Plakboek Inleiding strafrecht Een onderwijskundige vernieuwing met een vakdidactische en een inhoudelijke component via de computer Evaluatie 2006-2007 Invulling tweede deel toegewezen budget Voorstel uitbreiding en vervolg Plakboek Inleiding Deeltentamen Inleiding strafrecht Voorstel ontwikkeling itembank (t.b.v. formeel strafrecht)
Rotterdam, oktober 2007 P.A.M. Mevis W.H. den Harder
1
1. Inleiding In het voorjaar van 2006 is financiering verworven voor het project ‘Plakboek’ ten behoeve van het onderwijs in het vak Inleiding strafrecht en criminologie (brief van 31 mei 2006, kenmerk FRG0004610/RL/bdg.02.3/o-14438). Het project – het ontwerpen van een elektronische leeromgeving bij het handboek Capita Strafrecht – loopt van september 2006 tot september 2008. De financiering is gefaseerd toegekend. Bij genoemde brief is besloten middelen ten bedrage van 23.540 euro toe te wijzen voor het jaar 2006-2007. Over de toewijzing van het gereserveerde bedrag na 1 september 2007 dient separaat te worden besloten. Naar verluid is een bedrag van 4000 euro gereserveerd. De onderhavige notitie strekt er allereerst toe de gereserveerde financiering voor de periode 2007-2008 zoals deze voortvloeit uit eerdergenoemde brief inderdaad definitief te doen toewijzen (onderdeel 1 van de aanvrage). Voorts wordt voor dezelfde periode van 1 september 2007 tot 2008 aanvullende financiering gevraagd voor voltooiing en vervolmaking van het ‘Plakboek’ (onderdeel 2 van de aanvrage) alsmede voor de financiering van de deeltoets die in het academiejaar 2007-2008 is afgenomen (onderdeel 3 van de aanvrage) en een itembank ten behoeve van het vak ‘Formeel strafrecht’ (onderdeel 4 van de aanvrage). Deze voorstellen worden in deze notitie bij elkaar gebracht omdat de uitvoering van al deze onderdelen ter hand zal worden genomen door mw. dr. W.H. den Harder.
2. De positionering van het vak Inleiding strafrecht en criminologie in het curriculum Al een aantal jaren bijt het vak Inleiding en strafrecht en criminologie het spits af in de bacheloropleiding , tezamen met het vak Inleiding in de rechtswetenschappen. Dat heeft consequenties voor de samenstelling van de studentenpopulatie. Het vak wordt aangeboden aan een groep studenten met een uiteenlopende vooropleiding en dus een zeer verschillend instapniveau. In deze fase van de studie is de groep studenten met deficiënties in kennis en in taal- en overige vaardigheden groot. Ook varieert de belangstelling en motivatie voor de studie. Het vak Inleiding strafrecht en criminologie verzorgt onderwijs voor studenten die nauwelijks belangstelling hebben voor wetenschappelijk onderwijs en zich geen inspanningen willen getroosten, én voor buitengewoon geïnteresseerde, gemotiveerde en vaardige studenten. Deze positie in het curriculum daagt uit tot activering van de eerstgenoemde groep en tot differentiatie van het onderwijs, teneinde de laatstgenoemde groep een stimulerende leeromgeving te bieden. Het ‘Plakboek’ – een serie zelfstudiemodules in een elektronische leeromgeving – beoogt de beide doelstellingen te verenigen. Uit de evaluatie in het academiejaar 2006-2007 (zie paragraaf 6) rijst het beeld dat de groep goede en gemotiveerde studenten met het ‘Plakboek’ beter wordt bediend dan de groep laaggemotiveerden. Inmiddels is ter activering van het gehele cohort in een deeltentamen voorzien (zie hierover uitgebreid paragraaf 8).
3. De doelstellingen van de onderwijsvernieuwing Met de woorden activering en differentiatie worden twee belangrijke doelstellingen van de vernieuwing van het vak Inleiding strafrecht en criminologie aangeduid. Andere hoofddoelen zijn intensivering van het onderwijs en verhoging van de studeerbaarheid. Om de studeerbaarheid van het vak als geheel te vergroten is in overleg met de sectie criminologie de opbouw van het criminologieonderwijs aangepast, met als doel een betere afstemming tussen de beide
2
componenten van het vak. Ook zijn in de zelfstudiemodules en in de mentoropdrachten die behoren bij het onderdeel ‘strafrecht’ vragen opgenomen die betrekking hebben op het onderdeel criminologie. De geschetste problematiek inzake de heterogeniteit van het cohort zal in de toekomst mogelijk worden getemperd door de verschuiving van het vak Inleiding strafrecht en criminologie van het eerste naar het tweede blok in het B1-jaar. Dat neemt niet weg dat differentiatie en activering onverminderd zinvolle doelstellingen zullen blijven, naast intensivering van het onderwijsaanbod en het studeerbaar maken van het vak als geheel. Samengevat komen de doelstellingen van het onderwijsvernieuwingsproject (zelfstudiemodules, deeltentamen, afstemming van de componenten strafrecht en criminologie, aanpassing van de werk- en mentorgroepopdrachten) neer op: o o o o o
activering, differentiatie, intensivering, verhoging van de studeerbaarheid en het studierendement, uitbreiding en intensivering van de interactie met studenten.
Voor een completere beschrijving van de uitgangspunten van het project wordt verwezen naar het projectvoorstel dat als bijlage bij dit verslag is gevoegd (bijlage 1).
