Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75
Project-MER-Verslag Goedkeuring milieueffectrapport
Project:
Hervergunning Farm Frites Belgium NV te Lommel Initiatiefnemer: Farm Frites Belgium NV Maatheide 50 3920 Lommel
17 december 2007 PRMER-0190-GK
1 Inleiding Dit milieueffectrapport werd opgemaakt met het oog op de hernieuwing van de milieuvergunning voor Farm Frites Belgium NV. Het bedrijf beschikt over een basismilieuvergunning met als einddatum 28 december 2008. De site te Lommel ligt op 3,5 km van Nederland en is volgens het gewestplan gelegen in industriegebied. Gezien de ligging wordt een grensoverschrijdende procedure gevolgd. Farm Frites verwerkt aardappelen tot onder andere frieten, zetmeelvlokken en voorgebakken, diepgevroren en vacuümverpakte aardappelspecialiteiten. Naast de hervergunning verwacht Farm Frites ook een uitbreiding door de komende jaren door de productiecapaciteit van de verschillende afdelingen op te drijven t.o.v. de reële productie in 2005. In samenwerking met VMW wil het bedrijf voor hergebruik in de productieprocessen 350.000 m³ water per jaar recupereren door een doorgedreven zuivering van het effluent van de WZI. In samenwerking met BioEnergy wil Farm Frites bepaalde afvalstromen verwerken tot groene stroom en warmte. Overeenkomstig de huidige inzichten is deze activiteit onderwerpen aan de mer-plicht volgens rubriek 7b van bijlage II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage met name: ‘Inrichtingen voor het conserveren van dierlijke en/of plantaardige producten met een productiecapaciteit van 100.000 ton per jaar of meer.’ Het kennisgevingsdossier is door de Dienst Mer van de Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid volledig verklaard op 17 mei 2006. De terinzagelegging bij het stadsbestuur van Lommel liep van 2 juni 2006 tot en met 2 juli 2006. Door de Dienst Mer werden richtlijnen geschreven die de inhoudelijke aanpak van het project-MER weergeven, deze richtlijnen werden betekend op 11 augustus 2006. Tijdens de milieueffectrapportage werd overleg gepleegd: een eerste vergadering op 6 juli 2006 voor de vastlegging van de richtlijnen en een tweede als ontwerptekstbespreking op 27 maart 2007. Het kennisgevingsdossier en het ontwerprapport werden naar de verschillende administraties rondgestuurd voor adviezen en opmerkingen. Het definitieve milieueffectrapport werd ontvangen op 8 november 2007 en de goedkeuring ervan wordt met dit goedkeuringsverslag betekend. Aan de hand van de criteria die vooropgesteld werden in de eerder betekende richtlijnen werd dit goedkeuringsverslag opgesteld. Het milieueffectrapport heeft voldoende invulling gegeven aan de richtlijnen die overeenkomstig artikel 4.3.5§1 van het decreet betreffende de milieueffect - en veiligheidsrapportage van 18 december 2002 (BS 13 februari 2003) werden vastgesteld. Het MER bevat voldoende informatie om het aspect milieu een volwaardige plaats te geven bij de besluitvorming.
2 Vorm en presentatie Het voorliggende milieueffectenrapport is naar vorm en presentatie een verzorgd document geworden. Het document bevat een duidelijk voorwoord, leeswijzer, inhoudstafel, lijsten met afkortingen, verklarende woorden, figuren, tabellen en referenties. Achteraan het rapport bevindt zich tevens zes bijlagen. De bijlagen bevatten verduidelijkende Dienst Mer
Goedkeuring milieueffectrapportage PR0190
2
achtergrondinformatie. De figuren geven een duidelijke en overzichtelijke meerwaarde aan het MER. Toch komen in het rapport nog een aantal onnauwkeurigheden voor. Zo ontbreekt bijvoorbeeld een legende bij figuur 6.2. In het woord vooraf wordt kort de milieueffectrapportageprocedure besproken en de te volgen stappen en inspraakmomenten.
