HOE REALISEER IK BOEIEND ONDERWIJS? Studentenhandleiding thema 4, 2015-2016 Cursuscode: 16629-16630-16631-16632 OPLEIDING LERAAR BASISONDERWIJS ACADEMIE VOOR EDUCATIE & PEDAGOGIEK
1
Inleiding Als onderwijs niet boeiend is, wat is het dan wel? En is het niet de professionele opdracht aan de leraar om kinderen te boeien? Moet onderwijs dus niet per definitie boeiend zijn? Boeiend onderwijs is misschien dus wel een beetje een vreemd thema voor het laatste onderwijsblok van pabo 1?! Maar laten we het eerst eens verder verkennen. De mindmap “boeiend onderwijs in deze tijd” geeft een beeld van wat boeiend onderwijs kan zijn. De takken van de mindmap benoemen de wezenlijke aspecten. In dit blok leggen we steeds verbinding met deze mindmap, zodat de samenhang in het onderwijs gewaarborgd is. DE LERAAR EN BOEIEND ONDERWIJS De leraar is de meerwetende partner voor de kinderen in het onderwijs. De leraar opent de wereld voor de kinderen. De leraar geeft leiding aan het onderwijs-leerproces en zet de toon voor een veilig en uitdagende en betekenisvol leer- en leefklimaat. De leraar doet dat als vakbekwame professional. Met kennis van zaken en grote professionaliteit. Met een open oog voor de actualiteit. Met een groot hart voor kinderen. Met passie. Met een scherp oog voor wat kinderen nodig hebben om te leren. Die kinderen ziet als gelijkwaardig. Die sensitiviteit koppelt aan responsiviteit. Resultaatgericht. Een leraar kortom die problemen ziet als uitdagingen om te onderzoeken wat er nodig is om het probleem aan te pakken. Die uitgaat van eigen kracht en graag met collega’s kennis deelt en uitwisselt. Een leraar die humor heeft, over kwaliteiten beschikt als empathie, liefde voor leren en onderwijzen, didactische vaardigheid, geduld en creativiteit. FIGUUR 1 CAUSALE LUS De causale lus speelt een centrale rol in thema 4. Een causale lus maakt duidelijk waardoor iets verandert. Je kunt hem als volgt ‘lezen’: Hoe meer betrokkenheid van de leraar, hoe meer kwaliteit van leren, hoe meer betrokkenheid van de leerlingen, hoe meer…. Maar ook: hoe minder betrokkenheid van de leraar, hoe minder kwaliteit van leren en onderwijzen, hoe minder betrokkenheid van de leerlingen, hoe minder…. DE KINDEREN EN BOEIEND ONDERWIJS Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en leergierig. Ze willen zich graag ontwikkelen. Boeiend onderwijs ondersteunt hen daarin door een uitdagende leeromgeving te creëren. Boeiend onderwijs geeft kinderen de ruimte om als actieve leerders aan de slag te zijn.
2
Dus: kinderen de ruimte geven om te experimenteren, ontdekken en ontwerpen. Kinderen uit te nodigen hun eigen denkbeelden, opvattingen, ideeën en emoties te uiten en te onderzoeken hoe nieuwe informatie daarin past. Kinderen informatie (leerstof) en vaardigheden aan te bieden waarmee ze kunnen oefenen door nadoen, verwerken. Onderwijs dat kinderen laat oefenen, denktijd geeft. Waar fouten leerervaringen zijn en een welkom teken dat er geleerd wordt. HOEZO BOEIEND ONDERWIJS? Aan de basis van boeiend onderwijs ligt het gedachtengoed over ‘de school als lerende organisatie’ van Peter Senge. Hij beschrijft de school als een organisatie die open staat voor de toekomst, waar kinderen leren voor het leven en leerkrachten samen werken aan boeiend onderwijs. De school als lerende organisatie kent een aantal uitgangspunten, waarvan we er hier twee noemen: het onderzoeken van mentale modellen en systeemdenken. Mentale modellen zijn opvattingen, ideeën, meningen, zienswijzen van mensen over hoe de wereld in elkaar steekt. Je zou het ook wereldbeelden kunnen noemen. Mentale modellen zijn vaak onbewust, impliciet. Ze beïnvloeden gedrag van mensen en ze beïnvloeden ook de werkelijkheid. Een voorbeeld: een kind dat door de leerkracht als lastig en druk wordt beschouwd gaat zich daar ook naar gedragen. Hoe anders kan het gaan als diezelfde leerkracht het kind ziet als energiek en levendig. Systeemdenken is een manier van kijken en denken waarmee je de wereld beter gaat begrijpen; je gaat de dingen in hun onderlinge samenhang zien. Dat maakt dat je inzicht krijgt in hoe factoren elkaar beïnvloeden en ook wat je kunt doen om een situatie te veranderen. Systeemdenken is een aspect van de visie op de ‘lerende school’; een school waarin het vooral draait om: ‘samen leren doen wat er toe doet…’ in plaats van: ‘doen wat werkt.’ Denk bijvoorbeeld aan kinderen met een ‘gedragsprobleem’; om een effectieve interventie te kunnen doen, helpt het wanneer je alle aspecten die van belang zijn in deze situatie in kaart brengt en ziet waar de hefboom zit om het probleem op te lossen. Systeemdenken wordt ook wel omschreven als: Een geheel van kennis en hulpmiddelen, dat het mogelijk maakt complexiteit te begrijpen, grote samenhangen te leren zien en ze vervolgens effectief te kunnen veranderen. Door systeemdenken leren we zien dat we niet afgescheiden zijn van de wereld om ons heen, maar dat we ermee verbonden zijn. We zien het geheel en niet alleen de details. Als we in staat zijn de complexiteit van de werkelijkheid beter te begrijpen, zijn we tevens in staat om positieve invloed uit te oefenen op deze werkelijkheid. Daarnaast is systeemdenken een communicatiemiddel: het werken met een speciale taal die bedoeld is om de werking van systemen te kunnen beschrijven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: mindmaps, relatiecirkels, causale lussen en gedragspatroongrafieken. DOELEN VAN BOEIEND ONDERWIJS • Voor alle duidelijkheid: boeiend onderwijs is niet per se leuk. En: boeiend onderwijs streeft wel degelijk doelen na en is resultaatgericht. Dat is ook de verantwoordelijkheid van onderwijs: kinderen onderwijzen volgens stateof-the-art theorieën. Kinderen zijn van nature systeemdenkers; zij zien hoe de dingen met elkaar samenhangen en elkaar beïnvloeden. Onderwijs stimuleert die manier van denken en kijken. Boeiend onderwijs heeft niet zozeer eigen doelen maar heeft wel de focus op bepaalde doelen. Welke doelen streeft boeiend onderwijs na? -
socialisatie (deel worden van de maatschappij, manieren van doen en zijn). Hier hoort bij: wereldburgerschap, duurzaamheid, democratisch denken.
3
-
•
subjectificatie (vormen van de persoon). Hier hoort bij: kinderen zelfkennis geven, leren reflecteren, wie ben ik en waarom doe ik wat ik doe? kwalificatie (verwerven van kennis, vaardigheden, attitudes). Hier hoort bij: kinderen instrumenten en kennis meegeven waarmee ze zich als zelfstandig en verantwoordelijk mens kunnen bewegen in de wereld. (Gert Biesta)
Eén van de grote denkers over onderwijs van deze tijd is Howard Gardner. Hij heeft veel teweeggebracht met zijn onderzoek naar Meervoudige Intelligentie. Later verwoordde hij in Five minds for the future (…) een volgens hem zelf nog belangrijker gedachtegoed. Met MI gaf hij onderwijs een impuls om aan te sluiten bij leervoorkeuren van kinderen en tevens hen te stimuleren hun leervoorkeuren te verbreden. Met Five minds for the future verwoordde hij dat onderwijs zich ook zou moeten richten op het stimuleren van de creating mind, the respecting mind, the synthesizing mind, the disciplined mind en the ethical mind.
De 21st century skills zijn ontwikkeld om aan te geven dat het in het onderwijs om meer moet gaan dan vakken als rekenen en taal. Je zou ze ook kunnen beschouwen als leervaardigheden. Denkgewoontes ontwikkelen dus. VOORWAARDEN VOOR BOEIEND ONDERWIJS Om boeiend onderwijs te kunnen realiseren is het belangrijk dat het rekening houdt met breinkennis. Hersenonderzoek toont onder andere aan dat de hersenen plastisch zijn en dat een rijke leeromgeving een positief effect op de ontwikkeling van de hersenen. Een rijke leeromgeving wordt tevens gekenmerkt door een grote mate van veiligheid. De rijke leeromgeving is meer dan middelen (ICT bijvoorbeeld) en materialen. Een rijke leeromgeving kenmerkt zich ook doordat deze betekenisvol is, vertrekt vanuit de leervragen van kinderen en hen aanspoort om onderzoekend en ontwerpend te leren. Onderzoek toont aan dat motivatie een belangrijke voorwaarde is voor leren. Kinderen hebben behoefte aan autonomie. Tenslotte: (en daar is boeiend onderwijs niet uniek in) kinderen leren optimaal wanneer ze zich aangesproken voelen op hun kwaliteiten en de ruimte krijgen om deze verder te ontwikkelen.
4
Inhoud INLEIDING .......................................................................................................................................................... 2 1
BRIEFING ‘WORTELEN IN BOEIEND ONDERWIJS’ ........................................................................... 7 1.1 1.2 1.3 1.4
2
TOETSING ................................................................................................................................................. 13 2.1 2.1.1 2.1.2
2.2 2.2.1
2.3 2.4 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3
3
OPDRACHT WORTELEN IN BOEIEND ONDERWIJS ............................................................................................8 LEERDOELEN INTEGRATIEOPDRACHT GEKOPPELD AAN BOEIEND ONDERWIJS ...............................................9 STUDIELAST BRIEFING (INDICATIE) ..............................................................................................................9 UITWERKING FASES ....................................................................................................................................10
LEERDOELEN VAN DE CURSUS.....................................................................................................................13 Competenties .......................................................................................................................................................... 13 Deeltaken en leerdoelen thema 4 ............................................................................................................................ 14
TOETSEN .....................................................................................................................................................16 Bronnen schriftelijke toetsen .................................................................................................................................. 16
COMPETENTIENIVEAU .................................................................................................................................17 HERKANSING ..............................................................................................................................................17 DIGITALE LEER- EN ONTWIKKELINGSMIDDELEN .........................................................................................17 Gebruik van wordpress voor het portfolio .............................................................................................................. 17 Gebruik van Edmodo als digitale klas .................................................................................................................... 17 Gebruik van documentenbalie ................................................................................................................................ 17
ROUTE, BEGELEIDING EN INHOUDEN .............................................................................................. 18 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6
OVERZICHT VAN CONTACTMOMENTEN / VAKGEBIEDEN ..............................................................................18 OVERZICHTEN VAN PLANNING VAN OPDRACHTEN EN LESINHOUDEN ..........................................................19 Lesweek 1 Planning en inhouden ........................................................................................................................... 19 Lesweek 2 Planning en inhouden ........................................................................................................................... 21 Lesweek 3 Planning en inhouden ........................................................................................................................... 22 Lesweek 4 Planning en inhouden ........................................................................................................................... 24 Lesweek 5 Planning en inhouden ........................................................................................................................... 26 Lesweek 6 Planning en inhouden ........................................................................................................................... 27
4
ROLLEN EN TAKEN ................................................................................................................................ 29
5
BRONNEN EN AANBEVOLEN LITERATUUR...................................................................................... 30 5.1 5.2
6
VERPLICHTE LITERATUUR ...........................................................................................................................30 AANBEVOLEN LITERATUUR ........................................................................................................................30
INHOUD VAN DE LESSEN PER VAKGEBIED...................................................................................... 31 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
NEDERLANDS ..............................................................................................................................................31 REKENEN ....................................................................................................................................................36 ENGELS .......................................................................................................................................................40 BEELDENDE VORMING ................................................................................................................................44 MUZIEK ......................................................................................................................................................50 DANS EN DRAMA.........................................................................................................................................54 5
6.7 7
ONDERWIJSKUNDE ......................................................................................................................................57
OPDRACHTEN .......................................................................................................................................... 60 7.1 7.1.1
7.2 7.2.1
STUDIEOPDRACHTEN OVERZICHT................................................................................................................60 Studieopdrachten .................................................................................................................................................... 61
WERKPLEKOPDRACHTEN OVERZICHT EN KAART.........................................................................................69 Werkplekopdrachten ............................................................................................................................................... 70
BIJLAGEN ......................................................................................................................................................... 79 BIJLAGE KIJKWIJZER BOEIEND ONDERWIJS...............................................................................................................79
6
1 Briefing ‘Wortelen in boeiend onderwijs’ Vanuit thema 1, 2 en 3 ben je aan het onderzoeken wie jij bent als leerkracht in het basisonderwijs. Daarbij ontwikkel jij je onderzoekende en ontdekkende houding, word je je steeds bewuster van je eigen kwaliteiten, idealen en vormen zich overtuigingen. Je hebt een half jaar onderzocht hoe jij als leerkracht de ontwikkeling van kinderen van 4 tot 8 jaar kunt stimuleren. Bij thema 3 en ook bij thema 4 richt je je op de ontwikkeling van kinderen van 8 tot 12 jaar. Vanuit thema 1 ben je gaan kijken hoe je culturele rugzak gevuld is met jouw persoonlijke kwaliteiten. Deze culturele rugzak is verder gevuld tijdens thema 2 en 3. Thema 2 heeft je kennis laten maken met de ontwerpcyclus. De ontwikkeling van ontdekhoeken stond centraal. Een leeromgeving waar spelen, het eigen initiatief en het zelfstandig werken van kinderen een belangrijk uitgangspunt is. Ook in thema 3 was de ontwerpcyclus het uitgangspunt en ben je vanuit verhalen aan de slag gegaan om je idealen in het onderwijs vorm te geven. In thema 4 ga je onderzoeken hoe jij als leerkracht ‘boeiend onderwijs’ kunt verzorgen. Samen met je leerteam ga je de takken van ‘Boeiend Onderwijs’ onderzoeken. In dit kwartaal geven de vakken Nederlands, Rekenen, Engels, Beeldende vorming , Muziek en Drama invulling aan het thema ‘Hoe realiseer ik boeiend onderwijs?’. Binnen dit thema ga je die betekenisvolle leeromgeving voor het oudere kind in samenwerking met je leerteam en mentor leren kennen op je leerwerkplek vanuit de uitgangspunten van boeiend onderwijs. Van die ontdekkingstocht doe je verslag in heel verschillende vormen. Vanuit je ervaringen, opgedane kennis in de breedste zin, onderzoek, ontwikkelde visie, mooie voorbeelden, geven jullie aan het einde van thema 4 een reflectie van jullie reis door boeiend onderwijs. Dit gebeurt in de vorm van een tentoonstelling / visuele presentatie, daarbij per leerteam begeleid door een theatrale vertaling. De presentatie geeft jullie antwoord weer op de vraag: ‘Hoe realiseer ik boeiend onderwijs?’. Uitgangspunt daarbij is de mindmap ‘boeiend onderwijs in deze tijd.’ (Jutten, 2008) Je creëert met je groep een tentoonstelling / visuele presentatie, met als uitgangspunt een boom in figuurlijke of letterlijke zin, waarmee je de conclusies en reflectie op jullie onderzoek gaat presenteren. Uitgangspunt daarbij is: ‘Wie ben ik als leerkracht boeiend onderwijs?’. Door middel van de presentatie geef je betekenis aan jullie gezamenlijke groei. De boom symboliseert het boeiend onderwijs in deze tijd zoals jullie dat vanuit jullie onderzoek hebben gezien. De wortels van de boom symboliseren hoe boeiend onderwijs in jullie wortelt en onderdeel wordt van wie jullie zijn als leerkracht. De reflectie ontstaat vanuit het ui-model (Korthagen, 2015) en geeft een indruk van jullie overtuigingen en betrokkenheid bij boeiend onderwijs.
7
1.1
OPDRACHT WORTELEN IN BOEIEND ONDERWIJS
Voor deze opdracht ga je samen met je leerteamleden op zoek naar de vraag: ‘Wie ben ik als leerkracht bij het realiseren van boeiend onderwijs in deze tijd?’ Tijdens een theatrale en visuele presentatie tonen jullie als leerteam alle conclusies en reflecties van het onderzoek naar bovenstaande vraag. De opdracht wortelen in boeiend onderwijs is opgesplitst in 7 fases, van fase o tot en met fase 6. We hebben de fases gekoppeld aan de denkgewoontes zoals beschreven in (Jutten, 2008) Fase Stap Titel Denkgewoontes 0 Verwonderen Proeven aan ‘Boeiend Luisteren met begrip en empathie, onderwijs’ Oude kennis toepassen in nieuwe situaties, Gebruik maken van alle zintuigen, Reageren met verwondering. 1 Verkennen De nieuwsgierigheidsvraag Luisteren met begrip en empathie, Flexibel denken, Vragen stellen en problemen opereren, Creëren innoveren en fantaseren. 2 Onderzoek opzetten deel 1 De onderzoeksopzet Beheersen van impulsiviteit, Oude kennis toepassen in nieuwe situaties, Helder en precies denken en communiceren, Denken in samenhang. 3 Onderzoek opzetten deel 2 Plan van aanpak uitvoering Beheersen van impulsiviteit, Helder en onderzoek precies denken en communiceren. 4 Onderzoek uitvoeren Uitvoering onderzoek en Doorzettingsvermogen, Flexibel draaiboek presentatie denken, Streven naar nauwkeurigheid, Helder en precies denken en communiceren, Verantwoorde risico’s nemen, Gebruik maken van humor. 5 Concluderen Concluderen en reflecteren Doorzettingsvermogen, Denken over denken, Streven naar nauwkeurigheid, Openstaan voor levenslang leren. 6 Presenteren Laatste voorbereidingen Gebruik maken van alle zintuigen, presentatie Helder en precies denken en communiceren, Reageren met verwondering, Verantwoorde risico’s nemen, Gebruik maken van humor, Denken in samenhang.
8
1.2
LEERDOELEN INTEGRATIEOPDRACHT GEKOPPELD AAN BOEIEND ONDERWIJS
Om de samenhang tussen de takken van Boeiend onderwijs en de leerdoelen inzichtelijk te maken hebben we onderstaande overzicht gemaakt. Dit overzicht kan een houvast zijn bij het vormgeven van de presentatie. Tak
Leerdoelen
Nederlands
Rekenen
Samenwerken
Ld3.20.1 LD6.2.1 Ld3.6.1 Ld3.22.1 Ld2.5.1 Ld3.1.1 Ld7.2.1 Ld3.23.1 Ld1.2.1 Ld2.5.1 Ld7.2.1 Ld7.3.1 Ld1.2.1 Ld2.8.1
x
x
Samenhang Denkgewoontes
Five minds
Veilige omgeving Meervoudige intelligentie
Betekenisvol
Breinkennis
1.3
Ld3.18.1 Ld4.3.1 Ld3.2.1 Ld3.23.1 Ld2.8.1 Ld.3.22.1 Ld3.7.1 Ld6.2.1 Ld5.4.1 Ld3.1.1 Ld3.17.1 Ld3.18.1 Ld3.2.1 Ld4.5.1
Engels
Kunstzinnige oriëntatie
Onderwijskunde
Leren in praktijk x
x x x x
x x
x
x
x
x
x x x
x x x x x
x
x x x x x x x
x x x x x
x x
x x x x
x
x x x
x
x x X
x x
x x
x
x x x x x x x x x x x x x x
STUDIELAST BRIEFING (INDICATIE)
Activiteit Fase 0 Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Fase 6 Totaal
uren 4 6 6 6 6 6 6 40
9
1.4
UITWERKING FASES
Fase 0 Verwonderen Titel Achtergrond
Opdracht
Voorschriften aanpak
Voorschriften vorm
Fase 1 Verkennen Titel Achtergrond Opdracht
Voorschriften aanpak
Voorschriften vorm
Proeven aan ‘Boeiend Onderwijs’ Om een beeld te krijgen van boeiend onderwijs en te onderzoeken wie jij bent als leerkracht boeiend onderwijs is het belangrijk eerst de takken te verkennen van de boom van boeiend onderwijs. Je gaat je verwonderen over de rijkdom van boeiend onderwijs tijdens de introductiedag, waarbij je voor jezelf kijkt wat bekend is, waar je bekwaam in bent en waar je benieuwd naar bent. Je benoemt waar je nieuwsgierig naar bent en gaat op zoek naar leerteamgenoten die jou aanvullen en wier nieuwsgierigheid op een andere tak gericht is. Stel een leerteam samen vanuit je nieuwsgierigheid naar de takken van boeiend onderwijs. Het leerteam bestaat uit 6 studenten met een diverse nieuwsgierigheidsvraag op het gebied van boeiend onderwijs. Zo kunnen jullie complementair zijn aan elkaar. Tijdens de introductiedag wordt een werkvorm georganiseerd waarbij zichtbaar wordt welke nieuwsgierigheid ieder heeft en van waaruit de leerteams kunnen worden samengesteld. De vastgestelde leerteams worden tijdens de introductiedag gemaild naar
[email protected] met als onderwerp: samenstelling leerteam klas 1X (A, B of C invullen)
De nieuwsgierigheidsvraag Fase 0 Je stelt je persoonlijke nieuwsgierigheidsvraag vast behorende bij één tak van de boom van boeiend onderwijs en legt voor jezelf vast vanuit bekend, bekwaam en benieuwd wat je weet, wat je kunt en waar je nieuwsgierig naar bent. Ieder leerteamlid formuleert zijn eigen nieuwsgierigheidsvraag bij één tak van de boom. Je inventariseert elkaars kennis, ervaringen en meningen bij de verschillende takken van de boom van boeiend onderwijs. Je verkent de takken van de eigen onderwijsboom in gesprek met je leerteam en door het bestuderen van de literatuur. Je stelt vast wat bekend is, waar je bekwaam in bent en waar je benieuwd naar bent. Je maakt een mindmap van jouw tak naar aanleiding van jouw oriëntatie op de tak en deelt deze op je wordpress. Je maakt je leerteamgenoten lid van jouw wordpress en reageert op elkaars mindmap met aanvullende suggesties. Je maakt op je wordpress een nieuwe categorie aan voor thema 4 en plaatst dit bericht met de TAG fase 1 ‘Mindmap’.
