HeT Verhaal over het : Ø Ø Ø Ø
Ontstaan van de vestigingen van de buitenplaatsen in Loosduinen. Buitenplaats Ockenburgh, waarvan de oprichter is Jacob Westerbaan. Het gerechtshof Monsterambacht. Tolheffing Oorberlaan - Beeklaan.
1
Buitenplaatsen. In opdracht van Frederik Hendrik werd in de eerste helft van de zeventiende eeuw de Loosduinse vaart gegraven, “Haagvaart” Voor die tijd was het door zandwegen zeer moeilijk Loosduinen en het achterland vanuit Den Haag te bereiken.Toen eenmaal de vaart was aangelegd werd daar langs een weg aangelegd die in 1693 werd bestraat. – de latere Loosduinseweg en Oude Haagweg –Zo konden de landbouwproducten uit Loosduinen over water naar Den Haag worden aangevoerd. Een deel van Loosduinen viel onder Den Haag en het andere deel viel onder Monster Ambacht.De grens was waar nu de Arnold Spoelstraat is. Aan beide zijde van de straat staat dit aangegeven. De vaart was een belangrijke voorwaarde om buitenplaatsen aan te kunnen leggen. De eigenaren eisten dat op kosten van het Haagsche stadsbestuur ter hoogte van hun landgoed een brug zou worden aangelegd. De volgende buitenplaatsen kwamen tot stand: Zoals Valkenbos ter hoogte van de Beeklaan, Leijenburg op de hoek van de Loosduinseweg en de Leijweg, Westcamp (nu Houtwijk) Oud Rosenburg en hieraan grenzend Rusthoek (nu bij de Buitentuinen) Ook voorbij het dorp Loosduinen, richting Monster lagen enkele buitenplaatsen. 0.a. Ockenburgh. Het was de gewoonte dat vooral zomers vanuit Die Haghe de buitenplaatsen werden bewoond. De verhuizing geschiedde visa versa per schuit of trekschuit.. Na het graven van de vaart is het stichten van buitenplaatsen dan ook enorm toegenomen. Van de 30 oorspronkelijke buitenplaatsen, zijn er slechts ongeveer 5 overgebleven.. Een van deze buitenplaatsen is Ockenburgh, dateert van 1652. De stichter is de bekende medicus en dichter Jacob Westerbaen. Hoe kwam hij er toe en hoe is hij aan het geld gekomen om dit gebied te kopen.
2
Hierover een klein stukje geschiedenis vooraf . Daarna gaan wij weer verder met Ockenburgh. Voordat Westerbaen Ockenburgh liet bouwen, woonde hij op het buiten Westcamp. Gelegen aan de Haagweg ( nu Houtwijk) ongeveer ter hoogte van het huidige Parnassia voorheen Rosenburg. In 1615 aangekocht door Johan van Oldebarnevelt; die later op het schavot bij de gevangenpoort omgekomen was. In 1619 woonde zijn zoon Renier op de buitenplaats. Ook hij kwam door het schavot in 1623 om het leven. Zijn echtgenote weduwe Anna Weijtsen van Brandtwijk. bleef daar wonen. Anna was patiënte van dokter Westerbaen en dat leidde uiteindelijk tot een huwelijk Volgens de verhalen was Anna degene die het initiatief nam in de vrijage met Westerbaen. zij hield zich ziek en liet de jonge arts keer op keer aan de rand van haar bed verschijnen. De opbloeiende verhouding tussen Anna en Jacob riep grote weerstand op bij de familie Oldebarneveld. Anna die zeer welgesteld was , zou zich niet met een naar verhouding zo arme en onbeduidende partij als Westerbaen moeten inlaten. Men maakte zich grote zorgen, doch zette zij het huwelijk door en trouwde in 1625.
