Hbo-ba Allround Styling Artemis Styling Academie
23 februari 2010 NVAO Toets Nieuwe Opleiding
Paneladvies
pagina 2
1
Samenvattend advies
3
2
Inleiding en verantwoording 2.1 Werkwijze panel 2.2 Opbouw paneladvies
7 7 8
3
Beschrijving van de opleiding 3.1 Algemeen 3.2 Profiel instelling 3.3 Profiel opleiding
9 9 9 9
4
Beoordeling per onderwerp 4.1 Doelstellingen opleiding 4.2 Programma 4.3 Inzet van personeel 4.4 Voorzieningen 4.5 Interne kwaliteitszorg 4.6 Condities van continuïteit
11 11 13 23 25 27 29
5
Overzicht advies
31
Bijlage 1: Samenstelling panel
32
Bijlage 2: Programma locatiebezoek
33
Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten
34
Bijlage 4: Lijst met afkortingen
36
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
1 Samenvattend advies De eindkwalificaties waarvoor de opleiding Allround Styling van Artemis Styling Academie opleidt, zijn ontleend aan een beroepsprofiel dat is opgesteld op basis van gesprekken van Artemis met bedrijven en beroepsbeoefenaren waarmee Artemis Styling Academie een nauwe relatie onderhoudt. Het opleidingsprofiel onderscheidt zich hierin bewust van het door kunstacademies gehanteerde profiel Vormgeving dat door de HBO-raad is vastgesteld. De opleiding onderhoudt gestructureerde contacten met het beroepenveld ten behoeve van de toetsing van de eindkwalificaties. De samenstelling van de beroepenveldcommissie beoordeelt het panel als degelijk en onafhankelijk. Het panel heeft de eindkwalificaties bestudeerd en is van mening dat deze aansluiten bij de eisen zoals die internationaal en nationaal aan stylisten gesteld worden. De opleiding heeft een overzicht aangeleverd waarin de eindkwalificaties worden vergeleken met de Dublin-descriptoren. Uit het overzicht blijkt volgens het panel dat de opleiding voldoet aan het bachelorniveau zoals dat is vastgelegd in de Dublindescriptoren.Het hbo-niveau wordt met name gewaarborgd door een hoge mate van conceptueel denken en handelen. De opleiding is zeer praktijkgericht en leidt op tot allround stylist. ‘Allround’ wil zeggen dat zowel modestyling, interieurstyling als mediastyling worden belicht. Kennisontwikkeling vindt plaats aan de hand van opdrachten en projecten waarbij gebruik gemaakt wordt van syllabi en verplichte literatuur. Het panel is van mening dat de syllabi en de literatuur van voldoende niveau zijn, zij het dat de artikelen in de syllabi niet altijd even actueel zijn. Het studiemateriaal dat naast de syllabi en verplichte literatuur ter beschikking is: tijdschriften, naslagwerken, catalogi en stalenboeken, is in de ogen van het panel onvoldoende aanwezig en vaak zwaar verouderd. De beroepspraktijk wordt zowel op reële basis (praktijkopdrachten en stages) als in gesimuleerde vorm (probleemstellingen / projecten) aangeboden. Daarnaast zijn er gastcolleges, excursies en buitenschoolse opdrachten. De opleiding heeft per programmaonderdeel de competenties nader uitgewerkt in kennis en inzicht, inhoudelijke vaardigheden, en technische vaardigheden. De hoofddocenten en docenten die de programmaonderdelen doceren, vertalen deze doelen (deelcompetenties) naar actuele opdrachten en/of projecten. Het panel heeft beschrijvingen gezien van het lesprogramma van de afzonderlijke programmaonderdelen en heeft geconstateerd dat daarin de feitelijke leerdoelen worden beschreven, evenals de opbouw van het lesprogramma per week, de verplichte literatuur en de wijze van toetsen. De opleiding beschikt over ruim voldoende stagegevers en studenten mogen ook zelf een stagebedrijf voordragen. Er is voor de studenten een stagehandleiding beschikbaar. Buitenlandse stages moeten door de student zelf worden georganiseerd. In alle gevallen wordt eerst onderzocht of het stagebedrijf aan de criteria voldoet. Deze criteria zijn vastgelegd en zijn door het panel ingezien en adequaat bevonden. Het panel heeft waardering voor de wijze waarop de stages georganiseerd worden, maar is wel van mening dat de opleiding haar internationale netwerk meer zou moeten benutten voor het aanbieden van stages in het buitenland.
pagina 3
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
in elk programmaonderdeel wordt gebruik gemaakt van hoor- en werkcolleges, gecombineerd met opdrachten. Bij sommige onderdelen is er ook sprake van brainstorming en/of een discussiecollege. Het panel kan de gebruikte werkvormen waarderen en acht deze in overeenstemming met het praktijkgerichte onderwijsconcept. De examencommissie toetst bij elke opdracht of deze helder genoeg geformuleerd is. De toetsing van alle onderdelen vindt plaats in de vorm van een beoordeling door de docent van de presentatie, op enkele kennisvakken na die schriftelijk getoetst worden. De beoordelingen worden door individuele docenten gedaan en worden schriftelijk vastgelegd op een beoordelingsformulier. Beoordelingen kunnen mondeling nader worden toegelicht. Voor de projecten is een apart formulier gemaakt. Ook in het geval van een project vindt er een individuele beoordeling per student plaats. ‘Meeliften’ wordt voorkomen doordat de docent het verloop van het project volgt en doordat studenten het bij de studentenbegeleider melden wanneer een van hen te weinig werk levert. Het panel heeft een aantal ingevulde beoordelingsformulieren gezien. Het panel vindt deze opzet in principe goed, maar zag graag de beoordelingspunten per programmaonderdeel (vak) specifieker uitgewerkt, in aansluiting op de leerdoelen van het programmaonderdeel. Het afstuderen vindt plaats in het vierde jaar op basis van een scriptie over een praktijkopdracht tijdens de stage in het vierde jaar, en op basis van het Eindproject dat na de stage op de opleiding gedaan wordt. De eindexamencommissie bestaat uit een gecommitteerde, de begeleidend examendocent, één lid van de examencommissie en de voorzitter zonder stem. De eerste drie personen vertegenwoordigen ieder één stem. Zij moeten tot overeenstemming komen in hun eindoordeel. Het panel heeft de samenstelling van de examencommissie gezien en constateert dat die, bestaande uit de kerndocenten en de studentenbegeleider, in onafhankelijkheid kan oordelen. Het panel is onder de indruk van de kwaliteit van de werkstukken die in Amsterdam ter inzage lagen en constateert dat deze sterk conceptueel gericht zijn. Wat de toetsingssystematiek betreft is het het panel duidelijk geworden dat de opleiding op twee benen tegelijk hinkt: enerzijds is er sprake van een modulaire toetsing (zoals gebruikelijk in het hbo), anderzijds van een jaarsysteem met tussentijdse overall beoordelingen (zoals gebruikelijk is bij kunstopleidingen). Het panel adviseert de opleiding ten sterkste hierin duidelijke keuzes te maken, ter wille van de studeerbaarheid van het programma en de transparantie van de toetsing. Het programma bouwt op van algemene basisvaardigheden naar toenemende complexiteit. Integratie van de vakken vindt in het tweede jaar plaats in drie projecten, en in het derde en vierde jaar door toepassing in praktijksituaties en in de afstudeeropdracht. Het aantal contacturen is gemiddeld 17 uur in het eerste jaar, 13 in het tweede jaar, 26 in het derde en 6 in het vierde jaar. De studielast is voldoende gelijkmatig over de drie blokken van ieder jaar verdeeld. Door de overgang van een driejarige opleiding met een studiebelasting van 80 ECTS naar een vierjarige opleiding van 60 ECTS per jaar, lijkt een wezenlijke oorzaak voor uitval en studievertraging te zijn weggenomen. De dwingende volgtijdelijkheid in combinatie met het dubbele en niet transparante toetsingssysteem ziet het panel echter als een ernstige bedreiging van de studievoortgang. Om die reden beoordeelt het panel het onderdeel studielast als onvoldoende. De opleiding hanteert als toelatingseis een diploma vwo, havo of mbo-4 waarbij alle profielen toelaatbaar zijn, en het succesvol doorlopen van een uitgebreide selectieprocedure. Vrijstellingen zijn beperkt mogelijk. Het verschil in de instroom tussen
pagina 4
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
studenten met havo en vwo als vooropleiding ( ‘denkers’) en mbo als vooropleiding (‘doeners’) verdwijnt gedurende de opleiding. Het curriculum van de voltijdse opleiding Allround Styling heeft een omvang van 240 ECTS en een nominale duur van vier jaar. Het management en alle docenten zijn uit de beroepspraktijk afkomstig of zijn daarin nog werkzaam. Door de (internationale) netwerken, overleggen met opdrachtgevers, door de begeleiding van projecten en stages, en door de keuze van de gastdocenten houdt de opleiding voortdurend contact met de actuele beroepspraktijk. De opleiding wil de groepsgrootte in de eerste drie jaar beperken tot 23 en in het examenjaar tot 11 studenten. De docent-studentratio is begroot op 1:24,7 voor het eerste jaar, oplopend tot 1:33,5 voor het laatste jaar. De hogere ratio in de laatste jaren is werkbaar doordat in het derde en vierde jaar het onderwijs minder arbeidsintensief is, door stages van respectievelijk 36 en 19 ECTS. De hoofddocenten van Artemis hebben allen een universitaire of hbo-opleiding met aantoonbare ervaring en affectie met het vakgebied. De meeste freelance docenten hebben een hbo-kunstopleiding of een particuliere modeopleiding gevolgd. Het panel heeft de CV’s bekeken en is van mening dat de hoofddocenten en freelance docenten als geheel de benodigde kwaliteiten bezitten om het programma te kunnen realiseren. Door het bijwonen van lessen door de hoofddocent houdt de opleiding grip op de didactische kwaliteit van de docenten. Daarnaast is onlangs een coachingstraject door een externe expert gestart. Aandachtspunten zijn de kwaliteit en het ambitieniveau van de locatie Rotterdam en het aantrekken van personeel dat voldoende kennis bezit om de literatuurlijst en de collecties van de bibliotheken op peil te brengen en te houden. Hoewel sober, acht het panel de huisvesting en de ICT-voorzieningen voldoende, maar het zou de opleiding wel in overweging willen geven de benodigde software gratis ter beschikking te stellen. Wat betreft de werkmaterialen en de aanwezigheid van tijdschriften en de collectie en toegankelijkheid van de bibliotheken, acht het panel de materiële voorzieningen volstrekt onvoldoende. Om die reden heeft het panel deze als onvoldoende beoordeeld. De locatie Amsterdam beschikt over een fulltime studentenbegeleider die ook de stages begeleidt. Er vindt iedere zes à zeven weken persoonlijke studiebegeleiding plaats, dit is vijf à acht keer per student per jaar. Tijdens stages onderhoudt de studiebegeleider via e-mail contact en bezoekt hij de student en de stageplaats minimaal een keer. In Rotterdam wordt deze functie voorlopig vervuld door de hoofddocent en is onlangs een studentenbegeleider aangenomen. Naast de dagelijkse begeleiding door hoofddocenten en studentenbegeleiders biedt Artemis de studenten met ingang van 1 september 2009 de mogelijkheid aan om van professionele coaches gebruik te maken. De informatievoorziening gebeurt via de studiegids, het eigen intranet en een voorlichtingsbijeenkomst aan de start van ieder studiejaar. De goede studiebegeleiding compenseert in de beoordeling van het onderwerp ‘voorzieningen’ de onvoldoende voor de materiële voorzieningen. De directie schrijft jaarlijks haar kwaliteitsplan. Dit plan is gebaseerd op de evaluatieve gesprekken met de examencommissie, de opleidingscommissie en de beroepenveldcommissie. Als basis daarvoor dienen de jaarlijkse schriftelijke
pagina 5
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
studentenevaluatie en de schriftelijke evaluaties van de stages. Uit de vele verbeteringen blijkt dat Artemis een effectief kwaliteitssysteem heeft. Bij de interne kwaliteitszorg worden de docenten en studenten betrokken via de opleidingscommissie. Voor de studenten is er onlangs ook een overleg met klassenvertegenwoordigers ingesteld. Het werkveld wordt betrokken via de beroepenveldcommissie. De alumni zijn in 2008 bevraagd naar hun actuele functie. Naar de mening van het panel zouden zij ook bevraagd moeten worden naar hun opvattingen over het genoten onderwijs. De directie van Artemis heeft een schriftelijke afstudeergarantie afgegeven. De verklaring is ook opgenomen in de Algemene Voorwaarden. De begroting voorziet in een batig saldo bij een instroom van 100 studenten per jaar en het halen van de streefcijfers voor de jaarrendementen. De opleiding bestaat als driejarige opleiding sinds 2003. Het programma is met ingang van 2009-2010 over vier jaar gespreid. Er zijn derhalve geen aanloopverliezen.
