Handleiding voor leerkrachten Schooljaar 2014-2015
Inhoud
Wat is De Leesrace? De troeven van De Leesrace De Leesrace praktisch Opdrachten
3 4 5
6 17 35 60 72
Extra Handleiding Prezi Referentielijst eindtermen
78 81
Contact Tine Kuypers | Stichting Lezen Frankrijklei 130/4, 2000 Antwerpen 03 201 00 32
[email protected] www.deleesrace.be 2
Wat is De Leesrace? De Leesrace is een leesbevorderingsproject voor leerlingen van de 1ste graad A-stroom. Met dit project wil Stichting Lezen het leesplezier van de leerlingen aanwakkeren en hen kennis laten maken met het ruime boekenaanbod. Het opzet van De Leesrace is eenvoudig: Een leerkracht daagt zijn/haar klas uit om een aantal opdrachten rond boeken en lezen uit te voeren binnen een afgesproken tijd. Als de klas alle opdrachten binnen de tijd voltooit, dan moet de leerkracht een tegenprestatie doen.
De opdrachten Op www.deleesrace.be vind je een lijst van meer dan 50 opdrachten, variërend in tijdsduur, moeilijkheidsgraad en inhoud. Je selecteert de opdrachten die je leerlingen moeten uitvoeren of voegt zelf een opdracht toe. Het aantal opdrachten bepaal je zelf. De opdrachten worden in de lijst aangeduid met sterren en labels. • Het aantal sterren geeft aan hoeveel tijd de leerlingen in de opdracht moeten investeren. Het spreekt vanzelf dat het organiseren van een auteurslezing meer energie vraagt dan één minuut ‘bookpushen’. Door grotere opdrachten af te wisselen met kleinere, hou je de vaart in De Leesrace. • Elke opdracht krijgt één of meerdere labels, die meer vertellen over de aard van de opdracht. Voer je deze opdracht vooral tijdens de les uit? Moet je voor deze opdracht het internet gebruiken? Is een bezoek aan de bibliotheek nodig? Door de labels kan je gericht zoeken in de opdrachtenlijst. Je legt als leerkracht zelf een deadline voor De Leesrace op. Als alle opdrachten op die datum afgewerkt zijn, dan is de klas geslaagd in de race.
De tegenprestatie De tegenprestatie bepaal je zelf. Je kan een voorstel doen aan de klas of samen met hen een leuke opdracht verzinnen. Je kan zelf de tegenprestatie uitvoeren of iemand anders inschakelen. Misschien ken je wel een acteur die een bezoek aan de klas wil brengen? Of wil de directeur een act doen op het schoolfeest? Of zouden je leerlingen heel graag eens een nacht op school doorbrengen? Wees creatief! Toch inspiratie nodig? Op de Leesrace-blog vind je lijstjes van leuke tegenprestaties van het voorbije schooljaar. Zorg ervoor dat de tegenprestatie je leerlingen voldoende prikkelt: de leerlingen moeten hierdoor gemotiveerd zijn om De Leesrace af te werken.
Wie wint…? Elke klas die De Leesrace uitrijdt, wint uiteraard een geweldige tegenprestatie van de leerkracht. Maar wie De Leesrace tot een goed einde brengt, maakt ook kans op tal van Leesrace-prijzen. Om kans te maken op een prijs, moet je race afgerond zijn op 15 mei 2014. We brengen de leerkracht op de hoogte indien een klas in de prijzen valt. 3
De troeven van De Leesrace Flexibel De Leesrace is een erg flexibel project. Als leerkracht kan je bepalen: • hoe lang De Leesrace duurt. Wil je de race over een heel schooljaar spreiden? Dat kan? Hou je het liever kort en krachtig met een Leesrace-week? Geen probleem. • hoeveel opdrachten de klas uitvoert. Je bepaalt zelf hoeveel opdrachten er uitgevoerd moeten worden om te slagen in de race. Op die manier bepaal je dus ook hoeveel tijd je leerlingen in de wedstrijd investeren. • of je eigen opdrachten aan De Leesrace toevoegt. Je kan een keuze maken uit onze database van meer dan 50 diverse opdrachten, maar je kan ook zelf opdrachten toevoegen. Werk je met de klas elk jaar een literaire wandeling uit? Ook dit kan een opdracht voor De Leesrace zijn. • welke boeken de leerlingen lezen. De Leesrace werkt niet met een vaste boekenlijst. Je kan dus zelf bepalen welke boeken je voor je klas selecteert. Hulp nodig bij de selectie? Op www.boekenzoeker.org vind je een keur aan kwalitatieve boeken voor de doelgroep. • met welke klassen je aan De Leesrace deelneemt. De Leesrace richt zich in de eerste plaats tot leerlingen van de 1ste graad A-stroom. Uiteraard is het concept ook makkelijk over te nemen voor de B-stroom of een andere graad. Breng Stichting Lezen op de hoogte van je plannen en wij denken graag mee.
Enthousiasmerend ‘Leesplezier’ is het codewoord in de eindtermen voor de eerste graad. De Leesrace wil tieners (opnieuw) enthousiast maken over boeken en hen het plezier van lezen laten (her)ontdekken. De uiteenlopende opdrachten hebben als doel om de leerlingen kennis te laten maken met het rijke boekenaanbod en hen ook op een creatieve manier met de boeken aan de slag te laten gaan. Door meer schoolse opdrachten af te wisselen met frisse opdrachten rond boeken, hou je De Leesrace boeiend en stimulerend.
Educatief In deze handleiding vind je naast de gedetailleerde uitwerking van de opdrachten ook de verwijzing naar de eindtermen. Bij elke opdracht staat vermeld rond welke eindterm je werkt. De Leesrace kan dus prefect geïntegreerd worden in de jaarplanning en hoeft niet bovenop je huidige takenpakket te komen. Met De Leesrace kan je je leerplan blijven volgen.
