Het heitje van Maasdijk bevlogen het kind dat van verlangen vleugels vlecht en onbesuisd in vlucht al dichter bij het licht geen zengen ducht noch 't wijken van zijn wieken bevlogene die gulzig vrijheid drinkt en dronken het ruime schip van zijn gedachten langs dromen dwalen laat en onbevangen kennen wil wat vaart in verten vindt. Icarus -- dit eigentijdse gedicht van Pien Storm van Leeuwen brengt ons bij één van de vele beroemde mythen uit de Metamorphosen van Ovidius.
Het verhaal -in dit Van Maasdijkherdenkingsjaar veelvuldig aangehaald- is bekend. Exact 100 jaar na zijn sterfdag -27 augustus 2010.- zal een uitgebreide biografie over hem verschijnen, die als ondertitel draagt: De Icarus van Schaarsbergen. Dit schilderij Daedalus and Icarus is in 1799 gemaakt door de Franse schilder en schrijver Charles Paul Landon, die leefde van 1760 - 1826. Het bevindt zich in het Musèe des Beaux-Arts et de la Dentelle te Alencon. Ondanks de mogelijk denkbare diepzinniger achtergrond van de mythe (hoogmoed komt voor de val) bleef het mensdom gefascineerd door de vrijheid van de vliegende vogel. Met de wind onder de vleugels klimmen zij hoger en hoger en bijna magisch zweven zij vervolgens door de lucht. Mateloos heeft het ons verlangen en onze fantasie geprikkeld. In onze jaartelling heeft het tot aan het begin van de 20ste eeuw geduurd voor er daadwerkelijk van luchtvaart gesproken kon worden. In de eeuwen voor onze jaartelling is daarvoor echter al de basis gelegd. Een bloemlezing uit de boeiende geschiedenis-- in vogelvlucht uiteraard-- mag ik u echter, ondanks de vele jaartallen, niet onthouden. En daarvoor moeten we dan wel héél ver terug in de tijd, want de Chinezen (wie anders !) bouwden al rond 400 BC de eerste officiële vlieger (mythische verhalen uit de oudheid zijn er eveneens, maar die laten we rusten). Met behulp van zijde en bamboe was men in staat om een goede vlieger, nl. het simpelste model van een vogel, te produceren. Zonder te beseffen dat dat potentieel een vliegtuig kon worden. Dat besef kwam pas eeuwen later daar kom ik later nog op terug. De Chinezen ontdekten wel, dat met die vlieger de afstand tot een muur kon worden gemeten. Best handig in gevallen van vijandelijkheden. In 559 (onze jaartelling) is het Yuan Huangtou, die met een vlieger van een toren afspringt. Aan de Chinezen danken we ook de even diepzinnige al praktische wijsheid “Het is de tegenwind die de vlieger doet stijgen”.
Ook Spanje kent zijn vliegende held. Het is de in Andalusië geboren, Arabisch sprekende en schrijvende Berber Abbas Ibn Firnos (moslim en geleerde), die vanaf een toren in Cordoba springt en met een cape zijn val breekt. Dat doet hij in 852 en in 875 zou hij zelfs een soort ballon gemaakt hebben, waarmee hij 10 min. lang boven de aarde bleef zweven. Ook hij is een pionier, staande aan de wieg van de parachute, (doch dit even terzijde) De vlieger heeft door de eeuwen heen en dan laat ik huidige vliegerspelletjes en wedstrijden als Kite-surfing e.d. buiten beschouwing een belangrijke rol gespeeld, terwijl hij tot bijna het einde van de 19e eeuw niet echt serieus-genomen werd. In 1749 is een vlieger gebruikt voor het doen van meteorologische waarnemingen en Benjamin Franklin toonde met zijn "elektrische" vlieger aan dat onweer een elektrisch verschijnsel is. In de 19e eeuw zijn wel vliegers gebruikt om koetsen en boten voort te trekken. Een mensdragende vlieger werd in 1893 door een Australiër gemaakt en dat was zo'n succes, dat het Engelse leger in de Boerenoorlog (1899 / 1902) deze gebruikte om "over de heuvels" (de Kopjes) de posities van de Boeren te bespieden. Maar er was meer dan alleen de vlieger. Het veranderen van het wereldbeeld, ontstaan door de in de 17e eeuw gegroeide inzichten op wetenschappelijk gebied, leidde ook tot wetenschappelijk onderbouwde ideeën voor een luchtschip. Otto von Guericke, een Duitse natuurkundige (1602- 1686), uitvinder van de luchtpomp, de manometer en de elektriseermachine, demonstreerde zijn bekende proef met de Maagdenburger bollen op de Rijksdag in Regensburg (1654) en schreef het boek Experimenta nova (ut vocantur) Magdeburgica de vacuo spatio. In 1670 publiceerde Francesco de Lana - Terzi ( een Italiaans Jezuiet) een boek over het bouwen van een (lucht)schip dat lichter is dan lucht. Daarbij refereerde hij aan het experiment met de Maagdenburger halve bollen. Het leverde een mooi plaatje op, maar is nooit uitgevoerd. Meer succes hadden de Franse broers Etienne en Joseph Montgolfière.