Fase 2 Onderzoek opzetten deel 1 Titel De onderzoeksopzet Achtergrond Fase 1
10
Opdracht
Voorschriften aanpak
Voorschriften vorm
Je zet je nieuwsgierigheidsvraag om in een persoonlijke onderzoeksvraag als onderdeel van de Hoofdvraag van je leerteam Hoe realiseer ik boeiend onderwijs in deze tijd? Vanuit je nieuwsgierigheidsvraag en de bestudeerde literatuur vorm je je vraag om als deelvraag van de hoofdvraag van je leerteam vanuit de specifieke tak waar jij nieuwsgierig naar bent. Vanuit je mindmap en de gelezen literatuur bedenk je de indicatoren / variabelen van je onderzoek. Je bedenkt hoe je deze vraag kunt onderzoeken. Je vraagt vervolgens je leerteamleden om feedback. Bedenk minimaal drie verschillende methodes per persoon van om je vraag te onderzoeken zodat je een rijk plaatje kunt creëren (bijvoorbeeld: onderzoeken van een artikel; observatie van een leerkracht; interview kinderen; geven van een les vormgegeven met accent op tak van boeiend onderwijs; interview met een ervaringsdeskundige (student/ leerkracht/docent)) Je maakt je onderzoeksopzet in het leerteam en neemt dit mee naar het begeleid leerteam overleg. Je plaatst je onderzoeksopzet op je wordpress bij thema 4 met de TAG fase 2 ‘Onderzoeksopzet thema 4’.
Fase 3 Onderzoek opzetten deel 2 Titel Plan van aanpak uitvoering onderzoek Achtergrond Fase 2 Opdracht Je verwerkt de feedback en maakt je onderzoeksplan klaar voor uitvoering. Je brainstormt met je leerteam over de presentatie van je conclusies en reflecties. Voorschriften aanpak • Vanuit de ontvangen feedback ga je als critical friend met elkaar in gesprek en beslis je wat je definitieve onderzoeksopzet wordt. • Je gaat aan de hand van de brainstorm met elkaar in overleg over een mogelijke inhoud en vorm van de eindpresentatie. Kijk in welke mate je de input vanuit muziek, beeldende vorming, dans en drama en creatief stellen kunt inzetten om er een theatrale presentatie van te maken. Voorschriften vorm De verbeterde onderzoeksopzet plaats op je wordpress bij Thema 4 met TAG fase 3 ‘Onderzoeksopzet thema 4’. Fase 4 Onderzoek uitvoeren Titel Achtergrond Opdracht
Voorschriften aanpak
Voorschriften vorm
Uitvoering onderzoek en draaiboek presentatie Fase 3 Je voert je onderzoek uit en bespreekt de resultaten hiervan met je leerteamgenoten. Je werkt aan de vormgeving van jullie theatrale vertaling (fase 6). Geef antwoord op de vragen Voor Wie, Wat , Waarom, Hoe, Waarmee? Maak een klein draaiboek, waarin jullie vastleggen wat is afgesproken over de eindpresentatie. Dit is een groeidocument en mag dus de komende twee weken ontstaan. Je kunt gebruik maken van de elementen van muziek, beeldende vorming, dans en drama en creatief stellen, waarvan je input krijgt tijdens de lessen. Begin met een brainstormfase waarbij jullie alle creativiteit toelaten. Verzamel zoveel mogelijk ideeën waaruit je volgende week pas gaat kiezen. Draaiboek plaatsen op wordpress bij Thema 4 met TAG fase 4 ‘Theatrale presentatie’ 11
Fase 5 Concluderen Titel Achtergrond Opdracht
Voorschriften aanpak
Voorschriften vorm
Fase 6 Presenteren Titel Achtergrond Opdracht
Voorschriften aanpak
Voorschriften vorm
Concluderen en reflecteren Fase 4 Je bekijkt de resultaten van je persoonlijke onderzoek. Je formuleert je conclusies. Je reflecteert met behulp van het uit-model (Korthagen, 2015) op jouw leerproces tijdens dit onderzoek. Je verwerkt resultaten , conclusies en reflectie in jullie tentoonstelling met theatrale presentatie. •
Beschrijf de resultaten van je onderzoek en reflecteer op je onderzoek vanuit het Ui-model (Korthagen, 2015). Concludeer voor jezelf wat het onderzoek jou opgeleverd heeft. Wat doet dat met je overtuigingen? Je kunt daarbij denken aan de begrippen bekend, bekwaam en benieuwd. Luister naar elkaars resultaten en conclusies en probeer vanuit een nieuwsgierige houding vragen te stellen. Formuleer na het gesprek met elkaar jouw nieuwe nieuwsgierigheidsvraag. Verwerk jullie conclusies en reflectie in jullie presentaties als de wortels van jullie boom. • Werk verder aan jullie presentatie. Maak afspraken over de uitwerking. Wie werkt wat uit? Kijk of je werkvormen en vaardigheden die zijn aangereikt in de lessen kunt verwerken in de presentatie. Werk het draaiboek bij en plaats de nieuwe versie op je wordpress over de oude heen. Conclusies en resultaten verwerk je in een gevisualiseerde boom waarbij de wortels staan voor de reflecties en de conclusies voor de takken. Vul het draaiboek aan en plaats de nieuwste versie op je wordpress bij thema 4 met de TAG fase 5 ‘draaiboek’.
Laatste voorbereidingen presentatie Fase 5 Ontwerp en maak een tentoonstelling / visuele presentatie en theatrale vertaling met je leerteam van de belangrijkste resultaten van je onderzoek en de reflectie op de betekenis van boeiend onderwijs voor jou als leerkracht. Maak hiervoor gebruik van het geleerde bij muziek, beeldende vorming, dans en drama en creatief stellen. Denk goed na over: ‘Hoe boei ik mijn publiek met mijn verhaal, hoe maak ik oprecht contact met mijn publiek?’ Werk verder aan je presentatie vanuit fase 4 en 5 en bekijk of je aan alle beoordelingscriteria tegemoet komt. Spreek af wanneer de generale repetitie is en nodig een aantal peers uit om jullie presentatie te beoordelen met het beoordelingsformulier tijdens de generale. Verwerk de feedback die je krijgt van je peers voor de presentatie. Maak afspraken met elkaar over wat er nog moet gebeuren en wie welke attributen meeneemt. Denk daarbij ook eventueel aan kledingafspraken. Verdeel je aandacht over vorm en inhoud (zie beoordelingsformulier) De opzet en vormgeving van de presentatie leg je vast in een draaiboek. De eisen aan het draaiboek ontvang je van je leerteambegeleider. Je plaatst dit draaiboek op wordpress bij thema 4 met de TAG ‘Draaiboek presentatie’ Tevens lever je dit draaiboek in via de documentenbalie. 12
2 Toetsing 2.1
LEERDOELEN VAN DE CURSUS
2.1.1 Competenties Aan welke eisen moet je gaan voldoen om een startbekwame leerkracht te worden? Voordat je een startbekwame leerkracht bent moet je voldoen een aantal bekwaamheidseisen, ook wel competenties genoemd. Deze competenties zijn landelijk vastgelegd en verankerd in de Wet op de beroepen in het onderwijs (wet BIO). Tijdens je opleiding werk je aan deze competenties en het is dan ook van belang dat je hiervan bewust bekwaam wordt. In het onderstaand overzicht vind je de zeven competenties. Overzicht SBL-competenties leerkracht primair onderwijs SBL-competentie Korte omschrijving 1. Interpersoonlijk competent Leiding geven en zorgen voor een goede sfeer van omgaan met en samenwerking tussen leerlingen. 2. Pedagogisch competent Zorgen voor een veilige leeromgeving en bevorderen van persoonlijke, sociale en morele ontwikkeling of: bevorderen van de ontwikkeling tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. 3. Vakinhoudelijk en didactisch Zorgen voor een krachtige leeromgeving en bevorderen van competent het leren. 4. Organisatorisch competent Zorgen voor een overzichtelijke, ordelijke en taakgerichte sfeer en structuur in de leeromgeving. 5. Competent in het samenwerken met Zorgen dat het werk afgestemd is op dat van collega’s; collega's bijdragen aan het goed functioneren van de schoolorganisatie. 6. Competent in samenwerking met de In het belang van de leerlingen een relatie onderhouden met omgeving ouders, buurt, bedrijven en instellingen. 7. Competent in reflectie en ontwikkeling Zorgen voor de eigen professionele ontwikkeling en de professionele kwaliteit van de beroepsuitoefening. In thema 4 werk je aan de volgende competenties: interpersoonlijk, pedagogisch, vakinhoudelijk en didactisch, samenwerken en reflectie. Om je een competentie eigen te maken zijn er deeltaken (lees vaardigheid/kennis) geformuleerd, waaraan leerdoelen zijn gekoppeld. Het is aan jou om de leerdoelen te bereiken. In de beschrijving van de lessen van de opleiding wordt hier als volgt naar verwezen: Ld 2.7.1.
De ‘2’ verwijst naar competentie 2 ofwel pedagogisch competent
De ‘7’ verwijst naar een deeltaak. Dit betekent dat deze competenties zeven deeltaken heeft.
De ‘1’ verwijst naar het eerste leerdoel van deze deeltaak. Wanneer er bijv. een ‘2’ staan dan betekent dit dat er twee leerdoelen zijn.
Wil je een meer weten over de competenties? Klik dan op: http://ctmeter.nl/primair-onderwijs/sbl-competenties
13
2.1.2
Deeltaken en leerdoelen thema 4
Deeltaak
Beschrijving van de deeltaak
DT 1.2
Je kunt het zelfvertrouwen van leerlingen stimuleren, hen aanmoedigen en motiveren. Ld 1.2.1 Vanuit een liefdevolle houding worden leerlingen gestimuleerd tot meedenken en meebeslissen waarbij wordt uitgegaan van ieders kwaliteit. Leerlingen worden aangemoedigd in hun ontwikkeling en raken gemotiveerd om volgende stappen te zetten. Hierbij wordt succes toegeschreven aan eigen kunnen. Je kunt de theoretische en praktische essenties benoemen en herkennen van de pedagogiek van het type onderwijs en het deel van het curriculum waarin je werkzaam bent. Ld 2.5.1 Op basis van kennis van de verschillende vernieuwende traditionele stromingen zoals Jenaplan, Dalton, Freinet, Montessori, Vrije Scholen en moderne vernieuwers zoals EGO, OGO en Reggio Emilia wordt een verantwoorde keuze gemaakt over de eigen professionele rol en het pedagogisch handelen. Ook nationale ontwikkelingen zoals wetenschap en technologie worden hieraan gekoppeld Je kunt ontwikkeling, gedragsproblemen en gedragsstoornissen signaleren en indien nodig met hulp van collega’s oplossingen zoeken of doorverwijzen Ld 2.8.1 De ontwikkelingsbevorderende factoren worden geobserveerd, gesignaleerd en gekoppeld aan de theorie over passend onderwijs. Je hebt een grondige beheersing van de basisvakken taal en rekenen. Ld 3.1.1 De grondige beheersing van taal en rekenen op basiskennisniveau wordt toegepast in deze basisvakken. Door de grondige beheersing van taal worden inhouden schriftelijk en mondeling helder en beknopt gecommuniceerd. Je beheerst de leerstof (kennis en vaardigheden) gericht op het behalen van de kerndoelen van het primair onderwijs en kent theoretische achtergronden daarvan. Je kunt de leerstof op een begrijpelijke en aansprekende manier uitleggen en demonstreren hoe er mee gewerkt moet worden. Ld 3.2.1. De grondige beheersing van het kerndeel van de kennisbasis wordt toegepast bij het uitleggen en demonstreren van de leerstof op een begrijpelijke en aansprekende manier. Hierbij is aandacht voor de sleutelfunctie van taal (mondelinge taalvaardigheid, woordenschat, jeugdliteratuur en spelling) en rekenen (gehele getallen). Je kent de samenhang tussen de verschillende vakken in het curriculum Ld 3.6.1 Vanuit kennis over de samenhang tussen de vakken in één vakgebied wordt onderwijs ontworpen en uitgevoerd mede gebruikmakend van het overkoepelende speerpunt Wetenschap en Technologie Je weet dat leerlingen de leerstof op verschillende manieren kunnen opvatten, interpreteren en leren. Je kunt je onderwijs daar op afstemmen en je leerlingen duidelijk maken wat de relevantie is van de leerstof voor het dagelijkse leven en vervolgonderwijs Ld 3.7.1 Het onderwijs in de groep wordt afgestemd op basis van kennis over hoe leerlingen de leerstof op verschillende manieren opvatten, interpreteren en leren. Hierbij wordt de leerstof zoveel mogelijk gerelateerd aan voorbeelden uit het dagelijks leven. Je kunt onderwijs uitvoeren en het leren organiseren: de leerstof aan je leerlingen begrijpelijk en aansprekend uitleggen, voordoen hoe er mee gewerkt moet worden en daarbij inspelen op de taalbeheersing en taalontwikkeling van de leerlingen Ld 3.17.1 Er wordt een eenvoudige, duidelijke, levendige en expressieve instructie gegeven die aansluit bij de leefwereld en beginsituatie van de leerlingen. Hierbij wordt de aandacht gevangen, gericht en vastgehouden waarbij spraak wordt ondersteund met mimiek, houding en visuele aanvulling. Je kunt onderwijs uitvoeren en het leren organiseren: de leerlingen met gerichte activiteiten de leerstof laten verwerken, daarbij variatie aanbrengen en bij instructie en verwerking differentiëren naar niveau en kenmerken van je leerlingen Ld 3.18.1 Bij de instructie en verwerking van de leerstof wordt rekening gehouden met de leerling (subjectief werkconcept) en de leefwereld. De instructie wordt effectief en boeiend verzorgd en de aansluitende verwerking is voor alle leerlingen een inoefening van de leerdoelen van de les. Spel wordt in alle groepen van de basisschool ingezet om aan te sluiten bij de natuurlijke behoefte van kinderen om te spelen en tegelijkertijd de leerstof effectief te verwerken. Door middel van spel worden ontwikkelingsgebieden aangesproken, zoals de motorische, creatieve, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. Je kunt onderwijs uitvoeren en het leren organiseren: samenwerking, zelfwerkzaamheid en zelfstandigheid stimuleren Ld 3.20.1. Zelfwerkzaamheid en zelfstandigheid wordt gestimuleerd door leerlingen te leren omgaan met uitgestelde aandacht en hen voor te bereiden op hun taak zodat ze weten wat ze moeten doen, hoe en met welk doel ze dat moeten doen en welke ruimte er is voor eigen initiatief en overleg met elkaar (planmatige principes van zelfstandig leren). Hierbij wordt het leereffect van de samenwerking tussen leerlingen versterkt door oplossingsgericht te communiceren. Je kunt onderwijs evalueren en ontwikkelen: feedback vragen van leerlingen en deze feedback samen met eigen analyse van de voortgang gebruiken voor een gericht vervolg van het onderwijsleerproces
DT 2.5
DT 2.8
DT 3.1
DT 3.2
DT 3.6
DT 3.7
DT 3.17
DT 3.18
DT3. 20
DT 3.22
14
Ld 3.22.1 DT 3.23
DT 4.3
DT 4.5
DT 5.4 DT 6.2
DT 7.2
Dt 7.3
Het onderwijsleerproces wordt met de leerlingen geëvalueerd en deze feedback wordt met de eigen analyse gebruikt voor het opstellen van nieuwe leerdoelen. Je kunt onderwijs evalueren en ontwikkelen: leerproblemen signaleren en indien nodig met hulp van collega’s oplossingen zoeken of doorverwijzen Ld 3.23.1. Verschillen in leerprestaties worden gesignaleerd en herleid tot instructiebehoeften. Hierbij wordt duidelijk aan welke criteria de instructie moet voldoen om alle leerlingen aan het werk te zetten waarbij duidelijk is wat er van ze wordt verlangd en hoe ze kunnen leren. Je kunt onderwijs voorbereiden – samenhangende lessen uitwerken met passende werkvormen, materialen en media afgestemd op het niveau en de kenmerken van je leerlingen Ld 4.3.1 Op basis van de ontworpen les worden passende werkvormen, materialen en media gekozen aansluitend bij de gekozen leeractiviteiten. Hierbij wordt rekening gehouden met de leefwereld van de leerlingen Je kunt onderwijs uitvoeren en het leren organiseren: doelmatig gebruik maken van beschikbare digitale leermaterialen en – middelen Ld 1. 4.5.1 Digitale leermaterialen en –middelen worden toegepast met als doel aan te sluiten bij de informatieverwerkingsprocessen in het geheugen. De criteria hiervoor zijn o.a.: de aandacht van de leerling richten de complexiteit van het materiaal verkleinen ondersteuning bieden irrelevante informatie weghouden een beroep doen op zowel het visuele als het auditieve systeem Je kunt onderwijs evalueren en ontwikkelen: bijdragen aan didactische ontwikkelingen in de school Ld 5.4.1. Er wordt geoefend met didactische werkvormen in de groep die passen bij de te bereiken leerdoelen. Je kunt onderwijs evalueren en ontwikkelen: de inhoud en de didactische aanpak van je onderwijs uitleggen en verantwoorden Ld 6.2.1. De leeractiviteit wordt gerelateerd aan het leerdoel om de inhoudelijke en didactische aanpak van de les uit te leggen aan leerlingen. Je kunt reflecteren op het eigen pedagogisch-didactisch handelen Een vakbekwame leraar is in staat en bereid om op zijn eigen pedagogisch-didactisch handelen te reflecteren. Dit handelen bepaalt in hoge mate het succes dat leerlingen zullen hebben in het verwerven van kennis, kunde en attitude. Het handelen van de leraar is gebaseerd op eigen denken, voelen en willen; kennis; opvattingen over beroep; persoonlijke kwaliteiten evenals visie op leren en onderwijzen. Om met dit alles bewust om te kunnen gaan en te kunnen vertalen naar eigen gedrag -in combinatie met bewustzijn van de innerlijke drijfveren om leraar te willen zijn- is reflectie nodig. Reflectie in het licht van het doel van onderwijs: kinderen leren voor de toekomst. Ld 7.2.1 Door terug te kijken op incidentele ervaringen op de leerwerkplek komen tot bewustwording van de eigen kwaliteiten en motivatie. Op basis van deze bewustwording wordt een beeld gevormd van de eigen drijfveren, geschiktheid en ontwikkelingsmogelijkheden voor het leraar ZIJN. Hierbij wordt het ui-model van binnen naar buiten gevolgd met aandacht voor vragen als wat doe ik; wat denk ik; wat voel ik en wat wil ik? Wat is mijn diepste drive om goed onderwijs te geven, waar doe ik het allemaal voor? Deze zelfkennis met een inzicht in de beroepsmotivatie wordt opgenomen in een bekwaamheidsdossier. De aanstaande leraar is bereid om in een leergemeenschap zijn reflecties te delen Je kunt werken in een organisatie met een eigen identiteit en visie waarin met collega’s een professionele gemeenschap wordt gevormd waarin onderzoekend en met een ondernemende houding wordt samengewerkt, geleerd en ontwikkeld. Je kunt werken in een organisatie met een eigen identiteit en visie waarin met collega’s een professionele gemeenschap wordt gevormd waarin onderzoekend en met een ondernemende houding wordt samengewerkt, geleerd en ontwikkeld. Ld 7.3.1 Onder begeleiding wordt een vraag of probleem vanuit de praktijk geformuleerd. Vanuit een open, onderzoekende houding wordt bronnenonderzoek uitgevoerd en een theoretisch kader geschreven. Hierbij worden correcte onderzoeksvragen opgesteld en wordt de methode (onderzoeksontwerp, onderzoekseenheden, onderzoeksmethode en - instrument) bepaald en beschreven. De validiteit, betrouwbaarheid en de ethische aspecten van het onderzoek worden benoemd. Dit alles komt tot uiting in een onderzoeksvoorstel dat wordt beschreven volgens de richtlijnen uit het HZ-Kader. Er wordt hierbij sturing gegeven aan het eigen leerproces, met gebruik van een onderzoeksmodel, waarmee startend vanuit de eigen aandachtspunt(en) de persoonlijke en professionele ontwikkeling gestructureerd vorm wordt gegeven (Geldens, 2012).
