Hondenpoep in Vlaanderen: alternatieven voor preventie en verwerking
1
Documentbeschrijving
1.
Titel publicatie
Hondenpoep in Vlaanderen: alternatieven voor preventie en verwerking.
2.
Verantwoordelijke uitgever
De OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen
3.
Trefwoorden
Hondenpoep, feces, zoönosen, volksgezondheid, restafval, hond, huisdier, hondentoilet.
4.
Samenvatting
Dit document is een neerslag van het onderzoek uitgevoerd door het Expertisecentrum Dier-enzorg in opdracht van de OVAM. Aan de hand van een literatuurstudie, een enquête en dieptegesprekken werd een beeld geschetst van de hondenpoepproblematiek in Vlaanderen. Alternatieven voor verwijdering van hondenpoep via restafval werden onder de loep genomen. Een pet waste disposal system als alternatief werd uitgetest en tevens gebruikt als sensibilisatieproject bij huisdiereigenaars. Tenslotte werd een vergelijking gemaakt van het hondenpoepbeleid van een elftal Vlaamse gemeenten.
5.
Aantal bladzijden
289
6.
Datum realisatie
17/12/2010
7.
Auteurs
Frederik Vandenberghe, medewerker Expertisecentrum Dier-en-zorg, KATHO. Lies Depuydt, medewerkster Expertisecentrum Dier-en-zorg, KATHO.
8.
Contactpersoon
Lies Depuydt,
[email protected], 051 26 19 85
Gegevens uit dit document mag u overnemen mits duidelijke bronmelding.
2
Woord vooraf
Hondenpoep is een bekend overlastfenomeen in Vlaanderen. We worden er allemaal vroeg of laat mee geconfronteerd, vaak tot onze grote ergernis. Een minder gekend gevolg van hondenpoep in het leefmilieu is de contaminatie met pathogenen afkomstig uit hondenpoep. Deze pathogenen kunnen gevaarlijk zijn voor de mens en dit is niet goed gekend bij het grote publiek.
Hondenpoep is een bijzonder soort restafval: het behoort tot het organischbiologisch afval maar omwille van gezondheidsredenen hoort het niet thuis bij GFT en mag het ook thuis niet gecomposteerd worden tot teelaarde. Het is een van de restfracties die bij het restafval thuishoort. Om het restafval te beperken is het aangeraden om op zoek te gaan naar alternatieven om hondenpoep op een milieuefficiënte manier te verwijderen.
Samenvattend kunnen we stellen dat het probleem tweeërlei is: hondenpoep via het restafval afvoeren is niet optimaal voor het milieu, anderzijds mag het zeker niet in het leefmilieu terechtkomen. Het komt er dus op neer om een milieuvriendelijke manier te vinden om hondenpoep te verwijderen en om mensen te wijzen op het belang van het opruimen van hondenafval. Dit laatste kan enkel bestendigd worden op lange termijn door een mentaliteitswijziging. We hopen met dit project een eerste stap in de goede richting gezet te hebben.
3
4
Inhoudstafel
Hondenpoep in Vlaanderen: alternatieven voor preventie en verwerking ........ 1 Documentbeschrijving 2 Woord vooraf
3
Inhoudstafel
5
Samenvatting
12
Inleiding
14
1
Wetgeving 17
1.1
Hoort hondenpoep bij het restafval?
1.2
GAS-ambtenaren 19
1.3
Gemeentelijke regelgeving
1.3.1 Oostende
25
1.3.2 Hasselt
30
17
24
1.3.3 Gent 35 1.3.4 Harelbeke
43
1.3.5 Blankenberge
47
1.3.6 Ieper 54 1.3.7 Brugge
58
1.3.8 Roeselare
62
1.3.9 Tongeren
65
1.3.10 De Panne
67
1.3.11 Knokke – Heist 1.4
73
Opsomming van bestaande initiatieven en methodes in Vlaanderen ........... 80
1.4.1 GAS-ambtenaren 80 1.4.2 Gemeentelijke regelgeving
80
1.4.3 Sensibilisatie- en informatiemateriaal 82 1.4.4 Handhavers 83 1.4.5 Dispensers met gratis hondenpoepzakjes
83
1.4.6 Hondentoilet 84 1.4.7 Honden(losloop)weide 1.4.8 Hondenpretpark
85
87
1.4.9 Hondenpoepbuizen
88
1.4.10 Kliklijn89 1.4.11 De hondenpoepmotor
90
5
1.4.12 Hondenpoepafvalbakken 91 1.4.13 Hondenpoepmascotte 1.4.14 Netheidcharters
92
93
1.4.15 Acties betreffende de identificatie en registratie van honden ....................... 94 1.4.16 Borden betreffende honden en hondenpoep 95 1.4.17 Centraal punt voor “hondenpoepklachten”
96
1.4.18 Centraal punt voor vragen over honden en hondenpoep ............................. 98 1.4.19 Sancties voor het niet opruimen van hondenpoep 98 1.4.20 Sensibilisatiecampagnes 99 1.5
Conclusies 101
1.5.1 GAS-ambtenaren 102 1.5.2 Gemeentelijke regelgeving
105
1.5.3 Sensibilisatie- en informatiemateriaal 109 1.5.4 Handhavers 113 1.5.5 Dispensers met gratis hondenpoepzakjes 1.5.6 Hondentoiletten
119
1.5.7 Honden(losloop)weide 1.5.8 Hondenpretpark
116
127
130
1.5.9 Hondenpoepbuizen
131
1.5.10 Kliklijn134 1.5.11 Hondenpoepmotor 134 1.5.12 Hondenpoepafvalbakken 135 1.5.13 Hondenpoepmascotte
138
1.5.14 Borden betreffende honden en hondenpoep 139 1.5.15 Sancties voor het niet opruimen van hondenpoep 142 1.6
Algemeen besluit 143
1.6.1 Randvoorwaarden 144 2
Beleidsondersteunende richtlijnen 148
2.1
Steden en gemeenten
148
2.1.1 Overzicht maatregelen
151
2.2
Vlaamse Gewest 152
2.3
Particulieren 154
2.4
Verwerkingsmethoden
2.4.1 Restafval
156
2.4.2 WC/riool
156
156
2.4.3 Pet waste disposal system
157
6
2.4.4 Composteren 2.4.5 Biogas
157
157
3
Zoönotisch aspect en impact op leefmilieu
3.1
Belangrijkste infectieuze agentia
3.2
Toxoplasma gondii 160
3.2.1 Epidemiologie 3.2.2 Cyclus
159
159
160
160
3.2.3 Ziektebeeld bij de kat
162
3.2.4 Ziektebeeld bij de mens 162 3.2.5 Infectie tijdens de zwangerschap 3.2.6 Verspreiding en frequentie 3.2.7 Preventie 3.3
163
164
Toxocara canis
3.3.1 Epidemiologie 3.3.2 Cyclus
162
164 164
165
3.3.3 Larva-migrans
165
3.3.4 Verspreiding en frequentie
166
3.3.5 Behandeling hond 166 3.3.6 Preventie 3.4
167
Echinococcus spp. 168
3.4.1 E. granulosus
168
3.4.2 Echinococcus multilocularis 3.5
170
Giardia spp. 171
3.5.1 Cyclus
172
3.5.2 Ziektebeeld bij de hond
172
3.5.3 Diagnose bij de hond
172
3.5.4 Behandeling bij de hond 172 3.5.5 Verspreiding en frequentie 3.5.6 Preventie
173
173
3.6
Canine coronavirus
3.7
Salmonella spp.
173
173
3.7.1 Ziektebeeld bij de hond
174
3.8
174
Yersinia enterocolitica
3.8.1 Ziektebeeld bij de mens 175 3.8.2 Verspreiding en frequentie 3.9
Escherichia coli
175
175
7
3.9.1 Ziektebeeld bij de mens 175 3.10 Campylobacter jejuni
176
3.10.1 Verspreiding en frequentie 3.11 Cryptosporidium 3.11.1 Cyclus
176
176
177
3.12 Helicobacter spp. 177 3.13 Haakwormen
177
3.14 Multiresistente bacteriën 178 3.15 Samenvattend: zoönosen via feces en milieucontaminatie ........................ 178 3.16 Belangrijke aandachtspunten ter preventie van zoönosen ......................... 181 4
Alternatieve verwerkingsmethode: Doggie dooley ............................... 184
4.1
Inleiding
184
4.2
Werking
185
4.2.1 Doggie dooley
185
4.2.2 De juiste plek kiezen 4.2.3 De opstart
185
186
4.2.4 Dagelijks gebruik 186 4.2.5 Het beste resultaat 187 4.2.6 Gebruik tijdens de winter of bij zeer koud weer
188
4.2.7 Trekt de Doggie Dooley insecten of ander ongedierte aan? ....................... 188 4.2.8 Verschillende typen
189
4.2.9 Waste Terminator 192 4.3
Pilootprojecten
193
4.3.1 Particulier Roeselare
194
4.3.2 Blauw Kruis Roeselare
195
4.3.3 Blauw Kruis Brugge
196
4.3.4 Blauw Kruis Ieper 197 4.3.5 Hondenkweker Vlamertinge
198
4.3.6 Voorzitster Blauw Kruis Ieper
200
4.3.7 VABI 201 4.4
Invloed van de temperatuur
201
4.4.1 Blauw Kruis Ieper 202 4.4.2 VABI Roeselare
203
4.4.3 Hondenkweker Vlamertinge
204
4.4.4 Voorzitter Blauw Kruis Ieper
205
4.4.5 Blauw Kruis Roeselare
206
8
4.4.6 Particulier Rumbeke
206
4.4.7 Blauw Kruis Brugge
207
4.5
Evaluatie
207
4.5.1 Geuroverlast
208
4.5.2 Arbeidsintensief
208
4.5.3 Waterverbruik
209
4.5.4 Gebruiksvriendelijkheid 4.5.5 Installatie
210
210
4.5.6 Invloed temperatuur
211
4.5.7 Kwaliteit materiaal 212 4.5.8 Handleiding 212 4.5.9 Algemene beoordeling 4.5.10 Opmerkingen
213
4.6
Algemene conclusie
5
Enquête
5.1
Doel 216
5.2
Verwerking resultaten
5.2.1 Geslacht
213
214
216
218
219
5.2.2 Leeftijdsverdeling 220 5.2.3 Gezinssituatie: kinderen 222 5.2.4 Woonomgeving
224
5.2.5 Contact met niet-opgeruimde uitwerpselen van vreemde honden ............. 225 5.2.6 Hinder van hondenpoep 226 5.2.7 Wettelijke bepalingen omtrent de verwijdering van hondenpoep................ 230 5.2.8 Mogelijke risico’s verbonden aan het hanteren van hondenpoep ............... 231 5.2.9 Verontreiniging van het leefmilieu door hondenpoep .................................. 232 5.2.10 Risico’s voor kinderen ten gevolge van de verontreiniging van het leefmilieu233 5.2.11 Maatregelen om die risico’s te beperken
235
5.2.12 Het houden van een of meerdere honden
237
5.2.13 Leefplaats van de hond 238 5.2.14 Verwijdering van de uitwerpselen thuis
240
5.2.15 Het bijhebben van een hondenpoepzakje
241
5.2.16 Genoeg afvalbakken
243
5.2.17 Genoeg hondentoiletten 245 5.2.18 Gebruik hondentoilet
247
5.2.19 Hygiëne van hondentoiletten
248
9
5.2.20 Genoeg hondenweides
250
5.2.21 Gebruik hondenweides
252
5.2.22 Frequentie van ontworming 5.3
Conclusie
6
Folder en stripverhaal 260
6.1
Folder260
6.1.1 Doelgroep
254
255
260
6.1.2 Geselecteerde informatie voor de folder 6.1.3 Ontwerp
260
6.1.4 Freddy
260
6.2
Stripverhaal 262
6.3
Folder voor de OVAM
6.3.1 Inhoud
260
262
262
10
11
Samenvatting
Dit project heeft als hoofddoelstelling het in kaart brengen van de hondenpoepproblematiek in Vlaanderen. Hoeveel hondenpoep wordt er geproduceerd en waar komt het terecht? Zijn er gevaren naar volksgezondheid toe? Wat zegt de wetgeving hierover? Dit zijn enkele van de vragen die beantwoord worden in dit projectverslag. In het eerste hoofdstuk gaan we dieper in op de bestaande wetgeving betreffende hondenpoep als afval. Wat zegt de Belgische wetgeving hierover? Hoe kunnen gemeenten deze wetgeving in praktijk brengen? In het tweede hoofdstuk hebben we enkele beleidsondersteunende richtlijnen uitgewerkt op niveau van de gemeenten en op niveau van het Vlaamse Gewest. Deze richtlijnen zijn tot stand gekomen op het einde van het project aan de hand van de gegevens die we verkregen hebben met de enquête en de dieptegesprekken met enkele relevante steden en gemeenten. In een volgend hoofdstuk gaan we dieper in op de impact van hondenpoep op de gezondheid en het leefmilieu van de mens. Immers veel bacteriën en andere pathogene kiemen worden overgedragen via stoelgang en zorgen voor een continue besmetting van het leefmilieu. Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele relevante hygiënemaatregelen om overdracht van zoönosen tegen te gaan. In hoofdstuk 4 beschrijven we onze ervaringen met een pet waste disposal system. Bij wijze van pilootproject hebben we verschillende hondentoiletten geïnstalleerd en opgevolgd. Deze pilootprojecten hadden twee hoofddoelstellingen: enerzijds het uittesten van dit type hondentoilet in verschillende situaties (particulieren, asielen, veranderende weersomstandigheden,…), anderzijds hebben deze pilootprojecten ook dienst gedaan als sensibilisatiecampagne. Ieder pet waste disposal system werd van nabij opgevolgd en regelmatig geëvalueerd. In het voorlaatste hoofdstuk wordt de uitgevoerde enquête in detail beschreven en de resultaten er van samengevat. Aan de hand van deze enquête werd gepeild naar de verschillende facetten omtrent huisdieren, hondenpoep en overlast. Aan de hand van onze ervaringen hebben we de inhoud van een folder samengesteld ter sensibilisatie van het ruimere publiek. De folder is een beknopte weergave van enkele aandachtspunten die in de loop van het project relevant zijn bevonden. De inhoud van de folder is bewust sober gehouden om ‘overkill’ te voorkomen, om een breed publiek te informeren en de essentie te kunnen overbrengen. Bij wijze van oefening werd er ook een ludieke folder opgesteld die bedoeld is voor het jongere publiek en hierbij aansluitend een stripverhaal over het belang van een goede ontworming bij honden. 12
13
Inleiding
Eén op de vier huishoudens heeft één of meerdere honden en één op de vier huishoudens heeft één of meerdere katten. Concreet gaat het over 570.000 huishonden en 883.000 katten in Vlaanderen (gegevens van het NIS, 2000). “ De indruk die buitenlanders van ons land hebben, namelijk dat we een land zijn met veel honden (en veel hondenpoep), lijkt bevestigd te worden door de cijfers die we verzameld hebben in enkele buurlanden. Ons land telt meer honden dan de buurlanden. Waar er bij ons 10,4 per honderd inwoners zijn, telt Nederland er 9,4, het Verenigd Koninkrijk 10,2 en Duitsland 5,7. Een van de verklaringen van het grote aantal honden in België is wellicht dat ons land veel alleenstaande woningen telt waarvan er vele op het platteland gelegen zijn. Gezinnen bouwen een vrijstaand huis met een grote tuin in een rustieke omgeving en nemen vervolgens een of meerdere honden om het huis te bewaken. België telt ook veel katten. Belgen hebben er 16,3 per honderd inwoners, Nederlanders 14,4, Britten 12,5 en Duitsers 8,4.” Huishoudens met hoge inkomens hebben vaker honden of katten dan huishoudens met lage inkomens, maar huishoudens met lage inkomens bezitten vaker véél honden (4 of meer). Echtparen (al dan niet met kinderen) houden vaker een hond of een kat dan alleenstaanden, maar de andere gezinsvormen (samenwonenden en eenoudergezinnen) hebben nóg vaker een viervoeter als huisdier. Bij alleenstaanden is het bezit van een hond sterker gerelateerd aan de leeftijd dan het bezit van een kat. Hoe ouder, hoe groter de kans dat men een hond heeft. Bij katten is die correlatie onbestaand. Katten zijn onafhankelijker en behoeven minder zorg dan honden. De verhouding van het aantal katten ten opzichte van het aantal honden stijgt dan ook naarmate de graad van verstedelijking toeneemt. Deze gegevens zijn afkomstig van het huishoudbudgetonderzoek van het NIS, 2000. Huisdieren spelen een belangrijke rol in onze maatschappij. Voor oudere mensen is een hond vaak hun enige steun en toeverlaat geworden. Via hun huisdier leggen ze gemakkelijker contacten, komen ze vaker buitenshuis en zijn ze gehouden aan een zekere routine. Ook in jonge gezinnen kan een hond een meerwaarde betekenen bij de opvoeding van kinderen. Kinderen leren op deze manier omgaan met levende wezens en vergroten hun empatisch vermogen. Gezien het sociale belang van een hond is het niet verantwoord een heksenjacht te openen op huisdiereigenaars. Er dient op zoek gegaan te worden naar mogelijkheden om bepaalde vormen van overlast zoveel mogelijk te beperken zonder hierbij een bepaalde groep mensen te viseren. 14
Veel honden in Vlaanderen betekent ook veel hondenpoep. Verschillende wetenschappelijke onderzoeken bevestigen dat de fecale contaminatie van het leefmilieu uitgebreid is. Gezien de vele pathogenen die op deze manier in de omgeving terechtkomen vormt dit een risico voor de volksgezondheid. Acties om deze afvalfractie te verminderen en sensibilisatie naar huisdiereigenaars toe is dan ook een belangrijk aandachtspunt. Bovendien ervaren de meeste mensen hondenpoep als storend in het straatbeeld en ergeren ze zich dan ook aan deze vorm van esthetische verontreiniging. Hondenpoep kan bovendien ook hinderlijk en gevaarlijk zijn. Welke is de juiste bestemming van hondenpoep? Mag hondenpoep verwijderd worden via de composthoop? Of dient dit via het restafval te gebeuren? Zijn er alternatieven? Dit zijn enkele van de vragen die we gesteld hebben aan de hand van een enquête afgenomen in Vlaanderen. Hieruit blijkt onder andere dat mensen vaak met vragen zitten betreffende hondenpoep en dat ze niet weten waar ze met deze vragen terecht kunnen. Een van de alternatieven die gedurende dit project onderzocht werd is een pet waste disposal system voor in de tuin. De bevindingen van het EC Dier-en-zorg vindt u terug in hoofdstuk 4. Ook steden en gemeenten worden vaak geconfronteerd met deze vorm van overlast. Hondenpoep is en blijft een vaak voorkomend overlastfenomeen. Er bestaan reeds veel initiatieven en acties om mensen te sensibiliseren de hondenpoep op te ruimen en in steeds meer gemeenten kan de hondeneigenaar gesanctioneerd worden voor het niet opruimen van hondenpoep. Niettemin blijven gemeenten geconfronteerd worden met illegaal ontwijkgedrag en is het moeilijk om een mentaliteitswijziging te bestendigen. Steden en gemeenten zitten vaak ook met vragen over de bestrijding van dit overlastfenomeen en over mogelijke alternatieven. Het is de eerste maal dat een dergelijk uitgebreid onderzoek in Vlaanderen plaatsvond. Het Expertisecentrum Dier-en-zorg beoogt met dit project een sensibiliserend effect en kan op deze manier mensen aanzetten tot een mentaliteitswijziging.
15
16
1
Wetgeving
In de huidige regelgeving is er weinig te vinden over hondenpoep. Een grondige studie van de Belgische en Europese wetgeving leverde de volgende informatie op. Hierbij werden verschillende overheidsinstanties gecontacteerd (zie bijlage 1).
1.1
Hoort hondenpoep bij het restafval? In het kader van de milieuvergunningwetgeving VLAREM zijn er geen specifieke bepalingen met betrekking tot hondenpoep. Dierlijke mest is volgens de Europese regelgeving een afvalstof, maar dient niet aan de regelgeving van afvalstoffen te worden onderworpen als daar een specifieke wet- en regelgeving is voor uitgewerkt. Dit is in Vlaanderen het geval via het mestdecreet en haar uitvoeringsbesluiten. Dit decreet bestaat sinds 23 januari 1991 en werd sindsdien al verschillende keren gewijzigd. De definitie van afvalstoffen in Titel I van VLAREM, artikel 1, 15° luidt: “afvalstoffen zoals bedoeld in het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en beheer van afvalstoffen en zijn uitvoeringsbesluiten”. De definities zoals bepaald in dat decreet en zijn uitvoeringsbesluiten zijn eveneens geldig voor de toepassing van dit besluit. Deze definitie verwijst dus naar het decreet van 2 juli 1981, artikel 4, 2°: “dierlijke mest, als bedoeld in het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen verontreiniging door meststoffen;" Dierlijke mest wordt in artikel 1.1.2. van Titel II van VLAREM gedefinieerd als: "excrementen van vee of een mengsel van strooisel en excrementen van vee, alsook producten daarvan, met inbegrip van compost en van afval van visteeltbedrijven." In hetzelfde artikel wordt vee gedefinieerd als : "alle voor gebruiks- of winstdoeleinden gehouden dieren". Het is duidelijk dat huisdieren niet beantwoorden aan de definitie van vee en de uitwerpselen van honden bijgevolg afvalstoffen zijn die volgens de bepalingen van het afvalstoffendecreet en het uitvoeringsbesluit VLAREA dienen verwijderd te worden. Hondenpoep is huishoudelijk afval en valt dus op Vlaams niveau onder de bepalingen van het Afvalstoffendecreet. Groenafval daarentegen is het composteerbaar organisch materiaal dat vrijkomt in tuinen, plantsoenen, parken en langs wegbermen. Het omvat snoeihout met een diameter kleiner dan 10 cm, plantenresten, haagscheersel, bladeren, gazon- en wegbermmaaisel. Hondenpoep hoort hier dus niet bij en mag dus ook niet op de composthoop!
17
Rendac staat in voor de verwerking van dierlijk restmateriaal en vervult een taak die door de overheid wettelijk is vastgelegd in het besluit betreffende de ophaling en verwerking van dierlijk afval, goedgekeurd op 15 december 2006 door de Vlaamse regering (Besluit Dierlijk Afval). In deze wet staat onder meer dat kadavers en dierlijk restmateriaal moeten worden aangeboden aan een verwerkingsbedrijf. Daarnaast regelt deze wet dat kadavers en dierlijk restmateriaal na voorbewerking bij een destructiebedrijf dienen te worden vernietigd. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen categorie 1, categorie 2 en categorie 3 afval. Zo zijn kadavers steeds categorie 1 afval en dienen dus verbrand te worden. Mest afkomstig van dieren valt onder categroie 2 afval. Eén uitzondering: kleine fracties mest en maagdarminhoud mogen samen met het dierlijk afval verzameld worden. Het mengsel zal dan, net als het dierlijk afval, beschouwd worden als categorie 1-materiaal en mag worden opgehaald door een daartoe erkende ophaler of geregistreerde vervoerder. Definitie van mest volgens Verordening (EG) Nr. 1774/2002: uitwerpselen en/of urine van vee, met of zonder strooisel, of guano. Uitwerpselen van honden valt dus niet onder deze definitie. In de Europese wetgeving is er geen specifieke verwijzing naar hondenpoep betreffende afval (zie bijlage). Contacten met de betrokken instanties leverde dan ook geen bruikbare informatie op. Men zou volgens de Verordening (EG) Nr. 1774/2002 evenwel kunnen besluiten dat uitwerpselen afkomstig van gezelschapsdieren behoren tot categorie 2 afval. In deze verordening onder artikel 5 staat het volgende: behoort tot categorie 2 andere dierlijke bijproducten dan categorie 1-materiaal of categorie 3-materiaal. Gezien er nergens anders iets vermeld wordt over uitwerpselen afkomstig van gezelschapsdieren valt dit onder ‘andere dierlijke bijproducten’ en bijgevolg categorie 2 afval hoewel dit nergens expliciet vermeld wordt. Artikel 1 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de ophaling en de verwerking van dierlijk afval, 15 december 2006 stelt het volgende: dierlijk afval: dierlijke bijproducten, zoals gedefinieerd in de Verordening (EG) Nr. 1774/2002, voor zover ze voldoen aan de definitie van afval uit het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, met uitzondering van keukenafval, etensresten, voormalige voedingsmiddelen, rauwe melk, eierschalen en bijproducten van gebarsten eieren, honing, schalen van schaaldieren, schelpen van schelpdieren, de inhoud van maag-darmkanaal, in
18
zoverre deze gescheiden is van het maag-darmkanaal, uitwerpselen, eicellen, embryo's en sperma; Organisch-biologisch afval onder DBP (OBA): Dierlijke bijproducten, zoals gedefinieerd in de Verordening (EG) Nr. 1774/2002, voor zover ze voldoen aan de definitie van afval uit het afvalstoffendecreet, zijnde keukenafval, etensresten, voormalige voedingsmiddelen, rauwe melk, eierschalen en bijproducten van gebarsten eieren, honing, schalen van schaaldieren, de inhoud van maagdarmkanaal, inzoverre deze gescheiden is van het maag-darmkanaal, uitwerpselen (uitgezonderd mest). We kunnen dus algemeen besluiten dat uitwerpselen afkomstig van huisdieren, in het bijzonder hondenpoep, behoort tot organisch-biologische afvalstoffen categorie 2 (het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 1995 betreffende de ophaling en de verwerking van dierlijk afval). De wetgeving op Europees niveau vertoont hiaten omtrent hondenpoep als afval. Er bestaat geen specifieke regelgeving omtrent hondenpoep als afval op Europees niveau. Gezien de hoeveelheid feces, de plaats waar deze stoelgang vaak nog terechtkomt (in de onmiddellijke nabijheid van burgers) en de gevaren voor de volksgezondheid zou het aangewezen zijn om dit onderwerp meer onder de aandacht te brengen van de overheid en burger.
1.2
GAS-ambtenaren Tot voor 10 jaar was sanctionering uitsluitend de bevoegdheid en de taak van de parketten. Het kwam veelal voor dat zij prioriteit dienden te geven aan de zware criminaliteit met als gevolg dat kleine overlast vaak niet gesanctioneerd werd. Sinds het wettelijk regelen van de Gemeentelijke Administratieve Sanctie (GAS) is hier snel verandering in gekomen. GAS-ambtenaren zijn gemeenschapswachten die de GAS-bevoegdheid kregen om vaststellingen te doen.
19
Tot de kerntaken van een gemeenschapswacht behoren de volgende opdrachten:
- het publiek sensibiliseren op het vlak van veiligheid en criminaliteitspreventie; - de burgers informeren om het veiligheidsgevoel te verzekeren en problemen op het vlak van de veiligheid, het milieu of het wegennet signaleren aan de bevoegde diensten; - bestuurders die verkeerd parkeren informeren over het hinderlijke of gevaarlijke karakter daarvan en hen wijzen op de wegcode en het correct gebruik van de openbare weg; - kinderen, scholieren, gehandicapten en oudere mensen helpen bij het oversteken; - toezicht uitoefenen om de veiligheid te verzekeren bij evenementen die georganiseerd worden door een overheidsdienst.
De gemeenschapswacht-vaststeller mag daarnaast ook nog:
- de inbreuken vaststellen op de gemeentelijke reglementen en verordeningen inzake overlast en kleine criminaliteit; -
inbreuken vaststellen op de gemeentelijke retributieverordeningen (bv. inzake bewoners parkeren of terrasvergunning), niet op de gemeentelijke belastingreglementen.
De taken van de gemeenschapswachten en gemeenschapswacht-vaststellers beperken zich hoofdzakelijk tot het sensibiliseren, en dan nog alleen op de openbare weg en op openbare plaatsen. Gemeenschapswachten moeten zich houden aan een “hoffelijke dialoog”. Zij kunnen de burgers enkel verzoeken om hun gedrag aan te passen of om een welbepaald reglement te respecteren. Zij kunnen niet verbaliseren of dwang uitoefenen. Dat zijn taken van de politie. Alleen de gemeenschapswacht-vaststeller kan een stapje verder gaan: hij mag de identiteitspapieren van een overtreder opvragen. Weigert de betrokkene, dan kan ook de gemeenschapswacht-vaststeller geen dwang gebruiken. Waar de gemeenschapswachten in de eerste plaats preventief en sensibiliserend werken, hebben enkele de gemeenschapswachten-vaststellers nu ook een repressieve rol.
20
De GAS-vaststeller stelt een overtreding vast die aanleiding geeft tot een gemeentelijke administratieve sanctie. Hierbij wordt de identiteitskaart opgevraagd en een verslag opgemaakt. Na de vaststelling beoordeelt de sanctieambtenaar de feiten binnen een termijn van zes maanden. De overtreder riskeert een boete die kan oplopen tot 250 euro. Let wel, naast de administratieve sanctie kan het Stadsbestuur bij het niet opruimen van vuil of hondenpoep ook nog een extra belasting opleggen. In het verslag van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vinden we volgende informatie: “De administratieve sancties zijn een relatief nieuw instrument in de strijd tegen verscheidene vormen van overlast (zoals hondenpoep, wildplassen en sluikstorten) die de steden en gemeenten de mogelijkheid moeten geven om dit maatschappelijk negatieve gedrag lik op stuk te kunnen geven. De beteugeling van overlast was tot eind jaren negentig volledig in handen van de parketten.” Uitgangspunt van de nieuwe wet was om de sanctionering van overlast uit handen te nemen van de gerechtelijke overheid en over te hevelen naar de gemeentelijke overheid. Dat gebeurde concreet met de wet van 13 mei 1999. Pas na een aantal essentiële wijzigingen aan de oorspronkelijke wet in 2004 en 2005 (bepaalde inbreuken werden uit de strafwet gehaald en voor minderjarigen werden bijkomende rechtswaarborgen ingebouwd) begon het systeem echt van de grond te geraken. Een studie van de VVSG wees uit dat in het voorjaar van 2005 slechts 10% van de Vlaamse gemeenten klaar was voor de invoering van administratieve geldboetes. Uit een onderzoek van de Universiteit Gent bleek dat in 2006 al 33% van de Vlaamse gemeenten GAS ingevoerd had. Sindsdien breidde het rijtje met overlastfenomenen die door de gemeenten bestraft konden worden, net als het aantal gemeenten die GAS ingevoerd hadden, gevoelig uit . Hoewel er geen uniforme categorisering bestaat van overlastfenomenen en elke gemeente de vrijheid heeft om bepaalde inbreuken al dan niet in het plaatselijke politiereglement op te nemen, stellen we vast dat de meest voorkomende dossiers vooral gaan over geluidsoverlast (overdag en ’s nachts), honden (blaffende en bijtende honden en hondenpoep), afval (vooral zwerfvuil en sluikstorten) en vandalisme. Al zal dit lijstje niet in elke gemeente in die volgorde voorkomen, net omdat bepaalde inbreuken in sommige steden en gemeenten vaker voorkomen dan andere. Dankzij het systeem van de GAS kunnen kleinschalige feiten die overlast en wrevel veroorzaken, maar meestal niet vervolgd werden door het parket ( daar de 21
overbelaste parketten voor deze “kleinere vergrijpen/overlast” geen tijd en personeel hadden), aangepakt worden. Door toepassing van de nieuwe wetgeving worden deze feiten, via de sanctieambtenaar, behandeld binnen een termijn van zes maand, zonder tussenkomst van het parket. De boetes die gemeenten of steden zelf kunnen uitschrijven voor kleine vormen van overlast (vandalisme, sluikstorten, hondenpoep of lawaai) bedragen maximum 250 euro. Naast de administratieve sanctie kan bijvoorbeeld bij het niet opruimen van hondenpoep nog een extra belasting worden opgelegd. Administratieve sancties zijn onder meer van toepassing op: -
hondenpoep niet onmiddellijk opruimen
-
het niet bijhebben van een zakje voor hondenpoep
-
zich met de hond niet aangelijnd aan een korte leiband op openbaar domein begeven
-
zich met de hond op het strand begeven buiten de toegelaten plaatsen en periodes
-
sluikstorten
-
huishoudelijk afval in de openbare vuilniskorven gooien
-
huisvuil niet in stedelijke huisvuilzakken aanbieden
-
huisvuilzakken of PMD-zakken op andere dagen dan de ophaaldag buitenplaatsen
-
dieren op het openbaar domein voederen
-
wildplassen
-
parkeren op plaatsen voor bewoners of zorgverstrekkers zonder vereiste parkeerkaart
-
langer dan de toegestane tijd parkeren op plaatsen met beperkte parkeertijd
-
zonder vergunning het openbaar domein bezetten of voor privédoeleinden gebruiken (bv. bouwwerven, containers, hijskranen, bouwmachines, ...)
-
een terras plaatsen dat niet of slechts gedeeltelijk vergund is.
22
Tabel 1: overzicht top-3 overlastfenomenen per gemeente die GAS toepast
Volgens een onderzoek uitgevoerd door de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten in 2008 staan honden (hondenpoep en blaffende honden) op de tweede plaats van overlastfenomenen. Met een percentage van 15,18% staat hondenpoep zelfs nog veel hoger in de ranglijst dan zwerfafval dat met 8,38% op de tweede plaats komt. Dit wijst op de sociale relevantie van deze vorm van overlast. We kunnen dus stellen dat de invoering van GAS zeker nuttig is geweest voor het sanctioneren van de hondenpoepoverlast. Een nadeel is dat de wetgevende bevoegdheid op gemeentelijk niveau is terecht gekomen en daardoor elke gemeente zijn eigen regels heeft gecreëerd. Voor een wandelaar met een hond die een stevige wandeling maakt door 3 verschillende gemeenten is het geen evidentie om steeds te weten wat hij waar moet doen om in regel te zijn. 23
Volgende overzichten van diverse gemeentelijke wetgevingen geven de nuances en verschillen duidelijk weer.
1.3
Gemeentelijke regelgeving Vlaanderen kampt jaarlijks met 17 000 tot 25 000 ton hondenpoep die dus logischerwijs voor heel wat wrevel en overlast kan zorgen. Steden en gemeenten zochten daarom een oplossing om de hondenpoepproblematiek aan te pakken. Zij namen een aantal bepalingen betreffende honden en hondenpoep op in hun gemeentelijke politieverordening. Hieronder volgt een overzicht van het hondenpoepbeleid en wetgeving van een negental steden en gemeenten. Hiervoor werden a.h.v. een vragenlijst (zie bijlage) de stadsbesturen van de volgende steden gecontacteerd: Oostende, Hasselt, Gent, Harelbeke, Blankenberge, Ieper, Brugge, Roeselare, Tongeren, De Panne en Knokke-Heist.
24
1.3.1
Oostende
1.3.1.1
Algemene informatie In 2008 werd een grote actie betreffende hondenpoep gehouden. Er werden 5 nieuwe folders gedrukt met de locaties van de hondentoiletten per wijk alsook een nieuwe zomeraffiche ontworpen met de boodschap “Baltazaar wil elk kakje in een zakje!”. Baltazaar is de Oostendse hondenpoepmascotte. Gemeenschapswachten gingen op stap met een 4-talige flyer met de boodschap dat hondenpoep opgeruimd moet worden. De lokale politie en de Gemeenschapswachten deelden ook sleutelhangers uit aan de hondeneigenaars die de poep van hun geliefde viervoeter wel opruimden. De flyers werden verspreid onder vnl. toeristen want deze vormen in de kustgemeenten de voornaamste groep “te sensibiliseren personen”. Het stadsbestuur ontwierp zelfs de folder “ Wij en uw hond… dikke vrienden?!” De inwoners kunnen alle informatie over honden en hondenpoep bekomen aan de balie beneden in de inkomhal van het stadhuis alsook via de website.
De politie en de Gemeenschapswachten werkten vroeger samen aan het voorkomen en inperken van sluikstorten en de hondenpoepoverlast. Sinds de invoering van GAS werd deze taak overgenomen door de GAS-ambtenaren.
Zowel honden- als niet-hondeneigenaars kunnen met hun vragen terecht op het toerismebureau en aan de balie. Er staan geen informatiekiosken in de stad (vroeger wel).
Oostende beschikt als enige in Vlaanderen over een hondenpretpark (zie hoofdstuk 1.4.8). 1
Het hondenpretpark is er gekomen vanuit een algemene vraag van TAZ . Het is gelegen in de Nieuwe Stad, een wijk waar vooral veel allochtonen wonen en waar hondenpoep vaak een probleem vormt. De hondeneigenaars maken er veel gebruik van. Het is een soort speelweide met enkele “speeltoestellen” voor de honden en waar de honden dus mogen los lopen.
1
TAZ: Theater Aan Zee is een festival in Oostende dat elk jaar doorgaat in de zomer.
25
Afhankelijk van de klachten/vragen die er binnen komen van mensen of vanuit het stadsbestuur zelf, gaat de reinigingsdienst op pad en doet onderzoek of er al dan niet een hondentoilet of afvalbak moet bijkomen. De reinigingsdienst is dus verantwoordelijk voor de hondentoiletten, –weides en (hondenpoep)afvalbakken.
Tijdens de week worden alle hondentoiletten dagelijks schoongemaakt, in het weekend enkel deze gelegen in het stadscentrum. De hondendrollen worden met schop en borstel verwijderd en in een kleine wagen gedeponeerd. Om de geurhinder tegen te gaan wordt Capturine® gebruikt; dit is een microbiologisch product en bevat goede bacteriën die op ureumzuur leven. Deze bacteriën breken de fecale bacteriën af en zorgen zo ook voor een frisse geur (citroen). Alle hondentoiletten worden hiermee eenmaal per week behandeld. De werknemers die instaan voor de reiniging van de hondentoiletten dragen signalisatiekledij, veiligheidsschoenen en handschoenen. Oostende had vroeger ook een hondenpoepmotor maar die is al jaren uit dienst.
In de zomer komen meer klachten binnen over hondenpoep dan in de winter. De mensen vullen een signaalkaart in (digitaal, aan de balie, bij de politie, bij de buurtcentra) die automatisch via een centraal computersysteem doorgestuurd wordt naar de betreffende dienst. De indiener krijgt altijd een antwoord toegestuurd. Er is geen zicht op het type mensen die de klachten indienen en de soort/aantal klachten die binnenkomen. Vooral ’s avonds en tijdens het weekend komen klachten over hondenpoep binnen. Inwoners van Oostende kunnen een sluikstorting (lees het niet opruimen van hondenpoep) gratis melden op het nummer 0800/92.491. Sinds 1 april 2005 past de stad het systeem van de Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS) toe. Het stadsbestuur kan nu zelf sanctionerend optreden bij kleine inbreuken zoals overlast door hondenpoep. Agenten van politie en GAS-ambtenaren gaan dagelijks in burgerkledij de baan op om hondenbaasjes die de hondenpoep van hun hond niet opruimen, aan te spreken of een administratieve boete uit te schrijven. Sinds de nieuwe politieverordening van kracht is, kan het hondeneigenaars tot 250 euro kosten voor het niet opruimen van de hondenpoep. De baasjes dienen ook steeds een zakje te kunnen tonen aan de agent of de ambtenaar.
26
1.3.1.2
Verordeningen in het politiereglement
ARTIKEL 1 Voor een termijn die eindigt op 31 december 2013 heft de Stad een belasting op het weghalen en verwijderen van afvalstoffen, hondenpoep inbegrepen, gestort of achtergelaten op niet-reglementaire plaatsen of tijdstippen, of in niet-reglementaire recipiënten.
ARTIKEL 2 De belasting is verschuldigd door de persoon die afvalstoffen gestort of achtergelaten heeft. De persoon die de opdracht of de toelating gaf of de eigenaar van de afvalstoffen is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Wat de hondenpoep betreft, is de begeleider of degene die voor hem/haar verantwoordelijk is, de belasting verschuldigd.
ARTIKEL 3 De belasting wordt per afzonderlijke ophaalbeurt vastgesteld als volgt: - klein en middelgroot afval zoals flessen, blikken, vuilniszakken, kartonnen dozen, klein huisraad: 125,00 euro - hondenpoep en groot afval zoals groot huisraad, tv’s, koelkasten, matrassen: 250,00 euro - groot afval van 500 kg en meer: 625,00 euro
ARTIKEL 4 Zijn gemachtigd om vaststellingen in het raam van deze belastingverordening te doen: - politieambtenaren; - gemeentelijke ambtenaren die daartoe door het College van Burgemeester en Schepenen zijn aangesteld.
VI. Honden - De eigenaar of begeleider van een hond moet: a) zijn hond(en) op het openbaar domein voorzien van een halsband en aan de korte leiband houden; b) een kwaadaardige hond muilbanden;
27
c) er zorg voor dragen dat zijn hond(en) het openbaar domein en andermans privédomein niet verniel(t)(en) of bevuil(t)(en) met zijn(hun) uitwerpselen; d) steeds in het bezit zijn van een zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van zijn dier. Het zakje moet op het eerste verzoek van de bevoegde persoon worden getoond; e) steeds de uitwerpselen van de hond onmiddellijk verwijderen met behulp van het daartoe bestemde zakje. Het zakje met de uitwerpselen mag alleen worden gedeponeerd in de stedelijke afvalkorven die speciaal hiervoor zijn gemerkt met een sticker of mag meegegeven worden met het gewone huisvuil.
De verplichting hierboven vermeld geldt niet: Op het strand conform de bepalingen van de artikelen 40 en 41 van de stedelijke Verordening betreffende strand en duinen. En in de daartoe speciaal aangelegde hondenpleinen, gelegen:
1) in het Sportpark langsheen de Stuiverstraat 2) in het Sportpark op het einde van de Sportparklaan en de strook weiland langsheen de Schorrestraat, Schorredijk en Steensedijk 3) in de groenzone tussen de Vismijnlaan en het voormalige militair domein 4) op de Vuurtorenwijk langsheen de Ankerstraat 5) in de groenzone langsheen de Brigade Pironlaan 6) in de zone begrensd door water en de andere kant door de Camerlincksstraat
De verplichting hierboven vermeld geldt niet: 1) in de speciaal aangelegde hondentoiletten 2) voor personen met een handicap die begeleid worden door assistentie- en/of blindengeleidehonden. De volgende personen zijn vatbaar voor gemeentelijke administratieve sancties: zij die honden aanhitsen, ze niet terughouden wanneer ze voorbijgangers aanvallen of vervolgen, of ze tegen andere dieren of mensen doen vechten, ze doen aanvallen, ze vervolgen, bang of woedend maken, zelfs als er geen kwaad of schade uit volgt. In de verordening betreffende het strand en de duinen staat bovendien ook nog volgende vermelding:
28
- honden mogen vrij rond lopen op het strand. De eigenaar en/of begeleider moet steeds de loslopende hond in bedwang kunnen houden en beletten dat de openbare orde op het strand wordt verstoord door zijn hond; - de toegang met honden op het strand is uitsluitend toegelaten vanaf 1 oktober tot aan de Paasvakantie. Voor de volgende plaatsen en periodes geldt evenwel een afwijking op deze regel, met name:
a) op het strand vanaf de Westlaan (Raversijde) tot aan de grens met Middelkerke zijn honden gedurende het hele jaar toegelaten; b) op het strand vanaf de Halvemaandijk en de grens met Bredene zijn honden toegelaten gedurende het hele jaar met uitzondering van de Paasvakantie en de maanden juli en augustus.
29
1.3.2
Hasselt
1.3.2.1
Algemene informatie
Hasselt telde tot 2009 10 hondenloopweides en een drietal hondentoiletten. De hondenloopweides zijn vooral gelegen in stedelijke, dicht bewoonde zones in Hasselt. Deze gebieden krijgen voorrang daar hondenbezitters in buitenwijken meestal zelf een afgesloten tuin hebben of in de buurt wel een weiland te vinden is waar de hond kan los lopen. Een plan waar de hondentoiletten en hondenloopweides op aangeduid zijn is te vinden in een folder die gratis aan de inwoners uitgedeeld wordt.
Hondenloopweides: - Sporthal Alverberg - Bakkerslaan - Sporthal Djef Swennenstraat - Muggenstraat - Speelplein achter Sint Hubertuszaal, Runkstersteenweg - Sint Hubertusplein - Stadspark aan Cultureel Centrum - Brigandstraat Ter Hilst - Kempenhof - Gierkensstraat Kuringen
Hondentoiletten - Capucienenplein - Smedenlaan aan speelplein - Stadspark aan cultureel centrum
Vroeger werden gratis hondenpoepzakjes verdeeld via een dispenser maar jammer genoeg heeft het stadsbestuur deze actie stop gezet wegens misbruik (mensen namen veel meer zakjes dan nodig). Als er een onbekende hond in de buurt rondzwerft, dienen de inwoners dit te melden aan de lokale politie (tel 011-22 29 82). De politie brengt het onfortuinlijke dier naar het dierenasiel te Genk. Hasselt heeft met dit asiel een overeenkomst gesloten en betaalt hiervoor een bijdrage van 0,25 euro/inwoner/jaar. Als het een
30
rustige, brave hond is, mag de vinder hem ook zelf bijhouden na het verwittigen van de politie zodat het baasje het dier bij hem thuis kan ophalen. Als de eigen hond is weggelopen, dienen de inwoners dit zo snel mogelijk te melden aan de lokale politie. Bij Bello Dierentelefoon zetten vrijwilligers zich in om hond met baasje te herenigen: 012-26 11 71 of 0475-34 89 16, www.bello-vzw.net
Figuur 1: Rakker, de hondenpoepmascotte van Hasselt
De hondentoiletten worden, met uitzondering van de zondag, elke dag schoongemaakt. De hondendrollen worden met schop en borstel verwijderd en de toiletten worden wekelijks behandeld met Capturine® tegen geurhinder. De hondenloopweides worden maandelijks onderhouden door de stadswerklieden. Er werden al verschillende campagnes gehouden in de strijd tegen de hondenpoep. Zo werd in 2009 Rakker, een 8-jarige boerenfox, de mascotte voor de grootste Hasseltse campagne ooit. Rakker prijkt sindsdien op dertig hondenpoepbakjes en op metershoge affiches in de Hasseltse binnenstad. Via deze campagne wil het stadsbestuur de Hasselaars behoeden van ‘Stront op de Hasseltse grond’. Nooit eerder werden zoveel mensen en middelen ingezet tegen de vieze bruine hoopjes. Om wandelaars met hond aan te moedigen de uitwerpselen op te ruimen werden 30 extra hondenpoepbakken geplaatst. Hiervoor werd een overeenkomst afgesloten met Clear Channel.
31
Het bedrijf ontwierp grote reclamepanelen op voet, voorzien van een voorraad hondenpoepzakjes en een vuilnisbakje. Aan de ene zijde van het paneel werd een opvallende affiche gehangen tegen hondenpoep. De achterzijde was bedoeld voor reclame. Zo bleef het systeem betaalbaar. Clear Channel zorgde voor het onderhoud van de panelen en vulde de hondenpoepzakjes regelmatig bij. De stad Hasselt ledigde de vuilnisbakjes. Hasselt wil de boodschap ‘geen poep op de stoep’ duidelijk in het straatbeeld hebben. Naast de reclamepanelen, wordt er op geregelde tijdstippen een trailer met een affiche van 16 m² geplaatst op afwisselende locaties. Op deze manier verschijnt de boodschap op een zeer opvallende manier in de Hasseltse binnenstad en wijken. De vuilniswagens werden uitgerust met de leuze ‘geen stront op de grond’. Inwoners, sportclubs, verenigingen, ontmoetingscentra, scholen,…. kunnen gratis affiches afhalen met vermelding van een duidelijke oproep dat hondenpoep op straat niet getolereerd wordt. De affiches kunnen worden opgehaald bij de dienst toerisme of ze kunnen worden besteld via
[email protected] of telefonisch op het gratis nummer 0800-93744. Op deze manier kan iedereen in zijn eigen omgeving voorbijgangers met hond aanmoedigen om de hondenpoep op te ruimen. In 2009 startte Hasselt ook met verscherpte controles tegen hondenpoep. Hasselt heeft een politiereglement waarin duidelijk vermeld staat dat honden de straat, stoep, wandelpaden en parken niet mogen bevuilen met hun uitwerpselen. Verder zette Hasselt 10 GAS ambtenaren in die bevoegd zijn om de controles uit te voeren. Op basis van een PV krijgt de overtreder een gemeentelijke administratieve sanctie. De boete hangt af van de ernst van de inbreuk en bedraagt € 60. Als iemand opnieuw betrapt wordt dan kan deze geldboete zelfs oplopen tot € 250. Begeleiders van honden moeten steeds een geschikt recipiënt bijhebben om de hondenpoep op te ruimen. Dit zakje mag gedeponeerd worden in iedere vuilbak op straat. Is er geen vuilnisbak in de buurt, dan dient men het zakje mee naar huis te nemen en thuis weg te gooien. Er zijn geen cijfers beschikbaar van de opgehaalde hoeveelheid hondenpoep. Het aantal klachten omtrent hondenpoep die binnenkomen is niet verminderd in vergelijking met vroeger. Het grootste aantal heeft betrekking op plaatsen in de bebouwde kom gelegen.
32
1.3.2.2
Verordeningen in het politiereglement
Artikel 42 Honden dienen steeds aan de leiband gehouden te worden. Deze laatste verplichting geldt niet voor honden op een door de overheid ingerichte hondenweide, tijdens de jacht, die een kudde begeleiden, die voor reddingsoperaties ingezet worden of voor politiehonden.
Elke houder van een hond dient passende maatregelen te nemen om te beletten dat de hond zou ontsnappen van een privaat erf naar een ander privaat erf, naar een openbare plaats of naar een openbare weg.
Kwaadaardige, agressieve of gevaarlijke honden moeten gemuilkorfd worden door de begeleider, zodra ze op de openbare weg of op openbare plaatsen komen. Dit geldt niet voor honden van politiediensten en erkende bewakingsfirma’s.
De toegang met honden is verboden tot openbare gebouwen, begraafplaatsen, gemeentelijke sporthallen, sportterreinen en zwembaden. Dit met uitzondering van visueel gehandicapten (blinden) of mindervaliden met hun geleidehond, politiediensten en erkende bewakingsfirma’s met hun honden alsook personen belast met het africhten van geleidehonden bestemd voor visueel gehandicapten (blinden) of andere mindervaliden en die daartoe een attest kunnen voorleggen.
Het is verboden zich met een hond zelfs aan de lijn, te begeven op plaatsen aangeduid door een rond bord met rode rand waarop in zwarte kleur het profiel van een hond staat. De burgemeester kan tevens plaatsen en tijdstippen aanduiden waar het tijdelijk verboden is zich met een hond, zelfs aan de lijn, te bevinden.
De politie mag de nodige maatregelen nemen op kosten en risico van de overtreder. Bijvoorbeeld bij bestuurlijke inbeslagname zijn de kosten van het vervoer en het verblijf in het dierenasiel en de kosten van het eventueel euthanaseren ten last van de overtreder.
Artikel 80 §1 De eigenaars, bewaarders, of bewakers van honden, rij -en trekdieren zijn ertoe gehouden er zorg voor te dragen dat hun dier(en) de openbare wegen, huisdrempels, gevels, openbare parken, openbare plantsoenen, openbare 33
speelpleinen en openbare wandelpaden, niet bevuilen met hun uitwerpselen. In voorkomend geval moeten zij de uitwerpselen verwijderen en de plaats reinigen. De begeleiders dienen derhalve op voornoemde plaatsen steeds in het bezit zijn van voldoende daartoe geschikte recipiënten, dit wil zeggen dat zij op elk ogenblik minstens één ongebruikt recipiënt moeten bijhebben en het op het eerste verzoek van de bevoegde ambtenaar moeten tonen. Uitzondering aan deze verplichting wordt gemaakt voor blinden met geleidehond of andere personen met een handicap die zelf fysisch niet in staat zijn om de uitwerpselen te verwijderen.
§2 De uitwerpselen van honden moeten in een daartoe geschikt plastieken of papieren zakje meegenomen worden. Dit zakje mag gedeponeerd worden in de stedelijke vuilnisbakjes.
Artikel 81 De in artikel 80 vermelde verplichting ontslaat de aangelanden niet van hun eigen verplichting inzake het rein houden van de voetpaden.
Artikel 82 De specifiek voorziene plaatsen voor het deponeren van uitwerpselen door honden, de zogenaamde hondentoiletten, dienen eveneens in zindelijke toestand gehouden te worden door de eigenaars, begeleiders, of bewakers van honden.
34
1.3.3
Gent
1.3.3.1
Algemene informatie
Henri Zenner is verantwoordelijk voor de hondentoiletten en de losloopweides, zijn collega Gert Verschooten staat in voor het dierenbeleid. Het project betreffende hondenpoep bestaat al 10 jaar. In de loop van de jaren plaatste het stadsbestuur ondertussen 150 hondentoiletten en op het einde van het project zou het doel van 180 toiletten bereikt moeten zijn. Deze toiletten worden ook effectief allemaal gebruikt. De stad beschikt niet over hondenpoepafvalbakken maar wel over gewone afvalbakken. Hier bestaat geen plan van. Een ploeg van zes milieubuurtwerkers maken de hondentoiletten 6x per week schoon (elke dag behalve de zondag, ook op feestdagen), in geval van vriesweer minder frequent. Vroeger werden de toiletten ontsmet met Capturine® (Capturine® zet urine om in stikstof, koolzuur en water waardoor er geen schadelijke stoffen zoals ammoniak meer vrijkomen), nu gebeurt dit met Frescure® Extract. Tijdens de zomer worden de toiletten 1x per maand ontgeurd maar staal name i.v.m. de hygiëne gebeuren op deze plaatsen niet. Een hondentoilet wordt aangeduid door dit bord:
Figuur 2: bord dat hondentoilet aanduidt in Gent
Om na te gaan welke hondentoiletten nog doeltreffend zijn, worden elke drie maanden de drollen geteld. In 2009 werden ongeveer 308 000 drollen opgehaald (20 ton!!!) uit de hondentoiletten en verbrand. De hondentoiletten worden op de volgende manier schoongemaakt: drollen en vuil worden eruit gehaald (en het gebied binnen een straal van 5 m rond het
35
hondentoilet wordt ook gecontroleerd), 1x per 2 maanden gefreesd en waar nodig bijgevuld. De bodem bestaat uit 50% dolomiet en 50% rijnzand (een laag van 3040 cm). De standaardoppervlakte bedraagt 9 m². Het grote probleem is dat mensen de inhoud van hun kattenbak komen dumpen in de hondentoiletten.
