Nieuwsbrief VNG-project De Kanteling Nummer 18, december 2011 Inhoud De Kanteling eindigt, althans in de huidige vorm .................................................................................... 1 Succesverhalen over Kantelen ................................................................................................................ 3 Enschede: Kantelen is leuk, nuttig en noodzakelijk ............................................................................................ 3 Aalsmeer en Uithoorn: Loketten Wonen, Welzijn en Zorg werken gekanteld! .................................................. 4 Beuningen: De interne organisatie ..................................................................................................................... 5 Helmond: Persoonlijke ondersteuning en MAATwerk ....................................................................................... 6 Breda: De wijkzuster als spil ............................................................................................................................... 8 Etten-Leur: Samenwerking is een belangrijke voorwaarde voor een gekantelde werkwijze ............................. 8 IJsselmonde: Vlechtwerkers en vitaliteitscheck ............................................................................................... 10 Nieuwegein: Maatwerk, ook bij algemene voorzieningen ............................................................................... 11
De Kanteling eindigt, althans in de huidige vorm Wel het project, niet de beweging Eind 2011 eindigt De Kanteling in de huidige vorm. Dat wil zeggen, het VNG-project loopt af, het project dat in 2009 in het leven is geroepen om gemeenten te ondersteunen bij een nieuwe manier van werken in de Wmo. De beweging die het project in gang heeft gezet in gemeenten gaat natuurlijk gewoon door. In deze nieuwsbrief blikken we terug op de afgelopen twee jaar en vertellen we iets over het vervolg van het project. En we laten gemeenten aan het woord over hoe zij de Kanteling hebben opgepakt. Wat hebben we bereikt? De afgelopen twee jaar hebben we op uitnodiging van bijna 100 gemeenten en gemeentelijke samenwerkingsverbanden een bijdrage geleverd aan het informeren van de gemeenteraad, Wmoraad en gemeentelijke partners. In al die gemeenten hebben we geholpen om de vernieuwing en de cultuuromslag op gang te brengen. Daarnaast hebben we aan individuele gemeenten maatwerk geleverd in de vorm van kortdurende consultatie en advies. We hebben een gekantelde modelverordening en het bijbehorende ondersteuningsaanbod voor gemeenten ontwikkeld. En we hebben congressen georganiseerd waarop gemeenten ervaringen met gekanteld werken konden uitwisselen. Steeds weer kwam naar voren dat gemeenten grote behoefte hebben aan praktische handvatten bij het kantelen. Onze Kanteling boekjes voorzien in die behoefte, zo blijkt uit de hoge waardering en de vele herdrukken. De boekjes worden nog steeds veel opgevraagd. (Zie op: http://www.vng.nl/eCache/DEF/97/024.html, bij te bestellen via
[email protected])
1
Inmiddels zijn vrijwel alle gemeenten bezig met kantelen, zo blijkt uit een enquête die de VNG onlangs heeft gehouden. ‘Kantelen’ is een ingeburgerd begrip. Het is een synoniem geworden voor de omslag van ‘kies uw voorziening’ naar: ‘wat kunt u nog zelf’. De omslag van ‘zorgen voor’ naar ‘eigen regie’, van standaardoplossing naar maatwerk, en ook de omslag van eenrichtingsverkeer naar tweegesprek tussen gemeente en burger. In veel nieuwe beleidsplannen maatschappelijke ondersteuning komt kantelen terug. Hoe gaan we verder? Uit dezelfde enquête blijkt echter ook dat veel gemeenten eind 2011 de Kanteling nog niet voltooid hebben en graag de eerstkomende jaren gebruik willen blijven maken van het praktische ondersteuningsprogramma van de VNG. Daarom hebben we besloten om De Kanteling in 2012 en 2013 voort te zetten. Het project krijgt wel een ander karakter. De Kanteling tweede tranche – wat kunt u verwachten? De focus van ‘De Kanteling tweede tranche’ wordt anders. Inhoudelijk spitsen we ons toe op de nieuwe doelgroepen en andere opgaven die op gemeenten afkomen als gevolg van de decentralisatie begeleiding en de transitie jeugdzorg. Er zal dan ook intensieve afstemming plaatsvinden met het transitiebureau begeleiding, waarin VNG en VWS samenwerken (www.vng.nl/begeleiding) De wetswijziging die samenhangt met de decentralisatie begeleiding vereist de ontwikkeling van een nieuwe modelverordening maatschappelijke ondersteuning. Deze is driekwart jaar voordat de wetswijziging ingaat beschikbaar voor gemeenten. De huidige modelverordening is door VNG en belangenorganisaties gezamenlijk ontwikkeld en geïntroduceerd, om zo het draagvlak in gemeenten te vergroten en de lokale besluitvorming te vergemakkelijken. Bij de nieuwe modelverordening gaan we net zo te werk. Ondersteuningsaanbod Op verzoek van gemeenten zullen we veel aandacht besteden aan juridische ondersteuning, bijvoorbeeld bij de gekantelde verordening en de mogelijkheden voor eigen bijdragen. Verder focussen we op de organisatie van het contact met de burger (het gesprek), en, meer in het algemeen, de toegang tot alle vormen van maatschappelijke ondersteuning. In de komende jaren zullen we daarvoor weer een aantal praktische instrumenten aanreiken.
