dokter in de knoop, blz. 155
Week 5:
Lesidee: De kinderen oefenen zich in conflicthantering. Daarvoor kan gebruik gemaakt worden van het boek ‘Tim en Flapoor’uit de RT-kamer. Spelidee: Maak gebruik van de spelletjes van week 3. Week 6 tot en met 8: Herhaal deze weken alle bovengenoemde punten en speel verschillende spelletjes uit het boek ‘Energize 2’. Andere tips zijn: * Maak met handvaardigheid groepswerkstukken. * Zet een brievenbus in de klas waarin kinderen alle hun problemen kunnen stoppen. * Houd wekelijks een spreekuur in je groep waarin alle problemen worden besproken.
BAS BORGINGSDOCUMENT 5. COÖPERATIEF LEREN 5.2 TANDEMLEREN Nog niet gedaan
BAS BORGINGSDOCUMENT 5. COÖPERATIEF LEREN 5.3 COÖPERATIEF LEREN IN TAFELGROEPEN
BAS BORGINGSDOCUMENT 5. COÖPERATIEF LEREN 5.4 KINDEREN BEGELEIDEN KINDEREN
BAS BORGINGSDOCUMENT 6. TEAMLEREN 6.1 TEAMVORMING EN COMMUNICATIE EN VISIE Succesindicatoren voor teamvorming en communicatie: • Werkzaamheden en taken zijn globaal gedocumenteerd
Taken zorgverbreding
GL
IB
X
X
X
X
RT
CZ/ AB DIR
SB
Knelpunten/opmerkingen
A. LVS en procedures 1. Het bijhouden van de voortgang van leerresultaten m.b.v. methodegebonden toetsen 2. Het coördineren en bijhouden van de voortgang van leerresultaten m.b.v. genormeerde niet methodegebonden toetsen op schoolniveau 3. Het analyseren/bespreken van de resultaten van de toetsen op bouwniveau 4. Procedure zorgleerlingen 5. Procedure aanmelding SBD 6. Procedure aanmelding SBO/SO 7. Procedure signalering
•
• • •
X
Verslaglegging door naar CZ/Dir
X X X X
X
Er zijn taakbeschrijvingen gemaakt voor afzonderlijke verrichtingen van de zorgverbreding voor de groepsleerkracht, de Intern Begeleider (I.B), remedial teaching, coördinator zorgverbreding, ambulant begeleider en schoolbegeleider (Schema 1) Er zijn functiebeschrijvingen beschikbaar voor directie (Schema 2) Er zijn functiebeschrijvingen beschikbaar voor groepsleerkracht (Schema 3) Er zijn taakbeschrijvingen voor de Informatie en Communicatie Technologie (Schema 4)
Taken zorgverbreding Schema 1 Taken zorgverbreding
GL
IB
RT
CZ/ AB DIR
SB
Knelpunten/opmerkingen
B. Leerlingbesprekingen 1. Agenderen van leerlingbesprekingen 2. Voorbereiden van leerlingbesprekingen m.b.v. bespreekformulier 3. Het voeren van leerlingbesprekingen 4. Verslaglegging van leerlingbesprekingen 5. Evalueren van gemaakte afspraken
Taken zorgverbreding
C. Pedagogisch-didactisch onderzoek 1. Het afnemen van p.d.o. 2. Het analyseren van de onderzoeksgegevens 3. Het vertalen van de onderzoeksgegevens in een handelingsplan. Hierbij hoort: formuleren van doelstellingen onderzoeken van materialen vaststellen van de werkwijze vaststellen van een tijdsplanning afspreken van een evaluatietijdstip
X X
X
X
Verslaglegging door naar CZ/Dir
X X
X
GL
IB
RT
CZ/ AB DIR
SB
E
X X
E
E E E
E E E
X
E
Knelpunten/opmerkingen
Taken zorgverbreding
GL
IB
RT
X
X X X X
X
CZ/ AB CZ DIR
SB
Knelpunten/opmerkingen
E X X X E
E E E E E
CZ/ AB X DIR
SB
Knelpunten/opmerkingen
SB
Knelpunten/opmerkingen
F. Observaties H. Beheer en administratie en coaching 1. Ontwikkeling Kindgerichte Beheer orthotheek observaties D. I. Groepsoverzichten zorgverbreding E. Archivering, dossiervorming 2. 2. Bijhouden Leerkrachtgerichte van nieuwe observaties 1. Het Implementatie bijhouden van en innovatie groepsoverzichten zorgplan en verslaglegging 3. Het materialen/methoden Coaching leerkrachten 2. 2. Zorgparagraaf analyseren van schoolgids de (naast de gegevens uit LVS) 3. Beheer van de zorgkas 4. Coaching IB/RT 3. groepsoverzichten Automatiseren van de zorg 1. 1. Archivering van verslagen van de 4. Contacten over geldzaken in hetvan swv 5. Ondersteuning bij het 3. 4. Conclusies Teamledentrekken informeren uit opstellen de over analyse van 2. leerlingen bespreking 5. de Bijhouden handelingsplannen en organiseren registratie ontwikkeling groepsoverzichten m.b.t. zorgverbreding 2. Dossiervorming per ´zorg´lln. 5. Het opstellen van kwaliteitszorg in Taken zorgverbreding het schoolplan 6. Initiëren van projecten op groepsoverstijgend niveau G. Externe contacten i.v.m. 7. Leiden van de zorgteambesprekingen zorgactiviteiten 8. Bespreken van de signalering in het 1. Ouder(s)/verzorger(s) zorgteam i.v.m. onderwijskundig 2. Ambulant begeleider beleid 3. Schoolbegeleider 9. Opstellen toetskalender 4. SABOSO 10.Bewaken van uitvoering 5. Nuborgh handelingsplanning en toetskalender 6. CZ-netwerk 11.Besprekingen met RT 12.Bijhouden vakliteratuur 13.Volgen van scholing