De Stad Gent sensibiliseert de hondeneigenaars van deze stad over de rechten en plichten van hun honden in de folder ‘Leidraad voor de hondenbezitter’. In totaal werden al meer dan 15.000 folders verspreid via de gemeenschapswachten, de diensten- en buurtcentra, de wijkcommissariaten, de dienstencentra van het OCMW, beide dierenasielen en de Wachtdienst Gentse Dierenartsen. Er werd een reportage aan gewijd op Stadstv op AVS (Oost-Vlaamse televisiezender) in 2
februari 2008. Gentinfo of de milieudienst is het centrale info punt van de stad. Iedereen kan daar met vragen of voor info terecht, ook stadsdiensten. Lies Demeyer is verantwoordelijk voor de informatiekiosken en werkt bij de Dienst Voorlichting (09/266 52 26). Alle inwoners kunnen een aanvraag indienen i.v.m. het al dan niet plaatsen van bv. een hondentoilet of een losloopweide. Deze aanvragen komen op een aanvraaglijst terecht die jaarlijks bekeken wordt. Vervolgens wordt nagegaan of de aanvraag al dan niet relevant is in die buurt en of het ja dan neen betrekking heeft op een stedelijk gebied. Dit laatste omdat het stadsbestuur ernaar streeft dat elke Gentenaar binnen een straal van 400 m een hondentoilet tot zijn beschikking heeft (dit is nu al het geval voor 55% van de Gentenaren!). Het stadsbestuur beschikt over een budget om 1 losloopweide per jaar aan te leggen. Honden mogen in Gent enkel loslopen op de daarvoor bestemde loopweides. De Stad Gent zorgde al voor de aanleg van 11 losloopweides verspreid over het grondgebied.
2
Gentinfo: is het eerstelijnsservicecenter van Gent. Het is een centraal aanspreekpunt voor de burgers
waar ze terecht kunnen met vragen over alles wat betrekking heeft op stadsdiensten.
36
Een losloopweide wordt aangeduid door volgend bord:
Figuur 3: bord dat losloopweide aanduidt in Gent
Op alle andere openbare plaatsen zoals stadsparken, de Bourgoyen-Ossemeersen en dergelijke geldt de aanlijnplicht, soms extra in de verf gezet door het volgende bord:
Figuur 4: gebodsbord aanlijnplicht
37
Speelpleinen, sporthallen en zwembaden zijn verboden terrein voor honden. Het rode bord maakt dit duidelijk:
Figuur 5: verbodsbord voor honden
Ook op de strand- en ligweide van het Sport- en Recreatiepark Vlaarmeersen of het Neptunuszwembad worden honden om hygiënische redenen niet toegelaten. Op alle openbare plaatsen, parken en natuurgebieden, sport- en recreatiedomeinen moeten honden steeds aan de lijn. Overlast door loslopende honden kan doorgegeven worden aan de gemeenschapswacht.
Volgens het Nationaal Instituut voor Statistiek (NIS) heeft gemiddeld 10% van de bevolking een hond. In Gent zouden er dus naar schatting ongeveer 24 300 3
honden leven. Volgens het BVIRH waren er in januari 2008 al 14 220 geregistreerde honden in Gent. Begin 2009 waren dit er al 17 030. Een stijging met 2 810 honden of 20% dankzij gerichte sensibiliseringsacties. Dankzij een goede registratie kunnen verloren dieren makkelijker met hun eigenaar herenigd worden en is er dus een betere doorstroming in de asielen. Een goede registratie bevordert dus ook het dierenwelzijn. De Stad Gent houdt tweemaal per jaar een toezicht dag op de registratieplicht in samenwerking met de Politie, de Gemeenschapswacht en een inspecteur van de Federale Overheidsdienst Dierenwelzijn. Deze controles gebeuren altijd onaangekondigd en worden telkens in een andere deelgemeente gehouden.
3
BVIRH: Belgische Vereniging voor de Identificatie en Registratie van Honden
38
In volgende gevallen dienen honden wettelijk voorzien te zijn van een chip: -
honden geboren na 1 september 1998
-
vóór de leeftijd van 4 maanden
-
honden die veranderen van eigenaar
Ook als men een hond koopt of krijgt, dient deze geïdentificeerd te zijn. De kweker of vorige eigenaar geeft een geldig identificatiedocument van de BVIRH mee. Voor elke hond geregistreerd na 7 juni 2004 moet men bovendien een Europees hondenpaspoort kunnen voorleggen, zo niet riskeert men een boete tussen € 26 en € 1 000. Dankzij de medewerking van de gemeenschapswachten werden in 2008 meer dan 55 sensibiliseringsacties uitgevoerd in straten waar overlast werd veroorzaakt door hondenpoep (vb. figuren of iconen in een opvallende kleur op de plaats van overlast spuiten). In dat kader werden gedurende de periode vanaf 2008 tot nu al meer dan 15 000 flyers verspreid, met daarin de vraag aan de hondeneigenaar om met de hond naar een van de 150 hondentoiletten in Gent te gaan of te voldoen aan de opruimplicht. Bovendien werd eveneens in het najaar van 2008 een nieuwe folder ontworpen: ‘Wegwijs naar de hondentoiletten in Gent’. Het hondenpoepprobleem of de opruimplicht werd extra in de kijker gezet door de actie n.a.v. het tienjarig bestaan van het hondentoiletproject in oktober 2008. Toen werden de eerste 100 hondeneigenaars beloond met een sleutelhanger met hondenpoepzakjes. Op geregelde tijdstippen vinden er ook “netheidcharters” plaats. Dat is een samenwerkingsovereenkomst tussen het stadsbestuur en bepaalde wijken. De inwoners van die wijken ruimen eigenhandig de buurt op en in ruil daarvoor stelt de stad het materiaal in natura ter beschikking (borstels, emmers, vuilniszakken, …). Wijken die gebruik maken van zo’n “netheidscharter” (Dienst Milieutoezicht), worden in de aanvraaglijst voor een hondentoilet primair behandeld. Vroeger gebruikte de stad ook nog de “hondenpoepmotor”. Deze was eigendom van
39
4
IVAGO , maar wegens de onstabiliteit wanneer de moto volgeladen was met hondenpoep, heeft het stadsbestuur de hondenpoepmotor afgeschaft. Nu komen er nog altijd redelijk veel klachten binnen maar vroeger duidelijk meer (een daling van 60-70%!). Het stadsbestuur werkt nu ook samen met de groendienst: als een nieuw park aangelegd wordt, wordt standaard een plaats voorzien voor een hondentoilet (normaalgezien aan elke ingang). De mensen kunnen met hun klachten niet alleen op het politiebureau terecht maar ook bij de ombudsvrouw, Gentinfo (09/210 10 10), het stadsbestuur en de gemeenschapswachten. Deze laatste spelen een belangrijke rol aangezien ze eveneens de bevoegdheid hebben om sancties betreffende het niet opruimen van hondenpoep uit te schrijven. Sinds 2009 zijn er dan ook 6 bij gekomen. Over het algemeen zijn er geen probleemgebieden in Gent.
De begeleider van een hond is altijd verantwoordelijk voor het opruimen van de hondenpoep en het reinigen van de bevuilde plaats (bv. een voetpad, een hondenlosloopweide, enz. ...). Men dient als hondenbegeleider minimum 2 zakjes bij te hebben om hondenpoep op te ruimen. Men mag het zakje in een hondentoilet of in de dichtstbijzijnde vuilnisbak deponeren, maar zeker niet in de riolering. Wie zich niet aan deze hoffelijkheid tegenover de medeburger houdt, riskeert een Gemeentelijke Administratieve Sanctie (GAS) van minimum 60 euro.
1.3.3.2
Verordeningen in het politiereglement
Artikel 4 1. Huisdieren moeten altijd aan de leiband gehouden worden en zijn niet toegelaten in de sporthallen, de zwembaden, strandzones en ligweiden. 2. Het is verboden dieren te laten baden in de wateren.
4
IVAGO: zorgt voor de selectieve inzameling en verwerking van het huisvuil van de inwoners van Gent
en Destelbergen en voor de netheid van de stad Gent.
40
Artikel 18 Honden dienen op openbare plaatsen steeds aan de leiband onder controle gehouden te worden, uitgezonderd op die plaatsen waar het loslopen toegestaan wordt door een specifiek bord. Artikel 18 bis Behalve op de daartoe door het stadsbestuur aangeduide plaatsen en binnen de door het stadsbestuur bepaalde voorwaarden, is het verboden in de openbare parken en plantsoenen: - er op gelijk welke wijze te vissen of dieren te vangen of achter te laten; - dieren te laten baden in het water. Artikel 19 De eigenaar of houder van een hond dient te beletten dat zijn hond private terreinen betreedt, voertuigen bespringt of personen lastig valt.
Artikel 19 bis Het is verboden honden aan te hitsen of niet terug te houden wanneer deze de voorbijgangers aanvallen of vervolgen, zelfs als hier geen kwaad of schade uit voortkomt.
Artikel 19 ter Onverminderd de artikelen 24 en 30 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt dienen op openbare plaatsen de dieren die een gevaar betekenen voor het leven en de lichamelijke integriteit van personen of dieren die de openbare rust verstoren onder controle te worden gehouden door de eigenaar of de houder. De dieren kunnen met het oog op de handhaving van de openbare rust op politiebevel aan de eigenaar of houder worden onttrokken zodat hij/zij er niet langer vrij kan over beschikken. De dieren worden op kosten van de eigenaar of houder ondergebracht in het stedelijk schuthok, zolang zulks met het oog op de handhaving van de openbare rust is vereist en dit gedurende een termijn van maximaal zes maanden te rekenen vanaf de dag van de onttrekking. Binnen deze termijn dient een overeenkomst te worden afgesloten tussen de eigenaar of de houder van de dieren en de politie waarin wordt bepaald op welke wijze de eigenaar of houder de dieren in de voor het publiek toegankelijke plaatsen zal onder controle houden en onder welke voorwaarden hij/zij terug in het bezit kan komen van de dieren. Na ondertekening van deze overeenkomst kan de eigenaar
41
of houder terug over de dieren beschikken. De niet-naleving van de overeenkomst wordt beschouwd als een inbreuk op dit artikel en kan aanleiding geven tot een nieuwe onttrekking voor een termijn van maximaal zes maanden.
42
1.3.4
Harelbeke
1.3.4.1
Algemene informatie Er is niet veel informatie betreffende honden en hondenpoep voor de inwoners. Enkel een foldertje over de hondenpoepactie van maart 2006 is beschikbaar. Deze folder werd opgestuurd naar alle inwoners en is nu nog te verkrijgen in het stadhuis. In deze folder staan ook de locaties van alle (toen) bestaande hondenpoepafvalbakken aangeduid, maar een echt plan is er niet. Er zijn plannen om die wel op de website te plaatsen. In de infokrant (die jaarlijks uitgegeven wordt) verschijnt af en toe ook een artikel over hondenpoep.
Hondentoiletten en losloopweides zijn er niet in Harelbeke. Vroeger waren er enkele maar een aantal jaar geleden heeft het stadsbestuur beslist alle hondentoiletten te verwijderen daar ze niet gebruikt werden. De reden hiervoor is niet duidelijk. Misschien waren de toiletten niet proper genoeg of moesten de hondenbaasjes te ver lopen? Vooral oudere mensen beseffen nog niet goed dat kak in de bak moet. Het stadsbestuur installeerde ondertussen op meer dan twintig verschillende plaatsen hondenpoepbakken met dispensers van ondenpoepzakjes. Hiermee gepaard gaande werd in 1999 het politiereglement aangevuld met een rubriek 'Dieren'.
Om de 3 maanden voert de politie actie betreffende een bepaald thema en vorig jaar kwam de hondenpoepproblematiek nog eens aan bod. De politie ging de straat op en sprak de hondeneigenaars aan. In 2006 is er ook een kleine campagne gevoerd in samenwerking met de stedelijke milieuraad.
De onderhoudsdienst zorgt voor de wekelijkse lediging van de hondenpoepafvalbakken en de inhoud wordt bij het restafval gegooid en tenslotte verbrand. Cijfers over de jaarlijkse hoeveelheid hondenpoep die opgehaald worden zijn jammer genoeg niet beschikbaar. Aan de hondenpoepafvalbakken zijn ook gratis hondenpoepzakjes beschikbaar. Jammer genoeg profiteren veel mensen hiervan en nemen er veel meer dan nodig vandaar dat er nu overal stickers aangebracht werden. Deze poepzakjes zijn ook te koop op het stadhuis (€ 5 voor 200). Harelbeke heeft ook problemen met sluikstorten (mensen dumpen hun huisvuil in de hondenpoepafvalbakjes). Dit probeert het stadsbestuur op te vangen door het 43
tijdstip van ledigen bij te houden en na te gaan wanneer de betreffende hondenpoepafvalbak weer propvol zit (vb.: dinsdagmorgen wordt de bak geleegd en ’s middags zit het alweer vol, klopt niet, in het oog houden). De opening verkleinen zodat enkel nog de hondenpoepzakjes erdoor kunnen zou hier misschien een betere oplossing zijn.
Er worden geen acties ondernomen om de identificatie en registratie van de honden na te gaan. Uit cijfers blijkt dan ook dat niet alle honden gechipt zijn (Harelbeke telt 26 000 inwoners en 2 307 gechipte honden. Als we aannemen dat ongeveer 10% een hond heeft, zouden 2 600 honden geïdentificeerd en geregistreerd moeten zijn, wat hier niet het geval is ). Enkel gevonden loslopende honden worden gecontroleerd op het al dan niet hebben van een chip.
Er zijn geen echte probleemzones in Harelbeke. De meeste hondenpoep ligt niet op het voetpad, maar wel op grasvelden, tussen de beplanting en in parken. Als er een klacht binnen komt en het is geweten wie de dader is, wordt de wijkagent gecontacteerd. Wel gebeurt het soms dat een ganse straat aangeschreven wordt (politiereglement, locatie hondenpoepafvalbakken, …). Er komen slechts 1-2 klachten per jaar binnen. Het is wel een thema dat in de milieuraad veel aan bod komt. De mensen kunnen een klachtenfiche invullen in het stadhuis.
GAS-ambtenaren zijn er nog niet, maar de zoneverantwoordelijke van de groendienst is wel gemachtigd om de hondeneigenaars aan te spreken over het al dan niet bij hebben van een hondenpoepzakje.
De inwoners kunnen zelf een aanvraag indienen voor het al dan niet bijplaatsen van een hondenpoepafvalbak. Eerst wordt nagegaan of er al dan niet al een afvalbak in de buurt aanwezig is en vervolgens wordt eventueel overgegaan tot de plaatsing ervan. Vooral bij pleintjes en langs wandelpaden staan de hondenpoepafvalbakken opgesteld.
44
1.3.4.2
Verordeningen in het politiereglement
Het is de bezitters van dieren of diegenen aan wie de zorg over deze dieren werd toevertrouwd verboden deze op de openbare weg te laten lopen zonder de nodige voorzorgen te nemen om deze te beletten de veiligheid of het gemak van doorgang te verstoren. Honden dienen binnen de bebouwde kom steeds aan de leiband te worden gehouden. Bovendien is de toegang met honden verboden op alle al dan niet omheinde speelpleinen en speelruimten.
Ronddolende en zonder meester aangetroffen dieren zullen door de politie worden opgesloten. De eigenaars van de gevangen dieren - zo zij gekend zijn - zullen hierover worden gewaarschuwd. Die dieren kunnen naar een aangepaste instelling worden gebracht. Is het dier ziek, zwaar gewond of gevaarlijk, dan mag het worden afgemaakt. De kosten zullen worden verhaald op de eigenaar/bezitter.
De eigenaars, bewakers of bewaarders moeten er zorg voor dragen dat hun honden het openbaar domein en andermans privaat domein (ter vervanging van huisdrempels, gevels, stoepen, openbare wegen en graspleinen) niet bevuilen met hun uitwerpselen. De eigenaar of begeleider moet steeds in het bezit zijn van een zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van zijn dier. Het zakje moet op het eerste verzoek van de bevoegde personen die toezicht houden op de uitvoering van dit reglement kunnen worden getoond. De eigenaar of begeleider van honden is verplicht altijd en overal de uitwerpselen van de hond onmiddellijk te verwijderen met behulp van een daartoe bestemd zakje. De eigenaar of begeleider kan daartoe gebruik maken van zakjes die hij zelf aanschaft. Verder kan hij ook gebruik maken van de zakjes die ter beschikking worden gesteld via de zakjesverdelers. Deze zakjesverdelers zijn aangebracht aan de verschillende hondenpoepbakken die op het openbaar domein voorzien zijn. De eigenaar of begeleider dient zelf in te staan voor de verdere verwijdering van de hondenpoepzakjes. Ze kunnen enkel, stevig dichtgeknoopt, worden gedeponeerd in de daartoe speciaal voorziene bakken. Uitzondering aan deze verplichting wordt gemaakt voor begeleiders van een geleidehond.
De overtreders worden beboet, op dezelfde manier als sluikstorten van zeer klein afval, met 13 euro per overtreding. In zitting van 25 januari 2007 werd het algemeen politiereglement aangepast: begeleiders van honden zijn verplicht een
45
zakje voor het verwijderen van uitwerpselen van hun dier in bezit te hebben. Het zakje dient op het eerste verzoek van de politie te worden getoond.
Het is de bezitters van honden of diegenen aan wie de zorg over deze honden werd toevertrouwd, verboden deze onbewaakt te laten rondlopen zowel op de openbare wegen, als op andere plaatsen. Een hond wordt als onbewaakt beschouwd wanneer hij niet bestendig onder controle is. Alle honden die niet aan de leiband gehouden worden, moeten voorzien zijn van een halsband, met vermelding van de naam en het adres van de eigenaar/bezitter.
Het is verboden met honden van het ras Pitbull Terriër op het grondgebied van Harelbeke te komen, te verblijven of er dergelijke honden te houden. Het is ook verboden honden op te hitsen om ze tegen mensen, andere honden of dieren te doen vechten, ze te doen aanvallen, ze te vervolgen, bang of woest te maken.
46
1.3.5
Blankenberge
1.3.5.1
Algemene informatie Blankenberge telt ongeveer 18 000 inwoners, maar in de zomermaanden wordt dit aantal bijna met tien vermenigvuldigd door de vele toeristen die de stad komen bezoeken. Afval is vanzelfsprekend een groot probleem, waar de hondenpoepproblematiek deel van uit maakt. Er zijn weinig folders, flyers, … beschikbaar voor de inwoners. In het driemaandelijks magazine Info Blankenberge verschijnt af en toe een artikel omtrent de hondenpoepproblematiek. Ook in de toeristische brochure over afval worden regelmatig artikels gepubliceerd over hondenpoep (ook de inplanting van alle hondenpoepbuizen), dan vooral gericht naar de toeristen want deze vormen de grootste groep ‘te sensibiliseren personen’. Deze informatie kunnen de mensen bekomen op de werkplaats van Openbare Reinheid (hier kunnen inwoners ook terecht met vragen), VVV-kantoren en via de website.
In Blankenberge gebruikt men hondenpoepbuizen i.p.v. hondenpoepafvalbakken. Dit zijn metalen buizen met een diameter die iets kleiner is dan een blikje zodat er geen misbruik kan ontstaan onder de vorm van sluikstorten van huisafval. De werknemers van Openbare Reinheid staan in voor de plaatsing, onderhoud en reiniging van de hondenpoepbuizen. Figuur 6: hondenpoepbuis in Blankenberge
47
Op de website is een kaart beschikbaar waarop alle afvalrecipiënten aangeduid staan. De afvalbakken staan zo ingeplant dat er binnen een straal van 250 m een afvalbak bereikbaar is. De hondenpoepbuizen worden dagelijks geleegd. Vooral tijdens de winter vormt hondenpoep een groter probleem: het is kouder en de dagen zijn korter waardoor er minder sociale controle is, bovendien wandelen de hondeneigenaars niet zo ver (vb. tot aan de volgende hondenpoepbuis). De toestellen die instaan voor de reiniging van de voetpaden (en het opruimen van de hondenpoep) werken niet bij vriesweer (werken op basis van water) en bovendien ontstaat er bij gebruik tijdens vriesweer gevaar voor ijsvorming op het voetpad. In 1995-1996 voerde Blankenberge de “hondenpoepmotoren” (idee komt van Parijs overgewaaid) in voor de opruiming van hondenpoep. Tegenwoordig zijn de 2 motors vervangen door quads. Het grote nadeel van die motors is dat er iemand beschikbaar moet zijn met een motorrijbewijs.
Figuur 7: hondenpoepquad in Blankenberge
Bovendien zorgde de instabiliteit soms voor problemen wanneer deze volgeladen was met hondenpoep. Bestuurders van de hondenpoepmotor (of –quad) dienen handige chauffeurs te zijn daar er met 1 hand dient gereden te worden (aangezien de andere hand het toestel bedient). Deze motors (of quads) zijn uitgerust met een soort stofzuiger die tezelfdertijd water op de drol spuit en hem vervolgens opzuigt.
48
Figuur 8: hondenlosloopweide in Blankenberge
Blankenberge telt 1 losloopweide (sinds 2008, gelegen in de Jan Van Puttelaan) met enkele ‘hondenspeeltoestellen’ en waar verschillende poepbuizen opgesteld staan. Hier werden gratis hondenpoepzakjes verdeeld maar wegens het grote misbruik werd dit initiatief stopgezet. Vooral hondenliefhebbers maken intensief gebruik van deze weide, er is meer sociale controle en de gebruikers respecteren de reglementen (hondenpoep moet opgeruimd worden). Burgers dienen dan ook te allen tijde een zakje bij te hebben om de hondenpoep mee op te ruimen. Verspreid over het toeristisch centrum vind je elektronische infoborden. Daarop worden evenementen, acties en wijzigingen in de afvalkalender meegedeeld. Op dit moment telt Blankenberge nog 29 hondentoiletten, 63 poepbuizen, 66 afvalbakken en 36 groencontainers. In de toeristische afvalgids staan de locaties van deze voorzieningen aangeduid. Vroeger werd aan de hand van de hondenbelasting bepaald waar de meeste honden te vinden waren. Aan de hand van die gegevens werden op de betreffende plaatsen de meeste voorzieningen geplaatst. Sinds de hondenbelasting afgeschaft is, worden de zwarte gaten in de voorzieningen opgevuld en nagegaan welke voorzieningen op welke plaatsen nodig zijn. Ook de inwoners zelf kunnen een aanvraag indienen (gebeurt ook heel vaak), waarna na een evaluatie eventueel overgegaan wordt tot de plaatsing van een hondenpoepbuis.
49
De hondentoiletten worden dagelijks schoongemaakt door 2 ploegen en wekelijks ontsmet (ontgeurd) met Capturine®. Hiervoor dragen de werkmannen gewone werkkledij en handschoenen. Er worden ook statistieken bijgehouden van het aantal drollen die opgehaald worden uit de hondenpoepbuizen en -toiletten. Aan de hand van die gegevens wordt dan overwogen om op bepaalde plaatsen nog hondenpoepbuizen bij te zetten. Blankenberge telt nog geen GAS-ambtenaren, wel beëdigde ambtenaren (zeker telkens 1/dag op pad). Deze ambtenaren achterhalen alle vormen van zwerfvuil en trachten uit te zoeken wie de dader is. Hiervoor werken ze samen met de politie. De ambtenaren stellen vast en de politie handelt af (316 gevallen in 2009). Tijdens de zomer vinden ’s morgens en ’s avonds verscherpte controles plaats (momenten waarop de honden meestal uitgelaten worden). Op de dijk worden borden geplaatst met de vermelding dat honden niet toegelaten zijn op het strand (van Pasen tot 1 september). Vooral de preventiedienst staat in voor de sensibilisatie van de hondenbaasjes. Indien de hondenpoep wel opgeruimd wordt, ontvangen de eigenaars een kleine beloning (vb. hondenpoepzakjes of een sleutelhanger). Acties omtrent de identificatie en registratie van honden worden niet gehouden ( uit cijfers blijkt dat de meeste honden geregistreerd staan bij BVIRH, 2 424 honden t.o.v. 18 175 inwoners). De meeste klachten komen binnen via e-mail, brief, klachtenformulier of telefonisch. Het aantal is sterk gedaald in vergelijking met vroeger (er komen ook positieve e-mails binnen). Sommige mensen zijn gevoeliger voor de hondenpoepproblematiek zoals de 2
de
verblijvers (aan de jachthaven). Zij zijn hier op vakantie en verwachten dan ook om op hun wenken bediend te worden. Vaak ruimen zij de hondenpoep bovendien meestal zelf niet op! Ook toeristen zijn moeilijk te sensibiliseren aangezien ze slechts gedurende een korte periode in Blankenberge verblijven. Het laten opruimen van de hondenpoep brengt soms een tweestrijd teweeg. Aan de ene kant kan je de drol pas opruimen als hij er effectief ligt. Aan de andere kant geef je onbewust het signaal dat de eigenaar het niet moet doen want het wordt door Stad gedaan.
50
Ook is er een groot verschil tussen de aanwezigheid en de beleving van afval! Vb.: de Kerkstraat is een donkere, smalle straat en hoe weinig afval er ook ligt, de mensen zijn heel vlug geneigd te zeggen dat het daar vuil is.
1.3.5.2
Dagje mee met de hondenpoepbrigade De hondentoiletten worden 7 dagen op 7 schoongemaakt, wekelijks ontgeurd met Capturine®, maandelijks gefreesd (om te voorkomen dat de grond te hard aangestampt raakt) en jaarlijks ververst (dolomiet). Blankenberge wil in de toekomst het aantal hondentoiletten afbouwen en vervangen door hondenpoepbuizen (vooral in het centrum). Honden mogen niet los lopen op het strand tijdens de periode van Pasen tot september. De stad telt op dit moment 69 hondenpoepbuizen. Deze buizen hebben een kleinere diameter dan die van blikjes om sluikstorten te voorkomen maar Aquarius flesjes kunnen er jammer genoeg wel in. Deze buizen werden ontworpen door een architect en voor het eerst in Blankenberge in gebruik genomen.
De hondenpoepquad wordt gebruikt om poep op straat op te ruimen, evenals de gluton die vooral ingezet wordt om het zwerfvuil aan te pakken.
Figuur 9: glutton in Blankenberge
Beëdigde ambtenaren zijn een grote hulp in de strijd tegen hondenpoep. Zij zijn bevoegd om retributies uit te schrijven (€ 62) en focussen zich vooral op preventie.
51
Er rijzen plannen om over de ganse kustlijn dezelfde afvalbakken en dispensers te plaatsen. Momenteel lopen er onderhandelingen over de aankoop van een geschikt type. In Blankenberge vormen vooral de toeristen een grote probleemgroep. Daarom is preventie vooral op deze doelgroep gericht (maar ook het moeilijkste te bereiken). 4x per jaar wordt de toeristische afvalgids in verhuurappartementen verdeeld. Tijdens de schoonmaak van de hondentoiletten en de hondenpoepbuizen wordt een schatting gemaakt van het aantal drollen en bijgehouden op een lijst (zie bijlage 2 en bijlage 3). Op basis van die gegevens wordt nagegaan of een bepaald hondentoilet veel of weinig gebruikt wordt en zo eventueel overgegaan tot het al dan niet verwijderen ervan. Wanneer dit gebeurt, komt er een hondenpoepbuis in de plaats. Indien er telkens veel hondendrollen liggen wordt die bepaalde hondentoilet 2x per dag gereinigd.
Blankenberge telt verschillende diensten:
- technische dienst (is verantwoordelijk voor het onderhoud van de hondentoiletten en hondenpoepbuizen); - plantsoendienst; - elektriciens; - schilder; - loodgieters; - schrijnwerker
Figuur 10: hondentoilet in Blankenberge
De hondentoiletten zijn omheind met klimop of struiken. Dit zorgt voor een mooier straatbeeld, meer privacy voor eigenaar en hond en gaat de geurhinder tegen.
52
Voor elk toilet wordt een nieuwe vuilniszak gebruikt. Deze zakken worden in de container gedeponeerd en vervolgens naar de verbrandingsoven van Brugge gebracht. In de toiletten is vaak kattenbakvulling te vinden, wat hier natuurlijk niet in thuis hoort.
Figuur 11: ‘de hondenpoepbrigade’
De hondenpoepbuizen worden ook dagelijks geleegd (en de kakjes geteld), gereinigd met Capturine® en eventueel uitgespoten met een hogedrukreiniger. Er is een aparte wagen en ploeg voor het reinigen van de hondentoiletten en de hondenpoepbuizen. De maandag zijn er opvallend meer drollen te vinden in de hondentoiletten. Dit omdat de reinigingsdienst tijdens het weekend slechts tot 12 u werkt en er dus geen tijd is om de drukst bezochte hondentoiletten 2x te reinigen (tijdens de week gebeurt dit wel). De hondenpoepbuizen zijn nu al een 5-6 jaar in gebruik en de stad is er heel tevreden over.
53
1.3.6
Ieper
1.3.6.1
Algemene informatie Voor de inwoners zijn er geen brochures en folders over hondenpoep beschikbaar. Wel een brochure betreffende sterilisatie en castratie van katten. Een centraal info punt waar de huisdiereigenaars met hun vragen terecht kunnen is er dusdanig niet maar er is wel de mogelijkheid tot het stellen van vragen via de milieudienst en het dierenasiel.
Om de 2 jaar verschijnt een artikel in de afvalkrant over hondenpoep. Meestal gaat het om een kleine campagne. De laatste campagne was: ‘Propere hondenbaasjes’, waarvoor de politie haar medewerking verleende. Indien de hondenbaas de poep van zijn geliefde viervoeter opruimde, ontving het baasje een kleine attentie.
De stad Ieper telt 6 hondentoiletten die wekelijks schoongemaakt worden (zowel 5
winter als zomer). In de binnenstad gebeurt dit door Ieperrein en in de deelgemeenten door de groendienst. Specifieke controles i.v.m. de contaminatie van het leefmilieu gebeuren niet, wel visuele controles door de groendienst. De dolomietbodem wordt opgeharkt en gedesinfecteerd (ontgeurd) met Capturine®. De hondendrollen die opgehaald worden uit de hondentoiletten worden via het restafval verwijderd (verbrand). Exacte cijfers over het aantal hondendrollen dat opgehaald wordt zijn niet beschikbaar. De hondentoiletten zijn afgebakend met houten palen. Een plan met de inplanting van de hondentoiletten is te vinden in het tijdschrift Wegwijs. Hondenweides zijn er niet te vinden. Er wordt wel overwogen om er eventueel een in te richten op de Esplanade. De voorstellen voor het al dan niet plaatsen van een hondentoilet/weide/hondenpoepafvalbak komen vanuit de dienst en worden niet weerhouden indien er geen garantie is op gebruik ervan.
Het Astridpark is een probleemgebied maar dan voornamelijk naar de hoveniers toe. De meeste hondenpoep is vooral te vinden in het gras en tussen de struiken. Ook op de vesten lopen vele honden los en daarmee gepaard gaande is er ook meer hinder van niet-opgeruimde hondenpoep. De vestingwachter (zie bijlage 8)
5
Ieperrein: schoonmaakbedrijf gevestigd in Brugge
54
spreekt de baasjes die de hondenpoep niet opruimen wel aan. De stad beschikt niet over een “hondenpoepmotor” of iets dergelijks.
Echt grote campagnes zijn er nog niet gehouden in Ieper. Wel wordt occasioneel via wijkwerking de hondenpoepproblematiek aangepakt. Zo werd al een brief rondgestuurd (naar de bewoners van een bepaalde wijk) met alle nodige informatie over honden(poep). Het restafval wordt bij ophaling gewogen en afgerekend. De inwoners hebben een container met chip en betalen € 0,17/kg. Sommige inwoners werken nog met de klassieke vuilniszakken; deze worden niet gewogen.
Er is geen verschil in het aantal en soort klachten die binnenkomen in vergelijking met vroeger. De meeste klachten hebben te maken met hinder door hondenpoep en vuile voetpaden en komen binnen via de milieudienst, de groendienst en de politie (stadswachten als aanspreekpunt) binnen.
1.3.6.2
Verordeningen in het politiereglement Artikel 4.6.2 In de openbare parken en wandelpaden is het verboden honden te laten loslopen of deze met de leiband op de aanplantingen te leiden en er schade aan te richten. Honden, zelfs aan de leiband gehouden, worden niet toegelaten op de speelpleinen en in andere openbare ruimten ingericht of bestemd om er kinderen te laten spelen.
Artikel 4.7.1 De bossen, eigendom van een openbaar bestuur, die voor het publiek opengesteld worden, zullen het gehele jaar van zonsopgang tot zonsondergang uitsluitend en alleen voor voetgangers toegankelijk zijn. Tussen zonsondergang en zonsopgang is het de bezoekers verboden in het bos te verblijven. Honden moeten aan de leiband gehouden worden.
55
Artikel 7.2.1 De honden moeten steeds aan een leiband gehouden worden op de openbare weg, in openbare plaatsen en in de parken voor zover het bebouwde kommen betreffen. De honden moeten tevens een halsband dragen waaraan de medaille is bevestigd die uitgereikt wordt bij de betaling van de provinciale belasting.
Artikel 7.2.2 Kwaadaardige honden moeten bovendien een stevige muilband dragen.
Artikel 7.2.3 Dwalende of verloren honden, die gevangen worden, zullen in het stedelijk schuthok opgesloten worden indien hun eigenaar niet gekend is. Indien ze drager zijn van een halsband waarop het adres van de eigenaar voorkomt, zal de politie de eigenaar verwittigen, die zal gehouden zijn de hond binnen de veertien dagen weg te halen en de kosten van onderhoud te betalen. Geeft de eigenaar geen gevolg aan deze verwittiging binnen de gestelde termijn, dan zal dit verondersteld worden, dat de eigenaar afstand doet van zijn dier. Honden die geen eigenaar meer hebben en die geruime tijd in het schuthok verblijven zonder dat een derde, buiten de dienst van de dierenbescherming, zich erom bekommert, zullen door een veearts mogen afgemaakt worden.
Artikel 7.2.4 In de bebouwde kommen, de woonwijken en in de aaneen gebouwde huizen, zijn de houders van honden verplicht te zorgen dat hun dieren, zonder de wil van hun eigenaar, niet op de openbare weg kunnen komen of in de aanhorigheden en tuinen van de buren.
Artikel 7.2.5 De eigenaars of bewakers van honden, moeten ervoor zorgen dat hun honden de drempels, de voetpaden en de gevels niet bevuilen met hun uitwerpselen. In voorkomend geval zijn zij ertoe gehouden de uitwerpselen zelf te verwijderen en de plaats te reinigen.
56
Artikel 7.2.6 Het is verboden met honden van het ras Pit Bull Terriër (of Amerikaanse Staffordshire-Terriër) op het grondgebied van de gemeente Ieper te komen, te verblijven of er dergelijke honden te houden.
57
1.3.7
Brugge
1.3.7.1
Algemene informatie In Brugge bestaan er flyers en raamaffiches over honden en hondenpoep en het stadsbestuur is volop bezig met het ontwerp van een nieuwe mascotte voor de hondenpoepproblematiek. In het voorjaar van 2011 zou deze gelanceerd worden. Informatie over honden en hondenpoep kunnen de inwoners bekomen aan de infobalie (waar ook allerhande info omtrent de stad kan verkregen worden) en bij de Dienst Leefmilieu. Er zijn geen informatiekiosken in de stad. Er zijn enkel affiches beschikbaar die meegegeven worden met de personen die een klacht indienen.
De gemeenschapswachten spelen een belangrijke rol in de strijd tegen hondenpoep. Geregeld worden acties gehouden om het hondenpoepprobleem in de stad aan te pakken. Een dergelijke campagne bestaat uit 4 fases: gedurende de 1ste fase worden mobiele borden geplaatst op plaatsen waar er veel hondenpoepoverlast is, gedurende de 2de en 3de fase spreken de gemeenschapswachten mensen aan en rapporteren ze en in de laatste fase stelt de politie zich verdekt op om overtreders op heterdaad te betrappen.
Tot op heden bestaat er nog geen centraal info punt waar zowel honden- als niethondeneigenaars terecht kunnen met vragen maar er zijn plannen om een e-loket op te richten waar mensen via e-mail hun vraag kunnen stellen. Sinds juni 2009 is er wel een meldpunt; dit is een soort digitale klachtenfiche die via de algemene website gedownload kan worden en waarop inwoners hun klacht/vraag kwijt kunnen. Deze meldingen komen binnen bij de dienst informatica die de vraag/klacht dan doorstuurt naar de betreffende dienst.
Een hondenpretpark is er ook niet.
Op basis van de overlast (ervaren en aangegeven door de inwoners of wijkagenten) wordt overgegaan tot het al dan niet plaatsen/verwijderen van een hondentoilet/hondenpoepbak/hondenloopweide.
58
Er zijn 30 sensibilisatieborden over hondenpoep beschikbaar die op vraag van de inwoners geplaatst kunnen worden waaronder 8 vaste op 4 vaste locaties (Kolenkaai, Zeebrechtspark, Edgar Desmedt plantsoen en de Rederskaai) en 22 mobiele (waarvan er nog slechts 12 overblijven ten gevolge van diefstal).
De stad telt 4 hondentoiletten (Sint-Amandsplein, Baliestraat, Annuntiatenstraat en de Watervlietstraat) en 1 hondenloopweide (Gulden Kamer). Frederik Geers is verantwoordelijk (Dienst Leefmilieu) voor de hygiëne en reiniging van de hondentoiletten en hondenpoepafvalbakken. De hondentoiletten worden dagelijks met uitzondering van het weekend schoongemaakt. De plaspaal wordt wekelijks besprenkeld met FrescureExtract®. De stadswerklieden dragen hierbij gewone stadswerkkledij en –handschoenen. Vooral tijdens de vakanties onderneemt de stad maatregelen gericht naar toeristen (want deze groep vormt het grootste probleem) om het hondenpoepprobleem aan te pakken. In Zeebrugge worden hondenpoepzakjes uitgedeeld en ontvangen de eigenaars die de hondenpoep opruimen hondensnoepjes als beloning. Er is geen hondenpoepmotor beschikbaar en er worden geen acties betreffende de identificatie en registratie van honden georganiseerd.
1.3.7.2
Verordeningen in het politiereglement
Artikel 1 Honden moeten aan de leiband gehouden worden op de openbare wegen, op het openbaar domein, in de duinen, op de zeedijk, op de begraafplaatsen en op het strand in de zone waar en in de perioden wanneer honden er toegelaten zijn.
Artikel 2 Het is de eigenaars of begeleiders van honden die agressief of geneigd zijn te bijten, verboden met deze dieren op de openbare weg, het openbaar domein, de duinen, de zeedijk, de begraafplaatsen, het strand op de plaatsen waar en in de perioden wanneer honden er toegelaten zijn of in de voor het publiek toegankelijke plaatsen te komen, indien deze honden niet voorzien zijn van een muilband.
59
Artikel 3 Met uitzondering van blinden of andere gehandicapten met hun geleidehond is de toegang met honden verboden tot:
-
de stedelijke zwembaden;
-
de speelpleinen;
-
de sportvelden en sporthallen;
-
het strand en de zee tijdens de periode vanaf 15 maart tot en met 30 september op het gedeelte ten noordoosten begrensd door de havendam en ten zuidwesten door de terminus van de zeedijk.
Artikel 4 De eigenaars of begeleiders van honden moeten er voor zorgen dat hun hond(en), de openbare wegen, het openbaar domein, de duinen, de zeedijk, het strand, de parken, de plantsoenen, de trottoirs, de wandelwegen en de private eigendommen niet bevuilen met hun uitwerpselen. Op al deze vermelde plaatsen moeten de eigenaars of begeleiders steeds in het bezit zijn van een zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van hun dier. Uitzondering aan deze verplichting wordt gemaakt voor blinden of andere gehandicapten met geleidehond. Het zakje moet een minimum afmeting van 20 cm op 30 cm hebben en moet dichtgeknoopt kunnen worden. Het zakje moet op het eerste verzoek van de politie getoond worden. De eigenaars of begeleiders van honden zijn verplicht op al deze plaatsen de uitwerpselen van de hond onmiddellijk te verwijderen met behulp van het daartoe bestemde zakje. De bepalingen van dit artikel ontslaan de aangelanden niet van hun verplichting de bepalingen betreffende het rein houden van de stad na te leven.
Artikel 5 Het verbod van toegang met honden wordt kenbaar gemaakt door middel van een rond bord in witte kleur met rode rand en zwart symbool.
60
Artikel 7 Voor zover door wetten en algemene of provinciale reglementen of besluiten die op dit vlak bestaan geen andere straffen voorzien zijn, worden de inbreuken op deze verordening bestraft met een gevangenisstraf van één tot zeven dagen en met een geldboete van één tot vijfentwintig frank of met één van deze straffen alleen.
61
1.3.8
Roeselare
1.3.8.1
Algemene informatie Inwoners kunnen informatie over honden en hondenpoep bekomen bij de Milieudienst en de Stedelijke Werkplaatsen. De Stad beschikt over een flyer om de mensen te sensibiliseren over hondenpoep alsook banners om de mensen aan te sporen de hondenpoep op te ruimen. Op de Milieudienst zijn ook affiches te verkrijgen en uniek in vermoedelijk gans Vlaanderen “hondenpoepvlagjes” (kleine vlagjes met de afbeelding van een hond die zijn behoefte doet met een streep erdoor die men bij overlast van hondenpoep in de drol kan aanbrengen. Op die manier wordt de hondendrol visueel extra benadrukt en wordt de overtreder ermee geconfronteerd.). Via de website is er een meldpunt dieren, waar inwoners zeker terecht kunnen met hun vragen betreffende honden (wat tot nu toe het meest gebeurt). Met klachten kunnen ze op de Milieudienst, bij de Stedelijke Werkplaatsen, het sociaal huis Wel-Wel, de wijkwerking, de klachtenmelding op de website van de stad of via het info punt terecht. De meeste klachten gaan over hondenpoep in de winkelstraten en op de stoep en komen vooral ’s middags en ’s avonds binnen; dit zijn de momenten waarop de meeste mensen hun hond uitlaten. Voornamelijk ’s avonds laat wanneer de hond nog een laatste keer wordt uitgelaten. De sociale controle is dan veel minder en zo wordt er dan ook minder hondenpoep opgeruimd. Het aantal klachten is verminderd ten opzichte van vroeger, vermoedelijk omdat er zoveel aandacht aan deze problematiek besteed wordt en er zoveel acties ondernomen worden. De meeste klachten over hondenpoep zijn afkomstig van een ouder publiek, maar het is niet eenvoudig om hier zicht op te krijgen. Verspreid over de stad staan elektrische infoborden waarop boodschappen en campagnes over o.a. hondenpoep kunnen meegedeeld worden.
Roeselare beschikt noch over een hondenlosloopweide noch over hondentoiletten daar het stadsbestuur deze toiletten niet proper en onhygiënisch acht. Bovendien brengen hondentoiletten meer werk met zich mee op het gebied van onderhoud en reiniging en zorgen ze vaak voor geuroverlast.
62
Alle hondeneigenaars dienen altijd een hondenpoepzakje bij zich te hebben, de hondenpoep zelf op te ruimen en in de gemeentelijke afvalbakken te gooien. Er worden geen speciale hondenpoepafvalbakken voorzien daar de gewone afvalbakken op regelmatige tijdstippen geleegd worden.
Er werden al verscheidene sensibilisatiecampagnes gehouden betreffende hondenpoep zoals het uitdelen van flyers, het ophangen van banners, het publiceren van persartikels in het info blad en een speciale editie van de 6
zwerfvuilopkuisdag , volledig gewijd aan de hondenpoepproblematiek.
Wanneer mensen betrapt worden door een GAS-ambtenaar bij het niet opruimen van hondenpoep riskeren ze een administratieve geldboete van € 60.
Stad Roeselare beschikt niet over een hondenpoepmotor.
Echte probleemgebieden zijn er niet. Wel wordt er meer hondenpoep waargenomen in de groenzones en plaatsen waar er minder bebouwing is (langs lange muren, …).
Acties betreffende de identificatie en registratie van honden worden niet georganiseerd.
1.3.8.2
Verordeningen in het politiereglement
Artikel 2.2.1.2 a) Honden moeten aan de leiband gehouden worden op de openbare weg en op het openbaar domein van de stad, zowel binnen als buiten de bebouwde kom. Het College van Burgemeester en Schepenen kan afwijkingen voorzien voor plaatsen waar dit verbod niet geldt; b) de eigenaars of houders van dieren moeten er zorg voor dragen dat hun dieren de parken en plantsoenen, huisdrempels en gevels, straten en
6
De jaarlijkse grote zwerfvuilopkuisactie, die i.s.m. met scholen, particulieren, verenigingen, wijkcomités
en bedrijven doorgaat, is vooral een sensibiliserende en symbolische actie om de burger dichter te betrekken bij het beleid van de stad en de burgerzin van omwonenden en gebruikers aan te scherpen ten behoeve van de strijd tegen het zwerfvuil.
63
trottoirs, wandelwegen en sportvelden, gelegen binnen de bebouwde kom, niet bevuilen met hun uitwerpselen; c) de begeleiders, met uitzondering van de blinden en rolstoelgebruikers, moeten steeds in het bezit zijn van een zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van hun dier. De gebruikte zakjes betreffen enerzijds de hiervoor in de handel te koop aangeboden zakjes en anderzijds plastiek zakjes die een minimum afmeting van 20 cm op 20 cm hebben zodat ze dichtgeknoopt kunnen worden. Het zakje moet, op eerste verzoek van de politie, vertoond worden. De begeleiders van de honden, met uitzondering van de blinden en rolstoelgebruikers, moeten de uitwerpselen van hun hond onmiddellijk verwijderen met het zakje; d) de bepalingen van punten c en d ontslaan de aangelanden niet van hun verplichting betreffende reiniging.
64
1.3.9
Tongeren
1.3.9.1
Algemene informatie In de jaren ‘90 werden er in de gemeente 3 hondentoiletten aangelegd. Hiervan is er al één opgedoekt. De resterende hondentoiletten zullen op termijn ook verwijderd worden. De reden hiervoor is dat ze weinig gebruikt worden en het stadsbestuur ze onhygiënisch acht. De toiletten worden elke dag door de technische dienst van de stad schoongemaakt. Vanaf juni dit jaar werd de nieuwe hondenloopweide in gebruik genomen. Deze bevindt zich op een stuk grond die gehuurd wordt van een particulier. Locatie: Oude Blaarstraat, dicht bij het centrum aan de ingang van het natuurgebied de Kevie. Er werd een toegangspoort, 3 zitbanken uit gerecycleerd materiaal en een hondenpoepafvalbak voorzien. Ook hier geldt de opruimplicht. De technische dienst staat in voor het ledigen van de hondenpoepafvalbakken en een plaatselijke aannemer is verantwoordelijk voor het onderhoud van de loopweide.
Er zijn geen cijfers beschikbaar van de opgehaalde hoeveelheid hondenpoep.
De stad Tongeren heeft een overeenkomst met het dierenasiel Sint-Truiden die een permanente dienst van 24 op 24 uur heeft waarbij alle loslopende honden en katten (na telefonisch contact met de politie) door hen worden opgehaald.
Er werden in het verleden regelmatig klachten in verband met hondenpoep bij de milieudienst gemeld (vooral overlast in het centrum). Tegenwoordig gebeurt dit nog sporadisch.
In 2009 was er een actie in samenwerking met Bayer waarbij 6 000 potjes met hondenpoepzakjes (de Doggybag) werden verspreid onder de Tongerse bevolking via de dierenartsen, de apothekers, het administratief centrum "Praetorium" en de politie. Jaarlijks houdt de politie ook in het voor- en in het najaar een grote hondenpoepactie. Lokale politieagenten (in burger) voeren dan gedurende één maand controles uit op het gebruik van de hondenpoepzakjes. Ook via het GAS (gemeentelijke administratieve sancties) wordt het hondenpoepprobleem aangepakt en PV’s opgesteld. 65
In de woonwijken Paspoel, Nieuw-Tongeren en De Locht kan men gratis gebruik maken van dispensers van hondenpoepzakjes met bijhorende hondenpoepafvalbak. Op deze manier kunnen in deze sociale woonwijken, waar ten gevolge van de flatgebouwen veel mensen (en honden) op een kleine oppervlakte samenleven, stoepen, speelpleintjes en plantsoenen rein gehouden worden. De (volle) hondenpoepzakjes mogen gedeponeerd worden in de stadsvuilbakjes of de speciaal hiervoor voorziene hondenpoepafvalbakken (sociale wijken).
De gemeente kan de kosten voor het opruimen van de hondenpoep verhalen op de hondeneigenaar via het belasting reglement op het opruimen van sluikstorten.
Er zijn geen cijfers over de hoeveelheid hondenpoep die uit de hondentoiletten opgehaald wordt beschikbaar.
1.3.9.2
Verordeningen in het politiereglement Artikel 49 De eigenaar of begeleider, die zich met een hond op de openbare weg of openbare ruimte bevindt, is verplicht steeds in het bezit te zijn van voldoende zakjes om de uitwerpselen in te bergen. Het zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen moet op het eerste verzoek van de politie getoond worden. Het is de eigenaar of begeleider van een hond verboden het dier zich op de openbare weg of op aanpalende terreinen, van zijn uitwerpselen te laten ontdoen. Indien de hond zich toch op deze plaatsen ontlast, is de eigenaar of begeleider verplicht de uitwerpselen onmiddellijk te verwijderen, in welk geval de overtreding niet sanctioneer baar is. Wanneer de eigenaar of begeleider van de hond weigert de uitwerpselen op te ruimen, mag de bevoegde ambtenaar de nodige maatregelen nemen om de uitwerpselen te laten opruimen op kosten en risico van de eigenaar of de begeleider. Uitzondering aan deze verplichting wordt gemaakt voor blinden met geleidehond of andere personen met een handicap die zelf fysisch niet in staat zijn om de uitwerpselen te verwijderen
66
1.3.10
De Panne
1.3.10.1
Algemene informatie Het stadsbestuur beschikt over de folder “Mijn baasje schept op” en het boekje “Zeg me waar en wanneer”. Beide bevatten algemene informatie over honden en hondenpoep zoals een opsomming van de zones waar honden los mogen lopen en de hondenpoepcampagne van 2009. De folder is opgemaakt in 3 talen (Nederland, Engels en Frans) zodat ook anderstalige toeristen aangesproken worden. Deze informatie kunnen de bewoners verkrijgen aan de infobalie van het stadhuis en via de website. Een centraal infopunt bestaat er niet echt maar zowel honden-als niethondeneigenaars kunnen met hun vragen terecht bij de milieudienst van de Stad (via het e-loket, telefoon of fax). De Panne beschikt niet over informatiekiosken maar doorheen de stad staan ruiters opgesteld met informatie over de grote hondenpoepcampagne van 2009.
Een hondenpretpark is er ook niet te vinden.
De Panne werkt, net zoals Blankenberge, sinds enkele jaren met hondenpoepbuizen. Tegenwoordig beschikt De Panne al over 33 hondenpoepbuizen en 25 hondentoiletten. Er werden bij wijze van pilootproject 3 hondenpoepbuizen geïnstalleerd en grondig geëvalueerd (worden ze effectief alleen voor hondenpoep gebruikt) alvorens overgegaan werd tot de installatie van meerdere. Hiervoor vertrok men van het in kaart brengen van alle afvalbakken in stad. Op basis van deze gegevens werden de zwarte gaten in de voorzieningen opgevuld en nagegaan op welke plaatsen hondenpoepbuizen nodig waren. De plaatsing/verwijdering van een hondenpoepbuis/hondentoilet gebeurt in overleg met de reinigingsdienst, de milieuraad en de inwoners. Zo staan de hondentoiletten op strategische plaatsen geïnstalleerd (zoals langs wandelwegen en pleintjes). De reinigingsdienst is verantwoordelijk voor het schoonmaken van de hondentoiletten en de hondenpoepbuizen. Deze worden gedurende het seizoen (lente, zomer) dagelijks schoon gemaakt, behalve tijdens het weekend. Gedurende de winterperiode gebeurt dit minder frequent (enkel als ze vol zijn). De hondentoiletten worden wekelijks ontgeurd met Capturine®. De reinigingsdienst 67
draagt hiervoor, met uitzondering van handschoenen, geen speciale kledij.
Er zijn geen cijfers over de hoeveelheid hondenpoep die jaarlijks uit de hondentoiletten opgehaald wordt beschikbaar.
Het stadsbestuur ondervindt tijdens de zomer niet meer hinder van hondenpoep achtergelaten door honden van toeristen. Dit in tegenstelling tot Blankenberge waar de hondenpoepoverlast wel enorm toeneemt tijdens de zomermaanden. Net zoals in de meeste gecontacteerde steden zorgt hondenpoep voor een grotere overlast tijdens de winter, dit wegens de verminderde sociale controle. Het stadsbestuur heeft de overlast van hondenpoep op straat onder controle maar op de onverharde wegen naar het strand en in de plantsoenen is wel nog steeds veel hondenpoep te vinden.
Het stadsbestuur heeft al verschillende acties ondernomen om de hondenpoepproblematiek aan te pakken waaronder de grote hondencampagne in 2009. Het startschot van deze campagne werd gegeven met een theatervoorstelling en een hondendag (met allerlei activiteiten met en voor honden zodat honden ook eens op een positieve manier in de belangstelling kwamen te staan). Voor deze campagne werd een folder met een eenvoudig campagnebeeld ontworpen door een ontwerpbureau van De Panne. Het stadsbestuur wilde dit campagnebeeld (zie bijlage), nl. dat de boete voor het niet opruimen van de hondenpoep € 250 bedraagt, in het straatbeeld brengen. Oorspronkelijk was deze campagne sensibiliserend bedoeld maar deze aanpak bleek niet te werken vandaar dat de boete verhoogd werd tot € 250 (om zo ook een schrikeffect te bekomen). Deze maatregel werkt want sindsdien komt er veel minder overlast door hondenpoep voor. De campagne werkte wel met een mascotte maar had, in tegenstelling tot de steden Oostende en Hasselt, geen naam.
In mei 2009 werden verschillende GAS-ambtenaren in dienst genomen. Dankzij de invoering van GAS werd het gemakkelijker om sluikstorten aan te pakken, maar sluikstorten door hondenpoep blijft moeilijk vast te stellen. Deze GAS-ambtenaren zijn ook gemachtigd om hondenbaasjes aan te spreken op het al dan niet bijhebben van hondenpoepzakjes. Indien dit niet het geval is, kan de persoon in kwestie een boete krijgen (startend vanaf € 25, afhankelijk van herhaling). GAS-ambtenaren gaan elke dag de baan op om hondenbaasjes op heterdaad te betrappen, soms zelfs vóór en na de kantooruren. Deze acties verloren na verloop 68
van tijd hun effect daar de GAS-ambtenaren herkend werden. Hierdoor rijzen er plannen om ook de personen van de reinigings- en groendienst de GASbevoegdheid te geven (aanstelling door de gemeente en een vijfdaagse opleiding).
