Introductie in boekhouden. Boekhouden wordt wel eens als saai en soms onnodig vak gezien. Je huurt later als je een eigen bedrijf hebt toch een boekhouder of een accountant in. Of je besteedt de boekhouding uit aan een administratiekantoor. De meeste bedrijven beginnen klein en moeten in het begin zelf hun boekhouding bijhouden. Het is niet alleen verplicht als je een eigen zaak hebt maar ook heb je er zelf heel veel aan. Als je de gegevens goed bekijkt kun je er wat voor leren voor de toekomst en misschien nog meer winst maken. Als de accountant dan komt om je de stand van zaken te laten zien weet je in ieder geval waar het over gaat . Het doel is dat jullie door middel van deze methode de basis van het boekhouden leren en gegevens leren te interpreteren of verklaren. Een recent boekhoudschandaal bij Ahold toont aan dat je altijd alert moet zijn op je eigen boekhouding. Het uitgangspunt is dat je wat basis begrippen als kosten, omzet, uitgave, ontvangst gehad hebt in het onderdeel wat de survivalkamp beschrijft. Om eerst een simpele opzet te maken werk ik elke stap van begin tot eind uit en ga er steeds moeilijkere dingen aan ophangen.
Een introductie in boekhouden. We zijn een paar jaar geleden begonnen met het organiseren van een survivalkamp. We willen een overzicht hebben hoeveel winst of verlies we gemaakt hebben of wat onze bezittingen, schulden en geinvesteerd vermogen is. Inmiddels hebben we vele bedrijven in de toeristische sector. Een van dit bedrijf handelt in mountainbikes. Dit is opgezet door een slimme medewerker die altijd al goed was in het vak EAV. Albert Bundy is ook mountainbike instructeur en werkt 20 uur voor B.V. Safari en werkt 20 uur voor zichzelf in eenmanszaak A. Bundy. Toen hij begon had hij niet zelf de beschikking over een pand, maar huurde een gedeelte van B.V. Safari. Hij koopt moutainbikes bij de groothandel in. Een aantal fietsen worden verhuurd en een aantal verkocht. Het uitgangspunt van elke boekhouding is de balans. Toen hij net begon had hij € 4.000 eigen geld in de onderneming gestoken. Van dat bedrag had hij nog € 2.000 in de kas en de rest stond op de bank. Een balans is een overzicht van bezittingen, schulden en het eigen geld (eigenvermogen) dat in een onderneming gestoken is. De beginbalans van A. Bundy zag er als volgt uit: Debet Kas Bank Totaal
Credit 2.000 2.000 4.000
Eigen geld (eigen vermogen)
4.000
Totaal
4.000
Bezittingen staan op een balans links of debet. Hoe je aan het geld gekomen bent om deze bezittingen te financieren staat rechts of credit. Het totaal van de bezittingen worden ook wel activa genoemd. Het totaal van de creditzijde de passiva.
Stel dat er 10 fietsen voor € 300 per stuk ingekocht werden. Wat heeft dat dan voor gevolg voor de onderneming als de fietsen per bank zijn betaald? De voorraad fietsen neemt toe met 10 x 300 =€ 3.000 Zijn geld op de bank werd met € 3.000 minder. Er stond echter een saldo van € 2000 positief. Met de bank is afgesproken dat hij op de lopende rekening € 3.000 rood mag staan. Zo’n krediet van € 3.000 wordt rekening courantkrediet genoemd.
Hoe wordt dit nu verwerkt in de boekhouding? Voorraad neemt toe met 10 x 300 = € 3.000 Bank saldo neemt af van 2.000 – 3.000 = € 1.000 negatief
De balans er dan als volgt uit: Debet Voorraad 3.000 Kas 2.000 Bank (2000 – 3000) - 1000
Credit Eigen vermogen
4.000
De balans klopt nu aangezien we met een min te maken hebben, maar in de boekhouding werken we niet met plus en min. Als we de min credit neerzetten klopt het wel. Debet
Credit
Voorraad Kas
3.000 2.000
Eigen vermogen Bank
4.000 1.000
De balans klopt nu nog steeds, want debet staan nog steeds de bezittingen. Credit staat hoe ik aan het geld gekomen ben om deze bezittingen te betalen. Nog steeds zit er 4.000 euro eigen geld in, maar inmiddels ook 1.000 euro geleend geld van de bank. In dit geval kun je vrij snel zien hoe de nieuwe balans er uit komt te zien. Maar als je vele financiële feiten hebt wordt dit onoverzichtelijk. Een oplossing hiervoor is dat eerst aangegeven wordt bij welk financieel feit welke rekening verandert. In dit voorbeeld: Voorraad Bank
+3000 – 3000
Omdat we niet met plussen en minnen werken is er een andere oplossing gekozen. Voorraad neemt met 3000 toe dus moeten we Debet wat bijboeken. Bank neemt met 3000 af dus moeten we aan de debetzijde – 3000 boeken. Dat laatste doen we niet en dan wordt debet credit (of andersom) We werken immers niet met minnen in de boekhouding.