2
Succesverhalen over Kantelen Enschede: Kantelen is leuk, nuttig en noodzakelijk Door Anouk Platvoet-Neef (teamleider Zorgloket), Hermien Oude Munnink (teamleider Staf Zorg) en Rob van Straaten (Clustermanager Zorg), allen van de gemeente Enschede. In Enschede zetten we in op kwaliteit. Dat klinkt als een open deur, maar dat is het zeker niet voor ons. Vraagverheldering Vanaf de start van de Wmo werkt het gemeentelijk Zorgloket Enschede actief aan de Kanteling. In de eerste paar jaar kreeg dit vooral vorm door het anders omgaan met de cliënt door middel van het stellen van andere en bredere vragen. Die zogeheten vraagverheldering kreeg vorm in een geautomatiseerd ondersteuningsinstrument voor de consulenten. Sinds medio 2010 hebben we er in het Zorgloket voor gekozen om deze instrumentele lijn los te laten. We zetten nu vooral in op de kwaliteit van onze consulenten en daarmee op de kwaliteit van het gesprek. Onze overtuiging is namelijk dat als je meer vertrouwt op de professional, de consulent, deze beter kan inspelen op de klant. Daardoor komt de Kanteling beter tot zijn recht. Deskundigheidsbevordering In 2010 zijn we daarom gestart met een intensief deskundigheidsbevorderingstraject waarbij alle consulenten zijn getraind in het voeren van een ‘gekanteld’ gesprek. Op papier klinkt het namelijk heel mooi, een ‘gekanteld’ gesprek. Maar juist daar, in het gesprek met de cliënt waar de daadwerkelijke Kanteling moet plaatsvinden, krijg je te maken met de weerbarstige werkelijkheid, namelijk de burger die gewend is dat de overheid het probleem oplost. Inmiddels zijn de consulenten in Enschede getraind in het stellen van ‘confronterende’ vragen die cliënten uitdagen om de eigen kracht op te zoeken. De resultaten hiervan zien we nu terug in de ontwikkeling van het aantal verstrekkingen. Nieuwe verordening Sinds mei 2011 worden de consulenten daarbij ondersteund door een gekantelde verordening. Deze sluit -beter dan voorheen- aan op het karakter en begrippenkader van de Wmo. De nieuwe verordening noodzaakt de consulenten om resultaatgericht te werken en maatwerk te leveren. Ook nodigt zij uit om bij het zoeken naar oplossingen te kijken naar mogelijkheden binnen de sociale kring. Bij de ontwikkeling van de Enschedese verordening is gebruik gemaakt naar de VNGmodelverordening zoals deze toen in conceptvorm beschikbaar was. Tegelijk met het invoeren van de nieuwe verordening hebben de consulenten een voorlichtingsgroep opgericht. Deze groep geeft met behulp van een presentatie en een Enschedese film over de Kanteling voorlichting aan huisartsen en hun assistentes, ouderenwerkers, bijstandsconsulenten et cetera. Indicaties De afgelopen maanden zijn de consulenten getraind om indicaties te stellen over het hele brede gebied van de Wmo (Voeren huishouden, Lokaal vervoer en Verplaatsen in en om de woning).