De inwoners nemen soms ook zelf initiatief in de strijd tegen hondenpoep. Zo was er een bepaalde wijk, grenzend aan een natuurgebied, waar veel overlast door hondenpoep was. Als reactie hierop plaatsten de inwoners bordjes met zelf geschreven poëzie. Een ander initiatief bestond erin dat een inwoner op eigen houtje hondenpoep ging opruimen. Deze actie zorgde soms voor wrevel tussen bepaalde inwoners waardoor het stadsbestuur besloten heeft om in de toekomst geen eenpersoonsinitiatieven meer te steunen. Het stadsbestuur werkt ook met een soort “kliklijn”. Wie veel hinder van hondenpoep ondervindt op een bepaalde plaats, kan een telefoontje doen naar de milieudienst. Hierna wordt deze plaats grondig gereinigd (eventueel ook frequenter) en veel ruiters met het campagnebeeld (hoge boetes voor het niet opruimen van hondenpoep) geplaatst. De GAS-ambtenaren worden hier ook van op de hoogte gebracht zodat ze een oogje in het zeil kunnen houden. Tenslotte wordt er ook gecommuniceerd naar de beller. Door deze aanpak kom je in een positieve spiraal terecht en tonen de inwoners ook meer begrip voor de situatie als ze merken dat hun oproep effectief gevolg krijgt.
Het stadsbestuur gebruikt dezelfde signalisatieborden omtrent honden en hondenpoep als in Gent. Deze acht De Panne echter niet echt duidelijk vandaar dat in 2011 nieuwe signalisatieborden op het strand geplaatst zullen worden. Het zullen “dubbele borden” zijn (2 borden boven elkaar die gewisseld kunnen worden) met onderaan een bordje voorzien voor de data (waarop die borden van toepassing zijn). Bovendien zal de hoofdredder (die ook GAS bevoegdheid heeft) van half juni tot half september sensibiliserend op het strand optreden. Dit houdt in dat hij hondeneigenaren die zich met hun hond gedurende die periode op het strand begeven hierop zal aanspreken.
De Panne beschikt niet over een hondenpoepmotor, wel over een Glutton (die ook ingezet wordt om ander zwerfvuil op te ruimen).
69
Echte probleemgebieden zijn er niet. Overlast door hondenpoep in het centrum valt goed mee (mede dankzij de grotere sociale controle). Op de onverharde wegen naar het strand, midden in verkaveling komt hondenpoep nog redelijk veel voor.
Het stadsbestuur organiseert geen acties i.v.m. de identificatie en registratie van honden.
Vroeger kwamen heel veel klachten over hondenpoep binnen maar sinds de campagne van 2009 is dit sterk gedaald. Een duidelijk teken dat de genomen maatregelen werken! Vroeger waren er enkele hardleerse baasjes die weigerden de hondenpoep van hun geliefde viervoeter op te ruimen maar dankzij de hoge boetes (€ 250) leren zij stilaan hun lesje. Doordat het al heel moeilijk is om overtreders op heterdaad te betrappen, laat staan 3x, heeft het stadsbestuur besloten zo’n hoge boetes uit te schrijven bij de eerste overtreding. Op die manier worden de overtreders afgeschrikt en aangespoord om de hondenpoep op te ruimen. Klachten over hondenpoep komen vooral tijdens de winter, ’s avonds en ’s morgens vroeg binnen en zijn afkomstig van zowel inwoners, tweede verblijvers als toeristen. Om aan dit probleem het hoofd te bieden werden GAS-ambtenaren “undercover” op de betreffende plaats ingezet (vb. in het park, in de auto). Het grote nadeel hiervan was dat de GAS-ambtenaren zeer vlug herkend werden en de mogelijke overtreders dus niet op heterdaad betrapt konden worden.
De meest voorkomende problemen i.v.m. huisdieren in het algemeen hebben betrekking op honden die in de auto achter blijven, blaffende honden op appartementen, honden die aan de leiband buiten aan een appartementsblok vastgebonden blijven en het houden van exotische dieren zonder vergunning.
1.3.10.2
Verordeningen in het politiereglement
Artikel 42 Het is verboden honden te laten rondzwerven op de openbare wegen en plaatsen op het ganse grondgebied van de Gemeente.
70
Artikel 43 Honden dienen steeds aan de leiband te worden gehouden en dit op het ganse grondgebied van de Gemeente.
Artikel 44: De toegang met honden is verboden a) Tot de begraafplaatsen, met uitzondering van de blinden of andere gehandicapten met hun geleidehond; b) het gemeentelijk zwembad; c) het strand tussen Canadezenplein en het Monument van Leopold I behalve op de strandterrassen van de etablissementen die langs de Zeedijk gevestigd zijn en binnen de geconcessioneerde stranduitbatingen, onverminderd de bepalingen van art. 43, en dit voor zover de aanwezigheid van honden door de terraseigenaar of concessionaris wordt gedoogd. In dit geval nemen laatstgenoemden de taak op zich hun gebied constant rein te houden. De machtiging tot het toelaten van honden kan ten allen tijde door de burgemeester worden ingetrokken indien de verplichting tot reiniging niet wordt nageleefd; d) op het Jeanne D'Arcplein. Artikel 45: Honden op het strand In afwijking van de bepalingen in art. 43 is het toegelaten de honden zonder leiband te laten lopen op het strand ten westen van het Bortierplein in de periode 30 september tot 1 juni. In afwijking van de bepalingen in Art. 44c is het toegelaten op het strand, tussen het Canadezenplein en het monument van Z.M. Leopold I de honden aan de leiband te laten lopen in de periode van 1 oktober tot 31 maart. Artikel 47 Gevaarlijke honden dienen telkens zij op straat komen drager te zijn van een muilkorf. Het is verboden honden van het ras Pit Bull Terriër te houden of te laten verblijven op het grondgebied van de Gemeente.
71
Artikel 48 De eigenaars of houders van honden moeten de nodige maatregelen nemen zodat het geblaf van hun dieren niet storend is voor de omwonenden. Artikel 46 De eigenaars van honden dienen er zorg voor te dragen dat hun dieren de plantsoenen en de parken, de huisdrempels en de gevels, de straten en de voetpaden, de wandelwegen, de sportvelden en de zachte bermen van paden en wegen, het strand, de duinen en het bos niet bevuilen met hun uitwerpselen. Op al deze plaatsen moeten de eigenaars of begeleiders steeds in het bezit zijn van een zakje voor het verwijderen van uitwerpselen van hun dier. Het opvulzakje moet op het eerste verzoek van de politie getoond worden. De eigenaars of begeleiders van honden zijn verplicht op de voormelde plaatsen de uitwerpselen van de hond onmiddellijk te verwijderen met behulp van het daartoe bestemde zakje. De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op de blinden en andere gehandicapten met hun geleidehond. Deze bepaling ontslaat de aangelanden niet van hun verplichting inzake reiniging.
72
1.3.11
Knokke – Heist
1.3.11.1
Algemene informatie
Bij de aanvang van het hondenpoepproject in 2002 werd een mapje (zie bijlage) opgemaakt met daarin affiches “Wat mag en wat mag niet in Knokke-Heist”, de locaties van de hondenhoekjes en andere nuttige informatie over honden en hondenpoep. Bij de opstart van het hondenpoepproject werd nagegaan op welke locaties er veel hondenpoepoverlast was. Op deze plaatsen werden dan vervolgens hondenhoekjes ingericht. In eerst instantie werd gewerkt in de deelgemeente Heist. Later breidde het project zich uit naar Duinbergen en Knokke. Dit project kwam er als een soort vervolg op de grote algemene netheidscampagne Obi (inktvisje) in 2002. Via deze grootschalige campagne wilde het stadsbestuur het zwerfvuil in de stad aanpakken. De hoofdfiguur was Obi, een blauw inktvisje. Het project verwierf veel naambekendheid en publiciteit maar werd in 2006 jammer genoeg vervangen door de campagne “Net zoveel mooier”. “Oog voor afval” werd het laatste project. De 3 campagnes brachten telkens weer de problematiek omtrent zwerfvuil (waaronder hondenpoep ook valt) onder de aandacht maar het is jammer dat dit telkens met een ander campagnebeeld gebeurde. Voor de affiche van het laatste project werd geopteerd voor een positieve boodschap, nl. ”Oog voor afval, bedankt” (met de afbeelding van een persoon die de hondenpoep van zijn hond opruimt). Volgens het stadsbestuur werkt deze benadering en zijn de mensen veel vlugger geneigd de affiche uit te hangen dan wanneer er bv. een hondendrol op afgebeeld staat (wordt als ‘besmeurend’ ervaren).
Er werden al verscheidene folders, posters en flyers gemaakt rond hondenpoep. Ook op de website vindt men informatie m.b.t. de politieverordening op dieren en de locatie van de hondenhoekjes. Al deze informatie ligt ter beschikking in het gemeentehuis bij de gemeentelijke Preventiedienst, de Milieudienst en bij Horizonnet (concessiehouder die het gemeentelijk afvalbeleid coördineert). Zowel honden- als niet-hondeneigenaars kunnen met hun vragen terecht bij de gemeentelijke Preventiedienst en Horizonnet.
Knokke-Heist beschikt noch over informatiekiosken noch over een hondenpretpark.
73
Bij de plaatsing van een hondenhoekje wordt gelet dat dit zo ver mogelijk van de huizen ligt. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de oriëntatie van de hondenhoekjes. Alle hoekjes zijn zo geplaatst dat ze niet de ganse dag in de zon liggen. De bodem bestaat uit dolomiet en rijnzand (verhindert het samenklitten tot grote brokken) en houten palen vormen de afrastering. Op dit moment telt Knokke-Heist 18 hondenhoekjes: Heist: 1. Kerk Heist 2. markt Heist 3. Elizabethlaan t.h.v. Noordstraat 4. Elizabethlaan t.h.v. Polderstraat 5. Pannenstraat t.h.v. Het Anker 6. Oostwinkel, Scheurleg
Duinbergen: 7. Kerk Duinbergen
Knokke: 8. Parking Stormmeeuw Knokke 9. Elizabethlaan t.h.v. La Réserve 10. Elizabethlaan t.h.v. Koningslaan 11. Elizabethlaan t.h.v. Vlaamspad 12. hoek Cottagepad met Franspad 13. Vlierpad 14. Zegemeer t.h.v. Sportlaan 15. Zegemeer t.h.v. Georginapad 16. Gemeenteplein t.h.v. Oude Tramweg 17. Albertlaan t.h.v. het gemeentehuis 18. Bayauxlaan/Koningslaan op het Verzetsplein
De gemeentelijke milieuwerkers zijn verantwoordelijk voor de hygiëne en het schoonmaken van de hondenhoekjes en afvalbakken. Hierbij worden behalve het dragen van handschoenen geen specifieke maatregelen genomen. De hondenhoekjes worden zesmaal per week schoongemaakt en tijdens de zomer wekelijks ontsmet met Capturine®. Verder worden er geen bijkomende controles i.v.m. de hygiëne op die plaatsen uitgevoerd. 74
Om na te gaan of de hondenhoekjes al dan niet effectief zijn, worden de drollen geteld en de aantallen bijgehouden. Zo haalden de medewerkers vorig jaar meer dan 38 000 drollen op uit de hondenhoekjes. Een duidelijk bewijs dat deze hoekjes dus werken. Ook inwoners kunnen een aanvraag indienen d.m.v. een meldingsformulier.
De hondenpoepzakjes mogen in de gewone afvalbakken gegooid worden of in de hondenhoekjes (hondentoiletten) achtergelaten. Om sluikstorten tegen te gaan werd de opening van de gewone afvalbakken verkleind zodat enkel blikjes en klein afval er nog door kunnen.
Hondenloopweides zijn er niet maar tussen 16 oktober en 14 maart mogen de honden vrij rond lopen op het strandgedeelte voorbij surfers paradise t.h.v. Appelzakstraat richting de grens van Nederland. Op vraag van de hondenliefhebbers werd deze periode aangepast opdat honden dan tussen 15/09 en 15/06 toegelaten zouden zijn op het strand. Dit bracht met zich mee dat er veel klachten binnen kwamen over honden die tegen het strandmateriaal van de concessiehouders plasten. Daarom werd deze maatregel weer ingetrokken. Vanaf 15/03 mogen honden dus niet mee rop het strand en gedurende de eerste weken vinden dan ook verscherpte controle plaats op het strand.
Op regelmatige basis organiseert het gemeentebestuur i.s.m. de concessionaris sensibiliseringsacties rond Afvalbeleid en netheid in de gemeente (inclusief hondenpoep). In het straatbeeld worden affiches opgehangen (paasaffiche, affiche met hond die zelf hondenpoep opruimt). De bewoners kunnen zelf affiches aanvragen om uit te hangen.
In 2008 werden 253 enquêtes afgenomen van hondeneigenaren. In de enquête kwamen volgende vragen aan bod: Heeft u een hondenpoepzakje bij?, Bent u op de hoogte van het hondenpoepbeleid van Knokke-Heist?, Weet u waar de hondenhoekjes zich bevinden?, Bent u hier als toerist/2e verblijver/ inwoner?, Heeft u nog suggesties voor het stadsbestuur?. De resultaten werden voorgelegd aan het College en via affiches bij dierenspeciaalzaken en dierenartsen en persartikels terug gekoppeld naar de bevolking. Positieve noot was dat 92,5% van de respondenten op dat moment een hondenpoepzakje bij had en dat 75% verklaarde op de hoogte te zijn van het hondenpoepbeleid in de gemeente. 75
Het stadbestuur wil de hondenpoepproblematiek in bepaalde zones definitief oplossen en heeft de Lokale politie opdracht gegeven repressiever op te treden. Uurroosters van de hulpagenten zijn aangepast aan de momenten waarop de meeste hondenbaasjes hun viervoeter uitlaten. De veiligheidsdiensten patrouilleren ook op regelmatige tijdstippen op de zeedijk en het strand.
Het stadsbestuur beschikt over een mascotte voor de hondenpoepproblematiek, nl. Boemer. Boemer prijkt op alle bordjes ter hoogte van de hondenhoekjes. Deze naam werd gekozen door leerlingen van de basisscholen.
Locaties waar honden verboden zijn staan aangeduid met sensibilisatieborden.
Het stadsbestuur werkt nog niet met GAS ambtenaren maar de voorbereidingen zijn in volle gang. Nu wordt bij het niet opruimen van hondenpoep een PV opgesteld die vervolgens door de parketten behandeld wordt. Indien de betreffende persoon vervolgd wordt kan hij een politiestraf krijgen (tot € 125 boete). Vorig jaar werden 74 PV’s voor overlast door hondenpoep opgesteld maar jammer genoeg werd het merendeel geseponeerd. Met de invoering van GAS zullen de boetes € 60 bedragen. Op die manier dient er geen mondeling verweer toegestaan te worden en kan er bovenop de GAS nog een retributie gegeven worden.
De concessionaris beschikt over een hondenpoepmotor. De hondenpoepmotor wordt 7 op 7 gedurende de vakantieperiodes ingezet, zowel op de zeedijk, in de winkelstraten als in de parken en op paden. De motor is uitgerust met 2 krachtige zuigarmen en 3 sproeiers, heeft een capaciteit van 25 kg en een watertank van 10 liter.
Vooral de groene paadjes en de omgeving rond het stadhuis, de winkelstraten en het golfterrein vormen een probleem. Ook op het strand (ter hoogte van de zeedijk) is er veel overlast van hondenpoep. Dit omdat appartementsbewoners hun hond buiten laten om zijn behoefte te doen en hem terug binnen roepen zonder de drollen op te ruimen. Op speelpleinen wordt eveneens veel hondenpoep aangetroffen daar er veel gezinnen met kinderen en honden komen. Het is moeilijk om het hondenpoepprobleem op deze plaatsen aan te pakken vandaar er hier een gedoogbeleid gevolgd wordt.
76
Knokke-Heist organiseert geen acties i.v.m. de identificatie en registratie van honden.
Jaarlijks komen ongeveer een dertigtal klachten over hondenpoep binnen. Deze gaan vnl. over het feit dat hondenbaasjes de hondenpoep niet opruimen. Vroeger kwamen minder klachten binnen. Dit fenomeen kan verklaard worden door het feit dat er de laatste jaren meer aandacht besteed wordt aan de hondenpoepproblematiek en hoe meer iets onder de aandacht gebracht wordt, hoe meer personen hier melding van maken. Meldingen komen schriftelijk (via een meldingsformulier) of telefonisch binnen, via de onthaalbalie in het stadhuis, via de wijkagent, via e-mail, via de concessionaris, … Alle meldingen worden via de gemeentelijke preventiedienst behandeld en i.s.m. de politie, reinigingsdienst, dienst milieu en de concessionaris opgevolgd. De klachten zijn afkomstig van zowel inwoners (alle lagen van de bevolking) als tweede verblijvers en komen meestal binnen na de verlofperiodes. Tijdens de winterperiode komen minder klachten binnen daar 50% van de bevolking van e
Knokke-Heist 2 verblijvers zijn en dus grotendeels gedurende de zomer in de gemeente verblijven. Deze groep is dus moeilijk te bereiken.
1.3.11.2
Verordeningen in het politiereglement
Artikel 11 Het kweken, houden en vervoeren van de honden van het ras "Pitbullterriër" is verboden op het grondgebied van de gemeente Knokke-Heist.
Artikel 12 Het is verboden honden op het openbaar domein van de overheid te laten rondzwerven.
77
Artikel13 Honden mogen onder begeleiding loslopen: - buiten de bebouwde kom wanneer ze zich bevinden op het openbaar domein van de overheid waar geen verbod geldt, op het strandgedeelte in het Zoute, gelegen ten oosten van de concessie van de meest oostelijk gelegen watersportclub en op het ganse strand van 16 oktober tot en met 14 maart.
Artikel 14 Honden moeten steeds aan de leiband in de bebouwde kom wanneer ze zich bevinden op het openbaar domein van de overheid waar geen verbod geldt.
Artikel 15 De locaties waar honden verboden zijn worden aangeduid met een verbodsbord. Onder de verbodsborden op het strand staat de verboden periode vermeld.
§1. De toegang met honden is verboden op de volgende locaties: Op begraafplaatsen gelegen in de Westkapellestraat (Heist, Westkapelle), Kalvekeetdijk, De Klerckstraat; in de gemeentelijke sportcentra De Taeye, De Stormmeeuw, Laguna, Molenhoek, Olivier; in het gemeentelijk jeugdcentrum De Marge; in het gemeentelijk zwembad De Raan; in de tuin van het cultuurcentrum Scharpoord; in het Ijzerpark; op gemeentelijke speelterreinen en in de onmiddellijke omgeving van opgestelde speeltuigen ter hoogte van opgesomde straten en pleinen Maes en Boerenboomplein, Astridplein, Apollo XI-laan, Meidoornlaan, Pastoor Deneveplein, Krommedijk, E. Hielstraat, Prof. C. Heymansplein, Kragenhoek, Tijl en Neleplein, Driehoeksplein, De Wandelaar, Oosthoekplein, Rustoordstraat, Steenbakkersstraat, Knokkestraat, Albertplein, Gemeenteplein, Sint Michielsplein, Verzetsplein.
§2. Strand De toegang met honden tot het strand is verboden vanaf 15 maart tot en met 15 oktober, uitgezonderd op het strandgedeelte in het Zoute, gelegen ten oosten van de concessie van de meest oostelijk gelegen watersportclub.
78
§3. Paragrafen 1 en 2 zijn niet van toepassing op: Personen met een handicap die begeleid worden door een assistentie- of blindengeleidehond; leden van de politiediensten met hun politiehond in de uitoefening van hun functie; leden van een erkende bewakingsonderneming in de uitoefening van een door de overheid vergunde bewakingsopdracht.
Artikel 16
§1. Begeleiders van honden zijn verplicht: - In het bezit te zijn van een zakje; - de hondenpoep onmiddellijk te verwijderen; - het gebruikte zakje te deponeren in de gemeentelijke afvalkorven of mee te geven met het gewoon huisvuil (restafval).
§2. Het is verboden de uitwerpselen van een hond, al dan niet in een zakje, te laten liggen op het openbaar domein van de overheid behalve in de hondenhoekjes.
§3. In het geval de houder van een hond verzuimt of weigert de hondenpoep onmiddellijk te verwijderen zal dit op diens kosten gebeuren door de diensten van de gemeente of door haar aangestelde(n).
§4. Paragrafen 1,2 en 3 zijn niet van toepassing op personen met een handicap die begeleid worden door een assistentie- of blindengeleidehond.
79
1.4
Opsomming van bestaande initiatieven en methodes in Vlaanderen Uit de toegestuurde en verwerkte informatie van de gecontacteerde gemeenten in Vlaanderen blijkt dat er al diverse initiatieven genomen werden in de strijd tegen de hondenpoep. Hieronder volgt een overzicht.
1.4.1
GAS-ambtenaren
Van de gecontacteerde steden en gemeenten gaven enkel Harelbeke, Blankenberge en Knokke-Heist aan niet met GAS-ambtenaren te werken. Stad Blankenberge heeft wel beëdigde ambtenaren in dienst en in Harelbeke is de zoneverantwoordelijke van de groendienst gemachtigd om hondeneigenaars aan te spreken over het al dan niet bijhebben van een hondenpoepzakje. In KnokkeHeist rijzen er wel plannen om GAS in te voeren. De andere steden en gemeenten hadden sinds een aantal jaar GAS-ambtenaren in dienst en zijn hier tevreden over. Ze gaven aan dat de overlast veroorzaakt door hondenpoep sinds de invoering van GAS op deze manier vlugger en efficiënter aangepakt kan worden, terwijl deze inbreuken vroeger veelal niet opgevolgd werden tijds- en personeelstekort bij de parketten.
1.4.2
Gemeentelijke regelgeving
Dankzij de invoering van de GAS-ambtenaren in 1999 konden de steden en gemeenten nu zelf kleine vormen van overlast (zoals hondenpoep) aanpakken en eigen accenten aanbrengen in hun wetgeving zoals gebleken is in hoofdstuk 1.3. Denken we hier maar aan de kustgemeenten waar een aparte regelgeving voor het strand en de duinen nuttig blijkt. Alle gecontacteerde steden en gemeenten hadden een aantal verordeningen betreffende honden en hondenpoep in hun politiereglement opgenomen.
80
De belangrijkste zaken die opgenomen zijn staan hieronder vermeld: - sancties voor het niet opruimen van hondenpoep (belasting tot 250 euro voor het opruimen van de hondenpoep en een administratieve geldboete die kan oplopen tot € 250); - kwaadaardige honden dienen gemuilband te worden; - hondeneigenaars dienen steeds in het bezit te zijn van een zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van hun dier en dienen het te allen tijde te tonen op verzoek van de politie; - hondeneigenaars dienen de uitwerpselen van hun hond steeds op te ruimen met behulp van een daartoe bestemd zakje. Het zakje met de uitwerpselen mag enkel gedeponeerd worden in de stedelijke afvalkorven die speciaal daarvoor gemerkt zijn met een sticker of meegegeven worden met het gewone huisvuil; - sancties voor personen die honden aanhitsen, ze niet tegenhouden wanneer de hond voorbijgangers aanvalt of vervolgt, of ze tegen andere dieren of mensen doen vechten, ze doen aanvallen, ze vervolgen, bang of woedend maken, zelfs als er geen kwaad of schade uit volgt; - hondeneigenaars dienen passende maatregelen te nemen om te beletten dat de hond zou ontsnappen van een privaat erf naar een ander privaat erf, een openbare plaats of een openbare weg; - een opsomming van de plaatsen waar honden al dan niet toegelaten zijn (zo zijn in openbare gebouwen, op speelpleinen of plaatsen waar veel kinderen komen honden niet toegelaten in de steden Hasselt, Gent, Harelbeke, De Panne en Brugge); - hondeneigenaars dienen ervoor te zorgen dat hun hond het openbaar domein niet bevuilt met zijn uitwerpselen.
Bovendien hebben een aantal steden nog een verordening in het politiereglement opgenomen betreffende het verbod voor het houden van bepaalde hondenrassen (Harelbeke: Pitbull Terriër, Ieper: Pitbull Terriër en Amerikaanse StaffordshireTerriër en De Panne: Pit Bull terriër).
81
1.4.3
Sensibilisatie- en informatiemateriaal
Met uitzondering van stad Ieper hebben alle gecontacteerde steden allerhande sensibilisatie- en informatiemateriaal over honden en hondenpoep ter beschikking (zie bijlagen). Dit materiaal betreft hoofdzakelijk folders met een beknopt overzicht van de stedelijke regelgeving betreffende honden en hondenpoep evenals een plan waarop de inplanting van de hondentoiletten (en hondenloopweides indien aanwezig) aangeduid staan. Oostende ontwierp zelfs een volledige folder (“Wij en uw hond… dikke vrienden?”) waarin o.a. onderwerpen als de identificatie en registratie van honden, de handel in honden, de verzorging van honden en hondenpoep aan bod komen. In Knokke-Heist werd in het kader van een hondenpoepcampagne een mapje opgemaakt met nuttige informatie over hondenpoep. Ook flyers met de boodschap dat hondenpoep niet op straat hoort maar opgeruimd dient te worden zijn beschikbaar. Verder verschijnen regelmatig nieuwe affiches in functie van nieuwe campagnes (Oostende, Hasselt, Brugge, Roeselare, De Panne en Tongeren). Stad Roeselare beschikt bovendien over banners die overal in de stad opgehangen kunnen worden om de hondenpoepproblematiek onder de aandacht te brengen. Tenslotte publiceren Harelbeke, Blankenberge, Oostende en Ieper regelmatig artikels omtrent hondenpoep in plaatselijke infokranten en magazines. Dit materiaal kunnen de inwoners over het algemeen bekomen aan de balie van het stadhuis, in toerismebureaus, aan de milieudienst, in de werkplaatsen van Openbare Reinheid, VVV-kantoren en is eveneens beschikbaar op de website van de betreffende steden.
82
Figuur 12: banners gebruikt in Roeselare
1.4.4
Handhavers
In alle gecontacteerde steden gaan handhavers (politie, GAS-ambtenaren en gemeenschapswachten) regelmatig de baan op om hondenbaasjes die de drollen van hun geliefde viervoeter niet opruimen op heterdaad te betrappen. Ook voeren ze op geregelde tijdstippen controles uit over het al dan niet bijhebben van een hondenpoepzakje. In de steden Oostende, Hasselt, Gent, Roeselare, Tongeren en De Panne gebeurt dit door de GAS-ambtenaren. In Blankenberge nemen de beëdigde ambtenaren deze taak voor hun rekening. Hondenbezitters die tegen de lamp lopen worden gesanctioneerd (belasting en administratieve geldboete) maar diegenen die de hondenpoep opruimen ontvangen soms een beloning onder de vorm van een sleutelhanger of hondenpoepzakjes.
1.4.5
Dispensers met gratis hondenpoepzakjes
In Hasselt, Harelbeke, Blankenberge, Brugge en Tongeren werden op plaatsen waar veel honden komen dispensers met bijhorende hondenpoepafvalbak voorzien waar hondeneigenaars gratis hondenpoepzakjes konden bekomen. Jammer genoeg wordt hier vaak misbruik van gemaakt (en nemen de mensen veel meer zakjes dan nodig) waardoor deze dienst in de steden Hasselt en Blankenberge niet meer aangeboden wordt.
83
In Harelbeke werden stickers op de dispensers aangebracht met de boodschap zuinig met de zakjes om te gaan en er geen misbruik van te maken.
In Oostende, Hasselt, Harelbeke, Brugge, Roeselare, Tongeren en De Panne is het verplicht om zakjes bij te hebben tijdens het uitlaten van de hond, zodat de uitwerpselen opgeruimd kunnen worden. De gebruikte zakjes mogen ofwel in de gewone afvalbakken gegooid worden, ofwel in de hondenpoepafvalbakken gedeponeerd worden ofwel meegenomen worden naar huis (en daar bij het restafval gegooid worden). Dit staat ook uitdrukkelijk vermeld in het politiereglement. De steden Gent, Blankenberge, Ieper en Knokke-Heist verplichten het bijhebben van dergelijke zakjes tijdens het uitlaten van de hond niet. In Harelbeke kan men in het stadhuis hondenpoepzakjes van de gemeente kopen aan € 0,025 per stuk. Ook in De Panne zijn hondenpoepzakjes te verkrijgen € 1,25 voor 10 kartonnen schepjes of € 2,5 voor 20 zakjes) bij de Dienst voor Toerisme. Andere zakjes mogen uiteraard ook gebruikt worden.
1.4.6
Hondentoilet
Figuur 13: hondentoilet in Blankenberge
Hondentoiletten zijn speciaal afgebakende zones in de stad en zijn aangepast aan de omgeving en de inplantingsplaats. Zo blijft de hinder voor omwonenden tot een minimum beperkt.
84
De materialen zijn gekozen in functie van de duurzaamheid en het gemak van onderhoud. Dolomiet en houten dwarsliggers met een betonnen afboording vormen de basismaterialen. De reinigingsdienst ruimt zesmaal per week de gedeponeerde uitwerpselen op en wekelijks (of maandelijks) worden de toiletten ontsmet met Capturine® of FrescureExtract®. De aangelegde dolomietzone wordt na enkele maanden telkens volledig vernieuwd om eventuele geurhinder te vermijden. Een aangepaste beplanting zorgt ervoor dat het hondentoilet aan het zicht onttrokken wordt. In een hondentoilet geldt de opruimplicht niet. Een zakje met hondenpoep mag dus in een hondentoilet gedeponeerd worden of in de dichtstbijzijnde afvalbak, maar zeker niet in de riolering. De locatie wordt gekozen op basis van het aantal klachten, de behoefte en de beschikbare plaats. In Blankenberge bepaalde men op basis van de gegevens van de hondenbelasting waar zich de meeste honden bevonden. Op deze plaatsen werden de voorzieningen vervolgens geplaatst. Met uitzondering van de steden Roeselare en Harelbeke, beschikken alle gecontacteerde steden over hondentoiletten. Harelbeke beschikte vroeger ook over hondentoiletten maar heeft een aantal jaar terug beslist deze te verwijderen daar ze niet gebruikt werden. De reden hiervoor is onbekend. Roeselare acht hondentoiletten niet proper en onhygiënisch. Bovendien brengen hondentoiletten weer meer werk met zich mee op het gebied van onderhoud en reiniging en zorgen ze vaak voor geuroverlast. In de steden Gent, Blankenberge en Oostende worden statistieken bijgehouden over het aantal drollen die uit de hondentoiletten opgehaald worden met als doel na te gaan of de betreffende hondentoiletten effectief gebruikt worden. Zo wordt dan eventueel overgegaan tot de plaatsing/verwijdering van een hondentoilet.
1.4.7
Honden(losloop)weide
In een loopweide kan de hond zijn poten strekken en ravotten met andere soortgenoten. Soms zijn er enkele speeltoestellen voor de honden voorzien. Een hondenlosloopweide is vooral gelegen in stedelijke, dicht bewoonde zones waar weinig open ruimte beschikbaar is. Deze gebieden genieten de voorkeur daar hondenbezitters in buitenwijken meestal zelf een afgesloten tuin hebben of in de buurt wel een weiland te vinden is waar de hond kan los lopen.
85
Een loopweide is geen hondentoilet en hier geldt dus wel de opruimplicht (de hondenpoep dient hier dus wel opgeruimd te worden en in de (hondenpoep)afvalbakken gedeponeerd te worden.) Een hondenlosloopweide kan volledig afgesloten worden zodat de honden niet weg kunnen lopen. De stad staat in voor het onderhoud van de weide. Een hondenlosloopweide wordt duidelijk aangeduid met een bord. Zie voorbeeld hieronder.
Figuur 14: losloopweide in Oostende
De steden Oostende, Hasselt, Gent, Blankenberge, Brugge en Tongeren beschikken over een of meerdere hondenlosloopweides. Harelbeke, Ieper en Roeselare daarentegen niet maar in Ieper rijzen er plannen om, door een toenemende vraag van de inwoners, een hondenweide in te richten.
86
1.4.8
Hondenpretpark
Figuur 15: hondenpretpark in Oostende
Oostende beschikt als enige over een hondenpretpark. Vzw Cirque lanceerde tijdens Theater Aan Zee 2007 het project Stabilisée in de Nieuwe Stad. Een van de artistieke verwezenlijkingen was een hondenpretpark. Dit hondenpretpark is het eerste in Europa (in 2006 werd in Peking al een hondenpretpark geopend). Het is een parkje met verschillende attributen voor honden en waar honden vrij rond mogen crossen. De hondenpoep dient wel opgeruimd te worden aangezien hier de opruimplicht geldt. Het hondenpretpark is niet alleen een plaats waar honden kunnen ravotten, het is ook een ontmoetingsplaats voor mensen.
87
Het hondenpretpark wordt aangeduid door het nevenstaande bord:
Figuur 16: bord hondenpretpark Oostende
1.4.9
Hondenpoepbuizen
Blankenberge en De Panne gebruiken als enige van de gecontacteerde steden hondenpoepbuizen i.p.v. hondenpoepafvalbakken. Dit zijn metalen buizen met een diameter die iets kleiner is dan een blikje zodat er geen misbruik kan ontstaan onder de vorm van sluikstorten van huisafval. De werknemers van Openbare Reinheid (Blankenberge) en de reinigingsdienst (De Panne) staan in voor de plaatsing, onderhoud en reiniging van de hondenpoepbuizen (worden ook dagelijks geleegd). Het stadsbestuur van Blankenberge heeft beslist om het aantal hondentoiletten langzaamaan af te bouwen en te vervangen door hondenpoepbuizen. Dit wegens het toegenomen aantal klachten; vooral geurhinder maar ook mensen die kattenbakvulling dumpen in de toiletten en er zelfs persoonlijk gebruik van maken! De toiletten vragen in vergelijking met de poepbuizen ook meer onderhoud. Bovendien wordt in de toiletten steeds meer gewoon afval gegooid.
88
Voordelen hondenpoepbuizen
Nadelen hondenpoepbuizen
- minder plaats nodig dan voor
- de hondenpoep komt eerst op de
hondentoilet
stoep terecht
- hond kan zelf plaats kiezen waar
- als het gebruikt wordt voor ander
hij behoefte doet
afval is het legen juist moeilijker dan een hondentoilet (Aquariusflesjes geraken er juist in.)
- reinigen vraagt minder werk voor stadsarbeiders - verstoort het uitzicht niet/minder Tabel 2: voor- en nadelen hondenpoepbuizen
1.4.10
Kliklijn
Een kliklijn of tip lijn is een telefoonlijn of website voor het (anoniem) melden van misstanden op verschillende gebieden. Zo bestaat er ook een kliklijn voor hondenpoep (of sluikstorten in het algemeen) in de steden Oostende, Hasselt en De Panne. Inwoners die hondeneigenaars betrappen op het niet opruimen van de hondenpoep van hun geliefde viervoeter kunnen een telefoontje plegen naar het nummer 011/23.93.31 (Hasselt) of 0800/92.491 (Oostende). De beller dient dan een beschrijving te geven van zowel hond als baasje alsook de locatie te vermelden waar de overtreding plaatsvond. Wanneer de overtreder gevonden wordt, krijgt deze een sanctie voor het niet opruimen van de hondenpoep. Deze klacht wordt dan door de milieudienst, i.s.m. de GAS-ambtenaren behandeld en opgevolgd. Na afloop wordt het resultaat gecommuniceerd naar de beller. Op deze manier komt men in een positieve spiraal terecht. De beller krijgt het gevoel dat de klacht ook effectief behandeld en toont daardoor meer begrip voor de situatie.
89
1.4.11
De hondenpoepmotor
De steden Oostende, Gent en Blankenberge (sinds 1995) voerden de hondenpoepmotor in voor de opruiming van hondenpoep. Deze motor wordt al jarenlang met succes gebruikt in Parijs. Deze motors zijn uitgerust met een zuigsysteem die de hondenpoep op straat opzuigt. De zuigmond is voorzien van een kabeltje dat water onder de hondenpoep spuit om het vacuüm trekken van de hondenpoep bij het opzuigen te voorkomen. Bestuurders van de hondenpoepmotor (of –quad) dienen handige chauffeurs te zijn daar er met 1 hand dient gereden te worden (aangezien de andere hand het toestel bedient). Een nadeel van die motors is dat er iemand beschikbaar moet zijn die in het bezit is van een motorrijbewijs. Bovendien zorgt de instabiliteit soms voor problemen wanneer de motor volgeladen is met hondenpoep. Dit is de reden waarom de hondenpoepmotor in de steden Oostende en Gent afgeschaft werd en in Blankenberge vervangen werd door quads. Tenslotte werken deze hondenpoepmotors of –quads niet bij vriesweer (werken op basis van water) en bestaat er dan het gevaar voor ijsvorming op het voetpad.
90
1.4.12
Hondenpoepafvalbakken
Hondenpoepafvalbakken dienen uitsluitend om hondenpoep in te deponeren. Ze zijn herkenbaar aan de rode of groene kleur met vooraan een afbeelding van een hond en staan meestal op plaatsen waar veel honden komen (zoals in de nabijheid van een hondenlosloopweide, langs wandelwegen, op graspleintjes, …). De bak is wegneembaar, wat het legen en desinfecteren van de bak eenvoudig maakt. De metalen klep werkt volgens hetzelfde systeem als een stortkoker, hetgeen toegang tot de inhoud van de bak beperkt. Figuur 17: hondenpoepafvalbak in Heusden-Zolder
De steden Oostende, Hasselt, Harelbeke en Tongeren werken met deze hondenpoepafvalbakken. Dit in tegenstelling tot de steden Gent, Blankenberge, Ieper, Brugge en Roeselare waar de hondenpoep in de gewone afvalbakken gedeponeerd mag worden. Een aantal steden, met in het bijzonder Harelbeke, ondervinden regelmatig hinder van sluikstorten in de hondenpoepafvalbakken. Inwoners dumpen hun huisvuil in de hondenpoepafvalbakken waardoor deze overvol raken en dus niet efficiënt meer gebruikt kunnen worden. Dit probeert het stadsbestuur op te vangen door het tijdstip van ledigen bij te houden en na te gaan wanneer de betreffende hondenpoepafvalbak weer propvol zit (vb.: dinsdagmorgen wordt de bak geleegd en ’s middags zit het alweer vol, klopt niet, in het oog houden).
91
1.4.13
Hondenpoepmascotte
Rakker, een achtjarige boerenfox, werd in 2009 de mascotte voor de grootste Hasseltse campagne ooit. Hij prijkt sindsdien op dertig hondenpoepbakjes en op metershoge affiches in de Hasseltse binnenstad. Via deze campagne wilde het stadsbestuur de Hasselaars behoeden van ‘stront op de Hasseltse grond’.
Figuur 18, Rakker, de hondenpoepmascotte van Hasselt
Ook in Oostende werd een aantal jaar geleden Baltazaar als mascotte voor de hondenpoep in het leven geroepen. Baltazaar is de ludieke hond met het blauwe T-shirt die sinds enige tijd op alle borden aan de hondentoiletten prijkt en die hondenbaasjes aanmaant om hun hond zijn kakje in een zakje te doen. Men treft hem ook in stripvorm aan in elk nummer van de Grote Klok (lokaal tijdschrift met informatie over Oostende). In 2008 was hij bovendien (tijdens de grote hondenpoepcampagne) levensgroot te zien op diverse activiteiten, op een kleurrijke zomeraffiche en zelfs in sleutelhangervorm.
Figuur 19: Baltazaar, de hondenpoepmascotte van Oostende
Stad Brugge is ondertussen ook volop bezig met de ontwikkeling van een hondenpoepmascotte. Deze zou in het voorjaar van 2011 tijdens een grote
92
campagne gelanceerd worden. Deze mascotte zou, net zoals Baltazaar in Oostende, op alle borden bij de hondentoiletten en –losloopweides prijken. De andere steden hadden geen mascotte voor de hondenpoep.
Voor de grote hondenpoepcampagne in 2002 werd in Knokke-Heist een nieuw campagnebeeld ontwikkeld. Het gemeentebestuur wilde de boodschap dat het niet opruimen van hondenpoep een fikse boete oplevert (€ 250!) duidelijk in het straatbeeld. Het grote voordeel van het werken met een ‘hondenpoepmascotte’ is dat de hondenpoepproblematiek een gezicht krijgt en op die manier herkenbaarder wordt voor het grote publiek. Telkens een grote campagne gevoerd wordt met de mascotte in de hoofdrol, komt deze problematiek nog eens onder de aandacht. Wanneer de mascotte ook op de borden bij de hondentoiletten en –losloopweides prijkt, worden de hondenbezitters herinnerd aan de grote campagne en zo nogmaals aangespoord om de hondenpoep op te ruimen.
1.4.14
Netheidcharters Gent maakt als enige stad gebruik van “netheidscharters”. Dat is een samenwerkingsovereenkomst tussen het stadsbestuur of IVAGO en bepaalde wijken. Hiermee wil het stadsbestuur de Gentenaars of verenigingen die zich engageren extra ondersteuning bieden door materiaal te leveren (draaiboek, vorming, opruimmateriaal, flyers, promotiemateriaal, …), door bijkomende inspanningen te leveren voor openbare reiniging in de buurt (frequentie van het vegen of van de lediging van de afvalkorven verhogen) en door afspraken te maken over verhoogd toezicht. Wijken die zich engageren voor zo’n netheidscharter dienen, in samenwerking met het stadsbestuur, een actieplan op te stellen voor een periode van min. 6 maanden dat diverse activiteiten bevat, zoals het organiseren van één of meerdere schoonmaakacties, het uitwerken van sensibiliseringsacties, het aanstellen van straat verantwoordelijken die op regelmatige basis zwerfvuil verwijderen, enz. Na de goedkeuring en succesvolle uitvoering van het actieplan voorziet de Stad in een beloning met een waarde van max. € 1 800.
93
Bedoeling is om de hele buurt bewust te maken van de zwerfvuil- en sluikstortproblematiek en om de buurtbewoners daar zoveel mogelijk actief bij te betrekken. Wijken die gebruik maken van zo’n “netheidscharter” (Dienst Milieutoezicht), worden in de aanvraaglijst voor een hondentoilet primair behandeld.
Figuur 20: schoonmaakactie in gent
1.4.15
Acties betreffende de identificatie en registratie van honden
Enkel de stad Gent organiseert op regelmatige tijdstippen acties betreffende de identificatie en registratie van honden. De Stad Gent houdt tweemaal per jaar een toezichtstag op de registratieplicht van honden in samenwerking met de Politie, de Gemeenschapswacht en een inspecteur van de Federale Overheidsdienst Dierenwelzijn. Deze controles gebeuren altijd onaangekondigd en worden telkens in een andere deelgemeente gehouden. Tijdens deze toezichtdagen wordt met een chiplezer gecontroleerd of de hond al dan niet geïdentificeerd is. Is dit niet het geval, dan krijgt de hondeneigenaar een waarschuwing. Is de hond in orde, dan ontvangt het baasje een kleine beloning zoals een sleutelhanger, hondenpoepzakjes of hondenkoekjes. Volgens het Nationaal Instituut voor Statistiek (NIS) heeft gemiddeld 10% van de bevolking een hond. In Gent zouden er dus naar schatting ongeveer 24 300 94
honden leven. In januari 2008 waren er 14 220 geregistreerde honden in Gent 7
volgens het BVIRH . Begin 2009 waren er 17 030 geregistreerde honden. Een stijging met 2 810 honden of 20% dankzij gerichte sensibiliseringsacties. Dankzij een goede registratie kunnen verloren dieren makkelijker met hun eigenaar herenigd worden en is er dus een betere doorstroming in de asielen. Een goede registratie bevordert dus het dierenwelzijn.
1.4.16
Borden betreffende honden en hondenpoep
Alle gecontacteerde steden, met uitzondering van Harelbeke, Ieper, Roeselare en Tongeren hebben verspreid door de stad borden betreffende honden en hondenpoep geïnstalleerd. Sommige borden maken de hondeneigenaars duidelijk dat hondenpoep niet op straat hoort, maar opgeruimd dient te worden.
Andere borden geven dan weer aan waar honden al dan niet toegelaten zijn. Over het algemeen zijn honden niet toegelaten in openbare gebouwen zoals zwembaden, bibliotheken en plaatsen waar eten geserveerd wordt.
Figuur 21: verbodsbord in Heusden-Zolder
7
Belgische Vereniging voor Identificatie en Registratie van Honden
95
In de kustgemeenten zoals Oostende, De Panne en Knokke geven borden op de dijk aan dat honden gedurende bepaalde periodes van het jaar op bepaalde delen van het strand niet toegelaten zijn.
Figuur 22: verbodsborden in Knokke-Heist
1.4.17
Centraal punt voor “hondenpoepklachten”
In elke gecontacteerde stad of gemeente konden de inwoners op verschillende plaatsen en bij verschillende instanties met hun klachten over hondenpoep terecht: bij de politie (alle gecontacteerde steden en gemeenten), aan de balie van het stadhuis (Oostende, Knokke-Heist, Gent en Harelbeke), bij de Milieudienst van de gemeente (Ieper, Brugge, Roeselare, De Panne en Tongeren), maar ook via buurtcentra (Oostende), de ombudsvrouw (Gent), gemeenschapswachten (Gent en Brugge), de groendienst (Ieper), Stedelijke Werkplaatsen (Roeselare), Gentinfo (Gent), wijkwerking (Roeselare), de wijkagent (Knokke-Heist) en de concessionaris (Knokke-Heist) komen klachten binnen. Een klacht neerleggen kan op verschillende manieren: persoonlijk, telefonisch (Blankenberge, De Panne, Oostende en Hasselt), digitaal via e-mail (Blankenberge en Knokke-Heist), digitaal via een klachtenformulier op de site (Roeselare, Brugge en Oostende) en schriftelijk via een klachtenformulier (Blankenberge). Op de vraag of er nu meer of minder klachten over hondenpoep binnen komen liepen de antwoorden uiteen. De steden Gent, Roeselare en De Panne gaven aan dat er tegenwoordig duidelijk minder klachten over hondenpoep binnen komen dan vroeger. De geleverde inspanningen van het stadsbestuur werpen dus hun vruchten af in deze gemeenten. In Hasselt, Harelbeke en Ieper was er geen verschil in het aantal klachten over hondenpoep in vergelijking met vroeger. In Knokke-Heist daarentegen komen er tegenwoordig meer klachten binnen dan vroeger. Het stadsbestuur geeft als mogelijke verklaring hiervoor dat hoe meer iets onder de aandacht gebracht wordt, hoe meer mensen hier melding van maken. In de steden Harelbeke, Ieper en De Panne bemerkt men dat een aantal klachten afkomstig zijn van de groendienst zelf. Deze klachten hebben dan betrekking op
96
groene zones (hondenpoep in de plantsoenen) en zijn seizoensgebonden daar groene zones enkel in de zomer onderhoud vragen. De overige klachten zijn afkomstig van zowel inwoners, toeristen als tweede verblijvers en hebben meestal betrekking op hondenpoep in de bebouwde kom (vnl. in de winkelstraten). Of mensen hondenpoep als hinderlijk ervaren heeft ook te maken met de persoonlijke beleving van ‘zwerfvuil’. Zoals rokers een sigarettenpeuk op straat als minder hinderlijk beschouwen dan niet-rokers, zo ervaren hondeneigenaren hondenpoep als minder hinderlijk dan mensen die geen huisdieren hebben. Ook het uitzicht van de omgeving draagt ertoe bij of hondenpoep al dan niet als hinderlijk ervaren wordt. Zo zal een donkere, smalle straat eerder als “vuil” (en de eventuele hondenpoep dus als hinderlijk) ervaren worden, hoe weinig zwerfvuil er ook soms ligt. De steden Oostende, Blankenberge, Brugge en Knokke-Heist merken een stijging van het aantal klachten over hondenpoep tijdens de zomerperiode. Deze klachten hebben hoofdzakelijk betrekking op toeristen (Oostende en Blankenberge) en zijn ook hoofdzakelijk afkomstig van toeristen en tweede verblijvers (Blankenberge). Blankenberge gaf hiervoor als verklaring aan dat tweede verblijvers vaak hoge eisen stellen daar ze op vakantie zijn en dan ook verwachten dat de straten er piekfijn bij liggen. Elke vorm van zwerfvuil wordt dan als hinderlijk ervaren wat resulteert in het neerleggen van een klacht. In deze steden vormen toeristen de grootste ‘te sensibiliseren groep’. Dit is geen gemakkelijke opdracht daar toeristen vaak slechts voor een beperkte periode op de vakantiebestemming verblijven en zich dus vaak niets (willen) aantrekken van de eventuele door hen veroorzaakte overlast (bv. het niet opruimen van hondenpoep). Blankenberge en de Panne daarentegen merken dat er vooral gedurende de winterperiode meer klachten over hondenpoep binnenkomen. Tijdens de winterperiode worden de dagen korter en is er minder sociale controle (mensen komen minder op straat wegens de koude) waardoor vele hondeneigenaars het nalaten de hondenpoep van hun hond op te ruimen. Deze klachten hebben dus betrekking op de inwoners van de stad en vraagt een andere manier van sensibiliseren.
97
1.4.18
Centraal punt voor vragen over honden en hondenpoep
In de meeste gecontacteerde steden en gemeenten was er een centraal punt waar mensen terecht konden met hun vragen over honden en hondenpoep (en over huisdieren in het algemeen): aan de balie van het stadhuis (Oostende en Brugge), in het toerismebureau (Oostende), bij de Milieudienst (Gent, Brugge en Blankenberge), in het dierenasiel (Blankenberge), Gentinfo (Gent). In Roeselare werd zelfs via een samenwerking tussen Stad Roeselare en het Expertisecentrum Dier-en-zorg van de KATHO campus Roeselare een digitaal infopunt opgericht. Op dit digitaal infopunt kan men terecht met eenvoudige, maar veel gestelde vragen over het houden en verzorgen van dieren, vergunningen en gezondheidsproblemen. Ook op vragen over honden en hondenpoep krijgt men hier een antwoord. Het infopunt is echter een informatieve dienst en vervangt in geen geval een consultatie bij een dierenarts. Deze samenwerking kwam er nadat het stadsbestuur tot de vaststelling kwam dat vele inwoners vragen hadden over huisdieren waarmee ze dikwijls niet goed wisten waar ze ermee naartoe moesten en een bezoek aan de dierenarts vaak een stap te ver was.
1.4.19
Sancties voor het niet opruimen van hondenpoep
Achterlaten (of het niet opruimen van hondenpoep) wordt beschouwd als sluikstorten en wordt dan ook in alle gecontacteerde steden en gemeenten beboet. De steden waar men al met GAS-ambtenaren werkt, met name Oostende, Hasselt, Gent, Roeselare, Tongeren en De Panne krijgt iedereen die de hondenpoep van zijn geliefde viervoeter niet opruimt een GAS (gemeentelijke administratieve sanctie) die kan oplopen tot € 250. Bij een eerste overtreding bedraagt de boete € 60. Indien dezelfde persoon nog eens betrapt wordt voor dezelfde feiten krijgt hij een GAS van € 250. Het grote voordeel van de invoering van GAS-ambtenaren is dat kleine overtredingen die vroeger meestal niet vervolgd werden door het parket nu sneller aangepakt worden. Door toepassing van de nieuwe wetgeving worden deze feiten, via de sanctieambtenaar, behandeld binnen een termijn van zes maand, zonder tussenkomst van het parket. Naast de administratieve sanctie kan bijvoorbeeld bij het niet opruimen van hondenpoep nog een extra belasting worden opgelegd.
98
Sinds de invoering van deze GAS-ambtenaren merken de hier boven vernoemde steden een daling van het aantal klachten betreffende het niet opruimen van hondenpoep. Een teken dat deze aanpak toch werkt. Ondanks alle bestaande maatregelen en initiatieven blijft het heel moeilijk om overtreders te vatten, laat staan meerdere malen vandaar dat het stadsbestuur van De Panne in 2009 besloten heeft de GAS voor het niet opruimen van hondenpoep op te voeren tot € 250, vanaf de eerste keer. Met deze maatregel tracht het stadsbestuur een schrikeffect te bekomen om zo de hondeneigenaars aan te zetten tot het opruimen van de hondenpoep. Deze maatregel werd heel duidelijk naar de inwoners gecommuniceerd en werpt zijn vruchten af want sindsdien zijn het aantal klachten over hondenpoep afgenomen. Blankenberge werkt nog niet met GAS-ambtenaren maar heeft wel beëdigde ambtenaren in dienst die retributies kunnen uitschrijven van € 62 voor het niet opruimen van hondenpoep. In Harelbeke wordt het achterlaten van hondenpoep op dezelfde manier beboet als sluikstorten van zeer klein afval, nl. € 13 per overtreding.
1.4.20
Sensibilisatiecampagnes
De gecontacteerde steden en gemeenten hebben al heel wat acties ondernomen in de strijd tegen hondenpoep. Hieronder volgt een overzicht.
1.4.20.1
Reclamepanelen op voet
Hasselt startte in 2009 met de grootste Hasseltse campagne tegen hondenpoep ooit. Nooit eerder werden in deze stad zoveel mensen en middelen ingezet tegen de vieze bruine hoopjes. Er werd een overeenkomst gesloten met het bedrijf Clear Channel8, die grote reclamepanelen op voet ontwierp, voorzien van een voorraad hondenpoepzakjes en een vuilnisbakje. Aan de ene zijde van het paneel werd een opvallende affiche gehangen tegen hondenpoep. De achterzijde was bedoeld voor reclame. Zo bleef het systeem betaalbaar. Clear Channel zorgde voor het
8
Clear Channel is een media en entertainment bedrijf gespecialiseerd in mobiele en on-demand
entertainment en informatiediensten voor de lokale gemeenschappen en de première kansen voor adverteerders.
99
onderhoud van de panelen en vulde de hondenpoepzakjes regelmatig bij. Het Hasseltse stadsbestuur was verantwoordelijk voor de lediging van de vuilnisbakjes.
1.4.20.2
Trailer met affiche Met deze campagne wilde Hasselt de boodschap ‘geen poep op de stoep’ duidelijk in het straatbeeld hebben. Naast de reclamepanelen, werd er op geregelde tijdstippen een trailer met een affiche van 16 m² geplaatst op afwisselende locaties. Op deze manier verscheen de boodschap op een zeer opvallende manier in de Hasseltse binnenstad en wijken.
1.4.20.3
Leuze op de vuilniswagens Tijdens deze campagne werden de vuilniswagens uitgerust met de leuze ‘geen stront op de grond’. Inwoners, sportclubs, verenigingen, ontmoetingscentra, scholen,…. konden bovendien gratis affiches afhalen met vermelding van een duidelijke oproep dat hondenpoep op straat niet getolereerd werd. Op deze manier kon iedereen in zijn eigen omgeving voorbijgangers met hond aanmoedigen om de hondenpoep op te ruimen.
