Kwartaalbericht “A little less conversation…” Juli 2014
Samenvatting –
Ontwikkelingen in Rusland en Oekraïne, maar ook de (her)vorming van het politiek landschap in Europa na de verkiezingen zullen hun stempel op de financiële markten blijven drukken;
–
Het Midden-Oosten blijft een bron van onrust met de opkomst van de extremistische beweging ‘ISIS’;
–
De economische gevolgen van de ECB-maatregelen aangekondigd in juni zullen de komende maanden zichtbaar worden;
–
Duitse economie blijft naar behoren draaien, maar de verwachtingsgraadmeter van de Duitse economie laat al enkele maanden een dalende trend zien;
–
De bedrijfscijfers over het tweede kwartaal moeten de hooggespannen verwachtingen waarmaken. Wij hebben onze twijfels of dit gaat gebeuren. Wij hebben de afgelopen weken winstbijstellingen gezien, overigens zowel naar boven als naar beneden;
–
Monetaire maatregelen worden in de Verenigde Staten stapsgewijs teruggedraaid, maar in Europa en Japan draait de monetaire verruiming nog op volle toeren;
–
We zien nog nauwelijks inflatie ondanks alle monetaire verruiming. Dit is vooral te danken aan de immer dalende omloopsnelheid van het geld. Deflatie blijft op de loer liggen in Europa. In de Verenigde Staten neemt de kans op inflatie toe;
–
China laat de omvang van kredietverlening weer oplopen door solvabiliteitsregels voor banken te versoepelen om zo te proberen de economische groei op een gewenst niveau te houden;
–
Japanse BTW verhoging in april 2014 heeft logischerwijs een negatieve korte termijn uitwerking laten zien in de winkelverkopen en de inflatie. Vraag is wanneer Abe met maatregelen zal komen als de trend van de consumentenbestedingen dalend blijft, zeker als de loonstijgingen achterblijven bij de inflatie;
–
De relatieve aantrekkelijkheid van opkomende markten ten opzichte van de ontwikkelde markten is nog steeds aanwezig, maar terughoudendheid is gewenst;
–
Overnames zijn aan de orde van de dag, wat de waardering van aandelen mogelijk verder opdrijft;
–
We houden vast aan waarde-aandelen boven groeiaandelen en accenten in mid- en smallcap aandelen boven largecaps voor westerse markten. We kopen bescherming onder de aandelenposities in portefeuilles. Geldmarktfondsen hebben onze voorkeur boven staatsobligaties en bedrijfsobligaties, waarbij we verwachten dat de creditspreads voor bedrijfsobligaties zullen gaan oplopen. Binnen de categorie “overig” blijven we investeren in grondstoffen, onroerend goed en hegdestrategieën. 1
Terugblik 2e kwartaal 2014 ‘Minder praten en meer actie’ moet ECB president Mario Draghi begin juni gedacht hebben toen hij een negatieve ECB depositorente, een historische lage benchmarkrente en een aantal andere onconventionele maatregelen aankondigde. Alles natuurlijk om de omvang van kredietverlening in Europa te vergroten, zodat het ‘deflatiespook’ naar de achtergrond kan verdwijnen. De voortslepende Oekraïne-kwestie en de uitslag van de Europese verkiezingen gaf het afgelopen kwartaal op geopolitiek gebied genoeg stof tot nadenken. Al was de overwinning van de anti-Europese partijen veel kleiner dan verwacht, de verdeeldheid is alleen maar groter geworden. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar in het feit dat Jean Claude Juncker niet unaniem als president van de Europese Commissie is benoemd. Door de wederzijdse afhankelijkheid van vele landen worden de risico’s van deze afhankelijkheid ook politiek steeds meer zichtbaar. Ten slotte zien wij de steeds grimmiger wordende situatie in het Midden-Oosten, waarbij de niets of niemand ontziende extremisten van “Islamic State of Iraq and Syria” hun territorium steeds verder uitbreiden, als een mogelijke katalysator van verregaande geopolitieke onrust. De markten blijven onverminderd positief reageren op de uitbundige liquiditeit en laten tot nu toe een prima rendement zien. In Europa dalen de rentes door vergaande ECB maatregelen, wat stijgende koersen opleverde op de obligatiemarkten. Veel beleggers blijven ook hun heil zoeken in aandelen. De rechtvaardiging van laatstgenoemde beslissing moet in onze optiek mede blijken uit de halfjaarcijfers die