Voorbeeld Balansrekening:
Debet 3000
Voorraad Bank
Credit 3000
Als je naar de rekening van de voorraad gaat kijken dan ziet die er als volgt uit: Debet Voorraad Credit 1/1 inkoop
0 3000
per saldo heb je dus 3000 bezit aan voorraad Debet 1/1
Bank 2000
Credit inkoop
3000
Per saldo heb je dus 1000 schuld aan de bank. Als je de andere rekeningen ook bekijkt dan verandert er in deze rekeningen niets. Als totaal krijg je dan weer als eindbalans. Debet
Credit
Voorraad Kas
4.000 1.000
3.000 2.000
Eigen vermogen Bank
Opdracht 1. a. Geef aan welke rekeningen van de balans en met welk bedrag die rekeningen zouden veranderen als er contant voor 100 euro fietsen ingekocht waren. b. Hoe zou de nieuwe balans er dan uit zien?
Wat nu als A. Bundy een fiets op rekening verkoopt voor laten we zeggen een brutowinstopslag van 50% van de inkoopprijs. De Inkoopprijs: IP 100% van de IP = 300 + Brutowinst: BW 50% van de IP = 150 = Verkoopprijs VP 150% van de IP = 450 N.B. Blijf altijd werken met dit schema. Opdracht 2. Hoeveel zou de verkoopprijs geweest zijn als de brutowinstmarge 50% van de verkoopprijs was??
Hoe wordt de verkoop nu verwerkt in de boekhouding? Eens even kijken wat er verandert: Voorraad Debiteuren Winst
– 300 + 450 + 150
Naam balansrekening: Debet Debiteuren (bezit +) Voorraad (bezit -) Winst
Credit
450 300 150
De winst heeft invloed op het eigen vermogen. Als je niets met die 150 euro winst doet heb je er nl. in totaal 4000 + 150 aan eigen geld in gestoken. rekeningen: Debet
Voorraad
1/1
3000
Credit 300
Per saldo heb je dus 2700 bezit aan voorraad.
Debet 1/1
Debiteuren
Credit
0 verkoop 450
Per saldo heb je dus 450 bezit aan debiteuren.Het is nl. een bezit, ofschoon je het geld nog niet hebt. Als er per kas betaald was had je het geld al wel als bezit binnen gehad, maar ook als je geld te vorderen hebt van een koper kun je dat als een bezit zien. Je hebt een product geleverd en dus geld tegoed. Volgens de wet heb je recht op dit bedrag. Eigen vermogen Debet
Credit 1/1 4000 winst 150
per saldo heb je dus 4150 aan eigen geld in de onderneming zitten. Als totaal krijg je dan weer als eindbalans Debet Voorraad 2.700 Eigen vermogen Kas 2.000 Bank Debiteuren 450 Winst 5.150
Credit 4.000 1.000 150 5.150
Opdracht 3. a. Geef aan welke rekeningen van de balans en met welk bedrag die rekeningen zouden veranderen als er contant voor 100 euro fietsen verkocht waren met een inkoopwaarde van 70 euro. b. Hoe zou de nieuwe balans er dan uit zien? Even samenvatten wat er van de inkoop en verkoop in totaal gebeurd is: Beginbalans: De beginbalans van A. Bundy zag er als volgt uit: Debet Credit Kas 2.000 Eigen geld (eigen vermogen) 4.000 Bank 2.000 Totaal 4.000 Totaal 4.000 Inkoop voor 3000 euro per bank Balansrekening Debet 3000
Voorraad Bank
Credit 3000
Verkoop op rekening voor 450 euro terwijl de inkoopwaarde van de verkoop 300 was: rekening: Debet Credit Debiteuren (bezit +) Voorraad (bezit -) Winst
450 300 150
Verwerken in de balansrekeningen apart: Voorraad Debet Credit 1/1 0 inkoop 3000 Bank Debet 1/1 2000
Credit 3000 Voorraad
Debet 1/1
Credit 300
3000 Debiteuren
