HET GEVANGENIS MUSEUM
Beleidsplan 2011 - 2015
Beleidsplan 2011 - 2015
gevangenismuseum Oude Gracht 1 9341 AA Veenhuizen 0592 - 388 264 www.gevangenismuseum.nl
>
Inhoudsopgave
3
1. Inleiding 1.1 De wortels van het Gevangenismuseum 1.2 Een historische schets 1.3 De organisatie in het kort 1.4 Bezoekersaantallen
4 4 5 5 6
2. Visie, missie en waarden 2.1 Inleiding 2.2 Visie 2.3 Missie 2.4 Waarden 2.5 SWOT-analyse
7 7 7 7 8 8
3. Doelstellingen en strategie
9
4. Van beleid naar werkelijkheid 4.1 Collectie, presentatie en educatie 4.2 Collectie 4.2.1 Collectiemanagement 4.2.2 Onderzoek 4.3 Presentatie 4.3.1 Vaste exposities 4.3.2 Tijdelijke exposities 4.4 Educatie 4.4.1 Doelstellingen Educatie 4.4.2 Samenwerkingsverbanden 4.4.3 Stagiaires 4.4.4 Publieksbegeleiding
10 10 10 11 12 13 13 15 17 17 18 19 19
5. Communicatie & Marketing 5.1 Communicatiestrategie 5.2 Commerciële activiteiten 5.3 Activiteiten en evenementen 5.4 Bezoekersonderzoek
20 20 21 21 22
6. Cultureel ondernemen 6.1 Inleiding 6.2 Subsidies, fondsen en sponsoring 6.3 Horeca 6.4 Winkel en webshop 6.5 Arrangementen
23 23 23 23 24 25
7. Organisatie-aspecten en financiën 7.1 Organisatie 7.2 Personeel 7.3 In de traditie van Johannes van den Bosch 7.4 Vrijwilligers 7.5 Veiligheid 7.6 Financiën
25 25 25 26 26 27 27
Tot slot
28
N AT I O N A A L G E VA N G E N I S M U S E U M
1 BESTE HISTORISCHE MUSEUM VAN NEDERLAND
Inleiding
Het Nationaal Gevangenismuseum zoals dat in 2005 werd geopend, heeft in de afgelopen jaren zijn bestaansrecht ruimschoots bewezen. Het bezoekersaantal steeg van 40.000 in het openingsjaar tot ruim 100.000 in 2009 en 2010. Het museum werd in 2007 door het Historisch Nieuwsblad uitgeroepen tot het beste historische museum van Nederland. Daarnaast vervult het Gevangenismuseum een centrale rol in de cultuurtoeristische ontwikkeling van het dorp Veenhuizen als beoogd Werelderfgoed. Net als de meeste musea in Nederland moet ook het Gevangenismuseum zijn aandacht op twee verschillende, soms tegenstrijdige activiteiten richten: enerzijds activiteiten voortkomend uit het museum als cultuurhistorische en educatieve instelling, anderzijds activiteiten waarmee eigen inkomsten zijn te genereren. Eén van de belangrijkste uitdagingen voor de komende jaren is om beide aspecten gelijkelijk te blijven ontwikkelen met als resultaat een museum dat door het publiek blijvend boeiend en leerzaam wordt gevonden en daarnaast een museum dat een gezonde exploitatie kent. Het lopende beleidsplan van het Gevangenismuseum loopt van 2008-2012. In 2010 is echter gebleken dat dit beleidsplan door de onstuimige groei en ontwikkelingen die het Gevangenismuseum heeft doorgemaakt vervroegd vernieuwing behoefde. Vandaar nu al een nieuw meerjarenbeleidsplan. Vanzelfsprekend vindt er jaarlijks een vertaling van het beleidsplan plaats naar een intern jaarplan.
1.1
1823
MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID
4
De wortels van het Gevangenismuseum
Het Gevangenismuseum is gehuisvest in een bijzonder gebouw; een dwanggesticht uit 1823. Het werd onder hoede van generaal Johannes van den Bosch door de Maatschappij van Weldadigheid gebouwd om er landlopers en bedelaars te kunnen heropvoeden in een van Europa’s eerste grootschalige pogingen om armoede te bestrijden door de onderklasse van de samenleving een nieuwe toekomst te bieden. In 1859 kwam deze particuliere armenzorg in handen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en vanaf 1875 viel de kolonie als Rijkswerk- en strafinrichting onder het ministerie van Justitie. Niet veel later begon de enorme bouwactiviteit in Veenhuizen onder leiding van de Justitiearchitecten J.F. Metzelaar en later zijn zoon W.C. Metzelaar. Sinds 1970 leven er in Veenhuizen geen ‘verpleegden’ meer. Het dorp telt echter nog steeds drie strafinrichtingen, waarin in totaal ruim 1.000 gedetineerden vastzitten. Veenhuizen is pas sinds begin 1981 vrij toegankelijk. Daarvoor mochten –naast de gevangenen- alleen het gevangenispersoneel en hun gezin het dorp in. Wie met pensioen ging of een baan buiten Veenhuizen vond, moest verhuizen. De sfeer van afzondering en afgelegen zijn hangt nog steeds in en rond Veenhuizen, mede doordat er in het dorp meerdere gevangenissen operationeel zijn. Medio jaren negentig zijn meer dan honderd gebouwen in Veenhuizen aangemerkt als monument, waaronder de Elektriciteitscentrale, het oude hospitaal en natuurlijk het Tweede Gesticht: het enige gesticht dat de tand des tijds heeft doorstaan en waarin het Gevangenismuseum nu is gevestigd. In april 2011 zijn de vroegere koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid in Drenthe door de staatssecretaris van cultuur geplaatst op de voorlopige lijst van UNESCO Werelderfgoed.
BELEIDSPLAN 2011 – 2015
VAN PARTICULIER MUSEUM TOT LANDELIJK GEVANGENIS MUSEUM
35
MEDEWERKERS
120
VRIJWILLIGERS
5
1.2
Een historische schets
1.3
De organisatie in het kort
Dhr. C. Standhardt, werkzaam bij Justitie te Veenhuizen, was een van de eersten die zich vanaf 1950 grondig verdiepte in de geschiedenis van het justitiedorp Veenhuizen en het gevangeniswezen. Hij verzamelde intensief objecten en documenten die te maken hadden met de geschiedenis van Veenhuizen. In het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw kwamen gebouwen van het voormalig Eerste Gesticht vrij en kon Standhardt hier de meest uiteenlopende objecten bijeen brengen. Hij wordt dan ook gezien als oprichter van het museum. Vanaf 1974 was zijn verzameling zo opgesteld dat zij toonbaar was voor publiek. Dit particuliere museum was alleen op aanvraag toegankelijk en die situatie bleef zo tot 1978. Eind jaren zeventig besloot het Ministerie van Justitie om van het niet officieel bestaande museum een stichting te maken. Het gebouw en de inventaris van het museum werden aan de stichting ter beschikking gesteld. Door deze rechtsvorm was men in staat subsidies en sponsorgelden te verwerven. Het bestuur van de stichting werd gevormd door personen die allemaal een sterke band hadden met het justitiedorp Veenhuizen. In 1980 werd het Museum Veenhuizen officieel geopend. De organisatie was in handen van een beheerder. De dagelijkse gang van zaken werd waargenomen door een flink aantal geprofessionaliseerde vrijwilligers. Zij waren samen met de beheerder verantwoordelijk voor het verzorgen en onderhoud van de objecten uit de collectie. De objecten waren allemaal opgesteld in de vaste presentatie van het museum. Het liet het leven in Veenhuizen als dwangkolonie en justitiedorp zien. De nadruk lag op de periode 1900 – 1960 met beknopte aandacht voor de periode hierna. De grote maquette van het Tweede Gesticht en de brandweerauto waren de topstukken van de presentatie. Al vanaf het midden van de jaren tachtig, bij de afstoting van Veenhuizen door het Ministerie van Justitie, is er overlegd met Justitie over het oprichten van een Landelijk Gevangenismuseum te Veenhuizen. De statuten veranderden geleidelijk van karakter: er kwam meer aandacht voor landelijke straftenuitvoerlegging. In mei 2005 opende het Landelijk Gevangenismuseum zijn deuren in het voormalig Tweede Gesticht, een gebouw dat tot dan toe dienst deed als werkgesticht van de gevangenis Esserheem. Alle functionaliteiten van het museum zijn in dit gebouw ondergebracht.
In het museum zijn inclusief de oproepkrachten 35 medewerkers werkzaam, samen goed voor 22 fte. Hiervan is 3,25 fte verantwoordelijk voor de museale taken als Collectie, Presentatie en Educatie. De overige uren binnen de formatie worden ingevuld door de afdelingen Reservering & Ondersteuning, Communicatie & Marketing, de Winkel, Vrijwilligerscoördinatie, Directie, Horeca en Facilitaire Dienst. Er zijn circa 120 vrijwilligers die zorg dragen voor alle taken ‘voor de schermen’, zoals de kaartverkoop, het geven van rondleidingen en de ritten met de Boevenbus. De vrijwilligers zijn grotendeels afkomstig uit Veenhuizen zelf, wat aangeeft dat het Gevangenismuseum een groot draagvlak binnen de gemeenschap heeft en tevens een belangrijke rol binnen deze gemeenschap speelt. De vrijwilligers zijn zeer actief binnen het museum, ook in de organisatie van een jaarlijks evenement (de Landlopersdag),
N AT I O N A A L G E VA N G E N I S M U S E U M
het restaureren en onderhouden van de Boevenbussen, de oude brandweerwagen van Veenhuizen, de Elektriciteitscentrale, etc. Daarnaast is een vrijwillige klussenploeg die allerlei werkzaamheden rond het museum verricht, van het plaatsen van nieuwe hekken tot het maken van onderdelen voor exposities.
