Arteveldehogeschool Opleiding Communicatiemanagement Voetweg 66 9000 Gent
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN EEN ONDERZOEK BIJ
Begeleider: de heer Ivan De Cnuydt
14- TOT EN MET 18-JARIGEN
Academiejaar 2011-2012
Eindproject voorgedragen door Kim Van Zele tot het behalen van het diploma Bachelor in het Communicatiemanagement.
WOORD VOORAF Een onderwerp voor een eindwerk kiezen is geen sinecure. Zo’n werk moet enerzijds nut hebben, anderzijds moeten de bronnen om het te maken toegankelijk zijn. De passie voor het jeugdwerk heb ik van huis uit meegekregen. Mijn ouders zijn dagelijks met jongeren bezig omdat ze in het onderwijs staan. Mijn broer was lang actief in het jeugdhuis en heeft de passie ervoor doorgegeven aan mij. Dat in combinatie met mijn opleiding en stage bij Formaat gaf mij een voor de hand liggend onderwerp, namelijk het imago van jeugdhuizen. Ik bevond me dichtbij de bron, dus voor de informatieverzameling en verspreiding van mijn enquête zat ik goed. Graag bedank ik alle mensen die mij geholpen hebben bij het tot stand komen van dit eindwerk. Vrienden, familie, mijn stagebegeleider, maar ook de Formaatmedewerkers betekenden een grote steun voor me. Het was bovendien aangenaam om met deze laatste groep samen te werken. Ook iedereen die mijn enquête invulde en deelnam aan de focusgroep, ben ik heel dankbaar voor de hulp bij het praktische gedeelte. Het resultaat van het onderzoek vind je in dit werk.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
-I-
INHOUDSOPGAVE INLEIDING
1
1 WAT IS DE JEUGDHUISMETHODIEK?
2
1.1 DE VIER FUNCTIES VAN HET JEUGDHUIS
2
1.2 VIER GEMEENSCHAPPELIJKE PERSPECTIEVEN
3
1.2.1 IEDEREEN MAG BINNEN
3
1.2.2 IEDEREEN DOET HET ZELF
3
1.2.3 IEDEREEN IS MEDEPLICHTIG
3
1.2.4 IEDEREEN IS AAN DE MACHT
4
1.3 HET JUISTE EVENWICHT ZOEKEN
4
1.4 EEN BABBEL AAN DE TOOG
5
1.5 GEORGANISEERDE CHAOS
5
2 GEEN JEUGDHUIS ZONDER IMAGO
6
2.1 PUBLIC RELATIONS
6
2.2 HET IMAGO
6
2.3 IDENTITEIT VERSUS IMAGO
6
2.4 COMMUNICATIE IS ALLES
7
2.5 PUBLIEKSGROEPEN
7
3 HET HUIDIGE IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
8
3.1 DE RESPONDENT
8
3.2 BEZOEKERS VERSUS NIET-BEZOEKERS
8
3.2.1 ASSOCIATIES MET HET JEUGDHUIS
8
3.2.2 DE RESPONDENT EN ZIJN JEUGDHUIS
10
3.2.3 DE JONGEREN IN HET JEUGDHUIS
15
4 KNELPUNTEN EN VALLUIKEN
17
4.1 DE GROOTSTE OORZAAK VAN EEN SLECHT IMAGO
17
4.2 VANUIT EEN GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT
17
5 HET GEWENSTE IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
18
5.1 DE FOCUSGROEP
18
5.2 EEN BEELD VAN HET GEWENSTE IMAGO
18
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- II -
6 BESLUIT
20
7 BIJLAGEN
21
BIJLAGE 1: WORD CLOUD WOORDASSOCIATIE BIJ BEZOEKERS
22
BIJLAGE 2: WORD CLOUD WOORDASSOCIATIE BIJ NIET-BEZOEKERS
23
BIJLAGE 3: WORD CLOUD WOORDASSOCIATIE BIJ ALLE RESPONDENTEN
24
BIJLAGE 4: WORD CLOUD KLEURASSOCIATIE BIJ BEZOEKERS
25
BIJLAGE 5: WORD CLOUD KLEURASSOCIATIE BIJ NIET-BEZOEKERS
26
BIJLAGE 6: WORD CLOUD KLEURASSOCIATIE BIJ ALLE RESPONDENTEN
27
BIJLAGE 7: MOODBOARD PERSONIFICATIE JEUGDHUIS
28
BIJLAGE 8: MOODBOARD FOTO- EN TEKSTASSOCIATIE MET JEUGDHUIS
29
BIJLAGE 9: ENQUÊTE EN ONDERZOEKSRESULTATEN (CD-ROM)
30
8 BEGRIPPENLIJST
31
9 BRONNENLIJST
33
9.1 BOEKEN, BROCHURES ...
33
9.2 TIJDSCHRIFT- EN KRANTENARTIKELS, NIEUWSBRIEVEN
33
9.3 CURSUSSEN EN EINDWERKEN
33
9.4 INTERNETBRONNEN
33
9.5 ILLUSTRATIES
34
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- III -
INLEIDING “De jeugd van tegenwoordig”. Volwassenen nemen de uitdrukking wel eens vaker in de mond. Het gaat hier niet over de Nederlandstalige rapgroep, maar over een benaming die meestal een negatieve connotatie draagt. Volwassenen vergeten vaak de positieve aspecten. Toch zetten tal van jongeren zich in voor hun eigen leeftijdsgenoten of voor anderen. Ik sta met één voet in de adolescentie, met de andere in het volwassen leven. Maar mijn hart gaat nog altijd naar het jeugdwerk. Al enkele jaren ben ik actief als medewerkster van het lokale jeugdhuis en sinds een jaar ook als bestuurslid. De microbe kreeg ik te pakken door mijn broer. Een stageplaats bij Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen kon ik dus niet weigeren. Zo kwam ik op het idee om het imago van jeugdhuizen te onderzoeken. Veel is hier nog niet over geschreven en de doelgroep 14- tot en met 18-jarigen leek mij hiervoor ideaal. De meeste jeugdhuizen zijn pas toegankelijk vanaf 16 jaar, maar de mening van wie jonger is, is even belangrijk. De sector moet ook die potentiële bezoekers overtuigen om in de nabije toekomst naar het jeugdhuis te komen. De beperking in doelgroep was ook nodig omdat het aantal pagina’s van dit eindwerk beperkt moet blijven. Hoe denken de Vlaamse jongeren vandaag over onze jeugdhuizen? Public relations (pr) is ook in de jeugdsector niet te onderschatten. Een jeugdhuis staat of valt met zijn imago. Communicatie moet dus op alle mogelijke manieren bewust gebeuren, zowel met jongeren als met ouders, buren en de overheid. De meeste jongeren zijn online actief en hebben weinig tijd. Een online enquête was als onderzoeksmethode de beste en snelste manier om informatie te verzamelen. Dankzij Formaat en een aantal andere kanalen (Jeugdwerknet, Facebook, Maks ...) bereikte ik met mijn enquête de Vlaamse 14- tot en met 18-jarigen. Ik vroeg hun mening over jeugdhuizen. De relatief korte periode waarin dit eindwerk tot stand kwam, zorgde voor een beperking. Zo werd met een kleine en lokale focusgroep gezocht naar een beeld van het gewenste imago van jeugdhuizen. Naast jeugdhuizen bestaan er ook jongerencentra en –clubs. Voor het gemak zal op de volgende pagina’s voor al deze varianten de term ‘jeugdhuis’ gebruikt worden. Kortom, dit eindwerk zal de jeugdhuismethodiek en het belang van een imago voor jeugdhuizen omschrijven. Meer gedetailleerd zal dit stuk handelen over beide onderzoeken, namelijk over het huidige en gewenste imago. Deze bevraging kan misschien de aanzet zijn tot een grootschalig onderzoek in de jeugdhuissector.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
