BELEIDSPROGRAMMA 2007 – 2012
INHOUDSTAFEL I. II. III. IV. V. VI. VII. VIII. IX. X. XI. XII. XIII. XIV. XV. XVI. XVII. XVIII. XIX. XX. XXI.
INLEIDING FINANCIEN ALGEMEEN BESTUUR VEILIGHEID MOBILITEIT EN INFRASTRUCTUUR HANDEL EN MIDDENSTAND ECONOMIE,WERK EN LANDBOUW ONDERWIJS KENNISINSTELLINGEN EN STUDENTEN COMMUNICATIE, FEESTELIJKHEDEN EN TOERISME CULTUUR JEUGD SPORT MONUMENTENZORG WELZIJN DIVERSITEIT ONTWIKKELINGSSAMENWERKING MILIEU EN OPENBARE NETHEID OPENBAAR GROEN EN BEGRAAFPLAATSEN HUISVESTING EN GRONDBELEID RUIMTELIJKE ORDENING
3 4 6 9 13 19 21 24 26 28 30 34 37 38 39 46 48 49 52 54 58
2
I.
INLEIDING
De coalitie die op 2 januari werd vernieuwd begint aan een derde legislatuur. Zij legt u bij deze – bovenop het decretaal voorgeschreven beleidsplan, haar voornaamste politieke opties voor, voor de bestuursperiode 2007-2012. Deze zullen als uitgangspunt dienen voor het gedetailleerde beleidsplan dat in oktober a.s. dient voorgelegd. Het is trouwens onze bedoeling om de gemeentebegroting voor het volgende jaar voortaan in de loop van oktober aan de gemeenteraad voor te leggen. Andermaal werd gekozen voor een zakelijke en (zoveel als mogelijk) becijferende aanpak. Daarom werd dit akkoord gekoppeld aan de begroting van 2007. De goedkeuring van de begroting impliceert dus ook de goedkeuring van deze beleidskeuzes en is een eerste stap in de uitvoering ervan. Het college bevestigt de andere uitgangspunten die reeds opgesomd werden in de inleiding tot de beleidsnota’s van 2001. Ook deze legislatuur begint temidden van een aantal onzekerheden: • • • • • • •
de verdere evolutie van de dividenden uit de energie-intercommunales; het zogenaamde fiscaal pact met de gemeenten; de werkelijke kostprijs van het integraal waterbeleid; de hervorming van de brandweer; de mogelijke herziening van de K.U.L.-norm voor de politiefinanciering; de verdere evolutie van het gemeentefonds; ….
Dat veronderstelt een meerjarenplanning die tot zeer gedetailleerd en toch voldoende flexibel is. Het spreekt vanzelf dat met alle inzet zal worden verdergewerkt aan de reeds opgestarte projecten: veilingsite, Leuven-Noord, Kop van Kessel-Lo, de museumsite, om er slechts enkele te noemen. Daarnaast dienen bijkomende accenten gelegd: 1.
betaalbare huisvesting is er het voornaamste van. Het aantrekkelijke, veilige en bruisende karakter van onze stad lokt heel wat mensen naar Leuven. Keerzijde van de medaille is echter dat de prijzen voor het huren, kopen of bouwen van woongelegenheid naar ongekende hoogten stijgen. Het moet onze absolute prioriteit zijn dit fenomeen af te remmen en een aanvaardbare sociale mix te bewaren (of te herstellen).
2.
het nieuwe stadskantoor moet het startsein geven voor een nieuwe dienstverleningscultuur. De groepering en modernisering van diensten moet het contact met de inwoners vlotter en efficiënter maken.
3.
we dienen het ‘Leuven-gevoel’ te stimuleren waar het ook maar enigszins kan. Er zijn vele redenen om fier te zijn op deze stad. We dienen mensen daar ook van te overtuigen. Rekening houdend met het snelle verloop van onze (weliswaar groeiende) bevolking moet het toch de bedoeling zijn een voldoende kern in stand te houden en te ontwikkelen van mensen die zich Leuvenaar voelen.
Voor het detail en de concrete beleidsinitiatieven verwijzen wij u naar de afzonderlijke hoofdstukken.
3
II.
FINANCIEN
Het toetsen van de hieronder geschetste krijtlijnen gebeurt bij de goedkeuring van de jaarrekening.De situatie van de laatste gekende jaarrekening zal als uitgangspunt dienen om de begroting van het lopende dienstjaar bij te sturen en als ijkpunt gelden bij de totstandkoming van de volgende begroting. De stad wil bij het opstellen van de jaarlijkse begroting uitgaan van een evenwicht tussen de gewone uitgaven en de gewone ontvangsten van het eigen dienstjaar. Actiepunten: • eenmalige uitzonderlijke opbrengsten die, omwille van allerlei voorschriften toch moeten aangerekend in de gewone dienst, vallen niet in de hiervoor genoemde categorie van ‘gewone ontvangsten eigen dienstjaar’ en zullen gebruikt worden voor de financiering van de buitengewone dienst De stad wil uitgaan van het principe dat de uitstaande schuld eigen aandeel gedurende deze legislatuur niet zal toenemen. Actiepunten: • de schuldfinanciering over een periode van zes jaar zal principieel gelijk zijn aan de schuldaflossingen over dezelfde periode. Concreet betekent dit dat de jaarlijkse capaciteit voor schuldfinanciering wordt beperkt tot 15 miljoen euro per jaar. De uitstaande schuld eigen aandeel mag nooit hoger zijn dan de geïndexeerde waarde van 175 miljoen euro op 01/01/2001. De stad wil dat de totaliteit van de aanvullende personenbelasting en de onroerende voorheffing het gemiddelde van de Vlaamse centrumsteden niet overschrijdt. De stad wil dat doelbelastingen en retributies het kostenpatroon volgen. Concreet: • het gaat over parkeermeters, huisvuil, de afgifte van administratieve stukken… De stad wil een gewoon reservefonds aanhouden om de in- en uitgaande kassastromen op elkaar af te stemmen. Concreet: • het reservefonds bedraagt 15% van de totale uitgaven van het eigen dienstjaar van de laatst goedgekeurde begrotingsrekening De stad wil voor de financiering van het AGSL uitgaan van het principe van de cashpooling. Concreet: • De ‘volstorting’ van het onderschreven maatschappelijk kapitaal en het verstrekken van (doorgeef)leningen zullen worden gestort in functie van de financiële behoeften van het AGSL. Het AGSL bezorgt daarvoor aan de stad Leuven maandelijks een geactualiseerde thesaurie- en liquiditeitsplanning. De bijdrage in het exploitatietekort van het AGSL wordt door de stad Leuven jaarlijks bijgepast zoals bepaald in de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Leuven en AGSL. De stad wil bij het opstellen van het financieel meerjarenplan uitgaan van: o het feit dat de netto personeelsuitgaven geplafonneerd worden op het niveau van de rekening 2006, jaarlijks verhoogd met 3,5%. Deze ambitie is afhankelijk van externe beslissingen als een nieuwe CAO of een verandering in de RSZ voor PPO’s. o het feit dat de werkingsuitgaven, met uitzondering van de uitgaven voor openbare verlichting, verzekeringen, belastingen en financieel beheer, 4
o o
geplafonneerd worden op het niveau van de rekening 2006, jaarlijks verhoogd met de factor (0,15 x0,02). het feit dat de jaarlijks niet verplichte subsidies geplafonneerd worden op het niveau van de rekening 2006. het feit dat de dotatie aan de politie, waarvan 90% besteed wordt aan personeelsuitgaven, met maximum 3,5% stijgt. Eventuele overschotten worden gebruikt als financiering van de buitengewone dienst of als hulpmiddel om aan deze norm te voldoen.
5
III.
ALGEMEEN BESTUUR
1. PERSONEEL EN ORGANISATIE Deze legislatuur dienen zich voor het stadsbestuur twee belangrijke vernieuwingen aan: o de implementatie van het nieuwe gemeentedecreet o de verhuis van de diensten naar de stationsbuurt Deze veranderingen zullen een aanzienlijke invloed hebben op de organisatie, de dienstverlening en het intern beheer van de stadsdiensten. Daarom is het noodzakelijk om deze vernieuwingen in goede banen te leiden door voldoende aandacht te schenken aan een efficiënte communicatie en begeleiding in en door alle departementen heen. De stad stelt een efficiënte, klantvriendelijke en toegankelijke dienstverlening centraal. Actiepunten: • het gemeentelijk loket moet via verschillende kanalen toegankelijk zijn: - via het traditionele fysieke loket - via briefwisseling - telefonisch - via elektronische weg (cf. burgerzaken) • de huidige openingsuren evalueren en aanpassen aan de hedendaagse behoeften van de burger • de diensten moeten vlot bereikbaar zijn voor personen met een handicap. Op termijn dienen niet alleen de stadsdiensten maar ook alle openbare gebouwen en plaatsen voor mensen met een handicap toegankelijk worden gemaakt. • om de maximale flexibiliteit te garanderen zal het idee van het mobiel infohuis verder uitgewerkt worden. Bij de opmaak van het bestek moet onderzocht worden hoe een mobiel infohuis kan georganiseerd worden en hoe dat - in samenspraak tussen stad, aannemer en eventueel andere partners - kan gefinancierd worden. • werk maken van een meer eenduidige, uniforme en klare regelgeving. Daarbij moeten ICT-toepassingen (als het GIS) efficiënter worden aangewend en in functie staan van de uitgetekende processen. Onze informaticatoepassingen zijn een belangrijk onderdeel van een goede uitgebalanceerde dienstverlening. De stad wil een sterk personeelsbeleid realiseren. Actiepunten: • streven naar een correcte personeelsadministratie waarbij rekening gehouden wordt met de behoeften van de verschillende lijndepartementen. Het personeelsbeleid van de lokale besturen dient in de toekomst beter in overeenstemming worden gebracht. • de objectivering van de aanwervingen en bevorderingen in het loopbaanbeleid verderzetten en verfijnen. De stad wil niet alleen de juiste mensen binnenhalen, maar ze ook op de juiste plaats inzetten. • verder werk maken van competentiemanagement als sleutel tot een geïntegreerd personeelsbeleid • leidinggevenden ondersteunen in het voeren van functioneringsgesprekken met hun medewerkers. Daarbij gaat de aandacht naar de ontwikkeling van de medewerker. Er zal ook werk worden gemaakt van het opmaken van persoonlijke ontwikkelingsplannen. • het evaluatiesysteem voor de tijdelijke contracten verder uitwerken. Voor de decretale graden (secretaris, adjunct-secretaris en financieel beheerder) zal voorzien worden in een gepast evaluatiesysteem. • de rechtspositieregeling in overeenstemming brengen met het gemeentedecreet en zijn uitvoeringsbesluiten. De lopende CAO's voor het personeel zullen hierbij correct uitgevoerd worden, met voorrang voor de laagste inkomens. Met de representatieve vakorganisaties zal gestreefd worden naar een open en constructieve communicatie. • de onthaalvorming evalueren en aanpassen aan de huidige behoefte. Er zal een petermeterschap ingevoerd worden om nieuwe medewerkers zo snel mogelijk te laten inwerken in de stad. 6
•
• • •
de vorming is niet enkel gericht op het verwerven van kennis maar ook op het ontwikkelen van competenties en leiderschapskwaliteiten. Verder zal er aandacht besteed worden aan het ‘train the trainer-principe’, zodat opgedane kennis intern wordt overgedragen. werk maken van een veiligheidsbeleid voor het Leuvense stadsbestuur met prioritair aandacht voor een risicoanalyse van de werksituatie. Inzake preventie zal een alcohol-, drugs- en rookbeleid ontwikkeld worden. streven naar een diversiteitbeleid met voldoende aandacht voor kansengroepen (jongeren, allochtonen, personen met een handicap, vrouwen, ervaren werknemers en kortergeschoolden) de stad vraagt uitdrukkelijk aan de wervings- en selectie-instanties (VDAB, Jobpunt Vlaanderen,…) bij hun procedures te zorgen voor gelijke kansen
De stad wil een sterke interne organisatie. Actiepunten: • werk maken van de interne communicatie in nauwe samenwerking met de communicatiedienst. De doelstelling is niet enkel medewerkers te informeren maar evengoed de op til staande veranderingen te verankeren binnen de organisatie. In dit kader zal samen met de dienst communicatie ook werk gemaakt worden van een sterke personeelssite als instrument voor e-HR. • het uittekenen van een strategisch meerjarenplan. Dit vormt de basis van het personeelsbeleid.
7
2. BURGERZAKEN Omdat de burger een steeds betere en snellere dienstverlening verwacht, die daarenboven efficiënt, klantgericht, flexibel, open en divers is, moet de burger centraal komen in de dienstverlening van burgerzaken. Door een divers aanbod van dienstverlening aan te bieden, krijgt de burger extra keuze in de wijze waarin hij de dienstverlening wil verkrijgen. Dit zal o.a. gebeuren door een verdere digitalisering. De stad wil een algemeen klantvriendelijke service verzekeren. Actiepunten: • organiseren van de bewegwijzering in een flexibele lokettenzaal op een voor de burger duidelijke manier • het beschikbaar stellen van de achtergrondinformatie over de dienstverlening op verschillende manieren voor de burger • installeren van een nieuw systeem van kassabeheer dat de financiële stromen binnen de dienst zal beveiligen en optimaliseren De stad wil een verbeterde digitale dienstverlening organiseren. Actiepunten: • uitbreiden van het e-loket aanbod en het on-line betalen invoeren. Hierbij zullen de mogelijkheden van de e-ID worden benut. • de akten van de burgerlijke stand en de aan het loket gebruikte dossiers digitaliseren. De stad wil door samenwerking met andere steden de Leuvense service verbeteren. Actiepunten: • het proefproject ‘documentaire aktes’ evalueren • een actieve rol spelen in interstedelijke overlegorganen inzake burgerzaken De stad zal een systeem opzetten ter afhandeling van klachten.
8
IV.
VEILIGHEID
1. POLITIE Het doel van de politie is een nog veiligere en meer leefbare stad voor alle (potentiële) gebruikers. Daarvoor moet de politie de nodige middelen hebben. De stad wil een lokaal integraal en gecoördineerd veiligheidsbeleid. Actiepunten: • het bevorderen van het integrale karakter van het veiligheidsbeleid en het nog beter verankeren van in andere bestaande beleidsprocessen • het verder uitbouwen van samenwerkingsvormen met verschillende actoren (lokale en bovenlokale beleidsverantwoordelijken, stadsdiensten, universiteit en onderwijsinstellingen, gerechtelijke overheden, federale politie, openbare en privéorganisaties, verenigingen en, niet in het minst de bevolking met haar specifieke doelgroepen) • een veiligheidsnetwerk oprichten in de vorm van een kerngroep integrale veiligheid. Die kerngroep is een denk- en overlegorgaan dat een strategisch veiligheidsbeleid ontwikkelt. Dit integraal beleid kan dan de basis vormen van het beleid van alle andere partners in het netwerk (zonaal veiligheidsplan, veiligheids- en preventiecontract, sociaal beleidsplan, milieuplan, wijkontwikkelingsplan, …). Voor de uitwerking van het integraal beleid zal steeds worden gezocht naar een draagvlak bij andere partners. De stad wil de algemene werking van de lokale politie Leuven verder verbeteren. Actiepunten: • met het oog op het nieuwe zonaal veiligheidsplan 2009-2012 de huidige werking van de politiezone evalueren. Hierbij wordt o.a. beoogd om de interne bedrijfsvoering en organisatieontwikkeling van het politiekorps nog beter af te stemmen op de filosofie van gemeenschapsgerichte en informatiegestuurde politiezorg (IPG). • algemene krachtlijnen in de politiewerking blijven: - een zichtbare, aanspreekbare en contacteerbare politie door een wijkgerichte inzet van politiemensen - nadruk op een preventieve aanpak van de veiligheidsproblemen - een permanente heroriëntering van prioriteiten en doelstellingen naar de belangrijkste veiligheids- en samenlevingsproblemen - een efficiënte en doeltreffende aanwending van middelen en medewerkers • onderzoeken in welke mate het personeelsbehoeftenplan van de politie Leuven binnen de bestaande budgettaire mogelijkheden kan worden geoptimaliseerd De stad wil de preventie en veiligheid verder optimaliseren. Actiepunten: • de rol van de preventieraad in het integraal veiligheidsbeleid bestendigen • bij de uitwerking van het strategisch veiligheids- en preventieplan 2007-2010 de nodige synergie nastreven met het politioneel veiligheidsbeleid (o.a. zonaal veiligheidsplan en haar prioriteiten) en met andere beleidsdomeinen binnen de stad • in aansluiting op de tweejaarlijkse veiligheidsmonitor een meer doorgedreven bevolkingsbevraging organiseren tot op wijk- of buurtniveau. Die bevraging moet toelaten om een diepgaandere en meer lokaal gerichte analyse te maken, rekening houdende met de lokale prioriteiten en problematieken (studenten, uitgaansleven, …). • overlastfenomenen zullen waar mogelijk met administratieve sancties worden aangepakt. Het geïntegreerd politiereglement zal hiertoe waar nodig worden geoptimaliseerd. Sanctionering door andere diensten dan politie, wordt ingevoerd. • bij evenementen (Beleuvenissen, Leuven in scène, Marktrock, Hapje Tapje, …) blijft veiligheid een gedeelde verantwoordelijkheid van de organisatoren en de lokale politie • geweldsdelicten (vechtpartijen, diefstallen met geweld) die worden gepleegd in het raam van het uitgaansleven in o.a. de binnenstad van Leuven, zullen in partnerschap met de horeca kordaat worden aangepakt 9
•
de premie voor inbraakpreventie die door de stad wordt toegekend, zal worden geëvalueerd in het raam van de invoering van de fiscale aftrek van investeringen inzake inbraakpreventie
De stad wil de verkeersveiligheid verder verbeteren. Actiepunten: • de impact van het zwaar vervoer in het verkeer evalueren. Waar mogelijk zal zwaar vervoer worden gebundeld op een aantal daarvoor geschikt (te maken) wegen (preferentiële routes) waardoor de bereikbaarheid voor dit verkeer gewaarborgd blijft en de negatieve effecten van het gebruik van wegen door zwaar vervoer op andere wegen kan worden tegengegaan. De mogelijkheid zal worden onderzocht voor het afsluiten van convenanten tussen de stad en overkoepelende bedrijvenorganisaties waarin afspraken kunnen worden gemaakt over de preferentiële routes die de chauffeurs van bedrijven aan zullen houden, de maatregelen die de wegbeheerders nemen ter verbetering van de bereikbaarheid van de bedrijven en de acties die de politie doet voor handhaving van de veiligheid. • oorzaken voor verkeersongevallen met zwakke weggebruikers (voetgangers, fietsers) aanpakken • overdreven snelheid beteugelen met onbemande controles en gerichte politieacties. De gehanteerde snelheidsbeperkingen (50 km/u, zone 30) zullen worden geëvalueerd op hun doeltreffendheid, o.a. met het parket wat het aspect snelheidshandhaving betreft. De stad wil via de sociale dienst van de politie de leefbaarheid van de stad verbeteren. Actiepunten: • De succesrijke initiatieven met gemeenschapsbuurtagenten voor bvb. senioren, horeca, studenten... worden verdergezet en uitgebreid tot andere sectoren. • Er zal worden gewerkt aan het adopteren van schoolgemeenschappen door leden van het politiekorps. • Slachtofferhulp blijft minstens behouden op het huidige peil en wordt – waar de middelen het enigszins toelaten, nog uitgebreid. • Initiatieven waarbij burgers en/of studenten zich willen inschakelen in de zorg om bvb. overlast te bestrijden (bvb. stewards – gemachtigde opzichters ....) worden gestimuleerd. • De werking en de organisatie van de stadswacht wordt verder verbeterd. • In samenwerking met de scholen wordt gewerkt aan een systematische aanpak van het spijbelen. • Er wordt een contract opgesteld tegen overlast waarin respect voor de ander voorop staat. Daarin zal prioriteit worden gegeven aan de gecoördineerde strijd tegen graffiti, tags en vandalisme. • Hoe moeilijk dit in de praktijk ook moge blijken toch zal er worden van uitgegaan dat ook in de stad iedereen recht heeft op stilte. • Drugs- en alcoholpreventie blijven bovenaan de agenda van het beleid staan.