vanaf juli gepubliceerd worden. Macro economisch Macro economisch kan men beargumenteren dat de besluiten van de ECB er op wijzen dat de Europese economie nog niet naar behoren draait. Deflatie is een scenario waar bovendien rekening mee gehouden wordt. De uitwerking van monetaire maatregelen op de reële economie blijkt tot nu toe echter maar mondjesmaat van de grond te komen. Het Europese herstel verloopt uiterst moeizaam. Voor vele exporterende landen die Europa als afzetmarkt hebben, kan dit de groei drukken. Door de ECB-actie in juni zien we de 10-jaars rente van Spanje inmiddels op hetzelfde niveau van de Verenigde Staten. Dit wil overigens niet zeggen dat de markt het kredietrisico van beide landen even hoog inschat. De rente is niet enkel een vergoeding voor kredietrisico. Als we naar Credit Default Swaps kijken, een renteproduct welke gebruikt kan worden om kredietrisico af te dekken, zien we dat men nog steeds een factor drie meer betaalt om zich te verzekeren tegen een mogelijk faillissement van Spanje ten opzichte van de Verenigde Staten. Duitsland blijft economisch gezien goed draaien. Een economische groei boven de 2% met een lage inflatie en een werkloosheid van net boven de 5% zijn positieve cijfers. Als we kijken naar recent gepubliceerde verwachtingscijfers zien we echter een ander beeld, zoals te zien is in bovenstaande grafiek.
Kwartaalbericht
2
Hoe anders is dit in Amerika, waar het herstel zich doorzet, er banen gecreëerd worden en de consumptie langzaam oploopt. De afbouw van kwantitatieve verruiming gaat dan ook gestaag door in Amerika. De economische groei in de Verenigde Staten kwam in het eerste kwartaal 2014 met 2% wel lager uit dan de 2,6% uit het vierde kwartaal in 2013. Zoals in onze vorige visie beschreven, is dit voornamelijk toe te schrijven aan de weersomstandigheden. De kerninflatie kwam uit op 2% in april, waarbij de werkloosheid daalde naar 6,3% in mei. De daling van de werkloosheid en de economische groei zijn een positief signaal, maar ze brengen ook een ander fenomeen met zich mee, namelijk mogelijke looninflatie. Was men in het verleden alleen beducht voor de inflatoire werking van ruim monetair beleid, nu zien we krapte ontstaan in deelmarkten van de arbeidsmarkt, waardoor ook looninflatie een reële mogelijkheid wordt. Dit kan een bedreiging vormen voor de houdbaarheid van het economisch herstel. Ondanks de positieve ontwikkelingen in Amerika zagen we dat in juni de groeiverwachtingen voor de Verenigde Staten en de wereldeconomie als geheel zowel door het IMF als de Wereldbank naar beneden toe werden bijgesteld. Mede door de btw-verhoging in april liep de kerninflatie in Japan op naar 3,4%. Het effect van de btw-verhoging zagen we overigens direct terug in de daling van de winkelverkopen in april die op basis van een maand op maand-vergelijking met ruim 10% daalde. De effecten van “Abenomics” bevinden zich op dit moment in een cruciale fase. Er moet een antwoord komen op de vraag in hoeverre de voor de overheid benodigde hogere belastinginkomsten een negatieve uitwerking hebben op het consumentengedrag en dan met name hun bereidheid te consumeren. Binnen de opkomende markten zien we duidelijke verschillen tussen landen ontstaan. Is het relatief rustig in het WK-voetbal organiserende Brazilië, zo onrustig is het bij de zuiderburen in Argentinië, waar de peso begin dit jaar flink gedevalueerd is. Na een uitspraak van het Hooggerechtshof in Amerika in juni, maakte Argentinië bekend dat het uitstaande schulden gereguleerd naar Amerikaans recht wil ruilen naar uitstaande schulden gereguleerd naar Argentijns recht. De uitspraak van de Hooggerechtshof voorzag in het alsnog betalen van achterstallige betalingen aan obligatiehouders. Dit zou gelden voor schuldeisers van ruim 1,3 miljard US-dollar die in 2001 niet instemden met de kwijtschelding van een aanzienlijk deel van de Argentijnse schulden. Per saldo een actie waar wellicht een gang naar een faillissement van Argentinië is ingezet vanwege de verwachte claims die kunnen ontstaan als dit ruilvoorstel doorgezet wordt of als er überhaupt niet betaald wordt.
