FinFax 232 November 2014 uithangen en verspreiden a.u.b.
Het gedrocht “kanteling 3” Zoals u in het verslag van het opvolgingscomité van 28 oktober 2014 kon lezen (geïnteresseerden kunnen het navragen bij hun contactmilitant) werden er onder druk van de vakbonden een aantal zaken bijgestuurd inzake kanteling 3. Kanteling 3 is voor alle duidelijkheid de eigenlijke operationalisering binnen elke algemene administratie en stafdienst. Alle bestaande diensten worden afgeschaft en de personeelsleden krijgen een standplaats en een nieuwe dienst toegewezen binnen de gemoderniseerde structuren. Wat de toewijzing betreft gebeurde dit voor de meeste medewerkers (want er zijn er die geen kanteling 3 hebben gehad – zie verder) via dienstorders waarbij binnen hun klasse of niveau, rekening houdende met functievereisten (bij AAFISC én de nieuwe K3 van Patrimoniumdocumentatie bvb), voor een nieuwe standplaats kon worden gekozen. Het aantal beschikbare plaatsen werd gepubliceerd via een “foto to be” waar per niveau of klasse én per standplaats het aantal beschikbare plaatsen in de foto werd getoond. Het koninklijk besluit van 19 juli 2013 (verder: KB K3) bevat de regels van toewijzing van de beschikbare plaatsen via het voorrangsrecht (prioriteit) op basis van uw huidige standplaats of basis van de drie dichtstbijzijnde standplaatsen, via anciënniteitsregels, via eventuele functievereisten,.... Wat de bovenvermelde regels van de prioriteit betreft stelt het KB dat wiens standplaats in de foto to be wordt behouden (soms rekening houdende met functievereisten) een recht van voorrang heeft hierop op voorwaarde dat men deze standplaats op de eerste plaats zet in zijn keuzelijst. Bij een afgeschafte standplaats (of wie door functievereisten niet kon kiezen voor zijn standplaats) krijgt men een prioriteit op de drie dichtstbijzijnde standplaatsen (op basis van het verouderde boek der wettelijk afstanden!). In januari/februari 2014 werd na syndicale druk een eerste protocol K3 opgesteld dat sociale bijsturingen voorzag. Het komt er op neer dat, indien door de prioriteitsregels personen met een gunstigere kantelingsanciënniteit worden benadeeld, deze personen in 1
overtal worden geplaatst tot maximum het dubbele van het aantal voorziene plaatsen in de foto to be. Personen die na toepassing van het KB van K3 én die na toepassing van het protocol geen enkele van hun keuzes bekwamen werden op de lijst van de manager geplaatst om daarna te worden toegewezen aan één van de nog beschikbare vacante plaatsen in hun niveau of klasse (eventueel rekening houdende met functievereisten). Hetzelfde geldt voor mensen die geen enkele keuze hebben gemaakt. Technisch werd er gesproken over “runs”. Run 1 is de toewijzing op basis van het KB van K3. Run 2 is het gebruik van het 1e protocol K3. Run 3 is het samennemen van de resultaten van run 1 en run 2. Onder druk van de vakbonden werden de personeelsleden van 63 jaar en ouder (geboren voor 1 januari 1952) én de personeelsleden die hun pensioenaanvraag hadden ingediend voor 1 juni 2014 “out of scope” geplaatst wat bekent dat deze mensen geen plaats innemen. Bovendien werd er eind oktober 2014, onder druk van de vakbonden, overeengekomen om te werken met de meest strikte toepassing van zowel het KB van K3 als het eerste protocol van K3. Dit resulteerde in het volgende: 1)Plaatsen die bij run 1 (KB K3) openvallen door run 2 (1e protocol K3) worden opnieuw opgevuld op basis van het KB van K3 tot maximum het aantal plaatsen dat in de foto to be is voorzien. 2)Iedereen die meer kantelingsanciënniteit heeft dan de laatste persoon die de standplaats bekwam op basis van de regels van het KB komt in overtal tot maximum het dubbele van de to be plaatsen. Het 1e protocol K3 wordt aldus maar één keer toegepast met als referentie de laatste geklasseerde bij run 1. Men moet voor die referentie dus kijken naar het “virtuele” resultaat van run 1 dat door het weggaan van sommige van die mensen door run 2 niet altijd zichtbaar is! Voor de technische uitleg over deze regels verwijzen we nogmaals naar het verslag van 28 oktober 2014 waar deze werkwijze aan de hand van een uitgebreid voorbeeld wordt geïllustreerd. Tenslotte werden er bijsturingen gedaan voor sociale en medische redenen. Mensen die een gemotiveerd dossier hadden ingediend bij de dienst Welzijn kregen een bijsturing na gunstig advies. 2
