Hbo-ma Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving Hogeschool van Utrecht
16 november 2009 NVAO Toets Nieuwe Opleiding
Nader deskundigenadvies
Inhoudsopgave
pagina 2
Inhoudsopgave
2
1
Samenvattend advies
3
2
Inleiding en verantwoording 2.1 Achtergrond 2.2 Werkwijze panel 2.3 Opbouw paneladvies
6 6 6 7
3
Beschrijving van de opleiding 3.1 Algemeen 3.2 Profiel instelling 3.3 Profiel opleiding
8 8 8 8
4
Beoordeling per onderwerp 4.1 Doelstellingen opleiding 4.2 Programma 4.3 Inzet personeel 4.4 Voorzieningen 4.5 Interne kwaliteitszorg 4.6 Continuïteit
10 10 13 18 20 22 23
5
Overzicht advies
25
Bijlage 1: Samenstelling panel
26
Bijlage 2: Programma site visit
27
Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten
28
Bijlage 4: Brief aan de opleiding
29
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
1 Samenvattend advies De opleiding Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving van de Hogeschool Utrecht is een tweejarige deeltijd hbo-master die zich richt op journalisten, verslaggevers en redacteuren die alle media kunnen bedienen. De opleiding sluit aan bij ontwikkelingen binnen het vakgebied, waarbij traditionele media steeds meer in nieuwe combinaties en in combinatie met internet gebruikt worden. Daarnaast ruimt de opleiding veel aandacht in voor narratieve aspecten: de wijze waarop een journalist, verslaggever of redacteur zijn verhaal wil brengen. Deze opleiding werd oorspronkelijk aangeboden door de Media Academie in Hilversum. Op 9 september 2008 heeft een panel van de NVAO een positief advies over deze opleiding uitgebracht. De NVAO heeft dit advies overgenomen en op 14 oktober 2008 een positief besluit genomen over de opleiding. In de zomer van 2009 heeft de Media Academie haar faillissement aangevraagd. De Media Academie heeft de Hogeschool Utrecht benaderd voor de overname van de nieuwe masteropleiding. Een van de voorwaarden die de Hogeschool Utrecht aan deze overname heeft gesteld, is dat de NVAO zou instemmen met de overname van het bijbehorende accreditatiebesluit. De NVAO heeft de Hogeschool Utrecht gevraagd hiervoor een aanvraag Toets Nieuwe Opleiding in te dienen. Naar aanleiding van deze aanvraag is hetzelfde panel dat ook de TNO bij de Media Academie heeft uitgevoerd, gevraagd opnieuw de aanvraag te beoordelen. Daarbij heeft het panel zich vooral gericht op de verschillen tussen de oude en de nieuwe situatie. Bij de overname van de opleiding wil de Hogeschool Utrecht een aantal wijzigingen doorvoeren ten opzichte van het oorspronkelijke concept: Meer samenhang in het programma aanbrengen door te werken met grotere modules van minimaal 5 ects. Minder nadruk op televisie en meer aandacht voor de verbinding tussen verschillende mediatypes, zowel op het niveau van journalistieke producties als van journalistieke concepten. Het narratieve aspect wordt door de Hogeschool Utrecht opgevat als het fundament van het journalistieke vak. Op dit vlak wil de opleiding de studenten een verdieping van vaardigheden aanbieden. Het panel is er van overtuigd geraakt dat de opleiding goed aansluit bij de eisen van het afnemende beroepenveld. De opleiding heeft de eindkwalificaties ontwikkeld in samenspraak met het beroepenveld, en deels berusten ze op erkende profielen uit het mediaveld. De Faculteit Communicatie en Journalistiek van de Hogeschool Utrecht (verder FCJ) heeft aangegeven zich te kunnen vinden in de bestaande (en goedgekeurde) eindkwalificaties. De FCJ heeft nagegaan in hoeverre de doelstellingen van de (oorspronkelijke) opleiding relevant zijn voor de beroepspraktijk. De wijzigingen die de FCJ wil doorvoeren, zijn mede gericht op versterking van dit aspect. De FCJ streeft nadrukkelijk naar verdieping van journalistieke vaardigheden en ruimt daarin ook een plaats voor onderzoek in. Het panel is van mening dat de opleiding hierdoor aan kracht en relevantie wint.
pagina 3
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
Ook in het programma heeft de FCJ de inbreng van de beroepspraktijk versterkt. Een belangrijke rol hierbij wordt gespeeld door de lectoraten en kenniskringen. De belangrijkste lectoraten in dit verband zijn Crossmedia Content/Kwaliteitsjournalistiek en Crossmedia Content/Business models. De bemoeienis van de lectoraten met de opleiding zorgt ervoor dat actuele inzichten binnen het vakgebied op een natuurlijke wijze hun weg vinden naar de opleiding. Daarnaast maakt iedere opleiding van de FCJ gebruik van een beroepenveldcommissie; de FCJ heeft de intentie zo‟n commissie ook voor de opleiding Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving in te stellen. In de aanvraag van het FCJ is het programma op een aantal punten gewijzigd. De belangrijkste verschillen zijn hierboven vermeld. Deze wijzigingen hebben tot gevolg dat de verschillende journalistieke platforms, media en technieken op een evenwichtige manier aan bod komen. Daarnaast heeft de stage nadrukkelijker een onderzoekskarakter gekregen, waardoor de competentie innoveren meer gewicht heeft gekregen. Het panel ziet de waarde van de voorgestelde wijzigingen en kan instemmen met de onderbouwing die de opleiding hieraan heeft gegeven. De samenhang in het programma is in de aanvraag van de FCJ versterkt. Het programma heeft meer structuur gekregen; veel kleine cursusonderdelen zijn tot logische eenheden gebundeld. Alle eenheden zijn nu 5 ects of een veelvoud daarvan. Bovendien heeft het FCJ het accent op crossmedia en crossmediaal denken in alle modules vergroot. Bij de instroom kent de FCJ een zwaarder gewicht toe aan werkervaring. In principe is de master toegankelijk voor mensen met een afgeronde bacheloropleiding en circa vier jaar werkervaring in de journalistiek en crossmedia. Met behulp van een assessment toetst de FCJ zowel de journalistieke vaardigheden als de onderzoeksvaardigheden. Als de onderzoeksvaardigheden tekort schieten, kan de student een pre-master onderzoeksvaardigheden aan de Erasmus Universiteit volgen. Voor studenten die te weinig journalistieke vaardigheden hebben, biedt de FCJ zelf cursussen aan. De inzet van personeel blijft voor een deel ongewijzigd: de FCJ wil voor ongeveer 60% dezelfde freelancers inzetten waarmee de Media Academie samenwerkte. Daarnaast zal de FCJ ook eigen docenten inzetten. Twee lectoraten zullen actief bij de opleiding betrokken worden: het lectoraat Crossmedia Content / Kwaliteitsjournalistiek (dr. Piet Bakker) en het lectoraat Crossmedia Content / Business models (dr. Harry van Vliet). Hierdoor wordt de wetenschappelijk-inhoudelijke inbreng in het programma versterkt. De voorzieningen bij de FCJ zijn in orde. Het panel is van mening dat de FCJ over goede faciliteiten beschikt voor onder meer radio- en TV-opnames en montages. Ook voor crossmediaal werken en denken zijn voldoende voorzieningen beschikbaar. De FCJ maakt gebruik van een systeem van studiebegeleiding dat zijn effectiviteit in de praktijk heeft bewezen. De FCJ maakt gebruik van het kwaliteitszorgsysteem van de Hogeschool Utrecht. Dit systeem is onlangs (in juni 2009) door de NVAO beoordeeld ter gelegenheid van de Toets Nieuwe Opleiding van de crossmediale bacheloropleiding Communication and Mediadesign. Het kwaliteitszorgsysteem is bij die gelegenheid als voldoende beoordeeld. Het panel heeft op basis van deze recente beoordeling voldoende vertrouwen in dit systeem.