Kwartaalbericht
3
In China zijn er maatregelen genomen om de kredietverlening verder te stimuleren door de eisen aan de reserves voor banken te versoepelen. De houdbaarheid van de economische groei in China blijkt steeds lastiger te worden en de verschuiving van groei gebaseerd op export naar meer evenwichtige groei gebaseerd op export èn consumentenbestedingen blijkt nog ver weg. Van een hogere geldhoeveelheid alleen is China wat betreft economische groei niets opgeschoten.
In India zijn de verkiezingen in mei gewonnen door de Bharatiya Janata Party, de Indiase Volkspartij. De grote uitdaging, naast het uitbannen van de gruwelijkheden tegen vrouwen, is buitenlandse investeerders aan te trekken die de groei van de economie weer terugbrengen naar 2012 niveaus van 6%. Geopolitiek Op politiek vlak is er in het afgelopen kwartaal veel gebeurd. Russische troepen die Oekraïne binnenvielen, dicteerden in april de krantenkoppen. Door de steeds zichtbaar wordende politieke verdeeldheid binnen Europa en de Verenigde Staten die het Russisch-Oekraïense conflict rondom de Krim als ‘lokaal’ bestempelden, is er relatief weinig bemoeienis geweest met deze kwestie. Tot op heden bleek de inname van de Krim door Rusland een relatief kleine impact te hebben op het politieke landschap. Met haar acties in juni heeft de ECB wederom geprobeerd tijd te kopen, tijd om structureel te werken aan een duurzame oplossing voor Europa. Probleemlanden zijn tot op heden nog niet concreet genoeg in hun stappen om de problemen het hoofd te bieden. De hervormingen in de ‘grote’ landen als Frankrijk en Italië gaan maar mondjesmaat vooruit. En nu we bemoeienis zien van de Franse regering aangaande de beoogde overname van energiegigant Alstom, wordt de scheidslijn tussen bedrijfsleven en politiek steeds dunner. Als deze vorm van bemoeienis zich vaker voor gaat doen, is de weg naar machtspolitiek ingezet. Aandelen De wereldindex voor aandelen steeg in de eerste helft van 2014 met 6% (gemeten in euro’s). De Verenigde Staten laten een rendement in euro’s zien dat vergelijkbaar is met de wereldindex, de Eurozone blijft iets achter, waarbij Spanje en Italië dubbelcijferige positieve rendementen laten zien. Japanse en Chinese aandelenmarkten doen dit jaar een stapje terug, terwijl India en Brazilië goed renderen. In onderstaande tabel zijn de belangrijke markten en hun rendementen in de eerste 6 maanden van 2014 opgenomen. Land Amerika Europa Duitsland Spanje Italië China Japan India Brazilië
Kwartaalbericht
Index S&P 500 Eurostoxx50 DAX IBEX 35 FTSE MIB CSI 300 Nikkei 225 S&P BSE SENSEX 30 Ibovespa
Rendement gemeten in euro’s 6,52% 3,84% 2,94% 10,15% 12,21% -8,62% -3,15% 24,53% 10,50%
4
Per saldo is er weinig veranderd ten opzichte van het eerste kwartaal. Zoals de grafiek hiernaast duidelijk maakt, is de stijging van de aandelenmarkten voornamelijk door liquiditeit gedreven. Dit geldt niet alleen voor Amerika, maar voor elke aandelenmarkt.
Obligaties Ook dit jaar zien we boven verwachte rendementen in de brede obligatiemarkten. De daling van de 10 jaarsrentes in Spanje en Italië met ruim 1% is hier voor een groot gedeelte debet aan. Deze daling werd voornamelijk gedreven door de maatregelen van de ECB. Risico-opslagen van bedrijfsobligaties en high yield obligaties daalden in het tweede kwartaal nog wat verder.