Het panel adviseert de NVAO positief te besluiten ten aanzien van de kwaliteit van de nieuwe hbo-bacheloropleiding Allround Styling van de Artemis Styling Academie.
Den Haag, 23 februari 2010 Namens het panel ter beoordeling van de toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Allround Styling van Artemis Styling Academie:
Louis de Boer (voorzitter)
pagina 6
Adèle Meijer (secretaris)
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
2 Inleiding en verantwoording Informatie over procedure toetsing door de NVAO 2.1
Werkwijze panel Artemis Sytling Academie heeft op 23 september 2009 bij de NVAO een aanvraag Toets Nieuwe Opleiding ingediend voor de bacheloropleiding Allround Styling. De aanvraag is gedaan in aansluiting op het door de minister van Onderwijs verlenen van de status van aangewezen instelling aan Artemis Styling Academie. In het kader van deze procedure is door de NVAO op 1 juli 2008 positief geadviseerd is op basis van een rapport van Hobéon Certificering B.V. van november 2007voor de opleiding Allround Styling, locatie Amsterdam. Om die reden heeft de NVAO besloten in het kader van de aanvraag Toets nieuwe opleiding voor de opleiding te volstaan met een lichte toets. Dat wil zeggen dat in het panel geen student is opgenomen en er tijdens het locatiebezoek geen gesprekken gevoerd zijn met studenten en werkgevers. De NVAO heeft daarop het volgende panel van deskundigen samengesteld om de aanvraag te beoordelen (zie voor CV’s bijlage 1 Samenstelling panel): – De heer L. de Boer (voorzitter), interieurarchitect BNI te Heerenveen, voormalig lid van de nominatiecommissie BNI en voorzitter van de PR-groep BNI/WoonRai Amsterdam. – Mevrouw W.G. Adolfs, docent en studieloopbaancoach hbo-bachelor Communicatie en Multimedia design, Hogeschool Rotterdam, werkzaam bij Veritas retail, België (accessoires). Procescoördinator en extern secretaris voor de NVAO is Adèle Meijer. Het beoordelingspanel brengt advies uit over de kwaliteit en het niveau van de beoogde nieuwe opleiding en weerspiegelt volgens de NVAO de vereiste deskundigheid in het vakgebied, het werkveld, onderwijskunde/didactiek en de praktijk en uitvoering van visitaties. Het panel volgt de criteria van het Toetsingskader Nieuwe Opleidingen Hoger Onderwijs van de NVAO van 14 februari 2003 (hierna toetsingskader genoemd). Op 25 januari 2010 is het panel voor het eerst bijeengekomen. Tijdens deze bijeenkomst zijn de bevindingen besproken op basis van het schriftelijke dossier, zijn de vraagpunten opgesteld en is aanvullende informatie gevraagd. De aanvullende informatie is daarop ontvangen. (zie hiervoor bijlage 3 Overzicht van bestudeerde documenten). Op 5 februari 2010 vond het locatiebezoek plaats. Tijdens dit bezoek sprak het panel met vertegenwoordigers van het management, de kerndocenten en de studiebegeleider (zie bijlage 2 Bezoekprogramma). Het panel heeft tijdens het bezoek ook een aantal relevante documenten kunnen inzien en geëxposeerd werk kunnen beoordelen (zie hiervoor bijlage 3 Overzicht van bestudeerde documenten). Het panel spreekt zijn waardering uit voor de goed voorbereide ontvangst en de constructieve gedachtewisseling tijdens het locatiebezoek. Onmiddellijk na het locatiebezoek heeft het panel per facet en onderwerp voorlopige oordelen geformuleerd, gebaseerd op de bestudeerde documentatie en de resultaten van de gesprekken. Daarop heeft de secretaris een conceptrapport opgesteld op 15 februari
pagina 7
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
2010. Waar dat nodig was heeft het panel het rapport gecorrigeerd en aangevuld. Voorzitter en secretaris hebben het definitieve adviesrapport vastgesteld op 23 februari 2010. 2.2
Opbouw paneladvies Het eerste hoofdstuk van dit rapport is het samenvattend advies. Het huidige hoofdstuk is de inleiding en verantwoording. Het derde hoofdstuk beschrijft de opleiding en haar plaats binnen Artemis Styling Academie. Het panel presenteert zijn oordelen in het vierde hoofdstuk. Per facet geeft het panel zijn bevindingen, overwegingen en conclusies. De bevindingen zijn gebaseerd op geverifieerde informatie uit het informatiedossier, de aanvullende documentatie en de bevindingen tijdens het locatiebezoek. De overwegingen zijn de intersubjectieve evaluaties van het panel met betrekking tot de bevindingen en/of het belang van de bevindingen. De overwegingen leiden tot een concluderende beoordeling. Het rapport wordt afgesloten in hoofdstuk 5 met een tabel die een overzicht geeft van de beoordelingen per onderwerp en per facet.
pagina 8
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
3 Beschrijving van de opleiding 3.1
Algemeen Land Instelling Opleiding Niveau Oriëntatie Locaties Variant Sector
3.2
Nederland Artemis Styling Academie Allround Styling bachelor hbo Amsterdam en Rotterdam voltijd Kunsten
Profiel instelling Artemis Styling Academie is een particulier opleidingsinstituut, gespecialiseerd in praktijkgerichte opleidingen tot stylist of tot modeontwerper. De vestiging in Rotterdam bestaat sinds 1979, die in Amsterdam sinds 1988. De opleiding Allround Styling wordt in Amsterdam aangeboden sinds 2003-2004 als driejarige opleiding en in Rotterdam en Amsterdam sinds 2009-2010 als vierjarige opleiding. In Amsterdam en Rotterdam worden behalve de opleiding Allround Styling ook de vierjarige deeltijdse opleidingen Modestyling en Interieurstyling aangeboden en de tweejarige voltijdse opleiding Modedesign. In Amsterdam wordt tevens de tweejarige deeltijdse opleiding Mediastyling aangeboden. Naast deze opleidingen biedt Artemis ook diverse cursussen zoals Oriëntatie Styling en Interieurtekenen, Modeontwerpen, Modetekenen, Patroontekenen en Couturetechnieken. Artemis Styling Academie wil met de diverse opleidingsmogelijkheden tegemoet komen aan een groeiende vraag uit het bedrijfsleven aan professionele stylisten. Stylisten die zijn afgestudeerd aan de stylingacademie onderscheiden zich volgens Artemis door hun veelzijdigheid en zijn in staat verschillende rollen aan te nemen: van bemiddelaar en visueel specialist tot adviseur voor zowel vormgevers als marketeers. Het totaal aantal studenten in 2009-2010 van alle Artemisopleidingen bedraagt 492 waarvan 393 in Amsterdam en 99 in Rotterdam.
3.3
Profiel opleiding Nieuwe opleiding voor Nederland Er bestaat in Nederland nog geen opleiding tot allround stylist op hbo-niveau. Wel kennen de Willem de Kooning Academie (Hogeschool Rotterdam) en het AMFI (het Amsterdam Fashion Institute van de Hogeschool van Amsterdam) geaccrediteerde hbobacheloropleidingen Vormgeving met als specialisatie respectievelijk Lifestyle en Design (De Kooning) en modestyling (AMFI). Daarnaast zijn er andere particuliere aanbieders van een opleiding tot stylist, zoals Vogue (Amsterdam). De opleiding leidt op tot een allround stylist met een brede inzetbaarheid. De stylist werkt voornamelijk in de mode- en interieurpraktijk. Daarnaast wordt ook aandacht gegeven aan het werkveld media (reclame, televisie, promotie etc.). Het totaal aantal studenten Allround Styling bedraagt 154, waarvan 140 in Amsterdam en 14 in Rotterdam.
pagina 9
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
Nieuwe opleiding voor de instelling De opleiding Allround Styling is de eerste opleiding van Artemis Styling Academie waarvoor bij de NVAO een toets nieuwe opleiding is aangevraagd. Studieomvang Het programma omvat 240 ECTS en heeft een nominale duur van vier jaar.
pagina 10
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
4 Beoordeling per onderwerp 4.1
Doelstellingen opleiding Een stylist die is afgestudeerd aan de opleiding Allround Styling heeft: – een toepasbare kennis van de visuele cultuur. De stylist kan stijlen en sferen benoemen, kent hedendaagse stijluitingen en context en weet verbanden te leggen tussen historische, hedendaagse en toekomstige visuele uitingen; – een onafhankelijk vermogen tot het uitvoeren van onderzoek, analyse, concluderen en conceptontwikkeling ten dienste van het bepalen van stijluitingen binnen een gegeven context (praktijk – bedrijf). Dit alles op basis van kijken, signaleren, registreren en stijlvergelijkingen; – vaardigheid in het leggen van betekenisvolle verbanden tussen beeld en inhoud, kan stijlconcepten ontwikkelen, bijstellen en aansturen; – een toepasbare kennis van smaak, stijl en doelgroepen; – inzicht in de relatie tussen mens, gebruiksmoment, materiële en immateriële functionaliteit, stijlen en identiteit; – kennis van associatieve, emotionele, sferische, esthetische en morele beeldaspecten van producten, ruimten en communicatiemiddelen; – technische bekwaamheid als stylist: beschikt over grafische, fotografische, computertechnische, en beeldende vaardigheden en weet technieken naar inhoud toe te passen; – vermogen te werken in een toegepaste omgeving, c.q. praktijksituatie; – vaardigheid in het commercieel kunnen werken, rekening houdend met consumenten, wensen, gedrag en stijlvoorkeuren enerzijds en bedrijfsdoelen anderzijds; – vaardigheid in het ontwikkelen van een altijd noodzakelijke prognose, ten aanzien van tijdsgeest en tijdsbeeld. Ook weet de Artemis stylist stijlconcepten te vertalen naar kleur, materiaal, decoratie en vorminterpretaties in producten, ruimten en communicatiemiddelen. De stylist heeft hiermee ten aanzien van stijlbepalingen een strategische visie; – besef van zijn rol binnen het geheel van de ontwerpende, creatieve, commerciële industrie. De stylist informeert, inspireert, assisteert en adviseert ontwerpers, opdrachtgevers, inkopers, redacteuren, fotografen, programmamakers, etc. en heeft hierin besef van de vakmatige verschillen tussen ontwerpers en stylisten; – vaardigheid in beeld, geschrift en woord om een stijlconcept en plan inzichtelijk te maken voor opdrachtgevers, collega’s en uitvoerders; – vaardigheid om projecten visueel en verbaal optimaal te presenteren.
