Hoe Opel het stationwagonsegment creëerde en blijft perfectioneren
Opel maakte stationwagons populair in Europa
Evolutie van bescheiden bestelauto tot gespierde atleet voor het hele gezin
De nieuwe Astra Sports Tourer is een natuurlijke evolutie van zijn soort
Rüsselsheim/Breda - De aanstaande première van Opels nieuwe compacte stationwagon, de Astra Sports Tourer, is een goede gelegenheid om terug te blikken op de sensatie die Opel in Europa creëerde toen het merk in 1953 de Olympia Rekord Caravan introduceerde; een populaire stationwagon die eigenaars de flexibiliteit gaf om professioneel en privégebruik in één voertuig te combineren. Al bijna zes decennia lang maakt Opel stationwagons populair in Europa, bijzonder in het compacte segment waar de Kadett en Astra Stationwagon constant voor hoge verkoopaantallen hebben gezorgd. Vanaf het begin van de autogeschiedenis was er een duidelijk onderscheid tussen bestelauto‟s om goederen en zware vrachten te transporteren en auto‟s om mensen te vervoeren met een maximum aan ruimte en comfort. De meeste dagelijkse toepassingen die een stationwagon vandaag de dag zo nuttig maken, bestonden toen gewoon nog niet. Mensen namen geen boodschappen voor een hele week mee in hun auto en er waren geen surfplanken om mee te nemen voor een weekendje aan zee. Tot halfverwege de jaren dertig kwamen bagage en passagiers zelfs nooit samen in het interieur van de auto. Vaak werd alles verpakt in stevige kisten die werden bevestigd op rekken aan de achterzijde of op de treeplanken. Het begon allemaal in Amerika Toen de kleine Amerikaanse autofabrikant Hudson in december 1936 zijn nieuwe Terraplane Station Wagon lanceerde, vermoedde vrijwel niemand hoe dit nieuwe voertuigtype een revolutie teweeg zou brengen in de manier waarop de maatschappij reisde (vakantie en zakenreizen) of gewoon het hele gezin vervoerde. In die tijd werd hij simpelweg gezien als een van de vele overmoedige designpogingen om de proporties van een sedan en een bestelauto dichter bij elkaar te brengen.
Toch was de Terraplane, met zijn houten carrosseriepanelen en grote achterklep, de eerste compromisloze realisatie van het stationwagonconcept en de eerste stationwagon die op grote schaal zou worden gebouwd. Helaas kreeg het concept pas na de Tweede Wereldoorlog acceptatie en dat was voornamelijk te wijten aan het feit dat er voorheen gewoon geen vraag was naar ruime, multifunctionele voertuigen. Dat veranderde echter halverwege jaren veertig met de opkomst van de middenklasse, die voornamelijk bestond uit onafhankelijke handelaars, vertegenwoordigers en vaklui die voor hun beroep voertuigen nodig hadden maar zich geen aparte auto voor hun gezin konden veroorloven. Alle grote Amerikaanse autofabrikanten begonnen stationwagons te verkopen. De carrosserieconstructie werd de eerste jaren echter voor een groot deel uitbesteed aan kleine leveranciers, omdat de tijdrovende productie van kleine reeksen niet loonde. De kleine carrosseriebouwers, die vaak opereerden vanuit een atelier, bouwden de speciale stationwagoncarrosserieën in hout of een combinatie van hout en staal. Hoewel de carrosserieën van de eerste Amerikaanse stationwagons (beter bekend als „woodies‟) vandaag de dag als bijzonder aantrekkelijk worden beschouwd, waren ze in die tijd vooral een gemaksoplossing. De carrosserieleveranciers gebruikten hout omdat staalbewerking te ingewikkeld was. Toen de vraag naar deze veelzijdige voertuigen gestaag begon te stijgen namen de grote fabrikanten in de VS de productie over. Zij kozen voor een volledig stalen constructie, vaak afgewerkt met imitatiehout om deze visueel te onderscheiden van de echte bestelauto‟s. Populariseren van de stationwagon in Europa: de Opel Olympia Rekord