4. De inrichting van het onderwijs Voor het onderdeel Inleiding strafrecht worden 6 ECTS toegekend, voor het onderdeel criminologie 3 ECTS. In de huidige opzet worden de volgende onderwerpen behandeld: week 1
strafrecht criminologie strafrecht strafrecht criminologie strafrecht
het strafrechtelijk rechtssysteem inhoud en betekenis van criminologie week 2 strafrechtelijke rechtshandhaving en rechtsbescherming week 3 opsporing en dwangmiddelen omvang en aard van criminaliteit; meetmethoden week 4 het voorbereidend onderzoek: rechter-commissaris en openbaar ministerie week 5 strafrecht het onderzoek ter terechtzitting criminologie de feitelijke werking van het strafrechtelijk systeem week 6 strafrecht rechterlijke controle en rechtsmiddelen deeltentamen studiestof week 1 en week 2 week 7 strafrecht algemene beschouwingen over materieel strafrecht criminologie veiligheidsbeleid week 8 strafrecht inperking en uitbreiding van strafbaarheid week 9 strafrecht sanctiestelsel criminologie actuele onderwerpen week 10 strafrecht responsie
Het ‘Plakboek’ is een aanvulling op de contacturen; een principieel uitgangspunt is dat de omvang en frequentie van de contacturen niet wijzigt. Wekelijks zijn er de volgende onderwijsactiviteiten:
3
week 1 week 2 week 3 week 4 week 5 week 6
strafrecht criminologie strafrecht strafrecht criminologie strafrecht strafrecht criminologie strafrecht
week 7
strafrecht criminologie week 8 strafrecht criminologie week 9 strafrecht criminologie week 10 strafrecht
hoorcollege en werkgroepen hoorcollege hoorcollege, werkgroepen en mentorgroepen hoorcollege en werkgroepen hoorcollege hoorcollege, werkgroepen en mentorgroepen hoorcollege en werkgroepen hoorcollege hoorcollege, werkgroepen en mentorgroepen deeltentamen hoorcollege en werkgroepen hoorcollege hoorcollege en werkgroepen mentorgroepen hoorcollege en werkgroepen hoorcollege hoorcollege en werkgroepen
5. De zelfstudiemodules Het ‘Plakboek’ bestaat uit een aantal zelfstudiemodules die zijn vervaardigd met het programma van Rechten-online en via SIN-online worden aangeboden in een html-versie. De zelfstudiemodules sluiten aan bij Capita Strafrecht, het studieboek voor Inleiding strafrecht, dat eveneens een modulaire opzet heeft. Per module worden in de inleiding op de module de doelstellingen van de afzonderlijke zelfstudiemodules kenbaar gemaakt. In de eerste plaats zijn de doelstellingen van de verschillende modules kennisgericht. De studenten krijgen feedback op hun antwoorden, met een nauwkeurige verwijzing naar de toepasselijke paragrafen van Capita Strafrecht. Aldus vormt het ‘Plakboek’ een factor die de studie van het leerboek ondersteunt en vergemakkelijkt, en het niveau en de inhoud van met name het werkgroepenonderwijs verhoogt. Daarmee wordt ook beoogd een positieve bijdrage te leveren aan de verhoging van het rendement van dit vak. In de tweede plaats wordt de in Capita Strafrecht aangeboden stof van een actuele context voorzien, teneinde de studenten inzicht te geven in de strafrechtstoepassing en de functies en effecten daarvan. Daarmee wordt de meer dan gemiddeld in het (straf)recht geïnteresseerde studenten aanvullende informatie van uiteenlopende aard geboden. De studenten zouden idealiter voorafgaand aan de hoorcolleges en werkgroepen de stof mede aan de hand van de zelfstudiemodules moeten bestuderen. De ervaring heeft echter geleerd dat slechts een kleine groep studenten op deze wijze gebruik maakt van de elektronische leeromgeving. Uit de evaluatie in het academiejaar 2006-2007 blijkt dat het ‘Plakboek’ vooral wordt gebruikt om de stof te repeteren ter voorbereiding op het tentamen. Door het project ‘deeltentamen’ slaagt de tijdige activering van de studenten veel beter. Deze pilot vindt dit jaar plaats in de zesde onderwijsweek, op 18 oktober 2007. Het ‘Plakboek’ is een intensieve voorbereiding op dit tussentijdse tentamen (zie verder hierna). In de modules wordt gebruik gemaakt van verschillende vraagtypen: o meerkeuzevragen: o typische A, B en C vragen o juist/onjuist vragen o enkele deelvragen over een hoofdonderwerp
4
rubrieken: o de student rubriceert onderwerpen door de toepasselijke rubriek te kiezen o de student vinkt vakjes aan o tekstvragen: o kort antwoord; de student moet tekst intypen (de docent geeft antwoorden die de computer vergelijkt met antwoorden van de student) o de student moet een deel van een tekst selecteren (bijvoorbeeld uit een rechterlijke uitspraak) Door middel van boekpagina’s, popup-vensters en hyperlinks naar het web wordt aanvullende informatie geboden. o
Een voorbeeld van een vraag: Er bestaat een aantal verschillen tussen de organisatie van de rechterlijke macht en van het openbaar ministerie. Vink hieronder aan welke kenmerken voor de rechterlijke macht gelden en welke voor het openbaar ministerie. Indien een kenmerk voor beide geldt kunt u beide vakjes aanvinken. U laat de vakjes leeg als het kenmerk noch voor de rechterlijke macht, noch voor het openbaar ministerie geldt.
rechterlijke macht
openbaar ministerie Heeft van oudsher een regionale opbouw. Eén hiërarchische organisatie. Onderdeel van het ministerie van justitie. De minister van justitie is politiek verantwoordelijk. De minister van justitie is bevoegd algemene aanwijzingen te geven. De minister van justitie is bevoegd bijzondere aanwijzingen te geven.
6 Studentenevaluatie van de zelfstudiemodules in relatie tot de leerdoelen (academiejaar 2006-2007) Activering? Ongeveer een kwart van de studenten die op het eerste tentamen zijn opgekomen hebben de zelfstudiemodule bij hoofdstuk 12 van Capita Strafrecht – de laatste module die op SIN-online is geplaatst – tenminste één keer gedownload (188 studenten van de 757 opgekomen studenten). Aangenomen wordt dat zij ook de andere negen beschikbare modules hebben doorgewerkt. Verhoging studeerbaarheid? In de studentenenquête is frequent als negatief punt naar voren gebracht dat niet bij alle hoofdstukken zelfstudiemodules beschikbaar waren. Het feit dat dit als een gemis werd ervaren, doet vermoeden dat de wel beschikbare modules in ieder geval voor een aantal studenten bijdroegen aan de studeerbaarheid. Een van de studenten schreef expliciet in de enquête: ‘Ik vind het een goede aanvulling naast de verplichte stof van capita. Je wordt aangespoord om actief met de stof om te gaan.’ Een greep uit de reacties van de studenten die zich uitlieten over de onvolledigheid van het Plakboek geeft blijk van teleurstelling: ‘Ik heb er wel gebruik van gemaakt, maar deze waren beperkt tot week 5, hetgeen wel jammer was.’ ‘De modules waren zeer goed, maar helaas niet compleet. Hierdoor heb ik er maar deels gebruik van kunnen maken.’ ‘Wel gebruik van gemaakt, alleen werden ze na week 6 niet meer gepubliceerd, wat ik zeer betreur.’ ‘Alleen op een gegeven moment kwamen er geen modules meer bij dat vond ik een minpunt. Omdat het toch een soort controle is op de leesstof.’ ‘Ze
5
staan er maar voor de helft op. De lastige hoofdstukken (vanaf 12) staan er niet bij.’ ‘Ik vind het heel jammer dat niet alle hoofdstukken aan bod kwamen, aangezien het een hele goede manier is om de stof te bestuderen en vooral om te kijken of je de stof beheerst. Dus een tip voor de volgende keer: plaats van alle hoofdstukken een sin online oefening!’