4.1.1
Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Bevindingen De eindkwalificaties waarvoor de opleiding opleidt, zijn ontleend aan een beroepsprofiel dat is opgesteld op basis van gesprekken van Artemis met bedrijven en beroepsbeoefenaren waarmee Artemis Styling Academie een nauwe relatie onderhoudt. Artemis heeft daarmee gekozen voor een aanpak die gericht is op directe aansluiting op en deelname aan de beroepspraktijk. Het opleidingsprofiel onderscheidt zich hierin bewust van het door
pagina 11
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
kunstacademies gehanteerde profiel Vormgeving dat door de HBO-raad is vastgesteld. Bij het opstellen van de eindkwalificaties zijn in eerste instantie tien nationaal en internationaal opererende beroepsprofessionals betrokken geweest die tevens de leiding over de implementatie op zich hebben genomen. De opleiding heeft in 2003 een adviesraad ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van het werkveld, vakverenigingen en onderwijskundigen. Beroepsprofiel en eindkwalificaties zijn ter advisering en goedkeuring voorgelegd aan de adviesraad. De adviesraad heeft als voornaamste taak als denktank op te treden en de directie te adviseren inzake bestuurlijke,financiële, economische, maatschappelijke en inhoudelijke onderwijskundige aspecten. In 2009 is de bestaande beroepenveldcommissie opnieuw samengesteld en die bestaat nu uit vijf onafhankelijke beroepsbeoefenaren, die niet als docent of leidinggevende bij de opleiding zijn betrokken. De beroepenveldcommissie heeft als voornaamste taak jaarlijks aan de hand van eindtermen, leertrajecten en onderwijsmodel te toetsen of de opleiding goed voorbereidt op de dagelijkse beroepspraktijk. De opleiding beschikt over een internationaal netwerk en werkt mee aan projecten of onderzoeksvelden die een mondiaal karakter kennen. Zo participeert Artemis momenteel met 25 andere opleidingen in een internationaal project, geïnitieerd door de Amerikaanse antropoloog Ted Polhemus. Overwegingen De opleiding onderhoudt gestructureerde contacten met het beroepenveld ten behoeve van de toetsing van de eindkwalificaties. De samenstelling van de beroepenveldcommissie beoordeelt het panel als degelijk en onafhankelijk. Het panel heeft de eindkwalificaties bestudeerd en is van mening dat deze aansluiten bij de eisen zoals die internationaal en nationaal aan stylisten gesteld worden. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.1 ‘Domeinspecifieke eisen’ als voldoende.
4.1.2
Niveau bachelor (facet 1.2) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Bevindingen De opleiding heeft een overzicht aangeleverd waarin de eindkwalificaties worden vergeleken met de Dublin-descriptoren. De eindkwalificaties zijn daartoe nader uitgewerkt. In de aanvraag stelt de opleiding dat het hbo-niveau – naast het overeenkomen met de Dublin-descriptoren – tevens gewaarborgd wordt door de hoge mate van conceptueel moeten en kunnen denken en handelen, alsmede door het algehele abstractieniveau dat in concrete toepasbaarheid moet worden omgezet. Het panel is het daarmee eens en ziet hierin een wezenlijk onderscheid met een mbo-opleiding styling. Overwegingen Uit het overzicht blijkt volgens het panel dat de opleiding voldoet aan het bachelorniveau zoals dat is vastgelegd in de Dublin-descriptoren. Zo blijken onder andere: – kennis en inzicht uit kennis van technieken, materialen, stijlen en sferen, het actuele en toekomstige tijdsbeeld, collectionering en stijlpositionering; – het toepassen van kennis en inzicht uit het maken van een prognose, het vertalen van stijlconcepten naar kleur, materiaal en decoratie en het commercieel kunnen werken;
pagina 12
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
– oordeelsvorming uit het kritisch kunnen analyseren van de doelgroep, het kunnen maken van keuzes en het kunnen adviseren; – Communicatie uit de vaardigheid projecten visueel, schriftelijk en verbaal te kunnen communiceren en de presentatie af te stemmen op de doelgroep; – Leervaardigheden uit de vaardigheid kennislacunes te vereffenen met doelgericht onderzoek en het op de voet kunnen volgen van ontwikkelingen. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.2 ‘bachelorniveau’ als voldoende.
4.1.3
Oriëntatie hbo (facet 1.3) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een bachelor in hbo: – De beoogde eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepencompetenties. – Een hbo-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen, waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Bevindingen en overwegingen De opleiding is zeer praktijkgericht en leidt op tot allround stylist. Dat wil zeggen dat zowel modestyling, interieurstyling als mediastyling worden belicht. Afgestudeerden zijn gespecialiseerd in het visualiseren van trends en prognoses en het ontwikkelen van concepten voor de praktijk. Ook winkelpresentaties en fotoreportages zijn aspecten van het vak waarmee kennis gemaakt wordt. Daarbij zijn zij in staat verschillende rollen aan te nemen: van bemiddelaar en visueel specialist tot adviseur voor zowel vormgevers als marketeers. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.3 ‘oriëntatie hbo’ als voldoende.
4.1.4
4.2
Samenvattend oordeel onderwerp 1 Doelstellingen opleiding De drie facetten van het onderwerp ‘doelstellingen opleiding’ werden door het panel met een voldoende beoordeeld. Derhalve wordt het onderwerp ‘doelstellingen opleiding’ tevens als voldoende beoordeeld.
Programma Zie volgende pagina.
pagina 13
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
60
Totaal PI
4
NG
ECTS IE
Blok k4
Product Mode inclusief
Blo
Vakken EC
Totaal S
1
60
ECTS SI
Do
k1
Blok
Oriëntatie werkveld o.a. lezingen
Blo
Vakken
2e jaar Mo
1e jaar (propedeuse)
technisch tekenen
4
Communicatiestyling/Computer
3
Grafische Vormgeving
3
Ruimtestyling
4
Tekenen Waarneming
2
Fotostyling
4
Styling Oriëntatie
3
Project Mode industrie
3
Cultuurbeschouwing
3
Product Interieur inclusief
4
technisch tekenen
4
Communicatiestyling
4
Ruimtestyling
2
Computer
3
Project Interieur industrie
3
Productstyling
3
Communcatiestyling concept
4
Marketing
3
Communicatiestyling grafisch
3
3
Productreclame
3
Productstyling
3
Project Media industrie
3
Projectstage o.a. Portfolio/presentatie
3
Portfolio/presentatie
1,2 &
1
Intro/excursies/ beoordelingen
3
1
Artemispunten
Tekenen Beleving
Blok 3 Werkveld
Materiaalstyling
Materiaalstyling Cultuurbeschouwing Ruimtestyling Prognose Fotostyling Intro/excursies/ beoordelingen Artemispunten
3e jaar Vakken
4 3
4 4 3 2
4,5 &
3
6
1
Blok
ECTS
19
4e jaar Blok
ECTS
Totaal
Vakken
Gespecialiseerde stage inclusief
inclusief stageverslag
stagescriptie
36 VERDIEPING 60 ECTS
Uitvoerende stage
Uitvoerende stage en stage terugkomweek
4
Concept
10
4
Fotostyling
4
4
Communicatiestyling
4
Ruimtestyling
Project Praktijkstage
2
Productstyling
Beoordelingen
1
Meetmomenten
Excursies / lezingen
4
Prognose werkveld Communicatiestyling
Artemispunten
pagina 14
hele jr
1
Artemispunten
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
Eindproject
4
Praktijkonderzoek Blok 7
Prognose Conceptstyling
6 8 8 4
hele jr
1
Totaal
PRAKTIJK EN EINDPROJECT 60 ECTS
Prognose
Blok 6 Media
Communicatiestyling
4
Gespecialiseerde stage
Beeld & Beleving
Blok 5 Interieur
4
Beeld & Beleving
Blok 2 Concept
Kleur & Materiaal
4.2.1
Eisen hbo (facet 2.1) Het beoogde programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een hboopleiding. – Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en of (toegepast) onderzoek. – Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. – Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen Kennisontwikkeling vindt plaats aan de hand van opdrachten en projecten waarbij gebruik gemaakt wordt van syllabi en verplichte literatuur. De syllabi zijn geschreven door externe deskundigen. Naar aanleiding van de aanwijzingsprocedure heeft Artemis een literatuurlijst laten opstellen door een externe deskundige. Artemis is bezig deze lijst is in zijn geheel aan te schaffen. Het panel is van mening dat de syllabi en de literatuur van voldoende niveau zijn, zij het dat de artikelen in de syllabi niet altijd even actueel zijn. Artemis laat externe docenten jaarlijks een voor de tijdgeest relevant onderzoek verrichten, waarvan de uitkomsten aan docenten, en in tweede instantie aan studenten, worden gepresenteerd. Betreffende onderzoeken behelzen vakgebieden die van belang zijn voor de actualiteit van het onderwijs en worden ingezet om de actualiteit per omgaande in het curriculum te kunnen integreren. Volgens de aanvraag voorzien uitgeverijen de opleiding met grote regelmaat van niet verkochte oplagen, waardoor de actualiteit in het werkmateriaal voor iedere student aanwezig is. Voorts wordt in de aanvraag gesteld dat Artemis onder meer beschikt over een groot assortiment zeer waardevolle trendboeken waarover de studenten (helaas door negatieve ervaringen) niet vrijelijk kunnen beschikken, doch die op aanvraag bij de studentenbalie via de bibliotheek ter beschikking gesteld kunnen worden. Die tijdschriften zijn echter niet aangetroffen; in de bibliotheek in Amsterdam gingen de jaargangen van de enkele tijdschriften die aanwezig waren niet verder dan 2005. Dat gold ook voor de trendboeken in Amsterdam. In Rotterdam waren zelfs die tijdschriften en trendboeken niet aanwezig. Ander studiemateriaal als stalen van stoffen, vloerbekleding, verfsoorten en belichtingsopstellingen zijn eveneens niet of nauwelijks aanwezig. De beroepspraktijk wordt zowel op reële basis (praktijkopdrachten en stages) als in gesimuleerde vorm (probleemstellingen / projecten) aangeboden. De projecten worden jaarlijks op basis van de actualiteit ingevuld. Het Praktijkbureau zoekt de ‘casus’ naar aanleiding van een briefing van de hoofddocent en onderhoudt het contact met de bedrijven die interessante opdrachten / projecten kunnen aanbieden. Het hoofd Onderwijs bepaalt vervolgens definitief welk project voor uitvoering in aanmerking komt. In het studiejaar 20082009 hebben de studenten onder andere gewerkt aan de volgende opdrachten uit het bedrijfsleven: modestyling voor DIDI, interieurstyling voor Club Jimmy Woo en een ‘zitproject’ met de Openbare Bibliotheek, tijdschriften voor Sanoma Uitgevers bij mediastyling, fotostyling voor de tijdschriften Knipmode en Fancy, de styling van een stationary lijn voor de luxe papierhandel en een digitaal fotoalbum voor de Albumprinter. In 2008 is een nauwe, langdurige samenwerking aangegaan tussen Sanoma Uitgevers en Artemis Styling Academie. Daarnaast zijn er gastcolleges, excursies en buitenschoolse opdrachten zoals bijvoorbeeld: beursbezoek, shoppingreports, en extra opdrachten zoals het bezoeken / bijwonen van films / exposities / tentoonstellingen / theatervoorstellingen etc. Studenten lopen een aantal stages: een korte van 2 ECTS in het tweede jaar, een lange
pagina 15
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
uitvoerende stage van 36 ECTS in het derde jaar en een gespecialiseerde stage met afstudeeropdracht van 19 ECTS in het vierde jaar. Overwegingen Het panel is van mening dat het programma voldoende aansluit bij het hbo-kennisniveau. Het studiemateriaal dat naast de syllabi en verplichte literatuur ter beschikking is: tijdschriften, naslagwerken, catalogi en stalenboeken, is echter in de ogen van het panel onvoldoende aanwezig en vaak zwaar verouderd. De studenten worden teveel geacht hierin zelf te voorzien. Omdat deze kwestie vooral in de materiële sfeer ligt, zal dit punt zal bij het facet ‘materiële voorzieningen’ worden meegewogen in de beoordeling. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.1 ‘Eisen hbo’ als voldoende.