Overige beleggingscategorieën In de brede grondstoffenmarkt heeft de stijging zich doorgezet. Hedgestrategieën renderen tot op heden niet, terwijl beursgenoteerd onroerend goed dubbelcijferige positieve rendementen laat zien. De goudprijs is weer aan een opmars bezig. Dit jaar is de goudprijs met 6% gestegen en houdt het gelijke tred met de aandelenmarkten. De Brent olieprijs is begin van dit jaar opgelopen, maar lijkt zich te stabiliseren rond de 110 US-dollar.
Verwachtingen 3e kwartaal Inleiding Voor onze verwachtingen kijken we naar een aantal variabelen die gezamenlijk leiden tot onze aanbeveling over beleggingscategorieën, stijlen, regio’s en sub-beleggingscategorieën. De variabelen zijn marktconsensus, geldstromen, stand van de reële economie, stand van de monetaire economie en waardering op de financiële markten. Hieronder worden deze variabelen besproken. Marktconsensus De positieve opinie voor aandelen duurt onverminderd voort, evenals de absolute lage allocatie voor obligaties op dit moment. In de categorie ‘overige’ hebben zich wel een aantal wijzigingen voorgedaan voor wat betreft de consensus. Alhoewel de meerderheid een positieve kijk heeft op onroerend goed, hebben een aantal marktpartijen de aantrekkelijkheid verlaagd naar een ‘neutrale’ outlook. Voor grondstoffen zien we juist dat de ‘negatieve’ outlook steeds breder gedragen wordt in de markt. Liquiditeiten hebben per saldo aan aantrekkelijkheid gewonnen.
Kwartaalbericht
5
Voor de regio allocatie binnen aandelen geldt dat alle regio’s aan relatieve aantrekkelijkheid hebben ingeleverd, waarbij per saldo de Verenigde Staten teruggebracht zijn van een positieve naar een neutrale outlook. Vanuit sectorperspectief bezien wordt de sector ‘Healthcare’ gefavoriseerd. ‘Consumer Discretionary’ en ‘Energy’ worden als minder kansrijk bestempeld. Binnen de categorie obligaties heeft High Yield ook deze maand weer wat aan aantrekkelijkheid ingeleverd, waarbij Emerging Market Debt wat aan aantrekkelijkheid heeft gewonnen. De houding van de markt ten opzichte van Inflation Linked Bonds wordt steeds positiever. Geldstromen Ten opzichte van het vorige kwartaal zien we geen verandering in de geldstromen tussen de diverse beleggingscategorieën. Wel zien we per saldo geld stromen richting grondstoffen en vastgoed. Als we naar de regio’s kijken, zien we enkel dat er meer geld gealloceerd wordt naar opkomende markten, zowel in aandelen als in obligaties. Reële economie In Amerika kromp de economie in een kwartaal op kwartaal-vergelijking met 1%. We refereerden in onze 2e kwartaalupdate al aan de slechte weersomstandigheden in Amerika die hier debet aan waren. De verwachting is dat de rest van het jaar de kwartaal op kwartaalgroei duidelijk boven de 3% kan uitkomen. Op jaarbasis is de verwachting dat de groei dan uitkomt op 2,2% voor 2014, net iets boven de onlangs gepubliceerde en naar beneden bijgestelde verwachting van het IMF en de Wereldbank. Als we kijken naar het Bruto Binnenlands Product per hoofd van de bevolking zien we echter dat Amerika de niveaus van voor de crisis al weer bereikt heeft. De daling van de werkloosheid en het creëren van voldoende banen blijft vooralsnog steken. De werkloosheid ligt nog steeds op niveaus van net boven de 6%. Consumentenbestedingen daalden in april van dit jaar voor het eerst sinds een jaar. De daling was zichtbaar over de gehele linie. Een teken dat de door consumentengroei gedreven Amerikaanse economie vooralsnog niet op volle toeren draait. In tegenstelling tot Amerika was er in Europa in het eerste kwartaal juist weer groei van de economie. In een kwartaal op kwartaal-vergelijking kwam het cijfer uit op +0,2%. De diversiteit tussen de landen in de Europese Unie was echter groot. Zagen we Engeland, Duitsland en zelfs Spanje groeien, zo kromp de economie van zowel Finland, Italië, Ierland als Nederland. De groei in Frankrijk stagneerde in het eerste kwartaal van 2014. Waar we ons zorgen om maken, is de dalende trend die we zien in de economische verwachtingsindicatoren in Duitsland. Die trend zien we zoals eerder vermeld in de ZEW (onderzoek onder economen en financieel analisten), maar ook de IFO (onderzoek onder managers in bouw, handel en maakindustrie).