Debet 1/1 0 verkoop 450
Debet 0
Credit
Eigen Vermogen
Credit 1/1 4000 winst 150
De eindbalans ziet er dan weer als volgt uit: Debet Voorraad Kas Debiteuren
Balans 2.700 2.000 450 5.150
Eigen vermogen Bank Winst
Credit 4.000 1.000 150 5.150
We zouden om een duidelijk overzicht te krijgen ook alle balansrekeningen onder elkaar kunnen zetten en krijgen dan het volgende overzicht als we de totalen per balansrekening bekijken:
Voorraad Kas Debiteuren Eigen vermogen Bank Winst Totaal
Rekening apart Debet Credit 3000 300 2000 0 450 0 0 4000 2000 3000 0 150 7450 7450
Saldo Debet Credit 2700 2000 450 4000 1000 150 5150 5150
Eindbalans Debet Credit 2700 2000 450 4000 1000 150 5150 5150
Het laatste totaal overzicht noemen we een kolommenbalans en dit is een overzichtelijke manier om de eindbalans samen te stellen. De rekeningen apart noemen we grootboekrekeningen. Het overzicht waar al deze rekeningen stuk voor stuk instaan noemen we het grootboek. Het overzicht waarin we aangeven welke grootboekrekeningen we debet en credit moeten boeken met de bijbehorende bedragen noemen we het journaal. Het overzicht waar het totaal van de grootboekrekeningen apart staan in de kolommenbalans heet een proefbalans. Het totaal aan de debetzijde en creditzijde moet aan elkaar gelijk zijn. Dit is een extra controle middel of je geen fouten gemaakt het. De verschillende saldo’s (saldi) gaan dan naar de saldibalans en uiteindelijk komt de eindbalans tot stand. Als we in een computerprogramma aangeven welke rekeningen we in het journaal debet en credit moeten boeken kan er erg makkelijk een totaal overzicht (in dit geval de eindbalans) uitrollen. Opdracht 4. Maak de volgende kolommenbalans af: Proefbalans Saldibalans Eindbalans Rekening apart Saldo Eindbalans Debet Credit Debet Credit Debet Credit Voorraad 4000 3000 Kas 1500 0 Debiteuren 550 20 Eigen vermogen 0 ? Bank 3000 2000 Winst 0 350 Totaal 9050 9050
Een schematisch overzicht van de boekingsgang: Financiële feiten ↓ ↓ Journaal ↓ ↓ Grootboek ↓ ↓ Kolommenbalans ↓ ↓ Eindbalans
Dit was een simpele opzet van een boekhouding. Nu gaan we het iets uitbreiden want de onderneming moet ook BTW betalen aan de overheid en ze kan BTW terugvorderen van de fiscus als de onderneming BTW betaalt aan de leverancier: BTW is de belasting over de waarde die een bedrijf toevoegt. Als een bedrijf zelf BTW betaalt aan een leverancier bijvoorbeeld kan zij deze BTW terugvragen aan de overheid. (te vorderen BTW) De klant betaald uiteindelijk alle BTW. Als het bedrijf een product verkoopt moet zij BTW doorrekenen aan de klant. Het totaal bedrag moet het bedrijf dan weer afdragen aan de overheid. (te betalen BTW) Ondernemers zijn bijna altijd verplicht hun klanten omzetbelasting in rekening te brengen. De omzetbelasting kent drie verschillende tarieven: • het algemene tarief: 19% • het verlaagde tarief: 6%; dat geldt voor eerste levensbehoeften en bepaalde diensten, zoals openbaar vervoer en taxi’s. • het nultarief voor export. • •
Je moet weten welke BTW-tarieven worden gehanteerd. Je moet kunnen vertellen hoe de BTW wordt verrekend met de belastingdienst.