4.2.2
Relatie tussen doelstelling en programma (facet 2.2) Het beoogde programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing weerspiegelen de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding. De te bereiken eindkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het beoogde programma. Bevindingen Het eerste jaar is een algemeen basisjaar waarin de student met alle aspecten van het stylingvak kennismaakt. De student volgt vakken als Kleur & Materiaal, Grafische Vormgeving, (Model)Tekenen, Beeld & Beleving, Cultuurbeschouwing, Prognose en Concept. Hij neemt bovendien deel aan diverse excursies en wordt geacht gastlezingen bij te wonen. Naast de kennis die hij opdoet van het stylingvak leert hij praktische vaardigheden door middel van opdrachten die hij onder begeleiding uitvoert. In het tweede jaar voert de student praktijkopdrachten uit voor zowel de mode -, interieur - als mediabranche. De kennis en vaardigheden voor de drie onderdelen van het stylingvak; mode, interieur en media, komen per blok bij elkaar in een project. In het derde jaar en vierde jaar worden stages gelopen. Daarna kiest de student een definitieve specialisatie en werkt hij in de tweede helft van het jaar aan de eindexamenopdracht. De opleiding heeft per programmaonderdeel de competenties nader uitgewerkt in kennis en inzicht, inhoudelijke vaardigheden, en technische vaardigheden. Deze zijn weergegeven in een competentiematrix die ook is opgenomen in de Studiegids. Als voorbeeld wordt hier het programmaonderdeel Kleur&materiaal gegeven van blok 1. kennis en inzicht
inhoudelijke vaardigheden
technische vaardigheden
De student heeft inzicht in de
De student weet afgewogen en
De student kan aan de hand
rol van kleur en materiaal voor
ter zake doende kleur en
van diverse technieken
de beroepspraktijk.
materiaal in groepen te
kleurgroepen maken en
De student heeft kennis van
ontwerpen (binnen context van
materiaal ontwikkelen.
kleur en methodieken en
opdracht/realiteit).
De student is in staat
‘ontwerpprocessen’, gerelateerd
De student is in staat door
opdrachten correct te
aan kleur en materiaal.
oefening en kennisverwerving
visualiseren en uiteindelijk te
De student kent de relatie
meer grip te krijgen op kleur- en
verwerken tot een boek.
tussen tijdsbeeld/gebruiks-
materiaalbepaling.
De student beheerst de
moment/functie en kleur/
benodigde technieken.
materiaal.
pagina 16
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
De hoofddocenten en docenten die de programmaonderdelen doceren, vertalen deze doelen (deelcompetenties) naar actuele opdrachten en/of projecten. Deze uitvoeringsvormen worden jaarlijks aan de actualiteit aangepast. In het geval van de projecten wordt het eigenlijke onderwerp veertien dagen van te voren bekend gemaakt, zodat de studenten zich er enigszins op kunnen voorbereiden. Het panel heeft beschrijvingen gezien van het lesprogramma van de afzonderlijke programmaonderdelen en heeft geconstateerd dat daarin de feitelijke leerdoelen worden beschreven, evenals de opbouw van het lesprogramma per week, de verplichte literatuur en de wijze van toetsen. Vaak is ook nog een studiewijzer toegevoegd. De manier van beschrijven verschilt echter nogal van elkaar, waardoor niet direct duidelijk is wat er beschreven wordt. Het panel adviseert de opleiding in deze tot afspraken te komen. De studenten kunnen zich enigszins specialiseren in het derde en vierde jaar door de keuze van hun stageplaats en de afstudeeropdracht. In voorbereiding zijn twee keuzemodules/minoren: Creative ICT-skills en Visual Marketing. Deze zullen worden aangeboden in samenwerking met andere hogescholen. Van opleiding wisselen binnen de eigen academie (van voltijd naar deeltijd of omgekeerd) is alleen mogelijk tot de afronding van de basismodule. De beroepenveldcommissie heeft de taak te adviseren met betrekking tot de opleidings- en examenprogramma’s, leertrajecten en het onderwijskundig model. De beroepenveldcommissie geeft haar eindconclusies naar aanleiding van het eindexamen van een bepaald jaar. Voor het curriculum 2008-2009 was het belangrijkste advies het element ‘stylingkunde’ in het curriculum op te nemen. Vanuit de praktijk is er steeds meer vraag naar stylisten die ook om kunnen gaan met marktgegevens- en onderzoek, en die hun keuzes kunnen vertalen naar commerciële doelstellingen. Daarnaast dwingt het toenemende milieu- en globaal bewustzijn af dat bedrijven verantwoording afleggen over hun producten, productieproces, materiaalgebruik, afval en arbeidsomstandigheden. Deze visie van de commissie heeft onder andere geleid tot het invoeren van de vakken ‘marketing’ in het eerste studiejaar en ‘computer’ (Photoshop, Illustrator en Indesign) in het tweede studiejaar. In het vak Materiaalstyling is overall de aandacht aangescherpt voor kennis van en technisch inzicht in mogelijkheden van materialen, constructies en functionaliteit. De opleiding beschikt over ruim voldoende stagegevers en studenten mogen ook zelf een stagebedrijf voordragen. Buitenlandse stages moeten door de student zelf worden georganiseerd. In alle gevallen wordt eerst onderzocht of het stagebedrijf aan de criteria voldoet. Deze criteria zijn vastgelegd en zijn door het panel ingezien en adequaat bevonden. Zo moet een stagebedrijf bijvoorbeeld voorzien in een deskundige stagebegeleider, regelmatig contact houden met de instelling en voorzien in werkzaamheden die de student in staat stellen de competenties te ontwikkelen. Bij akkoord wordt toestemming verleend en een contract ter ondertekening overlegd. Er is voor de studenten een stagehandleiding beschikbaar. Het panel heeft waardering voor de wijze waarop de stages georganiseerd worden, maar is wel van mening dat de opleiding haar internationale netwerk meer zou moeten benutten voor het aanbieden van stages in het buitenland. De gebruikte werkvormen zijn door de opleiding weergegeven in een overzicht van alle programmaonderdelen. Hieruit blijkt dat in elk programmaonderdeel gebruik gemaakt wordt van hoor- en werkcolleges, gecombineerd met opdrachten. Bij sommige onderdelen is er ook sprake van brainstorming en/of een discussiecollege. Het panel kan de gebruikte
pagina 17
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
werkvormen waarderen en acht deze in overeenstemming met het praktijkgerichte onderwijsconcept. De examencommissie toetst bij elke opdracht of deze helder genoeg geformuleerd is. De toetsing van alle onderdelen vindt plaats in de vorm van een beoordeling door de docent van de presentatie. In geval van de vakken Cultuurbeschouwing, Productstyling in het eerste jaar en het eerste blok van het tweede jaar(onderdeel Modegeschiedenis), en Computer in het tweede jaar, vindt ook een schriftelijke toetsing plaats van kennisaspecten. Het panel vindt deze manier van toetsen goed aansluiten bij de doelstellingen van de programmaonderdelen en het gevolgde onderwijs. De beoordelingen worden schriftelijk vastgelegd op een beoordelingsformulier en kunnen mondeling nader worden toegelicht. Voor de projecten is een apart formulier gemaakt waarop tevens op planning, samenwerking en communicatie beoordeeld worden. Ook in het geval van een project vindt er een individuele beoordeling per student plaats. ‘Meeliften’ wordt voorkomen doordat de docent het verloop van het project volgt en doordat studenten het bij de studentenbegeleider melden wanneer een van hen te weinig werk levert. Het panel heeft een aantal ingevulde beoordelingsformulieren gezien. Er worden enkele globale beoordelingspunten ( bijv. kennis en inzicht, inhoudelijke vaardigheden) aangekruist voor de categorieën studieaanpak en studie-inhoud, en in enkele woorden is de essentie van de beoordeling weergegeven. Het panel vindt deze opzet in principe goed, maar zag graag de beoordelingspunten per programmaonderdeel (vak) specifieker uitgewerkt, in aansluiting op de leerdoelen van het programmaonderdeel. De stagebeoordeling is gebaseerd op meerdere aspecten die de geleverde prestatie van de student, zijn/haar inzet, motivatie, mentaliteit en sociale vaardigheden betreffen. Van de stage dient een verslag te worden gemaakt. De richtlijnen voor dit verslag zijn opgenomen in het Stageboek. De stage wordt beoordeeld door het bedrijf en/of de stagebegeleider alsmede door de hoofddocent van de opleiding. Indien een student de stage niet minimaal voldoende afsluit, is een herkansing na afloop van het eindexamen verplicht. Het verkrijgen van het diploma wordt in dat geval uitgesteld tot na de succesvolle afronding van de stage. De studenten voeren tijdens de stage in het vierde jaar een vooraf bepaalde opdracht uit die zij ten dienste stellen van het stagebedrijf. Dit kan bijvoorbeeld zijn: assortimentsuitbreiding, brandexention, doelgroepvaststelling, trendprognose of conceptbepaling. Het onderzoek en de resultaten worden middels een scriptie gepresenteerd. Deze scriptie maakt tevens deel uit van het eindexamen van de student. De afstudeeropdracht wordt door een examenteam begeleid. Per maximaal 12 studenten wordt er één examendocent toegedeeld, en per examenjaar is er één extra docent als onafhankelijk extra deskundige inzetbaar. De examendocenten nemen ook in andere groepen waar, om de studenten een objectieve begeleiding te kunnen garanderen. Daarna vindt in het vierde jaar het Eindproject plaats. Hiervoor benoemt de opleiding de actuele aandachtsgebieden. Dit Eindproject bestaat uit de onderdelen: concept, productstyling, ruimtestyling, en communicatie- en fotostyling. Voor ieder van deze onderdelen wordt een bepaald aantal studiepunten gegeven aan de hand van de presentatie tijdens de eindbeoordeling. Tijdens het Eindproject vinden er vijf meetmomenten plaats, op basis van daarvoor gestelde doelen per meetmoment. Deze doelen zijn uitgebreid vermeld in het Examenboek, dat bij de start van het Eindproject wordt uitgereikt. De eindexamencommissie bestaat uit een gecommitteerde, de begeleidend examendocent, één lid van de examencommissie en de voorzitter zonder stem. De eerste drie personen vertegenwoordigen ieder één stem. Zij moeten tot overeenstemming komen in hun eindoordeel. Het panel heeft de samenstelling van de examencommissie gezien en constateert dat die, bestaande uit de kerndocenten en de studentenbegeleider, in
pagina 18
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