Taken zorgverbreding 4.Het samenstellen van het onderwijskundig rapport: a. regulier b. verwijzing 5.Uitvoering van extra hulp 6.Evaluatie extra hulp 7.Opstellen rooster RT
X X X
X
GL
X X X X X X
IB
E
RT
X
X X X
X X X X X X X X X X
X X X
X X
GL
IB
RT
X
E X X X
Concl. Door naar CZ/dir
X
X X
X X
X X X X X X X X
X X X X X X X X X
CZ/ AB DIR
Regulier: bij verhuizing e.d. E E
Legenda GL = groepsleerkracht IB = intern begeleider RT = remedial teacher CZ dir = coördinator zorg AB = ambulant begeleider SB = schoolbegeleider E = mogelijk extern vet en onderstreept (X) = eerste verantwoordelijke en initiatiefnemer
Schema 2: Taakverdeling (adj.) directie 2006-2007 In dit document is de taakverdeling van de directie vastgesteld. Achter de taken wordt steeds aangegeven, wie deze taken uitvoert c.q. er verantwoordelijk voor is:
BM =Bovenschoolse Management DIR =Directeur A.D =Adjunct Directeur T =Team
A. Onderwijstaken Taken 1 2
Coördineren ontwikkeling schoolplan Coördineren ontwikkeling schoolgids
3 4 5 6 7 8 9 10 11
Beleidsontwikkeling Jaarplanning (jaarplan, jaarplanner Heutink) Jaar- en weekplannen (leerstofkal., activ. rooster) Zorg voor de levensbeschouwelijke identiteit Zorg voor de pedagogische identiteit Zorg voor de onderwijskundige identiteit Zorg voor de doorgaande lijn Zorg voor de aansluiting met het VO Zorg voor de opvang en begeleiding van kinderen uit culturele minderheden 12 Zorg voor de opvang en begeleiding van kinderen die extra zorg nodig hebben 13 Zorg voor de informatieverschaffing over onderwijs/- en ontwikkelingen 14 Coördinatie Basproject (Team=stuurgroep)
B. Leerlingzaken Taken 1 2 3 4 5 6 7 8 9
X
X
X X X X X X X
T
X X X X X X X X X X
X
X
X
X
BM
DIR
X
A.D
T
X
X
In- en uitschrijvingen van leerlingen . Zorg voor teldatumformulieren Zorg voor leerlingendossiers Zorg voor contacten met individuele ouders Zorg voor de indeling van groepen en klassen(werkgroep, verhuisplan) Zorg voor rapportage over leerlingen (leerlingvolgsysteem) Absentenregistratie
Organisatie van overlegvormen (verg.structuur) Het agenderen en leiden van het huishoudelijk overleg Het agenderen en leiden van het onderbouwoverleg Het agenderen en leiden van het bovenbouwoverleg Het agenderen en leiden van het zorgteamoverleg Het agenderen en leiden van het BAS-vergaderingen Het afstemmen van beleidsvorming op het algemeen beleid van de
DIR A.D X X
Coördinatie van aanmelding SO en afwikkelen van procedures mbt individueel onderzoek Werving van leerlingen
C. Intern Management Taken 1 2 3 4 5 6 7
BM
X X
X X X X
X X
BM
DIR
A.D
X X
X X X
X X X X
X
T
8 9
school (schoolplan) Het plannen en coördineren van verandering en in school (meerjarenbeleid)(kwaliteitszorg) Het stroomlijnen van informatie binnen de school
D. Personeelsbeheer Taken 1 2 3 4 5 6 7 8
Zorg voor taakbeleid Advertenties Sollicitaties Zorg voor arbeidsomstandigheden personeel Zorgen voor benoeming en de afvloeiing van het personeel Zorg voor de rechtspositionele zaken Zorg voor de regeling mbt invallen bij ziekte of afwezigheid Zorg voor het inwerken en begeleiden van (nieuw) personeel + coaching 9 Zorg voor de coaching en begeleiding van stagiaires (ICO) 10 Functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken 11 Her- en bijscholing (professionaliseringsbeleid)
E. Regelzaken Taken 1 2 3 4 5 6 7
X
X
X
X
BM
DIR
A.D
X X
X X
Opstellen van begrotingen Budgetbewaking Opstellen van jaarrekeningen Regelen inkoop Onderhoud en toezicht leermiddelen Coördinatie inning gelden Archiefbeheer Administratieve taken tbv het bestuur Bijhouden personeelsdossier Bijhouden algemene dossierkast
T
X
X X
BM
X X X
X X
Schoolreisje/excursies/ schoolkampen Sportactiviteiten Vieringen Roosters Overblijven Contactavonden Verdeling post
F. Beheer/administratie/financiën Taken 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
X
X
X X X
X X
DIR
A.D
T
X X
X X X
A.D
T
X X X X X
BM
DIR
X X X
X X X X X X
X X X
X