15
2.2
TOETSEN
De toetsen binnen dit thema staan op VLD onder vier verschillende toetsmatrijzen. Hieronder hebben we alle toetsen overzichtelijk samengebracht. Voor informatie over de wegingsfactor en de duur van tentamens verwijzen we je naar de toetsmatrijzen op VLD onder de diverse cursuscodes en de toetsprogramma’s op https://www.edugroepen.nl/sites/hzpabo/SitePages/Opleidingsdocumenten.aspx Nr. 1
Cursuscode CU16629
Toetsvorm Meerkeuze vragen
Omschrijving Nederlands taalonderwijs
2
CU16629
Open vragen
Rekenen bovenbouw
3 4
CU16629 CU16630
Meerkeuze vragen Meerkeuze vragen
Engels didactiek Tentamen Kennisbasis kunstzinnige oriëntatie
5
CU16631
Open vragen
kennistoets onderwijskunde
6 7 8
CU16631 CU16632 CU16632
Presentatie Werkplek assessment Individueel proces assessment
Presentatie onderzoek Beoordeling werkplekleren Reflectieverslag werkplekleren
2.2.1
Koppeling LD/DT Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1, Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 Ld 2.5.1, Ld 3.1.1 Ld 3.2.1, Ld 3.7.1 Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 Ld 3.6.1, Ld 3.17.1 KBV 3.3. KBMU 1.2; 2.1; 2.2; 2.3 en 3.2 KBDR2.1; 2.2; 3.2; 4.2 1.2.1, 2.5.1, 2.8.1, 3.17.1, 3.18.1, 3.22.1, 6.2.1 2.5.1, 3.1.1, 3.2.1, 3.6, 3.7 1.2.1, 2.8.1, 3.1.1, 3.2.1
Beoordelaar Dorien Schilder Jolanda Audenaerd
Sandra Vinke Marjolein Struys en Marjo Schillings Christy Ronseel
Anne Heijmans Leerteambegeleider Werkplekbegeleider SLC
Bronnen schriftelijke toetsen
Toets Nr.
Toetsvorm + omschrijving
Te bestuderen bronnen
1
Meerkeuze vragen Nederlands taalonderwijs
2
Open vragen Rekenen bovenbouw Meerkeuze vragen Engels didactiek
Taaldidactiek: hoofdstuk B5 en D2 Basiskennis Taalonderwijs: hoofdstuk 3.2- 3.5 en hoofdstuk 8 Powerpoints behorend bij de lessen (VLD) en uitgereikt lesmateriaal Hele getallen. Reken-wiskundedidactiek Hoofdstuk 5, startopgaven VLD
3
5
Meerkeuze vragen Tentamen Kennisbasis kunstzinnige oriëntatie
6
Open vragen kennistoets onderwijskunde
Praktische Didactiek voor Engels in het Basisonderwijs (2013) : hoofdstuk 5, 6, 7, 8, 9 (+/- 67 pagina’s) Engels in het Basisonderwijs hoofdstuk (2011)1, 2, 5, 7 Beeldende vorming: Uit Laat maar zien hoofdstuk 1,2,3,8 en 11 (+/- 120 pagina’s) Muziek: Uit: Muziek Meester (2015) hoofdstuk 1 Muziek op de BS , 2 Zingen, 4 Muziek maken en 10 Muziek, school en cultuur (+/- 130 pagina’s) Drama: Uit: Kijk op spel hoofdstuk 1,2,3 en 4 (+/- 130 pagina's. Aantekeningen lessen. MVB model - Ont-moeten. Boeiend onderwijs in een lerende school Hoofdstuk 1 t/m 6. - Ontwerpen van onderwijs hoofdstuk 2 t/m 4. - Ontwikkelingspsychologie hoofdstuk 11 t/m 13
16
2.3
COMPETENTIENIVEAU
Om bovenstaande toetsen naar behoren te kunnen afsluiten dien je per toets te bewijzen dat je voldoet aan het competentieniveau. Deze competentieniveaus zijn voor de toetsen CU16631 Presentatie en CU16632 individueel proces assemsent uitgewerkt in beoordelingsformulieren. Deze beoordelingsformulieren worden gedurende de lesweken beschikbaar gesteld op VLD onder de cursus CU16629.
2.4
HERKANSING
Alle herkansingsmomenten zijn opgenomen in het toetsprogramma pabo 1. Dit is te vinden onder de volgende link https://www.edugroepen.nl/sites/hzpabo/SitePages/Opleidingsdocumenten.aspx
Indien het een inlevertoets betreft worden er 2 inleverkansen aangemaakt in de documentenbalie. De documentenbalie is bereikbaar via www.hz.nl. 2.5
DIGITALE LEER- EN ONTWIKKELINGSMIDDELEN
2.5.1 Gebruik van wordpress voor het portfolio We gebruiken wordpress om de groei van de student over de verschillende thema’s zichtbaar te maken voor de leerteambegeleider. Nodig je leerteambegeleider dan ook uit om lid te worden van je wordpress. Maak alvast een nieuwe categorie aan met de naam Thema 4. In de briefing en enkele studie en werkplekopdrachten wordt je gewezen op het plaatsen van materiaal onder deze categorie. Mocht je nog behoefte aan wat praktische handreikingen bij het gebruik van Wordpress klik dan op de link : De
Kleine WordPress Handleiding 2.5.2 Gebruik van Edmodo als digitale klas Binnen dit thema maken we geen gebruik van Edmodo in de lessen. Je bent natuurlijk vrij om binnen het leerteam gebruik te maken van Edmodo of een ander systeem waarmee je de samenwerking meer tijd en plaats onafhankelijk kunt maken. 2.5.3 Gebruik van documentenbalie Van de acht toetsen in deze cursus kunnen er twee worden ingeleverd via de documentenbalie op my.hz.nl. Dit zijn de toetsen CU16631 Presentatie en CU16632 individueel proces assemsent. De inlevermomenten voor deze toetsen zijn geautomatiseerd.
17
3 Route, begeleiding en inhouden 3.1
OVERZICHT VAN CONTACTMOMENTEN / VAKGEBIEDEN
De cursus is onderverdeeld in verschillende contactmomenten / vakgebieden. In onderstaande overzicht is opgenomen hoeveel lessen er voor de verschillende contactmomenten en vakgebieden staan geroosterd, wie de lessen zal geven en wat men kan verwachten van het soort contactmoment / vakgebied. Nr. Contactmoment/Vakgebied Aantal lessen Docent Toelichting contactmoment / vakgebied 1 Leerteam zelfstandig 12 n.v.t. Iedere week 2x90 minuten leerteam zelfstandig 2 Leerteam begeleid 3 Divers, zie Iedere week een leerteam begeleid onder leiding van een vaste docent rooster 3 Nederlands 6 Dorien Schilder Zakelijk en creatief stellen, mondelinge taalvaardigheid 4 Rekenen - wiskunde 6 Jolanda Schriftelijk rekenen, standaardprocedures en schatten binnen het domein van Audenaerd gehele getallen. Het gebruik van het rekenmachine. 5 Engels 6 Sandra Vinke Stand van zaken van Engels in het basisonderwijs 6 Drama Dans 6 Christie Rosseel Eerste kennismaking met de opbouw van het vak dans en drama voor het basisonderwijs 7 Muziek 6 Marjo Schillings Lied aanleren; leiding geven aan een zingende klas; samenwerken tijdens de muziekles; Wie ben ik als leerkracht vanuit muzikale activiteiten die een bijdrage leveren aan het leren van kinderen en de creativiteit van kinderen in boeiend onderwijs. 8 Beeldende vorming 6 Marjolein Struys Over briljant falen versus georganiseerde onverantwoordelijkheid bij het onderwijzen van boeiend en inspirerende lessen beeldende vorming. 9 Onderwijskunde 6 Anne Heijmans Inspirerende lessen leren vormgeven door gebruik te maken van wat we weten over het brein, samenwerkend leren, denkgewoonten, systeemdenken en meervoudige intelligenties.
18
3.2
OVERZICHTEN VAN PLANNING VAN OPDRACHTEN EN LESINHOUDEN
Per week is er een overzicht gemaakt van de lesinhouden en planningen van de opdrachten van de lessen Nederlands, Rekenen, Engels, Beeldende vorming, Muziek, Dans en Drama en onderwijskunde. De contactmomenten leerteam zelfstandig en begeleid zijn hier niet in opgenomen. Deze lessen volgen de fasen zoals beschreven in de Briefing. 3.2.1 Lesweek 1 Planning en inhouden Lesinhouden lesweek 1 Contactmoment/Vakgebied Titel van de les Nederlands De leerling als taalgebruiker
Leerdoelen Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1, Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 Ld 2.5.1, Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1 KBENG 1.1, 1.3 Ld 1.2.1, Ld3.17.1 en Ld3.18.1 en KBV 2.2
Rekenen Engels Beeldende vorming
Kolomsgewijs optellen en aftrekken Engels in het Basisonderwijs Briljant falen
Muziek
‘Zelfstudie’ Docent afwezig, les is ingeroosterd
Ld 3.2 ; Ld 3.17.1, KBMU2.1, KBMU2.2; KBMU2.3, KBMU3.2
Dans en drama Onderwijskunde
Onbevangenheid Hoe kan ik leerlingen voorbereiden op de toekomst?
Ld 1.2.1 Ld 1.2.1
Planning opdrachten lesweek 1 Contactmoment/ Opdracht vakgebied Werkplekleren Werkplekopdracht 1 Rekenen Zelfstandige verwerking Engels Voorbereidingsopdracht
Benodigdheden Dummy/inspiratieboek
Dummy/inspiratieboek, potlood hb of 2b, digitaal device met toegang tot internet. Boek Laat maar zien. Site muziek meester, document opstaan op VLD bij de cursus en in de mail. Boek muziek meester
Actie
Toelichting opdracht
SBU
Observeer Maak en lees Lees, bekijk en maak
Observatie van traditioneel versus boeiend onderwijs. Studieopdracht 1 rekenen en lezen blz. 124-129
Wp*
Lees H1. Introductie Engels in het basisonderwijs (p.11-38) Bekijk http://www.rtlnieuws.nl/nieuws/binnenland/nieuw-op-de-basisschool-engelse-lesvanaf-groep-1-0 Maak
1 2
19
Beeldende vorming
Voorbereidingsopdracht
Bekijk Maak Koop
Beeldende vorming
Zelfstandige verwerking
Teken
Muziek
Voorbereidingsopdracht
Bekijk en Activeer
Onderwijskunde
Voorbereidingsopdracht
*wp = leerwerkplekuren
Bekijk Inventariseer
een overzichtje van het Engels zoals het jou werd aangeboden en hoe je vindt dat het zou moeten worden aan de hand van de informatie die hierboven wordt aangegeven. Neem dit overzichtje mee naar de les. Bekijk Bekijk de keynote ‘stop stealing dreams’ van Ruud Veltenaar (zie Onderwijskunde les 1) Maak Noteer naar aanleiding van je inventarisatie bij de voorbereiding Onderwijskunde les 1 gevolgen van deze visie voor het onderwijs in Beeldende vorming. Koop Een tekenwerkschrift/ dumyyboek a4 formaat en neem deze mee naar de eerste les. Teken ‘Zo veel mogelijk plaatjes’ Schets in je dummy op één pagina 24 cirkels of gebruik het kopieerblad cirkels(zie VLD beeldende vorming) probeer zoveel mogelijk keer de cirkel te verwerken in een tekening. Bekijk • Muziek Meester blz. 57 t.m 62 Een nieuw lied aanleren • Opdracht ‘Opstaan’ bij lesmateriaal muziek en ontvangen via mail Activeer Activeer de code uit je boek Muziek Meester om in te kunnen loggen op www.muziekmeester.nl Bekijk Bekijk de keynote ‘stop stealing dreams’ van Ruud Veltenaar (6 minuten tot 23 minuten) https://www.youtube.com/watch?v=BvWn3ch9iRM
0,3
0,2
0,4
0,3
Inventariseer Schrijf kort op hoe Ruud Veltenaar de toekomst van onderwijs ziet. Neem deze aantekeningen meer naar les 1
20
3.2.2 Lesweek 2 Planning en inhouden Lesinhouden lesweek 2 Contactmoment/Vakgebied Titel van de les Nederlands De leerling als taalgebruiker: leerstofordening Rekenen Engels Beeldende vorming
Cijferend optellen en aftrekken Engels in het Basisonderwijs Assimilatie en accommodatie
Leerdoelen Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1, Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 Ld 2.5.1, Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1 KBENG 1.1, 1.3 Ld 3.7.1. en KBV 3.3
Muziek
Leiding geven bij het lied aanleren in een veilige leeromgeving vanuit een betekenisvolle context
Ld 3.2 ; Ld 3.17.1, KBMU2.1; KBMU2.2; KBMU2.3; KBMU3.2
Dans en drama Onderwijskunde
Fantasie, creativiteit en zelfvertrouwen Hoe kan ik mijn kennis over het brein gebruiken om boeiend onderwijs te ontwerpen?
3.17.1, 3.18.1
Planning opdrachten lesweek 2 Contactmoment/ Opdracht Vakgebied Nederlands voorbereidingsopdracht
Benodigdheden Dummy/inspiratieboek,
Dummy/inspiratieboek, hb en 2b potlood, Device waarmee je op internet kunt. Boek Muziek Meester Boek Kijk op spel Mindmap breinprincipes
Actie
Toelichting opdracht
SBU
Bekijk
Bestudeer: op http://tule.slo.nl/Nederlands/F-KDNederlands.html de leerlijnen 5 t/m 8 (klik ook dóór!) en noteer de hoofdlijnen. Maak: Studieopdracht 1 rekenen Maak: blz 130, en studieopdracht 1 rekenen verder uitwerken. Lees H2. Taalverwerving (p.39-56) van Engels in het Basisonderwijs Bekijk: https://www.youtube.com/watch?v=ferhqIXDIg&index=24&list=PLVl5ZxDYVhfHHu_RvfD1fUmoW3P73nUjI Teken: Teken nog enkele malen een boom en probeer iedere keer je schema te verfijnen en te verbeteren door vooraf afbeeldingen van bomen te analyseren. Mail: de opdracht ‘Opstaan’ van je leerteam naar de docent
[email protected] Onderwerp: Opdracht Opstaan _ Klas_naam Namen van leerteamleden in het document en in de mail. Bekijk: Muziek Meester hoofdstuk 2.5 Lees: hoofdstuk 1.1 t/m 1.4
0,2
Rekenen Rekenen Engels Beeldende vorming Beeldende vorming Muziek
voorbereidingsopdracht Zelfstandige verwerking voorbereidingsopdracht Voorbereidingsopdracht
maak maak Lees Bekijk
Zelfstandige verwerking
Teken
Dans en drama
Voorbereidingsodpracht
voorbereidingsopdracht
Lees
0,2 0,1 0,5 0,1 0,2 0,2
1
21
Onderwijskunde
Voorbereidingsopdracht
Inventariseer
Inventariseer: In de mindmap boeiend onderwijs (tak: breinkennis) worden zes breinprincipes genoemd. Verzamel informatie bij deze zes breinprincipes in een mindmap. Installeer: Zorg voor een gratis prowise account. Aan te vragen op www.prowise.com
3.2.3 Lesweek 3 Planning en inhouden Lesinhouden lesweek 3 Contactmoment/Vakgebied Titel van de les Nederlands De leerling als taalgebruiker: stelvaardigheden/ schrijfstrategieën Rekenen Kolomsgewijs vermenigvuldigen en delen Engels Het Vierfasenmodel Beeldende vorming Grafisch vormgeven
Muziek
Leiding geven aan een zingende groep in de bovenbouw
Dans en drama Onderwijskunde
Teacher-in-role Hoe organiseer ik samenwerkend leren?
Leerdoelen Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1, Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 Ld 2.5.1, Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1 Ld 3.7.1 KBENG 2.2, 2.3 Ld 3.7.1. en KBV 3.3
Ld 3.2 ; Ld 3.17.1, KBMU2.1; KBMU2.2; KBMU2.3; KBMU3.2
1
Benodigdheden
Dummy/inspiratieboek en hb en 2b potlood, device waarmee je op het internet kunt. Boek Muziek Meester
6.2.1
Planning opdrachten lesweek 3 Voor deze week zit een zelfstudieweek. Gebruik deze week voor de voorbereidingsopdrachten lesweek 3. Contactmoment/ Opdracht Actie Toelichting opdracht Vakgebied Nederlands Voorbereidingsopdracht Lees Lees hoofdstuk D 2.2.2 uit Taaldidactiek en hoofdstuk 8.2 uit Basiskennis Noteer Taalonderwijs en noteer de hoofdlijnen. Schrijf ook jouw eventuele vragen op en noteer wat jou opvalt. Neem je aantekeningen mee naar de les Nederlands Zelfstandige verwerking Werk, bereid Werk: de opdrachten voor creatief stellen uit in je inspiratieboek. en verzamel Bereid: in je werkgroepje je digitale presentatie zakelijk stellen voor. Verzamel: ten behoeve daarvan en naar aanleiding van de digitale presentatie van een andere groep relevant (beeld-) materiaal uit de praktijk en bespreek materiaal dit in je werkgroep. Rekenen Voorbereidingsopdracht maak Maak: studieopdracht 2 rekenen Rekenen Zelfstandige verwerking Lees en maak Lees en maak: blz. 130-134
SBU 0,2 1
0,5 0,1 22
1
Bekijk Oefen Lees
Lees H. 5, 6, 7, 8, 9 Het Vierfasenmodel (p.113-179) uit Praktische Didactiek voor Engels in het basisonderwijs Verzamel: Tekeningen van leerlingen / foto’s van werk van leerlingen waarop je meerdere fases van een schema kunt zien. Kijk hiervoor in tekenschriftjes als die aanwezig zijn of vraag de leerlingen gedurende een aantal dagen tekeningen te maken. Teken: Verfijn je tekening met diverse kenmerken uit de les. Denk daarbij aan het toevoegen van details, kleur en een passe-partout. Je kunt dit in je dummy doen of de tekening in scannen en verder digitaal bewerken. Print in het laatste geval de tekening uit en plak deze in je dummy. Voel je ook vrij om een nieuwe tekening te maken met daarin diverse kenmerken verwerkt. Bekijk Muziek Meester hoofdstuk 2 helemaal Oefen slagfiguren in enen, tweeën, drieën Lees: 2.3 (geheel) en 3.14
Bekijk Verzamel
Bekijk: Bekijk de promofilm ‘samenwerkend leren’. https://www.youtube.com/watch?v=uDuQ8yOERqQ
0,1
Engels
voorbereidingsopdracht
Lees
Beeldende vorming
Voorbereidingsopdracht
Verzamel
Beeldende vorming
Zelfstandige verwerking
Teken
Muziek
Voorbereidingsopdracht
Dans en drama
Voorbereidingsopdracht
Onderwijskunde
Voorbereidingsopdracht
Onderwijskunde
Zelfstandige verwerking
Organiseren
Verzamel: Neem een foto, filmpje of kort verslag mee van een samenwerkingsactiviteit die jij hebt uitgevoerd met de kinderen. Werkplekopdrachten: Werkplekopdracht ‘samenwerkend leren organiseren’. Zie paragraaf 7.2.1
1
0,5
0,2 1
wp
23
3.2.4 Lesweek 4 Planning en inhouden Lesinhouden lesweek 4 Contactmoment/Vakgebied Titel van de les Nederlands Didactiek van het stelonderwijs Rekenen
Cijferend vermenigvuldigen en delen
Engels Beeldende vorming Muziek
Het vierfasenmodel Wie ben ik, wie ben jij?
Dans en drama Onderwijskunde
Opbouw Hoe kan ik systeemdenken inzetten in mijn onderwijs?