pagina 4
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
Het panel adviseert de NVAO op grond van bovenstaande overwegingen om positief te besluiten ten aanzien van de kwaliteit van de nieuwe opleiding Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving van de Hogeschool Utrecht te Utrecht.
Den Haag, 16 november 2009 Namens het panel ter beoordeling van de toets nieuwe opleiding Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving van de Hogeschool Utrecht.
Drs. L. Pater (voorzitter)
pagina 5
Drs. E.J. van der Spek (secretaris)
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
2 Inleiding en verantwoording 2.1 Achtergrond Op 9 september 2008 heeft het panel ter beoordeling van de toets nieuwe opleiding Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving van Media Academie een positief advies over deze opleiding uitgebracht. De NVAO heeft dit advies overgenomen en op14 oktober 2009 een positief besluit genomen over deze opleiding. In de zomer van 2009 heeft de Media Academie haar faillissement aangevraagd. De Media Academie heeft de Hogeschool Utrecht benaderd voor de overname van de nieuwe masteropleiding. Een van de voorwaarden die de Hogeschool Utrecht aan deze overname heeft gesteld, is dat de NVAO zou instemmen met de overname van het bijbehorende positieve accreditatiebesluit. De NVAO heeft de Hogeschool Utrecht gevraagd hiervoor een aanvraag Toets Nieuwe Opleiding in te dienen. Deze aanvraag geeft aan welke wijzigingen de Hogeschool Utrecht voor ogen staan ten opzichte van de huidige geaccrediteerde situatie. De NVAO heeft deze aanvraag ontvangen op 23 juli 2009.
2.2 Werkwijze panel Voor de beoordeling van de nieuwe aanvraag heeft de NVAO een beroep gedaan op hetzelfde panel dat ook betrokken is geweest bij de toets nieuwe opleiding van de Media Academie. Panellid prof.dr. H. Van den Bulck heeft helaas niet deel kunnen nemen aan het locatiebezoek. Het panel heeft zich allereerst gebogen over de aanvraag van de Hogeschool Utrecht. Het panel was van mening dat deze aanvraag de nodige vragen opriep. Op basis van een inventarisatie van de vragen die bij het panel leefde, heeft de NVAO besloten een (beperkte) site visit te organiseren. Daarom heeft het panel op 30 september 2009 een bezoek gebracht aan de School voor Journalistiek respectievelijk het kenniscentrum van de faculteit Communicatie en Journalistiek van de Hogeschool Utrecht. Tijdens dit bezoek is gesproken met vertegenwoordigers van het opleidingsmanagement en met beoogde docenten (bijlage 2, Programma locatiebezoek). Hoewel deze gesprekken al op veel punten voor verheldering hebben gezorgd, had het panel behoefte aan een nadere toelichting op c.q. uitwerking van het programma dat de opleiding voor ogen staat. In een brief (gedateerd 1 oktober 2009) heeft het panel daarom schriftelijk een aantal vragen aan de instelling gesteld. De instelling heeft hierop per mail een reactie verzonden, dat de NVAO op 22 oktober 2009 heeft ontvangen. Deze beantwoording heeft voor veel verduidelijking gezorgd. De panelleden hebben de reactie van de instellingen gelezen en op basis hiervan hun bevindingen geformuleerd. De secretaris van het panel heeft een conceptadviesrapport opgesteld. Dit rapport richt zich met name op de wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke situatie die de Hogeschool Utrecht wil doorvoeren. Waar nodig bevat dit rapport een korte weergave van de oorspronkelijke situatie en bijbehorende bevindingen. Het panel heeft zich geconcentreerd op de doelstellingen, het programma, de inzet van personeel en de voorzieningen. Het panel heeft zich slechts zeer beperkt met de onderwerpen kwaliteitszorg en continuïteit
pagina 6
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
beziggehouden. Het panel gaat ervan uit dat deze onderwerpen bij een instelling als de Hogeschool Utrecht aan de maat zijn. In het advies zijn aan de hand van de uitkomsten per facet beargumenteerde oordelen per onderwerp gegeven. Het concept is voorgelegd aan de panelleden en hun commentaar is in de definitieve versie verwerkt. De definitieve tekst is vastgesteld op 9 november 2009.
2.3 Opbouw paneladvies Kern van het voorliggende advies is hoofdstuk 4, waarin de neerslag van de feitelijke toetsing is vastgelegd. Het panel heeft de opleiding getoetst aan de hand van de zes onderwerpen en de negentien facetten uit het Toetsingskader Nieuwe Opleidingen. Per facet geeft het panel een korte samenvatting van de informatie die door de opleiding is aangeleverd ('Bevindingen'). Aangezien in dit rapport de verschillen tussen de oude en de nieuwe situatie centraal staan, is in de rubriek „Bevindingen‟ waar relevant ook een korte schets gegeven van de wijze waarop het facet in kwestie bij de Media Academie was geregeld. De bevindingen worden gevolgd door de visie van de panelleden op dit facet ('Overwegingen'). De overwegingen monden uit in een conclusie, waarin het panel aangeeft of het facet in kwestie voldoende of onvoldoende is vormgegeven door de opleiding. Daarnaast geeft het panel een samenvattend oordeel per onderwerp. In hoofdstuk 5 is bovendien een schematische weergave van de beoordeling opgenomen. Hoofdstuk 4 wordt voorafgegaan door een algemene beschrijving van de opleiding en de instelling in hoofdstuk 3. Tot slot is aan het advies een aantal bijlagen toegevoegd met onder meer informatie over de samenstelling van het panel, het programma van het locatiebezoek, vragen aan de opleiding en een overzicht van de geraadpleegde stukken.