3
Daardoor is het aantal indicaties dat we extern hebben moeten inkopen fors gedaald. We hebben wel gezien dat een zekere specialisatie bij consulenten nodig is, omdat alles weten van alle resultaatgebieden, niet mogelijk is voor de consulenten. Daarvoor is het te omvangrijk en te complex. Aanbieders In de Kanteling trekt het Zorgloket Enschede nauw op met onze Enschedese zorgaanbieders. Daaruit zijn mooie initiatieven ontstaan. Zo is éen van de aanbieders gekomen met het voorstel om een gezamenlijke cursus voor HH1-hulpen te ontwikkelen. Doel van de cursus is de deskundigheid te vergroten waar het gaat om signalering en om het oplossen van problemen zonder uitbreiding van de indicatie. Als gemeente hebben we dit idee van harte ondersteund door alle zorgaanbieders bij elkaar te brengen, hun informatie te laten delen, door de externe deskundigheid in te huren voor het ontwikkelen van de cursus en voor het uitvoeren van een pilot met 28 hulpen. Die groep – bestaande uit hulpen van al onze aanbieders – heeft inmiddels de training afgesloten met een certificaat. Na evaluatie zal deze cursus verder door de zorgaanbieders worden opgepakt. Scootmobielpool Op dit moment zijn we bezig om – met dank aan de kennis van onze gemeentelijke collegae uit Almere – een scootmobielpool op te zetten rond een instelling. Doel daarvan is om mensen gebruik te laten maken van de pool in plaats van een individuele scootmobiel te verstrekken. Ook zijn we bezig om te kijken wat we via de bouwvergunningen kunnen doen aan de bewustwording van levensloop bestendig bouwen door particulieren. Draagvlak We timmeren dus flink aan de weg in Enschede, maar de belangrijkste succesfactor blijft de motivatie van de medewerkers, zowel de consulenten als de administratie die hen ondersteunt, en het politieke draagvlak voor de Kanteling. Want Kantelen is leuk, nuttig en noodzakelijk, maar de cultuurverandering die het betekent voor de burgers, levert ook weerstand, klachten en bezwaren op. En daar moet je mee om kunnen én willen gaan. En dat willen we in Enschede. We gaan immers voor kwaliteit!
Aalsmeer en Uithoorn: Loketten Wonen, Welzijn en Zorg werken gekanteld! Door Marjorie Bulthuis (communicatieadvieseur G2 gemeenten Aalsmeer en Uithoorn). Voor meer info: Judith Ottenheym,
[email protected] (beleidsmedewerker Wmo-voorzieningen). Gekanteld werken is voor de medewerkers van de Loketten Wonen, Welzijn en Zorg (WWZ) van de gemeenten Aalsmeer en Uithoorn inmiddels een begrip. Sinds 1 januari 2011 werken de medewerkers gekanteld en met groot succes. Problemen van inwoners die zich melden bij het loket komen nu goed aan het licht en de oplossingen zijn vaak binnen de eigen sociale kring bereikbaar. In het begin was het wennen, maar nu weten de medewerkers wat gekanteld werken inhoudt. De voorbereidingen Om de Kanteling in te voeren zijn veel voorbereidingen gedaan en ook nu nog wordt de werkwijze steeds verder ontwikkeld. De verordeningen en het beleid voor de nieuwe werkwijze zijn als eerste
4
geschreven. In januari 2011 zijn de medewerkers van het Loket WWZ gestart met een cursus over gekanteld werken. Om de Kanteling tot een succes te maken, is het van groot belang dat iedereen weet wat dit is. Immers, het gaat om de vraag wat burgers écht nodig hebben om te kunnen participeren in de samenleving. De cursus begon met algemene informatie, wat de Kanteling nu precies inhoudt. Vervolgens kregen de medewerkers van het loket een training in gesprekstechnieken. Deze gesprekstechnieken zijn de basis voor het gekanteld werken. Met behulp van de geleerde technieken zijn de medewerkers aan de slag gegaan en inmiddels is iedereen er aan gewend om de problemen van de inwoners gekanteld aan te pakken. Kreten als melding, keukentafelgesprek en warme overdracht worden nu dagelijks gebruikt door de medewerkers van het loket. Het informeren van de inwoners Ook de inwoners van de gemeenten Aalsmeer en Uithoorn moesten op de hoogte worden gebracht van de gekantelde werkwijze van het Loket WWZ. Via de website van beide gemeenten, een informatiemarkt en een aantal berichten in de plaatselijke kranten zijn inwoners geïnformeerd over de nieuwe werkwijze. Verder heeft het loket een Wmo-krant gepubliceerd. In deze Wmo-krant staat onder andere: Wat de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is en waarom de Wmo vraagt om verandering (de Kanteling). De krant is in de gemeente Aalsmeer en Uithoorn huis aan huis verspreid, zodat alle inwoners de mogelijkheid hebben om te lezen over de veranderingen. Het informeren van de samenwerkende partners Ook de samenwerkende partners hebben de Wmo-krant ontvangen en hebben de berichten op de websites en in de plaatselijke kranten kunnen lezen. Het Loket WWZ is momenteel nog druk bezig om de samenwerkende partijen extra te informeren. Deze partijen verwijzen inwoners vaak door naar het loket. In 2012 zullen daarom een aantal presentaties georganiseerd worden. Hierin wordt uitgelegd aan partners wat de Kanteling inhoudt. Tot slot De medewerkers hebben al veel bereikt. Zij hebben zich het gekanteld werken eigen gemaakt. Zo komt een medewerker binnen vijf dagen na een melding op huisbezoek om het keukentafelgesprek te voeren. Natuurlijk is het niet niks om ineens volgens een andere methode te moeten werken, terwijl je jarenlang anders hebt gedaan. Om de puntjes verder op de ‘i’ te zetten, volgen de medewerkers momenteel een training ‘oplossingsgericht werken’. Deze training leert de medewerkers om inwoners tijdens het gesprek te motiveren om zelf met oplossingen te komen. Ook de websites van Aalsmeer en Uithoorn zijn ingericht op de gekantelde manier van werken en worden voortdurend bijgewerkt.