Leiding geven aan een zingende groep Rap, yell, spreektekst
Planning opdrachten lesweek 4 Contactmoment/ Opdracht Vakgebied Nederlands Voorbereidingsopdracht
Leerdoelen Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1, Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 Ld 2.5.1, Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1 Ld.3.1.1 KBENG 2.2, 2.3 Ld 3.7.1. en KBV 3.3 Ld 3.2 ; Ld 3.17.1, KBMU2.1; KBMU2.2; KBMU2.3; KBMU3.2
Benodigdheden Dummy / inspiratieboek
Dummy / inspiratieboek Boek Muziek Meester
3.22.1
Actie
Toelichting opdracht
SBU
Lees Noteer
Lees hoofdstuk D 2.2.4 uit Taaldidactiek (m.u.v. ‘Evaluatie en toetsing’) en noteer de hoofdlijnen. Schrijf ook jouw eventuele vragen op en noteer wat jou opvalt. Neem je aantekeningen mee naar de les, noteer alvast eventuele ideeën voor een stelles. Werk: de opdrachten voor creatief stellen uit in je inspiratieboek. Bereid: in je werkgroepje je digitale presentatie zakelijk stellen voor. Verzamel: ten behoeve daarvan en naar aanleiding van de digitale presentatie van een andere groep relevant (beeld-) materiaal uit de praktijk en bespreek materiaal dit in je werkgroep Bereid: naar aanleiding van de lessen 1 t/m 5 gezamenlijk een methodeles (liefst stellen) voor (zie werkplekopdracht) Voer deze week de werkplekopdracht rekenen uit. Lees H. 5, 6, 7, 8, 9 Het Vierfasenmodel uit Praktische Didactiek voor Engels in het basisonderwijs. Verzamel en neem mee: Zoveel mogelijk voorbeelden (digitaal) van kindertekeningen van diverse leeftijden per kenmerk zoals besproken in de les 3 Beeldende vorming.
0,2
Nederlands
Zelfstandige verwerking
Werk, bereid en verzamel
Rekenen Engels
werkplekopdracht voorbereidingsopdracht
Uitvoeren Lees
Beeldende vorming
voorbereidingsopdracht
Verzamel en neem mee
1
wp 0,5 1
24
Beeldende vorming
Zelfstandige verwerking
Lees, noteer en deel
Muziek
Voorbereidingsopdracht Werkplekopdracht
Bekijk Maken Oefen
Dans en drama Onderwijskunde
voorbereidingsopdracht Voorbereidingsopdracht
Lees Verzamel
Onderwijskunde
Zelfstandige verwerking
Uitvoeren
Neem mee: Dummy, hb en b2 potlood, device waarmee je op het internet kunt. Lees, noteer en deel: de werkplekopdracht kritisch door met je leerteam en voorzie het geheel van vragen die je hebt. Maak deze vragen direct na de les en deel je vragen met de contactpersoon van de klas. De contactpersoon zal de geclusterde vragen uiterlijk die vrijdag van lesweek 4 met de docent via de mail delen. Bekijk: Muziek Meester hoofdstuk10.4 blz. 260 t/m 266 Maak: Uitwerking van het lied dat je wilt aanleren op je werkplek in een LVB-formulier. Meenemen naar de les Oefen: Slagfiguren in enen, tweeën, drieën en vieren Lees: 2.2 en 2.4 Verzamel Verzamel drie verschillende visuele systeem hulpmiddelen (vormgevers) die kunnen worden gebruikt in het basisonderwijs (tip: Pinterest). Neem de afbeeldingen mee naar les 4. Zie werkplekopdracht 9 (paragraaf 7.2.1)
0,5
1,5
0,5
wp
25
3.2.5 Lesweek 5 Planning en inhouden Lesinhouden lesweek 5 Contactmoment/Vakgebied Titel van de les Nederlands Evaluatie en Toetsing stelonderwijs Rekenen
schatten
Engels Beeldende vorming Muziek
Doelstellingen Van tekening tot Cobra werk
Dans en drama Onderwijskunde
Kijk en beoordeel Hoe kunnen de denkgewoonten mij en mijn leerlingen helpen een effectieve(re) leerhouding te ontwikkelen?
Coöperatief leren met muziek en Creatieve opdrachten in stappen.
Planning opdrachten lesweek 5 Contactmoment/ Opdracht Vakgebied Nederlands Voorbereidingsopdracht
Leerdoelen Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1, Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 Ld 2.5.1, Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1 Ld 3.17.1 KBENG 4.1, 1.2 Ld 5.4.1 Ld 3.2 ; Ld 3.17.1; Ld 3.6.1 KBMU2.1; KBMU2.2; KBMU2.3; KBMU3.2
Benodigdheden Dummy/inspiratieboek
Dummy/inspiratieboek Boek Muziek Meester
2.5.1
Actie
Toelichting opdracht
SBU
Lees de paragraaf ‘Evaluatie en toetsing’ in hoofdstuk D 2.2.4 uit Taaldidactiek en noteer de hoofdlijnen Lees en maak: blz. 140-147 Lees: H 7 Doelstellingen uit Engels in het Basisonderwijs Inventariseer: uit figuur 7.3 wat jouw niveau is voor Engels per vaardigheid. Bekijk: Op youtube drie verschillende teken/ schildertechnieken waarvan er één in ieder geval ecoline moet zijn. Denk aan: aquarelle potlood, potlood, krijt, houtskool, grafiet, wasco, wasco en dekzwart, wasco en ecoline, inkt, ecoline en bleekwater/chloor, stift Teken: Maak je tekening/schilderij af en voorzie het van een passe-partout en hang je werk op in de gang op aanwijzing van de docent. Lees: Muziek Meester Uit Hoofdstuk 4 blz. 100 t/m 117
0,2
Rekenen Engels
Zelfstandige verwerking voorbereidingsopdracht
Beeldende vorming
voorbereidingsopdracht
Lees Noteer Lees en maak Lees en inventariseer bekijk
Beeldende vorming Muziek
Zelfstandige verwerking
Teken
Voorbereidingsopdracht
Lezen
1 0,5 1
1 1 26
Onderwijskunde
Voorbereidingsopdracht
Bekijk en schrijf
Onderwijskunde
Zelfstandige verwerking
uitvoeren
Muziek Meester Uit Hoofdstuk 10 blz.245 t/m 260 en 266 t/m 277 Bekijk: Bekijk de website: http://www.denkgewoonten.nl/ Op deze website staan 16 denkgewoonten vermeld. Schrijf voor jezelf op waarom het gebruiken van denkgewoonten nuttig kan zijn. Schrijf drie denkgewoonten op die bij je passen. Zie werkplekopdracht 10 (paragraaf 7.2.1)
3.2.6 Lesweek 6 Planning en inhouden Lesinhouden lesweek 6 Contactmoment/Vakgebied Titel van de les Nederlands Mondelinge taalvaardigheid: De leerling als taalgebruiker: luisterdoelen en – strategieën/ leerkrachtvaardigheden Rekenen Rekenmachine op de basisschool Engels Beeldende vorming Muziek
Dans en drama Onderwijskunde
Vervroegd Vreemdetalenonderwijs Beelden en het brein Breinkennis, meervoudige intelligentie en muziek
Wie is het oudere kind en welke talenten heeft het?
Planning opdrachten lesweek 6 Contactmoment/ Opdracht Vakgebied Nederlands Voorbereidingsopdracht Nederlands Rekenen
Zelfstandige verwerking voorbereidingsopdracht
Leerdoelen Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1, Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 Ld 2.5.1, Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1 Ld 3.2.1, Ld 3.17.1 KBENG 3.2 Ld 4.3.1, 3.6.1 Ld 3.2 ; Ld 3.17.1; Ld 3.6.1, KBMU2.1; KBMU2.2; KBMU2.3; KBMU3.2 2.8.1
0,5
wp
Benodigdheden
Dummy / inspiratieboek Boek Muziek Meester
Telefoon, tablet of laptop met QR code scanner.
Actie
Toelichting opdracht
SBU
Lees Noteer uitwerken Lees en maak
Lees hoofdstuk B 5 uit Taaldidactiek en hoofdstuk 3.2 en 3.3 uit Basiskennis taalonderwijs en noteer de hoofdlijnen Werk: de opdrachten voor creatief stellen uit in je inspiratieboek. Lees en maak: blz. 147-153
1 0,5 1
27
Engels
voorbereidingsopdracht
Lees
Lees H 5 Vervroegd Vreemdetalen-onderwijs uit Engels in het Basisonderwijs
0,1
Beeldende vorming Beeldende vorming Muziek
voorbereidingsopdracht
maak
Maak: Schrijf je werkplekopdracht Beeldende vorming uit in het lesvoorbereidingsformulier en neem deze mee naar de les.
2
Zelfstandige verwerking
voltooien
Voltooi: alle tekenopdrachten in je Dummy af.
1
voorbereidingsopdracht
Lees
Lezen: Volledige tentamenstof Muziek Meester: hoofdstuk 1, 2, 4 en 10 en vragen noteren
1,0
Dans en drama Onderwijskunde Onderwijskunde
voorbereidingsopdracht Voorbereidingsopdracht Zelfstandige verwerking
lees Lees Creëer.
Lees: 4.1 en 4.2
0,2 1 wp
Lees: Ontwikkelings- psychologie hoofdstuk 11 t/m 13.
Zie: studieopdracht 6 (Hoofdstuk 7).
28
4 Rollen en taken Rol Studieloopbaancoach (SLC)
Docent
Werkplekdocent
Leerteambegeleider
Student
Toelichting Tijdens je opleiding tot een bekwaam leerkracht basisonderwijs gaat het niet alleen om het verwerven van kennis en vaardigheden. Tijdens de opleiding zal zeker ook jouw persoonlijke ontwikkeling centraal staan. De studieloopbaancoach is een docent van de opleiding die je gedurende de eerste twee jaren van de opleiding intensief zal begeleiden gericht op jouw persoonlijke ontwikkeling. In het begin zal je gerichte opdrachten krijgen en naarmate de opleiding vordert zal het initiatief steeds meer bij jou komen te liggen. Kortom: de studieloopbaancoach begeleidt je bij het ontwikkelen van je persoonlijkheid en de wijze waarop je deze kunt inzetten in je toekomstige werk. Je leert je sterke kanten ontdekken, ontwikkelen en toepassen. Heb je naast de bijeenkomsten nog behoefte aan advies, begeleiding of een goed gesprek? Vraag dan je studieloopbaancoach! Tijdens dit eerste blok zal je kennis maken met een aantal docenten uit de opleiding. Deze docenten hebben allemaal een andere achtergrond en kiezen dus voor een andere invalshoek. De docent geeft les in zijn/haar vak en is beschikbaar voor vragen binnen dit vakgebied. De docent structureert de gelezen theorie en organiseert en stimuleert het uitwisselingen van leerervaringen. Daarnaast zet de docent aan tot verdieping (verder kijken) en helpt bij transfer. Met transfer bedoelen we de constante koppeling tussen theorie en de praktijk (de basisschool). Om een constante pendel tussen theorie en praktijk te kunnen maken is het belangrijk je goed voor te bereiden op iedere les. We vinden het daarom ook erg belangrijk dat je vragen en/of leerwerkplekervaringen deelt in de lessen op de HZ! De werkplekdocent is de leerkracht op de basisschool de juf of meester van jouw leerwerkplek. Van deze werkplekdocent zul je ontzettend veel gaan leren door goed naar hem/haar te kijken, je vragen te stellen en feedback te ontvangen. Samen met de werkplekdocent maak je wekelijks een activiteitenplanning: wat ga je doen, wanneer en met welk doel? Jouw werkplekdocent zal je begeleiden tijdens jouw eerste stappen in het vak van leerkracht. Hij/zij zal antwoord geven op je vragen en feedback geven op jouw gedane activiteiten. Overhandig hem/haar ook deze studentenhandleiding. Binnen je leerteam zul je gedurende dit blok verschillende opdrachten uitvoeren. De leerteambegeleider zal aanwezig zijn tijdens een aantal leerteambijeenkomsten. Deze begeleider is beschikbaar voor vragen omtrent de gegeven opdrachten. Tot slot…de student dat ben jij! We bieden dit eerste blok een uiteenlopend programma waarin we hopen dat jij geïnspireerd en geprikkeld raakt met een wens uit te groeien tot een fantastische leerkracht basisonderwijs. We verwachten een actieve en onderzoekende houding. Concreet betekent dit dat we je vragen je grondig voor te bereiden op alle lessen zodat we tijdens lesmomenten echt kunnen ingaan op het onderwerp van dat moment middels diverse werkvormen. Natuurlijk verwachten we deze houding ook tijdens je leerwerkplekscholen in het basisonderwijs! Er wordt binnen het HBO onderwijs een groeiende mate van zelfstandigheid van je verwacht. Hier zul je misschien best wel aan moeten wennen: we willen je helpen en ondersteuning bieden maar…het initiatief ligt (grotendeels) bij jou!
29
5 Bronnen en aanbevolen literatuur 5.1
VERPLICHTE LITERATUUR
Titel Laat maar zien
Druk 3e druk
Auteur Jacobse, Anky, Onna, Jos van Lei, R. van der, Haverkort, F., Noordam, L.
ISBN 9789001809287
Eigen-wijs, liedbundel voor kinderen van 4-12 jaar, inclusief c.d.-rom
2e druk, vanaf 2009
Muziek meester Boek en licentie website 4e druk, 1e oplage 2015 Ontwerpen van onderwijs
4e druk, 1e oplage 2015 4e druk
Lei, R. van der, Haverkort, F., Noordam, L.
9789006951813
Munnik, Cees de
9789001716004
Ontwikkelingspsychologie
5e druk
Feldman, Robert S.
9789043024259
Taaldidactiek
2e druk, 2011 1e druk
Koeven, Erna van, Vreman, Margreet Balen, Joke van, Geerts, Walter, Postma, Wybe Petra van den BromSnijders e.a. Jan Jutten
9789006955170
S. Oskam
Praktijkboek voor leraren Hele getallen Ontmoeten; boeiend onderwijs in een lerende school. Praktische didactiek voor Engels in het Basisonderwijs. Basiskennis taalonderwijs
2e druk, 2014 1e druk
6e druk (2013) 1e druk
Kijk op spel drama voor de pabo
5.2
Henk Huizenga, Rolf Robbe Nooij , H. de
Uitgeverij Noordhoff Uitgevers Muzikale Vorming, Stichting ter bevorder Thieme Meulenhoff
thema 1 en 4
Noordhoff Uitgevers Pearson Benelux B.V. Thieme Meulenhoff
1 en 4
9789046903964
Coutinho
1,2,3 en 4
978 90 06 95536 1 ISBN 9789081344418
Thieme Meulenhoff Natuurlijk Leren BV.
1,2,3 en 4
ISBN: 9789046903520 978-90-01-822965 9789001809324
Coutinho
4
Noordhoff Uitgevers Noordhoff Uitgevers
1 en 4
9789080497160
1 en 4 en
1, (3) en 4
1,2,3 en 4 1,2,3 en 4
4
1 en 4
AANBEVOLEN LITERATUUR
Van de Brom - Snijders, P., Van den Bergh, J., Hutten, O., & Van Zanten, M. (2014). Hele getallen Reken-wiskunde didactiek. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff. Evelein, F. (2007). Coöperatief leren in muziek. Activiteiten basisonderwijs. Baarn: HB uitgevers. Korthagen, F., & Nuijten, E. (2015). Krachtgericht Coachen. Amsterdam: BOOM/LEMMA.
30
6 Inhoud van de lessen per vakgebied 6.1
NEDERLANDS
Nederlands les 1. De leerling als taalgebruiker Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1, Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 Vóór de les Tijdens de les Neem mee Doelen: je dummy/ inspiratieboek mee • Je weet wat het einddoel is waar we voor het vak Nederlands naar naar de les. Denk na over jouw toe werken in dit blok en welke (formatieve) tussendoelen er zijn. eigen schrijfontwikkeling: ben je • Je weet dat je voor Nederlands een dossier Creatief Stellen aan moet een creatief schrijver of juist leggen en hoe dit gevuld gaat worden. helemaal niet? Hoe is dat • Je weet welke domeinen en begrippen uit de Kennisbasis gekomen? Welke ervaringen Nederlandse Taal in deze cursus centraal staan hebben daar een rol in gespeeld? • Je hebt kennis van de functies van het schrijven van teksten in onze alledaagse communicatie en kunt de genoemde elementen in een Lees praktijksituatie herkennen (KB 6.3.10) hoofdstuk D 2.1 t/m 2.2.1 uit Taaldidactiek en noteer de Inhouden: hoofdlijnen. Schrijf ook jouw • Leerdoelen van het onderdeel stellen binnen dit thema. eventuele vragen op en noteer wat • Je eigen schrijfontwikkeling tot op heden. jou opvalt. Neem je aantekeningen • Factoren die kenmerkend zijn voor het domein Stellen mee naar de les samenbrengen in de Mindmap Stellen, idem voor Mondelinge Taalvaardigheid • Planning van de (4) presentaties Zakelijk Stellen en (1) Mondelinge Taalvaardigheid • Opzet dossier creatief stellen
Na de les Werk de opdracht voor creatief stellen uit in je inspiratieboek. Bereid in je werkgroepje je digitale presentatie zakelijk stellen voor a.h.v. jullie vraag over één van de armen van de Mindmap Stellen, die jullie in de klas hebben samengesteld n.a.v. de kenmerkende factoren. Verzamel ten behoeve daarvan en naar aanleiding van de digitale presentatie van een andere groep relevant (beeld-) materiaal uit de praktijk en bespreek materiaal dit in je werkgroep
31
Nederlands les 2. De leerling als taalgebruiker: leerstofordening Ld Vóór de les Tijdens de les Neem mee Doelen: Neem je dummy/ inspiratieboek • Je weet welke manieren er zijn om de leerstof van het stelonderwijs mee naar de les. te ordenen en in tijd (door schooljaren heen) aan bod te laten komen (KB 6.2.11) Bestudeer • Je weet welke leerstofordening er is bij het domein Stellen (KB http://tule.slo.nl/Nederlands/F6.2.12) KDNederlands.html de leerlijnen 5 • Je maakt kennis met een aantal werkvormen Creatief Stellen en weet t/m 8 (klik ook dóór!) en noteer de hoe je deze werkvormen kunt inzetten bij creatief stelonderwijs hoofdlijnen. Schrijf ook jouw eventuele vragen op en noteer wat Inhouden: jou opvalt. Neem je aantekeningen • Leerdoelen van het onderdeel stellen binnen dit thema. mee naar de les • Je eigen schrijfontwikkeling tot op heden. • Factoren die kenmerkend zijn voor het domein Stellen, samengebracht in de Mindmap Stellen • presentaties (1) zakelijk stellen en discussie • Werken aan dossier creatief stellen
Na de les Werk de opdrachten voor creatief stellen uit in je inspiratieboek. Bereid in je werkgroepje je digitale presentatie zakelijk stellen voor. Verzamel ten behoeve daarvan en naar aanleiding van de digitale presentatie van een andere groep relevant (beeld-) materiaal uit de praktijk en bespreek materiaal dit in je werkgroep
32
Nederlands les 3 de leerling als taalgebruiker: stelvaardigheden/ schrijfstrategieën Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1, Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 Vóór de les Tijdens de les Neem mee Doelen: je dummy/ inspiratieboek mee • Je maakt kennis met een aantal werkvormen Creatief Stellen en weet naar de les. hoe je deze werkvormen kunt inzetten bij creatief stelonderwijs • Lees hoofdstuk D 2.2.2 uit Taaldidactiek en hoofdstuk 8.2 uit Basiskennis Taalonderwijs en noteer de hoofdlijnen. Schrijf ook jouw eventuele vragen op en noteer wat jou opvalt. Neem je aantekeningen mee naar de les
• •
Je kent de begrippen verzamelen, selecteren, ordenen van inhoud, formuleren, revisie, verzorgen en reflecteren op schrijfgedrag; kent de plaats van deze stappen in het schrijfproces en herkent deze in een schrijfsituatie (KB 6.1.1 t/m 6.1.7) Je kent de begrippen vertellend en denkend schrijven en kan bij een situatie aangeven of vertellend of denkend schrijven wordt toegepast Je kent het begrip ‘schrijfstrategie’ (aanpak van het schrijfproces) en herkent strategisch schrijven in een praktijkvoorbeeld (KB 6.3.3)
Inhouden: • Leerdoelen van het onderdeel stellen binnen dit thema. • Factoren die kenmerkend zijn voor het domein Stellen, samengebracht in de Mindmap Stellen • presentaties (2) en (3) zakelijk stellen en discussie • Werken aan dossier creatief stellen
Na de les Werk de opdrachten voor creatief stellen uit in je inspiratieboek. Bereid in je werkgroepje je digitale presentatie zakelijk stellen voor. Verzamel ten behoeve daarvan en naar aanleiding van de digitale presentatie van een andere groep relevant (beeld-) materiaal uit de praktijk en bespreek materiaal dit in je werkgroep
33
Nederlands les 4. Didactiek van het stelonderwijs Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1, Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 Vóór de les Tijdens de les Neem mee Doelen: Je dummy/ inspiratieboek mee • Je weet wat de rol van de docent bij het stelonderwijs inhoudt, kent naar de les. het didactische model van de stelles en kunt dit toepassen in de Lees hoofdstuk D 2.2.4 uit praktijk (KB 6.2.2 t/m/ 6.2.7) Taaldidactiek (m.u.v. ‘Evaluatie en toetsing’) en noteer de hoofdlijnen. Inhouden: Schrijf ook jouw eventuele vragen • Leerdoelen van het onderdeel stellen binnen dit thema. op en noteer wat jou opvalt. Neem • Factoren die kenmerkend zijn voor het domein Stellen, je aantekeningen mee naar de les, samengebracht in de Mindmap Stellen noteer alvast eventuele ideeën • presentatie (4) zakelijk stellen en discussie voor een stelles. • Werken aan dossier creatief stellen • Bespreken van didactiekvragen n.a.v. de kijkopdracht op Kijk naar www.lesintaal.nl http://www.lesintaal.nl/platform_t aaldidactiek/6_stellen/praktijk/1_h et_maken_van_een_doetekst_..htm Beantwoord voor jezelf de kijkvragen (noteer kort de antwoorden) en de didactiekvragen. Bespreek deze in je werkgroepje.