Als we het resultaat van de zuivere toepassing van het KB K3 vergelijken met het resultaat bekomen na de vele bijsturingen via het 1e protocol K3 kunnen we stellen dat vele honderden collega’s een meer gunstigere standplaats hebben bekomen dan indien enkel het KB zou worden toegepast. Op heden zijn de resultaten van kanteling 3 voor de statutairen bekend behalve voor de Patrimoniumdocumentatie (zie verder). De overheid heeft een nieuw protocol kanteling 3 voorgesteld (protocol 2 K3 dus) waarbij volgende zaken als “extra” bijsturingen worden voorgesteld (protocol 2 K3 wordt hier maar gedeeltelijk overgenomen, u kan het volledige protocol opvragen via uw militant): 1)”Voor de personeelsleden wier verplaatsingstijd voor het woon-werkverkeer via openbaar
vervoer heen en terug toeneemt met meer dan één uur per dag of wier verplaatsingstijd meer dan drie uur in totaal bedraagt, tengevolge van de operationalisering van de kanteling, zal een supplementaire flexibiliteit worden toegekend inzake anders werken en variabele arbeidstijd. Indien een personeelslid in deze condities telewerk en/of satellietkantoorwerk aanvraagt in My P&O en dit wordt geweigerd door het diensthoofd, treedt een automatisch escalatiemechanisme in werking waarbij de administrateur-generaal van de desbetreffende entiteit via de stafdienst P&O evalueert in hoeverre de opgegeven motivering om te weigeren al dan niet kan bevestigd worden als zijnde om functionele redenen, en dit binnen een redelijke termijn van veertien dagen. “ Op zich is deze paragraaf ons inziens een goed begin toch men mag niet vergeten dat heel wat mensen bij bijvoorbeeld douane en accijnzen én bij andere administraties onmogelijk kunnen gebruik maken van telewerk en satellietwerk. Deze mensen blijven aldus in de kou staan bij verre bijkomende verplaatsingen. 2) “Na afronding van de kantelingsoperatie voor de contractuele personeelsleden, zal er
een bijkomende mutatiebeweging voor de statutaire personeelsleden worden gelanceerd op basis van de functionele behoeften, m.a.w. op basis van een eventueel om functionele redenen geactualiseerde foto to be. De concrete methodiek van deze procedure zal worden overlegd met de representatieve vakorganisaties. Indien na afloop van deze operatie zou blijken dat eind 2015 een aantal standplaatsen aanzienlijk onderbemand blijven, zal een discussie over een verdere reductie van standplaatsen onvermijdelijk zijn om de operationaliteit van het departement te verzekeren.” Op de geplande mutatieronde gaan we verder dieper in 3) “Er zal een sensibilisering gebeuren inzake stelsel II van de variabele arbeidstijd” 3
4) “Voor inning en invordering zal men ervoor zorgen dat de mensen van niveau D in de
provinciehoofdsteden kunnen blijven” ACV Openbare Diensten begrijpt niet dat dit niet kan worden gedaan voor alle administraties. Er wordt de vakbonden gevraagd voor 3 december 2014 een advies te geven over het voorgestelde 2de protocol van kanteling 3. Tot zover dus de theorie. Laten we de resultaten én gevolgen van kanteling 3 nu eens onder de loep nemen: 1)Wat patrimoniumdocumentatie betreft kunnen we niet anders dan verwijzen naar de Finfax van oktober 2014 waar we duidelijk omschreven hebben waarom deze operatie een pure schande is voor het departement Financiën. 