STICHTING NATIONAAL GEVANGENIS MUSEUM
Het museum opereert sinds de statutenwijziging van 2007 onder de naam Stichting Nationaal Gevangenismuseum en heeft sindsdien een Raad van Toezicht. De RvT staat de directie ter zijde en heeft naast de toezichthoudende taken ook de bevoegdheid tot het vaststellen van het meerjarenbeleidsplan, de begroting en de jaarrekening. Voorts weet het museum zich gesteund door de vereniging ‘Vrienden van het Gevangenismuseum’. Deze Vrienden bieden het museum naast incidentele financiële support ook ondersteuning door middel van hun kennis en ervaring, relatienetwerk en als sparringpartner. Jaarlijks organiseert de vriendenvereniging de zogeheten Spinhuislezing waarin een thema rond straf- en strafrechttoepassing nader wordt belicht. In hoofdstuk 7 vindt u meer informatie over de organisatie.
1.4
Bezoekersaantallen
Het Gevangenismuseum mag zich sinds de vestiging in het voormalige Tweede Gesticht verheugen in een sterk toenemende bezoekersstroom. De grafiek hieronder geeft die ontwikkeling weer.
120.000
bezoekersaantallen
110.000 100.000
104.461
104.932
2009
2010
90.000 84.084
80.000 70.000
72.233
60.000
62.936
50.000 40.000
46.230
30.000 20.000 10.000 0 2005
100.000
BEZOEKERS PER JAAR
2006
2007
2008
Van de ruim 100.0000 bezoekers die het museum in 2010 hebben bezocht, bestaat 12% uit groepen leerlingen uit het basis- en voortgezet onderwijs, 9% uit groepsbezoek volwassenen, 6% uit 65 plussers en 61% uit individuele bezoekers. Het museum participeert in de Museumjaarkaart; 10% van de bezoekers maakt hier gebruik van. In de komende beleidsperiode gaat het erom de bezoekersaantallen van 2009 en 2010 ten minste vast te houden en zo mogelijk licht te laten groeien tot ongeveer 110.000. Die groei zal worden bevorderd door maatregelen die leiden tot meer gelijkmatige spreiding over het jaar.
6
BELEIDSPLAN 2011 – 2015
2
Visie, missie en waarden
2.1 Inleiding
Veenhuizen, met eerder genoemd indrukwekkend cultureel en historisch erfgoed, vertelt een belangrijk deel van het verhaal van Drenthe en is daarnaast van bovenprovinciaal belang, doordat het dorp uniek is in Nederland. Het Gevangenismuseum heeft een landelijke uitstraling. Het fungeert als kenniscentrum op het gebied van strafrechttoepassing en het gevangeniswezen en slaat een brug tussen deskundigen en publiek. De ligging in en verbinding met het voormalige justitiedorp Veenhuizen geven hieraan een extra dimensie. Het Gevangenismuseum draagt bij aan de cultuurtoeristische infrastructuur van Noord-Nederland. Voor de nieuwe beleidsperiode heeft het museum de visie, de missie, doelstellingen en strategie tegen het licht gehouden en voor de komende jaren opnieuw geformuleerd aan de hand van het Ashridge Missiemodel, het Brand Key Model en een SWOT-analyse.
MAATSCHAPPELIJKE BEELDVORMING STRAF EN STRAFRECHT
2.2 Visie
Het Nationaal Gevangenismuseum betrekt de bezoeker bij het onderwerp straf en strafrechttoepassing door de eeuwen heen en bij de geschiedenis van Veenhuizen. Hiertoe draagt het Gevangenismuseum bij aan de maatschappelijke beeldvorming rond deze onderwerpen. Door ontwikkelingen binnen Veenhuizen, het gevangeniswezen en de rechtsgang in een (cultuur)historisch, maatschappelijk kader te plaatsen en de bezoeker zaken zelf te laten ervaren, voelen en onderzoeken, kan deze zich een gefundeerde mening vormen. Met al zijn activiteiten biedt het museum de bezoekers een ervaring die hen raakt.
2.3 Missie
Het Gevangenismuseum is een gastvrij en actief museum, dat op integere en aansprekende wijze de collectie van het museum ontsluit d.m.v. levendige, interactieve en educatieve presentaties. Daartoe verwerft, beheert en behoudt het Gevangenismuseum verschillende collecties. Het museum verricht onderzoek en ontwikkelt uiteenlopende museale en educatieve programma’s en evenementen.
7
N AT I O N A A L G E VA N G E N I S M U S E U M
2.4 Waarde
Overtuigingen en principes van het Gevangenismuseum: • Integriteit • Gastvrijheid • Value for money • Kwaliteit • Professionaliteit • Veelzijdigheid
2.5 SWOT-analyse
Om de sterke en zwakke kanten van het Gevangenismuseum helder in beeld te krijgen, is een SWOT-analyse gemaakt. De belangrijkste sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen zijn hieronder weergegeven. Sterkten • Goede reputatie (Werelderfgoed, Beste Historische Museum 2007, 100.000+). • Goede naamsbekendheid, maar verhoging hiervan wel noodzakelijk (Suzanna Jansen; Het Pauperparadijs). • Op het snijvlak van cultuur en toerisme (brede interesse/meer doelgroepen). • In toenemende mate verbinding met de omgeving. • Flexibel: basis product + uitbreiding met modules mogelijk (Rode Pannen en Boevenbus). • Eigen groepsvervoer (boevenbussen = beleving).
NOMINATIE VOOR WERELDERFGOED
Kansen • Belangstelling voor en aanwezigheid van vooroudergeschiedenis. • Vergrijzing; senioren zeer geïnteresseerd in cultuur en historie. • Aanwezigheid drie operationele gevangenissen in Veenhuizen dragen bij aan beleving. • Het Gevangenismuseum is een gewilde samenwerkingspartner. • Nominatie voor Werelderfgoed. • Ontwikkelingen in Veenhuizen (monumenten en bedrijvigheid). Zwakten • Beperkt eigen vermogen. • Stijgende salarislasten. • Laag aandeel schoolgroepen. Bedreigingen • Bezuinigingen door de overheid; minder externe middelen. • Geen indexering van subsidiegelden (inflatiecorrectie). • Geen meerjarige subsidieafspraken. • Vergrijzing vrijwilligersbestand.
8
BELEIDSPLAN 2011 – 2015
3
Doelstellingen en strategie
SPRAAKMAKENDE EXPOSITIES, ACTIVITEITEN EN EVENEMENTEN
Doelstellingen • Spraakmakende exposities, activiteiten en evenementen organiseren • Het cultuurhistorisch besef rondom Veenhuizen en het gevangeniswezen bevorderen • Bijdragen aan de cultuurtoeristische infrastructuur van de regio • Werken aan en vanuit een sterkte verbinding met de omgeving • Bewaken en waar mogelijk vergroten van de goede reputatie en naamsbekendheid • Professionaliteit, kwaliteit en gastvrijheid uitdragen • Ten minste 100.000 bezoekers per jaar ontvangen • Gezonde financiële exploitatie voeren • Blijven voldoen aan de kwaliteitseisen van een geregistreerd museum • Onderzoek doen naar en verder toegankelijk maken van de collectie Strategie • Beleving bieden (een ervaring die je raakt); op eigentijdse wijze inspelen op de belangstelling van uiteenlopende doelgroepen • Edutainment; kennis overdragen door middel van spelenderwijs leren en ervaren • Kwaliteit • Gastvrijheid; de bezoeker staat centraal • Samenwerking met partners cultuursector, kennispartners en toeristische partners. • Kennisontwikkeling bevorderen; verrichten van onderzoek en bevordering deskundigheid personeel en vrijwilligers Bovenstaande valt slechts te realiseren door een organisatie die deze ambitieuze doelstellingen in kwalitatief en kwantitatief opzicht voldoende kan dragen.
kernbelofte gevangenismuseum uit het brand key model
Beleving
Edutainment
• inleving • spannend • verrassend • avontuur • veelzijdigheid
Kwaliteit
• waar voor je geld • goed verzorgd • museale inhoud • professioneel
9
N AT I O N A A L G E VA N G E N I S M U S E U M
• kennisoverdracht • leren • ervaren
Ervaring die je raakt
Gastvrijheid
• betrokken • bezoeker centraal • het goede gevoel • value for money
4
Van beleid naar werkelijkheid
Het voorgaande geeft de koers aan. Hieronder staat de uitwerking daarvan beschreven.
4.1
KENNISONTWIKKELING STIMULEREN VASTLEGGEN PRESENTEREN
Collectie, Presentatie & Educatie
De afdelingen Collectie, Presentatie en Educatie zijn in 2010 samengevoegd. Daarmee vallen alle publieksgerichte taken van het Gevangenismuseum onder één afdeling, wat de onderlinge samenwerking en inhoudelijke samenhang heeft vergroot. Het museum kan nu gericht werken aan de betekenis en rol van het Gevangenismuseum binnen de samenleving. Het museum rekent het tot zijn taak om met zijn collectie als uitgangspunt onderzoek naar de geschiedenis van de Nederlandse strafrechtstoepassing en –uitvoering te entameren of zelf uit te voeren en de resultaten ervan te presenteren. Dit aspect is tot nu toe onderbelicht gebleven en zal met voorrang worden aangepakt. In samenwerking met wetenschappelijke, culturele en justitiële instellingen gaat het museum kennisontwikkeling stimuleren, vastleggen én delen met het publiek door middel van presentaties, activiteiten en didactische materialen. Door de nieuwe afdelingsopzet kan multidisciplinair gericht aan dit soort doelen worden gewerkt. Het Gevangenismuseum zal zijn contacten uitbreiden en samenwerkingsverbanden op allerlei gebieden onderzoeken, ook in het buitenland. Tot nu toe wordt alleen met België samengewerkt. Aan de hand van werkbezoeken zal bekeken worden of gezamenlijke exposities georganiseerd kunnen worden die internationaal langs meerdere musea reizen en of andere vormen van samenwerking en uitwisseling van kennis mogelijk is.