Na de les Werk de opdrachten voor creatief stellen uit in je inspiratieboek. Bereid in je werkgroepje je digitale presentatie zakelijk stellen voor. Verzamel ten behoeve daarvan en naar aanleiding van de digitale presentatie van een andere groep relevant (beeld-) materiaal uit de praktijk en bespreek materiaal dit in je werkgroep Bereid naar aanleiding van de lessen 1 t/m 5 gezamenlijk een methodeles (liefst stellen) voor (zie werkplekopdracht)
34
Nederlands les 5. Evaluatie en toetsing Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1, Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 Vóór de les Tijdens de les Neem mee Doelen: Je dummy/ inspiratieboek mee • Je kunt de kwaliteit van een tekst van naar de les. • een leerling bepalen met behulp van een beoordelingsschaal • Je kunt effectieve feedback geven op de tekst van een leerling (KB Lees en noteer 6.2.9) De paragraaf ‘Evaluatie en toetsing’ in hoofdstuk D 2.2.4 uit Inhouden: Taaldidactiek en noteer de • Presentatie (5) zakelijk stellen en discussie hoofdlijnen. Schrijf ook jouw • Werken aan dossier creatief stellen eventuele vragen op en noteer wat jou opvalt. Neem je aantekeningen mee naar de les
Na de les
Nederlands les 6.mondelinge taalvaardigheid: De leerling als taalgebruiker: luisterdoelen en –strategieën/ leerkrachtvaardigheden Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1, Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 Vóór de les Tijdens de les Na de les Neem mee Doelen: Werk Je dummy/ inspiratieboek mee de opdrachten voor creatief stellen uit in • Je kent de verschillende luisterdoelen en –strategieën en kunt deze naar de les. je inspiratieboek. herkennen in een praktijksituatie (KB 1.1.1 en 1.1.2) • Lees en noteer Hoofdstuk B 5 uit Taaldidactiek en hoofdstuk 3.2 en 3.3 uit Basiskennis taalonderwijs en noteer de hoofdlijnen. Schrijf ook jouw eventuele vragen op en noteer wat jou opvalt. Neem je aantekeningen mee naar de les
•
Je kent de verschillende spreekdoelen en kunt in een taalgebruikssituatie aangeven welke doelen een spreker hanteert (KB 1.1.3 en 1.1.4) Je kent verschillende gesprekssoorten, -patronen en –situaties en kunt relaties in teksten benoemen (KB 1.1.9 t/m 1.1.12)
Inhouden: • Presentatie (6) Mondelinge taalvaardigheid en discussie • Werken aan dossier creatief stellen
35
6.2
REKENEN
Rekenen les 1 kolomsgewijs optellen en aftrekken Ld 2.5.1, Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1 , Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 Vóór de les Tijdens de les Doelen: • Je hebt inzicht in cijferalgoritmen • Je kunt uitleggen wat de begrippen schriftelijk rekenen, standaardprocedure, kolomsgewijs rekenen, cijferend rekenen inhouden • Je kent de voor- en nadelen van kolomsgewijs en cijferend rekenen • Je kent de didactische opbouw van de standaardprocedure schriftelijk optellen en aftrekken • Je beheerst zelf alle stappen van de opbouw van de standaardprocedure schriftelijk optellen en aftrekken • Je kunt alle typen opgaven op het niveau van groep 8+ oplossen voor het domein gehele getallen Inhouden: • Magisch vierkant • kolomsgewijs optellen • kolomsgewijs aftrekken • leerlijn optellen • leerlijn aftrekken Rekenen les 2 cijferend optellen en aftrekken Ld 2.5.1, Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1 , Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 Vóór de les Tijdens de les Uitwerking van Doelen: studieopdracht 1 rekenen • Je kent de didactische opbouw van de standaardprocedure schriftelijk optellen en aftrekken • Je beheerst zelf alle stappen van de opbouw van de standaardprocedure schriftelijk optellen en aftrekken
Zelfstandige verwerking Studieopdrachten: Uitwerken studieopdracht 1 rekenen Huiswerk: lezen blz. 124 – 129
Zelfstandige verwerking Studieopdrachten: Uitwerken studieopdracht 1 rekenen Huiswerk: maken blz. 130
36
• •
Je herkent de didactische opbouw in de verschillende rekenmethodes Je kunt alle typen opgaven op het niveau van groep 8+ oplossen voor het domein gehele getallen
Inhouden: • stipsommen • Cijferend optellen • Cijferend aftrekken Rekenen les 3 kolomsgewijs vermenigvuldigen en delen Ld 2.5.1, Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1 , Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 Vóór de les
Tijdens de les
Zelfstandige verwerking
Uitwerking van
Doelen: • Je kan een magisch vierkant oplossen • Je kent de didactische opbouw van de standaardprocedure kolomsgewijs vermenigvuldigen en delen • Je beheerst zelf alle stappen van de opbouw van de standaardprocedures • Je kunt alle typen opgaven op het niveau van groep 8+ oplossen voor het domein gehele getallen
Studieopdrachten:
studieopdracht 2 rekenen
Uitwerken studieopdracht 2 rekenen
Inhouden: • Driehoek van Pascal • Kolomsgewijs vermenigvuldigen • Kolomsgewijs delen
Rekenen les 4 cijferend vermenigvuldigen en delen Ld 2.5.1, Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1 , Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 Vóór de les Tijdens de les Doelen: • Je kent de didactische opbouw van de standaardprocedure cijferend vermenigvuldigen en delen • Je beheerst zelf alle stappen van de opbouw van de standaardprocedures
Zelfstandige verwerking Studieopdrachten: Uitwerken studieopdracht 2 rekenen Werkplekopdrachten: uitvoeren werkplekopdracht rekenen 37
• •
Je herkent de didactische opbouw in de verschillende rekenmethodes Je kunt alle typen opgaven op het niveau van groep 8+ oplossen voor het domein gehele getallen
Huiswerk: lezen en maken blz. 134-140
Inhouden: • Grote rekendag • Cijferend vermenigvuldigen op groep 8+ niveau • Cijferend delen op groep 8+ niveau Rekenen les 5 schatten Ld 2.5.1, Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1 , Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 Vóór de les Tijdens de les Doelen: • Je kunt benoemen in welke situaties schattend rekenen handig is • Je kent de didactische opbouw van het schattend rekenen • Je kunt zelf schattend rekenen door het afronden van getallen • Je kunt zelf schattend rekenen met onvolledige gegevens • Je kunt alle typen opgaven op het niveau van groep 8+ oplossen voor het domein gehele getallen Inhouden: • schatten
Zelfstandige verwerking Werkplekopdrachten: uitvoeren werkplekopdracht rekenen Huiswerk: lezen en maken blz. 140-147
38
Rekenen les 6 rekenmachine op de basisschool Ld 2.5.1, Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1 , Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 Vóór de les Tijdens de les Doelen: • Je kent de drie manieren waarop de rekenmachine kan worden ingezet in de basisschool en kunt bij iedere manier voorbeelden verwoorden. • Je kunt bepalen wanneer het zinvol is om een rekenmachine te gebruiken en je kunt dit bespreken met leerlingen. • Je kent de verschillende fases van het leren werken met een rekenmachine • Je kent de 6 stappen welke een leerling achtereenvolgens moet afleggen om succesvol met een rekenmachine te werken. • Je bent je bewust van de werking van een rekenmachine en kunt bepalen wat er gebeurt als je de haakjes bij gecombineerde bewerkingen verkeerd plaatst. • Je kunt alle typen opgaven op het niveau van groep 8+ oplossen voor het domein gehele getallen Inhouden:. • Ei van columbus • Rekenmachine gebruik op de basisschool
Zelfstandige verwerking Werkplekopdrachten: uitvoeren werkplekopdracht rekenen Huiswerk: lezen en maken blz. 147-153
39
6.3
ENGELS
Engels les 1 ‘Engels in het Basisonderwijs’ KBENG 1.1, 1.3 Vóór de les Tijdens de les Lees H1. Introductie Engels in het Doelen: basisonderwijs (p.11-38) • Je kan reflecteren op hoe Engels aan jou is aangeboden en een gefundeerde inschatting maken over hoe het onderwijs Engels er in de toekomst uit komt te zien Bekijk onderstaande link. http://www.rtlnieuws.nl/nieuws/bi • Je maakt kennis met de rol van Engels in de scholen in Nederland, Europa en mondiaal. nnenland/nieuw-op-debasisschool-engelse-les-vanafInhouden: groep-1-0 Rol van Europa in het talenonderwijs Stand van zaken van Engels in het basisonderwijs Maak een overzichtje van het Groei van vroeg vreemdetalenonderwijs Engels Engels zoals het jou werd Vragen over vroeg vreemdetalenonderwijs aangeboden en hoe je vindt dat het Content and Language Integrated Learning zou moeten worden aan de hand Rol van Engels in de wereld van de informatie die hierboven wordt aangegeven. Neem dit overzichtje mee naar de les.
Zelfstandige verwerking
40
Engels les 2 ‘Taalverwerving’ KBENG 2.1, 3.1 Vóór de les Lees H2. Taalverwerving (p.39-56) van Engels in het Basisonderwijs
Tijdens de les
Zelfstandige verwerking
Doelen: • Je kan aangeven hoe een kind de moedertaal verwerft. • Je kent de noodzakelijke componenten die belangrijk zijn voor het aanleren voor een tweede of vreemde taal. Inhouden: Moedertaalverwerving Taalleervermogen en taalproblemen Meertaligheid Leren van een tweede taal of vreemde taal De Schijf van Vijf voor het Vreemdetalenonderwijs
Engels les 3 ‘Het Vierfasenmodel (1)’ Ld 3.7.1 KBENG 2.2, 2.3 Vóór de les Lees H. 5, 6, 7, 8, 9 Het Vierfasenmodel (p.113-179) uit Praktische Didactiek voor Engels in het basisonderwijs
Tijdens de les Doelen: • Je kan het verschil aangeven tussen de Schijf van Vijf en het Vierfasenmodel • Je maakt kennis met het Vierfasenmodel en je kunt deze koppelen aan de praktijksituatie.
Zelfstandige verwerking
Inhouden: De Schijf van Vijf voor het Vreemdetalenonderwijs Het Vierfasenmodel: de introductiefase en de inputfase
41
Engels les 4 ‘Het Vierfasenmodel (2)’ Ld.3.1.1 KBENG 2.2, 2.3 Vóór de les Lees H. 5, 6, 7, 8, 9 Het Vierfasenmodel uit Praktische Didactiek voor Engels in het basisonderwijs
Tijdens de les Doelen: • Je kunt a.d.h.v. de informatie met groepsgenoten bespreken hoe je een goede invulling geeft aan de oefenfase en overdrachtfase. • Je maakt kennis met het Vierfasenmodel en je kunt deze koppelen aan de praktijksituatie.
Zelfstandige verwerking Werkplekopdrachten: Werkplekopdracht 4 ‘Methodeles Vierfasenmodel’.
Inhouden: Het Vierfasenmodel: de oefenfase en de overdrachtfase Engels les 5 ‘Doelstellingen’ Ld 3.17.1 KBENG 4.1, 1.2 Vóór de les Lees H 7 Doelstellingen uit Engels in het Basisonderwijs Inventariseer uit figuur 7.3 wat jouw niveau is voor Engels per vaardigheid.
Tijdens de les
Zelfstandige verwerking
Doelen: • Je kan een inschatting maken van je eigen niveau van het Engels en het niveau dat de leerlingen moeten hebben aan het eind van de basisschool. • Je maakt kennis met de kerndoelen van het Engels in het basisonderwijs en hoe je hieraan vorm geeft in de praktijk. Inhouden: Het ERK (CEFR) Kerndoelen EIBO Kerndoelen in de praktijk EIBO thema’s Engels in samenhang met andere vakken
42
Engels les 6 ‘Vervroegd Vreemdetalenonderwijs’ Ld 3.2.1, Ld 3.17.1 KBENG 3.2 Vóór de les Tijdens de les Lees H 5 Vervroegd Vreemdetalen- Doelen: onderwijs uit Engels in het • Je kan een gevarieerde en betekenisvolle input aanbieden. • Je kan zelf een activerende activiteit maken. Basisonderwijs
Zelfstandige verwerking
Inhouden: Didactiek voor vroeg vreemdetalenonderwijs Componenten en fasen Pedagogische en didactische voorwaarden Rol van de leraar Leerlijn Activerende werkvormen Lesmaterialen
43
6.4
BEELDENDE VORMING
Beeldingen vorming les 1 ‘Briljant falen’ 1.2.1, 3.17.1 en 3.18.1 en KBV 2.2 Vóór de les Tijdens de les Bekijk Doelen: Bekijk de keynote ‘stop stealing Je kunt enkele mogelijke gevolgen van de visie van Ruud Veltenaar op dreams’ van Ruud Veltenaar (zie onderwijs voor het lesgeven in de beeldende vakken formuleren. Onderwijskunde les 1) Je kunt kenmerken van productgerichte en procesgerichte didactiek bij beeldende vorming plaatsen in een venndiagram met behulp van het Maak cirkelmodel en lessen uit ‘Laat maar zien’. Noteer naar aanleiding van je Werkvorm/beeldvormer: inventarisatie bij de voorbereiding Venndiagram, Associatiespel, Tweegesprek op tijd, Stijgen en dalen. Onderwijskunde les 1 gevolgen van Inhouden: deze visie voor het onderwijs in 1. Activeren van voorkennis Beeldende vorming. Na een korte toelichting over het gebruik van de Dummy starten we met een aantal oefeningen om snel ideeën te kunnen generen. Neem mee a. Zwierige scherven Dummy, hb en b2 portlood, Laat b. Associatiespel ‘Dan denk ik aan…’ Als ik aan Beeldende vorming op maar zien. de basisschool denk dan denk ik aan. c. Twee Gesprek op tijd aan de hand van input Associatiespel en voorbereidingsopdracht. 2. Onderwijzen van het concept en vaardigheid We bespreken de uitkomsten van het ‘Twee Gesprek’ en de Keynote. Enkele uitspraken van Ruud Veltenaar worden geïllustreerd aan de hand van lessen uit ‘Laat maar zien’ 3. Begeleide inoefening Met behulp van het Venndiagram visualiseren en ordenen we de verschillen tussen de twee didactieken. 4. Lesafsluiting en beeldende verwerking Doormiddel van ‘Stijgen en dalen’ kijken we in welke mate we bewust zijn geworden van de gevolgen en dus verschillen tussen de twee didactieken Iedere tafel (drie totaal) krijgen een beeldende opdracht overeenkomstig de twee werkwijzen en één mix.
Zelfstandige verwerking Teken ‘Zo veel mogelijk plaatjes’ Schets in je dummy op één pagina 24 cirkels of gebruik het kopieerblad cirkels(zie VLD beeldende vorming) probeer zoveel mogelijk keer de cirkel te verwerken in een tekening.
44
Beeldingen vorming les 2 ‘Assimilatie en accommodatie’ Ld 3.7.1. , Ld 2.7.1 en KBV 3.3 Vóór de les Tijdens de les Bekijk Doelen: https://www.youtube.com/watch Je hebt inzicht verkregen in de beeldende ontwikkeling en de ?v=ferhqdifferentiatie van het schema. IXDIg&index=24&list=PLVl5ZxDYV hfHHu_RvfD1fUmoW3P73nUjI Werkvorm/beeldvormer: Tekenen, Denken Delen Uitwisselen. Neem mee Dummy, hb en 2b potlood Inhouden: 1. Activeren van voorkennis Aan de hand van de opdracht om een kip en een uil te tekenen maken we kennis met het begrip schema in je eigen tekening. 2. Onderwijzen van het concept en vaardigheid We bespreken de rol van regels en inzichten op de wijze waarop wij in staat zijn om onze schema’s te verrijken aan de hand van een diapresentatie. 3. Begeleide inoefening Aan de hand van een eigen geautomatiseerd schema van een boom gaan we kijken hoe je dit schema nog verder kunt verfijnen en verbeteren door het schema aan de hand van het beschouwen van de werkelijkheid in verschillende verschijningsvormen als uitgangspunt te nemen. 4. Lesafsluiting We bespreken het belang van kennis over het schema in relatie tot het geven van lessen beeldende vorming met behulp van de werkvorm ‘Denken, delen Uitwisselen’
Zelfstandige verwerking Teken Teken nog enkele malen een boom en probeer iedere keer je schema te verfijnen en te verbeteren door vooraf afbeeldingen van bomen te analyseren.
45
Beeldingen vorming les 3 ‘Grafisch vormgeven’ Ld 3.7.1, , Ld 2.7.1 en KBV 3.3 Vóór de les Tijdens de les Verzamel Doelen: Tekeningen van leerlingen / foto’s Je hebt inzicht verkregen in de beeldende ontwikkeling en kunt enkele van werk van leerlingen waarop je typische kenmerken in de beeldende ontwikkeling herkennen. meerdere fases van een schema kunt zien. Kijk hiervoor in Werkvorm/beeldvormer: tekenschriftjes als die aanwezig zijn Mindmap, Bloem of vraag de leerlingen gedurende Inhouden: een aantal dagen tekeningen te 1. Activeren van voorkennis maken. Aan de hand van enkele kindertekeningen maken we in tweetallen diverse bloemen. Neem mee 2. Onderwijzen van het concept en vaardigheid Dummy, hb en 2b potlood We bespreken de verscheidenheid aan kenmerken in de grafische vormgeving aan de hand van het werk van kinderen en kunstenaars 3. Begeleide inoefening Aan de hand van een product creatief stellen maken we een tekening waarin we zoveel mogelijk besproken kenmerken grafisch vertalen. 4. Lesafsluiting We maken in de leerteams een mindmap van de typische kenmerken in de beeldende ontwikkeling.
Zelfstandige verwerking Teken Verfijn je tekening met diverse kenmerken uit de les. Denk daarbij aan het toevoegen van details, kleur en een passe-partout. Je kunt dit in je dummy doen of de tekening in scannen en verder digitaal bewerken. Print in het laatste geval de tekening uit en plak deze in je dummy. Voel je ook vrij om een nieuwe tekening te maken met daarin diverse kenmerken verwerkt.
46
Beeldingen vorming les 4 ‘Beeldend vermogen?’ Ld 3.7.1, , Ld 2.7.1 en KBV 3.3 Vóór de les Tijdens de les Verzamel en neem mee Doelen: Zoveel mogelijk voorbeelden Je hebt inzicht verkregen in de beeldende ontwikkeling en kunt enkele (digitaal) van kindertekeningen van voorbeelden noemen van het beeldend vermogen van de onderbouw, diverse leeftijden per kenmerk middenbouw en bovenbouw. zoals besproken in de les 3 Beeldende vorming. Werkvorm/beeldvormer: Kapstok,gpg Neem mee Dummy, hb en b2 potlood, device Inhouden: waarmee je op het internet kunt. 1. Activeren van voorkennis We starten met een leerteamopdracht waarbij we de gemaakte mindmap vertalen naar een digitale kapstok en aanvullen met illustratieve tekeningen van leerlingen per kenmerk. 2. Onderwijzen van het concept en vaardigheid We bespreken met behulp van een diapresentatie de beeldaspecten die in de kindertekeningen zichtbaar zijn. We bespreken de invloed van kennis van het beeldaspect op het beeldend vermogen 3. Begeleide inoefening Bij de geselecteerde lessen uit laat maar zien gaan we de verbijzonderingen van de gehanteerde beeldaspecten in de leerteams voorzien van definities en illustraties 4. Lesafsluiting Indien er tijd over is maken we van de lessen tot nu een getekende gpg in de dummy
Zelfstandige verwerking Werkplekopdracht: Lees de werkplekopdracht kritisch door met je leerteam en voorzie het geheel van vragen die je hebt. Maak deze vragen direct na de les en deel je vragen met de contactpersoon van de klas. De contactpersoon zal de geclusterde vragen uiterlijk die vrijdag van lesweek 4 met de docent via de mail delen.
47
Beeldingen vorming les 5 Van tekening tot Cobra werk Ld 5.4.1 Vóór de les Tijdens de les Bekijk Doelen/beeldend probleem: Op youtube drie verschillende Je vertaalt je tekening ‘typische kenmerken van de figuratieve fase’ of de teken/ schildertechnieken waarvan tekening ‘boomtekening’ in een tekening op A3 formaat waarin je er één in ieder geval ecoline moet tenminste drie tekentechnieken toepast(mixed media) en een zijn. Denk aan: aquarelle potlood, beeldaspect naar keuze een nadrukkelijke plek kunt geven. potlood, krijt, houtskool, grafiet, wasco, wasco en dekzwart, wasco en ecoline, inkt, ecoline en bleekwater/chloor, stift
Zelfstandige verwerking Teken Maak je tekening/schilderij af en voorzie het van een passe-partout en hang je werk op in de gang op aanwijzing van de docent.