-1-
1 WAT IS DE JEUGDHUISMETHODIEK? Op het platteland, in de stad, in een boot of krot. Je kan het niet gekker bedenken of er is misschien wel een jeugdhuis aanwezig. Van jeugdhuizen op het platteland tot jongerencentra in de stad. Wat hebben die ‘huizen’ gemeen? Ze zijn van, voor en door jongeren met als rode draad de jeugdhuismethodiek. De jeugdhuissector is divers waardoor het imago van de sector niet duidelijk is. (Communicatiebeleidsplan, 2010, p. 10-14 en Bawin e.a., 2007, p. 3) “De jeugdhuismethodiek is een manier van denken en doen. (...) Het is een verzameling van regels, maar een visie die zegt wat het jeugdhuisideaal is.” (Jeugdhuismethodiek, Internet, 2012) De jeugdhuismethodiek is een algemene wijze van denken en handelen. Uit een visie, die continu verandert, komen doelstellingen, uitdagingen en functies voort. Ze geeft richting aan de jeugdhuizen die deze methodiek zelf invullen naar eigen behoeftes. De jeugdhuismethodiek is moeilijk in woorden te vatten. (ibid. en Degryze e.a., 2007, p. 4-28) “Deze rijkdom uit de praktijk kan je niet uit boeken halen, maar alleen uit de levensechte ervaringen van jongeren.” (Bawin e.a., 2007, p. 3)
1.1 DE VIER FUNCTIES VAN HET JEUGDHUIS Een jeugdhuis heeft vier grote basisfuncties. Ze worden samengevat in het woord OASE:
Ontmoeten Activeren Samen Educatie
Ze vormen de kern van wat een jeugdhuis betekent binnen deze samenleving. De functies zijn altijd aanwezig in een jeugdhuis. Ze zijn gelinkt aan elkaar en de jeugdhuizen vullen ze in naargelang het nodig is. (Bawin e.a., 2007, p. 14 en Degryze e.a., 2007, p. 15) Ontmoeten: elkaar tegenkomen, zich thuis voelen, een eigen plek. Of ontmoeten: geen verplichtingen, niets moet en alles moet kunnen. Dat is de basisfunctie en ondersteunt alle andere functies. Engagement voor het jeugdhuis bloeit hieruit voort. Dankzij de actieve inzet van jongeren evolueert een jeugdhuis. Ze worden gesteund en geholpen en ze geven mee vorm aan het jeugdhuis. (Degryze e.a., 2007, p. 14 en Bawin e.a., 2007, pp. 15-16) In een jeugdhuis zijn ze samen, werken ze samen en leven ze samen. Als groep vertrekken ze van respect, verdraagzaamheid en solidariteit. De groep geeft vorm aan de werking binnen een bepaalde cultuur. Die cultuur omvat gemeenschappelijke afspraken en gewoontes. En het gaat verder dan dat, want jongeren leren ook van elkaar. Ze leren nieuwe dingen die niet alleen in het jeugdhuis maar ook daarbuiten bruikbaar zijn. Denk maar aan het sociale aspect van een jeugdhuis. Ze leven zich uit en doen dat waar ze goed in zijn. (Degryze e.a., 2007, p. 9 en Bawin e.a., 2007, p. 17-18)
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
-2-
1.2 VIER GEMEENSCHAPPELIJKE PERSPECTIEVEN Jeugdhuizen zijn zeer verschillend, maar hebben toch een gemeenschappelijke basis die bestaat uit vier principes. 1.2.1 Iedereen mag binnen Het jeugdhuis is open in alle mogelijke opzichten. Dit gaat van deuren die letterlijk op bepaalde tijdstippen open zijn tot respect voor alle jongeren ongeacht afkomst, geaardheid of geloof. Iedereen is welkom. Een open jeugdhuis maakt deel uit van een netwerk. Meer kennis over de werking van het jeugdhuis zorgt voor meer vertrouwen en steun. Laagdrempeligheid is noodzakelijk. Met andere woorden: een uitgewerkt onthaalbeleid mag zeker niet ontbreken. (Degryze e.a., 2007, p. 4-17 en Bawin e.a., 2007, p. 6) Vaak vormen er zich spontaan subgroepen in een jeugdhuis die een bepaalde inkleuring aan het jeugdhuis geven. Dat hoeft niet noodzakelijk iets negatiefs te zijn. Toch is specifiek doelgroepenbereik niet het basisprincipe, maar het kan in bepaalde jeugdhuizen wel een meerwaarde betekenen. Denk maar aan allochtone werking. (Degryze e.a., 2007, p. 16) 1.2.2 Iedereen doet het zelf Iedereen heeft zijn eigen mogelijkheden of competenties. Dat kan gaan van tappen tot het ontwerpen van affiches. Medewerker zijn, kan op alle mogelijke manieren. Medewerkers vormen het hart van de organisatie, want zonder hen overleeft het jeugdhuis niet. Dit vraagt verantwoordelijkheid en inzet. Daar tegenover worden ze respectvol behandeld en beloond voor hun werk. Jongeren gaan op zoek naar nieuwe ervaringen of willen hun vaardigheden verder uitbouwen. Vaak gaan ze deze kansen zoeken in het jeugdhuis. Als vrienden ook actief in het jeugdwerk zijn dan is de motivatie om deel te nemen aan het jeugdhuisleven nog groter. (Bawin e.a., 2007, pp. 10-11) Het jeugdhuis is een plaats waar jongeren kunnen experimenteren en het beste uit zichzelf halen op verschillende vlakken: sociaal, persoonlijk of creatief. Met de uitdaging om er met weinig middelen iets leuks van te maken. Ze geven naast het jeugdhuis ook vorm aan de samenleving, het algemeen belang. Het jeugdhuis is een leeromgeving die jongeren sterker maakt om de maatschappelijke uitdagingen aan te kunnen. Zo leren ze bijvoorbeeld beslissingen nemen of opkomen voor zichzelf. (ibid. en Fraters, e.a., Internet, 2012) 1.2.3 Iedereen is medeplichtig De jeugd van tegenwoordig wordt vaak als asociaal bestempeld. Het digitale tijdperk heeft daar zeker invloed op. Maar in een jeugdhuis is nauw samenwerken de basis van succes. Alleen is het onmogelijk om een jeugdhuis recht te houden. In groep bereikt men meer. Elkaar vertrouwen en het veiligheidsgevoel dat door een groep gecreëerd wordt, zijn belangrijke factoren. De groep wordt sterker en hechter. Dat zorgt voor nog betere activiteiten, wat ook naar de omgeving uitstraalt. Want betrokkenheid beperkt zich niet enkel tot de medewerkers, maar ook bezoekers voelen zich betrokken. Jeugdhuizen luisteren naar hen en gaan aan de slag met hun vragen en antwoorden. (Bawin e.a., 2007, pp. 8-9) HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