Beuningen: De interne organisatie Gemeente Beuningen is vooral trots op de manier waarop de interne Kanteling gelukt is. Gemeentelijke afdelingen moesten hiervoor meer gaan samenwerken. Daarnaast moest een mentaliteitsverandering op gang worden gebracht. Beuningen is eind 2010 met de Kanteling gestart. Het Wmo-beleid is op dat moment op twee afdelingen belegd. Dat geldt ook voor de voorzieningen. Voor een individuele of collectieve voorziening kan de burger terecht bij de afdeling Sociale Zaken, aan de balie Zorg, Werk en Inkomen.
5
De afdeling Inwoners is verantwoordelijk voor de algemene voorzieningen zoals het vrijwilligerswerkbeleid en dagopvang voor ouderen. Voor een gekantelde aanpak is deze tweedeling niet ideaal. Immers, één van de uitgangspunten bij gekanteld werken is een samenhangend voorzieningenaanbod. Als het aanbod van algemene voorzieningen goed georganiseerd is, hoeft minder aanspraak te worden gemaakt op individuele voorzieningen. Met de bestaande samenwerkings- en overlegstructuur was die samenhang niet automatisch geborgd. Daarbij kwam, dat het principe dat compenseren op verschillende manieren kan en dus niet per se met een individuele voorziening, nog niet in de hele organisatie bekend was. Dat gold zowel ambtelijk als politiek-bestuurlijk. Bij de gemeenteraad bleek er onduidelijkheid te bestaan over het verschil tussen ‘recht op’ en ‘compensatieplicht’. De angst bestond dat kantelen eigenlijk betekende dat de burger met beperkingen overgeleverd zou worden aan willekeur. Inmiddels weten alle interne betrokkenen (uitvoering, beleid, management, bestuur, politiek) wat kantelen betekent en zijn overtuigd van de meerwaarde ervan. De samenwerking tussen de afdelingen en de wederzijdse informatievoorziening verloopt op een heel natuurlijke manier. De decentralisaties van de begeleiding, Wet Werken naar Vermogen en jeugdzorg worden gekanteld opgepakt. Deze interne Kanteling vormt een goede basis om de samenwerking met externe partijen verder uit te werken.
Helmond: Persoonlijke ondersteuning en MAATwerk Door Irma Galama, senior Communicatieadviseur gemeente Helmond Ook Helmond zag een aantal jaren geleden De Kanteling op zich afkomen. Budgetten kwamen onder druk te staan, het aantal cliënten steeg, de druk op de arbeidsmarkt nam toe en de pakketmaatregel AWBZ werd geïntroduceerd. De opdracht: stop met AWBZ-je spelen, zet cliënten voorop en laat kwaliteit leidend zijn. In Helmond heeft dat geresulteerd in Persoonlijke Ondersteuning en uitgebreide MAATwerk – trajecten. Een aanpak waarbij we samen, gemeenten en cliënten, verantwoordelijk zijn voor zorg en ondersteuning. Met als achterliggende gedachte dat inwoners soms veel meer zelf kunnen dan ze in eerste instantie misschien denken. Het inschakelen van professionele hulp is niet altijd de enige oplossing. Het model In een simpel voorbeeld werkt het Helmondse model als volgt. Een inwoner van Helmond belt voor hulp in de huishouding. Na dit telefoontje gaat een MAATwerker (MAAT= maatschappelijk advies traject) op huisbezoek. Tijdens dat bezoek kijken de MAATwerker en de inwoner samen naar de hele leefsituatie. Waarom heeft de inwoner deze vraag gesteld? Hoe is het met zijn vervoerssituatie? Van welke verenigingen is hij lid? Enzovoorts. In maximaal 12 huisbezoeken bespreken de inwoner en de MAATwerker wat de problemen precies zijn en wat de oplossing zou kunnen zijn. Centraal staan de vragen wat de inwoner zelf nog kan, wat zijn familie, vrienden en buren kunnen doen (zijn zogenaamde maatschappelijke steunsystemen), of collectieve voorzieningen (denk hierbij boodschappenhulpdienst en warme maaltijden) een rol kunnen spelen en vervolgens wat we echt aan