10
2. BRANDWEER De brandweer kan helpen bij het treffen van maatregelen ter voorkoming van ongevallen en ter bescherming van mensen, dieren of goederen. De brandweer biedt ook technische hulpverlening ten gunste van de openbare veiligheid. De Leuvense brandweer doet interventies in de stad Leuven, en ook in de gemeenten Bertem, Bierbeek, Haacht, Keerbergen, Boortmeerbeek, Kampenhout (uitgezonderd deelgemeenten Berg en Nederokkerzeel), Herent, Holsbeek (uitgezonderd Nieuwrode), Lubbeek (uitgezonderd Binkom), Oud-Heverlee en Rotselaar. De stad wil dat de brandweer de wettelijke taken vervult. Actiepunten: • brandinterventies: brandbestrijding en bestrijden van ontploffingsgevolgen • technische hulpverleningswerken: onder andere opsporen en bevrijden van personen en dieren in gevaarlijke situaties, duiken, vrijmaken van de openbare weg na ongeval of storm, vernietiging van wespennesten • dringende medische hulpverlening • brandpreventie • chemische, nucleaire en biologische vervuiling (ook koolwaterstoffen) • overstromingen: preventieve bescherming, pompwerkzaamheden, bijstand en/of aanwending van de afdichting • telecommunicatie: installatie van de operationele commandopost op het terrein • internationale opdrachten op aanvraag van de minister van Binnenlandse Zaken • preventieve opdrachten: aanwezigheid tijdens lokale manifestaties op aanvraag van de autoriteiten of van de organisatoren • logistiek: technische bijstand aan de politie en de gerechtelijke overheden (gericht) De stad wil dat de Leuvense brandweer de komende periode specifiek aan volgende punten werkt: efficiënte dringende medische hulpverlening De stad wil een permanente vorming van 60 brandweermannen-ambulanciers. Actiepunten: • aanwerving korpsgeneesheer • 24 uren vorming per jaar en per brandweerman-ambulancier De stad wil dat er vier ziekenwagens operationeel beschikbaar zijn. Actiepunten: • vervanging ziekenwagen interventies De stad wil het materieel – de voertuigen en de uitrusting – operationeel houden. Actiepunten: • aankoop van een haakarmvoertuig en een karweiwagen • aankoop materieel: duiklampen, brandslangen, fitnesstoestellen, ontzettingsmaterieel, straalpijpen, schuimproduct, thermische camera (75% subsidies), Astridradio's (75% subsidies)…. • aanpassing voertuigen: plaatsing waterkanon en schuiminstallatie op tankwagen en ombouw autopomp naar multifunctioneel voertuig De stad wil de brandwachten organiseren. Actiepunten: • voldoende materieel en personeel ter plaatse ter beschikking hebben tijdens evenementen zoals Marktrock, Rock Werchter, TW-Classic, Hapje tapje, Beleuvenissen, Langste Dag, vuurwerkorganisaties…..
11
preventie: wettelijke controles en adviezen (kb's, politiereglementen…) De stad wil voorrang geven aan de preventieonderzoeken van de studentenhuizen in Leuven en de opvolging van de resultaten. Actiepunten: • oprichting preventiecel De stad wil controles uitvoeren, zoals wettelijk bepaald: scholen, rustoorden, ziekenhuizen, kinderdagverblijven…. Actiepunten: • aanwerving officieren (opvulling kader) De brandweer controleert de brandveiligheid van horecazaken in gemeenten waar reeds een politiereglement goedgekeurd is. In de andere gemeenten dringt de brandweer aan op de goedkeuring van het politiereglement op de horeca. Actiepunten: • initiatief nemen voor goedkeuring politiereglement in gemeenten waar dit reglement nog niet in voege is technische vorming en fysieke paraatheid personeel De stad wil een goede technische vorming voor het brandweerpersoneel. Actiepunten: • opleiding Saver, RED-team, PIVO (brandweermannen, korporaal, officieren en preventionisten) De stad ijvert voor een goede fysieke paraatheid van het brandweerpersoneel. Actiepunten: • aanwerving korpsgeneesheer en sportmonitor De stad wil de fysieke paraatheid testen door nulmeting. Actiepunten: • organisatie test (zonder expliciete gevolgen voor personeel in 2007) 200-jarig bestaan van brandweer Leuven De stad wil het 200-jarig bestaan van de brandweer in 2007 vieren. De stad wil gedurende de periode tussen 25 september en 28 oktober 2007 een maximaal aantal personen informeren over de werking van de brandweer en haar geschiedenis. Actiepunten: • het organiseren van tentoonstellingen, demonstraties, congressen en studiedagen
12
V.
MOBILITEIT EN INFRASTRUCTUUR
1. ALGEMEEN Leuven bleef tot nog toe gespaard van een verkeersinfarct. De verkeersdrukte neemt echter steeds meer toe en de leefbaarheid van een aantal woonbuurten komt hierdoor in het gedrang. Het aantal verplaatsingen zal blijven stijgen en de geplande ontwikkelingen zullen extra verkeer veroorzaken. Om Leuven in de toekomst bereikbaar te houden zonder al te veel verkeershinder is het noodzakelijk om goede alternatieven voor de auto te ontwikkelen. De stad wil het mobiliteitsbeleid ondersteunen en verder uitwerken. Actiepunten: • het mobiliteitsplan evalueren: het is wettelijk verplicht om dit 5-jaarlijks te evalueren De stad wil binnen het streefbeeld van de ring ongelijkvloerse oplossingen globaal onderzoeken om de leefbaarheid en de oversteekbaarheid van de Vesten te verhogen. De stad zal aandringen bij het Vlaams Gewest en de NMBS om de idee van een ongelijkvloerse kruising aan de spoorwegovergang op de Naamsesteenweg te bekijken voor een betere doorstroming te krijgen en voor de mogelijkheid te creëren om een GEN te laten passeren aan Heverlee station.
13
2. VOETGANGERS De veiligheid en het comfort van de voetgangers zijn voor het stadsbestuur primair. De stad wil verder versneld werk maken van de heraanleg van de voetpaden in slechte staat en ze goed begaanbaar, voldoende breed en obstakelvrij houden. Actiepunten: • 100 km trottoirs in slechte staat heraanleggen • voetpaden en oversteekplaatsen voldoende verlichten • uitdunnen van het bos aan verkeersborden en waar mogelijk aan de gevel bevestigen • kasten van nutsbedrijven en bomen anders plaatsen De stad wil de verkeersluwe zone in het centrum van de stad gevoelig uitbreiden. De stad wil hindernissen voor slechtzienden, rolstoelgebruikers en kinderwagens wegwerken. De stad wil een netwerk realiseren van op elkaar afgestemde trage wegen voor voetgangers en fietsers. De stad wil de herinrichting van een aantal centrumpleinen tot autoluwe en gezellige ontmoetingsplaatsen. Actiepunten: • herinrichting Vismarkt • herinrichting Hogeschoolplein • herinrichting Herbert Hooverplein • de heraanleg van de gemeentepleinen van Wijgmaal, Kessel-Lo en Heverlee tot grote voetgangerszones • realiseren van een gemeenteplein in Wilsele-Dorp De stad wil de Muntstraat vernieuwen. Actiepunten: • onderzoeken of het haalbaar is om de straat te overdekken De stad wil de nodige aandacht schenken aan goede openbare toiletten.
14
3. FIETSERS De fiets is een gezond, milieuvriendelijk en handig vervoermiddel en moet volgens het stadsbestuur zoveel mogelijk ondersteund worden. De stad wil het fietsroutenetwerk verder uitbouwen door het aanleggen van nieuwe fietspaden in fietsvriendelijke materialen. Actiepunten: • 50 km nieuwe of te herstellen fietspaden • het doortrekken van het Jan Vranckxpad tot aan de Diestsesteenweg De stad wil waar mogelijk fietspaden gescheiden aanleggen van het autoverkeer. De stad wil veel aandacht geven aan ‘missing links’. Actiepunten: • zoeken naar ‘binnenwegen’ en ‘doorsteken’ en ‘linken’ tussen verschillende routes De stad wil extra aandacht schenken aan fietsenstallingen. Actiepunten: • het aantal beveiligde fietsstallingen verdubbelen met veel aandacht voor bijkomende stallingen in het centrum en aan lokalen van jeugdverenigingen • een grote bewaakte fietsenparking met fietshersteldienst en fietsuitleendienst aan het station • een experiment met fietsenstallingen waarbij een timer op het slot wordt geplaatst. • fietswrakken regelmatig verwijderen uit fietsenstallingen • de aanleg van een ondergrondse goed bewaakte en verlichte fietsenstalling met opbergkastjes voor boodschappen op het Fochplein • fietsstallingen aanleggen in overleg met de K.U.Leuven • fietsenstallingen aan randparkings De stad wil het gebruik van de fiets in het algemeen stimuleren en vergemakkelijken. Actiepunten: • een specifieke wegenkaart uitgeven voor zachte weggebruikers, waarop fietsroutes, schoolfietsroutes, doorsteken voor voetgangers en fietsers aangeduid worden • fietsopstelstroken voorzien aan kruispunten met verkeerslichten • invoeren van een specifieke bewegwijzering van veilige fietsroutes • sensibiliseringsacties (bv. Belgerinkel naar de winkel, fietsen naar Kyoto) verder zetten
15
4. OPENBAAR VERVOER Het stadsbestuur gaat voor een modern, fijnmazig en milieuvriendelijk openbaar vervoer dat snel, comfortabel en betaalbaar is. De stad wil bedrijven stimuleren om een bedrijfsvervoerplan op te stellen en uit te voeren. De stad wil de schoolvervoerovereenkomsten evalueren en uitbreiden. De stad wil verder onderhandelen met De lijn over een betere dienstverlening. Actiepunten waarover met De Lijn zal onderhandeld worden: • een vlottere doorstroming van het openbaar vervoer nastreven waar mogelijk zonder de leefbaarheid in het gedrang te brengen • evaluatie busplan • de uitbouw van een vervoersas op de ring (tegen de versmachting van het centrum) • het weren van gelede bussen uit het centrum • het opvoeren van het aantal kleine milieuvriendelijke citybussen die tegen een hoge frequentie en aangepaste snelheid de binnenstad doorkruisen • ervoor zorgen dat nieuwe stadslijnen dichtbevolkte wijken van de stad die vandaag zonder openbaar vervoer zitten, verbinden met het station (bijv. Sint Maartensdal) • aan een aantal bushaltes moet een reële tijdsaanduiding voorzien worden • een minimumbediening om de 15 minuten van alle deelgemeenten garanderen • elke deelgemeente tot 23 uur bedienen • inzetten van buslijnen die rechtstreeks van deelgemeente naar deelgemeente rijden en niet via het centrum (tangentiële lijnen) • meer nacht- en weekendbussen, ook naar de deelgemeenten • busverbindingen tussen de parkings op de ring en het centrum intensifiëren • goedkoop vervoer voor de jeugd uitbreiden • het stadsnet toegankelijk maken voor andersvaliden, senioren en mensen met kinderwagens • bussen op milieuvriendelijke brandstoffen overschakelen • goed verlichte schuilhuisjes voorzien van fietsenstallingen en een vuilnisbak De stad wil verder onderhandelen met De NMBS over een betere dienstverlening. Actiepunten: • station te Haasrode bediscussiëren De stad zal bij de ontwikkeling van nieuwe locaties de bereikbaarheid met openbaar vervoer onderzoeken.
16
5. AUTO EN PARKEREN Het stadsbestuur kiest voor een autoluwe maar vlot bereikbare binnenstad. De stad wil de verkeersveiligheid en de verkeersleefbaarheid verbeteren. In de heraanleg van de wegen ligt de klemtoon op kleine en grote onderhoudswerken aan straten. De stad wil van het centrum van de stad integraal een zone 30 maken om de leefbaarheid blijvend te verzekeren. De stad wil het vluchtverkeer in dichtbevolkte woonwijken ontmoedigen. Actiepunten: • verdere invoering van de zone 30 in woonwijken met aangepaste inrichting parkeren De stad onderzoekt of het zinvol is een parkeerbedrijf op te richten dat het parkeerbeleid integraal benadert. Een parkeerbedrijf kan dan o.a.: Potentiële actiepunten: • zoeken naar terreinen voor de aanleg van buurtparkings • het betalend parkeren beheren • participeren in parkings • bewonersparkeren evalueren, onderzoeken of het zinvol is een tweede (betalende) bewonerskaart te geven • met de uitbaters van de parkeergarages onderhandelen over de tarieven • het autodelen actief steunen • betalend parkeren op straat duurder maken dan in de garages, behalve voor zeer korte periodes. In de late avond en op zondag zouden de garages dan weer zeer goedkoop worden en aantrekkelijk voor bewoners. Door aangepaste abonnementen tijdens de avond- en nachturen kan een oplossing geboden worden voor het tekort aan parkeermogelijkheden op de openbare weg. • een proefproject opstarten voor een randparking voor bezoekers met fietsuitleendienst en openbaar vervoer naar het centrum (bijvoorbeeld parking Bodart of Gasthuisberg). • parkeerplan zoals in het Ruimtelijk Structuurplan verder uitwerken • enz. De dienst ruimtelijke planning van de stad onderzoekt of de parkeergelegenheid voor inwoners kan verhoogd worden door het opleggen van extra parkeerplaatsen binnen ruimtelijke uitvoeringsplannen. vernieuwing wegen De stad wil fietspaden. Actiepunten: • heraanleg • heraanleg • heraanleg De stad wil Actiepunten: • heraanleg • heraanleg • heraanleg
wijkontsluitingswegen in de deelgemeenten vernieuwen, telkens met Martelarenlaan en Koning Albertlaan (Kessel-Lo) Wakkerzeelsebaan (Wijgmaal) Geldenaaksebaan (Heverlee) wijken rond het oude stadscentrum renoveren. Willemsstraat-Ravenstraat-Dagobertstraat Noormannenstraat-Ierse Predikherenstraat-Brouwersstraat Bankstraat-Voorzorgstraat-Heilige Geeststraat
De stad wil de zijstraten van de Aarschotsesteenweg in Wilsele heraanleggen. De stad wil de Tiensestraat heraanleggen met brede voetpaden en een streepje groen.
17
De stad wil schoolomgevingen veiliger maken. verkeersorganisatie De stad wil betere regeling lichten op complexe kruispunten, ook in samenspraak met het gewest om doorstroming te verbeteren. Actiepunten: • aanpassingen De Croylaan / Celestijnenlaan • aanpassingen Martelarenlaan /Tiensesteenweg, … Samen met de universiteit en de hogescholen worden acties opgezet om het aantal studentenauto’s drastisch te verminderen. Van de instellingen wordt verwacht dat zij het autoverkeer ontmoedigen en voor hun werknemers een vervoersplan opstellen. (verdere plannen aangaande studenten en mobiliteit: cf. beleidsplan kennisinstellingen en studenten)
18
VI.