Zij vonden de luchtballon uit, die ze met gepast gevoel voor eigenwaarde de Mongolfière noemden.
Ze hadden gebruikgemaakt van de wetenschap , dat warme lucht opstijgt en zo maakten zij in 1783 een ballon, gevuld met lucht en onderin een opening voor een vuurtje en er hing ook een mandje onderaan. Voor bemanning hadden ze een zekere huiver: je weet immers maar nooit of je hoog in de lucht wel kunt ademen. In september 1783 probeerden ze dit uit met in het mandje een haan, een eend en een schaap. De dieren overleefden het en toen maakten ze een nieuwe ballon.
Op 21 november waren het de Markies d'Arlandes en Jean Pilatre de Rozier, die in het mandje van de ballon stapten. Hun vlucht duurde 215 min. - ze stegen op tot 125 M. hoogte, ze kwamen neer op 8 km van hun vertrekpunt en zij waren de eerste mensen, die zo lang "vlogen". Jean Pilatre de Rozier en Markies d'Arlandes ballon. Het was een enorme stimulans om verder te experimenteren. Maar het bleef gevaarlijk. De eerste ballonvaarder (u hoorde en zag op het vorige plaatje zijn naam en beeld) De Rozier, was ook het eerste dodelijke slachtoffer. Zij, die ooit spottend de ballonvaartpogingen noemden "nutteloos gepruts in de ruimte" hadden ongelijk gekregen. Nog een paar feiten: 1785 de Fransman Jean Pierre Blanchard en de Amerikaan John Jeffries steken het Kanaal over (met een vliegtuig gebeurt dat pas 125 jaar later Louis Blèriot) 1794 tijdens de Franse Revolutie (de Slag bij Fleurus) werden bemande ballonnen gebruikt om de bewegingen van Oostenrijkse legers te bespieden. 1870/1871 in de Frans-Duitse oorlog was de ballon de enige manier voor de belegerde Parijzenaars om contact met de buitenwereld te onderhouden ( de ballon als luchtpost) De Fransen waren de echte ballon-enthousiastelingen.
De Duitser Dunkert spiegelde het publiek met zijn Minerva-ballon wel een heel bijzondere toekomst voor. Dat moest een ballon worden voor een paar honderd mensen, compleet met een cafè-restaurant, een ziekenhuis en zelfs een kerk aan boord. Als er volgens plan aan gesleuteld zou worden, kan deze ballon op 10 maart 2240 het luchtruim kiezen.
Ook al telde men zorgvuldig alle zegeningen van de ballon-met-het-mandje - men kon niet blind blijven voor zijn grootste gebrek, de onbestuurbaarheid. Het is de Engelsman George Cayley, die een zweefvliegtuig gaat ontwerpen. Hij maakte er een uitgebreide studie van en slaagde er in 1804 in een model te laten vliegen. Onvermoeibaar ontwikkelde hij dit verder, zodat daarmee in juni 1853 een echte vlucht gemaakt kon worden. In Duitsland was het Otto Lilienthal, die het dichtste bij de vogelvlucht poogde te blijven. Hij schreef al zijn bevindingen op in het beroemd geworden boek "Der Vogelflug als Grundlage der Flieqerkunst", waarbij hij tevens een wetenschappelijke studie maakte van de techniek van het zweefvliegen. Vanaf 1891 maakte hij zelf diverse zweefvluchten -wel 2500- je zou bijna kunnen zeggen als voorloper van de huidige hanggliders. Alleen : Lilienthal moest op een heuvel klimmen om te starten . Op 9 augustus 1896 stortte hij neer en overleed.