afspraken touroperator / reisbureau Eigen vervoer 19% Trein 6% Vliegtuig 0% Bus 6% Voor de bus is een aparte regeling. Indien de bus in Nederland vertrekt, dan wordt er 6% doorbelast tot aan de grens. In elk land geldt weer een ander tarief die daar vervolgens bovenop wordt geteld. afspraken voor camping / bungalowpark / attractieparken Staanplaatsen 19% Bungalows 19% horeca 6% supermarkt 6% entree attractieparken 6% afspraken winkels toeristische informatie alle artikelen 19%
De overheid heeft een aantal jaren geleden het BTW percentage van Kappers en andere arbeidsintensieve diensten verlaagt van 19% naar 6%. Ook op condooms is dit destijds verlaagt van 19% naar 6%. Opdracht 5. Waarom was deze BTW verlaging op deze producten en diensten? In ons voorbeeld: Financieel feit: Stel dat er 10 fietsen voor 300 euro per stuk ingekocht werden. De fietsen zijn per bank betaald. BTW is 19% . A. Bundy moet in totaal: 10 x 300 + 19% BTW = 3570 De voorraad fietsen neemt toe met 10 x 300 = 3.000 euro. Zijn geld op de bank werd met 3.570 minder. Bundy heeft 570 BTW terug te vorderen van de overheid. Journaal: Grootboekrekening Debet Credit Voorraad 3000 Te vorderen BTW 570 Aan Bank 3570 N.B. per saldo heb je dus nu dus 1570 schuld aan de bank. N.B. houd rekening met het beginbedrag. Opdracht 6. Controleer dit. Financieel feit: Van de verkoop van 1 fiets boek je: Debiteuren:
450+ 19% = Te betalen BTW Voorraad Winst
+ 535,50 + 85,50 - 300 + 150
Journaal: Naam grootboekrekening: Debet Debiteuren (bezit +) Te betalen BTW Voorraad (bezit -) Winst
Credit
535,50 85,50 300 150
Grootboek: Debet 1/1 0 inkoop 3000 Debet 1/1 0 verkoop
535,50
Debet 1/1 inkoop
0 570
Voorraad
Credit verkoop 300
Debiteuren
Credit 0
Te vorderen BTW 0
Debet 1/1 0
Te betalen BTW
Debet 1/1 2000
Bank
Debet 1/1
Winst
Voorraad Kas Debiteuren Te vorderen BTW Eigen vermogen Bank Te betalen BTW Winst Totaal
Credit
Credit 85,50 Credit 3570 Credit verkoop 150
Proefbalans Saldi Debet Credit 3000 300 2000 0 535,50 0 570 0 4000 2000 3570 85,50 0 150 7450 7450
balans Debet 2700 2000 535,50
Credit
Eindbalans Debet Credit 2700 2000 535,50
0
150
150
5150
Opdracht 7: Maak de eindbalans af aan de hand van bovenstaande kolommenbalans: Opdracht 8: a. Beredeneer waarom te vorderen BTW aan de debetzijde staat en blijkbaar als een bezit gezien wordt. b. Waarom staat te betalen BTW aan de creditzijde van de balans???
Boekingsregels: Als je goed kijkt naar een balans dan zie je debet de bezittingen(B) staan. Als je bezit toeneemt boek je meer debet. Aan de creditzijde van de balans staan o.a. je schulden (S). Als die toenemen boek je meer credit. Aan de hand van een balans kun je boekingsregels afleiden: bezittingen B+ -> bezittingen B - ->
debet credit
schulden S+ -> schulden S - ->
debet
credit
Eigen vermogen EV + -> Eigen vermogen EV - ->
debet
Winst + Winst -
debet
credit
credit
Aangezien het bedrijf vaak veel rekeningen heeft die de winst beïnvloeden wordt de winst dmv resultatenrekeningen verklaard. Vaak verdeeld in Omzet en kosten. Als ik van de omzet de kosten afhaal hou ik winst of verlies over. Voor de beredenering of ik debet of credit moet boeken kun je nog steeds van de winst uitgaan. Door het hebben van kosten daalt mijn winst dus deze moet ik debet boeken. Door het maken van een omzet stijgt mijn winst dus credit boeken. De rekening privé heeft invloed op het eigen vermogen bij een eenmanszaak of VOF. Door een privé storting stijgt het EV dus credit. Door een privé opname (ook door goederen) daalt het EV dus debet.
We werken dus vanaf nu niet meer met + en – maar alleen met debet en credit. De boekingsregels moet je goed kennen, want je kunt dan altijd verklaren waarom je iets debet of credit boekt.