-3-
Het sociale netwerk is een onmisbaar element voor de mens. Jeugdhuizen stimuleren groepsvorming door samenwerking. Hierbij komen drie kernthema’s naar boven: inclusie: het erbij willen horen; controle: jongeren willen op elkaar en naar buiten toe invloed uitoefenen; affectie: emotionele afstand of nabijheid. (Degryze e.a., 2007, p. 22) 1.2.4 Iedereen is aan de macht Te veel regels, afspraken en standaardantwoorden werken verstikkend. Jeugdhuizen worden gezien als een basisdemocratie. Een minisamenleving of zelforganisatie waar vrijwilligers én bezoekers inspraak hebben en waar dialoog de voornaamste voorwaarde is voor participatie. Er moet plaats zijn voor verandering. Om tot die zelforganisatie te komen, moet er openheid en vertrouwen zijn, moeten ze willen leren, bewust leren, kritisch en flexibel zijn, verantwoordelijkheden willen dragen en fouten durven maken. (Degryze e.a., 2007, p. 22 en Bawin e.a., 2007, pp. 12-13) De meeste jeugdhuizen hebben een vzw-statuut en zijn dynamisch opgebouwd. Twee belangrijke organen zijn aanwezig: het bestuur en de algemene vergadering. Daarnaast kan het jeugdhuis kiezen voor werkgroepen, open vergaderingen of een vaste kern die de structuur verder aanvullen. (Bawin e.a., 2007, pp. 12-13)
1.3 HET JUISTE EVENWICHT ZOEKEN Het jeugdhuis blijft groeien omdat jongeren kritisch denken en handelen. Ze worden geconfronteerd met spanningsvelden en moeten steeds op zoek gaan naar het juiste evenwicht. Er moet op een bewuste en doordachte manier omgegaan worden met het jeugdhuis. (Bawin e.a., 2007, p. 19) Het warm water moet enerzijds niet opnieuw uitgevonden worden. Elk jeugdhuis heeft zijn geschiedenis en tradities. Maar anderzijds moet er ook plaats zijn voor vernieuwingen, voor meer dynamiek. Want vernieuwen betekent kansen creëren. De uitwerking van een mooi en eventueel nieuw activiteitenaanbod vraagt inspanningen. Vrijwilligers moeten het evenwicht zoeken tussen inspanning en ontspanning. Dan is er nog de keuze tussen het jeugdhuis als louter ontmoetingsplaats of als organisator van talrijke activiteiten. Jeugdhuizen vullen dit naar eigen keuze in en gaan hierbij op zoek naar de gulden middenweg. (Bawin e.a., 2007, pp. 20-21) “Men zegt wel eens ‘never change a winning team’, maar jongeren komen en gaan.” (Degryze e.a., 2007, p. 19) Veel jeugdhuizen belanden vaak in een grijze of ‘twilight’ zone. Opvolging is niet verzekerd of de ‘oude garde’ geeft de touwtjes moeilijk uit handen. Het is van belang dat de oudere jeugdhuislovers kennis en ervaring doorgeven aan hun opvolgers zodat een vlotte doorstroom verzekerd is. De core-leeftijd voor jeugdhuizen is 14-25 jaar, maar de onder- en bovengrens is zeer flexibel. (Degryze e.a., 2007, p. 7 en Bawin e.a., 2007, p. 21) HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
-4-
1.4 EEN BABBEL AAN DE TOOG Het hoeft niet altijd om de organisatie van activiteiten te draaien. Soms is er ook nood aan een goede babbel met het bestuur, medewerkers of zelfs bezoekers. Samen stilstaan bij de werking van het jeugdhuis. Dat kan tijdens een vergadering, maar simpelweg ook gewoon aan de toog. (Bawin e.a., 2007, p. 22-25)
1.5 GEORGANISEERDE CHAOS “It’s better to regret something you did, than something you didn’t do.” Red Hot Chili Peppers (Degryze e.a., 2007, p. 12) Het jeugdhuiswerk is een georganiseerde chaos die continue verandert. Er gebeurt van alles, gepland of onverwachts. Het is een experimenteerruimte waar jongeren met vallen en opstaan samen de kans krijgen om zich te ontplooien. (Bawin e.a., 2007, p. 26-27) “Het jeugdhuis is geen eiland. Het is een belangrijker deel in een groter geheel.” (Bawin e.a., 2007, p. 27)
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
-5-
2 GEEN JEUGDHUIS ZONDER IMAGO 2.1 PUBLIC RELATIONS Public relations (pr) is het stelselmatig bevorderen van het wederzijds begrip tussen een organisatie en haar publieksgroepen. Met andere woorden: je bouwt een relatie op met verschillende publieksgroepen, namelijk met mensen die een rol spelen in het jeugdhuis. Dat kunnen medewerkers, maar ook ouders of buren zijn. (Eestermans, 2005, p. 2) Jeugdhuizen moeten dus niet enkel nadenken over hun activiteiten, maar ook over de boodschap of verschillende boodschappen die ze willen uitsturen. Wat maakt een jeugdhuis uniek en wat is het imago van hun organisatie. (Eestermans, 2005, p. 4)
2.2 HET IMAGO Het imago van een organisatie beschreven door Schoemaker en Vos (1989): “Het beeld dat diverse publieksgroepen hebben van de organisatie. Dit is het geheel van gevoelens en overtuigingen die men heeft op grond van vroegere ervaringen, kennis en indrukken. In feite wordt het imago dus gevormd door een veelheid, een mozaïek van zaken die door het publiek in verband worden gebracht met de organisatie. Het imago dat men heeft, bepaalt mede de houding (de attitude) die men aanneemt ten opzichte van de organisatie.” (Le Roy, 2007-2008, p.17) Tal van factoren bepalen het imago. In dit onderzoek is bij de respondenten een onderscheid gemaakt tussen bezoekers en niet-bezoekers. De kennis is belangrijk: eigen ervaring, ervaring van anderen, verhalen via de media ... De eerste groep zal meer beïnvloed worden door eigen ervaring, terwijl de nietbezoekers eerder een invloed door de media ondervinden. (ibid.)