1.4.20.4
Mobiele sensibilisatieborden
In Brugge voert het stadsbestuur regelmatig campagnes om het hondenpoepprobleem in de stad aan te pakken. Een dergelijke campagne bestaat uit meerdere fases. De verschillende fases werden beschreven in hoofdstuk 1.3.7.1 en zullen hier dus niet verder aan bod komen. Het stadsbestuur beschikt over 22 mobiele sensibilisatieborden die op vraag van de inwoners geplaatst kunnen worden. Zo wordt gedurende de eerste week van een campagne dergelijke mobiele borden geplaatst op plaatsen waar veel overlast van hondenpoep is. Het is nog niet duidelijk of deze borden veel effect hebben en de hondenbaasjes ertoe bewegen de hondenpoep op te ruimen. Het grote nadeel van deze borden is dat er al een tiental verdwenen zijn ten gevolge van diefstal. Het stadsbestuur is dus op zoek naar mogelijke oplossingen om te voorkomen dat 100
de borden nog gestolen kunnen worden.
1.4.20.5
Hondenpoepvlagjes
In Roeselare zijn op de Milieudienst (uniek in vermoedelijk gans Vlaanderen) “hondenpoepvlagjes” te verkrijgen. Dit zijn kleine vlagjes met de afbeelding van een hond die zijn behoefte doet met een streep erdoor die men bij overlast van hondenpoep in de drol steekt. Op die manier wordt de hondendrol visueel nog eens extra benadrukt en wordt de overtreder ermee geconfronteerd. Volgens het stadsbestuur werkt deze aanpak wel aangezien de overlast veroorzaakt door hondenpoep op deze manier in het oog springt en de overtreder toch wel met de neus op de feiten gedrukt wordt. Een confrontatie met deze vlagjes op de plaats van overlast veroorzaakt eigenlijk een schokeffect waardoor de overtreder ertoe aangezet wordt om de hondenpoep op te ruimen.
Figuur 23: hondenpoepvlagjes in Roeselare
1.5
Conclusies Door de jaren heen werden al heel wat maatregelen en initiatieven genomen in de strijd tegen hondenpoep. Sommigen bleken effectief, bleven dus bestaan en werden soms zelfs overgenomen door andere steden en gemeenten. Andere maatregelen en initiatieven wierpen daarentegen geen vruchten af en verdwenen. Hieronder worden de bestaande initiatieven in Vlaanderen, zoals hierboven opgesomd, kritisch bekeken en geëvalueerd. Van elk initiatief worden de voor- en
101
nadelen beschreven, gebaseerd op de bevindingen en ervaringen van de gecontacteerde gemeenten. Om een duidelijk overzicht te krijgen werd per onderdeel een tabel opgesteld waarna elk initiatief afzonderlijk besproken wordt.
1.5.1
GAS-ambtenaren
Gemeente Oostende
GAS-ambtenaren
Andere
OK, sinds 01/04/2005
Hasselt
OK
Gent
OK
Harelbeke
Nee
Zoneverantwoordelijke van de groendienst is gemachtigd om hondeneigenaars aan te spreken op het al dan niet bijhebben van hondenpoepzakje.
Blankenberge
Nee
Beëdigde ambtenaren
Ieper Brugge Roeselare
OK
Tongeren
OK
De Panne
OK, sinds mei 2009
Knokke-Heist
Nog niet. Zit in voorbereidende fase.
Bij overtreding wordt PV opgesteld en doorgestuurd naar parket.
Tabel 3: overzicht GAS-ambtenaren
Het uitgangspunt van de invoering van GAS-ambtenaren een tiental jaar geleden was om de sanctionering van verscheidene vormen van overlast (zoals hondenpoep, wildplassen en sluikstorten) uit handen te nemen van de gerechtelijke overheid en over te hevelen naar de gemeentelijke overheid. De gemeenten die al met GAS werken (Oostende, Hasselt, Gent, Ieper, Brugge, Roeselare, Tongeren en De Panne) geven aan hier tevreden over te zijn. Overlast
102
veroorzaakt door hondenpoep kan op deze manier vlugger en efficiënter aangepakt worden. Zo werden in Tongeren in 2009 94 GAS-boetes uitgeschreven waarvan 26 voor hondenpoepoverlast. In De Panne werden dit jaar al 1 200 GAS boetes uitgeschreven waarvan slechts 10-15 betrekking hadden op hondenpoep) Harelbeke en Blankenberge werken (nog) niet met GAS-ambtenaren. De reden hiervoor is nog niet duidelijk. In deze gemeenten worden voor kleine inbreuken (zoals het niet opruimen van hondenpoep) nog steeds een PV opgesteld die dan behandeld wordt door de parketten. Deze procedure neemt veel tijd in beslag en deze inbreuken komen dan ook veelal in de doofpot terecht wegens tijd-en personeelstekort bij de parketten. Stad Blankenberge heeft wel beëdigde ambtenaren in dienst en in Harelbeke is de zoneverantwoordelijke gemachtigd om hondeneigenaars aan te spreken over het al dan niet bijhebben van een hondenpoepzakje maar zij hebben niet de bevoegdheid om boetes uit te schrijven. In Knokke-Heist rijzen er plannen om GAS in te voeren. De voorbereidingen zijn in volle gang. Doordat er geen uniforme categorisering van overlastfenomenen bestaat en elke gemeente de vrijheid heeft om bepaalde inbreuken al dan niet in het plaatselijke politiereglement op te nemen, bestaat er geen uniforme lijst van overlastfenomenen (waaronder hondenpoep valt) die opgenomen is in het politiereglement van de gemeenten. In alle gemeenten waren er wel verordeningen opgenomen i.v.m. de verplichting om hondenpoep op te ruimen en de eventuele sancties bij het nalaten ervan. De boetes die gemeenten zelf kunnen uitschrijven voor kleine vormen van overlast (vandalisme, sluikstorten, hondenpoep of lawaai) bedragen maximum 250 euro. Naast de administratieve sanctie kan bijvoorbeeld bij het niet opruimen van hondenpoep nog een extra belasting worden opgelegd. De gemeenten die effectief al met GAS werkten, schreven boetes uit van € 60 - € 250 afhankelijk van de herhalingen, maar daarover later meer. We kunnen stellen dat de invoering van GAS zeker nuttig is geweest voor het sanctioneren van hondenpoepoverlast. De laatste jaren wordt het openbaar domein steeds zwaarder belast en dat zorgt voor ergernis bij de inwoners. Denken we hierbij maar aan putten in het wegdek, terrassen die uitgestald staan op het trottoir, beschadigde bushokjes, enz. Dankzij de invoering van GAS kan deze toenemende nood aan beheer van het openbaar domein beter tegemoet gekomen
103
worden. Terwijl vroeger gemeenschapswachten en politie de vaststellingen dienden te doen die dan vervolgens naar de parketten doorgestuurd werden, kunnen kleine inbreuken nu direct vastgesteld en beboet worden door GAS ambtenaren. Hierdoor kan veel korter op de bal gespeeld worden en worden kleine overtredingen vlugger afgehandeld. Een nadeel is dat de wetgevende bevoegdheid op gemeentelijk niveau is terecht gekomen en daardoor elke gemeente zijn eigen regels gecreëerd heeft. Voor een wandelaar met een hond die een stevige wandeling maakt door drie verschillende gemeenten is het geen evidentie om steeds te weten wat hij waar mag en moet doen om in regel te zijn. Om tot een nog betere sanctionering van hondenpoepoverlast te komen zou het misschien aangewezen zijn om een uniforme lijst van overlastfenomenen die via GAS gesanctioneerd kunnen worden op te stellen, die dan zou kunnen opgenomen worden in de plaatselijke politieverordeningen. Op deze manier zouden misverstanden inzake de regelgeving tussen verschillende gemeenten voorkomen kunnen worden. Aan de andere kant is dit geen eenvoudige opdracht aangezien bepaalde inbreuken in sommige gemeenten vaker voorkomen dan andere. We kunnen besluiten dat er nood is aan een meer uniforme aanpak inzake de sanctionering van hondenpoep. Dit houdt in het opstellen van een uniforme lijst van overlastfenomenen en de sanctionering ervan maar met (beperkte) ruimte voor het opnemen van bijkomende inbreuken die van toepassing zijn in de eigen gemeente.
104
1.5.2
Gemeentelijke regelgeving
Gemeente
1
2
3
4
5
Oostende
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Hasselt
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Gent
Ok
Harelbeke
Ok
Ok
Ok
Ok
6
7
8
9 Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Blankenberge Ieper Brugge
Ok
Roeselare Tongeren
Ok
Ok
Ok
Ok Ok
De Panne Knokke-Heist
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Ok
Tabel 4: overzicht gemeentelijke regelgeving
1: sancties voor het niet opruimen van hondenpoep 2: de hond moet op het openbaar domein aan een korte leiband gehouden worden 3: kwaadaardige honden dienen gemuilband te worden 4: de eigenaar/begeleider van de hond dient steeds in het bezit te zijn van een zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van zijn dier en dit te tonen op verzoek van een gemachtigde persoon 5: de eigenaar/begeleider van de hond dient de uitwerpselen van zijn hond steeds op te ruimen m.b.v. een daartoe bestemd zakje. Het zakje mag alleen gedeponeerd worden in de stedelijke afvalkorven die speciaal hiervoor gemerkt zijn met een sticker of meegegeven worden met het gewone huisvuil 6: verbod voor het houden van honden van het ras Pitbull Terriër 7: de hondeneigenaar/begeleider dient ervoor te zorgen dat hun hond het openbaar domein niet bevuilt met zijn uitwerpselen 8: een opsomming van de plaatsen waar honden al dan niet toegelaten zijn (openbare gebouwen, speelpleinen, …) 9: andere. Hieronder vallen de overige verordeningen over honden maar die niet echt te maken hebben met de hondenpoepproblematiek en hier dus niet verder besproken zullen worden.
105
Zoals reeds eerder vermeld hebben gemeenten dankzij de invoering van GAS in 1999 nu de mogelijkheid om zelf de regie in handen te houden inzake handhaving en voortvarend op te treden bij kleine vormen van overlast. Bovendien kunnen ze eigen accenten aanbrengen in de wetgeving.
Alle gecontacteerde gemeenten hadden dan ook verschillende verordeningen in hun politiereglement opgenomen. De belangrijkste zaken die grotendeels in alle gemeenten voorkomen zijn eerder besproken in hoofdstuk 1.4.2. en zullen hier niet opnieuw aangehaald worden. Toch zijn er enkele duidelijke verschillen tussen de gemeenten onderling waardoor het soms geen evidentie is om te weten wat nu wel of niet mag om in regel te zijn in een bepaalde gemeente.
Een eerste duidelijk verschil zijn de kustgemeenten Oostende, De Panne en Knokke-Heist waar, logischerwijs, een aparte regelgeving bestaat voor het strand en de duinen. In het politiereglement van deze gemeenten zijn enkele verordeningen opgenomen betreffende de locaties en de periodes waar en wanneer honden op het strand mogen loslopen. In Oostende en Knokke-Heist zijn honden enkel gedurende de winterperiode (16/10 t.e.m. 14/03) op bepaalde stukken strand toegelaten. In de Panne geldt dit voor de periode van 30/09 tot 01/06. In Oostende zijn honden bovendien op het strand vanaf de Westlaan (Raversijde) tot aan de grens met Middelkerke het ganse jaar toegelaten. Dit is een stuk strand die gezien zijn ligging weinig aantrekkelijk is voor strand toeristen. Tenslotte is het in De Panne ook toegelaten om zich met een hond aan de leiband op bepaalde stukken strand te begeven gedurende de periode van 01/10 tot 31/03. Hier komen al enkele verschillen betreffende de wetgeving over honden en het strand al duidelijk naar voren. Het gaat hier dan enkel nog maar over de locaties en de periodes waar en wanneer honden toegelaten zijn. Als we daar nog eens de regels omtrent de eventuele aanlijnplicht, opruimplicht e.d. op het strand bij in beschouwing nemen krijgen we een soep van regels waarbij we op den duur door de bomen het bos niet meer zien. In deze drie kustgemeenten (dus waarschijnlijk ook in de kustgemeenten over de ganse Belgische kust) gelden al verschillende normen enkel voor het strand. Daardoor wordt het voor de inwoners soms moeilijk om te weten wat wel en wat niet mag, laat staan dat de toeristen er nog aan uit geraken.
106
Als we de verordeningen over honden en hondenpoep bekijken die in het politiereglement opgenomen zijn stellen we vast dat ook hier weer duidelijke verschillen zijn. Zo verbieden een drietal gemeenten het houden of laten verblijven van bepaalde rassen op het grondgebied van de gemeente: in Harelbeke en De Panne mag men geen honden houden van het ras Pitbull Terriër en in Ieper geen Pitbull Terriërs en Amerikaanse Staffordshire Terriërs. De andere gemeenten zeggen hier niets over in hun politiereglement. Een niet-wetende toerist die toevallig met zijn Pitbull een rondreis maakt en daarbij deze steden aandoet, is in principe dus in overtreding en kan beboet worden. Een tweede verschil vindt men bij Harelbeke en Ieper waar loslopende honden voorzien dienen te zijn van een halsband met de gegevens van de eigenaar. In de andere gemeenten geldt deze regel niet. Het is onduidelijke of nog een overblijfsel is van de hondenbelasting vroeger? Met uitzondering van Blankenberge en Tongeren dient men in alle gemeenten de hond aan een korte leiband te houden wanneer men zich op openbaar terrein bevindt. Enkel in Oostende, Hasselt, Ieper, Brugge en de Panne dient men een kwaadaardige hond te muilbanden. De overige gemeenten vermelden hier niets over. Wat verstaan wordt onder een kwaadaardige hond is niet echt duidelijk. Gaat het hier over honden van bepaalde vechtrassen zonder meer (zoals de Pitbull), over honden die uitvallen naar andere honden of over honden die een gevaar kunnen zijn voor andere personen? Slechts de helft van de gemeenten (Oostende, Harelbeke, Brugge, Tongeren en Knokke-Heist) vermelden welke sancties er staan op het niet opruimen van hondenpoep. In het politiereglement van de andere gemeenten is hier niets over te vinden. Houdt dit dan in dat in deze gemeenten het achterlaten van hondenpoep niet gesanctioneerd wordt? Ook zijn er verschillen te vinden tussen de soorten sancties die gegeven worden, nl. GAS of niet, een bijkomende belasting, welke som (€ 13 in Harelbeke - € 250 in De Panne), … Hierop wordt later dieper ingegaan. In het politiereglement van de gemeenten Gent, Blankenberge en Ieper staat niets vermeld over de verplichting van het al dan niet bijhebben van hondenpoepzakjes. De overige gemeenten verplichten dit wel (en is dit ook opgenomen als verordening). Betekent dit dan strikt genomen dat in de eerstgenoemde gemeenten het dus niet verplicht is een hondenpoepzakje bij te hebben wanneer men de hond uitlaat? 107
In zeven van de gecontacteerde gemeenten nl. Oostende, Hasselt, Harelbeke, Brugge, Roeselare De Panne en Knokke-Heist staat in het politiereglement vermeld dat de uitwerpselen van de hond steeds opgeruimd moeten worden m.b.v. een daartoe bestemd zakje. Het zakje mag alleen gedeponeerd worden in de stedelijke afvalbakken, de hondenpoepafvalbakken of meegegeven worden met het gewone huisvuil. Bij Gent, Blankenberge, Ieper en Tongeren is hier niets van te vinden. Houdt dit dan in dat in deze gemeenten geen opruimplicht geldt? Gent, Blankenberge en Knokke-Heist vermelden niet dat hondeneigenaars ervoor moeten zorgen dat honden het openbaar domein niet bevuilen met hun uitwerpselen. In de andere gemeenten is dit wel het geval. Met uitzondering van Oostende, Blankenberge, Roeselare en Tongeren hebben alle gemeenten een verordening opgenomen betreffende de plaatsen waar honden al dan niet toegelaten zijn. Zo zijn honden in openbare gebouwen, zwembaden, gemeentelijke sporthallen, op sportterreinen en op begraafplaatsen in de meeste gemeenten niet toegelaten. Tenslotte zijn nog een aantal verschillen te vinden in meerdere verordeningen betreffende honden maar die hier minder van belang zijn. Vandaar ze hieronder enkel opgesomd worden:
- Passende maatregelen nemen om te beletten dat de hond zou ontsnappen van een privaat erf naar een ander privaat erf, een openbare plaats of een openbare weg; - personen die gemachtigd zijn om vaststellingen te doen; - sancties voor personen die honden aanhitsen, ze niet tegenhouden wanneer ze voorbijgangers aanvallen of vervolgen, of ze tegen andere dieren of mensen doen vechten, ze doen aanvallen, ze vervolgen, bang of woedend maken, zelfs als er geen kwaad of schade uit volgt; - het nemen van maatregelen opdat het geblaf van de hond niet storend zou zijn voor de omwonenden. - het verbod om honden onbewaakt te laten rondlopen. We kunnen dus algemeen concluderen dat iedere gemeente een aantal verordeningen betreffende honden en hondenpoep in het plaatselijk politiereglement heeft opgenomen naargelang bepaalde inbreuken veel of weinig voorkomen. Het grote voordeel van de invoering van GAS is dat de wetgevende bevoegdheid op gemeentelijk niveau is terecht gekomen wat met zich meebrengt dat iedere gemeente de aanpak van kleine overlastfenomenen volledig kan afstemmen op de 108
eigen behoeften. Dit heeft als nadeel dat er zo duidelijke verschillen en nuances ontstaan in de wetgeving tussen de gemeenten onderling waardoor het niet altijd evident is om op de hoogte te zijn van wat men moet doen om in regel te zijn. Om aan dit euvel het hoofd te kunnen bieden zou het misschien interessant zijn om de gemeentelijke regelgeving over honden en hondenpoep uniformer te maken, met de mogelijkheid tot enkele uitbreidingen naargelang de eigen behoeften. Vooral voor de kustgemeenten zou een grotere uniformiteit in de regelgeving m.b.t. het strand aangewezen zijn, m.n. de periodes wanneer honden toegelaten zijn. Dit zou het al een heel stuk eenvoudiger maken voor de wandelende hondenliefhebber.
1.5.3
Sensibilisatie- en informatiemateriaal
Gemeenten
Brochures
Flyers
Affiches
Banners
Artikels
Oostende
“Wij en uw
4-talig:
“Baltazaar
In het
hond… dikke
honden-
wil elk
tijdschrift
vrienden?”
poep moet
kakje in
de Grote
“Baltazaar
opgeruimd
een zakje!”
klok
heeft het
worden
voor elkaar!” Hasselt
Hondenpoep op straat wordt niet getolereerd
Gent
“Wegwijs
Opruim-
“n Hoopje
naar de
plicht
ellende?
hondentoilet-
Ga met uw
Laat afval
ten in Gent”
hond naar
niet
“Leidraad
een
zwerven!”
voor
hondentoi-
hondenbezitt
let
ers” Harelbeke
“Doe een
In de
109
kakje in een
Infokrant
zakje!” Hondenpoep -actie van maart 2006 Blankenberge
Locaties
In
hondenpoep
magazine
buizen
Info
De afvalgids
Blankenberge
Ieper
“Opgeruimd
In de
staat Iepers!”
Afvalkrant “Uw baasje
“Uw baasje
ook al
ook al
zindelijk?”
zindelijk?”
“Wij ruimen
Honden-
Honden-
Honden-
het op”
poep dient
poep dient
poep
opgeruimd
opgeruimd
dient
te worden
te worden
opge-
Brugge
Roeselare
ruimd te worden Tongeren De Panne
ja “Mijn baasje
Campag-
schept op”
nebeeld
“Zeg me
van 2009
waar en wanneer” Knokke-Heist
“Wat mag en
“Vrolijk
wat mag
Pasen, hou
niet”
de buurt
“Schep op
proper!”
die
“Schep op
hondenpoep
die honden-
… tenzij uw
poep!”
hond het in een
110
hondenhokje doet!” “Oog voor afval” “Afvalwijzer” Tabel 5: overzicht info- en sensibilisatiemateriaal
Hondenpoep op de stoep is altijd één van de grootste ergernissen van de burgers geweest en nu nog altijd. Het is een vorm van zwerfvuil dat hinder veroorzaakt – wie is er nog nooit ingetrapt? – maar het is ook een bron van bacteriën. Daarom is het verwijderen van hondenpoep een must, en moet elke hondeneigenaar aangezet worden om de uitwerpselen van zijn of haar hond op te ruimen, telkens wanneer hij of zij de hond uitlaat op openbare plaatsen. De gemeente dient hier de burger op zijn verantwoordelijkheid te wijzen, en de nodige middelen ter beschikking te stellen om de burger te helpen de hondenpoep op te ruimen, wat alle gecontacteerde gemeenten reeds gedaan hebben (en nog steeds doen). Logistieke inbreng alleen is niet voldoende, het probleem moet ook regelmatig in de aandacht gebracht worden en de burger moet ook voortdurend gesensibiliseerd worden om zijn verantwoordelijkheid hierin op te nemen. Hierbij dienen verschillende informatiekanalen aangewend te worden. Dit kan gebeuren door het o.a. verdelen van posters en folders (Oostende, Hasselt, Gent, Harelbeke, Blankenberge, Brugge, Roeselare, Tongeren, De Panne en Knokke-Heist) en het publiceren van artikels in plaatselijke tijdschriften, krantjes, …(Harelbeke, Oostende, Blankenberge en Ieper). Uit de rondvraag bleek dat bijna alle gemeenten op de een of andere manier sensibilisatie- en informatiemateriaal over honden en hondenpoep ter beschikking hadden. Dit bewijst toch dat er de nodige aandacht geschonken wordt aan de hondenpoepproblematiek en het onder de bevolking leeft. Het geeft toch een meerwaarde aan de gemeente als er brochures, folders, flyers verkrijgbaar zijn. Op deze manier wordt de inwoner/toerist bewust gemaakt dat deze gemeente de strijd met hondenpoep aangaat en inspanningen levert om de eigen gemeente proper te maken/houden. De meeste folders bevatten een plan van de locatie van de hondentoiletten, hondenloopweides, hondenpoepafvalbakken en/of hondenpoepbuizen.
111
Sommige gemeenten zoals Oostende ontwierpen zelfs een volledige folder waarin niet alleen praktische informatie over o.a. de identificatie en registratie van honden aan bod komt maar ook een woordje uitleg staat over de algemene verzorging van honden. Op deze manier wordt ook eens op een positieve manier aandacht besteed aan honden want de hondenpoepproblematiek stelt honden meestal in een negatief daglicht. Niet alleen folders en brochures zijn geschikt als sensibilisatiemateriaal. Ook flyers, affiches, banners en andere zijn al nuttig gebleken. Zoals hierboven vermeld draagt sensibilisatie- en informatiemateriaal zeker bij in de strijd tegen de hondenpoep maar bij de ontwikkeling ervan dienen toch een aantal zaken in acht genomen te worden. Het taalgebruik dient eenvoudig maar niet betuttelend te zijn (als norm wordt aangenomen om een taalgebruik dat een 12-jarige zou begrijpen te gebruiken), aantrekkelijk (kleuren die aanspreken, bepaalde figuren die in het oog springen) maar niet overdreven waardoor de aandacht van de inhoud afgeleid wordt, kort (een folder met 10 bladzijden doorlopende tekst zal niemand lezen) en de folder dient volledig aangepast te zijn aan het doelpubliek. In dit geval bestaat het doelpubliek uit zowel inwoners als toeristen, 2 groepen die toch een verschillende aanpak vragen. Zo dienen folders en brochures bestemd voor toeristen opgesteld te zijn in 4 talen (Nederlands, Engels, Frans en Duits) terwijl folders voor inwoners enkel in het Nederlands dienen geschreven te zijn. Belangrijk is dat zowel inwoners als toeristen gemakkelijk toegang hebben tot deze folders, flyers, affiches, … In alle gemeenten die sensibilisatie- en informatiemateriaal hadden, was dit het geval. Zo wordt dit materiaal best ter beschikking gesteld aan de balie van het stadhuis, in toerismebureaus, in de milieudienst, … met andere woorden op plaatsen waar veel inwoners en/of toeristen komen.
112
1.5.4
Handhavers
Gemeenten
GAS
Oostende
OK
Hasselt
OK
Gent
OK
Politie
Zoneverant-
Gemeen-
Beëdigede
Vesting-
woordelijke
schaps-
ambtenaren
wachter
groendienst
wachten
OK
OK
OK
Harelbeke
OK
Blankenberge
OK
Ieper
OK
OK
Brugge
OK
OK
OK
OK
Roeselare
OK
Tongeren
OK
De Panne
OK
Knokke-Heist
OK OK OK
Tabel 6: overzicht handhavers
Zoals vermeld in hoofdstuk 1.4.4 gaan in alle gecontacteerde gemeenten handhavers regelmatig de baan op om hondenbaasjes die de drollen van hun geliefde viervoeter niet opruimen op heterdaad te betrappen. Ook voeren ze op geregelde tijdstippen controles uit over het al dan niet bijhebben van een hondenpoepzakje. In de steden Oostende, Hasselt, Gent, Roeselare, Tongeren en De Panne gebeurt dit door de GAS-ambtenaren. In Blankenberge nemen de beëdigde ambtenaren deze taak voor hun rekening. En in Ieper, Brugge en Knokke-Heist gebeuren deze controles door de gemeenschapswachten en de politie. Hondenbezitters die tegen de lamp lopen worden gesanctioneerd (belasting en/of administratieve geldboete) maar diegenen die de hondenpoep opruimen ontvangen soms een beloning onder de vorm van een sleutelhanger of hondenpoepzakjes (Oostende, Gent en Ieper). Handhavers in het straatbeeld zorgen voor een grotere sociale controle. Als mensen merken dat er controles gehouden worden i.v.m. het opruimen van hondenpoep zijn ze, uit schrik voor een boete, vlugger geneigd zich hieraan te houden. Deze negatieve benadering leidt evenwel niet tot een gedrags- en 113
mentaliteitsverandering bij de hondenbaasjes. Eens de controleurs verdwenen zijn, verdwijnt ook dikwijls de wil om de hondenpoep op te ruimen. Een positieve benadering daarentegen zou misschien een betere oplossing zijn. Een beloning in de vorm van een leuk gadget (sleutelhanger, hondenpoepzakjes, …) zet hondenbaasjes vlugger aan om de hondenpoep op te ruimen. Op deze manier wordt het gewenste gedrag bekrachtigd en niet het ongewenste gedrag bestraft. Bij de aanstelling van controleurs dienen enkele aandachtspunten in acht genomen te worden. Een goede handhaver is tactvol en draagt enthousiasme voor het vak uit. Het doel van zijn werk is o.a. mentaliteitsverandering, dus het overbrengen van de moraal is minstens zo belangrijk als het uitschrijven van PV’s. Er mag bij de burgers geen enkele twijfel over bestaan met wie ze te doen hebben als ze worden aangesproken door de controleur. Een professioneel uniform is hiervoor een voorwaarde. Voor de handhaver zelf is het belangrijk dat zijn uniform bijdraagt aan een professionele uitstraling en het zijn veiligheid waarborgt. In Ieper, Brugge en Knokke-Heist dragen de gemeenschapswachten onderstaand uniform (een paarse winterjas, een paarse jas tussenseizoen, een paarse windjekker, een paarse fleece trui, een wit T-shirt, een wit poloshirt of een wit hemd, een donkergrijze of zwarte broek, grijze of zwarte schoenen en een paarse pet).
114
Figuur 24: uniform van gemeenschapswacht
GAS-ambtenaren dragen hetzelfde uniform als gemeenschapswachten maar dragen bovendien nog een armband waarop ‘vaststeller’ staat.
Figuur 25: armband GAS-ambtenaar
115
Omdat het bijzonder moeilijk is om mensen op heterdaad te betrappen was het nodig dat een handhaver kon controleren op gemakkelijk toetsbare feiten. Hiervoor werd de verplichting van het bijhebben van een opruimmiddel ingevoerd (Oostende, Hasselt, Harelbeke, Brugge, Roeselare, Tongeren en De Panne). Door deze verplichting kan de handhaver controleren op de opruimplicht. De gebruikte zakjes mogen ofwel in de gewone afvalbakken/hondenpoepafvalbakken gegooid worden ofwel meegenomen worden naar huis (en daar bij het restafval gegooid worden). Dit staat ook uitdrukkelijk vermeld in het plaatselijke politiereglement. De steden Gent, Blankenberge, Ieper en Knokke-Heist verplichten het bijhebben van dergelijke zakjes tijdens het uitlaten van de hond niet. Een GAS-bevoegdheid is een minimale vereiste. Een handhaver die geen sancties kan opleggen wordt niet serieus genomen.
1.5.5
Dispensers met gratis hondenpoepzakjes
Gemeenten
Dispensers met
Stop gezet wegens
gratis
misbruik
hondenpoepzakjes Oostende Hasselt
OK
Gent Harelbeke
OK
Blankenberge
OK
Ieper Brugge Roeselare Tongeren
OK
De Panne Knokke-Heist Tabel 7: overzicht dispensers met hondenpoepzakjes
In de strijd tegen hondenpoep nemen de meeste gemeenten allerlei maatregelen gericht op de sensibilisatie van de hondeneigenaars en bieden ze hulpmiddelen aan om het opruimen van hondenpoep te vergemakkelijken. 116
Zo stellen enkele gemeenten hondenpoepzakjes ter beschikking. Dit kan in het gemeente- of stadhuis maar ook in andere openbare gebouwen, lokale handelszaken, dierenartsen en/of apothekers. Het meest effectieve is dat de zakjes ter beschikking worden gesteld op plaatsen waar het probleem zich manifesteert, doch dit kan nog al eens praktische problemen met zich meebrengen. Deze zakjes zijn alleen een tegemoetkoming aan de burgers, voor het geval een zakje van thuis ontoereikend is. De zakjes uit de dispensers pleiten niemand vrij van het bijhebben van hondenpoepzakjes. Zo werden in Hasselt, Harelbeke, Blankenberge, Brugge en Tongeren op plaatsen waar veel honden komen dispensers met bijhorende hondenpoepafvalbak voorzien waar hondeneigenaars gratis hondenpoepzakjes konden bekomen. Jammer genoeg werd hier vaak misbruik van gemaakt (en namen de mensen veel meer zakjes dan nodig) waardoor deze dienst in de steden Hasselt en Blankenberge afgeschaft werd. In Harelbeke werden stickers (zie bijlage) op de dispensers aangebracht met de boodschap zuinig met de zakjes om te gaan en er geen misbruik van te maken. Dit is een spijtige zaak aangezien op die manier ook de hondenbaasjes die hun verantwoordelijkheid opnemen gestraft worden. Als alternatief bieden sommige gemeenten waaronder Harelbeke en De Panne hondenpoepzakjes aan tegen een democratische prijs. Het is nog niet echt duidelijk of van deze dienst veel gebruik gemaakt wordt. In Oostende, Hasselt, Harelbeke, Brugge, Roeselare, Tongeren en De Panne is het verplicht om zakjes bij te hebben tijdens het uitlaten van de hond, zodat de uitwerpselen opgeruimd kunnen worden. De gebruikte zakjes mogen in de gewone afvalbakken/ hondenpoepafvalbakken gedeponeerd worden alsook meegenomen worden naar huis (en daar bij het restafval gegooid worden). Dit staat ook uitdrukkelijk vermeld in het politiereglement. De steden Gent, Blankenberge, Ieper en Knokke-Heist verplichten het bijhebben van dergelijke zakjes tijdens het uitlaten van de hond niet. Ondanks de inspanningen van de gemeenten blijken sommige initiatieven niet te werken en dient gezocht te worden naar andere oplossingen. Het aanbieden van gratis hondenpoepzakjes is er zo een van. In de meeste gemeenten werd hier jammer genoeg misbruik van gemaakt waardoor deze dienst afgeschaft werd. Het gratis aanbieden van zaken heeft dikwijls niet het gewenste effect en werkt hebzucht in de hand. Het is beter om enige vorm van engagement van de mensen te verwachten. Dit kan bereikt worden door bij het aanbieden van een dienst (vb.
117
gratis hondenpoepzakjes) er iets tegenover te stellen. In dit geval vb. een kleine financiële bijdrage. Ook hier is nog ruimte voor initiatieven.
Enkele gemeenten in Nederland, waaronder Leeuwarden, maken sinds 2009 gebruik van biologisch afbreekbare hondenpoepzakjes (Biobags). Deze zakjes breken tussen de 3 en 6 weken volledig af waardoor alleen de hondenpoep overblijft in de ondergrondse container van het Gepp hondentoilet (zie volgende hoofdstuk). In tegenstelling tot België worden deze zakjes niet gratis aangeboden op plaatsen waar veel honden komen maar wel huis aan huis verdeeld en beschikbaar gesteld in buurthuizen, verenigingsgebouwen, … Op deze manier is er toch nog enige vorm van controle op misbruik mogelijk en zou een beter alternatief kunnen bieden voor de dispensers met gratis hondenpoepzakjes bij ons. Deze zakjes worden in Nederland in combinatie met het Gepp hondentoilet gebruikt en bieden tal van voordelen:
- Stevig 100% afbreekbaar materiaal; - niet doorzichtig; - milieuvriendelijk (verminderd gebruik van “gewoon plastiek”, dus beter voor het milieu); - minder afvoerkosten voor de gemeente (als de hondenpoepvoorzieningen worden geleegd); - samen met de Gepp hondentoilet een geschikte voorziening op het gebied van hondenpoep; - zakjes kunnen in twee types dispensers aangeboden worden.
Het is niet duidelijk in welke mate de hondenpoepzakjes bij ons biologisch afbreekbaar zijn.
4
118
1.5.6
Hondentoiletten
1.5.6.1
Situatie in België
Gemeenten Oostende Hasselt Gent Harelbeke
Hondentoilet OK OK OK
Blankenberge Ieper Brugge Roeselare
OK OK OK
Tongeren De Panne Knokke-Heist
OK OK OK
Tabel 8: overzicht hondentoiletten
Hondentoiletten zijn speciaal afgebakende zones in de stad en zijn aangepast aan de omgeving en de inplantingplaats. Zo blijft de hinder voor omwonenden tot een minimum beperkt. De materialen zijn gekozen in functie van de duurzaamheid en het gemak van onderhoud. Dolomiet en rijnzand als bodembedekking en houten dwarsliggers met een betonnen afboording vormen de basismaterialen. In Oostende, Hasselt, Gent en Knokke-Heist worden de toiletten zesmaal per week schoon gemaakt; in Blankenberge zelfs 7 op 7. Ieper is de enige gemeente waar de toiletten slechts wekelijks gereinigd worden. De volgende instanties zijn hiervoor verantwoordelijk: reinigingsdienst (Oostende, Ieper en De Panne), milieubuurtwerkers (Gent), technische dienst (Tongeren), gemeentelijke milieuwerkers (Knokke-Heist) en Dienst Leefmilieu (Brugge).
Het schoonmaken gebeurt in gewone werkkledij en handschoenen.
Om de geurhinder zoveel mogelijk te beperken worden verscheidene maatregelen genomen waaronder het wekelijks ontsmetten van de toiletten met Capturine® (Oostende, Hasselt, Blankenberge, Ieper, De Panne en Knokke-Heist) of FrescureExtract® (Gent en Brugge) en het volledig vernieuwen van de aangelegde dolomietzone (enkele keren per jaar). Capturine® is een biologisch product dat op
119
een enzymatische manier ‘stankbronnen’ elimineert. De specifieke micro-enzymen zetten urine om in stikstof, koolzuur en water waardoor er geen schadelijke stoffen zoals ammoniak (en dus ook geen geur) meer vrijkomen. Bovendien bevat het een detergent dat zorgt voor een reinigende werking. FrescureExtract® is een gelijkaardig product. Op de vraag wat de achterliggende reden was bij de keuze van reinigingsproduct bleef men het antwoord schuldig. Een vergelijkende studie omtrent de specifieke werking van deze twee producten zou misschien interessant zijn om te bepalen welk product het meest geschikt is om voor deze doeleinden te gebruiken.
Met uitzondering van de steden Roeselare en Harelbeke, beschikken alle gecontacteerde steden over hondentoiletten. Harelbeke beschikte vroeger ook over hondentoiletten maar heeft een aantal jaar terug beslist deze te verwijderen daar ze niet gebruikt werden. De reden hiervoor is tot nog toe onbekend. Misschien beschouwden de inwoners ze niet hygiënisch of dienden ze te ver te lopen. Roeselare achtte hondentoiletten niet proper en onhygiënisch. Bovendien brengen hondentoiletten weer meer werk met zich mee op het gebied van onderhoud en reiniging en zorgen ze vaak voor geuroverlast. Vandaar de beslissing om er geen te plaatsen. De hondentoiletten worden op strategische plaatsen ingericht, met name o.a. langs wandelpaden, aan de in-en/of uitgangen van parken, … In Blankenberge bepaalde men op basis van de gegevens van de hondenbelasting waar de meeste honden zich bevonden en op deze plaatsen werden de voorzieningen vervolgens ingericht. In het merendeel van de gemeenten kunnen inwoners een aanvraag indienen voor het bijplaatsen/verwijderen van een hondentoilet. Eenmaal per jaar worden dan alle aanvragen bekeken en nagegaan of de aanvraag al dan niet gegrond is. Na een grondige evaluatie wordt tenslotte tot actie overgegaan. Om na te gaan of de hondentoiletten effectief gebruikt worden, houdt men in Gent, Blankenberge, Oostende en Knokke-Heist statistieken bij van het aantal drollen dat uit de hondentoiletten opgehaald worden. Op basis van deze gegevens wordt dan eventueel overgegaan tot de plaatsing/verwijdering van een hondentoilet. Uit de rondvraag bleek dat een hondentoilet toch ook niet de ideale oplossing is voor het hondenpoepprobleem. De meest gehoorde klachten waren dat er toch regelmatig gevallen van sluikstorten in de hondentoiletten vast gesteld wordt. 120
Mensen dumpen hier vaak hun kattenbakvulling in. Verder komen regelmatig klachten binnen van geuroverlast en vinden vele inwoners zo’n hondentoilet storend in het straatbeeld. Om zoveel mogelijk aan dit probleem het hoofd te bieden is in Blankenberge elk hondentoilet omheind met een aangepaste beplanting (vnl. klimop). Bovendien zijn er zelfs gevallen bekend van mensen die persoonlijk gebruik maken van zo’n hondentoilet! Om die redenen is Blankenberge sinds enkele jaren bezig met het systematisch vervangen van de hondentoiletten door hondenpoepbuizen (zie hoofdstuk 1.5.9). Ondanks het feit dat de hondentoiletten praktisch dagelijks gereinigd worden en de nodige aandacht besteed wordt aan het desinfecteren worden hondentoiletten vaak nog als onhygiënisch beschouwd. Bovendien brengen ze toch heel wat extra werk en kosten inzake onderhoud met zich mee. Hoewel de hondentoiletten altijd zo ver mogelijk van de huizen vandaan geplaatst worden rijzen er vaak protesten bij de plaatsing ervan. Aan de ene kant willen hondeneigenaars een hondentoilet dicht in de buurt maar aan de andere kant “not in my backyard”. Algemeen kunnen we besluiten dat de meningen over hondentoiletten verdeeld zijn. Gemeenten die er gebruik van maken zijn er matig positief over maar ondervinden er vaak vele nadelen van. Gemeenten die geen hondentoiletten gebruiken zijn van mening dat deze onhygiënisch en te arbeidsintensief zijn. Het idee achter de hondentoiletten is degelijk maar bij de huidige uitwerking komen nog te veel problemen en nadelen voor.
1.5.6.2
Situatie in Nederland
Om de situatie in Nederland te schetsen halen we als voorbeeld de gemeente Ten Boer aan. Naar aanleiding van de Nota Lokaal gezondheidsbeleid 2003-2006 waaruit naar voren is gekomen dat hondenpoep een van de grootste ergernissen was van de inwoners van de Nederlandse gemeente Ten Boer is sindsdien het bestrijden van hondenpoep een van de actiepunten in het gezondheidsplan geworden. Het hondenpoepbeleid in deze gemeente werd grondig onder de loep genomen en belangrijke wijzigingen werden aangebracht.
121
Om de inwoners zoveel mogelijk bij deze campagne te betrekken heeft de gemeente een enquête afgenomen van zowel hondeneigenaars als niethondeneigenaars waarbij o.a. volgende onderwerpen bevraagd werden:
- De mate van overlast door hondenpoep; - soort hinder van hondenpoep; - plaats van hondenpoepoverlast; - redenen waarom hondenbaasjes zich niet aan de opruimplicht houden.
Samengevat zijn uit de enquête een aantal zaken naar voren gekomen waar in dit beleid rekening mee is gehouden:
-
Mensen moeten beter op de hoogte worden gebracht van de bepalingen in de APV9, zowel over de opruim- als de aanlijnplicht;
-
er moet begrip worden gecreëerd bij zowel hondenbezitters als niethondenbezitters;
-
er moeten (hondenpoep)bakken worden geplaatst waar mensen de uitwerpselen van hun hond in kunnen gooien.
Om aan de opruimplicht te kunnen voldoen zorgde de gemeente voor voldoende afvalbakken. Hiervoor werden twee varianten met elkaar vergeleken.
Variant 1: Traditionele afvalbak
Dit is de gemeentelijke afvalbak zoals wij die ook kennen.
9
APV= Algemene Plaatselijke Verordening
122
Variant 2: het Gepp hondentoilet
Dit systeem werkt met een ondergrondse betonnen bak van 400 of 500 liter. Via een roestvrijstalen constructie kunnen de uitwerpselen worden ingeworpen.
De hondenpoep wordt met een zakje/schepje opgeruimd.
Figuur 26: opruimen van hondenpoep
En vervolgens in het hondentoilet gedeponeerd. Dit systeem werkt hygiënisch omdat de hondenbezitter de bak niet met zijn handen hoeft aan te raken; openen gebeurt met een voetpedaal.
Figuur 27: openen van Gepp
Na inwerpen sluit de bak volledig af en geeft bijgevolg geen stank.
Figuur 28: sluitsysteem Gepp
123
Het legen van de bakken hoeft slechts 1 of 2 maal per jaar te gebeuren door middel van leegzuigen met een kolkenzuiger en kan tegelijk met het reguliere rioolonderhoud plaatsvinden.
Figuur 29: kolkenzuiger
Er zijn geen “harde regels” m.b.t. het gebruik van het Gepp hondentoilet. Beter geen gebruik maken van gewone plastiek zakjes en vermijden dat het toilet gebruikt wordt als een ‘gewone afvalbak’. Een filter in de put zorgt ervoor dat er geen materialen in het riool terecht komen die er niet in horen. Echter door het gebruik van biozakjes en/of papieren zakjes blijft er minder restafval over in de container. Dit scheelt aanmerkelijk in de afvoerkosten.
De ondergrondse containers zouden in beperktere aantallen worden geplaatst dan de afvalbakken in verband met het aspect van de hoge aanlegkosten. Hiermee komen de aanlegkosten enigszins vergelijkbaar uit. In de onderhoudskosten treedt een aanzienlijk verschil op, in het voordeel van de containers. De loopafstand tot een afvalbak is één van de belangrijkste overwegingen om uitwerpselen al dan niet op te ruimen. Daarmee heeft het systeem van de afvalbakken een groot voordeel ten opzichte van de containers. De kans bestaat dat mensen de loopafstand tot een container te groot vinden en de uitwerpselen daarom niet opruimen of in een normale afvalbak gooien. Hoewel het systeem met de containers uiteindelijk goedkoper is dan het systeem van de bakken wordt de effectiviteit hiervan beduidend minder groot geacht. Daarom koos Ten Boer voor de traditionele afvalbakken.
124
In onderstaande tabel worden de voor-en nadelen van beide varianten nog eens schematisch op een rijtje gezet.
Gewone afvalbak Voordelen
- aansluiting bij huidig
Ondergrondse container - hygiënisch, inwerpen
afvalbakkenbeleid
m.b.v. voetpedaal,
- uniformiteit: duidelijkheid
legen d.m.v.
en rustig straatbeeld - kan overal geplaatst
kolkenzuiger - onderhoudskosten nihil
worden - loopafstand gering Nadelen
- minder hygiënisch: moet
- loopafstand relatief
zeer frequent handmatig
groot: vermindert
worden geleegd
doelmatigheid
- onderhoud verzaken geeft
- twee systemen:
stank - onderhoudskosten hoog
onduidelijkheid - kan niet overal geplaatst worden, zeker niet bij aansluiting op riool
Indicatieve
- Aanleg: € 370/bak
kosten
- onderhoud: € 245/bak/jaar
- aanleg: € 2 000/container - onderhoud: € 10/container/jaar
Tabel 9: vergelijking gewone afvalbak – ondergrondse container
1.5.6.3
Conclusie
Net zoals in België gebruiken veel gemeenten in Nederland hondentoiletten of hondenstroken als oplossing voor hun hondenpoepprobleem. Uit evaluaties blijkt het resultaat jammer genoeg tegen te vallen. Het blijkt dat dit soort voorzieningen veel geld kosten, veel onderhoud vergen en ook dikwijls het doelwit zijn van vandalisme. M.a.w. in Nederland ondervinden de gemeenten ongeveer dezelfde problemen als wij.
125
In veel Nederlandse gemeenten wordt er echter wel voor dit soort voorzieningen gekozen omdat voor hen de voordelen opwegen tegen de nadelen. Het wordt namelijk als onwenselijk gezien om mensen overal de uitwerpselen van hun hond te laten opruimen, simpelweg omdat dit veel onwil bij hondenbezitters opwekt en het dan niet uitgevoerd wordt. Vooral grotere gemeenten kiezen voor deze oplossing omdat het voor hun inwoners niet mogelijk is om hun hond altijd buiten de bebouwde kom uit te laten. In Ten Boer is dit echter niet het geval: geen enkel dorp is zo groot dat het voor mensen ondoenlijk is om hun hond buiten de bebouwde kom uit te laten. Vandaar dat in Ten Boer niet de behoefte bestaat om voorzieningen als hondentoiletten aan te leggen. Deze zijn simpelweg te duur en vergen teveel onderhoud in vergelijking met het geringe voordeel dat er voor deze gemeente uit voort zal vloeien.
In grotere gemeenten daarentegen zou het Gepp hondentoilet een goed alternatief kunnen zijn ter vervanging van het ‘klassieke hondentoilet’. Het Gepp hondentoilet heeft een grote opslagcapaciteit onder de grond waardoor deze, in tegenstelling tot het ‘klassieke hondentoilet’, slechts 1-2 keer per jaar geleegd dient te worden, afhankelijk van de gebruiksfrequentie en het type. De tegenargumenten zoals onhygiënisch en te arbeidsintensief zijn hier zeker niet meer van toepassing. Bovendien bestaat het Gepp hondentoilet in twee uitvoeringen: een model die aangesloten kan worden op de riolering en een model zonder aansluiting. Het eerste model heeft als groot voordeel dat de container (die zich onder de grond bevindt) niet, of in elk geval, veel minder frequent geleegd dient te worden. Wanneer veel mensen daarentegen, er materialen in gooien zoals (grote) plastiek zakken en blikjes raakt de Gepp eerder ‘vol’. Deze materialen komen overigens niet in het riool terecht vanwege de roestvast stalen filter die in de container is aangebracht. Gevolg is echter wel dat het Gepp hondentoilet vaker geleegd dient te worden. Jammer genoeg is dit ook in België een vaak voorkomend probleem. Vaak dumpen mensen allerlei zaken in een hondentoilet die er niet in thuis horen zoals kattenbakvulling. Mogelijke oplossingen zouden hier nog voor gezocht dienen te worden. Indien de mensen de hondenpoep met een schepje, een papieren zakje of een 100 procent biologisch afbreekbaar zakje zouden opruimen dan zou de Gepp als het ware als een 100 procent zelfreinigend system functioneren. De containers zouden 126
dan niet geleegd dienen te worden waardoor de onderhoudskosten dus ook praktisch onbestaande zouden zijn.
1.5.7
Honden(losloop)weide
Gemeente
Hondenlosloopweide
Oostende
OK
Hasselt
OK
Gent
OK
Opruimplicht
Harelbeke Blankenberge
OK
OK
OK
OK
Ieper Brugge Roeselare Tongeren De Panne Knokke-Heist Tabel 10: overzicht hondenlosloopweide
Een losloopweide is een plaats waar de hond zijn poten kan strekken en ravotten met andere soortgenoten en waar de aanlijnplicht dus m.a.w. niet geldt. Soms zijn er enkele speeltoestellen voor de honden voorzien, zoals in Blankenberge.
Figuur 30: losloopweide in Mechelen
127
Een hondenlosloopweide is vooral gelegen in stedelijke, dicht bewoonde zones waar weinig open ruimte beschikbaar is. Deze gebieden genieten de voorkeur daar hondenbezitters in buitenwijken meestal zelf een afgesloten tuin hebben of in de buurt wel een weiland te vinden is waar de hond kan los lopen.
Een loopweide is geen hondentoilet en hier geldt dus wel de opruimplicht (Hasselt, Gent, Blankenberge enTongeren). Enkel in Oostende dienen de drollen daar niet opgeruimd te worden.
Een hondenlosloopweide is meestal volledig omheind en kan i.v.m. verkeersveiligheid volledig afgesloten worden.
Figuur 31: losloopweide in Oostende
Gewoonlijk staat de gemeente zelf in voor het onderhoud. In kleine gemeenten (met een kleine oppervlakte) is er over het algemeen minder nood aan hondenlosloopweides daar de aanlijnplicht slechts in de bebouwde kom geldt. De hondeneigenaars hoeven dus niet ver te lopen om de hond buiten de bebouwde kom los te kunnen laten lopen. Het is nog onduidelijk hoe de losloopweides gewaardeerd worden. Tijdens de rondvraag is hier eigenlijk te weinig aandacht aan besteed en verder onderzoek hieromtrent zou aangewezen zijn. Uit de resultaten van de enquête die afgenomen is van 1 024 honden- en niethondeneigenaars komt naar voren dat 85% (382 van de 451 hondenbaasjes) van de respondenten aangeeft geen gebruik te maken van een hondenlosloopweide. In de enquête wordt hier niet dieper op in gegaan dus het is onduidelijk wat de achterliggende reden hiervoor is. Ook hier zou verder onderzoek aangewezen zijn.
128
Bij de inrichting van een losloopweide (en andere voorzieningen zoals hondentoiletten) dienen toch een aantal zaken in acht genomen te worden. Zo is de herkenbaarheid voor de stimulering van het gebruik erg belangrijk. De voorzieningen moeten duidelijk worden aangegeven. Ook de op de plaats geldende regels dienen duidelijk te worden vermeld. Hier wringt het schoentje nogal dikwijls. Voor een toerist of een niet-inwoner van de gemeente is het niet altijd even duidelijk welke regels waar van toepassing zijn, bv. in een hondenlosloopweide. Terwijl in sommige gemeenten in deze voorziening de opruimplicht geldt, is dit in andere gemeenten soms niet het geval. Hoewel alle regels omtrent honden en hondenpoep in het plaatselijk politiereglement opgenomen zijn, zijn deze voor niet-inwoners soms niet of moeilijk toegankelijk (door bv. de vreemde taal).
Een goede afstand tot de voorziening is bovendien een absolute voorwaarde. Over het algemeen is tot 200 meter van de woning voldoende voor een kleine voorziening zoals een hondentoilet of hondenpoepafvalbak. Voor een grotere voorziening, met name een hondenlosloopweide kan de afstand wat verder liggen. Het is overigens van belang dat de voorziening dicht bij de woningen ligt, omdat hierdoor het gebruik wordt bevorderd.
In een aantal Nederlandse gemeenten maakt men in plaats van hondentoiletten gebruik van uitlaatgebieden. Uitlaatgebieden zijn grasveldjes die eens om de 7 – 10 dagen gemaaid en gereinigd worden met een poepzuiger (te vergelijken met de hondenpoepmotor bij ons) of groenstroken die langs (fiets)paden en wegen aan de rand van de bebouwde kom liggen en een paar keer per jaar gemaaid worden. In uitlaatgebieden mogen honden al dan niet vrij rond lopen en hoeven de uitwerpselen veelal niet opgeruimd te worden. Of juist wel en dan worden daartoe speciale voorzieningen aangebracht (hondenpoepafvalbakken of gewone afvalbakken). Deze uitlaatgebieden zouden misschien een alternatief voor de hondentoiletten in België kunnen bieden aangezien er toch enkele nadelen verbonden zijn aan het gebruik van hondentoiletten. Verder onderzoek is hier wel aangewezen.
Door de uitlaatgebieden te concentreren wordt ook de overlast van hondenpoep geconcentreerd, hetgeen een ontlasting betekent voor het overige grondgebied. Ervaringen bij andere Nederlandse gemeenten leveren op dat het succes van dit
129
soort voorzieningen afhankelijk is van het comfort, de uitstraling, de herkenbaarheid en de afstand tot de voorziening. Onder comfort wordt verstaan het makkelijk bereikbaar zijn, het niet hoeven opruimen van de uitwerpselen op de locatie en het toegankelijk zijn (de inrichting). Een hygiënisch verantwoorde voorziening heeft uitstraling en nodigt meer uit voor gebruik dan een verwaarloosde, vervuilde voorziening. Regelmatig onderhoud is dan ook belangrijk, hierdoor blijft hygiëne op een verantwoord niveau en blijft de voorziening aantrekkelijk voor gebruik. Alle gecontacteerde Vlaamse gemeenten leveren hier voldoende inspanningen aangezien geen enkele losloopweide er verwaarloosd bij lag. Wat opviel tijdens de rondvraag was dat geen enkele losloopweide verlicht was. Vooral tijdens de wintermaanden zijn de dagen veel korter en blijven de mensen vroeger binnen. Het feit dat een hondenlosloopweide niet verlicht is, kan een van de redenen zijn waarom mensen hier niet veel gebruik van maken (i.v.m. veiligheid). Misschien ook een puntje dat nader onderzocht kan worden.
1.5.8
Hondenpretpark
Zoals reeds eerder vermeld beschikt Oostende als enige in Europa over een hondenpretpark. Het park kwam er voor Theater Aan Zee in 2007 en bleef na het evenement ook behouden. In de wijk “Nieuwe Stad” wonen 1 200 mensen en onderzoek heeft uitgewezen dat 30% van hen een hond heeft. Hondenpoep vormde hier bijgevolg een groot probleem. Vandaar de oprichting van een hondenpretpark. Het is een parkje met verschillende attributen voor honden en waar honden vrij rond mogen crossen. De hondenpoep dient wel opgeruimd te worden aangezien hier de opruimplicht geldt. Maar het hondenpretpark kreeg nog een andere functie. Het is niet alleen een plaats waar honden kunnen ravotten, het moest ook een ontmoetingsplaats voor mensen worden.