4
De Leesrace praktisch Alle info over De Leesrace vind je op www.deleesrace.be. Om deel te nemen aan De Leesrace moet je je online aanmelden. Dit kan op elk moment van het schooljaar. Op de site vind je ook een blog met laatste nieuwtjes, leuke foto’s, originele tegenprestaties enzovoort.
Hoe meld ik me aan? Aanmelden voor De Leesrace kan het hele jaar door. Om kans te maken op Leesrace-prijzen, moeten alle opdrachten afgerond zijn op 15 mei 2014. Wil je niet meedingen naar de prijzen voor je klas? Dan kan je de race nog langer laten lopen. 1. Surf naar www.deleesrace.be en klik op aanmelden (als je eerder al deelnam) of registreren (als nieuwe leerkracht). 2. Doorloop alle stappen om jezelf en je klassen aan te melden. 3. Je kan op 2 manieren aan De Leesrace deelnemen: • Je kiest ervoor om online alle opdrachten te selecteren en de stand bij te houden. In dat geval krijg je via mail een login voor je klas toegestuurd. Je geeft deze gegevens door aan je leerlingen. Zij kunnen vanaf nu online aangeven wanneer een opdracht is voltooid. Wanneer ze aangeven dat ze een opdracht uitgevoerd hebben, krijg jij hiervan een mail. Jij keurt de opdracht goed. Pas dan krijgt de opdracht de status ‘geslaagd’. Leerlingen kunnen ook foto’s of filmpjes en commentaren achterlaten. Je kan op elk moment tijdens de race opdrachten verwijderen of toevoegen. • Je kiest ervoor om je opdrachten niet online bij te houden. In dit geval registreer je je wel voor De Leesrace én geef je ook aan wanneer De Leesrace in jullie klas afgerond is. Op die manier ding je mee naar De Leesrace-prijzen. Maar je hoeft verder online geen stand bij te houden. 4. Wie vorig jaar al meedeed met De Leesrace, kan zich gewoon aanmelden en nieuwe klassen toevoegen of oude klassen weer activeren. 5. Iedereen die zich (opnieuw) aanmeldt, krijgt een gratis welkomstpakket toegestuurd. 6. Na 15 mei wordt een winnende klas uitgeloot. We brengen de winnaar persoonlijk op de hoogte.
Waar vind je boekentips? De Leesrace werkt niet met een vaste boekenlijst. Bij enkele opdrachten worden er wel titels gesuggereerd. Zoek je verder nog goede boeken? Surf dan naar www.boekenzoeker.org en vind het juiste boek voor elke leerling! Houdt je leerling van waargebeurde verhalen? Of eerder van historische love-story’s? Van dikke pillen of van dunne romans? Van cliffhangers of van open eindes? Op www.boekenzoeker.org loodst de online zoekmachine je leerlingen op een eenvoudige manier door het grote aanbod. Je kan leerlingen zelf laten zoeken op basis van hun interesses of je gaat voor hen op zoek. Op die manier wordt boeken kiezen – ook voor De Leesrace – erg makkelijk. 5
OPDRACHTEN 1 ster
Geef een klasgenoot een boekentip Maak een verlanglijstje voor de bib op Boekenzoeker Los een woordzoeker op Zoek vijf verfilmde boeken Maak een Twitter-verslag Zoek een auteur op YouTube Zoek uit wat jouw idool leest Maak een woordenwolk Zoek een weetje Maak een originele boekenfoto
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
6
Geef een klasgenoot een boekentip Individueel / www / boekentips
Inspireer je medeleerlingen! Laat de leerlingen op www.boekenzoeker.org een boek zoeken dat ze willen aanraden. Dit boek sturen ze door naar een klasgenoot via e-mail, Facebook of Twitter. Om een tip te mailen, klik je op het plusteken onder de cover van het boek. Daar kan je kiezen op welke manier je de tip verzendt. Vooraf kan je eventueel een klasketting maken. Bijvoorbeeld: Wouter zoekt een tip voor Lies, Lies voor Eva, Eva voor Halima enzovoort. Op die manier kunnen ze de tip afstemmen op de persoon in kwestie. Om te controleren of deze opdracht uitgevoerd wordt, kan de mail afgeprint of doorgestuurd worden naar de leerkracht.
De opdracht is geslaagd… als alle leerlingen een boekentip ontvangen en verstuurd hebben.