2.3 IDENTITEIT VERSUS IMAGO Bierflesjes in de voortuin van de buren, sigarettenpeuken op de grond en nachtlawaai. Het is moeilijk om een goed imago op te bouwen en te houden, maar het is zeer gemakkelijk om een slecht beeld te creëren. Imago en identiteit vormen een continu proces dat veel inspanningen vraagt. Elk jeugdhuis krijgt ooit te maken met een imagoprobleem. (Imago, Internet, 2012 en Eestermans, 2005, p. 10) Enerzijds heb je de identiteit die omschrijft wat het jeugdhuis werkelijk is, anderzijds is er het imago, het beeld dat verschillende publieksgroepen hebben. De identiteit wordt vooral gemeten door een bevraging bij interne publieksgroepen. De externe publieksgroepen bepalen dan weer het imago. Ideaal is als het imago en de identiteit hetzelfde zijn. Maar in de meeste gevallen is er een duidelijk verschil. (Imago, Internet, 2012)
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
-6-
2.4 COMMUNICATIE IS ALLES Het imago wordt gevormd op basis van de communicatie die het jeugdhuis voert. Als jeugdhuizen hun imago moeten bijstellen, zal dit door aanpassing zijn van minstens een van de volgende aspecten. (Eestermans, 2005, p. 11) Gedrag Gedrag kan zeer ruim gezien worden en is vaak moeilijk te beïnvloeden. Het gaat over de hele werking, het bestuur en haar medewerkers. Drug- en drankbeleid, begroeting van de buren, de schoonmaak. Elk gedrag bepaalt het imago van een jeugdhuis. (Imago, Internet, 2012) Communicatie Een ander belangrijke taak die het imago beïnvloedt, is de communicatie. Ook online communiceren doe je niet lukraak. Met wie, hoe en waarmee communiceer je? Het zijn de drie basisvragen waar het jeugdhuis een antwoord op moet vinden. Jeugdhuizen moeten bewust zijn van het belang van externe communicatie. Formaat staat in voor die bewustmaking. (Camerlinckx, Gevat, 1/2011, pp. 4 en Imago, Internet, 2012 en Communicatiebeleidsplan, 2010, p. 13 en Eestermans, 2005, p. 10) Symboliek Het laatste belangrijke aspect is symboliek. Logo’s, huisstijl, de naam of inrichting, het zijn allemaal aspecten waar een jeugdhuis veel mee bezig is. De herkenbaarheid van het jeugdhuis wordt namelijk beter door een vaste huisstijl. (Imago, Internet, 2012 en Eestermans, 2005, p. 5) Jeugdhuizen moeten zich ervan bewust zijn dat alles communicatie is en dat alles dus een invloed heeft op het imago. Dit gaat van een peuk op de grond tot het begroeten van de buren. (Eestermans, 2005, p. 11)
2.5
PUBLIEKSGROEPEN
Zoals eerder aangehaald heeft een jeugdhuis diverse publieksgroepen. Enerzijds heb je intern het bestuur, de medewerkers, maar ook ouders, broers of zussen behoren tot deze groep. Extern heb je dan de overheid, de bank, buren, sponsors en andere commerciële belanghebbenden. Eén groep mag niet uit het oog verloren worden, namelijk de pers of media. Zij functioneren als een intermediair, maar hebben een grote invloed op het imago van een jeugdhuis. Dat kan zowel positief als negatief zijn. (Eestermans, 2005, p. 3) Jeugdhuizen komen vooral positief in beeld als het gaat over het steunen van een goed doel. Denk maar aan de talrijke jeugdhuizen die zich ingezet hebben voor Music For Life. Maar ook verbouwingen of een opening van een jeugdhuis staan bovenaan bij positieve beeldvorming in de pers. Daarentegen zullen overlast en slechte commentaar van de overheid zorgen voor een negatieve beeldvorming. Maar die is op de eerste plaats te wijten aan een gebrek aan engagement door vrijwilligers waardoor jeugdhuizen moeten sluiten. Uiteraard creëert dat ook een negatief beeld over jongeren. (Evaluatierapport, 2009, p. 5)
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
-7-
3 HET HUIDIGE IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
3.1 DE RESPONDENT Dit praktische gedeelte is gebaseerd op een enquête die ingevuld is door een 250-tal geldige respondenten. Die groep is opgesplitst in twee subgroepen: - bezoekers die maandelijks of wekelijks naar een jeugdhuis gaan; - niet-bezoekers die nooit of 1 keer in een jaar naar een jeugdhuis gaan. Het valt op dat de meeste respondenten, buiten het jeugdhuisbezoek, nog andere hobby’s hebben. Daartoe behoren onder andere de jeugdvereniging, sport of muziek. Bij de niet-bezoekers (58 personen) vulden meer vrouwen (40) dan mannen (12) de enquête in. Bij bezoekers (143 personen) is dit verschil veel kleiner, namelijk 57 mannen tegenover 62 vrouwen. De meeste respondenten wonen nog thuis en zitten in het algemeen secundair onderwijs. Het grootste deel van de respondenten komt uit Oost-Vlaanderen, maar ook de andere provincies zijn vertegenwoordigd. Figuur 3.1 De respondenten per provincie: bezoekers en niet-bezoekers (in %)
3.2 BEZOEKERS VERSUS NIET-BEZOEKERS 3.2.1 Associaties met het jeugdhuis Word clouds of woordenwolken zijn tegenwoordig dé trend om de frequentie van woorden weer te geven. Hoe groter het woord, hoe meer het voorkomt. In de bijlagen 1, 2 en 3 (p. 24-26) vind je de word clouds van bezoekers, nietbezoekers en alle respondenten. Op de volgende pagina zie je de weergave van de woordassociatie met ‘jeugdhuis’ bij alle respondenten. Zoals je merkt, staan de woorden ‘plezier’ en ‘gezelligheid’ zowel bij de bezoekers als niet-bezoekers zeer groot. De woorden zoals ‘feest’, ‘chillen’, ‘ontspanning’, die meer opvallen, hebben in het algemeen een positieve connotatie. ‘Saai’ en ‘onbekend’ hebben bij de niet-bezoekers dan weer een negatieve bijklank. Misschien al een eerste reden waarom het niet-bezoekers zijn.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
-8-
Figuur 3.2 De woordassociatie met het woord jeugdhuis van alle respondenten (word cloud)
Hetzelfde principe werd ook toegepast op de kleur waaraan de respondent dacht bij het woord ‘jeugdhuis’. De kleur waarin de woorden geprint staan, heeft geen belang. Ook hier zijn er een aantal gemeenschappelijke woorden die opvallen, namelijk rood en groen. De kleuren die er uitspringen zijn vooral vrolijke en levendige kleuren. In de bijlagen 4, 5 en 6 (p. 27-29) vind je de word clouds van bezoekers, niet-bezoekers en alle respondenten. Bij nietbezoekers komen ook zwart en grijs naar voren, kleuren waarvan je verwacht dat die ook bij bezoekers groter zouden staan. De kleuren worden hoofdzakelijk gekoppeld aan het interieur of het logo van het jeugdhuis, maar ook aan de woorden sfeer, plezier, warmte, jong en levendig. Figuur 3.3 De kleurassociatie met het woord jeugdhuis van alle respondenten (word cloud)
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
-9-
3.2.2 De respondent en zijn jeugdhuis Figuur 3.4 Het aantal bezoekers en niet-bezoekers die de naam van het jeugdhuis kennen (in %)