Hoewel dit een ludieke actie was waarbij de hondenpoepproblematiek weer eens onder de aandacht gebracht werd en ook de honden op een positieve manier benaderd werden is het niet echt duidelijk of hondeneigenaars hier sindsdien veel gebruik van maakten. Het is een leuk initiatief maar of de inrichting van een 130
hondenpretpark daadwerkelijk een meerwaarde betekent voor het hondenpoepbeleid in België is onwaarschijnlijk.
1.5.9
Hondenpoepbuizen
Blankenberge en De Panne gebruiken als enige van de gecontacteerde gemeenten hondenpoepbuizen i.p.v. hondenpoepafvalbakken.
De noodzaak om een nieuw duurzaam recipiënt te ontwerpen om de hondenpoepzakjes in te deponeren kwam er nadat het stadsbestuur problemen met hondenpoepoverlast bleef ondervinden ondanks alle geleverde inspanningen en genomen maatregelen. Het bijplaatsen van gewone afvalbakken was geen optie, omdat iedere bijkomende gemeentelijke afvalbak een bijkomende bron van sluikstort vormde.
Bij het ontwerp werd gelet op verschillende factoren zoals lediging, gebruiksgemak, geurhinder, herkenbaarheid, visuele hinder, aanleiding gevend tot sluikstorten, vandalisme, veiligheid voor gebruikers en werknemers, … Na enkele voorontwerpen was de hondenpoepbuis geboren: een kantelende kegelvormige buis met een klein deksel boven voor het deponeren, en een groter deksel onder voor de lediging. De buis wordt vast gezet aan zijn frame d.m.v. een hangslot. Door het hangslot te openen kan de buis kantelen voor lediging.
In 2003 werden, bij wijze van pilootproject, een drietal hondenpoepbuizen geïnstalleerd in Blankenberge. Sindsdien zijn er nog heel wat bijgekomen en het gemeentebestuur is er nog altijd zeer tevreden over. Naast de hondenpoepbuizen staan er ook verschillende hondentoiletten maar wegens het toegenomen aantal klachten (zoals vermeld in hoofdstuk 1.4.9) wordt het aantal langzaamaan afgebouwd en vervangen door hondenpoepbuizen. Het stadsbestuur van Blankenberge heeft beslist om het aantal hondentoiletten langzaamaan af te bouwen en te vervangen door hondenpoepbuizen. Het onderhoud en de reiniging van de toiletten acht het stadsbestuur ook arbeidsintensiever dan van de poepbuizen.
De hondenpoepbuizen hebben nog een aantal voordelen t.o.v. de gewone afvalbak. Zo zijn hondenpoepbuizen (praktisch) niet vandalismegevoelig. De eerste 131
buizen die zeven jaar geleden in Blankenberge geïnstalleerd zijn, zien er nog zo goed als nieuw uit. De hondenpoepbuizen zorgen niet voor een verloedering van het straatbeeld, hondentoiletten en afvalbakken daarentegen wel. Terwijl in en rond gewone afvalbakken heel vaak huisvuil gedumpt wordt, komt dit bij hondenpoepbuizen praktisch niet voor. Om sluikstorten tegen te gaan werd de opening bovenaan verkleind maar jammer genoeg kunnen Aquaruisflesjes er net wel in. Een vaak gehoorde klacht van hondentoiletten is dat ze, voornamelijk tijdens warme maanden, geurhinder met zich meebrengen. Bij hondenpoepbuizen is dit beduidend minder of zelfs onbestaande. Tijdens de rondleiding van de ‘hondenpoepbrigade’ kwam duidelijk naar voor dat het reinigen van de hondenpoepbuizen veel minder tijd in beslag nam en eenvoudiger uit te voeren was. Kortom, hondenpoepbuizen zorgt voor een daling van de kosten voor onderhoud.
Naar het voorbeeld van Blankenberge heeft De Panne sinds enkele jaren ook hondenpoepbuizen in gebruik. Ook in deze gemeente zijn de resultaten positief. De zoekopdracht ‘hondenpoepbuizen’ op internet toont dat deze buizen stilaan maar zeker de markt aan het veroveren zijn. Steeds meer steden en gemeenten ruilen de gewone afvalbakken om voor hondenpoepbuizen. Een bijkomend pluspunt is dat in alle gemeenten waar zo’n buizen geïnstalleerd zijn, hetzelfde type gebruikt wordt. Dit zorgt ervoor dat hondenpoepbuizen overal herkenbaar worden en de mensen direct door hebben waarvoor ze dienen. Dit in tegenstelling tot hondenpoepafvalbakken waarvan de uiterlijke vorm meestal verschilt van gemeente tot gemeente waardoor het op den duur moeilijk wordt om te weten in welke afvalbakken de hondenpoep gedeponeerd mag worden. Maar daarover meer verder in dit hoofdstuk.
Toch zijn niet alle gemeenten overtuigd. Zo staat Knokke-Heist niet achter het idee. Voor deze gemeente wegen de voordelen niet op tegen de nadelen. Zo haalt het stadsbestuur het argument aan dat de hondenpoepzakjes die uit de hondenpoepbuizen opgehaald worden niet gerecycleerd worden maar allemaal bij het restafval belanden. Doordat de hondenpoep samen met het plastiek zakje in de buis gedeponeerd wordt, kunnen deze twee zaken niet apart gerecycleerd worden. Dit probleem zou kunnen opgevangen worden door over te schakelen op biologisch afbreekbare zakjes. Als tweede argument haalt het stadsbestuur aan dat voor de lediging van de 132
hondenpoepbuizen een extra ronde dient voorzien te worden, wat dan weer kosten met zich meebrengt. Dit argument kan weerlegd worden door het feit dat wanneer de gemeente zou overschakelen op hondenpoepbuizen en alle hondentoiletten/hondenpoepafvalbakken zou verwijderen er zo tijd en middelen zouden vrijkomen en dus geen extra kosten met zich zou meebrengen, in tegendeel zelfs. Door de gebruiksvriendelijkheid kan zelfs tijd gewonnen worden. Verder heeft de gemeente twijfels over het feit dat hondenpoepbuizen geen, of toch veel minder, aanleiding geven tot sluikstorten. Als laatste argumenteert de gemeente dat de hondenpoep in de gewone afvalbakken gedeponeerd mag worden waardoor er dus geen nood is aan een alternatief voor hondenpoep.
Hieronder staan de voor- en nadelen van een hondenpoepbuis nog eens kort samengevat: Voordelen hondenpoepbuizen
Nadelen hondenpoepbuizen
- minder plaats nodig dan voor
- de hondenpoep komt eerst op de
hondentoilet
stoep terecht
- hond kan zelf plaats kiezen waar
- als het gebruikt wordt voor ander
hij behoefte doet
afval is het legen juist moeilijker dan een hondentoilet (Aquariusflesjes geraken er juist in.)
- reinigen vraagt minder werk voor stadsarbeiders dan bij
- eventueel een extra ronde voor het ledigen van de buizen
hondentoilet - verstoort het uitzicht niet/minder, is esthetisch - gebruiksvriendelijk - herkenbaar - eenvoudig - niet vandalismegevoelig - geen geurhinder Tabel 11: voor- en nadelen van hondenpoepbuizen
133
Het komt er dus op aan dat elke gemeente de voor-en nadelen voor zichzelf afweegt om na te gaan of hondenpoepbuizen al dan niet bruikbaar zouden zijn.
1.5.10
Kliklijn
Enkel in de steden Oostende, Hasselt en De Panne is er een kliklijn voor hondenpoep (of sluikstorten in het algemeen). Inwoners die hondenbaasjes betrappen op het niet opruimen van hondenpoep kunnen een telefoontje plegen naar het nummer van de kliklijn. Wanneer de dader gevonden wordt, krijgt deze een sanctie voor het niet opruimen van hondenpoep. Na afloop wordt het resultaat gecommuniceerd naar de beller. In de andere gemeenten kunnen de inwoners met hun klachten ook altijd telefonisch terecht op de milieudienst van de gemeente. Of mensen veel gebruik maken van deze dienst is nog niet duidelijk. Aangezien in alle gemeenten de inwoners bij verschillende instanties terecht kunnen met hun klachten, is zo’n kliklijn misschien minder aangewezen.
1.5.11
Hondenpoepmotor
Gemeente Oostende
Hondenpoepmotor afgeschaft
Hasselt Gent
afgeschaft
Harelbeke Blankenberge
OK, vervangen door hondenpoepquad
Ieper Brugge Roeselare Tongeren De Panne Knokke-Heist Tabel 12: overzicht hondenpoepmotor
134
De steden Oostende, Gent en Blankenberge voerden de hondenpoepmotor in voor de opruiming van hondenpoep. Deze motors zijn uitgerust met een zuigsysteem die de hondenpoep op straat opzuigt. De zuigmond is voorzien van een kabeltje dat water onder de hondenpoep spuit om het vacuüm trekken van de hondenpoep bij het opzuigen te voorkomen. Het grote nadeel van deze motor is dat er iemand beschikbaar moet zijn die in het bezit is van een motorrijbewijs die bovendien een handige chauffeur is, daar er met 1hand dient gereden te worden. In Oostende en Gent werd de hondenpoepmotor reeds afgeschaft wegens de problemen ten gevolge van de instabiliteit wanneer de motor volgeladen was. Blankenberge verving om deze redenen de 2 motors door quads.
Knokke-Heist daarentegen is van mening dat door het gebruik van de hondenpoepmotor de verkeerde boodschap gecommuniceerd wordt naar de inwoners. Aan de ene kant kan de hondendrol pas opgeruimd worden als hij er effectief ligt. Aan de andere kant wordt de boodschap “Laat maar liggen, de stad ruimt het wel op” gegeven als de hondenpoepmotor de drol opruimt.
1.5.12
Hondenpoepafvalbakken
Gemeente
Hondenpoepafvalbak
Oostende
OK
Hasselt
OK
Gent Harelbeke
OK
Blankenberge Ieper Brugge Roeselare Tongeren
OK
De Panne Knokke-Heist Tabel 13: overzicht hondenpoepafvalbakken
135
Oostende, Hasselt, Harelbeke en Tongeren hebben verspreid over het grondgebied hondenpoepafvalbakken staan. Deze bakken dienen uitsluitend om hondenpoep in te deponeren. Om geurhinder en sluikstorten tegen te gaan zijn deze afvalbakken afgesloten met een metalen klep die volgens hetzelfde systeem werkt als een stortkoker waardoor de toegang tot de bak beperkt wordt.
In de gemeenten Gent, Blankenberge, Ieper, Brugge, Roeselare en Knokke-Heist mag de hondenpoep in de gemeentelijke afvalbakken gedeponeerd worden.
Deze afvalbakken worden minimaal elke week geleegd.
Een aantal steden, met in het bijzonder Harelbeke, ondervinden regelmatig hinder van sluikstorten in de hondenpoepafvalbakken. Inwoners dumpen hun huisvuil in de hondenpoepafvalbakken waardoor deze overvol raken en dus niet efficiënt meer gebruikt kunnen worden. Dit probeert het stadsbestuur op te vangen door het tijdstip van ledigen bij te houden en na te gaan wanneer de betreffende hondenpoepafvalbak weer propvol zit (vb.: dinsdagmorgen wordt de bak geleegd en ’s middags zit het alweer vol, klopt niet, in het oog houden).
Met uitzondering van Knokke-Heist zijn alle gemeenten van mening dat deze afvalbakken voor een schonere leefomgeving zorgen. Mensen zijn vlugger geneigd hun afval, waaronder ook hondenpoep, op te ruimen wanneer ze hiervoor de gepaste voorzieningen aangeboden krijgen. Daarom worden op strategische plaatsen zoals plaatsen waar veel honden en mensen komen extra voorzieningen geplaatst. Knokke-Heist daarentegen betwijfelt of het gemeentebestuur deze taak op zich moet nemen. Door overal voorzieningen te plaatsen wordt eigenlijk de verkeerde boodschap naar de inwoners gecommuniceerd, nl. dat het gemeentebestuur en niet de inwoner zelf verantwoordelijk is voor zijn afval. Om de inwoner aan te sporen zijn verantwoordelijkheid op te nemen voor zijn eigen afval (waaronder ook hondenpoep) worden dus geen voorzieningen in het centrum geplaatst maar enkel langs parken en plaatsen met veel groen.
Wat heel duidelijk naar voren kwam tijdens de rondvraag was dat elke gemeente een eigen model/ontwerp van (hondenpoep)afvalbak gebruikt. Er is hier absoluut geen uniformiteit. Daardoor is het soms geen evidentie om te weten welke voorzieningen voor welke doeleinden bestemd zijn. Alleen al qua kleur bestaan er 136
vele variaties. Zo wordt in de ene gemeente rode, groene of blauwe hondenpoepafvalbakken gebruikt, terwijl in andere gemeenten een hondenpoepafvalbak aangeduid wordt d.m.v. een sticker. Ook het model verschilt van gemeente tot gemeente: hondenpoepafvalbakken met dispenser, hondenpoepafvalbakken zonder dispenser, hondenpoepafvalbak met metalen deksel, hondenpoepafvalbak met kunststof deksel, hondenpoepafvalbak met sticker en noem maar op. Meer uniformiteit hieromtrent is zeker aangewezen. Gebruik van hondenpoepafvalbakken met dezelfde uiterlijke verschijning (kleur, vorm, model, …) in alle gemeenten zorgt voor een toename van de herkenbaarheid. Zo zal er dan geen verwarring meer bestaan of een bepaalde voorziening al dan niet voor hondenpoep geschikt is, wat nu vaak nog wel het geval is.
Figuur 32: verschillende hondenpoepafvalbakken
137
Figuur 33: sticker voor aanduiding hondenpoepafvalbak
1.5.13
Hondenpoepmascotte
Gemeente
Hondenpoepmascotte
Oostende
OK
Hasselt
OK
Gent Harelbeke Blankenberge Ieper Brugge
In ontwerp
Roeselare Tongeren De Panne Knokke-Heist
OK
Tabel 14: overzicht hondenpoepmascotte
Een viertal gemeenten waaronder Oostende, Hasselt, Knokke-Heist en binnenkort ook Brugge gaven aan met een hondenpoepmascotte te werken. Het grote voordeel van het werken met een ‘hondenpoepmascotte’ is dat de hondenpoepproblematiek een gezicht krijgt en op die manier meer ingang vindt bij het grote publiek. Telkens een grote campagne gevoerd wordt met de mascotte in de hoofdrol, komt deze problematiek nog eens onder de aandacht. Wanneer de 138
mascotte ook op de borden bij de hondentoiletten en –losloopweides prijkt, worden de hondenbezitters herinnerd aan de grote campagne en zo nogmaals aangespoord om de hondenpoep op te ruimen.
Het werken met een hondenpoepmascotte biedt dus zeker voordelen maar zoals er te weinig uniformiteit bestaat omtrent de hondenpoepafvalbakken, zo is dit hier ook het geval. Van de vier gemeenten die een hondenpoepmascotte hebben, is er geen enkele dezelfde. Zo wordt bv. in Hasselt de afbeelding van een boerenfox gebruikt en in Oostende een ludieke blauwe hond. Meer uniformiteit hieromtrent zou aangewezen zijn.
1.5.14
Borden betreffende honden en hondenpoep
Gemeente
Borden betreffende honden(poep)
Oostende
OK
Hasselt
OK
Gent
OK
Harelbeke Blankenberge
OK
Ieper Brugge
OK
Roeselare Tongeren
OK
De Panne
OK
Knokke-Heist
OK
Tabel 15: overzicht borden betreffende honden en hondenpoep
Zoals reeds vermeld in de inleiding telt België met 10,4 per 100 inwoners meer honden dan onze buurlanden. Vlaanderen telt bovendien meer dan 570 000 honden die nogal eens buiten lopen en daar van alles doen: rennen, snuffelen, blaffen, mensen bijten en hun behoefte doen. Waar veel honden zijn, proberen overheid en individu de zaken in goede banen te leiden. Een belangrijk hulpmiddel bij de regulering van de hond (en zijn baas) blijkt het ‘bord’ te zijn.
139
Zo bestaan er borden omtrent de aanlijnplicht, de opruimplicht, om aan te duiden waar honden al dan niet toegelaten zijn, om bepaalde voorzieningen aan te duiden, … Deze borden zijn, net zoals verkeersborden, nodig om de burger wegwijs te maken in de plaatselijke regelgeving. Het grote nadeel is dat er zo veel borden in het straatbeeld verschijnen dat de hondenliefhebber door de bomen het bos niet meer ziet. Tijdens de rondvraag bij de gemeenten kwam ook heel duidelijk naar voren dat het uitzicht van deze borden vaak verschilde van gemeente tot gemeente. De uniformiteit is zoek waardoor het er voor de hondenbaasjes ook niet gemakkelijker op wordt.
In Nederland werd recent zelfs een onderzoek gevoerd naar de verschillende borden betreffende honden en hondenpoep waarbij een oplijsting gemaakt werd. Zo bleek in een bepaalde gemeente met 50 000 inwoners zes verschillende hondenverbodsborden voor te komen (zie afbeelding hieronder).
Figuur 34: hondenverbodsborden in Nederland
In Vlaanderen doet zich hetzelfde fenomeen voor. Niet alleen tussen de gemeenten onderling bestaan er veel verschillen maar ook binnen de gemeenten zelf. Meer uniformiteit hieromtrent is zeker aangewezen. Het zou voor de hondenbaasjes een stuk eenvoudiger zijn om te weten wat ze waar mogen doen om in regel te zijn als over gans Vlaanderen dezelfde borden zouden gebruikt worden.
Datzelfde Nederlands onderzoek richtte zich vooral op de hondenverbodsborden waarbij deze in de volgende categorieën werden onderverdeeld:
- enkel tekst - enkel beeld - tekst en beeld - volledige afbeelding
140
- gedeeltelijke afbeelding - richting van de streep - kijkrichting hond
Men ging na welk bord het meeste voorkwam en uit het onderzoek bleek een duidelijke voorkeur voor volledige honden op het bord en een diagonale rode streep (het merendeel van linksboven naar rechtsonder). Links- of rechtskijkend kwam ongeveer evenveel voor. Zo zou een gebruikelijk hondenverbodsbord er dus uitzien. Maar wat het meeste voorkomt is nog niet noodzakelijk het meest juiste of het beste. Als we kijken naar de officiële verbodsborden dan zijn deze wit met een rode rand en zonder streep. Kort samen gevat ziet het ideale hondenverbodsbord er dus als volgt uit: wit met een rode rand, met een gehele hond die naar links kijkt en geen diagonale streep.
Figuur 35: het ‘ideale’ hondenverbodsbord
Een dergelijk onderzoek zou misschien ook interessant zijn voor België.
141
1.5.15
Sancties voor het niet opruimen van hondenpoep
Gemeenten
Sanctie
Oostende
GAS tot € 250
Geen sanctie
Belasting tot € 250 Hasselt
GAS € 60 tot € 250
Gent
GAS € 60
Harelbeke
€ 13 boete
Blankenberge Ieper Brugge
OK
Roeselare
GAS € 60
Tongeren
GAS € 60
De Panne
GAS € 250
Knokke-Heist
€ 125 boete
Tabel 16: sancties voor het niet opruimen van hondenpoep
Met uitzondering van Brugge wordt in alle gemeenten het niet opruimen van hondenpoep gesanctioneerd. De gemeenten die met GAS werken zoals Oostende, Hasselt, Gent, Roeselare, Tongeren en De Panne schrijven GAS boetes van € 60 uit bij de eerste overtreding. Wordt het hondenbaasje een tweede keer betrapt dan kan deze GAS oplopen tot € 250, dit is het maximumbedrag. De Panne is van mening dat het sowieso al heel moeilijk is om overtreders op heterdaad te betrappen, laat staan een tweede keer dat men daarom van de eerste keer een GAS van € 250 uitschrijft. Deze hoge boetes werpen, dankzij het schrikeffect, vruchten af want sinds de invoering van GAS is de overlast door hondenpoep in deze gemeente afgenomen. Daarbovenop kan nog een bijkomende belasting tot € 250 geïnd worden om de hondenpoep te laten verwijderen. Oostende maakt hier als enige gebruik van. De gemeenten Harelbeke en Knokke-Heist werken nog niet met GAS en hier wordt het niet opruimen van hondenpoep beboet door de politie waarbij de hoogte van het bedrag varieert van € 13 (Harelbeke) tot € 125 (Knokke-Heist). Brugge is de enige gemeente waar het niet opruimen van hondenpoep niet gesanctioneerd wordt.
142
Ook hier komt weer duidelijk naar voren dat er veel verschillen zijn tussen de gemeenten onderling op het vlak van sancties. Brugge vormt het ene uiterste waar het niet opruimen van hondenpoep niet gesanctioneerd wordt en De Panne het ander uiterste waar overtreders bij de eerste keer een GAS van € 250 krijgen. Het is op den duur dus niet meer duidelijk wat men als hondenbaas moet doen om in regel te zijn in een bepaalde gemeente of welke sancties er staan op het niet naleven van de regelgeving. Meer uniformiteit hieromtrent is zeker aangewezen.
Gezien de moeilijkheid om hondenbaasjes op heterdaad te betrappen namen, met uitzondering van Ieper, alle gemeenten een bijkomende verordening betreffende het bijhebben van een zakje in het plaatselijk politiereglement op. Hierdoor is het in al deze gemeenten verplicht een (of meerdere) hondenpoepzakjes bij te hebben wanneer de hond uitgelaten wordt en dit ook op het eerste verzoek van een beëdigd persoon te tonen. In Hasselt en De Panne wordt bij overtreding hiervan een GAS van € 25 uitgeschreven.
1.6
Algemeen besluit Om resultaten te boeken in de strijd tegen hondenpoep is het nodig aan mentaliteitsverandering te werken. Het opruimen van vuil (zowel zwerfvuil als hondenpoep) dient een normale zaak te zijn. Nu komt het nog soms voor dat een brave hondenbezitter zich geneert als hij uitwerpselen opraapt om deze weg te gooien. Men heeft het gevoel de enige te zijn die zich netjes aan de regels houdt. Ook wanneer mensen onverantwoordelijke hondenbaasjes aanspreken over het opruimen van de hondenpoep van hun geliefde viervoeter, wordt nog al te vaak negatief gereageerd. Gemeenten dienen te streven naar een situatie waarin opruimen de gewoonste zaak van de wereld is en iemand die niet opruimt wordt gezien als de asociale uitzondering. De illusie van een poepvrije gemeente is niet haalbaar, doch wel een streven naar een zo’n groot mogelijke reductie van overlast door hondenpoep wat zich in de praktijk zal moeten vertalen in een verbeterd straatbeeld en een hygiënischer leefomgeving.
143
1.6.1
Randvoorwaarden
Om mentaliteitsverandering teweeg te brengen moet aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan.
1.6.1.1
Draagvlak
Niet alleen hondenbezitters hebben te maken met hondenbeleid. Uiteindelijk is het een probleem dat de hele maatschappij raakt, en waar iedereen profijt van kan hebben. Door dat algemeen belang te benadrukken en meerdere partijen te betrekken bij het zoeken naar de juiste oplossing wordt draagvlak gecreëerd. Zo heeft de Nederlandse gemeente Steenbergen bijvoorbeeld haar beleid uitgestippeld met een klankbordgroep van hondenbezitters en niet-hondenbezitters waarmee de basis gelegd werd voor een breed gedragen stuk. Of een nieuw beleid aanslaat bij de bevolking en bij een speciale doelgroep in het bijzonder, hangt van een aantal factoren af. Het gaat daarbij om duidelijkheid, draagvlak en bekendheid. De vraag of burgers en in het bijzonder hondenbezitters achter het beleid staan is een vraag naar het draagvlak van het beleid. In de beleidsontwikkeling kan er veel gedaan worden om dit draagvlak te vergroten door burgers van het begin af aan te betrekken bij de vorming van het beleid. Zo kan met behulp van enquêtes onder hondenbezitters en onder overige bewoners van de gemeente geprobeerd worden het probleem in kaart te brengen en kunnen er diverse gesprekken gevoerd worden met verschillende verenigingen die vaak met honden te maken hebben. Om verder tot een weloverwogen beleid te komen is het interessant contact te zoeken met gemeenten die dit probleem eerder hebben aangepakt en met enkele instanties die veel ervaring hebben op het gebied van deze problematiek.
Met uitzondering van Hasselt was er geen enkele van de gecontacteerde gemeenten die bij het ontwerp van een hondenpoepbeleid beroep gedaan heeft op zo’n klankbordgroep waardoor dus geen draagvlak gecreëerd werd. Het beleid werd intern opgesteld zonder externen erbij te betrekken. In Hasselt daarentegen is Clear Channel betrokken bij het hondenpoepbeleid. Zo zitten alle partijen minimum eenmaal per jaar samen aan tafel om het beleid te evalueren en eventueel bij te sturen.
144
In andere gemeenten in België gebeurt dit nog veel te weinig en misschien is hier in de toekomst wel ruimte voor? Deze manier van werken is zeker het proberen waard.
1.6.1.2
Gedragsverandering
Gedragsverandering is een resultaat van een complex aantal factoren die te maken hebben met de psyche van de mens. Aan de volgende condities moet minimaal worden voldaan om verandering te realiseren. Voor gedragsverandering is het nodig dat mensen begrijpen waarom hun gedrag moet veranderen. Zo dienen hondeneigenaars op de hoogte te zijn van de gevaren van het achterlaten van hondenpoep. Denken we hierbij aan ziektes die van hond op mens, via hondenpoep, overdraagbaar zijn. Informatieve folders en flyers zijn hier zeker aangewezen, wat praktisch alle gemeenten ook ontwikkeld hebben. Het moet duidelijk zijn wat de nadelige gevolgen kunnen zijn van het laten liggen van uitwerpselen of het niet-aanlijnen van een hond. Dit kan aan de hondenbaasjes duidelijk gemaakt worden door middel van flyers, affiches, borden en verordeningen opgenomen in het plaatselijke politiereglement. Ook dit hebben alle gemeenten al gedaan. Verder dient de wil te bestaan om aan de regels te voldoen. De voordelen hiervan moeten opwegen tegen de nadelen. Zoals reeds eerder vermeld dient gewenst gedrag bekrachtigd te worden om blijvend effect te hebben. Hondeneigenaars die steeds de poep van hun geliefde viervoeter opruimen maar hier nooit eens voor beloond worden of erkenning krijgen, zullen op den duur gedemotiveerd raken. Daarnaast moet het mensen mogelijk worden gemaakt om aan hun verplichtingen te kunnen voldoen. Indien zij verplicht worden om uitwerpselen op te ruimen, moeten zij ook voldoende voorzieningen aangeboden krijgen om het vervolgens in te deponeren. In alle gemeenten wordt aan deze behoefte voldaan onder de vorm van hondenpoepafvalbakken, gewone afvalbakken en hondentoiletten. Tot slot moet de gedragsverandering resulteren in een positief effect voor de persoon zelf. Positieve feedback stimuleert tot het behoud van dat gedrag.
145
1.6.1.3
Handhaving
Het welslagen van het beleid is sterk afhankelijk van de mogelijkheid om de bekende veel plegers aan te pakken. Voor mensen die zich niet aan de regels willen houden is streng handhaven de enige optie. Hierbij kan de vergelijking worden gemaakt met snelheidsovertreders in het verkeer. Als mensen ondanks duidelijke regels en bebording de snelheidslimiet overschrijden volgt een boete: heel gewoon!
1.6.1.4
Communicatie
Regelgeving moet eenvoudig en helder zijn. Deze moet in enkele zinnen uit te leggen en gemakkelijk te onthouden zijn. Op die manier wordt discussie voorkomen. Heldere regels met een minimum aan uitzonderingen werken het best. Zoals gebleken uit de rondvraag wringt hier het schoentje dikwijls. Elke gemeente hanteert haar eigen wetgeving en regels wat tot (soms) duidelijke verschillen tussen de gemeenten onderling leidt. Meer uniformiteit hieromtrent is aangewezen. Eenvoudige regels beperken ook de noodzaak tot bebording in de openbare ruimte. Indien toch bebording nodig is, wordt dit tot een minimum beperkt en wordt ook hierop een positieve boodschap gebracht (Bijvoorbeeld: ‘Zalig, zo’n hondenspeelplein!’). Hondenbeleid moet blijvend onder de aandacht worden gebracht, bij voorkeur met een positieve boodschap. De nieuwe regels dienen voor iedereen heel duidelijk te zijn, zodat niemand zich achter onwetendheid kan verschuilen. Om gedragsverandering teweeg te brengen moet voor iedereen duidelijk zijn wat er gaat gebeuren, waarom, hoe en wanneer. Gemeenten die een uitgebreid hondenbeleid hebben, voeren deze taak goed uit en informeren de inwoners tijdig over nieuwe campagnes en veranderingen binnen de hondenpoepproblematiek. Daarnaast is het belangrijk dat de voortgang van de campagnes met de burgers wordt gecommuniceerd en dat positieve resultaten als een schouderklopje aan alle brave hondenbezitters worden gepubliceerd. Dit gebeurt nog te weinig in Vlaanderen. Vaak wordt enkel aandacht besteed aan de negatieve resultaten (bv. ) en blijven de verantwoordelijke hondenbaasjes in de kou staan. Door hier in de toekomst verandering in te brengen en de nodige aandacht te besteden aan de positieve resultaten zullen, zoals eerder besproken, de brave eigenaars zich erkend voelen en de hondenpoep dus blijven opruimen. 146
147
2
Beleidsondersteunende richtlijnen
2.1
Steden en gemeenten - Beleid uniformiseren in gans Vlaanderen; - aanpak en sancties verschillen sterk; - hondenpoep blijft een belangrijk overlastfenomeen; - waar kunnen gemeenten terecht met vragen; - opruimplicht: doorgezette handhaving en blijvende gedragsbeïnvloeding; - opvolging en volhouden van de inspanningen; - evaluatie beleid; - meldpunt overlast
Steden en gemeenten hebben vaak een tot op zekere hoogte uitgewerkte aanpak met betrekking tot het bestrijden van hondenpoep in het leefmilieu: het beleid is echter sterk verschillend van gemeente tot gemeente. Deze verschillen tussen de gemeentes leiden tot onduidelijkheden en verwarring bij de burgers. Zo is het sanctiebeleid niet duidelijk voor hondeneigenaars: in bepaalde gemeenten wordt er niet actief opgetreden en in andere gemeenten dan weer wel, gemeenten maken al of niet gebruik van GAS-ambtenaren, het bedrag van de boetes varieert sterk, sommige gemeenten voorzien in gepaste infrastructuur (hondentoiletten, hondenpoepbuizen, afvalbakken specifiek voor hondenafval,…). Dergelijke aanpak leidt tot verwarring bij hondeneigenaars en tot eventuele discussies. Een uniforme aanpak is noodzakelijk om tot een goed resultaat te komen. Een duidelijk en eenvormig beleid is sterk aangewezen in de strijd tegen overlast door hondenpoep. Het gebruik van allerlei toepassingen en initiatieven kan ook geoptimaliseerd worden door een verdere uniformisatie. Het gebruik van een uniforme hondenpoepbak of -buis in alle gemeenten in Vlaanderen zou voor duidelijkheid zorgen en kan het gebruik van deze faciliteiten bevorderen. Het verdient de aanbeveling om specifieke en herkenbare opruimbakken voor hondenafval te gebruiken (uniform herkenbaar voor Vlaanderen). Het gebruik van de gewone afvalbakken leidt tot problemen met hygiëne en stankoverlast waardoor ook andere gebruikers van deze afvalbakken gedemotiveerd worden om er afval in te deponeren. De opruimbakken worden best op strategische plaatsen geïnstalleerd en in voldoende aantal. Er bestaan opruimbakken met ondergrondse reservoirs die weinig geledigd moeten worden en er bestaan eveneens opruimbakken die aangesloten kunnen worden op het rioleringsnetwerk, dergelijke faciliteiten vereisen een minimum aan onderhoud. 148
Overlast door honden scoort steevast hoog in bevragingen naar overlastfenomenen. Steden en gemeenten zijn hier goed van op de hoogte en wensen deze vorm van overlast aan te pakken. Een propere leefomgeving draagt sterk bij tot een aangename woon- en leefervaring. Veel hondenpoep in het straatbeeld geeft een onverzorgde en verwaarloosde indruk, het werkt niet uitnodigend en creëert een gevoel van onbehagen. Deze vorm van esthetische pollutie en het zoönotische aspect zijn twee dringende redenen om deze problematiek grondig aan te pakken. Alle door ons gecontacteerde gemeenten geven aan sterk geïnteresseerd te zijn in informatie met betrekking tot de hier besproken problematiek en de aanpak ervan. Momenteel bestaat er geen instantie die over de hier verzamelde kennis beschikt en waar gemeenten terecht kunnen met vragen. De globale aanpak door gemeenten vereist meerdere aspecten en een goede coördinatie. Eerst en vooral moet er een duidelijk beleid, dat zijn nut bewezen heeft, uitgewerkt worden en gesteund worden door degenen die het zullen uitvoeren. De aanpak situeert zich op verschillende gebieden: sensibilisatie (communicatie, educatie en informatie), handhaving (sanctionering) en infrastructuur (faciliteiten). Door middel van een doorgedreven sensibilisatie wordt er een maatschappelijk draagvlak gecreëerd: mensen worden aangezet tot een correct gedrag. Reeds vele mensen ruimen hondenpoep op maar een minderheid blijft dit hardnekkig weigeren. Hoe meer mensen kunnen overtuigd worden hoe ‘normaler’ dit gedrag zal worden en hoe minder het niet opruimen geaccepteerd zal worden. Het ‘onwennig’ gevoel bij het opruimen moet verdwijnen en plaats ruimen voor een zekere vorm van sociale druk die het laten liggen van hondenpoep niet tolereert. Een goede voorlichting is dus essentieel in de strijd tegen hondenpoep: zowel informatie en communicatie over het gevoerde beleid met de wettelijke verplichtingen als informatie met betrekking tot waarom hondenpoep niet thuishoort in het straatbeeld. Om deze omwenteling te stimuleren dient de gemeente dit te ondersteunen door middel van een consequente sanctionering (administratieve boete) bij overtreding (opruimplicht). Het verbaliseren dient niet enkel om eventuele overtreders af te schrikken: het niet-verbaliseren kan leiden tot demotivatie van degene die wel opruimen. De politiediensten kampen doorgaans met een tijdsgebrek om dit soort van ‘kleine’ overlast aan te pakken en stellen hun prioriteiten op andere gebieden. De Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS) kunnen hier een oplossing bieden. Het is belangrijk dat de burger beseft dat er controle is en dat er 149
gesanctioneerd wordt. In praktijk is de ‘pakkans’ klein vandaar dat een duidelijke communicatie omtrent het sanctionering beleid essentieel is (website, gemeentelijke uitgaven, folders en posters). De bekendheid van de maatregelen leidt tot grotere sociale controle. Het verplichten van het bijhebben van een opruimmiddel zoals een hondenpoepzakje is gemakkelijker te controleren dan het op ‘heterdaad’ betrappen van een niet-opruimer. Het verplicht bijhouden van een opruimmiddel bij hondenbegeleiders is dan aan te bevelen. De opruimmiddelen dienen gemakkelijk verkrijgbaar te zijn (in een initiële fase kunnen ze gratis ter beschikking gesteld worden door gemeenten of verdeeld worden in grootwarenhuizen of dierenwinkels al of niet gesubsidieerd door de gemeente). Als laatste moet dit beleid ondersteund worden door te voorzien in gepaste faciliteiten: er moeten voldoende en duidelijke mogelijkheden zijn om zich te ontdoen van de opgeruimde hondenpoep, eventueel kan bijkomend voorzien worden in hondentoiletten. Het is aan te raden om een meldpunt te voorzien waar mensen terecht kunnen met vragen en klachten. Op deze manier weet de burger dat de gemeente dit probleem actief aanpakt en krijgt hij het gevoel ‘gehoord’ te worden. Een goed hondenpoepbeleid wordt regelmatig geëvalueerd en bijgestuurd indien nodig.
Vroeger werd er in de meeste gemeenten een hondenbelasting geheven maar dit is de laatste tien jaar in onbruik geraakt. In principe geldt in de meeste gemeenten nog een aangifteplicht van het bezit van een hond. Vaak kwam het er op neer dat enkel de huisdiereigenaars die hun hond meldden effectief de belasting moesten betalen en de personen die geen aangifte deden van hun hond betaalden niet. De komst van de elektronische identificatie en registratie van honden op nationaal niveau door de Belgische Vereniging voor Identificatie en Registratie van Honden (B.V.I.R.H.) heeft de opvolging van registratie van honden door individuele gemeenten op de achtergrond verdreven. De B.V.I.R.H. stelt de informatie over hondenbezit niet open voor steden en gemeenten die een hondenbelasting wensen te innen. Er gaan soms stemmen op om de hondenbelasting opnieuw in te voeren als een vorm van overlasttaks (principe van de vervuiler betaalt). Volgens dit principe moet deze opbrengst dan ook effectief gebruikt worden om een effectief hondenbeleid uit te voeren. Het innen van deze belasting blijft evenwel een probleem. Deze belasting kan er toe leiden dat bepaalde hondeneigenaars verzuimen om hondenpoep op te ruimen omdat ze toch belasting betalen als ‘overlasttaks’. Indien 150
een hondenbelasting ingevoerd wordt is het belangrijk dat de geïnde sommen gebruikt worden ten voordele van hondeneigenaars: bijvoorbeeld voorzien in bepaalde faciliteiten, subsidiëren van hondenpoepzakjes,…
Samenvattend voor gemeenten: Een goed beleid steunt op drie peilers. Eerst en vooral een goede communicatie en bewustmaking. Mensen moeten correct geïnformeerd worden over de gevolgen van hondenpoep en de overlast die hierdoor veroorzaakt wordt. Ook over het gevoerde beleid moet voldoende gecommuniceerd worden. Als tweede moet er een minimum aan faciliteiten voorzien zijn: het ontbreken van faciliteiten werkt demotiverend en de gemeente verliest zijn geloofwaardigheid. Als laatste is een goede handhaving aan de orde. Mensen moeten weten dat overtredingen niet getolereerd worden.
2.1.1
Overzicht maatregelen
- sancties: een uitgewerkt en duidelijk sanctioneringbeleid wordt sterk aangeraden; - bewustmakingscampagnes: bewustmaking en educatie wordt sterk aangeraden; - hondenpoepafvalbakken: afzonderlijke en uniforme afvalbakken worden sterk aangeraden; - losloopweides: zijn niet noodzakelijk maar kunnen een meerwaarde betekenen in sterk verstedelijkt gebied; - openbare hondentoiletten: niet noodzakelijk voor een goed hondenbeleid voordelen: - wordt geapprecieerd door een bepaalde groep hondeneigenaars - effectief indien dit kadert in een groter geheel nadelen: - vereisen regelmatig onderhoud en desinfectie - kunnen het straatbeeld ontsieren - ruimte nodig
151
2.2
Vlaamse Gewest - Sensibilisatiecampagne - bewustmakingscampagne (wettelijke verplichtingen, alternatieven en zoönosen); - eventuele subsidies voor uniforme faciliteiten in de verschillende gemeenten; - richtlijnen sanctioneringbeleid; - blijft een belangrijk overlastfenomeen, negatieve invloed op leefkwaliteit; - impact op volksgezondheid wordt onderschat; - verder onderzoek stimuleren naar alternatieven, de impact op de volksgezondheid en ontwijkgedrag
Gezien de omvang van het probleem en de impact op de volksgezondheid is dit een belangrijk thema die de nodige aandacht verdient van het Vlaamse Gewest. Vlaanderen is sterk verstedelijkt gebied met een hoge bevolkingsdichtheid. Dit vraagt om een specifieke aanpak om de overlast veroorzaakt door en de hygiënische impact van huisdieruitwerpselen in de leefomgeving tegen te gaan. De Vlaamse overheid kan hier een belangrijke rol spelen naar sensibilisatie toe en het organiseren van bewustmakingscampagnes voor de hele bevolking of voor specifieke bevolkingsgroepen: de hygiënische aspecten worden vaak onderschat en zowel alternatieven als de wettelijke verplichtingen zijn onvoldoende gekend bij het grote publiek. Een van de belangrijkste aspecten bij het bestrijden van overlast door hondenpoep is het gedrag van niet-opruimers te beïnvloeden. Vele mensen ruimen reeds op maar een bepaalde groep weigert dit te doen. Om een mentaliteitswijziging teweeg te brengen kan men de ondernomen acties best vanuit Vlaams niveau ondersteunen. Door sensibilisatiecampagnes kan men het maatschappelijk draagvlak vergroten en meer mensen aanzetten tot opruimen. De minderheid die niet opruimt moet dit als sociaal ongepast ervaren. Dergelijke mentaliteitswijzigingen vragen de nodige tijd en inspanningen. Het Vlaamse Gewest kan gemeenten op verschillende manieren ondersteunen: uitwerken van een uniforme aanpak (educatie, communicatie, faciliteiten en handhaven) met behulp van een draaiboek, het voorzien van subsidies voor uniforme faciliteiten zoals een herkenbaar hondentoilet met ondergronds reservoir, richtlijnen omtrent een optimale benutting en plaatsing van voorzieningen, richtlijnen betreffende het sanctioneringbeleid, ondersteunende
152
bewustmakingscampagnes die het gemeentebeleid meer slagkracht kan geven, specifieke pakketten ontwikkelen voor de monitoring en evaluatie van het beleid. Bij het ontwikkelen van een draaiboek worden best in enkele pilootgemeenten proefprojecten opgezet die van nabij opgevolgd en geëvalueerd worden. Het is van belang om ook de bevolking hierbij te betrekken. De drie gewesten en het federale niveau moeten hun beleid op elkaar afstemmen om de slagkracht en de duidelijkheid van de campagnes te verhogen.
Doelstellingen van het algemene afvalbeleid:
a) Zo weinig mogelijk afval proberen te produceren
Dit is wat hondenpoep betreft theoretisch mogelijk op twee manieren: ofwel het aantal huisdieren verminderen ofwel de productie van hondenpoep verminderen. Het aantal huisdieren verminderen lijkt ons niet opportuun gezien de belangrijk rol die huisdieren spelen in het sociale weefsel van de maatschappij. De productie van hondenpoep verminderen is een bijzonder moeilijk te beogen doel: dit kan met een aangepaste voeding. Dergelijke voeding is echter vaak duurder dan de standaard voeding. De voeding van een huisdier is de individuele keuze van de eigenaar rekening houdende met zijn persoonlijke levenssfeer.
b) Recycleren indien mogelijk
Het verwijderen van stoelgang via een pet waste disposal system is een milieuvriendelijke manier om stoelgang afkomstig van huisdieren te recycleren. De aldus bekomen compost kan echter niet gebruikt worden in tuinen omdat de compost niet vrij is van pathogene kiemen. De restfractie verdwijnt in de bodem: door de filtratie en de milieuomstandigheden in de dieper gelegen bodemlagen zullen de meeste pathogenen afsterven. Dit is evenwel onvoldoende onderzocht.
c) optimaal verwijderen/ eindverwerking
Momenteel behoort stoelgang van honden tot het organisch-biologisch afval maar mag niet via GFT verwijderd worden. Het verwijderen van stoelgang via restafval is de enige wettelijke manier om stoelgang af te voeren. Dit is wel belastend voor het milieu (ophalen, vervoeren en verbranden).
153
Een valabel alternatief kan het verwijderen zijn via de riolering (zie hoofdstuk 1.5.6.2). Hondenpoep kan in een vergister verwerkt worden om biogas op te wekken.
Onderzoek naar de impact op het leefmilieu en de volksgezondheid dient gestimuleerd te worden zo dat er een beter beeld verkregen wordt van de gevolgen en dat er oplossingen aangereikt kunnen worden voor de aanpak van deze vorm van milieucontaminatie. Alternatieven voor het verwijderen van stoelgang via restafval zijn onvoldoende uitgewerkt om op grote schaal praktisch toepasbaar te zijn: ook hier is verder onderzoek vereist. Een hondenafvalemmertje in de tuin kan een alternatief zijn voor een bepaalde doelgroep en verdient onze aanbeveling. Het is een ecologische en goedkope manier om hondenafval te verwijderen: dit systeem is onvoldoende gekend bij het grote publiek. Indien dit beter gekend zou zijn kan de restafvalberg verkleind worden. Het blijft evenwel slechts een gedeeltelijke oplossing, zo zullen mensen die niet over een tuin beschikken dit systeem niet kunnen toepassen. Er bestaat ook de mogelijkheid om hondenpoep te verwerken via een vergister met recuperatie van energie. Momenteel vindt dit weinig ingang voornamelijk omwille van praktische redenen (afzonderlijke ophaling, beperkte hoeveelheid, dure investering). Een laatste weinig onderzocht alternatief is het verwijderen van stoelgang via de riolering zoals bij humane feces.
2.3
Particulieren Zowel huisdiereigenaars als niet-huisdiereigenaars ervaren hondenpoep als hinderlijk. Niet-hondeneigenaars zien hondenpoep als sterk storend. Maar ook hondeneigenaars die een inspanning leveren om hondenpoep op te ruimen kunnen zich ergeren aan het niet opruimen door andere hondeneigenaars. De burger verwacht een gegronde aanpak van deze vorm van overlast. Voor meer informatie: zie beleid gemeenten.
Huisdiereigenaars worden geconfronteerd met de afvoer van feces van hun huisdier. De wettelijke vereisten hieromtrent zijn onvoldoende gekend (zie enquête). Als voorbeeld kan hier het verbod op het verwijderen van hondenpoep via de composthoop of GFT aangegeven worden. Het zoönotisch gevaar van feces 154
(zowel rechtstreeks als onrechtstreeks) worden door het gros van de bevolking onderschat. Gezien het grote aantal honden in Vlaanderen is dit een belangrijke vaststelling. Vooral kinderen zijn hier een risicogroep: kinderen zullen vaker in contact komen met fecale kiemen en de afweer van kinderen is minder sterk ontwikkeld dan bij volwassen mensen. Een brede info- en sensibilisatiecampagne is aangewezen. Mits enkele eenvoudige hygiënische maatregelen kunnen veel gezondheidsproblemen voorkomen worden (bijvoorbeeld: een hond regelmatig ontwormen, geen stoelgang laten liggen in de omgeving en regelmatig de handen wassen). Het verwijderen van feces via restafval is een kostelijke zaak voor de huisdiereigenaar en daarenboven belastend voor het milieu. Voor huisdiereigenaars met meerdere honden is het verwijderen van de stoelgang via het restafval een dure onderneming: vooral mensen met een laag inkomen hebben vaak één of meerdere honden, voor die groep is het verwijderen van de stoelgang via restafval vaak een ‘verborgen’ hap uit het huishoudbudget. De gemiddelde prijs van de huisvuilzakken wordt verwacht de volgende jaren nog te stijgen. Ook vanuit ecologisch standpunt is het ophalen, vervoeren en vervolgens verbranden van stoelgang een kostelijke zaak. Stoelgang bestaat voor een aanzienlijk percentage uit water: voor de stoelgang verbrand kan worden moet dit water verdampen wat veel energie kost. Vervolgens verbrandt de organische fractie wat op zijn beurt de CO2-uitstoot vergroot. Er zijn evenwel weinig alternatieven. Een van de alternatieven is een hondentoilet in de tuin: dit is echter enkel voor mensen met een tuin. Dit alternatief is onderzocht door het EC Dier-en-zorg: de conclusies kan u vinden in het desbetreffende hoofdstuk. Een hondentoilet in de tuin kan een gedeeltelijke oplossing zijn voor een bepaalde doelgroep: mensen met een tuin die een minimum aan tijd kunnen investeren in het onderhoud van een dergelijk systeem. Een ander alternatief is de stoelgang verwijderen via het toilet: dit is echter een weinig praktische noch hygiënische oplossing, bovendien mogen geen opruimzakjes doorgespoeld worden. Dit laatste is in principe dezelfde afvoerweg voor humane feces: de vraag is echter in hoeverre de huidige waterzuivering een voldoende garantie kan bieden op het afdoden of verwijderen van pathogene agentia.
155
2.4
Verwerkingsmethoden
2.4.1
Restafval
Nadelen:
- vervoer van stoelgang naar de brandoven; - kostprijs voor de eigenaar; - verbranden van stoelgang: niet milieuvriendelijk; - mogelijks problemen met hygiëne (wekelijks ophalen restafval, binnenshuis bijhouden van vuilniszakken); - problemen bij de ophaling; - naarmate de hoeveelheid restafval daalt neemt deze reststroom relatief in belang toe
Voordelen:
- efficiënt, past binnen het huidige systeem; - beter dan laten liggen in het leefmilieu (tuin, straat,…); - gekend bij het grote publiek
Het verbranden van feces wordt hier als niet milieuvriendelijk bestempeld wegens de energiekost en de CO2-uitstoot. Stoelgang bevat een variërend vochtgehalte: hierdoor is energie vereist om dit vocht te verdampen vooraleer de organische fractie kan verbranden. Gedroogde feces zijn een goede brandstof.
2.4.2
WC/riool
9,5% van de hondeneigenaars verwijdert de stoelgang van hun hond via het toilet. Deze manier van feces verwijderen is enkel geschikt op voorwaarde dat het afvalwater effectief gezuiverd wordt voor het geloosd wordt in oppervlaktewaters. De vraag is in hoeverre hieraan wordt voldaan en in hoeverre pathogenen verwijderd of afgedood worden.
Nadelen : Plastieken hondenpoepzakjes mogen niet via het toilet verwijderd worden. Het verwijderen van hondenpoep op deze manier houdt risico’s voor
156
besmetting in. Het is een weinig praktische methode voor honden die buitenshuis leven. Het waterverbruik kent hierdoor een toename. Het gebruik van regenwater en biologisch afbreekbare zakjes kan misschien een oplossing zijn. Theoretisch bestaat de (eenvoudige) mogelijkheid om een afzonderlijke hondenpoepfaciliteit te maken die aangesloten wordt op het rioleringsnetwerk: hierbij wordt dezelfde weg afgelegd als voor de humane feces. Op deze manier wordt gebruik gemaakt van het bestaande rioleringsnetwerk en kan zowel de contaminatie van het leefmilieu aangepakt worden als de hoeveelheid restafval verminderd worden. In Nederland wordt een dergelijk systeem gecommercialiseerd naar gemeenten toe als openbare hondentoilet.
2.4.3
Pet waste disposal system
Zie hoofdstuk 4 voor een uitgebreide bespreking van de Doggie Dooley als voorbeeld van een pet waste disposal system. Dit systeem is enkel geschikt voor mensen met een tuin. Eenmaal geïnstalleerd is dit systeem eenvoudig in gebruik. Het is een geschikte manier om feces op een duurzame manier te verwijderen met een beperkte contaminatie van het leefmilieu tot gevolg. Mag niet gebruikt worden in de onmiddellijke omgeving van een groentetuin. De ervaringen van de gebruikers betrokken bij de pilootprojecten zijn positief.
2.4.4
Composteren
Composteren van organisch-biologisch afval wordt aangeraden omwille van ecologische redenen. Stoelgang afkomstig van carnivoren hoort hier echter niet thuis omwille van volksgezondheidsredenen en in het bijzonder omwille van overdraagbare spongiforme encephalopathiën (prion-eiwitten). Omwille van de hierboven aangehaalde redenen is stoelgang afkomstig van carnivoren niet toegelaten als mest in landbouwgebieden.
2.4.5
Biogas
Hondenpoep kan in een vergister verwerkt worden met productie van methaangas. Deze vorm van energierecuperatie kent de laatste jaren een stijgende interesse.
157
Wat de mogelijkheden met hondenpoep betreft is voorlopig weinig onderzocht. Op een tweetal proefprojecten na is hier weinig specifieke informatie over te vinden. Het grootste probleem situeert zich in het verzamelen van de hondenpoep: een afzonderlijke ophaling is omslachtig en duur. Het afzonderlijk ophalen en vervoeren van kleine hoeveelheden stoelgang zal waarschijnlijk de energierecuperatie verkregen door de vergisting neutraliseren. Daarenboven kan het bijhouden van stoelgang voor een week (bij wekelijkse ophaling) overlast veroorzaken. Dit is een piste die verder onderzocht moet worden.
158
3
Zoönotisch aspect en impact op leefmilieu
3.1
Belangrijkste infectieuze agentia Opsomming van infectieuze agentia die via feces van honden en katten overgedragen worden en een gevaar voor de gezondheid van de mens betekenen.
Escherichia coli: enteropathogene E.coli, ExPEC Salmonella spp. Campylobacter jejuni (Shigella dysenteriae)* Yersinia enterocolitica Yersinia pseudotuberculosis Brucella canis en andere Brucella spp. Listeria monocytogenes Helicobacter spp. (Clostridium difficile)* [Leptospira canicola, Leptospira icterohemorrhagia] via urine Toxoplasma gondii Toxocara canis, Toxocara cati Ancylostoma spp. Giardia spp. Echinococcus granulosus Echinococcus multilocularis Dipylidium caninum Cryptosporidium spp Canine coronavirus (Blastocystis spp.)
10
In dit hoofdstuk worden bijkomende toelichtingen gegeven bij enkele belangrijke infectieuze agentia die een reëel gevaar voor de volksgezondheid kunnen betekenen.
10
Pathogenen die tussen haakjes staan zijn vanuit zoönotisch standpunt minder belangrijk of nog
onvoldoende onderzocht.
159
3.2
Toxoplasma gondii
3.2.1
Epidemiologie
Toxoplasma gondii is een parasiet die verspreid wordt via katten en is tevens een belangrijke zoönose in België. Voornamelijk zwangere vrouwen die seronegatief zijn voor toxoplasmose lopen een verhoogd risico op infectie met mogelijks fatale gevolgen voor het ongeboren kind. Uit een recent artikel van het Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift (De Craeye S., Francart A., Chabauty J., Van Gucht S., Jongert E., 2008. Toxoplasmosis in Belgian pet cats: recommendations for owners. Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 77, p. 325-330) blijkt dat de onderzochte huiskatten die seronegatief zijn een gemiddelde kans van 5.5% hebben om het daaropvolgende jaar geïnfecteerd te worden met deze parasiet. De recent geïnfecteerde katten spelen een centrale rol in de epidemiologie en het voorkomen van toxoplasmose. Recent is aangetoond dat de besmetting van de omgeving voornamelijk geconcentreerd is in en rond kattenfeces (Afonso et al., 2008). Een geïnfecteerde kat scheidt dagelijks miljoenen oöcysten uit in de omgeving gedurende een periode van 2 tot 3 weken (Bartova et al., 2003). De gesporuleerde oöcysten blijven verschillende jaren infectieus (Dubey, 1998). Het risico als vrouw om gedurende de zwangerschap een primo-infectie op te lopen bedraagt naar schatting 0,5% ! Dit heeft verstrekkende gevolgen voor het ongeboren kind.