11 Lief en leed 12 ICT 13 Kopieerapparaat
X X X
G. Huishoudelijke taken Taken 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
BM
Zorg voor een veilige werkomgeving (Arbo) Beheer gebouw en inventaris (nieuwbouw) Zorg voor de beveiliging van het gebouw Beheer documentatiecentrum Beheer audiovisuele middelen Afvoer huisvuil (container) Kleine onderhoudswerkzaamheden Controle toiletten Controle handdoeken + inkoop Vlaggen op feestdagen Tuinonderhoud Vandalisme
Ouders De Oudercommissie De MR Het bestuur Andere basisscholen HAVE Voortgezet Onderwijs Schoolbegeleidingsdiensten VGS Dyade Inspectie Ministerie PABO’S / ROC Kerken Zondagschool Gemeente Putten Vertegenwoordigers leermiddelen Schoonmaakbedrijf Evers Zwembad + sporthal Schoolarts / Logopedist / GGD WSNS Speciaal Onderwijs (SABOSO) GOA ICT-overleg
A.D
T
X X X X X X X
X X X X X X
H. Zorg voor externe contacten met: BM Taken 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
DIR
X X X
X X X X
X
DIR
A.D
X X
X
X X X X X X X X X X X X X X X X X
X X
X X
T X X X
X X X
X X
X X X X X
X X X
XIB
X
X
X
I. Zorg voor de voorlichting Taken 1 2 3 4
Inlichtingen over het Voortgezet Onderwijs (Team groep 8) Inlichtingen over Speciaal Onderwijs Ouderavonden Redactie nieuwsbrief Dir: aanleveren gegeven A.D. opmaak nieuwsbrief
Schema 3:
BM
DIR
X X
A.D
T
X X
X
X
Functiebeschrijving leraar basisonderwijs Omgeving
De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een basisschool. De basisschool biedt opleiding en vorming aan leerlingen van 4 tot en met 12 jaar en bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs. De basisschool bestaat uit een directie, (senior) leraren en ondersteunend personeel. De leraar is verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderwijs en het begeleiden van de leerlingen, levert bijdragen aan de onderwijsvoorbereiding, onderwijsontwikkeling en de schoolorganisatie en neemt deel aan de professionaliseringactiviteiten van het onderwijsteam.
Werkzaamheden 1. Is verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderwijs en het begeleiden van de leerlingen door: • • • • • •
• • • • • • • •
het lesgeven aan en begeleiden van (groepen) leerlingen het creëren van een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen het stimuleren en begeleiden van sociale vaardigheden bij leerlingen met verschillende sociaal-culturele achtergronden het structureren en coördineren van de activiteiten van de leerlingen en het organiseren en plannen daarvan in homogene en heterogene groepen, inclusief subgroepen het nakijken en verbeteren van onderwijsactiviteiten van leerlingen het zich op de hoogte houden van de ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing en er in de les op inspelen het registreren en evalueren van ontwikkelings- en leerprocessen van leerlingen en het opstellen van handelingsplannen het signaleren van (sociaal-)pedagogische problemen bij leerlingen en het stellen van de diagnose het signaleren, diagnosticeren en begeleiden van individuele leerlingen aan de hand van handelingsplannen het coördineren van leerling-zorg voor de eigen groep; het begeleiden van leerlingen, zoals voorzien in het zorgplan; het bespreken van probleemleerlingen met de senior leraar en/of directeur; het met ouders bespreken van de voortgang en de ontwikkeling van leerlingen, indien nodig met hulp of ondersteuning van collega's het onderhouden van contacten met de ouderraad.
2. Levert bijdragen aan de onderwijsvoorbereiding en de onderwijsontwikkeling door: • • • • •
•
het voorbereiden van de dagelijkse onderwijsactiviteiten het doelgericht kiezen en hanteren van verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, aansluitend op de onderwijsdoelen het, in teamverband, mede uitzetten van en overleggen met betrokkenen over de pedagogische koers en deze verwerken in onderwijsprogramma's het (in teamverband) formuleren van les- en opvoedingsdoelen in onderlinge samenhang en voor een of meerdere leerjaren het zich op de hoogte houden van ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing en het bijdragen aan de vertaling daarvan naar didactische werkvormen en leeractiviteiten het doen van voorstellen voor nieuwe lesmethoden.