4.2 Collectie
Het Gevangenismuseum beheert en behoudt als enige in Nederland een rijke verzameling aan objecten die direct of indirect een relatie hebben met de geschiedenis van de rechtspraak, het strafrecht en de tenuitvoerlegging van straffen door de eeuwen heen. De huidige collectie van het museum omvat alle objecten (‘roerende goederen’) die eigendom zijn van de Stichting Nationaal Gevangenismuseum, evenals objecten in permanente of tijdelijke bruikleen. De objecten bevinden zich in de vaste presentatie, het cellenblok, de drie depots, het documentatiecentrum en de garage. Op het binnenterrein van het museum staat het mobiel erfgoed. Buiten de muren van het museumgebouw bevindt zich de Elektriciteitscentrale.
10
BELEIDSPLAN 2011 – 2015
COLLECTIEPLAN 2011-2015
4 . 2 . 1 collectiemanagement Binnen het collectiemanagement moet een inhaalslag worden gemaakt. Het museum streeft naar een optimaal doeltreffend en kostenefficiënt museaal collectiebeheer in 2015. Het nieuwe collectieplan 2011-2015 vormt de leidraad voor de beleidsplannen. Dit collectieplan beschrijft de sterke en zwakke kanten van de collectie en de wijze waarop deze wordt bewaard en geeft suggesties voor verbeteringen die de komende vier jaar zullen worden geïmplementeerd. Het collectieplan biedt daarmee een kader voor de ontwikkeling van de spectrumprocedures (internationaal gestandaardiseerde procedures op het gebied van museaal collectiebeheer) en doet zinvolle aanbevelingen op het gebied van beheer en behoud, registratie en opslag. Ten behoeve van de museumregistratie zullen de komende jaren de spectrumprocedures worden ontwikkeld en stapsgewijs worden ingevoerd. Het collectiemanagement krijgt hiermee in de komende jaren een stevig fundament waarop het collectiebeheer en het documentatiecentrum kunnen worden gebouwd. Op deze wijze kan ook de komende jaren worden voldaan aan de eisen die gelden voor de kwalificatie ‘geregistreerd museum’. Objectregistratie De objectregistratie werd en wordt verwerkt in het databaseprogramma Filemaker Pro. Vanaf de jaren negentig is dit het programma waarin alles wordt opgeslagen. In de afgelopen periode is de digitale omgeving beveiligd en is een goed wachtwoordbeheer en back-upsysteem opgezet. Er is een gebruiksvriendelijke interface aangeschaft waardoor de betrouwbaarheid en stabiliteit van het systeem wordt bevorderd. De komende beleidsperiode wordt de objectregistratie aangepakt op gebied van basisregistratie en standplaatsregistratie en worden alle objecten opnieuw gefotografeerd met het oog op een betere ontsluiting voor zowel interne als externe doeleinden.
30.000 VOORWERPEN
Deelcollecties Het Gevangenismuseum beheert in totaal circa 30.000 voorwerpen: ruim 9.000 driedimensionale objecten, 15.000 audiovisuele stukken (dia, film, foto’s en glasnegatieven), 5000 boeken en duizenden documenten. De collectie van het Gevangenismuseum was in twee deelcollecties ingedeeld, waaruit de verzamelhistorie nog steeds duidelijk is af te lezen: Collectie Veenhuizen en Collectie Landelijke Straftoepassingen. Om de collectie specifieker te kunnen definiëren en ontsluiting te verbeteren, is in 2010 een herindeling van de collectie voorgesteld, gebaseerd op de indeling in clusters van de vaste presentatie en de artikelen 2.1. a en b van de Akte van Statutenwijziging, mei 2007. Bovendien is het museum is in de eerste plaats een nationaal georiënteerd museum, wat zich weerspiegelt in de prioriteit bij de herindeling in deelcollecties. Om de collectie specifieker te kunnen definiëren en ontsluiting te verbeteren zal in de komende beleidsperiode de collectie verder worden verdeeld in acht deelcollecties: 1. Algemene Straf en strafrechttoepassing tot 1800 2. Algemene Straf en strafrechttoepassing na 1800 3. Straf en strafrechttoepassing Overzeese gebiedsdelen 4. Penitentiaire inrichting 5. Penitentiaire arbeid 6. Veenhuizen Justitiedorp 7. Historische Vereniging Veenhuizen 8. Voordracht voor Ontzameling en Rekwisieten Depots De diverse depotruimtes van het Gevangenismuseum worden opnieuw ingedeeld op basis van de herindeling van de deelcollecties, waarbij tevens een flinke ruimtebesparing wordt doorgevoerd. In het kader van de standplaatsenregistratie zullen er 9 depotruimtes worden benoemd en 5 overige standplaatsruimten.
11
N AT I O N A A L G E VA N G E N I S M U S E U M
4 . 2 . 2 onderzoek Het Gevangenismuseum wil een platform bieden voor kennisuitwisseling en fungeren als brug tussen professionals uit de justitiële keten en leken. Daartoe gaat het museum intensiever samenwerken met erfgoedinstellingen, justitiële ketenpartners en universitaire opleidingen op het gebied van Rechtswetenschappen. Wetenschappelijk onderzoek Het onderzoeksprogramma Dynamiek van de Herinnering is een zelfstandige onderzoekslijn binnen het themaprogramma Culturele Dynamiek. Het programma richt zich op de vraag hoe de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog zich heeft ontwikkeld en zich mogelijk zal ontwikkelen en welke plaats materiële en immateriële overblijfselen daarin innemen. Het programma is een samenwerking tussen NWO-Geesteswetenschappen en diverse culturele instellingen en fondsen. Het Gevangenismuseum is binnen dit programma medefinancier van het postdoc onderzoek ‘Gevangen onder Duitse bezetting’, dat onder begeleiding van het NIOD wordt uitgevoerd. Dit onderzoek richt zich op de situatie in de gevangenissen ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Daarover is eigenlijk maar erg weinig bekend: hoe was de situatie in de gevangenissen, welk regime heerste er, hoe werden de verschillende categorieën gevangenen behandeld, wat was de rol van de bezetter? Naast een publicatie zal dit onderzoek zijn weerslag vinden in een tijdelijke expositie in het Gevangenismuseum.
PLATFORM VOOR KENNISUITWISSELING
ONTWIKKELING AUGMENTED REALITY TOUR
12
Documentatiecentrum Het Gevangenismuseum heeft tot doel de kennis rond straf en strafrechttoepassing alsook de geschiedenis van Veenhuizen en penitentiaire inrichtingen te verzamelen en te bewaren. In het documentatiecentrum zijn circa 5000 boeken en andere documentatiemiddelen geregistreerd. De verzamelde kennis dient te worden beheerd, ontsloten en verspreid. Belangrijke gebruikers van het documentatiecentrum zijn de conservatoren, de educatieve medewerkers, vrijwilligers, vrienden en natuurlijk de bezoekers van het museum, geïnteresseerde derden en onderzoekers. De ontwikkeling van het documentatiecentrum staat nog in de kinderschoenen waardoor op dit moment geen van de gebruikers adequaat kan worden bediend. Het voor in- en externe doeleinden toegankelijk maken van deze informatie ziet het Gevangenismuseum als een belangrijke taak. Daarom wordt de komende periode een collectieplan geschreven voor het documentatiecentrum. Om op korte termijn al enigszins in de behoefte aan informatie te voorzien, zal een leestafel worden gerealiseerd in het restaurant van het Gevangenismuseum. Hier zal ten behoeve van de bezoekers uiteenlopende informatie rond historische en actuele onderwerpen ter inzage liggen. Collectie-ontsluiting voor publieksdoeleinden De afdeling Collectie gaat zich ook richten op het verder ontsluiten van de collecties voor het publiek. Door verbetering van de toegang tot deze bronnen en informatie kan het publiek optimaal kennis nemen van de rijke geschiedenis die in het Gevangenismuseum wordt bewaard. Hiertoe wordt een aantal nieuwe projecten ontwikkeld, die de publiekstoegankelijkheid van de collectie een nieuwe impuls zullen geven. Gestart wordt met het in de collectie vastleggen van materieel erfgoed zoals herinneringen en verhalen uit/over Veenhuizen in een oral history project. Het is van groot belang dit op korte termijn te doen, voordat een groot aandeel kennis en ervaring verloren gaat. Het gehele project wordt in digitale audio en visuele media geregistreerd, zodat het direct toepasbaar is in diverse nieuwe (social) media. De basis van deze collectie zijn de verhalen die in 2005 zijn vastgelegd voor de vaste expositie Veenhuizen en wordt uitgebreid met een project waarmee schrijfster Mariët Meester in 2011 startte. Als eerste uitwerking van deze inspanningen naar het publiek, wordt medio 2011 een augmented reality tour ontwikkeld. Op diverse plekken in het voormalige justitiedorp wordt het mogelijk het verleden te laten herleven; met behulp van smartphones deelt het museum op interactieve wijze verhalen en beelden uit de collectie met het publiek.
BELEIDSPLAN 2011 – 2015
BUNDELEN KENNIS WIKIOMGEVING
Bezoekers kunnen op plekken rond het museum de confrontatie met het verleden aangaan en een beeld krijgen van het vroegere Veenhuizen. Daarmee het reikt het museum met zijn collectie ook buiten de eigen muren. Een tweede middel om het immateriële erfgoed van het museum te ontsluiten is de opzet van een WIKI-omgeving. De groep rondleiders van het Gevangenismuseum bestaat voor een groot deel uit oud-medewerkers van de Dienst Justitiële Inrichtingen, of zijn mensen die in Veenhuizen zijn opgegroeid. De op eigen ervaringen binnen Veenhuizen en het gevangeniswezen gebaseerde kennis biedt een enorme meerwaarde die het museum aan onze groepsbezoekers kan bieden. Om die kwaliteit te bewaren en te bewaken, wordt er een WIKI-omgeving gecreëerd, waarin deze kennis wordt gebundeld en bewaard voor de toekomst. Deze wordt in eerste instantie voor interne doeleinden opgezet, maar zal uitgroeien tot een volwaardige WIKI-omgeving, die ook publiekelijk toegankelijk wordt.