De Amerikaanse broers Wilbur en Orville Wright (fietsenmakers) gingen wetenschappelijker te werk. Zij hebben er lang over gedaan, maar op 17 december 1903 was het zover: ORVILLE WRIGHT MAAKTE ALS EERSTE MENS EEN VLUCHT MET EEN VLIEGTUIG MET MOTOR, ZWAARDER DAN LUCHT Zoals ik in één van de luchtvaartboeken las: == Dit was geen geslaagd experiment, dit was een bekroning van op een jarenlang methodisch concept. == We schrijven 1903 en moeten ons realiseren, dat we de magische grens van de 20ste eeuw zijn gepasseerd. Daarbij niet vergeten dat, na alles wat is uitgevonden, uitgerekend en uitgeprobeerd (het zweefvliegtuig, de Zeppelin, het belang van de parachute) - in al die jaren één wijsheid van het hoogste belang pas in de 19e eeuw ontdekt werd.
Dat was nl. de uitspraak in 1483 gedaan en gevonden in de verzameling in spiegelschrift geschreven dagboeken door vrijwel de grootste uitvinder, geleerde en kunstenaar, die onze wereld kende, de man, die leefde van 1452 tot 1519 - Leonardo da Vinci. De tekst in een vrije vertaling : == een vogel is een instrument dat gehoorzaamt aan mathematische wetten en daarin ligt verankerd de mogelijkheid tot reproductie == Meer dan 400 schetsen heeft Da Vinci gemaakt.
Deze man, die zijn tijd ver vooruit was, werd op 15 april 1492 geboren: het buitenechtelijke kind van de notaris van Vinci en een boerendochter. Geen opleiding - linkshandig - en onbegrijpelijk hoogbegaafd. Van iedere nieuwe machine begreep hij hoe elk onderdeel werkte en hoe het te verbeteren was.
In het begin van deze eeuw liet de (uiterst kritisch-voorzichtige) Engelsman Adrian Nicolas zich met een nagebootste Da Vinci-parachute vanaf 600 meter naar beneden zweven. Hij werd geëscorteerd door 2 helikopters en 2 parachutisten en maakte tegen het eind gebruik van een eigentijdse parachute, knipte de Da Vinci koorden door en vlak bij zijn landingsplaats arriveerde ook de Da Vinci parachute. Hij was een gelukkig man , Ik kon de rivier beneden mij zien - de wind ratelde door mijn oren en “ as I landed I thanked Leonardo for a wunderful ride “ Terug naar de Wrights, die aanvankelijk in Europa onderbelicht bleven.
Orville, de man met de bolhoed, die wel gevoelig is voor de aandacht, die hem van de upper ten ten deel valt en Wilbur, de man met de pet, wars van de luxe in een duur hotel,
zwijgzaam en afkerig van publiciteit, die het liefst zijn tijd doorbrengt in zijn eigen hangar.
Tijdens een te zijner ere aangeboden feestmaal (daar moest hij wel komen) vroeg de organisator hem of hij ook iets wilde zeggen. Wilbur stond op en sprak: “ Mijne heren, ik ken in de schepping maar èèn vogel die spreekt n.l. de papegaai; en ik heb opgemerkt, dat deze slecht vliegt. Ik spreek niet - ik vlieg.” De Wrights waren wel wat terughoudend over hun vorderingen, maar wilden anderzijds toch graag hun kwaliteiten verzilveren. Ze probeerden hun vliegtuig, dat ze "de Flyer" noemden aan de man te brengen . Ze besloten om op 1 mei 1908 naar Frankrijk te gaan -- het land dat met ballonvaart en een beetje vliegerij al een respectabele traditie had opgebouwd. Een grote naam in Frankrijk was Louis Blériot (1872 -1936).
Hij voer al aan het einde van de 19e eeuw met een ballon naar het toen nog niet eens als zodanig bekende en geopende terrein voor het vliegveld Waalhaven. Zijn carrière in de luchtvaart begon in 1907 met de bouw van een vroege helikopter en korte tijd later ook met hun eigen vliegtuigje. Hij had al eerder geëxperimenteerd : in 1900 bouwde hij een toestel dat via een motor de vleugels ervan op-en-neer bewoog, maar 't kon niet vliegen. Blériot is ook degene die, nadat in 1785 een Fransman en een Amerikaan dit met een ballon gedaan hadden, het Kanaal over vliegt met een zelfontworpen toestel, dat doet hij op 25 juli 1909 In 1907 had hij ook al met een eendekker gevlogen (die stortte neer). In Europa was Frankrijk onbetwist leider in de vroegste dagen van de luchtvaart. Reeds in 1905 werd een Syndicat d'Aviation opgericht en werden o.a. zweefvliegtuigen geleverd. De Wrights (geruime tijd in Pau) geven in hun eigen toestel(len) vlieglessen.