Caravan uit 1953 Pas met het begin van het Duitse Wirtschaftswunder - of economische wonder - in de jaren vijftig begon het onderscheid tussen bestelauto‟s en personenauto‟s in Europa te vervagen met de komst van de geïntegreerde carrosserieconstructie. Net als in de Verenigde Staten enkele jaren ervoor zorgde de combinatie van de opkomende middenklasse en de babyboom voor de behoefte aan een nieuw soort voertuig. Stationwagons boden de ideale oplossing omdat deze tijdens de week als werkpaard en in het weekend als gezinsauto konden dienen. Opel was de eerste Duitse fabrikant die aan die trend tegemoet kwam met zo‟n flexibele auto. 2
In 1953 presenteerde het merk tijdens de IAA van Frankfurt de eerste echte Europese stationwagon: de Olympia Rekord, met zijn doosvormige achterkant en zijruiten, werd er getoond naast de sedanversie. Beide modellen hadden dezelfde pontoncarrosserie en dezelfde karakteristieke haaienmond, maar de stationwagonversie vestigde een naam die in de autogeschiedenis synoniem zou worden voor een heel autosegment: de „CarAvan‟. Volgens de legende is deze combinatie van de woorden „car‟ (auto) en „van‟ (bestelauto) afkomstig van de vraag “Is this car a van?” (is deze auto een bestelauto?). In tegenstelling tot de klassieke doosvormige bestelauto‟s was de Opel Olympia Rekord Caravan uit 1953 naar de normen van die tijd extravagant uitgerust. Volgens de advertenties uit die tijd kon men “de achterbank met enkele bewegingen en zonder veel moeite neerklappen. De elegante, respectabele Opel Caravan wordt dan een uitermate economische transporter met uitzonderlijke laadmogelijkheden.” De stationwagon was snel een rage in Europa, een perfecte synthese van een elegante, presenteerbare sedan en een praktische bestelauto. In Duitsland noemde men deze nieuwe carrosserievariant een „Caravan‟ of „Kombi‟ (afkorting van „Kombinationsfahrzeug‟) - een auto die eigenschappen van twee segmenten combineert. Tegenwoordig zou de marketingafdeling hem wellicht een „veelzijdige cross-over‟ noemen. Van middenklassestationwagons tot de compacte Kadett Caravan Ook steeds meer niet-handelaars begonnen interesse te tonen voor het stationwagonconcept en Opel zorgde ervoor dat van elk nieuw Opel-model een aantrekkelijke stationwagonversie werd afgeleid. Het merk produceerde ongeveer 23.400 exemplaren van de stationwagons uit 1953 en 1954, meer dan tien procent van de sedanverkoop. In 1955 waren de stationwagons goed voor ongeveer 20 procent van de verkoop: 107.000 sedans tegenover 24.000 stationwagons. Aangemoedigd door de toenemende verkoop van stationwagons in het middenklassesegment, creëerde Opel ook een stationwagonvariant van zijn eerste naoorlogse compacte auto, de Kadett A uit 1962. De betaalbare, compacte Kadett A Caravan debuteerde in maart 1963. Hij schoot de Caravan-verkoop naar zulke hoogten dat bijna 50 procent van alle Duitse stationwagons tegen die tijd door Opel werden geproduceerd. Toen de productie van de Kadett A in 1965 werd stopgezet, was bijna een
3
op de vier (ongeveer 125.000 van de 500.000 verkochte exemplaren in Europa) een stationwagon. Met bredere banden dan de stationwagonversie (6.00-12 in plaats van 5.50-12) en een verstevigde ophanging, kon de Kadett Caravan tot 430 kilogram vervoeren; ongeveer 100 kilogram meer dan de sedan. En terwijl de sedan al als ruim werd beschouwd, was de Kadett Caravan dat nog meer. Met zijn grote laadruimte zette hij heel wat concurrende stationwagons in de schaduw. Opel bood ook een optie die als eerste verwees naar de bestelauto‟s van vandaag: de laadruimte kon worden uitgerust met een bijkomend, naar achteren gericht kinderzitje, waarmee men hem eigenlijk ook als voorloper van de Zafira kan zien. Opel vestigt trends voor