Opmerkelijk is dat van de bezoekers toch 17% de naam van het jeugdhuis niet kent, terwijl hij of zij daar maandelijks tot wekelijks komt. 53,6% komt daar zelfs wekelijks en kan eigenlijk als vaste bezoeker beschouwd worden. Hierbij houden we rekening met het feit dat iets meer dan de helft louter bezoeker is en geen andere functie in het jeugdhuis heeft. De helft van de niet-bezoekers kent de naam van het jeugdhuis wel, ondanks het feit dat zij daar zelden of nooit komen. Figuur 3.5 Waarom gaan bezoekers en niet-bezoekers naar het jeugdhuis? (in %)
De 3 belangrijkste redenen waarom 14- tot 18-jarigen jeugdhuizen bezoeken, is voor de sfeer, specifieke activiteiten en omdat ze daar vrienden en kennissen hebben. Bij niet-bezoekers kwam ook een andere reden naar boven, namelijk activiteiten van de lokale jeugdverenigingen die plaatsvinden in het jeugdhuis. Bijvoorbeeld een fuif.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 10 -
Figuur 3.6 Waarom gaan bezoekers en niet-bezoekers niet naar het jeugdhuis? (in %)
Als jongeren niet naar het jeugdhuis gaan, is het vaak omdat ze geen tijd hebben door school of andere activiteiten. Niet-bezoekers geven aan dat ze er geen nood aan hebben om een jeugdhuis te bezoeken en dat ze er vaak niemand kennen. Iedereen is welkom, maar niemand kennen, blijkt toch een grote drempel te zijn.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 11 -
Figuur 3.6 Het imago van jeugdhuizen in 14 stellingen (in %) deel 1: bij bezoekers deel 2: bij niet-bezoekers
LEGENDE (elk nummer stelt een stelling voor) 1. Ik ben op de hoogte van wat er in het jeugdhuis gebeurt. 2. Het jeugdhuis is moeilijk bereikbaar. (bv. het ligt afgelegen) 3. Het jeugdhuis is sfeervol. 4. Het jeugdhuis ligt er proper bij. 5. Het jeugdhuis is oubollig / ouderwets. 6. De (fris)drank in het jeugdhuis is goedkoop. 7. In het jeugdhuis leren jongeren drinken en roken. 8. In het jeugdhuis zijn ze onvriendelijk. 9. In het jeugdhuis is iedereen welkom ongeacht zijn/haar afkomst, huidskleur of beperkingen. 10. In het jeugdhuis leer ik nieuwe mensen kennen. 11. In het jeugdhuis zitten alleen maar kliekjes. Het is niet gemakkelijk om er zo maar bij te komen. Je hoort er niet bij en kunt er maar moeilijk bij aansluiten. 12. In het jeugdhuis kijken ze je buiten. 13. In het jeugdhuis word je telkens aangekeken als je binnenkomt. 14. In het jeugdhuis gebeuren zaken die niet mogen. (bv. drugsgebruik, gokken, illegale praktijken ...)
Voorgaande grafieken geven de verschillen weer tussen de antwoorden van de niet-bezoekers en bezoekers op de 14 stellingen. Het valt op dat bij de bezoekers een aantal extreme pieken waar te nemen zijn, terwijl bij de nietbezoeker de pieken eerder uitblijven. Die laatste groep duidt overwegend ‘neutraal’ aan. Dat wijst op onwetendheid en dus een lage kennis van wat in jeugdhuizen gebeurt. Jeugdhuizen en hun concept zijn bij niet-bezoekers vaak onbekend. Het is een mogelijke reden waarom ze niet naar jeugdhuizen gaan, wat eerder al aangehaald werd bij de word clouds van de woordassociatie.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 12 -
a. Informatie en kennis Het grootste verschil tussen bezoekers en niet-bezoekers zie je in stelling 1. Niet-bezoekers worden veel minder informatief bereikt door het jeugdhuis dan bezoekers. Dit kan een knelpunt zijn voor jeugdhuizen, want info-overdracht is noodzakelijk om nieuwe jongeren aan te trekken. b. Bereikbaarheid Jeugdhuizen zijn volgens de respondenten makkelijk bereikbaar. Slechts een klein percentage vindt dat het jeugdhuis afgelegen ligt of toch moeilijk bereikbaar is. c. Sfeer en netheid Bezoekers zijn ervan overtuigd dat jeugdhuizen sfeervol zijn. Niet-bezoekers zijn hier neutraler over en dus minder overtuigd. Nochtans denken zij hier ook vrij positief over. Met de stelling dat het er netjes is, gaan ze iets minder akkoord. De mening hierover is bij bezoekers en niet-bezoekers bijna gelijk. Dit zou iets te maken kunnen hebben met de soms ondermaatse staat van het gebouw waarin jeugdhuizen zich bevinden. d. Het jeugdhuis is niet ouderwets en goedkoop Jeugdhuizen staan voor jong en vernieuwend, want de respondenten gaan voornamelijk niet akkoord met de stelling dat jeugdhuizen oubollig zijn. Daarnaast zijn bezoekers zich bewust van de lage drankprijzen, iets wat jeugdhuizen onderscheidt van de meeste andere cafés. Niet-bezoekers zijn zich niet helemaal bewust van deze prijzen. e. Positief beeld Zowel bezoekers als niet-bezoekers hebben een vrij positief beeld over jeugdhuizen. Ze zijn van mening dat jongeren er niet leren drinken en roken, dat de jongeren vriendelijk zijn tegen elkaar en dat iedereen welkom is ongeacht zijn afkomst, huidskleur of beperkingen. Dit wijst op de sociale kant van het jeugdhuis en het besef van verantwoordelijkheid en openheid. Het jeugdhuis is volgens de respondent een plaats om nieuwe mensen te leren kennen. Bezoekers zijn er ook zeker van dat er in het jeugdhuis geen zaken gebeuren die illegaal zijn. Dit wijst op de verantwoordelijkheid, normen en waarden die jongeren hebben. Bij niet-bezoekers is het beeld hierover niet zo duidelijk. Er is enige twijfel of jeugdhuizen wel zo ‘zuiver’ zijn. f. De negatieve kantjes Dat er kliekjes in jeugdhuizen zitten, is onvermijdelijk. In de grafiek merk je dat de meeste respondenten niet vinden dat er kliekjes aanwezig zijn. Maar toch is er enige twijfel. Waarschijnlijk is het zo dat, als er kliekjes aanwezig zijn, het inderdaad moeilijk is om hierbij aan te sluiten. Zeker als je alleen bent. De meningen lopen zelfs zeer uiteen bij bezoekers als het gaat over het ‘buitenkijken’ van mensen. Het aspect ‘iedereen welkom’ krijgt hierdoor een bittere naklank, want blijkbaar is dit niet overal het geval. Niet-bezoekers hebben overwegend het gevoel dat dit niet zo is of met andere woorden dat je niet buitengekeken wordt. Hierbij sluit nauw aan dat je in jeugdhuizen vaak wordt aangekeken als je binnenkomt. De deur gaat open, je komt binnen en iedereen kijkt jou aan. Zeker als je nieuw bent, geeft dat niet direct het gevoel van ‘welkom in ons jeugdhuis, ga erbij zitten’.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 13 -
Figuur 3.7 De kanalen waarlangs de bezoekers en niet-bezoekers informatie over het jeugdhuis ontvangen (in %)
Alle respondenten komen ongeveer op dezelfde manier aan informatie over het jeugdhuis. Dat is voornamelijk door mond-tot-mondreclame via vrienden uit het jeugdhuis, door social media van vrienden en het jeugdhuis en door affiches en flyers. Bij niet-bezoekers is toch 12% niet op de hoogte van de activiteiten die jeugdhuizen organiseren. Figuur 3.8 De mening van de bezoekers en niet-bezoekers over de activiteiten in het jeugdhuis (in %)