onafhankelijkheid kan oordelen. Na afloop van de eindpresentatie worden de werkstukken geëxposeerd voor de pers en relaties uit het bedrijfsleven. Daarna vindt de diplomauitreiking plaats. Omdat de opleiding al enige jaren, als driejarige opleiding, bestaat is het panel in de gelegenheid geweest een expositie van gemaakte projectopdrachten te zien van het tweede jaar en eindprojecten van het derde jaar. In de stafruimte in Amsterdam heeft het panel verder ook de producten van een tweedejaarsproject voor Coolcat gezien. Het panel was onder de indruk van de kwaliteit van het werk in Amsterdam en constateerde dat het sterk conceptueel gericht is. Het werk van de eerstejaarsgroep en de wijze van beoordelen daarvan, die het panel in Rotterdam heeft kunnen waarnemen, was echter volgens het panel beneden de maat. Op het laatste zal nader worden ingegaan bij het facet 3.3. ‘kwaliteit personeel’. Het programma bestaat uit vaste onderdelen die na elkaar gevolgd moeten worden (stapelmethodiek). Een volgend onderdeel kan pas gevolgd worden wanneer het voorafgaande met een positieve beoordeling is afgesloten. Over de herkansingmogelijkheden kreeg het panel tegenstrijdige informatie: enerzijds werd gezegd dat er per blok één onderdeel herkanst kan worden, anderzijds dat ieder vak herkanst kan worden. Binnen een blok kan de student zwakke onderdelen compenseren met andere. ‘Zwak’ is een van de vier beoordelingscategorieën (onvoldoende, zwak, voldoende, ruim voldoende). Volgens het OER betekent ‘zwak’ dat het te boordelen onderdeel in zijn totaliteit niet voldoet aan de eisen. Volgens de docenten betekent ‘zwak’: ‘krap voldoende’. Het panel adviseert de transparantie van de toetsing te verbeteren door in deze helderheid te scheppen. Tevens acht het panel het vanuit het oogpunt van studeerbaarheid niet wenselijk wanneer vakken niet kunnen worden herkanst. Alle onderdelen die afgesloten worden met een beoordeling en het toekennen van studiepunten (summatieve toetsing) dienen één te keer kunnen worden herkanst. Om dezelfde reden van studeerbaarheid ligt het naar mening van het panel voor de hand de onderdelen niet volgtijdelijk dwingend te laten afsluiten. Zoals in het hbo gebruikelijk is bij een modulaire systematiek, kunnen wel drempels ingebouwd worden voor voortgang na het eerste jaar of deelname aan stages, bestaande uit de eis van een minimaal aantal te behalen studiepunten of specifieke onderdelen. Deze drempels zorgen niet alleen voor de inhoudelijk benodigde kennis voor een succesvolle voortgang maar bevorderen tevens het studietempo. Het behalen van voldoende resultaten voor vakken en een blok geeft de student van Artemis evenwel nog geen garantie dat hij of zij door kan gaan naar het volgende jaar. Dit gebeurt volgens de aanvraag en het OER, pas nadat de examencommissie een beoordeling heeft gegeven van het geheel van het werk halverwege het jaar (tussenbeoordeling) en aan het eind van het jaar (eindbeoordeling). Verder geldt een aanwezigheidsplicht van 80%. Deze tussentijdse en eindbeoordeling kunnen negatiever uitvallen dan de individuele vakbeoordelingen. De beoordeling door de examencommissie is bindend en de individuele vakken overschrijdend. Een student is volgens de aanvraag ‘dus altijd afhankelijk van het eindoordeel van de commissie en kan aan een positieve voortgang van een project of opdracht geen conclusies of verwachtingen verbinden’. Met andere woorden: de toetsing is tot dan toe formatief en niet summatief, zoals op basis van het toekennen van studiepunten (wettelijk) verwacht mag worden. Van deze totale beoordelingen heeft het panel geen beoordelingsformulieren, criteria of verslagen gezien. Volgens de docenten betreffen tussen- en eindbeoordeling een formatieve beoordeling die in de sfeer ligt van de studiebegeleiding en is deze niet summatief, zoals in het OER gesteld wordt. Het is het panel door de tegenstrijdige informatie betreffende het begrip ‘zwak’, de herkansing en de status van de jaarbeoordeling
pagina 19
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
duidelijk geworden dat de opleiding op twee benen tegelijk hinkt: enerzijds is er sprake van een modulaire opbouw en toetsing (zoals gebruikelijk in het hbo), anderzijds van een jaarsysteem met tussentijdse overall beoordelingen (zoals gebruikelijk is bij kunstopleidingen). Het panel adviseert de opleiding ten sterkste hierin duidelijke keuzes te maken, ter wille van de studeerbaarheid van het programma en de transparantie van de toetsing. Overwegingen Het panel heeft waardering voor het programma en de wijze waarop het is opgezet. Het panel vraagt zich daarbij wel af of er nog voldoende aandacht is voor de gewone ambachtelijke kanten van het beroep. Alles overwegende is het panel van mening dat het programma de doelstellingen voldoende tot uitdrukking brengt. Op het punt van de toetsing dienen er evenwel keuzes te worden gemaakt en extra aandacht is nodig voor de locatie Rotterdam. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.2 ‘relatie tussen doelstelling en programma’ als voldoende.
4.2.3
Samenhang programma (facet 2.3) Het beoogde programma is inhoudelijk samenhangend. Bevindingen Het programma bouwt op van algemene basisvaardigheden naar toenemende complexiteit. Integratie van de vakken vindt in het tweede jaar plaats in drie projecten, en in het derde en vierde jaar door toepassing in praktijksituaties en in de afstudeeropdracht. Op stage en afstuderen worden de studenten tijdens aparte bijeenkomsten voorbereid. De bewaking van de samenhang is in handen van het hoofd Onderwijs, de hoofddocent en de uitvoerend docent. Uit verslagen van de examencommissie blijkt dat deze personen nauw samenwerken en de samenhang op eventuele ontbrekende aspecten controleren. Uit evaluaties heeft Artemis begrepen dat zij de student zelf uitvoeriger moet voorlichten over de opbouw en meer inzicht moet verschaffen in de leerdoelen per studiejaar. Daartoe zijn verbeteracties ondernomen in de vorm van per studiejaar inhoudelijke, informatieve visuele presentaties door de onderwijsstaf aan de studenten. Het panel zou graag zien dat de studenten in het eerste jaar per blok de samenhang zelf kunnen ervaren, bijvoorbeeld in de vorm van een eenvoudig ambachtelijk projectje. Overwegingen Het panel is van mening dat de opbouw van het programma goed doordacht is. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.3 ‘Samenhang programma’ als voldoende.
4.2.4
Studielast (facet 2.4) Het beoogde programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen
pagina 20
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
In de studiegids is een overzicht opgenomen van de studielast per programmaonderdeel, waarin het aantal contacturen en het aantal uren zelfstudie zijn onderscheiden. Het aantal contacturen is gemiddeld 17 uur in het eerste jaar, 13 in het tweede jaar, 26 in het derde en 6 in het vierde jaar. De studielast is niet helemaal gelijkmatig over de drie blokken van ieder jaar verdeeld: in het eerste jaar loopt die van 17 tot 21 contacturen. De opleiding heeft hier bewust voor gekozen om de studenten in de gelegenheid te stellen te wennen aan alle veranderingen die de overgang van middelbare scholier naar student met zich meebrengt. De studenten worden tijdens de studie intensief begeleid.. De opleiding formuleert jaarlijks streefdoelen voor het ‘bevorderingrendement’ voor ieder van de drie leerjaren van een cohort. Het totale rendement na drie jaar schommelt tussen de 36 en 59%. De streefdoelen per jaar liggen veelal op 60, 80 en 90%, respectievelijk voor het eerste, tweede en derde jaar. Het kunstonderwijs in zijn geheel had in 2009 een rendement na vijf jaar van 62%. De opleiding verwacht dat door de overgang van een driejarige opleiding met een studielast van 80 ECTS per jaar naar een vierjarige met een studielast van 60 ECTS het rendement zal stijgen. De grootste bedreiging van een goede studievoortgang ligt volgens het panel in de dwingende voltijdelijkheid en de wijze waarop de toetsing georganiseerd is Overwegingen Door de overgang van een driejarige opleiding met een studiebelasting van 80 ECTS naar een vierjarige opleiding van 60 ECTS per jaar, lijkt een wezenlijke oorzaak voor uitval en studievertraging te zijn weggenomen. De studielast is evenwichtig over de opleiding verspreid. De dwingende volgtijdelijkheid in combinatie met het dubbele en niet transparante toetsingssysteem wordt door het panel echter gezien als een ernstige bedreiging van de studievoortgang. Om die reden beoordeelt het panel het onderdeel studielast als onvoldoende. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.4 ‘studielast’ als onvoldoende.
4.2.5
Instroom (facet 2.5) Het beoogde programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: hbo-bachelor: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen De instroom van de opleiding is gestegen van 27 in 2003 naar 51 studenten in 2008. De opleiding hanteert als toelatingseis een diploma vwo, havo of mbo-4 waarbij alle profielen toelaatbaar zijn, en het succesvol doorlopen van een uitgebreide selectieprocedure. Iedere student wordt uitgenodigd voor een dagdeel op de academie. Thuis is er dan al een opdracht uitgevoerd die ter beoordeling wordt voorgelegd. Een opdracht die ter plaatse moet worden uitgevoerd geeft extra inzicht over de werkhouding, de creatieve oplossingsgerichtheid en originaliteit van de aankomend student. Een persoonlijk intakegesprek met twee leden van de aannamecommissie (een lid van de examencommissie en een alumnus) vormen het afrondende deel van de procedure. Na afloop van alle gesprekken oordeelt de gehele examencommissie aan de hand van het aannameformulier en de opdrachtevaluatie of toegang gerechtvaardigd is. Hierbij valt ongeveer ¼ van de aspirant-studenten af. Buitenlandse studenten krijgen het advies een taalcursus te volgen voor aanvang van de opleiding. Er hebben zich tot nu toe nog geen
pagina 21
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
studenten gemeld voor wie dat nodig was. In het geval van onvoldoende vooropleiding worden een extra aannameopdracht en intakegesprek met de hoofddocent georganiseerd. Vrijstellingen zijn mogelijk indien een student bij aanname kan aantonen (een deel van) de bij de academie gedoceerde vakken reeds elders te hebben gevolgd. Dit kan betreffen de opleiding tot Mode-adviseur die Artemis heeft aangekocht via DETEX en die een student in een vorige opleiding of in werk(stage) reeds heeft gevolgd. Ook aantoonbare kennis en praktische ervaring in bijvoorbeeld cultuurgeschiedenis, patroonteken- en naaitechnieken of computerprogramma’s kunnen tot vrijstellingen of een gedifferentieerde opdrachtinvulling leiden. Voor alle overige, door de opleiding geïnitieerde vakmodules of projecten worden geen vrijstellingen verleend. Het panel heeft de beoordelingsformulieren voor aanname gezien die zijn opgenomen in de dossiers van de studenten en acht de wijze van toelating adequaat geregeld. Het verschil in de instroom tussen studenten met havo en vwo als vooropleiding ( ‘denkers’) en mbo als vooropleiding (‘doeners’) blijkt volgens de docenten geheel te verdwijnen gedurende de opleiding. Op voorlichtingsavonden en/of open dagen wordt in een Power Point presentatie toegelicht hoe de student aan Artemis dient te studeren, over welke eigenschappen de student dient te beschikken en hoe de studieaanpak dient te verlopen. Uit exitgesprekken is gebleken dat een student zonder voldoende motivatie, inzet en passie voor het vak de studielast als te zwaar ervaart en van voortgang afziet. Artemis heeft daarop de toelatingsprocedure uitgebreid en verzwaard door het ook ter plaatse laten uitvoeren van een opdracht onder observatie. Daardoor is het studierendement in het eerste studiejaar beduidend verbeterd. De opleiding geeft informatie op scholen en kent meeloopdagen. Overwegingen Het panel is ervan overtuigd dat door de wijze waarop de toelating geregeld is, studenten geselecteerd worden die een reële kans van slagen hebben. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.5 instroom’ als voldoende.