pagina 7
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
3 Beschrijving van de opleiding 3.1 Algemeen Land Instelling Opleiding Niveau Oriëntatie Locatie(s) Variant
Nederland Hogeschool Utrecht Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving master hbo Utrecht Deeltijd (tweejarig)
3.2 Profiel instelling De Hogeschool Utrecht is een van de grotere aanbieders van hbo-opleidingen in Nederland. De hogeschool biedt 67 bacheloropleidingen en 24 masteropleidingen aan (bron: jaarverslag 2008). De afgelopen jaren is Hogeschool Utrecht sterk gegroeid en telt nu bijna 37.000 bachelor- en masterstudenten. De hogeschool kent een uitgebreid aanbod van profilerende minoren waar vele studenten gebruik van maken. De onderzoeksfunctie van de hogeschool is de laatste jaren versterkt door kwaliteitszorg, programmering en profilering, uitbreiding van het aantal lectoren, investering in promoties en kennisuitwisseling. Binnen de Hogeschool Utrecht zijn verschillende onderdelen betrokken bij de opleiding Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving: De verantwoordelijkheid voor het curriculum is ondergebracht bij het kenniscentrum van de faculteit Communicatie en Journalistiek (FCJ). De operationele uitvoering vindt plaats onder verantwoordelijkheid van het Centrum voor Communicatie & Journalistiek (CCJ). Het CCJ is een onderdeel van het hierboven genoemde kenniscentrum. De coördinatie van de opleiding is in handen van het lectoraat Crossmedia Content, onder leiding van de lector dr. Piet Bakker.
3.3 Profiel opleiding De hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving is een tweejarige deeltijdopleiding, gericht op journalisten, verslaggevers en redacteuren die alle media kunnen bedienen. Dit accent op crossmedia sluit aan bij (technologische) ontwikkelingen binnen het vakgebied, waarbij traditionele media steeds meer in nieuwe combinaties en in combinatie met internet gebruikt worden. Journalisten moeten daarom kunnen inspelen op de eisen en behoeften van de verschillende media. Bovendien moeten ze kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van methodieken om de crossmediale nieuwsomgeving verder te ontwikkelen. Een tweede belangrijke doelstelling van de opleiding betreft het verhalende aspect. De opleiding heeft als doel om journalisten op te leiden die een verhaal goed weten te vertellen. De nadruk ligt op wat de opleiding „storytelling‟ noemt: de wijze waarop een journalist, verslaggever of redacteur zijn verhaal wil vertellen en brengen.
pagina 8
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
Aan de afgestudeerden van de opleiding worden de volgende eisen gesteld, die gezamenlijk de eindkwalificaties vormen: 1. Gerijpt beginnend beroepsoefenaar: voldoende gerijpt om een adequate invulling te kunnen geven aan de eisen van het beroep als beginnend beroepsoefenaar. 2. Bewust professional: bewust van de professionele rol, dagelijkse praktijk en verantwoordelijkheid verbonden met het beroep journalist. 3. Crossmediaal professional: voldoende in staat om op een adequate wijze in te spelen op de specifieke behoefte van de verschillende media die hij moet bedienen met verhalende journalistieke producten en items in een crossmediale nieuwsomgeving. 4. Journalistiek auteur: voldoende in staat om adequate journalistieke verhalen te researchen, te produceren en te maken in een crossmediale nieuwsomgeving. Bij de overname van de opleiding wil de Hogeschool Utrecht een aantal accentverschuivingen doorvoeren ten opzichte van het oorspronkelijke concept, zoals ontwikkeld door de Media Academie. De belangrijkste verschuivingen zijn de volgende: Meer samenhang in het programma aanbrengen, door te werken met grotere modules van minimaal 5 ects. Minder nadruk op televisie als medium en meer aandacht voor de verbinding tussen verschillende mediatypes, zowel op het niveau van journalistieke producties als van journalistieke concepten. Het narratieve aspect wordt door de Hogeschool Utrecht opgevat als het fundament van het journalistieke vak. Op dit vlak wil de opleiding de studenten een verdieping van vaardigheden aanbieden. Nieuwe opleiding voor Nederland c.q. voor de instelling Het gaat om een bestaande opleiding voor Nederland; de opleiding is nieuw voor de Hogeschool Utrecht. De Hogeschool Utrecht neemt deze opleiding over van de Media Academie, die in 2009 failliet is gegaan. De Media Academie heeft de opleiding slechts één studiejaar kunnen aanbieden. Andere opleidingen op dit gebied in Nederland zijn de volgende: De Vrije Universiteit biedt een master aan die gericht is op de onderzoeksjournalistiek. De Universiteit van Amsterdam verzorgt een duale master journalistiek, met drie uitstroomvarianten naar de verschillende mediasoorten. De Erasmus Universiteit Rotterdam verzorgt een deeltijd master Media en Journalistiek met een sterk wetenschappelijk karakter en een focus naar de dagbladpers. De Rijksuniversiteit Groningen verzorgt een master journalistiek met een focus op radio- en televisiejournalistiek. Studieomvang De totale studielast bedraagt 60 ects. De opleiding wordt in deeltijd aangeboden. Graad Aan afgestudeerden van de Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving zal de graad Master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving worden verleend.
pagina 9
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
4 Beoordeling per onderwerp In dit hoofdstuk toetst het panel de aanvraag aan de hand van de zes onderwerpen en negentien facetten uit het toetsingskader. Per facet is telkens de letterlijke omschrijving ervan uit het toetsingskader overgenomen. Daarna volgen, eveneens per facet, een summiere samenvatting van de informatie verstrekt door de instelling, en de overwegingen en het oordeel van het panel. Tot slot geeft het panel per onderwerp een samenvattend oordeel. 4.1 Doelstellingen opleiding Voor de beschrijving van de doelstellingen wordt verwezen naar het voorgaande hoofdstuk 3.3. 4.1.1
Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Bevindingen De eindkwalificaties van de opleiding worden ongewijzigd van de Media Academie overgenomen. Deze eindkwalificaties zijn in hoofdstuk 3.3. verwoord. In het oorspronkelijke rapport is vastgesteld dat deze eindkwalificaties ontwikkeld zijn in samenspraak met het afnemende beroepenveld. Ook sluiten ze aan bij verschillende erkende profielen binnen het mediaveld. Overwegingen Vertegenwoordigers van de Faculteit Communicatie en Journalistiek van de Hogeschool Utrecht (verder FCJ) hebben aangegeven zich te kunnen vinden in de bestaande (en goedgekeurde) eindkwalificaties. Wel geven zij aan deze eindkwalificaties nader te willen uitwerken in een competentiematrix. De contacten van de Media Academie met het beroepenveld waren vooral gericht op de omroepen. Bij de FCJ is de focus breder en spelen ook de contacten met de gedrukte media (pers, dagbladen er periodieken) van oudsher een grote rol. Verder heeft de FCJ, mede dankzij het lectoraat Crossmedia Content, ook veel contacten op het gebied van internet. De FCJ moet dan ook in staat geacht worden om bij de uitwerking van de doelstellingen de visie van het afnemend beroepenveld voldoende te betrekken. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.1 „Domeinspecifieke eisen‟ als voldoende.