Rendementsverhogend? Van de groep die gebruik maakte van het ‘Plakboek’ is 70% geslaagd (het tentamenresultaat voor de hele groep is 53%). Het gemiddelde cijfer van de groep die de zelfstudiemodules hebben gemaakt is een 6,3, terwijl de gehele groep gemiddeld een 5.6 behaalde. De meeste studenten die van het ‘Plakboek’ gebruik maakten hebben een 7 gehaald (47 studenten). Het is moeilijk te zeggen of de tentamenresultaten positief zijn beïnvloed door de zelfstudiemodules. Mogelijk is de bovengemiddelde studenten eerder geneigd om van dit type onderwijsaanbod gebruik te maken; in dat geval zegt het niet zoveel dat 70% van de gebruikers van de zelfstudiemodules het tentamen in de eerste ronde haalde. Illustratief is het volgende citaat: ‘Ik denk dat het zinvol is voor een kleine groep studenten, die of wel zeer geïnteresseerd is in de inhoud van het vak, of gewoon een 10 op het tentamen willen behalen.’
Inderdaad hebben verhoudingsgewijs veel studenten die een 8 of een 9 hebben gehaald de laatste beschikbare module van het ‘Plakboek’ gedownload: een kleine 40 procent van de studenten met een 8 en meer dan de helft van de studenten met een 9. (43 studenten behaalden een 8 of een 9). Van de studenten die een 7 behaalden (in totaal 125 studenten) heeft 37,6% de vragen gemaakt. Dat daalt vrij sterk bij de zessen: maar 24% van het totaal aantal studenten dat een zes heeft behaald (173), heeft de vragen gemaakt. Bij de vijven is dat 21% (van 140). Van het totaal aantal studenten dat een vier behaalde (128) heeft 14,5 % de vragen bij hoofdstuk 12 gemaakt, bij de drieën (69) zakt dat tot 8,8%, en bij de tweeën is het ongeveer 10 % (van de 19 behaalde tweeën). Deze cijfers lijken te indiceren dat de betere studenten het meeste gebruik maken van de elektronische leeromgeving. Geheel zeker is dit uiteraard niet: het is mogelijk dat studenten die een (ruime) voldoende hebben gehaald zonder het ‘Plakboek’ op een onvoldoende waren uitgekomen. Dat is helaas niet te meten. Nu het slagingspercentage hoger was dan in vorige jaren, en 70% van de gebruikers van de zelfstudiemodules het tentamen heeft gehaald, lijkt enig optimisme over de rendementsverhogende potentie van het ‘Plakboek’ gewettigd. Ondanks deze tot optimisme stemmende indicatoren, behoeft de groep die laaggemiddelde resultaten behaalt een extra stimulans. Het feit dat goede studenten beter worden, stemt tot tevredenheid, maar het is uiteraard ook de bedoeling dat de studenten die zonder extra ondersteuning het vak met een vier of een vijf zouden afsluiten, door middel van de zelfstudiemodules op een voldoende niveau uitkomen. Een dergelijke stimulans wordt geboden door een in een vroeg stadium afgenomen deeltentamen. Zo’n tentamen geeft de studenten inzicht in hun kennisniveau. Bovendien wordt een dwingende relatie tussen Plakboek en de studie van het vak gelegd, omdat de voorbereiding van het deeltentamen via het Plakboek plaatsvindt. Intensievere, fequentere en veelvormiger interactie? Uit de studentenenquêtes blijkt dat de intensievere communicatie via de zelfstudiemodules door studenten wordt gewaardeerd. Diverse malen is genoemd dat de uitleg na het beantwoorden van een vraag heel duidelijk is, en de studenten daar meteen van leren. Andere positieve reacties over het interactieve aspect van de zelfstudiemodules waren:
6
‘Ook is het veel leuker dan alleen het boek lezen, een boek zegt niets terug’, en: ‘Testen van kennis op een snelle manier, je krijgt snel een antwoord.’
Kritiek Hoewel de meeste studenten opmerkten de verstrekte uitleg helder te vinden, zijn er ook studenten die de uitleg als verwarrend hebben ervaren. Een behoorlijk aantal studenten vond de vragen van een goed niveau (vergelijkbaar met het niveau van het tentamen), anderen vonden echter de vragen zo moeilijk dat ze demotiverend werkten, terwijl weer anderen ze veel te makkelijk en daardoor overbodig vonden. Een aantal studenten betreurt het terecht dat een typefout bij de beantwoording van een (gesloten) open vraag ertoe leidt dat het antwoord wordt fout gerekend; een elektronische leeromgeving heeft kennelijk ook zo zijn nadelen.