6
professionals moeten overlaten. Na de gesprekken zet de MAATwerker de afspraken op papier. Deze afspraken ondertekent de cliënt. En dan gaan we aan de slag met de afspraken. Aandacht Dit jaar hebben we Persoonlijke Ondersteuning en MAATwerk geëvalueerd. We hebben zowel naar de inhoudelijke kant als naar de financiële kant van de verandering gekeken. Wat blijkt? Onze cliënten waarderen ons met een 8,5. Ze zijn bijvoorbeeld erg tevreden over de hoeveelheid aandacht en informatie. Tegelijkertijd zie je ook dat de kantelingboodschap nog niet beklijft. Deze cultuurverandering van hulpbehoevend naar zelfredzaam vraagt een lange adem. En wat zeggen onze partners over Persoonlijke Ondersteuning en MAATwerk? We laten mevrouw Van der Neut aan het woord, voorzitter van de Seniorenraad, die de gemeente ook advies geeft bij Wmo-beleid. ’De Seniorenraad heeft de wijze waarop de Persoonlijke Ondersteuning ontwikkeld is zeer gewaardeerd. Alle relevante organisaties zijn daarbij betrokken geweest. Dat zorgt nog steeds voor breed draagvlak. De Seniorenraad onderschrijft van harte de Persoonlijke Ondersteuning en Maatwerk. De opgave voor de toekomst zal zijn hoe je als gemeente dit in stand kunt houden. Ook als het aantal hulpvragers toeneemt, onder meer door de transitie van de AWBZ en bezuinigingen ingevoerd moeten worden. De gemeente is ambitieus, daarom verwacht de Seniorenraad dat ook dit vraagstuk, in samenwerking met alle partners, succesvol aangepakt zal worden.’ Tenslotte Wethouder De Leeuw – Jongejans (Zorg, Welzijn, Jeugd en Onderwijs): ‘Hier in Helmond zijn we met Persoonlijke Ondersteuning en MAATwerk gestart onder een gelukkig gesternte. Wij hebben kunnen investeren in de aanpak. De gemeenten die we nu vaak ontvangen, starten vanuit een bezuinigingsperspectief. Dat maakt creatief denken soms lastiger. Bovendien denk ik dat de Helmondse aanpak ook niet zal werken bij alle gemeenten. Door de schaal van Helmond, de nauwe samenwerking met de partners in de stad, ons vrijwilligerspotentieel en onze mentaliteit is Persoonlijke Ondersteuning een succes.’ Financieel Uit de financiële evaluatie blijkt dat de totale kosten van Persoonlijke Ondersteuning in 2010 niet voldoende omlaag zijn gegaan. De successen van de MAATwerkers worden deels teniet gedaan door een grotere stijging in het aantal cliënten dan verwacht en door een stijging van het tarief vanwege de aanbesteding. Hoe verder? Onze visie op Persoonlijke Ondersteuning blijft onverkort van kracht. In de komende jaren gaan we die visie verbreden naar alle cliënten met een voorzieningsvraag. Daarnaast vormt deze manier van werken de basis voor de decentralisatie van de functie Begeleiding uit de AWBZ. De uitgebreide MAATwerktrajecten gaan we selectiever inzetten. Verder zetten we in op een Kanteling van het welzijnswerk en onze contractpartners. Het gekantelde denken wordt onderdeel van de contracten die we met hen afsluiten via ons subsidieprogramma. Tot slot gaan we diensten verder collectiveren. Dit kunnen we door uitkeringsgerechtigden in te zetten
7
voor Zorg- en Gemaksdiensten waardoor het mes aan twee kanten snijdt: een hoger volume aan ZeGdiensten én uitstroom naar werk in de zorgsector.