3. Levert bijdragen aan de schoolorganisatie door: • •
het actief participeren aan teamvergaderingen het organiseren van overige schoolactiviteiten
4. Neemt deel aan de professionaliseringsactiviteiten van het onderwijsteam door: • • •
het het het het
begeleiden van de lerarenondersteuner(s), onderwijsassistent(en) en studenten deelnemen aan her- en bijscholingscursussen en collegiale consultatie aansluitend op persoonlijk ontwikkelingsplan bestuderen van relevante vakliteratuur
Speelruimte •
• •
De leraar legt verantwoording af aan de directie over de uitvoering van het onderwijs, het begeleiden van leerlingen conform de leerdoelen, de wijze van aansturing van de lerarenondersteuner en/of onderwijsassistent, alsmede over de kwaliteit van de bijdragen aan de onderwijsvoorbereiding en de onderwijsontwikkeling De leraar verricht werkzaamheden passend binnen de onderwijswet- en - regelgeving, kerndoelen, leerdoelen en beleidslijnen van de school De leraar neemt beslissingen bij de uitvoering van het onderwijs en het begeleiden van leerlingen en de bijdragen aan de onderwijsvoorbereiding en de onderwijsontwikkeling
Kennis en vaardigheden • • • • • • •
Vakinhoudelijke, didactische en pedagogische kennis en vaardigheden Kennis van de leerstof Inzicht in de organisatie en werkwijze van de eigen school Inzicht in en kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening(sinstanties) Invoelingsvermogen en sociale vaardigheden Communicatieve vaardigheden Vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden
Contacten • •
Met leerlingen, om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te bespreken Met hulpverleners/specialisten, over de problematiek van leerlingen (WSNS, LGF), om tot oplossingen c.q. verbeterde didactische aanpak te komen
• • • • • •
Met de directie, over de begeleiding van de lerarenondersteuner en/of onderwijsassistent, om tot nadere afspraken te komen Met collega-(senior) leraren, over de eigen werkzaamheden, in de vorm van collegiale besprekingen/consultatie Met studenten, in het kader van begeleiding Met ouders, om met hen de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken Met de ouderraad, over ontwikkelingen, om deze toe te lichten
Schema 4: Taakbeschrijving ICT Directies en bovenschools management • • • • • • • •
De beleidsontwikkeling op directieniveau Voortgangsrapportage aan bestuur en commissie, MR en ouders Bewaking van de planning Realiseren van bovenschools ICT-overleg Bespreking aanschaf hardware/software in overleg met ICT-ers Risicobeheersing(i.v.m. ziekte ICT-ers en/of langdurige afwezigheid) Bewaking van de voorgang ICT-beleid Ondersteuning en overleg bij de uitvoering van het beleidsplan
ICT-er • • • • • • • •
Uitwerken van ICT-beleidsplan op schoolniveau Voorstellen doen m.b.t. invoering in de groepen op schoolniveau Op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen en relevante informatie bespreken Zorgen voor regelmatige evaluatie Bewaken van een goed beveiligingssysteem Verrichten van kleine onderhoudswerkzaamheden en verhelpen van eenvoudige storingen Installeren van programma’s Begeleiden, instrueren en stimuleren van leerkrachten en directies en leerlingen
• • • • • •
In overleg met ICT-ers het deelgebied ICT/ZORG bespreken/uitwerken Begeleiden van projecten die rechtstreeks met zorgverbreding te maken hebben Op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen en relevante informatie bespreken Zorgen voor een regelmatige evaluatie (zorg-ict) Voorstellen doen inzake aanschaf ICT-programma’ s m.b.t. zorg Gebruik maken van remediërende software/programma’s toepassen en opnemen in een handelingsplan Collega’s assisteren bij het gebruik van de genoemde softwareprogramma’s
IB-ers/CZ-ers
•
Leerkrachten • • • •
Leerkrachten doen voorstellen m.b.t. aanschaf software, specifiek voor de eigen groep/bouw Leerkrachten kunnen de programma’s toepassen op groepsniveau Leerkrachten geven storingen en problemen betreffende hard- en software door aan ICT-er Leerkrachten houden het computergebruik per groep bij in een logboek, waarvoor bovenschools activiteiten voor worden ontwikkeld
•
Leerkrachten gaan hun groep dusdanig managen, dat flexibel gebruik van computers binnen de klas mogelijk wordt
Aandachtspunt: Bij I.B./CZ staat dat er regelmatige evaluatie plaatsvindt, maar dit moet wel een structureel karakter krijgen.
6.1 VISIE In dit stuk is een gezamenlijke visie geformuleerd, zoals die is terug te vinden in de schoolgids, het onderwijswerkplan en onze eigen literaire stukjes. Het is uitgesplitst in verschillende onderdelen en in de verschillende bouwen. Bedenk bij het lezen wel, dat alles is geschreven met een blik op de toekomst: over drie jaar is het allemaal zo ver… Het Strategisch beleidsplan wordt hierop afgestemd.