7. (Deel)tentaminering en ‘Plakboek’ Van oudsher wordt het vak getentamineerd door middel van een mengvormtentamen. In het academiejaar 2006-2007 waren met het beantwoorden van meerkeuzevragen 30 punten te behalen, 30% van het eindcijfer (afgezien van de extra punten die te behalen zijn met een mentorcredit). In het academiejaar 2007-2008 wordt in de zesde onderwijsweek een vrijstellend deeltentamen afgenomen over de stof van het onderdeel Inleiding strafrecht die voor de eerste twee onderwijsweken is voorgeschreven: de eerste zes hoofdstukken van Capita Strafrecht en het ‘Muilkorf’-arrest. Dit deeltentamen bestaat uit 20 driekeuzevragen, waarvoor 20 punten kunnen worden behaald (1/5 van het eindcijfer). Op het hoofdtentamen in november worden alleen nog open vragen gesteld. De uitslag voor het deeltentamen geldt niet voor het hertentamen in januari 2008. Op het hertentamen worden vragen gesteld over de gehele stof. (Zie voor meer informatie bijlage 2, de informatie over het deeltentamen die aan de studenten is verstuurd.) Het deeltentamen wordt afgenomen via de computer. In het T-gebouw zijn daarvoor op 18 oktober 2007 computerruimtes gereserveerd van 9.00 tot 20.00 uur. De studenten hebben zich via SIN-online voor het tentamen ingeschreven. De stof voor het deeltentamen is onderverdeeld in 20 ‘topics’, teneinde de verschillende tentamens qua inhoud en zwaarte van een vergelijkbaar niveau te maken. Over elk ‘topic’ wordt een vraag gesteld. Voor elk topic zijn minimaal drie vragen opgesteld. (Voor de meeste topics zijn dat er meer: er zijn ruim 100 vragen). De afdeling LIA heeft een programma gemaakt dat het mogelijk maakt de vragen per hoofdstuk te stellen, te beginnen bij hoofdstuk 1. Tegelijkertijd biedt het programma een zo groot mogelijke variatie in de volgorde van de vragen en in de presentatie van de antwoordmogelijkheden. De studenten kunnen zich door midden van het ‘Plakboek’ voorbereiden op het deeltentamen. Dat zij dit daadwerkelijk doen, wijzen de cijfers uit. Het toegenomen aantal downloads van de modules die voor het deeltentamen moeten worden bestudeerd is veelzeggend. Het aantal malen dat de zelfstudiemodules behorend bij de eerste 6 hoofdstukken van Capita Strafrecht en het ‘Muilkorf’-arrest zijn gedownload: 12-10-2007 17-10-2007 12.00 21.00 uur 22.30 24.00 uur uur uur hoofdstuk 1 2213 3157 3473 3540 3582 hoofdstuk 2 844 1766 2137 2209 2267 hoofdstuk 3 454 1092 1421 1501 1557 hoofdstuk 4 440 1037 1335 1396 1448 hoofdstuk 5 216 668 935 1006 1062
7
hoofdstuk 6 muilkorfarrest
197 464
546 919
792 1196
857 1283
911 1358
8. Een itembank voor andere vakken, met name Formeel strafrecht De sectie strafrecht wil het ontwerpen van een deeltentamen c.q. itembank niet tot het vak ‘Inleiding strafrecht en criminologie’ beperken. De sectie strafrecht wil graag van deze mogelijkheid ook gebruik maken in het vak ‘formeel strafrecht’ in het B2. In dat vak lenen zich de onderdelen ‘dwangmiddelen met betrekking tot informatievergaring’ en ‘rechtsmiddelen’ zich voor een vergelijkbare aanpak. De onderhavige aanvrage strekt ertoe om de projectuitvoerder ook voor de uitwerking van deze mogelijkheid binnen het vak formeel strafrecht aan te stellen.
9. Projectaanvraag academiejaar 2007-2008 Zoals gezegd omvat deze aanvraag vier onderdelen: Onderdeel 1 (reeds toegekende gelden) Onderdeel 2 (uitbouw en onderhoud Plakboek) Onderdeel 3 (deeltentamen) Onderdeel 4 (itembank Formeel strafrecht) Onderdeel 1 De projectaanvraag van april 2006 bevatte een post ten behoeve van de uitbouw en het onderhoud van het ‘Plakboek’ na 1 september 2007. Het strafrecht is sterk aan veranderingen onderhevig. Actualisering van het bestaande, op grond van (voorgenomen) wijziging van wetgeving, vraagt de nodige tijd en aandacht. Een elektronische leeromgeving is bij uitstek geschikt om het materiaal bij de tijd te houden, maar dat vergt onderhoud. Met name voor dit aspect was in het voorjaar van 2006 4000 euro aangevraagd en in principe toegewezen. Deze aanvrage strekt mede tot de toewijzing van het gereserveerde bedrag. Onderdeel 2 Het ‘Plakboek’ is niet afgerond in het academiejaar 2006-2007. Er zijn dertien modules gerealiseerd; zes modules moeten nog worden (af)gemaakt. Voor deze vertraging is een aantal oorzaken: o de projectleider was enkele maanden later dan beoogd beschikbaar; o de hoeveelheid werk die het opstellen (controleren en evalueren) van een module kost is onderschat: het formuleren van doelstellingen, het opstellen van een groot aantal vragen (zowel vragen met een didactische opbouw als vragen op tentamenniveau), het anticiperen op mogelijke antwoorden van studenten, het formuleren van adequate feedback op verschillende antwoorden, vergt meer tijd dan voorzien; o het onderwijsvernieuwingsproject heeft tot andere, aan het ‘Plakboek’ gerelateerde, activiteiten geleid: o integrale herziening van het onderwijsmateriaal ten behoeve van de werk- en mentorgroepen en de bijbehorende docentenhandleidingen; het aanpassen van het onderwijsmateriaal voor werk- en mentorgroepen en het opstellen van handleidingen voor de docent die de verwevenheid van de diverse onderdelen van het vak uitdrukken; o afstemming van de componenten ‘strafrecht’ en ‘criminologie’;
8
o
evaluatie en verslaglegging: het blijkt zinvol te zijn de frequentie van het gebruik van het Plakboek te koppelen aan de tentamenresultaten. Dat kost echter veel tijd. De komende evaluatie geschiedt in samenwerking met het OECR. Naast de studentenenquêtes bestaat het plan een panel van ‘Plakboek’-gebruikers met goede tot zeer goede resultaten samen te stellen én een panel van gebruikers die snel afgehaakt zijn (en al dan niet goede tentamenresultaten hebben behaald).
