INTO THE ZOO JUNIOR De wonderlijke dierenwereld van Felieke van der Leest
HANDLEIDING VOOR LEERKRACHTEN bij de tentoonstelling Into the Zoo Junior in CODA Museum
24.02.2015 T/M 25.05.2015 | CODA MUSEUM
INHOUDSOPGAVE 1. Algemene introductie
blz.
3
2. Achtergrondinformatie
blz.
4
3. Werkwijze
blz.
6
4. Uitleg van de opdrachten bij de tentoonstelling Into the Zoo Junior
blz. 7
5. Praktische informatie voor de leerkracht
blz.
11
1. ALGEMENE INTRODUCTIE Deze handleiding bevat aanvullende informatie over het educatieve programma bij de kindertentoonstelling Into the Zoo Junior, te zien in CODA Museum van 24 februari tot en met 24 mei 2015. De sieraden en objecten in deze tentoonstelling zijn van de beeldendkunstenaar Felieke van der Leest. Naast achtergrondinformatie over Felieke van der Leest en haar werk vindt u in deze handleiding ook informatie over de opdrachten bij het bezoek aan Into the Zoo Junior. Voor de les in het museum zijn extra begeleiders nodig; denkt u hieraan bij het plannen van uw bezoek? Voor de inhoud van de les verwijzen wij u naar ‘Uitleg van de opdrachten bij de tentoonstelling Into the Zoo Junior’ achter in deze handleiding.
Algemene doelstelling Met deze tentoonstelling willen we leerlingen op een creatieve manier kennis laten maken met het werk van Felieke van der Leest. Door middel van verschillende opdrachten en spellen worden ze gestimuleeerd om op hun eigen manier naar beeldende kunst en de wereld om hen heen te kijken en zich hier een mening over te vormen. Zo kunnen ze ook hun eigen smaak ontwikkelen.
3
2. ACHTERGRONDINFORMATIE Felieke van der Leest De sieraden van Felieke van der Leest (1968) laten zich het best omschrijven als draagbare miniatuursculpturen. Wie bijvoorbeeld Haas O’Harix en zijn Zes Worteltjes wil dragen als armband koppelt de wortelwagentjes los en laat de haas achter. De Zwangere IJsbeermin heeft een prachtig ingebakerd welpje in zich dat goed gedragen kan worden als broche. De namen van haar sieraden zijn schoonheden op zich. Billy Bang, Peace Puffin, Peek-a-Puma; ze zijn rijk aan humoristisch taal en toonspel, klankherhaling en alliteratie. Hoewel de dieren van Felieke van der Leest op het eerste oog voornamelijk humoristisch zijn, is het verhaal dat ze vertellen nimmer kinderachtig of zomaar lichtvoetig. Met een opvallende uitdossing geeft Van der Leest haar dieren een andere identiteit en context. Zo heeft Anti-War Warrior het hoofd van een bulterriër en het lijf van een atleet. Op het eerste oog een krijger en een krachtpatser, maar in zijn handen houdt hij een gebroken pijl die, precies op de breuk, verwijst naar het rode gat in zijn borstkast. De schietschijf op zijn borst maakt hem tot logisch doelwit maar de pijl is gebroken en de schietschijf toont alle kleuren van de regenboog. Dit is geen vechtersbaas maar, paradoxaal, een ‘strijder’ tegen geweld en oorlog. Door materialen als plastic te combineren met goud en edelstenen geeft ze bovendien het contrast aan tussen waardeloos en waardevol, echt en namaak aan en ironiseert ze conventionele sieraden. Van der Leest: “Mijn sieraden zijn communicatiemiddelen. Als je een boomkikker met pofbroek of hert met gouden zonnebril opspeldt, krijg je veel aandacht. Terwijl mensen met je praten, kijken ze telkens naar die broche zodat de broche op enig moment onderwerp van gesprek wordt.” Te jong om zelfstandig te genieten van de vrije zomerweken, moest Felieke van der Leest als tiener met haar ouders mee op vakantie. Om zich niet eindeloos te vervelen, bracht ze de van haar moeder geleerde haak- en breitechnieken op de vakantieboot in de praktijk. Toch duurt het nog even voor ze textiel, garen en bijbehorende technieken kiest als voornaamste technieken voor haar werk. Ruudt Peters, sieraadkunstenaar en haar docent aan de Rietveld Academie, merkt op hoe origineel en persoonlijk een haakwerkje op haar tafel is. Hij spoort haar aan dit te gebruiken in haar werk. Felieke van der Leest studeert in 1996 af met een collectie sieraden die bestaat uit sieraden die allemaal genaaid, gehaakt of gebreid zijn. Van der Leest: “Van origine ben ik edelsmid. Maar ik heb een grote voorliefde voor textiel, haken en breien. Ik heb mijn huis vol plastic beesten. Ik zaag deze beesten in stukken om ze met ringetjes en kettinkjes weer in elkaar te zetten. Mijn sieraden beginnen met een duidelijk idee. Ik wil bijvoorbeeld een collier maken van een kraai met gouden veren. Gaandeweg los ik op wat ik tegenkom. Hoe bevestig ik de vleugels bijvoorbeeld? En is dat gehaakte pootje eigenlijk wel mooi? Over alles heb ik nagedacht. Niets is toevallig.” In de loop der jaren zijn de sieraden van Felieke van der Leest complexer geworden. Ze hebben steeds meer het karakter van een ‘tableau’ gekregen. Hiermee laat ze zien hoe haar sieraden een eigen leven leiden als ze niet gedragen worden maar bijvoorbeeld tentoongesteld zijn. Dit geldt met name voor de series over het Wilde Westen en sport. Een goed voorbeeld is de armband The J. Russells, genoemd naar het hondenras dat ze gebruikt voor het lichaam van deze voetballers die met de handen voor het kruis in het gelid staan voor een vrije schop. De gestreepte kleding verwijst niet alleen naar het voetbaltenue maar ook naar een boevenpak. Aan de enkels zijn de voetballers verbonden met kettingen waardoor Van der Leest van teamverband gevangenschap maakt.