Breda: De wijkzuster als spil Door Juan Seleky, beleidsadviseur zorg en ouderen gemeente Breda Thuiszorg Breda is, dankzij financiële steun van ZonMW, het programma 'zichtbare schakel' gestart. Dit programma biedt Careyn Thuiszorg Breda de mogelijkheid om de wijkzuster als spil te laten functioneren in de wijk. In een gezondheidszorg die steeds meer kan, steeds meer functies kent en steeds meer aan veranderingen onderhevig is, dreigt het overzicht voor met name de meest kwetsbare doelgroepen gemakkelijk verloren te raken. De zichtbare schakel kent de sociale kaart van de wijk en kan hiermee de bewoners ondersteunen de weg te vinden op zijn of haar vraag. In dit project wordt onderzocht of de extra inzet van wijkverpleegkundigen naast een zorginhoudelijke verbetering ook leidt tot een hogere klant- en medewerkertevredenheid. De activiteiten van de wijkverpleegkundige zijn gericht op het tijdig signaleren van problemen, samenwerken en integreren van zorg. Zij zorgt voor een efficiënte inzet of doorverwijzing naar de juiste zorg of dienstverlening. De wijkverpleegkundige kan ingezet worden zonder indicatie, bijvoorbeeld na een doorverwijzing van de huisarts, en is er voor iedere bewoner van de wijk. Het plan sluit naadloos aan op het GWI-beleid (geschikt wonen voor iedereen) van de gemeente Breda en de visie van Careyn ‘ons dorp’, de integrale wijkgerichte zorg. De zichtbare schakels (wijkverpleegkundigen) zijn actief in de wijken Haagse Beemden (Noord West en Zuid Oost), Doornbos Linie en Geeren Zuid en Noord (onderdeel van GWI-gebied Hoge Vucht). Meer informatie Website gemeente Breda over GWI: http://www.breda.nl/zorg-welzijn/geschikt-wonen-voor-iedereen
Etten-Leur: Samenwerking is een belangrijke voorwaarde voor een gekantelde werkwijze Door wethouder Theo Vaes van gemeente Etten-Leur Met de introductie van de Wmo in 2007 heeft onze gemeente ervoor gekozen om gelijk goed te beginnen. Op dit moment wordt landelijk veel aandacht besteed aan de Kanteling, een werkwijze die binnen onze gemeenten eigenlijk al toegepast wordt. Wij hebben Wmo-loket Elz, het startpunt voor welzijn, zorg en wonen (Elz is de afkorting van Etten-Leur en Zundert). In Zundert is de inlooplocatie in het gezondheidscentrum te vinden en in Etten-Leur heeft Elz een ‘eigen vleugel’ in het gemeentehuis met een laagdrempelige ingang. Levensdomeinen Direct in het eerste contact met de burger gaan we het gesprek aan over de situatie waarin hij zich bevindt en de knelpunten die hij ervaart. In dit gesprek komen alle levensdomeinen ter sprake. 8
Gemeente en burger stellen samen vast wat het probleem is en wat het gewenste resultaat, bijvoorbeeld een schoon huis of zelfstandig kinderen kunnen bezoeken. Het uitgangspunt is dat we in het eerste contact zover gaan als mogelijk is op basis van de beschikbare informatie. Er is een goede mix van huisbezoeken, loketspreekuur en telefonische indicatiestelling, afhankelijk van de situatie van de burger. Overdrachtsmomenten zijn in het werkproces tot een minimum gereduceerd, zodat de burger niet het verhaal twee keer moet doen. Oplossingen Als het probleem is vastgesteld, zoeken gemeente en burger samen naar passende oplossingen, waarbij we aansluiten op wat de burger zelf kan of kan regelen. Individuele voorzieningen zijn steeds meer het sluitstuk geworden, terwijl deze onder de Wvg juist centraal stonden. Regelmatig blijken er goede andere en goedkopere mogelijkheden te zijn die tot het gewenste resultaat leiden. Natuurlijk heeft niet iedere vrager zo’n uitgebreid gesprek nodig. Dat wordt bij de aanmelding (dus niet de ‘aanvraag’) bepaald. Iedere klant heeft een vaste contactpersoon. Het ict systeem zorgt ervoor dat de nodige informatie beschikbaar is, zodat de vrager niet het hele verhaal nog eens moet vertellen. Complexe vragen worden in teamverband behandeld. Samenwerking Het Wmo-loket opereert in de keten van welzijn, zorg en wonen. De samenwerking tussen de diverse instanties is een belangrijke voorwaarde voor een gekantelde werkwijze. Bij het klantgericht zoeken naar passende oplossingen is het prettig dat een beroep gedaan kan worden op de expertise in de keten zoals bijvoorbeeld van MEE en van de GGZ-gebiedsgebonden consultatie (MEE heeft spreekuur op de loketlocaties). Met regelmaat worden zorgvragers overgedragen in de keten omdat dienstverlening overgaat in hulpverlening. Jaarlijks worden ongeveer vier ketenoverleggen georganiseerd. Klanttevredenheid Deze werkwijze leidt tot goede resultaten. Uit onderzoek blijkt dat vragers zeer tevreden waren met de aanpak binnen ELz, vooral omdat er de tijd voor ze is genomen en er geluisterd is en zorgvuldig met de situatie van dat moment is omgegaan. Ook wanneer er op een aanvraag geen individuele voorziening wordt verstrekt, maar wel naar tevredenheid een oplossing is gevonden voor het participatieprobleem. Dat dit zo goed lukt is vooral te danken aan de professionele aanpak van de medewerkers van Wmo-loket Elz. Tenslotte Zijn we nu uitgekanteld? Zeker niet. Er valt nog een hoop te doen en te verbeteren voordat een ieder meedoet. Het staat en valt echter met de aandacht die je voor individuele situaties hebt en de tijd die je bereid bent daarvoor uit te trekken. De samenwerking met partners is vaak essentieel. Wij zijn verheugd dat er met name op uitvoerend niveau zulke goede resultaten zijn bereikt.
