HONDENPOEP
ERGERNIS # 1
Geachte lezer, Geen dier ter wereld staat zo dicht bij de mens als de hond. Honden worden ook wel "de beste vriend van de mens" genoemd, aldus Wikipedia. Hier is ook een reden voor: van oudsher zijn er over en weer voordelen te behalen. De hond – en vroeger ook de wolf – helpt de mens bij de jacht en de mens draagt zorg voor de hond, waardoor de hond (gemakkelijker) aan eten komt. In de loop der eeuwen is deze „relatie‟ verstevigd en werden honden ook voor andere doeleinden gebruikt, zoals waakhonden, politiehonden, hulphonden, reddingshonden, blindengeleidehonden en herdershonden. Zelfs in oorlogstijd werd zo nu en dan gebruik gemaakt van honden (de zgn. „anti-tankhonden‟). Niet vergeten mag worden dat honden ook vaak als „maatje‟ worden gehouden, onder meer om de eenzaamheid te verdrijven. Een zeer gewaardeerde eigenschap van de hond is hierbij dat ze trouw zijn. 1. Aanleiding Ondanks het feit dat de hond de beste vriend van de mens is, is er ook een „schaduwzijde‟, waar de honden uiteraard zelf niets aan kunnen doen, maar die wel tot veel ergernis leidt. Ik doel hier uiteraard op de hondenpoep. In de landelijke top 10 aan ergernissen staat hondenpoep op nummer 1 – en bij mijn weten is dat al heel erg lang het geval. Ook in Harderwijk scoort deze ergernis (te) hoog. De volgende afbeeldingen zeggen in die zin meer dan schrijvers dezes kan verwoorden:
[2]
Naast de hiervoor getoonde ergernissen dient hierbij gewezen te worden op de volksgezondheid. Zeker wanneer de drol wordt gedeponeerd op plekken waar kinderen spelen, zoals aan de randen van speelveldjes, kan de gezondheid van deze kinderen ernstig in gevaar worden gebracht. Een paar cijfers: 1 op de 8 mensen heeft in Nederland een hond. Dit betekent dat er circa 2,1 miljoen honden in Nederland zijn. Deze honden „produceren‟ jaarlijks ongeveer 126 miljoen kg. hondenpoep in Nederland. Uitgaande van de totale landoppervlakte van Nederland (34.051,32 km²) en de landoppervlakte van Harderwijk (38,46 km²) leidt dit jaarlijks tot ongeveer 142.000 kg. hondenpoep in de gemeente Harderwijk. Da‟s een beste berg … Zoals hiervoor al opgemerkt, kunnen de honden hier zelf niets aan doen. Ze eten en drinken en dat leidt, zoals bij elk levend wezen, tot ontlasting – smakelijker kan ik het niet maken… 2. Wetten, regels en beleid Wie er wel wat aan kunnen doen, zijn degenen die de honden houden – veelal de eigenaren van de honden. Daar wordt al heel lang over nagedacht en dat heeft onder meer geleid tot het invoeren van een hondenbelasting. Onder deze naam kan door de gemeente een belasting worden geheven ter zake het houden van een hond. Deze belasting wordt geheven van de houder van de hond en veelal naar het aantal honden dat wordt gehouden (artikel 226 Gemeentewet). In de gemeente Harderwijk is de „Verordening op de heffing en invordering van de hondenbelasting 2010‟ van kracht. De artikelen 1 en 2 van deze Verordening luiden als volgt: Artikel 1 Belastbaar feit Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.
Artikel 2 Belastingplicht
1. Belastingplichtig is de houder van een hond.
2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.
3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.
[3]
4. Voor honden, die verblijven in een inrichting, welker bedrijfsdoel is, dieren tegen vergoeding te verzorgen, wordt de belasting geheven van degene, voor wiens rekening de hond wordt verzorgd.