4.2.6
Duur (facet 2.6) De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: hbo-bachelor met in de regel 240 studiepunten. Bevindingen Het curriculum van de voltijdse opleiding Allround Styling heeft een omvang van 240 ECTS en een nominale duur van vier jaar. Overwegingen Het curriculum voldoet hiermee aan de wettelijke bepalingen voor de duur van een hbobachelor. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.6 ‘duur’ als voldoende.
4.2.7
pagina 22
Samenvattend oordeel onderwerp 2 Programma Vijf van de zes facetten van het onderwerp ‘programma’ worden door het panel met een voldoende beoordeeld. De onvoldoende voor het facet ‘studielast’ brengt geen
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
fundamentele wijziging in het algemene positieve oordeel. Derhalve wordt het onderwerp ‘programma’ als voldoende beoordeeld.
4.3 4.3.1
Inzet van personeel Eisen hbo (facet 3.1) De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een hboopleiding: Het onderwijs zal voor een belangrijk deel worden verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen Het management van de opleiding, de directeur en het hoofd onderwijs, hebben ruime ervaring met de nationale en internationale beroepspraktijk. Zij hebben regelmatig overleg met opdrachtgevers uit de beroepspraktijk. Die beroepspraktijk heeft een internationale dimensie. De opleiding werkt met een aantal hoofddocenten en een groot aantal freelance docenten. De hoofddocenten die bij de opleiding betrokken zijn – voor de opleiding in Amsterdam, in Rotterdam en voor de deeltijdopleidingen in Amsterdam is dat elk een hoofddocent – zijn uit de beroepspraktijk afkomstig. De docenten leggen ook een verband met de beroepspraktijk via hun netwerken en de projecten waarbij de studenten betrokken zijn. Daarnaast is er voor de locatie Amsterdam een fulltime studentenbegeleider in dienst die tevens de stages begeleidt. Ook hij is uit de beroepspraktijk afkomstig. De freelance docenten zijn allen in de beroepspraktijk werkzaam. Door middel van lezingen, nieuwsbrieven, de opening en exposities wordt de betrokkenheid van de freelance docenten bij de instelling vergroot. Het panel heeft een aantal lesprogramma’s bekeken en heeft met instemming gezien dat de gastdocenten vaak voor het vak interessante personen zijn die in de actuele beroepspraktijk soms een zekere bekendheid genieten of vanuit hun (internationale) beroepswerkzaamheden een wezenlijke bijdrage leveren aan de actualiteit van het programma. Overwegingen Het panel heeft met instemming gezien hoe de opleiding de contacten met de beroepspraktijk legt en zo de opleiding op niveau en actueel houdt. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 3.1 ‘eisen hbo’ als voldoende.
4.3.2
Kwantiteit personeel (facet 3.2) Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de nieuwe opleiding te kunnen starten. Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de nieuwe opleiding te kunnen continueren Bevindingen De meerjarenbegroting van de opleiding voorziet voor de jaren 09-10 tot en met 12-13 per jaar voor een aantal docenturen en een verwachte instroom van 79 studenten in 09-10 en 100 voor de overige drie jaren. De begroting gaat uit van het halen van de streefdoelen. Op basis hiervan blijkt de student-docentratio uit te komen op respectievelijk: 1:24,7, 1:29,5, 1:30,4 en 1:33,5. De opleiding wil de groepsgrootte in de eerste drie jaar beperken tot 23 en in het examenjaar op 11 studenten. De hogere ratio in de laatste jaren is werkbaar doordat
pagina 23
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
in het derde en vierde jaar het onderwijs minder arbeidsintensief is, door stages van respectievelijk 36 en 19 ECTS. Het management verwacht wel dat er meer uren voor coördinatie en begeleiding in jaar 3 en 4 ingezet zullen gaan worden, wanneer de groei doorzet als beraamd. De opleiding wil de groepsgrootte in de eerste drie jaar beperken tot 23 en in het examenjaar tot 11 studenten, wat gezien het onderwijsconcept voor het panel een aanvaardbaar aantal is. Uit gesprekken met de docenten is het het panel gebleken dat de docenten als dat nodig is altijd extra uren krijgen toegewezen voor de ontwikkeling van lessen. Overwegingen Het panel constateert dat er voldoende middelen zijn vrijgemaakt voor het geven van het onderwijs. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 3.2 ‘kwantiteit personeel’ als voldoende.
4.3.3
Kwaliteit personeel (facet 3.3) Het in te zetten personeel is gekwalificeerd voor een inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma Bevindingen De hoofddocenten van Artemis hebben allen een universitaire of hbo-opleiding met aantoonbare ervaring en affectie met het vakgebied. De meeste freelance docenten hebben een hbo-kunstopleiding of een particuliere modeopleiding gevolgd. Onder de freelance docenten zijn ook enkele succesvolle alumni van Artemis. Het panel heeft de CV’s bekeken en is van mening dat de hoofddocenten en freelance docenten als geheel de benodigde kwaliteiten bezitten om het programma te kunnen realiseren. Een docent marketing zal nog worden aangetrokken om de functionaliteit van de conceptontwikkeling te versterken. Hoewel het panel het waardeert dat Artemis een externe deskundige heeft ingeschakeld voor het opstellen van een literatuurlijst van verplichte literatuur, wil het panel er wel op wijzen dat deze deskundigheid binnen de academie aanwezig dient te zijn, al was het maar om de collectie up to date te houden. Hoewel de docenten zowel in Amsterdam als in Rotterdam lesgeven, is het panel wel meer te spreken over de kwaliteiten van de docenten en van het geleverde werk in Amsterdam dan in Rotterdam. In Amsterdam lijkt het ambitieniveau hoger te liggen en als ‘hoofdkwartier’ een duidelijke uitstraling te hebben. Nieuwe docenten worden op de hoogte gebracht van de visie en aanpak van Artemis en inzicht in les en leerdoelen gegeven. Conceptlesplannen worden als kader door het hoofd Onderwijs en de hoofddocent vastgesteld. Binnen het vastgestelde kader heeft de docent een eigen inbreng met betrekking tot de invulling van de lessen en opdrachten. De uiteindelijke lesplannen worden door de hoofddocent vastgesteld in overleg met het hoofd Onderwijs. Door het bijwonen van lessen door de hoofddocent houdt de opleiding grip op de didactische kwaliteit van de docenten. De feedback van studenten wordt onmiddellijk opgepakt. Uit evaluaties bleek dat de didactische kwaliteit van de docenten niet altijd als even sterk wordt beschouwd. Dit heeft geleid tot een didactisch protocol waarmee de docenten worden aangestuurd en tot een pas gestart coachingstraject door een externe expert. Met de hoofddocenten vindt jaarlijks een functioneringsgesprek plaats.
pagina 24
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
Behalve docenten kent Artemis medewerkers ten behoeve van de organisatie en de operationele aansturing van de opleiding. Door het doorlopen van de procedures tot aanwijzing als hbo-instelling en de toets nieuwe opleiding is de noodzaak tot verdere professionalisering van de academie aan het licht gekomen. Dit heeft tot veranderingen op het organisatorische vlak geleid. Het panel zag graag een krachtiger aansturing van de locatie Rotterdam. Overwegingen Het panel is op grond van de gesprekken en de informatie van mening dat de opleiding voorziet in voldoende en vakbekwame docenten, met name door het aantrekken van interessante freelance docenten. Problemen met de didactische kwaliteiten hebben duidelijk de aandacht van de leiding van de opleiding. Aandachtspunten zijn de kwaliteit en het ambitieniveau van de locatie Rotterdam en het aantrekken van personeel dat voldoende kennis bezit om de literatuurlijst en de collecties van de bibliotheken op peil te brengen en te houden. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 3.3 ‘kwaliteit personeel’ als voldoende.
4.3.4
4.4 4.4.1
Samenvattend oordeel onderwerp 3 Inzet van personeel De drie facetten van het onderwerp ‘inzet personeel’ werden door het panel met een voldoende beoordeeld. Derhalve wordt het onderwerp ‘inzet personeel’ tevens als voldoende beoordeeld.