3
Na de dood van Anna in 1647 begon Westerbaen aan de aanleg van de buitenplaats Ockenburgh, ‘in de clingen buyten Loosduinen’aan de weg naar Monster. In 1652 was het landgoed klaar. Hij bezong zijn nieuwe landgoed uitvoerig in een lang gedicht dat in 1654 onder de titel Árctoa Tempe’ verscheen. Westerbaen noemde zijn huis “t Kleine paleys “ en schreef hierover ook een eenvoudig gedichtje: “klein:nochtans groot genoegh, voor mij en mijn gezin, Daar plaets is voor mijn vrind en oock voor mijn vriendin” Westerbaan was van eenvoudige afkomst maar het huwelijk met de gefortuneerde weduwe bracht hem in de kringen van de toenmalige jetset. Mannen als Jacob Cats, Constantijn Huijgens en Hugo de Groot mocht hij tot zijn vrienden rekenen. Oorspronkelijk volgde hij een opleiding voor predikant en hij was een heftige Remonstrant, doch de leer op de Synode van Dordrecht werd veroordeeld. Hij bedacht zich daarom en ging over naar een andere studie namelijk de medicijnen studie. Toen hij eenmaal in Ockenburgh woonde legde hij zijn praktijk als arts neer. De tuinbouw, het dichten , de poëzie, en de jacht waren Westerbaan “grote passie”. Het was daarom niet vreemd toen hij eenmaal het geld had dat hij een stuk land buiten Loosduinen kocht dat ongeveer “155”morgen groot was.(130 ha geschat) Centraal werd een groot herenhuis met aanbouw, boerderij gebouwd Er omheen werd duinland afgegraven zuidelijk van Ockenburgh. Naast zijn diverse hobbie’s was hij zoals reeds eerder geschreven een groot liefhebber van de fruitteelt en tuinbouw. Hij was na het afgraven tot de ontdekking gekomen dat de aanwezige geestgrond daarvoor uitermate geschikt was. Hij dichtte daarover: “De peer”en Appelboom ontdoen haere bollenknoppen. Zo schoone bloeysemen veranderen haar toppen Ick sie in Korten tijd mijn boomgaerd en mijn tuin. als was het Paradijs in Eden in het duijn”. 4
Westerbaen was de grondlegger van de fruitteelt en tuinbouw in deze streek, door zijn kennis van het afgraven van (teveel) duinzand en daarvan een tuinbouwgebied maakte , heeft hij een zeer belangrijkste bron van inkomsten verkregen. Met de tuinbouwgronden van het vroegere cisterciënzerklooster en van enkele buitenplaatsen is hij mede de grondlegger geweest voor de start van de tuinbouwgebieden, in Loosduinen en het Westland . Hij overleed in 1670. Nog een vers uit het verschenen Boekje met z’n gedichten en geschiedenis van Jacob Westerbaen, samengesteld door Johan Koppenol ISBN 9025360939 : Het fruit is rijp. Ik kan met moes en fruit mij en mijn vriend gerijven ik eet, ik geve weg, nog kan er overblijven. De mus, de spreeuw, de kauw en ekster eten mee; maar tegen zulk gespuis houd ik de snaphaan reê Daar past mijn pulver op en schot van hagelkogels behalve op een slag van schadelijker vogels, van beste moeders aard in zulk van snoeperij; die grijp ik levendig, en laat ze weder vrij, doch voor een klein rantsoen. En, meisje, wilt gij weten waarvoor gij in mijn hof moogt alle fruiten eten, vraagt aan de echo hier: “Wat geeft men voor rantsoen?” Met maar vier lettertjes zal ze antwoord doen. Nieuwe eigenaren: Na het overlijden van Westerbaen is Ockenburgh verschillende malen van eigenaar veranderd. Hij had grote schulden dus zijn directe erfgenamen deden afstand. Behalve Jacues du Til de Ferrand, die getrouwd was met Adriana Catharina van Naeltwijck, een kleindochter van Westerbaens vrouw. Hij was bereid de nalatenschap te aanvaarden. Hij woonde echter niet lang te Ockenburgh want in 1672 wordt Maarten Pauw de eigenaar . 5