HANDEL EN MIDDENSTAND
De stad wil meer klanten naar Leuven lokken door de omgeving van de handelszaken te verbeteren, de kwaliteit van de handelszaken mee helpen te verhogen en de samenwerking tussen de verschillende betrokkenen stimuleren. De stad wil Leuven als winkelstad promoten. Actiepunten: • het versterken van regionale functie als winkelstad • het vergroten van de koopgerichtheid van de Leuvenaar op zijn eigen stad • het versterken van de handels- en horecafuncties in de binnenstad • bijzondere aandacht geven aan buurtwinkels, vooral in de buurtgemeenten en de aanloopstraten naar het centrum • exclusieve handel aantrekken die de uitstraling van Leuven kunnen vergroten • promotiebudgetten voorzien de Leuvense handel en horeca De stad wil de (ruimtelijke) context van de handelszaken verbeteren. Actiepunten: • de vernieuwing van de winkelwijken verderzetten • het voetgangersdomein gevoelig uitbreiden, onder andere door het verbreden van de trottoirs in de Naamsestraat • tientonners uit de stadskern weren door het opstarten van proefprojecten • toewijzen van vaste plaatsen voor bestelwagens van aannemers die winkels verbouwen zodat zij andere winkels niet hinderen • aantal laad- en losplaatsen in de commerciële kernen herzien • scherpere controle op laad- en loszones zodat deze ter beschikking blijven van de handelaars • meer aandacht besteden aan de uitstraling van de wijkcentra, de buurtcentra en de centra met een bovenlokaal verzorgingsgebied • initiatieven zoals P+BUS, 3€ parkeertarief en plaatsen van de H. Hartparking als horeca-alternatief verder ondersteunen • bij openbare werken niet alleen de fasering, maar ook de signalisatie en de toegankelijkheid van handelszaken duidelijk vooraf bepalen en budgetteren De stad wil de kwaliteit, uitstraling en leefbaarheid van de winkels zelf verhogen. Actiepunten: • de nodige stimulansen geven aan handelszaken om deze voor iedereen toegankelijk te maken • een subsidie voor gevelrenovatie voorzien • stimuleren dat handelszaken hun rolluiken open laten na sluitingstijd en op zondag om zo de leefbaarheid en het uitzicht te verbeteren • de ruimtelijke omschrijving van handels- en horecakernen beschouwen als basis voor de verdere vormgeving van de diverse beleidsactiepunten zoals: vergunningenbeleid, stadsvernieuwing, aanpak van leegstand, promotioneel programma enz… De stad wil de samenwerking tussen haarzelf en de handelszaken en andere betrokkenen verder stimuleren. Actiepunten: • het loket van de dienst middenstad uitbouwen tot een centraal informatieloket waar handelaars met grote en kleine vragen terecht kunnen • informatie bundelen over handel en horeca op de website ‘leuven.be’ in de rubriek ‘werken en ondernemen’ • rechtstreeks overleg stimuleren op verschillende niveaus tussen stadsbestuur, handel en horeca, zodat het draagvlak voor beslissingen in handel en horeca vergroot wordt
19
• • • • • • • •
binnen het kader van het centrummanagement een structuur uitbouwen die structureel overleg tussen de stad en de bestuurders van belangenvertegenwoordigers mogelijk maakt de middenstandsraad uitbreiden met vertegenwoordigers van wijkbesturen zodat er meer aandacht gaat naar de diverse handels- en horecawijken en naar de problematiek in de deelgemeenten onderzoeken of een duidelijke positionering als ‘stad voor vrijetijdsbesteding’ haalbaar is. Een samenwerking tussen handel, horeca, toerisme en cultuur is de aangewezen weg om originele ideeën een kans te bieden. binnen de middenstandsraad een plan opstellen dat de toekomst van de markten veilig moet stellen en tegelijk de opportuniteit voor nieuwe markten onderzoeken in samenwerking met het VVSG en met Unizo gegevens samenbrengen en structureren die het mogelijk maken dat vergelijkbare steden zich met mekaar kunnen vergelijken aan de hand van objectieve parameters op het vlak van handel en horeca i.s.m. het centrummanagement gegevens over branchesamenstelling in winkelgebieden en passagetellingen ter beschikking stellen aan de markt en zich ook als adviseur opstellen ten overstaan van nieuwe investeerders de accuraatheid van de handelaardatabank verhogen dank zij samenwerking met de wijkpolitie nieuwe handelszaken ontvangen met een welkomstbrochure waarin gegevens over wijkwerking, belangenvertegenwoordigers en algemene informatieadressen worden opgenomen
20
VII.
ECONOMIE, WERK EN LANDBOUW
1. ECONOMIE EN WERK Leuven wordt meer en meer de draaischijf – de ‘leading partner’ – van een grensoverschrijdende kennisregio. Zo zal de stad Leuven een zeer actieve rol blijven opnemen in het driehoeksverband ELAT, waarbinnen samen met partners uit Eindhoven en Aken een gezamenlijke innovatiestrategie voor de komende jaren uitgewerkt wordt. Begin 2007 is vanuit ELAT een nieuwe samenwerking gestart met partners uit de belangrijke economische groeiregio’s rond Tallinn in Estland en Helsinki in Finland. Dit verband onder de naam ‘CROSSWORKS’ moet uitlopen op de officiële erkenning als kennisregio door Europa. De stad steunt het innovatieplatform dat alle actoren inzake kenniseconomie samenbrengt om de regio naar buitenuit te versterken. Actiepunten: • ruimte ter beschikking stellen om dit samenwerkingsproject te huisvesten ruimte voor economische bedrijvigheid De stad wil dat het wetenschapspark Leuven-Arenberg wordt uitgebouwd tot een ‘technology corridor’ met een beeldbepalend herkenbaar gezicht voor de buitenwereld. De stad wil nieuwe bedrijventerreinen bij voorkeur in aansluiting met bestaande terreinen of uitbreidingsgericht aanleggen. Actiepunten: • de komende jaren gaat alle aandacht naar de ontwikkeling van Parkveld en de zone Leuven-Noord De stad wil dat Leuven zijn rol als provinciehoofdplaats volwaardig speelt. Actiepunten: • de inplanting van een volwaardig Vlaams administratief centrum op de reeds eerder voorziene locatie aan de Blauwputbrug als sluitstuk van de administratieve kantorenzone aan het station sociale economie De stad wil een bedrijvencentrum voor sociale economie op de terreinen van de voormalige Veiling realiseren. Actiepunten: • de grond ter beschikking stellen en een tussenkomst van 3,75 miljoen euro voor de bouw van dit bedrijvencentrum voorzien De stad wil een kenniscentrum/denktank voor de sociale economie realiseren. Actiepunten: • de vestigingsplaats van het kenniscentrum op de veilingsite onderzoeken • actieve deelname van universiteit en hogescholen stimuleren • onderzoek promoten naar innovaties op het vlak van productontwikkeling en productieprocessen die geschikt zijn voor de sociale economie de vraag naar arbeid stimuleren Buurt- en nabijheidsdiensten: blijven inspelen op de lopende actieplannen (diensteneconomie en jeugdwerkloosheidsplan), ook na de implementatie ervan in het verwachte decreet diensteneconomie. Actiepunten: • een eigen buurtdienst inzake de onkruidbestrijding oprichten 21
• •
de mogelijkheid tot herinvoering van het niveau E binnen de stad onderzoeken door de werkgroep diversiteit, om doorstroming binnen de stad mogelijk te maken nieuwe projecten inzake buurt & nabijheidsdiensten op hun haalbaarheid onderzoeken en ondersteunen indien nodig.
De stad wil projecten in de sociale economie meer economische armslag geven door werkingssubsidies en door het afsluiten van samenwerkingsovereenkomsten. Actiepunten: • groenonderhoud door opleidingsploegen binnen de sociale economie • onderhoud van de wijkbureau’s en de bushokjes door mensen die een opleiding volgen binnen de sociale economie • een tonnagevergoeding aan SPIT voor de ophaling van herbruikbaar of recycleerbaar groot afval • een fietsherstelplaats aan het station mee stimuleren en ondersteunen • een strijkdienst uitbouwenvoor het eigen personeel in samenwerking met een bestaand project • de wijkwerkploeg en de klussenploeg ondersteunen • … Deze extra jobs voor de kansengroepen zullen ook een aantal andere doelstellingen van het stadsbestuur vervullen: groenonderhoud, milieu, afvalvermindering en recyclage, fietsenactieplan, het gezinsvriendelijker maken van de werkgelegenheid voor het eigen personeel… De stad zal haar motorfunctie binnen de Leuvense werkwinkel en het werkgelegenheid blijvend versterken. Actiepunten: • de verschillende regisseurs binnen het werkgelegenheidsforum/werkwinkel stimuleren tot een hechtere samenwerking • de werkwinkel Leuven wordt een innovatief en toonaangevend model van vergaande samenwerking tussen alle arbeidsmarkt actoren Relatie met de kennisinstellingen Het stadsbestuur is zich bewust van de meerwaarde van de aanwezigheid van de kennisinstellingen op haar grondgebied en wil een toekomstgerichte samenwerking tussen de economische sector en de kennisinstellingen. De stad wil de bestaande overlegorganen verder uitbouwen en waar nodig nieuwe overlegorganen opstarten. Actiepunten: • organiseren van overleg tussen de sociale economieprojecten enerzijds en de universiteit en haar spinoffs anderzijds • ondersteunen van de universiteit waar mogelijk, bijvoorbeeld bij het lokaliseren van spin-offs en de netwerking met de lokale ondernemers • het voortouw nemen in het verder uitbouwen van de kennisregio Eindhoven-AkenLeuven • stimuleren van maatschappelijk verantwoord ondernemerschap in samenwerking met alle partners van LA21 en zeker met de universiteit en de hogescholen • door intensieve samenwerking met het bedrijfsleven, onderzoeksinstituten, de universiteit en hogescholen mogelijkheden zoeken om bedrijven op Leuvens grondgebied te stimuleren om op een sociale, duurzame manier en interculturele wijze te werken
22
2. LANDBOUW De sociale en economische leefbaarheid van de land-en tuinbouwbedrijven moet erkend worden. Een gemeentelijk landbouwbeleid in zijn meerdere facetten zal bijdragen aan de bedrijfszekerheid en de rechtszekerheid van de bedrijven. De stad wil zorgen voor een duurzame land- en tuinbouw die streeft naar kwaliteitsvolle productiemethodes die sociaal verantwoord, milieu- en diervriendelijk zijn en die aandacht hebben voor erosiebestrijding. De stad wil voldoende agrarisch gebied behouden, waar de agrarische bedrijven rechtszekerheid, ontwikkelingskansen en voorrang op andere functies wordt geboden conform het gemeentelijk structuurplan. De stad wil de nodige woonfaciliteiten, infrastructuur en nutsvoorzieningen bieden aan de uitbaters van het landbouwgebied en hun gezinnen. De stad wil agrarische gebieden vrijwaren van zonevreemde inmenging of verdringing. Actiepunten: • recreatie kan in deze gebieden recreatief medegebruik zijn • milieu- en natuurzorg dient in harmonie te zijn met de leefbaarheid van de bedrijven en het voorwerp te zijn van een stimulerend beleid De stad wil bij het voorbereiden van het gemeentelijk landbouwbeleid, de Bedrijfsgilde van Leuven als betrokken actor erkennen in zijn adviserende functie. De stad wil ervoor zorgen dat de in het Ruimtelijk Structuurplan van Leuven geselecteerde landbouwzones vlot bereikbaar zijn. De stad wil instaan voor het onderhoud van de landbouwwegen. Actiepunten: • zorgen voor de regelmatige ruiming van de waterlopen door de daarvoor verantwoordelijke overheid • voorkomen en ruimen van zwerfvuil De stad wil onderzoeken of er voor de sector nieuwe mogelijkheden kunnen aangeboord worden die ingaan op de groeiende maatschappelijke vraag naar recreatieve en educatieve projecten enerzijds en projecten in de zorgsector anderzijds.
23
VIII.
ONDERWIJS
Leuven wil als onderwijs- en kennisstad een centrumfunctie op vlak van onderwijs vervullen. De stad Leuven wil meehelpen om iedereen die gebruik maakt van het onderwijsaanbod in Leuven - levenslang - gelijke en kwaliteitsvolle ontplooiingskansen te garanderen. De stad wil een regierol in het onderwijs opnemen. Dit houdt in dat de stad inspeelt op een aantal behoeften die door de onderwijsinstellingen of hun partners gesignaleerd worden of die door de stad zelf – actief op diverse beleidsdomeinen – gedetecteerd worden. Actiepunten: • intensieve contacten onderhouden met de onderwijsinstellingen en het onderling contact stimuleren • meedenken met en ondersteuning bieden aan organisaties en bedrijven die campagnes omtrent actueel relevante maatschappelijke thema’s op touw willen zetten voor schoolgaande jongeren en scholen • (onderzoeks)gegevens in verband met het onderwijs en onderwijsgerelateerde thematieken voor Leuven centraliseren, met het oog op het trekken van de juiste beleidsconclusies • informatie omtrent het totale onderwijsaanbod van Leuven ter beschikking stellen van de bevolking • vanuit de diverse beleidsdomeinen oog hebben voor de onderwijsinstellingen als partner, maar er – via een interne regierol – ook over waken dat dit gebeurt in overeenstemming met de mogelijkheden van de scholen zelf • vanuit het stedenfonds extra budget vrijmaken voor de intensifiëring van huistaakbegeleiding aan kansarme jongeren van lager en secundair onderwijs. En dit in samenwerking met hogeschool en universiteit. De stad wil gelijke kansen en diversiteit in het onderwijs. Actiepunten: • extra kansen creëren voor kinderen die een ongelijke start kennen, voor hen eventuele drempels in het leerproces wegwerken • uitbreiden van projecten rond begeleiding van kinderen bij huistaak en studiemethodiek in samenwerking met andere partners • iedereen die gebruik maakt van het onderwijsaanbod in Leuven gelijke en kwaliteitsvolle ontplooiingskansen garanderen • engagement in het lokaal overlegplatform basisonderwijs en secundair onderwijs (LOP) ten volle waarmaken en helpen om deze organen sterker en daadkrachtiger te maken De stad beschouwt het hoger onderwijs (universiteiten en hogescholen) als een belangrijke partner. Actiepunten: • via proefprojecten en door intensieve contacten met deze onderwijsinstellingen gebruik maken van hun kennis in verschillende beleidsdomeinen • studenten in het kader van hun stageopleiding inzetten in de verschillende proefprojecten van de stad • ervoor ijveren om het diversiteitsdenken integraal te introduceren in samenwerking en overleg met deze kennisinstellingen De stad wil dat de gemeentescholen een voortrekkersrol nemen in talrijke proefprojecten. Actiepunten: • participeren aan het Rom-project, GON, GOK in de gemeentescholen
24
•
de nieuwe regelgeving vanuit de Vlaamse overheid inzake ‘leerzorg’ toepassen (als aanbieder van gewoon en buitengewoon onderwijs op dezelfde locatie zijn we hiertoe uitstekend geplaatst)
De stad wil de projecten ‘Brede school’, ‘Drieklap’ en de huistakenbegeleiding mee uitbouwen. Actiepunten: • het project Brede School in twee woonkernen in de deelgemeente Wilsele uitbouwen, samen met de scholen en andere partners • het project Brede School daarna uitbreiden naar andere delen in de stad • voortzetten van het project Drieklap (om de communicatie tussen kansarme ouders, CLB en de school te verbeteren) en het verder uitbreiden over het hele grondgebied • via het project Drieklap initiatieven nemen rond kosten in het onderwijs • huistaakbegeleiding coördineren De stad ijvert voor een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Actiepunten: • het organiseren van open bedrijvendagen en technische jobbeurzen voor TSO- en BSOstudenten om de contacten tussen bedrijven en scholen te stimuleren De stad onderzoekt de mogelijkheden van uitvalpreventie voor risicojongeren (spijbelaanpak). De stad wil mensen motiveren om levenslang te leren. Actiepunten: • samenwerken met het centrum voor Basiseducatie om drempels te verlagen en om aan laaggeschoolde volwassenen leer- en ontplooiingskansen aan te bieden • alternatieve manieren zoeken om moeilijk bereikbare kansarmen te betrekken in de projecten voor de basiseducatie • de toegankelijkheid tot IT vergemakkelijken en verbreden De stad wil dat de dienst onderwijs intern een coördinerende regierol heeft inzake het educatief aanbod van de verschillende stadsdiensten (milieu, cultuur, verkeer, preventie, …). Actiepunten: • een coherent beleid voeren in het benaderen van de scholen, met respect voor hun agenda • elk schooljaar een brochure opmaken met alle educatieve activiteiten die naar alle scholen in Leuven wordt gestuurd • om de 2 maanden zal de dienst onderwijs per mail een nieuwsbrief met ad hoc activiteiten versturen naar de scholen • de dienst onderwijs stelt informatie over de scholen ter beschikking van andere diensten en bewaakt deze informatie De stad wil de infrastructuur van de stedelijke schoolcampus gelegen aan de Parkpoort tussen de Leo Dartelaan en de Geldenaaksebaan herdenken en bij deze denkoefening ook de voormalige gebouwen van SITO aan de Ruelensvest betrekken. De schoolcampus heeft nood aan meer ruimte.
25
IX.
KENNISINSTELLINGEN EN STUDENTEN
Het stadsbestuur wil Leuven profileren als een studentenstad met internationale uitstraling. Leuven telt ongeveer 35 000 studenten waaronder ongeveer 5000 internationale studenten van over de hele wereld. Leuven is een creatieve wetenschapsstad met ruime aandacht voor cultuur, een stad als een open venster op de wereld. De relatie tussen de universiteit en de stad, tussen Leuvenaars en studenten is van essentieel belang voor de toekomst van de stad. Daarom willen we samen verder werken aan de promotie van Leuven als studentenstad en kennisstad. Overleg en samenwerking op alle terreinen zijn de sleutelwoorden. De stad verzorgt het aanspreekpunt voor (internationale) studenten. Actiepunten: • de schepen bevoegd voor studentenzaken moet de link vormen tussen de studenten en het stadsbestuur • op regelmatige basis formeel overleg tussen de stad Leuven en de studentenvertegenwoordigers van de universiteit en de hogescholen organiseren. Zo krijgen de studenten een stem in de uitwerking van het beleid van de stad Leuven. De stad zet samen met de KUL, de studentenvertegenwoordigers (LOKO) en de hogescholen een wervende informatiecampagne op om de Leuvense kennisinstellingen en het aanbod van Leuven bekend te maken bij studenten. Actiepunten: • samen met de KUL een informatiebrochure uitgeven zowel in het Engels als in het Nederlands De stad participeert aan initiatieven voor het verwelkomen van de studenten in het begin van het academiejaar. De stad voorziet een studentenagent als aanspreekpunt voor de studenten. De stad maakt in samenwerking met de universiteit en de hogescholen, de studenten en de aanbieders van collectief vervoer een mobiliteitsplan voor de universiteit en de hogescholen. Actiepunten: • samenwerken met de universiteit en hogescholen in verband met het fietsactieplan, diefstalpreventie op kot en campus, fietsgraveeracties,… • optreden als partner van fietsverhuur- en hersteldienst Velo en deze subsidiëren via het stedenfonds en de dienst economie • investeren in het gratis busverkeer voor studenten in de stadszone Leuven • organiseren van cursussen over Belgische verkeerswetgeving en ‘leren fietsen’ voor buitenlandse studenten • samen met de universiteit en de hogescholen acties opzetten om het aantal studentenauto's drastisch te verminderen. Van de instellingen wordt verwacht dat zij het autoverkeer ontmoedigen en voor hun werknemers een vervoersplan opstellen. De stad stimuleert het ‘wonen boven winkels’ voor studentenkamers. De stad wil dat studenten participeren aan het cultuuraanbod. Actiepunten: • studenten krijgen korting voor culturele activiteiten en toegang tot de musea • het Leuvense cultuurbeleid werkt intensief samen met de cultuurcel van de universiteit, met het STUK, met faculteiten, met het Lemmensinstituut,… rond gezamenlijke projecten, afstemming, publicaties,… en richt dat ook op internationale studenten • initiatieven en activiteiten door beide communicatiediensten laten afkondigen verhoogt de efficiëntie 26
De stad wil meer mogelijkheden bieden voor stages van studenten in stadsdiensten. De stad wil zoeken naar mogelijkheden voor gemeenschappelijk, gedeeld gebruik van accommodaties en infrastructuur.