4.1.2
Master (facet 1.2) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een master. Bevindingen Bij het bepalen of de eindkwalificaties van de opleiding aansluiten bij de algemene beschrijvingen van de kwalificaties van een master spelen de Dublin-descriptoren een
pagina 10
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
essentiële rol. De Media-Academie heeft deze eindkwalificaties (en de daarvan afgeleide competenties) in verband gebracht met deze Dublin-descriptoren. Het panel was destijds van mening dat de Dublin-descriptoren in het algemeen goed in het opleiding terugkomen. Wel had het panel een aantal kanttekeningen bij de Dublin-descriptoren 2 (Toepasbare kennis en inzicht) en 3 (Oordeelsvorming). Hierbij ging het met name over de onderzoeksvaardigheden waarover de cursisten beschikken. Het panel achtte het van belang dat de cursisten in staat zijn om toegepast onderzoek te verrichten. De eindkwalificaties zijn op dit punt echter niet specifiek. In de ogen van het panel was dit een punt van aandacht, zonder dat dit tot een negatief oordeel leidde. Overwegingen Hoewel de FCJ de eindkwalificaties zoals gezegd ongewijzigd overneemt, komt in het gesprek met het management naar voren dat onderzoek bij de FCJ meer nadruk krijgt. Dit komt vooral tot uiting in de stage (onderzoek en masterwerkstuk). Vertegenwoordigers van de FCJ geven aan in alle masteropleidingen ruime aandacht aan (toegepast) onderzoek en onderzoeksvaardigheden te geven. Ook de bemoeienis met de opleiding van het lectoraat Crossmedia Content wekt volgens het panel in dit verband vertrouwen. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.2 „Master‟ als voldoende.
4.1.3
Oriëntatie hbo (facet 1.3) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een master in hbo: – De beoogde eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepencompetenties. – Een hbo-master heeft de kwalificaties voor het niveau van zelfstandig en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar in een beroep of samenhangend spectrum van beroepen, dan wel het niveau van het functioneren in een multidisciplinaire organisatie waarvoor een hboopleiding vereist is of dienstig is. Bevindingen De Media Academie heeft de eindkwalificaties direct ontleend aan de competentiegerichte functieprofielen van de NOS en het beroepsprofiel uit 1998 van de Vlaamse Onderwijsraad. De kwalificaties zijn ontwikkeld in samenspraak met een aantal belangrijke partijen in de mediasector, zoals de NOS, RTL en SBS. Deze partijen hebben schriftelijk aangegeven zich aan te sluiten bij de geformuleerde eindkwalificaties. Een professionele master moet opleiden tot zelfstandige of leidinggevende beroepsbeoefenaars. In de visie van de Media Academie wordt aan deze eis voldaan door excellente journalisten en storytellers op te leiden die zowel radio, televisie als online media kunnen bedienen. Daarmee ontstijgt de professionele master het niveau van de bachelor. Overwegingen De FCJ heeft de opleiding onder meer beoordeeld op relevantie voor de beroepspraktijk. De wijzigingen die de FCJ wil doorvoeren, zijn mede gericht op versterking van dit aspect. De FCJ streeft nadrukkelijk naar verdieping van journalistieke vaardigheden en ruimt daarin ook een plaats voor onderzoek in. Het panel is daarom van mening dat de kwalificaties
pagina 11
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
waarover in facet 3.1 gesproken worden, in sterkere mate aanwezig zijn binnen de opzet van de opleiding zoals de FCJ deze wil vormgeven. Zoals hierboven aangegeven (hoofdstuk 4.1.1) heeft de FCJ ook buiten de omroepen ruime contacten met het beroepenveld. Het panel gaat ervan uit dat de FCJ in staat is om bij de uitwerking van de doelstellingen de visie van het afnemend beroepenveld voldoende te betrekken. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.3 „Oriëntatie hbo‟ als voldoende. 4.1.4
Samenvattend oordeel onderwerp 1 Doelstellingen opleiding Het panel beoordeelt alle drie facetten van het onderwerp 'Doelstellingen opleidingen' als voldoende; ook het onderwerp als geheel is daarmee voldoende.
pagina 12
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
4.2
Programma De opleiding Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving is een tweejarige deeltijdopleiding. De opleiding is – zowel bij de Media Academie als bij de FCJ – onderverdeeld in de volgende zes blokken: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Journalistieke verdieping Storytelling Presentatie & interview Werkcolleges (case studies) Workshops, techniek Stage
Daarbij worden de volgende didactische werkvormen gehanteerd: Hoor- en werkcolleges (kennisverwerving) Workshops (vaardigheidstrainingen) Cases (competentietraining) Stages (training van beroepshandelingen) Masterwerkstuk (training van beroepshandelingen). De opleiding wordt afgesloten met een stage van 25 ects. Tijdens deze stage doen de studenten onderzoek en schrijven ze een masterwerkstuk.
4.2.1
Eisen hbo (facet 2.1) Het beoogde programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een hboopleiding. – Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en of (toegepast) onderzoek. – Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. – Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen Bij de opleiding zoals deze door de Media-Academie werd aangeboden, was het panel van mening dat de relatie met de beroepspraktijk voldoende aanwezig was. Deze relatie werd tot stand gebracht door de inbreng van de docenten (freelancers, die actief werkzaam zijn in het mediaveld), de achtergrond en werkzaamheden van de studenten en de cases in het curriculum. In de nieuwe situatie vormen docenten en studenten eveneens een brug naar de beroepspraktijk. De meeste docenten zijn werkzaam in de beroepspraktijk en/of in brancheen beroepsverenigingen. De studenten zijn eveneens werkzaam in de beroepspraktijk. Tijdens de stage is het de bedoeling dat de studenten een onderzoeksvraag vanuit de eigen praktijk als uitgangspunt nemen.
pagina 13
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
Interactie met de beroepspraktijk vindt verder plaats via de lectoraten en kenniskringen. De belangrijkste lectoraten in dit verband zijn Crossmedia Content/Kwaliteitsjournalistiek (dr. Piet Bakker) en Crossmedia Content/Business models (dr. Harry van Vliet). Beide lectoraten onderhouden actieve contacten met het beroepenveld en zijn nauw betrokken bij de opleiding. Iedere opleiding van de FCJ maakt gebruik van een beroepenveldcommissie. Wanneer de opleiding Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving definitief is overgenomen, zal ook aan deze opleiding een beroepenveldcommissie worden verbonden. Overwegingen Het panel is van mening dat de koppeling met de beroepspraktijk binnen de FCJ op een goede manier wordt gerealiseerd. De bemoeienis van de lectoraten met de opleiding zorgt ervoor dat actuele inzichten binnen het vakgebied op een natuurlijke wijze hun weg vinden naar de opleiding. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.1 „Eisen hbo‟ als voldoende.