Een van de bewindvoerders van de V.O.C. en later burgemeester van Delft en ontvanger generaal. Na zijn overlijden in 1680 bleef zijn weduwe Elisabeth van der Meer op het buiten tot haar overlijden in 1708. Via hun zoon Francois Pauw (1661 – 1724 ) vererfde Ockenburgh aan diens dochter Elisabeth Pauw (1690 – 1760) die in Den Haag in1719 in het huwelijk was getreden met Frederik Hendrik baron van den Boetzelaer (1688 – 1733) Over deze Elisabeth Pauw gaat het volgende verhaal De Barones van Ockenburgh en de Galg op het Swarte Duijn van Monsterambacht Het Swarte Duijn, gelegen tussen Loosduinen en Monster heeft een grote rol in de geschiedenis van Ockenburgh en omgeving gespeeld. Het terrein diende namelijk als gerechtsplaats van de baljuwschap Monster. Dit rechtsgebied was in 1588 ontstaan toen het als hoge heerlijkheid aan prins Maurits werd uitgegeven. Een deel van Loosduinen waaronder Ockenburgh viel onder dit gebied. Het rechtscollege werd gevormd door de baljuw en welgeboren mannen, een benaming die stamt uit het middeleeuwse standenbegrip en was bevoegd recht te spreken over zaken waarbij lijfstraffen of doodstraf aan de orde kwam. In het gemeente archief van Den Haag bevindt zich een contract uit 1752 dat tussen de eigenaresse van de landgoederen Ockenburgh en Zandfort mevrouw Elisabeth Pauw douariere baronnesse van de Boetselaer en de baljuw en de welgeboren mannen van de hoge heerlijkheid Monster is opgemaakt. Het gaat over het plaatsen van een heuse galg en een rad op het zogenaamde “Swarte Duijn”, dat gelegen was tussen Ockenburgh en de Zandweg of Heerenweg van Loosduinen naar Monster. 6
Min of meer in de voortuin van de toenmalige eigenaresse van dit buiten van de , baronesse Van den Boetzalaer. Dat zij er niet blij mee was bleek wel uit haar reactie dat het inrichten van het galgenveld “gans onaangenaam en selfs affschrikkelijke gezigten in de nabijheijt van mijne hoffsteede Ockenburgh soude veroorsaaken De plek waar de hofstede Zandfort heeft gestaan is terug te vinden in het huidige Hyacintenbos dat vanuit Ockenburgh via een bruggetje te bereiken is. Van de in de 19e eeuw onbewoonbaar verklaarde Hofsteede zelf is niets meer te zien.Het duin was in het bezit van de prins van Oranje, maar omstreeks midden 18e eeuw heeft de barones het in eigendom verkregen. Het Swarte Duijn heeft waarschijnlijk zijn naam te danken het aan de lugubere bestemming Terug naar de galg. De eigenaresse van Ockenburgh en Zandfort (Sandvoort) verneemt dat de baljuw toch van plan is de galg te plaatsen. Er wordt geschreven: “De bewijzen der voorschreven crimineele justitieplaats bestaande in galgh en radt ter plaatse, alwaar deselve van oud hebben gestaan te doen oprechten” De eigenaresse kan geen bezwaar maken. Zij biedt de baljuw en welgeboren mannen een ander stuk geestland of duinkroft aan met het verzoek dit als galgenveld in gebruik te nemen.Het stukje land ligt aan de Zandweg of Heerenweg naar Monster en grenst in het westen aan de landerijen van Solleveld. Het baljuwschap gaat hiermede akkoord en zo worden op 30 juni 1752 de afspraken door de secretaris op papier gezet. Dit was een belangrijk stukje geschiedenis en ik ga weer verder wie nog meer de eigenaren van Ockenburgh zijn geweest. Van den Boetselaers zoon Jacob George Rutger (1732 – 1763) kastelein (slotvoogd)baljuw en dijkgraaf van Woerden- was de volgende eigenaar Op 13 april 1764 werd in de ’s-Gravenhaegse Courant aangekondigd: “Te Koop”:
7
Ëen riante buyten - plaets, genaamd Ockenburgh, besteande in een modern spatieus heeren-huys, voorzien met alle commoditeyten en nettigheeden…..visryke binnen-vyvers en buytenwater, groot schuytenhuis, boomgaerden, moes-tuynen, bossen,….geleegen eeven buyten Loosduynen, onder Haegen Monster – Ambagt; kunnende alles te water af- en aangebragt worden,… Het werd gekocht door Michiel Hubert, heer van Hilvarenbeek en oud – schepen van Rotterdam. op een openbare veiling. De erven Hubert verkochten Ockenburgh in 1796 aan Leonard van de Kasteele, advocaat en vroedschap te ’s-Gravenhage. Ockenburgh was ongeveer tot 1809 in het bezit van Leonard van de Kasteele die f. 32.600,- betaalde.