EINDTERMEN Lezen 10 - 11 - 12* Schrijven 14 - 15 - 16 - 17* Strategieën 18 (Inter)culturele gerichtheid 26*
7
Maak een verlanglijstje voor de bib op Boekenzoeker Individueel / schoolbib / openbare bib / www
Alle leerlingen maken een verlanglijstje voor de bib op de site www.boekenzoeker.org. Om deze opdracht uit te voeren moet elke leerling zich aanmelden op de site. Hoe doen ze dit? 1. Surf naar www.boekenzoeker.org 2. Klik op ‘Login’ 3. Klik op ‘Ben je nieuw’ (leerlingen die al een login hebben, melden zich gewoon aan) 4. Vul al je gegevens in en kies een gebruikersnaam en paswoord 5. Meld je aan Wanneer de leerlingen een profiel hebben aangemaakt, kunnen ze hun favoriete boeken bijhouden in een boekenlijstje. Dit kan door te klikken op ‘mijn boekenlijst’ onderaan het boek. Ze kunnen dit lijstje altijd raadplegen en afdrukken. Voor deze opdracht moeten ze minstens vijf boeken in hun lijstje zetten die ze graag zouden willen ontlenen in de bib. Laat hen dit afdrukken of doorsturen. De opdracht is geslaagd… als elke leerling een verlanglijstje heeft gemaakt van minstens vijf boeken. EINDTERMEN Lezen 9 - 10 - 11 - 12* (Inter)culturele gerichtheid 26*
8
Los een woordzoeker op Creatief met woorden / met z’n allen
De leerlingen proberen zo snel mogelijk een woordzoeker rond boeken en lezen op te lossen. Je kan de leerlingen individueel of in kleine groepjes laten zoeken. Of je neemt de woordzoeker in het groot over: je hangt hem op aan het bord of projecteert de woordzoeker op het (smart)bord. Op die manier kunnen leerlingen samenwerken om een woord te vinden en eventueel een gevonden woord gaan afvinken aan het bord. Om het spannender te maken kan je er een tijdslimiet opzetten. Je kan deze woordzoeker gebruiken of er zelf één maken, bijvoorbeeld met boekentips. Op de site http://www.smhc.info/spelletjes/woordzoeker/zelf_woordzoeker_maken.php voer je de gewenste woorden in en wordt de woordzoeker meteen samengesteld. V
B
E
T
L
R
N M E
T
O
L
F
D
N G
E
O A
P
I
R
P
S
C
T
R M P
A M
I
D G R
A O
A
N M M L
B O E
K
H
A
N
D
E
L
L
D M E
H
I
R
A M E
I
G O
L
I
R
T
Y
T
F
E
Z
R
H
E M Y
G O U
P
I
C N
T
I
T
E
L
I
Z
I
D
V
E
S
N
S
N
Z
E
N
I
M E
J
A
E
L
N
V
S
G
P
F
F
I
S
D
J
J
J
O K
I
N
D
E
R
K
R
A
V
A
A
N
E
N
I
D
E
T
H
F
T
R
S
V
P Q N
E
P
G
K
C
T
E
W E
T
I
H
R O A
S
S
V
S
I
I
G A
R
S
H
N
D
I
A
T
N
E
R O
T
A
K
N
A
V G N
I
N O K
A
B
L
B
Y
V
H
N
K
S
C O V
E
R
A O
I
S
I
L
A
E
E
C
T
O H
R
V
E
A
F
S
B
L
P
H
D
N
B O E
K
E
N
Z O E
K
E
R
H
A
E
F
S
H
N
D
M Z
S
E
X
S
R
E
I
Z
E
L
P
S
E
E
L
D
A O
G R
L
R
E O S
U
R
C N O S
N
I
B O R
L
N
E
C
A
R
S
E
E
L
K
L
A
S
S
I
E
K
R
Z
N
A M K
C
E
B
S
A
E
X
E
P
H M G
L
E
E
H
P
E
P
R
P
T
Y
X
R
E
L
L
E
S
T
S
E
B
D Q
J
D
J
A
U
T
E
U
R
H
A
R
R
Y
P O
T
T
E
R
S
N
E
K
E O B
L
I
E O X W O O R
D
E
N
S
E
R
Zoek de volgende woorden: boekenzoeker, hongerspelen, koningvankatoren, harrypotter, auteur, paginanummer, leesplezier, bladzijde, ontspanning, leesrace, tegenprestatie, beker, boeken, trilogie, dolfijnenkind, flanagan, meyer, beckman, klassieker, woorden, cover, titel, bestseller, boekhandel, nederlands, leeslampje, bladwijzer, verfilming, robinsoncrusoe, kinderkaravaan
De opdracht is geslaagd… wanneer de woordzoeker correct opgelost wordt binnen de afgesproken tijd.
BENODIGDHEDEN Woordzoeker EINDTERMEN Strategieën 18 Taalsysteem 23 9
Zoek vijf verfilmde boeken Individueel / www / creatief met boeken
De leerlingen gaan op zoek naar vijf verfilmingen van boeken die ze graag zouden willen zien en maken er een lijstje van. Laat ze hiervoor het internet gebruiken. Je kan deze opdracht op verschillende manieren invullen. Het boek dat het meest genoemd wordt kan je klassikaal bekijken of je laat de leerlingen stemmen welke film ze graag zouden willen zien. Je kan de klas ook één van de vermelde boeken laten lezen en nadien een vergelijking maken tussen het boek en de film. Of je kan hen laten aanduiden van welke films ze niet verwacht hadden dat die gebaseerd was op een boek. Op die manier stoten ze misschien onverwacht op onontdekte parels.
De opdracht is geslaagd… als elke leerling een lijst van vijf verfilmde boeken heeft opgesteld.
EINDTERMEN Luisteren: 1 - 3 - 4* Spreken: 5 - 6 - 7 - 8* Lezen: 9 - 10 - 11 - 12* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitudes: 19* (Inter)culturele gerichtheid: 26*
10
Maak een Twitter-verslag Individueel / www
De leerlingen zoeken op Twitter hun favoriete auteur en maken een Twitter-verslag. Dit is een overzicht van alle interessante, grappige en/of ontroerende Twitter-berichten van de gekozen auteur. Om te zoeken op Twitter moeten de leerlingen zelf een Twitter-account hebben of aanmaken. Hoe ze deze opdracht concreet invullen kies je zelf: ze houden een week of maand alle interessante berichten bij en maken er een soort Twitter-prikbord van. Ze kunnen deze opdracht op de computer uitvoeren of ze maken er een creatieve collage van op papier. Nadien kan je dit Twitter-verslag ophangen in de klas, gang of schoolbib.
De opdracht is geslaagd… als iedereen een Twitter-verslag heeft gemaakt.
INSPIRATIE Hier een voorbeeld:
BENODIGDHEDEN Voor de collage: afgedrukte Twitter-berichten, gekleurd papier, scharen, lijm, kleurpotloden, stiften… EINDTERMEN Lezen: 9 - 10 - 11 - 12* Taalgebruik: 22 Schrijven: 15 - 16 - 17* Taalsysteem: 23 Strategieën: 18 (Inter)culturele gerichtheid: 26* Overkoepelende attitudes: 19* - 20*
11
Zoek een auteur op YouTube individueel / www
Laat de leerlingen op zoek gaan naar een leuk, amusant of informatief filmpje over hun favoriete auteur of favoriete boek. Je kan tijdens de les een YouTube-ronde doen waarbij iedereen de leukste filmpjes laat zien. Of je kan telkens aan het begin van de les een filmpje laten zien. Om de links te verzamelen kan je een klasweblog of een Facebookpagina aanmaken, waarop alle links gepost worden. Maak je gebruik van smartschool? Laat de links dan hierop posten.