27
X.
COMMUNICATIE, FEESTELIJKHEDEN EN TOERISME
1. COMMUNICATIE EN FEESTELIJKHEDEN Alle lagen van de bevolking moeten maximaal worden geïnformeerd. Daarom wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke communicatiemix. Al deze media zijn de middelen om het beleid kenbaar en aanvaardbaar te maken, de Leuvenaars bij het beleid te betrekken en het democratisch gehalte van het beleid te versterken. De stad gaat de bestaande media verder verfijnen. Actiepunten: • de website vernieuwen Er wordt uitgegaan van de aanbevelingen van de studie van “Indigov ”over Leuven.be. De website is niet enkel van het stadsbestuur maar ook van de Leuvense gemeenschap. Zo krijgen en behouden verschillende doelgroepen zoals verenigingen, Leuvense organisaties, bloggers,enz. een plaats. • het behouden en verfijnen van ‘Mozaïek’, de stedelijke informatiegids, infoavonden, bewonersbrieven, de opendeurdag stadsdiensten en persberichten • de stadstelevisie blijft behouden tot het einde van 2007 • het actualiseren van ‘Stad Info Leuven’ en de onthaalbrochure voor de bewoners De stad wil nieuwe media inzetten. Actiepunten: • op verschillende locaties in de stad elektronische informatieborden plaatsen De stad wil de participatie en inspraak van de bevolking vergroten. Actiepunten: • regelmatig in gesprek treden met de deelgemeenten en wijken o.a. door een vervolg te realiseren van infovergaderingen over het structuurplan in de verschillende stadswijken • bij openbare werken omwonenden en ontwerpers in een vroege fase samenbrengen zodat de participatie in de plannen gemaximaliseerd wordt. Deze procedure wordt opgenomen in de bestekken. • omwonenden, scholen, kinderdagverblijven, … verwittigen bij belangrijke werken, parkeerverboden, evenementen, e.d. door buurtbrieven. De stad wil de public-relations blijven verzorgen. Actiepunten: • de organisatie van ontvangsten, recepties, inwijdingen, inhuldigingen, onthaal nieuwe inwoners, feestelijkheden en plechtigheden moeten hun prominente plaats behouden • feest van de Vlaamse Gemeenschap op 11 juli luister bijzetten, met aandacht voor zowel de cultuurhistorische als de politieke betekenis en het volkse karakter van dit feest • huwelijken en ontvangsten laten plaatsvinden in het historische stadhuis De stad gaat de architectuurcultuur van Leuven promoten. Actiepunten: • als vervolg op het boekje Leuven-La-Neuve – i.s.m. interne en externe partners - de kwalitatieve architectuur van de stad promoten, zowel voor potentiële bouwheren als voor toeristische doeleinden De stad wil de gemeentelijke adviesraden de nodige faciliteiten geven. De stad wil het cultuurhistorische en het Vlaams-Brabantse karakter van Leuven bewaren, ondersteunen en promoten, als hoofdstad en motor van de streek. De stad wil initiatieven nemen en ondersteunen die de Vlaamse culturele uitstraling van de stad bevorderen. 28
2. TOERISME Leuven kiest voor een kwalitatief en duurzaam toerisme, waarbij de stad wordt uitgebouwd tot een aangename en aantrekkelijke stad voor verschillende doelgroepen: bewoners, studenten of bedrijven. Het is belangrijk dat een evenwicht wordt nagestreefd tussen deze diverse gebruikersgroepen. De stad wil zich vooral ontwikkelen als een plaats voor kwalitatieve, toeristische beleving en niet zozeer een plek voor massatoerisme. Actiepunten: • het accent in de eerste plaats op korte vakanties leggen, waarbij Leuven zich positioneert als Vlaamse ‘Kunststad’ • het uitgebreide religieuze patrimonium ontsluiten voor een breed publiek volgens het concept van ‘Open Kerken’ • hedendaagse architectuur toeristisch valoriseren De stad wil aandacht schenken aan specifieke doelgroepen. Actiepunten: • aandacht hebben voor buitenlandse studenten • aandacht hebben voor zakentoerisme De stad gaat de bestaande toeristische promotiemiddelen en –kanalen evalueren en waar nodig bijsturen. Actiepunten: • het promotiemateriaal zoals de werffolder, toeristisch informatiegids, themafolders, stadsplan, … uitbreiden, kwalitatief verbeteren en uniform maken. Er wordt ingespeeld worden op de nieuwe internettrends die het imago van een bestemming bepalen. • haar positie binnen de club van Vlaamse kunststeden versterken in de schoot van Toerisme Vlaanderen • de bemiddelingsopdrachten voor hotelreservatie, weekendarrangementen, dagtrips en rondleidingen uitbreiden De stad streeft naar een grotere synergie tussen de diverse toeristische actoren zoals de plaatselijke horeca, de middenstand, het centrummanagement, cultuur, provincie, vervoermaatschappijen, de K.U.Leuven, enz. De stad wil ‘In&Uit Leuven” als geïntegreerd cultuur-toerisme-loket termijn laten uitgroeien tot een volwaardig vrijetijdsloket. De stad wil het congrestoerisme ondersteunen en uitbouwen, vooral aandacht hebben voor de middelgrote congressen. Actiepunten: • het uitbreiden van de MICE-cel Leuven wil haar rol als centrumstad ook toeristisch uitspelen Actiepunten: • Leuven als toeristische uitvalsbasis gebruiken voor aansluitende toeristische regio’s (oostelijke kant Groene Gordel, Hageland). Daarbij wordt o.a. gedacht aan een sterkere integratie van Leuven in het toeristisch fietsknooppuntennetwerk. • Leuven profileren als perfect bereikbare stad voor heel Europa door de nabijheid van de nationale luchthaven. De stad wil het idee van Leuven als denkende stad verder promoten Actiepunten: • zich positioneren met haar uniek universitaire en religieuze erfgoed. Flankerende troeven hierbij zijn :groen (o.a. abdij van ‘t Park, abdij Vlierbeek, provinciedomein, …), muziek (traditie van orgel- en beiaardmuziek, jongerenmuziek, . ..) en architectuur (laatgotische en moderne)
29
XI.
CULTUUR
In 2007 wordt het cultuurbeleidsplan 2008 –2012 geschreven. Het stadsbestuur wenst dit plan tot stand te laten komen met de inspraak van zoveel mogelijk Leuvenaars, verenigingen en culturele organisaties. Hiervoor werden reeds in 2006 een aantal onderzoeksopdrachten gegeven o.a. rond de thema’s communicatie en kunst- en erfgoededucatie voor jongeren. De directie cultuur heeft verder de opdracht gekregen een stappenplan uit te werken om deze inspraakoefening en de discussie over cultuur in gang te zetten in de hoop een zo breed mogelijk platform te creëren. 1. LEUVEN, CREATIEVE STAD De stad Leuven wil een creatieve stad zijn, voor creatieve mensen. En dit aan de hand van de grote sterktes van Leuven. De stad Leuven wil – dankzij de aanwezigheid van de K.U.Leuven en vele onderwijs- en opleidingsinstellingen - de koppeling leggen tussen opleiding, experiment, creatieve economie en artistieke creativiteit. Actiepunten: • de stad zal netwerken creëren tussen (hogere) onderwijsinstellingen, creatieve economie en kunst. Hieruit kunnen projecten vloeien die kunst en wetenschap samenbrengen. De stad wil daarin de link leggen met de creatieve economie; • de stad zal de sterk aanwezige kunsteducatieve sector in Leuven blijven ondersteunen. De stad wil de aanwezigheid van een rijk patrimonium en een rijke Brabantse geschiedenis, verhalen in een hedendaagse context. De stad Leuven wil - omwille van de aanwezigheid van veel jongeren en studenten in de stad samen met een groot aantal jonge, door de Vlaamse gemeenschap erkende culturele productiehuizen - een voedingsbodem geven aan jong artistiek talent. Actiepunten: • ondersteunen van de Leuvense productiehuizen • ondersteunen van huizen die specifiek met kunsteducatie bezig zijn • ondersteunen van het Stedelijk Kunstonderwijs Concrete projecten en doelstellingen De stad wil de museumsite onderbrengen in een autonoom gemeentebedrijf met een nieuwe naam, voldoende budgetten en een nieuw personeelsplan. Actiepunten: • opstellen van een businessplan • directeur zoeken • alles in het werk stellen om een erkenning te bekomen van museum van ‘nationaal belang’ • samenwerken met het STUK als een belangrijke meerwaarde De stad wil de plannen voor de ombouw van zaal Eden tot zaal Het Depot – een pop- en rockcentrum met infrastructuur voor optredens, repetitieruimten voor groepjes, leslokalen, … - concreet realiseren. De stad wil in 2009 een cultureel hoogtepunt/jaar met internationale uitstraling realiseren dat in de toekomst kan herhaald worden. In 2009 is de opening van de nieuwe museumsite en de Rogier Vanderweyden tentoonstelling gepland. In het voorjaar is er de Post-Bologna-conferentie.
30
Actiepunten: • onderzoeken of de stad om de twee, drie of vier jaar een cultureel hoogtepunt met internationale uitstraling kan realiseren, waaraan eventueel ook andere projecten en kleinere evenementen kunnen gekoppeld worden De stad wil oog hebben voor kunstonderwijs en kunsteducatie. Actiepunten: • jong talent ontwikkelen, ondersteunen en laten doorgroeien. Dit kan door het stedelijk kunstonderwijs verder uit te bouwen en naar buiten te laten treden, maar ook door talentvolle jongeren uit het kunstonderwijs te laten doorstromen naar het Depot of de Museumsite. • binnen de Leuvense instellingen voor deeltijds kunstonderwijs het multidisciplinair denken verder uitbouwen • de academie voor beeldende kunst en het conservatorium voor muziek, woord en dans moeten zich via samenwerkingsverbanden uiten als een progressieve kunsteducatieve instelling en een onmisbare speler in het stedelijk cultuurbeleid • het vertalen van de samenwerking tussen beide instellingen niet alleen via interdisciplinaire projecten maar ook in een gezamenlijke publiekswerking • uitbouwen van de onthaalfunctie van deze beide instellingen tot een gemeenschappelijke ontvangstbalie met permanent baliepersoneel nabij de hoofdingang van het gebouw • samenbrengen van kunstenaars en onderzoeksafdelingen met het oog op een tweejaarlijkse tentoonstelling rond kunst en wetenschap De stad wil de Molens van Orshoven uitbouwen tot een kunstenwerkplaats. De stad wil Leuvense kunstenaars en organisaties ondersteunen. Actiepunten: • ondersteunen van artistieke initiatieven die waardevol zijn voor Leuven • een opvolgingen voor de Kunstenroute (mee) realiseren en ondersteunen • een actieplan uitwerken ter bevordering van de amateurskunsten in Leuven • het reserveren van de Norbertuspoort van de Parkabdij als tentoonstellingsruimte voor Leuvense amateurkunstenaars, alsook leerkrachten en leerlingen van de academie • onderzoeken of het nuttig kan zijn een talentenbank voor creatief talent op te richten • onderzoeken welke mogelijkheden galerijen kunnen bieden • elk jaar een productieopdracht geven aan de Leuvense productiehuizen De stad wil een sterke vooruitgang boeken inzake kunst in de publieke ruimte. Ze zoekt een samenspel tussen architectuur, beelden en pleinen. 2. CULTUUR VOOR IEDEREEN Leuven kiest voor cultuur die mensen samenbrengt. Cultuur moet voor iedereen mogelijk zijn. Het stadsbestuur vindt het belangrijk dat mensen zich kunnen ontplooien en hun ambities kunnen realiseren. Er moet sprake zijn van een brede participatie in cultureel en sociaal opzicht. Daarnaast moet er ook sprake zijn van betrokkenheid bij maatschappelijke processen en vraagstukken. Concrete projecten en doelstellingen De stad wil op een toegankelijke manier – o.a via In&Uit en de website - aan iedereen een overzicht geven van het ruime aanbod in onze stad met als doel een grotere participatie. Ook de sectoren jeugd en – op termijn – sport, worden hierbij betrokken. Actiepunten: • het realiseren van een maandelijks vrijetijdstijdschrift • het realiseren van een nieuwe ( In&Uit) website
31
De stad Leuven zal het participatiebeleid verder stroomlijnen. Diverse diensten en instellingen spelen een rol in dit verband en moeten één goed gecoördineerd beleid nastreven. Het gaat ondermeer om het OCMW en de diensten cultuur, jeugd, sport en welzijn. Actiepunten: • sociaal artistieke projecten zoals De FactorY en Compagnie Tartaren en projecten in buurten en kansenwijken ondersteunen • de samenwerking met de seniorenraad continueren • de bibliotheek zal zich profileren als een ‘venster op de wereld’. De bibliotheek krijgt ook een sterk educatieve opdracht. De stad wil met elke school een overeenkomst afsluiten waarin bepaald kan worden hoe zal worden samengewerkt op cultureel vlak. Actiepunten: • samen met de sector uitzoeken hoe de functie van een coördinator voor het kunst- en erfgoedbeleid kan gerealiseerd worden Het stadsbestuur wil het bestaande traject van inspraak in en participatie aan de cultuurbeleidsplanning intensifiëren en verfijnen. Actiepunten: • de Cultuurkoepel blijven steunen en appreciëren in haar werking De stad legt de keuze voor meer participatie formeel vast in de beheersovereenkomst met en in de beleidsplannen van de eigen culturele stedelijke instellingen, zijnde 30CC, de bibliotheek, het archief en het museum. Actiepunten: • vooral 30CC moet de motor worden van deze nieuwe praktijk • 30CC krijgt de opdracht om 30% van de door de stad ter beschikking gestelde budgetten te besteden aan de volgende doelstellingen: o het ondersteunen of initiëren van wijk- en buurtgerichte werking; o het bevorderen en ondersteunen van de sociaal-artistieke praktijk en het stimuleren van samenwerking hieromtrent; o het bevorderen of ondersteunen van inclusieve projecten of gemeenschapsvormende projecten waarbij de mate van ontmoeting minstens even belangrijk is als de artistieke beleving deze uitgangspunten zijn ook aandachtspunten voor andere instellingen • de museumsite zal initiatieven ontwikkelen die haar collectie en kunst in het algemeen toegankelijk, zichtbaar en begrijpbaar maken • de benedenverdieping van de nieuwbouw zal fungeren als een laagdrempelige ontmoetingsruimte • de bibliotheek zal in dit verband bijzondere aandacht hechten aan de werking van de filialen. Het nieuwe bibliotheekfiliaal van Kessel-Lo op de Centrale Werkplaatsen moet een modelfiliaal worden. De spelotheek voor de kinderen met een beperking krijgt hier ook een plaats. Het filiaal van Wilsele krijgt een opknapbeurt. Binnen het participatiebeleid wil de stad een bijzondere plaats geven aan het verenigingsleven en zorgen voor ontmoetingsplaats. Actiepunten: • realisatie onderzoeken van een ‘sociaal-cultureel huis’ (met vergaderruimten, ateliers, repetitielokalen,…) op de site van de Romaanse Poort (na de verhuis van de jeugddienst naar de Centrale Werkplaatsen) • naast grote evenementen ook kleinschalige culturele ontmoetingen uitwerken waar intimiteit en contact belangrijk zijn. Voor kleine plaatselijke optredens kan hiervoor samengewerkt worden met de horeca. • de realisatie onderzoeken van een erfgoedhuis (over de Leuvense geschiedenis en het Leuvense erfgoed) in een deel van het stadhuis na de verhuis van de stadsdiensten naar het nieuwe stadskantoor (niet als afzonderlijk museum, maar voor kleine tijdelijke tentoonstellingen verbonden aan de In&Uit. De Leuvense erfgoedcel, het archief, het museum en de In & Uit zullen een plan opstellen om dit te realiseren en te integreren in 32
het Leuvens toeristisch beleid De Leuvense erfgoedcel zal een groot deel van haar budgetten de komende jaren besteden aan de inrichting en realisatie van dit huis en zal de werking ervan structureel op zich nemen. 3. ERFGOED De stad wil duurzaam omspringen met haar erfgoed. Actiepunten: • onderzoeken of de schepenenbank in het stadsarchief toegankelijk kan gemaakt worden. Het stadsarchief stelt hiervoor een timing en een plan op. • de erfgoedcel realiseert een grote databank voor het Leuvens erfgoed • Erfgoedroute: in navolging van Aha! Wetenstappen en in samenwerking met de Leuvense erfgoedraad een permanente erfgoedroute lanceren • de stadsorganist blijven ondersteunen
33
XII.