4.2.2 Relatie tussen doelstelling en programma (facet 2.2) Het beoogde programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing weerspiegelen de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding. De te bereiken eindkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het beoogde programma. Bevindingen Bij de beoordeling van de aanvraag van de Media Academie was het panel van mening dat dit aspect voldoende was geborgd. Wel was het panel van mening dat de toetsing van stage en masteropdracht beter moet worden vastgelegd. In de aanvraag van de FCJ is het programma op een aantal punten gewijzigd. De belangrijkste verschillen zijn de volgende: De FCJ legt meer de nadruk op het crossmediale aspect en minder de nadruk op TV. Een aantal modules die de Media Academie specifiek had ontwikkeld voor TV (ook over technische aspecten) zijn in de nieuwe opzet weggevallen. De Media Academie had, mede vanwege de instroom, een aantal modules opgenomen over de multiculturele aspecten van de journalistiek. Deze modules zijn in de nieuwe opzet weggevallen. De FCJ heeft een onderdeel toegevoegd in het blok Storytelling onder de naam „Journalistieke vaardigheden oude media‟. De FCJ wil meer aandacht voor onderzoek en onderzoeksvaardigheden. Deze aandacht komt met name terug in de stage. De werkcolleges zijn aangepast aan de actualiteit en crossmedialer gemaakt. De relatieve zwaarte van de verschillende onderdelen is aangepast. Dit heeft te maken met het feit dat de FCJ werkt met modules van (veelvouden van) 5 ects. Hierdoor is bijvoorbeeld de module Journalistieke verdieping aangepast van 7,2 naar 5 ects. De stage is verzwaard van 20 naar 25 ects.
pagina 14
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
De FCJ heeft de eindkwalificaties en competenties ongewijzigd overgenomen. In het programma zijn echter de nodige verschuivingen opgetreden, zoals hierboven is aangegeven. Deze verschuivingen hebben consequenties voor de leerdoelen van de verschillende onderdelen Overwegingen Het panel constateert dat een verschuiving in de leerdoelen vooral optreedt met betrekking tot de competenties crossmediaal werken en crossmediaal denken (onderdeel van de eindkwalificatie Crossmediaal werker), en de competentie mediakundig (onderdeel van de eindkwalificatie Journalistiek auteur). Bij deze competenties wordt in de leerdoelen meer evenwichtig aandacht besteed aan de verschillende journalistieke platforms, media en technieken. Ook ligt het accent meer op doelgroepgerichte communicatie bij de inzet van deze middelen. De veranderde invulling van de stage als onderzoekstage draagt nadrukkelijk bij aan de competentie innoveren. Het panel ziet de waarde van de voorgestelde wijzigingen en kan instemmen met de onderbouwing die de opleiding hieraan heeft gegeven. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.2 „Relatie tussen doelstelling en programma‟ als voldoende.
4.2.3
Samenhang programma (facet 2.3) Het beoogde programma is inhoudelijk samenhangend. Bevindingen In het aanvraagdossier van de Media Academie was sprake van samenhang op didactisch en op inhoudelijk gebied. Inhoudelijke samenhang werd bewerkstelligd door te werken met drie studiegebieden: journalistieke verdieping, narratie (verhaaltheorie en –praktijk) en presentatie en interview. Belangrijk was daarnaast de samenhang tussen de crossmediale invalshoek en het accent op narratieve technieken. Door beeldend te schrijven en door de focus op verhalende aspecten leren de studenten producties te ontwikkelen die geschikt zijn voor meerdere dragers en platforms. De journalistieke verdieping versterkt de basis die nodig is om crossmediaal te kunnen werken en denken, terwijl presentatie- en interviewtechnieken de bijbehorende vaardigheden versterken. Overwegingen In de aanvraag van de FCJ is de genoemde samenhang gehandhaafd; bovendien heeft de FCJ de samenhang op een aantal punten versterkt. Het programma heeft meer structuur gekregen; veel kleine cursusonderdelen, die in het oorspronkelijke programma voor versnippering dreigden te zorgen, zijn tot logische eenheden gebundeld. Dit heeft erin geresulteerd dat de FCJ is gaan werken met eenheden van 5 ects (of een veelvoud daarvan). Bovendien heeft de FCJ het accent op crossmedia en crossmediaal denken in alle modules vergroot. De vraag ‘Welk crossmediaal concept werkt?’ is leidend bij de vormgeving van het programma en ligt achter de onderzoeksvraag van het masterwerkstuk. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.3 „Samenhang programma‟ als voldoende.
pagina 15
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
4.2.4
Studielast (facet 2.4) Het beoogde programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen De studielast van de opleiding bedraagt 60 ects x 28 klokuren = 1680 klokuren. Deze studielast is ongewijzigd. De studie heeft een duaal karakter, de studenten zijn werkzaam in de praktijk. De studenten kunnen gebruik maken van de reguliere studiebegeleiding van de Hogeschool Utrecht. De studenten lopen stage op de werkplek. De FCJ stimuleert studenten om een onderzoeksvraag uit het eigen bedrijf te formuleren. Hierdoor ontstaat een wisselwerking tussen werk, onderwijs en kennisontwikkeling. Deze aanpak zorgt ervoor dat de 25 ects die voor stage en eindwerkstuk zijn ingeruimd, voor een aanzienlijk deel in werktijd behaald kunnen worden. Overwegingen Het panel is van mening dat het programma realistisch en evenwichtig is. Het feit dat het onderzoek betrekking heeft op de eigen praktijk, zorgt ervoor dat een deel van de studie in werktijd gedaan wordt. Het panel ziet geen belemmeringen in het programma voor de studievoortgang. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.4 „Studielast‟ als voldoende.
4.2.5
Instroom (facet 2.5) Het beoogde programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende deelnemers: bachelor en eventueel inhoudelijke selectie. Bevindingen Bij de Media Academie werden de volgende instroomeisen gehanteerd: een afgeronde hbo-opleiding journalistiek plus een pre-master Methoden en Technieken (aan de Erasmus Universiteit); een afgeronde universitaire opleiding plus journalistieke ervaring of scholing (of de journalistieke pre-master); een afgeronde universitaire opleiding journalistiek. Daarnaast hanteerde de Media Academie een uitgebreide intake, waarbij tevens de motivatie van de toekomstige student werd getoetst. De FCJ biedt de master aan voor mensen met een afgeronde bacheloropleiding en circa vier jaar werkervaring in de journalistiek en crossmedia. Als studenten een achtergrond hebben buiten de journalistiek, wordt nagegaan of de journalistieke basisvaardigheden voldoende ontwikkeld zijn. De FCJ maakt gebruik van een assessment om zowel de journalistieke vaardigheden als de onderzoeksvaardigheden te toetsen. Als de onderzoeksvaardigheden tekort schieten, kan de student – net als bij de Media Academie – een pre-master Onderzoeksvaardigheden aan de Erasmus Universiteit volgen. Voor studenten die te weinig journalistieke vaardigheden hebben, biedt de FCJ zelf voldoende cursussen aan.
pagina 16
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
Overwegingen Het panel is van mening dat de FCJ een deugdelijke instroomprocedure hanteert. In vergelijking tot de instroomprocedure van de Media Academie ligt de nadruk meer op (journalistieke) ervaring, hoewel de instroom van bachelors met een andere achtergrond niet geheel wordt uitgesloten. Het panel kan zich vinden in de gemaakte keuzes. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.5 „Instroom‟ als voldoende.
