HET GEMEENTERAADSBLAD woordelijk verslag van de gemeenteraad van 26 januari 2016
stad brugge, burg 12 - b-8000 brugge | www.brugge.be |
[email protected] | t 050 44 80 10
gemeenteraad 26 januari 2016
AGENDA Mededelingen a) Verlenging tijdelijke afwezigheid Charlotte Storme. Raadslid Charlotte Storme verlengt haar afwezigheid tot eind februari. Raadslid Marleen Ryelandt blijft tot die tijd aangesteld als raadslid. b) Fractieleider Vlaams Belang. Voortaan is raadslid Arnold Bruynooghe fractieleider van Vlaams Belang. OPENBARE VERGADERING 1. Politie/verkeerszaken – tijdelijke politieverordening betreffende het verkeer in de Geldmuntstraat, Noordzandstraat, Zilverstraat en Ontvangersstraat - goedkeuring. 2. Politie/personeelsbeheer – princiepsbeslissing – administratieve vereenvoudiging van de aanvraagprocedure non-activiteit voorafgaand aan pensionering – goedkeuring. 3. Musea – aankoop van twee schilderijen (“Portret van Pierre Nicolas Joseph de Bourguet de Travanet” van Suvée en “Portret van Théodore Joseph Jonet en zijn dochters” van Navez) via Museaal investeringsfonds en aanvaarden schenking van 1 tekening (“Zicht op Rome en het Colosseum” getekend door Odevaere). 4. Woondienst – doelgroepenplan voor sociale woningen en toewijzingsreglement voor sociale huurwoningen voor doelgroepen ingevolgde het doelgroepenplan – goedkeuring. 5. Directie en algemene zaken – Ruimtelijke ordening – gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan glas- en tuinbouw te Sint-Andries – voorlopige vaststelling. 6. Unesco – Ruimtelijke ordening – uitbetaling restauratiepremie Filips de Goedelaan 20. 7. Sectoren NWO – Ruimtelijke ordening – Groene-Poortdreef 40 – Casembroot bvba – verkavelen van 4 percelen in 25 kavels en 2 appartementsblokken met inbegrip van wegenisaanleg – voorgestelde rooilijnen, de kosteloze grondafstand en de zaak der wegen – goedkeuring. 8. Mobiliteit – mobiliteitsplan – definitieve vaststelling. 9. Eigendommen – verkoop garages Stokersstraat +38 – goedkeuring. 10. Eigendommen – verkoop grond met opstallen (Den TIR), Oude Kortrijkstraat +9 – aan Brugse Maatschappij voor Huisvesting – samenwerkingsovereenkomst met nv Cosimco en de Brugse Maatschappij voor Huisvesting – goedkeuring. 11. Algemeen bestuur – Interbad – vertegenwoordiging van de stad Brugge in de bestuursorganen – wijziging. 12. Algemeen bestuur – kerkfabrieken – kerkenplan – goedkeuring. 13. Wagenpark – opdrachtencentrale beheer van brandstoffen met tankkaarten voor de stadsvoertuigen – 1 maart 2016 tot 28 februari 2017 – voorstel – wijze van gunnen – goedkeuring. 14. Leefmilieu – Strategisch Energie Actieplan (SEAP) – goedkeuring. 15. Personeelsdienst – Personeel en organisatie – Huis van de Bruggeling – formatievoorstel cluster Klant – functieomschrijving en selectieprogramma baliecoach en baliemedewerker – goedkeuring. 16. Personeelsdienst – Personeel & Organisatie – dienst informatica – expert ICT communicatie en dienstverlening – functieomschrijving, selectieprogramma, kaderwijziging, aanpassing bijlage I en IV RPR – goedkeuring. 17. Groendienst – ‘diverse wegen – verjongen bomen – beplanten straten’ – ontwerp – wijze van gunnen – goedkeuring. 18. Wegendienst – heraanleg Oostendse Steenweg – samenwerkingsovereenkomst – goedkeuring. 19. OCMW/financiën – OCMW – verenigingen SVK, Spoor, ’t SAS, De Schakelaar, Ons Huis, WOK en De Blauwe Lelie – meerjarenplan 2014-2019, budget 2016 en budgetwijziging 2015 – kennisname. 20. OCMW/financiën – OCMW – vereniging Ruddersstove – meerjarenplan 2014-2019, budget 2016 en budgetwijziging 2015 – goedkeuring. 21. OCMW/financiën – OCMW – hervaststelling jaarrekening 2014 – kennisname. 22. OCMW/financiën – OCMW – budget 2015 wijziging nr. 2 – goedkeuring. Voorstellen en interpellaties van raadsleden 23/1 Veiligheid in en rond het Astridpark. (Raadslid Sandrine De Crom) 23/2 De ‘Bruggebon’ … een stimulans voor de lokale Brugse economie ! (Raadslid Geert Van Tieghem) 23/3 Bouwgrond in erfpacht voor jongeren en jonge gezinnen. (Raadslid Pieter Marechal)
1
gemeenteraad 26 januari 2016
23/4 23/5 23/6 23/7 23/8 23/9 23/10
Asbestopslag in de containerparken. (Raadslid Hugo De Bondt) Brand bij Geldof Recycling. (Raadslid Hugo De Bondt) Brugse Street Art Festival. (Raadslid Sandrine De Crom) Inbraken Sint-Andries. (Raadslid Jean-Marie De Plancke) R.I.P. Villa Slabbinck. (Raadslid Bruno Mostrey) Ruimtelijke planning in Brugge. (Raadslid Marleen Ryelandt) Provinciaal kantoorgebouw Burg. (Raadslid Arnold Bruynooghe)
Akten en mededelingen 24 Ruimtelijke ordening – gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (gecoro) – verslagen vergaderingen – kennisname. 25 Financiën/FA – jaarrekening 2014 – goedkeuring door de gouverneur – kennisname.
2
gemeenteraad 26 januari 2016
OPENBARE VERGADERING Samenstelling van de gemeenteraad Voorzitter André Van Nieuwkerke Burgemeester Renaat Landuyt Schepenen Franky Demon, Annick Lambrecht, Boudewijn Laloo, Frank Vandevoorde, Hilde Decleer, Mieke Hoste, Jos Demarest, Philip Pierins, Martine Matthys, Dirk De fauw Gemeenteraadsleden Lieve Mus, Mercedes Van Volcem (is verontschuldigd), Georgina Denolf, Paul Jonckheere (komt binnen tijdens punt 1), Jean-Marie De Plancke, Marleen Ryelandt, Dolores David, Ann Soete, Ingrid Vandamme, Guy Rogissart, Alain Quataert (komt binnen tijdens punt 3), Pascal Ennaert, Severine Maes (verlaat de zaal na punt 23/7), Arnold Bruynooghe (komt binnen tijdens punt 1), Marcel Goemaere (komt binnen tijdens punt 3), Néedra Soltani (komt binnen tijdens punt 1 en verlaat de zaal na punt 22), Sandrine De Crom, Paul Desender, Minou Esquenet (komt binnen tijdens punt 3), Sammy Roelant, Martine Bruggeman, Noelia Sanchez Arjona, Pablo Annys (verlaat de zaal na punt 23/10), Gudrun Platevoet (komt binnen tijdens punt 1), Jasper Pillen (verlaat de zaal na punt 23/7), Sabine Helleputte, Geert Van Tieghem, Hugo De Bondt, Eric Lagrou, Mathijs Goderis, Patrick Daels, Pieter Marechal, Sanne Doms, Sandra Wintein, Bruno Mostrey Adjunct-stadssecretaris Colin Beheydt
*** [De vergadering wordt geopend om 18u30.] Voorzitter André Van Nieuwkerke. –Dames en heren, collega’s, ik stel voor om de zitting te starten. Ik wens u allen uiteraard een goed 2016 toe, gezondheid en veel levensgeluk. Ik heb eerst nog twee mededelingen. a) b)
Verlenging tijdelijke afwezigheid Charlotte Storme. Raadslid Charlotte Storme verlengt haar afwezigheid tot eind februari. Raadslid Marleen Ryelandt blijft tot die tijd aangesteld als raadslid. Fractieleider Vlaams Belang. Voortaan is raadslid Arnold Bruynooghe fractieleider van Vlaams Belang.
Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Een eerste is dat collega Charlotte Storme nog tot eind februari afwezig blijft. Collega Ryelandt zal haar ondertussen nog blijven vervangen. Dan is er ook een wijziging in het fractievoorzitterschap van het Vlaams Belang, waar collega Bruynooghe, collega Quataert opvolgt. Maar beide heren, die zijn voor het ogenblik nog afwezig, zie ik. Dan de agenda, punt 1. Ik geef het woord aan burgemeester Renaat Landuyt. 1.
Politie/verkeerszaken – tijdelijke politieverordening betreffende het verkeer in de Geldmuntstraat, Noordzandstraat, Zilverstraat en Ontvangersstraat goedkeuring.
Burgemeester Renaat Landuyt. – Dank u, mijnheer de voorzitter. Collega’s. Naar aanleiding van de werken in de Geldmuntstraat en de Noordzandstraat is het noodzakelijk dat een aantal maatregelen worden getroffen, want in de zogenaamde fase 5 en 6 is de doortocht van de Eiermarkt naar ’t Zand onderbroken vanaf het Zilverpand tot aan ’t Zand. Wegens de beperkte toegankelijkheid en doorgang maar omdat de handelaars en de bewoners in het eerste deel van de straat toch zo vlot mogelijk bij hun panden moeten kunnen komen met hun persoonlijke voertuigen wordt in de Geldmuntstraat, Noordzandstraat, Zilverstraat en Ontvangersstraat een toegangsverbod voorzien voor voertuigen langer dan 8 meter alsook voor voertuigen zwaarder dan 3,5 ton, dit tot aan de oplevering van de werken. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mevrouw Soete. Raadslid Ann Soete. - Dank u, voorzitter. Ik zou eigenlijk graag nog wat extra uitleg hierover hebben.
3
gemeenteraad 26 januari 2016
Ik ben al verschillende keren tussengekomen in verband met de werken in de Geldmuntstraat, vooral voor de handelaars maar ook voor de mensen die er wonen. Ik versta dat eigenlijk niet echt heel goed en ik richt mij eigenlijk ook tot schepen Pierins als ik mag. Want ik weet dat er een aantal handelaars contact opgenomen hebben met uw kabinet om te vragen (voor de maand december onder andere) waarom de doorgang ter hoogte van de Wulfhagestraat eigenlijk niet open kon. Want men kon daar eigenlijk perfect door, er lagen wel geen kasseien maar het was een beetje geasfalteerd. Ik wil nu eigenlijk graag eens concreet weten: wanneer gaan die werken daar definitief afgesloten en opgeleverd worden? En wat heeft dit hier dan eigenlijk concreet te betekenen? Ik moet zeggen, het tweede deel van de Noordzandstraat of van de Geldmuntstraat en de Noordzandstraat is mooier en efficiënter (en wat dan ook) aangelegd dan het eerste deel. En over het algemeen zijn de handelaars wel tevreden, maar het blijft een probleem uiteraard voor afhalingen en leveringen. Want u begrijpt - ik denk dat u dat begrijpt, schepen Pierins, en ik denk ook sommige van de andere schepenen - dat er nog altijd een verschil bestaat tussen iemand die gewoon wat gaat kuieren en een paar schoenen, een kleedje of een jasje gaat kopen en iemand die bijvoorbeeld echt iets moet gaan afhalen wat je te voet of met de fiets niet kunt. Ik ga nu maar een voorbeeld geven. Er is daar een beenhouwer-traiteur en er is daar een winkel die kaas en zo verkoopt. Ik ga u nu eens vragen: als u een kaasschotel moet gaan afhalen, hoe u dat gaat doen als u daar niet met uw auto kunt passeren. Het is een concrete vraag en ik zou daar eigenlijk graag… - ik las het persartikel van mevrouw Wintein en ik moet zeggen dat ik gelukkig een goede maag heb en dat ik nog net het zuur niet heb gekregen want ik ben daar al verschillende keren over tussengekomen. Blijkbaar zwicht het stadsbestuur voor de handelaars. Ik denk dat ik daar al maanden en maanden over bezig ben, ik zou dit nu toch echt graag eens concreet weten. Want ik zie hier: leveringen niet zwaarder dan 3,5 ton, niet langer dan 8 meter. U weet toch dat voor sommige zaken, burgemeester, ik hoop dat u dit weet, dat voor hotels en horeca dit toch echt wel een probleem is. Het komt later nog aan bod, denk ik, in het mobiliteitsplan, maar het is er ook een deel van. Dus mijn vraag is tweeërlei. Ik zou nu eigenlijk graag eens concreet willen weten: hoe zit het nu met de afwerking en met de oplevering van die straat. En twee, wat in verband met levering en toegankelijkheid. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Nog collega’s? Neen? Mijnheer de burgemeester. Burgemeester Renaat Landuyt. - Dank u. Wat de timing van de werken betreft, zitten wij op schema. Alleen, wat men dikwijls vergeet, is er een proces bezig over de kwaliteit van het leggen van de stenen. Wat geleid heeft tot een expertise met reeds een drietal zittingen en hele grote technische discussies tussen diverse deskundigen. Iedereen is er over akkoord dat het tweede gedeelte van de weg perfect gelegd is, alleen bestaan er zelfs stellingen dat wat ze nu gedaan hebben beter is dan het bestek. Ik denk dat het probleem niet is de timing van de werken maar het proces. En zolang wij niet op een behoorlijke wijze de werken kunnen opleveren willen wij ook geen risico nemen inzake het gebruik van die straten opdat men niet als argument zou gebruiken dat het door zwaar verkeer is dat bepaalde stenen zouden aangetast zijn of scheef liggen. Dit is de enige reden waarom wij moeilijk een vaste datum konden zetten in het reglement maar wel als datum, als eindpunt, gezet hebben de oplevering van de werken. Raadslid Ann Soete. - Ik versta dat wel burgemeester,… Burgemeester Renaat Landuyt. - Dank u. Raadslid Ann Soete. - …maar u moet ook eens die handelaars verstaan. Ik weet dat er een paar zijn die gebeld hebben naar een of meerdere kabinetten, die gevraagd hebben hoelang… - eerst was het 8 december, dan was het 18 december, dan was het eind januari. U kent toch het gevolg van dergelijke situaties? Burgemeester Renaat Landuyt. - Ik heb contact met diverse handelaars en alle specifieke problemen bekijken wij bij manier van spreken à la carte. Ik moet zeggen dat het begrip ook groot is, en de tevredenheid bij de diverse handelaars. Raadslid Ann Soete. - De tevredenheid is er wel, maar het begrip voor het uitstellen van de opening is er wel niet. Je moet hier niet komen vertellen dat dat wel zo is. Burgemeester Renaat Landuyt. - Maar daar zijn wij gezamenlijk met de handelaars bij manier van spreken het slachtoffer van de procedures die ingezet zijn. Dus gelukkig dat zij ook begrip hebben. Raadslid Ann Soete. - Dat is niet waar, sorry!
4
gemeenteraad 26 januari 2016
Burgemeester Renaat Landuyt. - Alle handelaars behoudens u hebben begrip voor de situatie. Raadslid Ann Soete. - Ik denk dat niet burgemeester, u moet niet stellen dat alle handelaars begrip hebben. U spreekt blijkbaar met andere handelaars dan ik, dat zal wel zo zijn. Maar ik zou toch graag een iets concreter antwoord hebben. Want een expertise, oké, u kan dat zo nog maanden en jaren rekken. Ik zou toch graag een concreet antwoord hebben. Dus u kan dat niet geven? Burgemeester Renaat Landuyt. - Neen, ik kan dat niet, want ieder debat dat je voert over zo een lopende procedure kan gevaarlijk zijn zonder dat je het weet. Raadslid Ann Soete. - Dat is een zeer gemakkelijk antwoord, voor die handelaars. Er gaan er daar misschien een paar zijn die rap door hun spaarcenten zouden kunnen zitten. Burgemeester Renaat Landuyt. - Ik ben al blij dat de gesprekken met de betrokkenen vlotter verlopen dan met u. Raadslid Ann Soete. - Dat is goed. Ik ga dat zo doorgeven. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Uw tweede vraag kan dan nog met het mobiliteitsplan terug komen. Akkoord? Raadslid Ann Soete. - Wij gaan dat punt niet goedkeuren. N-VA stemt tegen; de overige raadsleden keuren goed. De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 De tijdelijke politieverordening betreffende het verkeer in de Noordzandstraat, Zilverstraat en Ontvangersstraat wordt goedgekeurd.
Geldmuntstraat,
Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Punt 2. 2.
Politie/personeelsbeheer – princiepsbeslissing – administratieve vereenvoudiging van de aanvraagprocedure non-activiteit voorafgaand aan pensionering – goedkeuring.
Burgemeester Renaat Landuyt. - Punt 2 is personeelsbeheer politie. Zoals u weet is het de beslissing van de huidige federale regering om de pensioenleeftijd te verhogen en dat heeft theoretisch ook weerslag op de politiediensten. Maar om tegemoet te komen aan de problematiek die binnen de politiediensten is ontstaan door dit verhogen van de leeftijdsen loopbaanvoorwaarden om een vervroegd rustpensioen te kunnen genieten worden een aantal maatregelen genomen. Met name één van deze maatregelen is de non-activiteit voorafgaand aan de pensionering. Blijkbaar heeft de huidige regering daaromtrent een overeenkomst gesloten en is het aan ons om al dan niet non-activiteit voorafgaand aan pensionering toe te staan. Wat hier voorgelegd wordt is de vraag om deze dossiers niet op de gemeenteraad te moeten brengen maar delegatie te verlenen aan de burgemeester, in wie u uw vertrouwen zult stellen. Door dit delegatiebesluit wordt gestreefd naar een administratieve vereenvoudiging van de procedure. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Akkoord collega’s? De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 De beslissingsbevoegdheid over de non-activiteit voorafgaand aan pensionering wordt gedelegeerd aan de burgemeester. Artikel 2 Dit delegatiebesluit treedt in werking na goedkeuring en geldt tot het einde van de huidige legislatuur.
5
gemeenteraad 26 januari 2016
Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Punt 3 musea. Mijnheer de burgemeester. 3.
Musea – aankoop van twee schilderijen (“Portret van Pierre Nicolas Joseph de Bourguet de Travanet” van Suvée en “Portret van Théodore Joseph Jonet en zijn dochters” van Navez) via Museaal investeringsfonds en aanvaarden schenking van 1 tekening (“Zicht op Rome en het Colosseum” getekend door Odevaere).
Burgemeester Renaat Landuyt. – Punt 3, musea, is een zeer belangrijk punt. U weet dat wij met de musea de collectie hebben van de Vlaamse primitieven maar dat wij eigenlijk ook al jaren bezig zijn om een collectie aan te leggen van het Brugse- en Belgische neoclassicisme. En in dit kader worden er nu drie werken voorgelegd: twee aankopen en een schenking. De aankopen zijn: het portret van een advocaat die ook volksvertegenwoordiger is: het portret van Théodore Joseph Jonet en zijn dochters, geschilderd door François-Joseph Navez, voor de kenners, in 1832. Een ander schilderij is een schilderij van onze Suvée, met name een portret van Pierre-Nicolas-Joseph de Bourguet de Travanet. Dit is geschilderd in 1794-1795 en is eigenlijk ook een illustratie van de bij manier van spreken zeer interessante levensloop van deze mensen. Suvée is toch een Brugse kunstenaar waar wij trots kunnen op zijn. Maar die heeft in de Robespierre periode gevangen gezeten in de gevangenis van Saint-Lazare, toen het gevangenisregime nog beter was dan het huidige regime en hij in de gevangenis kon schilderen. Het is één van zijn collega’s in de gevangenis die hij beginnen schilderen is in de gevangenis, en uiteindelijk heeft hij dat schilderij verder afgewerkt buiten de gevangenis. Op dit vlak zijn de schilderijen van de neoclassicistische school zeer interessant om een stuk geschiedenis te kennen en ook het belang van de Brugse academie - dat is eigenlijk de belangrijkste periode, de sterkste figuren komen uit die periode - en de link met de Franse revolutie. Om het dan toch een beetje meer hedendaags te maken hebben wij ook nog een tekening gekregen over de Romeinse tijd. Maar het belang is hier dat het getekend is door onze Odevaere. Wij kunnen dus drie belangrijke kunstwerken voorleggen - een om te aanvaarden als schenking en twee aankopen - die toch een behoorlijk bedrag betreffen uit het museaal fonds, met name 260.000 euro en 265.000 Amerikaanse dollar. Met andere woorden, dit gaat hier over een zeer belangrijke investering, maar het gaat ook echt over belangrijke stukken die onze collectie enorm verrijken. Dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. – Nog kunsthistorische opmerkingen? Mevrouw Bruggeman. Raadslid Martine Bruggeman.- Dank voor de les kunstgeschiedenis. N-VA staat uiteraard achter de beslissing om deze twee schilderijen aan te kopen en die tekening te aanvaarden omwille van de museale visie, namelijk de collectie van het negentiende-eeuwse neoclassicisme aan te vullen. Het is tevens de bedoeling het Brugse luik in de verf te zetten. Hoewel Navez geen connecties heeft met Brugge past zijn werk naar wij in de verantwoording lezen naadloos in de aankoopvisie van de Brugse musea. Maar zowel Suvée als Odevaere zijn wel in Brugge geboren en zijn in de leer geweest in de Brugse academie. Wij lezen namelijk in diezelfde verantwoording: het Groeningemuseum wil de bloeiperiode van de Brugse academie (dus het neoclassicisme), in 2017 naar aanleiding van de 300ste verjaardag van haar oprichting in de kijker zetten. En deze kunstenaars zijn inderdaad belangrijke vertegenwoordigers van de interessantste bloeiperiode van de Brugse academie. Maar er is ook een link naar vandaag. Voor het ogenblik exposeert Robert Devriendt in het Groeningemuseum met schitterende werkjes. Het is uitzonderlijk dat een nog levend kunstenaar een forum krijgt in het Groeningemuseum, wat bewijst dat hij als kunstenaar heel erg gewaardeerd wordt. En Robert Devriendt heeft ook iets met de stedelijke academie te maken: hij was er een hele tijd leraar schilderkunst. Maar hij is vooral een uitzonderlijk getalenteerd en internationaal gerenommeerd Brugs kunstschilder. N-VA heeft een heel positieve suggestie: kan de stad Brugge niet overwegen ook een werk van deze kunstenaar aan te kopen? De prijs kan geen probleem zijn in vergelijking met die van de negentiende-eeuwse werken. En zo zal de stad deze internationaal gewaardeerde kunstenaar definitief in huis kunnen halen. Misschien nog iets: de tentoonstelling is nog steeds lopende, voor de mensen die het nog niet gezien hebben, en de finissage is op 21 februari. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Nog collega’s? Mijnheer Bruynooghe. Raadslid Arnold Bruynooghe. - Goede avond, voorzitter, geacht schepencollege en collega’s.
6
gemeenteraad 26 januari 2016
Onze fractie is eveneens zeer verheugd met het uitbouwen van het Brugse neoclassicisme naast de Vlaamse primitieven en is dus ook zeer verheugd met de aankoop van die twee schilderijen. Vooral het portret van de hand van de Brugse Suveé, één van de eerste neoclassicistische schilders. Jozef Suvée schilderde in het begin van zijn loopbaan in een baroktrant. De Verrijzenis is een altaartafereel dat nog altijd te bewonderen is in de Sint-Walburgakerk en dat getuigt van de gracieuze beweeglijkheid die hij in zijn schilderijen in de barokperiode legde. Verder zijn wij ook verheugd met de schenking van de tekening Zicht op Rome en het Colosseum van een andere Bruggeling, Jozef Odevaere. Jullie weten het wellicht wel: van Jozef Odevaere prijkt hier beneden in het stadhuis, recht tegenover de ingang van de conferentiezaal, een schilderij dat het bezoek voorstelt van Bonaparte aan Brugge in 1803. Wij zijn ook verheugd met het feit dat de Vrienden van de musea hieraan gul meewerken. Voorzitter André Van Nieuwkerke. – Nog collega’? Neen? Mijnheer de burgemeester. Burgemeester Renaat Landuyt. – Dank u mijnheer de voorzitter, waarde collega’s. Ik dank u voor de positieve tussenkomsten. Het is inderdaad zo dat er op 21 februari een finissage is van Robert Devriendt, met de aanwezigheid van eminente sprekers. Dus iedereen is zeker uitgenodigd. Ik ben niet zeker of wij niet al een werk hebben van Robert Devriendt, maar niets houdt ons tegen om daaraan te denken. Dat lijkt mij een goede suggestie, ook wetende dat de academie volgend jaar in 2017 zijn driehonderdjarig bestaan viert en ik vind dat wij dat enige luister moeten geven. De musea zijn bezig met de voorbereiding. Die classicistische verzameling is daarvoor zeer belangrijk. Maar ik wil voor de volledigheid toch aanvullen dat Navez wel een band heeft met Brugge. De Brugse leerlingen van de academie zijn allemaal ook naar Frankrijk geweest en daar kan je verbanden leggen van de ene met de andere. Bijvoorbeeld, Odevaere is leerling van Jean-Louis David maar Navez is ook leerling van Jean-Louis David geweest. De ene kunstenaar heeft dan ook nog de andere in de gevangenis gepraat. Dus er vallen wel zeer boeiende geschiedenisstukjes naar voor te brengen naar aanleiding van de viering van 300 jaar Brugse academie. Maar ik heb begrepen dat wij vanavond nog andere dingen te doen hebben dan die zeer interessante neoclassicistische collectie te bekijken en te koesteren in Brugge. Wij zijn niet alleen de hoeders van de Vlaamse primitieven wij zijn ook de hoeders van het neoclassicisme. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Akkoord, collega’s? De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 Goedkeuring van de aankoop van het "Portret van Pierre Nicolas Joseph de Bourguet de Travanet", geschilderd rond 1794/95 door de Brugse schilder Joseph Benoit Suvée; bij Galerie Talabardon et Gautier, 134 Rue Faubourg Saint-Honoré; F-75008 Paris voor een bedrag van 260.000 € incl. BTW, transport en alle lasten, te benemen op BU 2015, OBB 81, BI070001, RB070001, rekening 27500007 (museal investegingsfonds). Artikel 2 Aanvaarden van de schenking zonder last van de tekening "Zicht op Rome en het Colosseum" ten waarde van 15.000 €; getekend door de Brugse Neo-Classicist JospehDionysius Odevaere in 1808 door Galerie Talabardon et Gautier, 134 Rue Faubourg SaintHonoré; F-75008 Paris voor de Brugse Musea. Artikel 3 Goedkeuring van de aankoop van het "Portret van Théodore Jospeh Jones en zijn dochters", geschilderd in 1832 door de Belgische Neo-Classicist François-Jospeh Navez, bij Gallery Jack Kilgore, 154 East 71st Street, New York City, NY 10021, voor een bedrag van 265.000 USD (+/- 245.000 €) inclusief transport en alle lasten, te benemen op BU 2015, OBB 80; BI070000, RB070000, rekening 27500007 (museal investegingsfonds).
Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Dan punt 4, schepen Demon.
7
gemeenteraad 26 januari 2016
4.
Woondienst – doelgroepenplan voor sociale woningen en toewijzingsreglement voor sociale huurwoningen voor doelgroepen ingevolgde het doelgroepenplan – goedkeuring.
Schepen Franky Demon. - Punt 4 is het doelgroepenplan voor sociale woningen en het toewijzingsreglement voor sociale huurwoningen voor doelgroepen ingevolge het doelgroepenplan. Graag uw goedkeuring. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Akkoord, collega’s? De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 Het "doelgroepenplan voor sociale woningen en de stad Brugge" en het "Toewijzingsreglement voor sociale huurwoningen voor doelgroepen, aan wie voorrang worden verleend in sommige sociale huurwoningen in de stad Brugge ingevolge een doelgroepenplan van de stad Brugge (vanaf 1/4/2016)" worden goedgekeurd.
Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Punt 5. 5.
Directie en algemene zaken – Ruimtelijke ordening – gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan glas- en tuinbouw te Sint-Andries – voorlopige vaststelling.
Schepen Franky Demon. - Punt 5: de voorlopige vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan glas- en tuinbouw te Sint-Andries. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Daels. Raadslid Patrick Daels. - Dank u, voorzitter. Goede avond, collega’s. Op 27 september 2011 werd een aanvraag planologisch attest ingediend voor het Groencentrum, een tuinbouwbedrijf met verkoop, gelegen in de Zandstraat 374. Op 9 november 2012 heeft het toenmalige college van burgemeester en schepenen een gunstig planologisch attest afgeleverd onder voorwaarden en omwille van dit gunstig attest moest dus een RUP gemaakt worden. In het verslag van de info- en inspraakvergadering van dit RUP van 19 juni 2014 lezen wij expliciet dat het RUP er gekomen is op vraag van het Groencentrum. Een pijnpunt. Dit is in het verkeerde keelgat geschoten bij veel omwonenden. Uit de tussenkomsten van de omwonenden stellen wij vast dat deze mensen allesbehalve gelukkig zijn met het Groencentrum. Er is vrees voor de betrachting om altijd maar meer en groter [te worden], vrees dat er vroeg of laat een zogenaamde Floralux zou van komen. Er is ongenoegen over een te grote en agressieve loods en wat niemand mag: teveel beton en een te grote parking. Deze is meer dienstig voor voetbalmatchen dan voor wat anders. Er is ook teveel verkeer en teveel verkeersbeweging in een daarvoor niet aangepaste straat. De aangelanden, meer dan duizend bewoners, konden zich eigenlijk min of meer wel vinden met het oorspronkelijk voorliggende RUP gezien het positieve elementen bevatte naar open ruimte toe en naar het eigene van de zone: een nog uniek stukje Sint-Andries, zoals schepen Demarest dat toen op de infovergadering verwoordde. Eigenlijk hoort een activiteit als Groencentrum thuis op een daartoe voorziene- en uitgeruste zone, bijvoorbeeld langs een invalsweg naar Brugge. Aan de Zandstraat waar het nu staat, getuigt dit alvast niet van goede ruimtelijke ordening. In een dicht bevolkte woonstraat is dit niet gepast. Aanvankelijk startte men met vernieuwing en serregebouwen en sindsdien is er al een en ander bijgekomen in zoverre dat de omgeving dus echt, zoals ik daarstraks zei, vreest voor een Floraluxtoestand. De Gecoro besprak en adviseerde dit RUP op 9 juli 2014. En op 24 maart 2015 werd een plenaire vergadering georganiseerd om de visie en de voorschriften van het RUP af te toetsen bij de hogere overheden. Verschillende adviezen, onder andere het advies van de Provincie en van het Gewest, waren ongunstig door (onder andere) de voorgestelde mogelijkheden om verkoopruimtes toe te laten in dit gebied. Een dubbele blaam dus voor het schepencollege dat de hogere overheden, Gewest en Provincie, het oorspronkelijke RUP niet goedkeurden. Men kon blijkbaar geen vrede nemen met de geniepige spitsvondigheden om door een uitgebreid RUP één bedrijf te gaan bevoordelen en dan nog een bedrijf in overtreding. Het feestje ging dus niet door, maar toch is men niet geleerd. Het stadsbestuur volhardt in de boosheid want op 1 juni 2015 besliste het college dan maar om het oorspronkelijke plangebied tussen de Zandstraat en de Hoge Weg in te
8
gemeenteraad 26 januari 2016
krimpen tot enkel de contour van het perceel waar het Groencentrum zijn verkoopcentrum nietconform de bestaande landbouwzone oprichtte. In plaats van het voorliggende RUP aan te passen aan de bemerkingen van de hogere overheid past men de contour van het RUP aan, aan de grenzen van het vragende bedrijf. Begrijpe wie kan. De overtreder moet winnen ten nadele van een goede ruimtelijke ordening maar ook op kosten van de gemeenschap, ten nadele van soortgelijke bedrijven die wel met alles in orde zijn. Het stadsbestuur begeeft zich hiermee volgens ons dan ook op glad ijs. Het ligt er vingerdik op: sinds bijna tien jaar doet het stadsbestuur vele pogingen om deze overtreding te regulariseren. Het nu voorliggende RUP, de ultieme poging, is het sprekend bewijs dat men met alle middelen de hand boven het hoofd houdt van een overtreder. Deze manier van werken kan ook andere bedrijven inspireren om iets gelijkaardigs te vragen. Wij denken dat het misschien wijzer is om dergelijk geval door een rechtbank te laten beslissen. Een RUP kost bovendien veel geld en wordt eigenlijk gemaakt om een zone meer leefbaar te maken en niet om één persoon ter wille te zijn. Tussen haakjes: kunt u ons eventjes een idee geven van wat de kostprijs is van dit RUP op dit ogenblik en wat het uiteindelijk zal kosten? De collegebeslissing van 1 juni 2015 tot inkrimping van de plancontour vinden wij in ieder geval onbegrijpelijk. En op het berek, moet ik zeggen, hadden wij eventjes de indruk dat de bevoegde schepen - volgens ons, als dat zo was, geheel terecht - toch wel wat moeite of enige aarzeling heeft om deze collegebeslissing te verdedigen. Of vergissen wij ons? Tenslotte nog dit. Diverse buurtbewoners die ik in voorbereiding van deze zitting en deze tussenkomst aansprak zijn ontsteld. Zij kregen oorspronkelijk brieven in de bus met heel wat info over de eerste versie van het RUP. Zij leefden mee. Nu staan zij echt versteld dat alles op die manier afgeblazen wordt. Onze fractie zal zich straks bij de stemming in ieder geval onthouden op dit punt. Ik dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mevrouw Ryelandt. Raadslid Mareen Ryelandt. - Voorzitter, collega’s. Ik wil ook een bezorgdheid uiten maar toch iets genuanceerder dan deze van de collega voor mij. Het is jammer natuurlijk dat het RUP een zakdoekformaat heeft gekregen. Ik weet, het was de bedoeling van de stad om daar ruimer een RUP te kunnen opmaken waardoor er uiteraard een principe van gelijkheid onder de verschillende uitbaters van die glas- en tuinbouw zou kunnen gerespecteerd worden. Men was daar verplicht - dat is juist: met een gunstig planologisch attest kan je geen kant meer uit - om daar een RUP te gaan opmaken want anders riskeer je daar procedures. Dat is juist. Maar het is uiteraard jammer dat het een ingekrompen versie geworden is van het RUP. Ik zeg het, de bedoeling was eigenlijk wel goed: de verkoopsoppervlakte van die glas- en tuinbouw te gaan beperken - wat eigenlijk ook wel de bezorgdheid was van de omwonenden. Beperken in die zin dat het maximaal 10 procent zou zijn van de oppervlakte of maximaal 500 vierkante meter verkoopsoppervlakte, wat zeker een goede zaak zou geweest zijn. Mijn vrees inderdaad is dat de stad met een RUP te maken op maat van één enkel bedrijf - wij kennen ook de rechtspraak van de Raad van State in die zin (het is dus niet de rechtbank met de Raad van State die daarover beslist) - toch wel de weg effent voor eventuele andere misnoegde uitbaters van glas- en tuinbouw om desnoods inderdaad een procedure op te starten wegens schending van het gelijkheidsbeginsel. Dus ik zou zeggen: voorzichtigheid is zeker geboden. De intenties waren goed. Ik hoop dat in de toekomst dat principe van gelijkheid toch zou kunnen gerespecteerd worden. En wij houden ons hart vast, dat er daar geen procedures uit voortvloeien. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Bruynooghe. Raadslid Arnold Bruynooghe. - Dank u wel, voorzitter. Onze fractie sluit zich aan bij wat de andere fracties zeggen. Het kan inderdaad niet dat als zowel Gewest als Provincie een ongunstig advies geven, daar dan een tweede RUP gemaakt wordt op maat van één onderneming, terwijl de inwoners daar helemaal ongelukkig mee zijn. Dan kunnen wij niet anders dan ook ons onthouden voor wat betreft dit punt. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Nog collega’s? Neen? Mijnheer de schepen. Schepen Franky Demon. - Dank u wel, vooral aan mevrouw Ryelandt, voor de correcte weergave. U, mijnheer Daels, zou bijna vergeten dat de N-VA vorige legislatuur in het bestuur zat die dat planologisch attest heeft gegeven. Dus u zit in een bestuur en klaarblijkelijk neemt u dan ook uw verantwoordelijkheid niet.
9
gemeenteraad 26 januari 2016
Want als een bestuur een planologisch attest geeft, dan wil dat zeggen dat je een ruimtelijke uitvoeringsplan moet maken. Wij hebben effectief geprobeerd een volledig ruimtelijk uitvoeringsplan te maken voor de agrarische zone tussen de Pastoriestraat, de Zandstraat, de Grote Moerstraat en de Hoge Weg. Wij zijn daarmee naar de buurt gegaan en wij hebben, mevrouw Ryelandt, daar voorgesteld om verkoopsruimten van niet meer dan 10 procent toe te laten met een maximumoppervlakte van 500 vierkante meter. Als wij de buurt hoorden waren ze als ik het verslag lees, maar ik heb waarschijnlijk een ander verslag gelezen dan mijnheer Daels vooral bang dat het ook zou uitbreiden naar andere glas- en tuinbouw. Wij vonden het gelijkheidsprincipe belangrijk: dat iedereen diezelfde uitbreidingskansen kon krijgen. Dat is niet weerhouden door het Gewest en door de Provincie, zij hebben gezegd: u moet u houden aan het planologisch attest dat er gegeven is. Toch eventjes meegeven, ook voor het concurrentiebeding, dat er een Vlaamse wetgeving bestaat waardoor er bij zonevreemde functiewijzigingen altijd tot 100 vierkante meter verkoopsruimte kan gegeven worden. Dus ook voor die andere glas- en tuinbouw is er iets mogelijk. Maar wij maken net, en je moet de mensen niet bang maken, zo een RUP op om geen Floralux te gaan krijgen. Dus ik denk dat wij toch enige deontologische eerlijkheid moeten hebben in het verslag dat u brengt. En nogmaals dank aan mevrouw Ryelandt, want dat was een volledig correct verslag. Voorzitter André Van Nieuwkerke. – Nog collega’s? Neen? N-VA, Groen en Vlaams Belang onthouden zich; de overige raadsleden keuren goed. De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad neemt kennis van de voorschriften RUP Glas- en tuinbouw te Sint-Andries d.d. december 2015 met het aangepaste plangebied en bijhorende voorschriften. Artikel 2 Het voorontwerp gemeentelijk RUP Glas- en tuinbouw te Sint-Andries wordt principieel goedgekeurd en de goedkeuringsprocedure wordt opgestart.
Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Punt 6, Unesco dossier. 6.
Unesco – Ruimtelijke ordening – uitbetaling restauratiepremie Filips de Goedelaan 20.
Schepen Franky Demon. - Punt 6 is de uitbetaling van de restauratiepremie voor de Filips de Goedelaan 20. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Akkoord, collega’s? De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 Er wordt een toelage van 18.750 euro toegekend als stadstussenkomst voor de herstellingswerkzaamheden aan de gevels en bedaking van het pand Filips de Goedelaan 20, 8000 Brugge. Deze kunstige herstelling wordt beschouwd als zijnde uitgevoerd wegens openbaar nut. Artikel 2 De stadstoelage wordt slechts uitbetaald na het verlijden van een akte van erfdienstbaarheid "non- modificandi" op de gerestaureerde delen. Deze akte zal ook voorzien dat de stad Brugge het recht heeft om de nodige werken uit te voeren op kosten van de eigenaars die hun verbintenissen niet naleven. De kosten van deze akte vallen voor de helft ten laste van het stadsbestuur. Artikel 3 Ingeval van verkoop van het gebouw binnen een periode van 10 jaar na datum van
10
gemeenteraad 26 januari 2016
uitbetaling van de toelage, is deze integraal terug te betalen door de verkrijger. De erfdienstbaarheid "non-modificandi" blijft gevestigd. Artikel 4 Deze uitgave zal benomen worden op beleidsitem BI072000, actie RB072000, rekening 66420000 2016.
Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Punt 7. 7.
Sectoren NWO – Ruimtelijke ordening – Groene-Poortdreef 40 – Casembroot bvba – verkavelen van 4 percelen in 25 kavels en 2 appartementsblokken met inbegrip van wegenisaanleg – voorgestelde rooilijnen, de kosteloze grondafstand en de zaak der wegen – goedkeuring.
Schepen Franky Demon. - Punt 7 is Groene-Poortdreef 40: het verkavelen van 4 percelen in 25 kavels en 2 appartementsblokken, met inbegrip van wegenisaanleg. Wat hier voorligt zijn de voorgestelde rooilijnen, de kosteloze grondafstand en de zaak der wegen. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Akkoord? Mevrouw Ryelandt. Mevrouw Marleen Ryelandt. - Ik heb de bemerkingen ook in het berek gemaakt maar zal ze hier misschien nogmaals meegeven. Bij verkavelingen is er meestal een MER-screening noodzakelijk. Een MER-screening heeft de bedoeling om zicht te krijgen op de mogelijke milieueffecten, of die al dan niet significant zijn. Ik heb gezien dat er daar in het dossier een typeformulier zit om die MER-screening weer te geven. Ik denk dat het met die voorstelling op dat typeformulier moeilijk is om in te schatten wat nu de mogelijke milieu-effecten zijn naar de omgeving toe op het vlak van mobiliteit, bezonning enzovoort. Dus ik zou toch vragen naar de dienst toe dat bij verkavelingsaanvraagdossiers een meer uitgebreide MER-screening in het dossier zou kunnen gestopt worden, zodanig dat omwonenden als zij interesse hebben om dat dossier in te zien ook meer kunnen vernemen over de mogelijke milieueffecten. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Nog collega’s? Neen? Mijnheer de schepen. Schepen Franky Demon. - Zoals op het berek gezegd is dat een standaardformulier. Maar heel belangrijk is daarbij te vermelden dat onze dossierbehandelaars, onze GSA’s, toch altijd heel goed controleren of alles wel voldoende onderzocht is. En als zij nog maar ergens iets vinden in de MER dat naar hun mening niet voldoende onderzocht is, wordt er extra opdracht gegeven aan de ontwikkelaar om dit te onderzoeken. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Akkoord met dit punt, collega’s? De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad keurt de voorgestelde rooilijnen, de kosteloze grondafstand en de zaak der wegen goed.
Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Dan zijn wij nu toe aan punt 8: de definitieve vaststelling van het mobiliteitsplan. Schepen Lambrecht. 8.
Mobiliteit – mobiliteitsplan – definitieve vaststelling.
Schepen Annick Lambrecht. - Goede avond, collega’s, Ik heb voor iedereen een blad op tafel laten leggen met toch wel twee belangrijke boodschappen om nog een beetje mee te zijn in het hele verhaal van het mobiliteitsplan. Vijftien september was er de voorlopige vaststelling in de gemeenteraad. Ondertussen zijn alle adviesraden doorlopen, is er een infobrochure verdeeld aan Bruggelingen, zijn er ook verschillende infomarkten in de deelgemeenten geweest en kregen wij op 14 december dan het gunstig advies van de kwaliteitsadviseur van Vlaanderen. Met dat mobiliteitsplan is men ook terug naar het college geweest en nu ligt het voor op de gemeenteraad. Vorige keer in september heb ik heel
11
gemeenteraad 26 januari 2016
uitvoerig uitgelegd aan jullie wat wij als vier krachtlijnen nemen in dat nieuw mobiliteitsplan voor Brugge. Ik overloop even, heel kort. Een eerste krachtlijn gaat over het parkeren, dat eenvoudiger en duidelijker zal worden. Een tweede krachtlijn gaat over verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid boven alles. Een derde krachtlijn - en dat is waar er een wijziging aan is opgetreden vanavond, ik wil uw aandacht daarop vestigen - gaat over het weren van het zwaar verkeer in de binnenstad. De vierde krachtlijn gaat over het busverkeer in de binnenstad. Uiteraard ook in de deelgemeenten, want het mobiliteitsplan gaat over binnenstad en deelgemeenten. Even kort toelichten wat de wijziging is die nu nog is aangebracht aan het mobiliteitsplan. Wij hadden een systeem in Brugge van laden en lossen waar een beetje alles kon en alles mocht. Wij hebben dat toch wat willen regelen en wij gaan nu een beperking van laden en lossen invoeren voor voertuigen tussen 3,5 en 10 ton. Zij mogen lossen en laden van 6 uur ’s morgens tot 11 uur en van 19 uur tot 22 uur. Wat is het verschil met de vorige keer? Dat wij van 10 uur naar 11 uur verschoven zijn op vraag van de vele, vele handelaars die zeiden: om 10 uur gaat het maar juist open, alstublieft, geef ons een beetje speling, geef ons een klein beetje meer, wij gaan het veel beter kunnen bolwerken. Wat is er nog veranderd? Dat wij van 3,5 ton tot 10 ton in beladen toestand gaan in plaats van 7,5 ton, omdat dit ook een beetje meer speling gaf voor het gros van de kleine vrachtwagens die in Brugge rond rijden. Het is wel zo dat alles boven de 10 ton verboden blijft in onze historische binnenstad, tenzij uiteraard er daar een speciale vergunning voor is. Ik denk maar aan bouwwerken en grote kranen die uiteraard de binnenstad moeten kunnen binnen komen. Dit is eigenlijk de voorgestelde wijziging, voor de rest blijft het mobiliteitsplan zoals het de vorige keer werd toegelicht volledig hetzelfde. Wij hopen natuurlijk heel erg op uw goedkeuring zodat wij heel snel van start kunnen gaan met het plan voor toch wel een vernieuwde mobiliteit in Brugge. Wij willen vooral gaan voor een veel leefbaarder, verkeersveiliger stad om in te wonen, ook de deelgemeenten zouden leefbaarder moeten worden met alle actiepunten, met alle maatregelen hierin opgenomen. Ik dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mevrouw Soete. Raadslid Ann Soete. - Voorzitter, collega’s. Er is al heel veel gezegd over mobiliteit. Als wij nu vanavond nog eens een rondje gaan doen dan kunnen wij alleen maar, denk ik, enkele zaken herhalen. Wij zijn er ons als N-VA van bewust dat het actualiseren van de mobiliteit noodzakelijk is als een stad veranderingen ondergaat, en Brugge heeft die veranderingen ondergaan in de laatste jaren. Er zijn steeds meer toeristen gekomen wat uiteraard veel meer verkeer met zich meebrengt, steeds meer auto’s maar dat is in iedere stad zo, dat is in iedere gemeente zo. Men gaat steeds meer zich verplaatsen om te shoppen, om te gaan reizen enzovoort, enzovoort. Wij zijn er ons ook van bewust dat het aangenaam is - wij zijn daar zeker absoluut niet tegen - om te winkelen in een verkeersvrije straat. Maar wij moeten toch ook stilstaan bij de gevolgen daarvan. Want als men een mobiliteitsplan gaat opstellen dan lijkt het soms meer op wat pesterijen dan dat het bijdraagt aan het comfort van de bewoner of van de bezoeker. Wij stellen ons weer de vraag: waar zit de algemene visie achter het mobiliteitsplan? [De burgemeester verzucht: “Het is weer hetzelfde.” Raadslid Soete beaamt:] Uiteraard is het weer hetzelfde, uiteraard, maar wij kunnen ook niet anders. Want wat is er nu veranderd? De enige verandering is dat men van 7,5 naar 10 ton gaat. Kijk nu eens naar de camions die komen om de horeca te beleveren en kijk maar eens hoe zwaar die camions zijn. Hoe gaat men dat oplossen? Twee, de vensteruren waarin men kan lossen. Ik weet niet of er al eens iemand heeft nagedacht wat het gevoel moet zijn voor de mensen die in de omgeving wonen van een horecazaak of een hotel waar men ’s morgens om 6 uur met een frigocamion zoals wij dat noemen voor uw deur komt staan en een half uur of een uur staat te lossen. Ik geef het u op een blaadje: het zal niet lang duren of u zal de helft van de binnenstad over uw hoofd heen krijgen. Wij moeten ons ook de vraag stellen: als je zegt, er komen op die en die dag geen auto’s meer in de binnenstad, waar ga je met die auto’s naar toe? Hoe zit het met uw park & ride? Waar zijn uw randparkings? Waar is uw verbinding naar uw randparkings? Dat is trouwens een vraag die via verschillende raden ook geuit geweest is.
12
gemeenteraad 26 januari 2016
Waar zit uw stopprincipe? Hoe zit het met uw voetgangers? Met de voetpaden die op sommige plaatsen toch ook wel in een erbarmelijke staat zijn? Hoe zit het met de blokkage van de straten die niet verkeersvrij zijn maar die onbereikbaar geworden zijn doordat je bepaalde straten afsluit? Want ook daar is er blijkbaar niet echt een plan voor. Of mensen moeten een kaart gaan vragen om door te kunnen enzovoort, enzovoort, maar blijkbaar is dat allemaal toch niet zo evident en moeten die mensen een ganse procedure doorlopen. Hoe zit het met de parkings in het centrum die nu nog door bewoners en door handelaars gebruikt worden? Hoe ga je dat afdwingbaar maken zodanig dat de mensen die van die parkings gebruik maken die nog verder kunnen gebruiken - mensen die in de binnenstad wonen die nog naar hun eigen parking gaan, die zij bijvoorbeeld voor een termijn huren. Hebt u gedacht aan de parkeerproblematiek voor de werknemers? Of blijft het zoals het is? De ondergrondse parking van de Bevrijdingslaan wordt plots niet meer opgenomen: geen enkele motivatie daarvoor. Wat draagt het verkeersvrij houden van een aantal straten bij tot de leefbaarheid voor de mensen die daarrond wonen - niet voor de mensen die op die assen wonen want die zijn er niet zoveel meer, maar wel voor de mensen die er rond wonen? En denkt u echt dat men ’s avonds tussen 7 en 10 uur zal komen leveren in de stad? Wie denkt u daarvoor bereid te kunnen vinden? U zit hier nu de grote victorie te kraaien van “wij hebben naar iedereen geluisterd” en “wij hebben dit en wij hebben dat” maar er zit totaal geen visie achter uw plan. U heeft totaal geen visie van wat u met die auto’s gaat doen en waar die auto’s naar toe moeten. U zegt gewoon: stop ermee, het is gedaan - en dat is het. Ik zou daar graag een verklaring voor hebben, mevrouw, want uw randparkings, dat is een grote luchtbel. Er is helemaal niets geregeld: geen shuttles naar de randparkings, geen bussen naar de randparkings, geen visie op het buiten de stad parkeren, geen extra parkings. Alles wordt afgeschaft, maar u denkt er niet aan dat een binnenstad toch iets meer moet zijn dan een gehucht met wat hippe cafés en misschien eens een nieuwe koffiebar. Een binnenstad leeft van authentieke winkels. En zoals u nu bezig bent, wij hebben het in punt 1 ook al gezien (“Wij moeten afwachten wanneer wij die straten gaan open stellen want wij zitten in een procedure en wij kunnen niet zeggen hoelang dit gaat duren.”): als u op die manier met de handelaars en met de bewoners omgaat dan moet u niet verwonderd zijn over de punten die u krijgt van de bevolking. Ik dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Goderis. Raadslid Mathijs Goderis. - Goede avond collega’s. In tegenstelling tot de N-VA fractie is het niet mijn bedoeling om in herhaling te vallen of het debat van september nog eens over te doen. Wij hebben toen al benadrukt dat dit plan gestoeld is op een grondige analyse, dat het goed onderbouwd is en dat er heel wat raakpunten zijn met andere beleidsdomeinen en andere beleidsplannen - iets wat wij zeer goed vinden. Misschien nog het belangrijkste van al aan dit plan is de brede inspraak. Ik wil nog eens aanhalen dat dit plan gebaseerd is op 1.900 voorstellen van meer dan 1.000 Bruggelingen. Het is dus eigenlijk een plan van de Bruggelingen voor de Bruggelingen. En mensen die aanvankelijk wat twijfels hadden of zelfs tegenstanders waren zijn ondertussen overtuigd zo niet fervente voorstanders, en dat geldt niet in het minst voor de Brugse handelaars. Het is ook vanuit hun insteek dat wij nog deze twee wijzigingen aangebracht hebben: de aanpassing van de venstertijden en de tonnagebeperking. Dat bewijst dat het stadsbestuur open staat voor positieve suggesties. Dat alles sterkt ons in de overtuiging dat Brugge rijp is om het leven in onze stad op een andere manier te organiseren. Want eigenlijk is dat de ware ambitie van het plan: het leven in onze stad anders organiseren. Leven is bewegen en bewegen is mobiliteit. Mobiliteit is dus meer dan enkel verkeersstromen. Of het nu gaat om wonen, om werken, om zorg, om inkopen: alles wordt bepaald door mobiliteit. En het komt erop aan om al die noden te verzoenen in een leefbare- en een levendige stad. Vorige mobiliteitsplannen, toen N-VA en VLD nog mee bestuurden hebben ongetwijfeld hun verdienste gehad maar het was dringend nodig om het totaalplaatje eens opnieuw te bekijken met een frisse en een open blik. En dat is net wat dit plan doet. Door zijn vernieuwende en ambitieuze visie legt het de fundamenten voor een nieuwe mobiliteit op mensenmaat. Wij geven de straat terug aan de Bruggelingen in de wijken, in de deelgemeenten en in het centrum, en wij zorgen ervoor dat het terug aangenaam en veilig vertoeven wordt in Brugge. Dat doen wij door telkens pakketten van maatregelen te nemen die verbonden zijn met elkaar en die elkaars effecten afwegen of neutraliseren. Ik begrijp dan ook echt niet de kritiek van mevrouw Soete dat er geen enkele visie achter dit plan zit. Het is duidelijk dat er uit dit plan een coherente visie spreekt. Denk maar aan het parkeerbeleid of de bussen door het centrum. Onze fractie heeft dan ook veel lof voor de mobiliteitsdienst, de politie en alle diensten die aan dit plan hebben bijgedragen. Het is absoluut geen sinecure geweest om zo een omvangrijk plan van
13
gemeenteraad 26 januari 2016
dergelijke ambitie neer te leggen. En als dat plan is wat het vandaag is, is dat voor een groot stuk te danken aan de inzet, het doorzettingsvermogen en de passie waarmee deze diensten en schepen Annick Lambrecht de afgelopen maanden gewerkt hebben. Een bedanking is hier dan ook op zijn plaats. Maar uiteraard is dit het plan van een hele bestuursploeg dus willen wij die dan ook in zijn volledigheid feliciteren. Nu er zich een ruim draagvlak heeft ontwikkeld en zelfs criticasters overstag gaan, beginnen de eerste vragen naar een versnelde- of een bredere invoering al te rijzen. Vanuit onze fractie zijn wij zeer blij met dit enthousiasme maar tegelijkertijd zijn wij tevreden met het voornemen van het stadsbestuur om stap voor stap en niet overhaast tewerk te gaan. Andere centrumsteden in Vlaanderen leren ons wat er gebeurt als je dat doet. Dat neemt uiteraard niet weg dat we wanneer alle omstandigheden het toelaten, bepaalde maatregelen sneller of breder dan aanvankelijk gepland kunnen invoeren. Tenslotte nog over de bussen. Op dat vlak heeft onze gemeenteraad hier reeds een krachtig signaal gegeven, ik herinner mij nog goed maart vorig jaar, toen wij ons unaniem uitspraken tegen de vele grote bussen in onze binnenstad. Ondertussen zijn de eerste stappen gezet om dit probleem aan te pakken. De gesprekken met De Lijn zijn niet steeds makkelijk geweest maar wij kunnen op zijn minst zeggen dat zij ons niet aan het lijntje hebben gehouden. Voor sommige mensen zal het wellicht eventjes aanpassen zijn nu niet meer elke bus door het centrum rijdt. Maar ik hoop dat deze maatregelen dezelfde unanieme steun krijgen als in maart, en dat niemand zich verschuilt achter praktische problemen en tijdelijke bezwaren. Ik hoop ook dat wij op alle fracties kunnen rekenen, zeker diegene die vertegenwoordigd zijn in de Vlaamse regering, om steun te krijgen in Brussel voor het verhaal van kleine bussen in Brugge. Namens de sp.a-fractie wil ik nogmaals iedereen die meegewerkt heeft aan dit plan bedanken. Ik heb het al gezegd: het is een plan van de Bruggelingen voor de Bruggelingen, het is een richting die wij met zijn allen gekozen hebben om uit te gaan. Ik durf dan ook rekenen op een brede steun voor dit plan en wens het college veel succes met de uitvoering. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Pillen. Raadslid Jasper Pillen. - Goede avond, op mijn beurt, aan iedereen. Open VLD was in september, ondanks het feit dat wij een oppositiepartij zijn, een kritische oppositiepartij, positief over het voorliggende plan. Wij zijn dat uiteraard nog steeds, maar wel met één rode draad en dat is een beetje de rode draad altijd al geweest in ons beleid omtrent mobiliteit in Brugge: wij zijn voor autoluw maar wij zijn niet autoschuw. Ik denk dat het toch wel zeer belangrijk is om dat als inleiding hier te herhalen. Nog als inleiding: een bedenking die inderdaad al eerder is gemaakt. Wij hebben dat hier in september goedgekeurd - sommigen hebben dat goedgekeurd, anderen waren daar iets kritischer over. De mensen van de stad - en ere wie ere toekomst, chapeau aan al die mensen - zijn de boer opgegaan met een nieuw concept. Een concept waar wij over kunnen discussiëren, waar wij (denk ik) moeten over discussiëren. Maar wat er bijvoorbeeld wel zeer goed was: dat jullie die in het stadhuis gezet hebben, in het Concertgebouw, in het station. De infomarkten zijn echt naar de Bruggeling toegekomen en ook dat is zeer positief. Veel mensen hebben die infomarkten bezocht, ik ben er ook op een aantal geweest. En wat zie je nu? Dat er - op basis van een vraag uit de sector - eigenlijk maar één opmerking nog aan toegevoegd is. Dus ofwel waren al die bezoekers gigantisch tevreden en zijn ze daar allemaal echt content geweest en enthousiast - ofwel is er met de negatieve commentaren totaal geen rekening gehouden geweest. Ik heb een vermoeden welke van de twee opties het is maar ik laat het hier nog in het midden, het kan misschien straks beantwoord worden. Er zijn drie thema’s waar ik kort iets zou willen over zeggen: ten eerste de communicatie, ten tweede het parkeren en ten derde de bussen. De communicatie omtrent die autoluwe straten. Straks gaan wij hier dat mobiliteitsplan goedkeuren. De volgende stap zal zeer belangrijk zijn: het communiceren naar de bezoekers toe. Uiteraard naar de Bruggeling toe, dat staat denk ik als een paal boven water, maar wij moeten ook onze bezoekers ten gepaste tijde zo snel mogelijk en zo goed mogelijk gaan informeren. De Bevrijdingslaan, de Bloedput en in mindere mate - ik moet zeggen, ik geloof daar weinig in dat dit opeens niet meer zal gebruikt worden - het station en de Boeverie zullen steeds de invalswegen blijven en het zullen ook steeds flessenhalzen blijven. Ik denk dus absoluut dat na het aannemen van dit mobiliteitsplan een heel duidelijke communicatie naar die bezoekers van belang is. Al van op de N31, van op de N49, moeten wij de mensen leiden, hen duidelijk maken waar zij wel heen kunnen met hun wagen. Ik ben onlangs naar Amsterdam geweest, en je moet dat allemaal eens proberen. Als je intikt ik wil naar Amsterdam in Google (je tikt dat natuurlijk zomaar niet in, maar
14
gemeenteraad 26 januari 2016
je hebt zin om naar Amsterdam te gaan en je weegt verschillende opties af), dan kom je eigenlijk alleen maar websites tegen van randparkings, van voordelig ondergronds parkeren, en van circulatieplannen. Ik denk dat dat nog meer dan vandaag de dag het geval moet zijn met Brugge: dat mensen echt worden geleid naar die parkeerplaatsen. Parkeerplaatsen, zeer belangrijk, het was ook bij de voorgangster - twee sprekers voor mij - toch wel een belangrijk punt. Wij steunen uiteraard de plannen voor nieuwe ondergrondse parkings: het Weylerhof en uiteraard de uitbreiding van ’t Zand onder het Concertgebouw. Maar hier zit je toch met een risico, en hier moet zeer, zeer snel werk van gemaakt worden, mevrouw de schepen, mijnheer de burgemeester. Waarom? Je zit met een enorm risico. Je sluit je straten af, zo’n nieuws gaat snel rond, zo’n nieuws zal ook op internet gelezen worden. Maar er zijn naar mijn weten nog geen concrete plannen, laat staan dat er al eerste spadesteken en dergelijk meer zijn, voor ondergrondse parkings op die locaties. Dus tussen het aannemen van het mobiliteitsplan (een mobiliteitsplan waar wij in principe achter staan) en anderzijds de eerste steenlegging laat staan de eerste opening van de nieuwe parkeerfaciliteiten. daar zal - laat ons daar niet flauw over doen - enige tijd (om niet te zeggen jaren) overgaan. Dat is, denk ik en denken wij met Open VLD, een potentieel risico voor het klimaat, ik bedoel dan het handelsklimaat, het uitgangsklimaat in onze stad. Zeker als je daarbij nog eens bovengronds toch wel een beetje verder snoeit in het aanbod. Er zijn toch een aantal punten opgesomd - ik denk dan aan de Predikherenrei, de Garenmarkt en als ik mij niet vergis de Boomgaardstraat - waar er mogelijkheid is tot het schrappen van bovengrondse parkeerplaatsen. Gisteren hebben wij, een aantal collega’s waren er op aanwezig, een samenkomst gehad van de stedelijke werkgroep verkeer, onder de deskundige leiding van de politie. Daar zijn toch ook alweer - weliswaar om verkeerstechnische redenen, niet omwille van politieke redenen in de Brugse binnenstad opnieuw rond de tien, twaalf parkeerplaatsen geschrapt geweest. Dat is toch een tendens die men blijft zien, die wij ook opnieuw in dit plan zien en waar ik toch opnieuw moet voor waarschuwen. Dan de randparkings en de park + ride parkings. Dat is helaas niet veranderd. Wij zijn ondertussen al weer drie maanden verder, wij zijn drie jaar verder in deze legislatuur, en wij zitten hier nog altijd met een tekst van een beleidsplan die zegt: wij streven naar shuttles, wij trachten shuttles te creëren, wij trachten deelfietsen en accommodatie te creëren op die randparkings. Dat is niet genoeg. Dat is echt niet genoeg na drie jaar. En nu, drie maanden na het aannemen van de oorspronkelijk tekst, zijn hier nog altijd geen zichtbare stappen gezet geweest. Het is echt een illusie - en laten wij stoppen met het aan elkaar wijs te maken - om te denken dat de mensen zelf de weg gaan vinden naar zo een park + ride parking en dat zij dan nog eens zonder informatie over de aansluiting met de bus, zonder mogelijkheid om snel naar het toilet te gaan of een afdak te vinden als het regent, die parking zullen gebruiken. Ik geloof daar niet in, en ik denk dat heel weinig mensen daarin geloven, in de manier waarop het nu is. De randparking daarentegen dat is iets waar ik wel in geloof. Dat zijn parkings dichter bij het ei van Brugge, dat is iets waar wij met Open VLD wel in geloven. Maar daar, denk ik, moeten wij toch durven ambitieuzer zijn, mevrouw de schepen. U heeft het altijd over klimaat en over groen en over dergelijke meer. U heeft daarin honderd procent gelijk, ook daarin heeft u honderd procent gelijk, maar dan is het toch ronduit een foute keuze om bijvoorbeeld een strook zoals de Altebij te gaan opofferen aan een betonnen vlakte. Wij moeten daar durven ambitieuzer in zijn en die randparkings dichtbij de stad (er zijn nog een aantal locaties die geregeld ter sprake komen) moeten gewoon onder de grond gaan. Het is absoluut geen goed beleid om bovengronds extra betonnen vlaktes aan te leggen vlakbij de stad op zo’n goede locaties. Dat is zowel ruimtelijk als naar energie als naar groen totale onzin. Nog over parkeren: wij dringen met de VLD nu aan op een zeer, zeer, snelle implementatie van het kortparkeren in de deelgemeenten voor de handelaars. Dat is een enorme vraag van de handelaars. Wij hebben heel veel contact met die mensen, uiteraard, en die vraag zie je telkens opnieuw heel veel terugkeren (dat is trouwens ook een vraag van de klanten). Dus ik denk dat als je er iets moet uitlichten uit dit zeer robuuste plan, dit iets is dat wij zeer snel moeten gaan implementeren. Een laatste puntje in verband met dat parkeren, een vreemde situatie die mij opgevallen is. Ik heb nog eens een rondvraag gedaan de laatste weken bij een aantal Bruggelingen daaromtrent of zij dat überhaupt wel weten en ik heb moeten vaststellen dat zelfs collega’s hier in de gemeenteraad dat eigenlijk niet door hebben. Jullie kiezen terecht, zeer terecht, dat was trouwens ook een van onze voorstellen in de campagne, voor het éénmaken van de parkeerzone in de Brugse binnenstad zodat mensen die op de grens wonen van wat vroeger de blauwe en de gele zone was niet moeten zeggen in die straat mag ik niet staan, ik moet in die gaan staan ondanks het feit dat die straat dichter bij hun huis is dan de andere straat. Dus met die toestanden wordt er komaf gemaakt. Maar wat zie je? Dat in de blauwe kring rond de stad wel dat onderscheid zal gemaakt worden. En
15
gemeenteraad 26 januari 2016
dat betekent dus dat een Bruggeling zoals bijvoorbeeld mijn goede collega hier naast mij die woonachtig is in Christus-Koning, niet haar auto kan nemen en bij regenweer bijvoorbeeld kan rijden naar Assebroek om daar op bezoek te gaan bij vrienden of om daar op bezoek te gaan bij familie - of wat dan ook, het zijn eigenlijk mijn zaken helemaal niet wat zij daar te doen heeft. Maar dat is dus de situatie die wij nu gaan creëren. Wij gaan uniformiseren, wij gaan het gemakkelijker maken voor de Bruggeling in de binnenstad, binnen het ei. Maar de Bruggeling die net op vijf minuutjes wandelen (want dat is de vijf-minutennorm) buiten die binnenstad woont, die gaan wij het wat moeilijk maken. Ik heb alle begrip voor de ratio daarachter, en het staat ook in het plan. Sint-Lucas, waar mensen natuurlijk niet willen betalen als ze in de straat kunnen staan voor Sint-Lucas. Ik denk bijvoorbeeld aan het station, Sint-Lucas, noem maar op, en nog een aantal van die andere hot spots: dat je die uitsluit is logisch. Maar als je als algemene regel die opsplitsing maakt in je deelgemeenten dan, denk ik, zit je toch met een foute keuze. En ik vind het ook zeer vreemd dat daar niet meer reactie op gekomen is. Ik heb daar toch alvast enige reacties op gekregen - vooral als je er zelf mee afkomt trouwens. Het laatste puntje van deze tussenkomst zijn de bussen. Ik moet zeggen, burgemeester, u heeft gelijk gehad. Ik heb uw verklaringen over het feit dat het moeilijk is om met De Lijn te communiceren altijd met een korreltje zout genomen. U heeft gelijk gehad, de manier waarop de communicatie van de wijzigingen vanaf het begin van dit jaar is aangepakt geweest, is gewoon rampzalig. Ik denk dat er niemand in Brugge is die nog weet langs waar zijn bus nu precies rijdt. Iedere aanpassing is natuurlijk een aanpassing, dat is ook voor de klant het geval, de klanten moeten ook een nieuwe reisroute vastleggen. Maar het is rampzalig hoe dat aangepakt is geweest. En ik denk burgemeester - want dat straalt af op u, ik moet u dat niet zeggen, met uw ervaring weet u dat – dat u nu zelf uw verantwoordelijkheid zal moeten nemen en zelf de Bruggeling zal moeten gaan informeren, want het is een echt zootje. Het verleggen van dat traject kan inderdaad sympathiek gevonden worden, zeker voor de mensen die graag eens gaan shoppen in onze winkelstraten. De mensen in de Zuidzandstraat daarentegen zijn iets minder gelukkig want die zeggen: horen wij daar niet bij misschien, bij de autoluwe winkelstraten, waarom krijgen wij niet dezelfde voordelen als de collega’s in de andere straten? En uiteraard - en dat vond ik toch een beetje flauw in uw communicatie - maakt u de mensen, de handelaars zeer tevreden in de autoluwe zijstraten. En wat doet u? U jaagt nu de helft van die bussen langs de Heilige Geeststraat, langs de Sint-Salvatorskathedraal, langs de Dijver. Ik kan u verzekeren: de mensen die daar wonen - en daar wonen er meer dan in de Steenstraat - zijn daar zeer, zeer, zeer ongelukkig mee. En ik moet u er toch nog eens aan herinneren - ik hoop dat het er van komt en ik neem ook akte van de oproep van mijn sp.a collega: quid kleine busjes. Hoe zit het met de kleine busjes? Ze zijn beloofd geweest in 2012, dus maak daar alstublieft werk van. Kijk voor een alternatieve financiering desnoods, ik weet het niet, maar wij moeten daar absoluut werk van maken. U is daarmee naar de kiezer gegaan in 2012 en daar moeten wij toch absoluut blijven op hameren. Dank u wel. Open VLD zal dit mobiliteitsplan dus verder steunen, maar vraagt absoluut aandacht voor deze puntjes. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Rogissart. Raadslid Guy Rogissart. - Goede avond, voorzitter, collega’s, CD&V is verheugd dat er door het stadsbestuur adviezen werden opgevraagd rond dit mobiliteitsplan. Want daarover gaat dit punt. Het geeft ons immers nieuwe inzichten, het leert ons in het bijzonder wat onze burgers belangrijk vinden. En de vele adviezen alsook de pertinente- en gedragen voorstellen bewijzen eens te meer dat adviesraden hun nut hebben. Wij willen dan ook de mobiliteitscel en schepen Lambrecht van harte feliciteren en danken voor al deze inspanningen. Vooral ook alle adviesraden en alle burgers die input hebben gegeven willen wij van harte feliciteren. Uiteraard zal CD&V akkoord gaan met dit mobiliteitsplan, dat hebben wij al gezegd in de vorige gemeenteraad, en met de twee wijzigingen die hier voorliggen. Maar ik wil het toch eventjes hebben, want dat is de inhoud van dit punt, over de adviezen die gegeven worden door de adviesraden op de verschillende punten. Daar willen wij toch zeggen: wij begrijpen niet waarom aan verschillende adviesraden advies werd gevraagd maar niet aan de cultuurraad en ook niet aan Loko waar scholen en kinderopvang participeren. Ik denk dat mobiliteit iedereen aanbelangt, dat staat ook zo in de teksten, en dat het spijtig is dat deze adviesraden niet werden geconsulteerd. Wij begrijpen dat niet goed. Eigenlijk moeten wij het heel eenvoudig houden: in zo’n belangrijke dossiers moeten wij alle adviesraden bevragen.
