Ik reken slim Vak/onderwerp rekenen Hardware-eisen MS-DOS vanaf versie 4.0, VGA-kleurenscherm, muis (actief in DOS), minimaal 286-computer met 2 Mb ruimte op de vaste schijf Algemeen 'Ik reken slim' is het zevende programma in de serie 'Ik ....' Het oefent de sommen van 1 t/m 20 met behulp van het rekenrek en de getallenlijn. Het is geschikt vanaf groep 3. Het kan ook ingezet worden bij vergelijkbare niveaus in het speciaal onderwijs. Er is ook een zogenaamde thuisversie beschikbaar. Uitgangspunten en doelstellingen In de handleiding wordt de doelstelling van het programma als volgt geformuleerd: "het handig leren rekenen tot 20, waarbij de kinderen zo snel mogelijk los komen van het tellend rekenen". Leerstof Inhoud Het programma bevat tien niveaus. Deze niveaus zijn verdeeld in drie fasen: • Het rekenen tot en met 10 komt in niveau 1 t/m 4 aan de orde. • Het rekenen tot en met 20 zonder overschrijding van het tiental vindt men in niveau 5 en 6. • In de resterende niveaus 7 t/m 10 wordt het tiental overschreden. Elk niveau is onderverdeeld in vijf rubrieken. In de niveaus komt de volgende leerstof aan bod: Niveau 1: In het eerste niveau wordt aangeleerd dat kralen aan de linkerkant van het rekenrek moeten worden opgezet. De leerlingen leren erbij en eraf schuiven. Ze moeten kunnen aangeven welke notatie hoort bij het aantal kralen, dat op het rek is geplaatst. Verder zijn begrippen als meer en minder in oefeningen opgenomen. Niveau 2: Getallen moeten met behulp van het telraam opgeteld en afgetrokken worden. Behalve sommen als 5 + 3 = .. en 8 - 7 = .. zijn ook opgaven als: 8 - [aantal ogen van de dobbelsteen] = Niveau 3: Splitsen van getallen met behulp van het telraam. De splitsing wordt in een schema gezet. Niveau 4: Notatie van de som op het scherm aanwezig. Telraam niet meer standaard, maar kan als hulp opgevraagd worden. Niveau 5: Als niveau 4. Er worden nu ook sommen tot en met 20 aangeboden. Verder leert men getallen op volgorde te zetten van groot naar klein. Notatie: 15 > 12 > 10 > 9 > 4 Niveau 6: Twee sommen worden met elkaar vergeleken en vervolgens moet gekeken worden of de uitkomst van de eerste som kleiner, groter of gelijk is aan de uitkomst van de tweede. Niveau 7:
© SLO/NICL – 2002 – pagina: 1 van 5
Optellen op het telraam tot en met 20. De tien op de bovenste rij moet eerst volgemaakt worden, voordat men op de onderste rij verdergaat. Er wordt ook geoefend met de notatie: 7 + 5 Ø 7 + 3 + 2 = 12. Niveau 8: Er moet aangeven worden hoeveel kralen er op het telraam zijn opgezet. Op de bovenste rij bevinden zich evenveel kralen als op de onderste. Dit noemt men 'dubbelen'. Met behulp van techniek leert men op een andere manier optellen. Bijvoorbeeld 7 + 8 =. Het eerste getal wordt (7) op de bovenste staaf opgezet en het tweede (8) op de onderste. De eerste vijf kralen van 7 zijn rood, de eerste van 8 eveneens. Nu telt men eerst de rode op 5 + 5, dan de witte: 2 + 3 en vervolgens voegt men de twee antwoorden samen. Dit niveau zou bij sommige leerlingen verwarring kunnen veroorzaken. Het kan daarom worden overgeslagen. Zie: Gebruik leerkracht. Niveau 9: Eraf-sommen tot 20. Er kan met het telraam gewerkt worden. Eerst moet de onderste staaf leeggemaakt worden, want er moet eerst afgetrokken tot er tien overblijft. Bijvoorbeeld: 15 - 9 = Ø 15 - 5 - 4 = Niveau 10: Allerlei sommen tot en met 20 zoals: 15 - 9 = 8+5=Ø8+2+3= 13 - 8 < 7 + 7 7 + . = 11 . + 5 = 13 Ordening Na het opstarten verschijnt het hoofdmenu. Rechts onder bevinden zich tien knoppen, waarop de nummers van de niveaus zijn aangegeven. Als men op één van deze knoppen klikt, ziet men op linkerkant van het scherm vijf grote knoppen onder elkaar, waarop de inhoud van de vijf subniveaus - rubrieken door middel van tekst en kleine plaatjes wordt aangegeven. Als men op zo'n knop klikt, kan de oefening direct gestart worden. Het is ook mogelijk de oefeningen te laten maken volgens een planning, die vooraf door de leerkracht is ingesteld. Zie hiervoor verder: Gebruik leerkracht. Verwerking Een groot aantal opgaven bestaat uit oefeningen met het rekenrek. Verder zijn er flitssommen, kleurplaten en verschillende sommen, waarbij de relaties tussen getallen moeten worden aangegeven. Het rekenrek bestaat uit twee horizontale staven, die op een houder onder elkaar zijn geplaatst. Op elke staaf bevinden zich vijf witte en vijf rode kralen. De oefeningen met dit hulpmiddel variëren van het moeten aangeven van het getal dat op het rek opgezet tot het maken van sommen door kralen weg te halen of toe te voegen. De notatie van de som volgt de handelingen op het rek op de voet. De bewerkingen die met behulp van het computerrek uitgevoerd kunnen worden verschillen in een opzicht van het echte: er kan niet met afzonderlijke kralen geschoven worden. Het aantal te verschuiven kralen moet in één keer aangegeven worden door op de laatste kraal, die mee naar links of rechts moet te klikken. Na verloop van tijd is het niet meer mogelijk daadwerkelijk met het rek te manipuleren. Er wordt dan alleen een afbeelding van dit hulpmiddel getoond. De bedoeling hiervan is dat de leerling deze handelingen niet meer met zijn of haar 'handen', maar in gedachten uitvoert. Bij flitssommen wordt een aantal kralen korte tijd op het rek getoond. De leerling moet aangeven welk getal met deze afbeelding in overeenstemming is. Bij de kleurplaten staat in elk vakje, dat gekleurd moet worden een getal. Als de som - uit het hoofd uitgerekend - die bij dat getal hoort goed is gemaakt, wordt dat stukje van de tekening ingekleurd. Tenslotte zijn er opgaven, waarbij getallen van klein naar groot moeten worden gerangschikt. Hierbij kan de leerling gebruik maken van knoppen, waarop de tekens: < > en = zijn afgebeeld.