De opdracht is geslaagd… als iedereen een filmpje getoond en gepost heeft.
INSPIRATIE Tips om een blog te starten: nl.wordpress.com: een handige blogsite die je in het Nederlands kan gebruiken. blogger.com: een blog van Google die ook in het Nederlands gebruikt kan worden. www.tumblr.com: een Engelstalige website, makkelijk in gebruik. Tips om een Facebookpagina voor je klas aan te maken. (Bijvoorbeeld: ‘De Leesrace van 1C!’) Om een pagina te maken waarop iedereen alle links, filmpjes, foto’s … kan posten kan je best gebruik maken van een Facebookgroep. Dit doe je door in het linker tabblad - op je homepagina van Facebook - te klikken op ‘maak een groep’. Je kan dan zelf kiezen welke leden deze groep kunnen zien. Zo hoef je als leerkracht niet bevriend te worden met je leerlingen om de pagina te kunnen zien en beheren. BENODIGDHEDEN Projector EINDTERMEN Luisteren Lezen Schrijven Taalgebruik (Inter)culturele gerichtheid
2 - 3 - 4* 10 - 11 - 12* 15 - 17* 21 - 22 26*
12
Zoek uit wat jouw idool leest buiten de les / www / boekentips / individueel
De leerlingen zoeken uit of hun idool graag leest en welke boeken hij/zij het liefste leest. Het maakt niet uit wie dit idool is: het mag een sporter, acteur, auteur of zanger zijn. Je kan hen dit als thuisopdracht geven of je laat hen tijdens de les het internet gebruiken. Ze kunnen de gevonden informatie op verschillende manieren verwerken. • Laat hen een leeslijstje opstellen waar ze foto’s, kleurtjes, mooie lettertypes… aan toevoegen. • Of ze ontwerpen een Wall of Fame waarbij er telkens een foto van het idool wordt opgehangen met zijn/haar boekenlijstje. • Laat hen een korte tekst schrijven over de leesvoorkeuren van het idool. • Of je maakt er een spreekopdracht van, waarbij de leerlingen kort hun idool voorstellen en iets vertellen over de leeslijstjes. Leest hun idool niet? Zoek dan uit welke bekende mensen wél lezen en kies er eentje uit. Als de leerlingen moeite hebben met Engelstalige sites, laat je ze best een Vlaams of Nederlands idool kiezen. Op www.deweddenschap.be lees je wat Brahim, Eline De Munck en een heleboel andere Bekende Vlamingen graag hebben gelezen.
De opdracht is geslaagd… als elke leerling zijn spreek- of schrijfopdracht heeft uitgevoerd.
INSPIRATIE ! Zoektip: google de naam van je idool + ‘reads’ of ‘books’ Hier kan je alvast een voorbeeld vinden: Robert Pattinson leest! http://www.robsessedpattinson.com/2009/07/what-does-robert-pattinson-read-update.html EINDTERMEN Luisteren: 2 - 3 - 4* Spreken: 5 - 7 - 8* Lezen: 10 - 11 - 12* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitudes: 19* - 20*
13
Maak een woordenwolk Individueel / www / creatief met woorden
Alle leerlingen maken een woordenwolk rond boeken en lezen. Je kan een wolk laten maken met woorden of zinnen die aangeven wat lezen en boeken voor de leerlingen betekenen. Ze kunnen hier ook hun favoriete auteurs, genres, leesplekken... aan toevoegen. Op die manier kan je per leerling een lezersprofiel opstellen, dat visueel wordt voorgesteld in een woordenwolk. Je kan kiezen hoe je de leerlingen de woordenwolk laat maken. Je kan hen een wolk laten tekenen of online een woordenwolk ontwerpen. Dat doe je zo: 1. Ga naar www.wordle.net 2. Halverwege de pagina klik je op ‘Create your own’ 3. In het tekstvak geef je een tekst of een aantal woorden in 4. Klik op ‘Go‘ en het ontwerp wordt gemaakt 5. Je kan de woorden in de collage nog aanpassen met de opties bovenaan 6. Deze opdracht kan je met hen in de klas doen of als taak meegeven naar huis.
De opdracht is geslaagd… als iedereen een woordenwolk gemaakt heeft .
INSPIRATIE Een voorbeeld van een woordenwolk:
(http://www.wordle.net/show/wrdl/5522595/Lit) BENODIGDHEDEN Voor het tekenen van woordenwolken: grote papieren, kleurpotloden, stiften… EINDTERMEN Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitude: 19* (Inter)culturele gerichtheid: 26*
14
Zoek een weetje Individueel / schoolbib / boekentips / lees een boek
Heel wat leerlingen lezen graag non-fictie en er zijn ook erg veel boeiende titels te vinden. Laat de leerlingen uit een zelfgekozen non-fictieboek een leuk, grappig, boeiend of verrassend weetje selecteren en laat ze dat kort presenteren tijdens een les. Of maak een ‘weetjesbord’ in de klas, waarop iedereen zijn weetje kan hangen. Een lijst met mogelijke titels vind je bij ‘inspiratie’. De leerlingen hoeven het boek niet volledig te lezen, maar laat hen zeker vermelden uit welk boek het weetje komt. Hopelijk prikkelt het de andere leerlingen. Bovendien krijg je op die manier een leuke verzameling weetjes, die misschien ook in andere lessen van pas kunnen komen!
De opdracht is geslaagd… als elke leerling minstens één weetje of feit gepresenteerd of opgehangen heeft.