4
Thema’s van de tentoonstelling Into the Zoo Junior Into the Zoo Junior speelt in op de menselijke eigenschappen en dwaasheden die worden belicht in Felieke’s dieren. Naast het bekijken van de mooie diersieraden en objecten zet de tentoonstelling de iets oudere kinderen aan tot nadenken over het thema identiteit, de rode draad in de tentoonstelling, want welke eigenschappen geven jou je eigen identiteit? Hoe laat je dat zien? Kun je ook een andere identiteit aannemen? Deze vragen verhouden zich prachtig met de dieren van Felieke. Zo kun je aan de hand van het werk Camouflage Hert laten zien wat de mogelijkheden én de risico’s zijn van het aanpassen van je identiteit. Daarbij kan een brug geslagen worden naar social media en mediawijsheid. Kenmerkend voor deze social media is immers dat je online een andere identiteit kunt aannemen of jezelf eigenschappen kunt toekennen die jou in de offline wereld vreemd zijn.
5
3. WERKWIJZE Voorbereiden op het museumbezoek Ter voorbereiding op uw bezoek aan CODA is het belangrijk dat de leerlingen weten waar ze naartoe gaan en wat ze daar kunnen verwachten. Voor sommige kinderen kan dit bezoek een eerste kennismaking met een museum zijn. Bedenk daarom met elkaar wat een museum is en laat kinderen die weleens in een museum zijn geweest er wat over vertellen. In CODA worden de kinderen begeleid door een CODA docent. Hij of zij is verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma en zorgt voor een prettig verblijf. Als leerkracht bent u uiteraard verantwoordelijk voor een goed verloop van uw bezoek en voor het gedrag van de leerlingen.
Korte introductie museumbezoek Afhankelijk van de grootte van uw groep wordt u in CODA door één of twee CODA docenten ontvangen. Na de ontvangst kunnen de jassen en tassen in de garderobe worden achtergelaten en volgt een korte introductie waarbij de kinderen worden voorbereid op de tentoonstelling die ze gaan bekijken. De klas wordt in even groepen verdeeld. Samen met een aantal ouders begeleidt u de kinderen bij de verschillende onderdelen in de tentoonstelling. Bij maximaal 12 leerlingen is extra begeleiding van één ouder noodzakelijk, bij 13 tot 18 leerlingen twee ouders, bij 19 tot 24 leerlingen drie ouders en bij 24 tot 30 leerlingen vier ouders. Ter voorbereiding vragen wij u én de ouders die meegaan om van tevoren de instructies door te nemen. Bij vier verschillende onderdelen voeren de leerlingen een opdracht uit. Bij elke opdracht staat een begeleider of leerkracht die de leerlingen begeleidt. Nadat een opdracht is afgerond, draaien de groepen door naar de volgende opdracht. De ouder of leerkracht blijft bij de opdracht staan. Bij voldoende begeleiding is één van de CODA docenten ‘vliegende keep’ om de groepen naar de juiste plaats te begeleiden en om aan te geven wanneer er doorgeschoven kan worden. Tot slot krijgt u van ons een evaluatieformulier mee met het verzoek dit in te vullen en aan CODA te retourneren.