Alhoewel per 1 september 2007 in het onderwijs in de eerste zes weken gebruik kan worden gemaakt van een ondersteunende module per hoofdstuk (= per onderwerp) uit Capita Strafrecht en daarna ten minste één per onderwijsweek, zal het project niet ‘af’ zijn. Er zijn middelen nodig om de laatste modules op te bouwen en aan te passen. Voor wat betreft de ‘afronding’ van het project wordt voorgesteld het project ‘Plakboek’ ook na 1 september 2007 voort te zetten, teneinde de bestaande modules nader uit te werken, met name die betreffende de laatste hoofdstukken van Capita. Een meer integrale uitbouw staat ons voor ogen in de vorm van een elektronisch strafdossier, waarin alle documenten uit een eenvoudige strafzaak zijn opgenomen en van vragen ter bestudering zijn voorzien. Raming van de kosten voor de uitbouw en evaluatie van het ‘Plakboek’: Activiteit Planning Tijdsduur 8 dagen UD opstellen resterende deel 1 (t.b.v. zelfstudiemodules tentamentraining) november 2007 6 dagen UD deel 2 (aanvullen, actualiseren) in 2008 interne evaluatie en september/oktober 3 dagen UHD afstemming van de van (de onderdelen van) november/2008 2 dagen UHD een module aanpassen oktober 2 dagen UD onderwijsmateriaal evaluatie en december/januari 10 dagen UD verslaglegging i.s.m. OECR totaal 26 dagen UD 5 dagen UHD
Kosten
11.310 euro 2.590 euro
9
Onderdeel 3 Raming van de kosten voor het deeltentamen: huur van de zalen programmeren afdeling LIA
administratieve zaken en overleg administratieve zaken, overleg, studentencontacten opstellen van de vragen controle van de vragen evaluatie en verslaglegging bij herhaling van het deeltentamen: noodzakelijke aanvulling en controle van het vragenbestand
6000 euro, waarvan nu 50% t.l.v. FRG en hopelijk in de nabije toekomst 50% t.l.v. RVM
afdeling LIA
2500 euro 3000 euro
1000 euro
sectie strafrecht
3 dagen UD 1 dag UHD
1823 euro
sectie strafrecht
6 dagen UD
2610 euro
sectie strafrecht
1 dag UD 1 dag UHD 2 dagen UD 1 dag UHD 7 dagen UD 2 dagen UHD
953 euro
sectie strafrecht, met OECR sectie strafrecht
totaal totaal sectie strafrecht
1383 euro 4081 euro
17350 euro 10850 euro
Onderdeel 4 Geraamde kosten aanzet Itembank Formeel strafrecht (uitvoering in 2008) Opzetten en controle van de vragen: 20 dagen UD (8700 euro).
10
Bijlage 1: tekst projectaanvraag april 2006
Plakboek Inleiding strafrecht Een onderwijskundige vernieuwing met een vakdidactische en een inhoudelijke component via de computer Rotterdam, april 2006 I. Inleiding In dit plan wordt een aanzet gegeven de studie van het vak Inleiding strafrecht en criminologie in het eerste semester van de rechtenstudie te intensiveren en de activiteit van studenten te vergroten door het vak van een computerondersteunende modaliteit te voorzien. Daarin wordt de student aangezet tot actieve(re) voorbereiding en verdieping van het onderwijs en worden delen van de studiestof voor zelfstudie gereed gemaakt. Het project is in ontwikkeling geraakt onder de naam ‘Plakboek Inleiding strafrecht, kortweg Plakboek. Het plan bevat een inhoudelijke beschrijving, een tijdplan en een begroting. II. Aanleiding voor de ontwikkeling van het project De cursus Inleiding strafrecht en criminologie wordt sedert enige jaren gedoceerd in het eerste trimester (binnenkort: eerste semester) van de rechtenstudie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Met die plaats van het vak zijn goede ervaringen opgedaan. Het vak beantwoordt tot op zekere hoogte aan de vanzelfsprekende verwachtingen die beginnende studenten van de rechtenopleiding hebben. De plaatsing van het vak heeft ook nadelen. Aan het begin van de studie moeten studenten ook eerst en vooral rechten leren studeren, waarbij algemeenheden moeten worden geleerd over onderwerpen als de verhouding tussen wetgever en rechter, over het wetsbegrip etc. Ook moeten de nodige juridische vaardigheden moeten worden aangeleerd. Daarnaast is strafrecht een systematisch vak dat zich goed in algemene lijnen laat doceren, maar waarbij het tegelijkertijd niet onmiddellijk eenvoudig is die hoofdlijnen van de systematiek van het vakgebied onder de knie te krijgen, zeker niet voor beginnende studenten. Als separate aanleiding vermelden wij daarbij het naar ons oordeel zorgelijk niveau van beginnende studenten recht, waarbij ons wij nadrukkelijk niet aansluiten bij algemeen geweeklaag over dat niveau, maar integendeel gericht mogelijkheden en kansen zien om met name ook de doorsneestudent (en uiteraard de bovengemiddelde) meer aan te spreken en uit te dagen waardoor ‘achterstand’ sneller en adequater wordt omgewerkt tot interesse, uitdaging en (zelf)werkzaamheid en aldus tot voldoende niveau om de rechtenstudie met vrucht en plezier te volgen. Daarvoor is echter grondige herziening van het onderwijsmateriaal noodzakelijk waarin de klassieke studiestof beter bestudeerbaar wordt gemaakt. Het plan ook in het facultaire beleid studenten sneller in de studie te confronteren met de eisen die de rechtenstudie stelt (selectiefunctie van het B1) en de studenten die dat willen in staat te stellen om dat niveau te bereiken (in plaats van ‘selectie aan de poort’). Deze aanleidingen zijn een opmaat voor de ontwikkeling van het Plakboek. Opgemerkt moet echter worden dat deze aanleidingen binnen de sectie strafrecht al langer aanleiding zijn het didactische element in het onderwijs, in het bijzonder in het vak Inleiding strafrecht, serieus te nemen. Sinds 1997 wordt in dat vak met een reader gewerkt waarin de studenten per week de bestuderen stof, voorzien van vragen, ingedeeld en van toelichtingen voorzien, wordt aangereikt. Vanaf 1998 is successievelijk gewerkt aan de uitwerking van de hoorcolleges in een binnen de sectie geschreven studieboek waarin de hoorcolleges gaandeweg zijn uitgewerkt tot een zelfstandige Inleiding strafrecht met een eigen didactisch concept. Dat leerboek beleeft in de
september 2006 zijn 5 druk.