Deze
verkocht de buitenplaats in 1809 aan George Gerard Lans te Loosduinen voor f. 45.000.
8
Vermoedelijk in 1817 ging het huis over in eigendom van Daniël Francois Schas (1772-1848) lid van de raad der Kolonién. Omstreeks 1836 verkocht deze het huis aan Jacobus Arnoldus Franciscus Wouters, die het later rond 1848 met de bijbehorende boerderijen “Blijrust”en “Solleveld” doorverkocht aan Mr.J.H.J.Huijgens te Wassenaar voor f. 55.000,-. Een kleinzoon van bovengenoemde Van de Kasteele.. Door zijn toedoen veranderde Ockenburgh in 1851 wederom totaal van aanzien. Het werd vrijwel geheel nieuw opgebouwd en kreeg de vorm van een gepleisterd gebouw en laat – neoclassicistische stijl. In het interieur bleven delen van het oude huis bewaard, waaronder een in de jaren twintig van de 19e eeuw bestaande kamer met een 18e eeuws stucplafond. Notaris S.J.v.d. Bergh kocht in 1888 het landgoed voor f.168.000,-. Hij bleeft er tot zijn dood op 62 jarige leeftijd op 24 december 1916 wonen. Tijdens de bewoning door zijn gezin werd het huis in de stijl van 1851 uitgebreid, blijkens een steen “ gelegd door Johanna Willemina van den Bergh oud 7 jaar. Loosduinen den 29sten juni 1889”. Na het overlijden van Van den Bergh werd het landgoed verkocht aan de Bouwgrondmaatschappij “Ockenburgh” te ’sGravenhage (die voor 80% eigenaar was van de gemeente ’sGravenhage, die het in 1927 verkocht aan de Bouw- en Handelsmaatschappij “Heesterkwartier”, even in Den Haag. Ockenbrugh werd in 1931 eigendom van de gemeente ’sGravenhage. Het werd een openbaar wandelpark. Het toenmalige hoofdgebouw werd als jeugdherberg gebruikt. Tijdens de tweede wereldoorlog( 1940 – 1945) werd het gebied door de Duitsers als bezet gebied verklaard en werd aldaar onder andere de V2’s afgeschoten naar Engeland, vooral
9
Londen, maar na de invasie en verovering van Frankrijk en België ook richting deze landen. Het beheer van het Hyacintenbos is in 2002 overgedragen aan de Stichting het Zuid – Hollands landschap. Ongetwijfeld is Ockenburgh nog steeds de moeite waard. Hoogte punten zijn zeker de in mei bloeiende Rododendrons, de bloeiende hyacinten in het apart gelegen bos, en als de lelietjes van dalen geuren dan is Ockenburg op z’n mooist De hoge wal op verschillende plaatsen al eeuwen gelegen is bezet met stekelvaren. Het mooie verkleurde loof geeft hiervan bij zon een schitterende bekoring, ook in de herfst. In het hyacintenbos zijn destijds door de boeren opgeworpen de ,”Wallen van Santvoort” , om weerstand te bieden tegen de wind. Zonder deze wallen was het niet mogelijk iets te verbouwen zonder dat het wegwaaide of onder het duinzand verdween.