9
IJsselmonde: Vlechtwerkers en vitaliteitscheck Door Karel Haga, algemeen projectleider Wmo-IJsselmonde Gezamenlijk zijn welzijn- en zorgorganisaties in 2009 gestart met de Wmo-pilot IJsselmonde. Alle ‘voordeuren’ van de deelnemende organisaties staan open voor burgers met wat meer complexe vragen op het gebied van welzijn en zorg. Vlechtwerk Daar staat een uitvoerende professional als onderdeel van het ‘vlechtwerk van professionals’ gereed om voor burgers met meer complexe vragen op dezelfde wijze ’het gesprek’ te voeren via een in IJsselmonde ontwikkeld gespreksmodel. Met dit welzijnsgesprek wordt de vraag van de burger verhelderd en geanalyseerd. Via dit gesprek worden de problemen vertaald in resultaten die de klant wil behalen. In dit gesprek wordt ook systematisch verkend wat de mogelijkheden van de klant en diens sociale netwerk zijn. Het vlechtwerk van professionals stelt samen met de klant een actieplan (‘oplossingen’) op, dat wordt uitgevoerd door dat deel van het Vlechtwerk van professionals, dat voor deze klant noodzakelijk is (maatwerk). Dit Vlechtwerk bestaat dus uit een hoofdvlechtwerker met één of meerdere subvlechtwerkers. De feitelijke arrangementen worden door hem in overleg met de sub-vlechtwerkers en de klant geformuleerd. Daarbij worden ook de mogelijkheden van de buurt benut bij voor het vinden van oplossingen, die aansluiten bij de beoogde resultaten van de klant. Alle ‘gesprekken’ worden vastgelegd en bijgehouden via een gezamenlijk dossier, dat alle vlechtwerkers kunnen bijwerken en raadplegen. Vitaliteitswijzer Daarnaast is sinds 2009 in IJsselmonde de VitaliteitsWijzer waar - met name oudere - wijkbewoners terecht kunnen voor een preventief gezondheids- en welzijnsonderzoek; de zogenaamde Vitaliteitscheck, die ongeveer een uur duurt. Met specifieke aandacht voor (overbelaste) mantelzorgers en sociaal geïsoleerde ouderen. Op basis van deze check kan de klant gerustgesteld worden (niets aan de hand), doorgeleid worden naar de reguliere VraagWijzer of huisarts (problemen oplossen) of een leefstijlplan aangeboden krijgen. Voor een bezoek aan of contact met de VitaliteitsWijzer is geen enkele (medische of andere) indicatie vereist en daarmee is de VitaliteitsWijzer een laagdrempelig aanbod. Leefstijlplan Met behulp van dit 'Leefstijlplan' wordt de cliënt geholpen bij het vinden van (nieuw) evenwicht en bevordering van de vitaliteit. Dit kan bestaan uit het compenseren of herstellen van uit evenwicht geraakte domeinen. Bijvoorbeeld door het stimuleren van vrijwilligerswerk of deelname aan (nieuwe) sociale netwerken (bijvoorbeeld ter vervanging van een zinvolle dagbesteding na pensionering), begeleiden en motiveren van deelname aan beweegactiviteiten (ter bevordering van lichaam en geest) en/of in contact brengen met een 1e lijnszorgvoorziening (bijv. huisarts, fysiotherapeut, voedingsdeskundige).