16
gemeenteraad 26 januari 2016
Twee. Wij moeten toch durven stellen dat er heel wat sterke adviezen zijn gegeven. En wij moeten vaststellen dat er eigenlijk maar twee punten werden meegenomen om opgenomen te worden in dit plan. Wij vinden dit toch wel een beetje mager en dat wil ik straks ook wat staven door een drietal zorgen, een drietal adviezen die terugkeren bij verschillende adviesraden en die voor ons belangrijk zijn, die wij ook reeds in de vorige gemeenteraad hebben naar voor gebracht. Wij vragen dus dat deze adviezen toch wat serieuzer worden genomen en worden meegenomen bij het uitschrijven van het mobiliteitsplan. Daarnaast zijn er ook heel wat individuele tussenkomsten van burgers. Wij begrijpen wel dat dit punctuele vragen zijn en dat dit zeer lokaal punctueel moet worden afgetoetst. Maar daar is het belangrijk dat er een terugkoppeling gebeurt naar de burgers toe, die er recht op hebben om te weten wat er met hun punten zal gebeuren. Het mag geen inspraak worden van wij nemen het mee, neen, het moet een inspraak worden waar de adviesraden en de burgers duidelijk zien dat daar iets mee gebeurt. Ik wil dit staven - of onze fractie wil dit staven - met een drietal zorgen, adviezen, die wij terug zien komen bij verschillende adviesraden, in de adviezen van verschillende adviesraden. Eerst en vooral: wij vinden ook dat iedereen meetelt in mobiliteit. Wij zijn daarom voor een integraal beleid waar het kan, maar voor een specifiek beleid waar het moet. Wij betreuren dus het antwoord van de stad dat er in het mobiliteitsplan niet wordt ingezoomd op specifieke doelgroepen vanuit de stelling dat men mobiliteit veilig en leefbaar wil maken voor alle bevolkingsgroepen. Heel specifiek: personen met een beperking krijgen dus deze specifieke aandacht in het mobiliteitsplan niet, wat wij verkeerd vinden. Het is een opmerking die je terug vindt in drie adviesraden: de seniorenraad, de minaraad en de raad voor personen met een handicap vragen ons om dit te doen. Ik vind het spijtig dat dit niet is opgenomen want dit plan dient als een referentie om het ook uit te voeren en te implementeren en als het daar specifiek wordt in opgenomen dan zullen wij daar ook zeker rekening mee houden. Wij willen dit ook ruimer zien. Wij moeten dit niet beperken tot personen met een handicap, wij moeten dit ook uitbreiden naar specifieke doelgroepen waarvoor het echt nodig is: scholen bijvoorbeeld, en de zorgsector. Op basis van bestemmingsverkeer kan je dit gaan bekijken en zo het plan gaan verrijken naar die specifieke doelgroepen toe. Twee. Een zorg die wij ook hebben aangebracht zijn de deelgemeenten. In vele adviezen zie je duidelijk dat er vragen zijn voor die deelgemeenten. De collega van Open VLD Jasper Pillen heeft het ook al gezegd: rond dat kortparkeren zie je in het advies van de lokale economie dat gevraagd wordt om dit te doen. Het is dan ook een spijtige zaak dat dit niet in deze plannen is opgenomen en dat dit niet concreet werd uitgewerkt in de verschillende deelgemeenten. De conceptuele visie is er wel maar niet concreet vertaald naar de deelgemeenten. Wij hebben het al gezegd: wij willen een mobiliteitsplan per deelgemeente dat dan ook vertrekt vanuit de realiteit van de deelgemeenten en dat niet een mobiliteitsplan is om de problemen vanuit het centrum op te lossen. Dit, en ik herhaal, we hebben het reeds gezegd, zien wij niet in het vernieuwde mobiliteitsplan. Een laatste opmerking rond deze adviezen, en die is zeer pertinent, betreft de scholen. Wij zijn blij dat de jeugdraad dit heeft opgepikt en dat ook zij vraagt dat basisscholen moeten bereikbaar zijn met wagen en bus. En wij hebben het ook gevraagd in de vorige gemeenteraad: de ontdubbeling van de lijnen moet blijven bestaan in dit nieuwe mobiliteitsplan opdat leerlingen en kinderen veilig kunnen in- en uitstappen aan hun school. Want die scholen gaan niet weg uit de binnenstad. Die scholen blijven en die scholen moeten bereikbaar blijven. Dit is onze vraag en wij gaan zeker opvolgen dat dit ook gebeurt. Dat zijn drie adviezen die ik terug zie komen bij verschillende adviesraden. Want dit is ook wat je schrijft: het moet een terugkerende opmerking zijn, en daar zijn wij geheel mee akkoord. Maar ze zijn spijtig genoeg niet opgenomen in het vernieuwde plan. Ik wil dan nog twee opmerkingen geven rond dit mobiliteitsplan. Wij hebben altijd gezegd, en het is spijtig dat wij in die drie maanden daar geen evolutie zien, dat dit plan niet echt rationeel onderbouwd is met cijfers. Er zijn dan ook geen nieuwe aanvullingen. En er zijn een aantal voorstellen die moeten uitgeklaard worden zoals de parkeervignetten voor de werknemers of circulatieplannen, als men de autoluwe zone wil uitbreiden. Dit is niet onbelangrijk en dit hadden wij graag gezien, en wij vragen om zeker bij implementatie dit te staven. Twee, en het is ook al aangebracht door Jasper Pillen: het openbaar vervoer. Ik denk dat iedereen het er over eens is dat met de nieuwe ontsluiting, de communicatie zeer slecht was en veel beter kon. Het was in de krant dat je moest lezen waar de bussen zouden rijden vanaf 1 januari. Wij vinden dit een gedeelde verantwoordelijkheid zowel van De Lijn als van stad Brugge, want je verantwoordelijkheid stopt niet met die door te geven aan De Lijn. Ik vind het een spijtige zaak dat
17
gemeenteraad 26 januari 2016
wij in BruggeInspraak niet de nodige communicatie hebben gedaan om dat ook aan onze burgers kenbaar te maken. Ik rond af. De vele adviezen van de adviesraden, alsook de punctuele vragen vinden wij zeer rijk. Wij vragen uitdrukkelijk dat men daar rekening mee houdt en dat men bij de implementatie van het plan, en wij vragen dit met aandrang aan schepen Lambrecht, die ook zal meenemen om daar daadwerkelijk iets mee te doen, zoals het hoort bij inspraak. Dank u wel. Voorzitter André Van Nieuwkerke. – Mijnheer Mostrey. Raadslid Bruno Mostrey. - Dank u voorzitter. Goede avond, geachte collega’s, geacht college. Zoals her en der al gezegd, en wij gaan daar nu niet op terugkomen: er liggen een aantal mooie groene principes aan de basis van dit plan. Dat is een goede basis om een duurzame visie op mobiliteit uit te werken voor onze stad. Maar toch wat kanttekeningen. Heel concreet stellen wij toch wel vragen bij het inspraaktraject. Dat was soms eerder betuttelend en neigde eerder naar het verstrekken van informatie dan naar het inwinnen van visies en meningen bij de Bruggelingen. Maar goed, participatie is een werkwoord en dat installeer je niet zomaar. Dit vergt oefening. Participeren is iets wat zowel de burger als de overheid moeten leren en daar gaat er wat tijd over. Meer acuut problematisch is voor ons het nieuwe bussenplan. Zoals wij met Groen voorspeld hebben: dit plan is goed voor de twee grote winkelstraten, maar het is een immense belasting voor heel wat andere straten in het centrum. Denken wij maar aan de Ezelstraat, Naaldenstraat, SintJorisstraat enzoverder. Ook voor de reizigers is dit geen cadeau. Door het nieuwe busplan rijdt De Lijn echt met de mensen rond. De ritten duren langer, de dienstverlening neemt af en vele gebruikers van het openbaar vervoer voelen zich vandaag echt in de steek gelaten. Als wij duurzame mobiliteit willen uitwerken kan dit helemaal niet de bedoeling zijn. In plaats van er voor te zorgen dat meer deelgemeenten rechtstreeks bereikbaar zijn via de ring zonder het centrum te belasten heeft het busplan net het omgekeerde bereikt. Daarom een warme oproep aan de schepen, ook aan de burgemeester: neem deze klachten ter harte en stel snel een beter busplan op. Heel graag hoor ik hier ook al wat nieuwe perspectieven van de schepen: hoe zal dit worden aangepakt? Een ander heikel punt is dat het plan dikwijls op twee benen hinkt. Zoals bijvoorbeeld de geplande randparkings (dat zijn dus de parkings dicht bij de binnenstad zoals bijvoorbeeld Altebij): die zullen een concurrentie vormen voor de park & ride - die zijn verderaf gelegen, zoals bijvoorbeeld ter hoogte van de Steenbruggebrug. Waarom zou een automobilist stoppen aan Steenbrugge als er op de site Altebij ook nog een mogelijkheid is om te parkeren? Het is duidelijk dat dit een halfslachtige keuze is die de eigen goede intenties van het plan onderuit haalt. Jammer. Temeer omdat wegen zoals bijvoorbeeld de Baron Ruzettelaan en de Astridlaan al met behoorlijk wat autoproblemen te kampen hebben. Hier consequent kiezen voor park & rides aan de buitenrand van de Brugse deelgemeenten of ter hoogte bijvoorbeeld van de Expresweg zou de beoogde positieve effecten van dit plan en de duurzame mobiliteit vergroten. Wat ons ook tegen de borst stuit is dat dit plan behoorlijk wat voorafnames doet op het vlak van ruimtelijke ordening. Daar wijst de Gecoro ook op. Grote onderdelen van de mobiliteit afstemmen op een voetbalstadion dat er tot spijt van wie het benijdt nog lang niet staat, is voor ons een brug te ver. Mijn collega Ryelandt zal daar straks in haar interpellatie ook nog wat verder op ingaan. Dan ook nog het citydepot. De burgemeester heeft de visie toegelicht - zo bleek in het berek - dat er gekeken wordt om dit volledig als privé-initiatief uit te bouwen. Maar in onze visie heeft de stad daar ook een zeer belangrijke rol in, kwestie van genoeg de tonnages te beperken en de venstertijden goed af te stemmen. Anders zal zo’n citydepot nooit kans van slagen hebben. En daar zien wij dus een belangrijke rol van de stad als regisseur. Om te concluderen. Geef dit plan in handen van iemand die verregaand de mobiliteit wil verduurzamen en vergroenen en die persoon kan er ver mee geraken. Maar omgekeerd, komt dit plan in de handen van iemand die een status quo wil, de auto koning wil laten en de voetganger, de fietser en de gebruiker van het openbaar vervoer op een secundaire plaats zet, dan zal dit plan ook lukken. Het laat namelijk te veel ruimte open voor een halfslachtig beleid en een plan, een echt plan, moet net een uitgestippelde weg zijn om tot een doel te komen. Vanuit dat perspectief gezien schiet dit document tekort volgens ons. Wij gaan zeker niet tegenstemmen, maar ons onthouden omdat wij niet genoeg garanties hebben dat de juiste broodnodige keuzes om tot een duurzame mobiliteit in Brugge te komen gemaakt zullen worden. Wij hopen wel dat dit bestuur tot de eerste categorie van
18
gemeenteraad 26 januari 2016
welwillende hervormers behoort en er volop voor wil gaan. Dan kan dit mobiliteitsplan wel iets opleveren voor Brugge. Dank u wel. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Quataert. Raadslid Alain Quataert. - Voorzitter, collega’s, Het is inderdaad nog maar een maand of vier geleden dat wij een grote bespreking gehouden hebben, maar intussen zijn er wel een paar actuele zaken bijgekomen, waarover enkele opmerkingen. Vooreerst zijn er inderdaad, zoals reeds aangehaald, de opmerkingen van de adviesraden, zoals in het dossier te lezen valt: de minaraad, de stedelijke raad voor personen met een handicap, de seniorenadviesraad, de jeugdraad, de fietsersbond, de gecoro en de werkgroep lokale economie die laatste is ook zeer sterk betrokken partij. Het is teveel om allemaal te citeren, de opmerkingen die allemaal in die adviezen te lezen staan, en soms zijn de wensen en de belangen ook wel tegenstrijdig - wat niet onlogisch is met al die diverse invalshoeken. Maar uit al die opmerkingen van die adviesraden leer je wel in het algemeen om te beginnen dat er nog veel argwaan is (en dat is eigenlijk al geen goede zaak), en dat er nog veel pertinente vragen tot op vandaag onbeantwoord blijven. Ik denk, zoals eerder aangehaald, aan die venstertijden voor de levering in de binnenstad, hoe dat in de praktijk allemaal goed zal kunnen verlopen. Dat is eigenlijk nog allemaal afwachten en dat is nooit goed. Er zijn de voorbije jaren al heel veel presentaties en ideeën de revue gepasseerd, maar het wordt natuurlijk stilaan tijd om de daad bij het woord te voegen. Het is nu wachten op de concrete uitvoering van al die plannen. Eén plan of plannetje is toch al concreet in voege: de bussen in het centrum kregen een nieuwe route. Ik ving hierover persoonlijk toch al enige reacties op en het spijt mij het te moeten zeggen: die reacties zijn doorgaans negatief. De gewijzigde route van de bussen aan de Sint-Salvatorskerk, richting Onze Lieve Vrouwekerk en Dijver, dat wordt eigenlijk niet echt geapprecieerd door de meeste gebruikers. Het is maar een vaststelling, wij horen dat als raadsleden en het is onze taak om dat te vertolken. Dat is nog maar een begin eigenlijk: na al die vele grote plannen en discussies is dat eigenlijk een eerste zichtbaar concreet iets (of toch een van de eerste) en het wordt al niet goed onthaald. Het is ook al door collega Pillen aangehaald: de communicatie en dergelijke daaromtrent is zeer verwarrend, mensen staan te wachten aan een halte die er niet meer is. Dus laat ons hopen dat de komende aanpassingen die nog moeten ingevoerd worden na vanavond tot minder onvrede zullen leiden bij de betrokken gebruikers. Een vaststelling die ik ook maak, die mij toch opvalt met die bussen die nu omgeleid worden via de Onze Lieve Vrouwekerk, is dat er opnieuw een zogenaamde proefperiode van een jaar wordt ingelast. Nu, dat is geen domme tactiek natuurlijk. Want uiteraard treedt er intussen willens nillens toch een zekere gewenning op bij de gebruikers, en de mensen leggen zich daar na verloop van tijd bij neer. Na een jaar van proefdraaien wordt die wijziging dan definitief en al wie zich daarvoor tegen die nieuwe regeling gekant had, is al lang ontmoedigd. Dat is goed bekeken, tactisch dan toch. De burgemeester zegt graag dat hij de mensen soms tegen hun goesting gelukkig moet maken. Maar je kan natuurlijk ook mensen tegen hun goesting ongelukkig maken. Die vorm van proefperiode is niet nieuw: ook het eenrichtingsverkeer in de Assebroekse Nijverheidsstraat werd eerst drie maanden als proef ingevoerd en daarna – volledig terecht natuurlijk – definitief gemaakt. Volledig terecht uiteraard, want eenrichtingsverkeer in die Nijverheidsstraat was al jarenlang en regelmatig door enkele oppositieleden zo gevraagd, meer bepaald door mevrouw Charlotte Storme en door mezelf, middels interpellaties en schriftelijke vragen. Dus dat was zeker niet nieuw. Maar toch, wellicht om te vermijden dat men de vragen van oppositieleden in een beleidsdaad moest omzetten, beval men dan van het lumineuze idee om dat eerst tijdelijk en op proef in te voeren en daarna te evalueren. Dat is weer een fraai staaltje politique politicienne dat wij eigenlijk zouden kunnen missen. Laat ons vooral ook niet vergeten dat mobiliteit nooit op zichzelf alleen staat. Als een mobiliteitsplan geen rekening houdt met ruimtelijke ordening dan neem je grote risico’s voor de nabije- of de verdere toekomst. Ik geef u het actueelste voorbeeldje: het RUP Casembroot dat vanavond op de agenda staat, maar zo zijn er elke maand bijna. Een mobiliteitsplan dat niet voorzien is op nieuwe verkavelingen, nieuwe woongebieden, nieuwe bedrijfs- of recreatiezones, kan snel achterhaald zijn door de nieuwe realiteit. Denk aan de gevolgen voor de verkeersontsluiting in het reeds dichtbevolkte Assebroek - iets waar iedereen het over eens was die de nieuwe woonblokken aan de Blekerijstraat en de Nijverheidsstraat opgeleverd hebben. In de heel nabije toekomst wordt zo’n groot woonproject aan de Oostendse Steenweg voltooid. En als
19
gemeenteraad 26 januari 2016
bekendste toekomstprojecten moet ik natuurlijk ook de heraanleg van ’t Zand vermelden en het voetbalstadion langs de Expresweg. Als het mobiliteitsplan hier niet bij aansluit, volledig los staat van al die RUP’s en die ruimtelijke plannen, dan zullen we heel snel na invoering nieuwe probleemsituaties krijgen, dat zal geen jaren duren. Daarnaast hangt mobiliteit ook heel nauw samen met openbare werken, uiteraard. Want als openbare werken langer of veel langer aanslepen dan normaal en helaas is dit tegenwoordig meer regel dan uitzondering, dan krijg je ook problemen of dan valt uw plan ook in duigen. Ik weet niet of ik nog de Geldmuntstraat moet vermelden of dat ik daarover beter zwijg uit plaatsvervangende schaamte. Ik vermeld ook de veel te lang durende afsluiting voor het verkeer van de Jan Breydellaan vorig jaar, een heel belangrijke invalsweg aan de Buffelbrug waardoor al het verkeer veel te lang naar de reeds bestaande files op de Expresweg gejaagd werd, of naar de flessenhals aan de Smedenpoort. En in een verder verleden herinner ik mij dat de Oostendse Steenweg twee jaar opengebroken lag. Tegen zoveel fout lopende openbare werken is zelfs het beste mobiliteitsplan niet bestand. Daarom, op de vraag of het nieuwe mobiliteitsplan nu eindelijk zal leiden tot minder verkeersinfarcten, houdt onze fractie het bij “eerst zien en daarna geloven. Daarom zullen wij ons bij de stemming onthouden. Dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Zijn er nog punctuele opmerkingen in verband met de definitieve vaststelling van het mobiliteitsplan? Mevrouw Wintein. Raadslid Sandra Wintein. - Ik wil het stadsbestuur bedanken om de venstertijden in de voormiddag aan te passen want een bevoorrading is noodzakelijk om de goede werking van onze bedrijven te verzekeren. De laad- en lostijden beperken tot 10 uur is naar mijn ervaring als zaakvoerder van een horecabedrijf te kort om alles tijdig aangeleverd te krijgen. Voor de leveranciers is het geen sinecure om de vele zaken te bereiken in een tijdspanne van slechts enkele uren. Niet iedereen is trouwens open voor 10 uur. Dat het stadsbestuur rekening houdt met de verzuchtingen van de Brugse handelaars en restauranthouders is dan ook een opsteker voor de sector. Ik dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mevrouw Ryelandt, had u nog een opmerking? Neen? Mevrouw de schepen. Schepen Annick Lambrecht. - Het is heel wat. Ik ga even per persoon de belangrijkste opmerkingen ook overlopen. Ik start bij mevrouw Soete van de N-VA. Mevrouw Soete, ik kan begrijpen dat u niet akkoord bent met onze visie. Maar het is niet omdat u niet akkoord bent met onze visie dat er geen visie is. Ik begrijp niet dat als u de tijd hebt genomen om dit dikke document van 180 pagina’s over het nieuwe mobiliteitsplan te lezen, als u dat hebt doorgenomen, dat u dan durft zeggen dat er daar geen visie, geen structuur in zit. Want als ik één iets heb overgehouden aan mijn onderwijsverleden dan is het dat ik nooit werk zonder structuur. En ik werk ook nooit zonder de gedachte dat je altijd een goede samenvatting moet maken. En ook daarom, mevrouw Soete, raad ik u aan de mooie samenvatting te lezen - ik toon ze nog even want wij zijn er ongelooflijk trots op - waarin wij voor de mensen met een beetje minder tijd omdat ze veel combineren, zeer mooi uitleggen wat de visie is. Ik ga niet terug de vier krachtlijnen overlopen, wij hebben het al een paar keer gedaan. Als u extra uitleg wenst nadat u het hebt gelezen mag u mij altijd bellen, mijn gsm is gekend. Ik vind het wel zeer jammer. U begint zo positief. Dan ben ik blij en zeg ik: nu heb je het door, je hebt eindelijk gezien dat je met positieve dingen ook wat kan bereiken, niet alleen voor u zelf maar ook voor uw partij en zeker voor Brugge. U begint positief, u zegt: het mobiliteitsplan moet geactualiseerd worden, ik vind dat noodzakelijk want er zijn meer auto’s. En dan zegt u: wij hebben niets tegen verkeersvrijheid. En daar moeten wij stoppen. Want de winkelstraten zijn niet verkeersvrij, wij gaan voor autoluw, verkeersluw. Het is zo dat mensen met een handicap, met bewonersvignetten die het aangevraagd hebben, de hulpdiensten, altijd door kunnen. Dus daar maakt u eigenlijk al een fout. Dan vraagt u, wat is veranderd? Ik kan niet terug gans het mobiliteitsplan overlopen, als u geen veranderingen ziet dan zou ik zeggen: lees even dat plan, lees de brochure! Wij gaan voor begrijpbare mobiliteit en eigenlijk was de bedoeling dat door de begrijpbare mobiliteit iedereen veel meer mee kan zijn. Ik hoop echt dat wij erin slagen om het ook aan u uit te leggen. Maar dan moet je wel de tijd nemen, om niet te zeggen: waar zit het stopprincipe bijvoorbeeld. Het is hilarisch dat u dat durft zeggen. Want de leidraad van het plan is het stopprincipe. Ik kan zo nog tien opmerkingen verder gaan, maar ik ga mij daarvan onthouden. Wellicht hebt u ook op tv de mooie opmerkingen gezien van de handelaars op de verkeersvrije straten waar ze zeiden: alstublieft, doe meer dan de zaterdag en de eerste zondag van de maand. En wij gaan uiteraard in de toekomst ook meer doen. Ik raad u ook
20
gemeenteraad 26 januari 2016
aan om tijdens de eindejaarshopping uw auto eens te zetten op Vives of op Steenbrugge en eens de bus te nemen, de continue shuttlebus. U zal er deugd van hebben dat u het eens ziet in de praktijk. Ik ga over naar de VLD. Ik wil de VLD danken en dan Jasper in het bijzonder voor de positieve steun steeds weer, want wij hebben elkaar al veel gevonden in die mobiliteit. Autoluw is niet autoschuw, dat is een zeer mooie slogan ook ik volg die. Wij sluiten geen enkel vervoermiddel uit in dat plan. Mensen gaan inderdaad altijd ook met de auto op bepaalde momenten, bepaalde plaatsen moeten kunnen bereiken. U geeft ook aan, Jasper, dat de communicatie zeer belangrijk is en dat vinden wij ook. Alles kan altijd beter, daarop drammen wij hele dagen tegen iedereen maar vooral tegen onszelf. Want als de mensen het niet begrijpen dan zijn ze niet mee met de mobiliteit en dan valt uw plan. Wij proberen het met de brochures. Ik weet niet of u het was die over De Lijn zei dat de communicatie veel beter kon. U hebt daar zeker een punt, wij hebben heel veel opmerkingen gekregen en wij geven die allemaal door. En wij vinden het jammer als dat niet goed geregeld is. Wat wij wel gezien hebben: dat bijvoorbeeld voor de eindejaarshoppingsmobiliteit de communicatie wel juist zat. Wij hebben daar heel weinig opmerkingen over misverstanden gehad. Maar ook daar was het trial and error, het was niet meer de eerste keer dat wij het deden. Wij sturen continu bij, wij leren ook wel bij met al zo’n nieuwigheden in te plannen. U hebt zeker ook een punt dat ondergronds parkeren fel moet aangemoedigd worden, uitgebreid moet worden - vandaar ook de plannen om de parking ’t Zand uit te breiden. Je kan niet bovengronds minder willen en ondergronds niet uitbreiden, dat volgen wij zeker ook. Die shuttles: als ik uw betoog hoor dan vind ik het jammer dat ik daar niet zit om het te zeggen, want uiteraard ben ik de eerste die zegt dat een randparking nooit kan werken als er geen continue shuttle is die geen drie euro per persoon kost zodat je twaalf euro moet betalen als je met een gezin en met twee kinderen bent. Daarom hebben wij dat ook nog niet gezien maar dat is één van onze plannen. U zegt: “ik was in Amsterdam”, wel, ik was in Nice. Het is fantastisch hoe je wordt afgeleid naar de randparkings, hoe daar een shuttle klaar staat, en daar betaal je eigenlijk gewoon de parking en niet meer voor de shuttle. Dat is de mobiliteit van de toekomst en dat is zeker de mobiliteit waar wij ook hier in Brugge voor willen gaan. Wat betreft het kort parkeren: ik weet het, het duurt lang, maar het is ook zo dat er jaren niets is gebeurd. En nu staat het eindelijk in het plan zowel voor de randgemeenten als voor de binnenstad waar er in feite niets verandert aan het systeem van de 10 cent voor 15 minuten. Maar voor de deelgemeenten is de politie en verkeer echt fel bezig, je mag niet onderschatten welk werk het is, met afbakening van vaststaande zones. Heel veel mensen in de zaal weten ook dat wij daaraan hard aan het werken zijn. Wat betreft De Lijn zal de burgemeester straks nog een kleine aanvulling doen maar ik doe liever eerst heel het discours. Ik wil de VLD toch danken voor de zeer constructieve insteek steeds weer op het vlak van mobiliteit. Ik denk dat wij daar redelijk op eenzelfde lijn zitten. Mijnheer Rogissart, ik wil u ook danken. Het plan is uiteraard samen met uw collega’s gemaakt. Dank u voor uw lieve insteek [reactie in de zaal], uw steun en al uw lieve complimenten aan mijn adres steeds weer. Dan ga ik over naar mijnheer Goderis die ik ook dank voor zijn constructieve insteek. Dan ga ik naar mijnheer Mostrey en eigenlijk naar heel de fractie van Groen. Mijn hart bloedt een beetje, ik ga daar eerlijk in zijn. Mijn hart bloedt omdat jullie praten van onthouding in plaats van steun. Ik denk dat in de voorbije tijd nooit een plan heeft voorgelegen dat zoveel op duurzaamheid inzet als dit plan. Uiteraard kan men altijd nog verder gaan. Maar ik denk dat als je ziet wat er de laatste tijd is qua wil om iets te doen op het vlak van duurzame mobiliteit, jullie eigenlijk enkel tevreden kunnen zijn, dacht ik, met dat fietsbeleid, met die zwakke weggebruiker, met die randparkings, met al die inspraaktrajecten waar wij 1900 suggesties kregen - vroeger was dat enkel info. Oké, het kan altijd beter. Maar dat zijn toch wel zaken waar jullie, dacht ik, heel erg voor staan. Ik wil wijzen op de ontgoocheling bij sommigen nu. Zeer, zeer raar. Toen wij eerst zeiden dat wij elke zaterdag van de maand de belangrijkste winkelstraten verkeersluw gingen maken stond drievierde op zijn kop en nu is ineens drie vierde kwaad omdat het te weinig is. Daarom heel duidelijk, voor iedereen: dit plan is een langetermijnplan, en dit plan laat toe uit te breiden naar straten maar ook naar tijdstippen. Maar wij durfden niet onmiddellijk te ver gaan omdat wij draagvlak in deze zeer belangrijk vinden. En u ziet het: voor de Zuidzandstraat, Steenstraat, Noordzandstraat, Geldmuntstraat hebben wij echt de bevolking mee, de handelaars mee, en het is leuk om zo te werken. En dat is eigenlijk hoe wij willen gaan: stap voor stap, iedereen overtuigen hoeveel aangenamer het is, hoe beter het is, met minder verkeer op de zeer drukke tijdstippen.
21
gemeenteraad 26 januari 2016
Dan het verhaal van randparkings en de park & rides. Ik denk dat wij daar eigenlijk ook op één lijn staan. Ik zou zeggen, kijk goed naar hoe we Steenbrugge [gaan aanpakken], want ik heb altijd gezegd: Steenbrugge kan niet draaien zonder continue shuttle, en die moet ook nog zeer betaalbaar of misschien zelfs gratis kunnen zijn. En zowel Vives als Steenbrugge stonden goed vol. Ik hoorde iemand zeggen, ik denk dat het Jasper was, dat je de mensen naar de plaats moet geleiden. Dat is waar. De politie wordt daar zot van want wij vragen ze om ze bijna bij de arm te nemen, om ze naar die parkings toe te leiden. Mensen zijn heel tevreden als zij bijvoorbeeld nietBruggeling zijn en niet met de auto klem komen te zitten midden in de stad. Zij hebben daar soms een beetje hulp voor nodig. Ik weet niet of ik jullie alsnog kan overtuigen om die onthouding in een toch wel positieve go te wijzigen. Ik kan jullie alleen beloven dat wij op dat elan van duurzaamheid doorgaan en ik denk dat jullie zien met de vragen die je gesteld hebt dat de wil er zeker is en dat de wil er niet is om naar minder duurzaamheid te gaan. Wat betreft de insteek van het Vlaams Belang: elke verandering is inderdaad moeilijk en vergt veel uitleg, communicatie, daar volgen wij elkaar. U zegt: het eerste zichtbare is De Lijn, maar wat u niet mag vergeten zijn die verkeersluwe straten - dat is het tweede zichtbare dan. Maar het gaat wel vooruit. U mag ook niet vergeten op de kleine dingen te letten. Wij zijn eigenlijk continu bezig met krachtlijn 2, de verkeersveiligheid. Wij hebben de acties met de victors, wij hebben zone 30acties, waar wij de bewoners, de scholen en nu ook - trekken, sleuren, moeilijk maar het lukt, stap voor stap - de taxi’s in willen mee hebben. Wij hebben de fietsverlichtingsacties die wij herhalen, eerst met vriendelijk te vragen en lichtjes te geven maar dan toch met boetes op het einde. Dus er zijn wel dingen zichtbaar, soms zijn ze klein maar als je ze allemaal bij elkaar legt hebben wij toch al hele stappen gezet en wij gaan ook zo verder gaan. Ik ben heel blij mijnheer Quataert, dat u ook zegt: mobiliteit staat nooit op zichzelf. Dat is juist de moeilijkheid en de grote uitdaging: mobiliteit is echt een en/en-verhaal. En je moet zeer erg opletten: als je iets doet waar veel mensen voor juichen is een andere groep vaak minder content. Het is eigenlijk de kunst om de grote gemene deler te vinden, om iedereen zo content mogelijk te maken, zonder de illusie te hebben dat honderd procent content zal zijn. Dat is in mobiliteit, denk ik, nooit echt mogelijk. Maar inderdaad, er is goede samenwerking nodig met ruimtelijke ordening, met openbare werken. En dan, mijnheer Quataert, maar ik ben zeker dat u het zo niet bedoelde, kwam er een beetje een zeer negatief verhaal van openbare werken. Ik weet niet of u gezien hebt dat ik vorige week met schepen Pierins voorgesteld heb dat wij in de Oostendse steenweg een heel stuk gaan herleggen volgens dat stopprincipe, met veel meer verkeersveiligheid, er is heel veel inspraak voor de buurt geweest. Ook daar gebeuren toch wel mooie dingen. Natuurlijk u hebt gelijk, ik zeg dat ook altijd: eerst zien en dan geloven. Maar ik ben zeker dat ik, dat wij met de hele ploeg, u gaan overtuigen en dat u het op de duur zult geloven. Ik wil u danken want ik vond uw insteek toch wel zeer constructief. Dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Collega’s die willen reageren? Mevrouw Soete. Raadslid Ann Soete. – Dank u voorzitter. Ik wil daar nog één iets aan toevoegen, mevrouw de schepen. Wij zien eigenlijk dat CD&V minstens evenveel fundamentele vragen en bezwaren heeft als wij. Dus ik vind het niet meer dan normaal dat wij gaan tegen stemmen. Trouwens, behalve sp.a zijn de andere partijen zogezegd lovend maar geven zij evenveel kritiek als wij geven. Ik denk niet dat het zo’n blije happening is. Trouwens wees gerust, ik heb tijd genoeg genomen om het door te nemen. Ik heb zelf mijn eigen samenvatting gemaakt, je moet er niet mee inzitten: ik kan nog altijd lezen en ik kan nog altijd schrijven en ik kan ook samenvattingen maken en er structuur in steken. Maar wij gaan tegen stemmen omdat wij zien dat CD&V minstens evenveel fundamentele vragen heeft als wij als oppositie. Ik vraag mij dan ook af waar jullie cohesie is in deze materie. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Zijn er nog collega’s die willen tussenkomen? Mijnheer Pillen. Raadslid Jasper Pillen. - Heel kort voorzitter. Schepen, dank voor uw repliek. Eén ding nog (en dat was iets minder in de positieve repliek aanwezig): wij mogen toch - en daar heb ik geen antwoord op gekregen – absoluut niet vergeten dat er hier 120.000 Bruggelingen wonen, waarvan bijvoorbeeld in de binnenstad 20.000. En dat bijvoorbeeld die autoluwe winkelstraten zijstraten hebben. Dat is toch een aspect dat wij absoluut
22
gemeenteraad 26 januari 2016
niet mogen vergeten. En dan kom ik ook terug op de andere vraag - ik moet daar nu geen antwoord op hebben maar ik denk dat dat iets is waar wij moeten over nadenken - over die blauwe kring rond de stad. Het is zeer goed om met die blauwe kring rond de stad te werken omdat het inderdaad een feit is dat je op Christus-Koning de zaterdag Spaanse, Duitse, Franse, noem maar op, nummerplaten ziet, van overal komen ze, die daar op die plaats niet thuis horen. Het is allemaal goed, maar wij mogen niet vergeten dat de Bruggeling te allen tijde centraal moet staan in dit beleid, in uw beleid en in het toekomstig beleid. Voorzitter André Van Nieuwkerke. – Nog collega’s? Mijnheer Mostrey. Raadslid Bruno Mostrey. - Ook heel kort. Ik geloof u wel dat u ver wil gaan met dit plan, maar wij hebben net ook gezien dat uw coalitiepartner nog kritische ondertonen kan naar boven brengen. Voor mij niet gelaten, maar wij hebben niet genoeg garanties dat dit plan effectief ten volle de goede richting zal uitgaan en daarom zullen wij ons onthouden. Nog een bijkomend vraagje, ik heb het daarnet al gevraagd maar ik heb niet genoeg antwoord gekregen. Het nieuwe busplan: zal het nu effectief een jaar duren vooraleer wij daar wijzigingen kunnen op krijgen? Want de mensen klagen enorm, ik zou graag zien dat er daar toch sneller een antwoord op komt van dit bestuur. Ik dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. – Nog collega’s? Mevrouw de schepen. Mijnheer de burgemeester. Burgemeester Renaat Landuyt. - Als ik mag, voor de volledigheid in verband met het busplan, ook om te reageren op collega Pillen en mijnheer Rogissart. Het is inderdaad zo dat de gesprekken met De Lijn niet de gemakkelijkste gesprekken zijn maar de operatie is dan ook niet eenvoudig. En met de communicatie kon het een stuk beter gelopen zijn, onze enige frustratie is dat onze communicatiedienst eigenlijk niet betrokken is geweest. Wij proberen op dat vlak een en ander recht te zetten en al dan niet met de BIS iets extra te doen, En met de kennis van vandaag kunnen wij wellicht beter communiceren. Wij mogen niet vergeten dat als er iets verandert, degene die voor de verandering is, moet weten dat er gewoontes op de helling staan. En in individuele situaties betekent dit, dat men zich op een of andere manier zal moeten aanpassen omdat er dingen veranderd zijn. Vandaar duurt een proef soms langer dan de eerste reactie omdat de mensen de tijd moeten hebben om zich aan te passen aan de nieuwe situatie - die later misschien zelfs beter blijkt te zijn dan de vroegere situatie. Maar dat is zuiver menselijk en zeker partijen die voor verandering zijn weten dat dit een noodzakelijke stap is die je moet zetten. Momenteel zijn de grootste klachten of ongemakken bij oudere mensen in de Katelijnestraat. En er is het ongemak bij de mensen die wonen in het Sint-Salvatorskerkhof, omdat daar een verlegging is van het probleem: doordat de Zuidzandstraat nog gebruikt wordt heb je de bocht die daar genomen wordt. Het is hard maar de ongemakken van de bus verplaatsen zich een stukje naar andere mensen omdat je spreiding doet van uw lasten. Dit is niet het einddoel, daar gaan wij zeker lessen uit trekken. Dit betekent dat wij in permanent gesprek zijn met de mensen, de bestuurders maar ook de uitvoerders van De Lijn, om te kijken hoe wij dat steeds beter kunnen verfijnen. De ideale situatie blijft dat je in de binnenstad, in de kleine binnenstad, op een andere manier uw mobiliteit kunt organiseren zodanig dat de stad leefbaar blijft voor de mensen die het zeer moeilijk hebben om zich te verplaatsen. Want het ultieme doel is het beter maken voor de mensen die in Brugge wonen, daaromtrent mag er geen misverstand zijn. Het is ook daarom dat wij zelfs tot in het toeristisch beleid altijd zeggen: prioriteit is de leefbaarheid, de stad moet leefbaar blijven. Het is voor de bewoners dat wij aan politiek doen, het is voor hen dat wij proberen de situatie te verbeteren. Ik zou dus iedereen die zijn bezorgdheid hier heeft geuit ook vragen om die nationaal via de juiste kanalen te uiten, opdat wij in Brugge een stap vooruit zouden kunnen zetten inzake een betere mobiliteit voor onze bewoners. Een proefperiode betekent permanente evaluatie. Dus waar wij de ongemakken kunnen bijsturen, gaan wij het zeker niet laten. Maar het blijft ook uitleggen aan de mensen dat wij niet baas zijn over De Lijn. Ik zie dus ook uit naar de hervormingen van De Lijn die er op gericht zijn om een grotere invloed te geven minstens aan de centrumsteden. Daar zijn wij zeker niet tegen. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Goed collega’s, stemgedrag.
23
gemeenteraad 26 januari 2016
N-VA stemt tegen; Groen en Vlaams Belang onthouden zich; de overige raadsleden keuren goed. De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 Conform het decreet betreffende het mobiliteitsbeleid wordt het mobiliteitsplan van Brugge inclusief wijziging tonnagebeperking en aangepaste venstertijden - definitief vastgesteld. Artikel 2 Het vaststellingsbesluit dient bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Dan zijn wij aan de punten van schepen Boudewijn Laloo, punt 9. 9.
Eigendommen – verkoop garages Stokersstraat +38 – goedkeuring.
Schepen Boudewijn Laloo. - Dank u, voorzitter. Collega’s. Punt 9 betreft de verkoop van drie garages in de Stokersstraat +38, voor uw goedkeuring. De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 Er zal worden overgegaan tot de verkoop uit de hand van de garages G2 (17,69 m²), G3 (17,68), G4 (23,79) en de onverdeelde mede-eigendom in de manoeuvreerruimte, elk voor 1/6e, gelegen te 8000 Brugge, Stokersstraat +38, bekend bij het kadaster in de 5e Afdeling Brugge, sectie E, met perceelnummer 0272 T en 0272 K, voor een oppervlakte van 135,80 m², mits het behalen van de respectievelijke schattingsprijzen. Artikel 2 Bijzondere verkoopswaarden worden als volgt bepaald: 1. Het goed, zijnde de garage en de onverdeelde mede-eigendom in de manoeuvreerruimte, wordt verkocht in volle eigendom in de toestand waarin het zich bevindt. 2. De koper zal de lastelijke, zo zichtbare als verborgene, durende en niet-durende erfdienstbaarheden gedogen. Het zal hem vrij staan de nadelige te betwisten en de voordelige te zijnen behoeve te doen gelden, doch dit alles voor eigen rekening, kans en gevaar en zonder verhaal tegen de stad Brugge. 3. De eigenaars van de garages moeten het recht van doorgang gedogen van alle medeeigenaars van de manoeuvreerruimte, van en naar de Stokersstraat, alsook het recht van doorgang voor de woningen palend aan de voetwegel die aansluit op de manoeuvreerruimte en de doorgang voor het personeel van IMEWO voor het aanbrengen van materiaal tussen de openbare weg en het perceel, gelegen te 8000 Brugge, e Stokersstraat +32, gekend bij het kadaster in de 5 afdeling Brugge, sectie E, perceelnummer 0272 W. 4. Geen vordering mag ingebracht worden wegens vergissing in de beschrijving of in de grootte van het verkochte goed, waarvan het verschil in meer of in min, al overtrof het één/twintigste ten bate of ten schade blijft van de kopende partij. 5. Het goed wordt verkocht voor vrij, zuiver en onbelast van alle voorrechten, hypotheken en welkdanige andere lasten. 6. De koper zal in de volle eigendom treden van vorenbeschreven goed te rekenen met de datum van de authentieke akte. 7. De onroerende voorheffing en welkdanige andere belastingen die de verkochte goederen treffen, vallen ten laste van de kopende partij te rekenen vanaf de datum van de authentieke akte.
24
gemeenteraad 26 januari 2016
8. Het goed wordt verkocht voor vrij van huur en gebruik. 9. Behoudens schriftelijke toelating van de stad Brugge is het de kopende partij of haar rechtverkrijgenden niet toegelaten het goed te verkopen of af te staan of op enige wijze te vervreemden binnen de vijf (5) jaar volgend op de datum van het verlijden van de authentieke akte. 10. Alle kosten, rechten en erelonen betreffende onderhavige verkoop vallen ten laste van de koper, daarin begrepen een afschrift van de authentieke akte ten behoeve van de stad Brugge. Artikel 3 De voorzitter van de gemeenteraad, de stadssecretaris, de financieel beheerder en desgevallend hun vervangers worden gemachtigd om alle stukken in verband met voormelde verkoop te ondertekenen en om de heer hypotheekbewaarder te ontslaan van de verplichting om ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de authentieke akte.
10.
Eigendommen – verkoop grond met opstallen (Den TIR), Oude Kortrijkstraat +9 – aan Brugse Maatschappij voor Huisvesting – samenwerkingsovereenkomst met nv Cosimco en de Brugse Maatschappij voor Huisvesting – goedkeuring.
Schepen Boudewijn laloo. - Punt 10 is de verkoop van grond met opstal, de vroegere Tir, Oude Kortrijkstraat 9 aan de Brugse Maatschappij voor Huisvesting - samenwerkingsovereenkomst met de nv Cosimco en de Brugse Maatschappij voor Huisvesting. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Annys. Raadslid Pablo Annys. – Collega’s, sta mij toe als voorzitter van de Brugse Maatschappij voor Huisvesting dit college te danken voor hun goedkeuring tot dit masterplan voor de Tir-site. Wij hebben de voorbije jaren als maatschappij vooral ingezet op sociale huurappartementen of zoals deze week ook in de pers verschenen, op sociale koop - ook nodig uiteraard om betaalbaar wonen in Brugge aan te pakken. Maar dit sociaal huurproject stelt ons echter in staat om op een mooie locatie nabij het centrum ook terug eengezinswoningen te realiseren, een kleine veertig. Dit samen met het CBO-project voor een vijftigtal sociale huurappartementen. Ik vind het ook een gelegenheid, collega’s, om toch eens een aantal tendenzen inzake wachtlijsten voor sociale huur mee te geven. Zoals jullie weten, trachten wij vanuit de Brugse Huisvestingsmaatschappij deze vrij frequent te monitoren. Wij merken dat door de inspanningen de voorbije jaren inzake appartementen met een of twee slaapkamers de gemiddelde wachttijd licht dalend is en onder de vijf jaar komt - wat uiteraard nog steeds lang is maar toch een dalende trend. Een woning met twee slaapkamers blijft qua wachttijd relatief stabiel, ongeveer zes jaar, een woning met drie slaapkamers blijft ook vrij stabiel met ongeveer vijf jaar wachttijd. Wij merken echter wel een stijgende trend voor woningen met vier of vijf slaapkamers waar de wachttijden kunnen oplopen tot acht à negen jaar. Om deze stijgende trend bij de grotere woningen te doen keren moeten wij dus een aantal extra inspanningen doen en ik denk dat Den Tir hier zeker een extra inspanning is. Dus bij deze, dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Nog collega’s? De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad keurt de ontwerp-overeenkomst goed tussen de Stad Brugge, de nv COSIMCO en de Brugse Maatschappij voor Huisvesting in het kader van de verkoop grond met opstallen (Den TIR), gelegen te 8200 Brugge, Oude Kortrijkstraat + 9 voor de realisatie van een sociaal woonproject met uiteindelijke koper de Brugse Maatschappij voor Huisvesting.
Schepen Boudewijn Laloo. - Oké, dan gaan wij over naar punt 11. 11.
Algemeen bestuur – Interbad – vertegenwoordiging van de stad Brugge in de bestuursorganen – wijziging.
25
gemeenteraad 26 januari 2016
Voorzitter André Van Nieuwkerke. – Dank u wel, Interbad, vertegenwoordiging van de stad Brugge in de bestuursorganen. Schepen Annick Lambrecht wordt daar vervangen door Dolores David. En dan kom ik tot punt 12…. Voorzitter André Van Nieuwkerke. – [onderbreekt de schepen] Mijnheer Bruynooghe! Raadslid Arnold Bruynooghe. - Dank u, voorzitter. Ik zou graag tussenkomen voor wat betreft punt 11. Beste schepen. Brugge wordt vertegenwoordigd door zes leden in de Raad van Bestuur van Interbad, allen van de bestuurscoalitie. De oppositie, die meer dan veertig procent vertegenwoordigt van de gemeenteraadsleden, is niet vertegenwoordigd. Dit is een scheeftrekking en bevordert de transparantie niet. Daarom keuren wij dit niet goed. Schepen Boudewijn Laloo. - Waarvan akte. Vlaams Belang stemt tegen; de overige raadsleden keuren goed. De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad duidt mevrouw Dolores David aan als vertegenwoordiger in de Raad van Bestuur van de intercommunale INTERBAD.
12.
Algemeen bestuur – kerkfabrieken – kerkenplan – goedkeuring.
Schepen Boudewijn Laloo. - Dan gaan we naar het volgend punt, voorzitter. Ik ga een korte inleiding geven, die ik een beetje te lang vind, maar over dat kerkenplan moet ik toch een kleine duiding geven aan deze gemeenteraad. Collega’s, de beslissing om een kerkenplan op te maken werd noodzakelijk door de conceptnota daterend van 2011 van minister Bourgeois: “Een toekomst voor de Vlaamse parochiekerk.” In deze nota werden alle kerkfabrieken, centrale kerkbesturen en gemeentebesturen uitgenodigd een denkoefening op te maken, samen met de kerkelijke overheid, over het gebruik van de kerkgebouwen in Vlaanderen. De bedoeling was om te komen tot een eenduidige visie over hoe het aanbod van parochiekerken er in de toekomst moet uitzien. Welke parochiekerken moeten ondubbelzinnig de huidige bestemming behouden? Zijn er neven- of herbestemmingen mogelijk, of is sloop een wenselijke optie? Zowel het veilig stellen van het historisch patrimonium als het herstellen van het evenwicht tussen het aantal kerken en het gebruik ervan werden beoogd. De opmaak van een kerkenplan werd tevens een verplichting om nog aanspraak te kunnen maken op subsidies voor mogelijke restauraties of onderhoudswerken. Collega’s, die subsidies zijn niet min. Voor niet-beschermde kerken is dat meestal een subsidie van dertig procent, voor de beschermde kerken zelfs tot tachtig procent. De procedure tot opmaak van een kerkenplan werd niet vastgelegd. Er werd op gerekend dat de diverse lokale partners tot overeenstemming komen. Het kerkenplan – en dat is misschien wel belangrijk – moet goedgekeurd worden door deze gemeenteraad en niet door de Vlaamse Overheid. Bisschop De Kesel, toenmalig bisschop De Kesel, heeft zich onmiddellijk geëngageerd om constructief mee te werken aan deze denkoefening, maar gaf aan dat de eerste fase binnen de kerkgemeenschap zelf zou moeten georganiseerd worden. Tenslotte ligt de beslissingsbevoegdheid bij de kerkelijke overheid. Op gemeentelijk niveau kunnen er geen afspraken gemaakt worden omdat de bevoegdheid daar niet ligt. Bisschop De Kesel stelde dat de uitnodiging van minister Bourgeois pas kon worden beantwoord tegen de achtergrond van de kerkelijke organisatie en de pastorale noodwendigheden. Een traject werd uitgestippeld om de parochiale samenwerking te reorganiseren om dan de keuzes te maken over de kerken. De eerste stap daarin is de vorming van pastorale eenheden, een samenwerking op het niveau van de parochies als tussenstap naar het fusioneren van parochies om daarna het aanbod van de kerken te valoriseren. In 2013 bracht bisschop De Kesel het stadsbestuur op de hoogte van het feit dat de hertekening van het pastoraal landschap vertraging opliep en dat – en ik citeer hem: “…gezien de emotionele en plaatselijke gevoeligheden het ook niet evident is beslissingen te nemen over de kerken.”
