Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27 SDQ (Strenghts and Difficulties Questionnaire) Meet de psychosociale aanpassing van de jeugdige. De SDQ wordt ingevuld door jeugdigen zelf (11-17 jaar) en ouders (bij kinderen van 4-17 jaar).
Interpretatie rapportage
Emotionele problemen Zoals: hoofdpijn, misselijkheid, ongelukkig zijn, zich veel zorgen maken, zenuwachtig zijn in nieuwe situaties, snel angstig zijn.
Probleemschalen (0-10): Hoe hoger de score, hoe meer problemen op deze schaal. Een lage score betekent niet alleen dat er minder/geen problemen zijn, maar ook dat er sprake is van één of meer sterke kanten.
Gedragsproblemen Zoals: driftbuien, gehoorzaamheid, vechten met andere kinderen, ruzie maken met volwassenen, gemeen doen tegen anderen. Hyperactiviteit/aandachtstekort Zoals: overactief zijn, constant wiebelen, gemakkelijk afgeleid zijn, nadenken voor iets te doen en aandacht vasthouden. Problemen met leeftijdgenoten Zoals: op zichzelf, heeft vrienden, wordt aardig gevonden, wordt gepest, kan beter opschieten met volwassenen. Prosociaal gedrag Zoals: houdt rekening met gevoelens van anderen, deelt gemakkelijk, behulpzaam, biedt hulp, aardig tegen jonge kinderen. Impactscore De ernst van de problematiek; maken de moeilijkheden het kind overstuur en belemmeren de moeilijkheden het dagelijks leven van het kind (thuis, school, vrije tijd). Totale probleemscore De totaalscore op de probleemschalen: emotionele problemen, gedragsproblemen, hyperactiviteit/aandachtstekort en problemen met leeftijdsgenoten.
Normaal: gemiddelde score tov leeftijdgenoten. Subklinisch: verhoogde score tov leeftijdgenoten/grensgebied klinisch significante problemen bij de jeugdige. Klinisch: zeer hoge score tov leeftijdgenoten/ernstige problemen bij de jeugdige. Prosociaal gedrag (0-10): Hoe lager de score, hoe meer problemen op deze schaal. Impactscore (0-10): Hoe hoger de score, hoe ernstiger de problemen.
Totale probleemscore (0-40): Hoe hoger de score, hoe meer problemen er bij de jeugdige aanwezig zijn. De cut-off score voor jeugdigen is 17 en de cutoff score voor ouders is 14.
Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27 KIDSCREEN-27 Meet de kwaliteit van leven van de jeugdige. De KIDSCREEN-27 wordt ingevuld door jeugdigen zelf (bij 11 jaar) en ouders (bij kinderen van 4-17 jaar).
Interpretatie rapportage
Fysiek welzijn De mate van fysieke activiteit, energie en fitheid van de jeugdige en de mate waarin de jeugdige klachten heeft over zijn/haar gezondheid.
Alle schalen (range varieert): Hoe lager de score, hoe lager de kwaliteit van leven/het psychisch welbevinden van de jeugdige.
Psychologisch welzijn Het psychologisch welbevinden van de jeugdige, inclusief positieve emoties, tevredenheid met het eigen leven en afwezigheid van gevoelens als eenzaamheid en verdriet.
Lage score: beleving van lage kwaliteit van leven tov leeftijdgenoten/score valt onder het 25e percentiel.
Autonomie en relatie met ouders De kwaliteit van de interacties tussen de jeugdige en zijn/haar ouders en de mate waarin de jeugdige zich geliefd en gesteund voelt door het gezin. Daarnaast de mate waarin de jeugdige zich autonoom voelt en het idee heeft over voldoende financiële middelen te beschikken. Schoolomgeving De mate waarin de jeugdige zich capabel voelt op het gebied van leren en concentratie, gevoelens over de schoolsituatie en opvattingen over de relatie met leerkrachten. Sociale steun en leeftijdgenoten De kwaliteit van de interacties tussen de jeugdige en zijn/haar leeftijdgenoten en de waargenomen steun door leeftijdgenoten.