© SLO/NICL – 2002 – pagina: 2 van 5
Hulp wordt geboden in de vorm van een getallenlijn, waarop door middel van twee boogjes de sprong over het tiental wordt aangegeven. Een andere keer krijgt men hulp door de getallen op het rekenrek te voorzien van een nummer. Na de hulp kan de leerling net zo lang gokken tot hij of zij het goede antwoord heeft gevonden. Deze pogingen worden overigens wel geregistreerd en kan tot gevolg hebben dat de norm van 80% niet wordt gehaald. Gebruik leerkracht De leerkracht kan de namen van de leerlingen vooraf invoeren. Het startniveau kan voor elke leerling apart vastgelegd worden. Alle niveaus na het startniveau moeten doorlopen worden. Alleen niveau acht kan worden overgeslagen. Verder is het niet mogelijk uit de aanwezige oefeningen een willekeurige keuze te maken. De leerlingenlijst kan als beurtenlijst worden gebruikt. Degene die aan de beurt is krijgt een geel kader rond zijn of haar naam. De computer onthoudt - ook na het uitzetten - wie er de volgende keer aan de beurt is. De leerkracht kan de volgorde van deze lijst wijzigen door met behulp van de muis de naam van een leerling naar een andere plaats op de lijst te slepen. Het is mogelijk de resultaten op te vragen. De gegevens kunnen naar keuze naar het scherm, een printer of een bestand worden gestuurd. Er worden echter ook overzichten uitgeprint van onderdelen, die niet geselecteerd zijn. Tenslotte kan de leerkracht vastleggen, wanneer er hulp geboden moet worden en hoe lang men mag oefenen. Ook de flitstijd - bij flitsommen - kan ingesteld worden. Deze laatste drie opties kan men niet voor leerlingen afzonderlijk instellen. Differentiatie Elke leerling kan de geplande lesstof op zijn eigen tempo doorwerken. Als men voor alle onderdelen van één niveau - elk niveau bestaat uit 5 rubrieken - een score van 80% of hoger heeft gehaald, krijgt men toegang tot het volgende niveau. Het programma gaat net zo lang door tot de norm van 80% wordt gehaald. Het is niet mogelijk deze norm te wijzigen. Evaluatie De resultaten worden voor elk niveau in een aparte tabel bijgehouden. Een tabel heeft vijf rijen, voor elke rubriek van het niveau dus één. Verder zijn er vijf kolommen per rij gereserveerd om maximaal vijf mislukte pogingen om de norm te halen te kunnen registreren. Als onder de norm is gescoord, krijgt het betreffende vakje een rode kleur. De tien tabellen - voor elk niveau dus één - zijn zogenaamd 'trapsgewijs' gerangschikt. Als men op een tabel 'achterin' klikt, wordt deze op de voorgrond geplaatst, zodat deze nu in zijn geheel zichtbaar is. De evaluatie is bestemd voor de leerkracht en kan niet door een leerling geraadpleegd worden. De resultaten kunnen - zoals reeds gemeld - bewaard en afgedrukt worden. Documentatie Formaat A4. Bindwijze: binder. Geïllustreerd met schermafdrukken. Verder bevat de handleiding informatie over: • installatie, systeemeisen en beveiliging, • de inhoud van de niveaus en vakinhoudelijke informatie, • de werking van het programma, • het registratie- en evaluatiegedeelte, • de instelling van de kleuren en de schermbeveiliging.
© SLO/NICL – 2002 – pagina: 3 van 5
Schermvoorbeelden
© SLO/NICL – 2002 – pagina: 4 van 5
Colofon: SLO, Stichting leerplanontwikkeling Nationaal informatiecentrum leermiddelen ® Postbus 2041, 7500 CA Enschede Telefoon: (053) 4840246 Fax: (053) 4307 692 Website: http://www.slo.nl/nicl E-mail:
[email protected] Copyright: Op deze tekst berust copyright. Niets uit deze beschrijving mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in geautomatiseerde gegevensbestanden, of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, het zij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Bron: Deze beschrijving is afkomstig uit de leermiddelendatabase van het Nationaal informatiecentrum leermiddelen. Voor actuele gegevens over de samenstelling en leverbaarheid van het hierboven beschreven softwarepakket verwijzen wij u naar deze leermiddelendatabase (http://www.slo.nl/nicl). De beschrijving is samengesteld conform het 'Beschrijvingsmodel Educatieve Software'. Dit model is opvraagbaar via de hier bovengenoemde website.
© SLO/NICL – 2002 – pagina: 5 van 5