Voorzieningen Materiële voorzieningen (facet 4.1) De beoogde huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen Het panel heeft de voorzieningen van beide locaties bekeken en is tot de volgende bevindingen gekomen. Beide locaties betreffen oudere panden. In Amsterdam heeft het gebouw door de bouwstijl (Amsterdamse school) een degelijke en wat chique uitstraling. In Rotterdam is de voorgevel verbouwd tot een moderne, open, etalageachtige ruimte. Beide locaties beschikken over leslokalen met een redelijke omvang. De lokalen zijn sober ingericht. Een enkel lokaal beschikt over een beamer. De ICT-voorzieningen zijn beperkt tot een twaalftal computers voor het leren beheersen van software in het vak ‘computer’. Er is een draadloos netwerk waarop de studenten met een eigen laptop kunnen aansluiten. De academie biedt de studenten de mogelijkheid laptops tegen een gereduceerd tarief aan te schaffen. De opleiding maakt gebruik van de programma’s Photoshop, Indesign, Illustrator, Pantone Colour Library, Factorworks en Canvas. Deze programma’s zijn deels door de academie aangekocht en kunnen door de studenten worden afgenomen tegen gereduceerde betaling. Het panel zag evenwel een hele klas van de deeltijdopleiding Interieurstyling werken met het gratis te downloaden programma ScetchUp voor het digitaal ontwerpen van interieurs. Het panel mist in de aangeboden en ingeoefende software het programma 3DMax voor
pagina 25
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
interieurontwerp. In Amsterdam beschikken de studenten over een ruimte om in pauzes bij elkaar te zitten. Docenten kunnen in Amsterdam bij elkaar zitten in een gedeelte van de ruimte die ook in gebruik is voor de administratieve ondersteuning en het onderwijsbureau. In Rotterdam kunnen de docenten bij elkaar zitten in de ontvangstruimte die naar de straatkant tevens etalage is. De werkruimten voor management en organisatorische ondersteuning in Amsterdam zijn zeer ruim en luxe. Hoewel sober, acht het panel de huisvesting en de ICT-voorzieningen voldoende, maar zou de opleiding wel in overweging willen geven de benodigde software gratis ter beschikking te stellen. Wat werkmaterialen betreft heeft het panel bijzonder weinig aangetroffen: in Rotterdam is een afgesloten ruimte met resten stof in diverse effen kleuren, in Amsterdam zijn er plastic zakken met stalen en enkele rollen stof in een afgesloten ruimte. In Amsterdam zag het panel tevens een rek met wat oudere en ‘aangeknipte’ stalen gordijnstoffen en vloerbedekking. Het panel zag geen papier, karton, verf of kleurenwaaiers van verven, noch stalen van harde soorten vloerbedekking, zonwering, opstellingen voor verlichting enz. Het panel is hierover zeer negatief: het panel vindt dat Artemis minimaal zou dienen te beschikken over stalen van de allernieuwste collecties van de meest bekende aanbieders. Deze zouden desbetreffende bedrijven waarschijnlijk zelfs gratis ter beschikking stellen aan Artemis, indien gevraagd. Het is om deze reden dat het panel zich zorgen maakt over de ambachtelijke kanten van de opleiding. Het ontwerpen gebeurt duidelijk vooral virtueel, op een computer en heeft daardoor een abstract karakter. Wanneer de conceptuele kant zo belangrijk is als bij Artemis het geval is, is een grote collectie van bekende nationale en internationale tijdschriften van groot belang. Artemis gaat er vanuit dat de studenten zelf in openbare bibliotheken en internet op zoek gaan naar de benodigde informatie. De collecties van openbare bibliotheken zijn echter niet toegespitst op de behoeften van de studenten en door uitlening maar deels beschikbaar. Zoals eerder vermeld is, heeft het panel zo goed als niets aan tijdschriften en boeken aangetroffen. De ‘bibliotheek’ van beide vestigingen leent niet echt uit, maar heeft een aantal boeken die ter plekke kunnen worden ingezien. Beide ruimtes zijn klein en afgesloten. De verplichte literatuurlijst is nog niet helemaal aangeschaft voor Amsterdam, en in Rotterdam zo goed als helemaal niet aanwezig. De collectie is verder gedateerd en uiterst beperkt. Kunstboeken en stijlboeken over historische perioden zijn minimaal aanwezig. De opleiding legt zwaar de nadruk op de zogenaamde ‘trendboeken’ die erg kostbaar zijn in aanschaf, maar deze waren in Amsterdam niet actueler dan 2005 en in Rotterdam zo goed als afwezig. Het panel is van mening dat er een grote serie abonnementen op (internationale) tijdschriften en een uitgebreide bibliotheek dienen te worden aangeschaft. Deze tijdschriften en boeken dienen in een grote ruimte die dienst kan doen als studiezaal/leeszaal/bibliotheek aanwezig te zijn, en tijdens de openingstijden van de academie, vrijelijk toegankelijk te zijn (al dan niet met toezicht). Overwegingen De materiële voorzieningen voldoen niet aan wat van een hbo-instelling in deze verwacht mag worden en beperken volgens het panel een goede uitvoering van de opdrachten door de studenten aanzienlijk. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 4.1 ‘materiële voorzieningen’ als onvoldoende.
4.4.2
pagina 26
Studiebegeleiding (facet 4.2) Er is voorzien in personele capaciteit voor studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten die adequaat zijn met het oog op de studievoortgang.
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
Bevindingen De locatie Amsterdam beschikt over een fulltime studentenbegeleider die ook de stages begeleidt. Het panel is van mening dat deze persoon dat op bewonderenswaardige en bekwame wijze doet. Er vindt iedere zes à zeven weken persoonlijke studiebegeleiding plaats, dit is vijf à acht keer per student per jaar. Tijdens stages onderhoudt de studiebegeleider via e-mail contact en bezoekt hij de student en de stageplaats minimaal een keer. In Rotterdam wordt deze functie voorlopig vervuld door de hoofddocent en is onlangs een studentenbegeleider aangenomen. Naast de dagelijkse begeleiding door hoofddocenten en studentenbegeleiders biedt Artemis de studenten met ingang van 1 september 2009 de mogelijkheid aan om van professionele coaches gebruik te maken. Deze coaches worden door Artemis ingehuurd om op basis van het curriculum en de noodzakelijke beroepsattitude de juiste studiehouding te ontwikkelen. Door middel van regelmatige besprekingen met alumni, studenten en professionals probeert Artemis in nauw contact te staan bij de belevingswereld van haar doelgroep – om daar waar nodig de begeleiding daarop aan te passen. Artemis beschikt voorts over een vertrouwenspersoon die onafhankelijk en buiten de locaties door de studenten bezocht kan worden. Aan het begin van het studiejaar wordt de studiegids uitgereikt aan alle studenten, waarin het Onderwijs en Examenreglement is opgenomen. Deze studiegids voldoet volgens het panel aan de eisen die daaraan gesteld moeten en mogen worden. De ervaring heeft Artemis geleerd dat studenten bij de start van de studie de informatie doorlezen, maar al snel vergeten hoe deze toe te passen in de praktijk. Sindsdien wordt ieder collegejaar gestart met een PowerPoint presentatie over hoe het onderwijs bij Artemis werkt, wat de verantwoordelijkheden zijn van de studenten, docenten en het onderwijsteam, wie voor welke functie is aangesteld, en hoe de studentenbegeleiding in de praktijk verloopt. Artemis heeft in 2009 een Intranet voor studenten ingevoerd. Alle informatie met betrekking tot het onderwijs worden op het Intranet bekend gemaakt en iedere student heeft met eigen inlogcode toegang tot zijn eigen studiegegevens en portfolio. Overwegingen De studiebegeleiding en de informatievoorziening zijn naar mening van het panel adequaat. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 4.2 ‘studiebegeleiding’ als voldoende.
4.4.3
4.5
pagina 27
Samenvattend oordeel onderwerp 4 Voorzieningen Een van de twee facetten van het onderwerp ‘voorzieningen’ is door het panel als onvoldoende beoordeeld. De uitstekende studiebegeleiding en de adequate informatievoorziening compenseren in de ogen van het panel de onvoldoende voor de materiële voorzieningen tot op zekere hoogte. Derhalve wordt het onderwerp ‘voorzieningen’ als voldoende beoordeeld.
Interne kwaliteitszorg
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
4.5.1
Systematische aanpak (facet 5.1) Er is voorzien in een systeem van interne kwaliteitszorg, waarbij mede aan de hand van toetsbare streefdoelen en periodieke evaluaties verbetermaatregelen worden getroffen. Bevindingen De directie schrijft jaarlijks haar kwaliteitsplan. Dit plan is gebaseerd op de evaluatieve gesprekken met de examencommissie, de opleidingscommissie en de beroepenveldcommissie. De resultaten van het tevredenheidonderzoek dat na afloop van elk collegejaar wordt gehouden onder studenten en zojuist afgestudeerden worden met de betreffende afdelingen geëvalueerd en op basis van relevantie meegenomen in het kwaliteitsplan. Hetzelfde geldt voor de resultaten van schriftelijke en mondelinge evaluatie die jaarlijks plaats vindt bij de stage-instellingen in het werkveld. In het kwaliteitsplan worden de verbeterdoelen benoemd. Het panel heeft de evaluaties gezien en zou graag zien dat er ook een vraag werd opgenomen betreffende de hoeveelheid tijd die de studenten werkelijk aan de studie kwijt zijn. Uit het tevredenheidonderzoek 07-08 bleek dat veel studenten zakelijke informatie ten aanzien van de beroepspraktijk, alsmede marketinginzichten in hun opleiding misten. In het collegejaar 08-09 is daarop het vak Visual Marketing in het curriculum opgenomen en wordt middels workshops de beroepspraktijk gedoceerd. Uit het laatste tevredenheidonderzoek 08-09 kwamen de volgende punten naar voren: 1. Tekort schietende helderheid in de schriftelijke communicatie door docenten ten aanzien van resultaten van beoordelingen. 2. Te weinig onderbouwing van theorie door bijv. syllabi. 3. Onduidelijkheid in de schriftelijke opdrachten, die soms ook te kort voor het nieuwe lesblok worden uitgereikt. 4. Te veel problemen met printers en kopieermachines 5. Het aantal gastlessen en excursies oordeelde men als ontoereikend. Hierop zijn de volgende verbetermaatregelen getroffen: de examencommissie heeft een modelbeoordeling gemaakt die voor de docenten als voorbeeld dient, er is een vaste literatuurlijst ingevoerd, de examencommissie toetst bij elke opdracht of deze helder genoeg geformuleerd is, de opdrachten worden nu twee weken in plaats van een week van te voren uitgereikt, er zijn nieuwe apparaten aangeschaft, en het aantal excursies is iets opgevoerd. Artemis heeft gaandeweg de aanwijzingsprocedure een grote verbeterslag gemaakt wat betreft de inhoud van het onderwijs, de documentatie, de informatievoorziening, de kwaliteitszorg en de professionaliteit van de organisatie. Het panel kan dit volmondig bevestigen. Naar eigen zeggen van Artemis hebben de professionele groei van het team en de docenten en de aanscherpingen in het curriculum jaarlijks geleid tot een stijging van het niveau van de eindexamens. Het bedrijfsleven heeft dit opgemerkt en dit heeft geleid tot een toename van het aanbod van stages, projecten en werkplaatsen. Ook de samenwerking met Sanoma is hiervan een erkenning. Overwegingen Het panel is van mening dat Artemis een effectief kwaliteitszorgsysteem heeft. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 5.1 ‘systematische aanpak’ als voldoende.
pagina 28
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
4.5.2
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld (facet 5.2) Bij de interne kwaliteitszorg zullen medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief worden betrokken. Bevindingen Behalve via de tevredenheidsenquête worden de studenten ook bij de interne kwaliteitszorg betrokken door een recent ingesteld klassenvertegenwoordigers overleg. Studenten en docenten zijn betrokken door deelname aan de opleidingscommissie, die vier keer per jaar bijeenkomt. De opleidingscommissie vergadert aan de hand van vooraf bepaalde probleemstellingen en/of ervaringen die het onderwijs aan de academie kunnen verbeteren. De directie krijgt hiervan een verslag en heeft zich verplicht terug te rapporteren wat zij met de voorstellen of adviezen heeft gedaan. Vervolgens worden deze uitkomsten weer geëvalueerd in een volgende vergadering. Het werkveld is bij de interne kwaliteitszorg betrokken via de beroepenveldcommissie, die vier keer per jaar bijeenkomt en een duidelijke taakomschrijving en doelstellingen heeft. Naast deze taak wordt door de beroepenveldcommissie in wisselende samenstelling per project of benoemde probleemstelling advies op maat gegeven. Individuele deelnemers worden desgewenst ook als persoonlijke adviseurs van de directie gevraagd. In 2008 zijn alle alumni aangeschreven om inzicht te verkrijgen in hun recente functie, beroep of project. Mede naar aanleiding daarvan is bij vele alumni de wens opgekomen om meer betrokken te blijven bij de academie. De lancering van een tweemaandelijkse nieuwsbrief is daarvan het resultaat. Artemis vermeldt daarin niet alleen de eigen activiteiten, maar ook de tentoonstellingen, presentaties en projecten waar alumni aan deelnemen. Om te kunnen spreken van een daadwerkelijk betrekken van de alumni bij de interne kwaliteitszorg zou de opleiding volgens het panel bij het onderzoek naar de recente functies ook vragen dienen te stellen die het genoten onderwijs bij Artemis betreffen. Overwegingen Het panel is van mening dat medewerkers, studenten, werkveld voldoende bij de interne kwaliteitszorg worden betrokken. Voor de alumni geldt dat dit beter zou kunnen. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 5.2 ‘betrokkenheid’ als voldoende.