4.2.6
Duur (facet 2.6) De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: Professionele master met minimaal 60 studiepunten. Bevindingen De studielast van de opleiding bedraagt 60 ects. De opleiding wordt aangeboden als duaal traject. Over de vorm – het aantal dagen in de week – wordt nog nagedacht. Voorlopig gaat de FCJ uit van één of twee dagen in de week. Overwegingen en conclusie Het panel constateert dat de opleiding voldoet aan de formele eisen en beoordeelt het facet 2.6 „Duur‟ als voldoende.
4.2.7
Samenvattend oordeel onderwerp 2, Programma Het panel beoordeelt alle zes facetten van het onderwerp Programma als voldoende; ook het onderwerp als geheel is daarmee voldoende.
pagina 17
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
4.3 Inzet personeel 4.3.1
Eisen hbo (facet 3.1) De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een hboopleiding: Het onderwijs zal voor een belangrijk deel worden verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen Bij de Media Academie bestaat het personeel uit een kernteam (vijf vaste medewerkers) en een docententeam. Het docententeam bestaat uit professionals uit het beroepenveld en toonaangevende wetenschappers. De docenten en trainers werken op freelance basis en zijn vrijwel alle werkzaam in de beroepspraktijk. De FCJ wil voor ongeveer 60% gebruik blijven maken van de freelancers waarmee de Media Academie ook samenwerkte. Voor dat deel is de inzet van docenten dus ongewijzigd. Daarnaast wil de FCJ ook eigen docenten inzetten, zowel vaste medewerkers als freelancers. Ook de lectoraten die betrokken zijn bij het kenniscentrum van de Faculteit voor Journalistiek en Communicatie, zullen actief bij de opleiding betrokken worden. Dit zijn het lectoraat Crossmedia Content / Kwaliteitsjournalistiek (dr. Piet Bakker) en het lectoraat Crossmedia Content / Business models (dr. Harry van Vliet). Daarnaast zijn twee bijzonder lectoren uit de journalistieke praktijk aan de FCJ verbonden: Pieter Broertjes (hoofdredacteur van De Volkskrant) en Ad van Liempt (onderzoeksjournalist, voorheen onder meer eindredacteur van Andere Tijden). Ook zij zullen lesgeven aan de masteropleiding. Het masterteam van docenten zal worden aangestuurd door de lector van het lectoraat Crossmedia Content / Kwaliteitsjournalistiek, dr. Piet Bakker. Overwegingen Het panel ziet enerzijds continuïteit door de inzet van een groot deel van de oorspronkelijke medewerkers, die al een bijdrage hebben geleverd aan de opleiding bij de Media Academie. Anderzijds zorgt de inzet van de lectoraten voor een duidelijke verzwaring op het gebied van onderzoek. De verbinding met de beroepspraktijk in de mediawereld was al door de Media Academie gelegd, de FCJ voegt hier de verbinding met de onderzoekspraktijk aan toe. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 3.1 „Eisen hbo‟ als voldoende.
pagina 18
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
4.3.2
Kwantiteit personeel (facet 3.2) Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de nieuwe opleiding te kunnen starten. Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de nieuwe opleiding te kunnen continueren Bevindingen Net als de Media Academie werkt de FCJ samen met een groot aantal freelance docenten en trainers. Daarnaast kan de FCJ gebruik maken van vaste medewerkers van de Faculteit voor Journalistiek en Communicatie, waaronder de beide lectoren, dr. Piet Bakker en dr. Harry van Vliet. Overwegingen Het panel is van mening dat de opleiding in staat geacht kan worden om met de geplande inzet van docenten een master van relatief beperkte omvang goed te bemensen. De FCJ kan immers putten uit een breed arsenaal van deskundige medewerkers. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 3.2 „Kwantiteit personeel‟ als voldoende.
4.3.3
Kwaliteit personeel (facet 3.3) Het in te zetten personeel is gekwalificeerd voor een inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma Bevindingen Het docententeam van de Media Academie bestaat uit professionals uit het beroepenveld en toonaangevende wetenschappers. Deze docenten verzorgen hun lesgevende taken op freelance basis. Het panel was tijdens de vorige site visit positief over de kwaliteit van de docenten. Zowel op basis van de Cv‟s als op basis van de kennismaking met een aantal docenten was het panel ervan overtuigd dat deze docenten in staat zijn op masterniveau onderwijs te verzorgen Overwegingen Bij de FCJ wordt 60% van de freelancers van de Media Academie gehandhaafd. De geselecteerde docenten staan garant voor voldoende inbreng vanuit verschillende onderdelen van het beroepenveld. Daarnaast maakt de FCJ gebruik van eigen medewerkers, waaronder de beide lectoren. Het panel ziet hierin een versterking van de wetenschappelijk-inhoudelijke inbreng in het programma. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 3.3 „Kwaliteit personeel‟ als voldoende.
4.3.4
Samenvattend oordeel onderwerp 3 Inzet personeel Het panel beoordeelt alle drie facetten van het onderwerp 'Inzet Personeel' als voldoende; ook het onderwerp zelf is daarmee voldoende.
pagina 19
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
4.4 4.4.1
Voorzieningen Materiële voorzieningen (facet 4.1) De beoogde huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen De nieuwe opleiding wordt gegeven in het gebouw van de Faculteit voor Journalistiek en Communicatie aan de Padualaan in Utrecht. Het panel heeft zich een indruk kunnen vormen van de huisvesting en de faciliteiten. De FCJ heeft onder meer de beschikking over de afdeling Deadline, waar elke dag een krant wordt gemaakt. De faculteit beschikt over twee radiostudio‟s – elke dag om 16.00 is er een live uitzending – en een Tv-studio. Tot slot is er een crossmediaruimte, die onder meer wordt gebruikt voor panelbijeenkomsten aan de hand van onderzoeksvragen uit de praktijk. De FCJ beschikt over een bibliotheek en een mediatheek. Net als de Media Academie kan de FCJ gebruik maken van archiefmateriaal van het Nederlands Instituut voor Beeld & Geluid kan de opleiding beschikken over audiovisueel archiefmateriaal. Overwegingen Het panel is van mening dat de FCJ over goede faciliteiten beschikt voor onder meer radioen TV-opnames en montages. Het gebouw biedt voldoende ruimte voor de groepen die nu gebruik maken van de leergang. Ook voor crossmediaal werken en denken zijn voldoende voorzieningen beschikbaar. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 4.1 „Materiële voorzieningen‟ als voldoende.