6
4. UITLEG VAN DE OPDRACHTEN BIJ DE TENTOONSTELLING INTO THE ZOO JUNIOR Uitleg voor leerkracht(en) en ouders | vanaf groep 4 De materialen die nodig zijn liggen klaar bij de desbetreffende onderdelen in de tentoonstelling. Opdracht 1
Daten met dieren
Benodigdheden: Geen Waar: Tentoonstellingsruimte Into the Zoo
Camouflage Hert Bij deze opdracht werk je in tweetallen en ga je in gesprek met de dieren van Felieke van der Leest. Het is een date, dus je wilt het dier goed leren kennen. De één stelt vragen aan het dier en de ander probeert zo goed mogelijk antwoord te geven op de vragen, alsof hij/zij het dier zelf is. Gebruik je fantasie om de vragen te beantwoorden en kijk goed naar het uiterlijk van het dier als je de vragen gaat stellen. Eerst mag de hele groep vragen stellen aan Camouflage Hert. De begeleider geeft antwoord alsof hij/zij het Camouflage Hert is. Hulpvragen: -
Hoe heet je?
-
Waar woon je?
-
Heb je veel vrienden?
-
Wat voor hobby’s heb je?
-
Wat is je lievelingskleur?
-
Waarom heb je zo’n raar gewei?
-
Wat doe je met dat gewei?
-
Waarom staat er een doelwit op je achterwerk?
Ga nu in tweetallen op zoek naar één van de volgende dieren. Na een paar minuten ga je naar het volgende dier en wissel je van rol. -
Super Freak Zebra
-
Sharky Boy
-
Brian the Lion
-
Keizerpinguins Eddy en Freddy
-
Dino de Pino
-
Billy Bang
7
Opdracht 2
Wat ben ik?
Benodigdheden:
Mini Post-It’s, pennen
Waar:
In de tentoonstellingsruimte
Je werkt in tweetallen en verzint wat voor een dier je klasgenootje zou zijn als hij/zij een dier zou zijn. Probeer een dier te verzinnen dat bij hem/haar past. Dit schrijf je op het plakpapiertje en plak je op het voorhoofd van je klasgenoot. Hij/zij doet dit ook voor jou. Nu moeten jullie allebei raden wat voor dier je bent. Je stelt elkaar vragen om erachter te komen wat je bent. Maar je mag alleen vragen stellen waar je JA of NEE op kunt antwoorden. Daarnaast geef je elkaar aanwijzingen. Begin maar eens met een aanwijzing om elkaar op goed op weg te helpen: -
Je doet voor hoe het dier loopt
-
Je vertelt wat hij eet
-
Je vertelt waar hij woont
-
Doe het geluid na van het dier
Dit spel is het leukst als er snel succes wordt geboekt. Je kunt beter twee keer een dier raden dan heel lang over een dier doen. Wanneer het dier geraden is vertel je waarom je voor dat dier hebt gekozen. Past dit bij het karakter van je klasgenoot? Of vind je dat hij/zij net zo lacht als dit dier?
Opdracht 3a
Aapjes kijken
Benodigdheden:
De speciale brillen en de televisieschermen in het Kinderatelier
Waar:
Bij de televisieschermen in het Kinderatelier
Je gaat aapjes kijken in het Kinderatelier. Met de speciale brillen kun je ‘stiekem’ gluren en mensen met dieren vergelijken. Wij mensen vinden het misschien niet altijd even leuk om te horen, maar eigenlijk lijken we best wel veel op dieren. Want heb jij ooit gehoord van kuddegedrag? Of het beste paard van stal zijn? Op de schermen zie je een aantal dieren én een aantal mensen voorbij komen. Jullie mogen de mensen aan de dieren koppelen. Welke persoon lijkt op welk dier? Hoe komt dat? Komt dit door de het uiterlijk van deze persoon? Of door wat hij/zij aan het doen is? Zorg dat alle leerlingen aan de beurt komen om een vergelijking te maken. Probeer aan te sturen op een onderbouwing van de keuze. Niet elke leerling zal namelijk dezelfde vergelijking maken.
8
Opdracht 3b Vlechten, weefsels en breisels Benodigdheden:
De kleden op de grond
Waar:
Op de kleden in het Kinderatelier
Felieke van der Leest gebruikt veel textiele technieken bij haar sieraden. In het Kinderatelier mag je even tot rust komen door op de bijzondere kleden te gaan liggen. Herken je hoe ze gemaakt zijn? Bespreek kort de technieken die de leerlingen wel of juist niet herkennen: -
Het grote roze kleed: uitvergroting van een keperbinding. Dit weefsel wordt gebruikt bij het maken (weven) van lappen stof. Bijvoorbeeld bij het maken van kleding of gordijnen. Kijk maar eens heel goed naar hoe je trui of vest is gemaakt.
-
Het witte kleed: vingerhaken. Haken is een vorm van breien. Waarvoor wordt deze techniek vaak gebruikt? En wist je dat je ook kan haken en breien zonder stokjes?
-
Het paarse kleed: vlechten. Wie kent deze techniek? En wanneer wordt die veel gebruikt?