Omzet/ Inkoopwaarde van de omzet (IWO) Voor een onderneming is het belangrijk om te zien hoeveel ze per periode verkocht hebben. De omzet is een belangrijk gegeven. Het is handig om de omzet rechtstreeks uit de boekhouding te halen bijvoorbeeld door een rekening omzet in te voeren. Deze rekening kom je ook vaak tegen met de naam: opbrengst verkopen. Dit is een misleidende naam. Bij opbrengst denken wij immers vaak aan winst. Als je de rekening opbrengst verkopen of omzet gebruikt moet je ook meteen de inkoopwaarde van de omzet boeken, zodat je meteen de omzet – de inkoopwaarde van de omzet = brutowinst kunt zien. Voorbeeld: Van de verkoop van 1 fiets boek je: Debiteuren:
450+ 19% = Te betalen BTW Voorraad Winst
+ 535,50 + 85,50 - 300 + 150
De winst was dus 150 , per saldo hou je nog steeds een winst van 150. De omzet = 450 zodat de inkoopwaarde van de omzet 300 moet zijn.
Journaal: Naam grootboekrekening:
Debiteuren (bezit +) Te betalen BTW Voorraad (bezit -) Winst
Debet 535,50
Credit 85,50 300 150
Wordt dan: Debiteuren (bezit +) Te betalen BTW Omzet (w+) Inkoopwaarde van de omzet Voorraad (bezit -) De winst blijft dus per saldo
Debet 535,50
Credit 85,50 450
300 300 150
Opdracht 9: Uit welke twee rekeningen is die te halen???
Wat verandert er verder in het grootboek: Grootboek: Debet 1/1 0 inkoop 3000 Debet 1/1 verkoop
verkoop -300 Debiteuren
Credit
Te vorderen BTW
Credit
Te betalen BTW
Credit
0 570
Debet 1/1
0
Debet 1/1
Credit
0 535,50
Debet 1/1 inkoop
Voorraad
85,50
Bank 2000
Credit 3570
De rekening winst bestaat niet meer en is vervangen door de rekening omzet en inkoopwaarde van de omzet
Debet
Omzet
1/1
verkoop
Debet 1/1
Credit
Inkoopwaarde omzet IWO
300
450
Credit
Privé opnamen/ storting Door als eigenaar geld in de onderneming ontstaat het eigen vermogen. Als je er later privé nog geld bijstort neemt het eigen vermogen toe, als je privé er geld uit haalt bijvoorbeeld voor levensonderhoud, daalt het eigen vermogen. Privé is dus ook een rekening die het eigen vermogen beïnvloedt Als je een aparte rekening gebruikt voor privé opnames/ stortingen dan is er dus sprake van een hulprekening van het eigen vermogen. Alle hulprekeningen van het EV samen geven weer hoeveel het eigen vermogen verandert. Opdracht 10. Zijn de rekeningen Omzet en IWO ook hulprekeningen van het eigen vermogen?? Voorbeeld: Al Bundy stort 1000 euro extra in de kas. Journaalpost: Debet Kas (B+) 1000 Prive (EV+)
Credit 1000
Stel je betaalt 100 euro per bank aan loonkosten Hiervan boek je: Debet Loonkosten (W-) 100 Bank (B+)
Credit 100
N.B. Je boekt het dus op de rekening privé en niet meer op het eigen vermogen. Als je privé geld stort heb je nog geen winst gemaakt. Je maakt pas winst als je goederen inkoopt en voor een hogere prijs verkoopt. Privé heeft dus geen invloed op je winst en is dus geen resultatenrekening. Als je omzet en IWO vergelijkt zie je wel meteen de brutowinst en heeft invloed op het resultaat. Deze rekeningen zijn dus wel resultatenrekeningen. Het totaal van al deze resultatenrekeningen vind je in de resultatenrekening ook wel verlies en winstrekening genaamd. Deze rekening kan onder elkaar maar ook naast elkaar opgesteld zijn. Voorbeeld: Omzet: - IWO -
450 300
= bruto-verkoopresultaat: - kosten:
150 100
= nettowinst
50
Of Debet IWO Kosten Nettowinst
Verlies en winst 300 100 50
Credit Omzet 450
Als je weer naar de kolommenbalans gaat kijken kun je dat ook zien. Je moet nu er wel een aparte kolom tussenzetten voor alle resultatenrekeningen. Na de veranderingen van de kasstorting privé en de rekeningen omzet en IWO ziet die er als volgt uit:
Voorraad
Proefbalans Debet Credit 3000 300
Kas
3000
Debiteuren Te vorderen BTW Eigen vermogen Bank
0
0
300
Kosten
100
450 0 0
5050 1670
85,50
IWO
Nettowinst Totaal
535,50
4000 3670
0
Eindbalans Credit
570
4000 2000
Omzet
Debet 2700 3000
535,50
570
Te betalen BTW
Privé
Resultaatrek Debet Credit
0 3000
535,50 570
Saldi balans Debet Credit 2700
1670
85,50 0 300 100
85,50
450
450
0
300
0
100
1000 50 9505,50 9505,50 7105,50 7105,50 450 450 6805,50
6805,50
Je kunt er nu als het ware een kolom bijzetten die aangeeft hoeveel winst je gemaakt hebt. N.B prive komt niet op de resultatenrekening te staan omdat dat niets met winst en verlies te maken heeft. Je nieuwe eigen vermogen komt dus bij een eenmanszaak als volgt tot stand: Oud EV + Nettowinst + Privéstorting- Privéopname In dit geval: 4000 + 50 + 1000- 0 = 5050.