26
gemeenteraad 26 januari 2016
Bisschop De Kesel kon uiteindelijk in 2015 aan het gemeentebestuur toch een consensus voorleggen over de kerken die hun huidige bestemming kunnen behouden. Bij de keuze van de kerkgebouwen die voor de eredienst worden voorbehouden, werd voorrang gegeven aan beschermde kerken of historisch waardevolle kerken, ik denk bijvoorbeeld aan Onze Lieve Vrouw, Sint-Jacobs, Sint-Gillis, Sint-Anna, Heilige Magdalena. Daarnaast aan kerken die reeds een nevenbestemming hebben, ik denk bijvoorbeeld aan de Onze Lieve Vrouwekerk, waar een museum is, en aan de Heilige Magdalenakerk, waar de werking is van vzw Yot. Daarnaast aan kerken in afgezonderde woonkernen, zoals Dudzele, Sint-Jozef, Koolkerke, Zwankendamme. En daarnaast ook aan kerken die recent werden gerenoveerd, of waarvan renovatie momenteel bezig is of gepland. Ik denk aan Christus-Koning (de binnenafwerking), Sint-Paulus (de koepel), Sint-Baafs (dakrenovatie). Collega’s, na consultatie van de kerkbesturen wordt behoud van volgende kerken voor de eredienst voorgesteld. Als er iemand niet akkoord is, moet hij dan maar zeggen welke kerk er wel moet gesloten worden. Ik citeer: Onze-Lieve-Vrouwekerk, Sint-Jacobs, Sint-Gillis, Sint-Anna, Heilige Magdalena, SintPieter, Christus-Koning – roep maar als er één moet gesloten worden - Sint-Paulus, Sint-Andries, Sint-Baafs, Sint-Willibrord, Sint-Michiel, Heilige Godelieve, Onze-Lieve-Vrouw-OnbevlektOntvangen. – voor degenen die dat niet weten: dat is Ver-Assebroek – Sint-Katarina, SintChristoffel, Heilig Hart, Sint-Philippus – dat is Steenbrugge – Onze-Lieve-Vrouw Ten Hemel Opgenomen (Maria-Assumpta), Heilige Kruisverheffing – we zitten al op Sint-Kruis – Sint-Thomas van Kantelberg (straks kom ik aan het positieve nieuws, dat u wilde horen) - Male, Sint-Pieters-inde-Banden, Sint-Jozef, Sint-Niklaas, Onze Lieve Vrouw Bezoeking – dat is Lissewege - Sint-Donaas (Zeebrugge centrum), kapel Stella Maris (strandwijk), Sint Leo-de-Grote – dat is Zwankendamme. Dat waren al de kerken die behouden worden voor de eredienst. En dan kom ik aan de kerken die niet behouden worden voor de eredienst. Ik kan er één citeren. [Gelach] De Heilige Familie, die is ontwijd op 1 januari 2015. En ik vertel er ogenblikkelijk bij: dat is geen stadspatrimonium. Dat is bezit van de kerkfabriek, dat gaat dus mee in het onroerend patrimonium van de kerk Sint-Anna. En voor diegenen die nog goed nieuws wilden horen - in hun oren althans: de eventuele onttrekking aan de eredienst van Sint-Walburga en Sint-Franciscus van Assisi zal gefinaliseerd worden door de nieuwe bisschop. Ik ga toch een kort briefje voorlezen van de bisschop – als ik mag – waarin hij mij schrijft: “Beste heer schepen” - stel u voor – “Heel veel dank voor uw gelukwensen ter gelegenheid van mijn benoeming tot aartsbisschop van Mechelen-Brussel. Dank voor uw waardering en steun.” Dat wilde ik eigenlijk niet voorlezen, maar wat komt wilde ik wel voorlezen. [Gelach] “Ook ik wil u op mijn beurt oprecht danken voor de goede verstandhouding en samenwerking.” En nu komt het: “Ik moet u ook meedelen dat ik kerkrechtelijk het decreet om Sint-Walburga en Sint-Franciscus aan de eredienst te onttrekken niet meer kan ondertekenen.” En dan komt de historische zin: “Maar ik zal het dossier zeker overhandigen aan mijn opvolger.” Dat was wat monseigneur schreef aan mij. Welnu, collega’s, het voorstel dat door het Bisdom werd uitgewerkt kan voor het College als kerkenplan aanvaard worden door de stad. Afhankelijk van de verdere evolutie van de kerkelijke gemeenschap kan dit kerkenplan uiteraard altijd bijgestuurd worden. Waarom moeten wij dat kerkenplan voorleggen? Allemaal een beetje in functie van de subsidies, dat wil ik in alle eerlijkheid er aan toevoegen. Ik heb dat in het begin gezegd, maar ik wil er mee besluiten. Ik dank u. Maar als er mensen zijn die zeggen: “Ik wil absoluut die kerk sluiten:” ik zal dat allemaal noteren en meenemen waar nodig. Dank u wel. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - We gaan eraan beginnen. Mevrouw Soete. [Gelach] Raadslid Ann Soete. - Mijnheer Pillen heeft eerst het woord gevraagd. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Neen, neen. ik respecteer de volgorde volgens sterkte. Raadslid Ann Soete. - Is dat nu veranderd? [Gelach] Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Lees het lijvige boek met onderrichtingen. Raadslid Ann Soete. - Oké, kort. Mijnheer de schepen, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb daar vorig jaar trouwens een interpellatie over ingediend en u hebt dan in nogal verschillende toonaarden ontkend dat er iets op til was voor Sint-Walburga. Maar nu blijkt… enfin, ik sta daar niet om te springen en ik ben daar ook geen vragende partij voor, ik ben daar gewoon neutraal in. Het gaat hem niet over geloven of niet geloven, het gaat er hem gewoon over dat ik vind dat er hier een zekere transparantie moet zijn. Ik had u dat toen ook gevraagd: zeg daar nu eens de
27
gemeenteraad 26 januari 2016
waarheid over, wat is er daar van aan? Ik ben blij dat u nu vanavond eindelijk eens een volledige lijst hebt gegeven. Maar ik moet eerlijk bekennen: ik vind dat kerkenplan een beetje mager. Er zit niet veel duiding in en geen staving bij. Ik verwacht dus dat met de nieuwe bisschop er daar werk wordt van gemaakt. Niet dat voor ons meer kerken moeten gesloten worden. Ik zeg het nog eens: er zijn inderdaad veel beschermde kerken en we moeten gewoon zien dat we die kunnen blijven onderhouden, hetzij dat zij dienst doen als kerk, hetzij dat zij een andere functie krijgen. Want dat was ook de bedoeling van de brief van minister Bourgeois die opgemaakt is in 2011, met de aansporing om een kerkenplan te maken. Dat was mijn bezorgdheid en dat is nog altijd, denk ik, onze bezorgdheid: dat we de monumenten die bewaard zijn of die beschermd zijn in het centrum van Brugge kunnen blijven onderhouden, voor welke functie die ook gebruikt worden. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Ennaert. Raadslid Pascal Ennaert. - Collega Soete heeft zojuist het woord monumenten genoemd. Ik zou toch nog een andere invalshoek willen aanbrengen. Ik denk dat een kerkenplan niet alleen over de ontwijding van ontroerende belangen dient te gaan. Immers, dikwijls is met ontwijding ook een problematiek gemoeid van roerende kunst- en cultuurgoederen. Dikwijls belangrijke sleutelstukken voor diverse kunsthistorische periodes in onze stad, soms zelfs heuse topstukken die op de Vlaamse topstukkenlijst staan. Zo zijn de daarjuist genoemde Walburgakerk en een aantal stijlelementen binnen deze kerk een belangrijke getuige en misschien zelfs de belangrijkste getuige van de Barokperiode in Brugge. En eerder deze avond heeft collega Bruynooghe het al gezegd: het altaarstuk van de Sint-Walburgakerk bijvoorbeeld is een werk van Suvée, de neoclassicus waarvan we eerder deze avond beslisten een ander kunstwerk aan te zullen kopen. Aan een kerkenplan als dit zou dus eigenlijk ook een inventaris van het roerend erfgoed moeten worden toegevoegd - als het roerend erfgoed al niet onroerend door bestemming is. Het stadsbestuur zou er voor moeten ijveren dat de sleutel- en topstukken van dat erfgoed voor Brugge bewaard blijven en bijvoorbeeld niet naar het CRKC (het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur) in Leuven verhuizen. Want collega’s, misschien weet u dat niet: in Leuven plant het CRKC in de Parkabdij op termijn een nationaal depot en zelfs museum voor het kerkelijk erfgoed. Helemaal laakbaar zou zijn dat belangrijke sleutelwerken of topstukken zouden worden verkocht. Het lijkt mijn fractie dan ook zinvol om ook daar met de kerkverantwoordelijken afspraken over te maken zodat uitgebreide- en deskundige inventarissen van het erfgoed in deze kerken en andere religieuze instellingen kunnen gemaakt worden. Iets, collega’s, dat overigens zelfs decretaal verplicht is volgens het decreet op de eredienst. En naar mijn informatie, het ging daarjuist ook over de mogelijke ontwijding van de Sint-Walburga, is de kerkfabriek van de Sint-Walburga één van die kerkfabrieken die momenteel niet op het aanbod is ingegaan om in samenwerking met de stad een inventaris van het roerend erfgoed in de kerk op te maken. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Pillen. Raadslid Jasper Pillen. – Dank u, voorzitter. Het is al gezegd geweest: het is een beetje een mager beestje toch, dit kerkenplan. Maar het moet ook toegeven worden: de schepen is hier aan handen en voeten gebonden, hij heeft geciteerd uit de brief van de bisschop. Daar kan de schepen niet aan doen, niemand kan er aan doen. En er zijn ook tal van decretale regels waaraan hij moet voldoen, onder andere betreffende de financiering van de kerkfabrieken. Het is bijvoorbeeld ook zo dat dit kerkenplan er moet komen - de schepen heeft het gezegd - omwille van subsidies. Maar in feite zouden we het eigenlijk niet alleen daar mogen over hebben. Het zou hier niet enkel mogen gaan over het maken van een plan - of plannetje, zoals je het zelf wenst te noemen. Het zou hier eigenlijk moeten gaan over: wat is de ambitie van de stad Brugge met betrekking tot – en dat cijfer is in het berek geciteerd geweest – die 25 procent kerkelijke gronden, eigendommen en dergelijke meer in de Brugse binnenstad. Als je de totale Brugse binnenstad neemt, dan is één vierde daarvan kerkgebonden, kloostergebonden, inclusief schitterende tuinen die nooit opengesteld worden voor de Bruggeling, inclusief heuse weilanden - er zijn nog altijd Bruggelingen die dat niet weten: er zijn dus volledige weilanden in het ei van Brugge kerkelijk domein. En in plaats van hier nu te discussiëren over: is dat nu een goed kerkenplan, is dat nu een slecht kerkenplan, moet dat één kerkje zijn, moeten dat er tien zijn, zouden we eigenlijk over de partijgrenzen heen en uiteraard met de mensen van de kerkfabrieken, met de mensen uit die verschillende geloofsgemeenschappen, eens een deftig reflectieproces moeten opstarten over wat we daar mee gaan doen. Want kloosters, honderd jaar geleden, tweehonderd jaar geleden: dat leefde daar, dat zat vol. Ik ben onlangs op zo’n gegidste kloostertocht geweest door Brugge en dat was zeer interessant. Ik heb daar een aantal cijfers gehoord, ik weet niet of ze klopten, ik zou daar
28
gemeenteraad 26 januari 2016
eens een schriftelijke vraag moeten over stellen, al weet ik niet goed of de stad die informatie heeft. Maar we moeten ons toch de vraag stellen: wat zal er met al die gebouwen, met al die tuinen, met al die parken gebeuren eens daar niemand meer woont. Want er zijn hier mensen in de zaal die daar rouwig om zijn, er zijn andere mensen die zich daarin verkneukelen, mij laat dat persoonlijk siberisch koud, hoe dat daar precies allemaal gebeurt en hoe mensen daar mee omgaan. Het is wel een feit dat we zullen geconfronteerd worden, waarschijnlijk zeer snel, met gebouwen die gewoon leeg zullen staan. En dan moeten we toch eens nadenken: hoe gaan we omgaan met die 25 procent? Hoe gaan we dat ten dienste stellen van het sociaal weefsel? Hoe gaan we dat ten dienste stellen van de Bruggeling? Er zijn nog altijd heel veel noden in Brugge, de Bruggeling wil graag in het groen verpozen. Ik denk dus, schepen, in plaats van u altijd een beetje weg te steken achter de bisschop die niet tekent… U heeft gelijk, u heeft honderd procent gelijk, maar ik verwacht zeker van de sp.a in dit college toch iets meer, toch eens de start van een echt reflectieproces daaromtrent. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Rogissart. Raadslid Guy Rogissart. - Goede avond voorzitter en collega’s. Wij zijn verheugd dat er een vooruitgang is in de visie rond het kerkenplan, en dat er een overeenkomst is tussen het gemeentebestuur en het bisdom. Dit is noodzakelijk, zoals de schepen ook aangaf, voor verdere investeringen in ons kerkelijk patrimonium. Er is vooruitgang, dat is zeer duidelijk. Het is onder impuls van het kabinet van schepen Laloo dat het kerkenplan vooruit ging. We hebben er trouwens alle belang bij dat dit in overleg gebeurt, maar wel met een duidelijke boodschap. Want het is het bisdom dat beslist welke kerken er kunnen ontwijd worden maar we hebben er zelf ook alle belang bij om dit kerkelijk patrimonium dat toch een groot deel is van onze geschiedenis goed te onderhouden en te ondersteunen. De schepen heeft dan ook met het Bisdom in overleg altijd gechallenged om dat kerkenplan vooruit te laten gaan. Zoals hij ook zei: dit is nodig voor die subsidies. We weten ook, zoals we de schepen kennen, dat hij voor nieuwe aanvragen van investeringen zeer aandachtig zal zijn en de vinger aan de pols zal houden. Een grote verdienste van de schepen en zijn kabinet is de bewustwording rond dit dossier bij de kerkelijke autoriteiten. Dat kan je ook zien uit de brieven - ik ga de bisschop niet citeren, ik heb ook geen persoonlijke brieven gekregen - die op de website staan. Daar zie je duidelijk dat de kerk en het bisdom mee willen in dit verhaal en dat zij inzien dat de maatschappelijk context is veranderd, dat de Kerk niet zoals vroeger de ganse cultuur en de maatschappij overheerst, dat dat voorbij is. Maar kerken blijven een vast gegeven in ons landschap, in ons ruimtelijk stedelijk structuurplan. Ze blijven ook een belangrijke maatschappelijke rol vervullen, die totaal veranderd is in vergelijking met enkele jaren geleden. Ik wil even stilstaan bij de visie die er is om tot dit kerkenplan te komen. Want het document dat hier voorligt, lijkt mager maar zoals gezegd: er is een ganse visie die ik heel kort wil duiden en die ook te vinden is op de website bij het dossier. Om dan toch even monseigneur De Kesel - of de toenmalige monseigneur want hij is intussen aartsbisschop – te citeren: “Langetermijnvisie op parochiekerken vertrekt vanuit een goed onderbouwd pastoraal beleidsplan.” Dus denken dat je zomaar, zonder visie of overleg met de basis, kerken kan ontwijden is uitgesloten. Je moet er de vele vrijwilligers van de parochiewerking bij betrekken en vanuit deze pastorale visie tot een kerkelijk plan komen. Er is dan ook een tweesporenbeleid in die langetermijnvisie. Enerzijds is er dat pastoraal plan, dat momenteel in uitwerking is en toch al een goeie evolutie kent en anderzijds zijn ook de kerkraden en het centraal kerkbestuur bezig om dingen te objectiveren en parochiekerken in kaart te brengen om te komen tot dat kerkenplan 2014-2019. Dat is uiteraard een werk van lange adem en kan je niet zomaar van vandaag op morgen gaan beslissen. Heel kort inzoomen op die twee stappen om het toch wat transparant te maken, zoals hier ook gevraagd, en toch wat te duiden waarom dat dat wat tijd vraagt. Het eerste plan, het pastoraal stappenplan: daar wenst het Bisdom te evolueren van de vele parochies, die eigenlijk de plaatselijke kerkgemeenschappen zijn, tot pastorale eenheden waar parochies samenwerken. Het gaat hier om een duurzaam- en institutioneel samenwerkingsverband tussen parochies. Dus het is niet alleen een kwestie van schaalvergroting, dat is het niet. Het gaat wel om een vereenvoudiging en een verandering in die structuren. Want voor zij die het misschien niet weten: pastorale werking is veel meer dan de liturgische vieringen tijdens het weekend. Men verengt soms het beeld van de Kerk tot deze liturgische vieringen. Er is namelijk - om eventjes een aantal organisaties die aan de parochie gelinkt zijn te noemen: er is een pastorale kern, er is een parochieraad, er is een diaconiewerking (die vooral de sociale inslag in de maatschappij gaat
29
gemeenteraad 26 januari 2016
ondersteunen, zoals de ziekenzorg, de buurtwerking, de Sint-Vincentius werking, waar we proberen armen ook te helpen binnen de gemeenschap), er is Broederlijk Delen, Welzijnszorg - dat dan misschien wat meer gekend is, er is een werking rond vormsel, rond eerste communie, er is ook een communicatiewerkgroep. Elke parochie heeft al die werkingen, en die willen we samenbrengen en met overleg brengen tot deze pastorale eenheid. Dit vraagt uiteraard wel wat tijd. De meeste federaties (een federatie is een verzameling of een cluster van parochies) zijn volop bezig om dit uit te voeren en te bespreken met de vele vrijwilligers. En het is een oefening die zelfs ook buiten de parochie gaat en waar de ganse lokale gemeenschap bij wordt betrokken (verenigingen, scholen) om daar over na te denken via open raden - zoals dat in de federatie Assebroek is gebeurd. Dat is het pastorale plan. Dan hebben we het kerkenplan, waar we een goed beredeneerd en onderbouwd plan willen om te komen tot de ontwijding van de kerken. Eén en ander staat uiteraard in nauw verband met elkaar. En om dit parochiekerkenplan op te zetten, werd binnen het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur –ik kom een beetje op de vraag van Pascal Ennaert – een departement rond onroerend kerkelijk erfgoed opgericht met als eerste opdracht het landschap van die parochiekerken in kaart te brengen. En het zou een idee kunnen zijn om ook dat roerend erfgoed daarin op te nemen. Dus daar zijn voor de verschillende kerken de geschiedenis van het kerkgebouw, de kadastrale gegevens, de huidige bouwfysische toestand en ook het actueel gebruik ervan wat geïnventariseerd. Deze bevraging is uitgevoerd en daar heeft men nu een ganse inventarisatie. En dan komt men, samen met dat pastoraal kerkenplan, tot het eerste kerkenplan (want het is een eerste stap) tot ontwijding van deze kerken. En zoals de schepen al zei: drie kerken zullen ontwijd worden, dat is het eerste resultaat: de Heilige Familie, de Sint-Walburga en de Sint-Franciscuskerk. Ik moet ook zeggen, om het helemaal compleet te maken: in 2005 (het is al een tijdje geleden) is al een andere kerk ontwijd: de Sint-Lutgardis in Assebroek. Ook de Heilige Hubertus in de wijk Blijmare in Sint-Andries is een aantal jaren geleden al ontwijd. Dat heel eventjes om te zeggen wat de stappen zijn. Ik wil afsluiten met toch nog twee opmerkingen hieromtrent. Eén. Ik heb het al gezegd: een kerk is meer, heeft een ruimer gebruik dan enkel die weekenddiensten. Het beeld dat men opzet in de media rond lege kerken tijdens weekends is een zeer eng beeld van wat kerken zijn en wat ze betekenen. Het is juist, de kerk is in eerste instantie een cultusplaats waar de Kerk haar liturgie viert. Maar er zijn niet alleen die weekendvieringen, er zijn ook sacramentele vieringen zoals de geboorten, de huwelijken, de uitvaarten, waar mensen vragen naar zingeving. Om een idee te geven: in 2014 – de cijfers van 2015 heb ik niet kunnen bemachtigen – waren er nog 478 doopsels, 603 vormels, 746 eerste communies, 77 huwelijken en 485 uitvaarten in de Brugse kerken. Dat is dus heel wat, als je dit bekijkt naar het gebruik van kerken. En uiteraard worden deze kerken niet alleen voor liturgische- maar ook voor nietliturgische activiteiten gebruikt, zoals catechesemomenten,ouderavonden, en andere. Maar de kerken zijn ook open kerken. Men vergeet soms dat die kerken ook open staan voor bezoeken. Mensen krijgen de kans om ze even te bezoeken, om wat stil te zijn en om wat te bezinnen. En dit wordt ondersteund door vele vrijwilligers die die kerken openhouden gedurende de dag en soms ook ’s avonds. In 2015 - om een idee te geven – waren de zes historische kerken in de binnenstad - en ik heb het niet over de kathedraal of de Onze-Lieve-Vrouwekerk, ik heb het over de Magdalenakerk, de Sint-Annakerk, de Sint-Gilliskerk, de Sint-Jakobskerk, de Walburgakerk en dan ook Lissewege - goed voor een goeie 220.000… Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Rogissart, mijnheer Rogissart! Het gaat over het kerkenplan en niet over de werking van de kerken in het algemeen in het Brugse. [Gelach en applaus] Raadslid Guy Rogissart. - Ik probeer, mijnheer de voorzitter… Voorzitter André Van Nieuwkerke. - U geeft ons hier een pastorale les! Met alle respect, maar het gaat over een eenvoudig kerkenplan dat uw collega in het schepencollege, onze collega Boudewijn Laloo, voorstelt. Het gaat toch niet over de werking van het Bisdom en de kerken op heel het grondgebied. [Gelach] Raadslid Guy Rogissart. - Mijnheer de voorzitter, ik vind dit intellectueel niet correct. Wij hebben in het berek duidelijk signalen gekregen dat het niet vooruit gaat. Ik wil hier wat transparantie geven over de manier waarop men komt tot dit kerkenplan, één. En ik wil nu wat duiden dat kerken meer zijn dan die liturgische werking. Ik ben bijna klaar. Dus als je me nog één minuutje laat doorpraten, dan zal ik mijn pastorale preek stilleggen. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - U was goed op weg met uw pastoraal plan in relatie met
30
gemeenteraad 26 januari 2016
het kerkenplan. Daar kan ik u volgen. Maar voor de rest… Raadslid Guy Rogissart. - Maar nu wil ik het ook ruimer stellen, dat de kerken niet alleen die liturgische vieringen zijn maar meer. Ik vind het niet onbelangrijk om dat ook te weten. Want men zegt: de kerken worden niet gebruikt. Maar wat ik zeg is: neen, de kerken worden meer gebruikt dan men denkt, dan wat de pers soms als beeld van de kerk opgeeft. Dat is mijn argumentatie, en ik denk dat dit valabel is in deze discussie rond het ontwijden van kerken. Ik ga afronden, maar ik ga toch compleet zeggen wat ik wou zeggen. [Een raadslid zegt: Wij luisteren toch ook naar jullie? Raadslid Rogissart sluit aan:] Ja, ik denk dat je hier ook de ene laat doorpraten en de andere niet, mijnheer de voorzitter. Er zijn 220.000 bezoeken in die kerken, wat neerkomt op 600 bezoeken per dag. Dat maakt dat die kerken meer gebruikt worden dan enkel voor die liturgische vieringen, en dat vind ik een belangrijk argument in deze discussie. En laat mij toe om tot slot - andere partijen hebben daar misschien niet over nagedacht, maar wij doen dat wel – kijken naar wat we kunnen doen als invulling van die ontwijde kerken. Misschien mag dat ook niet gebeuren, die discussie, maar ik vind dit een discussie waard. Mijnheer Pillen heeft het ook al gezegd, ik vind dat ook. Maar ik voel hier geen enkele aanzet. Wel, ik wil die aanzet geven. Kerkgebouwen zijn doordrenkt met stilte en bezinning. En dus vinden wij het als CD&V belangrijk dat die kerken een sociale inslag behouden: zorg voor zieken en voor andere mensen. Het is onze overtuiging dat vrijgekomen kerken vooral een sociale- of een culturele herbestemming kunnen krijgen. Bijvoorbeeld: ruimte voor projecten met armen of verslaafden, studeerruimten voor studenten, tentoonstellingsruimten, startateliers voor ambachten of gewoon een stille ruimte waar mensen eventjes kunnen reflecteren. Dit wilden wij zeggen. We zijn heel blij met dit kerkenplan en de vooruitgang en we vragen ook aan onze schepen om in een dergelijke modus en in overleg met het bisdom verder te gaan. Ik dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Roelant. Raadslid Sammy Roelant. - Na het sintibusteren van heiligenkerken door schepen Laloo en nu nog het filibusteren van collega Rogissart, begrijp ik in feite wel waarom zij dat doen. Als er in dat plan zodanig weinig informatie staat die objectiveerbaar is, waar wij dingen uit kunnen afleiden, waar wij als vertegenwoordiger van de burger die hiervoor betaalt rationeel kunnen over beraadslagen: dan moet er daar nog alle uitleg op het moment zelf bij gegeven worden. Dus ik begrijp wel waarom hij dat deed, en ik geef toe dat het een stukje interessant was ook. Als we dan kijken naar de reden waarom dit plan er komt: de Vlaamse Overheid heeft dat gevraagd. Enerzijds zit je met de achteruitgang aan vrijwilligers, men probeert meer pastorale eenheid te krijgen. Ik denk dat dat een goede zaak is voor de kwaliteit van de werking. Wat dat betreft, beantwoordt het plan inderdaad aan de vraag. Een ander kader dat geschetst wordt binnen die conceptnota is het volgende. Je hebt nog een bepaald kerkbezoek in Vlaanderen, zo’n vijf procent van de mensen. In Brugge kan dat een beetje meer zijn, misschien een beetje minder, ik weet dat niet. Maar dat betekent dat het uitgangspunt hier is: dat zorgt voor een bepaalde financiële last, dat zorgt voor een bepaalde onderhoudslast voor de gemeenschap, kunnen we dat niet een stuk rationeler aanpakken door gedeeld gebruik, medegebruik en eventueel ontwijdingen en dergelijke. En dit is eigenlijk het streefdoel: dat er op een rationele manier gekeken wordt hoe wij aan zuinig ruimtegebruik kunnen doen, iets waar we in onze tijd allemaal voor moeten kijken. En dan vind ik het volgende wel een beetje spijtig. We weten allemaal - de schepen zei het zelf, het stond in één van die brieven van de bisschop – dat dat een heel emotionele bedoening was. Ik kan mij dat voorstellen, veel beslissingen kunnen emotioneel zijn. Maar dat betekent niet dat je ook de moeilijke beslissingen niet moet nemen en onderbouwen. Als er zo’n plan is dan denk ik dat de burger er recht op heeft dat dat transparant is, onderbouwd en met de juiste cijfers. En dat missen wij hier in feite. Wat wij ook missen, is dat de stad op een transparante manier in dialoog treedt. Want in geen enkele van de bijhorende nota’s zien wij een visie van de stad, wat zij wil bereiken in die gesprekken, waar zij naartoe wil, hoe zij de belangen van de burger en de gemeenschap daarin wil vooropzetten. Nochtans staat er in die conceptnota dat de stad een actieve rol kan spelen in het zoeken van partners voor de herbestemmingen: als het wat moeilijker is om die zelf te vinden dan kan de stad zoeken en zeggen, we zitten hier met die vereniging, we zitten hier met die partner, we kunnen die samen rond de tafel brengen, we geven hier insteken rond. Ook dat heeft de stad
31
gemeenteraad 26 januari 2016
helemaal nagelaten. Dus ik stel vast dat de stad een wel heel passieve rol ingevuld heeft in dat dossier, en dat dat dossier eigenlijk niet rationeel onderbouwd is. Wij vinden dat een heel spijtige zaak. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Nog collega’s? Nee? Mijnheer de schepen. Schepen Boudewijn Laloo. - Dank u, voorzitter. Ik ga proberen kort af te ronden. Naar collega Pillen toe. U dringt aan op een soort initiatief van de stad - maar dat was het woordje niet, ambitie van de stad, zei u concreet - ambitie van de stad. Burgemeester, onze collega Jasper Pillen vroeg een ambitie van de stad, meer specifiek naar de privésector toe. Want het ging eigenlijk niet direct over de kerken, het ging meer over het private patrimonium van kloosters en dergelijke. Welnu, ik denk dat u binnenkort daarover een initiatief zal kunnen vernemen, dat wel degelijk heel concreet is maar waar ik nu niet verder kan op ingaan door het feit dat het dossier nog in het College moet komen. Wat mijnheer Rogissart betreft: toch ook belangrijk wat hij stelde. In ons overleg met het bisdom hebben wij – en ik had dat ook al aangehaald, dat is ergens toch ook aan bod gekomen in het berek – los van dat kerkenplan ook een informele overeenkomst met het bisdom, dat wij in bepaalde kerken niet meer investeren tenzij er werkelijk noodwendigheden zijn naar veiligheid toe enzoverder. Ik ga bewust die informele nota niet voorleggen aan deze gemeenteraad, want morgen zijn er twintig actiegroepen van mensen die nog nooit naar de kerk zijn geweest, om te vragen dat die kerk zou behouden worden. Dus ik ga zeggen: er zijn duidelijke afspraken in welke kerken wij het meest gaan investeren, die dan een soort hoofdkerk worden in een parochiale eenheid, terwijl wij voor een aantal kerken overeengekomen zijn dat wij er niet meer in investeren tenzij het gaat om veiligheid. Collega Roelant, u zegt: er zijn maar zoveel kerkgangers meer en er gaat al zoveel geld naartoe. Wel, ik zou hetzelfde kunnen zeggen: er gaat veel geld naar het voetbal en niet iedereen is voetballiefhebber. En er gaat veel naar de zorgsector en niet iedereen heeft dat nodig. Het is een mogelijkheid van de stad om een bepaalde gemeenschap bijkomend tegemoet te komen. We zijn trouwens ook decretaal verplicht om dat te doen, wat wij niet verplicht zijn naar de zorgsector of naar het voetbalstadiondossier toe. Daar zijn we niet decretaal verplicht, hier zijn we wel degelijk decretaal verplicht. En ik vind dat je toch een beetje kort door de bocht gaat - je weet dat ik heel wat sympathie heb voor u, mijn dochter eigenlijk nog meer dan ikzelf [Gelach] - wanneer u stelt dat wij nog niet nagedacht hebben over bestemming enzoverder. U weet dat zolang de kerken niet ontwijd zijn, wij ons eigenlijk ook geen zorgen moeten maken naar bestemming toe. U weet dat alles wat beschermd is, beschermd zal blijven in Brugge. Ik kan u daar heel wat teksten over geven. Ik wil toch even terugkomen op de zeer belangrijke tussenkomst - van iedereen waren het belangrijke tussenkomsten, maar de zeer belangrijke tussenkomst van Pascal Ennaert. En ik moet zeggen: in de ganse discussie - ik kan u en Sammy Roelant ook de data geven waarop wij samengekomen zijn met het bisdom, er zijn daar ettelijke uren in gegaan – heb ik misschien wat minder aandacht besteed aan wat u noemt het roerend erfgoed. En ik ben blij dat u uw tussenkomst voordien aan mij hebt overgemaakt, zodanig dat ik dat even kon opzoeken. En excuseer mij, ik ga mij een beetje moeten houden aan de tekst omdat sommige zaken niet direct mijn materie betreffen. U haalde terecht aan: het eredienstdecreet verplicht kerkfabrieken tot het opstellen en bijhouden van een inventaris van hun goederen. De Provincie West-Vlaanderen stelt sinds 2015 de digitale erfgoedbank Erfgoedinzicht kosteloos ter beschikking van de kerkfabrieken voor de registratie, het beheer en de opslag van de collectiegegevens. En de Erfgoedcel Brugge nam de optie om deze inventarisatieprojecten te ondersteunen, zocht en vond vrijwilligers die ondertussen de inventaris van de collectie van Sint-Gillis maar ook van Sint-Franciscus en de Heilige Kruisverheffing, hebben gefinaliseerd. En inderdaad zoals u terecht aanhaalde - het verwonderde mij ook een beetje: alle Brugse kerkfabrieken werden door de Erfgoedcel Brugge aangeschreven om mee te werken, maar de kerkfabriek van Sint-Walburga reageerde niet op de oproep. Het is goed dat u dat nog eens accentueert en ik zal ook in mijn functie daar eens contact opnemen. Maar via de werking van Erfgoedcel Brugge is het zeker mogelijk dat de inventaris opgemaakt wordt. Belangrijk hierbij is dat alle bij de kerkfabriek beschikbare informatie (reeds bestaande inventaris, andere documenten met duiding, bestaande foto’s van de kunstvoorwerpen) ter beschikking wordt gesteld, dit om dubbel werk te vermijden. En vanuit de musea Brugge - niet direct mijn bevoegdheid – heeft men bevestigd dat bij een eventuele ontwijding van de Sint-Walburgakerk er ook naar gestreefd zal worden dat de belangrijke collecties roerend erfgoed in elk geval in Brugge zullen bewaard blijven. Dit gebeurt uiteraard idealiter in de kerk zelf. Mocht dit onmogelijk blijken dan zal musea mee uitkijken waar de collecties bewaard- en eventueel kunnen getoond worden op het Brugs
32
gemeenteraad 26 januari 2016
grondgebied. Collega’s, ik dank iedereen voor de tussenkomst. Ik denk dat wij hier een belangrijke beslissing nemen als wij dit kerkenplan goedkeuren. Het is geen finaal ontwerp, dat is iets dat constant in evolutie is, maar wij zijn op dat vlak altijd een beetje afhankelijk van het bisdom. Dank u wel, voorzitter. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Dank u, schepen. Nog een laatste opmerking. Mijnheer Roelant. [Niet raadslid Sammy Roelant maar raadslid Pascal Ennaert neemt het woord.] Raadslid Pascal Ennaert. - Schepen, u vernoemt Sint-Walburga - ik heb u dat ook aangegeven als diegene die voorlopig niet ingaat op het aanbod van de stad om een inventaris op te maken. Volgens mijn informatie zijn er achttien van de achtentwintig kerken die op dit ogenblik daar niet zijn op ingegaan. Eigenlijk interesseert mij de reden niet waarom, maar ik vind, zeker als ze dat ook decretaal verplicht zijn, dat ze dat moeten doen. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - En nu mijnheer Roelant. Raadslid Sammy Roelant. - Ik houd mijn vraag naar transparantie, want dat was de hoofdvraag die ik had, staande. De schepen verwijst naar gesprekken waar wij niet bij waren, naar afspraken die wij niet gezien hebben, naar brieven die wij niet gelezen hebben. Dus opnieuw vraag ik transparantie. Dat zijn dingen die wij niet kunnen verifiëren, waarvan wij niet weten hoe het zit. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Goed. Stemgedrag. N-VA en Open VLD onthouden zich; Groen stemt tegen; de overige raadsleden keuren goed. De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 Het kerkenplan van de katholieke erediensten zoals besproken binnen de kerkfabrieken en de pastorale ploegen en in consensus overlegd met het Bisdom wordt goedgekeurd. Artikel 2 Volgende kerken blijven in de eerstkomende jaren behouden voor de katholieke eredienst:
-
O.L.Vrouw Sint-Jacob-de-meerdere Sint-Gillis Sint-Anna H. Magdalena en H. Catharina Sint-Pieter Christus-Koning Sint-Paulus Sint-Andries en St.-Anna Sint-Baafs Sint-Willibrord Sint-Michiel Sint-Godelieve O.L.V. Onbevlekt Ontvangen Sint-Katarina SS.-Jozef en Christoffel H. Hart en St.-Philippus O.L.V. Ten Hemel Opgenomen H. Kruisverheffing en St.-Jozef Sint-Thomas van Kantelberg Sint-Pieters-in-de-Banden Sint-Jozef Sint-Niklaas O.L.V. Bezoeking kapel Stella Maris
33
gemeenteraad 26 januari 2016
-
Sint-Leo-de-Grote Sint-Donaas
Artikel 3 Er wordt kennis genomen van de lopende procedure tot ontwijding van de kerk SintWalburga en de kerk Sint-Franciscus van Assisië.
Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Schepen Hilde Decleer. 13.
Wagenpark – opdrachtencentrale beheer van brandstoffen met tankkaarten voor de stadsvoertuigen – 1 maart 2016 tot 28 februari 2017 – voorstel – wijze van gunnen – goedkeuring.
Schepen Hilde Decleer. - Voorzitter, collega’s. In het punt 13 wordt de goedkeuring gevraagd voor het starten met een open offerteaanvraag voor een opdrachtencentrale voor het beheer van brandstoffen met tankkaarten voor de stadsvoertuigen. De raming bedraagt voor één jaar 321.975 euro, dit voor 160 motorvoertuigen. De opdracht geldt voor één jaar maar is driemaal verlengbaar. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Akkoord, collega’s? Mijnheer Roelant. Raadslid Sammy Roelant. - Naar aanleiding van dit dossier had ik aan de schepen eens de cijfers opgevraagd, de verbruikscijfers van de motorvoertuigen van de stad. Ik heb die vandaag gekregen. Dat is spijtig genoeg een beetje laat om nog veel rond voor te bereiden. Dus ik hoop dat dat vroeger, een paar dagen vóór de raad, kan komen. Maar toch bedankt voor de cijfers. Een positief punt daarin vind ik de daling van het dieselverbruik de voorbije zes jaar. Dat is nog altijd een serieuze slok op de borrel: dat komt van 275.000 liter naar 245.000. We weten allemaal wat de gezondheidsimpact hiervan is en dat de stad het voorbeeld moet geven. Spijtig genoeg stijgt het benzineverbruik in die tijd. Dus ik denk dat als de stad een klimaatplan wil implementeren, het hier toch ook een belangrijke taak is om substantiële verminderingen van deze cijfers te bekomen. Dank u wel. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Nog collega’s? Nee? Mevrouw de schepen. Schepen Hilde Decleer. - Ik kan de cijfers die doorgegeven worden maar bevestigen want u hebt ze net van mij gekregen. U hebt ook kunnen zien dat het aardgasverbruik aanzienlijk stijgt omdat we al tal van aardgaswagens aangekocht hebben. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Akkoord met dit punt, collega’s? De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad keurt het bestek met nr. 1176, geraamd op jaarlijks 321.975 euro (btw inb.), goed. Artikel 2 De gemeenteraad keurt de gunningswijze, met name open offerteaanvraag (waarbij de stad optreedt als opdrachtencentrale), goed. Artikel 3 Het krediet wordt benomen volgens de meerjarenplanning - BI011909-Rb011909-61130000 - OBB044:
2016: 2017: 2018: 2019: 2020:
268.312,50 euro 321.975 euro 321.975 euro 321975 euro 53.662,50 euro
Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Dan punt 14: mevrouw Hoste over het strategisch
34
gemeenteraad 26 januari 2016
energieplan. 14.
Leefmilieu – Strategisch Energie Actieplan (SEAP) – goedkeuring.