JEUGD
De stad vindt het belangrijk om de jeugd van kindsbeen af een plaats te geven binnen de Leuvense gemeenschap. Kinderen en jongeren moeten er zich thuis voelen. Ze moeten zich ten volle kunnen ontplooien en met al hun fantasie betrokken worden bij het participatieproces. Voortbouwend op vorige verwezenlijkingen zal het stedelijk jeugdbeleid verder geconcretiseerd worden in de jeugdbeleidsplannen 2008-2010 en 2011-2013, in samenspraak met de jeugdige doelgroepen. De stad stelt drie strategische doelstellingen voorop: 1. een geïntegreerd vrijetijdsbeleid voor kinderen en jongeren 2. ondersteuning jeugdwerk 3. inspraak en participatie De rode draad doorheen de verschillende doelstellingen is het stimuleren van diversiteit. De stad wil een geïntegreerd vrijetijdsbeleid voor kinderen en jongeren. De stad wil sectorale initiatieven rond jeugd bij verschillende stadsdiensten afstemmen en integreren. Actiepunten: • per relevante stadsdienst een ambtenaar met jongerenreflex aanduiden die dient als aanspreekpunt voor de jeugd(dienst) • oprichten van een stedelijke stuurgroep rond vrije tijd De stad wil jeugdige informatie- en communicatiekanalen ontwikkelen die de jongeren voldoende aanspreken. Actiepunten: • ontwikkelen van een communicatiebeleid voor +12-jarigen met veel beeldcultuur • binnen de website van de stad Leuven, een eigen jeugdportaal voor kinderen en jongeren ontwikkelen, niet sectoraal opgedeeld, maar een lokale totale vrijetijdssite voor vier doelgroepen: kinderen, tieners - jongeren en studenten, jeugdwerk, vrijwilligers van vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven • deze website linken aan de sites van scholen en de sites van jeugdverenigingen. Er komt een permanente chatroom, waar regelmatig thema’s worden aangereikt en er kunnen ook chatsessies georganiseerd worden met de schepen van jeugd / het schepencollege. • ervoor zorgen dat op de elektronische infoborden die de dienst communicatie plant, jeugdverenigingen activiteiten kunnen aankondigen • op plaatsen waar jongeren frequent komen (scholen, jeugdhuizen, cultuurhuizen en sportaccommodaties) een aantal Jongeren Informatiezuilen voorzien • het ruime vrijetijdsaanbod, onder andere voor kinderen en jongeren, regelmatig belichten in het e-zine voor stadspersoneel • ondersteunen van initiatieven die bijdragen tot het dichten van de digitale kloof volgens een tweesporenbeleid: zowel aanleren van ICT-vaardigheden als ter beschikking stellen van ICT-middelen De stad wil kinderen en jongeren in of nabij woonkernen plaats geven. Actiepunten: • aandacht voor jeugdinfrastructuren en -voorzieningen in een onderzoek naar het voorzieningenniveau in of nabij woonkernen • vervangen van jeugdruimte die verdwijnt in een buurt door een groot bouwproject. In dit opzicht moeten privé terreinen ontsloten worden als de eigenaar hiermee akkoord gaat. Hiertoe moet een inventaris van onroerend goed van kerkfabrieken, scholen enz. worden opgesteld om recreatief medegebruik te stimuleren. Brede Schoolprojecten moeten ontsluiting van schoolinfrastructuur mee als uitgangspunt hebben. • speelstraten verder uitbouwen
34
• • •
opknapbeurt voor minstens volgende speelterreinen: Rietensplein, Wijveld, Heuvelhof, Van Ostaijenpark, Sint-Lambertus, Sint-Maartensdal, Boerenkrijgplein speelruimte voorzien bij grote nieuwe verkavelingen afwerken van speelbos Egenhoven
De stad wil een divers vrijetijdsaanbod ontwikkelen door de ondersteuning van de jongerencultuur. Actiepunten: • eigen jongereninitiatief stimuleren door informatie en begeleiding van de jeugddienst en het projectenfonds dat regelmatig wordt geëvalueerd • kleinschalige Leuvense jeugdconcerten blijven ondersteunen door het jeugdconcertenfonds • de programmatie van jeugdcentrum Vleugel F optimaal laten inspelen op jongerenculturen in brede zin (hiphop, skate-events, verantwoorde graffitiworkshops…) De stad wil het jeugdwerkbeleid verder ontwikkelen. De stad wil het particulier jeugdwerk ondersteunen. Actiepunten: • onderzoeken of een collectieve verzekering nuttig en haalbaar is • stimuleren van acties van het jeugdwerk voor het inrichten van duurzame, ecologische en veilige kampen, zowel op vlak van materiaal als van voeding • initiatief nemen om de kwaliteit en diversiteit van het aanbod van het bestaande jeugdwerk te verbeteren, met bijzondere aandacht voor de jeugdhuiswerkingen. In dit kader worden jeugdwerkers uitgenodigd om samen kadervorming te volgen. • een jaarlijkse dag voor de 16-jarigen organiseren, onder meer om hen toe te leiden naar het uitgebreide jongerenvrijwilligerswerk, waar zij verantwoordelijkheid kunnen gaan opnemen. Om dit verder uit te werken gaan we na of dit kan kaderen in een project van pedagogische of sociale hogescholen. De stad wil het jeugdwerk ondersteunen met jeugdwerkinfrastructuur. Actiepunten: • een eigen subsidiereglement voor het jeugdwerk voor het bouwen en verbouwen van jeugdwerkinfrastructuur. Dit reglement moet toelaten om de kwaliteit van de lokalen te verbeteren, bijvoorbeeld op vlak van veiligheid, energiebesparing, hygiëne, enz. én om een jeugdlokalenbeleid op maat te voeren. • extra inspanningen van de stad in de eerste plaats richten naar verenigingen die hier het meeste nood aan hebben. Renteloze leningen, recht van opstal, huur of andere constructies moeten mogelijk zijn om de ‘slechtste’ lokalen meer fundamenteel te helpen. • brandveiligheid blijft een specifiek aandachtspunt. Nagaan of de brandblusapparaten en de controle erop niet door de stad kunnen geleverd worden. • het aanbod van materiaal om inbraak in lokalen te helpen voorkomen, vernieuwen • nagaan of er met de fakbars kan samengewerkt worden, voor de realisatie van een jeugdhuis in Heverlee en Leuven Centrum • onderzoek naar de mogelijkheid van een jeugdhuis in Wilsele dorp De stad wil het stedelijk jeugdwerk organiseren. Actiepunten: • versterken van het tieneraanbod • de vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven zal actiever op zoek gaan naar sponsoring voor bepaalde activiteiten, bijvoorbeeld winterspeeltuin, skate-event, T-shirts vakantiewerkingen, … • voorbereiden van het uitbouwen van de werking van de jeugddienst, de vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven en de speelpleinwerking van Kessel-Lo in het nieuwe jeugdcentrum hal 9 op de Centrale Werkplaatsen. De effectieve verhuis is pas gepland voor de volgende legislatuur, maar al de voorbereidende dossiers worden nu al in orde gebracht. 35
De stad wil een strategische samenwerking tussen de werkingen rond kansarme jeugd stimuleren. Actiepunten: • ondersteuning die de stad aan de WKJ’s biedt, herbekijken. Deze jeugdwerkingen moeten gesubsidieerd worden via dezelfde subsidiekanalen, volgens dezelfde modaliteiten en evaluatieregels en met dezelfde criteria. • acties ondernemen om fusies of partnerschappen te realiseren De stad wil de diversiteit in het jeugdwerk stimuleren. Actiepunten: • behouden van de toegankelijkheid van het jeugdwerk binnen de prioriteitenregeling van het subsidiereglement, ten minste tot 2009 • naast dit financiële luik specifieke processen binnen het stedelijk jeugdwerk opzetten om kinderen en vrijwilligers uit kansengroepen te bereiken; promotie wordt hierbij belangrijk (onderzoeken hoe goede voorbeelden getoond kunnen worden) De stad wil inspraak en participatie niet alleen als middel zien, maar vanuit pedagogisch standpunt ook als doel op zich. De stad organiseert inspraak en participatie voor het jeugdbeleid. Actiepunten: • zowel permanente inspraak organiseren via de jeugdraad en vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven, als projectmatige inspraak organiseren via de toepassing van de jeugdparagraaf • nieuwe initiatieven ontwikkelen in overleg met de betrokken doelgroep
36
XIII.
SPORT
Leuven wil werken aan een kwalitatief ‘Sport voor allen’ beleid in synergie met verschillende sportactoren (scholen, clubs, provincie, privé,…) en streven naar kwaliteitsvolle sportclubs en een breed aanbod. In het sportbeleid van de stad Leuven vormt de jeugd een belangrijke doelgroep. De stad wil in het kader van een planmatig sportinfrastructuurbeleid een systematische modernisering doorvoeren van de bestaande sportinfrastructuur, om deze aan te passen aan de hedendaagse noden en behoeften (ook in het kader van duurzaamheid en energie). Actiepunten: • uitvoeren van een haalbaarheidsstudie voor de renovatie of vernieuwing van de stedelijke zwembaden • geleidelijk overschakelen van grasvelden naar kunstgrasvelden • aanleggen van een Finse piste • bouwen van een specifieke dans- en vechtsportzaal • overdekkingsmogelijkheden van petanquebanen onderzoeken De stad wil onderzoeken of er een bewegingsparcours kan uitgewerkt worden in de stadskern om zo de sportieve visibiliteit in de stad te verhogen. De stad wil buurtsport als sportief diversiteitinstrument nieuwe impulsen geven in het kader van een sportief doelgroepenbeleid. De stad wil in samenwerking met de wijkbureaus een zomersportprogramma uitwerken. De stad wil een buurtsportraad installeren. De stad wil via de stedelijke vzw sportpromotie duidelijke sportieve impulsen geven naar seniorensport, gehandicaptensport en wil bijkomende inspanningen leveren om de vrouwencompetitie te promoten. De stad wil dat de stedelijke vzw sportpromotie de sportpromotionele evenementen organiseert, sportieve sensibiliseringscampagnes opzet en een sportexpertisecentrum is. De stad wil de sportraad als belangrijke partner en als klankbord van de sportclubs betrekken in een interactief bestuurlijk sportbeleid. De stad wil een nauwe samenwerking met de universitaire bewegingsopleidingen en de hogescholen voor een kwalitatief en objectief gemeten degelijk sportbeleid. De stad wil een kwalitatieve topsportschool oprichten in samenwerking met alle topsportactoren. De stad wil de Leuvense topclubs verder promoten als symbool voor de Leuvense sportieve uitstraling. De stad wil onderzoeken welke infrastructurele gevolgen er zijn als OHL naar 1ste nationale promoveert.
37
XIV.
MONUMENTENZORG
De geschiedenis van onze stad komt nog sterk tot uiting in ons historisch erfgoed. Wie door de stad wandelt voelt dat er meer is dan het nu. Erfgoed is een middel om de bewoners te betrekken bij de geschiedenis van hun stad. Daarom zullen we ons erfgoed in stand houden, renoveren, ontsluiten en waar nodig een herbestemming geven. De stad zal bij het IVA RO-Vlaanderen aandringen op de afwerking van de ‘Inventaris Bouwkundig Erfgoed’ van de binnenstad en pleiten voor de start van een ‘Inventaris Bouwkundig Erfgoed’ van de deelgemeenten. Tevens zullen we pleiten om de getuigenheuvels als erfgoedlandschap te erkennen. De stad zal bij de uitvoering van het vergunningsbeleid aandacht besteden aan het waardevolle erfgoed dat nog niet beschermd is. De stad zal het klein erfgoed binnen de stad via structuurplanning of via ruimtelijke uitvoeringsplannen beschermen. Actiepunten: • hierbij onderzoeken of een financiële vergoeding kan aangeboden worden voor het onderhoud van dergelijk erfgoed De stad zal bijzondere aandacht besteden aan de restauratie van het eigen beschermde erfgoed. Concreet: • de eerste stadsomwalling • de Sint-Pieterskerk • de Sint-Jacobskerk • de Sint-Geertrui-abdij • de geklasseerde hallen van de Centrale Werkplaatsen te Kessel-Lo • het koetshuis van het Heuvelhof De stad wil een actieve rol spelen in de restauratie van ander erfgoed. Concreet in: • abdij van Vlierbeek • abdij van Park met bijgebouwen • de Sint-Michielskerk • de Sint-Geertruikerk • de Sint-Kwintenskerk • de Sint-Jacobskerk De stad wil de band met de K.U. Leuven met betrekking tot monumentenzorg versterken. Concreet gaat het voornamelijk over volgende projecten: • de restauratie van de historische gevels van College De Valk • de restauratie van de historische interieurs van het Van Dalecollege • de volledige restauratie van Collegium Veteranorum • de restauratie historische daken van het Heilige-Geestcollege • diverse restauratiewerken en herbestemming van hetKarthuizerklooster Leuven blijft meewerken aan de "Open Monumentendag". We willen ook particulieren stimuleren om hun historische woningen die dag open te stellen.
38
XV.
WELZIJN
1. SOCIALE ZAKEN Sociaal beleid Tijdens de vorige jaren stelden de stad, het OCMW en het CAW regio Leuven, het eerste Lokaal Sociaal Beleidsplan op. De gezamenlijke doelstellingen en acties waren gericht op een betere en toegankelijke dienstverlening, op maat van elke Leuvenaar. De acties uit dit eerste Lokaal Sociaal Beleidsplan worden na evaluatie verdiept en aangevuld. Het nieuw Lokaal Sociaal Beleidsplan (2008-2013) zal hierop verder bouwen en waar mogelijk en nodig nog een stapje verder gaan. De samenwerking en afstemming tussen de stad, het OCMW en het CAW Regio Leuven zal geïntensifieerd worden, terwijl ook nog andere actoren uit het brede welzijnsveld betrokken worden in de uitbouw van het lokaal welzijnsbeleid. De stad wil naar een stevig lokaal sociaal beleid streven. De stad Leuven wil de communicatie over sociale thema’s verbeteren en de verschillende initiatieven beter bekend maken via verscheidene instrumenten. Actiepunten: • samen met het OCMW en het CAW een uitgewerkt communicatiebeleid opzetten met gezamenlijke communicatieacties over het eerstelijns sociale aanbod • meegeven van een goed uitgewerkt informatiepakket over de diverse sociale voorzieningen op het maandelijkse onthaal van de nieuwe inwoner, met aandacht voor allochtone en anderstalige inwoners • het organiseren van sociale stadsgesprekken om de mening van de Leuvenaar over sociale thema’s te kennen. Suggesties meenemen in de werkgroep over het Lokaal Sociaal Beleid • de wijkwerking speelt een belangrijke rol in de communicatie met de inwoners De stad wil dat iedereen de kans heeft te participeren aan het sociale en culturele leven en voorziet daarom in ondersteunende maatregelen. Actiepunten: • een platform oprichten om met alle betrokken diensten te zoeken naar een afstemming van de financiële ondersteuning onder de vorm van taxicheques, cultuurbonnen, sportcheques, geld uit het OCMW-participatiefonds en dit onder begeleiding van Kunst en Democratie • samen met het OCMW en andere diensten nagaan of de diverse ondersteuningsmaatregelen kunnen vervangen worden door een algemene participatiebon of vrijetijdscheque, die flexibel kan gebruikt worden De stad wil, in samenwerking met het middenveld, het vrijwilligerswerk ondersteunen, zowel de individuele vrijwilliger, als de vrijwilliger in het georganiseerde middenveld. Actiepunten: • in het kader van de nieuwe vrijwilligerswetgeving de mogelijkheid onderzoeken om een collectieve verzekeringspolis aan te bieden aan de vrijwilligers, eventueel gekoppeld aan een aangepast subsidiereglement op sociale werken en instellingen • in samenwerking met het Steunpunt Vrijwilligerswerk nagaan in welke mate de stad een draaischijffunctie in verband met vraag naar en aanbod van potentiële vrijwilligers kan vervullen • organisatie van een jaarlijkse staten-generaal van de vrijwilliger op het stadhuis
39
Toegankelijkheid De stad Leuven streeft naar een leefomgeving die voor iedereen bereikbaar is op alle domeinen en houdt dus zowel rekening met fysieke toegankelijkheid als met toegankelijkheid van informatie en dienstverlening. De stad wil de informatie en de dienstverlening toegankelijk maken. Actiepunten: • een voorbeeldfunctie vervullen bij de inrichting van het nieuwe stadskantoor door rekening te houden met ouders met kinderwagens, visueel gehandicapten, rolstoelgebruikers en slechthorenden. De loketten, de (digitale) informatie, de computerinfrastructuur moet voor elke bezoeker toegankelijk zijn. • erkennen van de werkgroep toegankelijkheid met ervaringsdeskundigen als adviesorgaan • toepassen van de toegankelijkheids- en jeugdparagraaf: bij infrastructuurwerken (openbaar domein en gebouwen) het advies vragen aan de werkgroep of aan deskundigen De stad wil zorgen dat de hele stad toegankelijk is. Actiepunten: • evaluatie en bijsturing van het subsidiereglement voor toelage aan handelszaken die hun gebouw toegankelijk(er) maken • onderzoeken hoe bij toekenning van bouwvergunningen de aanvragers gestimuleerd kunnen worden om rekening te houden met toegankelijkheid • het verder uitbreiden van de werking van de Mindermobielencentrale door extra vrijwilligers aan te trekken • zorgen voor een stad ‘op maat’ van jonge ouders door luiertafels, borstvoedingslokaaltjes, kindvriendelijke wachtplaatsen in openbare gebouwen, … te voorzien en dit ook stimuleren bij de Leuvense horeca en handel Wijkwerking De stedelijke wijkbureaus hebben gedurende de laatste tien jaar hun plaats veroverd in de stad en de wijken. Buurten veranderen echter. Een buurt die vroeger aandacht nodig had, kan misschien op een bepaald moment verder met minder ondersteuning, een andere buurt moet misschien juist meer aandacht krijgen. De stad wil de stedelijke buurt- en wijkwerking verder uitwerken en aanpassen aan nieuwe noden en behoeften. Actiepunten: • duidelijk aanwezig blijven in de wijken waar nu reeds buurtwerkers samen met wijkmanagers aan de slag zijn • de buurtwerkers blijven er over waken dat de ontmoetingsruimte in het wijkbureau effectief een centrale plaats blijft voor wijkbewoners • inzetten van buurtwerkers in andere wijken als er daar behoefte aan is. Door projectmatig te werken kan de expertise die ze in hun huidige wijk hebben opgebouwd, ten goede komen aan alle Leuvenaars. • pro-actief inzetten van de wijkmanagers in de hele stad om bijvoorbeeld een belangrijke rol te vervullen bij stadsvernieuwingsprojecten en om de buurten te begeleiden die initiatieven nemen in het kader van “Kom op voor je wijk” De stad ijvert voor een zorgzame buurt waarin buurt- en nabijheidsdiensten zoals klusjeshulp, boodschappendienst, ziekenzorg, … een antwoord bieden op diverse sociale noden. De stad neemt concrete initiatieven in de wijken. Actiepunten: • het communicatie- en informatiebeleid een stevige poot geven in de wijk door een bank, een ideeënbus, een infobord in elke wijk te plaatsen