4.3 Presentatie
Voor wat betreft de museale presentaties, blijft het beleid grotendeels ongewijzigd. Het overgrote deel van de bezoekers zijn toeristen; dagjesmensen die op zoek zijn naar een stukje beleving en historische sensatie. De vaste expositie is en blijft er daarom op gericht een breed publiek op interactieve wijze aan te spreken en te raken. Daarnaast trekt het museum een aanzienlijke groep (cultuur)historisch geïnteresseerden. Zowel de historie en ontwikkelingen van Veenhuizen als het landelijke verhaal (historisch én hedendaags) zijn voor deze groep belangrijk. De tijdelijke exposities worden daarom op wisselende doelgroepen gericht, met aandacht voor uiteenlopende niveaus en interesses, maar altijd met een duidelijke, inhoudelijke link naar de thema’s van het Gevangenismuseum. Met resultaten en bevindingen uit zowel in- als externe studies voor de vaste en tijdelijke exposities, als actuele maatschappelijke ontwikkelingen, worden verbetering en uitbreiding van de vaste expositie mogelijk.
VASTE EXPOSITIES IN FASES AANPASSEN
13
4 . 3 . 1 vaste exposities Binnen en buiten De komende jaren wordt de vaste expositie in fases aangepast en vernieuwd. Deze is nu vijf jaar oud en voor een groot deel nog toereikend. Op een aantal plaatsen is vernieuwing of verandering echter noodzakelijk. Veroudering, slijtage, maar ook veranderende inzichten, kansen geboden door nieuwe technieken en achterhaalde informatie liggen daaraan ten grondslag. De presentatie van de naoorlogse periode en van de hedendaagse detentie zullen als eerste aan de beurt komen; in 2011 worden de nieuwe plannen uitgewerkt en begin 2012 zullen de aanpassingen gereed zijn. Ook buiten het museumgebouw zijn diverse museale presentaties. Het cellenblok en de kapschuur zijn in 2010 (her)ingericht. Een aantal andere onderdelen behoeft de komende tijd de aandacht.
N AT I O N A A L G E VA N G E N I S M U S E U M
BEGIN 2012 VLOEK VAN VEENHUIZEN INTERACTIEVE KINDERTOUR
De Vloek van Veenhuizen In 2011 zal ook een start worden gemaakt met ‘De Vloek van Veenhuizen’, een interactieve tour voor kinderen van ca 7-12 jaar, die wordt geïntegreerd in de vaste presentatie. Het doel van deze spannende tocht door het museum is het vertalen van de inhoud van de vaste expositie naar kinderen van ca 7 tot 12 jaar, aansluitend bij hun kennis, ervaring en belevingswereld. Door dit op verrassende en voor het Gevangenismuseum sterk vernieuwende wijze te doen, ook gebruik makend van de communicatiekanalen en -middelen van nu, wordt het museum interessanter en aantrekkelijker voor deze doelgroep. De vaste basis (expositieonderdelen) van ‘De Vloek’ zal geschikt zijn voor de hele doelgroep, voor zowel individueel bezoek (kinderen in gezinsverband) als groepsbezoek (vanuit het basisonderwijs). Het boekje en de digitale content van ‘De Vloek’ (de website en de didactische materialen) die bij de tocht horen, worden in 2 versies gemaakt om de subgroepen (7-9 en 10-12) op eigen niveau aan te spreken. Reeds in 2008 heeft het Gevangenismuseum met financiële steun van de provincie een concept laten ontwikkelen. In 2010 hebben de provincie Drenthe, de Mondriaan Stichting, Prins Bernhard Cultuurfonds en het SNS Reaal Fonds aanzienlijke bedragen aan ‘De Vloek van Veenhuizen’ toegekend. ‘De Vloek’ wordt begin 2012 geopend. Tot nu toe konden kinderen van 7 tot 12 jaar aan de hand van het stripfiguurtje Lange Leo een speurtocht door het museum maken. De komende periode zal bekeken worden of en hoe Lange Leo als ambassadeur voor de leeftijdscategorie van 4 tot 7 jaar kan worden ingezet.
DE RODE PANNEN SUCCESVOLLE EXCURSIE BEHOUDEN
De Rode Pannen Sinds medio 2008 heeft het Gevangenismuseum tijdelijk de beschikking over ‘De Rode Pannen’, een kleine monumentale gevangenis met 48 cellen, die pal naast het museum ligt en waarin tot 2008 gedetineerden werden gehuisvest. Inmiddels is gebleken dat een excursie naar deze gevangenis -onder leiding van een ervaren gids- bij de bezoekers van het museum bijzonder geliefd is. In De Rode Pannen ervaart de bezoeker aan den lijve de geslotenheid en sobere strengheid van een gevangenis waaruit, in de zeventig jaar dat het gebouw onderdak aan gedetineerden bood, nooit iemand wist te ontsnappen. Het Gevangenismuseum streeft er dan ook naar om De Rode Pannen definitief aan de vaste presentatie toe te voegen. Elektriciteitscentrale Het Gevangenismuseum biedt bezoekers de mogelijkheid de Elektriciteitscentrale van Veenhuizen te bezichtigen. Deze werd in 1912 in gebruik genomen om stroom te leveren aan de houtzagerij en meubelmakerij van het Tweede Gesticht. Een groep vrijwilligers heeft de afgelopen jaren de Elektriciteitscentrale, mét complete inventaris, in de originele staat teruggebracht. Bij de restauratie zijn delen van oude muurschilderingen teruggevonden die het mogelijk maakten om het oorspronkelijke interieur te reconstrueren.
14
BELEIDSPLAN 2011 – 2015
UITBREIDEN PRESENTATIE ELEKTRICITEITSCENTRALE
2014-2015 HERBOUW MUSEUM CARRÉVORM
De objecten die ‘aard en nagelvast’ met het gebouw zijn verbonden, zoals de motoren, vallen onder de Dienst der Domeinen. De ‘losse’ objecten vallen onder het Gevangenismuseum. In de centrale wordt permanent een particuliere collectie elektrotechnische voorwerpen in kleine vitrines getoond. De presentatie van de Elektriciteitscentrale zal worden verbeterd, door op onopvallende en aan de historische authentieke omgeving ondergeschikte wijze informatie toe te voegen. Tijdens speciale evenementen als het jaarlijkse Museumweekend en de Open Monumenten Dagen is de centrale gratis toegankelijk voor het publiek en worden er ook draaidemonstraties gehouden met de geheel gereviseerde Kromhout dieselmotor uit 1928. De vierde zijde Het van oorsprong carrévormige gebouw waarin het Gevangenismuseum is gevestigd, verloor als gevolg van verregaande bouwkundige verwaarlozing rond 1916 zijn oostzijde. In 1923 werd de plaats van de oostzijde gedeeltelijk gevuld met een garagegebouw dat qua bouwstijl en afmetingen niet aansluit bij het door Johannes van den Bosch ontworpen gebouw. Het Gevangenismuseum streeft ernaar om in 2014-15 de historische situatie weer in ere te herstellen en daarmee het gebouw zijn oorspronkelijke gesloten carrévorm weer terug te geven. In de te herbouwen vierde zijde kan onder andere de groeiende collectie mobiel justitieel erfgoed worden ondergebracht die nu nog in de buitenlucht aan het publiek wordt getoond, wat het behoud van deze bijzondere objecten niet ten goede komt. 4 . 3 . 2 tijdelijke exposities Om het denken en discussiëren over straffen en straftenuitvoerlegging onder de bezoekers te stimuleren, worden in de tijdelijke exposities specifieke onderwerpen belicht op het terrein van de strafrechtstoepassing in al haar facetten of plaatsen die binnen een andere (internationale) context. Daarbij wordt rekening gehouden met de verdeling van onze doelgroepen, zowel qua aandeel (gezinnen en toeristen ten opzichte van meer [cultuur]historisch geïnteresseerden) als de spreiding over de seizoenen ervan. De tijdelijke tentoonstellingen bieden voorts bij uitstek de gelegenheid om in te spelen op actuele maatschappelijke ontwikkelingen en om nieuwe doelgroepen te trekken. Het Gevangenismuseum gaat ervan uit dat kennis van de geschiedenis van het strafrecht en de tenuitvoerlegging van straffen bijdraagt aan een beter begrip van maatschappelijke aspecten als veiligheid en rechtvaardigheid, alsmede aan de meningsvorming over actuele onderwerpen op het gebied van het strafrecht. In de exposities worden ook verbanden gelegd met andere terreinen, zoals de gevangenisarchitectuur, psychiatrie en straffen en werken in de landbouw en groenvoorziening. Daarnaast biedt de historie van Veenhuizen als dwangkolonie en justitiedorp vele aanknopingspunten. De tentoonstellingsagenda voor de komende beleidsperiode is in grote lijnen ingevuld, waarbij afwisseling in doelgroep en thema leidraad is. Een groot aantal andere onderwerpen ligt klaar om te worden uitgewerkt. De programmering is steeds als volgt: een grotere expositie die langere periode staat, gericht op een breed publiek met diepere lagen en activiteiten voor specifiek in het onderwerp geïnteresseerden, afgewisseld met een korter lopende expositie gericht op een niche of subdoelgroep.
JUNI 2011 CULTUREEL HISTORISCHE EXPOSITIE
15
(Re) tour Veenhuizen - juni 2011 De zomerexpositie is gericht op een breed, volwassen publiek, zodat de vele dagjesmensen worden bereikt. Het Gevangenismuseum beheert een schat aan oude foto’s, verhalen, filmpjes, plattegronden en objecten die getuigen van het uitzonderlijke verleden van Veenhuizen. Het museum wil deze collectie graag met de omgeving verbinden om zo inzicht te geven in het verleden van het dorp. In ‘(Re) tour Veenhuizen’ gaat de collectie deze verbinding met de omgeving op een heel directe manier aan: enerzijds met een expositie van foto’s en daarbij horende objecten in het museum, anderzijds met een augmented reality (AR) tour door Veenhuizen. Augmented reality houdt in dat er zaken aan de realiteit worden toegevoegd, in dit geval historische foto’s, verhalen, kaarten, etc. Op diverse plekken in het voormalige justitiedorp is het mogelijk het verleden te laten herleven; door middel van een app voor smartphones deelt het museum op interactieve wijze beelden en verhalen uit de collectie met het publiek .