Gemiddelde score: beleving van gemiddelde kwaliteit van leven tov leeftijdgenoten/score valt tussen het 25e en 75e percentiel. Hoge score: beleving van hoge kwaliteit van leven tov leeftijdgenoten/score valt boven het 75e percentiel.
Handycard Zorgmonitor 2 SDQ en KIDSCREEN-52 SDQ (Strenghts and Difficulties Questionnaire) Meet de psychosociale aanpassing van de jeugdige. De SDQ wordt ingevuld door jeugdigen zelf (van 11-17 jaar) en ouders (bij kinderen van 4-17 jaar).
Interpretatie rapportage
Emotionele problemen Zoals: hoofdpijn, misselijkheid, ongelukkig zijn, zich veel zorgen maken, zenuwachtig zijn in nieuwe situaties, snel angstig zijn.
Probleemschalen (0-10): Hoe hoger de score, hoe meer problemen op deze schaal. Een lage score betekent niet alleen dat er minder/geen problemen zijn, maar ook dat er sprake is van één of meer sterke kanten.
Gedragsproblemen Zoals: driftbuien, gehoorzaamheid, vechten met andere kinderen, ruzie maken met volwassenen, gemeen doen tegen anderen. Hyperactiviteit/aandachtstekort Zoals: overactief zijn, contant wiebelen, gemakkelijk afgeleid zijn, nadenken voor iets te doen en aandacht vasthouden. Problemen met leeftijdgenoten Zoals: op zichzelf, heeft vrienden, wordt aardig gevonden, wordt gepest, kan beter opschieten met volwassenen. Prosociaal gedrag Zoals: houdt rekening met gevoelens van anderen, deelt gemakkelijk, behulpzaam, biedt hulp, aardig tegen jonge kinderen. Impactscore De ernst van de problematiek; maken de moeilijkheden het kind overstuur en belemmeren de moeilijkheden het dagelijks leven van het kind (thuis, school, vrije tijd). Totale probleemscore De totaalscore op de probleemschalen: emotionele problemen, gedragsproblemen, hyperactiviteit/aandachtstekort en problemen met leeftijdsgenoten.
Normaal: gemiddelde score tov leeftijdgenoten Subklinisch: verhoogde score tov leeftijdgenoten/grensgebied klinisch significante problemen bij de jeugdige Klinisch: zeer hoge score tov leeftijdgenoten/ernstige problemen bij de jeugdige Prosociaal gedrag (0-10): Hoe lager de score, hoe meer problemen op deze schaal. Impactscore (0-10): Hoe hoger de score, hoe ernstiger de problemen.
Totale probleemscore (0-40): Hoe hoger de score, hoe meer problemen er bij de jeugdige aanwezig zijn. De cut-off score voor jeugdigen is 17 en de cutoff score voor ouders is 14.
Handycard Zorgmonitor 2 SDQ en KIDSCREEN-52 KIDSCREEN-52 Meet de kwaliteit van leven en wordt ingevuld door jeugdigen zelf (12-17 jaar).
Interpretatie rapportage
Fysiek welzijn De mate van fysieke activiteit, energie en fitheid van de jeugdige.
Per schaal (range varieert): Hoe lager de score, hoe lager de kwaliteit van leven/het psychisch welbevinden van de jeugdige.
Psychologisch welzijn Het psychologisch welbevinden van de jeugdige, inclusief positieve emoties en tevredenheid met het leven. Stemming en emoties Het ervaren van negatieve stemmingen en emoties, zorgen en stressvolle gevoelens. Zelf-perceptie Opvattingen van de jeugdige over zichzelf, inclusief zijn/haar lichaamsbeeld. Autonomie De mogelijkheden van de jeugdige tot vrije tijd en het zelf invullen hiervan. Relatie met ouders en thuissituatie De relatie tussen de jeugdige en de ouders en de sfeer in de thuissituatie. Sociale steun en leeftijdgenoten De aard van de relaties van de jeugdige met leeftijdgenoten. Schoolomgeving De mogelijkheden van de jeugdige tot leren en concentratie en gevoelens over de schoolsituatie. Sociale acceptatie (pesten) De mate van acceptatie door leeftijdgenoten in de schoolsituatie en afwezigheid van gevoelens van afgewezen worden. Financiële bronnen De waargenomen financiële mogelijkheden van de jeugdige.