In artikel 3 van de Verordening is vervolgens een aantal vrijstellingen opgenomen, zoals voor blindengeleidehonden, hulphonden en puppy‟s tot twee maanden, die bij hun moeder zijn. Ingevolge artikel 5 van de Verordening bedraagt het tarief in 2012 € 54,15 per hond per jaar. In de belastingwetgeving is verder in algemene zin bepaald dat de hondenbelasting als zodanig geen bestemmingsheffing is. Dat wil zeggen dat het bedrag dat met de hondenbelasting is gemoeid, niet één-op-één besteed hoeft te worden aan het hondenbeleid, maar dat het in de (zogenoemde) algemene middelen vloeit. Het kan dus zelfs zo zijn dat er ondanks een hondenbelasting geen stuiver naar het (eventuele) hondenbeleid gaat. Daarvoor is in Harderwijk evenwel niet gekozen; in Harderwijk wordt jaarlijks een bedrag van € 65.000,- bestemd voor het hondenbeleid. Ook in de Algemene Plaatselijke Verordening Harderwijk 2010 (APV) is een aantal artikelen gewijd aan de hond. Artikel 2:58 van de APV (Verontreiniging door honden) luidt als volgt:
1. De eigenaar of houder van een hond is verplicht ervoor te zorgen dat die hond zich niet van uitwerpselen ontdoet:
a. op een gedeelte van de weg dat bestemd is of mede bestemd voor het verkeer van voetgangers;
b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide;
c. op een andere door het college aangewezen plaats.
2. Het college kan plaatsen aanwijzen waar het verbod genoemd in het eerste lid, onder a niet geldt.
3. De strafbaarheid wegens overtreding van het in het eerste lid gestelde gebod wordt opgeheven indien de eigenaar of houder van de hond er zorg voor draagt dat de uitwerpselen onmiddellijk worden verwijderd.
Het hondenbeleid in Harderwijk ziet er in grote lijnen als volgt uit: In heel Harderwijk en Hierden - en ook in bijna alle Veluwse bossen - moeten honden aangelijnd lopen. Dit is voor de veiligheid van het verkeer, kleine kinderen en ter bescherming van andere dieren. Uiteraard wilt u uw hond ook eens lekker laten uitrennen. Daarvoor zijn in Harderwijk speciale plaatsen aangewezen waar u uw hond los mag laten lopen. Zoals in het [4]
Strokelbos, het hele gebied ten zuiden van de Leuvenumseweg, tussen de Strokelweg en dierenasiel De Ark. Ook daar moet u er als hondenbezitter toch altijd voor zorgen dat de hond onder appèl staat. Laat hem niet door de bosvakken raggen, want ook daar zit heel wat wild. Speelterrein verboden voor honden Een aantal plekken in Harderwijk zijn verboden voor honden. Speelplaatsen, grasveldjes en zandbakken moeten schoon en heel blijven voor kinderen. Uitlaatzones en hondentoilet In Harderwijk zijn een aantal uitlaatzones aangewezen waar uw hond gerust zijn boodschap kan achterlaten. Ook het hondentoilet mag hiervoor gebruikt worden, maar zorgt u dan wel dat u de hondenpoep verwijderd. Ook hondenpoep op straat moet direct worden verwijderd. [Noot: de hondentoiletten zijn inmiddels verwijderd, aangezien dit onderdeel van het beleid niet werkte.] Regels voor minder ergernissen Als alle hondenbezitters zich aan de regels houden, zijn er minder ergernissen over hondenpoep en loslopende honden. Stadstoezicht controleert de naleving van deze regels die in de Algemene Plaatselijke Verordening staan. De medewerkers hebben een opsporingsbevoegdheid, wat betekent dat zij zo nodig een proces verbaal uitschrijven en een geldboete geven. Ook politieagenten, de wijkbeheerder en de bosbeheerder hebben deze bevoegdheid.