40
• • •
de twee wijkgezondheidscentra blijven ondersteunen en de piste van een WGC voor Wilsele-Wijgmaal verder onderzoeken het ‘Leuvengevoel’ verdiepen door de deelgemeenten nauwer in contact te brengen met elkaar en met de binnenstad. Een jaarlijks evenement met sportieve en/of culturele uitwisseling tussen de deelgemeenten kan hiertoe een aanzet zijn. buurt- en wijkfeesten blijven ondersteunen en stimuleren, op vlak van spreiding, diversiteit en creativiteit
Kinderopvang Leuven heeft nood heeft aan bijkomende kinderopvang. Het aantal kinderopvangplaatsen uitbreiden in verschillende formules en verspreid over de stad, is een prioriteit van het nieuwe bestuur. De stad zal het overleg, de afstemming en coördinatie van een kwalitatieve opvang op haar grondgebied ondersteunen en stimuleren via het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK). Actiepunten: • medewerkers van het stedelijk kindercentrum Craenendonck nemen het secretariaat van dit overleg waar • secretariaat krijgt een plaats in het nieuw te bouwen kindercentrum op de Philipssite • in het voorjaar van 2007 een gemeenschappelijk proefproject bij de Vlaamse overheid indienen, namelijk een Centrum voor Kinderopvang (CKO), met als eerste doelstelling de uitbouw van een centraal Leuvens inschrijvingsloket voor kinderopvang • het actualiseren van het zogenaamde ‘witte vlekken plan’ inzake kinderopvang De stad wil de mogelijkheid van kinderopvang bij sollicitaties, indiensttreding of vorming uitwerken. Actiepunten: • in samenwerking met VDAB en OCMW zoeken naar een formule die opvang garandeert bij sollicitatie, opleiding of (plotse) indiensttreding zodat er een betaalbare oplossing komt voor bijvoorbeeld werkloze alleenstaanden • onderzoeken van de verdere uitbouw van de occasionele opvang in deelgemeenten, bijvoorbeeld tijdens de uren van inburgeringscursussen, lessen Nederlands, … De stad wil de mogelijkheden onderzoeken om kinderopvang en ouderenzorg te combineren. Actiepunten: • deze mogelijkheden onderzoeken voor de ziekenhuissite en de Accosite in de Brusselsestraat De stad wil het eigen stedelijke aanbod inzake kinderopvang verder uitbouwen. Actiepunten: • het realiseren van het nieuwe stedelijke kindercentrum (met 140 plaatsen) op de Philipssite, waarvan de plannen tijdens de vorige beleidsperiode zijn afgewerkt. Hierdoor moet de capaciteit verhogen • andere interne (teledienst, dienst opvanggezinnen, …) en externe diensten (zoals preventieve consultatie van Kind en Gezin) verhuizen naar het nieuwe kindercentrum • mogelijkheden onderzoeken voor een kleinschaliger kinderdagverblijf, een initiatief voor occasionele opvang (‘t Margrietje) en een IBO te huisvesten in de binnenstad en op die manier een deel van de opvangcapaciteit te behouden in de binnenstad na de verhuis van het kindercentrum naar de Philipssite • hulp bieden bij vernieuwen van het concept onthaalouders (door bijvoorbeeld mee te zoeken naar betaalbare locaties voor samenwerking van twee onthaalouders, …) • onthaalouders steunen die zich specialiseren op het terrein van oppas van zieke kinderen en kinderen met een handicap • het realiseren van een nieuw onderkomen voor het stedelijk initiatief voor buitenschoolse opvang, de Bloesemboompjes in Kessel-Lo in het gerestaureerde koetshuis in het park 41
• • •
de formule van buitenschoolse opvang uitbreiden naar andere deelgemeenten (bijvoorbeeld in een pand op de Aarschotsesteenweg in Wilsele, in samenwerking met het project ‘Brede School’) maximaal gebruik maken van de nieuwe maatregelen van de Vlaamse regering in verband met flexibele en occasionele opvang allochtone begeleidsters met dezelfde kwalificaties aanwerven voor een diversiteit in de personeelssamenstelling
De stad wil het opgroei- en opvoedproces op verschillende manieren ondersteunen en opvolgen. Actiepunten: • in samenwerking met de scholen, in de kinderdagverblijven aandacht besteden aan kinderen meteen achterstand op vlak van taal, motoriek, … • mogelijkheden onderzoeken om voor deze kinderen en hun ouders een taalbad te organiseren • mogelijkheden onderzoeken van Leuvense wijkbewoners die als peter of meter optreden voor nieuwkomers • de initiatieven van de Vlaamse Overheid tot oprichting van een laagdrempelige opvoedingswinkel opvolgen en hiermee een partnerschap uitbouwen • op zoek gaan naar gelegenheden tot ontmoeting tussen ouders met jonge kinderen door bijvoorbeeld een open huis te creëren, waar jonge ouders en kinderen welkom zijn om samen te spelen en informatie uit te wisselen, te ondersteunen
42
2. GELIJKE KANSEN Alle inwoners van Leuven hebben recht op gelijke kansen ongeacht geslacht, afkomst, leeftijd, handicap, seksuele voorkeur, socio-economische situatie,… De stad voert een beleid dat rekening houdt met specifieke noden van mannen en vrouwen, holebi’s, personen met een handicap, allochtonen, senioren, jongeren,…. De stad Leuven engageert zich ook voor een diversiteitsbeleid via de beleidsnota diversiteit. De stad wil gelijke kansen waarborgen. Actiepunten: • het meldpunt racisme – dat een meldpunt voor discriminatie wordt – versterken en betrekken op andere domeinen dan enkel horeca • het overlegorgaan van dit meldpunt uitbreiden met andere actoren zoals een rechtstreekse vertegenwoordiging van allochtonen, nieuwkomers, buitenlandse studenten, vrouwenverenigingen, de universiteit en hogescholen, enz… • samenwerkingsovereenkomst afsluiten tussen de stad en het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding en met het Instituut voor gelijkheid van Vrouwen en Mannen, waarmee het meldpunt zal samenwerken • participatie stimuleren van alle groepen in bestuursorganen van organisaties, verenigingen, adviesraden,… Stedelijke adviesraden moeten actief op zoek gaan naar een evenwichtige samenstelling. De stad wil gelijke kansen voor vrouwen en mannen stimuleren. Actiepunten: • informatie over intrafamiliaal geweld en vooral de beschermings- en hulpverleningsmaatregelen voor slachtoffers van geweld beter verspreiden • medewerking verlenen aan acties waarin het geweld op vrouwen afgekeurd wordt: promoten van het kunstwerk onbekende oorlogsvrouw, 11 november actie, VN-dag voor de uitbanning van geweld op vrouwen, … • resultaten van het onderzoek over de mobiliteit van vrouwen omzetten in concrete beleidsmaatregelen • samenwerken met OCMW en provincie om de deelname aan het Vlaams Borstkankerscreeningsprogramma te verhogen, o.a. via de wijkbureaus, via de allochtonenverenigingen, …. • punten over gelijke kansen mee opnemen in het personeelsbeleid De stad wil gelijke kansen voor mensen met een handicap stimuleren. Actiepunten: • verenigingen en organisaties stimuleren om ook kinderen, jongeren en volwassenen met een handicap te integreren in hun werking • onderzoeken of de stad een rol kan spelen bij de vorming van sporttrainers, animatoren, leiding van jeugdverenigingen over toegankelijkheid en onthaal van personen met een beperking • onderzoeken of de ondersteuning aan ouders van zieke kinderen of kinderen met een handicap kan uitgebreid worden, samen met andere partners (zoals de spelotheek al een ondersteunende rol opneemt). Bijvoorbeeld via een Leuvens centrum waar gezinnen met een persoon met een handicap zich kunnen ontspannen (snoezelruimte). • aandringen bij de Vlaamse overheid om in Leuven te starten met een kleinschalig en huiselijk initiatief rond logeerdagen en kortopvang voor kinderen met een handicap zodat ouders ook even tot rust kunnen komen De stad wil gelijke kansen voor holebi’s stimuleren. Actiepunten: • de zichtbaarheid van holebi’s in de stad verhogen via de verspreiding van diverse materialen, affiches en brochures in de stadsgebouwen, in Leuvense scholen, en in politiegebouwen • sensibiliserende activiteiten van de Leuvense holebi-organisaties blijven ondersteunen • aandacht hebben voor het holebi-thema in het eigen culturele aanbod of in de werking met allochtone organisaties 43
3. SENIOREN Mensen worden steeds ouder en blijven steeds langer actief en gezond. De stad wil hierop inspelen. Door hun levenservaring en competenties zijn senioren ideale partners om mee te werken aan een solidaire en betere samenleving. Vele senioren doen aan vrijwilligerswerk bij familie, in verenigingen, in instellingen, enz. Hierdoor zijn ze een onmisbare schakel om de bestaande dienstverlening draaiende te houden en het sociaal weefsel te versterken. Wanneer senioren toch hulpbehoevend worden, is het de taak van de stad hen optimaal bij te staan met een kwalitatief aanbod op maat van de hulpvrager. De stad geeft hierbij de voorkeur aan zorg en ondersteuning in hun eigen vertrouwde omgeving, maar daarnaast is ook een voldoende uitgebouwde residentiële opvang noodzakelijk. Zowel het stadsbestuur, het OCMW, private organisaties, vrijwilligers als mantelzorgers spelen hierin een belangrijke rol. Los van de bestaande initiatieven die de stad wil inventariseren en ruimer bekend maken, zal de stad ook de volgende punten opvolgen. De stad wil dat senioren, net als alle andere bevolkingsgroepen, volwaardig kunnen participeren aan het maatschappelijk leven. Actiepunten: • een belangrijke rol wegleggen voor de seniorenraad op het vlak van beleidsadvisering deelname van senioren op andere domeinen (sport, cultuur, …) bevorderen • alle doelgroepen binnen de seniorengemeenschap bereiken: specifieke acties voor vrouwen, allochtonen, niet-georganiseerde of vereenzaamde senioren • ontmoeting tussen deze subgroepen, of tussen senioren en andere leeftijdsgroepen stimuleren De stad ijvert ervoor dat minder mobiele senioren een beroep moeten kunnen doen op een netwerk van vrijwilligers en openbaar vervoer om zich te kunnen verplaatsen. Actiepunten: • erop aandringen bij De Lijn om bij nieuwe haltes rekening te houden met senioren en mindere mobiele Leuvenaars • bij De Lijn pleiten voor goede verbindingen voor het gehele grondgebied • taxicheques die elke 65+er met een WIGW-statuut ontvangt, blijven geven • vormingen geven over het opfrissen van de verkeersregels, veilig fietsen en het promoten van de fiets als gezond vervoersmiddel De stad wil dat cursussen, activiteiten rond vrije tijd, sportactiviteiten en informatie voor senioren op maat worden gegeven van de senioren en aansluiten op hun leefwereld. Actiepunten: • aandacht voor cursussen rond computer en andere ICT-toepassingen zoals GSMgebruik, elektronisch bankieren,… zodat senioren beter participeren aan de moderne samenleving • aandacht voor taalcursussen die op vakantie kunnen gebruikt worden en voor digitale fotografie voor senioren. deze cursussen aanbieden in samenwerking met de lokale dienstencentra • aandacht hebben voor uitstappen, feesten en culturele activiteiten voor en door senioren • gratis optredens in rust- en verzorgingstehuizen en residenties voor serviceflats behouden • gratis brochures voor seniorenverenigingen geven • rekening houden met de doelgroep van de senioren in het cultuuraanbod van de stad, voorstellingen en activiteiten voorzien die kunnen bijgewoond worden door grootouders met hun kleinkinderen • het uitgebreide sportaanbod voor senioren behouden 44
• •
activiteiten die georganiseerd worden door de seniorensportverenigingen blijven ondersteunend. Dit zal gekoppeld worden aan projecten rond valpreventie. informatie via info-Leuven, senioreninfo, ontmoetingslokalen, Seniorama en de wijkkranten naar de senioren brengen, eventueel aangevuld met speciale infoborden of infobrochures
De stad wil het wonen en de zorg beter op elkaar afstemmen zodat ouderen zolang mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen. Actiepunten: • gratis advies geven over wonen en zorg • subsidies geven voor het aanpassen van de woning • mogelijkheden van het personenalarm onderzoeken • mantelzorgers herwaarderen • zoeken naar alternatieven zoals leefgemeenschappen voor ouderen, een gespreid en betaalbaar aanbod van serviceflats, kangoeroewonen, kinderopvang gecombineerd met seniorenhuisvesting,… • lokale dienstencentra zo dicht mogelijk bij de rust-en verzorgingstehuizen en residenties voor serviceflats inplanten De stad wil via verschillende actoren en projecten de senioren informeren over inbraak- en diefstalpreventie, rationeel energieverbruik , brandpreventie en veiligheid in de woning.
45
XVI.
DIVERSITEIT
Werken aan ‘diversiteit’ is voor de stad Leuven een belangrijke missie. Ze wil immers voor elke burger een aangename stad zijn om in te wonen, te werken, te studeren. De stad wil in de toekomst actief rekening houden met de diversiteit in de maatschappij in al haar facetten (man/vrouw, jongeren/ouderen, autochtonen/allochtonen, personen met een functiebeperking…) en over alle beleidsdomeinen. De diversiteitswaarden van de stad zijn gelijkwaardigheid, toegankelijkheid, gelijke kansen, objectivering, non-discriminatie, inclusief beleid en representativiteit. De stad neemt dan ook de verantwoordelijkheid op, om het integraal diversiteitsdenken i.s.m de belangrijkste Leuvense actoren (kennisinstellingen, bedrijfswereld en het sociaal middenveld) te laten doordringen in en over alle stadsdiensten heen. Het is de ambitie om Leuven te profileren als pionierstad en voortrekker in Vlaanderen op vlak van diversiteit. De diversiteitswaarden moeten gebruikt worden in de omgangsvormen van het stadspersoneel en door de partners waarmee de stad samenwerkt. De stad wil het idee van diversiteit bij haar personeel communiceren en promoten. Actiepunten: • op een positieve en constructieve manier werken rond diversiteit binnen de eigen organisatie • iedereen gelijk behandelen en gelijke kansen geven op basis van kwaliteit • specifieke opleidingstrajecten voorzien om tot een evenredige kwaliteit te komen • het diversiteitsbeleid intern communiceren, zichtbaar en kenbaar maken • een voorbeeldfunctie uitoefenen • op lange termijn streven naar een personeelssamenstelling die op alle niveaus rekening houdt met de diversiteit van verschillende groepen in de Leuvense beroepsbevolking De stad wil de bevolking informeren over het idee van diversiteit. Actiepunten: • het diversiteitsbeleid kenbaar maken bij de bevolking • klantvriendelijkheid op basis van een diversiteitsvriendelijk beleid • een duidelijke houding uitdragen in de diversiteitsacties en projecten voor de bevolking • rekening houden met eventuele wensen en verwachtingen van de Leuvense bevolking op het vlak van diversiteit De stad wil het integratiebeleid breder inbedden in een diversiteitsbeleid. Actiepunten: • de integratiedienst blijft haar bestaande kerntaken uitvoeren en versterken • een nieuwe naam geven aan de stedelijke integratiedienst die symbool moet staan voor een divers Leuven • het verschuiven van de klemtoon van de inhoudelijke werking van de integratiedienst naar meer diversiteit • onderzoeken hoe op termijn en in welke mate de verschillende werkingen binnen de stadsdiensten, die zich richten op specifieke doelgroepen (personen met een handicap, gelijkheid man/vrouw, jongeren/ouderen, allochtonen/autochtonen…), kunnen samenwerken in een geïntegreerde werking • een betere opdeling maken naar nieuwkomers en naar jongeren van allochtone afkomst om beter vanuit het perspectief van kansarmoede te werken • beter inspelen op het verschil in problemen tussen nieuwkomers en generatieallochtonen
46
•
omdopen van het meldpunt voor racisme tot een meldpunt voor discriminatie zodat iedere bevolkingsgroep die omwille van een bepaalde reden achteruitgesteld is, hier een aanspreekpunt vindt
De stad streeft naar een inclusief beleid dat moet leiden tot de participatie en ontmoeting van verschillende kansengroepen bij verschillende evenementen. Actiepunten: • niet alleen in de werksfeer drempelverlagend werken in de richting van kansengroepen, maar ook daarbuiten (verenigingsleven, vrijetijdsbesteding…) meer participatiemogelijkheden voor kansengroepen voorzien In samenwerking met verschillende partners rond diversiteit wil de stad een echte regierol opnemen en een platform Diversiteit een zekere structuur geven. Aan dergelijk platform kunnen verschillende actoren deelnemen (kennisinstellingen, bedrijfsleven, middenveld…) zodat er een uitwisseling kan gebeuren van know-how, … De stad zal anderstaligen op een positieve manier aanzetten zich het Nederlands eigen te maken om zich zo sneller te kunnen integreren. De stad wil een prijs Diversiteit stad Leuven instellen. Actiepunten: • concept verder uitwerken • deze prijs jaarlijks uitreiken aan lokale initiatieven die zich hebben onderscheiden op vlak van de ruime diversiteit
47
XVII.