Noot voor schaal sociale acceptatie (pesten): Hoe lager de score, hoe minder de jeugdige een gevoel heeft van sociale acceptatie én hoe meer de jeugdige het idee heeft dat hij afgewezen of gepest wordt door leeftijdgenoten op school. Lage score: beleving van lage kwaliteit van leven tov leeftijdgenoten/score valt onder het 25e percentiel. Gemiddelde score: beleving van gemiddelde kwaliteit van leven tov leeftijdgenoten/score valt tussen het 25e en 75e percentiel. Hoge score: beleving van hoge kwaliteit van leven tov leeftijdgenoten/score valt boven het 75e percentiel.
Handycard Zorgmonitor 3 OQ-45, RS-12 en WHODAS OQ-45 (Outcome Questionnaire) Meet de vooruitgang van jeugdigen die behandeling krijgen in verband met psychische klachten. De OQ wordt ingevuld door jeugdigen zelf (18-23 jaar). Symptomatische distress Het ervaren discomfort door de aanwezigheid van klachten/symptomen die behoren tot de meest voorkomende psychiatrische stoornissen (depressie, angst en verslaving). Interpersoonlijke relaties Het functioneren van de jeugdige in relaties met de partner, familie en vrienden. Aanpassing aan de sociale rol Het functioneren van de jeugdige op school, het werk en in de vrije tijd. Angst en somatische distress Het ervaren discomfort door de aanwezigheid van angst- en/of somatische klachten/symptomen. Totaal De totaalscore, die verkregen wordt door de scores van alle items bij elkaar op de tellen.
Interpretatie rapportage
Per schaal (range varieert): Hoe hoger de score, hoe meer problemen op deze schaal/dit gebied.
Zeer laag: zeer lage score tov leeftijdgenoten/score in percentiel 0-5. Laag: score in percentiel 5-20. Benedengemiddeld: score in percentiel 20-40. Gemiddeld: gemiddelde score tov leeftijdgenoten/score in percentiel 40-60. Bovengemiddeld: grensgebied significante problemen bij de jeugdige/score in percentiel 6080. Hoog: klinisch significante problemen bij de jeugdige/score in percentiel 80-95. Zeer hoog: zeer ernstige problemen bij de jeugdige/score in percentiel 95-100. Totaal (0-180): Hoe hoger de score, hoe meer problemen er bij de jeugdige aanwezig zijn.
Handycard Zorgmonitor 3 OQ-45, RS-12 en WHODAS RS-12 (Remoralisatieschaal) Meet de generieke effecten van de behandeling aan jeugdigen, in aanvulling op symptoomreductie. De RS-12 wordt ingevuld door jeugdigen zelf (18-23 jaar). Totaalscore De mate waarin de jeugdige geremoraliseerd is; de mate van zelfwaardering en hervonden vertrouwen in het eigen kunnen.
Interpretatie rapportage
Totaalscore (12-48): Hoe lager de score op de remoralisatieschaal, hoe meer de jeugdige gedemoraliseerd is en hoe minder de jeugdige geremoraliseerd is. De cut-off score is 36. Lage score: lage score tov leeftijdgenoten/jeugdige is nog onvoldoende geremoraliseerd. Normale score: gemiddelde score tov leeftijdgenoten/jeugdige is voldoende geremoraliseerd.
WHODAS (World Health Organization Disability Assessment Schedule) Geeft een indicatie van het algeheel functioneren van de jeugdige; een indicatie van de ervaren moeilijkheden als gevolg van de gezondheidstoestand. Totaalscore De mate waarin de jeugdige moeilijkheden ervaart ten gevolge van ziektes, aandoeningen of gezondheidsproblemen die kort of lang duren, verwondingen, geestelijke of emotionele problemen en problemen met middelen.
Totaalscore (0-48): Hoe hoger de score op de WHODAS, hoe meer moeilijkheden de jeugdige ervaart ten gevolge van zijn/haar gezondheidstoestand.