INSPIRATIE Boeiende non-fictie: • Plastic soep / Jesse Goossens (Lemniscaat, 2009) • De waanzinnige geschiedenis van de hele wereld / Terry Deary, Martin Brown (ill.) (Kluitman, 2003) • Je lijf van A tot Z / Ivan Wolffers, Auke Herrema (ill.) (Leopold, 2005) • Show off! / Sarah Hines Stephens, Bethany Mann (Terra, 2009) • (Handleiding voor) jongens! / Kolet Janssen, Benjamin Leroy (ill.) (Davidsfonds/Infodok, 2006) • Waarom een buitenboordmotor eenzaam is / Joke van Leeuwen (Stichting Ons Erfdeel, 2004) • De wonderlijke werking van het menselijk lichaam / Richard Walker, Lisa Swerling, Ralph Lazar (ill.) (Lannoo, 2008) • Dieren van de oceaan / Jinny Johnson (De Fontein, 2008) • Van wolf tot watje / Jan Paul Schutten, Sebastiaan van Doninck (ill.) ( Davidsfonds/ Infodok, 2008) • Cryptodinges / Siska Goeminne, Ingrid Verbauwhede, Nanne Meulendijks (ill.) (Lannoo, 2008) • Ik smelt... het lekkerste boek over chocolade / Kolet Janssen, Sarah Jonkers, Ilah (ill.) (Davidsfonds/ Infodok, 2007) • WOW! De avontuurlijkste encyclopedie over alles / Julie Ferris, e.a. (Van Holkema & Warendorf, 2009) • Wild verliefd: alles over liefde en seks bij dieren / Ditte Merle, Alex de Wolf (ill.) (The House of Books, 2009) • We hebben maar één planeet / Steven Vromman, Ilona Plichart, Tinne van den Bossche (ill.) (Van Halewijck, 2010) • Obama: de weg naar verandering / Kathleen Vereecken (Lannoo, 2009) • Het raadsel van alles wat leeft en de stinksokken van Jos Grootjes uit Driel / Jan Paul Schutten, Floor Rieder (ill.) (Gottmer, 2013) • De kleine Fabre / Brigitte Minne (De Eenhoorn, 2013) Meer titels vind je op www.boekenzoeker.org, o.a. in de rubriek ‘Ik wil feiten’. EINDTERMEN Luisteren: 2 - 3 - 4* Spreken: 5 - 7 - 8* Lezen: 10 - 11 - 12* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitude: 19 15
Maak een originele boekenfoto Creatief met boeken / individueel / met z’n allen
Maak een originele foto met een boek in je hand. Deze opdracht kan in de klas uitgevoerd worden of je kan met je leerlingen de stad of de natuur in trekken en hen een creatieve foto laten maken met een boek of meerdere boeken in de hand. Je kan zelf kiezen of je deze opdracht in groepjes laat uitvoeren of individueel. Spreek vooraf een dag af waarop jullie de opdracht zullen uitvoeren, zodat de leerlingen eventueel wat attributen kunnen voorzien. Print de foto’s af en hang ze op in de klas of gang. Of laat de leerlingen de foto’s publiceren op www.deleesrace.be, de Facebookpagina van De Leesrace of op hun eigen Tumblr (www.tumblr.com).
De opdracht is geslaagd… als elke leerling of groepje minstens één creatieve foto van zichzelf met een boek heeft genomen.
BENODIGDHEDEN Fototoestel of smartphone EINDTERMEN /
16
OPDRACHTEN 2 sterren
Maak een beeldsonnet Beeld een boektitel uit Maak een tableau vivant Maak een Facebook-leesprofiel Maak een stiftgedicht Stel een boekenquiz op Maak een stapelgedicht Plant een citatenboom Verras vijf klassen met een boekentip op het bord Speel Pictionary met boektitels Stel een boekbox samen Vul het alfabet met boektitels Post een citaat Verstrip een gedicht Zoek de prijswinnaars Ontwerp een persoonlijke cover
18 19 20 21 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34
17
Maak een beeldsonnet Individueel / creatief met woorden / in de les
Laat de leerlingen een beeldsonnet maken. Een beeldsonnet is net hetzelfde opgebouwd als een gewoon sonnet, maar in plaats van woorden worden er beelden gebruikt. Die beelden kunnen eender wat zijn: fruit, schoenen, mensen of boeken. Wees creatief! Belangrijk bij een beeldsonnet is dat de beelden zo geordend zijn dat ze de vorm van een sonnet aannemen. Namelijk: veertien versregels die verdeeld zijn in vier strofen. De eerste twee strofen bestaan telkens uit vier regels en de laatste twee uit drie regels. Ook het rijm is belangrijk, dat aan het einde van de regels zit. Bij een beeldsonnet rijmen de beelden op elkaar: een appel rijmt op een appel, een peer op een peer. Dit kunnen telkens dezelfde appels en peren zijn of appels en peren die er een beetje anders uitzien. Het rijmschema van een sonnet kan heel erg verschillen, bijvoorbeeld abba abba cdc dcd of abab abab ccd eed. Dit kan je de leerlingen zelf laten kiezen. Een beeldsonnet kan je op de computer maken: dan kopieer je telkens de afbeelding. Of je tekent gewoon dezelfde tekening na elkaar op papier. Om de opdracht te verduidelijken kan je hen voorbeelden laten zien uit Driedelig paard van Ted van Lieshout (Leopold, 2011) Of je toont hen dit voorbeeld: Je kan hen deze opdracht tijdens de les laten uitvoeren of je geeft de taak mee naar huis. De sonnetten kan je projecteren in de klas, posten op een weblog, op de Facebookpagina van de klas of op smartschool of afdrukken en ophangen in de gangen, klas of schoolbibliotheek. De opdracht is geslaagd… als elke leerling één beeldsonnet gemaakt heeft. INSPIRATIE Driedelig paard: blokgedichten, beeldsonnetten en tekeningen / Ted van Lieshout (Leopold, 2011) BENODIGDHEDEN Computerlokaal met internet Instructies om een beeldsonnet te maken EINDTERMEN Lezen 10 - 11 - 12* Strategieën 18 Taalsysteem 23 (Inter)culturele gerichtheid 26*
18
Beeld een boektitel uit Met z’n allen / creatief met boeken
Verdeel de klas in groepjes, of laat deze opdracht individueel uitvoeren: de leerlingen gaan op zoek naar een leuke boektitel en beelden die uit in een tafereel. Ze mogen alles gebruiken: verschillende voorwerpen, hun lichaam, foto’s uit tijdschriften, klasgenoten, leerkrachten enzovoort. Van dit tafereel maken ze een foto. De rest van de klas moet raden welke boektitel wordt uitgebeeld. Je kan op voorhand afspreken wanneer alle foto’s klaar moeten zijn of je organiseert de fotoshoot tijdens de les. Projecteer de taferelen in de klas en maak er een quizje van: verschillende groepjes raden dan welke titel het is. Of laat de foto’s posten op een weblog, Facebook of smartschool.