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
De stad wil duurzaamheid promoten. Actiepunten: • een voorbeeldfunctie vervullen door intern een consequent beleid te voeren waarbij duurzame ontwikkeling centraal staat • een groter draagvlak creëren bij de Leuvenaars door informatieverspreiding en sensibilisatie • een consequent aankoopbeleid voeren waar duurzaamheid centraal staat en met eerbiediging van de sociale basisnormen • actief participeren aan (de hervorming van) het Platform Lokale Agenda 21, samen met de actieve betrokkenheid van Leuvense bedrijven, onderwijsinstellingen en verenigingen • via het overlegplatform LA 21 en door intensieve samenwerking met het bedrijfsleven, onderzoeksinstituten, de universiteit en hogescholen, zoeken naar mogelijkheden om bedrijven op Leuvens grondgebied te stimuleren om op een sociale, duurzame en interculturele wijze te werken • Fair-trade producten meer stimuleren bij de stadsdiensten en lokale handelaars • de zichtbaarheid ervan bij handelaars die er reeds aan deelnemen vergroten De stad wil de Noord-Zuid-werking op verschillende manieren uitbouwen. Actiepunten: • verder werken aan een eigen norm los van de symbolische 0,7% • voor het Noord-Zuidbudget streven naar een groeipad waarbij de besteding van dat budget benadrukt wordt De stad wil multiculturele activiteiten promoten. Actiepunten: • bestaande Leuvense initiatieven voor ontwikkelingssamenwerking blijvend ondersteunen, nieuwe aanmoedigen (Wereldfeest, 11-11-11-actie, toelagen voor Leuvense ontwikkelingsorganisaties en –helpers, Afrika Filmfestival, …) • de werking van de interculturele workshops onder de naam Wereldkleur promoten naar alle Leuvense verenigingen en scholen zodat de Leuvense mix van culturen nog meer zichtbaar wordt
48
XVIII.
MILIEU EN OPENBARE NETHEID
1. MILIEU EN DUURZAME ONTWIKKELING De stad Leuven voert een ambitieus en vooruitstrevend milieubeleid rekening houdend met de principes van duurzame ontwikkeling. De krachtlijnen voor dit beleid werden reeds vastgelegd in het milieubeleidsplan 2005-2009. Verder wordt het milieubeleid ook gestuurd door samenwerkingsovereenkomsten met het Vlaams Gewest. De stad wil deze overeenkomsten maximaal naleven, en met de steun van AMINAL en de aanzienlijke betoelaging een ambitieus milieubeleid uitvoeren. De stad wil een draagvlak creëren door samen te werken met verenigingen, inwoners, bedrijven en stadsdiensten. Actiepunten: • het milieubeleid integreren in andere beleidsdomeinen door intensieve samenwerkingsverbanden met andere stadsdiensten • participeren in het milieubeleid via de milieuadviesraad, natuur- en landbouwverenigingen, Regionaal Landschap Dijleland, enz. • ondersteunen van het platform LA21 dat als netwerk een stuwende kracht is om verschillende actoren en partners te laten samenwerken aan een duurzaam Leuven • het Leuvense scholenproject CONDOR verder uitbouwen tot een all-round milieuzorgproject waarin zoveel mogelijk scholen en leerlingen bereikt worden • ondersteunen van projecten zoals ‘Kom op voor je wijk’ De stad wil afval voorkomen. Actiepunten: • volgens het milieubeleidsplan is preventie belangrijker dan afval verwerken of verbranden. Leuven bekleedt een vooraanstaande plaats in Vlaanderen inzake afvalpreventie. De stad wil deze positie behouden en het afvalbeleid verder uitbouwen. • uitwerken van projecten en sensibilisatiecampagnes, zoals stimuleren van thuiscomposteren en kringlooptuinieren • uitwerken van preventie-initiatieven zoals afvalarm winkelen of feesten, gebruik katoenen luiers, enz • stimuleren van herbruikbare goederen en doorgedreven selectieve inzameling van afval om recyclage mogelijk te maken De stad wil het openbaar domein op ecologische wijze beheren. Actiepunten: • specifieke projecten opzetten voor holle wegen, oude muren, hagen en houtkanten op het openbaar domein De stad wil stadsgroen vrijwaren en zichtbaar maken. Actiepunten: • sensibilisatie voor natuur in de stad door beschermingsprojecten voor verschillende diersoorten en natuurprojecten • zichtbaarheid van stadsgroen in stedelijk gebied aanmoedigen door extra subsidiëring De stad wil samen met de reinigingsdienst en de politie streven naar minder hinder van zowel sluikstorten, zwerfvuil en sluikstoken alsook naar minder lawaaihinder, hinder van bedrijven en overlast van evenementen of horeca om zo een leefbare stad te behouden. Actiepunten: • verder werken aan een aangepaste lokale regelgeving, een uitgebouwd en gecoördineerd toezicht door verschillende dienstenen de toepassing van gemeentelijke administratieve sancties • een doordacht beleid voeren inzake het afleveren van milieuvergunningen • een planmatige en preventieve controle van hinderlijke inrichtingen 49
•
een snelle en oplossingsgerichte klachtenbehandeling
De stad wil een geïntegreerde aanpak van waterbeheersing met aandacht voor de waterkwaliteit , een ecologisch beheer van de waterlopen en het creëren van ruimte voor water. Actiepunten: • samen met de technische dienst de waterzuivering opvolgen • ruimte voor water voorzien door het vrijwaren van beekdalen als elementen van waterbeheersing en natuurlijke structuur,en het aanduiden of creëren van overstromingsgebieden • samen met de technische dienst het beekbeheer in opdracht van de stad evalueren en bijsturen volgens de principes van ecologisch beekbeheer • waar mogelijk overwelfde rivieren openleggen • inspanningen om regenwater en afvalwater te scheiden verder zetten • waterkwantiteitbeheersing door een gepast beekbeheer, infiltratie, regenwaterinstallaties groendaken en bufferbekkens De stad wil een erosiebestrijdingsplan opmaken om afspoeling van akkers of uitspoeling van holle wegen en taluds tegen te gaan. De stad wil duurzaam bouwen stimuleren. Actiepunten: • een project opstarten om energieaudits door te voeren en rationeel energieverbruik te stimuleren • aansluitend andere (sensibilisatie)projecten zoals Kyotocode, klimaatwijken of een goedkope lening voor kansarmen ontwikkelen • senioren sensibiliseren voor rationeel energiegebruik en hun huizen meer energiezuinig maken door kleine ingrepen • gelijkaardige projecten opzetten voor studenten • een CO2 kansenkaart opmaken die bij grote stadsontwikkelingsprojecten kan gebruik worden om energiebesparing en hernieuwbare energie centraal te stellen • interessante projecten van andere investeerders ondersteunen De stad wil haar inwoners bewust maken van de invloed van mobiliteit op het milieu en ook hun eigen voordeel onderstrepen. Actiepunten: • acties ondersteunen zoals Fiets naar Kyoto en met Belgerinkel naar de winkel • autodelen verder aanmoedigen De stad wil met haar eigen diensten en een degelijk intern milieuzorgsysteem het goede voorbeeld geven aan het grote publiek. Actiepunten: • een doordacht aankoopbeleid voeren en dit combineren met een doorgedreven afvalpreventie en selectieve inzameling voor de stadsdiensten • het gebruik van pesticiden, zelfs bij stijging van het groenareaal, plafonneren op het huidige niveau en via projecten nog een verdere daling nastreven • wagens aankopen die voldoen aan strenge milieuvoorwaarden, eerder aangekochte wagens in de mate van het mogelijke uitrusten met roetfilters • verder zetten van het energiezorgsysteem voor alle stadsgebouwen; het gebruik van alternatieve energiebronnen en aankoop van groene stroom verder uitbreiden De stad wil studenten en eigenaars van koten sensibiliseren om koten duurzamer te maken. Actiepunten: • de milieudienst van de stad Leuven werkt samen met de huisvestingsdienst van de KUL en de dienst studentenvoorzieningen rond selectief huisvuil ophalen, afvalkalenders,… • duurzaamheidsprojecten zoals’ Kyotokot’ en ‘energiebesparing op kot’ worden in het kader van LA21 uitgevoerd en betoelaagd
50
2. OPENBARE NETHEID Voor dit bestuur geldt de regel: eerst afval voorkomen, dan hergebruiken en verwerken. De Leuvenaar produceert slechts 130 kg restafval per jaar (streefnorm Vlaamse overheid is 150 kg). Afvalpreventie blijft het belangrijkste actiepunt voor de volgende bestuursperiode. Dit is ook duidelijk uitgewerkt in het milieubeleidsplan van de stad. Verschillende projecten en sensibilisatie-initiatieven moeten inwoners nog beter vertrouwd maken met de afvalproblematiek en moeten evoluties in het principe van de vervuiler betaalt, aanvaardbaar maken. Kernthema van het beleid is het stimuleren van thuiscomposteren en kringlooptuinieren als alternatief voor de GFT-inzameling. De stad wil de goede afvalcijfers behouden. Actiepunten: • een brede informatiedoorstroming die voor iedereen toegankelijk is • de samenwerking met het kringloopcentrum SPIT verder uitbouwen • een verbetering van de selectieve inzameling, door 6 maal per jaar textiel aan huis in te zamelen en het aantal textielcontainers op het openbaar domein uit te breiden • samen met de intercommunale EcoWerf streven naar een grotere uniformiteit in tarifiëring van de restfractie en containerparken • ijveren om het afval over het water te transporteren De stad wil verdere inspanningen leveren om het imago van Leuven als propere stad hoog te houden. Actiepunten: • sluikstorters nog meer controleren en aanpakken • op pleinen en knelpunten ondergronds glascontainers • onze straatvegers optimaal uitrusten met nog meer straatafvalzuigers • extra veegrondes in de deelgemeenten invoeren • met opruimacties en sensibiliseringscampagnes de inwoners responsabiliseren voor een propere stad
51
XIX .
OPENBAAR GROEN EN BEGRAAFPLAATSEN
De stad wil werk maken van een aangename woonstad die ondanks de drukte zeer leefbaar blijft. Het bewaren van het groene karakter en het uitbreiden van dit groene karakter wordt een hoofdopdracht. De stad wil Leuven nog groener maken en de bestaande oppervlakte van 270 ha openbaar groen met meer dan 10 % te doen toenemen tot ruim 300 ha. Actiepunten: • een bijkomende aanleg van kleine en grotere groene plekken die er door hun ligging voor zorgen dat iedere Leuvenaar binnen loopafstand (max. 400 meter) publiek groen tot zijn beschikking heeft • natuurgebieden in eigen beheer uitbreiden en de belevingswaarde van de gebieden maximaal koppelen aan natuurbeheer, zodat inwoners kunnen kennismaken met de natuurwaarden in hun stad. • parken en groenzones die niet in beheer of eigendom van de stad zijn inrichten en openstellen voor het publiek We denken hierbij aan “De Wingerd” te Leuven, het terrein van de VMW aan de Coosemansstraat te Kessel-Lo, het terrein Cadol te Heverlee, de Abdij van Keizersberg, het Bodartpark te Heverlee, de vijvers en de groene omgeving van de vijvers Bellefroid te Wilsele en tenslotte het park van het Lemmensinstituut dat eventueel met een wandelbrug over de ring te verbinden is met de Luibank. De stad wil de nodige groenrenovaties doorvoeren volgens de principes van het ‘harmonisch parkbeheer’. Dit houdt in dat er meer aandacht wordt besteed aan natuurlijk groen en het invoeren van nieuwe wensen en noden. Actiepunten: • voldoende aandacht besteden aan ruimte en infrastructuur voor de jeugd • het renoveren van Park de Bron en het Heuvelhofpark in Kessel-Lo, het Van Ostaijenpark en het Sint-Lambertusplein in Heverlee en het Rietensplein in Wijgmaal • kleinere groenobjecten, vaak in het centrum, die door de jaren aan sierlijkheid hebben ingeboet renoveren of opnieuw aanleggen De stad wil de botanische tuin/kruidtuin verder uit bouwen tot het paradepaardje van de stad. Actiepunten: • na de verhuis van de administratie van de groendienst, het poortgebouw van de kruidtuin inrichten als educatief centrum met een klaslokaal, bibliotheek, educatief materiaal, informatiepakketten, … • de huidige tropische serre uitbreiden • een vrijgekomen magazijn inrichten als oranjerie/wintertuin/overdekte zithoek De stad wil bomen, de belangrijkste groenobjecten in het stedelijk gebied, maximale kansen geven en beschermen. Dit geldt niet alleen voor de 17.000 bomen in eigen beheer maar ook voor bomen in particuliere eigendom. Actiepunten: • een subsidiereglement opstellen dat een financiële tussenkomst voorziet bij dure instandhouding- en verzorgingswerken aan bomen • 2.000 bomen aanplanten, deels in nieuwe projecten deels binnen bestaande groenvoorzieningen De stad wil het stadscentrum en de centra van de deelgemeenten nog overvloediger bebloemen. Actiepunten: • aankomen van bijkomende bebloemingssystemen • aantal ‘hanging baskets’ uitbreiden naar alle wandelstraten van de stad
52
•
op plaatsen in de stad en in de deelgemeenten waar nu gewone beplanting en grote grasvelden liggen wisselperken aanleggen
De stad wil de Leuvense begraafplaatsen blijven verbeteren. Actiepunten: • verschillende kerkhofmuren restaureren • plaatsen van herdenkingszuilen bij iedere strooiweide • vernieuwen van de bewegwijzering • plaatsen van een overzichtsplan aan de ingang van iedere begraafplaats • slopen van oude dodenhuisjes • herstellen van de graven waarvoor de stad verantwoordelijk is • heraanleggen van het foetusplein op de stadsbegraafplaats Leuven • uitvoeren van aanpassingswerken aan de hoofdingang van de stadsbegraafplaats • restauratie en schilderen van sommige hekwerken • voorzien van bijkomende uitrusting (parkmeubilair) • werk maken van een betere watervoorziening • uitbreiding van het columbarium op de stadsbegraafplaats Leuven • inventaris maken van waardevolle en historische graven en waar mogelijk deze graven in stand houden om te vermijden dat ons funeraire erfgoed verdwijnt • voorzien van bijkomende verlichting en renovatie van de ereperken van de oudstrijders op de begraafplaats ‘De Jacht’ in Heverlee • de nodige aanpassingen aan boom- en groenstructuren uitvoeren op begraafplaats Wittebolsstraat in Wijgmaal om zo de begraafplaats een parkkarakter mee te geven • gefaseerd vervangen en uitbreiden van de sterk verouderde beplanting van begraafplaats ‘De Jacht’ • aanleggen van een dreef die dwars door de begraafplaats van de Vlierbeekabdij loopt en de verbinding maakt met de Kortrijksestraat om zo het uitzicht te verbeteren • uitvoeren van de laatste fase van het groenstructuurplan voor de stadsbegraafplaats door het aanleggen van stevige groenstructuren
53
XX.
HUISVESTING EN GRONDBELEID
De stad streeft naar een omkering van de stadsvlucht, een evenwichtige bevolkingssamenstelling en betaalbare woningen. Daarvoor moeten we binnenstedelijke gebieden revitaliseren, woonwijken leefbaarder maken, bestaande woonkernen verdichten, sociale woonprojecten verspreiden, huisvestingsprojecten projectmatig aanpakken, streven naar een duurzame bewoning en een beheersing nastreven van de grondprijzen. De stad en de sociale huisvestingsmaatschappijen zullen uiteraard de Vlaamse wooncode toepassen en anderstalige kandidaat huurders aanzetten tot het leren van Nederlands. De stad wil een direct beleid voeren om betaalbaar wonen mogelijk te maken. Actiepunten: • in de beleidsperiode 2007-2012 worden er minimum 1000 betaalbare woningen/kavels voor woningbouw geprojecteerd (afgewerkt, in uitvoering of op gang gebracht), waarvan minimum 400 nieuwe sociale huurwoningen. Onder betaalbare woningen verstaan we: sociale koop- of huurwoningen of kavels (allen decretaal geregeld), geconventioneerde koop- of huurwoningen of kavels (gebouwd door privé-bouwheren, maar waarover prijsafspraken worden gemaakt). o De stad/AGSL zal het initiatief nemen om samen met verschillende partners (publieke en private) volgende woonprojecten te realiseren/op te starten in de periode 2007-2012: Vlierbeekveld, Zwaluwenlaan, Eikenbergstraat, OCMW-site, Centrale Werkplaatsen, Parkveld (gedeelte OCMW), Conscienceplein, Wittebolstraat. o Tegen eind 2012 moeten volgende projecten gestart zijn: - Projecten die nu nog niet operationeel zijn maar waarvoor in de bindende bepalingen van het ruimtelijk structuurplan Leuven gesteld wordt: “De stad neemt het initiatief om vóór 2010 zelf voor minstens volgende woonontwikkelingsgebieden projecten op te starten” (Eerdekensstraat, Ursulinenstraat, Hoogveld, L. Woutersstraat) - Projecten waarvan de stad/AGSL eigenaar is of wordt (Klein Rijsel, Vaartkom blok 1, Oude Brandweerkazerne). o Via overeenkomsten met de ontwikkelaars ook in privé-projecten (die de stad wenst) een aanbod voor betaalbaar wonen realiseren. (enclave Tussen twee waters, Bottelarij, Ziekenhuissite, Geologie, Sint-Jansbergsesteenweg, Wakkerzeelsebaan, Brugveldstraat, Marie Clootsstraat, Faculty club). o Op alle andere, hierboven niet vermelde, woonprojecten is de algemene beleidslijn van toepassing: cf. hieronder. • in alle nieuwe woonproject met minimum 50 wooneenheden/kavels, moeten 20 % van de woningen/kavels betaalbaar zijn.Bij projecten met meer dan 100 woningen moet minstens de helft van deze 20% bestaan uit sociale huurwoningen. • ontwikkelaars moeten grond aanbieden aan schattingsprijs (aan Sociale huisvestingsmaatschappij, stad Leuven / AGSL, Interleuven) volgens een getrapt systeem. In grote woonprojecten wordt bijgevolg een deel bestemd voor de vrije markt, een deel betaalbaar voor de middenklasse en een deel voor sociale woningen. • de eigendommen van de stad en het AGSL worden prioritair aangewend voor de realisatie van projecten met betaalbaar wonen. In samenspraak met de OCMW-raad worden de eigendommen van het OCMW voor dezelfde doelstelling ingezet. Ook met andere eigenaars (bv. kerkfabrieken) wordt onderzocht of eigendommen op dezelfde wijze kunnen gevaloriseerd worden. De overheid neemt het initiatief voor de realisatie van een aantal woonprojecten op deze gronden. In deze projecten wordt een grotere inspanning gedaan voor sociaal en betaalbaar wonen, rekening houdend met het aandeel van de overheidseigendommen in het geheel van het project.