Haal bij onderstaande kolommenbalans de fouten eruit en verbeter die
Voorraad Kas Debiteuren Te vorderen BTW Eigen vermogen Bank Te betalen BTW Omzet IWO Privé Nettowinst Totaal
Proefbalans Saldi balans Debet Credit Debet 3000 300 2700 3000 0 3000 400 0 450 570 0 4000 4000 2000 3570 1000 85,50 0 450 450 300 0 300 0 100 7450 7450
Resultaatrek Eindbalans Credit Debet Credit Debet Credit 2700 3000 450 570 4000 1000 85,50
0 450 300 100 50 5150 5150
5150 5150
Dagboeken: Veel voorkomende financiële feiten kun je zo veel mogelijk ordenen/ bij elkaar zetten. De meeste bedrijven hebben veel inkopen op rekening, verkopen op rekening, kasbetalingen en ontvangsten, bankbetalingen en ontvangsten en financiële feiten die dan overblijven:diverse posten of memoriaal. Tegenwoordig gebeurd dat veelal met een computerboekhouding en ook deze heeft de volgende gezamenlijke/collectieve “boeken”:
Inkoopboek: hierin staan alle inkopen op rekening Voorraad Te vorderen OB Aan crediteuren Verkoopboek: hierin staan alle verkopen op rekening Debiteuren Aan te betalen BTW Omzet IWO Aan
voorraad
Kasboek: hierin staan alle kas ontvangsten (aan de debetzijde) en uitgave (creditzijde) Het journaliseren hiervan is lastig. Eigenlijk moet je eerst kijken welke journaalpost je individueel maakt en dat dan verwerken in het kasboek. Voorbeeld: Contant ingekocht:
100 fietsen voor 100 € per stuk BTW 19%
Journaalpost:
voorraad Te vorderen BTW Aan kas
10.000 1.900 11.900
Contant verkocht:
50 fietsen voor 200 €
Journaalpost:
Kas Aan
50 x 200 x 1,19 = 11.900 te betalen BTW 1.900 Omzet 10.000
IWO (50 x 100) Aan voorraad
5.000 5.000
Het kasboek ziet er dan als volgt uit: Je hoeft nu alleen de tegenrekeningen invullen: Debet
Kasboek
Datum
Tegenrekening
1/1
PM saldo (begin bedrag)
2/1
Omzet Te betalen BTW
Bedrag Datum € 500 5/1 € 10.000
Credit Tegenrekening Voorraad
Bedrag € 10.000
te vorderen BTW
€ 1.900
€1.900
Nog even extra uitleg: Aan de debetzijde van het kasboek staan dus alle kasontvangsten Aan de creditzijde van het kasboek staan dus alle kasbetalingen. De omschrijvingen en tegenrekeningen moet je dus tegengesteld boeken. Let op…als het aan de kaszijde debet staat dan moet je de tegenrekeningen credit boeken: PM. Saldo is het begin en eindbedrag en daar hoef je geen journaalpost van te maken. Het bankboek gaat hetzelfde als het kasboek dus de tegenrekeningen aan de debetzijde (bankontvangsten) boek je credit. De levering van de goederen wordt vaak bij het diverse postenboek geboekt. Je boekt van bovenstaande verkoop: IWO 5.000 Aan voorraad 5.000 Ook staan hierin dus de financiële feiten die je niet in andere boeken kwijt kunt bijvoorbeeld waardedalingen van vaste activa (afschrijvingen) © Economie Leer Kracht