De opdracht is geslaagd… als elke leerling of elk groepje een foto van een boektitel heeft gemaakt.
BENODIGDHEDEN Tijdschriften Allerlei voorwerpen Fototoestel Projector EINDTERMEN (Inter)culturele gerichtheid 26*
19
Maak een tableau vivant Met z’n allen / creatief met boeken
Laat de leerlingen een tableau vivant maken: de leerlingen beelden een scène van een boek uit in een onbeweeglijk tafereel, een bevroren beeld. Om deze opdracht uit te voeren kan je zelf een boek kiezen of dat aan de leerlingen overlaten. Lees eerst een hoofdstuk voor om hen warm te maken en te inspireren. Verdeel de klas in groepjes en laat ieder groepje een andere scène uit hetzelfde boek uitbeelden. Voor levendige tableau vivants kies je best een hoofdstuk met veel actie. Ga voor de groepsindeling ook na hoeveel personages er ongeveer nodig zijn. Wanneer de groepjes hun tableau hebben ingeoefend, kan je de gekozen scènes aan de klas voorlezen, terwijl de leerlingen het tableau vivant vormen in chronologische volgorde. Of ze beelden de tableau vivants in willekeurige volgorde uit en de andere groepjes moeten raden welke scène er uitgebeeld werd. Je kan de leerlingen ook verschillende scènes laten uitbeelden en de andere groepjes de opdracht geven om de scènes in chronologische volgorde te zetten.
De opdracht is geslaagd… als elk groepje zijn tableau vivant heeft gevormd.
BENODIGDHEDEN Een boek Eventueel kopieën van de scènes/hoofdstukken die uitgebeeld moeten worden. EINDTERMEN Luisteren: 2 - 3 - 4* Lezen: 9 - 11 - 12* Strategieën: 18 Taalgebruik: 21
20
Maak een Facebook-leesprofiel Individueel / creatief met boeken / www
Elke leerling maakt een fictief Facebook-profiel. Op dit profiel stellen ze zichzelf voor aan de hand van hun leesgedrag: favoriete boeken, genres, auteurs, citaten, foto’s die iets met boeken te maken hebben… Voor deze opdracht kan je gebruik maken van het Word-sjabloon waarmee de leerlingen creatief aan de slag kunnen gaan. Een voorbeeld hiervan op de volgende pagina. Je kan dit op twee manieren gebruiken: • Je laat de leerlingen dit sjabloon bewerken in Word, waardoor ze er onmiddellijk foto’s en tekstjes aan toe kunnen voegen. Dit Word-sjabloon kan je per mail opvragen via
[email protected]. • Je maakt er een blanco sjabloon van en maakt een kopie voor elke leerling, zodat ze het op papier kunnen invullen. Als je op papier werkt, kan je best zelf eerst een voorbeeld uitwerken en laat je de leerlingen vooraf afbeeldingen zoeken om hun profiel mee aan te vullen.
De opdracht is geslaagd… als elke leerling een Facebook-profiel heeft aangemaakt.
BENODIGDHEDEN Papieren versie: kopie Facebook-sjabloon, scharen, lijm, kranten, tijdschriften, afbeeldingen auteurs en boekcovers… EINDTERMEN Lezen: 10 - 11 - 12* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitude: 19* (Inter)culturele gerichtheid: 26*
21
Maak een stiftgedicht creatief met woorden / in de les / individueel
Elke leerling van de klas maakt een stiftgedicht of de hele klas maakt er samen één. Een stiftgedicht is een gedicht dat je creëert door woorden uit een bestaande tekst weg te strepen. Als je dit creatief doet, vormen de overgebleven woorden een nieuwe vorm van poëzie. Gebruik teksten uit kranten, tijdschriften of oude boeken als basis. Bereid je leerlingen voor: neem samen met hen een kijkje op www.stiftgedichten.com om inspiratie op te doen. Je vindt er ook tips om een leuk stiftgedicht te maken. Zo moeten ze bijvoorbeeld niet de kolommen in de oorspronkelijke tekst behouden, maar er van links naar rechts overheen lezen, alsof het één doorlopende tekst is. Meer tips om met stiftgedichten te werken vind je op: http://www.taalanderwijs.org/wp/?p=16.
De opdracht is geslaagd… als elke leerling een stiftgedicht gemaakt heeft.