54
•
•
•
•
Voor de projecten waar de stad/AGSL zelf het initiatief neemt, worden alle gronden in overheidshanden overgedragen aan het AGSL, dit tegen schattingsprijs van de gronden in hun huidige toestand/bestemming. Wanneer bij de realisatie van het project het AGSL op deze gronden winst zou realiseren, komt deze winst ten goede aan de oorspronkelijke grondeigenaar/overheid ten belope van het aandeel van de ingebrachte gronden in het totaal van het project. De stad/AGSL voert een actief grondbeleid i.f.v. de verwerving van gronden voor nieuwe woonprojecten. Daartoe wordt een huisvestingsfonds opgericht. De inkomsten uit de verkoop van met deze middelen verworven gronden, worden opnieuw in het fonds ingebracht. Dit fonds kan met bijkomende middelen uit de reguliere begroting worden gespijsd. De stad beschouwt de realisatie van betaalbare woningen als een belangrijke doelstelling in het kader van het Stedenfonds, periode 2008-2013. Minimum 20 % van de trekkingsrechten die de stad op het Stedenfonds zal krijgen voor de periode 20082013, worden bestemd voor de realisatie van betaalbaar wonen. Voor de realisatie kan de stad zelf initiatief nemen (op eigen of te verwerven gronden) voor zowel sociale als gemengde projecten, zowel met sociale huisvestingsmaatschappijen, privé-ontwikkelaars als particulieren eigen PPS-formules uitschrijven, gronden verkopen met voorwaarden inzake betaalbaar wonen, werken via recht van opstal en erfpacht zowel met ontwikkelaars als met particulieren,enz. Met privé-initiatiefnemers van grote nieuwbouwprojecten wordt onderhandeld om te komen tot een overeenkomst inzake de realisatie van geconventioneerde woningen. Basis is vrijwilligheid, maar in de praktijk heeft de stad een aantal instrumenten om ontwikkelingen te sturen (RUP’s, lasten binden aan stedenbouwkundige vergunningen, goedkeuren wegentracés, …). In deze overeenkomst kan de realisatie van geconventioneerde woningen/kavels geregeld worden alsook de grondoverdracht/verkoop voor de realisatie van sociale koop- en huurwoningen.
HUISVESTINGSBELEID IS MEER DAN WONINGEN BOUWEN In het huisvestingsbeleid gaat het om veel meer dan de bouw van woningen. Ook inzake kwaliteitscontrole, leegstands- en krotbestrijding, informatieverstrekking naar de burger, financiële ondersteuning van individuele initiatieven en bewonersbegeleiding speelt de lokale overheid een eersterangsrol. Omdat deze rol raakvlakken heeft met andere stadsinstanties en overheden is overleg, afstemming en coördinatie een noodzaak. Op dit vlak heeft de samensmelting van het loket van de diensten huisvesting en welzijn haar nut bewezen. De stad wil een klantgerichte dienstverlening in het woonbeleid door goede informatie en communicatie van en naar de burger Actiepunten: • de burger moet voor allerlei vragen rond wonen bij de dienst huisvesting terecht kunnen bij een woonloket. Het loket wordt verder uitgebouwd als laagdrempelige eerstelijnsdienst voor wonen. Het concept van woonwinkel zal onderzocht worden en indien mogelijk/wenselijk geïmplementeerd worden bij de verhuis naar het nieuwe stadskantoor. • het netwerk rond bewonersbegeleiding verstevigen. De dienst huisvesting zal de samenwerking op dit vlak intensifiëren. Er moet niet enkel vlot doorverwezen worden naar diensten van CAW, sociale huisvestingsmaatschappijen en OCMW (in een aantal gevallen ook mutualiteiten en thuisdiensten), maar er moeten ook onderling taak- en werkafspraken gemaakt worden. Al deze actoren moeten tijdig huisvestings- of woonproblemen signaleren. De stad wil de meest onveilige, onhygiënische en mensonwaardige woontoestanden opsporen en doen verdwijnen . Actiepunten: • huisvestingsonderzoeken m.b.t. de veiligheid en gezondheid van woningen realiseren. Indien nodig worden werken opgelegd. Onwillige verhuurders die weigeren de nodige kwaliteitswerken uit te voeren, kunnen gesanctioneerd worden (ongeschikt of 55
•
•
onbewoonbaarverklaring, woonverbod). Met de wooninspectie en de politie wordt samengewerkt voor de strafrechterlijke vervolging van huisjesmelkers. Onderzocht zal worden of een conformiteitsattest kan gevraagd worden bij elke nieuwe verhuring. op systematische wijze elke gekende kamerwoning controleren op kwaliteitsaspecten, brandveiligheid en de regelgeving inzake ruimtelijke ordening. Daarom zal onderzocht worden of het haalbaar is een dienstoverschrijdend (brandweer, ruimtelijke ordening, GIS, financiën en huisvesting) preventieteam op te richten, waarvan de coördinatie in handen ligt van de huisvestingsambtenaar. in het kader van de stedelijke verkrottingsbelasting systematisch woningen ter plaatse controleren en systematisch screenen op leegstand, verwaarlozing en verkrotting. Het bestaande reglement zal geëvalueerd worden op haar efficiëntie en gewijzigd/bijgestuurd waar nodig
De stad wil private eigenaars aanmoedigen om hun private woningen in orde te brengen door VAP’s en renovatiepremies Actiepunten: • onderzoeken of (naast de reeds bestaande koppeling aan de Vlaamse premie) bijkomende financiële aanmoedigingen selectiever en doelgerichter kunnen ingezet worden om de woonmobiliteit in een bepaalde richting te sturen. De stad wil de actie van het boven-winkel-wonen in het kernwinkelgebied evalueren en onderzoeken of een nieuwe intensieve actie ook buiten het kernwinkelgebied naar bepaalde delen/straten kan opgezet worden. De stad wil onderzoeken of een stedelijke verwervingspremie – binnen de nodige grenzen – kan ingevoerd worden om jongeren in de stad te houden. WERK MAKEN VAN WONEN IN SAMENWERKING MET ANDERE STADSDIENSTEN De stad wil aangepast wonen (wonen voor ouderen en mensen met een handicap) stimuleren en mee ondersteunen. Actiepunten: • bovenop de gewestelijke en provinciale premie nog een stedelijke premie voor aanpassingswerken van de woning voorzien • er op letten dat bijkomende bejaardenwoningen en serviceflats worden gebouwd volgens de principes van integratie en kleinschaligheid • er op letten dat nieuwe projecten inbreidingsgericht zijn en ingeplant worden dicht bij alle voorzieningen • er op letten dat aangepaste woningen bij voorkeur geïntegreerd zijn in woonprojecten De stad wil duurzaam bouwen en wonen aanmoedigen Actiepunten: • onderzoeken of een stedelijke aanvulling nodig is van subsidies van provincie, gewest, anderen (dit kan o.a. door verhogen van inkomensgrens). • de dienst huisvesting zal meewerken aan concrete acties die gepland worden rond energie-audits en CO²-kansenkaart en dit in samenwerking met de milieudienst en Lokale Agenda 21. De stad zal bijzondere aandacht schenken aan de gezondheidsaspecten van de woningen Actiepunten: • i.s.m. de brandweer bijzondere aandacht aan het CO-gevaar schenken • aanpak van woonproblemen met een gevaar voor veiligheid en gezondheid • in overleg met de milieudienst, groendienst, brandweer en politie,…( o.a. in de hand trachten te houden van ongedierte, stapelwoede en brandlast) • onderzoeken of het mogelijk en noodzakelijk is een eigen gezondheidsdienst op te richten.
56
De stad zal de nodige aandacht schenken aan starterswoningen als betaalbaar alternatief om in de stad te blijven.
VASTGOEDBELEID Het vastgoedbeleid van de stad vormt geen doel op zich, maar staat ten dienste van de andere beleidsdomeinen. De stad zal gericht gronden en panden verwerven. De stad zal zo veel mogelijk investeren in een strategische reserve met het oog op ontwikkelingen op langere termijn. Om zijn financiële zelfstandigheid te vergroten, zal het AGSL stelselmatig een eigen vastgoedportefeuille uitbouwen. Die zal worden geëxploiteerd tegen economisch en sociaal verantwoorde voorwaarden. In de eerste plaats komt parkeerinfrastructuur (bv. buurtparkings) in aanmerking voor deze doelbewuste exploitatie. De stad zal de onroerende stadseigendommen buiten de projectgebieden die geen publieke bestemming (meer) hebben in principe valoriseren door ze op de markt aan te bieden. De stad zal bij deze valorisaties een maximale financiële opbrengst nastreven. In het geval van grotere sites (meer dan een woning) zullen daarnaast ook andere overwegingen van algemeen belang een rol spelen, zoals het sociale of groene karakter of de architecturale kwaliteit van het project dat de koper zal realiseren. Stadseigendommen die toch op niet-occasionele basis gebruikt worden door derden (bijvoorbeeld als tijdelijke oplossing in afwachting van de realisatie van een project), zullen tegen economisch en sociaal verantwoorde voorwaarden worden verhuurd of ter beschikking gesteld. Het stedelijk vastgoedbedrijf AGSL zal blijven instaan voor administratief beheer van de verhuringen en de inhuurnemingen e.d. voor rekening van de stad. Het vastgoedbeheer van de stad zal systematisch worden gestroomlijnd in functie van administratieve efficiëntie en klantvriendelijkheid. De stad streeft een maximale kostenoptimalisatie van het vastgoedbeleid na. Deze doelstelling zal bij elk project in overweging worden genomen en desgevallend worden vertaald in een aangepaste financieel-juridische formule. WONEN EN STUDENTEN De stad reikt conformiteitattesten uit voor studentenkamers en treedt samen met de dienst huisvesting van de KUL op via onderzoek bij klachten omtrent ongeschikte huisvesting. De stad zoekt naar mogelijkheden voor de verscherping van de kwaliteitscontrole inzake kamerwoning.
57
XXI.
RUIMTELIJKE ORDENING
De stad ijvert voor een kernversterkend beleid dat zoveel mogelijk gericht is op inbreiding en dat gekoppeld is aan een sterk mobiliteitsbeleid. De hoofdaandacht blijft dus gaan naar reconversie van bepaalde binnengebieden en het bebouwen van bestaand woongebied veeleer dan open ruimtes gelegen in niet-woongebieden aan te snijden. De stad Leuven wil tegen mei 2007 voldoen aan de wettelijke context (vijf randvoorwaarden) om een grotere autonomie te verkrijgen, zodat vergunningen kunnen verleend worden zonder voorafgaand advies van de gewestelijk ambtenaar. Actiepunten: • het plannenregister • vergunningenregister • de inventaris van de onbebouwde percelen (in orde) • het structuurplan(in orde) • de stedenbouwkundige ambtenaren (twee van de vooropgestelde drie werden aangesteld) 1. RUIMTELIJKE PLANNING De opdracht van de dienst ruimtelijke planning bestaat in de eerste plaats uit de uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, zoals het tijdens het eerste gedeelte van de vorige legislatuur werd opgemaakt. De stad wil een operationeel, doelgericht juridisch kader ontwikkelen dat duidelijk en eenvormig is voor de burger. Het structuurplan is niet bindend voor de burger, een aantal zaken moeten vertaald worden in juridisch afdwingbare plannen. Actiepunten: • opmaken van een algemene bouwverordening en van algemene ruimtelijke uitvoeringsplannen per stadsdeel om een eenduidige regelgeving in verschillende deelgemeenten te bekomen • een gebiedsgerichte aanpak realiseren voor sommige gebieden (bijvoorbeeld Tiensesteenweg) De stad wil een actief woonbeleid voeren, ondersteunend aan het project betaalbaar wonen. Door strategische projecten wordt de woonkwaliteit verhoogd, net als het aanbod voor de verschillende doelgroepen. Actiepunten: • inzetten op woonontwikkelingsgebieden uit het structuurplan De stad wil een strategie voor betaalbaar wonen ontwikkelen. De stad wil het woonaanbod betaalbaar houden. Actiepunten: • actief samenwerken van de dienst ruimtelijke planning met het autonoom gemeentebedrijf en de dienst huisvesting om projecten van bij het begin te sturen in het kader van een duidelijk doelgroepenbeleid • de ondersteunende rol van de dienst ruimtelijke ordening door de juiste dichtheid van projecten aftoetsen • strategische gronden verwerven zodat de stad een niet te omzeilen actor wordt bij de ontwikkeling van de verschillende woonontwikkelingsgebieden De stad wil een strategie voor de woonontwikkelingsgebieden uitwerken. Actiepunten: • kwaliteiten en randvoorwaarden definiëren om het ontwerpproces te begeleiden 58
• • •
•
actief ingrijpen op de fasering van het woonaanbod de timing vastleggen waarin al deze gebieden tot ontwikkeling komen zelf een aantal woonontwikkelingsgebieden aanzetten (door stad of OCMW) zodat ze gemakkelijker in aanmerking komen voor sociaal of betaalbaar wonen en gemeenschapsvoorzieningen (bijvoorbeeld OCMW-site in binnenstad, Weduwenrij in Wijgmaal, Parkveld in Heverlee, verdere afwerking Centrale Werkplaatsen in Kessel-lo, Vlierbeekveld,...) ruimtelijke uitvoeringsplannen of inrichtingsplannen goedkeuren om ruimtelijke kwaliteit te geven aan gebieden van private actoren (bijvoorbeeld Ziekenhuissite, site geologie, de Vaartkom en vele kleinere woonontwikkelingsgebieden zoals bepaald in het ruimtelijk structuurplan)
De stad wil een projectmatige aanpak hanteren voor de economische ruimte. In plaats van de ruimte voor bedrijvigheid algemeen aan te pakken, ze gebiedsgericht aanpakken aan de hand van concrete projecten. Actiepunten: • in het gebied Leuven-Noord blijft de inrichting van het spoorwegplateau een belangrijke potentie voor de economische structuur van Leuven • de stationsomgeving afwerken en de Kop van Kessel-lo opstarten • het op gang krijgen van de herontwikkeling van de Vaartkom • de ontwikkeling van het wetenschapspark Arenberg is aan de gang • de ontwikkeling van de veilingsite voor sociale economie is opgestart • meewerken aan een actieplan voor de verdichting van Haasrode • het voorbereidend onderzoek voor de inrichting van een bedrijvenzone (en woonzone en parkbos) op Parkveld is afgerond. Opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan De stad wil samen met de buurgemeenten een actieve partner zijn in het planningsproces voor de afbakening van het stedelijk gebied Leuven (die door het Vlaams Gewest dient te gebeuren). Dit is belangrijk voor het uittekenen van de ontwikkelingsmogelijkheden voor bedrijvigheid in de Leuvense regio. De stad wil samenwerken met de universiteit als één van de belangrijkste ruimtelijke actoren in de stad. Actiepunten: • uitwerking ruimtelijk uitvoeringsplan voor de zuidelijke Dijlevallei, waar de ontwikkeling van de universitaire cluster rond de wetenschappen centraal staat • samenwerking rond herbestemming van verschillende universitaire sites in de binnenstad die vrijkomen door deze ruimtelijke clustering • verdere ontwikkeling van Gasthuisberg actief opvolgen • huisvesting en het mobiliteitsgedrag van de studenten en werknemers opvolgen De stad wil aandacht geven aan de open ruimte (natuur, landschappen, landbouw, recreatiemogelijkheden). Actiepunten: • landbouw speelt rol in het beheer van de open ruimte • economisch en duurzame landbouw moeten mogelijk blijven in de resterende open ruimte • aandacht naar voldoende recreatiegebieden, waar mogelijk ook in medegebruik binnen landbouw- en natuurgebieden De dienst ruimtelijke planning ijvert voor een voortdurende betrokkenheid bij de ontwikkeling van een aantal strategische locaties. Actiepunten: • de uitvoering van het project voor de Kop van Kessel-Lo, (waar onder andere de verkeersafwikkeling aan beide uiteinden Martelarenlaan verder moet worden onderzocht) • de realisatie van het project Parkveld • de herontwikkeling van de Vaartkom • het project op de ziekenhuissite 59
De stad wil over al deze projecten en plannen informeren en communiceren. Actiepunten • in samenwerking met het infohuis stadsvernieuwing tijdig en correct communiceren aan betrokkenen en omwonenden • inrichting van buurtvoorzieningen uitwerken in samenspraak met de buurten • open communicatie voeren met de GECORO zodat zij haar adviesrol ten volle kan vervullen • voor mobiliteitsvraagstukken samenwerken met de werkgroep rond duurzame mobiliteit van Lokale Agenda 21 • Stad en Architectuur verder ondersteunen en samen activiteiten ontplooien • via het vergunningbeleid proberen de bouwheren aan te sporen tot kwaliteitsvolle architectuur
60
2. BOUWDIENST De stad wil inlichtingen geven over bouwdossiers op verschillende manieren. Concreet: • de loketdienst • mogelijkheid tot afspraak • de uitbouw van een digitaal loket voor ruimtelijke ordening De stad ijvert voor een vlottere dossierbehandeling. Actiepunten: • elk dossier binnen de decretaal vastgelegde termijn afhandelen • een extra architect toewijzen aan de bouwdienst De stad wil in het kader van de algemene bouwverordening alle stedenbouwkundige verordeningen evalueren. De stad ijvert voor een goede handhaving. Dit impliceert een goed georganiseerde controle van de bouwwerken. Dit zal systematischer aangepakt worden. Actiepunten: • vervolgingsprioriteiten vastleggen: systematische controle van het aantal aan te leggen parkeerplaatsen, uitgebreid met de volledige controle van het gebouw; het diensthoofd geeft aan welke vergunningen zeker moeten worden gecontroleerd (grote bouwprojecten, met belangrijke impact op de omgeving, projecten waar strenge voorwaarden worden vastgelegd); andere vergunningen steekproefsgewijs controleren; de studentenhuisvesting en de dossiers rond het opdelen van woningen
61