11
Het onderhavige project voor de ontwikkeling van verregaande computerondersteuning is in deze aanzet thans de logisch volgende stap, gericht verdere vergroting van de studeerbaarheid van de studiestof en het onderwijs en de activering van studenten. Het logisch verband met reeds lopende ontwikkelingen in de sectie moge mede blijken uit het feit dat de eerste aanzetten en uitwerkingen van het project reeds gereed zijn. Aangezien daarvoor echter tot op heden geen extra tijd, capaciteit en middelen beschikbaar zijn, is het bij een geringe ontwikkeling gebleven. Wij zien de thans geboden mogelijkheden om financiering voor extra capaciteit te verwerven als een uitgelezen kans de ontwikkeling van het project thans definitief en verregaand van de grond te tillen met de realisering van een eerste opstartfase voor 1 september 2006. In de jaren er na zal het verder inhoudelijk worden ontwikkeld. Het bovenstaande moge duidelijk maken dat de ontwikkeling van het Plakboek ‘in eigen huis’ door de docenten van het vak Inleiding strafrecht zelf wordt verzorgd. Wij beschouwen het ontwikkelen van het daarvoor noodzakelijke onderwijsmateriaal (met name ook de nieuwe vormgeving ervan) als onderdeel van het onderwijs zelf. De didactische vorming en ervaring van verschillende docenten kan daarbij nuttig zijn. III. Doelstellingen De doelstelling van dit project ‘Plakboek’ is om de studeerbaarheid van het onderwijs in het strafrecht op inleidend niveau via de inzet van de computer te vergroten en studenten daarin aan te zetten meer en actief met de studiestof aan de slag te gaan. Daarbij staat het aanzetten van studenten tot meer en gerichte zelfstudie voorop. IV. Uitwerking van de doelstelling I: inhoudelijke beschrijving De uitwering van de doelstelling van het project bestaat uit een aantal componenten. Het onderwijs in Inleiding strafrecht is voor een deel modulair opgezet. Het studieboek bestaat uit 20 hoofdstukken met elk een eigen thema dat binnen het grotere verband van de systematiek van het strafrecht wordt besproken. De studiestof is reeds voor de studenten per week nader ingedeeld. Dat modulaire karakter wordt in het thans te ontwikkelen project van computerondersteuning als uitgangspunt genomen. Per module en onderwerp en onderwijsweek wordt de studiestof in het Plakboek nader voor studenten ontsloten. Daartoe worden vragen gemaakt, zoals MC-vragen die de studenten tot zelfstudie en –toets aanzetten. Arresten worden van vragen voorzien die studenten door middel van te arceren tekstonderdelen moeten beantwoorden. Strafrechtelijk relevante documenten worden bijgevoegd (voor het vak wordt binnen Plakboek een elektronisch dossier ontwikkeld), waarin studenten de verwerking van wetsartikelen moet kunnen terug herkennen. Studenten zullen worden uitgenodigd een gratieverzoek en een strafmotivering te schrijven en die onderling te vergelijken. Hen zal het analyseren van een tenlastelegging op eenvoudig niveau worden gevraagd (en hen zal worden voorgehouden welke ingewikkeldere varianten men over twee jaar na dato wordt geacht te kunnen lezen en over vijf jaar na dato geacht wordt te kunnen schrijven.) Uiteraard wordt geoefend met het lezen van een veroordelend vonnis teneinde de vertaling van het belangrijke rechterlijke beslissingsschema (beschuldiging bewezen?; verdachte strafbaar?; welke straf?, etc.) terug te kunnen vinden.Delen van de stof zullen in het Plakboek van zoveel mc-vragen worden voorzien dat deeltentaminering op termijn tot de mogelijkheden zal gaan behoren. De inhoud van elke module kan zeer verschillen, al naar gelang de aard van de module. De inhoud van de ene module (de organisatie van de strafrechtspleging, bijvoorbeeld) leent zich uitstekend voor het aanreiken van louter mc-vragen voor zelfstudie van het betreffende onderdeel van de studiestof. Voor de meer theoretische modules omtrent de grondslagen van het stafrecht zal eerder een uitgezochte tekst (bijvoorbeeld over: waarom straffen wij?) van
12
adequate vragen worden voorzien, samen met een tekst met een geheel andere visie, waarna studenten tot eigen meningsvorming en onderlinge discussie zullen worden aangezet. In de module over het rechterlijk onderzoek ter terechtzitting kan het onderscheid in processtijl tussen het civil law (de professionele rechter onderzoekt de strafzaak) en het common law systeem (advocaat en aanklager kruisen de degens voor de jury) en de consequenties daarvan voor de inrichting van het strafproces(recht), aan de hand van in het Plakboek op te nemen videobeelden inzichtelijk worden gemaakt. In een aantal modules zal op telkens herkenbare wijze relevante jurisprudentie samen met de student worden gelezen. Dat betreft ook jurisprudentie van internationale rechters. V. Uitwerking van de doelstelling II: didactische beschrijving V.1. Explicatie van leerdoelen Voor elk onderdeel van de cursus zullen leerdoelen expliciet worden geformuleerd en aan de studenten bekend gemaakt. Deze (de leerdoelen, niet de studenten) zullen vervolgens in het Plakboek en in het werkgroepmateriaal aanwijsbaar worden omgewerkt tot daaraan gerelateerde teksten, arresten en opgaven die van vragen worden voorzien, gericht op realisering van de doelstelling. Mede aan de hand van een in het Plakboek op te nemen oefententamen met uitgewerkte beantwoording, worden de leerdoelen voor de student ook tot handvatten voor zelftoets geformuleerd. Bij het formuleren van tentamenvragen biedt de opgave van de leerdoelen de met het opstellen van die vragen belaste docenten uiteraard richting en houvast. Daarmee wordt gegarandeerd dat het tentamen inhoudelijk ook op de geëxpliciteerde leerdoelen wordt verbonden. De herkenbaarheid van de leerdoelen en de afstemming van het tentamen zal tot expliciet onderdeel worden gemaakt van de gebruikelijke studentenenquêtes. V.2. Verhoging van het onderwijsniveau Door middel van het Plakboek wordt het onderwijs eerst en vooral geïntensiveerd. Zelfstudie wordt bevorderd en daarvoor geschikt gemaakte, uitgewerkte nadere uitleg en aanvullende documentatie wordt de studenten aangereikt. De interactie met studenten wordt intensiever, veelvormiger en vindt in feite op veel meer ‘momenten’ plaats. Ter aanvulling van het betrekkelijk massale contactonderwijs, ‘communiceert’ de docent per studieonderdeel veel nadrukkelijker in de geëxpliciteerde onderwijsondersteuning die in het Plakboek is opgenomen. Het contactonderwijs zal er worden ingericht dat het voortbouwt op de zelfstudie die de studenten ter voorbereiding van een onderwerp van een module vooraf hebben kunnen verrichten en geacht worden te hebben verricht. Daarmee wordt het onderwijsniveau van hoorcollege en werkgroep verhoogd: het insteekniveau van het onderwijs kan immers worden verhoogd op basis van de veronderstelde voorbereiding van de studenten op de module door middel van het Plakboek. De inhoud van elke module wordt immers uitvoerig en expliciet toegankelijker gemaakt in uitgezocht, didactisch verantwoord onderwijsmateriaal. V.3. Activering van studenten Van belang is in de eerste plaats dat door de ontwikkeling van het Plakboek docenten het vak Inleiding strafrecht zichtbaarder maken voor de studenten. Dat zichtbaarder heeft vooral de vorm van explicatie door middel van uitleg, documentatie en vormen van zelftoets van, met name, de systematische samenhang in onderdelen van het vakgebied. Het contact met studenten over de inhoud van het vak wordt daardoor reeds vergroot; het plakboek nodigt naar onze overtuiging reeds uit tot activering. Studenten zullen voor extra onderwijsactiviteiten, gebaseerd op het Plakboek worden uitgenodigd. In één woord: docenten doen hun vak meer vóór, dan tot nu toe het geval is.