Het aantal vliegtuigbouwers breidt zich uit er komen nieuwe namen en modellen ~ de Blériot geniet grote faam en bekendheid. Zijn vrouw ziet echter ook de grote gevaren en op haar verzoek stopt hij met vliegen en legt zich toe op ontwerpen en bouwen van vliegtuigen. In WO I is hij één van de belangrijkste leveranciers voor de Franse luchtmacht. Maar een ieder mag het weten : = aan Frankrijk dankt de wereld zijn vleugels !! = En in die wereld is op 9 augustus 1885 in Den Haag Clément Guillaume Jean van Maasdijk geboren. Met een duidelijke liefde voor techniek volgt hij een studie aan de Machinistenschool te Amsterdam, waarna hij in machinefabrieken in Duitsland praktische ervaring opdoet. De eerste auto is uitgevonden in 1886 en in die branche steekt hij ook zijn licht op.
Maar dan komt een wel heel bijzondere figuur naar Nederland ~ de Fransman Lefèbvre. Op een terrein "Groot Persijn" bij Den Haag zullen op 14 t/m 16 augustus 1909 vliegdemonstraties worden gehouden, maar op de geplande data zijn noch de 4 gecontracteerde aviateurs, noch hun vervangers aanwezig. Het toestel met Ing. Lefèbvre is er al geruime tijd en het publiek is voor uitleg en bezichtiging welkom een paar uur voor de aanvang van de demonstratie. Lefèbvre wacht op de vliegeniers en om de tijd te doden leert hij zichzelf met het aanwezige toestel vliegen. Als technicus heeft hij er veel verstand van en hij heeft er voldoende vertrouwen in om de nietverschenen aviateurs te vervangen. Het is ongehoord en ongelofelijk : Lefèbvre vliegt alsof hij nooit anders gedaan heeft. Niemand kan bevroeden, dat zijn geluk slechts kort duurt - het einde is er al op 7 september 1909.
Onder het enthousiaste publiek bevindt zich de bijna 24-jarige Clément van Maasdijk - en voor hem is er dan nog maar één doel— VLIEGEN ! Hij bezoekt een internationale luchtvaarttentoonstelling in Frankfurt en gaat dan naar Pau (Fr.), waar hij eerst lest op een Wright en spoedig daarna op een Blériot, waarvan hij in augustus 1909 een exemplaar koopt. Hij krijgt met het toestel op 21 april 1910 een ongeluk; de Blériot is total loss, maar zelf blijft hij ongedeerd. Daarna koopt hij een Sommer-tweedekker; hij maakt er enige vluchten mee en behaalt op 22 juni 1910 zijn brevet van de Aero Club de France. In Nederland biedt hij zich aan voor het geven van vliegdemonstraties. De aviateur, die als eerste boven Nederland vliegt, is de Franse graaf van Russische afkomst, Charles de Lambert, op 27 juni 1909. De eerste Nederlandse aviateur, die boven Frankrijk vliegt, is de in 1881 in Loenen aan de Vecht geboren Gijs Küller.
Met zijn uitgesproken technische aanleg was de gang naar de luchtvaart niet zo verwonderlijk. Zo tegen ongeveer de zomer van 1909 was hij al in het bezit van een vliegtuig.
Voor de jonkheer Freddy van Riemsdijk lag het even iets anders. Plaatje en verhaal geven reeds aan, dat het om een niet onbemiddelde jongeman gaat, die artistieke kwaliteiten bezit en al jong naar Parijs gaat om zich op de schilderkunst toe te leggen. Maar tijdens het eerste grote vlieg-gebeuren augustus 1909 te Reims is het met de kunstaspiraties even over. "Na afloop snelde hij naar huis terug en vroeg zijn moeder opgewonden om zijn erfdeel; hij moest en zou aviateur worden".(aldus een zinsnede uit het boek: Als een immense vogel)
Hij heeft succes en is de tweede Nederlander, die zijn vliegkunsten boven Frankrijk kan vertonen. Hij neemt als aviateur in het Franse leger deel aan WO I, maar wordt als militair geveld door een zware longontsteking. Hij keert terug naar ezel en kwast en schildert! Maar over grote faam heb ik niets gelezen.