3.2.2
Cyclus
Een ééncellige parasiet, Toxoplasma gondii, veroorzaakt de zeer algemeen voorkomende infectieziekte toxoplasmose. Vrijwel alle diersoorten en de mens kunnen besmet raken. De parasiet maakt verschillende stadia door gedurende zijn levenscyclus. Katachtigen, wild en gedomesticeerd, zijn eindgastheer. Zij zijn de enigen waarbij een stadium van de parasiet voorkomt waarbij oöcysten (een soort eitjes) gevormd kunnen worden. Alle andere dieren, inclusief de mens, zijn tussengastheren. Zij kunnen besmet raken met de parasiet en de parasiet ook aan andere dieren overdragen doordat 160
de dieren elkaar opeten. In geen van deze tussengastheren kunnen echter oöcysten gevormd worden. Uiteindelijk zijn de katachtigen altijd het oorspronkelijke reservoir van Toxoplasma.
Het oöcyste producerende stadium van Toxoplasma bevindt zich in de darmwand van katten. De oöcysten komen met de kattenfeces in het milieu terecht, waar zij heel lang kunnen overleven. De tussengastheer neemt de oöcysten op. Dit kan op vele manieren gebeuren: doordat voeding besmet raakt (bijvoorbeeld sla uit de moestuin), doordat men in de tuin werkt en de eitjes uit de aarde op de handen blijven zitten, doordat de eitjes in een waterreservoir terecht gekomen zijn waaruit geput wordt om voeding te bereiden of te wassen enz. Voornamelijk jonge katten scheiden, als ze zelf besmet zijn, enige tijd eitjes uit. Katten worden voor het merendeel in hun eerste levensjaar besmet. Katten scheiden in principe slechts eenmaal in hun leven gedurende een zeer beperkte tijd (2 tot 3 weken) oöcysten uit. Daarna hebben ze voldoende immuniteit opgebouwd om herinfecties te weerstaan. Dit betekent wel een permanente besmetting van de omgeving waar jonge katten hun ontlasting deponeren. In de tussengastheer, dit kan de mens zijn, komen er uit de eitjes een soort banaanvormige eencellige vormen van de parasiet, tachyzoiet genaamd, die zich door het lichaam naar alle weefsels verspreiden. Door de afweerreactie die in het lichaam optreedt, lopen deze tachyzoïeten uiteindelijk ergens vast en er komt een kapsel omheen. Dit stadium heet een bradyzoïet. Deze bradyzoïeten vermenigvuldigen zich niet meer en blijven op hun plek. Ze kunnen jaren, tot levenslang, overleven. Als een tussengastheer een andere tussengastheer opeet (bijvoorbeeld een vos eet een muis, of een mens eet lamsbout, biefstuk of ander vlees) dan worden deze bradyzoïeten weer ‘actief’. Het worden weer tachyzoïeten die zich in het lichaam van de volgende tussengastheer gaan verspreiden, net zo lang tot ze ergens in het weefsel vastlopen.
Alle dieren en de mens kunnen zich besmetten met deze beide vormen van de parasiet (de oöcyste die door de kat uitgescheiden wordt en de bradyzoïet in het vlees van een tussengastheer). In uitzonderlijke gevallen kunnen ook tachyzoïeten die in de melk van lacterende dieren uitgescheiden worden voor een besmetting zorgen. Mensen kunnen de besmetting niet op elkaar overdragen (tenzij bij transplantatie het donororgaan besmet is), behalve zwangere vrouwen. Bij hen kan Toxoplasma 161
gondii door de placenta heen naar de ongeboren baby gaan, en daar ernstige schade aanrichten, afhankelijk van het moment in de zwangerschap waarop dit gebeurt.
3.2.3
Ziektebeeld bij de kat
Bij dieren zien we vrijwel geen symptomen ten gevolge van een Toxoplasmainfectie. Hetzelfde geldt voor katten. Een enkele keer worden wel bij jonge katjes ziekteverschijnselen gezien (diarree, hersenvliesontsteking, leverontsteking, longontsteking). Een relatief veel voorkomend probleem bij landbouwhuisdieren, met name bij schapen, is het optreden van abortus.
3.2.4
Ziektebeeld bij de mens
Een Toxoplasma-infectie bij de mens, door opname van oöcysten of besmet vlees, wordt vaak niet opgemerkt, aangezien de infectie zelden tot ziekteverschijnselen leidt. Eventuele tekenen van infectie zijn weinig specifiek: moeheid, lusteloosheid, soms wat koorts. Bij een minder frequente vorm, die sterk doet denken aan de ziekte van Pfeiffer, worden daarnaast ook vergrote lymfeknopen gezien, evenals spierpijn, lever- en miltvergroting. Soms vertoont de patiënt een ernstiger ziektebeeld, dat is vooral het geval als er sprake is van een verminderde afweer. Ernstige oogontstekingen, longontsteking en hersenvliesontsteking kunnen dan optreden. Bij 10 procent van de Europese HIV geïnfecteerde patiënten veroorzaakt een Toxoplasma-infectie hersenabcessen en hersenontstekingen. Bij de mens heeft op volwassen leeftijd 30-60% een Toxoplasma-infectie doorgemaakt.
3.2.5
Infectie tijdens de zwangerschap
In principe zal bij vrouwen die al eens in hun leven (ongemerkt) met Toxoplasma besmet zijn geraakt geen besmetting van het ongeboren kind optreden. De moeder heeft antilichamen tegen de parasiet in haar bloed en de parasiet zal geen kans zien om zich in het moederlichaam te vermenigvuldigen en om door de placenta 162
heen naar het kind gaan. Bij een eerste infectie tijdens de zwangerschap vindt tot ongeveer 40 procent van de gevallen overdracht van moeder op kind plaats. De verschijnselen bij het kind zijn dan afhankelijk van het stadium van de zwangerschap. Infecties vroeg in de zwangerschap leiden, gezien de kwetsbaarheid van zich ontwikkelende orgaansystemen, veelal tot ernstige afwijkingen. Een miskraam zal vaak het gevolg zijn. Bij de geboorte ziet men dan onder andere een waterhoofdje, verkalkingen in de hersenen en ontwikkelingsstoornissen (te klein hoofd, blindheid). Latere infecties kunnen leiden tot vroeggeboorte, waarbij de baby’s heftige verschijnselen van een infectieuze ziekte hebben: koorts of instabiele temperatuur, uitslag, bloedarmoede, geelzucht en lever- en miltvergroting. Ook doodgeboorte kan ten gevolge van toxoplasmose voorkomen. Vaak is de infectie bij de geboorte echter nog niet zichtbaar. Verschijnselen kunnen dan veel later nog optreden, waarbij alsnog ernstige schade wordt veroorzaakt, met name in het oog. Ten gevolge van ontsteking en steeds verdere beschadiging van het netvlies treedt gezichtsverlies op.
3.2.6
Verspreiding en frequentie
Toxoplasma is een wereldwijd verspreide parasiet. Er zijn echter grote lokale verschillen in het voorkomen van de parasiet zowel bij mens als dier. In Nederland heeft ongeveer 40 procent van de bevolking antilichamen tegen Toxoplasma in het bloed. Dat wil zeggen dat iemand eens in zijn leven met de parasiet in aanraking is geweest. De meeste mensen hebben dat niet gemerkt. Het is niet goed bekend welk deel van de mensen besmet is geraakt door het eten van besmet vlees en welk deel van de mensen besmet is geraakt met de oöcysten van de kat (dit kan gebeuren via besmette aarde, maar óók via de voeding). Het is zeker niet zo dat alle mensen met een kat in huis antilichamen in hun bloed hebben. Wel bekend is de leeftijdsopbouw van de besmettingen, dus het moment waarop mensen voor de eerste keer geïnfecteerd raken. De meeste mensen lopen hun eerste besmetting op wanneer zij tussen de 25 en de 44 jaar oud zijn. Dit betekent dat vrouwen die zwanger worden vaak nog niet besmet zijn geweest en dus groot risico lopen op besmetting tijdens de zwangerschap met alle nadelige gevolgen voor het ongeboren kind. 163
3.2.7
Preventie
Allereerst dient vlees altijd goed gaar gegeten te worden want hitte maakt bradyzoieten onschadelijk. Verder moet men vermijden dat katten kunnen komen op plaatsen waar veel kinderen spelen (door bijvoorbeeld een deksel op de zandbak te leggen). Groenten en fruit (uit eigen tuin) dienen altijd heel goed gewassen te worden en bij het tuinieren dienen handschoenen gedragen te worden. De kattenbak dient iedere dag schoongemaakt te worden (de eitjes worden pas na 48 uur infectieus). Na contact met aarde, zand, vuil, stro of kuilvoer dienen de handen altijd heel goed gewassen te worden. Vervolgens dient men voor een perfecte hygiëne rond het afkalven of rond de geboorte (of abortus) van geitjes en lammetjes te zorgen: ervoor zorgen dat eventuele bezoekers niet te dichtbij komen, beschermende kleding dragen (ook lange plastic handschoenen), contact tussen handen en gezicht vermijden. Goede voorlichting aan zwangeren is belangrijk. Bovenstaande maatregelen dienen vooral door deze groep personen goed in acht genomen te worden. Bovendien is het ten zeerste afgeraden om als zwangere vrouw rauw vlees te eten.
.
3.3
Toxocara canis
3.3.1
Epidemiologie
De hondenspoelworm Toxocara canis komt wereldwijd zeer veel voor en is daarmee één van de bekendste wormsoorten bij de hond. In België en Nederland scheidt 15 tot 36% van de volwassen zwerf- en kennelhonden eieren uit met de feces. In huishoudens in Nederland werd een besmettingspercentage van volwassen honden gevonden van 5%. Er wordt aangenomen dat de meeste pups bij geboorte besmet zijn (men schat dat 90% van de pups positief is voor één of meerdere stadia van Toxocara). Onderzoek heeft aangetoond dat praktisch elk monster van grond afkomstig uit de bebouwde kom of zandbakken gecontamineerd is met eieren afkomstig van de parasiet. Het meest recente onderzoek (Nederland) dateert van enkele jaren 164
geleden: intussen wordt de wetgeving omtrent ‘sluikstorten’ strikter opgevolgd (verschillende gemeentes hebben al campagnes gevoerd omtrent ‘poep op de stoep’): in hoeverre dergelijke acties een invloed hebben op de contaminatie van het leefmilieu is niet bekend.
3.3.2
Cyclus
T. canis leeft in het lumen van de dunne darm en voedt zich met darminhoud. De mens kan besmet worden door orale opname van infectieuze eieren van Toxocara canis en/of Toxocara cati (zie verder). De mens is een doodlopende gastheer. In de praktijk komt het slechts sporadisch voor dat de mens een volwassen Toxocara in de darm ontwikkelt. Meestal echter betreft het minder ver ontwikkelde larven die in ongeschikte gastheren hooguit een migratie beginnen om ergens in een orgaan te sterven en te desintegreren. Het migreren van deze larven noemen we larva migrans.
3.3.3
Larva-migrans
Larva migrans is een aandoening die meestal onopgemerkt voorbij gaat. Het betreft vaak lichte besmettingen die hooguit gekarakteriseerd worden door tijdelijke 11
eosinofilie . Bij uitzondering komen klinische verschijnselen voor, hetzij door een massale besmetting, hetzij doordat één of meer larven op een ‘ongelukkige’ plaats terechtkomen (centraal zenuwstelsel, oog). Men onderscheidt zogenaamde viscerale larva migrans en oculaire larva migrans. Bij viscerale larva migrans bevindt de larve zich in een inwendig orgaan zoals de lever met symptomen zoals algemene malaise en leverfunctiestoornissen. Bij oculaire larva migrans kunnen acute gezichtsstoornissen optreden. Bij beide klinische beelden bestaat geen gerichte therapie, symptomatische behandeling is soms vereist.
11
Eosinofilie: een toename van het aantal eosinofiele witte bloedcellen.
165
3.3.4
Verspreiding en frequentie
De hoge prevalentie van T. canis is te wijten aan de vele mogelijke infectiewegen, de enorme eiproductie door de vrouwelijke wormen en de resistentie van de infectieuze eieren in de buitenwereld. Één vrouwelijke spoelworm produceert per dag tot 200.000 eieren. Het duurt gemiddeld 3 tot 6 weken voordat de eieren infectieus zijn, maar onder optimale omstandigheden kan dit veel vlugger verlopen. De geëmbryoneerde eieren zijn zeer kleverig waardoor ze gemakkelijk aan allerlei voorwerpen vasthechten. Deze eieren zijn zeer resistent en kunnen verschillende jaren infectieus blijven.
Larva-migransinfecties komen bij de mens veel vaker voor dan op grond van klinische verschijnselen werd vermoed. Serologisch onderzoek heeft uitgewezen dat 2% tot 7% van de West-Europese bevolking blootgesteld werd aan deze infectie.
Risicogroepen als hondenfokkers en kleine kinderen blijken veel vaker geïnfecteerd. Naarmate mensen ouder worden, neemt het aantal klinische gevallen van larva migrans af. Een andere groep patiënten betreft mensen met atopische (dit is een vorm van allergie) aanleg. Door de voortdurende antigene prikkeling ontstaat een stimulatie van het immuunsysteem met een verhoogde overgevoeligheid voor andere allergenen (zoals huisstofmijt en pollen)tot gevolg en het eerder manifest worden van aandoeningen zoals astma. De diagnose wordt vaak niet gesteld (serologisch onderzoek is nodig).
3.3.5
Behandeling hond
Somatische larven bij de teef en geëmbryoneerde eieren in de omgeving zijn de belangrijkste bronnen van besmetting, vooral op plaatsen waar veel honden defeceren. Om de kans op infectie te verminderen zijn hygiënische maatregelen van groot belang, evenals strategische behandelingen van de teef en pups. Het vernietigen van de eieren in de omgeving is moeilijk daar deze eieren tegenover de klassieke desinfectantia zeer resistent zijn. Door het regelmatig verwijderen van de feces kan de infectiedruk wel verlaagd worden. De eieren zijn niet bestand tegen stoom (> 90°C) waardoor hoogdrukreiniging met stoom, van 166
bijvoorbeeld zandbakken, mogelijk is. In kennels wordt een cementen vloer aanbevolen om het schoonmaken te vergemakkelijken. Omdat de meeste anthelmintica
12
niet voldoende werken tegen de somatische
larven, zijn preventieve behandelingen van de volwassen hond en met name de reproducerende teef gericht tegen de volwassen wormen aangewezen. Dit heeft als doel de ei-uitscheiding te minimaliseren. In een licht besmet milieu kan één behandeling van de teef twee weken na de partus volstaan. Door de pups te behandelen voor de ei-uitscheiding begint (op de leeftijd van twee weken), voorkomt men dat de omgeving opnieuw besmet wordt. Een behandeling om de twee weken is daarna aan te raden tot de leeftijd van twee maanden. Op deze manier worden zowel wormen die afkomstig zijn van herbesmetting na de vorige behandeling, als laat ontwikkelde larven die niet getroffen werden door de vorige behandeling, gedood vóór ze volwassen zijn. Een jonge hond wordt best iedere maand (eventueel om de twee maanden) behandeld tot hij 6 maand is. Het is eveneens aanbevolen volwassen honden regelmatig te behandelen (2 maal per jaar). Bij lagere infectiedruk (gezelschapshonden) kan één behandeling per jaar voor een volwassen hond volstaan (eventueel na coprologisch onderzoek). Bij aankoop van een hond moet deze systematisch behandeld worden. Ook vanuit zoönotisch standpunt is het belangrijk regelmatig te ontwormen om eiuitscheiding in de omgeving tegen te gaan.
3.3.6
Preventie
Vermijden van plaatsen waar veel honden- en/of kattenfeces worden gedeponeerd. Vooral in de zomermaanden zullen er veel geëmbryoneerde, en dus infectieuze, eieren kunnen worden verwacht. Alle honden en katten dienen tweemaal per jaar ontwormd te worden (indien de stoelgang parasitologisch onderzocht wordt kan de hond eventueel 1 maal per jaar ontwormd worden). Zie ook onder behandeling hond. Bij jonge honden geldt een strenger regime: 2,4,6 en 8 weken na de geboorte, gevolgd door 2,4,6 en 8 maanden. Ten slotte is publieksvoorlichting van belang om de hiervoor besproken maatregelen onder de aandacht te brengen. 12
Anthelmintica: middel tegen worminfecties.
167
Naast de Toxocara canis komt ook de Toxascaris leonina in België voor. Deze spoelworm is echter zeldzamer dan de T. canis (7% tot 20% van de volwassen zwerf- en kennelhonden in België zijn besmet met T. leonina, slechts 0.4% van honden in huishoudens zijn besmet). Deze laatste spoelworm is van weinig belang voor de mens. Er treedt geen migratie van de larven op en er ontstaat geen leeftijdsresistentie. Van de spoelwormen veroorzaakt T. leonina bij carnivoren de minste klachten. Enkel bij zware besmettingen ontstaan er klinische tekenen (diarree). Dezelfde anthelmintica als voor de behandeling van T. canis kunnen gebruikt worden. Preventie steunt vooral op hygiënische maatregelen.
3.4
Echinococcus spp. Echinococcus granulosus en E. multilocularis behoren tot de belangrijkste zoönotische lintwormen.
3.4.1
E. granulosus
E. granulosus is een zeer kleine lintworm van de hond (2 tot 7 mm lang). Deze lintworm veroorzaakt geen symptomen bij de hond, zelfs indien een hond besmet is met honderden E. granulosus zal hij geen klinische tekenen vertonen.
3.4.1.1
Cyclus De hond en andere canidae (vos, jakhalzen,…) zijn de eindgastheren. De volwassen wormen produceren een massale hoeveelheid eieren die via de feces in de buitenwereld terechtkomen. Deze eieren kunnen vervolgens ieder warmbloedig dier infecteren (tussengastheer). Hierin kunnen ze zich ontwikkelen tot een zogenaamde blaasworm of hydatide cyste, meestal in de lever of de long maar ook elders, die jarenlang kan blijven groeien. Deze blaasworm kan inwendig dochterblazen vormen met elk honderden scolices. Consumptie van zo’n blaas (slachtafval, prooidier) leidt weer tot massale infectie van canidae met lintwormen. Niet alle E. granulosus-stammen zijn infectieus voor de mens. Er zijn epidemiologische aanwijzingen dat er verschillende cycli bestaan, bijvoorbeeld 168
hond-paard, hond-schaap, hond-rund enzovoort, die niet onderling besmettelijk zijn. De zogenaamde paardenstam zou voor de mens niet infectieus zijn. Blaaswormen komen voor bij de mens, alle landbouwhuisdieren en vele in het wild levende dieren.
3.4.1.2
Ziektebeeld bij de mens
De mens kan zich direct besmetten bij het liefkozen, strelen of spelen met een besmette hond. Vooral kinderen komen hiervoor in aanmerking. Besmetting is eveneens indirect mogelijk via opname van voedsel ( water, groenten) gecontamineerd met eieren. Jaarlijks worden enkele humane gevallen beschreven in België (voornamelijk als importziekte). Honden besmetten zich voornamelijk door het eten van slachtafval. De cyste zelf veroorzaakt gedurende de eerste ontwikkelingsfase geen klachten. Zij blijft goed getolereerd tot haar omvang dysfunctie bij het getroffen orgaan en/of drukpijn veroorzaakt. Dit gebeurt voor het eerst na jaren. De druksymptomen hangen af van de lokalisatie. Het meest voorkomend doelwitorgaan is de lever. In de longen veroorzaakt de cyste hoest, dyspnee en tachycardie. In het beenderstelsel erodeert de cyste het beenderweefsel, hetgeen kan leiden tot spontane breuken voornamelijk in deze die het lichaamsgewicht moeten dragen. Lokalisaties in vitale organen kunnen vroegtijdig stoornissen doen ontstaan. Dramatisch zijn de gevolgen van een secundaire uitzaaiing die volgt op het barsten van de cyste. De disseminatie van stukjes germinatieve membraan en haar proliferatie in een nu overgevoelig geworden gestel worden gevolgd door toxaemie
3.4.1.3
13
14
en anafylaxis .
Diagnose
Een anamnese en een klinisch onderzoek zijn hulpzaam doch dikwijls treden symptomen laat op. Een vroegtijdige diagnose bij de mens is echter van zeer groot belang gezien het risico van uitzaaiingen. Daarom verdienen serologische testen
13 14
Toxemie: bloedvergiftiging Anafylaxis: allergische reactie
169
de voorkeur (complement bindingstest, IF, de intradermale test). De cyste kan aangetoond worden met röntgenologisch en computer topografisch onderzoek.
3.4.1.4
Behandeling
Als behandeling verkiest men meestal chirurgische excisie.
3.4.1.5
Verspreiding en preventie
Verspreiding door Europa door diertransporten en illegale slachtingen is een potentieel gevaar.
3.4.1.6
Preventie
Strenge navolging van de vleeskeuring voorschriften is een eerste vereiste. Illegale slachtingen moeten bestreden worden. Honden die getransporteerd worden uit endemische gebieden moeten adequaat behandeld worden. Men dient goed voor ogen te houden dat niet de mens doch de hond zich besmet door het eten van besmette organen.
3.4.2
Echinococcus multilocularis
E. multilocularis, ook wel vossenlintworm genoemd, heeft een vergelijkbare levenscyclus als E. granulosus. Hier dienen vooral de vos en verder de hond en kat als hoofdgastheer (lintwormdragers).
3.4.2.1
Verspreiding en frequentie
De infectie komt vooral voor in Oost-Europa, maar wordt vanaf begin jaren tachtig in toenemende mate ook gesignaliseerd in Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. In Zuid-België werd in de provincie Luxemburg tot bijna de helft van de vossen positief bevonden. Meestal wordt in enzoötische gebieden (ten zuiden van de 170
Maas) slechts een klein percentage honden en katten positief bevonden. Recent is de worm ook aangetroffen in Nederland in de grensgebieden met Duitsland en België.
3.4.2.2
Cyclus
De blaasworm die zich ontwikkelt bij de tussengastheer, heeft een volkomen ander karakter als bij E. granulosus. Deze blaasworm veroorzaakt langgerekte woekeringen die verspreid uitgroeien tot lokale verdikkingen. Dit proces blijft zich uitbreiden en laat zich het best vergelijken met een maligne (kwaadaardige) tumor: alveolaire echinococcose.
3.4.2.3
Behandeling
Na verloop van tijd worden patiënten inoperabel als gevolg van verspreiding door het lichaam. Er is een hoge mortaliteit (85%) bij late herkenning. E. granulosus wordt beschouwd als de meest ernstige parasitaire zoönose: alle niet behandelde gevallen verlopen fataal.
3.5
Giardia spp. Giardia is een protozoa
15
die diarree kan veroorzaken bij honden. De meeste
diersoorten kunnen besmet worden met Giardia, zij het met verschillende genotypes. Sommige genotypes die voorkomen bij carnivoren vormen een gevaar voor de mens.
15
Protozoa: eencellige micro-organismen.
171
3.5.1
Cyclus
Deze eencellige parasiet kent een rechtstreekse cyclus: een besmette hond scheidt cysten uit via de feces. Deze cysten zijn onmiddellijk infectieus en kunnen verschillende maanden in een vochtige omgeving overleven. De overdracht gebeurt via de fecale-orale weg. Vooral jonge honden scheiden veel eieren uit, oudere honden bouwen een zekere immuniteit op.
3.5.2
Ziektebeeld bij de hond
De belangrijkste symptomen zijn slijmerige tot waterachtige diarree met een verhoogde defecatiefrequentie. De stoelgang kan soms een typisch weeë geur hebben. Een chronische intermitterende diarree bij jonge honden en kittens is steeds verdacht van giardiose. Vooral jonge dieren zijn gevoelig. Bij erge besmetting kan er depressie en gewichtsdaling optreden.
3.5.3
Diagnose bij de hond
De diagnose kan gebeuren door microscopisch onderzoek van feces (de concentratiemethode is te verkiezen boven een direct uitstrijkje), dit onderzoek moet eventueel herhaald worden omdat de cysten slechts intermitterend uitgescheiden worden. Recent bestaan er ook eenvoudige testen die Giardia-antigenen kunnen aantonen in de feces (ELISA).
3.5.4
Behandeling bij de hond
De behandeling bij de hond kan gebeuren met metronidazol of bepaalde benzimidazoles. Belangrijk hierbij is dat de behandeling minstens vijf dagen wordt aangehouden. Het is aangeraden om alle honden en katten in huis te behandelen.
172
3.5.5
Verspreiding en frequentie
Het aantal gediagnosticeerde Giardia infecties bij de hond neemt de laatste jaren sterk toe. Slechts een beperkt aantal behoren tot het subtype A1, dit subtype wordt beschouwd als degene die het gemakkelijkst de mens kan infecteren.
3.5.6
Preventie
Ook hier is hygiëne belangrijk om de infectiedruk laag te houden: feces regelmatig verwijderen en de omgeving droog houden. Gezien het zoönotisch gevaar is hygiëne belangrijk: vooral YOPI’s (young, old, pregnant and immunodeficiënt) moeten oppassen.
3.6
Canine coronavirus Coronavirussen zijn een frequente oorzaak van gastro-enteritis bij mensen en dieren. Meestal vertonen rotavirussen een zekere specierestrictie hoewel dit niet altijd het geval is. Er zijn gevallen vastgesteld van canine rotavirussen bij de mens met soms ernstige symptomen die opname in het ziekenhuis vereisten. Er is evenwel weinig data met epidemiologische gegevens over de prevalentie van canine coronavirus bij de hond. De infectie bij de hond verloopt vaak mild.
3.7
Salmonella spp. Salmonellose is een vaak voorkomende infectieziekte die gastro-enteritis kan veroorzaken, al of niet met septicaemie
16
en orgaanlokalisaties. Deze aandoening
is vooral gekend als een voedselinfectie. Salmonella kiemen zijn obligaat parasitair. Ze zijn relatief resistent in de omgeving. In organisch materiaal kunnen ze maandenlang infectieus blijven. Ze zijn ook resistent aan uitdroging maar worden evenwel geïnactiveerd door pasteurisatie en inwerking van zonlicht. Ze zijn ook gevoelig aan de meeste commercieel beschikbare desinfectantia. De
16
Septicaemie: toestand van ziektekiemen in het bloed die zich daar vermenigvuldigen.
173
verschillende serovars van S. enterica kunnen onderling sterk verschillen in virulentie.
3.7.1
Ziektebeeld bij de hond
Een salmonella infectie kan zowel klinisch als subklinisch verlopen. Bij klinische salmonellose is de incubatieperiode vaak vrij kort en varieert tussen enkele uren en 6 dagen. Letsels die wijzen op een infectie met niet-gastheer specifieke salmonella’s bestaan voornamelijk uit een focale of diffuse necrotiserende colitis en typhlitis. Het zijn voornamelijk de niet-gastheerspecifieke salmonella’s die vanuit zoönotisch standpunt belangrijk zijn. Honden zijn vaak geïnfecteerd met Salmonella spp. Ook schijnbaar gezonde honden kunnen drager zijn. Volgens wetenschappelijk onderzoek (Tsuneo FUKATA et al. Incidence of Salmonella Infection in Healthy Dogs in Gifu Prefecture, Japan. Journal of Veterinary Medical science, Vol. 64 (2002) , No. 11 pp.1079-1080.) zijn er sterke indicaties dat honden als carriers van Salmonella een belangrijke rol spelen in de contaminatie van het leefmilieu. Honden vertonen zelden ernstige klinische symptomen bij infectie met Salmonella spp. Gezien het intense contact tussen huisdiereigenaars en hun hond is dit zeker een risico naar besmetting toe. In het bijzonder immuungecompromiteerde mensen moeten hiervoor oppassen.
3.8
Yersinia enterocolitica De hond is al langer gekend als drager van Yersinia enterocolitica. (Fenwick SG et al. Duration of carriage and transmission of Yersinia enterocolitica biotype 4, serotype 0:3 in dogs. Epidemiol Infect, 1994 Dec;113(3):471-7.). Yersinia enterocolitica is een bacterie die optimaal gedijt bij 25-30°C, maar die zich zelfs bij 0-2°C nog kan vermeerderen. Y. enterocolitica wordt regelmatig aangetroffen in de omgeving, in het water, in levensmiddelen en in dieren.
174
3.8.1
Ziektebeeld bij de mens De symptomen van yersiniose zijn koorts, waterige diarree, krampen en hevige pijn in de onderbuik die doet denken aan blindedarmontsteking. Complicaties leiden soms tot acute of chronische artritis. De symptomen treden op 2 tot 4 dagen na het eten van besmet voedsel.
3.8.2
Verspreiding en frequentie
Yersinia enterocolitica komt vaker voor bij kinderen dan bij volwassenen. Rapporten betreffende overdracht van mens op mens zijn tegenstrijdig. Bij grotere uitbraken is er nog geen mens op mens overdracht vastgesteld.
3.9
Escherichia coli E. coli behoort tot de normale colonflora van mens en dier. Er bestaan echter veel verschillende types E. coli’s. Men kan aan de hand van deze verschillende serotypes achterhalen van welke diersoort feces of fecale contaminatie afkomstig is. Sommige van deze serotypes bij de hond zijn mogelijk pathogeen voor de mens.
3.9.1
Ziektebeeld bij de mens
De groep EPEC of enteropathogene E. coli die bekend staat bij de mens als een ernstige voedselinfectie met een risico op bijkomende complicaties zoals HUS en TTP (hemolytisch uremisch syndroom en trombotisch trombocytopenisch purpura). Dit is een relatief vaak voorkomende infectie. Een andere groep van voor de mens gevaarlijke E. coli’s zijn de zogenaamde ExPEC of extraintestinal pathogenic Escherichia coli. Deze E. coli’s worden bij de 17
mens gevonden bij onder andere cystitis, pyelonefritis , bacteriemie en meningitis. Deze potentieel gevaarlijke ExPEC komen veelvuldig voor in feces afkomstig van
17
Pyelonefritis: nierbekkenontsteking.
175
honden (Johnson JR et al. Canine feces as a reservoir of extra intestinal Escherichia coli. Infect Immunology 2001 Mar;69(3):1306-14).
3.10
Campylobacter jejuni Campylobacter is een frequent voorkomende voedselinfectie in West-Europa en wereldwijd één van de meest voorkomende bacteriële infecties. De hond is regelmatig drager van deze bacterie. De exacte rol van honden in de epidemiologie van campylobacter is tot op heden onbekend. Wel staat vast dat de hond een bron van infectie voor de mens kan zijn: verschillende gevallen zijn reeds beschreven in de literatuur. Naast een rechtstreekse bron van infectie voor de mens is de hond ook verantwoordelijk voor contaminatie van het leefmilieu met Campylobacter. Een hond kan langer dan een jaar Campylobacter uitscheiden via de stoelgang zonder dat de hond zelf enige symptomen zoals diarree vertoont. Zowel honden als katten worden door verschillende studies beschouwd als een risicofactor voor een infectie met Campylobacter bij de mens.
3.10.1
Verspreiding en frequentie
Bij een onderzoek in Groot-Brittannië heeft men verse stoelgang afkomstig van honden in parken onderzocht: bijna 5% van de stalen was positief voor Campylobacter jejuni. Ook hier dient vermeld te worden dat de hond een asymptomatische drager kan zijn van Campylobacter spp (een hond vertoont slechts zelden symptomen bij infectie).
3.11
Cryptosporidium Cryptosporidiose is een parasitaire infectie van het maagdarmstelsel met de parasiet Cryptosporidium. Deze protozoaire infectie komt bij vele dieren voor. Overdracht gebeurt via de fecale-orale route. Deze vaak voorkomende oorzaak van diarree bij de mens is zelflimiterend. Vooral mensen met een verzwakte immuniteit kunnen ernstig ziek worden van deze parasiet. Bij Aidspatiënten is dit een alom gekende, bijzonder gevaarlijke en dodelijke parasiet.
176
3.11.1
Cyclus
In de buitenwereld komt cryptosporidium voor als oöcyste: dit is een bijzonder resistente vorm die lang kan overleven in de omgeving. De oöcysten zijn weinig gevoelig voor de gangbare desinfectantia en in het bijzondere voor natriumhypochloriet (bleekwater). Honden zijn regelmatig besmet met cryptosporidium maar de meeste spp zijn niet gevaarlijk voor de mens tenzij voor mensen met een verminderde afweer (immunosuppressieve geneesmiddelen, Aidspatiënten, kinderen, ouderen,…). De rol van honden in de verspreiding van cryptosporidium is weinig bestudeerd. Het zoönotisch gevaar lijkt mee te vallen maar voorzichtigheid is geboden gezien het gevaar voor mensen met een verzwakte immuniteit en de lange levensduur van de oöcysten in de omgeving.
3.12
Helicobacter spp. Het belang van Helicobacter in humane pathologieën zoals maagzweren en gastritis is nog maar relatief recent bekend. Een belangrijke oorzaak van deze laattijdige ontdekking is het feit dat de meeste helicobacter spp. zich moeilijk laten kweken in het labo. Ook in de diergeneeskunde heeft men sindsdien verschillende van deze bacteriën ontdekt en in verband gebracht met maagpathologieën. Deze helicobacter spp. kunnen overgaan van dier op mens maar de route van overdracht is tot op heden onbekend. Het houden van een huisdier speelt mogelijks een rol bij infectie of herinfectie na behandeling bij de mens. Gezien de manier van overdracht ongekend is kan hier geen uitspraak gedaan worden over het belang van fecale contaminatie in de epidemiologie van de verschillende helicobacter spp.
3.13
Haakwormen Het zoönotisch belang van deze maagdarmparasieten is onvoldoende gekend. Ancylostoma caninum is een gekende zoönose maar komt hier enkel voor als importgeval (voornamelijk honden uit Zuid-Europa). Uncinaria stenocephala komt
177
in België frequenter (enzoötisch) voor maar zou minder van belang zijn voor de mens.
3.14
Multiresistente bacteriën De laatste jaren is de aandacht voor antibioticaresistentie van bacteriën sterk toegenomen. De opkomst van deze multiresistente bacteriën vormen een grote uitdaging voor de wetenschap: deze bacteriën zijn bijzonder moeilijk te bestrijden en vormen dan ook een groot gevaar voor de volksgezondheid. Ook bij onze huisdieren wordt er meer en meer antibiotica gebruikt om allerlei redenen. Dit heeft als gevolg dat ook bij huisdieren zoals honden multiresistente bacteriën steeds vaker voorkomen. In de wetenschappelijke literatuur zijn verschillende gevallen beschreven van bij honden voorkomende en voor de mens gevaarlijke multiresistente bacteriën: methicilline-resistente Staphylococcus aureus, vancomycine-resistente enterococcen (VRE) en multidrug-resistant Salmonella typhimurium DT104. Deze laatste twee komen via de feces in de buitenwereld terecht. Antibioticaresistentie is een groeiend probleem wereldwijd. De rol van huisdieren als reservoir voor dergelijke bacteriën blijkt belangrijk te zijn en wordt momenteel grondig bestudeerd door de wetenschappelijke wereld. Een huisdier kan een kritieke factor zijn bij humane patiënten met dergelijke moeilijk te bestrijden bacteriën.
3.15
Samenvattend: zoönosen via feces en milieucontaminatie
Volgens recent onderzoek (Overgaauw P. et al. Zoonotic parasites in fecal samples and fur from dogs and cats in The Netherlands. Veterinary parasitology, Volume: 163, Issue: 1-2 (2009), pp. 115-122.) zijn ook klinisch gezonde honden vaak drager van zoönotische agentia. Zo werden bij 4.4 % van de gezonde honden Toxocara-eitjes gevonden in de feces en bij 12.2% van de onderzochte honden werden deze eitjes teruggevonden in de vacht (door fecale contaminatie). Van de honden was 15.2% besmet met Giardia en 8.7% met Cryptosporidium spp. Bij dit onderzoek werd enkel op zoek gegaan naar parasitaire infecties. Bacteriële en virale agentia werden niet onderzocht.
178
Volgens de recente wetenschappelijke literatuur kan men stellen dat feces afkomstig van honden en katten heel vaak besmet zijn met bacteriën, virussen en parasieten die voor de mens een gevaar voor de gezondheid inhouden. Ook klinisch gezonde honden en katten zijn vaak drager van zoönotische pathogenen. Vele van deze pathogenen kunnen langere tijd overleven in de omgeving (bijvoorbeeld Toxocara, Toxoplasma). Tot 90% van stalen genomen in openbare parken is besmet met Toxocara-eitjes. OLM en VLM zijn twee gekende gevolgen van infectie met deze parasiet bij de mens (zie hoger). Recent wordt echter onderkend dat deze parasiet een rol speelt bij het tot stand komen van allergieën bij kinderen. Gezien de wijdverbreidheid van deze parasiet is dit een belangrijk aandachtspunt betreffende volksgezondheid. Serologisch onderzoek heeft aangetoond dat 2 tot 7% van de West-Europese bevolking deze infectie heeft doorgemaakt. Het afschermen van speeltuinen en parken met een omheining blijkt behoorlijk effectief te zijn in het tegengaan van contaminatie met Toxocara-eitjes (Avcioglu H, Balkaya I, 2010). Volgens A. Mandarino-Pereira et al. (2010): Ancylostoma, Toxocara, Trichuris, Ascaris en Cryptosporidium zijn teruggevonden op publieke pleinen. Gezien bovenstaande argumentatie kan men er van uit gaan dat de milieucontaminatie met zoönotische pathogenen uitgebreid is. Dit wordt ook bevestigd door de weinige wetenschappelijke studies die hieromtrent gebeurd zijn. Studies over de totale impact van zoönotische agentia afkomstig van honden op de volksgezondheid bestaan tot op heden echter niet. Sommige cijfers illustreren de uitgebreidheid van deze problematiek: bij mensen van 65 jaar of meer loopt de seroprevalentie voor Toxoplasma gondii in de meeste Europese landen op tot meer dan 80%! De kat is de enige eindgastheer en de enige manier waarop de parasiet in de buitenwereld terechtkomt is via de stoelgang van de kat. Toxoplasmose is één van de meest voorkomende parasieten bij de mens wereldwijd (Sciammarella, 2005). Recent onderzoek in de Verenigde Staten heeft aangetoond dat oppervlaktewater gecontamineerd is met micro-organismen afkomstig van honden. 10 tot 30% (afhankelijk van het onderzoek) van de microbiële contaminatie van oppervlaktewateren zou op sommige plaatsen afkomstig zijn van honden. Hiermee komen honden op de derde of de vierde plaats als oorzaak van bacteriële contaminatie van oppervlaktewateren. Dergelijke studies zijn in Vlaanderen nog niet uitgevoerd. 179
Hondenfeces bevatten veel bacteriën. Het aantal fecale coliformen per gram hondenfeces is veel hoger dan het aantal fecale coliformen per gram feces afkomstig van andere dieren en de mens. Een onderzoek naar bacteriële contaminatie van een strand in Miami, Florida heeft de vergelijking gemaakt tussen feces afkomstig van honden en feces afkomstig van meeuwen: één defecatie van een hond bevat evenveel enterococcen als 6940 defecaties van vogels (Wright et al., 2009). Ongeveer 60% procent van de infectieuze ziekten bij de mens zijn afkomstig van dieren. Feces spelen een cruciale rol bij de verspreiding van vele ziekten: het invoeren van sanitaire maatregelen is één van de belangrijkste oorzaken, zo niet de belangrijkste oorzaak van de toegenomen levensverwachting bij de mens in de laatste twee eeuwen. Het vermijden van contact met feces, het zij direct of het zij indirect, is van cruciaal belang voor de volksgezondheid; het invoeren van sanitaire maatregelen in grote steden in de 19
de
eeuw in Frankrijk had een dramatische
verhoging van de levensverwachting tot gevolg. Een gram feces van honden bevat letterlijk miljoenen virussen, bacteriën, parasietencysten en wormeitjes. Hondenfeces komen voornamelijk in het directe leefmilieu van de mens terecht: de meeste honden leven niet op het platteland maar daar waar veel mensen wonen. Wetenschappelijke literatuur van ziekten die via feces van huisdieren worden overgedragen tonen aan dat dergelijke overdracht heel succesvol verloopt in onze huidige maatschappij. De meeste mensen komen rechtstreeks of onrechtstreeks in contact met fecale contaminatie. Gezien het grote aantal honden in Vlaanderen, de hoge bevolkingsdichtheid en het nauwe contact tussen hond en mens kan men stellen dat de hondenfeces aanwezig in het leefmilieu in Vlaanderen een aanzienlijk risico betekenen voor de volksgezondheid. In het bijzonder kinderen, ouderen en mensen met een verminderde afweer (chemotherapie, immunosuppressieve geneesmiddelen, Aidspatiënten,…) lopen een verhoogd risico. De totale impact op de volksgezondheid is tot op heden onvoldoende onderzocht. Concreet gaat het over 570.000 honden en 883.000 katten in Vlaanderen die dagelijks fecaal afval produceren dat ofwel in het leefmilieu ofwel bij het restafval terechtkomt. Het gaat om naar schatting tussen de 200.000kg en 250.000kg afval per dag of op jaarbasis 73.000 tot 91.000 ton afval.
180
Gezien de alomtegenwoordigheid van deze fecale contaminatie kan een actie om dit probleem aan te pakken een aanzienlijk effect hebben op de volksgezondheid.
3.16
Belangrijke aandachtspunten ter preventie van zoönosen
-
Heel belangrijk is het doorbreken van de oro-fecale route ter preventie van zoönosen. De meeste maatregelen zijn ofwel gericht op het voorkomen van contaminatie van het leefmilieu ofwel op het voorkomen van infectie van de mens;
-
regelmatig de handen wassen, zeker na contact met de hond, contact met fecaal materiaal, bezoek aan parken of speeltuinen,… Ook de vacht van huisdieren kan besmet zijn met pathogenen van fecale oorsprong. Uit de enquête blijkt dat nog te weinig mensen hun kinderen de handen laten wassen na het buiten spelen;
-
het jaarlijks vaccineren van huisdieren verdient zeker de aanbeveling;
-
educatie hondeneigenaar: via dierenarts, scholen, campagnes,… Enkele belangrijke opmerkingen: er is veel foute informatie te vinden in de media, dierenartsen zijn wel goed op de hoogte, eigenaars zijn goed op de hoogte van bepaalde zoönosen en hun manier van overdracht zoals hondsdolheid die zeldzaam is in onze streken maar de meeste eigenaars weten weinig over endemisch ziekten zoals Giardia en Toxocara die een groter probleem zijn voor de volksgezondheid, slechts 23% van de eigenaars van dierenwinkels geven advies betreffende zoönosen bij aankoop van een pup terwijl net pups het meest frequent besmet zijn met parasieten, (Bugg et al., 1999);
-
heel belangrijk ter preventie van de contaminatie van het leefmilieu is huisdieren regelmatig ontwormen. Een strikt ontwormingsschema met een geschikt ontwormingsmiddel is een belangrijke stap bij de bestrijding van zoönotische parasieten. Een geschikt ontwormingsschema is als volgt: jonge honden dient men regelmatig te ontwormen op 2, 4, 6 en 8 weken, vervolgens maandelijks tot een leeftijd van 6 maanden en dan halfjaarlijks voor de rest van hun leven. Al naargelang de leefomstandigheden van de hond kan de dierenarts een aangepast ontwormingsschema voorstellen. 181
Aangeraden is om de stoelgang van de hond jaarlijks te laten controleren op parasieten: bepaalde parasieten zoals Giardia spp. zullen onvoldoende afgedood worden met een standaard ontworming; -
geen rauw voedsel geven aan hond en kat is belangrijk naar vermindering van het aantal parasitaire en bacteriële infecties;
-
dagelijks of onmiddellijk opruimen van hondenpoep: dit is essentieel om de fecale contaminatie van het leefmilieu door zoönosen tegen te gaan. Het laten liggen van hondenpoep in de goot is tegenaangewezen. Bijzondere aandacht dient te gaan naar het opruimen van hondenpoep in de nabijheid van stromen, beken en rivieren;
-
veel mensen (102 van de 451 respondenten met een hond of 22,6 %) laten de stoelgang in de tuin liggen. Op deze manier ontstaat een uitgebreide besmetting van het leefmilieu: hierdoor neemt de kans van besmetting voor de mens toe maar ook honden en katten kunnen zich op deze manier (her)besmetten waardoor het probleem toeneemt;
-
men mag geen hondenpoep verwijderen via de composthoop. De composthoop biedt geen garantie betreffende het effectief afdoden van aanwezige pathogenen. Veel mensen zijn hier niet van op de hoogte, zie enquête (285 van de 1026 respondenten of 27,8% ziet geen probleem in het verwijderen van feces via de composthoop en 28.2% gebruikt composteren effectief als manier om hondenfeces te verwijderen);
-
wekelijks reinigen en desinfecteren van de hondenkennel;
-
openbare hondentoiletten dienen dagelijks gereinigd en gedesinfecteerd te worden;
-
informatiecampagnes over het zoönotisch belang feces zijn aangewezen. Het niet of onvoldoende bekend zijn met de mogelijke gevaren en overdracht routes zijn een deel van het probleem;
-
De aanwezigheid van borden in parken kunnen een sensibiliserend effect hebben op hondeneigenaars. Het plaatsen van een omheining rond speeltuinen, zandbakken en parken waar veel kinderen spelen wordt heel sterk aanbevolen;
182
-
een hondentoilet in de tuin wordt best niet binnen een afstand van 5 meter geplaatst van een groentetuin. De nodige voorzorgen dienen genomen te worden om toegang van kinderen tegen te gaan. Bij correct gebruik van een hondentoilet is de verspreiding van kiemen in de omgeving beperkt. Bepaalde kiemen kunnen op die manier wel in het grondwater terechtkomen.
183
4
Alternatieve verwerkingsmethode: Doggie dooley
4.1
Inleiding Wensen we de burger te wijzen op zijn verantwoordelijkheid, dan komt het er op aan deze burger gevoelig te maken voor de hondenpoepproblematiek. Uiteindelijk streven we een gedragsverandering bij de hondenbaasjes na. Het Expertisecentrum is hiervoor, gezien onze nabijheid bij verschillende stadsbesturen, goed geplaatst. Doelgroepenwerking is een zeer belangrijk onderdeel van sensibilisering. Communicatie moet worden afgestemd op de specifieke doelgroepen. Heel belangrijk daarbij zijn bijvoorbeeld hondeneigenaars, thuiscomposteerders, inwoners van appartementen, dierenopvangcentra, dierenasielen, …
Onder meer van de gemeenten wordt verwacht dat zij mee de bevolking sensibiliseren tot vermindering van het organisch afval. Onder thuis composteren verstaat men het composteren van organisch materiaal in een particuliere tuin. In de beginfase, rond de recente eeuwwisseling, was de sensibilisering vooral gericht op het doen toenemen van het aantal thuiscomposteerders en van de hoeveelheid organisch materiaal die ze thuis composteren. Vanaf 2001 beoogde de afvalplanning daarbij een daling van de hoeveelheid tuinafval die de burgers toch nog aanbieden voor collectieve inzameling. Dat zou moeten bewerkstelligd worden precies door het thuis composteren, maar ook door een verandering in de wijze van tuinaanleg en tuinonderhoud. Aangezien uitwerpselen van vleesetende dieren (bv. honden, katten, …) in geen geval thuis gecomposteerd mogen worden, werd gezocht naar andere mogelijkheden van hondenpoepverwerking. De Doggie Dooley is zo’n mogelijk alternatief. Dit containertje wordt ingegraven in de grond en werkt als een mini septische tank waarin de hondenpoep met behulp van onschadelijke bacteriën en enzymen op een milieuvriendelijke manier afgebroken wordt. Op die manier komt de hondenpoep niet bij het restafval terecht maar wordt het op een natuurvriendelijke manier verwerkt. Veel Vlaamse gemeenten beschikken vandaag over een team van vrijwilligers die gepassioneerd zijn door het thuis composteren (bv. het Ecotuinteam) en bereid zijn deze passie verder te verspreiden onder buren, vrienden, kennissen, …Een actieve werking van deze compostmeesters zou in belangrijke mate bijdragen tot het overhalen van de burgers om aan thuis composteren te doen. Door contacten te leggen tussen het Expertisecentrum Dier-en-zorg en deze compostmeesters kan het gebruik van het “pet waste disposal system” een ingang vinden bij de 184
algemene bevolking en zo bijdragen tot een stijging van de hoeveelheid hondenpoep die op een natuurvriendelijke manier verwerkt wordt. Per gemeente zou er een contactpersoon kunnen zijn voor de compostmeesters van de hondenpoep. De compostmeesters zouden tweemaal per jaar in groep kunnen samenkomen. Wegens het ontbreken van de financiële middelen zal dit helaas niet kunnen verwezenlijkt worden binnen het lopende project.
4.2
Werking
4.2.1
Doggie dooley
Dit containertje wordt in de grond ingegraven en werkt als een kleine septische tank voor hondenuitwerpselen. De hondenpoep wordt van een vaste vorm in een vloeibare stof omgezet. Deze vloeistof kan dan door de aarde sijpelen en veilig opgenomen worden door de grondlaag eronder. Door het toevoegen van het speciale verteringsmiddel met enzymwerking wordt de omzetting in vloeistof aanzienlijk versneld. Het toevoegen van enzymen is bedoeld om het verteringsproces te bespoedigen en om verscheidene onplezierige neveneffecten (zoals geurhinder) in het proces te voorkomen.
4.2.2
De juiste plek kiezen
In principe is elke plaats in de tuin, gazon of bloementuin geschikt, maar niet te dicht bij boomwortels, moestuin, fruitbomen of plaatsen waar men met de grasmaaier passeert. Dit om te voorkomen dat men met de grasmaaier over het deksel van de Doggie Dooley rijdt waardoor deze beschadigd raakt. Ook is het beter een plaats uit te kiezen waar men gemakkelijk met water bij kan, zoals een kraan met tuinslang. Er moet namelijk dikwijls water aan toegevoegd worden. Het pet waste disposal system werkt niet in zware kleigrond. Het systeem vereist een normaal doorlaatbare grond om goed te werken.
185
Om de doorlaatbaarheid van de bodem te controleren, wordt de volgende test uitgevoerd: 20 liter water wordt in een put van 50 x 50 cm x 60 cm diepte gegoten. Vervolgens wordt nagegaan hoe lang het duurt vooraleer het water afgevoerd is. Als maatstaf wordt een tijdsduur van een tiental uur genomen. Indien korter dan 10 uur: absorberende grond; indien langer dan 10 uur: minder absorberende grond.
4.2.3
De opstart
De uitwerpselen van 2-3 dagen worden verzameld en in de Doggie Dooley gedeponeerd. Daarna worden 2 eetlepels verteringspoeder in een emmer warm water gemengd en 20 min. laten rusten. Vervolgend wordt het mengsel over de uitwerpselen in de doggie dooley gegoten en het containertje tot aan de rand gevuld met water.
4.2.4
Dagelijks gebruik
- dagelijks nieuwe drollen in de doggie dooley deponeren (de hoeveelheid van 1 grote hond of 2 kleine honden); - wekelijks 1 eetlepel verteringspoeder oplossen in 1 liter warm water en over de uitwerpselen gieten; - indien nodig de Doggie Dooley tweemaal per week helemaal vullen met water (type 3 800) en indien de grond heel doorlatend is, dagelijks water toevoegen om de inhoud nat te houden. Het is zeer belangrijk dat het systeem niet droog komt te staan aangezien het verteringsproces daardoor stilvalt; - type 3 000: indien nodig water bijvullen opdat het containertje gevuld blijft - indien meer dan 1 hond: de hoeveelheid verteringspoeder dient verhoogd te worden met 1 eetlepel voor elke extra grote hond of met een halve eetlepel voor elke kleine extra hond per week; - indien de Doggie Dooley voor een periode van twee weken of langer niet gebruikt wordt, zal het systeem opnieuw dienen opgestart te worden zoals hierboven vermeld.
186
4.2.5
Het beste resultaat
- water
Water is een must voor elke Doggie Dooley. Bij een Doggie Dooley dient minstens 1 maal per week water toegevoegd te worden om het vereiste verteringsproces gaande te houden. Het verteringsmiddel werkt niet tenzij het met water gemengd wordt. Lauw water is het meest efficiënt om de enzymwerking te starten omdat de enzymen en bacteriën in de grond die ze voeden het meest actief zijn tussen de 15°C en 43°C. Een goede werking wordt verkregen bij elke temperatuur hoger dan 4,4°C als er voldoende water toegevoegd wordt. De hoeveelheid water die nodig is varieert naargelang de grondsoort en het type Doggie Dooley. Een Doggie Dooley die goed werkt zal voor ongeveer een vierde tot de helft vol zijn met half vloeibare species (modder). Het niveau speelt geen rol zolang er voldoende drainage is en de massa in het vat half vloeibaar blijft. Indien het containertje uitdroogt, dan zal het verteringsproces vertragen en uiteindelijk stilvallen.
- temperatuur
De temperatuur is heel belangrijk voor de snelheid van het verteringsproces. Het proces start vanaf 4°C. Elke stijging met 6 graden zal de snelheid van het verteren verdubbelen. Het verteringsproces zal stilvallen wanneer de grondtemperatuur voor een langere periode (een tweetal weken) onder de 4°C zakt.
- drainage
Goed doorlatende grond is essentieel opdat de Doggie Dooley zou werken. Het principe waarop het hele systeem gebaseerd is, is gebruik maken van water en verteringspoeder om vaste uitwerpselen om te zetten in een vloeibare massa, die vervolgens afgevoerd wordt en in de ondergrond sijpelt. Als de grond niet doorlatend is, zal het systeem niet werken. Wanneer de Doggie Dooley de vloeibare meststoffen niet kan afvoeren, kan er niks gedaan worden om het systeem te doen werken –
187
behalve de Doggie Dooley verhuizen naar een plaats waar de grond wel voldoende doorlatend is.
- heropstarten Wanneer het systeem voor langere tijd (meer dan twee weken) niet gebruikt wordt, valt de volledige werking stil en dient de Doggie Dooley heropgestart te worden. Dit gebeurt volgens onderstaande procedure:
- voldoende warm water in het vat gieten om de uitwerpselen te bedekken; - een drievoudige dosis verteringsmiddel oplossen in een emmer warm water; - dit mengsel toevoegen en daarna het vat volledig vullen met water; - deze procedure enkele dagen of een week later herhalen tot de uitwerpselen vloeibaar worden.
4.2.6
Gebruik tijdens de winter of bij zeer koud weer
De Doggie Dooley zelf zal niet breken of barsten bij koud weer maar het verteringspoeder wordt wel inactief bij een temperatuur van 4,4°C of lager. Wanneer de temperatuur aan de grond onder de 4,4°C zakt, is het aangeraden te stoppen met hondendrollen toe te voegen en te wachten tot de temperatuur weer stijgt om de procedure voor het heropstarten terug te volgen. Het verteringsproces valt dan namelijk stil; dit is te merken aan de toenemende hoeveelheid onverteerde drollen.
4.2.7
Trekt de Doggie Dooley insecten of ander ongedierte aan?