Schepen Mieke Hoste. - Voorzitter, collega’s. Punt 14 gaat over het SEAP of het Strategisch Energie Actieplan. In het kader van de ondertekening van het Burgemeestersconvenant eind 2014 heeft de stad zich geëngageerd om binnen het jaar een Strategisch Energie Actieplan op te maken. Dit plan moet je zien als een roadmap, een leidraad met maatregelen en doelstellingen om tegen 2020 de klimaatdoelstellingen te halen en die zijn: 20 procent CO2-reductie, 20 procent minder energieverbruik en 20 procent hernieuwbare energie. Het SEAP vormt de kapstok waar in een tweede fase concrete acties en beleidsbeslissingen zullen aan vast gehangen worden. In dit plan zijn 35 maatregelen opgenomen, die tot een daling van de uitstoot op ons grondgebied zullen leiden, namelijk bij de stedelijke diensten, de huishoudens, de tertiaire sector, de industrie, de mobiliteit en dan ook nog de lokale energieproductie. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Desender. Raadslid Paul Desender. - Mevrouw de schepen. Zoals ik in het berek reeds gezegd heb, moet je eigenlijk van een andere planeet komen als je niet beseft dat we dringend iets moeten doen aan ons klimaat en dat iedereen daar zijn verantwoordelijkheid moet nemen, dus ook op het lokaal niveau. We zijn dus eigenlijk wel tevreden dat ook deze stad hier haar verantwoordelijkheid in deze neemt. We hebben het plan doorworsteld en we stellen ons wel een aantal vragen bij een aantal van die acties maar wij kunnen dit plan, laat ons zeggen, grosso modo bijtreden. Maar toch willen we onze bezorgdheid uiten over het nogal vrijblijvend karakter van dit plan. Ik verwijs naar de repliek van de burgemeester in het berek, die toch ook wel vrij algemeen bleef. We zijn intussen 2016 en er moet resultaat zijn in 2020, dat weten we allemaal. Maar als je naar de diverse betrokken sectoren kijkt, naar de diverse acties, is er eigenlijk weinig concreet. Ik kan verwijzen, ik ga ze niet meer allemaal opsommen, ik ga ervan uit dat iedereen dat gelezen heeft. De acties voor de stedelijke diensten situeren zich hoofdzakelijk nog op het niveau van een idee. Ik weet wel dat er een aantal acties kunnen genomen worden: men kan kiezen voor elektrische wagens, men kan hybridewagens aanschaffen, men kan onze eigen gebouwen gaan isoleren. Maar wat is er op dat punt op vandaag concreet voorzien – en ik kijk ook een beetje naar onze achtbare schepen van financiën – ja, mijnheer Laloo - hoe één en ander financieel vertaald kan worden. Wij hebben onlangs ook die voormalige winkelruimte van Mediamarkt in huur genomen om er het Huis van de Bruggeling in te huisvesten. Als je het huurcontract leest, dan zie je dat daar een clausule in staat waarbij het dak kan gebruikt worden voor energiebesparende maatregelen, ik veronderstel dat dit is voor zonnepanelen. Maar zouden jullie niet – want de eigenaar moet dat pand volledig gaan herinrichten – van de gelegenheid gebruik kunnen maken om daar aan die eigenaar een aantal verplichtingen op te leggen die aansluiten bij de ideeën die jullie hier voorstellen? Het is een suggestie. In de tertiaire sector ook. Ik ben ervan overtuigd dat de tertiaire sector zeer gemotiveerd is om daaraan mee te werken, maar ook hier blijft het bij ideeën. Als je kijkt naar de huishoudens: daar worden ook opnieuw ideeën gegeven. Ze staan zeer mooi opgelijst. Maar wat ontbreekt: hoe gaan jullie dat realiseren, hoe gaan jullie dit faciliteren? Jullie willen bijvoorbeeld een reductie met 50 procent van het energieverbruik van huishoudens. Als we allemaal eens kijken naar het gebruik in ons eigen huis: dat is dus fenomenaal wat je moet gaan doen. Hebben jullie een idee hoe we dat gaan doen? Ik zie dat er ook sprake is van, wat is het allemaal: extra premies, renovatiepremies, premies voor nieuwbouw. Hoe gaan jullie daarmee tewerk gaan? Terug mijnheer de schepen van financiën - want 2020 dat is dus echt niet lang, dat is vier jaar. Als jullie extra premies geven: welke, en hebben jullie er al aan gedacht wanneer jullie ze zullen invoeren? Hetzelfde zou je kunnen zeggen over mobiliteit. Maar we hebben vandaag al genoeg over mobiliteit gepraat. Ik zal dat overslaan. Dan is er ook de lokale energieproductie. Ik ben ervan overtuigd dat met Finiwo – mijnheer de voorzitter, Finiwo functioneert overigens zeer goed – het zal lukken om voldoende windturbines gebouwd te krijgen (Ik heb trouwens vastgesteld dat Finiwo goedkoper werkt dan wat in het plan hier voorzien is, maar dat is positief). Maar ik heb wel een aantal vragen bij de uitbreiding door IVBO van het warmtenet naar de huishoudens toe. We hebben het geluk dat de voorzitter van IVBO hier voor ons zit. Naar hem de vraag toe: wat is daar op vandaag concreet voor voorzien?
35
gemeenteraad 26 januari 2016
Want opnieuw een warmtenet aanleggen - drie kilometer, vijf kilometer, ik weet het niet juist – dat zal behoorlijk wat geld kosten, er is vijf miljoen euro voorzien. Maar dat zal ook een pak vergunningen vergen, ik moet het u niet uitleggen, mijnheer de voorzitter: een warmtenet trekken vergt diverse vergunningen op diverse terreinen. Dus, hoever staan jullie daar? En ook: welke woningen denken jullie te gaan bedienen? Want dat is ook niet zo evident. Als je een warmtenet legt naar private woningen moet je er wel voor zorgen dat ook die woningen nog een ontdubbeling hebben. Ik ken de beschikbaarheidsgraad niet van de installaties van IVBO, maar ik ga ervan uit dat dat rond de 95 procent is. Je gaat toch voor die 5 procent een alternatief moeten hebben. Dus, wat is er daar concreet? Dat zijn dus allemaal vragen waarop we in dit document geen of onvoldoende antwoord krijgen. En in dat verband en om af te sluiten wil ik verwijzen naar het verslag van het Klimaatcafé van maart 2015 waarin duidelijk staat: “Er blijft een vraag naar duidelijkheid. Wat zal het bestuur opnemen en wat niet? Waartoe engageert de stad zich werkelijk?” Ik zou dus eigenlijk gewoon graag van u vernemen: waartoe engageert de stad zich op korte termijn werkelijk in uitvoering van dit voor ons allemaal zeer belangrijk klimaatplan. Dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mevrouw Esquenet. Raadslid Minou Esquenet. - Mevrouw de schepen. Ook wij als fractie zijn heel blij met het plan dat op tafel ligt. En willen u feliciteren met de werkwijze, met theoretische onderbouw bepaald door een consultant. Ondertussen werden ook in Parijs akkoorden afgesloten wat nog eens extra het belang benadrukt van een goed en toekomstgericht klimaatbeleid, ook op lokaal vlak. In deze fase stellen wij objectief vast dat er een basis is gelegd maar willen wij toch graag een aantal aandachtspunten of suggesties meegeven. Wat de kostenefficiëntie van het beleid betreft - of anders gezegd: nemen we eerst de goedkope maatregelen in plaats van dure maatregelen met minder opbrengst - lezen wij op pagina 66 dat het hele plan 180.000 ton CO2-uitstoot reduceert en dat daar een kostprijs tegenover staat van 665 miljoen euro. Dat betekent 3.694 euro per ton CO2-reductie. Dat is veel. Is er voldoende nagedacht over de juiste prioritering van bepaalde maatregelen? Puur kostprijsmatig is dit dus niet zo gunstig, temeer omdat de opgenomen maatregelen ook niet echt uitblinken in innovatie: dakisolatie en fietsgebruik stimuleren bijvoorbeeld, zijn niet bepaald vernieuwende elementen. Zo stellen wij ons ook de vraag waarom bijvoorbeeld niets is opgenomen over openbare verlichting, toch goed voor twintig procent van de stedelijke uitstoot. Waarom werd ook daar geen doel voorop gesteld? We laten hier kansen liggen om een slimmere stad te worden. Ik verwijs ook naar een persartikel van vorige week waaruit bleek dat het Leuvens technologiebedrijfje Option twee ledverlichtingsspecialisten heeft overgenomen. Die willen slimme straatverlichting aanbieden, die niet alleen zuinig is in energieverbruik, maar ook inspeelt op de vraag naar veiligheid en andere smart city-toepassingen. Zo las ik deze morgen nog dat ze bijvoorbeeld ook de luchtkwaliteit meten. Die mensen praten met verschillende steden over het opstarten van pilootprojecten. Misschien zou het wel een optie zijn om te proberen ook zo’n pilootproject te zijn met zo’n bedrijfje. Het zou mooi zijn voor Brugge om hierin innovatief te zijn. Wij hebben ook een zorg bij dat wat in het document de sector huishoudens wordt genoemd. Daar moet 56.000 ton CO2-reductie gerealiseerd worden, verdeeld over negen maatregelen. Volgens het dossier werd de armoedetoets wel degelijk gedaan, maar nergens in het 170 pagina’s tellende document komt het woord armoede voor. De meest behoeftige gezinnen wonen meestal niet in modern geïsoleerde, innovatieve woningen en vaak ook nog in huurwoningen. Investeringen in zonneboilers, dakisolatie, led-verlichting en vervanging gaan vaak hun petje te boven. De bestaande maatregelen zijn niet voldoende om die kwetsbare groep te bereiken of te helpen. Wij vragen hiervoor dus wat meer specifieke aandacht. In de onderbouw tenslotte is er één eventueel zwakke schakel. In de studie wordt aangegeven dat het gehanteerde cijfer van de bevolkingsgroei uit de federale klimaatstudie (2 procent groei tegen 2050) de facto niet bruikbaar is. Uit klimaatbeleid in diverse landen blijkt dat de factor bevolkingsgroei nochtans één van de zwaarst doorwegende elementen is om rekening mee te houden. Meer mensen betekent meer huizen, meer auto’s, meer energieverbruik, meer uitstoot. Mevrouw Hoste, u legt een ambitieus plan voor en dat siert u. Het klimaat is een zaak van ons allen, zowel collectief als individueel. U noemt het zelf een roadmap - wat ik een mooie term vind en gelet op het belang van dit plan vragen wij u dan ook om jaarlijks een voortgangsrapportage voor te leggen en een concreet engagement voor gezinnen in armoede. Dan krijgt u van ons alle steun voor uw Strategisch Energie Actieplan. Dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mevrouw Ryelandt.
36
gemeenteraad 26 januari 2016
Raadslid Marleen Ryelandt. - Voorzitter, collega’s. Inderdaad een ambitieus actieplan, dat is juist. We waren eigenlijk verheugd dat dat plan ook op de agenda van de gemeenteraad komt. Het heeft lang geduurd. Het klimaatplan is al goedgekeurd in maart 2014 en het is juist in het kader van dit klimaatplan dat het strategisch actieplan Brugge moet gekaderd worden. Op 1 december 2014, ondertussen ook al een tijdje geleden, heeft de burgemeester het Burgemeestersconvenant ondertekend. En we hebben moeten vaststellen dat het klimaatplan zonder echte participatie tot stand is gekomen en eigenlijk ook niet gebaseerd is op een nulmeting. Nu, de ambities voor het energieactieplan zijn inderdaad groot. We stellen vast dat de einddoelstelling is om van Brugge een klimaatneutrale stad te maken in 2050. Ik heb in oktober en november interpellaties gedaan in de gemeenteraad hier met betrekking tot klimaatneutrale bedrijventerreinen en ook met betrekking tot klimaatneutrale aanbestedingen en aankopen. En toen, moet ik zeggen, was het antwoord van de stad toch wel mager. Ik sluit mij ook aan bij de bemerking die gemaakt geweest is door de Gecoro met betrekking tot het strategisch actieplan, dat er geen klimaatbudget voorzien is in de meerjarenplanning van de stad. Dus het is maar de vraag hoe alles zal gerealiseerd worden, laat staan dat er een prioriteitennota gemaakt wordt en dat die zou kunnen gerealiseerd worden. Ik moet zeggen, ook het antwoord van de burgemeester in het berek was eerder mager. Er werd gezegd: we gaan dat inbouwen in het courante beleid, dat maakt daar deel van uit. Dat maakt bijvoorbeeld deel uit van het mobiliteitsplan, dat zou moeten deel uitmaken van de ruimtelijke planning, enzovoort. We gaan dat gewoonweg inkaderen in het gewone beleid en uiteindelijk zal het strategisch energieplan ons geen geld kosten maar het zal geld opbrengen op de lange termijn. Ik moet zeggen, de stad zal een serieuze inhaalbeweging moeten doen als zij haar doelstelling van 20 procent minder CO2-emissie en 20 procent minder energieverbruik en 20 procent meer hernieuwbare energie wil bereiken. Daar zullen toch wel serieuze inspanningen moeten geleverd worden. De stad heeft een belangrijke voorbeeldfunctie, ook met betrekking tot haar eigen patrimonium zal er toch een degelijke aanpak moeten zijn. Er zal een gedragsverandering moeten teweeggebracht worden bij de burgers van de stad Brugge. Er zal een voldoende draagvlak moeten zijn, participatie, pilootprojecten, en dat zal toch wel een budget vragen. Wij dringen dus aan om daar een budget voor te voorzien, een prioriteitennota te maken en ook ervoor te zorgen dat dat kan uitgevoerd worden. Wij sluiten ons aan bij de hoge ambities van de stad. Dat is een nobel doel. Maar wij zijn toch kritisch omdat er geen budgetten worden voorzien en we zullen ons op dat punt dan ook onthouden. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Nog collega’s? Nee? Mevrouw de schepen. Schepen Mieke Hoste. - Mijnheer Desender, mevrouw Esquenet, mevrouw Ryelandt, bedankt voor jullie tussenkomsten. Er is inderdaad geen extra budget voorzien is. En zoals de burgemeester op het berek gezegd heeft, ga ik nog eens herhalen dat het de bedoeling is dat wij echt bij alle maatregelen die zullen genomen worden in de dagdagelijkse werking, uitgaan van een klimaatgericht denken. Bij elke beslissing die genomen wordt, bijvoorbeeld bij de aankoop van een nieuwe wagen voor de stad, moet er bekeken worden wat het meest interessant is binnen het klimaatvriendelijk gegeven. Maar ook bijvoorbeeld het mobiliteitsplan, dat vanavond zojuist goedgekeurd is, is vanuit de gedachte van duurzaamheid en klimaatgericht denken opgesteld. Ik wil nog even naar mevrouw Ryelandt terugkomen. U haalt aan dat er geen nulmeting uitgevoerd werd voordat wij het klimaatplan opgemaakt hebben. Ik moet dat ten stelligste ontkrachten want wij hebben wel degelijk de nulmeting opgemaakt. Dat is ook één van de voorwaarden die gesteld wordt als je de Covenant of Mayors ondertekent. En naar mevrouw Minou Esquenet toe kan ik eigenlijk zeggen: bedankt voor de felicitaties. Maar ik wil toch nog meegeven dat dat plan door heel het college goedgekeurd is en dat dat niet alleen mijn verdienste is. En daarbij wil ik dan ook nog aansluiten: het is misschien nog geen echt concreet plan, het is echt een roadmap. Elke concrete actie die ondernomen zal worden, moet ook nog ter goedkeuring voorgelegd worden aan het college. Ik hoop dat dat voor jullie voldoende was. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Is dat voldoende? Mijnheer Desender. Raadslid Paul Desender. - Ik heb eigenlijk geen antwoord gekregen op mijn vraag: waartoe engageert u zich nu concreet? Nu, ik had het ook niet verwacht, maar ik heb het niet gekregen. Ik heb ook geen antwoord gekregen - maar dat zal ik ongetwijfeld wel krijgen van u - op mijn
37
gemeenteraad 26 januari 2016
vragen naar IVBO toe. Schepen Mieke Hoste. - Over concreet engagement kan ik nog zeggen, zoals ik al aanhaalde, dat elke maatregel die nu naar de toekomst genomen zal worden vanuit de klimaatgedachte zal gebeuren. Er zijn nog tal van beslissingen die moeten genomen worden en die zullen in dat kader gebeuren. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Goed, collega’s. Ik vraag de stemming. N-VA? Raadslid Paul Desender. - Ik had graag nog een antwoord gehad. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Vandevoorde. Schepen Frank Vandevoorde. - Dank u, voorzitter. Collega Desender. Wat uw vragen rond IVBO betreft. Ik dacht dat het in de gemeenteraad van november of december is geweest, naar aanleiding van de algemene vergadering IVBO, dat ik er op gealludeerd heb dat het warmtenet zoals dat er nu voor het ogenblik ligt dringend aan vernieuwing toe is. De herstellingswerken die daar quasi permanent moeten plaatsgrijpen, doen de opbrengst eigenlijk serieus verminderen om niet te zeggen verdwijnen. Met andere woorden, de beslissing is genomen om dat warmtenet te vernieuwen maar tezelfdertijd hebben wij daar uiteraard ook opportuniteiten in proberen te vinden. Het warmtenet zoals dat zich voor het ogenblik voordoet, bestaat eigenlijk uit twee warmtenetten. Een groot warmtenet, dat kent u, dat tot aan het Penitentiair Centrum, dus tot aan de gevangenis loopt, en dat quasi voor honderd procent volzet is. En waarop dus naast het Penitentiair Centrum zoals u allicht wel weet – ook het AZ Sint-Jan, het hoofdgebouw van het OCMW, het Woonzorgcentrum De Vliedberg, het gebouw van Spermalie aangesloten zijn, enkele appartementsblokken zitten daar ook op, en ik vergeet er allicht nog wel. Maar dat is het grote net, dat quasi voor honderd procent wordt gebruikt. Het kleinere net daarentegen is eigenlijk onderbezet tot en met. Bij mijn weten zijn daar maar één of twee privécliënten op aangesloten en is dat niet bepaald een voorbeeld van wat je zou kunnen noemen, iets dat op een optimale manier wordt gebruikt. We zouden dus van die vernieuwing willen gebruik maken om niet het grote net, maar het kleine net op een andere manier te introduceren en eventueel - aangezien wij opportuniteiten zien - ook uit te breiden. In welke richting kijken we? U weet dat zich daar in de omgeving ontwikkelingen aan het voordoen zijn op het vlak van sociale woningbouw. Er komt een privé-woonzorgcentrum - waarvoor ik helaas denk dat we te laat zijn - maar ook het OCMW plant daar een woonzorgcentrum, en we hebben ondertussen al aan tafel gezeten met die mensen om te kijken wat daar mogelijk is. En daar zitten misschien wel mogelijkheden in, die we dus zeker optimaal zullen proberen te gebruiken. Verder denk ik in de richting van de Blauwe Toren waar zich in de toekomst, zoals u wellicht wel weet, ook ontwikkelingen zullen voordoen. Daar zijn misschien ook mogelijkheden. Dus we zijn volop bezig met dat voor te bereiden en dat er daarvoor vergunningen zullen nodig zijn, dat spreekt uiteraard voor zich. Maar het is de bedoeling om dat zo optimaal mogelijk te kunnen doen en om inderdaad het warmtenet zoals het zich voor het ogenblik voortdoet nog verder te ontwikkelen. Wat de financiering betreft, u hebt de vraag gesteld: dat is inderdaad geen kleine investering. Maar het is de bedoeling van IVBO om die investering zelf te dragen en daarmee bedoel ik dat er van de vennoten as such geen bijdrage zal gevraagd worden om dit te ontwikkelen. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Desender. Raadslid Paul Desender. - Een heel klein vraagje. Zou het nieuw voetbalstadion geen alternatief kunnen zijn? Of is dat te ver? Schepen Frank Vandevoorde. - Ik heb u niet begrepen. Raadslid Paul Desender. - Het nieuwe voetbalstadion, dat gepland is langs de Blankenbergse Steenweg. Schepen Frank Vandevoorde. - Dat zit in de planning. Raadslid Paul Desender. - Oké. Dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Goed, collega’s, stemgedrag? Open VLD, Groen en Vlaams Belang onthouden zich; de overige raadsleden keuren goed. De Gemeenteraad,
38
gemeenteraad 26 januari 2016
Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad keurt het SEAP (Sustainable Enery Action Plan) goed als na te streven objectief.
Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Dan nu de punten van schepen Demarest. Punt 15. 15.
Personeelsdienst – Personeel en organisatie – Huis van de Bruggeling – formatievoorstel cluster Klant – functieomschrijving en selectieprogramma baliecoach en baliemedewerker – goedkeuring.
Schepen Jos Demarest. - Dank u, voorzitter. Een goeie avond. In punt 15 wordt uw goedkeuring gevraagd voor het formatievoorstel cluster Klant in het Huis van de Bruggeling. Deze formatie is volledig nieuw en omvat één hoofd cluster Klant, een stafmedewerker, baliecoaches en baliemedewerkers. En in één van de volgende gemeenteraden zullen wij ook een formatie voorstellen voor de cluster Klant in de rand omdat we gezegd hebben dat we de rand ook zullen meenemen in de oefening die we aan het maken zijn voor het Huis van de Bruggeling. Het moge ook duidelijk zijn dat het Huis van de Bruggeling veel meer zal huisvesten dan alleen maar de 52 medewerkers van de cluster Klant. Er worden daar 180 werkplekken voorzien, backoffice en ook vergaderaccommodatie. Diensten die daar zullen in gehuisvest worden, zijn onder andere: de burgerlijke stand, bevolking, mobiliteit, de dienst fiscaliteit, ruimtelijke ordening, leefmilieu, economie, de cluster welzijn, de sportdienst en dienst organiseren. In februari, zoals wij hebben beloofd, zullen wij uitgebreid terugkeren op de werking van het Huis van de Bruggeling om daar aan te geven op welke manier dit zal gebeuren, ook met de verschillende balies en de linken met de backoffice. Dat is beloofd en dat zal zeker gebeuren. Uw goedkeuring wordt ook gevraagd voor de functieomschrijving en het selectieprogramma van de twee nieuwe functies, met name de baliecoach en de baliemedewerkers. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Akkoord, collega’s? De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad keurt het formatievoorstel voor de Cluster Klant, Huis van de Bruggeling, goed. De formatie wordt ingevuld door werving onder reeds in dienst zijnde medewerkers van de Stad Brugge en OCMW Brugge. Artikel 2 De gemeenteraad keurt de functieomschrijving en het selectieprogramma voor de functie van baliecoach goed. Artikel 3 De gemeenteraad keurt de functieomschrijving en het selectieprogramma voor de functie van baliemedewerker goed.
Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Goed. Dan punt 16. 16.
Personeelsdienst – Personeel & Organisatie – dienst informatica – expert ICT communicatie en dienstverlening – functieomschrijving, selectieprogramma, kaderwijziging, aanpassing bijlage I en IV RPR – goedkeuring.
Schepen Jos Demarest. - In punt 16 vragen wij de goedkeuring van de aanpassing van de rechtspositieregeling in het kader van de kaderwijziging en de functieomschrijving voor de aanwervingen van een expert ICT, communicatie en dienstverlening - ook een verschuiving vanuit patrimonium naar de ICT. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Akkoord, collega’s? De Gemeenteraad,
39
gemeenteraad 26 januari 2016
Besluit: Artikel 1 Goedkeuren functieomschrijving en selectieprogramma voor Expert ICT communicatie en dienstverlening. Deelnemingsvereisten in aanwerving opnemen in bijlage I (specifieke aanwervingsvoorwaarden) van de RPR. Artikel 2 Toevoegen van de functie Expert ICT communicatie en dienstverlening aan bijlage IV (salarisschalen) van de RPR onder salarisschaal B4-B5. Artikel 3 Toevoegen van de functie Expert ICT communicatie en dienstverlening aan de formatie van de dienst Informatica.
Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Dan punt 17 van schepen Pierins. 17.
Groendienst – ‘diverse wegen – verjongen bomen – beplanten straten’ – ontwerp – wijze van gunnen – goedkeuring.
Schepen Philip Pierins. - Dank u, voorzitter. Collega’s, goede avond. In punt 17 vragen wij de goedkeuring voor de wijze van gunnen voor het ontwerp “diverse wegen, verjongen van bomen en beplanten straten.” Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Mostrey. Raadslid Bruno Mostrey. - Dank u, voorzitter, collega’s. Mijnheer de schepen, u hebt duidelijk een probleem van geloofwaardigheid en vertrouwen. U kan wel pronken met Latijnse boomnamen en bij hoog en bij laag beweren dat u alles doet om bomen te sparen maar de eerste de beste tegenexpertise van een burger toont al aan dat een bepaalde boom in de Engelendalelaan niet ziek is. En toen ik deze zomer aan de Conzettbrug (aan de Coupure dus) een geel plakkaat zag hangen om een linde te kappen, verdiepte ik mij er ook eens in. En wat bleek?. De perfect gezonde boom met de grote beeldbepalende rol op die plaats zal worden gekapt. Waarom? Opdat de bootjes van de jachthaven wat meer plaats zouden hebben om in en uit te varen. Maar het water, dat kanaal, is daar waarschijnlijk, ik weet het niet, dertig meter breed. Meer dan plaats genoeg dus, compleet onzinnig om die boom, die compleet gezonde linde, te kappen. Conclusie: er verdwijnen onnodig bomen. Is dat altijd het geval? Ik geloof het niet, dat zeg ik ook niet. Maar als wij steekproeven doen dan blijkt dikwijls toch dat er iets niet snor zit. Als je weet hoe belangrijk bomen zijn voor de gezondheid van de Bruggeling en hoe belangrijk bomen zijn voor het afvangen van fijn stof, het ophouden van regenwater, het aangenaam effect van groen in de woonbuurten en ga zo maar door, dan moeten wij hier toch tegen reageren. En dan komt de hamvraag: hoe moeten wij het beleid vertrouwen als het gaat om dit bomenbeleid? Ook nu weer zit er geen enkel onafhankelijk rapport in het dossier waaruit blijkt dat de bomen die hier en daar zullen verdwijnen in bepaalde straten, ziek zijn. Vaak is dat het argument: ze zijn ziek. Heel concreet stellen wij met Groen voor dat de groendienst een picus tomograaf aanschaft. Dat is een instrument waarmee kan gescand worden, in welke staat het hout aan de binnenkant zich bevindt en of er effectief een bedreiging bestaat voor het omvallen van de bomen. Bij vakkundig gebruik heb je dan een objectief iets om dat vast te stellen. Bovendien, en dat is ook belangrijk om te weten: het is niet omdat een boom ziek is dat je meteen moet overgaan tot het kappen ervan. Een boom kan dikwijls zijn eigen resistentie ontwikkelen tegen de ziekte en vaak kunnen enkele ingrepen van de mens het genezingsproces versterken en de boom redden of op zijn minst de levensduur met enkele jaren verlengen. Daarmee moet dus ook rekening gehouden worden. En geen enkel kapdossier kan volgens ons nog passeren zonder dat er zo een rapport van een picus tomograaf is opgemaakt. Concreet: één van de vele dossiers is hier nu de Beeweg. Wij hebben bij het binnenkomen allemaal een pamfletje gekregen en met Groen steunen wij dit pamflet. Want de titel is hier “boomverjonging”, maar er zullen hier 65 gezonde en jonge, nog geen dertien jaar oude bomen, verdwijnen. Wij kunnen daar onze goedkeuring zeker niet aan geven. Er is heel wat om te doen geweest, ook omwille van de manier waarop de enquête verlopen is. Ik zal daar nu niet te diep op ingaan maar ik hoop wel dat wij daar
40
gemeenteraad 26 januari 2016
de juiste lessen kunnen uit trekken, en dat wij niet nog eens zo’n onduidelijkheid moeten meemaken. In elk geval, wat heeft het bestuur hier nu eigenlijk aan gehad? Wij hebben nu een straat met voor- en tegenstanders die tegenover elkaar staan. 65 gezonde bomen die gaan verdwijnen, enkel en alleen omdat dit bestuur denkt de bevolking daarmee te dienen. Maar niet iedereen is er voor, er is daar zelfs behoorlijk veel verdeeldheid over. En heel dit gedoe kost de belastingbetaler ook behoorlijk wat geld. Wij raden daarom aan dat dit bestuur een duidelijke verklaring aflegt en een duidelijke lijn trekt als volgt: gezonde bomen die geen excessieve overlast geven zullen niet meer gekapt worden in Brugge. Dit zal de Bruggeling heel wat rust brengen en ook goed zijn voor de stadsfinanciën. En objectief vaststellen of een boom ziek is kan met zo een picus tomograaf. Ik zou dus graag eens horen wat de schepen ervoor voelt om dat aan te kopen en om effectief zo een statement te maken. Dank u wel. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Nog collega’s? Mevrouw Sanchez. Raadslid Noelia Sanchez. - Goede avond. Wij begrijpen dat als bomen ziek zijn, ze moeten gekapt worden. Dat neemt echter niet weg dat wij het verdwijnen van die bomen betreuren. U zei reeds dat voor elke boom die gekapt wordt er een nieuwe in de plaats komt. Daar staan wij zeker achter, de vraag is: waar komen die dan? Een nieuwe boom in een bestaand- of een nieuw bos of in een andere daarvoor voorziene ruimte dat is prima, maar wij mogen niet vergeten dat bomen tussen de mensen, dus waar mensen wonen, een belangrijke functie hebben. Niet enkel voor de mens maar ook voor de biodiversiteit. Wij begrijpen dat niet elke boom geschikt is in een woonwijk. En u zei in het berek dat u met uw diensten nog op zoek was naar de ideale boom. Maar hoelang zal die zoektocht nog duren? Dit is geen nieuw gegeven en wij zijn zeker dat er voldoende kennis is bij meerdere organisaties, natuurorganisaties, en dat deze organisaties die kennis met plezier zouden delen. Ik denk maar aan het feit dat we beter kiezen voor diepwortelende bomen in plaats van voor bomen met horizontaal groeiende wortels; dat wij niet moeten kiezen voor exotische bomen maar voor inheemse, enzovoort. Groen in de stad, groen tussen de mensen, in de woonwijken, is een must voor zowel mens, dier als de natuur en het bevordert de gezondheid en het welbevinden, zoals de collega van Groen al zei, het verbetert het milieu (denk maar aan de luchtkwaliteit), het vermindert stress, vergroot concentratie, enzovoort. Kortom, wij hebben twee concrete vragen. Ten eerste. De bomen die gekapt worden, worden die vervangen op dezelfde plaats? Zo ja, dan staan wij hier zeker achter, maar door welke bomen worden zij vervangen? En zo neen, wordt er gekeken voor een alternatieve beplanting op de plaats waar die bomen gekapt worden? Ik denk aan struiken of planten. En een tweede vraag. Er zijn heel wat zieke bomen, zegt u. Wat is het actieplan van stad Brugge om dit probleem van zieke bomen aan te pakken? Dank u wel. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Bruynooghe. Raadslid Arnold Bruynooghe. - Dank u wel, voorzitter. Geachte schepen, bestaat er een inventarisatie van de bomen op het openbaar domein van Brugge? Met een indeling naar jaar van aanplanten, soort en eventueel nog andere belangrijke karakteristieken? Dat gevaarscheppende bomen vervangen worden, daar ga ik volledig mee akkoord. Dat er nieuwe, jonge bomen aangeplant worden op diverse plaatsen is eveneens oké. Maar dat er relatief jonge bomen gerooid worden omwille van wat ambetantigheden volgens een deel van de inwoners van de straat, en vervangen worden door jonge exemplaren die over een goede tien jaar weer voor zogezegde ambetantigheden zullen zorgen: daar kan onze fractie geen goedkeuring aan geven. Ik verwijs hier ook naar wat een aantal jaren geleden gebeurd is in de Betferkerklaan. Daar is er door enkele inwoners gevraagd om de mooie bomen te rooien. Uiteindelijk is er daar een soort consensus tot stand gekomen en blijven de bomen daar staan, maar dat was in een vorige coalitie. Het is immers altijd zo dat bomen vanaf een bepaalde omvang voor last zorgen. Toch weet iedereen dat de voordelen van bomen en bossen veel ruimer zijn dan de eventuele ongemakken. De stad en de burgemeester op de eerste plaats hebben met veel tromgeroffel het Burgemeestersconvenant ondertekend, dat is daarnet nog ter sprake gekomen: Brugge verbindt zich om minstens 20% CO2-reductie waar te maken tegen 2020. Wel, wees dan logisch en consequent: laat de gezonde bomen staan en vervang ze niet door jongelingen.
41
gemeenteraad 26 januari 2016
Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Nog collega’s? Neen? Mijnheer de schepen. Schepen Philip Pierins. - Dank u voorzitter. Dank u collega’s voor jullie tussenkomsten. Ik wil daar wel een en ander op zeggen. In de eerste plaats heb ik goed nieuws en slecht nieuws. Want ik wil hier vandaag geen lesje krijgen in dendrologie van jullie. Waarom? Omdat ik toch tenminste al een klein beetje weet hoe een boom in elkaar zit. Waar moet je eigenlijk het verschil in bomen maken? Je hebt bomen die in bossen en parken staan en je hebt straatbomen. Straatbomen, het slechte nieuws daarvan is dat de gemiddelde leeftijd van een straatboom, gelijk waar hij staat in de straat, amper 13,5 jaar is. Je mag overal gaan rondkijken. Er zijn uitzonderingen, er zijn straatbomen die 30 jaar oud zijn, er zijn er die veel ouder zijn, maar dat zijn speciale soorten - ik ga een voorbeeld geven: de Leopold II-laan, dat zijn platanen. Ik zal beginnen met een straatboom: dat is eigenlijk de laagste kaste onder de bomen. In hun jeugd op de kwekerijen was er nog niets aan de hand met die bomen, integendeel, ze werden zelfs extra goed verzorgd. Regelmatig kwam de kweker langs en snoeide wat zijtakjes weg. Waarom? Hierdoor werd die jonge boom gedwongen om hoger te worden. Dat is niet de normale manier van werken bij bomen want andere bomen, bestemd voor bossen en parken, gingen weg om ter plekke verder op te groeien. De toekomstige straatboom bleef achter op de kwekerij om eerst die hoogte te maken, want het verkeer stelt hoge eigen aan de hoogte- en de breedte van de straatbomen. Ook bewoners van een smalle straat of van een straat willen wel groen voor de deur, maar dat moet toch ook ergens beperkt worden. Ik zal dan nu naar het dossier zelf gaan. Ik kan beginnen met te zeggen dat we niet enkel in de Beeweg en in de Brugs-Kerkhofstraat maar bijvoorbeeld ook in de Lieven Bauwensstraat 75 kastanjes zullen kappen. Waarom moeten wij ze kappen? Omdat die kastanjes doodgewoon ziek zijn. Met de Beeweg was het destijds hetzelfde verhaal. De bomen die daar stonden, Prunussen, stonden in de weg om bepaalde werken uit te voeren, onder andere nieuwe voetpaden leggen omdat die volledig kapot waren. Er zijn daar ook nieuwe bomen geplant geweest zoals wij altijd in elk dossier doen. En als je het hier allemaal goed gelezen hebt, dan heb je gezien dat er heel wat straten zijn waar wij heel wat bomen weg doen, maar dat wij ze ook allemaal gaan vervangen. Niet voor niets zegt de Stadsmonitor dat nog altijd 82% van de Bruggelingen tevreden is over het groen en het groenbeleid in deze stad. Ik zal meer zeggen - en ik ga het nu toch een klein beetje uitbreiden, want ik kan het heel lang trekken maar ik ga het hier kort houden. Door Paul Jonckheere, ons geacht raadslid, is er gevraagd: hoeveel hectaren bos is er gerooid? Wel, het verschil is heel simpel: er werd 30 hectare bos gerooid en er is 90 hectare aangeplant. Een verschil van 60 hectaren. Dus wij blijven verder in die zin werken. Het antwoord heb ik schriftelijk kunnen bezorgen, maar ik ga het hier nu mondeling zeggen aan jullie. Ik blijf erbij: elke boom die gekapt wordt, wordt vervangen door een boom die meer aangepast is aan het verhaal. En als wij dan tenslotte toch komen bij die bomen op de Beeweg: dat is een zeer jammerlijk verhaal. Ik heb in het dossier een verklaring zitten van de vorige directeur van de groendienst die zegt dat het een jammerlijke zaak is dat een dergelijke boom in deze straat gekomen is. Want als wij het hebben over elzen - ik ga daar nu niet in detail op ingaan: je hebt de Alnus Cordata, de hardbladige els zoals deze die daar staat. Die heeft een probleem met, één, de bladeren, twee, de proppen, en drie, nog eens de katjes die drie maal per jaar voor heel wat overlast zorgen. En dit niet op hetzelfde moment maar op verschillende momenten. Men zegt dan: extra veegrondes. Wel, dan vraag ik mij af waar eigenlijk de deugd zit in het vermijden van CO 2. En waar de bomen de CO2 van de extra rondes die wij moeten uitvoeren zullen kunnen verhalen. Het is een extra werk, een extra kost en absoluut een extra belasting ook voor de natuur, want die bakken vervuilen ook met CO2. In ieder geval is het niet alleen om tegemoet te komen aan de mensen. Het is zo dat wij elke straat in Brugge proberen te beoordelen. Een bomenbeleidsplan is ook wel iets waar wij in de toekomst gaan voor zorgen, maar beetje per beetje. En ik ga ook nog verder. Ik moet voortdurend met lede ogen aanzien dat wij bomen echt moeten wegdoen. Ik ga naar het verleden gaan: kijk naar de Dijver. De wilgen die daar destijds stonden waren op hun eind. Een boom gaat dood, op een bepaald moment moet je daar toch ook wel rekening mee houden, zoals mensen blijven zij niet eeuwig in de natuur staan of toch zeker niet in de straten. Als wij dan de vergelijking maken met bepaalde bomen in bepaalde straten, wel, die bomen zijn sukkelaars, echt waar. Daarom moeten wij regelmatig de bomen vervangen. En als wij in de Beeweg die bomen laten staan: nu zijn ze gezond maar binnen enkele jaren gaan zij ietsje zieker worden, dan gaat er overmatige propvorming komen, die er zal voor zorgen dat de riolen zullen
42
gemeenteraad 26 januari 2016
verstopt worden, en nog andere problemen zullen zich echt voordoen. Dus wij blijven bij onze manier van werken, het beleid gaat dat ook verder doen, wij gaan elk jaar boomverjonging doen en wij gaan elk jaar moeten bomen kappen, zoals langs de Kazernevest, zoals op andere plaatsen. Wij vragen dat altijd heel mooi in deze gemeenteraad en jullie hebben telkens ook “ja” gezegd. Ik dank jullie om ook hier nu steun te geven aan dat verjongingsplan van de bomen. Dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Mostrey. Raadslid Bruno Mostrey. - Dank u, voorzitter. Mijnheer de schepen, ik ben niet onverdeeld gelukkig met uw antwoord. Om te beginnen: u heeft niet echt geantwoord op mijn vraag of de groendienst wil overgaan tot het aanschaffen van een picus tomograaf. En waarom vraag ik dat expliciet? Omdat dit een manier is om objectief vast te stellen of een boom ziek is en problematisch ziek is. Want dit is een deel van het probleem. U beweert altijd maar: de boom is ziek en het is echt nodig dat die boom geveld wordt om die of die reden, maar dat blijkt nergens uit, dat is alleen u die dat komt beweren. Wij zien dat graag zwart op wit in het dossier. Dan kunnen wij ons oordeel vellen en al dan niet een boomkap, of een boomverjonging zoals u dat zo graag noemt, steunen. Maar wij kunnen dat nu niet want wij hebben niet genoeg informatie. Dus, zult u zo een picus tomograaf aanschaffen voor de groendienst? Schepen Philip Pierins. - Voor het ogenblik gaan wij dat niet doen. Waarom? Omdat wij gespecialiseerde mensen deze studie laten doen. Ik zal een voorbeeld geven. Wij hebben op ’t Zand moeten kijken, wegens het omver vallen van een linde, wat de toestand van die bomen was. Een speciale firma is komen kijken en heeft gezegd dat de toestand lamentabel is tot zeer slecht. Deze week hebben wij er nog in alle nood één moeten vellen want anders had er nog iemand onder een dergelijke boom terecht kunnen komen. Ik wil eigenlijk ook - en ik heb dat ook gevraagd aan de burgemeester die daar dan in toegegeven heeft – dat er in alle parken waar veel volk komt zoals bijvoorbeeld met het Cactusfestival en andere gelegenheden, een deftig onderzoek komt van de bomen die daar aanwezig zijn. Het gebeurt niet zelden dat ergens een boom valt zelfs na controles met een picus tomograaf. Ik laat het liever door gespecialiseerde diensten doen dan door onze eigen diensten: wij hebben daar voor het ogenblik geen boomchirurg of specialist voor in dienst. Raadslid Bruno Mostrey. – Oké. U begrijpt waar ziek en die boom moet gekapt worden om die of U heeft een probleem van geloofwaardigheid en ik worden zodat wij in de gemeenteraad maar ook gegrond is. Ik denk dat u daar moet aan werken.
ik naartoe wil. Wij horen dikwijls: die boom is die reden, maar wij weten niet of dat zo is. probeer u te helpen. Dat moet geobjectiveerd de burger gerustgesteld is dat de beslissing
En ik heb nog een tweede vraag. In het berek hebt u gezegd dat u in deze legislatuur nog zal afkomen met een bomeninventaris. Mijn collega Roelant heeft daar een aantal keer op aangedrongen in het berek, maar ik zou u dat graag hier nog eens horen zeggen, want dat staat ook in het beleidsplan. En dat is natuurlijk een mooi instrument waaruit wij kunnen afleiden, verdwijnen er bomen in Brugge of komen er bij, wat u zo graag beweert. Dank u. Schepen Philip Pierins. - Wij gaan zeker proberen om, zoals in het beleidsplan staat, een bomenbeleidsplan in orde te brengen. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mevrouw Sanchez. Raadslid Noelia Sanchez. - Begrijp ik het goed dat er dus nog geen concreet actieplan is voor die problematiek rond zieke bomen? Want u zegt: het bomenbeleidsplan komt er, maar beetje bij beetje. Dus er is nog geen concreet plan daarrond? Schepen Philip Pierins. - Ik heb daarnet gezegd: wij zijn daarmee bezig, en dat zal in orde komen. Raadslid Noelia Sanchez. - Bezig. En twee: indien de bomen niet vervangen worden omdat er geen plaats is, komt er dan een alternatieve beplanting of helemaal niets? Schepen Philip Pierins. - De bomen worden altijd vervangen. Raadslid Noela Sanchez. - Op die plaats? Oké. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - De schepen heeft daar al allemaal op geantwoord! Mijnheer Bruynooghe.