INSPIRATIE Schrap me / Dimitri Antonissen (Wintertuin, 2010) http://www.youtube.com/watch?v=LQ8c5q1Peq4
BENODIGDHEDEN Kranten, tijdschriften, oude boeken, stiften EINDTERMEN Lezen: 9 - 11 - 12* Schrijven: 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitudes: 19* Taalsysteem: 23
23
Stel een boekenquiz op Individueel / met z’n allen / creatief met boeken
Laat de leerlingen een boekenquiz maken voor de rest van de klas. Je kan hier zelf beslissen hoe je de taken verdeelt: één groepje maakt de quiz voor de rest van de leerlingen en neemt ook de rol van quizmaster op zich. Of je laat iedereen vijf vragen verzinnen en legt al die vragen samen tot één grote quiz. In dit geval kan je zelf quizmaster zijn of laat je iemand van de leerlingen die rol spelen. Je kan ook richtlijnen opleggen over de aard van de vragen. Laat één groepje bijvoorbeeld enkel doevragen opstellen en een ander groepje alleen vragen over klassiekers. Of vraag hen om een rode draad te voorzien die doorheen de hele quiz loopt. Op die manier maak je de quiz gevarieerd en boeiend.
De opdracht is geslaagd… als de boekenquiz opgesteld en gespeeld wordt.
EINDTERMEN Luisteren: 4* Spreken: 8* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Taalgebruik: 21 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
24
Maak een stapelgedicht Met z’n allen / creatief met boeken
Een stapelgedicht is een gedicht dat gevormd wordt met boektitels: leg een aantal boektitels naast elkaar en zie hoe een gedicht ontstaat. Bijvoorbeeld: ‘Kijk eens diep in mijn ogen / Help uzelf door zelfhypnose / Praktische hulp: zelfhypnose.’ Kies titels die iets met elkaar te maken hebben, die echoën of elkaar beantwoorden. Door te associëren, verschillende combinaties te maken, te schrappen en weer opnieuw te schrijven ontstaat een stapelgedicht. Laat de leerlingen een foto maken van het stapelgedicht en laat ze het gedicht noteren. Verdeel hen voor deze opdracht in groepjes of laat ze individueel werken. Je laat hen deze opdracht thuis uitvoeren of je kan samen met hen naar de bibliotheek gaan. De gedichten en foto’s kan je verzamelen op een klasweblog, een Facebookpagina van de klas, smartschool enzovoort. Om de leerlingen te inspireren kan je hen het volgende filmpje tonen waarin de Vlaamse auteurcomedian Vitalski laat zien hoe hij een stapelgedicht maakt: http://vimeo.com/16164225. Of neem samen een kijkje op: http://www.poezie-in-beweging.nl/framerechts/poezie_en_opdrachten/ maakeeneigengedicht/stapelgedicht.htm Enkele andere voorbeelden: ‘Een roos van vlees’ / ‘O vermiljoenen spleet’ / ‘Venus in Bont’ / ‘Eenzaam’ / ‘Van de ene dood naar de andere’. ‘Over zinnen gesproken / Ik, Jan Cremer / Ik wil gelezen worden.’ INSPIRATIE Tips om een blog te starten: • nl.wordpress.com: een handige blogsite die je in het Nederlands kan gebruiken. • blogger.com: een blog van Google die ook in het Nederlands gebruikt kan worden. • www.tumblr.com: een Engelstalige website, makkelijk in gebruik. Tips om een Facebookpagina voor je klas aan te maken. (Bijvoorbeeld: ‘De Leesrace van 1C!’) Om een pagina te maken waarop iedereen alle links, filmpjes, foto’s… kan posten kan je best gebruik maken van een Facebookgroep. Dit doe je door in het linker tabblad - op je homepagina van Facebook - te klikken op ‘maak een groep’. Je kan dan zelf kiezen welke leden deze groep kunnen zien. Zo hoef je als leerkracht niet bevriend te worden met je leerlingen om de pagina te kunnen zien en te beheren. Info over het stapelgedicht op www.schrijvenonline.org.
De opdracht is geslaagd… als elke leerling of elk groepje minstens één stapelgedicht gemaakt heeft.
BENODIGDHEDEN Boeken, fototoestel, projector EINDTERMEN Lezen: 9 - 11 - 12* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitude: 19 Taalsysteem: 23 (Inter)culturele gerichtheid: 26* 25
Plant een citatenboom Met z’n allen / creatief met woorden
De leerlingen gaan op zoek naar een mooi, leuk, verrassend, grappig of romantisch citaat en hangen dit in een citatenboom. Ook uitspraken van bekende mensen over boeken kunnen hier een plaatsje krijgen. Zet een grote plant of een klein boompje in de klas waaraan deze citaten gehangen kunnen worden. Als dit moeilijk is, kan een boom op de speelplaats ook dienen. De citaten moeten dan wel geplastificeerd worden. Voorzie aan het begin of einde van de les een moment waarop de citaten in de boom gehangen kunnen worden en laat de leerlingen elkaars citaten even lezen. Zo worden ze misschien gestimuleerd om op zoek te gaan naar het oorspronkelijke boek. Laat hen duidelijk de titel van het boek en de auteur vermelden. Bepaal vooraf hoeveel citaten elke leerling in de boom moet hangen om de opdracht te doen slagen.
De opdracht is geslaagd… als de citatenboom gevuld is met het afgesproken aantal citaten.
BENODIGDHEDEN Boompje of plant Eventueel materiaal om te plastificeren EINDTERMEN Lezen: 9 - 12* Schrijven: 17* Strategieën: 18 Taalsysteem: 23 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
26
Verras vijf klassen met een boekentip op het bord boekentips / buiten de les / vakoverschrijdend / met z’n allen
De leerlingen verrassen hun medeleerlingen. Wanneer de leerlingen van andere klassen het lokaal binnenkomen, vinden ze plots een boekentip op het bord. De leerlingen achterhalen welke les er op dat uur zal plaatsvinden en zoeken een boekentip die past bij de les. Bijvoorbeeld een historisch boek voor de geschiedenisles, een reisverhaal bij aardrijkskunde... Om de boekentips nog passender te maken, kunnen ze aan de leerkrachten vragen welke les ze plannen. Een les over de Romeinen? Zoek een boek dat zich afspeelt in die tijd. Een aardrijkskundeles over Amerika? Zoek een boek dat zich in dat continent afspeelt. Op www.boekenzoeker.org of zoeken.bibliotheek.be vinden ze makkelijk tips per genre. Laat hen bij elke boekentip ook een boodschap zetten. Bijvoorbeeld: ‘Klas 1C doet mee met De Leesrace.’ of ‘Opdracht volbracht! Groetjes van 2B!’. Misschien worden andere klassen zo wel nieuwsgierig naar De Leesrace.