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 14 -
Opmerkelijk is dat 27% van de niet-bezoekers niet weet welke activiteiten er georganiseerd worden in jeugdhuizen. Dat wijst erop dat de nodige informatie de niet-bezoekers niet of niet goed bereikt. De meerderheid van wie de activiteiten wel kent, vindt dat ze geschikt zijn voor de doelgroep, origineel zijn en dat er te weinig activiteiten zijn. Jeugdhuizen mogen dus gerust wat meer activiteiten organiseren. 3.2.3 De jongeren in het jeugdhuis Figuur 3.10 De leeftijd van de jeugdhuisbezoeker volgens bezoekers en niet-bezoekers (in %)
Figuur 3.11 De herkomst van de jeugdhuisbezoeker volgens bezoekers en niet-bezoekers (in %)
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 15 -
Figuur 3.12 Het soort jeugdhuisbezoeker volgens bezoekers en niet-bezoekers (in %)
Volgens figuur 3.10 vinden bezoekers dat vooral 16- tot 22-jarigen naar jeugdhuizen komen. Dit verschilt lichtjes van niet-bezoekers, die denken dat het vooral 16- tot 18-jarigen zijn. In figuur 3.11 komt het grootste deel van de jeugdhuisbezoekers volgens de meeste respondenten uit eigen gemeente en willen deze bezoekers zich engageren in het jeugdhuis. Uit figuur 3.12 blijkt dat de jeugdhuisbezoekers en/of –medewerkers voornamelijk uit de jeugdbeweging komen. Dat staaft wellicht het feit dat een mens en dus ook jongere een sociaal wezen is en zich buiten het jeugdhuis ook inzet voor andere activiteiten.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 16 -
4 KNELPUNTEN EN VALLUIKEN 4.1 DE GROOTSTE OORZAAK VAN EEN SLECHT IMAGO Zoals eerder aangehaald, zorgt gebrekkige communicatie meestal voor een verkeerd beeld van het jeugdhuis. Niet-bezoekers weten vaak niet wat zich afspeelt in jeugdhuizen en wie daar aanwezig is. Toch doen jeugdhuizen het zo slecht nog niet, want het beeld bij bezoekers en niet-bezoekers is op het eerste gezicht vrij positief. Jongeren zijn sociale wezens, maar als het op de eerste stap aankomt, zijn ze vaak terughoudend. Zeker als ze deze stap alleen moeten zetten. Daarom gaan jongeren vaak in groep naar een jeugdhuis of spreken ze er met iemand af. Als jeugdhuis spreek je dus beter een groep jongeren of vrienden aan dan één persoon.
4.2 VANUIT EEN GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT Jeugdhuizen verschillen onderling, maar hebben blijkbaar toch een aantal zaken gemeenschappelijk. Het is een plaats voor en door jongeren, waar kleur belangrijk is. Niet enkel kleur in het interieur, maar ook in de variëteit aan jongeren die er aanwezig zijn. In een jeugdhuis is iedereen welkom. Deze positieve klank is duidelijk aanwezig in de Vlaamse jeugdhuizen. Het zijn ontmoetingsplaatsen waar ruimte is om te ontspannen, gezellig samen te zijn, plezier te maken en waar vriendschappen ontstaan. Vroeger werden jeugdhuizen opgericht en gelinkt aan de kerk. Jongeren tussen 14 en 25 jaar werden op die manier van de straat gehouden. Het jeugdhuis werd gezien als een partner in de gemeente, de helpende hand bij beleidsdoelstellingen. Tot op heden is dit nog steeds zo, al is de link met de kerk ver te zoeken. (Fraters, e.a., Internet, 2012) Een jeugdhuis is meer dan drank en luide muziek. Het bestaat op zichzelf en heeft zijn eigen waarden en normen. Het jeugdhuis staat in voor cultuur, experiment en ontspanning voor jongeren. Het is een plaats waar jongeren in contact komen met de maatschappelijke problemen, ermee leren omgaan en verantwoordelijkheid leren dragen. Kortom, het jeugdhuis is een democratische samenleving waar jongeren rekening houden met elkaar. (Fraters, e.a., Internet, 2012) Is Formaat dan nog wel nodig? Jazeker, want jeugdhuizen kunnen een slecht imago best wel missen. Een vorm van controle is dus zeker nodig. Er moet een organisatie boven de jeugdhuizen zijn die hen hierbij helpt. Formaat maakt jeugdhuizen bewust van de verschillende thema’s die onder de jongeren leven door middel van vorming en ondersteunt bij problemen. Tegelijkertijd zorgt Formaat ook voor een groepsgevoel. Denk maar aan de ‘I ♥ my jeugdhuis’campagne die een echte hype onder de jeugdhuizen geworden is. Formaat kan gezien worden als de hoeder van de jeugdhuizen, ze houdt een oogje in het zeil en stuurt bij waar nodig. (Baetens, e.a., 2011, p. 3)
(Bron: http://www.formaat.be/nieuws/pers/ilovemyjeugdhuis)
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 17 -
5 HET GEWENSTE IMAGO VAN JEUGDHUIZEN 5.1 DE FOCUSGROEP Door een gebrek aan tijd, is de focusgroep beperkt gebleven tot een kleinschalig onderzoek in mijn eigen jeugdhuis. Aan een aantal jongeren uit de lokale omgeving werd gevraagd hoe zij het gewenste imago van een jeugdhuis zien. Dat gebeurde aan de hand van een aantal technieken: moodboards en laddering. Bij moodboards wordt gebruikgemaakt van beelden om associaties te leggen met bepaalde gevoelswaarden. Laddering is de techniek waarbij steeds naar het waarom gevraagd wordt. Bijvoorbeeld ‘Waarom vind je vrienden belangrijk?’ (Public Relations, 2006, p. 159) Formaat omschrijft het gewenste imago van de jeugdhuissector. De organisatie zoekt naar gemeenschappelijke noemers van jeugdhuizen en jongerencentra en vormt zo een totaalbeeld van de jeugdhuissector. Dat totaalbeeld beperkt zich in dit eindwerk tot die ene focusgroep. (Communicatiebeleidsplan, 2010, p. 14)
5.2 EEN BEELD VAN HET GEWENSTE IMAGO Aan de hand van moodboards werd gevraagd naar de gevoelswaarde bij de groep. De moodboards vind je in de bijlage 7 en 8 (p. 30-31). Toen ik aan elke jongere vroeg om uit tijschriften of kranten een foto van een persoon te knippen met wie ze het jeugdhuis zouden personifiëren, kwamen voornamelijk jonge, bekende mensen naar voren: Xander De Rijcke, Jeroen Meus, Lisa Smolders en Christina Ritchie. Maar ook naar iets oudere personen met een jonge uitstraling zoals Piet Huysentruyt en Phara de Aguirre werd graag verwezen. Naast de jonge uitstraling staan deze mensen bovendien voor plezier of animatie, muziek, ontspanning, gezelligheid, doorzettingsvermogen, diversiteit, én ook voor het bijleren. Denk maar aan Piet Huysentruyts ‘Wat hebben we geleerd vandaag?’ Als ik dan vroeg om een moodboard te maken met zinnen en foto’s, werden er voornamelijk associaties gesmeed met vriendschap, comfort en gevoelige gespreksonderwerpen. Zo is er in het jeugdhuis plaats om over ‘dik zijn’ te praten. Het jeugdhuis is een plaats waar je langer blijft als je op een comfortabele stoel zit en een plaats om bij te vullen als ‘je vat leeg is’. Ook het concept van een mascotte kwam aan bod, want een mascotte zou voor meer herkenbaarheid van het jeugdhuis zorgen. Net zoals in de enquêtes kwam ook hier terug dat iedereen welkom is en aanvaard wordt zoals hij of zij is. Het jeugdhuis is een plek waar je alleen kan en mag binnenkomen. Het tweede deel bestond uit één centrale vraag: “Wat is jouw ideale jeugdhuis?” De associaties die in dit onderdeel gelegd werden, kwamen goed overeen met de word clouds van de enquêtes. Woorden zoals gezelligheid, ontspanning en groepsgevoel kwamen weer naar boven. Daarnaast was veiligheid ook een belangrijk associatie. Door middel van alcoholmeters, taxi’s of shuttlebussen zou voorkomen kunnen worden dat jongeren dronken achter het stuur kruipen. HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 18 -