Wat is onze visie op: • Differentiatie
Onderbouw: ieder kind werkt op zijn eigen niveau. Een leerkracht weet wat ze kan doen met kinderen die uitvallen bij GOVK en CITO. Middenbouw: Het is erg belangrijk dat alle kinderen de basis van de leerstof zich eigen maken. Daarom is men erg voorzichtig met het werken met verschillende niveaus. Kinderen die meer aankunnen worden zeker uitgedaagd. Kinderen die minder presteren worden zolang mogelijk bij de groep gehouden om ze zoveel mogelijk basisstof te geven. Bovenbouw: Er wordt lesgegeven in 3 verschillende niveaugroepen. Zwakke kinderen krijgen een minimum aan lesstof, gemiddelde kinderen volgen de normale lesstof en voor kinderen die boven de lijn zitten, is er verrijkingsstof. • Onderwijs op maat Onderbouw: In de werkles worden de werkjes op niveau aangeboden. Door het planbord kunnen de kinderen in de “arbeid naar keuze” les zelf kiezen waarmee en met wie ze gaan spelen. Wanneer het planbord goed functioneert gaan we aan uitbreiding denken, b.v. na de werkles inzetten. Middenbouw: Voor kinderen die meer aan kunnen is er verdiepingsstof en verrijkingsstof aanwezig. Zorgleerlingen krijgen de begeleiding die ze nodig hebben in de groep of op RT. Bovenbouw: Het is duidelijk welk niveau een leerling heeft. Op dat niveau krijgt een kind instructie en wordt het beoordeeld. • Doorgaande lijn gericht op einddoelen Onderbouw: er komt een doorgaande lijn, die aansluit op de lijn van groep 3. door het gebruik van een methode, die alle kerndoelen aanstipt, zou je dit kunnen bereiken. Middenbouw: wat betreft alle kernbegrippen: daar moeten we schoolbreed aan werken en zorgen dat we op een lijn komen te staan. Bovenbouw: er is een doorgaande lijn in de verrijkingsstof, waarbij de kinderen weten dat extra werk volwaardig meetelt. Eveneens is er een doorgaande lijn met betrekking tot huiswerk en het plannen van dag – en weektaken. Zelfstandigheid van leerlingen – leerkracht als ondersteuner
Onderbouw: de kinderen kunnen omgaan met uitgestelde aandacht. Ze kunnen zelfstandig hun werkje afronden. Aan de hand van het planbord kunnen de kinderen bij “Arbeid naar keuze” zelfstandig kiezen waarmee ze gaan spelen. Middenbouw: de kinderen kunnen zelfstandig werken aan de hand van het blokje. De kinderen leren omgaan met het zelf nakijken van hun werk. Bovenbouw: de kinderen kunnen zelfstandig hun repetities leren. Bij het ontwikkelen van de zelfstandige leerhouding worden ook ouders geïnformeerd over hoe zij daarbij kunnen ondersteunen/helpen. De kinderen weten na het werk wat ze kunnen doen. De kinderen kunnen zelfstandig en eerlijk hun werk nakijken. • Kinderen leren omgaan met feedback
Onderbouw: Middenbouw: Bovenbouw: de kinderen leren al vroeg werkstukjes en dergelijke te presenteren. Ze leren ook die te beoordelen. Ze leren negatieve feedback opbouwend te laten klinken, ofwel te presenteren als leerpunt. • Leerlingen op eigen niveau laten werken en op eigen tempo Zie: ‘onderwijs op maat’ • Leerlingen kunnen samenwerken
Onderbouw: in de onderbouw, vanaf de tweede helft van groep 2 worden gerichte opdrachten gegeven om samen te werken of te spelen. Dit kan ook tijdens de werkles. Middenbouw: er wordt meer met hoeken gewerkt. Bovenbouw: voor het samenwerken worden gerichte opdrachten gegeven, bijvoorbeeld bij creatieve vakken. • Ontwikkelen van een zelfstandige leerhouding Zie: ‘zelfstandigheid van leerlingen. Leerkracht als ondersteuner’.
• Beoordelingen geven op maat
Onderbouw: Middenbouw: Bovenbouw: bij de beoordeling kijkt een leerkracht naar de vooruitgang van de leerling. Een kind krijgt het cijfer dat hij verdient.
BAS BORGINGSDOCUMENT 6. TEAMLEREN 6.2 VORMEN VAN SAMENWERKING Succesindicatoren: • De school beschikt • De school beschikt • De school beschikt • De school beschikt
over over over over
een jaaroverzicht (zie Organisatiemap H 2.1 jaarlijst) een plenaire teamvergadering (2.vergaderstructuur) bouwoverleg (2.vergaderstructuur) een overleg over zorgleerlingen (2.vergaderstructuur)
Vergaderstructuur 6.2 Soort Zorgoverleg
Dag Zie overzicht
Duur
Inhoud Toetsresultaten
Basvergadering
Frequentie Ong. 10 per jaar 4 in het jaar
Woensdagmiddag
13.00 – 16.00
Baswerkvergadering
4 in het jaar
Dinsdag- of donderdagmiddag
15.45 – 17.00
Stuurgroep BAS
4 in het jaar
Wisselend
1½ uur
Zorgteamvergadering
6 in het jaar
Maandagmiddag
15.45 – 17.00
Personeelsvergadering (alg.)