-
Het groene kleed: uitvergroting van tapijtknopen. Dit lijkt net een raar grasveld. Kijk thuis maar eens goed naar het vloerkleed of de vloerbedekking in de kamer.
-
De grote groene opblaasband: in het midden zie je een platbinding. Ook dit is een weefsel dat wordt gebruikt voor het maken van lappen stof. Zie jij het verschil tussen de binding in het roze kleed en deze binding?
Opdracht 4a
Verzin een naam
Benodigdheden:
Pen en papier
Waar:
Aan de knutseltafel in het Kinderatelier
Sharky Boy De dieren van Felieke van der Leest hebben allemaal hele leuke namen. Bijvoorbeeld Dino de Pino, Billy Bang en Sharky Boy. De namen vertellen meestal twee dingen. Namelijk wat voor dier ze zijn én wat ze doen of graag willen doen. Zo is Sharky Boy een pinguïn die graag een haai wilt zijn. Wat wil je als je later groot bent worden? Brandweerman? Ballerina? Of droom je van andere dingen, bijvoorbeeld dat je kunt vliegen? Combineer dit met het dier dat jij leuk vindt of graag wilt zijn. En tadaa! Je hebt het begin van een super leuke naam bedacht. Tip: soms wordt een naam leuk als hij rijmt. En hou de naam kort. Bijvoorbeeld: -
Ik heet Stijn
-
Ik wil graag kunnen vliegen
-
Ik vind konijnen lieve dieren
Stijn zijn zelfverzonnen naam is: Stijn Luchtkonijn 9
Opdracht 4b Laat jouw zelfverzonnen naam achter Je mag jouw zelfverzonnen naam achterlaten. Dit kan op twee manieren. Namelijk op de borduurmuur of met speciale stiften op het groene plastic bord naast de borduurmuur. Er zijn allerlei leuke kleurtjes wol en stiften waarmee je jouw naam kan achterlaten. Uitleg spijkerborduren: -
Om te beginnen knoop je het uiteinde van de wol aan 1 spijkertje vast.
-
Vervolgens leid je de rest van de wol naar de volgende spijker.
-
Daar draai je de wol 1 keer helemaal omheen en zo ga je door naar de volgende spijker.
-
Herhaal dit totdat je een letter of een hele naam hebt geschreven.
-
Knoop de wol bij de laatste spijker weer vast.
-
Werk in tweetallen zodat je elkaar kunt helpen met het vasthouden van de wol. Anders bestaat de kans dat deze los schiet.
10
5. PRAKTISCHE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT Meer informatie vindt u ook op www.coda-apeldoorn.nl Huisregels CODA Museum •
Met uitzondering van de voorwerpen bij sommige opdrachten mogen de voorwerpen in CODA Museum niet worden aangeraakt; ze zijn kostbaar en uniek.
•
Tijdens uw bezoek aan of activiteit bij CODA Museum mag niet gebeld, gerend, geschreeuwd, gegeten of gedronken worden.
•
De leerkracht of begeleider is verantwoordelijk voor een goed verloop van het bezoek en voor het gedrag van de leerlingen; van hem of haar wordt dan ook een actieve rol verwacht.
•
Voor alle jassen en tassen kunt u gebruikmaken van de groepsgarderobe.
Let op! •
Zorg voor voldoende begeleiders: bij maximaal 12 leerlingen is extra begeleiding van één verzorger noodzakelijk, bij 13-18 leerlingen twee, bij 19-24 leerlingen drie en bij 24 -30 leerlingen vier begeleiders.
•
Stel de leerlingen op de hoogte van de huisregels.
•
Op de dag dat de laatste groep van uw school een bezoek aan de kindertentoonstelling brengt, moeten de boeken ingeleverd worden bij de CODA docent.
•
Annuleren van een groepsbezoek is tot één week voor de afgesproken datum kosteloos. Tot twee dagen van tevoren betaalt u € 7,50 administratiekosten en indien u binnen de laatste achtenveertig uur annuleert, betaalt u het hele bedrag.
•
Wij verzoeken u dringend op tijd aanwezig te zijn. Wilt u bij vertraging contact opnemen met het museum (055–5268565)?
•
Indien uw groep meer dan een kwartier te laat arriveert, kan het zijn dat de CODA docent is weggegaan.
•
Bij aankomst in CODA moet u het bevestigingsformulier aan de baliemedewerkers tonen.
Contact U kunt CODA bereiken op telefoonnummer 055-5268400. Voor inhoudelijke vragen over het museumbezoek kunt u contact opnemen met Bauke Liebrand (
[email protected]). Voor vragen over uw boeking kunt u contact opnemen met Loeka Meijers (
[email protected]). Wij wensen u alvast veel plezier met de voorbereiding en het bezoek aan CODA Museum!
11