2) Wat inning en invordering betreft vinden we het een schande dat, door geklungel bij de kanteling van de patrimoniumdocumenatie, er een groep personeelsleden bij inning én invordering, de niet fiscale invordering (Davo, penale boeten,…), geen kanteling 3 operatie hebben gehad. Dit zorgt voor wrevel op de werkvloer. Tijdens een informeel overleg werd ons bovendien meegedeeld dat het delokaliseren van een inningsteam van Brussel naar West-Vlaanderen, een voorstel om wat mensen met een verre verplaatsing voor de boeg te helpen, niet kon doorgaan gezien er niet voldoende vrijwilligers waren in niveau C voor dat te delokaliseren inningsteam. Wij zijn daar echter niet mee akkoord gezien volgende zaken moeten in acht worden genomen bij die beslissing: *Wij hebben onze leden expliciet gevraagd zich nog geen kandidaat te stellen gezien wij aan mevr. Blancke, BUPA I&I, gevraagd hadden het bericht daarover in te trekken totdat er zekerheid was waar het kantoor zou worden gelokaliseerd. *Er werden eveneens medewerkers in niveau B aangeschreven om zich kandidaat te stellen voor dat inningsteam én zelfs één A3. Over deze mensen werd door mevr. Blancke met geen woord gerept tijdens het overleg. *Nu het resultaat van de toewijzing van de lijst van de manager bij I&I bekend is blijkt dat heel wat mensen van niveau B en C, die initieel een ticket “Gent” hadden gekregen, nu plots “Brussel” krijgen als resultaat K3. Deze mensen hebben bij de initiële bevraging niet gereageerd gezien er voor hun op dat moment simpelweg geen noodzaak toe was. *Een discussie over de plaats van het te delokaliseren inningsteam werd nooit ten gronde gevoerd.
4
Wij stellen daarom voor dat er een nieuwe bevraging wordt gedaan met betrekking tot de delokalisatie van het inningsteam bij de mensen van niveau C, B én klasse A3, die nu bij de laatste “run” een ticket “Brussel operationale diensten” hebben gekregen, én dat er wordt gekozen voor een centraal te bereiken locatie voor het te delokaliseren team. 3) Wat AAFISC betreft stellen wij vast dat heel wat A3’s de provincies moeten verlaten. Wij hadden zelf al voorgesteld om de A3’s die A4 worden “out of scope” te plaatsen maar daar wilde P&O niet veel van weten. De geplande mutatieronde van begin 2015 zou een oplossing kunnen bieden voor deze mensen maar volgens onze bronnen is het hoogst onzeker dat men bij de geplande mutatieronde rekening zal houden met opengekomen plaatsen door bevordering. Bovendien is het hoogst onzeker of de A3’s wel gaan kunnen meedoen aan de geplande mutatieronde (zie verder!). Tot treurens toe moeten we bovendien vaststellen dat de afgesproken regels bij K3 inzake toewijzing van de lijst van de manager ons inziens wederom niet zijn gerespecteerd bij de AAFISC. Wij hebben weet van een persoon, niveau A, AAFISC die heeft gekozen voor Brussel KMO Operationale Diensten, er bovendien prioriteit had en Brussel Centrale Diensten heeft gekregen als ticket K3. We merken wel dat Franstaligen, niveau A, van op de lijst van de manager op Brussel KMO Operationale Diensten worden gezet. Nochtans hadden wij tijdens het overleg duidelijk benadrukt dat het ons inziens onmogelijk is iemand van op de lijst van de manager te plaatsen op een standplaats waar in dat niveau of klasse er iemand is die ook die keuze heeft gemaakt doch niet gekregen heeft. 4) De toestand bij douane en accijnzen tart elke verbeelding. Bij de toewijzing van de lijst van de manager D&A is gebleken dat er voor de statutaire personeelleden niveau C op de lijst van de manager niet voldoende plaatsen meer over waren in de foto to be. Dit is toch echt het bewijs dat de foto to be allesbehalve realistisch is gemaakt? Diegene van de lijst van de manager die een keuze hebben gemaakt én waarvoor geen vacante plaats meer over was hebben Brussel Centrale Administratie gekregen als ticket. Diegene die niet gekozen hebben en waarvoor ook geen vacante plaats meer