N AT I O N A A L G E VA N G E N I S M U S E U M
NAJAAR 2011 SOCIAAL MAATSCHAPPELIJKE EXPOSITIE
2012 BEELDENDE KUNST EXPOSITIE
2012-2013 HISTORISCHE EXPOSITIE
2014 SCHILDERKUNST EXPOSITIE
Gedetineerden Ontmaskerd - najaar 2011 In de tijdelijke expositie ‘Gedetineerden Ontmaskerd’ wordt gepoogd ‘de gedetineerde’ te ontmaskeren en te kijken naar de mens, het individu erachter. Wat voor mensen zijn gedetineerden? Waarom zitten zij vast? Hoe leven ze in de gevangenis en wat wordt er met/voor ze gedaan? En hoe vergaat het ze na detentie? De tentoonstelling zet de realiteit naast de beeldvorming die in de maatschappij en de media leeft. Door deze aan elkaar te koppelen en te toetsen, wordt een op feiten gebaseerd beeld van gedetineerden geschetst. Daarmee wordt beoogd om bestaande vooroordelen te nuanceren om zo de bezoeker een perspectief bieden, waarmee deze zich een gefundeerde mening kan vormen. De expositie wordt inhoudelijk gericht op ‘de gemiddelde bezoeker’ van het Gevangenismuseum, jongeren en volwassen, zodat zoveel mogelijk van onze ruim 100.000 bezoekers worden bereikt (ca 70% van de bezoekers is tussen de 15 en 64 jaar). Rond de expositie wordt een programma ontwikkeld met lezingen, voorlichtingen van ex-gedetineerden, theater, symposia, een publicatie en een film- en documentaires. Dit flankerende activiteitenprogramma richt zich op uiteenlopende subdoelgroepen, waarmee nieuwe bezoekersgroepen worden aangeboord en bediend, bijvoorbeeld het voortgezet onderwijs, partners binnen de justitiële keten, opleidingen binnen HBO en WO op het gebied van Rechtswetenschappen en andere meer specifiek geïnteresseerden. Bij de tentoonstelling verschijnt tevens een wetenschappelijke publicatie. Balans in het Gevangenismuseum (werktitel) 2012 Na een expositie die is gericht op een breed en uiteenlopend maatschappelijk geïnteresseerd publiek, volgt een kunstexpositie met een duidelijke inhoudelijke relatie. Bij eerdere exposities is gebleken dat het mogelijk is om hierbij doelgroepen en pers goed te bereiken (met de foto-exposities ‘Vrijgesproken’ in 2009 en ‘Weg naar de Vrijheid’ in 2010). In 2010 zijn voorbesprekingen gevoerd met de beeldend kunstenaar Pepijn van den Nieuwendijk over een tentoonstelling van zijn illustraties voor het tijdschrift Balans van de Dienst Justitiële Inrichtingen. In de tentoonstelling zal een verzameling te zien zijn van illustraties gemaakt tussen 2001 en 2010. De illustraties die de kunstenaar maakte voor Balans, zijn gebaseerd op de actualiteiten die binnen DJI spelen en geven daardoor een mooi overzicht van beleidsveranderingen en maatschappelijke ontwikkelingen van het eerste decennium van deze eeuw. Gevangen onder Duitse bezetting 2012-13 Het eerder genoemde NWO onderzoeksprogramma Culturele Dynamiek met het postdoc onderzoek ‘Gevangen onder Duitse bezetting’, vormt de basis voor een aansprekende expositie over dat onderwerp. Naar verwachting wordt het onderzoek in 2012 afgerond en vertaald naar een expositie. Deze expositie wordt wederom gericht op een breed publiek,met name historisch geïnteresseerden. Door middel van een randprogramma wordt het onderwerp uitgediept. Misdaad en straf in de kunst 2014 In samenwerking met de faculteit Kunstgeschiedenis van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor een expositie over misdaad en straf in de kunst. In deze expositie zal door middel van historische kunst een beeld worden geschetst van de maatschappelijke ontwikkelingen binnen misdaad en straf. Hiertoe is samenwerking gezocht met Musee d’Orsay in Parijs, dat in 2010 een soortgelijke expositie had. Met deze eerst verkenning binnen de schilderkunst, verwacht het museum nieuwe doelgroepen te kunnen bereiken. 2015 en verder Een aantal onderwerpen ligt reeds op de plank voor de volgende beleidsperiode. Sommigen daarvan zijn deels al uitgewerkt, voor anderen zal de komende jaren onderzoek en voorwerk worden verricht.
16
BELEIDSPLAN 2011 – 2015
4.4 Educatie
EDUCATIE SPEERPUNT MUSEUM
Educatie is een speerpunt voor het museum. De afdeling Educatie is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van een gerichte visie op educatie en het bedienen van de uiteenlopende doelgroepen en draagt zorg voor het formeel, non-formeel en informeel leren van bezoekers. Hierbij richt de afdeling Educatie zich op het brede publiek dat het Gevangenismuseum weet te trekken: kinderen en jongeren in schoolverband (zowel basisonderwijs als voortgezet onderwijs), cultuurhistorisch geïnteresseerden, gezinnen met kinderen, toeristen en bezoekers in groepsverband. De afdeling Educatie fungeert daarmee als verbinding tussen het museum en al zijn publieksgroepen. De afdeling ontwikkelt uiteenlopende programma’s en materialen, die ondersteuning bieden bij de beleving en zorgen voor (informele) kennisoverdracht. Het gaat daarbij om les- en activiteitenprogramma’s voor het onderwijs en educatieve middelen en programma’s voor individuele bezoekers, groepsbezoekers en speciale doelgroepen buiten het onderwijs, zowel voor vaste als voor tijdelijke tentoonstellingen. Alle educatieve producten en projecten worden zoveel mogelijk ontwikkeld in samenwerkingsverbanden met uiteenlopende culturele en maatschappelijke instellingen. Daarnaast is de afdeling Educatie verantwoordelijk voor de training en begeleiding van de vrijwillige rondleiders.
4 . 4 . 1 doelstellingen educatie De afdeling Educatie streeft voor het onderwijs de volgende doelen na: • Leerlingen maken kennis met erfgoed van provinciaal en nationaal belang • Leerlingen worden gemotiveerd tot culturele en maatschappelijk bewustwording in een inspirerende leeromgeving • Leerlingen ontwikkelen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed • Leerlingen worden intellectueel, emotioneel en creatief geprikkeld • De programma’s bieden meerwaarde boven het in de klas uit boeken leren (zien, horen en ervaren) • De programma’s sluiten waar mogelijk aan bij kerndoelen • De programma’s zijn lesstofvervangend en leergebiedoverstijgend
VERHOGEN BEZOEKERS AANTALLEN ONDERWIJS
17
De afgelopen jaren heeft de afdeling Educatie een aantal basisprogramma’s voor zowel primair als voorgezet onderwijs ontwikkeld, rond de vaste presentatie en aan het museum gelieerde onderwerpen. Er zijn stappen gezet in de richting van een crossmediale opzet ter ondersteuning van het traditionele lesmateriaal. Dit zal in de komende beleidsperiode verder worden uitgewerkt. Het museum is weliswaar populair bij groepen uit het onderwijs, maar op de totale bezoekersaantallen vormen de groepen uit het onderwijs nog een te klein percentage. Uit contacten met het onderwijs is gebleken dat docenten wel met hun leerlingen naar het Gevangenismuseum willen komen, maar daarvoor vaak onvoldoende tijd of organisatorische middelen hebben. Op initiatief van het museum zal in gezamenlijkheid naar praktische oplossingen worden gezocht met als doel het aantal groepen uit het onderwijs dat het museum bezoekt te verhogen.
N AT I O N A A L G E VA N G E N I S M U S E U M
4 . 4 . 2 samenwerkingsverbanden De afdeling Educatie gaat de komende periode een aantal nieuwe samenwerkingsverbanden opzetten en oude aanhalen. Door met uiteenlopende culturele, justitiële en toeristische partners samen te werken, kan inhoudelijk meerwaarde worden gecreëerd. Zo zal worden gewerkt aan een samenwerkingsproject rond jeugdcriminalitiet met theatergroepen Likeminds en de PeerGroup en wordt er een preventieproject ontwikkeld voor het voortgezet onderwijs in samenwerking met de MBO opleiding uniformberoepen, aan de ROC Friese Poort), bureau HALT en Delinkwentie & Samenleving. Tevens wordt de samenwerkingsmogelijkheden onderzocht met Ateliers Majeur, de kunst- en cultuurmediair voor Heerenveen en Opsterland, en met Kunststation C, het bureau voor cultuureducatie in Groningen.