4.5.3
4.6 4.6.1
Samenvattend oordeel onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg De twee facetten van het onderwerp ‘interne kwaliteitszorg’ werden door het panel als voldoende beoordeeld. Derhalve wordt het onderwerp ‘interne kwaliteitszorg’ tevens als voldoende beoordeeld.
Condities van continuïteit Afstudeergarantie (facet 6.1) De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen. Bevindingen en overwegingen
pagina 29
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
De directie van Artemis heeft op 28 januari 2010 een schriftelijke afstudeergarantie afgegeven. De verklaring is ook opgenomen in de Algemene Voorwaarden. De wijziging in de Algemene Voorwaarden is schriftelijk aan de studenten gecommuniceerd.
Conclusie Het panel beoordeelt het facet 6.1 ‘afstudeergarantie’ als voldoende.
4.6.2
Investeringen (facet 6.2) De voorziene investeringen zijn toereikend om de opleiding (inclusief voorzieningen) tot stand te brengen. Bevindingen Artemis heeft het panel een meerjarenbegroting aangeleverd waaruit blijkt de investeringen voldoende zijn. Voor de aanschaf van studiemateriaal is per jaar een aanzienlijk bedrag opgenomen. De begroting voorziet in een batig saldo bij een instroom van 100 studenten per jaar en het halen van de streefcijfers voor de jaarrendementen. In de begroting zijn geen ontwikkelingskosten opgenomen voor het ontwikkelen van de minoren. Voor de minoren wordt evenwel samenwerking gezocht met andere instellingen voor hoger onderwijs. Overwegingen Het panel is van mening dat de begroting ook bij tegenvallende aanmeldingen of het niet halen van slagingspercentages voldoende ruimte biedt voor het opvangen van de tegenvallers. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 6.2 ‘investeringen’ als voldoende.
4.6.3
Financiële voorzieningen (facet 6.3) De financiële voorzieningen voor de gecalculeerde negatieve resultaten zijn voldoende voor dekking van de aanloopverliezen. Bevindingen en overwegingen De opleiding bestaat als driejarige opleiding sinds 2003. Het programma is met ingang van 09-10 over vier jaar gespreid. Er zijn derhalve geen aanloopverliezen. De spreiding over vier jaar heeft niet of nauwelijks geleid tot afzeggingen. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 6.3 ‘financiële voorzieningen’ als voldoende.
4.6.4
pagina 30
Samenvattend oordeel onderwerp 6 Condities van continuïteit De drie facetten van het onderwerp ‘condities voor continuïteit’ werden door het panel als voldoende beoordeeld. Derhalve wordt het onderwerp ‘condities continuïteit’ tevens als voldoende beoordeeld.
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
5 Overzicht advies De onderstaande tabel geeft per onderwerp en per facet het oordeel van het panel uit hoofdstuk 4 weer.
Onderwerp 1 Doelstellingen opleiding
2 Programma
3 Inzet van personeel
4 Voorzieningen
5 Interne kwaliteitszorg
6 Condities van continuïteit
Oordeel V
V
V
V
V
V
Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen
V
1.2 Niveau bachelor
V
1.3 Oriëntatie hbo
V
2.1 Eisen hbo
V
2.2 Relatie doelstellingen - programma
V
2.3 Samenhang programma
V
2.4 Studielast
O
2.5 Instroom
V
2.6 Duur
V
3.1 Eisen hbo
V
3.2 Kwantiteit
V
3.3 Kwaliteit
V
4.1 Materiële voorzieningen
O
4.2 Studiebegeleiding
V
5.1 Systematische aanpak
V
5.2 Betrokkenheid
V
6.1 Afstudeergarantie
V
6.2 Investeringen
V
6.3 Financiële voorzieningen
V
V = voldoende O = onvoldoende
pagina 31
Oordeel
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
Bijlage 1: Samenstelling panel Voorzitter De heer L. de Boer Louis de Boer studeerde interieurarchitectuur aan de Academie Beeldende Kunst en interieur aan de Kunstnijverheidsschool Amsterdam. Hij startte zijn loopbaan bij R.P de Boer woninginrichting te Bolsward, waar hij vanaf 1972 bedrijfsleider was. Sinds 1989 heeft de heer Boer een eigen bureau als interieurarchitect BNI in Heereveen. De heermde Boer was in 2005 en 2006 lid van de Nominatiecommissie BNI prijs en voorzitter PR groep BNI/WoonRAI Amsterdam.
Panellid Mevrouw W. Adolfs Wil Adolfs is in 1970 afgestudeerd aan de HKU, voorheen Academie van Beeldende Kunsten Artibus, Utrecht, afdeling Modevormgeving. Daarna heeft zij gestudeerd aan de Gerrit Rietveld Academie, haar Pedagogisch getuigschrift voor het nijverheidsonderwijs behaald en een diploma coupeuse behaald aan de Rotterdamse Snijschool. Zij is o.a. docent geweest aan de ‘Amsterdamse Modeacademie’, de Gerrit Rietveld Academie en Willem de Kooning Academie te Rotterdam. Momenteel is zij werkzaam bij Veritas, retail, België, forecast (60 accessoires winkels) en als docent, stagebegeleider en StudieLoopbaanCoach aan de opleiding “Communicatie & Multimedia design” cluster “Media aan de Maas” van de Hogeschool Rotterdam.
Alle panelleden hebben een onafhankelijkheidsverklaring ingevuld en ondertekend.
Secretaris en procescoördinator Adèle Meijer, beleidsmedewerker NVAO
pagina 32
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
Bijlage 2: Programma locatiebezoek Het panel heeft een bezoek gebracht aan de locatie op
voor de toetsing van de nieuwe opleiding Allround Styling – Artemis Styling Academie. Locaties: Rotterdam en Amsterdam Programma 10.00u – 11.00u Presentatie en rondleiding voorzieningen Rotterdam
11.00u – circa 13.00u
Reistijd (auto)
circa 13.00u – 13.30u Lunch en bestuderen documentatie 13.30u – 14.00u Sessie 1 – gesprek met management Mw Liesbeth van Berkel, directeur Mw. Astrid Kooijmans, adjunctdirecteur Mw Karin Erkelens, manager onderwijs 14.00u – 14.15u Paneloverleg 14.15u – 15.00u Sessie 2 – gesprek hoofddocenten, studentenbegeleider en inhoudelijke coördinator Mw Froukje Feiner Dhr Lukas Kwant Dhr Alike Dalkman Dhr Pieter van Miltenburg, studiebegeleider 15.00u – 15.15u Paneloverleg 15.15u - 15.45u Sessie 3 – tweede gesprek management met aandacht voor zaken die nog onduidelijk zijn 15.45u – 16.15u Paneloverleg: definitieve oordeelsvorming per facet en per onderwerp
pagina 33
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten Informatiedossier opleiding/instelling – Actualisatie bij Management Review Bacheloropleiding Allround Styling – Bijlagen bij de Actualisatie Op verzoek aangeleverd: – Vergelijking eindkwalificaties – Dublin-descriptoren – Meerjarenbegroting – Afstudeergarantie – Wijziging samenstelling examencommissie – Overzicht uren studiebegeleiding – Overzicht werkvormen en toetsing per programmaonderdeel – Berekening docent-studentratio – CV’s docenten
Documenten beschikbaar gesteld tijdens locatiebezoek – Modulebeschrijvingen – Lesprogramma's jaar 1 0809 – Lesprogramma's jaar 2 0809 – Lesprogramma's jaar 3 0809 – Lesprogramma's jaar 1 0910 – Lesprogramma's jaar 2 0910 – Lesprogramma's jaar 3 0910 – Studentverslagen/spreekbeurten/readers – Mappen studentenvolgsysteem jaar 1 tm 3, per klas en alfabetisch – Verslagen van diverse externe en interne overleggen – Overleggen Examencommissie – Onderwijsoverleg – MT overleg – Stafoverleg – Overleg Comité Eindexamen – Overleg Opleidingscommissie – Overleg Beroepenveldcommissie – Tentamenopgaven – Afstudeeropdrachten voorzien van beoordeling – Stageverslagen en beoordeling – Stagehandboek – Onderzoeken extern / intern – Onderzoeken startfase – Verslagen en notulen startfase – Onderzoeken algemeen – Interviews en tevredenheidsonderzoeken – Beoordelingsformulieren selectie instroom – PDCA 0910 – Budget 0910 – Contacten Beroepenveld
pagina 34
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
Overige documenten Tentoongestelde werkstukken
jaar 2 0910
student
vak
opdrachtgever
Rozsa
Blok 5 Mode industrie vak
Collectie 3 Thema's 2011
Groothoff
Productstyling Blok 5 Mode industrie vak
Shop In Shop Bijenkorf
Ruimtestyling Blok 5 Mode industrie vak
Computer /Huisstijl
Comm.styling Blok 5 Mode industrie vak
Serie Glossy Plastique
Fotostyling jaar 2 0910
Groep 2x
Project 5 Mode Industrie
Cool Cat
Blok 6 Interieur industrie vak
H&M Cafe
Productstyling Blok 6 Interieur industrie vak
H&M Cafe
Ruimtestyling Blok 6 Interieur industrie vak
H&m Glossy/Tijdschrift
Computer Blok 6 Interieur industrie vak
H&M Affiche/menukaart
Comm.styling Project 6 interieur industrie jaar 2 0910
Rozsa
Nottet Naaimachine Branche
Portfolio
Groothoff jaar 3 0809
Pauline Lingg
Portfolio
Claire
Eindproject
G-star
Joyce Zethof
Eindproject
Marqt
Eva Duyf
Eindproject
De Kringloopwinkel
Sophie van
Eindproject
Ninento
Eindproject
MindAlive
Melanie Krul
Stageverslag
Elle Gril
Annelous van
Stageverslag
Hoopman Interior
Trienekens
Bentum Annelous van den Heuvel
den Heuvel Loes van der
Projects BV Stageverslag
Kamer 465
Stageverslag
Hachette Elle
Stageverslag
Kuyichi Europe BV
Pouw Kraan Claire Trienekens Jasmijn Teunis
pagina 35
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
Bijlage 4: Lijst met afkortingen
pagina 36
ECTS
European Credit Transfer System
hbo
hoger beroepsonderwijs
NVAO
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |
Het paneladvies is tot stand gekomen in opdracht van de NVAO met het oog op toetsing van de nieuwe opleiding hbo-bachelor van . Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) Parkstraat 28 Postbus 85498 | 2508 CD DEN HAAG T 31 70 312 23 30 F 31 70 312 23 01 E [email protected] W www.nvao.net
Aanvraagnummer
pagina 37
#3763
NVAO | paneladvies hbo-ba Allround Styling van Artemis Styling Academie | 23 febrruari 2010 |