13
Als gezegd wordt de inhoud van de werkgroepen afgestemd op de verwachting dat de studiestof inclusief ondersteuning door het Plakboek, vooraf is bestudeerd. Dat betekent dat in de werkgroep minder aandacht dan thans zal worden besteed aan explicatie van de hoofdlijnen van de stof, maar meer en nadrukkelijk een inhoud krijgen, gericht op oefening van de studiestof aan de hand van het Plakboek. Studenten worden daarmee geactiveerd om het Plakboek te gebruiken omdat anders het contactonderwijs, dat als gezegd op een hoger niveau insteekt, niet goed te volgen zal zijn. Delen van de studiestof die zich daar voor lenen (bepaalde modulen) worden geheel voor zelfstudie gereed gemaakt, hetgeen in het project op langere termijn tot deeltentaminering kan leiden die vrijstellend is voor het betreffende onderdeel voor het afsluitend tentamen. Bezien zal worden wat de mogelijkheden zijn om studenten opdrachten te verstrekken die in de loop van het onderwijs moeten worden voltooid. In het bijzonder kan aan schrijfopdrachten worden gedacht en verplichte deelname aan computerdiscussie worden gedacht. Ook zullen modulair toetsen worden ontwikkeld die reeds voor de fase van vrijstellend deeltentamen een verplicht karakter kunnen hebben. De massaliteit van het onderwijs in het eerste semester (ongeveer 800 studenten) stelt hier echter ook grenzen. VI. Wat verandert er? o Het project moet leiden tot veranderingen die zich puntsgewijs als volgt laten samenvatten: o Voor de studie van het vak Inleiding strafrecht en criminologie wordt aan de studenten een uitgewerkt programma voor computerondersteuning van het onderwijs uitgereikt o aan studenten wordt per onderdeel van de studiestof leerdoelen geëxpliciteerd o per module wordt de studiestof nader ontsloten, van vragen en opgaven voorzien, van documentatie en discussiemateriaal voorzien, etc. o in het Plakboek bevindt zich een elektronisch strafdossier zodat studenten kennis kunnen nemen van, en kunnen oefenen met relevante documenten o onderdelen van de studiestof worden geheel voor zelfstudie gereed gemaakt en deeltentaminering wordt beproefd o met name het werkgroeponderwijs zal op een hoger niveau insteken; van studenten wordt een uitgebreidere voorbereiding verwacht o de werkgroep zal inhoudelijk meer op de inhoud van de module (en de daaraan verbonden leerdoelen) kunnen worden verbonden o onderwijscontacturen (ook extra uren) zullen op het Plakboek worden gebaseerd o het Plakboek krijgt dezelfde status als het overig onderwijsmateriaal en – onderwijsvormen: werken met het Plakboek is essentieel voor het behalen van het tentamen; bezien zal worden of verplichte deelname als voorwaarde voor tentamendeelname of werkgroep deelname kan worden georganiseerd. VII. Organisatie VII.1. Algemeen Het Plakboek strafrecht zal worden ontwikkeld onder de projectleiding van mw. Mr. W. den Harder, docente verbonden aan de sectie strafrecht van de EUR. Zij zal met name in de aanloop- en eerste ontwikkelfase (15 mei tot 1 september 2006) een belangrijke rol spelen. Zo mogelijk zal zij ook daarna in de verdere ontwikkelfase als projectleider optreden. Voor de inhoudelijke imput en uitwerking van de diverse onderdelen van het Plakboek zal een beroep worden gedaan op alle docenten van de sectie strafrecht, in het bijzonder de docenten die bij het vak Inleiding strafrecht in het najaar van 2006 (verdere ontwikkelfase) betrokken zullen zijn. De inhoudelijke eindverantwoordelijkheid en algehele supervisie over het project berust bij prof.
14
mr. P.A.M. Mevis. Het onderdeel ‘explicatie van leerdoelen’ wordt inhoudelijk door mw. Den Harder en dhr. Mevis samen verzorgd. VII.2. Ondersteuning, bijstand en samenwerking Voor de technische uitvoering van het Plakboek in het Cali-programma is medewerking aanwezig van de zijde van prof. Mr. R.V. de Mulder en mr. C. van Noortwijk. Het Plakboek is een in hoge mate onderwijskundig project. Dat geldt reeds het vakinhoudelijk ondersteunende deel, maar meer nog de ontwikkeling van de explicatie van leerdoelen. Voor de noodzakelijke onderwijskundige ondersteuning zal daarom een beroep worden gedaan op de medewerking van het OECR. Inhoudelijk bestaat het voornemen samen te werken met de OUNL. Aldaar wordt een inhoudelijk vergelijkbare cursus Inleiding strafrecht gedoceerd. De onderwijskundige mogelijkheden zijn bij de OUNL echter reeds verder ontwikkeld. Zo is aldaar bijvoorbeeld al geëxperimenteerd met systeem van toetsen waarbij de student thuis tentamen doet door middel van een computerprogramma dat uit een databestand een ad random en per student wisselende selectie aan tentamen items uit een grotere databank selecteert. Dergelijke wijzen van toetsen voor deelonderwerpen of als eindtoets, vormt een van de lange termijnidealen van het onderhavige project. VIII. Tijdpad en uitvoering De ontwikkeling van het Plakboek is, binnen de bescheiden middelen die thans binnen de sectie beschikbaar zijn, reeds opgestart. Wij beogen met dit project een goede opstart te kunnen maken waardoor reeds per 1 september 2006 een Plakboek met een substantiële inhoud voor gebruik gereed zal zijn. Een geheel uitgewerkte versie hopen wij per 1 september 2008 ontwikkeld te hebben waarbij de nadruk ligt op de ontwikkeling voor 1 september 2007. De onderdelen van dit tijdpad zijn echter zonder financiering van aanvullende capaciteit niet te realiseren. Tot 1 september 2006 is sprake van een aanloop- en ontwikkelingsfase. Daarin worden: o de leerdoelen per module benoemd en uitgeschreven o de technische leeromgeving voor het Plakboek ontwikkeld en de vaardigheid inzake het gebruik verworven o