4.4.2
Studiebegeleiding (facet 4.2) Er is voorzien in personele capaciteit voor studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten die adequaat zijn met het oog op de studievoortgang. Bevindingen De studenten kunnen gebruik maken van de reguliere studiebegeleiding van de Hogeschool Utrecht. Daarbij beschikt iedere student over een coach, die feedback geeft op de persoonlijke ontwikkeling. De coach kan de student doorverwijzen naar andere begeleiders. De FCJ heeft decanen, vertrouwenspersonen en een studievaardigheidstrainer in dienst. Het masterprogramma wordt ondersteund met een digitale leeromgeving. Hierin is alle informatie over de opleiding via internet toegankelijk. Verder worden studenten geregistreerd in het studievoortgangsysteem Hogeschool Utrecht, Osiris. In dit systeem kunnen zij hun studieresultaten online raadplegen. De studieloopbaanbegeleiding vindt groepsgewijs plaats, daarnaast is er individuele ondersteuning en kunnen de studenten gebruik maken van de studiedecaan. De stage wordt begeleid door een docent en een begeleider op de werkplek.
pagina 20
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
Overwegingen De Hogeschool Utrecht maakt gebruik van een systeem van studiebegeleiding dat zijn effectiviteit in de praktijk heeft bewezen. Het panel heeft er vertrouwen in dat studenten van de opleiding Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving hiermee voldoende begeleid kunnen worden. Ook de digitale ondersteuning van de opleiding is in de visie van het panel afdoende. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 4.2 „Studiebegeleiding‟ als voldoende.
4.4.3
Samenvattend oordeel onderwerp 4 Voorzieningen Het panel beoordeelt beide facetten van het onderwerp 'Voorzieningen' als voldoende. Ook het onderwerp zelf is daarmee voldoende.
pagina 21
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
4.5 4.5.1
Interne kwaliteitszorg Systematische aanpak (facet 5.1) Er is voorzien in een systeem van interne kwaliteitszorg, waarbij mede aan de hand van toetsbare streefdoelen en periodieke evaluaties verbetermaatregel en worden getroffen. Bevindingen De FCJ maakt gebruik van het kwaliteitszorgsysteem van de Hogeschool Utrecht. Dit systeem is onlangs (in juni 2009) door de NVAO beoordeeld ter gelegenheid van de Toets Nieuwe Opleiding van de crossmediale bacheloropleiding Communication and Mediadesign. Het kwaliteitszorgsysteem is bij die gelegenheid als voldoende beoordeeld. Voor de masteropleidingen van de Hogeschool Utrecht is een aparte evaluatiesystematiek ontworpen. Deze systematiek zal ook gehanteerd worden bij de evaluatie van de nieuwe master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving. Overwegingen Het panel heeft het kwaliteitszorgsysteem niet apart beoordeeld. Op basis van de recente beoordeling door de NVAO heeft het panel echter voldoende vertrouwen in dit systeem. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 5.1 „Systematische aanpak‟ als voldoende.
4.5.2
Betrokkenheid (facet 5.2) Bij de interne kwaliteitszorg zullen medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief worden betrokken. Bevindingen en overwegingen Zoals hierboven is aangegeven, is het kwaliteitszorgsysteem onlangs (in juni 2009) door de NVAO beoordeeld ter gelegenheid van de Toets Nieuwe Opleiding van de crossmediale bacheloropleiding Communication and Mediadesign. Bij die beoordeling is ook de betrokkenheid van medewerkers, studenten, alumni en het afnemend werkveld aan de orde geweest. Het panel heeft geen aanleiding om aan te nemen dat deze betrokkenheid bij de nieuwe master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving minder zal zijn. De FCJ is voornemens een beroepenveldcommissie in te stellen zo gauw de opleiding is goedgekeurd. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 5.2 „Betrokkenheid‟ als voldoende.
4.5.3
Samenvattend oordeel onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg Het panel beoordeelt beide facetten van het onderwerp 'Interne kwaliteitszorg' als voldoende; ook het onderwerp als geheel is daarmee voldoende.
pagina 22
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
4.6 Continuïteit 4.6.1
Afstudeergarantie (facet 6.1) De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen. Bevindingen en overwegingen De Media Academie heeft een formele afstudeergarantie afgegeven voor de huidige zestien studenten. Op dit moment staat NPO er namens de publieke omroep garant voor dat deze studenten hun opleiding kunnen afronden. Deze studenten volgen de lessen in het gebouw van de Wereldomroep. De Hogeschool Utrecht is bereid deze garantie over te nemen en hun de mogelijkheid te bieden de opleiding te continueren en met een diploma af te ronden. Deze garantie geldt ook voor de nieuwe studenten. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 6.1 „Afstudeergarantie‟ als voldoende.
4.6.2
Investeringen (facet 6.2) De voorziene investeringen zijn toereikend om de opleiding (inclusief voorzieningen) tot stand te brengen. Bevindingen en overwegingen De publieke omroep heeft voor de ontwikkeling van de professionele master en de inkoop van de 12 studieplaatsen 300.000 euro beschikbaar gesteld. Dit bedrag is volledig in de professional master geïnvesteerd. Een deel van de investering is benut voor de ontwikkeling van de opleiding en het programma. Voor de Hogeschool Utrecht zijn de investeringen beperkt. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 6.2 „Investeringen‟ als voldoende.
4.6.3
Financiële voorzieningen (facet 6.3) De financiële voorzieningen voor de gecalculeerde negatieve resultaten zijn voldoende voor dekking van de aanloopverliezen. Bevindingen en overwegingen Het panel heeft zich niet nader verdiept in de financiële voorzieningen van de Hogeschool Utrecht. De aanloopverliezen zijn beperkt. Bovendien is de Hogeschool Utrecht een financieel gezonde instelling, die in staat moet worden geacht eventueel aanvullende investeringen voor een relatief kleine opleiding te kunnen bekostigen. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 6.3 „Financiële voorzieningen‟ als voldoende.
pagina 23
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
4.6.4
Samenvattend oordeel onderwerp 6 Continuïteit Het panel beoordeelt de drie facetten van het onderwerp 'Continuïteit' als voldoende; ook het onderwerp zelf is daarmee voldoende.
pagina 24
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
5 Overzicht advies De onderstaande tabel geeft per onderwerp en per facet het oordeel van het panel uit hoofdstuk 4 weer.