lifestylestationwagons In 1970 creëerde Opel een nieuw type stationwagon, dat zich volledig richtte op pure gezins- en vrijetijdsactiviteiten, door sportieve, meer lifestylegerichte accenten toe te voegen. Opel had op het autosalon van Genève van 1968 al gezinspeeld op deze evolutie, met het studiemodel „Commodore Voyage‟: deze grote „Kombi‟ kreeg een carrosserie met een speciale houtachtige afwerking die deed denken aan de Amerikaanse „woodies‟. Hoewel hij nooit in productie werd genomen, opende hij de deur voor nieuwe experimenten bij Opel Styling; de toenmalige designafdeling van het merk. Eind jaren zestig en begin jaren zeventig werkten de ontwerpers aan diverse slanke, elegante en grotendeels gepolijste stationwagons. Ze kregen allemaal de extra aanduiding „Voyage‟, om hun meer vrijetijdsgericht karakter en luxueuzere uitvoering te benadrukken. Werkpaarden waren niet langer „in‟ en de tijd was rijp voor een nieuw type stationwagon dat ruimte en luxe op trotse wijze combineerde met lichte en luchtige ramen. Het concept werd in 1970 gelanceerd in de vorm van de Ascona Voyage, met typisch imitatiehout op de carrosserie. De naam „Voyage‟ maakte duidelijk waar de reis van de stationwagon heen ging: zijn leven als bestelauto naderde zijn einde en Opel was opnieuw de trendsetter. De feiten bewezen die visie: in het begin van de jaren zeventig, gebruikte slechts 20 procent van de stationwagonkopers hun auto uitsluitend voor privédoeleinden. Aan het einde van de jaren negentig was dat ruim 50 procent. Het Caravan-gamma dat, sinds de Ascona 4
Voyage, altijd een bijzonder luxueuze en sportieve variant heeft gehad, bood een multifunctionele auto op maat voor elke smaak en elk budget. Een wilde rit Opel bleef trends zetten en bleef het stationwagonconcept grotere motoren en betere prestaties geven om deze in een hogere prijsklasse te positioneren. In 1989 monteerde Opel een 204 pk sterke zescilinder-in-lijn van drie liter in de Omega Caravan 24v, die hem op slag tot snelste productiestationwagon ter wereld maakte. Ook dat was een nieuw concept van Opel, dat sindsdien heel wat fabrikanten heeft geïnspireerd. In 1993 werd het concept toegepast op het compacte segment met de Astra Caravan 16v: zijn 150 pk sterke 2.0 16V-motor maakte hem in die tijd tot de krachtigste stationwagon in zijn klasse. Zowel de Omega als de Astra bleven records vestigen in hun klasse. Behalve de uitzonderlijke prestaties, met topsnelheden van ongeveer 240 km/u (Omega) en ruim 200 km/u (Astra), hadden ze ook het grootste laadvolume in hun klasse. In navolging van die trend werd in 2002 de nieuwe generatie gelanceerd: de Astra OPC Caravan werd net zoals de sportiefste 3-deurs Astra aangedreven door een 2.0 16V turbomotor, goed voor 147 kW/200 pk. Hij haalde een top van 231 km/u en sprintte in 7,8 seconden van 0 tot 100 km/u. De 325 pk sterke Opel Insignia OPC Sports Tourer, die voor het eerst werd gelanceerd in 2009, zette een grote stap voorwaarts in termen van dynamiek, met nog meer vermogen, een Flexride-chassis en een adaptieve vierwielaandrijving (Adaptive 4x4). De cirkel is rond - Astra Sports Tourer combineert sportiviteit met functionaliteit De nieuwe Astra Sports Tourer, die later dit jaar zijn opwachting maakt op de 2010 Paris Motor Show is de natuurlijke evolutie van zijn soort: deze slanke, stijlvolle stationwagon heeft een uitzonderlijke functionaliteit samen met een ruim bemeten laadvermogen. Net als de eerste Caravan, biedt hij eigenaars de mogelijkheid om een auto te gebruiken voor professionele en privé doeleinden. Hij geeft echter ook de sportiviteit en luxe die het eerst te zien was op de Opel „Voyage‟-modellen uit de jaren zeventig naar een perfecte, eigentijdse vormgeving en uitvoering.
5