In 1910 is er de spanning - wie wordt de eerste Nederlandse aviateur in eigen land ? Clément van Maasdijk zegt aan de Heerenveense VVV en de Sportvereniging Thialf toe om tussen 31 juli en 4 augustus vliegdemonstraties te geven.
(Clément op deze foto samen met zijn onafscheidelijke Franse monteur Paul Baudot) Als de automobielfabrikanten Verwey en Lugard dat ter ore komt, halen zij ijlings hun technisch medewerker Jan Hilgers uit Frankrijk terug. Hij heeft wat vlieglessen gehad, bezit nog geen brevet, maar is wel handig en hij is ook niet bang. Met zijn Blèriot XI maakt hij op 29 juli 1910 als eerste Nederlandse aviateur een korte vlucht boven de Doesburgse heide bij Ede: Stukje recht heen - handmatig toestel keren - vlug over de vleugel naar het stuur - en zelfde stukje recht weerom. Het publiek geeft applaus ; de automobielfabrikanten hebben hun reclamestunt voor de autoverkoop binnen. In het Historisch Museum in Ede is momenteel een aardige tentoonstelling ter ere van Jan Hilgers voor de Edenaren en anderen nog steeds " de eerste Nederlander, die boven Nederland vloog " ingericht. "Ouderwetse" platen , die een beetje nog doen denken aan de schoolplaten van Jetses , zijn in bruikleen ontvangen van Aviodrome; zij verlevendigen het geheel. Jan Hilgers is -veel later- ook op tragische wijze aan zijn einde gekomen - n.l. in een Jappenkamp.
Van Maasdijk voert met zijn Sommer tweedekker van 31 juli t/m 4 augustus 1910 zijn demonstraties uit bij Heerenveen en zijn publiek is vol bewondering voor de wijze, waarop hij zijn toestel beheerst; feilloos de bochten naar links en naar rechts draait, volkomen zelfverzekerd is. Het commerciële slimmigheidje van de autofabrikanten, die gauw even 2 dagen eerder een werknemer-zonder-brevet als "eerste Nederlandse vliegenier" de geschiedenis wilden laten ingaan , weegt niet op tegen de roem die de volmaakte prestatie oplevert. Het succes van de Heerenveense vliegshow is zo groot, dat Van Maasdijk uit heel Nederland verzoeken krijgt om vliegdemonstraties te geven. Eèn verzoek van het comité "Arnhemsche Vliegweek" kan hij niet weigeren ~ naast een aantal notabelen zit ook een bekende notaris in het comité - de heer N.Th. Ladénius . Zijn dochter Jeanne is de verloofde van Clement van Maasdijk. Ze is bang. Het ongeluk, nog maar zo kort geleden op 21 april, (dat zo verrassend goed afliep), is niet uit haar gedachten. Zij smeekt hem om, ondanks zijn grote deskundigheid en mentale bevlogenheid, met de demonstraties te stoppen. Zijn liefde voor haar wint het van het verlangen naar avontuur en roem. Hij belooft haar, dat Arnhem zijn laatste vlucht zal zijn. Voor de aanvang van de vliegweek - zaterdag, 27 augustus 1910 -wordt alles gecontroleerd en geeft Clément uitleg aan de leden van het Comité en de genodigden. Als de wind gaat liggen ( ongeveer 18.00 uur) wil hij nog een korte proefvlucht maken. In het 4e rondje slaat het noodlot toe. Zijn Sommer stort neer. Clément van Maasdijk wordt verpletterd onder de 50 PK motor, die achter de vlieger geplaatst was. Het gebeurt voor de ogen van zijn Jeanne Ladenius. Omstanders vangen haar op. Dinsdag, 30 augustus 1910, vindt de teraardebestelling plaats op Moscowa te Arnhem. Indrukwekkend en ontroerend. Velen treuren om het verlies van de sympathieke en veelbelovende aviateur. Clément van Maasdijk. Ook in Heerenveen, waar hij zijn grote triomfen vierde, is de verslagenheid groot. Er komt een Herinneringskaart en later volgt aan het einde van de Van Maasdijklaan een gedenkteken, ontworpen door de toen beroemdste beeldhouwer van zijn tijd: Pier Pander (18641919).