43
gemeenteraad 26 januari 2016
Raadslid Arnold Bruynooghe. - Dank u wel, voorzitter. Ten eerste, schepen: ik betwijfel sterk dat de gemiddelde leeftijd van een boom hier in Brugge 13,5 jaar is. Als je kijkt naar de Betferkerklaan: die bomen staan daar al 50 jaar. En als je kijkt naar de wijk waar ik woon, daar staan die bomen al 34-35 jaar en er is nog geen enkele vervangen. Ten tweede. Ik zou graag concreet een jaar hebben waarin dat boombeleidsplan of die inventarisatie klaar is. Is dat 2016 nog? Is dat 2017 of wordt dat 2020? En ten derde: binnenkort worden er bomen geplant op ’t Zand. Gaan die ook na 13 jaar vervangen worden of zal het een beetje langer duren? Schepen Philip Pierins. - Die laatste vraag heb ik niet goed verstaan. Raadslid Arnold Bruynooghe. - Binnenkort worden er op ’t Zand ook bomen geplant bij de herinrichting. Hoelang gaan die bomen daar blijven staan? Dertien jaar? Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Een futuristisch antwoord, mijnheer de schepen. Schepen Philip Pierins. - Wij gaan proberen om voor die bomen voor een betere omgeving te zorgen. In ieder geval zal het duurder zijn om ze te planten. En mocht ik weten hoelang zij daar gaan staan, dan zou ik direct een antwoord geven. Maar dat is zoals bij mensen, ik heb dat al gezegd, ik kan dat niet weten. Dat is een feit. Wat was er dan nog? Raadslid Arnold Bruynooghe. - Ik had graag een jaartal geweten voor het boombeleidsplan. Schepen Philip Pierins. - Deze legislatuur. Raadslid Arnold Bruynooghe. - Dus dat is niets! Eind 2016 zou u kunnen zeggen of 2017, of 2018. Dus dat is eind 2018. Dank u wel. Schepen Philip Pierins. - Wij zijn met een ontwerp bezig, u wordt binnenkort op de hoogte gehouden van de kostprijs van een dergelijk bomenplan. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Goed collega’s, laten wij stemmen. Wie is tegen de verjonging van de bomen in Brugge? Groen en Vlaams Belang stemmen tegen; de overige raadsleden keuren goed. De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad keurt het ontwerp voor – ‘diverse wegen – verjongen bomen – beplanten straten’ goed. Artikel 2 De werken worden gegund door middel van een open aanbesteding.
18.
Wegendienst – heraanleg Oostendse Steenweg – samenwerkingsovereenkomst – goedkeuring.
Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Dan het tweede punt van schepen Pierins: de heraanleg van de Oostendse Steenweg. Mijnheer Pierins. Schepen Philip Pierins. - Dank u wel, voorzitter. We vragen dus inderdaad de goedkeuring voor de samenwerkingsovereenkomst voor de heraanleg van de Oostendse Steenweg. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Collega’s? Nee? Raadslid Georgina Denolf. - Geachte heer voorzitter, beste collega’s. Vanavond wordt ons de goedkeuring gevraagd van de heraanleg van de Oostendse Steenweg, de Hendrik Waelputstraat en de Rustenburgstraat. Een samenwerkingsovereenkomst met het AWV, TMVW en Aquafin. Deze heraanleg is voorafgegaan door een infovergadering september vorig jaar, en de betrokken bewoners konden kennis maken met deze heraanleg in een infostand in het Cultureel Centrum De Dijk. Positief is dat men geluisterd heeft naar de bewoners en aldus in de plannen wijzigingen voorstelt. Deze heraanleg zal immers het straatbeeld grondig wijzigen. In dit deel van de straat situeren zich tevens een aantal handelaars. We willen een drietal zorgen naar voor brengen.
44
gemeenteraad 26 januari 2016
Ten eerste. Vele bewoners drukken hun grote bezorgdheid uit over het afsluiten van de Oostendse Steenweg voor autoverkeer gedurende een langere periode. Het gaat hier inderdaad immers over een grondige aanleg. Mogen wij vragen om toe te zien dat de hinder zo beperkt mogelijk zal zijn? Wij gaan ervan uit dat de werken gefaseerd zullen uitgevoerd worden. Hier vragen wij tijdig een plan van fasering, dat aangeeft hoe bijvoorbeeld rond het Tempelhof en de Potentestraat de toegang gerealiseerd gaat worden van de niet-aangelegde stukken. Een ander aandachtspunt is de bereikbaarheid van de handelaars. Het plan voorziet in de middenstrook stukken overrijdbare middenstrook. Hier de suggestie om te onderzoeken om grasdallen met waterinsijpeling te gebruiken. Dit zou volgens ons een beter model zijn dan bijvoorbeeld materialen die men gebruikt heeft in de Leopold II-laan, waaraan men op sommige plaatsen reeds herstellingen heeft moeten uitvoeren. Tot slot een zorg rond het gebruik van de bestaande garages. In een eerste fase van de werken worden de Rustenburgstraat en de Hendrik Waelputstraat heraangelegd. Zoals bekend zijn er in de Rustenburgwijk (gebouwd in de jaren vijftig – zestig) nog veel woningen zonder garage gebouwd. Sommigen hebben een garage aangekocht in de omgeving, maar heel veel mensen parkeren hun voertuig op de weg. Positief is dus dat de parkeergelegenheid er eerder op vooruit zou gaan. Er zijn echter in het voorgelegde plan een paar problemen. In de Hendrik Waelputstraat zal het zowat onmogelijk zijn om in en uit de site van de garages te rijden, omdat er aan weerszijden geparkeerd zal mogen worden. Bewoners hebben dat reeds uitgetest. Het zou jammer zijn om dit achteraf te moeten herstellen, met als gevolg minder parkeerplaatsen. Mijn voorstel is de bereidheid om dit te herzien. Een goed voorbeeld zijn de recent aangelegde straten op Christus-Koning en de omgeving Peter Benoitlaan. Ook in het deel van de Hendrik Waelputstraat dat zal heraangelegd worden zijn er zes opritten van garages, en in het deel van de Rustenburgstraat zestien. Bewoners melden mij dat het eveneens onmogelijk is om hier in en uit te rijden. In het gedeelte van de Rustenburgstraat is er een appartementsgebouw gepland waarvan de werken eerstdaags van start gaan. De garages van dit complex zullen zich aan de kant van de Rustenburgstraat situeren. Kan het plan van heraanleg hiermee reeds rekening houden zodat er een jaar na de heraanleg geen aanpassingen zouden moeten gebeuren? Mag ik vragen om deze bekommernissen ernstig te nemen en te onderzoeken ten behoeve van de bewoners van deze mooie Rustenburgwijk. Dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Nog collega’s? Mevrouw Soete. Raadslid Ann Soete. - Dank u, voorzitter. Na de zorgen van mevrouw Georgine Roets zou ik aan de schepen misschien nog een bedenking willen meegeven. Ik heb u zien staan in foto met uw collega-schepen. Het is altijd plezant natuurlijk om sinterklaas te spelen en te zeggen aan de mensen uit uw omgeving: “we gaan uw straat heraanleggen en dat zal hier allemaal veel beter worden, dan is iedereen tevreden.” Maar ik zou suggereren om de volgende keer er misschien toch bij te vertellen dat dat voor het grootste stuk betoelaagd wordt door de Vlaamse regering. Dat zou pas eerlijk zijn. Schepen Philip Pierins. - Ik was eigenlijk al van plan om dat straks te zeggen. Raadslid Ann Soete. - U moet dat aan de bevolking zeggen. Wij weten dat wel, maar de bevolking moet dat ook weten. Schepen Philip Pierins. - Ik heb dat ook ter plaatse tegen de pers gezegd, wat de eventuele kosten nog waren voor de stad Brugge. Dat was eigenlijk minimaal, het komt op 325.000 euro. Raadslid Ann Soete. - Aan de pers moet je dat ook zeggen. Schepen Philip Pierins. - Het komt van allerlei kanalen: Agentschap Wegen en Verkeer, Waterwegen en Zeekanaal,… Raadslid Ann Soete. - Het was maar een suggestie, schepen! Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mag ik dat onderonsje onderbreken? Schepen Philip Pierins. - Mevrouw Roets en collega’s. Wat ik wel belangrijk vind, en waar ik eigenlijk nooit iemand zie op afkomen, dat zijn de infovergaderingen die we beleggen als we van plan zijn een straat aan te leggen. Mijnheer Quataert heeft vandaag ook gezegd dat we veel te veel openbare werken doen. Maar dat zijn allemaal openbare werken die jullie hier goedgekeurd hebben, daar wil ik wel eens mee
45
gemeenteraad 26 januari 2016
vertrekken. Daar moet dus niet veel over gezegd worden want het is ook jullie verantwoordelijkheid. Maar dan zie ik op dergelijke infovergaderingen nooit iemand afkomen. Nooit. Jullie hebben daarvoor misschien geen tijd, maar de mensen die in die buurt wonen, zijn in ieder geval zeer geïnteresseerd en komen absoluut af. In het geval van de Oostendse Steenweg waren er heel wat mensen aanwezig. Ik weet het niet van buiten, maar De Dijk zat behoorlijk vol. En dat zijn de bewoners zelf, dat zijn kritische mensen en we luisteren daar naar. En het is jammer dat jullie er niet bij waren… Raadslid Georgina Denolf. - Ik was niet vrij. Schepen Philip Pierins. - …want dan hadden jullie al een deel van de antwoorden gekregen, zoals ik ze nu straks zal geven. Want wat is er die avond gebeurd op die infovergadering? Er zijn meer dan 40 vragen - juist geteld: 41 - gesteld geweest, op hetzelfde niveau als wat hier vandaag gevraagd wordt. Dus ik kan enkel het verslag erbij nemen van die infovergadering dat ook voor jullie hopelijk wel ergens zichtbaar is. En dan kan je eigenlijk al heel goed zien wat er van oplossing is voor de vragen die je stelt, het staat er trouwens in. We gaan ervan uit, zegt u: dat de werken gefaseerd zullen uitgevoerd worden. In het bestek staat gedetailleerd opgenomen dat er een fasering zal zijn, zoals besproken ook met de verkeersdienst van de politie. De fasering wordt zo opgevat dat linker- en rechterzijde van de weg in een andere fase worden opgenomen, zodat de handelszaken en woningen bereikbaar zijn. Dan de tweede vraag, de bereikbaarheid. De suggestie over het model en de materialen: ik weet niet waarom u vergelijkt met de Leopold II-laan. Dat is een laan die toch redelijk goed ligt, ondanks het feit dat daar heel wat bomen staan. Raadslid Georgina Denolf. - Ja, maar omdat blijkt dat dat al een beetje hersteld is moeten worden, stel ik voor om grasdallen te gebruiken. Het blijkt dat dat beter zou zijn. Schepen Philip Pierins. - In ieder geval gaan we zeker voor gebruiksvriendelijke materialen. Maar elke suggestie neem ik mee. Dus we houden rekening met de sporadisch hoge belasting: het zullen geen betonplaten zijn zoals vroeger, het zal in ieder geval een straat zijn die redelijk effen ligt, waar de mensen meer rust zullen krijgen dan voordien. En in ieder geval, de Oostendse Steenweg is een belangrijke gewestweg, als er wijzigingen zouden moeten komen in materiaalkeuze, dan moeten we dat echt overwegen met de medebetaler zijnde de wegbeheerder Agentschap Wegen en Verkeer. Dan hebben we nog de bekommernissen omtrent het in- en uitrijden van de opritten in de Rustenburgstraat en Hendrik Waelputstraat. De weg is daar voldoende breed. Waar dit toch problemen zou opleveren nadien, kan plaatselijk parkeerverbod ingevoerd worden. Het aantal parkeerplaatsen op de parkeerstrook en het vrij parkeren op de openbare weg worden aanzienlijk verhoogd. De plannen van het appartementsgebouw in de Rustenburgstraat zijn gekend en de heraanleg houdt rekening met het huidige ontwerp. Bomen en openbare verlichting, maar ook de riolering houden rekening met toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mevrouw Denolf. Raadslid Georgina Denolf. - Dank u wel, geachte schepen, voor uw antwoord. Maar ik wil toch de grote bekommernis uiten van de bewoners die mij gevraagd hebben voor het in- en uitrijden. Ik kan daar foto’s van tonen. Het zal zeker niet simpel zijn en ik vrees dat nadien als zou blijken dat zij gelijk hebben (en ik denk wel dat zij in deze gelijk hebben) er parkeerplaatsen gaan verdwijnen omdat ze in de tegenovergestelde richting dan een parkeerplaats gaan wegnemen, en dat kan toch niet de bedoeling zijn. De bewoners hebben mij echt gevraagd om daar de aandacht op te vestigen en ik vind dat ik dat moet doen. Dank u. Schepen Philip Pierins. - In ieder geval is dat ook zo gevraagd geweest op de vergadering en is er daar een antwoord op gegeven. Wij zijn niet de eerste de beste die met die straat beginnen. Een studiebureau zit daar al een viertal jaar op te studeren, samen met de mensen van Agentschap Wegen en Verkeer, Waterwegen en Zeekanaal, alles erop en eraan. En het gaat hem niet enkel over de straat op zich die u ziet, want we zouden die werken niet uitvoeren, mochten die rioleringen niet totaal kapot zijn, en moesten er ook geen andere nutswerken voorzien worden. Het zal daar een heel ander verhaal worden, zelfs uniek, omdat in plaats dat er water wordt gestort richting AZ Sint-Jan het nu in de Oostendse Vaart zal terechtkomen. Dat is zeer uitzonderlijk en er zijn zeer lange onderhandelingen geweest met Waterwegen en Zeekanaal. Maar in ieder geval, wij
46
gemeenteraad 26 januari 2016
kijken er naar uit en buiten het feit dat we de straat er perfect gaan aanleggen - waar iedereen heel tevreden mee was, toch, op de vergadering - denk ik dat we de werken ook zeer vlot zullen kunnen laten verlopen zonder dat we daar noemenswaardige problemen zullen hebben. Er zijn altijd problemen, daar mag je van uitgaan, maar in ieder geval gaan we ons best doen om alles compleet op te volgen en te zorgen dat de mensen van de Oostendse Steenweg en de Waelputstraat plus de Rustenburgstraat tevreden zijn en dat het een voorbeeld zal zijn om in de toekomst misschien nog een beetje verder te werken in die wijken. Raadslid Georgina Denolf. - Dank u wel. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Stemgedrag? Alle raadsleden keuren dit goed. De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst met AWV, TMVW en Aquafin voor de 'heraanleg van de Oostendse Steenweg (van Blankenbergse Steenweg tot Tempelhof), Hendrik Waelputstraat en Rustenburgstraat – volledige vernieuwing' goed.
Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Dan nu de punten van schepen Dirk De fauw. Punt 19. 19.
OCMW/financiën – OCMW – verenigingen SVK, Spoor, ’t SAS, De Schakelaar, Ons Huis, WOK en De Blauwe Lelie – meerjarenplan 2014-2019, budget 2016 en budgetwijziging 2015 – kennisname.
Schepen Dirk De fauw. - Dank u, voorzitter. In punt 19 worden de meerjarenplannen 2014-2019, de budgetten 2016 en de budgetwijziging 2015 van de OCMW-verenigingen SVK, Spoor, ’t SAS, De Schakelaar, Ons Huis, WOK en De Blauwe Lelie voorgelegd. De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad neemt kennis van de aangepaste meerjarenplannen 14-19, budget 2016 en budgetwijziging 2015 van de verenigingen SVK, Spoor, 't SAS, De Schakelaar, Ons Huis, WOK en De Blauwe Lelie Artikel 2 De verenigingen SVK, Spoor, 't SAS, De Schakelaar, Ons Huis, WOK en De Blauwe Lelie worden op de hoogte gebracht. Artikel 3 De provinciegouverneur wordt ingelicht van deze kennisname.
20.
OCMW/financiën – OCMW – vereniging Ruddersstove – meerjarenplan 20142019, budget 2016 en budgetwijziging 2015 – goedkeuring.
Schepen Dirk De fauw. - In punt 20 wordt dan het meerjarenplan, het budget 2016 en de budgetwijziging 2015 van Ruddersstove ter goedkeuring voorgelegd. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Van Tieghem. Raadslid Geert Van Tieghem. - Goede avond, mijnheer de voorzitter, geacht college. Het gaat over punt 19, voor alle duidelijkheid. Het gaat dus over de goedkeuring met betrekking tot Ruddersstove, wat u niet vermeldt hebt. Schepen Dirk De fauw. - Nee, dat is punt 20. U bent mis.
47
gemeenteraad 26 januari 2016
Raadslid Geert Van Tieghem. - Punt 20. Excuseer, punt 20. Vandaag staan het meerjarenplan, de budgetwijziging 2015 en het budget 2016 van Ruddersstove hier ter goedkeuring op de menukaart van de gemeenteraad, omdat het aangepaste meerjarenplan niet meer past in het vorige goedgekeurde meerjarenplan. Enkel voor deze vereniging, als enige OCMW-vereniging van de acht, vertoont het aangepaste meerjarenplan een negatieve autofinancieringsmarge over de volledige zes jaar, daar waar in de vorige versie vanaf 2017 positieve marges voorzien waren. En om die enige reden dus komt dat hier op de menukaart, omdat die cijfers inderdaad slechter zijn dan voorheen. En in feite, laten we eerlijk zijn, het slechtst zijn in de historiek van Ruddersstove. Nochtans is de regelgeving van de beleids- en beheerscyclus bij de OCMW-verenigingen gelukkig wat soepeler dan bij de stad of het OCMW zelf. Hier moet enkel het resultaat op kasbasis – wat men noemt het toestandsevenwicht - voor elk financieel boekjaar van het meerjarenplan groter zijn dan- of gelijk aan nul. Dat is ook ergens logisch, dacht ik, want men moet inderdaad meer geld overhouden dan men uiteindelijk kan uitgeven. Het resultaat op kasbasis duidt in feite op het werkkapitaal van de vereniging, de middelen die men in kas heeft. En voor Ruddersstove bedraagt het resultaat op kasbasis voor 2015 tot en met 2019, nul euro. We zitten daar aan ons plafond, laten we eerlijk zijn, aan onze bodem. We mogen ook niet vergeten dat we in het jaar 2015 het resultaat van nul hebben bereikt door nog 2,8 miljoen euro aan leningen in te schrijven. Hadden we dat niet gedaan dan hadden we toch een serieus negatief resultaat op kasbasis gekend, wat in feite volgens de BBC-cyclus verboden is. De autofinancieringsmarge, het verschil tussen uw inkomsten min uw uitgaven en daarvan afgetrokken uw leninglasten, mag onder nul gaan bij de verenigingen, niet bij de stad en niet bij het OCMW. Maar zoals gemeld: Ruddersstove slaagt er vandaag niet meer in om ieder jaar een positief getal of toch nul te bereiken. We merken vanaf 2015 tot 2019 telkenmale negatieve getallen die toch zwaar onder nul gaan. Dat is trouwens ook de enige reden dat het plan hier vandaag terug op de menukaart komt - gelukkig als enige van de acht OCMW-verenigingen. We verwijzen naar onze tussenkomst van 3 maart vorig jaar, waarin we onze oprechte bekommernis geuit hebben omtrent deze toch wel negatieve financiële evolutie. Want het weze duidelijk: vanuit N-VA onderschrijven we volmondig het belangrijke maatschappelijke doel van de vereniging Ruddersstove, maar je kan – mijns inziens - dat maatschappelijk doel alleen maar realiseren als er ook een gezonde financiële basis en -structuur zijn. Je kan immers geen sociaal beleid voeren op een economisch- of financieel kerkhof. En vandaar dus onze oprechte bezorgdheid omtrent deze toch wel negatieve evolutie. Mijnheer de schepen, ik denk, ik ben ervan overtuigd, dat bepaalde maatregelen zich opdringen want de situatie gaat duidelijk van kwaad naar erger. We stellen ons trouwens ook ernstige vragen omtrent hetgeen vermeld wordt op de eerste bladzijde van het meerjarenplan - wij hebben al die stukken even doorgenomen - waar u stelt of er wordt geschreven, ik citeer: “Voor de komende jaren gaan we uit van een stijgende omzet waardoor het gecumuleerde verlies van Ruddersstove minder snel stijgt.” Dat staat op de eerste bladzijde van het meerjarenplan. Dat vinden wij een vreemde zinswending want als je de cijfers wat verderop gaat analyseren, dan merken we net dat in 2015, 2016 en ook 2017 de omzet lager ligt dan de omzet gerealiseerd in het jaar 2014. Dus op die eerste pagina van uw meerjarenplan staat een anomalie. Misschien kunt u dat even uiteenzetten? Ik citeer de cijfers: in 2014 had u 5,39 miljoen euro omzet, en u daalt: in 2015: 5,21 miljoen, 2016: 5,24 miljoen, 2017: 5,31 miljoen. Dat lijkt mij duidelijk geen stijging maar eerder een daling. Vandaar dus onze bekommernis omtrent deze toch wel negatieve evolutie. En als u dan nog even het budget 2015 gaat bekijken, dan merkt u dat de omzetten die vandaag in het meerjarenplan staan, bijna tien procent lager liggen dan degene die u één jaar geleden in het budget begroot hebt. Ik geef één voorbeeld: in het jaar 2019 was vorig jaar 6,03 miljoen euro begroot. Nu staat er nog amper 5,44 miljoen. Vanwaar die daling op een tijdsspanne van amper vier of vijf jaar tijd? Dus ik denk dat daar een aantal zaken niet kloppen, toch voor de mensen die zich de moeite getroost hebben om al die stukken te ontleden. Ik vind het bizar want u zegt: wij hebben een aantal mooie contracten binnengehaald in het jaar 2015. U hebt twee nieuwe externe klanten, dacht ik, klant gemaakt, het staat er ook duidelijk in vermeld. In het jaar 2017 hebben we ook de opening - laten we hopen - van het nieuwe WZC van het OCMW. Dat zou dus ook de omzet net moeten verhogen maar ik stel vast dat u met de omzetcijfers net het tegenovergestelde gaat bereiken. Mijnheer de schepen, ik denk dat de situatie, financieel dan toch, voor Ruddersstove precair is. Ik denk dat je dat best ook wel weet, ook wel beseft. Ik zou graag eens weten welke acties u zult
48
gemeenteraad 26 januari 2016
ondernemen om het tij te keren en ook Ruddersstove terug op de goede baan te zetten, laten we zeggen, om terug met groene cijfers te kunnen schrijven. Want ik denk dat onze bezorgdheid wel oprecht is en ik denk dat de nodige maatregelen vandoen zijn. Ik dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Ennaert. Raadslid Pascal Ennaert. - Ik wil collega Van Tieghem bedanken voor zijn cijfermatige benadering. En ik wil iets niet-gebruikelijks doen in de gemeenteraad. Ik wil namelijk niet een vraag stellen aan de schepen maar aan mijnheer Van Tieghem. Collega Van Tieghem. Als u nu deze analyse hebt gemaakt en als dat uw volste overtuiging is, dan zou ik van u eens willen weten welke maatregelen u bijgevolg, en niet alleen u maar uw partij, voorstelt om het tekort verder te beperken. Een punt maken is immers ook de consequenties ervan durven duiden. Ik denk dat de Bruggeling recht heeft om ook dat antwoord van u en uw partij te krijgen. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Nog collega’s? Mijnheer Bruynooghe. Raadslid Arnold Bruynooghe. - Dank u wel, voorzitter. Geachte schepen. Eerst en vooral wil ik zeggen dat inderdaad Ruddersstove goed werk levert, verschillende prijzen in ontvangst neemt, en de meeste mensen zijn zeer tevreden over wat er gebeurt. Maar het negatief worden van de autofinancieringsmarge is het gevolg van een serieuze vermindering van de exploitatie-ontvangsten. Voor 2016 valt dat nog mee: min 200.000 euro. In de jaren 2017 tot 2019 is het bedrag van de exploitatie-ontvangsten in vergelijking met het eerste meerjarenplan elk jaar verminderd met meer dan een half miljoen per jaar met een uitschieter in 2019 van 581.000 euro. De vraag is: wat is de oorzaak van die onderschatting van de exploitatieontvangsten? Vroeger hebt u verklaard dat er inderdaad twee nieuwe contracten afgesloten werden, onder andere met de gemeente Zedelgem - als ik het goed voorheb. Maar ik dacht ook te weten dat misschien een reden ligt in het feit dat Fedasil minder bijdraagt. Die daling van de exploitatie-ontvangsten is ook in tegenspraak met wat er op de eerste bladzijde staat van het meerjarenplan, waar men zegt dat de ontvangsten gelijk blijven. En dan, om het plaatje wat representatief te maken, vermoed ik, dalen de geraamde exploitatieuitgaven over de jaren 2016 tot 2019. Mijn bekommernis is dan ook: zijn die uitgaven daardoor niet te laag ingeschat. Vandaar de vraag: is er een voor de hand liggende reden om die exploitatieuitgaven neerwaarts te herzien, afgezien van het feit dat daardoor het gehele plaatje in een beter daglicht komt te staan? Verder lees ik ook dat, en ik citeer, in de eerste helft van 2016 Ruddersstove in dit verband een financieel plan zal voorleggen om te komen tot een beduidend betere autofinancieringsmarge. Wel, daar kijk ik kritisch naar uit. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Nog collega’s? Nee? Schepen De fauw. Schepen Dirk De fauw. - Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Dank u wel aan de collega’s die nauwkeurig gezien hebben hoe het budget en de meerjarenplanning van Ruddersstove voorliggen. Eerst en vooral, mijnheer Van Tieghem, u zegt zelf: de negatieve autofinancieringsmarge is geen verplichting voor de verenigingen van het OCMW. Dus in die zin is het op zich al geen probleem. Maar ik heb u al enkele keren proberen duidelijk te maken - en ik zou toch voorstellen dat u ook eens spreekt met de raadsleden van uw partij binnen het OCMW en binnen de vereniging - dat, er eigenlijk een systeem is dat men noemt: communicerende vaten. Ik weet niet of dat in de sociale zekerheid ook bestaat maar tussen het OCMW en haar verenigingen bestaat dat wel. Dat betekent dat als er een tekort is in het ene, het andere het opvangt. Als ik nu wens - en de financieel beheerder is dat al heel duidelijk komen uitleggen in het berek - als wij nu wensen dat Ruddersstove winstgevend is, dan kunnen we dat morgen doen. We moeten gewoon de prijs die gevraagd wordt voor de voeding in de woonzorgcentra verhogen, en er is financieel geen enkel probleem meer met Ruddersstove. Integendeel, we maken winst en we gaan zelfs moeten vennootschapsbelasting betalen. Maar door het feit dat wij de prijs laag houden, moet het OCMW dus minder betalen. En kunnen we bijna stellen dat daardoor de bijdrage die aan het OCMW moet gegeven worden vanuit de stad ook beperkt kan blijven. Wij weten wel dat er naar de productie toe één en ander kan verbeteren, en daar is men volop mee bezig. Waarom? Omdat uiteindelijk, als je de prijs van de maaltijden quasi gelijk houdt en de kosten van het personeel en van de goederen stijgen, wij moeten kijken hoever we kunnen gaan bij prijsaanpassingen van de voeding. Maar we opteren eerder om de capaciteit te verhogen. Omwille van het feit dat, als wij de capaciteit zien van Ruddersstove, wij nu nog maar aan een capaciteit zitten van een kleine zestig procent. Dus met quasi hetzelfde personeel kan er nog één en ander bij. En wij prospecteren, ons personeel prospecteert bij anderen om te kijken of er meer
49
gemeenteraad 26 januari 2016
kan geproduceerd worden voor derden in Ruddersstove. Zo is het inderdaad dat in 2015 het OCMW van Oostkamp bij ons ’s avonds is komen aankloppen omdat hun private traiteur wegviel, die daar de maaltijden aan huis bezorgde. En we zijn gestart met 15 maaltijden, inmiddels zijn het er 45. Vanaf 1 februari - dus dat komt nog, het contract is wel al getekend maar het gaat maar in vanaf 1 februari - worden ook maaltijden aangeleverd in Zedelgem. Dus dat is groei van het aantal maaltijden. Het tweede punt is dat wij ook proberen meer en meer om te schakelen naar de koude lijn. De koude lijn zorgt ervoor dat men op één tijdstip meerdere maaltijden kan bereiden die dan ook op de volgende dagen kunnen gebruikt worden en zorgt dan – en dat is een besparing voor het OCMW, want transport is nog altijd een last van het OCMW – dat de transportkost vermindert. Eigenlijk is dat bijna een mentaliteitswijziging die tot stand moet gebracht worden. Wij doen dit niet bij de oudere en zorgbehoevende personen maar vooral bij de jongere categorie vanaf 65 jaar tot 75. Die mensen beschikken quasi allemaal over een microgolfoven. En die maaltijden zijn zo bereid dat ze eigenlijk beter zijn als je ze in de microgolf steekt en opwarmt, dan wanneer ze vanuit Ruddersstove opgewarmd een hele tijd (soms anderhalf uur, bijna twee uur) in een wagentje zitten om dan bij u afgeleverd te worden. Dus de kwaliteit is beter als men koud kan aanleveren, op voorwaarde dat de betrokkene ze goed bewaart - dat betekent in de frigo bewaart of in een koude kelder. Dat moet men eigenlijk heel goed weten, en men is volop bezig met de maatschappelijk werkers van het OCMW om bij al die mensen te gaan kijken: zijn zij in staat, ten eerste, om de voeding op een goede manier te bewaren. En zijn zij in staat om die voeding dan ook op te warmen. Dit zal ook voor het OCMW en zeker ook voor Ruddersstove een besparing betekenen. Ten derde, zijn wij volop in onderhandeling onder andere met een aantal ziekenhuizen om te kijken of er niet een groter deel van de maaltijden die daar aangeleverd worden, via Ruddersstove kunnen geleverd worden. Bijvoorbeeld, alle broodjes in het restaurant van het AZ Sint-Jan worden nu al vanuit Ruddersstove aangeleverd. Maar men zou ook andere maaltijden op bepaalde tijdstippen vanuit Ruddersstove kunnen aanleveren. Dus geen enkele reden tot paniek. Wij kunnen in één, twee, drie de prijs verhogen en we hebben dan eigenlijk een winstgevend bedrijf, maar dat zal alleen maar ten laste zijn van het OCMW. Maar we zoeken vooral om de productiviteit te verhogen, door om te schakelen waar het mogelijk is voor de betrokkene naar een koude maaltijd - zonder verplichting, dat is een uitdrukkelijke vraag geweest ook van de Raad van Bestuur en dus van de OCMW-raadsleden - en ten tweede, door uitbreiding van de markt, die wij zeer sterk prospecteren. Raadslid Geert Van Tieghem. - Dank u wel, mijnheer de schepen. Voor alle duidelijkheid: die tussenkomst werd natuurlijk volledig afgetoetst met de mensen van het OCMW van de N-VA, en die hebben die ook volmondig onderschreven. Trouwens die aspecten zijn ook al in de OCMW-raad, dacht ik, te berde gebracht en wij hebben ook al vanuit N-VA diverse maatregelen zelf aangekondigd. Mijnheer Ennaert kan misschien daar eens zijn oor te luisteren leggen. Wat mij wel bijzonder frappeert, is dat u zegt: wij zoeken bijkomende omzet - wat ik alleen maar kan toejuichen. Maar dan stel ik vast, contradictorisch, dat uw omzet met tien procent daalt gebudgetteerd voor vijf jaar lang. En ik denk ook dat u als OCMW-voorzitter niet echt gelukkig kunt zijn, dat dit de enige OCMW-vereniging is die hier vandaag op de agenda staat. Want als dat allemaal niet zo belangrijk zou zijn dan hadden alle acht verenigingen hier kunnen komen. En gelukkig is er maar één die – laten we eerlijk zijn – toch heel wat minder goede cijfers kan voorleggen. Schepen Dirk De fauw. - Mijnheer Van Tieghem, het is ook de enige vereniging die commerciële activiteiten doet. Als je naar de vereniging ’t Sas kijkt: uiteraard is dat geen winstgevende vereniging. Je hebt de uitgaven en je maakt dat de subsidie daar tegenover staat. Ruddersstove daartegen is de vereniging die moet produceren en verkopen. Daarover gaat het. Ik wil er nog aan toevoegen dat men inderdaad rekening houdt met een aantal cijfers, dat heeft er ook mee te maken dat wij momenteel aan het maximum staan van het aantal woonzorgcentra die gesloten zijn omwille van renovatie. Straks gaat de Potterie open, daarna komt Ten Boomgaarde terug open. Dus ook daar zal er een stijging zijn. Is die meerjarenplanning nu op de juiste manier bekeken naar omzet toe? Ik ga daar nu niet op in, ik heb ook de papieren nu niet onmiddellijk bij mij. Maar ik maak mij daar geen zorgen over omdat ik duidelijk stel: er zijn communicerende vaten, is er nood bij Ruddersstove, dan kunnen wij bijtanken waar nodig. Maar dat is helemaal niet de bedoeling. Ik ben niet beschaamd om te zeggen, dat Ruddersstove momenteel, en waarschijnlijk ook in de komende jaren, nog een tandje
50
gemeenteraad 26 januari 2016
bij moet steken om tot een kif-kif te komen. Men moet geen winst maken maar men moet ook geen verlies lijden. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Goed, collega’s. Mijnheer Bruynooghe. Raadslid Arnold Bruynooghe. - Dank u wel, voorzitter. Schepen De fauw, wat mij een beetje raar in de oren klinkt: u bent positief en ik ben dat ook, maar als ik kijk naar de exploitatie-ontvangsten die in het nieuwe meerjarenplan staan: die getuigen niet van die positiviteit die u uitdrukt. Wil dat zeggen dat… Schepen Dirk De fauw. - Dat getuigt van voorzichtigheid, mijnheer Bruynooghe. Raadslid Arnold Bruynooghe. - Goed, zoveel te beter. Aan de andere kant zie ik dat die exploitatie-uitgaven voor een stuk verminderd zijn in vergelijking met dat oorspronkelijk meerjarenplan. Ik heb daar nog geen verklaring voor gehoord. Maar ik voeg er onmiddellijk aan toe: inderdaad, het is niet omdat je met een negatieve autofinancieringsmarge zit dat het bedrijf al in de problemen zit. En ik ben verheugd om te horen dat het niet de bedoeling is dat er hier winst gemaakt wordt. Want als er winst gemaakt wordt, moet er inderdaad vennootschapsbelasting betaald worden en dat is eigenlijk niet de bedoeling van een OCMW-vereniging. Maar ik kijk toch ook uit naar het financieel plan dat binnenkort zal voorgelegd worden. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Kunnen we stemmen, collega’s? N-VA en Vlaams Belang onthouden zich; de overige raadsleden keuren goed. De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad keurt het aangepaste meerjarenplan budgetwijziging 2015 van de vereniging Ruddersstove goed.
14-19,
budget
2016
en
Artikel 2 De vereniging Ruddersstove wordt op de hoogte gebracht. Artikel 3 De provinciegouverneur wordt ingelicht van deze goedkeuring.
Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Punt 21. 21.
OCMW/financiën – OCMW – hervaststelling jaarrekening 2014 – kennisname.
Schepen Dirk De fauw. - In punt 21, voorzitter, wordt de jaarrekening 2014 voorgelegd. De financieel beheerder heeft uitdrukkelijk gesteld waarom deze hervaststelling noodzakelijk is: omdat die niet goedgekeurd was door de toezichthoudende overheid onder administratieve leiding van de gouverneur. Waarbij duidelijk gesteld werd dat de thesauriebewijzen niet langer als langetermijnfinanciering konden beschouwd worden maar wel als kortetermijnfinanciering. Dat is punt 21, de hervaststelling van de jaarrekening 2014. De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad neemt kennis van de herwerkte jaarrekening 2014 van het OCMW-Brugge.
22.
OCMW/financiën – OCMW – budget 2015 wijziging nr. 2 – goedkeuring.
Schepen Dirk De fauw. - Punt 22: budget 2015, wijziging nummer 2 die als gevolg van de herwerkte jaarrekening 2014, heel hetzelfde systeem, terug moet voorgelegd worden. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - We keren terug naar punt 21. Nee? 21 goedkeuren? Mijnheer Bruynooghe.