Werkvorm/beeldvormer: Tekenen, tweegesprek Inhouden: 1. Begeleide inoefening We maken een overzicht van het aantal bekeken technieken op het bord en stellen bij de diverse technieken de noodzakelijke volgorde vast. We schetsen de tekening op a3 formaat Engels karton 300 grams en gaan aan de slag met de verschillende technieken om de tekening te vervolmaken. 2. Lesafsluiting Tweegesprek over het gemaakte werk naar aanleiding van startvraag van de docent.
48
Beeldingen vorming les 6 Beelden en het brein Ld 4.3.1, 3.6.1 Vóór de les Tijdens de les Maak Doelen: Schrijf je werkplekopdracht Je maakt kennis met de factoren die van invloed zijn op de verschillende Beeldende vorming uit in het wijze waarop mensen zien (hoe en wat) lesvoorbereidingsformulier en neem deze mee naar de les. Werkvorm/beeldvormer: Imiteer, Maak zoveel mogelijk plaatjes,
Zelfstandige verwerking Voltooien Rond alle tekenopdrachten in je Dummy af.
Inhouden: 1. Activeren van voorkennis Met behulp van de coöperatieve werkvorm ‘Imiteer’ gaan we proberen inzicht te krijgen in factoren die een rol spelen bij de verschillen in de schema’s. 2. Onderwijzen van het concept en vaardigheid We bespreken de beïnvloedende factoren op de wijze waarop mensen zien met behulp van een diapresentatie. 3. Begeleide inoefening Aan de hand van een tekenoefening uit de methode Drawing on the right side of the brain ervaren we de rol van herkenning op onze tekenkwaliteiten. We werken in teams voorbeelden uit voor de werkplekopdracht en geven elkaar advies in de vorm van complimenten en kritische vragen om de leerlingen goed kennis te kunnen laten maken met de technieken. 4. Lesafsluiting We sluiten de les af met de opdracht ‘Maak zoveel mogelijk plaatjes’ Het is de bedoeling om de aangereikte geometrische vorm in zoveel mogelijk verschillende tekeningetjes van figuurtjes en objecten die iets voorstellen.
49
6.5
MUZIEK
Muziek les 1 Ld 3.2, Ld 3.17.1, KBMU2.1, KBMU2.2; KBMU2.3, KBMU3.2 Vóór de les Tijdens de les Bekijk Doelen: Muziek Meester blz. 57 t.m 62 Een • Door middel van het maken van deze opdracht heb je inzicht nieuw lied aanleren of Eigen-wijs gekregen in de methode om een lied aan te leren in een blz.11 t/m 14 bovenbouwgroep Opdracht ‘Opstaan’ bij lesmateriaal muziek en ontvangen via mail Inhouden:. • Zelfstudie ter voorbereiding op les 2. Docent afwezig Activeer de code uit je boek Bestuderen theorie rondom het lied aanleren blz. 57 t/m 62 Muziek Muziek Meester om in te kunnen Meester. loggen op www.muziekmeester.nl Maak met behulp van www.muziekmeester.nl en het boek Muziek Meester de opdracht ‘Opstaan’. Deze opdracht ontvang je vooraf op de mail, maar staat ook bij lesmateriaal bij de cursus CU16629 Muziek les 2 Leiding geven bij het lied aanleren in een veilige leeromgeving vanuit een betekenisvolle context Ld 3.2 ; Ld 3.17.1, KBMU2.1; KBMU2.2; KBMU2.3; KBMU3.2 Vóór de les Tijdens de les Doen: Doelen: Mail de opdracht ‘Opstaan’ naar de • Je kent de theorie achter het aanleren van een lied voor groep 3 t/m docent per leerteam 8 en oefent in het toepassen van deze theorie
[email protected] • Je oefent de maatslag in enen, tweeën en drieën • Je weet wat de rol van de leerkracht is bij het creëren van een veilige Bekijk leeromgeving Muziek Meester hoofdstuk 2.5 • Je breidt je repertoire voor de basisschool uit
Zelfstandige verwerking Afmaken van de opdracht als dit nog niet gelukt is tijdens deze les
Zelfstandige verwerking Voorbereiding op les 3
Inhouden:. • Opdracht ‘Opstaan’ bespreken en bekijken hoe dit ingevuld wordt op LVB-formulier • Veilige omgeving en rol van de leerkracht bij lied aanleren • Betekenisvolle context bij lied aanleren 50
• • • •
Lied aanleren groep 3 tot en met 8 voorbeelden en oefenen a.d.h.v. enkele liedjes uit Eigen-Wijs Theorie Leiding geven MM 2.5 Oefenen met maatslaan a.d.h.v. voorbeelden MM blz. 50, 51, 52 Repertoire opbouw: zingen van enkele liedjes Eigen-wijs en aandacht voor manier van aanleren
Muziek les 3 Leiding geven aan een zingende groep in de bovenbouw Ld 3.2 ; Ld 3.17.1, KBMU2.1; KBMU2.2; KBMU2.3; KBMU3.2 Vóór de les Tijdens de les Bekijk Doelen: Muziek Meester • Je hebt geoefend in het leiding geven tijdens het zingen Hoofdstuk 2 helemaal • Je kunt een keuze maken voor een lied voor je werkplek en weet hoe Oefen slagfiguren in enen, tweeën, je de juiste stappen kunt zetten om dit lied aan te leren en hoe je dit drieën kunt voorbereiden in een lesvoorbereidingsformulier • Je breidt je repertoire voor de basisschool uit
Zelfstandige verwerking Voorbereiding op les 4 Werkplekopdrachten: Vanaf nu mag je de werkplekopdracht ‘Een nieuw lied aanleren’ gaan uitvoeren op de werkplek
Inhouden:. • Gelegenheid tot vragen stellen hoofdstuk 2 • Lied aanleren groep 3 t/m 8 practicum • Oefenen stappen van leiding geven aan een zingende groep en overnemen van de begintoon • Leiding geven aan een zingende groep enen, tweeën, drieën en vieren a.d.h.v. repertoire • Mediatheek en beschikbare materialen en sites • Hoe kies ik een goed lied voor mijn klas? • Zingen met youtube of een site: hoe wel en hoe niet? • Repertoire-opbouw • Keuze maken voor een lied voor je werkplekopdracht en stappen op het LVB-formulier
51
Muziek les 4 Leiding geven aan een zingende groep Rap, yell, spreektekst Ld 3.2 ; Ld 3.17.1, KBMU2.1; KBMU2.2; KBMU2.3; KBMU3.2 Vóór de les Tijdens de les Bekijk Doelen: Muziek Meester hfdst 10.4 blz. 260 • Je kent het verschil tussen een rap, een yell en een spreektekst en t/m 266 hebt hiervan enkele voorbeelden gezien uit methodes die je kunt Maken toepassen op je werkplek Uitwerking van het lied dat je wilt • Je hebt de basis geleerd om een rap of spreektekst te maken voor je aanleren op je werkplek in een theatrale presentatie LVB-formulier. Meenemen naar de • Je breidt je repertoire voor de basisschool uit les Oefen: Inhouden:. Slagfiguren in enen, tweeën, drieën • Gelegenheid tot vragen stellen bekeken hoofdstuk MM en vieren • Bekijken van lesvoorbereidingsformulieren ‘Lied aanleren’ • • • •
Zelfstandige verwerking Voorbereiding op les 5
Slagfiguren oefenen, met inzet (op- en neermaat) Rap, Yell, Spreektekst in je klas voorbeelden uit methoden Mogelijkheden voor het gebruik van Rap en spreektekst bij de theatrale presentatie. Basis om dit zelf te maken Repertoire-opbouw
Muziek les 5 Coöperatief leren met muziek en creatieve opdrachten in stappen. Ld 3.2 ; Ld 3.17.1; Ld 3.6.1, KBMU2.1; KBMU2.2; KBMU2.3; KBMU3.2 Vóór de les Tijdens de les Lezen Doelen: Muziek Meester Uit Hoofdstuk 4 • Je kent voorbeelden om coöperatieve werkvormen toe te kunnen blz. 100 t/m 117 passen tijdens de muziekles Muziek Meester Uit Hoofdstuk 10 • De weet theoretisch hoe je een creatief proces tijdens de muziekles blz.245 t/m 260 en 266 t/m 277 kunt begeleiden volgens de stappen die beschreven zijn in hoofdstuk 4.5 • Je breidt je repertoire voor de basisschool uit
Zelfstandige verwerking Voorbereiding op les 6
Inhouden:. 52
• • • • • • •
Gelegenheid tot vragen stellen bekeken hoofdstukken MM Coöperatief leren met muziek: Hoe kun je coöperatieve werkvormen inzetten tijdens de muziekles? (zie ook Ont-moeten hoofdstuk 3) Creatieve opdrachten in stappen MM 111 t/m 117 Repertoire uitbreiding Voorbereiding theatrale presentatie Reflectie op ervaringen werkplek Formatief moment voor de Toets
Muziek les 6 Breinkennis, meervoudige intelligentie en muziek Ld 3.2 ; Ld 3.17.1; Ld 3.6.1, KBMU2.1; KBMU2.2; KBMU2.3; KBMU3.2 Vóór de les Tijdens de les Bekijk Doelen: Volledige tentamenstof Muziek • Je weet hoe je je kunt voorbereiden op de kennisbasistoets muziek Meester: hoofdstuk 1, 2, 4 en 10 • Je bent op de hoogte gebracht van de meest recente onderzoeken naar breinkennis en muziek • Je breidt je repertoire voor de basisschool uit • Je kent toepassingen van de muziek ritmische intelligentie om kinderen te stimuleren bij het leren. Inhouden:. • Vragen stellen over tentamenstof MM hoofdstuk 1, 2, 4 en 10 • Breinkennis en muziek. Wat is er over bekend? Wat voor bronnen zijn er? (zie ook Ont-moeten hoofdstuk 2) • Meervoudige Intelligentie: de muzikale intelligentie (zie ook Ontmoeten hoofdstuk 6) • Repertoire opbouw • Voorbereiding theatrale presentatie • Reflectie • Voorbereiding Toets kennisbasis • Maak een overzicht van het repertoire dat je tot nu toe hebt opgebouwd voor muziek op de basisschool.
Zelfstandige verwerking Voorbereiding op tentamen Kunstzinnige oriëntatie
53
6.6
DANS EN DRAMA
Dans en drama les 1 Onbevangenheid Ld 1.2.1 Vóór de les Tijdens de les Doelen: Doelen: Kennismaking met de basiselementen dans/drama waarbij de eigen beleving centraal staat.
Zelfstandige verwerking
Inhouden: • Hoge status- Lage status in woord en houding. • Van karakter naar karikatuur. • De kernbegrippen van dans: tijd, kracht, ruimte. Dans en drama les 2 Fantasie, creativiteit en zelfvertrouwen Vóór de les Lezen: 1.1 t/m 1.4
Tijdens de les Doelen: Kennismaking met de basiselementen dans/drama
Zelfstandige verwerking
Inhouden: • Uitwerken van de drie kernwoorden: fantasie, creativiteit en zelfvertrouwen • Dans/ drama als sociale vaardigheids methode. • Dansexpressie als non-verbaal communicatiemiddel Dans en drama les 3 Teacher-in-rol Vóór de les Lezen: 2.3 (geheel) en 3.14
Tijdens de les Doelen: Dans/ drama als didactisch hulpmiddel.
Zelfstandige verwerking
Inhouden: • Teacher-in-role 54
• •
Opdracht: verbinden van teacher-in-role met een ander vak. Uitwerken van tijd, kracht en ruimte met betrekking tot vakoverstijgende kerndoelen.
Drama en dans les 4 Opbouw Vóór de les Lezen: 2.2 en 2.4
Tijdens de les Doelen: Dans/drama binnen het basisonderwijs: opbouw qua leeftijd.
Zelfstandige verwerking
Inhouden: • Kerndoelen en dans/drama • Dansexpressie: hoe bouw je vanuit muziek en dynamiek een dans op? Opdracht: Dans of drama op leeftijd. Bedenk een dans of drama lesdeel voor een bepaalde leeftijdsgroep. Probeer dit uit op je werkplek. Drama en dans les 5 Kijk en beoordeel Vóór de les Uitwerking van je lesonderdeel met evaluatie.
Tijdens de les Doelen: Terugkoppeling lesopdracht
Zelfstandige verwerking
Inhouden: • Presentatie en evaluatie • Kijk en beoordelingstechnieken Opdracht: Bedenk een drama of dans lesdeel voor een bepaalde leeftijdsgroep. Probeer dit uit op je werkplek.
55
Drama en dans les 6 Model Noteer hier de leerdoelen Vóór de les Uitwerking van je lesonderdeel met evaluatie Lezen: 4.1 en 4.2
Tijdens de les Doelen: • Terugkoppeling lesopdracht • Presentatie en evaluatie • Het MVB model voor dans en drama.
Zelfstandige verwerking
Inhouden: • De opbouw van een hele les. • Het MVB model voor dans en drama. • Afronding en presentatie
56
6.7
ONDERWIJSKUNDE
Onderwijskunde les 1 ‘Hoe kan ik leerlingen voorbereiden op de toekomst?’ Ld 1.2.1 Vóór de les Tijdens de les Bekijk Doelen: • Je kunt a.d.h.v. de keynote met groepsgenoten bespreken wat de Bekijk de keynote ‘stop stealing kern van goed onderwijs zou moeten zijn. dreams’ van Ruud Veltenaar (6 • Je maakt kennis met de ‘five minds’ for the future en je kunt deze minuten tot 23 minuten) minds koppelen aan de praktijksituatie. https://www.youtube.com/watch ?v=BvWn3ch9iRM Inventariseer Schrijf kort op hoe Ruud Veltenaar de toekomst van onderwijs ziet. Neem deze aantekeningen meer naar les 1.
Zelfstandige verwerking
Inhouden:. • Gesprek in groepen n.a.v. de Keynote van Ruud Veltenaar. • Essenties van goed onderwijs. • Five minds for the future • Mindmap ‘five minds for the future’. • Koppeling naar de praktijk.
Onderwijskunde les 2 ‘Hoe kan ik mijn kennis over het brein gebruiken om boeiend onderwijs te ontwerpen?’ Leerdoel 3.17.1 Vóór de les Tijdens de les Inventariseer Doelen: In de mindmap boeiend onderwijs • Je maakt kennis met de breinprincipes en je kunt jouw eigen (tak: breinkennis) worden zes onderwijs vanuit deze principes invulling geven. breinprincipes genoemd. Verzamel informatie bij deze zes Inhouden:. breinprincipes in een mindmap. • De mindmaps over de breinprincipes in groepen bekijken en aanvullen. Installeer • Vormgever denkdruppels: voorkennis activeren Zorg voor een gratis prowise • Theorie: de breinvriendelijke klas. • Spel uit WIDM in relatie tot het brein. account. Aan te vragen op • Onderwijs ontwerpen a.d.h.v. de breinprincipes met inzet van www.prowise.com digitale middelen.
Zelfstandige verwerking
Onderwijskunde les 3 ‘Hoe organiseer ik samenwerkend leren?’ 57
Leerdoel 6.2.1 Vóór de les Bekijk Bekijk de promofilm ‘samenwerkend leren’. https://www.youtube.com/watch ?v=uDuQ8yOERqQ Verzamel Neem een foto, filmpje of kort verslag mee van een samenwerkings-activiteit die jij hebt uitgevoerd met de kinderen.
Tijdens de les Doelen: • Je kent de belangrijkste kenmerken van coöperatief leren en kunt deze relateren aan de praktijk. • Je kunt de juiste samenwerkingsvorm kiezen bij een lesdoel.
Zelfstandige verwerking Werkplekopdrachten: Werkplekopdracht 9 ‘samenwerkend leren organiseren’. Zie paragraaf 7.2.1
Inhouden:. • Delen van elkaars samenwerkingsvormen middels check-in. • Theorie: samenwerkend leren • Relatiecirkel / Causale lus samenwerkend leren • Onderwijs ontwerpen (didactisch routeschema, samenwerkend leren).
Onderwijskunde les 4 ‘Hoe kan ik systeemdenken inzetten in mijn onderwijs?’ Leerdoel 3.22.1 Vóór de les Tijdens de les Verzamel Doelen: Verzamel drie verschillende visuele • Je kunt onder woorden brengen wat er wordt bedoeld met systeemdenken. systeem hulpmiddelen • Je kent de visuele hulpmiddelen en kunt een visueel hulpmiddel (vormgevers) die kunnen worden kiezen bij een lesdoel. gebruikt in het basisonderwijs (tip: Pinterest). Inhouden:. Neem de afbeeldingen mee naar • In groepen bespreken van elkaar meegebrachte voorbeelden van les 4. visuele hulpmiddelen. • Theorie: systeemdenken in de klas. • Onderwijs ontwerpen: een systeemhulpmiddel bij een leerdoel. • Schijf van drie. Welk visueel hulpmiddel ga je gebruiken?
Zelfstandige verwerking Werkplekopdrachten: Werkplekopdracht 9 ‘systeemhulpmiddelen gebruiken in de klas’. Zie paragraaf 7.2.1
Onderwijskunde les 5 ‘Hoe kunnen de denkgewoonten mij en mijn leerlingen helpen een effectieve(re) leerhouding te ontwikkelen? Leerdoel 2.5.1 Vóór de les Tijdens de les Zelfstandige verwerking Bekijk Doelen: Studieopdrachten: Bekijk de website: 58
http://www.denkgewoonten.nl/ Op deze website staan 16 denkgewoonten vermeld. Schrijf Schrijf voor jezelf op waarom het gebruiken van denkgewoonten nuttig kan zijn. Schrijf drie denkgewoonten op die bij je passen.
• •
Je hebt kennis gemaakt met de zestien denkgewoonten en je kunt verwoorden waarvoor je ze kunt gebruiken. Je hebt kennis gemaakt met verschillende vernieuwende traditionele stromingen en moderne vernieuwers.
Studieopdracht ‘Denkgewoonten in het basisonderwijs’. Zie paragraaf 7.1.1
Inhouden: • Introductie op de denkgewoonten. • Korte introductie van de vernieuwende traditionele stromingen en moderne vernieuwers. • Verdieping middels kijk- en vergelijklijst. • Koppeling naar de lespraktijk.
Onderwijskunde les 6 ‘Wie is het oudere kind en welke talenten heeft het? ‘ Leerdoel 2.8.1 Vóór de les Tijdens de les Lees Doelen: • Je kunt in eigen woorden vertellen over de ontwikkeling van het Ontwikkelings- psychologie oudere kind. hoofdstuk 11 t/m 13. • Je weet hoe je de meervoudige intelligenties zou kunnen gebruiken in jouw onderwijs.
Zelfstandige verwerking
Inhouden: • Informatie verzamelen over de ontwikkeling van het oudere kind met QR code opdrachten. • MI cirkel kleuren • Lesvoorbereiden a.d.h.v. de meervoudige intelligenties.
59
7 Opdrachten De opdrachten die in dit hoofdstuk worden uitgewerkt en toegelicht zijn integraal opgenomen in paragraaf 3.2 waar alle opdrachten en lesinhouden per week overzichtelijk zijn samengebracht.