Hij had het met zijn bijzondere kwaliteiten ver geschopt - die zoon van een Drachtense schipper. Hij zocht naar zuivere kunst en schoonheid, naar het serene. Een treffend voorbeeld daarvan is het in 1894 vervaardigde meisjesfiguurtje.
En iedere Nederlandse ingezetene kende de soms dagelijks gebruikte munten waarop tussen 1898 en 1910 het beeld van de in 1898 ingehuldigde jonge koningin Wilhelmina prijkte. Het gedenkteken voor Clément van Maasdijk lijkt ook een waardige rust uit te stralen. In Arnhem is het de bekende Wageningse beeldhouwer August (Augustinus Franciscus Henri) Falise (1875-1936)
die de opdracht krijgt een grafmonument voor Clement van Maasdijk te vervaardigen.
Falise is een veelzijdig en veelgevraagd kunstenaar. Zijn beeld De Zaaier (1926) is het boegbeeld van de Wageningen Universiteit. Ik ben er zelf erg van onder de indruk.
Omdat er momenteel over hem een kleine, maar interessante tentoonstelling is in de Casteelse Poort te Wageningen wil ik u er even tussendoor een paar beelden van laten zien. Falise deed mee aan een prijsvraag voor een standbeeld van Koningin-Moeder Emma. Hij kreeg de tweede prijs voor dit beeld. De naam van de winnaar van de eerste, prijs voor dit beeld is voor ons als Jachthuis-kenners zeker bekend, nl. Lambertus Zijl. Het bronzen borstbeeld, dat Falise voor Van Maasdijk maakt, wordt bij de herbegrafenis -18 juli 1911 – onthuld. Als trouwe wachter stond het daar zo'n 75 jaar tot het in 1986 werd gestolen. Op de lege plek wordt een eenvoudige steen gelegd: Hier rust Clément, Guillaume , Jean van Maasdijk geboren 9 augustus 1885 overleden 27 augustus 1910 De vliegenier Tijn van Beek begon een zoektocht naar het gestolen beeld en ontdekte het bij een antiquair in Enschede. De Gemeente Arnhem kocht het beeld terug en keek uit naar een goede plaats, maar hoe vreemd het ook klinkt, het beeld leek geen rust te kunnen vinden. Die rust is er nu - sinds 2001 is het te vinden op het kerkplein van de Hervormde Kerk te Schaarsbergen. En daar staat het goed -- niet ver verwijderd van de plaats op de Warnsbornse heide /Het Heitje van Maasdijk / waar 100 jaar geleden (27 augustus 1910) het vliegtuigdrama zich afspeelde, dat een einde maakte aan de grote droom van de jonge Clement van Maasdijk.
Het Arnhemsche vliegcomité loste zijn belofte in: “ op de plaats waar ge gevallen zijt, zal een gedenksteen te uwer herinnering geplaatst worden.“
Met een mooie rood-granieten steen – een sobere tekst - een paar boomstammetjes en wat losse keien , juist in zijn bijna-onbeholpenheid een wat ontroerend gedenkteken, wordt aan de eerste behoefte om op die plek te treuren en te herdenken voldaan.
Ook de huidige, vernieuwde, versie van de steen markeert nog steeds de verstild lijkende omgeving. Een rustpunt om even bij stil te staan en ons daar, dwars door de tragiek van de vele Icarusvliegslachtoffers heen, in dankbaarheid te verwonderen over de moed en volharding van allen, die
"" onze wereld vleugels gaven””
Geraadpleegde bronnen: Arie de Bruin: Thijs Postma: Wim Schoenmaker: Gerben Tornij:
Een immense vogel gelijk De vliegende Hollander Aviateurs van het eerste uur In de sporen van de luchtvaartpionier. Clement Van Maasdijk in Arnhem
Via internet: www. Arneym.nl; verkeer www. Nieuwsdossier.nl; dossier 1910 www. Hansonline.eu; wright 100 Geschiedenis van de luchtvaart; wiki The Magie of Flight - Omniversum Wikipedia : Luchtvaart voor de 18e eeuw www. Dropzone.com www. Flash.aviation.nl ; Ballongeschiedenis wikipedia.org / Louis Blèriot Elsevier 03 juli 2010 . e.v.a. Foto's : Gerben Tornij; A.Tempel; Th. Beemsterboer; e.a. Liesje Osborn APELDOORN Augustus 2010.