voor enkele modulen relevante teksten van vragen voorzien, met name van arresten o in elk geval op grond van een tekst voor een thema een discussiemogelijkheid voor studenten opgezet o een aanvang gemaakt met het opzetten van een elektronisch procesdossier (documenten) met in elk geval een dagvaarding en een vonnis o video-ondersteuning verwerkt ter kennismaking met verschillende procestypen (civil law en common lawproces) In de fase tot 1 september 2007 worden deze onderdelen verder ontwikkeld en uitgebouwd voor de verschillende modules. Nagegaan zal worden of in september 2007 een schrijftoets voor studenten ingevoerd kan worden. Per 1 september 2007 zal het onderdeel ‘organisatie van de strafrechtspleging’ geheel voor zelfstudie en –zelftoets gereed zijn gemaakt. Dat onderwerp verdwijnt dan van de agenda van het contactonderwijs. Bezien zal worden of daarbij al sprake kan zijn van vrijstellend deeltentaminering. In de fase tot 1 september 2008 wordt het Plakboek verder ontwikkeld. Aan het gereedmaken voor en uitbesteden aan zelfstudie wordt dan een tweede module toegevoegd. IX. Toetsing en evaluatie van het project Per 1 september 2006 hopen wij door middel van dit plan reeds een eerste versie van het Plakboek met een substantiële inhoud gereed te hebben. Evaluatie van de inzet daarvan kan dan na het onderwijs in december 2006 geschieden. Inzet van het OECR kan daarbij
15
aangewezen zijn. De inzet van het Plakboek zal verder deel uitmaken van de reguliere enquête van het vak Inleiding strafrecht. Overwogen kan worden in het najaar van 2006 dan wel in het najaar van 2007 een groep studenten voor intensive evaluatie uit te nodigen. Uiteraard worden de uitkomsten van de evaluatie van najaar 2006 gebruikt voor de verdere ontwikkeling van het Plakboek tot 1 september 2008. Daarna kan een definitieve evaluatie plaatsvinden. X. Begroting De begroting van dit traject strekt er toe financiering te verwerven voor de aanloop van het Plakboek in de periode half mei tot 1 september 2006. Verder strekt de begroting tot het verwerven van middelen voor de verdere ontwikkeling van het Plakboek in de periode 1 september 2006 tot 1 september 2007. De sectie strafrecht draagt op eigen begroting bij aan de nodige capaciteit voor de inhoudelijke invulling van het Plakboek. De supervisie wordt ook uit de eigen middelen betaald. De begroting als hier voorgelegd, bedraagt dus niet de totale kosten van het project. - Aanloopkosten: 0,5 fte projectleider van 15 mei tot 1 september 2006: € 9.540,- Aanloopkosten student-assistent van 15 mei tot 1 september 2006: € 2.000,- Ontwikkelingskosten 1 september 2006 – 1 september 2007: € 12.000,- Ontwikkelingskosten 1 september 2007 – 1 september 2008: € 4.000,Totaal: € 27.540,XI. Ten slotte Het bovenstaande moge duidelijk maken dat het ontwikkelen van het Plakboek past in de traditie van de sectie strafrecht waarin onderwijsvernieuwing, ook en met name door het (zelf) ontwikkelen van onderwijsmateriaal, al langer centraal staat. Met name past het boek in de onderwijskundige ontwikkeling van het vak Inleiding strafrecht. Wij zouden ons zeer verheugen met het onderhavige plan de mogelijkheid te krijgen deze belangrijke stap te zetten.
16
Bijlage 2: informatie aan studenten over het deeltentamen Deeltentamen Inleiding Strafrecht en criminologie 18 oktober 2007 -
-
-
Het deeltentamen bevat vragen over de hoofdstukken 1 t/m 6 van Capita Strafrecht en het ‘Muilkorf’-arrest. Er worden dus geen vragen gesteld over het onderdeel criminologie. Dat betekent dat de hoofdstukken 1 t/m 6 van Capita Strafrecht en het ‘Muilkorf’-arrest niet meer worden getoetst op het tentamen van 23 november 2007. U kunt maximaal 20 punten behalen. Het deeltentamen bestaat uit meerkeuzevragen (die slechts via het Plakboek en niet in de werkgroepen worden geoefend). U kunt zich voor dit deeltentamen aanmelden tot en met zondag 14 oktober 2007 (aanmelding geschiedt op dezelfde wijze als de inschrijving voor de werkgroepen). Indien u niet in staat bent om op 18 oktober het deeltentamen te doen, moet u een gemotiveerd verzoek (bij ziekte: met doktersverklaring) indienen voor een herkansing van het deeltentamen. Dit verzoek moet u indienen bij dr. T. Blom, per e-mail (
[email protected]), of brief (af te leveren op het secretariaat van de capgroep publiekrecht, L6-063). Op een nader aan te kondigen tijdstip maken wij bekend wanneer het tentamen plaatsvindt voor degenen die toestemming hebben gekregen het deeltentamen op een ander tijdstip af te leggen. Uw eindcijfer voor het vak Inleiding Strafrecht en criminologie wordt samengesteld uit uw resultaten voor het deeltentamen en het hoofdtentamen. De uitslag van het deeltentamen krijgt u uiterlijk op dinsdag 23 oktober via ‘my grades’. Het hertentamen bestaat uit de gehele stof. Het resultaat behaald bij het deeltentamen telt niet mee bij de berekening van het cijfer voor het hertentamen op 3 januari 2008. Het tentamen wordt afgenomen per computer en neemt maximaal een uur in beslag. U moet inloggen met uw erna-account. U kunt de vragen en antwoorden niet meenemen. Er wordt geen kladpapier uitgereikt. Neem uw collegekaart mee naar het deeltentamen. U mag slechts een niet geannoteerde wettenbundel meenemen naar het deeltentamen. Als u de computerruimte waarin het tentamen plaatsvindt hebt verlaten, kunt u niet terugkeren. Toiletbezoek is dus tijdens het tentamen niet toegestaan. Uiteraard zijn mobiele telefoons slechts uitgeschakeld en in de tas toegestaan. De zaalruimte is op de derde verdieping van het T-gebouw. Op maandag 15 oktober zullen wij u meedelen in welke zaal u moet zijn.
17