was kregen Leuven/Brugge (Nederlandstaligen) of Nijvel/ Bierset (Franstaligen). Gezien de uitzonderlijke situatie van een te kleine foto to be in niveau C bij D&A vragen wij een oplossing ten gronde voor de mensen van niveau C die een onmogelijk traject voor de boeg hebben door hun ticket K3. Douane en Accijnzen is bovendien een administratie waar telewerk en satellietwerk praktisch onmogelijk is! Er kan gedacht worden om voor de mensen die naar Leuven, Brugge, Nijvel of Bierset moeten én voor wie deze standplaats echt niet haalbaar is met het openbaar vervoer (er zijn mensen die een traject van 4u enkel hebben!) eveneens hun standplaats te veranderen 5
in Brussel Centrale Diensten (waar ze volgens ons niemand benadelen gezien niemand Brussel Centrale Diensten gekozen en niet gekregen heeft). Bovendien moeten de contractuelen nog worden toegewezen. Hoe gaat men dat doen? Er zijn, op één plaats in Bierset na, geen vacante plaatsen meer over voor nog 54 contractuelen niveau C D&A die nog moeten kiezen voor K3. Waar gaan deze mensen dan worden gezet? De enige oplossing die ons inziens kan gebeuren is in de mutatieronde van begin 2015 drastisch ingrijpen en de “foto” realistisch aan te passen in niveau C bij D&A. 5) Een compensatie voor de mensen die een verre verplaatsing voor de boeg hebben door kanteling 3 wordt niet voorzien. Telewerk en satellietwerk zijn een oplossing maar sommige jobs laten dit simpelweg niet toe. Wij blijven streven naar een compensatie (bijvoorbeeld extra verplaatsingstijd = gewerkte tijd) voor de mensen met een verre verplaatsing ten gevolge van K3. 6)Een gelijke behandeling voor alle niveau D’s in het hele departement is ons inziens onontbeerlijk. Heel wat van bovenvermelde problemen zouden kunnen worden opgelost door de geplande bovenvermelde mutatiebeweging van begin 2015. Het is ons echter nog totaal onduidelijk wat die mutatieronde zal zijn en welke modaliteiten zullen gelden. Toch moeten we reeds een advies geven over een protocol hierover. ACV Openbare Diensten is van mening dat deze mutatieronde pas kan slagen als: -De foto to be voldoende wordt aangepast aan de realiteit (lees: oa. wordt uitgebreid voor niveau C bij D&A). -A3’s eveneens betrokken worden. -Er rekening gehouden wordt met alle (inclusief recente) pensioenaanvragen én andere vrijgekomen plaatsen door bvb. bevorderingen,….én deze plaatsen zodus opnieuw open komen in de mutatieronde. -Deze mutatieronde moet gelden voor alle functies en niet enkel voor algemene functies. Indien dit wel zo zou zijn moet er een duidelijke definitie komen van een “algemene functie”. -Het mutatiecriterium moet bekend zijn: anciënniteit? Al deze aspecten in acht genomen stelt ACV Openbare Diensten dat het onmogelijk is een advies te geven inzake het voorgestelde 2de protocol van kanteling 3 totdat bovenvermelde zaken met ons ten gronde zijn besproken.
6
Wij kunnen onmogelijk een advies geven over een protocol K3 waarbij het tweede punt, de mutatieronde, volledig onduidelijk is. Daarbovenop wensen wij dat de delokalisatie van een inningsteam bij I&I opnieuw wordt bekeken en streven wij naar een discussie ten gronde over de problematiek bij douane en accijnzen. Tenslotte wensen wij een gelijk behandeling voor alle niveau D’s én een oplossing voor de mensen die niet kunnen genieten van telewerk of satellietwerk bij verre verplaatsingen ten gevolge van K3. De kanteling voor de contractuele medewerkers belooft bovendien weinig goeds. Gezien er bij heel wat administraties, binnen bepaalde niveaus of klassen, geen beschikbare plaatsen meer overblijven na de kanteling van de statutairen hebben wij schrik dat deze kanteling een bloedbad tot gevolg zal hebben. Wij zullen tijdens het overleg hierover ons best doen om het maximum voor deze mensen te bekomen. Houdt kanteling 3 eveneens een schending in van de openbare orde?