20 in het jaar
Dinsdag- of donderdagmiddag
15.45 – 17.00
Onderbouwvergadering
6 in het jaar
Dinsdag- of donderdagmiddag
15.45 – 17.00
Bovenbouwvergadering
6 in het jaar
Dinsdag- of donderdagmiddag
15.45 – 17.00
Overleg Kleuters groep 1 en 2
Wekelijks
Woensdag
11.45-12.15
Effectieve leertijd en instructie, Kerndoelen en differentiatie, groeps- en teamvorming. Effectieve leertijd en instructie, Kerndoelen en differentiatie, groeps- en teamvorming. Voorbereiden Basvergaderingen, evaluatie en planning Taken CZ/IB, Inhoud zorgmap/toetsmap, verloop lln. zorg, aanpassing op nieuwe regels overheid enz. Vaste punten: Vanuit de bouw, Vanuit de zorg en/of ICT, Voortgang Bas, Vanuit MR en OR. Aantal onderwijskundige momenten wat betreft: methode soc.emot. ontw. en techniek, Deels huishoudelijk en grotendeels onderwijskundig (zie onder). Deels huishoudelijk en grotendeels onderwijskundig (zie onder). Huishoudelijk
Discipline en verantwoordelijkheid teamleden Tijdens teamvergaderingen houden we geen subvergaderingen. De notulist maakt op korte termijn notulen, ieder leest snel de notulen en schrijft afspraken in de agenda. Ieder bereidt zich voor op de agenda en toont betrokkenheid tijdens de vergadering. Aan het eind van de notulen komt (indien nodig) een besluitenlijst en actiepunten. De besluiten worden aan het einde van het jaar digitaal gebundeld in een map en kunnen door nieuwe collega’s digitaal worden gelezen. (Bovenstaande vastgesteld op 2 november 2004)
BAS BORGINGSDOCUMENT 6. TEAMLEREN 6.3 INTERCOLLEGIALE TOETSING ROND PLANNING Nog niet gedaan
BAS BORGINGSDOCUMENTEN
6. TEAMLEREN 6.4 KENNISMANAGEMENT Nog niet gedaan
BAS BORGINGSDOCUMENT 7. PLANNINGSSYTEEM 7.1 LEERLINGADMINISTRATIE Nog niet gedaan
BAS BORGINGSDOCUMENT 7. PLANNINGSSYTEEM 7.2 LEERLING VOLGSYSTEEM EN INSTROOM (JONGE) KIND Nog niet gedaan
BAS BORGINGSDOCUMENT 7. PLANNINGSSYTEEM 7.3 INTERCOLLEGIALE TOETSING ROND PLANNING Nog niet gedaan
BAS BORGINGSDOCUMENT 7. PLANNINGSSYTEEM 7.4 JAARVERSLAG EN STRATEGISCH PLAN Nog niet gedaan
Hoofdstuk 8 Statuten, reglementen en beleidsnotities Deze documenten worden opnieuw aangelegd in een aparte personeelsmap die ter inzage in de personeelskamer komt. Bij deze documenten valt te denken aan: • directiestatuut • reglement ouderraad • reglement medezeggenschapsraad • beleid inzake evenredige vertegenwoordiging in de directie • deeltijdbeleid • professionaliseringsbeleid • seniorenbeleid • arbobeleid • taakbeleid • beleidsplan ICT • sollicitatiecode enz.
Hoofdstuk 9 Bijlage
9.1 Psalmenlijst Psalmenlijst 2006-2007(aangepast) datum 10 sep. 17 sep. 24 sep.
bijzonderheden
groep 1-2
groep 3-4
groep 5-6
groep 7-8
134:3
1:4 5:12 6:9
10:9 14:1 16:6
10: 1 14: 7 16: 3
H.A. Opening winterw.
mo.dienst 1:1,4 5: 1,12 6:1,9
mi./av.dienst 10:1,9 14:1,7 16:3,6
Een vaste Burg Gezang 96: 1 en2 01 okt. 08 okt. 15 okt. 22 okt. 29 okt.
Razziazondag
01 nov. 05 nov. 12 nov. 19 nov. 26 nov.
Dankdag
H.A.
03 dec. 10 dec. 17 dec. 24 dec. 25 dec. 26 dec. 31 dec.
Advent Advent Advent Advent Kerst Kerst Oudjaar
01 jan. 07 jan. 14 jan. 21 jan. 28 jan.