Ook hygiëne en gezondheid vinden de leden van de focusgroep twee belangrijke aspecten die aanwezig moeten zijn in het jeugdhuis. Naast chips en cola, zou fruit er ook niet misstaan. Daarnaast zorgt ook de gebrekkige infrastructuur voor onaangename toiletten of een onhygiënische ‘keuken’. Jeugdhuizen hebben meestal een tekort aan financiële middelen om aan wat meer luxe te denken. Een jeugdhuis versterkt niet alleen het groepsgevoel, maar betekent ook vaak een tweede thuis voor jongeren. Voor sommigen de vlucht voor het gezeur thuis, voor anderen een plaats waar je jezelf kan ontplooien. Het jeugdhuis is zelfregulerend. Wetten van bovenaf worden vaak slecht onthaald, maar wel opgevolgd omdat er geen andere optie is. Denk maar aan de nieuwe geluidsnormen en het rookverbod, al wordt dat laatste in veel jeugdhuizen en cafés niet zo strikt genomen. De controles gebeuren vaak in de vooravond en daarom wordt op een later uur, dus ’s nachts, wel binnen gerookt.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 19 -
6 BESLUIT Het globale beeld van onze Vlaamse jeugdhuizen is zeker niet slecht. Een jeugdhuis wordt beschouwd als een plaats waar iedereen welkom is, waar je kan thuiskomen en nieuwe mensen leert kennen. Een open plek waar je jezelf kan zijn, jezelf kan ontplooien en kan experimenteren als bijvoorbeeld dj of muzikant. Jongeren creëren samen een groepsgevoel, een minisamenleving waar een jeugdhuisbezoeker toe behoort. Het jeugdhuis is een sociale aangelegenheid die staat voor plezier, ontspanning, gezelligheid en vriendschap. Net als de kleuren rood, blauw, groen geeft dat een warm en positief gevoel. De associaties en begrippen sluiten namelijk aan bij de vier basisfuncties: ontmoeten, activeren, samen en educatie. Jongeren ontmoeten elkaar, leren van elkaar en motiveren elkaar. Jeugdhuizen beperken hun communicatie soms te veel tot hun bezoekers en vergeten zo dat ze ook niet-bezoekers moeten motiveren om naar het jeugdhuis te gaan. Hierdoor ontstaan er vaak misverstanden waardoor nietbezoekers een minder positief beeld krijgen van het jeugdhuis. In hun ogen is het jeugdhuis maar een vaag begrip. Ze hebben er al van gehoord, maar daar blijft het vaak bij. Wat ze weten over activiteiten en de inhoud van het jeugdhuis blijft beperkt. De kennis bij niet-bezoekers moet dus verhoogd worden door een beter communicatiebeleid. Stuur af en toe eens een persoonlijke brief of spreek hen op straat aan. De weg naar social media hebben de meeste al gevonden, maar de persoonlijke mondelinge communicatie met de potentiële bezoeker, blijft nog wat achterwege. Toch is dit vaak het sterkste communicatiemiddel. De kans is ook groot dat niet-bezoekers er gewoon geen behoefte aan hebben. Iemand uit een jeugdbeweging zal spontaner naar het jeugdhuis gaat dan iemand die zich daar niet voor engageert. De mens is een sociaal wezen, maar bij de een is dit al meer aanwezig dan bij de andere. Het gewenste imago komt grotendeels overeen met het huidige imago. Het jeugdhuis zou een plaats moeten zijn waar je over koetjes en kalfjes kan praten, maar ook de gevoelige en serieuze gespreksonderwerpen kan aansnijden. Het moet een tweede thuis zijn voor jongeren waar je na een lastige week eventjes kan opladen, waar je energie kan opdoen bij maten en makkers. Jeugdhuizen houden zich bewust en onbewust bezig met hun imago. Een positief imago creëren is een werk van lange adem. Jeugdhuizen met een minder goed imago weten dat het niet zo gemakkelijk is om daartoe te komen. Die met een positief imago beseffen dat het moeilijk is het te behouden. Het is duidelijk dat Formaat hier een belangrijke rol in speelt. Zij zorgen enerzijds voor het groepsgevoel onder de jeugdhuizen, maar anderzijds ook voor de nodige ondersteuning bij de zoektocht naar het juiste imago. De jeugdhuismethodiek kan hiervoor een goede leidraad zijn.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 20 -
7 BIJLAGEN
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 21 -
BIJLAGE 1:
WORD CLOUD WOORDASSOCIATIE BIJ BEZOEKERS Hier volgt een overzicht van de woorden die bezoekers associëren met het woord jeugdhuis. Hoe groter het woord, hoe meer het woord voorkomt.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 22 -
BIJLAGE 2:
WORD CLOUD WOORDASSOCIATIE BIJ NIET-BEZOEKERS Hier volgt een overzicht van de woorden die niet-bezoekers associëren met het woord jeugdhuis. Hoe groter het woord, hoe meer het woord voorkomt.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 23 -
BIJLAGE 3:
WORD CLOUD WOORDASSOCIATIE BIJ ALLE RESPONDENTEN Hier volgt een overzicht van de woorden die alle respondenten associëren met het woord jeugdhuis. Hoe groter het woord, hoe meer het woord voorkomt.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 24 -
BIJLAGE 4:
WORD CLOUD KLEURASSOCIATIE BIJ BEZOEKERS Hier volgt een overzicht van de kleuren die bezoekers associëren met het woord jeugdhuis. Hoe groter de kleur, hoe meer de kleur voorkomt
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 25 -
BIJLAGE 5:
WORD CLOUD KLEURASSOCIATIE BIJ NIET-BEZOEKERS Een oplijsting van de kleuren die niet-bezoekers associëren met het woord jeugdhuis. Hoe groter het kleur, hoe meer het kleur voorkomt.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 26 -
BIJLAGE 6:
WORD CLOUD KLEURASSOCIATIE BIJ ALLE RESPONDENTEN Een oplijsting van de kleuren die alle respondenten associëren met het woord jeugdhuis. Hoe groter het kleur, hoe meer het kleur voorkomt.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 27 -
BIJLAGE 7:
MOODBOARD PERSONIFICATIE JEUGDHUIS Dit is het moodboard met de personificatie van het jeugdhuis, gemaakt door de focusgroep.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 28 -