Onderwerp 1 Doelstellingen
2 Programma
3 Inzet personeel
4 Voorzieningen
5 Interne kwaliteitszorg
6 Continuïteit
Oordeel V
V
V
V
V
V
Facet
Oordeel
1.1 Domeinspecifieke eisen
V
1.2 Master
V
1.3 Oriëntatie hbo
V
2.1 Eisen hbo
V
2.2 Relatie doelstellingen - programma
V
2.3 Samenhang programma
V
2.4 Studielast
V
2.5 Instroom
V
2.6 Duur
V
3.1 Eisen hbo
V
3.2 Kwantiteit
V
3.3 Kwaliteit
V
4.1 Materiële voorzieningen
V
4.2 Studiebegeleiding
V
5.1 Systematische aanpak
V
5.2 Betrokkenheid
V
6.1 Afstudeergarantie
V
6.2 Investeringen
V
6.3 Financiële voorzieningen
V
V = voldoende O = onvoldoende
pagina 25
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
Bijlage 1: Samenstelling panel Drs. Lambert Pater (voorzitter) Oprichter/richtinggever Mediamaal bv, bureau voor communicatie-implementatie te Utrecht (sinds 2004). Tevens oprichter/directeur van De Adviseurschool en medeoprichter van Mensit bv en G-company bv. Was (sinds 1990) oprichter/directeur Pentascope Groep bv, , informatieadviseur van Cap Gemini Pandata (1987), hoofd marketing en mediabeleid Perscombinatie (1981) en begon in 1976 zijn loopbaan als docent en afdelingcoördinator van de Chr. HEAO te Zwolle. Prof. Dr. Hilde Van den Bulck (lid) Prof. Dr. Hilde Van den Bulck is professor aan de Universiteit Antwerpen en onderzoeker aan de KU Leuven. Zij is expert in het Transnational European Evaluation Project II van de European Association for Quality Assurance in higher education (ENQA) Prof. Dr. Van den Bulck studeerde Communicatiewetenschappen aan de KU Leuven en Mass Communications aan de Universiteit van Leicester (UK). Zij is gespecialiseerd in de politieke economie (mediastructuren en -beleid) en de mediacultuur. Bij dit laatste verdiept zij zich vooral in de studie van media en collectieve identiteit. In 2002 publiceerde zij The Media Book in samenwerking met Oliver Boyd-Barrett and Chris Newbold. Annet Daems, lic. (lid) Annet Daems is coördinator van het Media expertise centrum (MEC) van de Katholieke Hogeschool Mechelen. Ze begon haar loopbaan aan de Mechelse hogeschool als lector onderzoekstechnieken van de bachelor Journalistiek. Zij studeerde Communicatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel en specialiseerde zich in mens-machine communicatie. Momenteel leidt ze een projectmatig wetenschappelijk onderzoek naar “Crossmedia jongeren communities; think global, act local”. Annet Daems is lid van de Raad van Bestuur en het Dagelijks bestuur van de stadskrant "Brussel deze Week". Ze is voorzitter van de stuurgroep van het jongeren crossmedia-platform supo.be. Alle panelleden hebben een onafhankelijkheidsverklaring ingevuld en ondertekend. Secretaris Drs. E.J. van der Spek, Hendrikx Van der Spek, Bureau voor Bedrijfscommunicatie te Bussum Procescoördinator Mevrouw mr. M.P. in 't Veld, beleidsmedewerker NVAO
pagina 26
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
Bijlage 2: Programma site visit Het panel heeft een bezoek gebracht aan de School voor Journalistiek van de Hogeschool Utrecht, Padualaan 99 te Utrecht op 30 september 2009 voor de toetsing van de nieuwe opleiding Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving (hbo-master). Tijdstip 9.30 – 10.30 10.30 – 11.30
Programmaonderdeel Vooroverleg panel en materiaalbestudering Gesprek met het vertegenwoordigers bestuur en management opleiding (kernteam)
Deelnemers
11.30 – 12.30
Gesprek kerndocenten
12.30 – 13.30 13.45 – 14.15 14.15 – 15.45
pagina 27
Désirée Majoor, directeur van de faculteit Peter de Vries, directeur van het Instituut voor Media Matthijs van de Schaft, directeur van het Kenniscentrum Communicatie & journalistiek Inge Blauw, directeur van het Centrum voor Communicatie & Journalistiek (FCJ) Piet Bakker, Lector Cross Media Content Marco van Kerkhoven, docent en onderzoeker nieuwe media Arie de Jongh, docent Politiek en Mediastudies Toine Kamphuis, freelance docent
Lunch en intern overleg panel Rondleiding Afrondend gesprek opleidingsmanagement
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten Informatiedossier opleiding/instelling Aanvraagdossier t.b.v. de Toets Nieuwe Opleiding Postinitiële Professional Master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving, Media Academie Hilversum, 17 april 2008 (plus bijlagen) Postinitiële hbo-masteropleiding Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving, Hogeschool Utrecht, juli 2009
Aanvullende documenten Curriculum Masteropleiding Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving Verband tussen eisen beroepsveld, eindkwalificaties, competenties, opleidingsonderdelen en hun leerdoelen (HU-curriculum) Programma oud en nieuw Beantwoording aanvullende vragen NVAO
pagina 28
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
Bijlage 4: Brief aan de opleiding Hogeschool Utrecht Centrum voor Communicatie en Journalistiek Mevrouw D. Majoor
Geachte mevrouw Majoor,
Op 30 september jl. heeft het panel dat is samengesteld in verband met de Toets Nieuwe Opleiding voor de masteropleiding Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving, een bezoek aan uw instelling gebracht. Tijdens dit bezoek heeft het panel gesproken met vertegenwoordigers van het opleidingsmanagement en de docenten. Hoewel deze gesprekken al op veel punten voor verheldering hebben gezorgd, heeft het panel behoefte aan een nadere toelichting op c.q. uitwerking van het programma dat de opleiding voor ogen staat. Het panel verzoekt de opleiding daarom een antwoord te geven op de volgende vragen: 1.
pagina 29
Het programma is op een aantal punten gewijzigd. Kan de opleiding een toelichting geven op de achtergronden van deze wijzigingen en op de gemaakte keuzes? Daarbij zijn in elk geval de volgende aspecten van belang: het wegvallen van de nadruk op de multiculturele aspecten van de journalistiek; het wegvallen van de nadruk op TV uit het oorspronkelijke programma; de wijze waarop de opleiding de aandacht voor crossmedia in het programma terug ziet; de wijze waarop de opleiding verdieping realiseert in het programma; de mate waarin onderzoek (en onderzoeksvaardigheden) terugkomen in het programma. 2. In hoeverre voldoet het programma aan de eisen hbo, zoals die zijn verwoord bij facet 2.1. van het beoordelingskader van de NVAO? 3. In hoeverre vormen het programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing nog steeds een weerspiegeling van de doelstellingen? (facet 2.2 uit het beoordelingskader van de NVAO)? 4. Hoe ziet de opleiding de samenhang binnen het programma? (facet 2.3) 5. Welke eisen gaat de opleiding aan de instroom stellen? (facet 2.5) 6. Om te kunnen nagaan of het programma voldoet aan de eisen van de NVAO bij de facetten 2.1, 2.2 en 2.3, verzoekt het panel om per cursusonderdeel een korte omschrijving op te stellen van de beoogde inhoud. 7. Hanteert de FCJ voor de stage dezelfde procedure en timing als de Media Academie?
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
Graag ontvangen wij binnenkort uw reactie op deze vragen. Wij zullen dan zo spoedig mogelijk de advisering rond deze Toets Nieuwe Opleiding afronden.
Met vriendelijke groet,
Monique in „t Veld Beleidsmedewerker NVAO
pagina 30
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |
Het paneladvies is tot stand gekomen in opdracht van de NVAO met het oog op toetsing van de nieuwe opleiding hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving van de Faculteit Communicatie en Journalistiek van de Hogeschool Utrecht. Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) Parkstraat 28 Postbus 85498 | 2508 CD DEN HAAG T 31 70 312 23 30 F 31 70 312 23 01 E
[email protected] W www.nvao.net
Aanvraagnummer
pagina 31
# 3703
NVAO | Hbo-master Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving – Hogeschool Utrecht | 16 november 2009 |