In het verleden hebben we reeds gepubliceerd dat kanteling 2 ons inziens een schending is van de openbare orde vanwege een schending van het taalevenwicht. Er kunnen momenteel geen Nederlandstalige A3 en A4 kandidaten worden benoemd op de centrale diensten gezien het taalevenwicht drastisch verstoord is door de gevolgen van kanteling 2 (veel A2’s werden namelijk A3’s ten gevolge van kanteling 2). Zoals jullie konden lezen in de Finfax van september 2014 heeft de vaste commissie voor het taaltoezicht zich intussen uitgesproken: kanteling 2 heeft de taalwetgeving, die van openbare orde is, wel degelijk met de voeten getreden. Op 01/01/2014 was er op de centrale diensten op trap II (= A3+A4+A5) een taalonevenwicht van 67 ten nadele van de Franstaligen. Concreet betekent dit dat er geen enkele Nederlandstalige op trap II bij kan komen centraal, zelf niet als er 1 Nederlandstalige op centrale trap II zou vertrekken. Bovendien kunnen er geen Franstaligen vertrekken van de centrale. Vaste rechtspraak van de Raad van State stelt namelijk dat er steeds naar een evenwicht toe moet worden gestreefd. NL's toelaten of FR's laten vertrekken kan, gezien de huidige toestand van de centrale, ons inziens onmogelijk als een "streven naar een evenwicht" worden aanzien. Toch merken wij dat er Nederlandstalige A3’s zijn die vanuit de buitendiensten een ticket Centrale Diensten hebben gekregen bij K3. Bij K3 gaat het directiecomité zodus dezelfde kant uit als met K2 door de taalwetgeving naast zich neer te neerleggen én de openbare orde te schenden. 7
Het directiecomité gaat waarschijnlijk argumenteren dat er X-personen NL van de centrale zijn vertrokken en er dus plaats is om X-personen NL terug op de centrale (vanuit buitendiensten) toe te laten op trap II. Deze redenering is ons inziens ronduit foutief én zelfs op de rand van hypocriet! De operatie die ze uitvoeren is, ons inziens, niet alleen in strijd met de taalwetgeving, de operatie is eveneens onwettig omwille van discriminatie gezien er Nederlandstalige A3’s zijn die sinds lang wachten op hun benoeming op de centrale diensten! Wie zegt dat de Nederlandstalige die op de centrale diensten erbij komen diegene van de kanteling moeten zijn en niet diegene die wachten op hun benoeming als men de redenering van het directiecomité volgt? Dit wordt zeker vervolgd! Sensibilisering Stelsel II variabele arbeidstijd (VA) Er is een nota verschenen op intranet waarbij de filosofie van stelsel II VA nog eens duidelijk wordt uitgelegd. Tot op heden waren er heel wat problemen bij dit systeem door weigering van dagen afwezigheid variabele arbeidstijd (AV), chefs die hun medewerkers verplichten om te “prikken” in stelsel II, … . Deze nota zou heel wat onzekerheid hierover moeten wegnemen. In die zin kan ACV Openbare Diensten het publiceren van deze nota enkel toejuichen. Ontmoeting Minister van Financiën, dhr. Van Overtveldt ACV Openbare Diensten had op 17 november 2014 een onderhoud met de nieuwe Minister van Financiën, dhr. Van Overtveldt. ACV Openbare Diensten benadrukte tijdens dit onderhoud volgende punten: 1) Het acuut personeelsgebrek bij de FOD Financiën blijft een probleem. 2) Het belang van een ernstig sociaal overleg blijft gelden. 3) De vraag om te blijven investeren in fraudebestrijding is actueler dan ooit. 4) De loopbanen van het personeel van de FOD Financiën moet men terug waarderen én men moet blijven investeren in voldoende opleiding. 5) De bezorgdheden inzake het federale regeerakkoord én de beleidsverklaring werden kort overlopen. -------------------------------------------------------------------redactie 22 november 2014- Myriam Goetstouwers, Lieven Eggermont & Ive Rosseel uw militant : Tel + @ : http://www.facebook.com/acv.fodfinancien.1 LID WORDEN? GOED GEZIEN Laat je opnemen in het adresboek van een ACV-militant! Reacties zijn welkom op
[email protected],
[email protected] [email protected] Verantwoordelijke uitgever: Marc Nijs p/a ACV- Openbare Diensten, Helihavenlaan 21 - 1000 Brussel
8
of