BIJLAGE 8:
MOODBOARD FOTO- EN TEKSTASSOCIATIE MET JEUGDHUIS Dit is een moodboard met foto’s en teksten die geassocieerd worden met het jeugdhuis, gemaakt door de focusgroep.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 29 -
BIJLAGE 9:
ENQUÊTE EN ONDERZOEKSRESULTATEN
(CD-ROM)
De enquête en onderzoeksresultaten staan op de bijbehorende cd-rom.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 30 -
8 BEGRIPPENLIJST Focusgroep Een focusgroep is een groep van meestal 6 tot 12 mensen, gestuurd door een gespreksleider, waarin een bepaald onderwerp bediscussieerd wordt. Het is een soort diepte-interview met meer personen en dus een manier om aan kostbare informatie te komen. Identiteit Identiteit is het beeld dat een organisatie wenst te hebben. De organisatie bepaalt zelf haar identiteit. Het gaat hierbij dus om feitelijke kenmerken. De ideale situatie ontstaat als het imago en de identiteit aan elkaar gelijk zijn. (InfoNu, internet, 2012) Imago Imago is het beeld dat van de organisatie bestaat bij de doelgroepen. Het imago wordt dus bepaald door de ontvanger en ontstaat uit eigen of indirecte ervaringen met de organisatie, bijvoorbeeld het in contact komen met reclameuitingen van de organisatie, via de contacten met anderen of berichtgeving in de media. Op grond van deze ingrediënten construeert de ontvanger een totaalbeeld. (InfoNu, internet, 2012) Jeugdhuismethodiek Een geheel van methoden, werkwijzen, praktische begrippen, regels, waarden en normen die in de jeugdhuizen gebruikt worden. Moodboard Een moodboard lijkt op een collage, maar is veel meer dan dat. Het is een visualisatie van een concept, idee, droom of gevoel. Een moodboard bestaat uit herkenbare elementen, maar suggereert ook nieuwe ideeën. Het schept een compleet beeld. Het wordt gebruikt voor het creëren van nieuwe collecties, de sfeer op je huwelijk of het gewenste imago van jeugdhuizen. Pr Public relations (pr) is het stelselmatig bevorderen van het wederzijds begrip tussen een organisatie en haar publieksgroepen. Daartoe wordt gebruikgemaakt van interne en externe communicatie om een bepaald publiek te informeren of te beïnvloeden met behulp van tekst, advertenties, publiciteit, promoties en speciale gebeurtenissen. Aan de andere kant heeft pr ook een signaalfunctie om trends en problemen uit de buitenwereld op te merken en ernaar te handelen. Het voornaamste doel van pr is het behouden of scheppen van een goed imago. (Public relations, internet, 2012) Publieksgroepen Publieksgroepen zijn reeds bestaande groepen met een vastgestelde identiteit, zoals interne, algemene, politieke en financieel-economische groepen. Bijvoorbeeld, jeugdhuizen zijn een publieksgroep voor Formaat. (Publieksgroepen, internet, 2012) Respondent Iemand die antwoordt op een enquête.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 31 -
Social media Social media is een verzamelnaam voor alle internettoepassingen waarmee het mogelijk is om informatie met elkaar te delen op een gebruiksvriendelijke en vaak leuke wijze. Het betreft niet alleen informatie in de vorm van tekst (nieuws, artikelen). Ook geluid (podcasts, muziek) en beeld (fotografie, video) worden gedeeld via social media websites. Met andere woorden, social media staat voor 'media die je laten socialiseren met de omgeving waarin je je bevindt'. (Social media, internet, 2012) Word Cloud Een word cloud is een collage van woorden die op een kunstzinnige manier door elkaar worden weergegeven. Word clouds worden vaak gebruikt bij websites en enquêtes om de frequentie van woorden weer te geven. Hoe groter het woord, hoe vaker het voorkomt.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 32 -
9 BRONNENLIJST 9.1 BOEKEN,
BROCHURES
...
BAETENS (L.), VAN DE WERF (L.), Maak het mee. Aanbod van Formaat 20112012, Berchem, Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen, 2011, 3 p. BAWIN (E.), STEVENS (G.J.), DEBONNE (N.), e.a. Gewoon doen ... en af en toe eens denken. Berchem, Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen, 2007, 28 p. Bevolking per provincie en leeftijd, op 1 januari 2011-2061. s.l., FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, 2011. (databestand) Communicatiebeleidsplan 2010-2014. Berchem, Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen, 2010, 16 p. (beleidsplan). DEGRYZE (B.), DE PAUW (R.), LAUWERS (L.), e.a. Open huis houden. Welkom in de jeugdhuismethodiek!, Berchem, Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen, 2007, 28 p. EESTERMANS (K.), POPPE (B.), Pr in het jeugdhuis. s.l., 2005, 12 p. (katern) Evaluatierapport beeldvorming jeugdhuiswerk. Berchem, Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen, 2009, 5 p. (rapport). Van Betsbrugge (E.), Public Relations. Planning en werkvelden, Antwerpen, Garant, 2006, 210 p.
9.2 TIJDSCHRIFT-
EN KRANTENARTIKELS, NIEUWSBRIEVEN
CAMERLINCKX (J.), Het virtuele ei. In: Gevat, 5 (1/2011), p. 3-4.
9.3 CURSUSSEN EN EINDWERKEN LE ROY (S.), Imago-onderzoek van Chiro bij leerlingen in het beroepssecundair onderwijs in Vlaanderen en Brussel, die geen deel uitmaken van Chiro. Brussel, Vrije Universiteit Brussel, 2007-2008.
9.4 INTERNETBRONNEN Communicatietermen, Publieksgroepen, online op: http://communicatietermen.wikispaces.com/Publieksgroepen (21/05/2012) Communicatietermen, Social media, online op: http://communicatietermen.wikispaces.com/Sociale+media (21/05/2012) Formaat, Imago, online op: http://www.formaat.be/themas/communicatie/imago (18/03/2012).
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 33 -
Formaat, Jeugdhuismethodiek, online op: http://www.formaat.be/informatie/themas/jeugdhuismethodiek (06/05/2012) FRATERS (D.), MEERS (J.), Een jeugdhuis is meer dan drank en luide muziek. In: Virus, online op: http://www.jnet.be/virus/artikel.php?id=1402jeugdhuis (18/03/2012). InfoNu, Imago en identiteit, online op: http://zakelijk.infonu.nl/diversen/37485-imago-en-identiteit.html (03/05/2012) Springest, De Magie van Moodboards: een moodboard maken - een beeld zegt meer dan duizend woorden, online op: http://www.springest.nl/artikelen/demagie-van-moodboards (21/05/2012) Wikipedia, Public relations, online op: http://nl.wikipedia.org/wiki/Public_relations (03/05/2012) Wikipedia, Social media, online op: http://nl.wikipedia.org/wiki/Sociale_media (21/05/2012)
9.5 ILLUSTRATIES http://www.formaat.be/nieuws/pers/ilovemyjeugdhuis, I ♥ my jeugdhuis, Formaat, 15/05/2012. MATTHIJS (T.), Cartoon jeugdhuis, Gent, 2012.
HET IMAGO VAN JEUGDHUIZEN
- 34 -