Nieuwjaar
7:9 15:5 26:8 28:5
19:6 Gez. 96:1A Gez. 96:1B 30:1
19: 7 Gez. 96:2A Gez. 96:2B 30: 8
116:3 81:13
31:9 39:3 43:3 51:1a
32: 4A 32: 4B 36: 3A 36: 3B
32: 5A 32: 5B 36: 2A 36: 2B
Morgenz:1
51: 1b 52 :7 LvS :2 Vrije keus
51: 1A 51: 1B LvZ :1 vrije keus
51: 4A 51: 4B LvZ :1 vrije keus
19:6,7 20:1,3 27:1,3 30:1,8 46:1,4
116:1,3,7,10 31:1,9 39:3,5 43:3,4 81:12,13
138:1,2 32:4,5 35:1,13 36:2,3 133:1,3
51:1,4 52 :6,7 LvS :1,2 LvZ:3,4 98:1,2 149:1,2 90:1,2
2:6,7 59 :1,10 LvZ :1,2 LvM:1,3 145:1,2 100:1,2,3,4
themapsalm
61:3 126: 3A 126: 2A 61:1,3 62:5 126: 3B 126: 2B 62:1,5 themapsalm themapsalm themapsalm themapsalm
126:2,3 127:1,2 144:1,2
121:1
71:12 76:1 80:11
147: 6A 147: 6B 56: 5A
147: 2A 147: 2B 56: 6A
71:1,12 76:1,7 80:1,11 119: 1,25
147:2,6 60:1,7 55:1,14 119: 86,87
91:1A 91:1B
56: 5B 68:10A
56: 6B 68: 10A
95:1 103:1A
68:10B 102 :15A
68: 10B 102: 7A
96:1,6 91:1,4 121:1,3 103:1,2 95 :1,4
56:5,6 68:10,14 Avondz. 5,6 70:1,2 102 :7,15
129 :1,2 38: 12,20 21 :4,5 72 :6,11 139 :1,14 113 :1,2
69 :4,14 40:4 67 :1,2
111 :1,5 114:1,4 47:1,3 110:1,2 86: 5,6
109 :16,18 122:1,3
themapsalm Themazondag
7:1,7 15:1,5 26: 3,8 28:1,5 134:1,2,3
91:1,5 themapsalm
04 feb. 11 feb. 18 feb. 25 feb. 04 mrt. 11 mrt. 14 mrt. 18 mrt. 25 mrt.
134:3 134:3 116:3 116:3
H.A. Biddag 72 :11
Het Wilhelmus : 1 en 6 01 apr. 06 apr. 08 apr. 09 apr. 15 apr. 22 apr. 29 apr. 06 mei 13 mei 17 mei 20 mei 27 mei
Goede Vrijdag Pasen Pasen
79:7
103 :1B
102: 15B
102: 7B
139 :1
Wilhel :1A
Wilhel :6A
113 : 2A 113 :2B
Wilhel :1B 106: 4
Wilhel :6B 106: 3
47 : 3A 47: 3B
111: 5 122:1A
111: 5 122:3A
86:5A 86:5B
122:1B 119:3
122:3B 119:53
Hemelvaart Pinksteren
140 :7,13 106 :3,4
68:2,9 119:3,53
28 mei
Pinksteren
03 jun. 10 jun. 17 jun. 24 jun.
25:2,6 42:1a
72: 8A 72: 8B 108:1A 108:1B
84:1A 84:1B 104:17A 104:17B
84:6A 84:6B 104:1 85:1
132:7,12 72:6,8 108:1,2 115:1,6
82:1,2 84:1,6 104:1,17 85:1,3
42:1b
125:2 20:5 21: 13
90:1A 90:1B 21:13
90: 9 20: 1 21:13
42:1,7 19:1,2 21: 6,13 23:1,3 25:5,6
125:1,2 20:1,5 22: 12,16 24:4,5 26: 3,7
27: 5,7 29:1,6 31:1,5 33: 5,6
28:5,6 30:3,8 32:3,6 34:2,9
35: 9,13 37:2,20 39:3,4 41:6,7 43:3,4
36: 1,2 38:1,9 40:1,8 42: 4,7 44:1,14
H.A.
01 jul. 08 jul 15 jul. 22 jul. 29 jul. O5aug. 12 aug. 19 aug. 26 aug. 02 sep. 09 sep. 16 sep. 23 sep. 30 sep.
N.B. • • • •
H.A.
43:3
38:1 39:3 41:7 43:4
38:1 39:3 41:7 43:4
37:2 40:1 42:7 44:1
Bovenstaande psalmenlijst komt voor het grootste deel overeen met de psalmenlijst uit de methode “Hoor het Woord”. (Driestar Educatief) De “zondagpsalm wordt de week ervóór aangeleerd. Groep 7/8 leert de psalm van groep 5/6, echter een ander vers. De mogelijkheid bestaat dat de aangegeven psalmen van september 2007 nog veranderen. Ondergetekende heeft nog geen psalmenlijst van de betreffende methode voor het volgende schooljaar.