Insecten kunnen eieren gelegd hebben op de uitwerpselen nog voor deze in de Doggie Dooley gedeponeerd werden. Als dit het geval is, dan zullen uit de eieren de larven komen. Daarom zal het noodzakelijk zijn om de inhoud met een insecticide te bespuiten.
188
4.2.8
Verschillende typen
4.2.8.1
Doggie Dooley 3 000
Figuur 36: Doggie Dooley 3 000
De Doggie Dooley 3 000 wordt gebruikt voor een zeer doorlaatbare grond en heeft een capaciteit van de uitwerpselen van 4 kleine honden of 2 grote honden. Het is een emmervormige container in gegalvaniseerd staal. Wordt verzonken in de grond zodat alleen het deksel met overhangende rand van 2,5 cm te zien is. Plastiek deksel met openingshendel die met de voet bediend wordt. Het containertje bevat een ingebouwde overloop die behandelde vloeistof in de bodem laat sijpelen. De volledige set is 39,4 cm diep en heeft een diameter van 39,4 cm.
189
4.2.8.2
Doggie dooley 2 000
Figuur 37: Doggie Dooley 2 000
De Doggie Dooley 2 000 wordt gebruikt voor een zeer doorlaatbare grond en heeft een capaciteit van de uitwerpselen van 2 kleine honden of 1 grote hond. Het is een emmervormige container in kunststof. Wordt verzonken in de grond zodat alleen het deksel met overhangende rand van 2,5 cm te zien is. Plastiek deksel met openingshendel die met de voet bediend wordt. Het containertje bevat een ingebouwde overloop die behandelde vloeistof in de bodem laat sijpelen. De volledige set is 39,4 cm diep en heeft een diameter van 34,3 cm.
190
4.2.8.3
Doggie Dooley 3 800
Figuur 38: Doggie Dooley 3 800
De Doggie Dooley 3 800 wordt gebruikt voor een harde, minder absorberende ondergrond voor 4 kleine honden of 2 grote honden. Heeft een piramidale vorm en een open bodem. Heeft een voet bediend deksel en een uitbreidingsset om de capaciteit te vergroten. De volledige set is 62,3 cm diep en heeft een breedte van 46,15 cm.
4.2.8.4
Doggie Dooley 3 500
Figuur 39: Doggie Dooley 3 500
191
De Doggie Dooley 3 800 wordt gebruikt voor een harde, minder absorberende ondergrond voor 2 kleine honden of 1 grote hond. Heeft een piramidale vorm, een voet bediend deksel en een open bodem. De volledige set is 40,65 cm diep en heeft een breedte van 44,45 cm.
4.2.9
Waste Terminator
Het speciale verteringspoeder is een milieuvriendelijk en niet-giftig poeder maar veiligheidshalve dienen volgende maatregelen in acht genomen te worden:
- uit de buurt van kinderen of huisdieren houden; - contact met de ogen of open wonden vermijden; contact kan irritatie veroorzaken; - niet inwendig gebruiken; - niet samen met andere scheikundige producten gebruiken, chloor, zuren of bijtende middelen kunnen de natuurlijke biologische werking beïnvloeden.
Het verteringsmiddel bevat Proteinase en een enzymencomplexsamenstelling. Het bevat geen salmonella, shigella, E. Coli, streptococcus, staphylococcus, algae sulfide of een pathogeen organisme. De enzymen in het verteringspoeder zijn proteïnen en breken dus af tot onschadelijke aminozuren. Enzymen zijn eiwitten die een bepaalde reactie versnellen, starten of stoppen, m.a.w. een katalysator. Een enzym maakt een chemische reactie in of buiten een cel mogelijk of versnelt deze zonder daarbij zelf verbruikt te worden of van samenstelling te veranderen. Wel verbindt het enzym zich tijdens de reacties met het substraat, dat is datgene wat met de stofwisseling of vertering een reactie aangaat. Dit gebeurt voor elk enzym op een eigen manier, doordat elk enzym reactie specifiek is. Enzymen worden door het organisme (dieren, planten, insecten, schimmels) zelf gemaakt. Voor de opbouw ervan zijn in een aantal gevallen vitaminen nodig. Na de reactie keert het enzym weer terug naar de oorspronkelijke toestand en kan het direct weer een reactie versnellen. Een enzym “wacht” totdat de moleculen, waarmee het enzym aan de slag kan, bereikbaar zijn. Het enzym klemt zich dan op een plaats aan het substraat, veelal moleculen van voedingsmiddelen die ontbonden worden, waar dat past en waartoe het dus geschikt is. Dat deel dat
192
omklemd is, wordt losgemaakt van het grotere geheel, waarna ook het enzym weer vrij is en verder kan met het volgende molecuul(deel). Zo worden voedingsstoffen in kleine stukjes gebroken en verwerkt. Ketens van moleculen van diverse aard, kunnen zo in andere enkelvoudige moleculen worden omgezet.
Enzym + Substraat ↔ Enzym-Substraat-Complex ↔ Enzym + Product
Het verteringspoeder bevat volgende bestanddelen:
- tarwezemelen; - zout; - natruim bicarbonaat (soda); - enzymen complex (lipase-, cellulase-, protease- en amylase-enzymen); - Bacillus bacteriën (B. subtilis, B. licheniformis, B. megaterium, B. amyloliquefaciesn en B. pumilus).
Bacteriën zijn levende cellen die enzymen produceren en gebruiken om chemische verbindingen af te breken. In dit geval zetten bacteriën afval om in een grond absorberende vloeistof.
4.3
Pilootprojecten Bij wijze van pilootproject werden 7 Doggie Dooleys geïnstalleerd en kritisch opgevolgd. Deze pilootprojecten vervullen eigenlijk een voorbeeldfunctie en werden dan ook zorgvuldig gekozen. Een medewerkster van het Expertisecentrum Dier-en-zorg stond zelf in voor de installatie en de opvolging van de containertjes. De evaluatie gebeurde tweewekelijks via mail of telefoon en maandelijks via een kort interview waarbij de volgende zaken besproken werden: gebruiksvriendelijkheid (al dan niet arbeidsintensief), eventuele overlast (vnl. geurhinder), werking (de hondendrollen worden al dan niet goed afgebroken en opgenomen in de grond), … Om te bepalen welk type nodig was werd voorafgaand aan de installatie dus eerst de doorlaatbaarheid van de bodem bepaald op de plaats van de installatie. Dit gebeurde volgens de procedure zoals beschreven in hoofdstuk 4.2.2.
193
Elke Doggie Dooley werd voorzien van een informatiebordje (zie bijlage) om het grote publiek te informeren over het doel van dit project en de werking van dit systeem.
4.3.1
Particulier Roeselare
Locatie: Rumbeke Aantal honden: 1 grote hond Grondsoort: zand-leem Doorlaatbaarheid grond: op donderdag 06/05 werd de test uitgevoerd. Het water was na 4 uur reeds afgevoerd. De Doggie Dooley 3 000 leek hier dus het geschikte type. Type: DD 3 000 en DD 3 800
Figuur 40: particulier Rumbeke
Installatie: op maandag 17/05 werd het systeem geïnstalleerd. Evaluatie: de installatie is goed verlopen en de eerste maanden werkte de Doggie Dooley goed en werden de drollen goed afgebroken. Jammer genoeg is ten gevolge van de hevige regenval tijdens de eerste week van september de bodem rond de Doggie Dooley weggespoeld waardoor het containertje helemaal in de grond weggezakt was. Ondanks de goede werking bleek dit type hier toch niet zo geschikt. De hevige regenval was nu wel uitzonderlijk maar zorgde er toch voor dat de bodem helemaal uitholde en het containertje verzakte.
194
Figuur 41: Doggie Dooley in grond gezakt
Oplossing: de Doggie Dooley werd op donderdag 23/09 uitgegraven en vervangen door het type 3800. De particulier heeft het containertje slechts enkele weken kunnen gebruiken daar de hond ernstig ziek geworden is en o.a. last kreeg van diarree. Aangezien slappe stoelgang moeilijk op te ruimen is, was het niet evident om de Doggie Dooley op gang te houden. De particulier heeft dit toch enkele weken kunnen volhouden. Jammer genoeg ging de gezondheidstoestand van de hond zienderogen achteruit waardoor ze uiteindelijk gestorven is en het project vroegtijdig stop gezet werd (donderdag 04/11).
4.3.2
Blauw Kruis Roeselare Locatie: Roeselare Aantal honden: 4 kleine honden Grondsoort: zand-leem Doorlaatbaarheid grond: op woensdag 03/03 werd de test uitgevoerd. Na een tiental uur was het water afgevoerd. De Doggie Dooley 3 800 leek hier dus het geschikte type. Type: DD 3 800 en DD 3 000
Figuur 42: Blauw Kruis Roeselare
195
Installatie: op donderdag 11/03 werd de Doggie Dooley geïnstalleerd. Evaluatie: de installatie is goed verlopen maar gedurende de daaropvolgende weken werd duidelijk dat de bodem veel meer doorlaatbaar was dan de test aangetoond had. Het containertje bleek telkens in een paar uur leeg te lopen. Het waterverbruik nam buitenproportioneel toe, de hondenpoep loste niet op en werd dus ook niet opgenomen in de grond. Het voortdurend bijvullen met water bracht ook veel meer werk met zich mee. Oplossing: de Doggie Dooley werd terug uitgegraven en vervangen door het type DD 3000. Dit type wordt gebruikt in zeer doorlaatbare grond en zou op deze locatie dus beter geschikt zijn. Sindsdien werkt de Doggie Dooley prima.
4.3.3
Blauw Kruis Brugge
Locatie: Dudzele Aantal honden: 2 grote honden Grondsoort: Doorlaatbaarheid grond: op woensdag 03/03 werd de test uitgevoerd. Na een halve dag (+- 12uur) was het water afgevoerd. De Doggie Dooley 3 800 leek hier dus het geschikte type. Type: DD 3 800
Figuur 43: Blauw Kruis Brugge
Installatie: op dinsdag 23/03 werd het containertje geïnstalleerd. Evaluatie: de installatie is goed verlopen en gedurende de eerste weken werd het systeem nauwkeurig opgevolgd door een stagiaire van KATHO die daar op dat moment stage liep. Het containertje werkte prima maar moest wat vaker dan normaal bijgevuld worden. Dit was wat arbeidsintensiever maar voor de rest waren er geen problemen. Vervolgens werd de opvolging overgenomen door een medewerker van het asiel. Uiteindelijk bleek het dagelijks gebruik van de container en de verderzetting van het project toch een grotere inspanning te zijn waardoor 196
het niet altijd mogelijk was hieraan de nodige aandacht te besteden. Daardoor viel de enzymwerking in september stil en moest de Doggie Dooley terug opgestart worden.
4.3.4
Blauw Kruis Ieper Locatie:Ieper Aantal honden: 4 grote honden Grondsoort: klei Doorlaatbaarheid grond: donderdag 01/04 werd de test uitgevoerd. Na 20 uur was het water afgevoerd. De Doggie Dooley 3 800 bleek hier dus het geschikte type. Type: DD 3 800 Figuur 44: Blauw Kruis Ieper
Installatie: de test voor de doorlaatbaarheid van de bodem toonde aan dat de bodem weinig doorlaatbaar was. Daardoor werd er overwogen om de installatie van de Doggie Dooley te annuleren daar het containertje niet werkt in zware kleigrond. Uiteindelijk werd toch besloten om het systeem te installeren daar deze plaats heel enthousiast was over dit project en de Doggie Dooley dus heel goed van nabij zou opgevolgd worden. Zo zouden eventuele problemen vroegtijdig opgemerkt en bijgevolg bijgestuurd kunnen worden. Dinsdag 13/04 werd de Doggie Dooley dan ook geïnstalleerd, hetgeen gezien de grondsoort toch een arbeidsintensief karwei was.
Figuur 45: slechte doorlaatbaarheid bodem
197
Evaluatie:gedurende de eerste paar weken werkte het containertje prima en waren er geen problemen. Na verloop van tijd stelde men toch vast dat de hondenpoep wel goed werd afgebroken maar de behandelde vloeistof niet kon doorsijpelen in de bodem. Zoals eerder werd gevreesd bevatte de bodem toch te veel klei en leem. Hierdoor raakte de Doggie Dooley opgevuld met een dikke bruinachtige substantie. Oplossing: de Doggie Dooley uitgraven en een geschiktere plaats zoeken (met beter doorlaatbare grond). Aangezien dit niet mogelijk was in het asiel werd aanvankelijk overgegaan tot het vroegtijdig stop zetten van het project. Na overleg met alle betrokken partijen werd besloten het systeem terug op te starten. Hiervoor werden volgende richtlijnen gegeven:
- geen drollen meer bijvoegen; - tweemaal per week twee eetlepels verteringspoeder oplossen in een emmer lauwwarm water; - om de twee dagen water toevoegen naar behoefte - elke dag de substantie (indien mogelijk) omroeren
4.3.5
Hondenkweker Vlamertinge Locatie: Vlamertinge Aantal honden: 3 grote honden Grondsoort:klei-leem Doorlaatbaarheid grond: vrijdag 11/06 werd de test uitgevoerd. Na 10 uur was het water afgevoerd. De Doggie Dooley 3 800 bleek hier dus het geschikte type. Type: DD 3 800 en DD 3 000
Figuur 46: hondenkweker Vlamertinge
198
Installatie: vrijdag 18/06 werd de Doggie Dooley geïnstalleerd en de installatie verliep vlot. Evaluatie: Jammer genoeg dook ook hier weer hetzelfde probleem op i.v.m. de doorlaatbaarheid van de grond. Blijkbaar was de grond toch beter doorlaatbaar dan de test aangetoond had. Met als gevolg dat het containertje telkens te snel leeg liep waardoor de hondenpoep niet verteerd werd. Hierdoor moest dagelijks veel water toegevoegd worden wat veel werk met zich mee bracht.
Figuur 47: slechte verteerbaarheid
Oplossing: de Doggie Dooley terug uitgraven en vervangen door het type DD 3 000. Dit gebeurde op woensdag 07/07. Het uitgraven en opnieuw installeren van zo’n container is een arbeidsintensief werk en dient zoveel mogelijk vermeden te worden. De daaropvolgende maanden werkte het systeem prima totdat geleidelijk aan duidelijk werd dat de drollen minder goed verteerd werden en het containertje geleidelijk aan opgevuld raakte. De exacte reden hiervoor was niet duidelijk. Misschien had de dalende temperatuur hier een invloed op of werd het containertje plots overladen met hondenpoep. Net zoals in het dierenasiel werd het volgende advies gegeven:
- geen drollen meer bijvoegen; - tweemaal per week twee eetlepels verteringspoeder oplossen in een emmer lauwwarm water; - om de twee dagen water toevoegen naar behoefte - elke dag de substantie (indien mogelijk) omroeren
Ondanks het feit dat het advies goed opgevolgd werd, is het niet gelukt de Doggie Dooley terug op te starten. De drollen verteerden niet en er vormden zich wormachtig uitziende structuren. De dalende temperatuur zal er waarschijnlijk ook wel invloed op gehad hebben.
199
Figuur 48: stil gevallen Doggie Dooley
4.3.6
Voorzitster Blauw Kruis Ieper Locatie: Ieper Aantal honden: 3 kleine honden Grondsoort: klei- leem Doorlaatbaarheid grond: maandag 07/06 werd de test uitgevoerd. Na 14 uur was het water afgevoerd. De Doggie Dooley 3 800 bleek hier het geschikte type. Type: DD 3800
Figuur 49: voorzitter Blauw Kruis Ieper
Installatie: vrijdag 18/06 werd het systeem geïnstalleerd. Tijdens het graven van de put werd duidelijk dat de grond toch redelijk veel leem bevatte waardoor er twijfel ontstond of de bodem geschikt zou zijn. Uiteindelijk werd besloten om toch door te gaan met het project. en de installatie verliep vlot. Evaluatie: ondanks de twijfels tijdens de installatie, werkt de Doggie Dooley prima. Er zijn tot nog toe nog geen problemen opgedoken.
200
4.3.7
VABI Locatie: Roeselare Aantal honden: 3 grote honden en 1 kleine hond Grondsoort: zand-leem Doorlaatbaarheid: maandag 21/06 werd de test uitgevoerd. Na 13 uur was het water afgevoerd. De Doggie Dooley 3 800 bleek hier het geschikte type. Type: DD 3800
Figuur 50: VABI Roeselare
Installatie: vrijdag 25/06 werd het systeem geïnstalleerd. De installatie verliep moeilijker dan verwacht daar de bodem veel steenbrokken bleek te bevatten. Evaluatie: ondanks de moeizame installatie werkt de Doggie Dooley prima.
4.4
Invloed van de temperatuur Een van de doelen van dit onderzoek was het zoeken naar alternatieve manieren om hondenpoep te verwerken. De Doggie Dooley was zo’n mogelijk alternatief. Het grote nadeel van dit systeem is dat de werking van de enzymen in het verteringspoeder stilvalt indien de temperatuur gedurende een bepaalde periode (een tweetal weken) onder de 4°C zakt. Om na te gaan of dit daadwerkelijk het geval was werd gedurende de laatste weken wekelijks de grondtemperatuur gemeten en aangeduid op een schaal in welke mate de drollen verteerd waren. Vervolgens werd op 05/11 en 08/12 een foto genomen van de inhoud van de Doggie Dooleys om de evolutie van het verteringsproces visueel voor te stellen.
Bij het opmeten van de temperatuur dienden volgende zaken in acht genomen te worden:
- telkens op dezelfde dag (vb. iedere zondag); - telkens op hetzelfde uur (vb. om 10 uur); 201
- telkens op dezelfde plaats (op 10 cm afstand van het deksel); - telkens met dezelfde thermometer.
Hoe meer onverteerde drollen te zien waren, hoe trager het verteringsproces verliep. Vervolgens werd de mate van vertering aangeduid op onderstaande schaal:
- 1: niet verteerd, geen vloeistof, enkel onverteerde drollen te zien; - 2: matig verteerd, minder dan ¼ van de inhoud van de Doggie Dooley is vloeistof, zeer veel (>10) onverteerde drollen te zien; - 3: redelijk verteerd, meer dan ¼ maar minder dan ½ van de inhoud van de Doggie Dooley is vloeistof, veel (5-10) onverteerde drollen te zien; - 4: redelijk goed verteerd, meer dan ½ maar minder dan ¾ van de inhoud van de Doggie Dooley is vloeistof, een aantal (2-5) onverteerde drollen te zien; - 5: goed verteerd, meer dan ¾ van de inhoud van de Doggie Dooley is vloeistof, slechts enkele (1-2) onverteerde drollen te zien; - 6: volledig verteerd, enkel vloeistof te zien en geen onverteerde drollen.
4.4.1
Blauw Kruis Ieper
Figuur 51: evolutie Doggie Dooley
202
Datum
Tijdstip
Temperatuur
Score
08/11
10u00
10°C
2
16/11
10u00
7°C
2
21/11
10u00
4°C
3
29/11
10u00
3°C
3
08/12
10u00
1°C
3
Tabel 17: invloed temperatuur op verteringsproces
Ondanks de slechte doorlaatbaarheid van de bodem, waardoor de Doggie Dooley overvol raakte, en de sterk dalende temperatuur zien we toch een verbetering in de vertering van de drollen. Hier kunnen we besluiten dat de temperatuur geen negatieve invloed heeft op het verteringsproces.
4.4.2
VABI Roeselare
Figuur 52: evolutie Doggie Dooley
Datum
Tijdstip
Temperatuur
Score
15/11
10u30
14°C
5
17/11
11u00
8°C
5
24/11
12u00
12°C
4
08/12
9u00
1,5°C
4
Tabel 18: invloed temperatuur op verteringsproces 203
Hier zien we dat de temperatuur over een periode van 3 weken van 14°C tot 1,5°C zakte. Toch vertraagt het verteringsproces niet in dezelfde mate. Ondanks de koude temperatuur zijn slechts een aantal (2-5) onverteerde drollen te zien en vertraagt het verteringsproces van goed verteerd (meer dan ¾ is vloeistof) naar redelijk goed verteerd (meer dan ½ maar minder dan ¾ is vloeistof).
4.4.3
Hondenkweker Vlamertinge
Figuur 53: evolutie Doggie Dooley
Datum 20/10 27/10 03/11 10/11 17/11 24/11 01/12 08/12
Tijdstip 14u00 14u00 14u00 14u00 14u00 14u00 14u00 14u00²
Temperatuur 8°C 12°C 13°C 7°C 4°C 5°C -3°C 1,5°C
Score 2 1 1 1 1 1 1 1
Tabel 19: invloed temperatuur op verteringsproces
Hier merken we dat het verteringsproces volledig stil gevallen is. Dit is te zien aan het aantal onverteerde drollen (>10) en de afwezigheid van vloeistof. De temperatuur zal er zeker mee te maken hebben maar het systeem werkte voor de koude al niet goed dus is het moeilijk na te gaan hoe groot de invloed van de temperatuur is. Verder onderzoek zou hier aangewezen zijn.
204
4.4.4
Voorzitter Blauw Kruis Ieper
Figuur 54: evolutie Doggie Dooley
Datum 16/11 25/11 28/11 02/12 09/12
Tijdstip 12u00 12u00 12u00 12u00 12u00
Temperatuur 9°C 2°C 1°C -3°C 2°C
Score 3 3 3 3 3
Tabel 20: invloed temperatuur op verteringsproces
Ook hier zien we geen verschil in het verteringsproces ondanks de dalende temperatuur. Slechts een aantal (2-5) onverteerde drollen zijn te zien en meer dan ¼ maar minder dan ½ van de inhoud van de Doggie Dooley is vloeistof.
205
4.4.5
Blauw Kruis Roeselare
Figuur 55: evolutie Doggie Dooley (met overloopgat)
Datum 08/11 15/11 22/11 29/11 06/12
Tijdstip 17u00 17u00 17u00 17u00 17u00
Temperatuur 4°C 7°C 3°C -2°C -1°C
Score 6 6 6 Alles bevroren Staat op nonactief
Tabel 21: invloed temperatuur op verteringsproces
Dit is de enige plaats waar de Doggie Dooley perfect werkt. De drollen worden volledig afgebroken en er is enkel vloeistof te zien. Totdat de temperatuur onder het vriespunt zakte en de hele inhoud bevroor waardoor het dus onmogelijk was om een score te geven aan het verteringsproces.
4.4.6
Particulier Rumbeke Op deze plaats konden deze testen niet uitgevoerd worden aangezien de hond gestorven was.
206
4.4.7
Blauw Kruis Brugge
Op deze plaats werden ook geen testen uitgevoerd daar geen thermometer beschikbaar was.
4.5
Evaluatie Op het einde van het project werd d.m.v. een evaluatieformulier de Doggie Dooley geëvalueerd. Hierbij werd de mening gevraagd over volgende aspecten:
- geuroverlast; - arbeidsintensief; - waterverbruik; - gebruiksvriendelijkheid; - installatie; - invloed temperatuur; - kwaliteit materiaal; - handleiding; - algemene beoordeling
Voor elk aspect werd een score van 1 t.e.m. 10 gegeven waarbij 1=zeer slecht en 10=uitmuntend. Ook werd bijgehouden hoeveel hondenpoep (aantal honden) dagelijks in het containertje gedeponeerd werd. Tenslotte was er nog ruimte voor opmerkingen. Hieronder volgt een overzicht van de resultaten. Blauw Kruis Brugge is niet opgenomen in de resultaten daar wegens medische redenen de enquête niet is kunnen afgenomen worden.
207
4.5.1
Geuroverlast
Hondenkwekerij Vlamertinge
10
Particulier Rumbeke
10
Blauw Kruis Roeselare
10
VABI Roeselare
10
Blauw Kruis Ieper
10
Voorzitter Blauw Kruis Ieper
5
Gemiddelde score
9
Tabel 22: evaluatie geuroverlast
Met uitzondering van de Voorzitter Blauw Kruis Ieper scoort de Doggie Dooley op alle plaatsen het maximum voor geuroverlast. Hierbij wordt wel de mate van overlast bedoeld wanneer het containertje gesloten is. M.a.w. wanneer het deksel dicht is, veroorzaakt het systeem geen geuroverlast.
4.5.2
Arbeidsintensief
Hondenkwekerij Vlamertinge
9
Particulier Rumbeke
7
Blauw Kruis Roeselare
3
VABI Roeselare
8
Blauw Kruis Ieper
10
Voorzitter Blauw Kruis Ieper
10
Gemiddelde score
8
Tabel 23: evaluatie arbeidsintensief
Gemiddeld krijgt de Doggie Dooley een 8 voor arbeidsintensief. Met uitzondering van Blauw Kruis Roeselare zijn alle plaatsen van mening dat het gebruik van zo’n systeem weinig werk met zich meebrengt. Blauw Kruis Roeselare geeft hiervoor een 3, wat toch een beduidend lagere score is dan de andere plaatsen. Dit kan te
208
maken hebben met het feit op deze plaats de Doggie Dooley op een redelijke afstand van een waterbron verwijderd lag waardoor wekelijks toch verscheidene keren met water diende gezeuld te worden.
4.5.3
Waterverbruik
Hondenkwekerij Vlamertinge
9
Particulier Rumbeke
5
Blauw Kruis Roeselare
6
VABI Roeselare
10
Blauw Kruis Ieper
3
Voorzitter Blauw Kruis Ieper
10
Gemiddelde score
7
Tabel 24: evaluatie waterverbuik
Voor het aspect ‘waterverbruik’ scoort het systeem gemiddeld een 7 met een minimum van 3 gegeven door Blauw Kruis Ieper tot een maximum van 10 gegeven door Voorzitter Blauw Kruis Ieper. Bij een goede werking verbruikt een Doggie Dooley dus niet veel water maar indien er zich problemen voordoen zoals bv. met de doorlaatbaarheid van de grond dan kan het waterverbruik hoog oplopen. Daarom is het heel belangrijk om voordien de betreffende test uit te voeren (liefst een tweede maal ter controle) om het geschikte type te bepalen. Blauw Kruis Ieper verbruikte vooral voor de heropstart veel water. Deze zaken kunnen vermeden worden door installatie in een zware kleigrond te vermijden.
209
4.5.4
Gebruiksvriendelijkheid
Hondenkwekerij Vlamertinge
10
Particulier Rumbeke
7
Blauw Kruis Roeselare
7
VABI Roeselare
9
Blauw Kruis Ieper
10
Voorzitter Blauw Kruis Ieper
9
Gemiddelde score
9
Tabel 25: evaluatie gebruiksvriendelijkheid
Alle plaatsen zijn het erover eens dat de Doggie Dooley heel gebruiksvriendelijk is en geven voor dit aspect dan ook een hoge score, gaande van 7 tot zelfs 10.
4.5.5
Installatie
Hondenkwekerij Vlamertinge
4
Particulier Rumbeke
8
Blauw Kruis Roeselare
4
VABI Roeselare
1
Blauw Kruis Ieper
5
Voorzitter Blauw Kruis Ieper
6
Gemiddelde score
5
Tabel 26: evaluatie installatie
De Doggie Dooleys werden telkens door een projectmedewerkster van het Expertisecentrum Dier-en-zorg geïnstalleerd, meestal in samenwerking met de verantwoordelijke van het project op de betreffende plaats. Algemeen scoort het systeem hier slechts matig op (5). Of de installatie al dan niet vlot verloopt heeft hoofdzakelijk te maken met de grondsoort. Zo bevatte de bodem in de VABI Roeselare heel veel steenbrokken waardoor het graven moeizaam
210
verliep en veel spierkracht vergde. Op deze plaats krijgt het systeem dan ook slechts een 1. Bij de particulier Rumbeke daarentegen bestond de bodem uit gewone aarde zonder stenen waardoor de installatie veel vlotter verliep en de Doggie Dooley hier dus een 8 krijgt. Het type 3 800 dient bovendien nog zelf gemonteerd te worden wat toch ook vlug anderhalf uur in beslag neemt.
4.5.6
Invloed temperatuur
Hondenkwekerij Vlamertinge
2
Particulier Rumbeke
3
Blauw Kruis Roeselare
3
VABI Roeselare
8
Blauw Kruis Ieper
6
Voorzitter Blauw Kruis Ieper
9
Gemiddelde score
5
Tabel 27: evaluatie invloed van temperatuur
Gemiddeld gezien scoort het systeem op dit aspect beter dan verwacht. Gezien de soms zeer lage temperaturen van de afgelopen weken werd verwacht dat de Doggie Dooley op alle plaatsen stil zou vallen. Op de meeste plaatsen was dit ook zo maar minder drastisch dan verwacht. In VABI Roeselare had de temperatuur tegen alle verwachtingen in geen invloed op het verteringsproces. Dit kon te maken hebben met de ligging van het containertje; het lag ingesloten tussen een hoge muur en struiken waardoor het niet blootgesteld werd aan de koude wind. In Blauw Kruis Roeselare daarentegen lag de Doggie Dooley helemaal niet beschut waardoor de vloeistof bevroor. Dit is misschien een aspect om in de toekomst rekening mee te houden.
211
4.5.7
Kwaliteit materiaal
Hondenkwekerij Vlamertinge
7
Particulier Rumbeke
9
Blauw Kruis Roeselare
9
VABI Roeselare
7
Blauw Kruis Ieper
8
Voorzitter Blauw Kruis Ieper
10
Gemiddelde score
8
Tabel 28: evaluatie kwaliteit materiaal
Gemiddeld krijgt het systeem voor dit aspect een 8 wat inhoudt dat alle plaatsen van mening zijn dat de Doggie Dooley uit degelijk materiaal vervaardigd is.
4.5.8
Handleiding
Hondenkwekerij Vlamertinge
10
Particulier Rumbeke
8
Blauw Kruis Roeselare
10
VABI Roeselare
9
Blauw Kruis Ieper
8
Voorzitter Blauw Kruis Ieper
10
Gemiddelde score
9
Tabel 29: evaluatie handleiding
De handleiding krijgt van alle plaatsen een hoge score en werd als duidelijk en eenvoudig beoordeeld.
212
4.5.9
Algemene beoordeling
Hondenkwekerij Vlamertinge
7
Particulier Rumbeke
7
Blauw Kruis Roeselare
8
VABI Roeselare
9
Blauw Kruis Ieper
8
Voorzitter Blauw Kruis Ieper
9
Gemiddelde score
8
Tabel 30: algemene beoordeling
Over de hele lijn scoort de Doggie Dooley een 8 wat toch zeer hoog is. Alle plaatsen waren tevreden tot zeer tevreden van het systeem.
4.5.10
Opmerkingen
Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste opmerkingen:
- wegens de beperkte capaciteit (van 2 kleine tot 2 grote honden) is dit systeem minder geschikt voor plaatsen waar veel honden gehouden worden zoals een Blauw Kruis of een hondenkweker. Dit probleem kan opgevangen worden door meerdere containertjes te plaatsen. Door het ontwerpen van containers met een grotere capaciteit zou misschien een groter doelpubliek bereikt kunnen worden;
- gedurende de zomer werkt de Doggie Dooley prima en doen er zich praktisch geen problemen voor. In tegenstelling tot de winter waar de temperatuur toch op sommige plaatsen een grote invloed heeft op het verteringsproces. Het containertje op een beschutte plaats installeren kan hier misschien een gedeeltelijke oplossing bieden. Ergens een verwarmingselement inbouwen zou ook een oplossing zijn maar heeft als groot nadeel dat dit de kostprijs de hoogte in zou jagen. Verder onderzoek hieromtrent zou aangewezen zijn;
213
- door wekelijks verteringspoeder opgelost in warm water in het type 3 000 te gieten gaat eigenlijk veel poeder verloren daar op hetzelfde moment veel water via het overloopgat wegvloeit (omdat de vloeistof altijd hoog staat). Verder onderzoek hieromtrent zou interessant zijn. - 2 plaatsen geven aan nog geen definitieve evaluatie te kunnen doen gezien de beperkte duur van het project. Verdere opvolging en evaluatie is aangewezen.
Tenslotte werd nog gevraagd of men het systeem zelf zou aanschaffen en gebruiken. Met uitzondering van Blauw Kruis Roeselare antwoordden alle plaatsen positief. Blauw Kruis Roeselare gaf aan zelf geen last te ondervinden van de hondenpoep thuis en het dus ook niet nodig achtte om een Doggie Dooley te installeren. De andere plaatsen gaven als belangrijkste reden om zelf zo’n systeem aan te schaffen aan dat de kakjes op die manier niet meer in de vuilbak moesten, het een gebruiksvriendelijk en milieuvriendelijk product is, er zo geen geuroverlast meer is en geen vliegen meer in de vuilbak ten gevolge van die stinkende hondenpoep. Alle plaatsen zouden het product ook aan anderen aanraden om dezelfde reden als hierboven vermeld en omdat het een goede oplossing biedt voor mensen met een kleine tuin. Met uitzondering van de particulier Rumbeke (wegens het niet meer hebben van een hond) zal op alle plaatsen de Doggie Dooley verder gebruikt worden.
4.6
Algemene conclusie Algemeen kunnen we dus besluiten dat de Doggie Dooley een mogelijk alternatief biedt om hondenpoep te verwerken.
Gezien de beperkte capaciteit is dit systeem minder geschikt voor plaatsen waar veel honden gehouden worden zoals een asiel of een hondenkweker. Voor particulieren die slechts een of enkele honden houden kan dit wel een goed alternatief zijn. Een bijkomende vereiste (nadeel) is dat men over een tuin dient te beschikken.
214
Globaal gezien scoort de Doggie Dooley goed tot zeer goed op de meeste aspecten zoals gebruiksvriendelijkheid, duidelijke handleiding, degelijk materiaal, praktisch geen geuroverlast en weinig arbeidsintensief. Het waterverbruik hangt voornamelijk af van het feit of het juiste type geïnstalleerd is in de juiste grond. Daarom is het ten zeerste aangeraden op voorhand de test betreffende de doorlaatbaarheid van de bodem minstens eenmaal uit te voeren.
Om tegemoet te komen aan het feit dat de temperatuur een grote invloed heeft op het verteringsproces is verder onderzoek nodig. De installatie van zo’n systeem vergt, afhankelijk van de grondsoort, meer of minder inspanning. Het type 3 800 dient op voorhand nog gemonteerd te worden wat bijkomend werk met zich meebrengt. Het zou misschien interessant zijn om, net zoals het type 3 000, deze Doggie Dooley uit een stuk te vervaardigen.
215
5
Enquête
5.1
Doel Via deze enquête willen we de omvang van de hondenpoepoverlast in kaart brengen, de eventuele vastgestelde problemen identificeren, of de mensen op de hoogte zijn van de wetgeving omtrent hondenpoep alsook de gevaren hieromtrent (zoönosen, contaminatie van het leefmilieu) en tenslotte hoe hondenpoep daadwerkelijk verwijderd wordt. Daarom wordt beroep gedaan op de bereidwillige medewerking van zowel hondenals niet-hondeneigenaars in Vlaanderen via een internetenquête, een schriftelijke enquête en via mondelinge bevragingen op straat. Van de circa 600 uitgedeelde enquêtes waren er een driehonderdvijftigtal geretourneerd, waarvan 323 bruikbaar waren. Bevragingen op straat leverde 110 enquêtes op (zie bijlage 4). Bovendien werd de enquête op internet geplaatst en hierop kwamen nog eens een zeshonderd tal reacties waarvan er 593 bruikbaar waren. Dat brengt het totaal op 1026. Dit is een hoge respons en voldoende voor het verkrijgen van een representatief beeld. Een belangrijk voordeel van een internetenquête is de lage kost en de snelheid waarmee de enquête verspreid kan worden over verschillende regio’s. Ook het feit dat de antwoorden automatisch opgeslagen worden in een database is een belangrijk pluspunt. Het is bovendien eenvoudig om via internetenquêtes op een anonieme manier mensen te bevragen en de deelname is volledig vrijwillig. Hierdoor is de kans groter dat er meer deelnemers zijn. Uiteraard zijn er ook een aantal nadelen verbonden aan het afnemen van internetenquêtes. De beperkte bereikbaarheid tot internet voor bepaalde huishoudens, technische problemen en het mogelijk optreden van zelfselectie zijn hier voorbeelden van. Bij zelfselectie heeft de verdeling van de respondenten niet toevallig plaatsgevonden. Dit kan het geval zijn wanneer slechts een beperkte groep mogelijke respondenten aangesproken wordt. Het is dus belangrijk om via verschillende wegen de enquête te verspreiden. Een ander probleem is het risico dat respondenten heel de enquête doorlopen maar vragen onbeantwoord laten. Dit kan voorkomen worden door per vragenblok een popup te laten verschijnen met ‘gelieve alle vragen te beantwoorden’ wanneer een of meerdere vragen werden opengelaten. Ook ‘drop out’ is een gekend probleem van internetenquêtes. Dit is het fenomeen waarbij een aantal deelnemers de enquête vroegtijdig afsluit. Een mogelijkheid om dit te voorkomen is de enquête niet te lang te maken (daarom hielden we het bij 23
216
vragen) en ‘vervelende vragen’ op het einde te stellen.
De enquête was gericht naar zowel honden- als niet- hondeneigenaars en wilde vier hoofdvragen beantwoorden:
1. In welke mate ondervindt u hinder van hondenpoep? 2. Wat moet er, volgens u, wettelijk met hondenpoep gebeuren? 3. Welke gevaren voor het leefmilieu en kinderen houdt hondenpoep in? 4. Wat doet u met de hondenpoep thuis? (indien u een hond heeft)
Bij het opstellen van de enquête werd in de eerste plaats met deze vier vragen rekening gehouden. Ook werd er gevraagd naar cijfers over aantal honden, frequentie van ontworming en enkele sociale variabelen. Door in de enquête de woonplaats (stadskern, wijk, dorp of platteland) van de respondent op te nemen, kon een ruimtelijke differentiatie gemaakt worden van de respons. De enquête bestaat uit vijf grote delen. Het eerste deel gaat over de mate waarin men hinder ondervindt van hondenpoep, het tweede deel gaat over de wetgeving omtrent hondenpoep, het derde deel gaat over de mogelijke gevaren hondenpoep voor het leefmilieu en kinderen, het vierde deel gaat over waar de hondenpoep effectief terecht komt en het laatste deel gaat over het gebruik van hondentoiletten en hondenweides. Tot slot worden ook leeftijd en gezinssamenstelling opgenomen als sociale variabelen. De eerste 12 vragen waren voor iedereen van toepassing. Vraag 13 t.e.m. vraag 23 waren enkel van toepassing voor respondenten die een of meerdere honden hadden. Op sommige vragen waren meerdere antwoorden mogelijk en kon men dus meerdere vakjes aankruisen. De enquête werd eerst op de site www.enquetemaken.be gezet en vervolgens werd de link doorgestuurd via verschillende kanalen. Verder werden enquêtes verspreid via familie en vrienden, apotheken, huisdokters, rusthuizen, dierenwinkels en trimsalons. Vooraleer een ruime verspreiding van de enquête gebeurde, werd eerst een proefversie gemaakt die getest werd bij een twintigtal personen om de enquête te optimaliseren. Enerzijds werd nagegaan of de enquête geen technische mankementen vertoonde, anderzijds werd de inhoud en begrijpbaarheid ervan gecontroleerd door de 20 testpersonen. 217
5.2
Verwerking resultaten De resultaten van de enquêtes werden verwerkt met het programma SPSS; dit is een computerprogramma voor de verwerking van statistieken. Per vraag werd een frequentietabel en een grafiek (staafdiagram of taartvorm) opgesteld en voorzien van de nodige commentaar.
De frequentietabel is telkens op dezelfde manier opgesteld: ste
de 1
kolom geeft de verschillende antwoordmogelijkheden, kolom 2 geeft de
frequenties (Frequency) weer, dit is het aantal keer dat het betreffende antwoord voorkomt, kolom 3 bevat de overeenstemmende procenten (Percent) in verhouding tot het totaal aantal respondenten (in dit geval komt 1 026 overeen met 100%), kolom 4 (Valid Percent) geeft de overeenstemmende procenten in verhouding tot het aantal respondenten die de betreffende vraag beantwoord hebben weer (dit is voornamelijk van toepassing op de vragen 13 t.e.m. 23 aangezien deze vragen enkel van toepassing zijn voor respondenten die een of meerdere honden hadden). De laatste kolom (Cumulative Percent) geeft tenslotte de cumulatieve procent weer, dit is de som van de voorgaande procenten.
218
5.2.1
Geslacht Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag voorgelegd: “Geslacht”
Grafiek 1: geslacht
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Man
346
33,7
33,7
33,7
Vrouw
680
66,3
66,3
100,0
Total
1026
100,0
100,0
Tabel 31: geslacht
Het grootste deel van de respondenten is vrouw (66,3%).
219
5.2.2
Leeftijdsverdeling Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Wat is uw leeftijd?”
Grafiek 2: leeftijdsverdeling
220
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
106
10,3
10,3
10,3
527
51,4
51,4
61,7
295
28,8
28,8
90,4
Ouder dan 60
98
9,6
9,6
100,0
Total
1026
100,0
100,0
Jonger dan 20 Van 20 t.e.m. 40 Van 41 t.e.m. 60
Tabel 32: leeftijdsverdeling
Iets meer dan de helft van de respondenten (51,4%) bevindt zich in de leeftijdsklasse tussen 20 en 40 jaar. Iets minder dan een derde (28,8%) van de respondenten bevindt zich in de leeftijdsklasse tussen 40 en 60 jaar en ongeveer 10% is jonger dan 20 jaar of ouder dan 60.
221
5.2.3
Gezinssituatie: kinderen
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Heeft u kinderen?”
Grafiek 3: gezinssituatie: kinderen
222
Neen
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
538
52,4
52,4
52,4
157
15,3
15,3
67,7
315
30,7
30,7
98,4
16
1,6
1,6
100,0
Ja, ze zijn jonger dan 10 jaar Ja, ze zijn ouder dan 10 jaar Ja, ze zijn jonger en ouder dan 10 jaar Total
1026
100,0
100,0
Tabel 33: gezinssituatie: kinderen
Iets meer dan de helft van de respondenten (52,4%) heeft geen kinderen. 30,7% heeft kinderen ouder dan 10 jaar en 15% van de respondenten heeft kinderen jonger dan 10 jaar. Opmerking: Het percentage van mensen dat zowel kinderen heeft die jonger en ouder zijn dan 10 jaar is niet relevant daar dit cijfer te laag is (slechts 1,6%).
223
5.2.4
Woonomgeving Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Waar woont u?”
Grafiek 4: woonomgeving
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Stadskern
257
25,0
25,0
25,0
Wijk
300
29,2
29,2
54,3
Dorp
300
29,2
29,2
83,5
Platteland
169
16,5
16,5
100,0
Total
1026
100,0
100,0
Tabel 34: woonomgeving
We zien een mooie verdeling tussen de verschillende woonomgevingen. Een derde van de respondenten woont in een wijk, evenals een derde aangeeft in een
224
dorp te wonen. Een op de vier respondenten woont in de stad en het aantal respondenten die op het platteland woont is minder vaak vertegenwoordigd (16,5%).
5.2.5
Contact met niet-opgeruimde uitwerpselen van vreemde honden
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Hoe vaak komt u in contact met niet-opgeruimde uitwerpselen van vreemde honden?”
Grafiek 5: contact met niet-opgeruimde uitwerpselen van vreemde honden
225
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Nooit
91
8,9
8,9
8,9
Maandelijks
281
27,4
27,4
36,3
Wekelijks
363
35,4
35,4
71,6
Dagelijks
291
28,4
28,4
100,0
Total
1026
100,0
100,0
Tabel 35: contact met niet-opgeruimde uitwerpselen van vreemde honden
91% van de respondenten komt maandelijks tot dagelijks in contact met nietopgeruimde uitwerpselen van vreemde honden. Dit is een zeer hoog cijfer en toont duidelijk dat hondenpoep een zeer algemeen voorkomend probleem is.
5.2.6
Hinder van hondenpoep
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Ondervindt u hinder van hondenpoep?”
Grafiek 6: hinder van hondenpoep 226
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Nee
132
12,9
12,9
12,9
Weinig
348
33,9
33,9
46,8
Matig
371
36,2
36,2
82,9
Veel
175
17,1
17,1
100,0
Total
1026
100,0
100,0
Tabel 36: hinder van hondenpoep
Ongeveer 70% van de respondenten geeft aan weinig tot matig hinder te ondervinden van hondenpoep. Slechts 17% geeft aan veel hinder van hondenpoep te ondervinden. Ondanks het feit dat hondenpoep zo’n algemeen voorkomend probleem is, blijkt het overgrote deel van de respondenten er toch niet zodanig veel hinder van te ondervinden.
227
5.2.6.1
Hinder van hondenpoep en leeftijd
Grafiek 7: hinder van hondenpoep en leeftijd
In de leeftijdsgroep van 20 t.e.m. 40 jaar ondervinden bijna een op twee respondenten (49%) matig tot veel hinder van hondenpoep. In de leeftijdsgroep van 41 t.e.m. 60 jaar is dit bijna 59% . Bij de respondenten jonger dan 20 ondervindt 56% matig tot veel hinder van hondenpoep en in de leeftijdgroep ouder dan 60 bedraagt dit percentage 54. Als we het gemiddelde berekenen komen we uit op een 54,5%. Dit houdt in dat meer dan de helft van de respondenten matig tot veel hinder van hondenpoep ondervindt, ongeacht de leeftijd. Opvallend hier is dat niet enkel oudere mensen hinder ondervinden maar ook de jongeren. Gezien de hoge percentages kunnen we dus algemeen besluiten dat de hinder door hondenpoep groot is.
228
5.2.6.2
Hinder van hondenpoep en woonomgeving
Grafiek 8: hinder van hondenpoep en woonomgeving
71% van de respondenten die in een stedelijke omgeving wonen geven aan matig tot veel hinder van hondenpoep te ondervinden. Dit komt overeen met een 182 mensen. Van de 298 respondenten die in een wijk wonen geeft 58% aan matig tot veel hinder te ondervinden van hondenpoep, dit zijn 273 mensen. Voor 43% van de respondenten die in een dorp wonen is hondenpoep een matige tot grote ergernis maar op het platteland ligt dit percentage een stuk lager (34%).
229
5.2.7
Wettelijke bepalingen omtrent de verwijdering van hondenpoep Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Wat met er volgens u wettelijk met hondenpoep gebeuren?”
Grafiek 9: wettelijke bepalingen omtrent de verwijdering van hondenpoep
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
328
32,0
32,0
32,0
96
9,4
9,4
41,3
99
9,6
9,6
51,0
285
27,8
27,8
78,8
45
4,4
4,4
83,1
Geen idee
173
16,9
16,9
100,0
Total
1026
100,0
100,0
Bij het restafval Doorspoelen in het toilet Speciale ophaling Composteren Niets speciaals
Tabel 37: wettelijke bepalingen omtrent de verwijdering van hondenpoep
230
Slechts 32% van de respondenten beantwoorden deze vraag correct en weten dat hondenpoep bij het restafval moet. Wat toch wel verontrustend is, is dat 27,8% van de respondenten aangeeft dat hondenpoep op de composthoop mag. Uitwerpselen van vleeseters, en dus ook hondenpoep, mogen wegens het gevaar van van dier op mens overdraagbare ziektes zeker niet op de composthoop. Deze cijfers tonen duidelijk aan dat het overgrote deel van de respondenten niet op de hoogte is van de wetgeving omtrent hondenpoep.
5.2.8
Mogelijke risico’s verbonden aan het hanteren van hondenpoep
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Zijn er risico’s verbonden aan het hanteren van hondenpoep?”
Grafiek 10: mogelijke risico’s verbonden aan het hanteren van hondenpoep
231
Cumulative Frequency
Percent
Valid Percent
Percent
Nee
126
12,3
12,3
12,3
Ja, beperkte risico's
214
20,9
20,9
33,1
Ja, matige risico's
569
55,5
55,5
88,6
Ja, ernstige risico's
117
11,4
11,4
100,0
Total
1026
100,0
100,0
Tabel 38:mogelijke risico’s verbonden aan het hanteren van hondenpoep
5.2.9
Verontreiniging van het leefmilieu door hondenpoep
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Zorgt hondenpoep voor verontreiniging van het leefmilieu?”
Grafiek 11: verontreiniging van het leefmilieu door hondenpoep
232
Nee
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
177
17,3
17,3
17,3
246
24,0
24,0
41,2
477
46,5
46,5
87,7
126
12,3
12,3
100,0
1026
100,0
100,0
Ja, een beperkte verontreiniging Ja, een matige verontreiniging Ja, een ernstige verontreiniging Total
Tabel 39: verontreiniging van het leefmilieu door hondenpoep
5.2.10
Risico’s voor kinderen ten gevolge van de verontreiniging van het leefmilieu
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Houdt de besmetting van het leefmilieu risico’s in voor kinderen?”
Grafiek 12: risico’s voor kinderenten gevolge van de verontreiniging van het leefmilieu
233
Nee Ja, beperkte risico's Ja, matige risico's Ja, ernstige risico's Total
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
115
11,2
11,2
11,2
181
17,6
17,6
28,8
525
51,2
51,2
80,0
205
20,0
20,0
100,0
1026
100,0
100,0
Tabel 40: risico’s voor kinderenten gevolge van de verontreiniging van het leefmilieu
Ongeveer de helft van de respondenten geeft aan dat het hanteren van hondenpoep matige risico’s inhoudt, dat hondenpoep voor een matige verontreiniging van het leefmilieu zorgt en matige risico’s inhoudt voor kinderen. Een op drie van de respondenten geeft aan dat het hanteren van hondenpoep geen tot beperkte risico’s inhoudt, ook voor kinderen en dat hondenpoep niet of slechts voor een beperkte verontreiniging van het leefmilieu zorgt. Dit is een belangrijke vaststelling, daar de risico’s voor kinderen toch wel enige aandacht verdienen. Kinderen spelen op plaatsen waar soms ook honden komen en dus soms ook hondenpoep te vinden is. Als de hond besmet is met bv. de hondenlintworm, dan komen de eitjes samen met de hondenpoep in de buitenwereld terecht. Wanneer een kind op die plaats op de grond speelt dan kan het zo ook die eitjes binnen krijgen en besmet geraken met de hondenlintworm met dus alle gevolgen van dien. Sensibilisatie hieromtrent is toch wel aangewezen.
234
5.2.11
Maatregelen om die risico’s te beperken Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Neemt u maatregelen om die risico’s te beperken?”
Grafiek 13: maatregelen om die risico’s te beperken
235
Nee
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
150
14,6
14,6
14,6
58
5,7
5,7
20,3
372
36,3
36,3
56,5
407
39,7
39,7
96,2
39
3,8
3,8
100,0
Ja, het kind enkel laten spelen op plaatsen waar geen honden komen Ja, de handen wassen na het spelen Niet van toepassing (geen kinderen) Ja, het kind enkel laten spelen op plaatsen waar geen honden komen en de handen wassen na het spelen Total
1026
100,0
100,0
Tabel 41: maatregelen om die risico’s te beperken
Ongeveer de helft (45,8%) van de respondenten geeft aan toch maatregelen te nemen om die risico’s voor kinderen te beperken. 36,3% laat de kinderen de handen wassen na het spelen, wat het risico op besmetting al een heel stuk verkleint. 5,7% laat kinderen alleen spelen op plaatsen waar geen honden komen. Aangezien dit niet altijd en overal haalbaar is en bovendien de kans op besmetting blijft bestaan, wordt toch de voorkeur gegeven aan het wassen van de handen na
236
het spelen.
5.2.12
Het houden van een of meerdere honden Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Heeft u (een) hond(en)?”
Grafiek 14: het al dan niet houden van honden
Nee Ja Total
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
575
56,0
56,0
56,0
451
44,0
44,0
100,0
1026
100,0
100,0
Tabel 42: het al dan niet houden van honden
44% van de respondenten geeft aan een of meerdere honden te houden.
237
5.2.13
Leef plaats van de hond Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Waar leeft uw hond hoofdzakelijk?”
Grafiek 15: leef plaats van de hond
238
Binnen
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
171
16,7
37,9
37,9
229
22,3
50,8
88,7
17
1,7
3,8
92,5
34
3,3
7,5
100,0
451
44,0
100,0
575
56,0
1026
100,0
Zowel binnen als buiten Buiten in een kennel Buiten in de tuin (hok) Total Missing System Total
Tabel 43: leef plaats van de hond
Het computerprogramma SPSS geeft het getal 575 op als ‘Missing System’. Dit houdt in dat van de 1 026 ondervraagden 451 aangaven wel een of meerdere honden te houden en 575 respondenten niet. Van de 1 026 respondenten hebben er dus 575 deze vraag niet beantwoord (wat overeenkomt met het aantal dat aangegeven had geen hond te houden). Bij 229 van de respondenten leeft de hond zowel binnen als buiten, wat overeenkomt met 50,8%. In slechts 5% van de gevallen leeft de hond buiten. Deze cijfers geven duidelijk aan dat de mens en de hond nauw samenleven met elkaar wat het risico op besmetting natuurlijk vergroot en maatregelen om deze risico’s te beperken noodzakelijk zijn.
239
5.2.14
Verwijdering van de uitwerpselen thuis
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Wat doet u met de uitwerpselen thuis?”
Grafiek 16: verwijdering van de uitwerpselen thuis
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
179
17,4
39,7
39,7
43
4,2
9,5
49,2
127
12,4
28,2
77,4
In de tuin
102
9,9
22,6
100,0
Total
451
44,0
100,0
575
56,0
1026
100,0
Bij het restafval Doorspoelen in het toilet Op de composthoop
Missing System Total
Tabel 44: verwijdering van de uitwerpselen thuis
240
Slechts 39,7% deponeert de hondenpoep bij het restafval, wat wettelijk gezien de enige correcte optie is. Onrustwekkend is dat 28,2% van de respondenten de hondenpoep op de composthoop gooit. Dit is ten zeerste af te raden en mag bovendien niet volgens de wet in verband met ziektes die van dier op mens overdraagbaar zijn. 22,6% van de respondenten laat de hondenpoep gewoon in de tuin liggen wat ook weer het risico op besmettingen vergroot. Sensibilisatie en vooral informeren van zowel honden- als niet-hondenbaasjes is hier zeker aangewezen.
5.2.15
Het bijhebben van een hondenpoepzakje Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Heeft u een hondenpoepzakje bij wanneer u uw hond uitlaat?”
Grafiek 17: het bijhebben van een hondenpoepzakje
241
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Nee
90
8,8
20,0
20,0
Ja
361
35,2
80,0
100,0
Total
451
44,0
100,0
575
56,0
1026
100,0
Missing System Total
Tabel 45: het bijhebben van een hondenpoepzakje
80% van de respondenten heeft altijd een hondenpoepzakje bij wanneer de hond uitgelaten wordt. Slechts 20% heeft dit niet bij. Dit kan te verklaren zijn door het feit dat respondenten die op het platteland wonen de hond dikwijls de behoefte in de graskant laten doen en het dus niet opruimen. Respondenten die in de stad wonen hebben deze mogelijkheid niet en moeten het dus opruimen. Vaak zijn mensen van oordeel dat hondenpoep in de graskant niemand stoort en ze het dus ook niet dienen op te ruimen. Hondenpoep op straat daarentegen vormt een grote ergernis voor iedereen en zal men sneller geneigd zijn op te ruimen.