3 Doelstelling, verantwoording en besluitvorming art.4.3.7.§ 1,1°, a en b
De doelstelling bestaat erin de effecten aan te tonen van de hervergunning en de geplande uitbreiding van de productiecapaciteit met 19 % t.o.v. de reële productie in 2005. Voor de hervergunning en de geplande uitbreiding is een milieuvergunning noodzakelijk. Voor de samenwerkingsprojecten met VMW en BioEnergy werd reeds een milieuvergunning en stedenbouwkundige vergunning bekomen. Bij de administratieve voorgeschiedenis wordt de historiek van Farm Frites beschreven. De relevante vergunningsrubrieken en een overzicht van de milieuvergunningen is opgenomen in bijlage. De relevante milieurapportages worden hier eveneens weergegeven.
4 Voorgenomen project en alternatieven art.4.3.7.§ 1,1°,c, d en e
Het rapport beschrijft in deel 2 het project op een voldoende wijze. In het MER wordt gemotiveerd waarom locatie-, doelstellings- en uitvoeringsalternatieven niet van toepassing zijn voor dit project. Het MER bevat een toetsing aan de voorgestelde beste beschikbare technieken in de Europese BREF “Food, Drink and Milk Industries” en de BBT-studie voor de groenten- en fruitverwerkende nijverheid, BBT voor stookinstallaties en stationaire motoren en de BBT stoom.
5 Juridische en beleidsmatige context art.4.3.7.§ 1,f
Het rapport geeft een volledig overzicht van de juridische en beleidsmatige randvoorwaarden onder de vorm van een matrix. De matrix geeft aan welke randvoorwaarden relevant zijn voor dit project en waar deze relevante randvoorwaarden verder behandeld worden.
Dienst Mer
Goedkeuring milieueffectrapportage PR0190
3
6 Algemene methodologische aspecten De ingreep-effectmatrix in bijlage 1 vormt een duidelijk schema waarbij per oorzaak/effect aangegeven wordt welke effecten er te verwachten zijn. Per discipline wordt een goede beschrijving gegeven van de te volgen methodologie om de effecten van het project in te schatten. Een expliciet, kwantitatief significantiekader wordt gebruikt bij de discipline lucht, water, bodem en grondwater en mens-mobiliteit. Voor de overige disciplines werd aangegeven waarmee rekening gehouden wordt bij de beoordeling. Het blijft een aandachtspunt om de significantiekaders over de verschillende disciplines heen op elkaar af te stemmen om de vergelijkbaarheid en de eindintegratie zo transparant mogelijk te maken.
7 Bestaande toestand en milieueffecten In de discipline lucht wordt voldoende aandacht besteed aan geleide emissies van CO2, NOx, SO2 en CO en aan niet-geleide emissies. Ook het aspect geur wordt uitgebreid beschreven. Op 4 juni 2007 werd een herwerkte versie van de discipline water bezorgd aan de Dienst Mer en VMM. Op 27 juni 2007 werden de opmerkingen van VMM aan het studiebureau bezorgd en op 2 juli 2007 de opmerkingen van de Dienst Mer. Aan deze opmerkingen werd onvoldoende invulling gegeven in de eerste versie van het definitieve MER. In de tweede versie van het definitieve rapport worden deze onduidelijkheden wel uitgeklaard. Farm Frites acht het niet realistisch om de effluentconcentratie van fosfor te reduceren tot een concentratie lager dan 10 mg/l via dosering van FeCl3 vermits dit zorgt voor een stijging van de slibproductie en een toename van de chlorideconcentratie in het effluent. Er wordt ook aangegeven dat deelstroombehandeling van de fosforstroom niet evident is omdat onmiddellijk na de productie een behandelingsstap (coagulatie – bezinking) moet voorzien worden zowel voor FFL als voor FMO. Bij de milderende maatregelen wordt aangegeven dat een verdere studie naar de aanpak van P-rijke afvalwaterstromen aangewezen is om toch een lozingsconcentratie later dan 10 mg/l te kunnen bekomen. Na toetsing aan de omzendbrief LNW 2005/01 blijkt dat Farm Frites niet als kleine lozer beschouwd kan worden en dat het geloosde afvalwater op de RWZI niet voldoet aan de criteria voor goed verwerkbaar afvalwater. De aansluitbaarheid van Farm Frites dient onderzocht te worden. In het MER worden 5 scenario’s onderzocht, namelijk lozing op het Kanaal Bocholt-Herentals, lozing via Rietreienloop in het kanaal van Beverlo, rechtstreekse lozing in het kanaal van Beverlo, lozing in de Molse Nete en lozing via een persleiding in de Eindergatloop. Bij de discipline geluid en trillingen wordt aangegeven dat de meest belangrijke nieuwe bron voor overschrijding van de nachtelijke grenswaarde, voor gebieden op 500 m van industriegebied, van 40 dB(A) ter hoogte van meetpunt 1 de blowers van de waterzuivering zijn. Aangezien er reeds een omkasting voorzien is rond de blowers wordt voorgesteld om ze in een akoestisch degelijk uitgewerkt gebouw te plaatsen om een extra demping te voorzien. Dienst Mer
Goedkeuring milieueffectrapportage PR0190
4
In de discipline mens worden de potentiële gezondheidseffecten ten gevolge van de emissies van Farm Frites besproken. Eveneens wordt voldoende aandacht besteed aan mobiliteitseffecten. Er wordt aangegeven dat transport via het spoor of waterwegen niet realiseerbaar is. In de discipline fauna en flora wordt aangegeven dat de voorgenomen activiteiten geen invloed hebben op de meest kwetsbare fauna en flora in het VEN ‘de Lommelse heidegebieden en Sahara’ en het natuurreservaat Riebos. In hoofdstuk 15 van het rapport wordt aangegeven dat ondanks de nabije ligging van het bedrijf ten opzichte van de Nederlandse grens er geen grensoverschrijdende effecten zijn die van belang kunnen zijn voor de woonkern Luyksgestel. 7.1
Vergelijking van de alternatieven
art.4.3.7.§ 1,2°, e
In het rapport wordt voldoende verduidelijkt waarom geen locatie-, doelstellings- en uitvoeringsalternatieven onderzocht werden.
8 Leemten in de kennisart.4.3.7.§ 1,4°
Dit hoofdstuk doet opgave van de leemten in kennis die tijdens het uitvoeren van het onderzoek werden vastgesteld.
9 Monitoring en evaluatie art.4.3.7.§ 1,2°, d
In deel 16 wordt de noodzaak tot evaluatie en monitoring besproken.
10 Integratie en eindsynthese art.4.3.7.§ 1,2°, e
Deel 13 geeft een samenvatting van de effectbeoordeling. De elementen tot uitvoering van de watertoets werden samengevat in deel 6.
11 Tewerkstelling, investering en gebruikte materialen art.4.3.7.§ 5,3°
In dit hoofdstuk geeft het rapport aan welke de verwachte tewerkstelling- en investeringseffecten zijn van de voorgenomen activiteiten.
Dienst Mer
Goedkeuring milieueffectrapportage PR0190
5
12 Niet-technische samenvatting art.4.3.7.§ 1,5°
De niet-technische samenvatting vormt een afzonderlijk leesbaar deel van het rapport dat de essentie van de overige delen beknopt weergeeft. De tekst is begrijpelijk voor een gemiddelde lezer.
Gelet op wat vooraf gaat wordt het project-MER, ingediend door Farm Frites Belgium NV op 8 november 2007, goedgekeurd. 17 december 2007, Het afdelingshoofd,
ir. K. De Smet Afdelingshoofd
Dienst Mer
Goedkeuring milieueffectrapportage PR0190
6