7.1
STUDIEOPDRACHTEN OVERZICHT
Plaats al je studieopdrachten op je digitaal portfolio onder de categorie Thema 4 Studieopdrachten met de tag vakgebied(noteer hier het juiste vakgebied) en met de titel van de studieopdracht Alle studieopdrachten behoren tot de formatieve toetsen. Dat betekent dat de studieopdrachten een voorbereiding op de summatieve toets zijn. Door deze opdrachten goed uit te voeren, zal de kans op succes bij het uitvoeren van je werkplekopdrachten en de summatieve toetsen groter zijn. Voor deze toetsen krijg je geen cijfer. Per studieopdracht zijn er beoordelingscriteria uitgewerkt. Soms betreft dit alle actieve deelname, aanwezigheid van bepaalde onderdelen of een formatieve beoordeling. Deze beoordelingen geeft jou als student een beeld van je ontwikkeling op dat moment en geeft inzicht in je studiehouding. Nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Vakgebied Nederlands Nederlands Engels Rekenen Rekenen Beeldende vorming Muziek Drama en dans Onderwijskunde
Titel Presentaties Schrijfopdracht eigen vaardigheid Methodeonderzoek Engels Methodeonderzoek + Methodeonderzoek x : Wie tekent ziet meer! Volgt nog Denkgewoonten in het basisonderwijs
Studielast 3 3 3 3 3 5
3
60
7.1.1 Studieopdrachten Titel Achtergrond Opdracht
Leerdoelen Studielast Voorschriften aanpak Voorschriften vorm Titel Achtergrond
Opdracht
Studieopdracht 1 Nederlands: Digitale Presentatie De presentaties door de verschillende werkgroepen vormen een verkenning en verdieping van de kennisbasisbegrippen op het gebied van Stellen en Mondelinge Taalvaardigheid Bereid in je groep een digitale presentatie voor middels ‘Sway’. Presenteer de gekozen tak van de mindmap Stellen of Mondelinge taalvaardigheid door definities te geven van de hierbij relevante Kennisbasisbegrippen en voeg daarnaast verhelderend beeldmateriaal toe, zodat er een directe visuele koppeling wordt gemaakt tussen theorie en praktijk. Voor of na de digitale presentatie zorgt je groep voor een boeiende werkvorm m.b.t. kennnisbasisbegrippen, waarbij bijvoorbeeld een discussie tot stand komt of een verdere verkenning van het onderwerp, een koppeling aan eigen (leerkracht-) ervaringen enz. Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1, Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 3 De presentatiemomenten zijn n.a.v. een activiteit in les 1 verdeeld over de lesweken 2 t/m 5 Digitale presentatie Studieopdracht 2 Nederlands: Schrijfopdracht eigen vaardigheid Door het maken van de schrijfopdracht verken je de verschillende fasen van het schrijfproces. Ook bepaal je beoordelingscriteria voor jouw schrijfproduct en beoordeel je het werk van een studiegenoot n.a.v. zijn of haar criteria. In de laatste fase herschrijf je jouw tekst naar aanleiding van de schriftelijke feedback van je studiegenoot. Opdracht 1: Zoek op de website van een basisschool een infobrief. Dit kan van je eigen werkplekschool zijn, maar het hoeft niet. Kies drie onderwerpen/stukjes van deze brief die je verder gaat analyseren. Beantwoord bij elk stukje steeds de volgende vragen: • Wie is de ‘zender’ van deze boodschap? (dat kan een persoon zijn, maar bv ook een werkgroep of een heel team) • Wie zijn de beoogde lezers? • Wat wil de zender bereiken? (doel van de tekst) • Welke middelen worden ingezet om het doel te bereiken? (Kijk bijvoorbeeld naar inhoud, formulering, lay-out) • Verwacht je dat het doel ook bereikt zal worden? Waarom wel/niet? Wat had de schrijver in jouw ogen anders kunnen doen? Opdracht 2 : Je bent directeur van basisschool de Regenboog. De afgelopen weken heb je een aantal keer klachten gehad van omwonenden van de school over de verkeersoverlast. Veel ouders brengen hun kinderen met de auto naar school en parkeren hun auto dan
61
zo dicht mogelijk bij de schoolpoort. Hierbij worden uitritten van huizen geblokkeerd en ontstaat een onoverzichtelijke situatie. Iets verderop in de straat is een parkeerterrein waar plaats genoeg is om de auto te parkeren. Opdracht: Schrijf een stuk voor in de nieuwsbrief waarin je dit probleem bij ouders onder de aandacht brengt. Bedenk van tevoren goed wat je precies wilt bereiken en welke (tekstuele) middelen je daarvoor in zou kunnen zetten. Als directeur wil je de relatie met de ouders natuurlijk wel goed houden! Je gaat uit van de korte situatieschets, maar bent vrij om zo nodig informatie toe te voegen. Voordat je gaat schrijven! Stellen is een zeer complexe vaardigheid en daarom lastig te beoordelen. Er bestaan geen gestandaardiseerde toetsen voor stellen. Een functioneler hulpmiddel om stelvaardigheid te beoordelen, is een beoordelingsschaal. Dat is een lijst met vragen of uitspraken over alle mogelijke aspecten van de tekst: doelgerichtheid, publiekgerichtheid, informatief gehalte, structuur, woordgebruik, zinsbouw, stijl, interpunctie, spelling, enzovoort. Elk van die observatiepunten kan op drie- of vijfpuntenschaal worden gewaardeerd. Alle observatiepunten samen leveren een totaaloordeel op over een geschreven tekst. (bron: www.lesintaal.nl) Opdracht: Voordat je gaat schrijven, is het wel belangrijk om eerst vast te stellen aan welke criteria je tekst eigenlijk moet voldoen. De Referentieniveaus zijn hiervoor een goed hulpmiddel. Bijvoorbeeld: De tekst is qua niveau en woordkeus afgestemd op de lezers De tekst is foutloos op het gebied van spelling. Zet de criteria in het beoordelingsmodel. Als je de criteria heb opgesteld kun je de tekst gaan schrijven! Neem je tekst mee naar de volgende les. opdracht 3 ( les 3) Als je je tekst hebt geschreven geef je deze aan een medestudent met de criteria die je zelf hebt opgesteld. Je bekijkt elkaars tekst en geeft feedback n.a.v de criteria die je hebt opgesteld. Aan de hand van de feedback ga je je tekst reviseren en kom je tot een definitieve versie. Voor de volgende les neem je het volledige document mee op papier met daarin: • opdracht 1 • Je eerste versie van de tekst • Je criteria • De feedback van je medestudent 62
• •
Je definitieve versie Het beoordelingsmodel met daarin jouw eigen criteria Beoordelingseisen schrijfopdracht eigen vaardigheid Eis Ld 2.0
de inhoud van het onderwijs wordt beheerst. De leerstof is zodanig eigengemaakt dat de stof gekozen en bewerkt kan worden zodat de leerlingen het kunnen leren. Er worden verbanden gelegd met het dagelijks leven met werk en met wetenschap. De vakkennis en –kunde wordt actueel gehouden.
1
2
3
4
5
Criterium 1 Criterium 2 Criterium 3 Criterium 4 Criterium 5 Totaal aantal punten delen door 2,5 is het eindcijfer Feedback: 5,5 is een voldoende Leerdoelen Studielast Voorschriften aanpak Voorschriften vorm
Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1, Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 3 De uitwerking van deze opdracht dien je mee te nemen naar les 3 Schriftelijk en uitgeprint!
Titel Achtergrond
Studieopdracht 3 Engels Methodeonderzoek Engels Deze opdracht geeft je inzicht in hoe het vierfasenmodel is vormgegeven in de methode.
63
Opdracht
Leerdoelen studielast Voorschriften aanpak Voorschriften vorm
Titel Achtergrond Opdracht
In de lessen didactiek Engels wordt het vierfasenmodel toegelicht. In de methodes van de basisschool komen dit model terug. Herken je de het vierfasenmodel in de methode Engels? Kijk in de gebruikte methode Engels van de basisschool en geef antwoord op de volgende vragen: • Geeft de handleiding handvatten voor visuele ondersteuning? Zo ja, welke? • Hoe wordt het thema geïntroduceerd? • Zijn de verschillende fasen afgebakend of is er overlap? Verantwoord je antwoord. • Is er genoeg materiaal om mondeling te oefenen? Geef een overzicht. • Is er genoeg materiaal om schriftelijk te oefenen? Geef een overzicht. • Welke mogelijkheden tot differentiatie biedt de methode? Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1 , Ld 3.17.1 3 In les 4 neem je de uitwerking mee naar de les. • • •
Je kiest een eigen manier van verslaglegging Er wordt antwoord gegeven op de beschreven vragen. Er is sprake van heldere uitwerking van de vraagstelling.
Studieopdracht 4 Rekenen Methodeonderzoek rekenen Deze opdracht vormt een verdere verdieping op de leerlijnen voortgezet rekenen in de bovenbouw domein gehele getallen. In de lessen rekendidactiek worden de leerlijnen voortgezet rekenen gehele getallen toegelicht. In de methodes van de basisschool komen deze leerlijnen terug. Herken je de leerlijnen in de rekenmethodes? Kijk in de gebruikte rekenmethode van de basisschool en geef antwoord op de volgende vragen: Optellen/aftrekken: • Hoe wordt kolomsgewijs optellen geïntroduceerd? • Wordt er gebruik gemaakt van contexten en modellen? Zo ja, van welke? • Wordt er een relatie gelegd met hoofdrekenen? Zo ja, welke? • Hoe wordt kolomsgewijs aftrekken geïntroduceerd? • Wordt er een relatie gelegd met hoofdrekenaanpakken? Zo ja, welke? • Wordt er gebruik gemaakt van contexten en modellen bij rekenen met tekorten? Zo ja, van welke? • Hoe worden cijferend optellen en aftrekken geïntroduceerd? • Wordt er gebruik gemaakt van contexten en modellen? Zo ja welke? • In welke groep wordt gestart met cijferend optellen en aftrekken? • Wordt cijferen aangeboden voor alle leerlingen of alleen voor een bepaald deel van de leerlingen? 64
Leerdoelen studielast Voorschriften aanpak Voorschriften vorm
Titel Achtergrond Opdracht
Leerdoelen studielast Voorschriften aanpak Voorschriften vorm
• Beschrijf een conclusie, met daarin ook de mening van je mentor verwerkt Ld 2.5.1, Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1 , Ld 3.20.1, Ld 3.23.1 3 In les 2 neem je de uitwerking mee naar de les. • • •
Je kiest een eigen manier van verslaglegging Er wordt antwoord gegeven op de beschreven vragen. Er is sprake van een creatieve en heldere uitwerking van de vraagstelling.
Studieopdracht 5 Rekenen Methodeonderzoek rekenen Deze opdracht vormt een verdere verdieping op de leerlijnen voortgezet rekenen in de bovenbouw domein gehele getallen. In de lessen rekendidactiek worden de leerlijnen voortgezet rekenen gehele getallen toegelicht. In de methodes van de basisschool komen deze leerlijnen terug. Herken je de leerlijnen in de rekenmethodes? Kijk in de gebruikte rekenmethode van de basisschool en geef antwoord op de volgende vragen: Vermenigvuldigen/delen • Hoe wordt kolomsgewijs vermenigvuldigen geïntroduceerd? • Wordt er gebruik gemaakt van contexten en modellen? Zo ja, van welke? • Wordt er een relatie gelegd met hoofdrekenaanpakken? Zo ja, welke? • De leerlijn kolomsgewijs delen wordt in verschillende leerstappen aangeboden. Aan welke stappen wordt veel aandacht geschonken? Hoe? • Wat kun je zeggen over concretiseren en modelleren? • Op welke wijze wordt niveauverhoging gestimuleerd? • Hoe worden cijferend optellen en aftrekken geïntroduceerd? • Welke mogelijkheden tot differentiatie biedt kolomsgewijs delen? • Beschrijf een conclusie, met daarin ook de mening van je mentor verwerkt Ld 2.5.1, Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.7.1 , Ld 3.20.1, Ld 3.23.1
3 In les 4 neem je de uitwerking mee naar de les. • Je kiest een eigen manier van verslaglegging • Er wordt antwoord gegeven op de beschreven vragen. • Er is sprake van een creatieve en heldere uitwerking van de vraagstelling. 65
Titel Achtergrond Opdracht
Leerdoelen studielast Voorschriften aanpak
Voorschriften vorm
Studieopdracht 6 Beeldende vorming Wie tekent ziet meer! Deze opdracht gaat uit van het belang van de vrije tekening voor het kind in bijzonder en de vaardigheid van de leerkracht om het kind te helpen in zijn tekenvaardigheid ten behoeve van zelfexpressie, creativiteit, ontspanning en plezier. Dit is een samengestelde opdracht van alle tekenactiviteiten tijdens, voor en direct na de lessen Beeldende vorming en dienen te worden gemaakt en bewaard in je Dummy. Aan het einde van de zes lessen zullen de volgende tekenopdrachten in je dummy zijn uitgewerkt: Les 1: Zwierige scherven, Drie in één, Zo veel mogelijk plaatjes Les 2: De kip en de uil, Boomtekening Les 3: Typische kenmerken Les 4: Illustraties beeldaspecten, getekende GPG Les 5: Tekening op A3 formaat uitgewerkt met drie tekentechnieken en een prominent aanwezig beeldaspect Les 6: Imiteer, Drawing on the right side of the brain, Zo veel mogelijk plaatjes De benodigde technieken worden toegelicht in de lessen. 1.2.1, 3.17.1, 7.2.1. 5 zelfstudie + 5 uur tijdens de lessen beeldende vorming Deze opdracht bestaat uit diverse kleine opdrachten. Het is noodzakelijk om de instructie tijdens de lessen af te wachten alvorens een opdracht uit te werken. Naast de verplichte opdrachten vanuit de lessen Beeldende vorming vul je de Dummy ook met de creatief stellen opdrachten. De tekeningen worden allen als eerste geschetst met potlood (hb en 2b) de gehanteerde tekentechnieken worden allen zorgvuldig toegepast. Alle tekening worden gemaakt in een dummy a4 formaat met blanco papier. De tekentechnieken voor de verschillende opdrachten worden in de les besproken.
Titel Achtergrond Opdracht
Studieopdracht 7 Muziek Deze opdracht is samengesteld uit alle opdrachten die worden gegeven bij de lessen muziek 1. Bestudeer Uit: Muziek Meester (2015) hoofdstuk 1 Muziek op de BS , 2 Zingen, 4 Muziek maken en 10 Muziek, school en
Leerdoelen
cultuur (+/- 130 pagina’s) voor het tentamen Kennisbasis Kunstzinnige oriëntatie 2. Bereid de werkplekopdracht ‘Een nieuw lied aanleren’ voor zoals beschreven in hoofdstuk 7.2, voer deze uit en reflecteer hier op met behulp van de gemaakte opname. 3. Maak alle voorbereidingsopdrachten die beschreven zijn bij de 6 lessen muziek uit deze studiehandleiding Ld 3.2 ; Ld 3.17.1, KBMU2.1, KBMU2.2; KBMU2.3, KBMU3.2
66
studielast Voorschriften aanpak Voorschriften vorm
10 zelfstudie (Werkplek, Zelfstudie voor de lessen, zelfstudie voor het tentamen) en 9 uur lestijd Zie omschrijvingen werkplekopdracht en lessen en VLD Zie omschrijvingen werkplekopdracht en lessen en VLD
Titel Achtergrond Opdracht Leerdoelen studielast Voorschriften aanpak Voorschriften vorm
Studieopdracht 8 Dans en drama Deze opdracht volgt nog via de docent Dans & Drama
Titel Achtergrond
Studieopdracht 9 Denkgewoonten in het basisonderwijs Deze opdracht vormt een verdere verdieping op het ontworpen onderwijs in de werkplekopdrachten 9 en 10 (samenwerking en systeemhulpmiddelen). Op www.denkgewoonten.nl staan de 16 denkgewoonten uitgebreid beschreven en toegelicht. Geef antwoord op de volgende vragen: - Wat zijn de denkgewoonten en hoe zijn deze toepasbaar in het onderwijs aan het oude kind? Onderbouw met ten minste twee bronnen. - Hoe kunnen denkgewoonten voor jou een toevoeging zijn aan jouw onderwijs? - Welke denkgewoonten hadden je vroeger goed kunnen helpen als leerling van de basisschool en waarom? - Ga opzoek naar manieren waarop je denkgewoonten visueel zou kunnen maken in het klaslokaal. Deel ten minste twee ideeën. - Kies 3 denkgewoonten uit en verdiep je hierin. Beschrijf de kern van de denkgewoonte en hoe jij deze denkgewoonte bij de kinderen zou aanleren. - Blik terug op werkplekopdrachten 9 en 10, op welke manier had je de denkgewoonten kunnen koppelen aan jouw lessen? Ld 1.2.1, 2.5.1, 2.8.1 3 Zie ‘opdracht’. Plaats jouw uiteindelijke uitwerking op jouw digitaal portfolio.
Opdracht
Leerdoelen studielast Voorschriften aanpak Voorschriften vorm
•
Je kiest een eigen manier van presenteren (verslaglegging, powerpoint, prezi, filmpje, stripverhaal, mindmap, glogster) 67
• • •
Er wordt antwoord gegeven op de zes beschreven vragen. Er zijn ten minste twee bronnen gebruikt. Er is sprake van een creatieve en heldere uitwerking van de vraagstelling.
68
7.2
WERKPLEKOPDRACHTEN OVERZICHT EN KAART
Plaats al je werkplekopdrachten op je digitaal portfolio onder de categorie Thema 4 werkplekopdrachten met de tag vakgebied(noteer juiste vakgebied) en met de titel van de werkplekopdracht. Onderstaande overzicht dient ook direct als werkplekkaart waarop je de uitvoeringsdatum noteert. Hou er rekening mee dat je werkplekbegeleider tijdens een werkplekbezoek kan vragen om inzicht te geven in je vorderingen m.b.t. uitvoering en kwaliteit van uitvoering. Vraag je mentor om een formatieve beoordeling te noteren op een schaal van 1 t/m 5. Deze werkplekopdrachten vormen de basis om je te ontwikkelen in het boeiend onderwijs en kun je aanvullen met allerhanden lesactiviteiten om boeiend onderwijs verder in je lesgeven vorm te geven. Nr. Vakgebied Soort Titel Uitvoeringsdatum Summatieve Uitvoeringen (minstens 2x) beoordeling 1 2 3 4 1 Integratieopdracht Onderwijsactiviteit Boeiend! Vrijdag 8 april, maandag 11 nee april en vrijdag 25 juni 2 Nederlands Lesactiviteit Methodeles Taal Vanaf start thema 4 ja 3 Rekenen Lesactiviteit Methodeles rekenen ja 4 Engels Lesactiviteit Methodeles Engels Mei-juni 2016 ja Vierfasenmodel 5 Beeldende vorming Lesactiviteit Laat maar zien! Na toelichting van ja werkplekopdracht in de les. 6 Muziek Lesactiviteit Een nieuw lied Na toelichting van ja aanleren Muziek werkplekopdracht in de les. 7 Dans en drama Lesactiviteit Wordt in de les Na toelichting van ja aangeboden werkplekopdracht in de les. 8 Onderwijskunde 1 Onderwijs Samenwerkend leren Na toelichting van ja uitvoeren organiseren werkplekopdracht in de les. 9 Onderwijskunde 2 Onderwijs Systeemhulpmiddelen Na toelichting van ja uitvoeren gebruiken werkplekopdracht in de les.