ALTERNATIEF VOOR VERVOERSPLAN CULTURELE MOBILITEIT
HISTORISCH SAMENSPEL MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID
18
Culturele Mobiliteit Een aantal culturele instellingen slaat de handen ineen rond Culturele Mobiliteit (het door de Provincie gesubsidieerde vervoersplan voor leerlingen vanuit het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs). Culturele Mobiliteit is de afgelopen jaren een doorslaggevend succes geweest. Duizenden leerlingen hebben er met veel plezier gebruik gemaakt van het aanbod van de Provinciale kunst en erfgoedinstellingen die bereikbaar werden door het subsidiëren van het vervoer. De provincie heeft echter aangegeven naar een andere oplossing te willen zoeken voor het stimuleren van schoolbezoek aan culturele instellingen; na afloop van het schooljaar 2011-12 zal de Culturele Mobiliteit niet langer worden gesubsidieerd. De Drentse kunsten erfgoedinstellingen herkennen de meerwaarde van samenwerking en kiezen ervoor om met elkaar een aanbieder te worden van educatieve kunst en erfgoedprogramma’s. Het Gevangenismuseum onderzoekt samen met Drents Museum, Drents Archief, Hunebedcentrum, Museum De Buitenplaats en Herinneringskamp Westerbork andere mogelijkheden om bezoek aan een culturele instelling voor scholen aantrekkelijk en makkelijk te maken. Daarbij richten de provinciale kunst- en erfgoedinstellingen zich op een aantal punten: • De ontwikkeling van een gezamenlijk aanbod van hoogwaardig educatief materiaal in een doorlopende kunst- en erfgoedleerlijn, lesstof vervangend en aansluitend bij de kerndoelen van het onderwijs • Het creëren van draagvlak en betrokkenheid in het onderwijs, door het actief informeren, enthousiasmeren en motiveren van schoolbesturen, ICC’ers en leerkrachten • Het onderzoeken en bevorderen van aantrekkelijke vervoersmogelijkheden De Koloniegame Een ander belangrijk samenwerkingsproject betreft ‘De Koloniegame’; een serious game over de Maatschappij van Weldadigheid voor het VMBO. Dit spel wordt in samenwerking met het Drents Archief, De Koloniehof en de Ommerschans ontwikkeld. Nooit eerder is getracht om een dergelijk breed venster op de Maatschappij te bieden, waarin de Maatschappij vanuit alle instellingen samen wordt belicht en de unieke geschiedenis als eenheid wordt uitgedragen. De Koloniegame beslaat twee onderdelen: een digitaal deel in het Drents Archief en een fysiek bezoek aan een van de locaties van de Maatschappij van Weldadigheid. In het speldeel in het Drents Archief kruipt de speler in de huid van een historisch personage, ‘wordt’ dat personage en leeft diens leven, waarbij hij met dezelfde keuzes krijgt te maken als het personage in het echt gemaakt heeft. Het spel krijgt een locatief vervolg bij één van de drie koloniën, waarin van augmented reality en diverse spelonderdelen op smartphones gebruik zal worden gemaakt. Met de Koloniegame willen de instellingen leerlingen een aantrekkelijke en eigentijdse mogelijkheid bieden om zich te oriënteren in een belangrijk onderdeel binnen de sociale geschiedenis van Drenthe. In 2010 is met financiële steun van de provincie het concept ontwikkeld voor De Koloniegame. Het Drents Archief gaat ‘De Koloniegame’ binnen Archief 3.0 uitvoeren, waarbij de Koloniehof, Ommerschans en het Gevangenismuseum hoofdklankbordgroep vormen. Afhankelijk van de mogelijkheden binnen het nieuwe medium van het Archief, zal vervolgfinanciering moeten worden gezocht.
BELEIDSPLAN 2011 – 2015
MAATSCHAPPELIJKE STAGES
VERBREDING EN VERDIEPING KENNISOVERDRACHT
VRIJWILLIGERS BELANGRIJKE BIJDRAGE BELEVING MUSEUM
19
4 . 4 . 3 stagiaires Vanaf het schooljaar 2011-2012 moeten alle middelbare scholieren verplicht op maatschappelijke stage (MaS). Doel is dat jongeren tijdens hun schooltijd kennismaken met de samenleving door er een onbetaalde bijdrage aan te leveren. In 2010 is het Gevangenismuseum actief van start gegaan met het aanbieden van Maatschappelijke Stages. Met behulp van een stimuleringssubsidie van Erfgoed Nederland, zijn de maatschappelijke stages inmiddels een ingeburgerd fenomeen in het museum. Daarnaast wordt steeds gekeken naar de mogelijkheden voor stageplekken binnen uiteenlopende andere opleidingen op MBO en HBO niveau.
4 . 4 . 4 publieksbegeleiding Het grootste deel van onze bezoekers loopt individueel, dat wil zeggen zonder begeleiding van een rondleider door het museum. De kennisoverdracht in de vaste expositie dient daarop te worden aangepast. In 2010 is hierin al voor een groot deel voorzien met de bezoekersgids, waarin wat achtergronden te vinden zijn rond de presentatie en collectie. De komende beleidsperiode wordt ook gekeken naar een meer multimediale wijze van verdiepende kennisoverdracht, zowel in het museum zelf als via internet, waarbij valt te denken aan toegang tot delen van de collectie via de eigen en andere specifieke websites, aan sociale media, aan toegang tot (delen van) de collectie in de exposities, etc. Daarnaast worden op gezette tijden rondleidingen en wandelingen in en om het museum aangeboden. Voor kinderen tot ca 12 jaar zal ‘De Vloek van Veenhuizen’ de belangrijkste begeleiding gaan vormen. Training en begeleiding vrijwilligers Zoals al eerder aangegeven, hebben de vrijwilligers van het Gevangenismuseum een vitale rol in het ontvangen, begeleiden en rondleiden van de bezoekers. De vrijwillige rondleiders van het Gevangenismuseum zijn het visitekaartje naar het publiek. De rondleidingen vallen of staan met hun kennis en ervaring; zowel inhoudelijk als didactisch. Zij bepalen daarmee voor een belangrijk deel hoe de bezoekers het museum beleven. Het museum besteedt dan ook veel tijd en aandacht aan de opleiding en begeleiding van de vrijwilligers. De afdeling Educatie is verantwoordelijk voor de opleiding en begeleiding van de vrijwillige rondleiders, waarbij nauw wordt samengewerkt met de vrijwilligerscoördinator. Met de groei van het aantal groepen en rondleidingen en daarmee het aantal vrijwilligers dat rondleidingen verzorgt, is het wenselijk gebleken de training en begeleiding van de rondleiders te professionaliseren. Hiertoe zijn een duidelijke structuur en heldere afspraken noodzakelijk. De vrijwilligerscoördinator en medewerker educatie hebben een plan opgesteld, dat de komende beleidsperiode zal worden uitgevoerd. De afdeling Educatie organiseert onder andere met grote regelmaat bijeenkomsten en trainingen voor de rondleiders, bestaande uit programma-evaluaties, kennisbevorderingsbijeenkomsten, lezingen en trainingen, die alle ten doel hebben kennis bij te spijkeren en te consolideren.
N AT I O N A A L G E VA N G E N I S M U S E U M
5
Communicatie & Marketing
De afdeling C&M vervult een onmisbare rol in de profilering van het museum. De afgelopen jaren hebben geleerd dat het belangrijk is om op professionele wijze te zorgen voor een permanente informatiestroom naar buiten toe; dit heeft ervoor gezorgd dat het Gevangenismuseum met regelmaat in de regionale én landelijke media te zien en te horen was. Het museum communiceert daarnaast actief via allerlei informatiedragers, gericht op diverse doelgroepen. Belangrijk daarbij is dat deze communicatie-uitingen consequent de kernwaarden van het museum uitdragen in een daarbij passende vorm en stijl, met een herkenbare signatuur. De belangrijkste boodschap is: het Gevangenismuseum biedt je een ervaring die je raakt! De komende jaren zal het museum de huisstijl vernieuwen, zodat de communicatievorm blijft verrassen en de kernbelofte steeds op eigentijdse wijze over het voetlicht wordt gebracht.
5.1 Communicatiestrategie
Effectief communiceren betekent onder meer: • Meebewegen met nieuwe maatschappelijke en technologische ontwikkelingen • Gefundeerd en genuanceerd media inzetten • Zuiver waarnemen van je doelgroepen en hun behoeften • Continu onderzoek blijven doen naar (de tevredenheid van) je doelgroepen
NIEUWE COMMUNICATIESTRATEGIE ONTWIKKELEN
20
Een van de meest ingrijpende ontwikkelingen op het gebied van de communicatie vindt plaats in het medialandschap; potentiële bezoekers gebruiken internet, zoeken contacten via sociale media, zijn op zoek naar bijzondere belevingen en gebruiken hun smartphone om die belevingen te delen met vrienden. De communicatie verandert van monoloog naar dialoog. Het museum kan niet meer alleen van binnen naar buiten communiceren, eenzijdig een boodschap zenden, maar zal actief moeten participeren in deze nieuwe media en zo de dialoog met de doelgroep aangaan. Bezoekers betrekken in plaats van bezoekers bereiken. Sociale media hebben hun eigen karakteristieke kenmerken, mogelijkheden en kansen. Het gebruik ervan vraagt om een gedegen strategie. In de komende beleidsperiode wil het Gevangenismuseum middels kennisontwikkeling, onderzoek en experimenten een nieuwe communicatiestrategie ontwikkelen en toepassen.
BELEIDSPLAN 2011 – 2015
De in 2010 vernieuwde website wordt verder ontwikkeld; bezoekers van de site zullen terecht komen in een spannende wereld, waar van alles te ontdekken, te doen en te beleven valt. Er zullen ook aparte pagina’s en games voor kinderen worden ontwikkeld. De webshop wordt aantrekkelijker en beter toegankelijk gemaakt en zal een breder assortiment aanbieden. Zoals al eerder genoemd, zullen delen van de collectie via internet en social media toegankelijk worden en educatieve programma’s en lesmaterialen online voor het onderwijs beschikbaar worden gesteld. Daarnaast blijft het museum ook op meer traditionele wijze communiceren met zijn doelgroepen. De afgelopen jaren is een goede relatie opgebouwd met de pers in de met name drie noordelijke provincies. Hiertoe wordt een uitgebreid relatienetwerk in stand gehouden en dit zal worden uitgebreid met nadruk op de landelijke pers. Het museum besteedt veel aandacht aan het genereren van free publicity. Adverteren in gedrukteen online media gebeurt terughoudend en veelal in combinatie met een redactioneel artikel. Tentoonstellingen worden ook landelijk gepromoot, de extra activiteiten en evenementen zullen de komende jaren ook steeds meer landelijk in de markt worden gezet. Het museum zal zich ook steeds vaker presenteren op relevante toeristische beurzen; hiervoor wordt een eigenzinnige en speelse beurspresentatie ontworpen.