51
gemeenteraad 26 januari 2016
Schepen Dirk De fauw. - Het is kennisname. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Opmerkingen bij 22? Zegt u maar. Raadslid Arnold Bruynooghe. - Dank u wel. Geachte schepen. Door die budgetwijziging daalt de autofinancieringsmarge voor 2015 onder nul, en blijft die op nul voor de komende jaren tot 2019. Vooreerst kan het niet dat die budgetwijziging 2015 doorgaat in 2016. Verder: het op nul blijven van de autofinancieringsmarge voor de jaren 2016 tot en met 2019 houdt praktisch in dat die autofinancieringsmarge negatief wordt, en wellicht zwaar negatief wordt in de komende jaren. De praktijk leert dat, als er budgetwijzigingen van het OCMW voorgelegd worden die altijd een negatieve klank hebben. Ofwel zal het OCMW investeringsuitgaven uitstellen naar volgende jaren, ofwel zal het OCMW patrimonium moeten te gelde maken, ofwel zal de dotatie van de stad stijgen of een combinatie van die drie. Dat klinkt in het geheel niet rooskleurig. En dan, hoe zit het met het opgaan van het OCMW in de stad Brugge? Zal dit in 2019 plaatsgrijpen of is dit voor later? Één troost: als het OCMW opgaat in de stad Brugge, dan hoort de negatieve autofinancieringsmarge tot het verleden voor het OCMW. Schepen Dirk De fauw. - Mijnheer de voorzitter. Ik weet niet waarom mijnheer Bruynooghe aan het panikeren is, ik zie geen enkele reden tot paniek. Er is een duidelijke afspraak over de bijdrage die de stad moet betalen aan het OCMW. Er is een afgesproken bedrag en onze diensten binnen het OCMW doen al het nodige om steeds, zoals dit jaar - en de schepen van financiën en de burgemeester kunnen dat getuigen – te zorgen dat de tussenkomst van de stad Brugge binnen het afgesproken bedrag beperkt blijft. Uiteraard staan wij met zeer zware investeringen. Ik denk alleen maar aan onze woonzorgcentra waar wij geconfronteerd worden met een gewijzigde houding vanuit de Vlaamse regering op dat vlak. Vroeger, als je een woonzorgcentrum bouwde, kreeg je onmiddellijk zestig procent van al uw uitgaven onmiddellijk betaald - voor het overige moest je uiteraard dan wat zelf kiezen. Tien procent werd nog betaald door de provincie, dat is ook al afgeschaft. Dan is men omgeschakeld naar het systeem VIPA [Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden] waarbij de toelage gespreid werd over een termijn van twintig jaar en ook uw leninglast werd terugbetaald. Ook dit is of was op zich eigenlijk geen probleem. Maar nu komen we tot een situatie waarbij men zegt, het zal niet meer betaald worden volgens het VIPA-systeem. Het is nog helemaal duidelijk hoe het zal worden, maar als men kijkt naar de sector voor personen met een handicap, dan is het duidelijk dat de bewoner, de gebruiker, als het ware met zijn rugzak komt, de financiële rugzak die hij krijgt vanuit de Vlaamse regering en dan een bijdrage moet betalen voor het gebruik van de accommodatie. Dus we komen tot een totaal ander systeem, waardoor uiteraard de financieringslast die op het OCMW rust veel zwaarder wordt. Dus de schuldenlast van het OCMW zal ongetwijfeld ook in de komende jaren stijgen, gelet op het feit dat wij genoodzaakt zijn om een aantal woonzorgcentra te moderniseren en zelfs nieuw te bouwen. Sint-Clara wordt straks in maart-april gesloten, die mensen verhuizen dan in belangrijke mate naar de Potterie. Maar het Minnewater heeft slechts een erkenning tot 2019 en het is een niet-verlengbare erkenning omwille van het feit dat die gebouwen niet aanpasbaar zijn aan de huidige normen. Dus wij moeten een nieuw woonzorgcentrum bouwen, en wensen dat ook, maar de financiering zal op een totaal andere manier gebeuren. Dat betekent dat wij uiteraard creatief moeten zijn. Dat betekent dat wij bijvoorbeeld het bestuur Eaux et Forêts in Wallonië serieus onder druk hebben gezet en dus wensen dat onze bossen in Wallonië meer opbrengen. Dit jaar zijn wij voor de eerste keer gestegen naar een bedrag van 1,2 miljoen euro opbrengst en dit is nu beloofd ook voor de komende jaren, zonder dat er tot een totaalkap overgegaan wordt. Nee, er wordt eigenlijk heel economisch gewerkt en er wordt tot heraanplanting overgegaan voor de komende generaties, geen enkel probleem. Ook zullen wij - niet verplichtend - de landerijen die vrijkomen of waarvan de zittende pachter kandidaat is om ze aan te kopen met plezier verkopen aan de mensen die belangstelling hebben voor die gronden of eventueel ook gebouwen, om dus de financiering van onze investering mogelijk te maken. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Goed, collega’s. Stemgedrag? Iedereen akkoord? Goed. Raadslid Arnold Bruynooghe. - Onthouding, onthouding! Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Toch onthouding, mijnheer Bruynooghe. Goed. Vlaams Belang onthoudt zich; de overige raadsleden keuren goed.
52
gemeenteraad 26 januari 2016
De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad keurt de budgetwijziging 2015 nr. 2 van het OCMW Brugge goed. Artikel 2 Dit besluit wordt meegedeeld aan het OCMW-Brugge en de provinciegouverneur.
Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Dan zijn we toe aan de interpellaties. En we starten met collega De Crom in verband met de veiligheid in en rond het Astridpark. Mevrouw De Crom.
Voorstellen en interpellaties van raadsleden 23/1
Veiligheid in en rond het Astridpark. (Raadslid Sandrine De Crom)
Raadslid Sandrine De Crom. – Dank u, voorzitter. Goede avond iedereen. Vorige week konden wij in de pers lezen dat Brugge goede criminaliteitscijfers kon voorleggen. Die zijn gedaald, wat uiteraard heel mooi is. Maar alles kan altijd beter en elk incident is er één teveel. Zo is er bijvoorbeeld tussen Kerst en Nieuwjaar op zaterdag in het Astridpark een dame gewelddadig beroofd en zij heeft zes dagen in het ziekenhuis gelegen. Het gaat hier nu niet om dit éénmalige zeer jammere incident, maar een beetje algemeen is mijn vraag: hoe vaak zijn er incidenten in het Astridpark? En wat kan er gedaan worden om daar de veiligheid wat meer te garanderen? Heel concreet had ik gedacht aan camera’s, en ik had graag eens de mening geweten van het schepencollege hierover. Dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Zijn er collega’s die wensen aan te sluiten? Neen? Mijnheer de burgemeester. Burgemeester Renaat Landuyt. - Dank u. De echtgenoot van de dame die slachtoffer was van diefstal met geweld op 26 december heeft mij ook persoonlijk gecontacteerd, met dezelfde vraag. De situatie is zo dat in het Astridpark in 2015 één diefstal met geweld is gebeurd, met name die diefstal. De situatie is ooit anders geweest want sedert 2003 hebben wij de controle, in het bijzonder rond drugs, opgedreven. Waardoor wij komen tot een situatie in 2015 van 2 drugsfeiten, 4 gewone diefstallen (fietsdiefstallen) en dan die ene diefstal met geweld op 26 december. Na die diefstal met geweld op 26 december omstreeks 21u30 is onmiddellijk de opdracht gegeven om gedurende een week zeer intensief in het park te patrouilleren en personen aan een identiteitscontrole te onderwerpen. Dit heeft er alleszins toe geleid dat het bij één geweldsdelict is gebleven. U weet dat wij een planning hebben inzake het plaatsen van camera’s, vooral gericht op de zone die ons bij manier van spreken het meeste zorgen baart: de uitgaanszone en de verbinding er tussen. Zoals de evolutie zich nu voordoet in het Astridpark kunnen wij niet zeggen dat dit daar zou nodig zijn. Maar wij blijven systematisch het Astridpark controleren omwille van het gebruik van drugs. Zoals u weet is er een omzendbrief van het parket van West-Vlaanderen dat toelaat om in dat geval ook direct te bestraffen met minnelijke schikkingen die onmiddellijk moeten worden betaald. In ieder geval kunnen wij wat betreft het Astridpark gelukkig genoeg of spijtig genoeg zeggen dat er één diefstal met geweld is geweest in 2015. Wij blijven met de gewone middelen zeer waakzaam ten opzichte van de situatie in het Astridpark. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mevrouw De Crom? Goed, dan gaan wij over tot de interpellatie van collega Van Tieghem in verband met de Bruggebon. Mijnheer Van Tieghem.
23/2
De ‘Bruggebon’ … een stimulans voor de lokale Brugse economie ! (Raadslid Geert Van Tieghem)
53
gemeenteraad 26 januari 2016
Raadslid Geert Van Tieghem. – Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Geacht college, geachte collega’s. Eén van de prioritaire beleidsdoelstellingen van de stad is het ontwikkelen van een economisch beleid met focus op een bloeiend detailhandelsapparaat, ondernemen in Brugge en haar regio. Een doelstelling die we vanuit N-VA uiteraard ten volle onderschrijven. Helaas acteren we nu de toch wel bijzonder schaarse middelen die naar de verwezenlijking van deze doelstelling gaan. In 2016 bijvoorbeeld staat er amper 720.000 euro gebudgetteerd, zijnde 0,3 procent van het stadsbudget. Initiatieven om de lokale economie te promoten, vinden wij, komen te weinig voor in onze stad. Opvallend is ook de recente vaststelling dat het aantal falingen in onze Brugse regio in 2015 steeg met bijna twee procent tot 280 eenheden - als enige regio trouwens in WestVlaanderen. We missen dus toch, denk ik, een aantal concrete acties ad hoc om onze lokale economie en onze lokale handelaars te gaan stimuleren. Derhalve hebben wij een voorstel bedacht, namelijk de lancering van een zogenaamde Bruggebon - maar what’s in a name, u mag de naam zelf kiezen natuurlijk – zijnde een bon om onze lokale economie en handel, het broodnodige hart onder de riem te steken. Zo blijft de koopkracht bij de lokale middenstand, want deze geschenkbonnen zijn regionaal gebonden. Deze geschenkbon is een creatief, innovatief en origineel idee om onze lokale economie en handel te stimuleren. En deze bon kan ook ingebed worden, dacht ik, in het stedelijk verloningsbeleid, denken we maar aan huwelijk, geboorte, pensionering, de zaken die vandaag via Sodibrug worden toegekend. Het kan ook dienen om toe te passen bij een aantal jubilea, pensioneringen, huwelijken van onze inwoners. Het kan ook bij andere evenementen toegepast worden, dus ik denk dat het arsenaal van middelen enorm is. De stad trouwens treedt hier op als uitgever van deze cadeaubonnen. De bon kan ook zowel op papier als digitaal aangeboden worden, ik laat de keuze aan het stadsbestuur, maar de digitale cadeaubon is misschien vandaag wel diegene die onze voorkeur gaat wegdragen. En ik denk dat dit een win-win is voor klant, foorhandelaar en ook voor het stadsbestuur. Heel wat Vlaamse steden en gemeenten hebben reeds die cadeaubon in het leven geroepen, met succes. Vanuit N-VA vragen wij dan ook aan het stadsbestuur of het de Bruggebon een warm hart toedraagt, of het de passende acties kan ondernemen om deze Bruggebon in het leven te roepen ter ondersteuning van onze duizenden lokale Brugse ondernemers. Ik dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Collega’s die wensen aan te sluiten? Mijnheer Mostrey. Raadslid Bruno Mostrey. - Dank u. Zeer kort. Met Groen zijn we altijd zeer geïnteresseerd in voorstellen om lokale economie te steunen. En ik weet dat ze in Diksmuide een Diksmuidebon gelanceerd hebben. Ik weet niet goed in hoeverre dat goed en positief ervaren wordt daar. Maar ik vind dat zeker de moeite van het onderzoeken waard. Dus, zeker het idee genegen. Dank u wel. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Goed. Mevrouw de schepen. Schepen Hilde Decleer. – Dank u,. Beste collega’s. De informatie in verband met de faillissementen is afkomstig uit de Graydonstudie voor het jaar 2015. Het gaat hier om cijfers voor alle soorten bedrijven, dus niet enkel detailhandel of B2C. In deze grote groep van bedrijven uit de Brugse regio is er inderdaad een beperkte stijging ten aanzien van 2014, in Brugge zelf van 63 faillissementen naar 77 faillissementen, maar een daling ten opzichte van 2013. Gelukkig hebben we meer starters dan falingen, namelijk 655 tegenover 542 in 2014 of een stijging met 113 in het jaar 2015. Traditioneel neemt horeca een belangrijke plaats in op het vlak van faillissementen. Uit de studie van WES en Guidea uit 2015 blijkt gelukkig dat het aantal stopzettingen in de horecabranche en detailhandel is gedaald. Stopzettingen gebeuren omwille van een faillissement, maar ook het bereiken van pensioenleeftijd, veranderen van statuut, enzovoort. Dat neemt niet weg dat de stad initiatieven neemt om de lokale economie te stimuleren. Naast de promotie voor de handel in onze stad, ons culinair festival Kookeet, Proevereitjes, Handmade in Brugge, zijn we met tal van zaken bezig. Maar nu wat de geschenkbonnen betreft. De dienst economie heeft het systeem in het verleden al onderzocht en er wordt bijvoorbeeld reeds een dergelijk systeem gehanteerd voor de winnaars van de actie Met belgerinkel naar de winkel. Dit brengt echter een aanzienlijke administratieve last met zich mee. Het aantal handelszaken in Brugge is veel groter dan in de genoemde steden en gemeenten. We hebben de vraag ook nog voorgelegd in de werkgroep Lokale Economie, en daar was er eigenlijk geen interesse wegens de werklast van allerlei soorten bonnen.
54
gemeenteraad 26 januari 2016
Maar het ging dan nog niet over de digitale bon. Daarom wordt de piste onderzocht om het stimuleren van lokaal consumeren mogelijk te maken via elektronische weg - die ook uw voorkeur wegdraagt, zoals ik vernam - door middel namelijk van het uitbreiden en omvormen van de huidige winkelapp. Het komt er namelijk op aan om de administratieve last zo laag mogelijk te houden, zowel voor de handelaar zelf als voor de stad. Nieuwe digitale applicaties bieden de mogelijkheid om het comfort van de consument te verhogen: zoeken van de gewenste handelaar, parkeermogelijkheden, online betalen, klantenkaarten. Ook de uitgifte van digitale bonnen behoort tot de mogelijkheden en is momenteel in onderzoek door de dienst. Daarnaast is het ook belangrijk om de handelaars te stimuleren om nieuwe toepassingen te leren kennen en gebruiken. Daarom wordt momenteel het project Commerciële Inspiratie uitgerold in samenwerking met Unizo. Het geeft de kans om dertig handelaars inspiratie te laten opdoen om de werking van hun zaak te verbeteren. Een ander vormingsinitiatief loopt in samenwerking met Syntra West en hier worden drie workshops aan Brugse handelaars aangeboden aan zeer lage prijs. Daarnaast doen we ook acties met de POM naar starters toe. Maar u zult er nog van horen in de toekomst. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Van Tieghem. Raadslid Geert Van Tieghem. - Wel, ik kijk toch uit naar de geboorte van die Bruggebon. Als je ziet in het Vlaamse land; er zijn tientallen Vlaamse gemeenten en steden die die bon al met succes hebben geïntroduceerd: Waregem, Gistel, Zedelgem, Tielt. Ik zou zeggen: leg daar eens uw oor te luisteren. Er bestaan ook firma’s die zich daar echt in specialiseren, dat dus voor de stad tegen een minimale kost, ook voor de handelaar in feite helemaal geen investering. Ik heb hier al andere verhalen de revue zien passeren, die de stad veel meer geld kosten. Hier gaat het echt om onze lokale economie, u kunt dat verhaal inbedden in uw personeelsbeleid, u kunt dat inbedden in uw jubilarissenbeleid, om uw vereniging te promoten, noem maar op. Ik zou zeggen: het is echt een zeer mooi middel om de lokale economie nu echt eens een hart onder de riem te steken. Ik zou het jammer vinden als u geen initiatief ter zake zou nemen, want dat zou willen zeggen dat alle andere gemeenten en steden dan een foutief beleid voeren. Ik denk dat Brugge hier een kans zou laten liggen door dat niet te doen en ik hoop dat u […].Maar ik vind het vreemd dat de lokale economie, de cel daar, dat idee niet genegen zou zijn. Het zou mij toch wel bijzonder verwonderen als ze dat idee voor de Brugse economie niet genegen is. Welk idee dan wel, vraag ik mij af. Schepen Hilde Decleer. - Wel, ik moet u zeggen, een drietal jaar geleden hebben we het voorgelegd aan de werkgroep Lokale Economie en ze waren het helemaal niet genegen. Ze wezen naar het feit dat er al veel soorten bonnen zijn en dat er daar een enorme werklast mee gepaard gaat. Maar nu met de digitale weg, zeg ik u, zijn we aan het kijken of we iets zonder werklast voor de stad en voor de handelaar tegelijk, terug kunnen voorstellen aan de handelsverenigingen. Dus dan komen we eigenlijk tot een akkoord. Raadslid Geert Van Tieghem. - Ik hoop dat u het herbekijkt. Schepen Hilde Decleer. - We zijn bezig. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Oké, collega’s. Dan komen we tot “Bouwgrond in erfpacht voor jongeren en jonge gezinnen” van collega Marechal. Collega Marechal.
23/3
Bouwgrond in erfpacht voor jongeren en jonge gezinnen. (Raadslid Pieter Marechal)
Raadslid Pieter Marechal. – Dank u wel, voorzitter. Zonet waren we het niet allemaal eens over het verjongen van bomen maar ik ben ervan overtuigd dat we het wel eens zullen zijn over mijn punt, want dat zorgt ervoor dat we de mensen zullen verjongen in Brugge. Dat is noodzakelijk want we zijn een vergrijzende stad en we hebben nood aan meer jonge mensen. Hoe krijg je meer jonge mensen? Doordat minder jonge mensen kindjes maken. Om dat in Brugge te laten gebeuren, moet je ervoor zorgen dat ze hier kunnen komen wonen en om dat te doen moet je ervoor zorgen dat er maatregelen worden genomen waardoor zij hier een betaalbare woning vinden. Er zijn heel veel maatregelen die deze beleidsploeg al genomen heeft en waar ze mee bezig is, dus dat is positief. Maar ik denk dat het altijd goed is dat we blijven rondkijken: wat kunnen we nog meer doen. Een voorstel dat een aantal jaren geleden al een paar keer de ronde heeft gedaan bij verschillende politieke partijen, waaronder de mijne, is nu in Genk gelanceerd, er is een proefproject. Wat gaan zij doen? Zij gaan bouwgrond, ter waarde van 100.000 euro, verhuren eigenlijk. Eigenlijk betaal je het af aan 85 euro per maand, via dat systeem van bouwgrond in erfpacht dus. Het heeft natuurlijk
55
gemeenteraad 26 januari 2016
ook een aantal nadelen. Want die jonge mensen investeren in dat huis en als ze dat huis dan willen doorverkopen dan heeft dat minder waarde omdat die grond daar niet bij is. Maar daar kan je aan tegemoet komen want je kan die mensen ook de mogelijkheid geven om die grond dan op termijn ook aan te kopen. Het lijkt mij een heel interessante piste, vandaar dat ik het hier wil lanceren en wil voorleggen of dat ook een mogelijkheid kan zijn voor onze stad. Dank u. Voorzitter André Mijnheer Mostrey.
Van
Nieuwkerke.
-
Zijn
er
collega’s
die
wensen
aan
te
sluiten?
Raadslid Bruno Mostrey. - Met Groen hebben we al enkele verkiezingen lang gepleit voor een soortgelijk idee namelijk de Community Land Trust. Dat is een soort trust die de grond in beheer houdt, die grond wordt niet mee verkocht. De huizen erop worden doorverkocht of verhuurd maar de grond zelf blijft eigendom van de Community Land Trust. Ik weet dat Samenlevingsopbouw daar een voorstander van is en dat hier en daar probeert uit te werken. Ook ACW heeft indertijd een behoorlijk lijvige brochure gemaakt daaromtrent. Dus ik zou zeker zeggen: laten we dat eens goed bekijken. Het stadsontwikkelingsbedrijf - dat we tot nader order nog niet operationeel gemaakt hebben maar dat nog in het schof ligt - zouden we daarvoor kunnen inzetten. Dat zou bijvoorbeeld die Trust in handen kunnen nemen. Dank u wel. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Nog collega’s? Nee? Mijnheer de schepen. Schepen Franky Demon. - Dank u wel. Brugge doet, denk ik, zijn best voor jongeren. Jongeren trek je niet alleen aan door goedkope gronden en huizen aan te bieden. Het algemeen beeld en de totaliteit van maatregelen die door de stad genomen worden om wonen voor jongeren en gezinnen aantrekkelijk te maken, is minstens even belangrijk. Ik som voor u graag even enkele zaken op die wij doen naar jongeren toe. Ten eerste. Om een warme samenleving te bevorderen in Brugge steunen we zeer actief de burgers die nieuwe woonvormen willen realiseren, het Charter Samenhuizen werd ondertekend. We hebben 10.000 euro geïnvesteerd in de wedstrijd Tuindelen en we zorgen ervoor dat dit thema actueel blijft. We gaven de overkoepelende vzw Samenhuizen en de lokale groepen Stoer Huus en Eikenberg, die cohousing-projecten in Brugge opstarten, een podium tijdens ‘Bouwen Wonen Nu’. In de sociale huisvestingsprojecten wordt er vanuit de stad op aangedrongen om zoveel mogelijk woningen te voorzien met drie of meer slaapkamers indien mogelijk. Door een aanbodbeleid te voeren: meer huizen aanbieden voor gezinnen met kinderen, kunnen de sociale huisvestingsmaatschappijen jongeren met kinderen aantrekken. Sociale koopwoningen zijn mijns inziens ook een instrument om betaalbare woningen aan te bieden aan jonge gezinnen. Dat Vlaanderen de sociale koopwoningen niet langer subsidieert, mogen we niet alleen als excuus gebruiken. Het is trouwens zo dat Vlaanderen de subsidies voor infrastructuur bij sociale koopwoningen terug zou willen invoeren. We moeten onze jarenlange inspanningen om te komen tot een sociale mix van koop en huur dus niet zomaar loslaten omdat Vlaanderen uit budgettaire overwegingen het geweer, hopelijk tijdelijk, van schouder heeft veranderd. In Brugge is het voor studenten mogelijk om tot drie jaar - nieuw ingevoerd in deze legislatuur – na het afstuderen op kot te blijven wonen als aanloop naar een woning in Brugge. Nog zoiets is: we willen de talrijke onbebouwde percelen die verspreid liggen tussen het bebouwd woonweefsel, met onze woondienst activeren. Een laatste, dat ik u graag meegeef: met het nieuwe reglement op de woonpremie dat de komende maanden naar u zal komen, proberen we ook acties naar jonge gezinnen uit te werken. Daarnaast bestaan er verschillende formules om gronden en ook woningen op een betaalbare manier ter beschikking te stellen van een doelgroep. Het voorstel waar u naar verwijst is eigenlijk de grond huren, vermits er maandelijks een betaling moet gebeuren tijdens 99 jaar. Daarna is de grond ter beschikking van de eigenaar, in dit geval: de stad. In een erfpachtovereenkomst wordt bij aanvang bepaald wie eigenaar is van de gebouwen die op de grond gebouwd worden door de erfpachthouder, hier de bewoner. Er kan bijvoorbeeld overeengekomen worden dat de erfpachtgever de gebouwen koopt tegen een vastgestelde prijs of dat de gebouwen eigendom worden van de erfpachtgever. Een andere mogelijkheid is leasing of nog een andere mogelijkheid is, zoals Bruno daarnet zei: community land trusts oprichten waarbij bewoners aandeelhouder/huurder worden van die community land trust. Zoals u weet, heeft stad Brugge jammer genoeg nog weinig grond in eigen beheer. Ik sta er alvast positief tegenover en als er zich opportuniteiten voordoen, moeten we dit zeker verder onderzoeken. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Marechal.
56
gemeenteraad 26 januari 2016
Raadslid Pieter Marechal. - Dank u wel, schepen. Ik kijk er naar uit om samen met u op zoek te gaan naar die opportuniteiten en we kijken natuurlijk ook uit naar andere maatregelen waar u van spreekt, die er binnenkort aankomen. Dank u wel voor uw antwoord. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Goed, collega’s. Dan gaan we over naar de asbestopslag in de containerparken. Collega De Bondt.
23/4
Asbestopslag in de containerparken. (Raadslid Hugo De Bondt)
Raadslid Hugo De Bondt. – Dank u wel, voorzitter. Geacht college, beste collega’s. Op 18 juni 2015 stelde ik mijn schriftelijke vraag: “Afgifte van asbesthoudend materiaal door de burgers op de Brugse containerparken.” Pas op 30 juli kreeg ik een antwoord. Op vijf vragen was het antwoord bevredigend. Bij de andere vier heb ik bedenkingen. Het gaat hier immers om de gezondheid van het personeel en de bezoekers, de gebruikers van de containerparken. Als jarenlang vrijwilliger in de palliatieve zorg weet ik maar al te goed dat asbestose of longvlieskanker één van de pijnlijkste kankers is. Mijn eerste vraag: “Zijn de containers met asbesthoudend materiaal opgenomen in de gemeentelijke asbestinventaris.” Uit het antwoord blijkt dat de verplichte asbestinventaris op 1 juli 2015 nog steeds niet in orde is. Een eerste vraag tot opname werd in 2009 in de gemeenteraad gesteld. Het KB dat die asbestinventaris heeft opgelegd dateert van 16 maart 2006. Die vraag werd dus drie jaar later gesteld en negen jaar later is het nog steeds niet in orde. Ik overweeg om het FOD WASO [Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg] van deze nalatigheid op de hoogte te brengen. Mijn tweede vraag: “Is er een algemeen rookverbod in de omgeving van die containers.” Uit het antwoord blijkt dat nog steeds pictogrammen moeten geplaatst worden inzake rookverbod. Dit wijst op grote nalatigheid en dat er een loopje wordt genomen met de wet. Mijn derde vraag: “Is er een beheersprogramma met risicoanalyse en de nodige preventiemaatregelen opgesteld.” De ploegbaas zou jaarlijks deze instructies herhalen in het werkoverleg. Wat met de nieuw aangeworven werknemer of interimaris? Zegt de Welzijnswet niet uitdrukkelijk dat iedere werknemer op de gevaren van zijn functie moet worden gewezen, mondeling en via de welkomstbrochure Welzijn op het Werk? Ook werd in diezelfde wet opgenomen dat er onder de ervaren werknemers een peter moet worden aangeduid om de nieuwe werknemer wegwijs te maken. Zo te lezen in uw antwoord is dit niet het geval. Mijn vierde en laatste vraag: “Werd bij het stedelijk infoblad als bijlage de brochure Asbest in en om het huis al eens bijgevoegd.” Hier bleek dat de brochure nog steeds niet werd verspreid. Het is laakbaar dat, bijna tien jaar na de invoering van het KB, de burgers nog steeds niet op de hoogte werden gebracht over de gevaren van asbest. Men moet BruggeINspraak niet gebruiken als een soort wierookvat om het eigen beleid te verheerlijken maar wel om onze inwoners op de juiste wijze te informeren. Zou het kunnen dat dit nog niet werd opgenomen in dit stadsblad omdat de stad inzake deze materie zelf niet in orde is en zodoende moeilijk zijn burgers kan opleggen wat ze zelf negeert? Heeft de stad hier geen voorbeeldfunctie? Ik stelde daarstraks vast bij de bespreking van de mobiliteit dat tussen de vaststelling en de gemeenteraad van 15 september de infobrochure Mobiliteit reeds werd verdeeld in oktober 2015. Dus ben ik ervan overtuigd dat de brochure over asbest in BruggeINspraak zal worden ingesloten in de maand maart. Zeven maanden na mijn schriftelijke vraag vernam ik graag, samen met de N-VA-fractie, de stand van zaken. Dank voor jullie aandacht. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Collega’s die willen mee tussenkomen? Nee? Ik geef nu achtereenvolgens het woord aan schepen Decleer, schepen Pierins en schepen Hoste. Schepen Hilde Decleer. - Collega De Bondt. Van mij zal het antwoord kort zijn. Ik moet antwoorden op de eerste vraag. Ik kan positief antwoorden op de vraag met betrekking tot de opname van het asbesthoudend materiaal in de gemeentelijke inventaris van de containerparken. U hoeft zich daarover dus geen zorgen te maken.
57
gemeenteraad 26 januari 2016
Voor de tweede en derde vraag geef ik het woord aan collega Pierins. Schepen Philip Pierins. - Dank u wel. Vraag 2 C. Collega De Bondt, de nodige pictogrammen inzake rookverbod werden in juli 2015 aangebracht aan de inzamellocaties op de containerparken. Raadslid Hugo De Bondt. - Na mijn schriftelijke vraag? Schepen Philip Pierins. - Ja. Raadslid Hugo De Bondt. - Dank u wel. Schepen Philip Pierins. - Vraag 3. De nieuw aangeworven werknemers of interimarissen worden wel degelijk ingelicht over alle met het werk verbonden gevaren en preventiemaatregelen, alsook over het verplicht invullen van het register. De maatregelen werden uitgewerkt in nauwe samenwerking met de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk. Deze informerende taak valt op de containerparken onder de verantwoordelijkheid van de hiërarchische overste, dus de ploegbaas, en niet onder de verantwoordelijkheid van de aangestelde peter of meter. Dan verwijs ik verder naar schepen Hoste. Schepen Mieke Hoste. - Mijnheer De Bondt. Ik mag antwoorden op vraag 4. De brochure ‘In en om het huis’ is beschikbaar aan de balie van communicatie & citymarketing en zal in één van de eerstvolgende nummers van BruggeInspraak verdeeld worden naar alle huishoudens. Of dat nu de editie van maart is, dat kan ik niet beloven, maar het zal toch heel binnenkort zijn. Er is ook een tekst bezorgd aan de webbeheerder om die informatie op de site van de stad Brugge te zetten, inclusief een link naar de brochure. De brochure werd in het verleden wel al verspreid via de dienst leefmilieu naar geïnteresseerden toe en bij klachten, en wordt nu dus ook aan de balie van communicatie & citymarketing ter beschikking gesteld of gelegd. Raadslid Hugo De Bondt. - Dank u wel, schepenen, voor de antwoorden. Ik ben blij dat dat een positief gevolg heeft gekregen. Schepen Mieke Hoste. - Graag gedaan. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Goed, mijnheer De Bondt. Dan uw volgende vraag in verband met de brand bij Geldof Recycling. Mijnheer De Bondt.
23/5
Brand bij Geldof Recycling. (Raadslid Hugo De Bondt)
Raadslid Hugo De Bondt. - Dit is andermaal een technische interpellatie. Beste collega’s, geacht college. Op zaterdag 8 augustus 2015 was er brand ontstaan langs de Pathoekeweg bij Geldof Recycling. Een hoop pulp had er vuur gevat. Een vuile witte rook verspreidde zich over de omgeving. Het gemeentelijk rampenplan werd afgekondigd en de brandweer vroeg de bewoners in de buurt van het Boudewijnkanaal, het AZ. Sint-Jan, Sint-Pieters en de Blauwe Toren ramen en deuren gesloten te houden. In mijn schriftelijke vraag van 3 september 2015 vroeg ik, één, of de basisnorm niet werd overschreden en twee, de gemeten waarden die werden geregistreerd de dag van de ramp zelf en de dagen erna. Op 29 september 2015 kreeg ik antwoord: enkel het verslag van de metingen op fijn stof werd mij bezorgd. Geen verslag over metingen op asbestvezels en dioxines .En inderdaad, bij nader toezien is de gebruikte meetapparatuur enkel bestemd voor fijn stof. Mijn vrees was dat er geen apparatuur staat opgesteld om metingen uit te voeren op asbestvezels en dioxines. Op 2 oktober 2015 richtte ik opnieuw een schrijven aan het College met de vraag of er op het Brugs grondgebied luchtbemonsteringsapparatuur staat opgesteld voor het meten van asbestvezels en dioxines. Op 6 en 12 november 2015 drong ik nog eens aan. Pas op 16 november 2015 kreeg ik eindelijk het ruim te late antwoord. Met dat antwoord werd mijn vermoeden bevestigd: de stad had inderdaad geen metingen verricht op asbestvezels en dioxines. Op een eerder door mij op 18 juni 2015 gestelde schriftelijke vraag aangaande afgifte van asbest in de containerparken ontving ik op 30 juli 2015 nochtans als antwoord: “De metingen werden
58
gemeenteraad 26 januari 2016
driemaandelijks uitgevoerd via rotatiesysteem op intercommunaal vlak. Dat wil zeggen dat gemiddeld elke drie maand een containerpark in het werkingsgebied van IVBO wordt bemonsterd.” Ben ik voorgelogen geweest? Iedereen weet dat de Vlaamse Milieumaatschappij meetapparatuur op strategische plaatsen heeft staan. Hier gaat het om een brand in een industriegebied, waar de stad Brugge zelf voor bevoegd is. De volksgezondheid kwam hier in gevaar. De burgemeester, met assistentie van zijn preventiedienst, moest aan een geregistreerd labo onmiddellijk opdracht gegeven hebben om de nodige metingen uit te voeren met als doel het welzijn van de omwonenden en de werknemers binnen het gebied te beschermen. Ook het voedsel, de moestuintjes, en de dieren mogen wij niet vergeten. Er kon bij Geldof Recycling ook opslag geweest zijn van Seveso III-producten. Hier is sprake van schuldig verzuim. Buiten het plangebied zijn er wel een aantal Seveso-inrichtingen gevestigd binnen een straal van twee kilometer, namelijk in het zeehavengebied, meer bepaald in de achterhaven en in de binnenhaven. Sommige van deze Seveso-inrichtingen liggen in de omtrek van het door brand getroffen bedrijf, namelijk Pemco Brugge met hoog risico, Brandstoffen Verstichel, Electrabel, opslag gasolie Van Loocke, opslag brandstoffen nv Van Der Sluys, opslag van brandstoffen nv Total Belgium. Dus enkel op basis van die metingen op fijn stof stel ik vast dat de norm de eerste twee dagen, op 8 en 9 augustus 2015, heel ernstig werd overschreden met heel hoge pieken aan fijn stof PM 10, PM 2,5 en PM 1,0. Hier werden de grenswaarden voor de omwonenden overschreden, hun gezondheid liep gevaar. Maar eens het rampenplan wordt afgeblazen gaat alles terug zijn normale gangetje. Mijns inziens doet de stedelijke overheid onvoldoende om haar inwoners duidelijk en eerlijk in te lichten over wat er is gebeurd, wat de risico’s waren en zijn en wat er nu kan, zal en moet gebeuren. Wat als er Seveso-opslag was geweest bij Geldof Recycling? Wat als er zich opnieuw een brand voordoet? Wat als er zich een ongeluk voordoet bij een van de bovenvermelde Seveso III geregistreerde firma’s? De N-VA-fractie dringt aan om met spoed bemonsteringsapparatuur aan te schaffen, hetzij aan te kopen, hetzij te huren. Een extern labo kan ook ingeschakeld worden. Het is een absolute noodzaak om metingen uit te voeren op asbestvezels en dioxines in functie van de volksgezondheid om zodoende de juiste voorzorgen en maatregelen te kunnen nemen. Dank voor jullie aandacht. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Collega’s die willen mee tussen komen? Mevrouw de schepen. Schepen Mieke Hoste. - Mijnheer De Bondt. Eerst en vooral zou ik u er willen op wijzen dat uw tussenkomst niet volledig correct is. In tegenstelling tot wat u beweert werd het gemeentelijk rampenplan helemaal niet afgekondigd. U verwart ook het antwoord dat is gegeven op uw schriftelijke vraag met betrekking tot asbest op het containerpark met het antwoord op uw schriftelijke vraag met betrekking tot de brand bij Geldof. Via de intercommunale IVBO wordt inderdaad driemaandelijks een asbestmeting georganiseerd in één van de containerparken in IVBO-gebied, dus niet alleen in Brugge. Dit gebeurt niet door- of rechtstreeks in opdracht van de stad Brugge en dat heeft dus niets te maken met uw vraag of er bemonsteringsapparatuur staat opgesteld op het Brugs grondgebied voor het meten van asbestvezels en dioxines - waarop het antwoord ook negatief is. Het stadslabo is niet uitgerust met apparatuur hiervoor, dus wij hebben u duidelijk niets voorgelogen. Naar aanleiding van de brand was er geen reden om een labo aan te stellen om asbest te meten. De maanden voor de brand waren er verschillende controles ter plaatse geweest door de toezichthoudende overheid, namelijk de Vlaamse milieu-inspectie. Daarbij werd nooit vastgesteld dat er asbesthoudend materiaal aanwezig was op het bedrijf. Op de site wordt afvalhout opgeslagen, geen asbest en geen Seveso III-producten. Daarvoor was- en is Geldof trouwens niet vergund. Uiteraard zijn er bij de brand dioxines vrijgekomen, net als bij elke brand en net als bij elke woning waar hout in de kachel of in een open haard wordt gestookt. Dankzij de fijnstofmetingen van het stadslabo hebben wij de uitstoot naar aanleiding van de brand kunnen monitoren en hebben wij correct kunnen communiceren met de buurt. Er is heel duidelijk gecommuniceerd naar de mensen toe om de ramen en de deuren gesloten te houden en om het voedsel uit de moestuin grondig te spoelen voor consumptie. U haalt aan dat er een aantal Seveso-inrichtingen gevestigd zijn binnen een straal van twee kilometer van Geldof. De bedrijven die u aanhaalt stemmen niet overeen met de bedrijven die effectief een vermelding gekregen hebben.
59
gemeenteraad 26 januari 2016
Raadslid Hugo De Bondt. - Niet juist! Schepen Mieke Hoste. - Op het grondgebied van Brugge zijn er zes Seveso-bedrijven. Dat zijn Umicor, Pemco, Total, Argos Storage, Fluxys en Total in Zeebrugge. Wij kunnen dan ook met stelligheid zeggen dat er op geen enkel moment een risico geweest is voor de omliggende bedrijven. Het is trouwens de rol van de brandweer op het moment zelf van de interventie om dat te beoordelen. Mocht er een reëel risico geweest zijn dan zou dat een reden kunnen geweest zijn om het rampenplan af te kondigen en zou er adequaat zijn opgetreden door de betrokken bedrijven en hulpdiensten. Maar zoals al gezegd: er werd helemaal geen rampenplan afgekondigd. En dan stelt u drie keer de vraag “wat als.” Ik vind het persoonlijk een beetje irrelevant om op een “wat als”-vraag te antwoorden. Dat is een beetje zoals in het liedje van Herman Van Veen: Wat als het even anders was gelopen, en Hitler de oorlog had gewonnen. Raadslid Hugo De Bondt. - Dat is flauw! Schepen Mieke Hoste. - Maar om toch een antwoord te geven. Er bij elke industriële brand van uitgaan dat een betrokken bedrijf er mogelijks opslag van Seveso-producten op nahoudt, is niet opportuun, onwezenlijk of onwerkbaar. De vergunning voor nv Geldof verleent de firma enkel toestemming voor de opslag van houtafval: zij mogen 20.730 ton houtafval opslaan en 8.000 ton granulaat. Daarbij kan het gaan om houtafval eerste keus, dat is onbehandeld hout of houtafval tweede keus, dat bestaat uit niet-gevaarlijk behandeld hout. Van enige toestemming- of goedkeuring voor opslag van producten uit de Sevesoinrichtingen of -productie is helemaal geen sprake. Gezien de brand ontstond door spontane zelfontbranding kan een nieuwe brand nooit worden uitgesloten. Om het risico op brand te voorkomen of te verkleinen werd de firma Geldof kort na de feiten en de bluswerkzaamheden, op 27 augustus, voor een hoorzitting opgeroepen - en hier werden nog bijkomende veiligheidsmaatregelen opgelegd. Mocht er zich een ongeluk voordoen bij één van de vermelde Seveso III-geregistreerde firma’s dan bestaat er een provinciaal nood- en interventieplan. Voor dergelijke bedrijven voorziet de wetgeving ook bijkomende verplichtingen op het vlak van noodplanning en organisatie van de interventie van de hulpverlening. Er is bovendien de verplichting om driejaarlijks een oefening met deze bedrijven te organiseren. Binnenkort zal ook de informatieplicht naar de omgeving toe over de aanwezigheid van dergelijke bedrijven in de buurt, de daaraan gekoppelde risico’s en de incidenten die zich in het bedrijf voordeden, worden opgevoerd. Samengevat kunnen wij stellen dat er objectief gezien heel weinig risico’s zijn voor dergelijke bedrijven. Daar staat echter tegenover dat de risico’s, het bedrijf, de producten, de gevolgen en de organisatie, de coördinatie, van de hulpverlening ook veel beter gekend zijn en dat die mensen ook getraind zijn. Om te besluiten kan ik stellen dat er geen reden- noch noodzaak bestaat dat de stad zelf bemonsteringsapparatuur zou aankopen. Wanneer nodig kan een extra labo opgevorderd worden. Continue monitoring van asbest en dioxines heeft ook weinig meerwaarde: asbestanalyses vergen een discontinue bemonstering en er bestaat geen wettelijke norm voor dioxines. Los van deze argumenten is de uitstoot van de bedrijven op ons grondgebied niet van die aard om dergelijke investeringen te verantwoorden. Onze fijnstofmetingen geven een goede indicatie van de uitstoot aan en bij aanwijzingen dat er een specifieke uitstoot is kan nog altijd overgegaan worden tot specifieke bemonstering en analyse in eigen beheer of kan dat ook uitbesteed worden. Ik hoop met dit antwoord u gerust gesteld te hebben. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer De Bondt. Raadslid Hugo De Bondt. – Neen, dit antwoord bevalt mij helemaal niet, mevrouw de schepen. Ik wil nu weten: zijn er asbestmetingen en dioxinemetingen gebeurd de dag van de brand? Neen. Schepen Mieke Hoste. - Neen. Het heeft ook weinig zin want met al dat bluswater … Raadslid Hugo De Bondt. - Het heeft wel zin want je weet niet wat er opgeslagen is bij Geldof. Je weet dat toch niet op voorhand, je kunt dat toch niet gaan controleren? Schepen Mieke Hoste. - Er is, zoals ik al gezegd heb, een vergunning voor niet-Seveso IIIproducten, voor afvalhout (de twee soorten), enerzijds. En anderzijds, door het bluswater kon je geen deftig meetresultaat meer bereiken, dat zou een totaal vertekend beeld gegeven hebben. Vandaar dat er geen metingen gebeurd zijn. Raadslid Hugo De Bondt. - Oké, mevrouw de schepen, ik zal het er moeten mee stellen. Maar ik hoop dat er nooit een brand zal uitbreken in één of ander Seveso-bedrijf.