Kwartaalbericht
6
Voor Japan blijft het wat ons betreft afwachten op de effecten van Abenomics en de recente btw-verhoging in april. Negatief effect is wat ons betreft de voedselprijzen die hard opgelopen zijn in combinatie met achtergebleven lonen. Hierdoor leggen voedselaankopen een steeds groter beslag op de uitgaven van de Japanse consument. In de rest van Azië en in opkomende landen blijft de relatief hoge groei van de economie zichtbaar, met China voorop. Landen met een overschot op de lopende rekening zoals Taiwan, Zuid Korea, Singapore en Venezuela, blijven het voor wat betreft economische groei goed doen. Dit wil overigens niet zeggen dat landen met tekorten zoals het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten niet groeien. Monetaire economie Wij gaan ervan uit dat oplopende inflatie de Amerikaanse economie parten gaat spelen. Zowel een aantrekkende economische groei, een arbeidsmarkt die in deelmarkten steeds krapper wordt en grondstoffenprijzen die stijgen, kunnen inflatoir werken. De FED heeft aangegeven dat een hogere inflatie dan 2% tijdelijk toelaatbaar is. Inflatie kan in de ogen van de FED namelijk bestreden worden met een krapper monetair beleid. Inflatie is natuurlijk een ‘prettige’ situatie voor elke onder schulden gebukt gaande economie. De vraag is echter in hoeverre een verkrapping van het monetaire beleid de groei van de reële economie zal remmen en of de FED het aandurft om een dergelijke maatregel te nemen. Een verkrappend monetair beleid kan immers zorgen voor dalende assetprijzen. In Griekenland zien we sinds een jaar al deflatie. Ook in Portugal en sinds dit jaar ook in Zweden zien we de Consumenten Prijs Index maand op maand dalen. Uiteraard is in Europa de geldhoeveelheid nog steeds uitbundig, maar de gelden hebben hun weg nog steeds niet gevonden naar de reële economie. We zien de ECB-maatregelen van juni dan ook niet als een teken dat het economisch veel beter gaat met Europa. Sterker nog, de genomen maatregelen zijn er in onze optiek op gericht om deflatie te voorkomen. Zoals in onze 2e kwartaalvisie al te lezen stond, vinden wij dat de huidige ‘balanscrisis’ niet enkel met monetaire maatregelen is op te lossen. Het enige echt waarschijnlijke effect van de ECB-maatregelen op de middellange termijn is een daling van de Euro. Dit zou de economische groei in Europa in ieder geval goed kunnen doen, omdat de exportpositie kan verbeteren. Amerika zou overigens geen grote problemen hebben met een iets sterkere dollar. De inflatie kan met een sterkere dollar wat in toom gehouden worden, doordat men per saldo minder betaalt voor buitenlandse goederen en op die manier de inflatie drukt. Waardering Met de halfjaarcijfers voor de deur hebben we naast winstwaarschuwingen ook positieve winstbijstellingen gezien voorafgaand aan het cijfergeweld. Daarnaast heeft het vele fusie- en overnamenieuws en het nog immer aanhoudende accommoderende beleid van de centrale banken ervoor gezorgd dat koersen alleen maar verder gestegen zijn. Als we kijken naar de meest liquide westerse markten, dan zien we enkel dat de technologiebeurzen fors gewaardeerd zijn. Op basis van schattingen voor volgend jaar zien we door de bocht genomen waarderingen, waarbij investeerders bereid zijn 14 keer de winst te betalen voor de aandelenmarkt. Wij zien weinig ruimte voor een hogere waardering vanwege de lage groei van de wereldeconomie. Een verdere groei van de winst per aandeel is wat ons betreft niet aan de orde. De winstmarges zijn hoog en
Kwartaalbericht
7