MARKETING PROFESSIONELE EN ZAKELIJKE MARKT
5.2
Commerciële activiteiten
Communicatie en marketing voor het museum betekent zowel aandacht voor de museaal-inhoudelijke kant als voor de commerciële faciliteiten die het museum biedt, zoals de horeca, vakantiewoningen en bedrijfsarrangementen. Het museum zal zowel de zakelijke als de professionele markt gericht gaan benaderen met deze mogelijkheden, evenals de diverse opleidingsinstituten op dit gebied. Het afgelopen jaar is er met succes een start gemaakt met joint promotion acties met andere bedrijven en diverse maandbladen. Deze samenwerkingsprojecten zorgen op financieel aantrekkelijke wijze voor veel, vaak landelijke, exposure en daarmee extra bezoekers en worden de komende jaren dan ook uitgebreid. Om de zakelijke markt beter te benaderen zal een communicatiestrategie worden ontwikkeld die zich specifiek op het bedrijfsleven richt. Hiermee kan het museum het aanbod beter laten aansluiten bij de vragen en behoeften van bedrijven. Het museum zal zich met dit aanbod de komende jaren ook meer profileren op relevante sites. De komende jaren zal het museum zich, in samenwerking met onder andere Veenhuizen Cultuur Toerisme (VCT) en andere relevante samenwerkingspartners in de regio, actief bezig houden met het werven van Duitse toeristen. Het museum zal zich ondermeer op toeristische beurzen in Duitsland presenteren en arrangementen voor de Duitse touroperators ontwikkelen. In de komende beleidsperiode streeft het museum ernaar zowel de externe communicatie als de informatie in het museum tevens in het Engels en Frans te kunnen aanbieden.
ORGANISATIE THEMATISCHE PUBLIEKSACTIVITEITEN
21
5.3
Activiteiten en evenementen
Het museum doet mee aan landelijke en regionale evenementen, zoals het Museumweekend, de Open Monumenten Dagen, Oktobermaand Kindermaand en de Week van de Geschiedenis. Daarnaast worden er door het jaar heen diverse publieksactiviteiten georganiseerd, zoals lezingen, demonstraties, workshops en themagerichte rondleidingen en erfgoedwandelingen. Hiermee trekt het museum jaarlijks duizenden extra bezoekers. Bij een aantal evenementen werd samengewerkt met andere (cultuurhistorische) organisaties; het streven is deze samenwerking de komende jaren uit te breiden. Voorts vinden er jaarlijks twee grote publieksevenementen plaats, die speciaal zijn ontwikkeld rond het thema van het Gevangenismuseum. Tijdens de Landlopersdag gaat het museum ruim honderd jaar terug in de tijd en kan de bezoeker in het dagelijks leven stappen van de landlopers en paupers die ooit het Tweede Gesticht bevolkten. Dit evenement, dat inmiddels zijn eerste lustrum heeft gevierd, trekt jaarlijks zo’n 4000 bezoekers.
N AT I O N A A L G E VA N G E N I S M U S E U M
Gaat het museum tijdens de Landlopersdag terug naar het verleden, de Bajesdag Veenhuizen biedt de bezoeker de gelegenheid de hedendaagse wereld van gedetineerden en het gevangenisleven te ervaren. De Bajesdag wordt georganiseerd in samenwerking met de PI-Veenhuizen en andere ketenpartners en zal de komende jaren verder worden uitgebouwd. In 2011 vindt de Bajesdag voor het tweede achtereenvolgende jaar plaats. Het museum streeft ernaar bij elke tijdelijke expositie een inhoudelijk interessant activiteitenprogramma aan te bieden met lezingen, documentaires, workshops en discussies. Daarnaast worden er rond tijdelijke exposities - waar mogelijk - aantrekkelijke arrangementen ontwikkeld.
5.4 Bezoekersonderzoek
8,5
GEMIDDELDE SCORE TEVREDENHEIDsONDERZOEK BEZOEKERS
De afgelopen beleidsperiode heeft het museum zich voor het grootste deel gericht op het brede, algemene publiek. Het museum is laagdrempelig en trekt veel gezinnen met kinderen, dagjesmensen, toeristen die in de regio verblijven en actieve senioren. Ook is het museum erg in trek bij familie- en personeelsuitjes. Het museum trekt bezoekers uit het hele land. Uit onderzoek in 2008 blijkt dat bijna 38% van de bezoekers uit de noordelijke regio komt, 33% uit het westen van het land en de rest uit oost en zuid Nederland. De komende jaren zal de herkomst van de bezoekers standaard worden bijgehouden. Bezoekers van het Gevangenismuseum zijn over het algemeen verrast en enthousiast over hun bezoek aan het museum; bij de tevredenheidonderzoeken die het museum op regelmatige basis heeft uitgevoerd, wordt voor de totale bezoekervaring gemiddeld een 8,5 gegeven. Museummonitor Het museum was een aantal jaren aangesloten bij de Museummonitor, maar wil graag nog beter zicht op zijn bezoekerssamenstelling krijgen. Wie zijn de bezoekers precies, waar komen ze vandaan en nog belangrijker: wat drijft hen, wat willen zij zien en beleven in ons museum? Er zal gericht onderzoek worden gedaan naar de bezoekmotivatie en bezoekervaring van de (potentiële) bezoekers van het museum. Dit vindt plaats in het museum zelf, maar ook achteraf met behulp van internettools. Daarbij gaat het erom niet alleen van binnen naar buiten, maar ook met de frisse ogen en input van buiten naar binnen kijken, om daarmee de bezoekers nog beter kunnen bedienen en het publiek te blijven bereiken, betrekken en raken.
22
BELEIDSPLAN 2011 – 2015
6
Cultureel ondernemen
6.1 Inleiding
De politieke en maatschappelijke omgeving dringt er bij de cultuursector in toenemende mate op aan om de subsidie-afhankelijkheid te verminderen en meer cultureel ondernemerschap te ontwikkelen. Het Gevangenismuseum vertaalt deze trend door te zoeken naar een goede balans tussen enerzijds de geboden museale kwaliteit en anderzijds het maatschappelijk draagvlak en de eigen financiële draagkracht. Dit betekent dat de toegangsprijzen in de komende jaren regionaal marktconform zullen zijn. Maar het betekent ook dat het museum in toenemende mate producten en diensten zal (door-) ontwikkelen waarvan de opbrengsten mede bron van financiering zijn voor de museale kernactiviteiten.
OPZETTEN EIGEN BUSINESSCLUB
6.2
Subsidies, fondsen en sponsoring
Door aansluiting te zoeken bij het provinciale en gemeentelijke cultuur- en cultuurtoeristisch beleid hoopt het museum deze overheden te bewegen tot een structurele bijdrage aan de exploitatie. De in de afgelopen jaren ingezette lijn van verwerving van fondsen en externe bijdragen zal worden voortgezet. Met name voor tijdelijke tentoonstellingen en projecten is er binnen de museumbegroting onvoldoende ruimte en is externe medefinanciering onontbeerlijk. In deze beleidsperiode wil het museum komen tot een eigen businessclub waarbij tegenover sponsoring een duidelijke en aantrekkelijke tegenprestatie wordt geleverd, zodat de relatie voor beide partijen aantrekkelijk is en blijft.
6.3 Horeca
COMMERCIËLE FACILITEITEN HORECA ZAALVERHUUR OVERNACHTING
23
In een museum dat per jaar meer dan 100.000 bezoekers ontvangt mag een goed functionerend restaurant niet ontbreken. Het is van groot belang dat het museumrestaurant qua sfeer en uitstraling past bij de geboden museale kwaliteit. In het restaurant ervaart de bezoeker professionele gastvrijheid in een ambiance die naadloos aansluit op de kwaliteit en sfeer van het museum. De restaurantkaart zal zich in toenemende mate kenmerken door een eigentijds aanbod van (biologische) producten uit de eigen streek en fairtradeproducten. Daarmee draagt het restaurant bij aan de totaalbeleving van het museumbezoek.
N AT I O N A A L G E VA N G E N I S M U S E U M
VERHOGEN BEZETTINGSGRAAD VAKANTIEWONINGEN
MUSEUMWINKEL BAJESKLANT ONLINE
VEEL VRAAG NAAR VERSCHILLENDE ARRANGEMENTEN
24
Naast het bezoekersrestaurant biedt het Gevangenismuseum ook verhuur van zalen en vergaderaccommodaties aan, al dan niet in combinatie met volledige catering. Hierbij staan kwaliteit en de tevredenheid van onze gasten hoog in het vaandel. Bij de verhuur van deze accommodaties is het van belang om qua sfeer, presentatie, beleving en omgeving een meerwaarde te bieden die duidelijk uitsteekt boven het gangbare commerciële aanbod in de regio. Er kan in het Gevangenismuseum ook worden overnacht. En dan niet in een kale cel op water en droog brood, maar in vijf voormalige bewaarderswoningen, die in het museumgebouw zijn gelokaliseerd en die zijn omgebouwd tot comfortabele vakantiewoningen. Hiermee biedt het Gevangenismuseum logies aan in een bijzondere omgeving, wat gezien de stijgende lijn in de verhuur duidelijk in een behoefte voorziet. De aanwezigheid van deze vakantiewoningen maakt het mogelijk om meerdaagse arrangementen aan te bieden. Door de kwaliteit van de vakantiewoningen op een hoog peil te houden, moet het mogelijk zijn om de bezettingsgraad in de komende jaren nog verder te laten stijgen. Waar nu via internet nog slechts de beschikbaarheid van de woningen kan worden geraadpleegd en een reserveringsaanvraag kan worden gedaan, zal in de komende jaren het reserveringssysteem rechtsreeks online beschikbaar komen, zodat de klant geheel zelfstandig zijn boeking kan afhandelen.
6.4
Winkel en webshop
Onze museumwinkel ‘De Bajesklant’ biedt allereerst producten aan die zijn afgeleid van het thema van het museum. Een deel van deze producten is speciaal voor het Gevangenismuseum ontwikkeld. Verder maken boeken rond het thema van het museum een belangrijk deel uit van het assortiment en is er een lijn met Drenthe-producten. De museumwinkel biedt daarmee de mogelijkheid om tastbare herinneringen aan het museumbezoek mee naar huis te nemen. Maar dat niet alleen. Door het uitgebreide en unieke boekenaanbod biedt de museumwinkel de mogelijkheid tot verdere verdieping in de bijzondere geschiedenis van 200 jaar Veenhuizen. Sinds de opening van de webshop in 2010 is duidelijk dat deze voorziet in een behoefte. Met name het kleding- en boekenassortiment vindt aftrek. In de loop van de beleidsperiode wordt het gehele winkelassortiment via de webshop verkrijgbaar.