9.2 Declaratieformulier schoolfonds Naam: _________________________________________
Rek.nr.:________________________________________ Omschrijving:
Plak hier je bonnetje:
Opmerkingen:
9.3 Verslag ouderbezoek NIEUW: in Tangram invoeren !!! Afspraken: • elke leerling wordt één keer per jaar in de thuissituatie bezocht door de groepsleerkracht • van elk bezoek wordt een kort verslag gemaakt in onderstaand schema • dit verslag wordt bewaard in het leerling-dossier (hangmappen) • praat niet over andere leerlingen, andere ouders, collega’s • wees concreet en praat niet over cijfers(daar zijn de 10-minuten gesprekken voor) Gesprekspunten kunnen zijn: • heeft de ll. het naar de zin op school, heeft het een veilig gevoel • heeft de ll. vriendjes en vriendinnetjes, op school, in de buurt • wordt de ll. wel eens uitgenodigd op een feestje o.i.d. • voelen de ouders zich bij de school betrokken, worden zij voldoende geïnformeerd. • relatie leerkracht/leerling • gedrag en taalgebruik ll. • leerprestaties ll./ huiswerk • hebben de ouders tips voor de school, zijn er bij hen nog vragen/opmerkingen • overig: te denken valt aan; bedplassen, slaapgedrag, hoofdpijn e.d., pesten, moeilijke thuissituatie...
Datum
Naam leerling Naam leerkracht Overige deelnemers Thuissituatie
Groep:
Relatie tot de school
Relatie tot medelln.
Overig
9.5 Telefooncirkel Direct na de zomervakantie vul je de voorlopige telefooncirkel voor je groep in over 4 kolommen. Zet ouders die b.v. “niet werken”, veel thuis zijn enz. bovenaan. Neem bij twijfel contact op met Wim. Sommige ouders hebben een geheim nummer. Deze leerlingen NIET op de telefooncirkel vermelden, maar wel op het exemplaar voor de directie. Er zijn enkele ouders die niet willen meewerken aan de telefooncirkel. Deze ouders onderaan in de rijen plaatsen. Van sommige ouders staan er ook 06-nummers bij. Deze ook noteren op de telefooncirkel, mits het geen geheim nummer is! De telefooncirkels van vorig jaar liggen in een mapje in de mandjes in de personeelskamer. Wel de nieuwe kinderen controleren!!! Op de leerlingenkaart staan de telefoonnummers en de geheime nummers Daarna deze voorlopige telefooncirkel kopiëren op de achterzijde van de brief: “aan de ouders” Deze brief meegeven aan de kinderen aan het begin van de 1e schoolweek !!! Alle voorlopige telefooncirkels aan het eind van de 2e schoolweek verzamelen en op de vrijdag van de 2e schoolweek de definitieve telefooncirkel meegeven aan de kinderen en een exemplaar aan de directie geven. Zie voor de begeleidende brief en de telefooncirkel bijlage.
Aan de ouders, Hierbij ontvangt u een voorlopige telefooncirkel.
Wilt u deze nummers controleren en eventueel nog aanvullen met andere telefoonnummers? Hoe werkt de telefooncirkel? Bij ziekte van een groepsleerkracht worden door school de bovenste ouders van de 4 kolommen gebeld (A,B,C en D). Deze 4 ouders bellen de 2 ouders die eronder staan. De volgende ouders bellen alleen de volgende in de kolom eronder.
Belangrijk! Als de volgende ouder niet te bereiken is, wilt u dan de volgende ouder bellen (anders stopt het doorbellen). Mocht u na herhaaldelijk geprobeerd te hebben een ouder te bellen geen gehoor krijgen, wilt u dit dan doorgeven aan school?
U ontvangt zo spoedig mogelijk de definitieve telefooncirkel.
Met vriendelijke groet, Team De Schuilplaats
Telefooncirkel voor groep … Groepsleerkracht….……………………………………………Telefoonnummer school: 353031A B C D
Belangrijk! Als een ouder de telefoon niet oppakt, wilt u dan de volgende ouder in de rij bellen?! TIP VAN EEN OUDER: Ik plak zo’ n telefooncirkel altijd aan de binnenkant van het keukenkastje, altijd bij de hand, altijd opgeruimd !!!
9.6 Afspraken overblijven Locatie De kinderen eten uitsluitend aan de tafels in het documentatiecentrum. De kinderen spelen uitsluitend aan de tafels in het documentatiecentrum of buiten op het schoolplein.
Eten De kinderen komen meteen om 11.45 uur naar de plek bij het documentatiecentrum. Zij wachten met het eten/drinken tot de overblijfmoeder daarvoor toestemming geeft. De maaltijd wordt begonnen en beëindigd met stil gebed. De kinderen mogen spelen als iedereen klaar is met het eten.
Spelen De kinderen spelen in de ruimte bij het documentatiecentrum met uitsluitend de spelletjes uit de “overblijfkast”. Als het weer het toelaat gaan de kinderen na het eten zoveel mogelijk naar buiten. Om 12.45 uur gaan alle kinderen naar buiten om te spelen. De overblijfmoeders dragen dan hun verantwoordelijkheid over aan de pleinwachtjuf/meester.
Contactpersoon De ouderraad heeft twee contactpersonen die de overblijfmoeders regelen enz.
Betalen De ouderraad regelt de financiële kant van het overblijven. De kinderen van de parttime leerkrachten en invaljufs eten gratis mee.