omzetstijgingen zullen beperkt blijven met de lage economische groei. De analistenverwachtingen zijn ons inziens daardoor te hoog wat ruimte geeft voor tegenvallers en naar beneden toe bijgestelde winsttaxaties. De vele fusies en overnames bevestigen wat ons betreft dit beeld. Bedrijven lijken nu veel meer genegen omzet te ‘kopen’ dan autonoom te groeien. Geld is er in voldoende mate aanwezig, maar omzetgroei zou de komende kwartalen wel eens tegen kunnen vallen. Ook het sentiment onder beleggende particulieren is nog nooit zo hoog geweest, een extra teken om in ieder geval voorzichtig te worden. De obligatiemarkt in Europa houdt zijn stijgende trend vast bij dalende rentes. In het 2e kwartaal daalden de 10-jarige-rentes in de wereld nog wat verder. Dat de korte rente voor een lange periode laag blijft moge duidelijk zijn. Hoewel, het is maar te bezien in hoeverre de maatregelen van de ECB de rente kan blijven drukken, zeker aan de lange kant van de rentecurve. Per saldo zien we de korte rente laag blijven, maar de lange rente zal wel eens op kunnen lopen vanwege een aantrekkende Amerikaanse rente vanuit een krapper monetaire beleid. Europa zou daarbij wel eens ‘meegezogen’ kunnen worden in een rentestijging. Correlatie tussen beleggingscategorieën In de portefeuillesamenstelling is het van belang de samenhang tussen de beleggingscategorieën te blijven monitoren. Een hoge samenhang tussen categorieën kan de spreiding binnen portefeuilles sterk beïnvloeden. Als we kijken naar de grondstoffenmarkt, dan zijn die qua rendement in 2014 met een inhaalslag bezig. De correlatie met zowel aandelen, vastgoed als obligaties is laag, waardoor er een diversificatievoordeel te behalen valt in de portefeuilles door voor een deel grondstoffen op te nemen. Aandelen en obligaties hebben nog steeds een lage correlatie, terwijl High Yield-obligaties en aandelen nog steeds hoog gecorreleerd zijn met elkaar. Opvallend blijft ook de hoge correlatie tussen onroerend goed en High Yield obligaties. De overige correlaties tussen de beleggingscategorieën zijn niet gewijzigd. Als we inzoomen op de categorie grondstoffen, dan zien we goud en de brede grondstoffenindex slechts deels met elkaar correleren. Er is dus ruimte om ook binnen de grondstoffenmarkt diversificatie te zoeken. Wij houden hierbij rekening met de hoge mate van volatiliteit in de grondstoffenmarkt.
Kwartaalbericht
8
Aandelen Per saldo zien we economisch weinig tot geen duurzaam herstel in de onderliggende economieën. Met de oplopende aandelenprijzen van het afgelopen kwartaal zien we weinig kans op nog verder oplopende koersen in de aandelenmarkt. De uitbundige liquiditeit zal voorlopig een drijvende kracht blijven achter de markten, maar uiteindelijk zijn het economische groei en bijbehorende winstgroei die een duurzame drijvende kracht achter de aandelenmarkten behoren te zijn. Wij nemen dan ook een voorzichtige houding aan ten opzichte van de aandelenmarkten. In ons vorige kwartaalbericht hintten we reeds op het afbouwen van aandelen bij aanhoudende stijging van de markten, wellicht door middel van het kopen van een verzekering middels een putoptie onder de aandelenbelangen. Voor het derde kwartaal vertalen we deze denkrichting concreet in het aankopen van bescherming onder het aandelengedeelte van de portefeuille. In beginsel investeren we voornamelijk in ‘waarde’ aandelen in de westerse markten en ‘groei’ aandelen in de andere regio’s. Obligaties Zowel staatsobligaties als bedrijfsobligaties hebben wederom geprofiteerd van het ruime monetaire beleid in het tweede kwartaal. Zeker na de aankondiging van de ECB daalden de rentes verder in Europa. De ‘quantitative tightening’ in Amerika is reeds in volle gang, maar de rente heeft door de behoedzame stappen van FED-voorzitter Yellen nog geen significante stijging laten zien. Door de samenhang van de Amerikaanse en Duitse rente hebben de ontwikkelingen in Amerika onze volle aandacht. Obligaties blijven we dan ook lager dan strategisch wegen. We merken hierbij op dat we verwachten dat de lange rente in beginsel langzaam zal oplopen, waardoor er in bestaande leningen met 5 tot 7 jaar looptijd nog steeds rendement te behalen valt door gebruik te maken van de steilheid van de rentecurve. De creditspreads voor bedrijfsobligaties ten opzichte van staatsleningen zouden vanuit een historisch perspectief nog iets lager kunnen, maar de ruimte hiervoor is beperkt.