6.5 Arrangementen
In samenwerking met diverse marktpartijen zijn er in de afgelopen jaren verschillende groepsarrangementen ontwikkeld. Gebleken is dat er veel behoefte is aan verschillende arrangementen; zowel aan complete dagarrangementen, als aan arrangementen die op maat kunnen worden samengesteld. Kern van die arrangementen is steeds dat het Gevangenismuseum de kennis, mensen en/of faciliteiten beschikbaar stelt als bijdrage aan een cultuurtoeristisch product dat een duidelijke relatie heeft met het thema van het museum. Het gaat daarbij om een verdedigbare balans tussen thematische belevingskwaliteit en commercie. Het museum zoekt naar mogelijkheden om de eigen inkomsten te vergroten, maar wil daarbij met verve waken voor de ‘verpretparking’ van het cultureel erfgoed Veenhuizen.
BELEIDSPLAN 2011 – 2015
7
ORGANISATIE BESTAAT UIT TWEE STICHTINGEN
ORGANISATIE BESTAAT UIT DRIE LAGEN
Organisatie-aspecten en financiën Het Gevangenismuseum is een bijzondere organisatie. Er werken zo’n 160 mensen, waarvan 35 betaalde krachten en 125 vrijwilligers. Samen geven zij vorm, inhoud en gezicht aan het museum.
7.1 Organisatie
Het Gevangenismuseum bestaat in formele zin uit twee stichtingen, namelijk de stichting Nationaal Gevangenismuseum (NGM) en de stichting Het Tweede Gesticht (HTG). De exploitatie van de museale activiteiten is ondergebracht in de stichting NGM, de exploitatie van de horeca en de winkel zijn ondergebracht in de stichting HTG. De directeurbestuurder van de stichting NGM is ambthalve voorzitter van de stichting HTG. Het hoofd bedrijfsvoering is secretaris. Deze constructie maakt het mogelijk dat de beide stichtingen in de dagelijkse praktijk als een organisatorische eenheid kunnen opereren. De organisatie kent drie lagen: de directie, het managementteam (bestaande uit Hoofd bedrijfsvoering, Hoofd communicatie en marketing, Hoofd collectie, presentatie & educatie, Hoofd reservering en ondersteuning, de Vrijwilligerscoördinator/ Beheerder museumwinkel en de Manager horeca ) en de medewerkers. De directeur is eindverantwoordelijk, stuurt de MT-leden aan en legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De MT-leden vormen samen met de directeur het managementteam. De individuele MT-leden zijn ieder verantwoordelijk voor de resultaten van hun afdeling en sturen hun medewerkers aan. De medewerkers van de financiële administratie worden rechtreeks aangestuurd door de directeur. Gezamenlijk dragen de MT-leden medeverantwoordelijkheid voor het museum als geheel. De medewerkers zijn onder directe leiding van een MT-lid belast met de uitvoering van het beleid en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden. Gelet op het feit dat afdelingen vaak klein zijn, is het van groot belang dat de medewerkers in staat zijn om zelfstandig te werken, proactief zijn en in hun werkhouding een grote mate van flexibiliteit kennen. Jaarlijks wordt door de directie de begroting opgesteld en ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht. De jaarrekening wordt onder verantwoordelijkheid van de directie opgesteld en, voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring, ter vaststelling voorgelegd aan de Raad van Toezicht.
7.2 Personeel
De stichting NGM is de werkgever van het museumpersoneel en is aangesloten bij de Vereniging van Rijksgesubsidieerde Musea (VRM) en hanteert de CAO-VRM. De pensioenvoorziening voor de medewerkers is ondergebracht bij het ABP. De stichting HTG, waarin de het horeca- en schoonmaakpersoneel is ondergebracht, is aangesloten bij Horeca Nederland en hanteert de horeca-cao. De pensioenvoorziening is ondergebracht bij het Pensioenfonds Horeca & Catering. Er wordt jaarlijks budget vrijgemaakt voor scholing en ontwikkeling van personeel.
25
N AT I O N A A L G E VA N G E N I S M U S E U M
7.3
In de traditie van Johannes van den Bosch
Twee eeuwen geleden stichtte Johannes van den Bosch in de omgeving van Frederiksoord koloniën waarin hij maatschappelijk gestrande burgers werk bood om weer een bestaan op te bouwen. Korte tijd later stichtte hij in Veenhuizen zijn zogeheten dwangkoloniën die met een strenger regime aan hetzelfde ideële doel moesten bijdragen.
MAATSCHAPPELIJK PERSONEELSBELEID
In deze traditie heeft het Gevangenismuseum in de afgelopen jaren intensief samengewerkt met de intergemeentelijke sociale dienst Noordenkwartier om mensen, die soms al vele jaren achtereen zonder vooruitzichten een uitkering ontvingen, door middel van betaald werk, scholing en intensieve begeleiding weer perspectief te geven op maatschappelijke participatie. Ook zijn in samenwerking met de penitentiaire inrichting Veenhuizen betaalde arbeidsplaatsen aangeboden aan gedetineerden die nog een gering strafrestant hebben en voor wie maatschappelijke re-integratie door middel van werk of werkgewenning van belang is. Dit beleid zet het museum ook in de komende periode uit volle overtuiging voort.
ZONDER VRIJWILLIGERS GEEN MUSEUM
7.4 Vrijwilligers
“Zonder vrijwilligers geen museum”. Met deze stelling wordt helder neergezet dat de vrijwilligers voor het museum van onmisbaar belang zijn. De museumbezoeker ontmoet gedurende zijn bezoek uitsluitend vrijwilligers. Van kassamedewerker tot gids en chauffeur van de boevenbus. De enige uitzondering is de horeca, waar met betaalde krachten wordt gewerkt. Naast een opleidingsprogramma dat de vrijwilliger bij zijn aantreden krijgt aangeboden, is er ook stelselmatig aandacht voor na- en bijscholing van vrijwilligers. Met regelmaat wordt de kwaliteit van het optreden van de vrijwilligers gemonitord en zo nodig wordt gericht individuele bijscholing of training aangeboden. De chauffeurs van de Boevenbus worden jaarlijks medisch gekeurd. De vrijwilligersraad heeft op regelmatige basis overleg met de directie over de algemene gang van zaken in en rond het museum.
26
BELEIDSPLAN 2011 – 2015
7.5 Veiligheid
Veiligheid voor bezoekers, medewerkers en de collectie is een belangrijk aandachtsgebied. Het calamiteitenplan en de bedrijfshulpverleningsorganisatie (BHV) zijn middelen die aan die veiligheid een essentiële bijdrage leveren. Zij hebben tot doel te voorkomen dat incidenten uitgroeien tot calamiteiten en zorgen ervoor dat medewerkers/vrijwilligers goed zijn voorbereid op noodsituaties. Jaarlijks is er aandacht voor voldoende opleiding en training van de BHV-ers en periodiek worden er in samenwerking met de Veenhuizer brandweer ontruimingsoefeningen gedaan. Ten behoeve van de collectie is er een collectie-hulpverleningsplan dat erin voorziet dat in geval van calamiteiten er ruimtes en materialen beschikbaar zijn om de meest belangrijke onderdelen uit de collectie veilig te kunnen stellen.
7.6 Financiën
30%
RELATIEF LAAG SUBSIDIEAANDEEL EXPLOITATIE
27
De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) is voor het museum veruit de belangrijkste subsidiegever. Het Gevangenismuseum werkt met een jaarlijks sluitende exploitatie, waarbij het subsidie-aandeel in de exploitatie in landelijk perspectief gezien met 30% (in 2010) laag is. Voor de komende jaren verwacht het museum toe te kunnen met een in euro’s gelijkblijvend subsidieniveau, waarbij er geen compensatie voor inflatie en/of kostenstijgingen plaatsvindt. Naast subsidiering in de exploitatie vindt er ook een niet-rechtstreekse subsidiering plaats in de kosten van de huisvesting. Het museum is gevestigd in een monumentaal pand dat eigendom is van het Rijk en waarvoor de jaarlijkse huurpenningen door het Ministerie van Justitie worden gedragen. De huurovereenkomst loopt eind 2013 af en in de loop van 2012 zal bezien moeten worden onder welke condities de huisvesting van het museum in de jaren na 2013 geborgd kan worden.
N AT I O N A A L G E VA N G E N I S M U S E U M
>
Tot slot
WERKEN AAN DE TOEKOMST VAN VEENHUIZEN
In dit meerjarenbeleidsplan zet het Gevangenismuseum de koers uit voor de komende jaren. Met die koers sluit het museum aan bij de ontwikkelingen zoals die ook zijn neergelegd in het visiedocument ‘Werken aan de toekomst van Veenhuizen’ dat begin 2011 onder verantwoordelijkheid van de Bestuurscommissie Veenhuizen door het Ontwikkelingsbureau Veenhuizen is opgesteld. Zoals in de inleiding al opgemerkt, heeft het Gevangenismuseum z’n bestaansrecht inmiddels bewezen. De destijds gedurfde keuze voor huisvesting in het voormalig Tweede Gesticht is een goede gebleken; het museum is er tot bloei gekomen. De uitdaging voor de komende periode is om het succes van de afgelopen jaren voort te zetten, continu te vernieuwen en zo te werken aan de toekomstbestendigheid van het museum. Die uitdaging gaan we met inzet en overtuiging aan.
HET GEVANGENIS MUSEUM
. . . grijpt
28
BELEIDSPLAN 2011 – 2015
je!
I
ONTWERP | FL a M GRAPHIC DESIGN | PIETER MALFLIET
HET GEVANGENIS MUSEUM BELEIDSPLAN 2011-2015