10
VraagWijzer De Vitaliteitswijzer is als product geïntegreerd in de bestaande VraagWijzer IJsselmonde. Dit heeft als groot voordeel dat het ‘loket’ VraagWijzer dezelfde ingang blijft. Bovendien kan bij de werkwijze en organisatie van de VraagWijzer worden aangesloten, zoals het gebruik maken van de systematiek van 'vraagverheldering' (via de 4 levensdomeinen met sociale netwerken als verbindende schakel). De Vitaliteitswijzer zal het specifieke netwerk op basis van vragen van klanten verder ontwikkelen om de volgende groep klanten nog beter te kunnen ondersteunen. Rand 36 De behaalde resultaten van de VitaliteitsWijzer zijn goed. Via de zogenaamde Rand 36 is aangetoond dat klanten die voorheen ver onder het gemiddelde scoorden na ondersteuning zich blijvend beter voelen. Dit is gemeten op drie momenten: bij aanvang, na de interventie en een half jaar na interventie. Uit een onderzoek door het bureau PCkwadraat blijkt bovendien dat dit instrument ook een economische winst oplevert, maar deze winst komt wel grotendeels bij de zorgverzekeraar terecht.
Nieuwegein: Maatwerk, ook bij algemene voorzieningen Door Arthur Kocken, projectleider Wmo gemeente Nieuwegein Gemeente Nieuwegein heeft in de pilot voor De Kanteling vooral geïnvesteerd in: - Het gesprek met de inwoners over De Kanteling/ de compensatieplicht. - Maatwerk in het aanbod van algemene voorzieningen. - Samenwerking tussen Wmo-consulenten en professionals om individueel maatwerk mogelijk te maken. Het gesprek Individueel is al geoefend met verbreding van het indicatiegesprek, de Kanteling naar het keukentafelgesprek. Of zoals we het in Nieuwegein op verzoek van de Wmo-raad noemen: het huiskamergesprek. Maar er is meer nodig om te kantelen. Het is ook noodzakelijk om te weten wat inwoners belangrijk vinden in een gesprek. En daarmee samenhangend de dialoog over wat de gemeente en inwoners van elkaar kunnen verwachten. Dat gesprek voeren we met zoveel mogelijk inwoners, en op verschillende manieren. Sinds 2006 heeft de gemeente een jaarlijkse bijeenkomst waarvoor alle inwoners worden uitgenodigd. Die worden goed bezocht: ca. 200 deelnemers per keer. Dit jaar werd de bijeenkomst voor de derde keer onder regie van de Wmo-raad georganiseerd. Gespreksonderwerpen waren onder meer de compensatieplicht, maatwerk, eigen kracht. Inspirerende bijeenkomsten waarin inwoners aan het woord komen en waar bestuur en ambtenaren het gesprek met hen aan kunnen gaan. Na afloop is er iedere keer een informatiemarkt met aanbieders van individuele en algemene voorzieningen en andere organisaties.
11
Maatwerk in algemene voorzieningen Maatwerk in individuele voorzieningen is belangrijk, maar wat levert het op als algemene voorzieningen geen maatwerk kunnen bieden? Als de netwerken van inwoners niet worden versterkt? In de pilot hebben we gebruik gemaakt van de lokale vernieuwingsdrang bij instellingen en de mogelijkheden die andere projecten boden. Zo hebben we sinds 2007 gebiedsgerichte samenwerking met aanbieders van wonen, welzijn, gezondsheidszorg, zorg en onderwijs. Daarbinnen hebben we met hulp van externe financiering vernieuwingen doorgevoerd. Zoals welzijn op recept, signalering op sociaal isolement, generalisme bij professionals (spinners, welzijn nieuwe stijl, zichtbare schakel) en betrokkenheid van de eerstelijns gezondheidszorg in de gebiedsgerichte ketensamenwerking. We zijn er nog niet, maar wel stevig op weg naar algemene voorzieningen die daardwerkelijk een alternatief kunnen bieden voor individuele voorzieningen. De volgende stap is de vorming van een lokale uitvoeringsorganisatie voor zorg en welzijn die goed samenwerkt met de eerste lijn, met consulenten van de gemeente (Wmo maar ook bijvoorbeeld WWB en schuldhulpverlening) en waarin de decentralisatie AWBZ en jeugdzorg kan landen. Samenwerking tussen Wmo-consulenten en professionals Hoe brengen we het aanbod bij elkaar vanuit de leefwereld van inwoners? Daarover vindt het overleg plaats in de samenwerking met de partners. In het kader van De Kanteling hebben we vooral gekeken naar de samenwerking met aanbieders AMW en welzijn. Het Verweij Jonker instituut doet onderzoek naar de Kanteling in Nieuwegein. Wanneer vindt overdracht plaats? Hoe zorgen we dat we vrijwilligers inzetten met eerbiediging van hun motivatie en niet als verlengstuk van 'beleid'? Hoe kunnen we een beroep doen op de kracht van inwoners en ze vragen iets voor een ander te doen, ook al krijgen ze op andere onderdelen weer ondersteuning?
Meer informatie over VNG-project De Kanteling? www.vng.nl/dekanteling Vragen of lid worden van de nieuwsbrief?
[email protected]
12