60
gemeenteraad 26 januari 2016
Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Dat hopen wij allemaal, mijnheer De Bondt. Schepen Mieke Hoste. - Ik denk dat wij dat allemaal hopen. Raadslid Hugo De Bondt. - De gevolgen zullen desastreus zijn, dat geef ik u op een blaadje. Schepen Mieke Hoste. - Maar dan zal er een heel andere procedure gevolgd worden dan er nu gevolgd is. Voorzitter André Van Nieuwkerke. – Volgende interpellatie: collega De Crom in verband met het Brugse Street Art Festival. Mevrouw De Crom.
23/6
Brugse Street Art Festival. (Raadslid Sandrine De Crom)
Raadslid Sandrine De Crom. – Dank u, voorzitter. Het Brugse Street Art Festival zou van start gaan op 3 april en daar zouden Brugge Plus en het Entrepot een voortrekkersrol in spelen, maar ik heb mij laten vertellen dat tot op vandaag nog geen enkele voorbereiding is getroffen. Het zou gaan over drie muren die door drie verschillende kunstenaars zouden bewerkt worden, maar er zouden nog geen muureigenaars gecontacteerd zijn en er zouden ook nog geen vergunningen zijn afgeleverd. Op hetzelfde moment is er bijvoorbeeld in Gent en in Oostende een gelijkaardig festival waar al heel lang voorbereidingen zijn voor getroffen. Dus mijn vraag is: wat is de stand van zaken? Welke voorbereidingen zullen getroffen worden, wanneer wordt daar aan begonnen en is de timing nog haalbaar? [Stilte] Burgemeester Renaat Landuyt. - Voorzitter, mag ik antwoorden? Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Ik vroeg eerst een beetje aandacht voor de interpellatie. Zijn er nog collega’s die wensen aan te sluiten? Nee? Nu kunt u antwoorden, mijnheer de burgemeester. Burgemeester Renaat Landuyt. - Dank u, mijnheer de voorzitter. Waarde collega’s. Het College keurde op 21 december 2015 een opdracht goed voor het organiseren van een Street Art Festival met kunstenaars uit de regio, meer in het bijzonder is gekozen voor de plaatselijke artiesten Jamie Persyn, Stan Slabbinck en Strook. Voor de kenners drie klinkende namen. Zij zullen bepaalde Brugse legendes vrij interpreteren op bepaalde Brugse muren. Er was op 4 januari en op 18 januari al uitgebreid overleg tussen de organisatoren en de betrokken artiesten. Daarbij is op 18 januari een longlist van locaties vastgelegd. Het hele voorbereidende werk is, deelt men ons mede, uitgevoerd - nu kan de productie starten. Ik denk dat ze daarmee bedoelen dat ze nu de eigenaars van de locaties gaan opzoeken om besprekingen te voeren. Het is zo dat het College gesuggereerd heeft om de datum van 3 april als streefdatum te gebruiken, maar ik denk dat de collega’s er over akkoord zijn dat het belangrijkste is dat men op een kwaliteitsvolle wijze tewerk kan gaan. Dus qua timing is wat ons betreft alles bespreekbaar. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mevrouw De Crom. Raadslid Sandrine De Crom. - Er gingen in dat weekend in het Entrepot ook workshops zijn. Is er misschien een mogelijkheid om daar dan wat publiciteit te geven aan die drie muren, en wanneer dat dan zal doorgaan? Burgemeester Renaat Landuyt. - Wel, we hopen dat een en ander zo vlug mogelijk duidelijk kan gesteld worden. Maar het is niet onze intentie om daar heel concreet in tussen te komen, dat laten we over aan Brugge Plus, aan het Entrepot en de betrokken kunstenaars. Het enige waar wij over waken is dat het een kwaliteitsvolle operatie zal zijn. Raadslid Sandrine De Crom. - Oké. Dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mevrouw Soete. Raadslid Ann Soete. - Nog één kleine vraag graag. Wie heeft er beslist welke artiesten er zouden genomineerd- of uitverkozen worden? Burgemeester Renaat Landuyt. - Ook daar zijn wij niet sterk in tussengekomen maar we hebben wel gehoopt op- en gevraagd om plaatselijke artiesten, omdat we op de hoogte zijn bijvoorbeeld van de faam van mijnheer Strook en anderen. Ik denk dat Jamie Persyn iemand is die in Kortrijk al tal van activiteiten heeft georganiseerd. Stan Slabbinck, persoonlijk ken ik die iets
61
gemeenteraad 26 januari 2016
minder, maar dat mag echt geen criterium zijn. Ik denk dat het drie artiesten zijn die de naam artiest waardig zijn, in de serieuze zin van het woord. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Goed, collega’s? Dan gaan we over naar de vraag rond inbraken op Sint-Andries door collega De Plancke. Mijnheer De Plancke.
23/7
Inbraken Sint-Andries. (Raadslid Jean-Marie De Plancke)
Raadslid Jean-Marie De Plancke. - Burgemeester, voorzitter, collega’s. Recent kon men in Brugge uitpakken met het heuglijke nieuws dat de inbraken met één derde gedaald waren en onze korpschef was dan ook terecht fier met de criminaliteitscijfers van 2015. Echter lezen we dat recent een golf van inbraken gepleegd werd in Sint-Kruis en dat in SintAndries aan de woonwijk rond de Sint-Annadreef recent werd ingebroken in heel wat voertuigen, met ernstige schade tot gevolg. We lezen in het persrapport dat zelf patrouilleren weinig zin heeft en niet aangewezen is. Kan dit eventueel toegelicht worden? Want ik lees toch even voor uit dat rapport dat preventie-inspanningen en verhoogde patrouilles mede aanleiding kunnen zijn tot deze betere cijfers. Dat spreekt elkaar wel wat tegen. Ik ga ervan uit dat met de goede cijfers van 2015 men niet op zijn lauweren gaat rusten en verder zal inzetten op meer controles en aanwezigheid in het straatbeeld en dat men met de afname van de terreurdreiging niet het aantal patrouilles zal terugschroeven. Graag had ik vernomen of de getroffen buurten extra gecontroleerd worden, en welke acties werden ondernomen of zullen ondernomen worden naar preventie en dergelijke meer toe. En zijn er verbanden tussen de recente inbraken in Sint-Kruis en de auto-inbraken in Sint-Andries? Misschien kan er naar de toekomst toe in Bruggespraak nog eens extra aandacht gegeven worden aan preventie van inbraken en naar beveiliging van woningen en voertuigen toe. Alvast bedankt voor uw antwoord. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Zijn er collega’s die willen aansluiten? Nee? Mijnheer de burgemeester. Burgemeester Renaat Landuyt. - Dank u, mijnheer de voorzitter. Mijnheer de voorzitter, collega’s. We proberen inderdaad zo transparant mogelijk te zijn met de gegevens en ook per wijk waar er iets gebeurt zo duidelijk mogelijk te informeren, zeker naar preventie toe. In Sint-Kruis naar aanleiding van de feiten daar, is er iemand in de pers gekomen en zoals een echte professional, tegen de middag had ik ook een mailtje van betrokkene. We hebben direct de nodige contacten laten leggen door de politie om te kijken wat er kan gedaan worden. Want als burgers initiatief wensen te nemen, wijzen we op de mogelijkheden van een buurtinformatienetwerk. Maar dat is echt een niet te onderschatten operatie, die op een ernstige wijze gebeurt maar die ook veel inspanningen vraagt van de mensen. Wij zijn veel meer vragende partij om begrip te hebben voor het feit dat wij zoveel mogelijk controles doen. Er is een hele systematiek die we vroeger nog hebben uitgelegd van bepaalde alarmfases die gevolgd worden. In ieder geval, ten eerste: de terreurdreiging heeft eerder een gunstig effect gehad op de inbraken - ze waren blijkbaar ook bang, de inbrekers. Maar ik denk dat het de controle is die hen tot de wijsheid bracht om eventjes congé te nemen. Wij zorgen ervoor dat we alle wijken in het oog houden. We zorgen ervoor dat er een speciale alarmfase is als een bepaald fenomeen zich voordoet en wij bouwen een cameranetwerk uit dat alle invalswegen in verbinding met autowegen in het oog houdt. Omdat we ervan overtuigd zijn dat dat wellicht de beste preventie is. Heel concreet – maar het heeft niets met elkaar te maken - wat de feiten in Sint-Kruis betreft: zonder vooruit te lopen op het gerechtelijk onderzoek - dat ik ook niet mag kennen – zorgen we in ieder geval preventief voor de nodige contacten door de politie. Wat betreft de middenconsole van Mercedessen en andere betere wagens is het zo dat er nationaal iets bezig is. Men denkt dat er één à twee groepen bezig zijn om het materiaal uit de wagens te halen, zijnde de GPS en nog iets dat in de middenconsole zit. Blijkbaar is er een kleine markt daarvoor, en het is een fenomeen dat zich nationaal verplaatst. Het is gebeurd – wat WestVlaanderen betreft – in de politiezone Oostende, in 2016 heeft de politiezone Oostende een straat gehad, politiezone Waregem, politiezone De Kouter-Torhout, politiezone Harelbeke-Deerlijk, politiezone Knokke-Heist en dus ook Brugge. Dit is een typisch fenomeen van rondtrekkende bendes, die zich zeer vlug verplaatsen. Er zijn ook al in Limburg – in Antwerpen, Kempen, Turnhout - dezelfde fenomenen gebeurd. Dat betekent ergens dat er een soort kleine markt
62
gemeenteraad 26 januari 2016
bestaat voor dat product, en men zich zeer vlug verplaatst, zeer georganiseerd en effectief kiezend voor de duurdere wagens die blijkbaar niet in een garage staan maar langs de straat. Dit is een fenomeen waarvoor de politie ook met de moderne middelen – enfin, moderne middelen: met Facebook - ook de nodige verwittigingen doet. Er zijn verwittigingen gebeurd door de politie die bijvoorbeeld door 35.000 mensen bekeken zijn, met andere woorden, dit heeft een tamelijk ruim effect inzake verwittiging. Maar het is een zich zeer snel verplaatsend fenomeen dat eigenlijk de lokale politie overstijgt. De informatie wordt verzameld door de federale politie in de hoop dat er op de één of andere manier een betrapping kan gebeuren. Dus wat gebeurt er per politiezone: van zodra men één straat heeft, gaat men de ruimere buurt vlug gaan controleren in de hoop ooit eens iemand te betrappen. En ondertussen is er een gerechtelijk onderzoek bezig om te zien waar de mogelijke afzetmarkt of helers zich situeren. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer De Plancke. Raadslid Jean-Marie De Plancke. - Twee zaken nog. Het was op Sint-Andries en rond het stadion, er zijn daar heel wat camera’s. Ik veronderstel wel dat die beelden zullen bekeken zijn. Als men natuurlijk via Jabbeke komt, dan wordt dat moeilijker. En twee. Ik hoop natuurlijk naar de toekomst toe - de terreurdreiging heeft wel extra budgetten gekost, maar regelmatig vernemen we toch dat de druk op de politie zeer groot is en de kostprijs omhoog gaat door onder andere voetbal, stakingen in de gevangenissen en zo - dat men niet zal terugkeren naar een soort bezuiniging en minder patrouilles doen om binnen de budgettaire mogelijkheden te blijven of goedkoper uit te vallen. Ik hoop dus vooral dat er zeker niet zou in de richting gegaan worden van er zijn al teveel uren gespendeerd, we gaan wat afbouwen, en dat er zeker daarop niet bespaard wordt. Burgemeester Renaat Landuyt. - Ik kan u een voorbeeld geven dat ik niet graag in herinnering breng, maar als er geen voldoende politie is, komt eerst de bewaking en dan de voetbal. Dat is de harde realiteit en die wordt niet altijd in dank afgenomen door bezitters van betere wagens die graag naar het voetbal gaan. Maar er worden effectief prioriteiten gesteld. We hebben een fase gehad van tekort aan personeel omdat we eerst onze bewaking wilden doen en daarop niet wilden toegeven. Op dat vlak denk ik dat de politie van Brugge niets kan verweten worden. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Goed, collega’s. Dan gaan we over naar de villa Slabbinck met collega Mostrey.
23/8
R.I.P. Villa Slabbinck. (Raadslid Bruno Mostrey)
Raadslid Bruno Mostrey. – Dank u, voorzitter. Collega’s. De villa Slabbinck ligt tegen de vlakte. Het trieste culminatiepunt van een soms vreemde geschiedenis. Een blaam voor Brugge. Het woonhuis en atelier van kunstschilder Rik Slabbinck in de Sint-Pietersmolenstraat 1, werd in 1939 als atelier gebouwd en in het jaar 1945 uitgebreid met- en geïncorporeerd in een woonhuis. Dit werd ontworpen door architect Jozef Lantsoght - een Bruggeling - geheel in kubistische stijl met witgepleisterde muren en grote raampartijen. Het atelier gericht op het noorden, kijkt uit op het polderlandschap. Zo lezen we als toelichting op de website van Onroerend Erfgoed Vlaanderen, want het stond immers op de inventaris van bouwkundig erfgoed. Iedereen met een beetje gevoel voor esthetiek is het erover eens: deze villa was een bijzonder pareltje en het bewaren voor het nageslacht was een must. Dat in augustus 2011 door het toenmalig stadsbestuur wereldkundig werd gemaakt dat de bescherming zou worden aangevraagd, werd dan ook algemeen als volledig terecht beschouwd. Dat nu blijkt uit het antwoord van minister Bourgeois op een parlementaire vraag die ik Vlaams parlementslid Bart Caron liet stellen, dat de bescherming nooit effectief is aangevraagd, is wel bijzonder ontstellend. Zo blijkt nu dat er juridisch geen fouten zijn gemaakt - voor zover ik op dit moment kan zien. Volgens de procedure is er in deze fase – hoe jammer de sloop ook is – niet echt iets verkeerd gelopen. De dienst Erfgoed Vlaanderen gaf aan de stad Brugge een gunstig advies voor de afbraak. En omdat het pand enkel op de inventaris stond en in de feiten niet beschermd was, kon men effectief overgaan tot de sloop. Maar Brugge is niet de eerste de beste stad als het aankomt op erfgoed. Wij staan er voor bekend, wereldwijd. Hier in Brugge hebben we andere standaarden. De Bruggeling heeft een fijner gevoel en gevoeligheid als het gaat over erfgoed. We wonen er dan ook midden in. Brugge heeft talent voor erfgoed. Althans, zo zou je kunnen denken. Tot op het moment dat ons bestuur, tot op het
63
gemeenteraad 26 januari 2016
moment dat onze schepen botweg en zonder verpinken een sloopvergunning toekent. Waarom keurde dit bestuur de sloop goed? Met onze erfgoedkennis en –gevoeligheid doen we dat toch niet? Het pand verdiende het om bewaard te worden, om meer dan één reden. Eén. Het was een atelier en woonhuis van een gerenommeerde kunstschilder, die daarenboven nog Bruggeling was – er zijn al panden om minder redenen beschermd. Twee. Het was een verwezenlijking van een gerenommeerde architect namelijk Jozef Lantsoght, die trouwens ook betrokken is geweest bij de eerste heraanleg van het Zand, zo kun je lezen in het mooie boekje dat je net gekregen hebt. Die Lantsoght was ook een Bruggeling, dus nog een reden. Ten derde: het gebouw was een zeldzaam toonbeeld van kubistische architectuur. Dat komt al niet veel voor en al helemaal niet in Brugge en omstreken. Er zijn ook hier al panden met minder waarde en minder zeldzaamheid beschermd. En er is nog een reden waarom dit bestuur de sloop moest tegenhouden, namelijk: er was een uitweg. Er was een koper die het pand wilde restaureren en laten beschermen, en het bovendien nog een interessante en kunstzinnige functie wilde geven. Het ultieme aanbod, dat dit bestuur met twee handen moest gegrepen hebben. De nota die dit plan uit de doeken doet is vakkundig opgesteld en bewijst dat het geen lichtzinnige piste was. Deze nota is rondgegaan op het internet. Maar belangrijker: deze nota lag op het bureau van de schepen op het moment dat dit bestuur een sloopvergunning aan het regelen was. Zonder verpinken een sloopvergunning geven voor een waardevol modernistisch pand waar het bestuur indertijd zelf de waarde van inzag en de bescherming voor aanvroeg of toch de intentie daartoe geuit heeft, dat kan toch niet. Waarom is de kans om de villa Slabbinck te bewaren niet gegrepen? Dat is een eerste vraag. Er is veel meer modernistisch erfgoed in Brugge dan men op het eerste zicht zou denken. En ook dit erfgoed verdient ten volle onze waardering. Ik hoor graag de visie van de schepen hierover. In die zin vraag ik ook graag garanties dat er in de toekomst omzichtiger met erfgoed, ook modernistisch en modern erfgoed, wordt omgesprongen. En dan als laatste: hoe staat het met de andere beschermingsaanvragen die indertijd zijn aangekondigd? Er was sprake – dat heb ik zo teruggevonden in de persartikels - van 81 dossiers waar de bescherming voor zou aangevraagd worden. Hoe zit het daar precies mee? Dank u voor uw antwoord. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Collega’s, die willen aansluiten? Nee? Mijnheer de schepen. Schepen Franky Demon. - Naar aanleiding van verschillende vragen voor mogelijke projecten op de gronden van villa Slabbinck werd op 7 oktober 2014 een plaatsbezoek georganiseerd. U weet dat dergelijke zaken in de handen liggen van Agentschap Onroerend Erfgoed Vlaanderen, en zij gaven het volgende advies. De optie om het pand te beschermen als monument werd onderzocht doch verworpen: de erfgoedwaarde bleek onvoldoende om een bescherming te verantwoorden. Na het plaatsbezoek van 7 oktober 2014 stelde het Agentschap Onroerend Erfgoed Vlaanderen dat zij het niet zinvol meer achtte om behoud op te leggen, om volgende redenen: het pand heeft tal van bouwfysische problemen die het kostenplaatje voor een renovatie, restauratie, onverantwoord hoog doen oplopen. Ten tweede zei Onroerend Erfgoed Vlaanderen: het pand is dermate veel verbouwd en aangepast, er was al nieuw schrijnwerk, nieuwe storende aanbouwen, ongepaste verbouwingen en ga zo maar verder. Het stadsbestuur zag zich geconfronteerd met het standpunt van de erfgoedspecialisten van Vlaanderen en de problematische bouwfysische toestand van het gebouw, waardoor behoud moeilijk te motiveren en af te dwingen valt. Op 28 november 2014 werd een princiepsaanvraag ingeschreven voor het verkavelen van het perceel van de Sint-Pietersmolenstraat 1. In dit voorstel werd de bestaande villa behouden en werd voorgesteld twee bijkomende woonentiteiten te bouwen. In de princiepsvraag werd door de aanvrager ook gevraagd dat stad Brugge bij de hogere overheden nogmaals zou pleiten om het gebouw te beschermen als monument - ik kom daar straks nog op terug. Opnieuw hebben wij dit gedaan, hebben wij aangedrongen, opnieuw werd advies gevraagd aan het Agentschap Onroerend Erfgoed Vlaanderen. In hun antwoord verwijzen de Vlaamse erfgoedspecialisten naar hun eerder advies van begin oktober 2014. Op 10 februari 2015 werd de aanvrager vanuit de diensten getelefoneerd om een stand van zaken van de princiepsvraag. Toen werd door de aanvrager meegedeeld dat het dossier mocht geklasseerd worden, omdat men geen plannen meer had. In tegenstelling tot de aankondigingen in de pers van augustus 2011 vanuit het kabinet van toenmalig erfgoedminister Geert Bourgeois, heeft het Agentschap voor Onroerend Erfgoed Vlaanderen dus nooit de villa beschermd. Het stond zelfs niet in de zogenaamde topstukkenlijst die na de voltooiing van de inventaris van het bouwkundig erfgoed voor Brugge werd opgesteld. Deze topstukkenlijst diende als uitgangspunt
64
gemeenteraad 26 januari 2016
voor de komende beschermingen. Een belangrijk detail: het vorige stadsbestuur probeerde ook in 2010, en gaf foto’s door aan de contactpersonen van Agentschap Onroerend Erfgoed Vlaanderen met de vraag of dit pand niet in aanmerking kwam voor een bescherming als monument. Maar vanuit het Agentschap is daar altijd negatief op gereageerd. Ons stadsbestuur hecht wel degelijk belang aan het behoud van jonge bouwkunst. Dat mag blijken onder andere uit de premie kunstige herstellingen die we onlangs nog gaven voor de modernistische villa van Peter Callebout in de Albert Serreynstraat te Sint-Andries. Ter aanvulling van het gevoerde beschermingsbeleid van het stadsbestuur nog het volgende. Van de 72 panden op de topstukkenlijst die in 2006 werd opgemaakt voor de Brugse rand, zijn er ondertussen 28 beschermd als monument. Dit staat volledig los van de bescherming in de binnenstad, onder andere de stadsvesten, de Langerei als stadsgezicht en de grote beschermingsdossiers die nog steeds in opmaak zijn. Afsluitend wil ik u ter illustratie nog het volgende meegeven. De bedragen die tijdens deze legislatuur, in de voorbije drie jaar, werden uitbetaald door de stad voor de premie kunstige herstellingen proberen wij in stijgende lijn te laten gaan. In 2013 hebben we 332.777 euro gegeven, in 2014: 379.000 euro en in 2015 zelfs 411.582 euro aan premies voor kunstige herstellingen. Ik geef toe, het is een moeilijk evenwicht zoeken in al deze dossiers maar ik denk dat wij daar nauwkeuring mee omgaan. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Mostrey. Raadslid Bruno Mostrey. - Dank u, schepen, voor uw antwoord. Natuurlijk steekt u zich wat weg achter het negatieve advies van Erfgoed Vlaanderen, dat inderdaad duidelijk maakte dat er bouwtechnische problemen waren, dat een restauratie veel geld zal kosten en natuurlijk motiveerde om niet te beschermen omdat dat dan het afdwingen van zo’n kosten is en dat is natuurlijk niet evident. Maar als iemand dat vrijwillig wil doen, heb je een heel ander verhaal. En dat is natuurlijk het punt. Hier had je iemand die het initiatief wilde nemen om de storende elementen te verwijderen, de bouwtechnische problemen aan te pakken en het dus goed te bewaren voor het nageslacht. Die kans is hier gemist en dat vind ik bijzonder jammer. Anderzijds hoor ik natuurlijk wel graag dat er aandacht is voor modernistisch erfgoed en dat er topstukken staan in de rand van Brugge. Dat hoor ik dan wel weer graag. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Dan kunnen we overgaan tot de interpellatie van mevrouw Ryelandt in verband met de ruimtelijke planning in Brugge. Mevrouw Ryelandt.
23/9
Ruimtelijke planning in Brugge. (Raadslid Marleen Ryelandt)
Raadslid Marleen Ryelandt. - Voorzitter, collega’s. In Brugge is men op dit moment druk bezig met de planning en meer in het bijzonder met ruimtelijke planning, en er wordt dus ook gewerkt aan het opstellen van een aantal belangrijke plannen. Zo is er de herafbakening van het stedelijk gebied, dit na het arrest van de Raad van State in verband met de Chartreuse. Er is ook het mobiliteitsplan, dat hebben we vanavond besproken, het project Stadsvaart, er zou ook een masterplan voor Brugge Zuid bezig zijn. Er is ook een herziening voorzien van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, en dat is natuurlijk wel belangrijk want dat is een basisdocument voor de toekomstige ruimtelijke planning van Brugge. Het is zo dat via de gecoro er toch af en toe wat doorsijpelt van de op handen zijnde ruimtelijke plannen. Zo werd het traject van de herziening van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan in de gecoro uit de doeken gedaan. Het was dus een traject, een schema dat werd voorgesteld. Dit plan zou moeten klaar zijn tegen halverwege 2017, eventueel later, maar in ieder geval in de huidige legislatuur - heb ik vernomen. Het zou toch van belang zijn dat al deze plannen en zeker het ruimtelijk structuurplan breed maatschappelijk gedragen worden. Inspraak bij de visievorming zou derhalve toch wel noodzakelijk zijn, ook buiten de momenten van verplicht openbaar onderzoek. Het is ook van belang dat alle plannen met elkaar coördineren en op elkaar zijn afgestemd, om tegenstrijdigheden en anomalieën te vermijden. Groen zou er dan ook willen op aandringen dat zeker de herziening van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan breed zou worden gedragen, en dat reeds in de fase van de visievorming er inspraak zou zijn vanuit de gemeenteraad, de gemeenteraadsleden, van de brede bevolking en ook van
65
gemeenteraad 26 januari 2016
andere belangengroeperingen. Kan de stad duidelijk maken hoe zij de aanpak van haar ruimtelijke planning naar de toekomst toe ziet, en op welke manier er maximaal kan worden geparticipeerd. Ik heb ook een bedenking naar het beleidsplan Ruimte, dat gemaakt wordt op Vlaams niveau - u weet ook dat dat bezig is. Men heeft daar een groenboek en een witboek gemaakt. De principes van het beleidsplan Ruimte Vlaanderen zijn zeer belangrijk. Onder andere voorziet men daar een verdichting, het behoud van open ruimte, en een vrijwaring van overstromingsgevoelige gebieden. Ook die principes van dat beleidsplan Ruimte, dat binnenkort in vaste vorm zal worden gegoten, zullen hun impact hebben op de herziening van het ruimtelijk structuurplan Brugge en ook daar zal men moeten rekening mee houden. Maar toch in eerste instantie een vraag naar een maximaal participatietraject wat de ruimtelijke planning betreft. Dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Zijn er collega’s die willen aansluiten? Mijnheer Daels. Raadslid Patrick Daels. - Dank u, voorzitter. Ik ben blij dat onze collega’s van Groen hier nog eens deze vraag stellen. Ik heb die in de afgelopen één of twee jaar ook al twee, drie keer gesteld bij bepaalde tussenkomsten in de gemeenteraad. Om dus de mogelijkheid te scheppen om ook vanuit de gemeenteraad, de voltallige gemeenteraad, inspraak te krijgen in de herziening van dat gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Ik sluit mij dus volledig aan bij die vraagstelling. Dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer de schepen. Schepen Franky Demon. – De herziening van het GRS heeft als doel om de ruimtelijke visie van de stad te vernieuwen door met alle betrokkenen: burgers, middenveld, stadsdiensten en hogere overheden samen een verhaal uit te schrijven. Om een strategisch- en uitvoeringsgericht ruimtelijk beleid te voeren, maken we de link met het beleidsprogramma en het meerjarenplan. Door die koppeling moet het GRS ook een kader vormen voor alle ruimtelijke projecten over de verschillende sectoren heen. Een realisatiegericht plan moet breed gedragen zijn en daarom streven we naar een sterk communicatief en nieuw, dus verbeeldend GRS. Het GRS in zijn huidige vorm is niet voor iedereen even bevattelijk. In het bestek werd de nadruk gelegd op een plan dat verbeeldend werkt, opdat het gemakkelijk te communiceren is. Een plan dat eenvoudig te begrijpen is opdat burgers en middenveld en niet enkel de overheid het gevoel hebben en effectief opportuniteiten zien om te kunnen bijdragen tot het uitvoeren van de ruimtelijke visie. Een sterk participatief proces. We hebben verschillende workshops, workshops met diverse stadsdiensten die betrekking hebben op ruimte, de hogere overheden, stakeholders uit diverse sectoren. Op de gecoro van 9 december (waar u naar verwees) werd de procesnota reeds toegelicht. Op vraag van de gecoro trachten we een bijkomend moment te voorzien in een vroegere fase van de visievorming waarop er een extra toelichting zal gebeuren. We vinden het belangrijk dat de stad ook eenduidig en duidelijk is naar de burger toe als het over beleidsparticipatie gaat. Eerder werd ook al beslist om verschillende participatietrajecten: klimaatplan, GRS, mobiliteit, Toekomst van Brugge, en ga zo maar verder, op te nemen in één raamcontract. Het doel hiervan is dat slechts enkele communicatie- en participatiebureaus de verschillende opdrachten doen en dat zij en de dienst communicatie & citymarketing en De Toekomst van Brugge hier een goed overzicht over houden, om dat participatieverhaal te verduidelijken en de burger niet dubbel te bevragen over bepaalde onderwerpen. Inhoudelijk gezien is er vanuit De Toekomst van Brugge reeds een hele weg afgelegd. In het opstartjaar werd een bevraging naar algemene ideeën gedaan. We weten hierdoor wat er leeft bij de Bruggelingen, we moeten dit traject niet nog eens herhalen. Dit jaar legt De Toekomst van Brugge zijn focus op ruimte. Binnen de eerste ideeënoproep was gebleken dat de meeste ideeën over bepaalde plekken gaan of naar een plaats op zoek zijn. Het is in het GRS niet de bedoeling dat we die projecten meenemen. Wat we wel gaan doen, is kijken welke thema’s hier uit voortvloeien en hoe we als overheid voor de uitvoering van die thema’s genoeg mogelijkheden kunnen geven en ruimtelijk kunnen faciliteren. We nemen al deze waardevolle informatie en reeds op gang gekomen dynamiek mee en hangen ons participatietraject hier grotendeels aan vast. Daarenboven gaan we verschillende toekomstplekken gebruiken als praatplek voor een reeks van stadsdebatten die we zullen organiseren over diverse thema’s die het ruimtelijk beleid aanbelangen. Bepaalde plekken kunnen inspirerend werken voor het debat dat er doorgaat. Een voorbeeld kan zijn: een debat over herbestemming van erfgoed in de Magdalenakerk. Naast deze plekken kunnen eventueel nog evenementen zoals bijvoorbeeld Uitwijken dienen om er een debat te voeren. We voorzien ook één publieksmoment juist vóór of na de zomer met een debat over de eerste visievorming binnen het GRS. We werken vóór deze zomer ook een participatief traject uit. Het communicatiebureau dat
66
gemeenteraad 26 januari 2016
hiervoor aangesteld is, is het concept hierover nog aan het ontwikkelen. Het slotmoment van het participatietraject van het GRS plannen we op de jaarlijkse dag van de toekomst, Toekomstfestival, die De Toekomst van Brugge jaarlijks organiseert. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mevrouw Ryelandt. Raadslid Marleen Ryelandt. - Schepen, bedankt voor uw antwoord. Wij hopen hier vanuit de gemeenteraad om zeker op de hoogte gehouden te worden over de uitwerking van dat participatieproject en ook zelf natuurlijk vanuit de gemeenteraad te kunnen participeren in die visievorming. Dank u. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - En nu gaan we tenslotte met collega Bruynooghe naar hier rechtover, naar het provinciaal kantoorgebouw Burg. Mijnheer Bruynooghe.
23/10
Provinciaal kantoorgebouw Burg. (Raadslid Arnold Bruynooghe)
Raadslid Arnold Bruynooghe. – Dank u wel, voorzitter - ja, een laatste interpellatie. Geachte schepen. Gezien mijn interesse en mijn bekommernis in verband met de financiële situatie van de stadskas, vooral met de blik op de komende jaren, en ten tweede mijn bekommernis over het efficiënt gebruik van het stadspatrimonium stel ik u de volgende vragen met betrekking tot het provinciaal kantoorgebouw op de Burg. Ten eerste. U hebt contact met een Vlaams ambtenaar, en enkele vragen gesteld. Welke vragen hebt u precies gesteld? Ten tweede. U heeft wellicht ondertussen antwoorden ontvangen. Graag een kijk op die antwoorden - behalve het antwoord wat betreft het financieel plaatje, dat kunt u begrijpelijkerwijze achterwege laten. Ten derde. U hebt ook de stadsadministratie gevraagd over het gebruik van dit kantoorgebouw. Wat is het antwoord van de stadsadministratie geweest over het gebruik van dit kantoorgebouw? Ten vierde. Dit is al voor een stuk hier vanavond opgelost door schepen Demarest, maar kunt u een overzicht geven van de diensten die zullen ondergebracht worden in het Huis van de Bruggeling? Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Mijnheer Laloo. Schepen Boudewijn Laloo. - Dank u. Collega’s, voorzitter, burgemeester. Laat ons duidelijk zijn: ik heb nergens tegen de pers gezegd dat wij dat gaan kopen, u mag alle persartikels daarover nalezen. Ik heb enkel gezegd dat wij informatie zouden inwinnen, enerzijds naar prijs toe en anderzijds naar het al dan niet beantwoorden van een personeelsbehoefte in dat gebouw. Dat zijn de twee elementen die belangrijk zijn in het dossier. Ik heb op 9 oktober van voorgaand jaar in mijn bureau de adjunct-directeur mogen ontvangen van wat men noemt het agentschap Facility management van de Vlaamse overheid, ik heb hem gezegd dat ik eventjes wilde informeren wat hij daar eigenlijk voor vroeg. Dat was mijn vraag. Die man heeft mij drie prijzen gegeven - ik wist zelfs niet dat daar drie prijzen zouden kunnen voor bestaan. Enerzijds gaf hij een venale waarde, ten tweede een prijs bij vrijwillige openbare verkoop en een derde prijs bij gedwongen openbare verkoop - ik heb nadien moeten vragen aan mijn medewerkers wat hij eigenlijk bedoelde. Maar uiteindelijk kan ik hier die prijzen niet meedelen. Want als je in een onderhandelingsfase zit dan kan ik moeilijk zeggen, ze vragen zoveel en je hebt zoveel geboden. Dat is een beetje moeilijk, u begrijpt dat ook, u hebt dat ook in uw interpellatie gezegd. Maar ik heb tegen die man gezegd: budgettair - en dat is waar uw vraag een beetje naar toe gaat denk ik dat wij maximaal zoveel aankunnen. Wilt u dat eens met de Vlaamse regering bespreken en als u wilt wees zo vriendelijk om mij tegen het einde van het jaar een antwoord te geven. Ondertussen was één van de persmensen daarop gekomen, ik vermoed dat het Koen was – Dag Koen, aangenaam [de persoon zit in de zaal] - die als eerste daar op kwam. Hoe hij het wist? Dat is eigen aan de pers. Hij belde mij op met die vraag - ik was verwonderd dat hij in kennis was van dat feit, want ik had nergens tegen iemand daarover iets gezegd – en ik heb gezegd: dat was informatief, enzoverder, enzoverder. En ogenblikkelijk springt de andere pers daarop. U mag de artikels bekijken, ik heb zelfs telefoon gehad van Focus, ik heb gezegd: ik leg zelfs geen verklaringen daarover af, want ik heb eigenlijk enkel maar principieel een bod gedaan. En waarom doe ik dat principieel? De burgemeester en de collega’s kunnen dat getuigen: ik kom graag naar het college met een afgewerkt product. Een product waarvan ik zeg: kijk, wij kunnen maximaal
67
gemeenteraad 26 januari 2016
zoveel aan, wij kunnen dat daar mee doen, mijn advies is dat, en jullie oordelen. Ik moet eerlijk bekennen, collega’s, mijn advies wordt meestal gevolgd. Ik zeg het graag als afsluiter van deze avond. Ik had vermoed, op basis van de persartikels, dat er een interpellatie ging zijn. En ik zeg, vooraleer uw interpellatie kwam: ik ga toch die adjunct-directeur eens opbellen. Ik zeg hem: wij hebben nu op vandaag, de zoveelste, gemeenteraad en ik verwacht daar een interpellatie. U had mij beloofd tegen het einde van het jaar te zeggen hoe de Vlaamse regering daar tegenover staat. Ik heb niets van u ontvangen. Zou u zo vriendelijk willen zijn om mij tegen die datum toch van antwoord te dienen, of mijn bod u interesseert of niet interesseert. Ik moet eerlijk bekennen: die man heeft nog altijd geen contact met mij genomen. Dat is het deel wat de prijs betreft - maar ik ga hier geen bedragen vernoemen. Het tweede gedeelte is: hebben wij eigenlijk behoefte aan zo een gebouw? U haalt het zelf aan: wij zitten met de mediamarkt, een keuze, ook aan de pers meegedeeld, waar ik nog altijd 150 procent achter sta en zal blijven achter staan. En ik zeg tegen onze secretaris, hier niet aanwezig, en onze adjunct-secretaris verborgen achter de voorzitter daar: ga toch eens alle twee naar dat gebouw en kijk eens of wij dat werkelijk nodig hebben. Die twee mensen zijn op een bepaalde dag bij mij gekomen en zij deelden mij mee wat hun mening was. Ik heb gezegd, ik moet daar wel eens een verslag van krijgen op papier want anders kan ik onmogelijk naar mijn collega’s gaan. Ondertussen moet ik toch wel vertellen - informeel, er zit hier toch niemand die dat kan verder vertellen [Iemand wijst op de aanwezigheid van reporter Koen in de zaal, de schepen beaamt dat hij dat wel weet.] dat ik de indruk heb dat het advies van onze administratie eerder negatief zal zijn. Dus twee elementen. De prijs, daar heb ik geen reactie meer op gekregen. En met respect voor de administratie - kort geleden zijn zij bij mij gekomen en ik heb een verslag gevraagd, het ene hangt een beetje van het andere af - kan ik toch informeel vertellen dat het eerder gaat in de richting van het feit dat wij het wellicht niet zullen aankopen. Tot daar, als slot van deze avond. Is dat goed nieuws, is dat slecht nieuws? Ik hoop dat dit goed nieuws is voor jullie. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Legt iedereen zich hier bij neer? Neen? Mijnheer Bruynooghe. Raadslid Arnold Bruynooghe. - Ik wil alleen de schepen danken voor zijn duidelijk antwoord. Voorzitter André Van Nieuwkerke. - Oké, dan zijn de interpellaties achter de rug. Dan hebben wij nog akten en mededelingen.
Akten en mededelingen 24
Ruimtelijke ordening – gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (gecoro) – verslagen vergaderingen – kennisname.
Voorzitter André Van Nieuwkerke. – Punt 24? De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad neemt kennis van de verslagen van de Gecoro-vergaderingen d.d. 14 oktober en 9 december 2015. 25
Financiën/FA kennisname.
–
jaarrekening
2014
–
goedkeuring
door
de
gouverneur
–
Voorzitter André Van Nieuwkerke. – Punt 25? De Gemeenteraad, Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad neemt kennis van de goedkeuring van de jaarrekening 2014 door de
68
gemeenteraad 26 januari 2016
gouverneur d.d. 28.10.2015
Voorzitter André Van Nieuwkerke. – Dan is de openbare vergadering gesloten. De zitting wordt om 23u45 gesloten.
69