Kwartaalbericht
9
Overige beleggingscategorieën De samenhang tussen grondstoffen, aandelen en obligaties is nog steeds laag, waardoor diversificatie mogelijk is. De opname van hedgestrategieën kan tegenwicht bieden aan traditionele categorieën. Olie is een mogelijke hedge voor dalende aandelenmarkten bij oplopende olieprijzen als gevolg van geopolitieke onrust. Goud kan als hedge dienen tegen mogelijk oplopende inflatie in Amerika. Binnen de categorie zijn er dan ook voldoende mogelijkheden om verder te diversifiëren en te positioneren voor mogelijke bewegingen in onder andere grondstoffen.
Impact op ons portefeuillebeleid Assetmix Binnen de assetmix zullen we een start maken met het kopen van bescherming onder onze aandelenposities Voor obligaties blijven we nog steeds vasthouden aan een lager dan strategische weging vanwege de verwachte rentestijging. De lagere weging in obligaties alloceren we aan geldmarktfondsen, liquiditeiten en hedgestrategieën. Categorie aandelen De stijl waarin we beleggen binnen de categorie aandelen zal niet veranderen. Wij zien geen reden om af te wijken van de invulling met een duidelijke voorkeur voor ‘waarde’ aandelen in het westen en ‘groei’ aandelen in de rest van de wereld met accenten in mid en small-caps. Kijkend naar de regio’s voelen we ons comfortabel bij onze huidige posities. We houden de focus op landen met een overschot op de begroting en mijden directe beleggingen in Japan. Amerika houdt een strategische weging in de portefeuille, ondanks de sterk opgelopen koersen en het aanhoudende positieve sentiment. Reden hiervoor is de dollar exposure die we aan willen houden om te profiteren van een mogelijke stijging van de dollar. Opkomende markten krijgen ook een strategische weging. Op basis van waardering is deze regio relatief aantrekkelijk, maar de afhankelijkheid van de economische groei in westerse afzetmarkten maakt ons nog niet positief. De draai van export-gerelateerde economische groei naar consument gerelateerde groei laat nog op zich wachten. Als dat zich daadwerkelijk inzet, zullen we onze positionering heroverwegen. Categorie obligaties Een lager dan strategische weging in obligaties in combinatie met investeren in korte looptijden geeft de voorzichtigheid aan waarmee we investeren in de obligaties. Staatsobligaties nemen we beperkt op en we kijken naar mogelijkheden in inflatie gerelateerde obligaties. Ook behoren in beperkte mate staatsobligaties in andere valuta dan euro’s tot de mogelijke beleggingsoplossingen binnen de obligatiecategorie. Binnen de categorie bedrijfsobligaties kijken we naar mogelijkheden in converteerbare obligaties. Categorie overig Goud zal aangekocht worden in de portefeuilles en waar mogelijk zullen hedgefondsen met transparante hedgestrategieën gekocht worden om de portefeuilles verder te diversifiëren.
Kwartaalbericht
10
DISCLAIMER Dit document heeft uitsluitend tot doel algemene informatie te verstrekken over financiële markten, economie en de visie die Efidenz Capital Management B.V. hierop heeft. De inhoud is nadrukkelijk niet bedoeld om adviezen te geven over financiële instrumenten of beleggingsbeslissingen in welke vorm dan ook. Het gebruik maken van informatie in onze publicaties geschiedt volledig op eigen risico. De inhoud van deze publicatie kan ieder moment in de toekomst en zonder expliciete vermelding of aankondiging gewijzigd worden. Efidenz Capital Management B.V. heeft dit document met de grootst mogelijke nauwkeurigheid opgesteld, maar aan de inhoud kunnen geen rechten of plichten ontleend worden.
Kwartaalbericht
11