242
5.2.16
Genoeg afvalbakken
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Vindt u dat er genoeg afvalbakken zijn om de hondenpoep in te gooien?”
Grafiek 18: genoeg afvalbakken
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Nee
377
36,7
83,6
83,6
Ja
74
7,2
16,4
100,0
Total
451
44,0
100,0
575
56,0
1026
100,0
Missing System Total
Tabel 46: genoeg afvalbakken
De overgrote meerderheid van de respondenten (83,6%) vindt dat er niet genoeg afvalbakken zijn om de hondenpoep in te deponeren.
243
5.2.16.1
Genoeg afvalbakken en woonomgeving
Grafiek 19: genoeg afvalbakken en woonomgeving
Gemiddeld genomen vindt 80% van de respondenten dat er te weinig afvalbakken staan om de hondenpoep in te gooien. Bij respondenten die in een wijk wonen loopt dit percentage zelfs op tot 94%.
244
5.2.17
Genoeg hondentoiletten
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Vindt u dat er genoeg hondentoiletten zijn?”
Grafiek 20: genoeg hondentoiletten
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Nee
345
33,6
76,5
76,5
Ja
106
10,3
23,5
100,0
Total
451
44,0
100,0
Missing
575
56,0
1026
100,0
System
Total
Tabel 47: genoeg hondentoiletten
245
5.2.17.1
Genoeg hondentoiletten en woonomgeving
Grafiek 21: genoeg hondentoiletten
Gemiddeld genomen vindt 76% van de respondenten dat er te weinig hondentoiletten zijn. Van respondenten die in een stedelijke omgeving wonen vindt 70% dat er niet genoeg toiletten zijn. M.a.w. een op drie is tevreden met het aantal hondentoiletten in de woonomgeving. De percentages liggen dicht bij elkaar maar een verklaring voor de kleine verschillen kan gezocht worden in het feit dat de meeste voorzieningen voor honden in stedelijk gebied te vinden zijn aangezien daar de meeste overlast door hondenpoep aangetroffen wordt.
246
5.2.18
Gebruik hondentoilet
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Maakt uw hond gebruik van een hondentoilet?”
Grafiek 22: gebruik hondentoilet
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Nooit
392
38,2
86,9
86,9
Ja, 1x/week
34
3,3
7,5
94,5
Ja, 3-4x/week
11
1,1
2,4
96,9
Ja, dagelijks
14
1,4
3,1
100,0
Total
451
44,0
100,0
575
56,0
1026
100,0
Missing System Total
Tabel 48: gebruik hondentoilet
247
Slechts 13% van de respondenten geeft aan dat hun hond wekelijks tot dagelijks gebruik maakt van een hondentoilet. Dit is een heel laag cijfer. Als reden werd door de respondenten o.a. aangegeven dat er gewoonweg geen in de buurt is, de hond er niet graag in gaat, een hondentoilet niet hygiënisch geacht werd, de hond niet geleerd heeft om erin te gaan, …
5.2.19
Hygiëne van hondentoiletten
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Vindt u hondentoiletten hygiënisch?”
Grafiek 23: hygiëne van hondentoiletten
248
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Nee
332
32,4
73,6
73,6
Ja
119
11,6
26,4
100,0
Total
451
44,0
100,0
575
56,0
1026
100,0
Missing System Total
Tabel 49: hygiëne van hondentoiletten
73,6% van de respondenten geeft aan hondentoiletten niet hygiënisch te vinden. Ondanks de grote inspanningen van de meeste stadsbesturen (zoals is gebleken uit de rondvraag) om de hondentoiletten te onderhouden en te reinigen vindt het overgrote deel van de respondenten de toiletten niet hygiënisch. Deze reden wordt als belangrijkste nadeel van hondentoiletten aangegeven.
249
5.2.20
Genoeg hondenweides
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Vindt u dat er genoeg hondenweides zijn?”
Grafiek 24: genoeg hondenweides
84,7% van de respondenten is van mening dat er te weinig hondenweides zijn.
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Nee
382
37,2
84,7
84,7
Ja
69
6,7
15,3
100,0
Total
451
44,0
100,0
575
56,0
1026
100,0
Missing System Total
Tabel 50: genoeg hondenweides
250
5.2.20.1
Genoeg hondenweides en woonomgeving
Grafiek 25: genoeg hondenweides en woonomgeving
Gemiddeld genomen vindt 85% van de respondenten dat er te weinig hondenweides in de buurt zijn, ongeacht of men nu in een stedelijke omgeving, een wijk of een dorp woont. Op het platteland ligt dit percentage iets lager (75%) en heeft te maken met het feit dat het plattenland veel meer uitlaatmogelijkheden biedt waar de hond de poten kan strekken en los kan lopen waardoor er dus minder nood is aan losloopweides. Dit in tegenstelling tot stedelijke gebieden waar hondenweides vaak de enige uitlaatmogelijkheden zijn.
251
5.2.21
Gebruik hondenweides
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Maakt uw hond gebruik van een hondenweide?”
Grafiek 26: gebruik hondenweides
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Nooit
383
37,3
84,9
84,9
Ja, 1x/week
41
4,0
9,1
94,0
Ja, 3-4x/week
12
1,2
2,7
96,7
Ja, dagelijks
15
1,5
3,3
100,0
Total
451
44,0
100,0
575
56,0
1026
100,0
Missing System Total
Tabel 51: gebruik hondenweides
252
Slechts 15% van de respondenten geeft aan dat hun hond wekelijks tot dagelijks gebruik maakt van een hondenweide. Ook hier kan de verklaring te vinden zijn in het feit dat er geen hondenweide in de buurt is of dat de respondent op het platteland woont waar er meer uitlaatmogelijkheden zijn en er dus geen nood is aan een hondenweide.
5.2.21.1
Gebruik hondenweides en woonomgeving
Grafiek 27: gebruik hondenweides en woonomgeving
Gemiddeld genomen maakt 85% van de honden nooit gebruik van een hondenweide. De verschillen in percentages tussen de verschillende woonomgevingen zijn heel klein en dezelfde als hierboven vermeld kan gegeven worden.
253
5.2.22
Frequentie van ontworming
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld: “Hoe vaak worden uw honden ontwormd?”
Grafiek 28: frequentie van ontworming
Niet 1-2 keer per jaar 3 keer of meer per jaar Total Missing System Total
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
45
4,4
10,0
10,0
323
31,5
71,6
81,6
83
8,1
18,4
100,0
451
44,0
100,0
575
56,0
1026
100,0
Tabel 52: frequentie van ontworming
254
90% van de respondenten geeft aan de hond regelmatig (1-3 keer per jaar) te ontwormen. Dit is een bemoedigend cijfer en een positief besluit aangezien het risico op besmetting verkleint naarmate de hond regelmatiger ontwormd wordt.
5.3
Conclusie Uit deze enquête komen een aantal belangrijke zaken naar voren. Hieronder volgt een overzicht.
Een eerste punt is dat ondanks het feit dat 90% van de respondenten maandelijks tot zelfs dagelijks met niet-opgeruimde uitwerpselen van vreemde honden in contact komt, slechts de helft (53%) hier matig tot veel hinder van ondervindt. Of hondenpoep al dan niet als overlast ervaren wordt hangt nauw samen met de algemene beleving van hondenpoep of zwerfvuil in ruimere zin. Zo zal een smalle, donkere straat vlug als ‘vuil’ bestempeld worden ook al ligt er weinig hondenpoep/zwerfvuil. Om dezelfde reden zullen rokers sigarettenpeuken op straat minder vaak als storend ervaren in vergelijking met niet-rokers. Of er ook een verschil in beleving van overlast door hondenpoep tussen hondeneigenaars en niet-hondeneigenaars bestaat, is nog niet duidelijk. Verder onderzoek (m.b.v. enquêtes en bevragingen) kan hier misschien klaarte brengen. In dit onderzoek werd niet dieper ingegaan op de soort hinder van hondenpoep. Voor de meesten is dit natuurlijk het trappen in een hondendrol. Sommigen zijn van mening dat hondenpoep eerder voor een verloedering van het straatbeeld zorgt. Anderen daarentegen vinden dan weer dat die vieze bruine hoopjes een haard van bacteriën zijn en een vermindering van de algemene hygiëne op straat tot gevolg hebben. Mama’s en papa’s ervaren hondenpoep waarschijnlijk voornamelijk als hinderlijk voor kinderen bij het spelen. En zo zijn er nog talrijke andere voorbeelden. Om hier een beter zicht op te krijgen is verder onderzoek aangewezen.
Vervolgens werd bevraagd of men op de hoogte is van de wettelijke bepalingen omtrent hondenpoep. Op deze vraag antwoordden slechts een op drie respondenten (32%) dat hondenpoep bij het restafval hoort. 28% daarentegen geeft aan dat hondenpoep op de composthoop mag. Bijna een op vijf respondenten (17%) heeft geen idee wat er wettelijk met hondenpoep moet
255
gebeuren. M.a.w. praktisch de helft van de ondervraagden is niet of verkeerdelijk op de hoogte van de wettelijke bepalingen omtrent hondenpoep. Gezien het gevaar voor besmettingen van van dier op mens overdraagbare ziektes, is sensibilisatie hieromtrent zeker aangewezen. Mensen staan nog te weinig stil bij de mogelijke gevaren van hondenpoep, in het bijzonder naar kinderen toe, en waarom het belangrijk is dat de drollen op een correcte manier uit onze leefomgeving verwijderd worden. Het overgrote deel van het beschikbare informatie- en sensibilisatiemateriaal van de gemeenten bevat te weinig (sommigen zelfs geen) informatie over het zoönotische aspect van hondenpoep. Hier is duidelijk ruimte voor verbetering naar de toekomst toe.
In dit onderzoek werd niet gepeild naar de mate waarvan de mensen op de hoogte zijn van het hondenpoepbeleid in hun gemeente. In een vervolgonderzoek zou dit aspect aan bod kunnen komen alsook welke kanalen hiervoor het meest aangewend worden. Zo zou een overzicht verkregen worden van welke kanalen het meest efficiënt zijn voor het communiceren van het gemeentelelijk hondenpoepbeleid naar de inwoners.
30 tot 40% van de respondenten geeft aan dat het hanteren van hondenpoep beperkte of zelfs geen risico’s inhoudt, dat hondenpoep geen of slechts een beperkte verontreiniging van het leefmilieu met zich meebrengt en geen tot beperkte risico’s voor kinderen inhoudt. Dit is een redelijk hoog percentage en verdient toch de nodige aandacht gezien bepaalde ziektes die overdraagbaar zijn van hond op mens gevaarlijk kunnen zijn voor de mens. Denken we hierbij maar aan de honden- en vossenlintworm waarbij voornamelijk bij de laatste variant alle onbehandelde gevallen fataal aflopen bij de mens. De eitjes van deze wormen komen samen met de hondenpoep in de omgeving terecht. Het niet opruimen van hondenpoep zorgt dus voor een langdurige, onzichtbare besmetting van het leefmilieu. Ook al is de hondenpoep verdwenen, toch blijft de besmetting nog een tijdje bestaan. Sensibilisatie hieromtrent is aangewezen.
Op de vraag wat de respondenten thuis met de hondenpoep doen antwoordde 28% de uitwerpselen op de composthoop te gooien. Dit is niet wettelijk en bovendien ten zeerste afgeraden gezien het zoönotische aspect zoals eerder vermeld. 256
23% laat de hondenpoep gewoon in de tuin liggen. Ook dit is geen goede methode aangezien het toch verscheidene weken (tot 10!) duurt vooraleer de hondenpoep afgebroken is. Daardoor blijft de onzichtbare besmetting ook voortduren. Een van de doelen van dit project was het zoeken naar alternatieve manieren om hondenpoep te verwerken. Zo werd bij wijze van pilootproject een Pet Waste Disposal System, een Doggie Dooley, op een zevental plaatsen in Roeselare en Ieper geïnstalleerd en geëvalueerd. De Doggie Dooley werkt als een mini septische put waarin de hondenpoep op een milieuvriendelijke manier afgebroken wordt. Gezien de beperkte capaciteit is de Doggie Dooley (voorlopig nog) enkel geschikt voor particulier gebruik. Algemeen werd dit systeem positief beoordeeld en zou een geschikte oplossing kunnen zijn voor hondenpoep in de tuin. Op deze manier worden de drollen opgeruimd en de risico’s voor eventuele besmettingen beperkt.
Tenslotte werd gepeild naar de mening over de hygiëne van hondentoiletten. Maar liefst 74% van de respondenten acht deze toiletten onhygiënisch. 87% geeft aan ook nooit gebruik te maken van een hondentoilet. Ondanks de grote inspanningen van de gemeenten inzake de reiniging en ontsmetting van deze toiletten krijgt deze voorziening een negatieve beoordeling. Uit de rondvraag bij de gemeenten kwam ook algemeen naar voren dat de plaatsing, het onderhoud en de reiniging van een hondentoilet redelijk wat kosten met zich meebrengt. Kort samengevat kunnen we besluiten dat een hondentoilet toch niet het gewenste resultaat geeft. In Nederland wordt sinds enkele jaren het Gepp hondentoilet gebruikt en zou hier een goed alternatief kunnen bieden. Dit toilet heeft een grote opslagcapaciteit onder de grond waardoor deze, in tegenstelling tot het “klassieke hondentoilet” slechts 1-2x/jaar geleegd dient te worden. Bovendien kan het toilet aangesloten worden op de riolering. De Nederlandse gemeenten die hier al mee werken zijn er tevreden over. Verder onderzoek in België is zeker aangewezen.
257
Algemeen kunnen we dus besluiten dat verder onderzoek aangewezen is over de volgende zaken:
- het verschil in beleving van hondenpoepoverlast tussen honden- en niethondeneigenaars;
- in welke mate de inwoners op de hoogte zijn van het hondenpoepbeleid in hun gemeente en welke kanalen hiervoor aangewend worden; - de introductie, installatie en opvolging van de Doggie Dooley bij particulieren; - de introductie, installatie en evaluatie van het Gepp hondentoilet in Belgische gemeenten. Ook verdere sensibilisatie van de hondeneigenaars over de mogelijke risico’s van het niet opruimen van hondenpoep, voornamelijk voor kinderen en het correct verwijderen van hondenpoep is aangewezen.
In Nederland zijn al verschillende onderzoeken gevoerd over verscheidene aspecten van deze problematiek. Zo zal binnenkort een onderzoek gestart worden over het gedrag van hondenbezitters. Zo’n onderzoek zou ook in België nuttig kunnen zijn waarbij volgende zaken bevraagd kunnen worden:
- of de hondenpoep al dan niet opgeruimd wordt;
- redenen voor het niet opruimen (niemand heeft er last van, onvoldoende voorzieningen, ik betaal toch hondenbelasting, …) Zo zal een beter zicht verkregen worden op de redenen waarom hondenbaasjes de hondenpoep niet opruimen. Maar belangrijker nog of deze groep niet-opruimers nog te beïnvloeden is en op welke manier; - wanneer de hond voornamelijk uitgelaten wordt (’s morgens, ’s avonds, …); - het aantal keer per dag dat de hond uitgelaten wordt; - op welke manier de hondenpoep opgeruimd wordt (schepje, zakje, …);
258
- of de hond aangelijnd is tijdens het uitlaten; - waar de hond uitgelaten wordt (op straat, in een losloopweide, op een speelplein, in een park, …); - redenen voor het niet gebruiken van een hondentoilet (niet hygiënisch, te ver, de hond wil er niet in, …) - redenen voor het niet gebruiken van een hondenlosloopweide.
259
6
Folder en stripverhaal
6.1
Folder Het doel van de folder is om het grote publiek in te lichten over de wetgeving omtrent hondenpoep en de mogelijke gevaren ervan naar gezondheid toe. Een eerste ontwerp is reeds klaar (ontworpen door 2 laatstejaarsstudenten dierenzorg).
6.1.1
Doelgroep
- kinderen, tieners en volwassenen - zowel honden- als niet-hondeneigenaars
6.1.2
Geselecteerde informatie voor de folder
- algemene info omtrent honden in België - bondige info omtrent de wetgeving - mogelijke risico’s naar gezondheid toe - tips - sensibilisatie omtrent het opruimen van hondenpoep
6.1.3
Ontwerp
Volgens OVAM huisstijl.
6.1.4
Freddy
Freddy is de mascotte geworden voor deze folder en kreeg het uiterlijk van een stoere skater. Op die manier wordt de flyer aantrekkelijk voor jong en oud en wordt de aandacht gefocust op de hondenpoepproblematiek.
260
Freddy kreeg een aantal attributen die hem een jong en sportief imago geven: - het skateboard met de zin 'No shit on the floor'; - een T-shirt met hierop een verbodsbord voor hondenpoep; - een blauw sjaaltje; - een armband met pinnen rond om pols.
De folder wordt ingeleid met een klein stripverhaal waarin te zien is hoe Freddy tijdens het skaten in een hondendrol terecht komt (iets wat herkenbaar is). Het is niet de eerste keer dat Freddy dit tegenkomt en hij is het dan ook beu, vandaar ook de titel “Freddy is het beu!” (zie bijlage 5)
261
6.2
Stripverhaal Het stripverhaal werd vorig jaar door twee laatstejaarsstudenten dierenzorg ontworpen. (zie bijlage 6) Het stripverhaal benadrukt de mogelijke risico’s van hondenpoep en het belang van ontwormen.
6.3
Folder voor de OVAM
6.3.1
Inhoud
Voor de sensibilisatie van de hondeneigenaars omtrent het gevaar van zoönosen en vooral de preventie ervan werd een folder ontwikkeld. Hieronder wordt kort in het kader de inhoud ervan weergegeven.
Voorkomen is beter dan genezen!
Dit eeuwenoude adagium bevat nog steeds veel waarheid. Mits enkele eenvoudige maatregelen kan u veel ellende voorkomen. De meeste ziektes worden via de handen overgedragen van mens op mens maar ook van dier op mens. Mensen die regelmatig de handen wassen worden minder vaak ziek dan mensen die dit niet doen. Onderstaande eenvoudige maar belangrijke hygiënische maatregelen helpen om de overdacht van ziektes afkomstig van huisdieren tegen te gaan…:
- was dagelijks meerdere malen de handen; - laat kinderen niet spelen in openbare parken en zandbakken waar honden los lopen; - ontworm uw hond minstens twee maal per jaar; - raadpleeg eenmaal per jaar uw dierenarts voor een gezondheidsonderzoek en vaccinatie van uw hond; - vermijd rauw voedsel voor uw huisdier;
262
- laat nooit hondenpoep liggen! Ruim hondenpoep altijd onmiddellijk op, ook in de tuin; - hondenpoep hoort niet thuis in de compostbak.
Geef wormen geen kans!
Door uw hond regelmatig te ontwormen houdt u niet enkel uw hond in goede conditie maar vermindert u ook sterk de overlevingskansen van heel wat voor de mens gevaarlijke parasieten. Een geschikt ontwormingsschema ziet er als volgt uit: ontworm op de leeftijd van 2, 4, 6 en 8 weken, vervolgens maandelijks tot een leeftijd van 6 maanden en tenslotte halfjaarlijks voor de rest van uw hond zijn leven. Jonge honden zijn vaker besmet met allerlei parasieten en dienen dus frequenter ontwormd te worden. Het is niet omdat uw hond er gezond uit ziet dat hij niet besmet is met maagdarmparasieten. Sommige parasieten zoals Giardia, een eencellig diertje, zijn niet zichtbaar in de stoelgang van uw huisdier maar dit maakt ze niet minder gevaarlijk, integendeel. Voor gezinnen met kinderen verdient het ook de aanbeveling om de stoelgang van uw hond te laten controleren door uw dierenarts op gevaarlijke parasieten.
Wat te doen met stoelgang afkomstig van uw huisdier?
Stoelgang afkomstig van huisdieren dient u te verwijderen via het restafval. Stoelgang van huisdieren hoort niet thuis bij GFT of compost. Hondenpoep mag ook niet gebruikt worden als mest in landbouwgebied. In veel gemeenten is het verplicht om een opruimzakje bij te hebben wanneer u een hond uitlaat. Het laten liggen van hondenpoep kan u een fikse boete opleveren (tot € 250). Voor mensen met een tuin bestaan er hondenpoepcontainertjes. Dit zijn emmertjes met een deksel die in de grond kunnen worden ingegraven. Door het regelmatig toevoegen van water en bijkomende enzymen zal de stoelgang geleidelijk afgebroken worden. Dit kan, mits correct gebruik, een ecologisch alternatief zijn voor mensen die de hoeveelheid restafval willen verminderen.
263
Wist u dat…? …er meer dan 1 miljoen honden zijn in België! …er meer dan 1.5 miljoen huiskatten zijn in België! …er dagelijks meer dan 250.000kg hondenpoep ‘geproduceerd’ wordt in Vlaanderen! …men in hondenpoep meer dan 1000 soorten virussen aantreft! …1 gram hondenpoep meer dan 1.000.000.000 bacteriën bevat! …handen wassen één van de meest effectieve methoden is om verspreiding van ziekten tegen te gaan! … het verboden is hondenpoep op de compostbak of bij het GFT te gooien! …het mogelijk is om energie te winnen uit hondenpoep door middel van een vergister!
264
Lijst met tabellen
Figuur 1: Rakker, de hondenpoepmascotte van Hasselt ....................................... 31 Figuur 2: bord dat hondentoilet aanduidt in Gent ................................................... 35 Figuur 3: bord dat losloopweide aanduidt in Gent .................................................. 37 Figuur 4: gebodsbord aanlijnplicht ......................................................................... 37 Figuur 5: verbodsbord voor honden ....................................................................... 38 Figuur 6: hondenpoepbuis in Blankenberge ........................................................... 47 Figuur 7: hondenpoepquad in Blankenberge ......................................................... 48 Figuur 8: hondenlosloopweide in Blankenberge .................................................... 49 Figuur 9: glutton in Blankenberge .......................................................................... 51 Figuur 10: hondentoilet in Blankenberge ................................................................ 52 Figuur 11: ‘de hondenpoepbrigade’ ........................................................................ 53 Figuur 12: banners gebruikt in Roeselare .............................................................. 83 Figuur 13: hondentoilet in Blankenberge ................................................................ 84 Figuur 14: losloopweide in Oostende ..................................................................... 86 Figuur 15: hondenpretpark in Oostende ................................................................. 87 Figuur 16: bord hondenpretpark Oostende ............................................................ 88 Figuur 17: hondenpoepafvalbak in Heusden-Zolder .............................................. 91 Figuur 18, Rakker, de hondenpoepmascotte van Hasselt ..................................... 92 Figuur 19: Baltazaar, de hondenpoepmascotte van Oostende .............................. 92 Figuur 20: schoonmaakactie in gent ...................................................................... 94 Figuur 21: verbodsbord in Heusden-Zolder ............................................................ 95 Figuur 22: verbodsborden in Knokke-Heist ............................................................ 96 Figuur 23: hondenpoepvlagjes in Roeselare ........................................................ 101 Figuur 24: uniform van gemeenschapswacht....................................................... 115 Figuur 25: armband GAS-ambtenaar ................................................................... 115 Figuur 26: opruimen van hondenpoep ................................................................. 123 Figuur 27: openen van Gepp ................................................................................ 123 Figuur 28: sluitsysteem Gepp ............................................................................... 123 Figuur 29: kolkenzuiger ........................................................................................ 124 Figuur 30: losloopweide in Mechelen ................................................................... 127 Figuur 31: losloopweide in Oostende ................................................................... 128 Figuur 32: verschillende hondenpoepafvalbakken ............................................... 137 Figuur 33: sticker voor aanduiding hondenpoepafvalbak ..................................... 138 Figuur 34: hondenverbodsborden in Nederland ................................................... 140 Figuur 35: het ‘ideale’ hondenverbodsbord .......................................................... 141 265
Figuur 36: Doggie Dooley 3 000 ........................................................................... 189 Figuur 37: Doggie Dooley 2 000 ........................................................................... 190 Figuur 38: Doggie Dooley 3 800 ........................................................................... 191 Figuur 39: Doggie Dooley 3 500 ........................................................................... 191 Figuur 40: particulier Rumbeke ............................................................................ 194 Figuur 41: Doggie Dooley in grond gezakt ........................................................... 195 Figuur 42: Blauw Kruis Roeselare ........................................................................ 195 Figuur 43: Blauw Kruis Brugge ............................................................................. 196 Figuur 44: Blauw Kruis Ieper ................................................................................ 197 Figuur 45: slechte doorlaatbaarheid bodem ......................................................... 197 Figuur 46: hondenkweker Vlamertinge ................................................................. 198 Figuur 47: slechte verteerbaarheid ....................................................................... 199 Figuur 48: stil gevallen Doggie Dooley ................................................................. 200 Figuur 49: voorzitter Blauw Kruis Ieper ................................................................ 200 Figuur 50: VABI Roeselare ................................................................................... 201 Figuur 51: evolutie Doggie Dooley ....................................................................... 202 Figuur 52: evolutie Doggie Dooley ....................................................................... 203 Figuur 53: evolutie Doggie Dooley ....................................................................... 204 Figuur 54: evolutie Doggie Dooley ....................................................................... 205 Figuur 55: evolutie Doggie Dooley (met overloopgat) .......................................... 206
266
Lijst met figuren
Tabel 1: overzicht top-3 overlastfenomenen per gemeente die GAS toepast ....... 23 Tabel 2: voor- en nadelen hondenpoepbuizen ....................................................... 89 Tabel 3: overzicht GAS-ambtenaren .................................................................... 102 Tabel 4: overzicht gemeentelijke regelgeving ...................................................... 105 Tabel 5: overzicht info- en sensibilisatiemateriaal ................................................ 111 Tabel 6: overzicht handhavers ............................................................................. 113 Tabel 7: overzicht dispensers met hondenpoepzakjes ........................................ 116 Tabel 8: overzicht hondentoiletten ....................................................................... 119 Tabel 9: vergelijking gewone afvalbak – ondergrondse container ....................... 125 Tabel 10: overzicht hondenlosloopweide ............................................................. 127 Tabel 11: voor- en nadelen van hondenpoepbuizen ............................................ 133 Tabel 12: overzicht hondenpoepmotor ................................................................. 134 Tabel 13: overzicht hondenpoepafvalbakken ....................................................... 135 Tabel 14: overzicht hondenpoepmascotte ........................................................... 138 Tabel 15: overzicht borden betreffende honden en hondenpoep ........................ 139 Tabel 16: sancties voor het niet opruimen van hondenpoep ............................... 142 Tabel 17: invloed temperatuur op verteringsproces ............................................. 203 Tabel 18: invloed temperatuur op verteringsproces ............................................. 203 Tabel 19: invloed temperatuur op verteringsproces ............................................. 204 Tabel 20: invloed temperatuur op verteringsproces ............................................. 205 Tabel 21: invloed temperatuur op verteringsproces ............................................. 206 Tabel 22: evaluatie geuroverlast .......................................................................... 208 Tabel 23: evaluatie arbeidsintensief ..................................................................... 208 Tabel 24: evaluatie waterverbuik .......................................................................... 209 Tabel 25: evaluatie gebruiksvriendelijkheid .......................................................... 210 Tabel 26: evaluatie installatie ............................................................................... 210 Tabel 27: evaluatie invloed van temperatuur ....................................................... 211 Tabel 28: evaluatie kwaliteit materiaal ................................................................. 212 Tabel 29: evaluatie handleiding ............................................................................ 212 Tabel 30: algemene beoordeling .......................................................................... 213 Tabel 31: geslacht ................................................................................................ 219 Tabel 32: leeftijdsverdeling ................................................................................... 221 Tabel 33: gezinssituatie: kinderen ........................................................................ 223 Tabel 34: woonomgeving ..................................................................................... 224 Tabel 35: contact met niet-opgeruimde uitwerpselen van vreemde honden ....... 226 267
Bibliografie
- Wang X, Cui Z, Wang H, Tang L, Yang J, Gu L, Jin D, Luo L, Qiu H, Xiao Y, Xiong H, Kan B, Xu J, Jing H. Pathogenic strains of Yersinia enterocolitica isolated from domestic dogs (Canis familiaris) belonging to farmers are of the same subtype as pathogenic Y. enterocolitica strains isolated from humans and may be a source of human infection in Jiangsu Province, China. J Clin Microbiol. 2010 May;48(5):1604-10. - Georg Kapperud. Yersinia enterocolitica in food hygiene. International Journal of Food Microbiology Volume 12, Issue 1, January 1991, Pages 53-65. - H Fukushima, R Nakamura, S Iitsuka, M Tsubokura, K Otsuki, and Y Kawaoka. Prospective systematic study of Yersinia spp. in dog. J Clin Microbiol. 1984 May; 19(5): 616–622. - Brenda P. Murphy, Niall Drummond, Tamara Ringwood, Edmund O'Sullivan, James F. Buckley, Paul Whyte, Mike B. Prentice, Séamus Fanning. First report: Yersinia enterocolitica recovered from canine tonsils. Veterinary Microbiology, june 2010. - Hiroshi Fukushima et al. Cat-contaminated environmental substances lead to Yersinia pseudotuberculosis infection in children. Journal of Clinical Microbiology, dec 1989, p. 2706-2709. - Casteleyn C. et al 2006, Antibioticaresistentie in Escherichia coli bij landbouwhuisdieren, hazen, septisch materiaal en oppervlaktewater in Vlaanderen. Vlaams Diergeneeskundig tijdschrift, 75, p. 23-30. - De Craeye S., Francart A., Chabauty J., Van Gucht S., Jongert E., 2008. Toxoplasmosis in Belgian pet cats: recommendations for owners. Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 77, p. 325-330. - P.A.M. Overgaauw en E. Claerebout. Parasieten bij hond en kat. Haarlem 2002. - Simona De Grazia, Vito Martella, Giovanni M. Giammanco, Miren Iturriza Gòmara, Stefania Ramirez, Antonio Cascio, Claudia Colomba, Serenella Arista. Canine-Origin G3P[3] Rotavirus Strain in Child with Acute Gastroenteritis. Emerging Infectious Diseases, volume 13, number 7, july 2007.
268
- Laird AR, Ibarra V, Ruiz-Palacios G, Guerrero ML, Glass RI, Gentsch JR. Unexpected detection of animal VP7 genes among common rotavirus strains isolated from children in Mexico. J Clin Microbiol, 2003;41:4400–3 - Khamrin P, Maneekarn N, Peerakome S, Yagyu F, Okitsu S, Ushijima H. Molecular characterization of a rare G3P[3] human rotavirus reassortant strain reveals evidence for multiple human-animal interspecies transmissions. J Med Virol, 2006;78:986–94 - Tsuneo FUKATA, Fumiko NAITO, Naoko YOSHIDA, Tsuyoshi YAMAGUCHI, Yoshihiro MIZUMURA and Katsuya HIRA. Incidence of Salmonella Infection in Healthy Dogs in Gifu Prefecture, Japan. Journal of Veterinary Medical science, Vol. 64 (2002) , No. 11 pp.1079-1080. - Ulrich Schotte, Dorit Borchers, Christiane Wulff and Lutz Geue. Salmonella Montevideo outbreak in military kennel dogs caused by contaminated commercial feed, which was only recognized through monitoring. Veterinary Microbiology, volume 119, issues 2-4, 31 January 2007, Pages 316-323.
- LeJeune JT, Hancock DD. Public health concerns associated with feeding raw meat diets to dogs. J Am Vet Med Assoc. 2001 Nov 1;219(9):1222-5.
- Yoshiuchi R, Matsubayashi M, Kimata I, Furuya M, Tana H, Sasai K. Survey and molecular characterization of Cryptosporidium and Giardia spp. in owned companion animal, dogs and cats, in Japan. Vet Parasitol. 2010 Sep 15.
- Loohuis AO, van Knapen F, Langelaar M. Transmissible diseases: 'One health'--attitude unites human and veterinary medicine. Tijdschr Diergeneeskd. 2010 Jul 15-Aug 1;135(14-15):574-6. - Behravesh CB, Ferraro A, Deasy M 3rd, Dato V, Moll M, Sandt C, Rea NK, Rickert R, Marriott C, Warren K, Urdaneta V, Salehi E, Villamil E, Ayers T, Hoekstra RM, Austin JL, Ostroff S, Williams IT; Salmonella Schwarzengrund Outbreak Investigation Team. Human Salmonella infections linked to contaminated dry dog and cat food, 2006-2008. Pediatrics, 2010 Sep;126(3):477-83. Epub 2010 Aug 9. - Lima AM, Alves LC, Faustino MA, Lira NM. Perception of the zoonosis and responsible pet care by the parents from public schools kindergarten located at metropolitan region of Recife, northeast of Brazil. Cien Saude Colet, 2010 Jun;15 Suppl 1:1457-64.
269
- Himsworth CG, Jenkins E, Hill JE, Nsungu M, Ndao M, Andrew Thompson RC, Covacin C, Ash A, Wagner BA, McConnell A, Leighton FA, Skinner S . Emergence
of sylvatic Echinococcus granulosus as a parasitic zoonosis of public health concern in an indigenous community in Canada. Am J Trop Med Hyg. 2010 Apr;82(4):643-5.
- Ballweber LR, Xiao L, Bowman DD, Kahn G, Cama VA. Giardiasis in dogs and cats: update on epidemiology and public health significance. Trends Parasitol. 2010 Apr;26(4):180-9. Epub 2010 Mar 2. - Morato EP, Leomil L, Beutin L, Krause G, Moura RA, Pestana de Castro AF. Domestic cats constitute a natural reservoir of human enteropathogenic Escherichia coli types. Zoonoses Public Health, 2009 Jun;56(5):229-37. - Bagcigil, A. F., S. Ikiz, B. Dokuzeylu, B. Basaran, E. Or, and N. Y. Ozgur, 2007: Fecal shedding of Salmonella spp. in dogs. J. Vet. Med. Sci. 69, 775– 777. - Cantor, G. H., S. Nelson, J. A. Vanek, J. F. Evermann, I. S. Eriks, R. J. Basaraba, and T. E. Besser, 1997: Salmonella shedding in racing sled dogs. J. Vet. Diagn. Invest. 9, 447–448.
- Goffaux, F., B. China, B. Janssen, and J. Mainil, 2000: Genotypic characterization of enteropathogenic Escherichia coli (EPEC) isolated in Belgium from dogs and cats. Res. Microbiol. 15, 865–871. - Kapperud, G., E. Skjerve, N. H. Bean, S. M. Ostroff, and J. Lassen, 1992: Risk factors for sporadic Campylobacter infections: results of a case-control study in southeastern Norway. J. Clin. Microbiol. 30, 3117–3121. - Krause, G., S. Zimmermann, and L. Beutin, 2005: Investigation of domestic animals and pet as a reservoir for intimin- (eae) gene positive Escherichia coli types. Vet. Microbiol. 106, 87–95. - Nakazato, G., C. Gyles, K. Ziebell, R. Keller, L. R. Trabulsi, T. A. Gomes, K. Irino, W. D. Da Silveira, and A. F. Pestana de Castro, 2004: Attaching and effacing Escherichia coli isolated from dogs in Brazil: characteristics and serotypic relationship to human enteropathogenic E. coli (EPEC). Vet. Microbiol. 101, 269– 277.
- Leonard EK, Pearl DL, Finley RL, Janecko N, Peregrine AS, Reid-Smith RJ, Weese JS. Evaluation of Pet-Related Management Factors and the Risk of Salmonella spp. Carriage in Pet Dogs from Volunteer Households in Ontario (2005-2006). Zoonoses Public Health, 2010 Feb 16.
270
- Haridy FM, Holw SA, Hassan AA, Morsy TA. Cystic hydatidosis: a zoonotic silent health problem. J Egypt Soc Parasitol. 2008 Aug;38(2):635-44. - Fenwick SG, Madie P, Wilks CR. Duration of carriage and transmission of Yersinia enterocolitica biotype 4, serotype 0:3 in dogs. Epidemiol Infect, 1994 Dec;113(3):471-7. - Johnson JR, Stell AL, Delavari P. Canine feces as a reservoir of extraintestinal Escherichia coli. Infect Immunology 2001 Mar;69(3):130614. - John Croese, Alex Loukas, Joan Opdebeeck, Stephen Fairley and Paul Prociv. Human enteric infection with canine hookworms. March 1, 1994 vol. 120 no. 5 369-374.
- Overgaauw, Paulus Arnoldus Maria; Zutphen, Linda van; Hoek, Denise; Yaya, F.O.; Roelfsema, Jeroen; Pinelli, Elena; Knapen, F. van; Kortbeek, L.M. Zoonotic parasites in fecal samples and fur from dogs and cats in The Netherlands. Veterinary parasitology, Volume: 163, Issue: 1-2 (2009), (pp. 115-122). - Kortbeek LM. Toxoplasmosis in the Netherlands. Ned Tijdschr Klin Chem (1999); 24: (65-70). - Sciammarella, J. (2002). Toxoplasmosis. Retrieved September 28, 2005. - Peter Damborg, Katharina E. P. Olsen, Eva Møller Nielsen, and Luca Guardabassi. Occurrence of Campylobacter jejuni in Pets Living with Human Patients Infected with C. jejuni. J Clin Microbiol. (2004) March; 42(3): (1363–1364). - Perception Consultancy (2007). Hondenbeleid in Nederland. Groningen. - Arisa Mandarino-Pereira, Fábio Silva de Souza, Carlos Wilson G. Lopes and Maria Julia S. Pereira. Prevalence of parasites in soil and dog feces according to diagnostic tests. Veterinary Parasitology, Volume 170, Issues 1-2, 28 May 2010, Pages 176-181. - Robertson ID and R.C. Thompson, Enteric parasitic zoonoses of domesticated dogs and cats, Microbes Infect. 4 (2002), pp. 867–873. - Blaser Martin, Bradley W. Powers, James Cravens and W. L. Wang. Campylobacter enteritis associated with canine infection. The Lancet, volume 312, Issue 8097, 4 November 1978, Pages 979-981. - Doyle MP and Roman DJ. Recovery of Campylobacter jejuni and Campylobacter coli from inoculated foods by selective enrichment. Appl Environ Microbiol. 1982 June; 43(6): 1343-1353. 271
- Damborg Peter, Katharina E. P. Olsen, Eva Møller Nielsen, and Luca Guardabassi. Occurrence of Campylobacter jejuni in Pets Living with Human Patients Infected with C. jejuni. Clin Microbiol. 2004 March; 42(3): 1363–1364. - Neimann J., J. Engberg, K. Mølbak, and H. C. WegenerA case-control study of risk factors for sporadic campylobacter infections in Denmark. Epidemiol Infect. 2003 June; 130(3): 353–366. - Rubel D, Wisnivesky C. Magnitude and distribution of fecal contamination and helminth eggs in two areas of different urban structure, Greater Buenos Aires, Argentina. Vet Parasitol. 2005 Nov 5;133(4):339-47 - Avcioglu H, Balkaya I. The relationship of public park accessibility to dogs to the presence of Toxocara species ova in the soil. Vector Borne Zoonotic Dis. 2010 Jun 23. - Weese JS, Finley R, Reid-Smith RR, Janecko N, Rousseau J. Evaluation of Clostridium difficile in dogs and in the household enviroment. Epidemiol Infect. 2010 Aug;138(8):1100-4. Epub 2009 Dec 2. Coinfection
of
Enteric Helicobacter spp. and Campylobacter spp. in Cats J. Clin. Microbiol. (2001) 39(6): 2166-2172 EPIDEMIOLOGY OF CAMPYLOBACTER JEJUNI INFECTIONS
epidemologic reviews
272
Bijlage 1 Contact VLM Dag Lies In het Mestdecreet staat niks over hondenpoep. Ik stel voor dat je eens informeert bij de gemeente. Daar hebben ze mogelijk wel regels i.v.m. hondenpoep. Met vriendelijke groeten, Rebekka Veeckman Webredactrice
Vlaamse Landmaatschappij - www.vlm.be -
[email protected] - Tel. 02/543.72.00 maatschappelijke zetel: Gulden-Vlieslaan 72, 1060 Brussel - VLM disclaimer -------------------------------------------------------------------------------Neem eens een kijkje op onze website www.vlm.be
Vlaamse Landmaatschappij Juridische informatie & e-mail disclaimer: 1. Juridische vermeldingen
Vlaamse Landmaatschappij, NV burgerlijke vennootschap met handelsvorm, Gulden Vlieslaan 72, 1060 Brussel, 0236.506.685, RPR Brussel
2. Disclaimer, Privacy en gebruiksvoorwaarden van de site:
http://www.vlm.be/algemeen/siteoverzicht/Pages/wettelijke.aspx
__________ Information from ESET NOD32 Antivirus, version of virus signature database 4874 (20100217) __________
The message was checked by ESET NOD32 Antivirus.
http://www.eset.com
273
Contact Europese commissie -------------------------------------------------Date: Tuesday, 23/02/2010 10:23:44 From: "Lies Depuydt"
Subject: [Case_ID: 246927 / 7639718] wetgeving omtrent dierlijke mest -------------------------------------------------Geachte, Met het Expertisecentrum Dier-en-zorg van de KATHO in Roeselare zijn we op dit moment bezig met een project omtrent de hondenpoepproblematiek. Dit project wordt gefinancierd door OVAM. Een van de doelen is het in kaart brengen van de wetgeving hieromtrent. Het enige wat in de Belgische wetgeving te vinden is dat hondenpoep via het restafval verwijderd moet worden. Hoe zit het op Europees niveau? Wat is er allemaal te vinden omtrent hondenpoep in de Europese wetgeving? met vriendelijke groeten, Lies Depuydt Projectmedewerkster Expertisecentrum Dier-en-zorg
Veilig surfen? Download Internet Explorer 8 met SmartScreen technologie.
__________ Information from ESET NOD32 Antivirus, version of virus signature database 5426 (20100906) __________ The message was checked by ESET NOD32 Antivirus. http://www.eset.com
274
To: [email protected] Subject: [Case_ID: 0246927 / 7639718] wetgeving omtrent dierlijke mest Date: Thu, 25 Feb 2010 12:57:53 +0100 From: [email protected] NL-246927-04-C-24 Geachte mevrouw Depuydt, We hebben uw bericht in goed orde ontvangen. In antwoord op uw vraag betreffende de EU-wetgeving inzake dierlijke mest, dienen we u te informeren dat er geen specifieke verwijzing is naar hondenpoep in de EU-wetgeving betreffende afval. Een volledig overzicht van de Europese afvalwetgeving kunt u raadplegen op de volgende webpagina van het directoraat-generaal (DG) Milieu van de Europese Commissie: http://ec.europa.eu/environment/waste/index.htm Bovendien kunt u een Nederlandstalige samenvatting van de wetgeving inzake het beheer van afvalstoffen nalezen op onderstaande pagina: http://europa.eu/legislation_summaries/environment/waste_management/index_nl. htm We raden u hierbij aan om rechtstreeks contact op te nemen met het bevoegde DG Milieu met meer specifieke vragen. U kunt dit doen aan de hand van het volgende webformulier: http://ec.europa.eu/environment/env-informa/ Wij hopen dat deze informatie u van dienst zal zijn. Met vriendelijke groet, Het EUROPE DIRECT Contact Centre www.europa.eu - Alles over Europa! Geef uw mening over de EU http://europa.eu/debateeurope/index_nl.htm Disclaimer Opmerking: We doen al het mogelijke om ervoor te zorgen dat u de gevraagde informatie ontvangt of om u naar een geschikte bron te verwijzen. We kunnen echter geen uitspraken doen over concrete zaken met betrekking tot Europees beleid, en de informatie die door EUROPE DIRECT wordt verstrekt, is niet juridisch bindend.
275
Contact European Commission -----Oorspronkelijk bericht----Van: [email protected] [mailto:[email protected]] Verzonden: zondag 14 maart 2010 16:06 Aan: lies.depuydt Onderwerp:
Your request -------------------------------------------------------------------------------Subject : Waste Description : Dear Mr. or Mrs.,
With the Centre of Excellence Animal life and Society of the KATHO at Roeselare we are working on a project about dog feces and it's issues. This project is financed by OVAM. One of the goals is to register the legislation about this. The only thing that is written in the Belgian legislation is that dogfeces have to be removed through the refuse remaining after separation of recycable elements. What about this on European level? What can be found about dog feces in the European legislation?
with kind regards,
Lies Depuydt Project staff member
Answer -------------------------------------------------------------------------------Ms. Depuydt,
Thnak you for your e-mail.
There is no specific EU legislation on dog excrement.
Yours sincerely, 276
Ann Maher Library/Information Centre Shared Resources Directorate SRD.1 - Human Resources & Administration European Commission DG Environment/DG Climate Action BU-9 00/94 B-1049 Brussels e-mail: [email protected]
N.B. Disclaimer required under the terms and conditions of use of the internet and electronic mail from Commission equipment: 'The views expressed are purely those of the writer and may not in any circumstances be regarded as stating an official position of the European Commission.'
277
Bijlage 2: onderhoud hondentoiletten
278
Bijlage 3: onderhoud hondenpoepbuizen
279
Bijlage 4: enquête Enquête: Hondenpoep onder de loep Deze enquête wordt afgenomen in het kader van het project “Hondlasting, hondenpoep onder de loep!” dat uitgaat van het Expertisecentrum Dier-en-zorg te Roeselare, in opdracht van OVAM. Het invullen van deze enquête neemt slechts 5 min. in beslag. Op sommige vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk en kunt u dus meerdere vakjes aankruisen. Alvast bedankt voor uw medewerking! 1) Geslacht: □ man □ vrouw 2) Wat is uw leeftijd? … 3) Heeft u kinderen? □ ja, ze zijn jonger dan 10 jaar □ ja, ze zijn ouder dan 10 jaar □ nee 4) Waar woont u? □ stadskern □ wijk □ dorp □ platteland 5) Hoe vaak komt u in contact met niet-opgeruimde uitwerpselen van vreemde honden? □ dagelijks □ wekelijks □ maandelijks □ nooit 6) Ondervindt u hinder van hondenpoep? □ veel □ matig □ weinig □ nee
280
7) Wat moet er volgens u wettelijk met uitwerpselen van honden gebeuren? □ bij het restafval □ doorspoelen in het toilet □ speciale ophaling □ composteren □ niets speciaals □ geen idee 8) Zijn er risico’s verbonden aan het hanteren van hondenpoep? □ ja, ernstige risico’s zoals overdraagbare ziektes □ ja, matige risico’s die mits de nodige voorzorgsmaatregelen op te vangen zijn □ ja, beperkte risico’s die eigenlijk te verwaarlozen zijn □ nee 9) Zorgt hondenpoep voor verontreiniging van het leefmilieu? □ ja, een ernstige verontreiniging door een langdurige, onzichtbare besmetting □ ja, een matige verontreiniging maar eens de hondenpoep verwijderd is, zijn de problemen opgelost □ ja, een beperkte verontreiniging die eigenlijk te verwaarlozen is □ nee 10) Houdt de besmetting van het leefmilieu risico’s in voor kinderen? □ ja, ernstige risico’s zoals overdraagbare ziektes □ ja, matige risico’s die mits de nodige voorzorgsmaatregelen op te vangen zijn □ ja, beperkte risico’s die eigenlijk te verwaarlozen zijn □ nee 11) Neemt u maatregelen om die risico’s voor uw kinderen te beperken? □ ja, het kind enkel laten spelen op plaatsen waar geen honden komen □ ja, de handen wassen na het spelen □ nee □ niet van toepassing (geen kinderen). 12) Heeft u (een) hond(en)? □ ja (ga verder) □ nee (hier is voor u de enquête afgelopen)
281
13) Hoeveel honden heeft u? □1 □2-3 □ 4 of meer 14) Waar leeft uw hond hoofdzakelijk? □ binnen □ zowel binnen als buiten □ buiten in een kennel □ buiten in de tuin (met hok) 15) Wat doet u met de uitwerpselen van uw hond thuis? □ bij het restafval □ doorspoelen in het toilet □ op de composthoop □ in de tuin 16) Heeft u een hondenpoepzakje bij wanneer u uw hond uitlaat? □ ja □ nee 17) Vindt u dat er genoeg afvalbakken zijn om de hondenpoep in te gooien? □ ja □ nee 18) Vindt u dat er genoeg hondentoiletten zijn? □ ja □ nee 19) Maakt uw hond gebruik van een hondentoilet? □ ja, dagelijks □ ja, 3-4 keer per week □ ja, 1 keer per week □ nooit 20) Vindt u hondentoiletten hygiënisch? □ ja □ nee
282
21) Vindt u dat er genoeg hondenweides zijn? □ ja □ nee 22) Maakt uw hond gebruik van een hondenweide? □ ja, dagelijks □ ja, 3-4 keer per week □ ja, 1 keer per week □ nooit 23) Hoe vaak worden uw honden ontwormd? □ 1 – 2 keer per jaar □ 3 keer of meer per jaar □ niet
283
Bijlage 5: folder
284
Bijlage 6: stripverhaal
Bijlage: Infobordje Pet waste Disposal System
285
Bijlage 7: infobordje Doggie Dooley
286
Bijlage 8: Vestingwachters in Ieper e
Voor de vestingmuren (de Vesten is een 17 -eeuwse verdedigingswal rond Ieper dat nu een prachtig wandelgebied geworden en dag en nacht vrij toegankelijk is) werd in 2005 een Vestingwacht opgericht, gecoördineerd door Eva Wuyts van de Ieperse Erfgoedcel. Sindsdien wordt het project geleid door de dienst Milieueducatie van Stad Ieper. Het aantal vestingwachters is ondertussen aangegroeid tot 15. Onder hen waren in het begin de helft stadsgidsen maar tegenwoordig bestaat het merendeel uit vrijwilligers. Deze wachters wandelen de volledige Vestingroute af, letten op zwerfvuil en schade, en registreren, rapporteren en informeren. Hun bevindingen worden overgemaakt aan de stadsdiensten, die zich dagelijks inzetten voor het onderhoud van de vestingen. Iedereen die wil bijdragen aan een goed onderhoud en beheer van de vestingen, mag zich aanmelden. Er is geen voorkennis vereist. Er wordt gezorgd voor een praktische (wat mag, wat kan niet) en inhoudelijke vorming (over de natuur op de vestingen, de geschiedenis, de vestingbouw) en voor de nodige ondersteuning. De vrijwilligers bepalen zelf hoe frequent ze dit doen (dagelijks, meerdere malen per week, …), op welke dagen ze zich kunnen vrijmaken en welk dagdeel ze verkiezen (ochtend, middag, avond) en of ze liefst alleen of in duo op pad gaan. Er wordt een beurtrol opgesteld waarbij zoveel mogelijk rekening gehouden wordt met ieders wensen en voorkeuren. Bovendien komen alle wachters op regelmatige basis samen om ervaringen uit te wisselen. Vestingwachters zijn ook herkenbaar voor de wandelaars en zijn altijd bereid een woordje uitleg te geven over de vestingen en de natuur. Vesting wachters zijn echter geen politiemensen maar willen vooral preventief werken en vermijden dat zaken escaleren.
287
Bijlage 9: Interview hondenpoepproblematiek 1) Wat bestaat er allemaal qua brochures, folders, flyers,… omtrent honden en hondenpoep voor de inwoners van de stad? Is het mogelijk hier een exemplaar van te ontvangen? 2) Waar kunnen ze die informatie bekomen? 3) Bestaat er een centraal infopunt waar zowel honden- als niethondeneigenaars terecht kunnen met vragen? 4) Staan er in de stad ook informatiekiosken? 5) Zo ja, hoe werken die precies? 6) Beschikt de stad over een “hondenpretpark”? 7) Welke criteria worden in acht genomen bij de beslissing van het al dan niet plaatsen/ verwijderen van een hondenpoepafvalbak, hondentoilet, 8) losloopweide? 8) Beschikt de stad over speciale hondenpoepafvalbakken of mag de hondenpoep in de gewone afvalbakken? 9) Hoeveel hondentoiletten, -weides en hondenpoepafvalbakken telt de stad/gemeente? 10)
Wie is verantwoordelijk voor de hygiëne en het schoonmaken van de hondentoiletten en hondenpoepafvalbakken?
11)
Hoe frequent worden de hondentoiletten schoongemaakt? (dagelijks, wekelijks, als ze echt vuil zijn,…)
12)
Hoe gebeurt dit? Welke middelen worden er gebruikt (desinfectantia zoals Capturine of Freshcure, stoom, gewoon water, …)
13)
Worden er specifieke maatregelen genomen bij het schoonmaken van de hondentoiletten? (speciale kledij, …)
14)
Worden er ook controles uitgevoerd ivm. de hygiëne op die plaatsen? (naar contaminatie van het leefmilieu toe)
15)
Zijn er cijfers beschikbaar van de hoeveelheid hondenpoep die jaarlijks opgehaald wordt uit de hondentoiletten?
16)
Heeft het stadsbestuur al acties ondernomen om de hondenpoepproblematiek aan te pakken? Zo ja, welke? (ev. Sensibilisatiecampagnes, …)
17)
Beschikt het stadsbestuur over een mascotte voor de hondenpoepproblematiek (zoals bv. Baltazaar in Oostende en Rakker in Hasselt)? Waarom wel of waarom niet?
288
18)
Beschikt het stadsbestuur over sensibilisatieborden omtrent honden en hondenpoep (vb. verboden toegang voor honden, …)
19)
Werkt het Stadsbestuur met GAS-ambtenaren?
20)
Is de “hondenpoepmotor” bekend? Beschikt de stad over iets gelijkaardigs?
21)
Zijn er bepaalde probleemgebieden?
22)
Organiseert het stadsbestuur ook acties ivm. de identificatie en registratie van honden?
23)
Komen er veel klachten binnen over hondenpoep? Zo ja, van welke aard?
24)
Kwamen er vroeger meer of minder klachten over honden (hondenpoep en andere overlast mbt. honden) binnen?
25)
Waar kunnen de mensen terecht met hun klachten? (behalve op het politiebureau)
26)
Bestaat er een correlatie tussen het aantal/ soort klachten en het soort mensen die ze indienen? (vb. vooral oudere mensen,…)
27)
Wanneer komen de meeste klachten binnen? (vooral s’ avonds, in het weekend, na grote evenementen, …)
28)
Dient het houden van een hond aangegeven te worden?
29)
Wat is er allemaal opgenomen in het politiereglement omtrent honden en hondenpoep?
30)
Hoe wordt het niet opruimen van hondenpoep beboet?
31)
Is er een zwerfkattenbeleid? Zo ja, welke?
32)
Zijn er in het algemeen veel problemen i.v.m. huisdieren in de stad/gemeente?
289