Het Kleine of Oude Geestje” Aan het begin van deze eeuw werd ten zuide van Ockenburg op de oude geestgrond het “Villapark Ockenrode” gebouwd. 10
Voorheen van de reeds eerder genoemde Westerbaen die eigenaar was van Ockenburgh . Dit gebied was met uitzondering van de kloostergronden, een van de eerste afgegraven tuinbouwgebieden bekend onder “ het oude geestje” Genoemde naar de afgegraven duingronden wat geestgrond heet. Als men de Stichting Oud Loosduinen om advies had gevraagd voor de tenaamstelling van dit fraaie woonpark hadden wij gezien de relatie met Westerbaen zeker als naam gekozen “Het Hof van Eden” Zoals meerdere malen door Westerbaen zijn park werd genoemd.
11
Tot slot nog een stukje geschiedenis over de weg die langs Ockenburgh lag. Tolheffing bij de Oorberlaan en Beeklaan/ hoek Loosduinseweg: We lopen of rijden op de Monsterseweg alsof die toegang er altijd heeft gelegen. Niets is minder waar dan dat, want die toegang zal dan wel al lange tijd hebben bestaan, maar bestond slechts uit een voet en karrenspoor, in de loop der eeuwen getrokken door boerenkarren en rijtuigen. De wind had vrij spel in de uitgestrekte duingebieden , die er toen nog waren, rondom beide plaatsen, waardoor het mulle duinzand op de toch al slecht begaanbare paden woei en er telkens geen doorkomen aan was. Om aan te geven dat de paden onbegaanbaar waren werden palen in de grond geslagen, waar we het woord ‘hinderpalen’ aan over hebben gehouden. In 1822 kwam een verzoek van oud-burgemeester van Loosduinen Gerrit L.H.Hoofd en de eigenaar van Bloemendaal, jhr. J.H.Huijgens, bij de gemeenteraad van Loosduinen teneinde koning Willem I van advies te dienen om de zandweg tussen Monster en Den Haag te bestraten waarvan de kosten toen werden geraamd op f. 45.000,- Het verzoek aan de koning leidde pas in 1832 tot de instelling van de “Commissie over de straatweg van ’s-Gravenhage over Loosduinen naar Monster”, die toen de twee hierboven genoemde tollen oprichtte De tolgaarders waren Thierry en Steinfort met een jaarloon van f. 312,- per jaar of f. 6,- per week. Personen waren vrijgesteld van tolgeld, echter niet hun voertuigen en/ of beesten. Een paar voorbeelden: een rijtuig op vier wielen kostte 10 cent; een boerenkar 7½ cent. Beide tollen hebben stand gehouden tot 1904.
12
Dit was dus een stukje geschiedenis van het landgoed Ockenburgh en omgeving.
Studie gemaakt van de volgende Tijdschriften en boeken: Loosduinse Buitenplaatsen, uitgave gemeentearchief van ’s-Gravenhage, ter gelegenheid van de tentoonstelling ‘Loosduinse buitenplaatsen en boerderijen”van het Loosduins Museum, 10 juni t/m 9 september 1989. Buitenplaatsen In en Om Den Haag., redactie Robert van der Lit en Marie Christine van der Sman. De “Barones van Ockenburgh en de Galg van Monsterambacht.”, artikel in het Steekhistorisch blad van het 3e kwartaal 2007. Jaco Westerbaen Gedichten, samenstelling Johan Koppenol Rosenburg Van Buitenplaats tot Zorgcentrum, redactie drs. D. Valentijn. Artikelen van Piet Brak, medewerler Loosduins Museum Loosduinen Oude Ansichtkaarten door H. van Zon.
Ben Wessels 3-12-2007
13