In de Kadernota 2012 – 2015 is in aanvulling hierop in programma 2 (onder nummer 560) vermeld dat de overlast van hondenpoep in de openbare ruimte tot een minimum beperkt dient te worden. Verder is hierbij aangegeven dat uit evaluaties bij andere gemeenten is gebleken dat het opruimen van hondenpoep in de uitlaatzones - ook wel „hondenrennen‟ genoemd - essentieel is voor het welslagen van het beleid. 3. Voorstel Voormeld beleid ziet er op het eerste oog goed uit en toch … toch is ook in Harderwijk hondenpoep een van de grootste ergernissen. Een paar jaar geleden zijn voormelde uitlaatzones ingericht: plekken waar de honden los kunnen lopen en waar zij hun bolus kunnen deponeren. Dat klonk goed, maar wat blijkt: inmiddels willen de honden er zelf ook niet meer komen, aangezien zij tot hun enkels in de stront lopen.
[5]
Wat te doen? Optie 1: niets. Dit kost niets extra maar zal wel leiden tot meer ergernis, aangezien de honden dan (weer) buiten de uitlaatzones zullen gaan poepen. Optie 2: hondenpoep moet ook in de uitlaatzones door de houder van de hond worden opgeruimd. Dat is een aanzienlijke ombuiging van het bestaande beleid en kan naar alle waarschijnlijkheid niet op veel instemming rekenen. “Ik betaal hondenbelasting en dan is zo’n uitlaatzone, waar de derrie wordt opgeruimd, wel het minste wat ik mag verwachten.”, zal een veelgehoorde reactie zijn. Optie 3: iedereen aan de „kakzak‟. Elders in Nederland zijn de „hondenpoepzakjes‟ een nadrukkelijk onderdeel van het gemeentelijk beleid geworden.
Dit beleid houdt in dat men, wanneer de hond wordt uitgelaten, altijd een „kakzak‟ bij zich moet hebben. Hiermee kan de bolus opgeruimd worden, in die zin dat het gevulde zakje weggegooid wordt in een speciaal daarvoor geplaatste afvalbak – de zogenoemde „kakbak‟. Wanneer de houder van de hond dus geen „kakzak‟ bij zich heeft tijdens het uitlaten van de hond, kan men een bekeuring krijgen. Hierover kan ook geen discussie bestaan: je hebt „m bij je of je hebt „m niet bij je. De opmerking van de houder van de hond, dat hij onderweg is naar een uitlaatzone, kan hem dus geen soelaas bieden, nu dat nog niet automatisch betekent dat de hond daar ook zal poepen (bijvoorbeeld in geval van „hoge nood‟) en hierbij verder niet te controleren is of de houder van de hond ook daadwerkelijk de hond in een uitlaatzone laat poepen. In de dagelijkse praktijk van het hondenbeleid is – helaas – gebleken dat handhavend optreden noodzakelijk is en blijft. Hierbij is van groot belang dat het beleid duidelijk is en dat de handhaving voorspelbaar en consequent is. Deze notitie wil deze duidelijkheid bieden. Zoals hiervoor al is aangegeven, kan er een boete worden opgelegd, wanneer de houder van de hond het hondenbeleid niet naleeft. Wat betreft het niet aangelijnd lopen van de hond, wordt er nog wel eens een boete uitgeschreven, maar een boete uitschrijven voor het „in het wilde weg én op de weg poepen‟ gebeurt zelden tot nooit – mede omdat het moment van „op heterdaad betrappen‟ veelal kort is en het daarna erg lastig wordt om te bewijzen van welke hond de drol afkomstig is. Hieromtrent is wel eens het voorstel gedaan om van elke hond het DNA vast te leggen, zodat getraceerd kan worden van welke hond de drol is. Nog los van de vraag of dat juist is, moet je dit niet willen: oom agent moet dan in die drol lopen te wroeten voor DNA, dat moet onderzocht worden, dan moet de hond – en de eigenaar – gevonden worden en dan kan er bekeurd worden. Dat kost bakken met geld en heel veel tijd. Deze notitie ziet derhalve op een aanvulling op het bestaande beleid, uitgaande van de huidige situatie met uitlaatzones:
[6]
1. Iedereen, die een hond uitlaat, is verplicht om een „kakzak‟ bij zich te hebben. 2. Ingeval van een bolus is de houder van de hond verplicht om de „kakzak‟ toe te passen en de gevulde „kakzak‟ in de „kakbak‟ te deponeren. Dit geldt alleen niet in de uitlaatzones en in het Strokelbos. Deze aanvulling op het beleid houdt verder in dat er voldoende „kakbakken‟ moeten staan en dat deze regelmatig geleegd moeten worden. Voorgesteld wordt om deze bakken in de directe omgeving van de uitlaatzones te plaatsen, zodat het hondenbeleid op die plekken enigszins geconcentreerd wordt. Uiteraard kan de houder van de hond de gevulde „kakzak‟ ook thuis weggooien. Bij het vorenstaande moet nog een woord gewijd worden aan de „ruwe bermen‟. Dit zijn stroken waar tot op heden nog vrij gepoept mag worden. Het thans voorgestelde beleid maakt hieraan (ook) een einde, aangezien in het beleidsdocument weliswaar kaarten zijn opgenomen waar deze „ruwe bermen‟ zijn gelegen, maar het in de praktijk lastig is om te bepalen waar deze stroken zich exact bevinden. Verder doet dit afbreuk aan het voorgestelde eenduidige en eenvoudige beleid. Om dít te voorkomen:
moeten we dit doen:
De kern van het nieuwe beleid is derhalve: iedereen, die een hond uitlaat, heeft de hond aangelijnd en heeft een „kakzak‟ bij zich, die wordt gebruikt wanneer de hond heeft gepoept. Wanneer dit niet het geval is, riskeert men een boete. In de dagelijkse praktijk betekent dit overigens dat men bij het vertrek vanuit huis twee „kakzakken‟ bij zich dient te steken. Dit, om het systeem waterdicht te maken. Het kan namelijk zo zijn dat de hond op de heenweg heeft gepoept en dat de gevulde „kakzak‟ vervolgens in de „kakbak‟ is gedeponeerd. Bij een controle op de terugweg zou de houder van de hond dan geen „kakzak‟ meer bij zich hebben. Maar … voor de controleur is niet vast te stellen of de houder van de hond op de heenweg of op de terugweg is. [7]
De uitzondering (die de regel bevestigt!): alleen in de uitlaatzones en in het Strokelbos geldt dit niet daar mag men de hond los laten lopen en daar geldt geen opruimplicht. Dit houdt dus tevens in dat het onderdeel van het hondenbeleid, dat erop ziet dat de uitlaatzones regelmatig opgeruimd moeten worden, (weer) nadrukkelijk op de agenda van de afdeling Beheer Openbare Ruimte moet komen te staan. Wanneer de „kakbakken‟ zijn geplaatst, moeten die daarbij ook geleegd worden. Het voorgaande leidt ertoe dat artikel 2:58 van de APV gewijzigd dient te worden. De voorgestelde tekst luidt als volgt. 1.
De eigenaar of houder van een hond is verplicht ervoor te zorgen dat die hond zich niet van uitwerpselen ontdoet. Dit geldt voor het gehele grondgebied van de gemeente, behalve in de uitlaatzones en in het Strokelbos (het hele gebied ten zuiden van de Leuvenumseweg, tussen de Strokelweg en dierenasiel De Ark).
2.
De eigenaar of houder van een hond is verplicht tijdens het uitlaten van die hond een hondenpoepzakje bij zich te hebben, teneinde de uitwerpselen zo nodig te kunnen opruimen.
3.
De strafbaarheid wegens overtreding van het in het eerste lid gestelde gebod wordt opgeheven indien de eigenaar of houder van de hond er zorg voor draagt dat de uitwerpselen onmiddellijk worden verwijderd.
4. Tot slot Het hoeft allemaal niet zo moeilijk te zijn, als de regels maar duidelijk zijn en we er met elkaar wat van willen maken. Hondeneigenaren zijn over het algemeen gelukkig met hun huisdier, maar daar staat tegenover dat ook de „schaduwzijde‟ niet uit de weg gegaan moet worden.
Harderwijk, maart 2012 M.E. Companjen, fractievoorzitter ChristenUnie
[8]