69
7.2.1 Werkplekopdrachten Werkplekopdracht 1 Thema 4 Boeiend! Vakgebied integratie Soort Onderwijsactiviteit 1. Opdracht a. Neem telefonisch contact op met je werkplekschool en vraag in welke twee groepen, 1x onderbouw en 1x bovenbouw, je welkom bent op vrijdag 8 april. Let op dus niet in je eigen leerwerkplekklas. b. Observeer 1,5 uur per groep met behulp van de kijkwijzer uit de bijlage. Probeer aan de hand van de observatie vast te stellen in hoeverre in die specifieke groep gebruik wordt gemaakt van het traditionele leren of van boeiend onderwijs in deze tijd. Het is soms lastig te bepalen in welke kolom de leerstof, de leerkracht of de leerlingen zich bevinden. Beschrijf daarom ook bij de items opmerkingen, bevindingen en twijfels je bevindingen. In de begeleide leerteambijeenkomst wordt deze kijkwijzer besproken. c. Herhaal deze observatie op maandag (de eerste leerwerkplekdag thema 4) voor de eigen leerwerkplekklas/groep, noteer je bevindingen en ga in gesprek met je mentor over je bevindingen. d. Herhaal aan het einde van de leerwerkplekperiode (juni) opdracht c nogmaals, noteer je bevindingen en ga wederom in gesprek met je mentor over de veranderingen ten opzichte van de eerste meting. 2. Relatie competenties, deeltaken en leerdoelen Ld 7.2.1, 7.3.1 3. Criteria Je leert kijken naar de indicatoren van traditioneel leren en boeiend onderwijs. Je kunt traditioneel leren onderscheiden van boeiend onderwijs met behulp van de kijkwijzer in de bijlage. Werkplekopdracht 2 Thema 4 Methodeles Taal Vakgebied Taal Soort lesactiviteit 1. Opdracht Verzorg een taalles volgens de handleiding van de taalmethode. a. Kies lessen die gaan over stellen of mondelinge taalvaardigheid b. Doe dit met een grote groep van 10-30 kinderen of de hele klas, afhankelijk van de organisatiemogelijkheden in je groep. Als je mentor met niveaugroepen werkt, geef dan les aan één niveaugroep: de gemiddelde leerlingen, mits die groep uit meer dan 10 leerlingen bestaat. c. Gebruik de handleiding en geef de les zoals deze in de handleiding staat, tenzij de mentor anders aangeeft. Blader ook enkele lessen terug om te kijken wat de kinderen al geleerd hebben over het onderwerp, en op welke manier. Kijk het werk van de kinderen na afloop van de les ook na. d. Bekijk dus ruim van te voren wanneer er (onderdelen van) lessen over stellen of mondelinge taalvaardigheid aan de beurt zijn. e. Deze opdracht herhaal je tot onderstaande criteria (ruim) voldoende zijn (minstens 2 keer). 2. Relatie competenties, deeltaken en leerdoelen Ld 3.1.1. Ld 3.2.1, Ld 3.14.1, Ld 7.2.1,Ld 7.4.1 70
3. Criteria Voorbereiding: 1. beschrijft vragen die de voorkennis activeren; 2. heeft materialen klaarliggen; Uitvoering: BOEIEND 3. vertelt de leerlingen welke vaardigheid geoefend gaat worden en stelt na de activiteit met de kinderen vast of de vaardigheid voldoende beheerst wordt; 4. daagt kinderen uit om mee te denken over mogelijke oplossingen; 5. ondersteunt het denken van leerlingen door gebruik te maken van didactisch materiaal, modellen of schema’s zoals dit in de methode gebruikt wordt; 6. er zit vaart in de oefening; Reflectie: 7. kan in samenspraak met de mentor evalueren of de voorbereiding en de uitvoering van de les voldoet aan bovenstaande criteria - theorie, boeiend onderwijs 7.2.1.1 Werkplekopdracht 3 Thema 4 Methodeles Rekenen Vakgebied rekenen Soort lesactiviteit 1. Opdracht Verzorg een rekenles volgens de handleiding van de rekenmethode. a. Kies lessen die gaan over schatten of schriftelijk rekenen (standaardprocedures): optellen, aftrekken, delen of vermenigvuldigen. Vaak is dit slechts een onderdeel van de les en worden er ook andere rekenonderwerpen behandeld. Geef in dat geval de volledige les. b. Doe dit met een grote groep van 10-30 kinderen of de hele klas, afhankelijk van de organisatiemogelijkheden in je groep. Als je mentor met niveaugroepen werkt, geef dan les aan één niveaugroep: de gemiddelde leerlingen, mits die groep uit meer dan 10 leerlingen bestaat. c. Gebruik de handleiding en geef de les zoals deze in de handleiding staat, tenzij de mentor anders aangeeft. Blader ook enkele lessen terug om te kijken wat de kinderen al geleerd hebben over het onderwerp, en op welke manier. d. Kijk het werk van de kinderen na afloop van de les ook na. e. Bekijk dus ruim van te voren wanneer er (onderdelen van) lessen over schatten of standaardprocedures aan de beurt zijn. f. Deze opdracht herhaal je tot onderstaande criteria (ruim) voldoende zijn (minstens 2 keer). 2. Relatie competenties, deeltaken en leerdoelen Ld 3.1.1, Ld 3.2.1, Ld 3.14.1, Ld 7.2.1, Ld 7.4.1 3. Criteria
71
Voorbereiding: 4. beschrijft vragen of sommen die de voorkennis activeren; 5. beschrijft bij de te maken sommen de gewenste oplossing of oplossingsstrategie; 6. heeft materialen klaarliggen; Uitvoering: BOEIEND 7. vertelt de leerlingen welke vaardigheid geoefend gaat worden en stelt na de activiteit met de kinderen vast of de vaardigheid voldoende beheerst wordt; 8. daagt kinderen uit om mee te denken over mogelijke oplossingen; 9. geeft voldoende ruimte voor het inoefenen van de sommen; 10. ondersteunt het denken van leerlingen door gebruik te maken van didactisch materiaal, modellen of schema’s zoals dit in de methode gebruikt wordt; 11. sluit qua rekenstrategieën aan bij hoe de kinderen het geleerd hebben in de methode; 12. er zit vaart in de oefening; Reflectie: 13. kan in samenspraak met de mentor evalueren of de voorbereiding en de uitvoering van de les voldoet aan bovenstaande criteria - theorie, boeiend onderwijs 7.2.1.2 Werkplekopdracht 4 Thema 4 Methodeles Engels Vierfasenmodel Vakgebied Engels Soort lesactiviteit Contextvariabelen Inhoud • Je geeft een les Engels volgens de handleiding van een methode. • Je geeft een lesactiviteit aan de gehele klas (inleiding-kern-slot). • Je zorgt ervoor dat het vierfasenmodel goed wordt uitgevoerd, dus pas aan indien nodig. Pedagogisch/ • Je geeft een les Engels volgens de handleiding van een methode. Didactische aanpak • Je let goed dat je de fase(n) correct toepast Leeromgeving • Klaslokaal Groepsgrootte en • Hele groep. samenstelling Duur • 30-45 minuten. Verantwoordelijkheid • Student. 1. Opdracht Geef een les Engels uit de methode waarbij je ervoor zorgt dat je recht doet aan het vierfasenmodel. a. Formuleer een lesdoel en vul het lesvoorbereidingsformulier volledig in. b. Bedenk passende activiteiten bij inleiding, kern en slot. c. Zorg voor boeiend onderwijs. d. Evalueer en controleer of het lesdoel behaald is. 72
e.
Schrijf na afsluiting van de les een korte reflectie op de activiteit waarin je ook de feedback van de mentor meeneemt. Plaats het geheel in een bestand op het digitaal portfolio. 2. Relatie competenties, deeltaken en leerdoelen Uitvoeringsniveau:3.1.1, 3.7.1, 3.17.1 3. Criteria • Het lesvoorbereidingsformulier is volledig ingevuld met correct lesdoel en uitgebreide beginsituatie. • Alle benodigde materialen liggen klaar. • De les is boeiend. • Het lesdoel wordt gedeeld met de leerlingen. • Het vierfasenmodel wordt correct toegepast • Er wordt gecontroleerd of het lesdoel is behaald. • Er is een reflectie op de lesactiviteit aanwezig waarin ook de feedback van de mentor is beschreven. Werkplekopdracht 5 Thema 4 Laat maar zien! Vakgebied Beeldende vorming Soort Lesactiviteit Contextvariabelen Inhoud • Een les Beeldende vorming geven uit de methode ‘Laat maar zien’ Pedagogisch/ • De instructie is overeenkomstig de aanpak van ‘Laat maar zien’ Dit wil zeggen dat de les is opgebouwd uit: De orientatiefase: inspireren, informeren en instrueren. De uitvoeringsfase: observatie, begeleiding en Logistiek. De nabeschouwingsfase: Didactische aanpak beschouwen, evalueren, beoordelen. • Uit de nabeschouwingsfase dient alleen het beschouwen een plek te krijgen. Indien er tijd over is kan men ook kiezen voor evalueren. Beoordelen is nog niet aan de orde. Leeromgeving • Inspirerend m.b.v. de diapresentatie van ‘Laat maar zien’ en eigen materialen ter aanvulling passend bij de les naar keuze. Groepsgrootte en • Instructie aan de gehele groep waarna de klas wordt opgedeeld in groepen om aan het beeldend werk te gaan werken. samenstelling Duur • Max. 60 minuten aaneengesloten (beeldend werk hoeft niet af te zijn. Mocht er meer tijd nodig zijn dan kan men op een ander moment de les voortzetten en afronden. Verantwoordelijkheid • Student en mentor in de rol van ondersteuner. 1. Opdracht a. Maak een keuze uit de volgende lessen uit Laat maar zien in overleg met je mentor. Gebruik als criteria de ervaringen van de leerlingen met het werken met de technieken en de beeldaspecten die in de lessen aan de orde komen. Welke les sluit dan het beste aan bij de beginsituatie van de klas. 1) Windje tegen, windje mee 2) Op de fiets! 3) Tafel dekken 4) Circus Jeroen Bosch 73
b.
Vertaal de les naar het lesvoorbereidingsformulier p2 fase. Neem de fasen zoals beschreven in ‘Laat maar zien’ over. De oriëntatiefase zet je in de inleiding, De uitvoeringsfase in de kern en de nabeschouwingsfase in de afsluiting van de les. c. Voer de beeldende opdracht vervolgens zelf uit. Dit kan tijdens les 6 Beeldende vorming maar kun je indien je vooruit wil werken ook al in zelfstudietijd. Maak/bewaar de uitwerkingen in je dummy. d. Pas je lesvoorbereidingsformulier aan naar aanleiding van je ervaring tijdens het werken aan de opdracht. Denk aan zaken omtrent techniek instructie e. Geef de les op je werkplekschool. f. Evalueer de les met je mentor. Benoem verbeterpunten bij de drie fasen van ‘Laat maar zien’ en de verbijzonderingen van de drie fasen. Verwerk je evaluatie in je lesvoorbereiding. g. Geef je aangepaste lesvoorbereiding aan een leerteamlid h. Geef de les van je leerteamlid (ook uitgewerkt volgens bovenstaande stappen) op je werkplekschool. En vraag je mentor het WPA p2-fase in te vullen i. Evalueer achtereenvolgens de les met je mentor en je leerteamlid door wederom verbeterpunten te benoemen m.b.t. de fasen uit ‘Laat maar zien’ en het ingevulde WPA. 2. Relatie competenties, deeltaken en leerdoelen Ld7.2.1, Ld5.4.1, Ld6.2.1, Ld 4.3.1, Ld3.17.1 3. Criteria Identiek aan criteria WPA p2-fase Werkplekopdracht 6 Thema 4 Een nieuw lied aanleren Muziek Vakgebied Muziek Soort lesactiviteit Contextvariabelen Inhoud Leer een nieuw lied aan in een bovenbouwgroep met behulp van de stappen die beschreven staan in Muziek Meester hoofdstuk 2.7 of Eigen-wijs pag 11 t/m 14 Pedagogisch/ Een nieuw lied aanleren vanuit de fases introductie-aanleren en afsluiten die beschreven staan in Muziek Meester paragraaf 2.7 of Didactische aanpak Eigen-wijs bladzijde 11 t/m 14: Een goede sfeer; muzikale en niet-muzikale werkvormen; luistervragen en luisteractiviteiten; de kinderen zingen steeds meer de leerkracht zingt steeds minder; zelfstandig zingen; stimuleren, verbeteren, reflecteren. Leeromgeving Klaslokaal Groepsgrootte en Hele groep samenstelling Duur 20-30 minuten Verantwoordelijkheid 1. Opdracht Leer in de bovenbouw van je werkplek een nieuw lied aan met behulp van de stappen die hieronder beschreven staan en zoals je dat geoefend hebt tijdens de lessen muziek en zoals beschreven staat in Muziek Meester paragraaf 2.7 of Eigen-wijs blz. 11 t/m 14. a. De aanleermethode bestaat uit introductiefase, aanleerfase en afsluitfase. Bij de introductiefase zorg je een goede sfeer en voor de betekenisvolle context en breng je met behulp van niet-muzikale en muzikale werkvormen de kinderen in de sfeer van de les. 74
b. c.
d. e.
Tijdens de aanleerfase zorg je dat er voldoende tijd is voor de kinderen naar het lied te luisteren zonder dat ze zingen. Je gebruikt daarvoor activeringsopdrachten en stelt KVB-vragen (over Klank, Vorm en Betekenis). Daarna ga je met behulp van de weggeeftechniek en wisselzang het lied aanleren, waarmee het lied in zijn geheel wordt aangeleerd. De kinderen zingen steeds meer en de leerkracht zingt steeds minder. Tijdens de afsluitfase kunnen de kinderen het lied zelfstandig zingen. Dit doe je door stimuleren, verbeteren en reflecteren. Deze opdracht herhaal je tot de criteria uit het wpa minimaal voldoende zijn. Je zorgt dat iemand tijdens de uitvoering deze les voor jou filmt. Waarbij jij met name in beeld bent..
De belangrijkste vragen die je aan jezelf stelt bij het kijken zijn: • Wie zie ik dat ik ben als leraar? Houding? Mimiek? Stem? • Welke kwaliteiten zie ik bij mezelf? • Hoeveel ruimte heb ik de kinderen gegeven binnen de activiteit om te experimenteren? • Hoe geef ik leiding aan de activiteit? • Wat leer ik van het kijken naar mijzelf en de kinderen? Aanpak • Begeleid de kinderen bij het aanleren van een nieuw lied tijdens deze les • Laat iemand op film jouw handelingen vastleggen • Stel een filmpje van maximaal 2 minuten samen waarin jij de voor jouw belangrijkste punten uit de les aan elkaar monteert (Bijvoorbeeld met Windows Movie Maker of Youtube Video Manager of Avidemux). • Plaats dit filmpje in je portfolio met de tag ‘werkplekopdracht muziek’ en de titel ‘filmpje muziekactiviteit 2’ Beantwoord in een half A4-tje de bovenstaande vragen en plaats dit ook op je portfolio met de Tag ‘werkplekopdracht muziek’ en de titel ‘wie ben ik tijdens de muziekactiviteit 2’. Met behulp van je reflectie (Korthagen, 2015) vergelijk je het filmpje dat je bij Thema 1 gemaakt hebt n.a.v. de opdracht ‘Instrument centraal’ met dit moment, waarbij je met name op zoek gaat naar wat zichtbaar verbeterd is en wat leerpunten zijn. 2. Relatie competenties, deeltaken en leerdoelen 3.
Criteria
75
Voorbereiding Zoek uit welke liederen de klas al kent. Vraag of je mentor een keer met de klas zingt zodat je de beginsituatie kunt inschatten. Kies een lied dat Je beschrijft de organisatie van de lesactiviteit op een lesvoorbereidingsformulier en beschrijft de kolommen Wat doe ik?; Wat doen de leerlingen?; Hoe organiseer ik het? Je verwerkt de kernwoorden in je lesvoorbereidingsformulier of op een apart blad: Betekenisvolle context een goede sfeer; muzikale en niet-muzikale werkvormen; luistervragen en luisteractiviteiten; de kinderen zingen steeds meer de leerkracht zingt steeds minder; zelfstandig zingen; stimuleren, verbeteren, reflecteren Uitvoering: 1. Je kunt het proces van het aanleren van het lied boeiend, ordelijk en veilig ordelijk organiseren d.m.v. de stappen die je in theorie en praktijk geoefende hebt toe te passen. 2. Je kunt de groep leerlingen die meedoen aan de geleide activiteit overzien tijdens het organiseren, instrueren en begeleiden. 3. De criteria uit het algemeen WPA van de P2-fase zijn van toepassing Reflectie: Kan met behulp van de filmopname de vijf vragen (zie boven) over jezelf kort beantwoorden ( half A4) en een filmpje van jezelf samenstellen van maximaal 2 minuten waarin de belangrijkste leermomenten van de les aan elkaar worden gemonteerd 7.2.1.3 Werkplekopdracht 8 Thema 4 Samenwerkend leren organiseren Vakgebied Onderwijskunde Soort Lesactiviteit Contextvariabelen Inhoud
• • •
Je kiest in overleg met de mentor een vakgebied en lesonderwerp. Je geeft een lesactiviteit aan de gehele klas (inleiding-kern-slot). De les bevat een vorm van samenwerkend leren.
Pedagogisch/ Didactische aanpak
• •
De instructie is leerkracht gestuurd. De samenwerkingsvorm is gericht op het behalen van het lesdoel.
Leeromgeving
• •
Inspirerend Passend bij de leeftijd van de doelgroep.
Groepsgrootte en samenstelling Duur
•
Gehele groep
•
30-45 minuten.
Verantwoordelijkheid
•
Student.
4. Opdracht Geef een les binnen een zelfgekozen vakgebied. a. Formuleer een lesdoel en vul het lesvoorbereidingsformulier volledig in.
76
b.
Bedenk welke activiteiten passend zijn bij inleiding, kern en slot. Zorg dat de les 1 samenwerkingsactiviteit bevat die voldoet aan de kenmerken van coöperatief leren (zie: Ont-moeten, hoofdstuk 3). Deze activiteit mag plaatsvinden in de inleiding (voorkennis), de kern (begeleide inoefening) of in het slot (afsluiting). Maak voor deze les ook een routeschema met de componenten leerstof, leerling en leefwereld. c. Neem in de afsluiting van de les tijd voor evaluatie, bevraag de leerlingen op het lesdoel en bekijk hoe zij de activiteit ervaren hebben. d. Schrijf na afsluiting van de les een korte reflectie waarin de kenmerken van coöperatief leren terugkomen, neem hierin ook de feedback van de mentor mee. Plaats het geheel in een bestand op het digitaal portfolio (lesvoorbereiding, routeschema en reflectie) 5. Relatie competenties, deeltaken en leerdoelen Voorbereidingsniveau: 6.2.1 Uitvoeringsniveau: 3.17.1, 3.18.1, 3.22.1 6. Criteria • • • • • • • •
Het lesvoorbereidingsformulier is volledig ingevuld met correct lesdoel en uitgebreide beginsituatie. Het lesdoel sluit aan bij de gekozen samenwerkingsactiviteit. De samenwerkingsactiviteit voldoet aan de kenmerken van coöperatief leren (zie: Ont-moeten, hoofdstuk 3) Het didactisch routemodel is aanwezig waarin zichtbaar gependeld wordt tussen de componenten leerstof, leerling en leefwereld. De activiteiten in het didactisch routemodel zijn beschreven vanuit de leerlingen. Als afsluiting van de lesactiviteit wordt er met de leerlingen geëvalueerd, op zowel het lesdoel als de gebruikte samenwerkingsvorm. Er is een reflectie op de lesactiviteit aanwezig waarin wordt teruggekoppeld op de kenmerken van coöperatief leren. De feedback van de mentor is meegenomen in de reflectie.
7.2.1.4 Werkplekopdracht 9 Thema 4 Systeemhulpmiddelen gebruiken in de klas Vakgebied Onderwijskunde Soort Lesactiviteit Contextvariabelen Inhoud • Je kiest in overleg met de mentor een vakgebied en lesonderwerp. • •
Je geeft een lesactiviteit aan de gehele klas (inleiding-kern-slot). De les bevat een vorm van systeemhulpmiddel (voorbeeld: GPG, venn diagram, mindmap, gebeurtenisketting)
Pedagogisch/ Didactische aanpak
• •
De instructie is leerkracht gestuurd. Het systeemhulpmiddel is gericht op het behalen van het lesdoel.
Leeromgeving
• •
Inspirerend Passend bij de leeftijd van de doelgroep.
Groepsgrootte en samenstelling Duur
•
Gehele groep
•
30-45 minuten. 77
Verantwoordelijkheid
•
Student.
1. Opdracht Geef een les binnen een zelfgekozen vakgebied. a. Formuleer een lesdoel en vul het lesvoorbereidingsformulier volledig in. b. Bedenk welke activiteiten passend zijn bij inleiding, kern en slot. Zorg dat je in de les gebruik maakt van een systeemhulpmiddel. Bedenk goed of het systeemhulpmiddel nieuw is voor jouw groep. In dat geval is het wellicht handig het systeemhulpmiddel klassikaal te gebruiken. Voor informatie kun je hoofdstuk 4 uit Ont-moeten raadplegen. Deze activiteit mag plaatsvinden in de inleiding (voorkennis), de kern (begeleide inoefening) of in het slot (afsluiting). c. Maak voor deze les ook een routeschema met de componenten leerstof, leerling en leefwereld. d. Neem in de afsluiting van de les tijd voor evaluatie, bevraag de leerlingen op het lesdoel en bekijk hoe zij de activiteit ervaren hebben. e. Schrijf na afsluiting van de les een korte reflectie op de activiteit waarin je ook de feedback van de mentor meeneemt. Plaats het geheel in een bestand op het digitaal portfolio (lesvoorbereiding, routeschema en reflectie). 2. Relatie competenties, deeltaken en leerdoelen Voorbereidingsniveau: 6.2.1 Uitvoeringsniveau: 1.2.1, 3.17.1, 3.18.1,3.22.1 3. Criteria • Het lesvoorbereidingsformulier is volledig ingevuld met correct lesdoel en uitgebreide beginsituatie. • Het lesdoel sluit aan bij het gekozen systeemhulpmiddel. • Het didactisch routemodel is aanwezig waarin zichtbaar gependeld wordt tussen de componenten leerstof, leerling en leefwereld. • De activiteiten in het didactisch routemodel zijn beschreven vanuit de leerlingen. • Als afsluiting van de lesactiviteit wordt er met de leerlingen geëvalueerd, op zowel het lesdoel als het gebruikte systeemhulpmiddel. • Er is een reflectie op de lesactiviteit aanwezig waarin ook de feedback van de mentor is beschreven.
78
Bijlagen BIJLAGE KIJKWIJZER BOEIEND ONDERWIJS Datum Duur
School: Groep:
Traditionele leren De leraar draagt systematisch kennis over aan de leerlingen De leerling consumeert kennis; leren is informatie opnemen Alle leerlingen hetzelfde: de leraar presenteert het ‘dagmenu’ De leraar is de expert, de verteller en de beoordelaar Weinig interactie: leren gebeurt vooral individueel De leerling is passief en afhankelijk: de leraar bepaalt De leerstof is gefragmenteerd in lossen onsamenhangende onderdelen Leren wat getoetst wordt; kennis is geen ‘gereedschap’ voor het leven Leven en leren zijn gescheiden; ‘leren gebeurt op school’ De leerbronnen zijn de leraar en het boek
Traditioneel*
Observator: Vakgebied: Integratie*
Boeiend*
Boeiend onderwijs in deze tijd De leraar daagt uit, stelt vragen, oppert problemen en bevordert metacognitie De leerling construeert kennis; leren is ‘van informatie kennis maken’ Gevarieerde leer-arrangementen: de leraar richt ‘een lopend buffet’ in De leraar is ook coach en begeleider van interactieve leerprocessen Vooral interactief leren De leerling is actief en neem initiatieven; leraar en leerling zijn partners De leerling is geïntegreerd en betekenisvol Toetsen wat geleerd is; transfer van het geleerde is belangrijk Ervaringsleren; leven en leren zijn met elkaar verbonden Rijke variatie aan leerbronnen waaronder de leraar en het boek
*Vink het aantal keren dat je het gedrag ziet.
79