De opdracht is geslaagd… als vijf klassen een boekentip hebben gekregen.
EINDTERMEN Schrijven: 15 -16 -17* Overkoepelende attitudes : 19* - 20* (Inter)culturele gerichtheid: 26*
27
Speel Pictionary met boektitels Met z’n allen / boekentips / creatief met woorden
Verdeel de klas in twee groepen en speel Pictionary met boektitels. Maak vooraf kaartjes met titels die de leerlingen makkelijk kunnen tekenen of laat hen zelf de kaartjes maken. De groepjes trekken beurtelings een kaartje en tekenen op het bord. Ze tekenen eerst voor hun eigen groepje, maar wanneer die het niet weten mogen de tegenstanders raden. Om het spannend te maken en om discussies te vermijden, zet je er een tijdslimiet op: binnen één minuut of 40 seconden moet de boektitel geraden zijn. Je kan deze opdracht tijdens één lesuur uitvoeren of je voorziet het als een leuke afsluiter van een aantal lessen. Je kan spelen tot alle kaartjes op zijn. Je kan ook als voorwaarde stellen dat minstens 10 titels juist geraden moeten zijn om de opdracht te doen slagen.
De opdracht is geslaagd… als het spel goed gespeeld wordt.
INSPIRATIE Dit zijn titels die makkelijk te tekenen zijn: De Hongerspelen – Suzanne Collins De Grijze Jager – John Flanagan De kleuren van het getto – Aline Sax Geen bereik – Marian De Smet Catwalk – Dirk Bracke Het naveltheater – Hilde Van Cauteren Hart van goud – Luc Descamps Oorlogswinter – Jan Terlouw Hart van inkt – Cornelia Funke Regentijd - Kolet Janssen Dieven – Will Gatti Soldaten huilen niet – Rindert Kromhout Vuist – Tom Mariën Het Reuzenradmysterie – Siobhan Dowd Elfenblauw – Johan Vandevelde Rood – Vera Van Renterghem Sproetenliefde – Maren Stoffels Stargirl – Jerry Spinelli Prins van de hel – Wendy Stroobant Tijgerhart – David Almond De blinde magiër – Wendy Stroobant Het bloed van de verraders – Thijs Goverde Piratenbloed – Annejoke Smids Leeuwenjongen – Zizou Corder Stad van maskers – Mary Hoffman De kleine prins – Antoine de Saint-Exupéry Prinsessenacademie – Shannon Hale
Prikkeldraad – Derk Visser Sterrenhemel – Johanna Thydell De stille soldaat – Herman Van Campenhout Pizzamaffia – Khalid Boudou Het achterhuis – Anne Frank De brief voor de koning – Tonke Dragt Alice in Wonderland – Lewis Carroll De boekendief – Markus Zusak De jongen in de gestreepte pyjama – John Boyne De rode handschoen – Anke de Vries Winterijs – Peter van Gestel Honden – Bill Condon Kampioen – Frank Geleyn Watergeheimen – Christien Boomsma Het elfenkind – Sonya Hartnett De melkweg – Bart Moeyaert De rode boom – Shaun Tan Naar de maan – Frank Cottrell Boyce Het dolfijnenkind – Patrick Lagrou Spiegeljongen – Floortje Zwigtman Kruistocht in spijkerbroek – Thea Beckman De rode halsketting – Sally Gardner Negen open armen – Benny Lindelauf Vallen – Anne Provoost Gaten – Louis Sachar Zonnebloemenzee – Jennifer Vrielinck De zevensprong – Tonke Dragt
BENODIGDHEDEN Kaartjes met titels EINDTERMEN Lezen: 9 - 11 - 12* Strategieën: 18 (Inter)culturele gerichtheid: 26* 28
Stel een boekbox samen Met z’n allen / lees een boek / creatief met woorden / in de les
De leerlingen maken elk een eigen boekbox. Dit is een doos waarin ze voorwerpen verzamelen die iets te maken hebben met het boek dat ze gelezen hebben. Je bepaalt vooraf wanneer de doos klaar moet zijn en iedereen de doos mee naar de klas neemt. Met deze doos speel je een soort van ‘muzikaal pakket’: je zet stoelen in een kring en zorgt voor aangename muziek. De leerlingen geven de doos door zolang de muziek speelt. Wanneer de muziek stopt, neemt de leerling die de doos vast heeft een voorwerp uit de doos. De medeleerlingen mogen raden wat dit voorwerp met het boek te maken kan hebben, zonder dat de samensteller van de doos reageert. Pas als alle voorwerpen aan bod zijn gekomen, vertelt die leerling iets over het boek en de link met de voorwerpen. Je kan kiezen of je alle dozen in één lesuur aan bod laat komen of aan het einde van een lesuur telkens een doos laten rondgaan. Ook kan je als extra voorwaarde op elk deksel een collage met foto’s, illustraties, krantenartikels en/of citaten laten maken zodat een nieuwe cover voor het boek ontstaat.
De opdracht is geslaagd… als elke leerling een boekbox heeft gemaakt.
BENODIGDHEDEN Laat je de collage in de klas maken? Zorg dan voor lijm, kranten, tijdschriften, gekleurd papier, kleurpotloden, stiften… EINDTERMEN Lezen: 9 - 11 - 12* Spreken: 5 - 7 - 8* Strategieën: 18
29
Vul het alfabet met boektitels met z’n allen / boekentips / in de les
Bij deze opdracht gaan de leerlingen op zoek naar een boektitel bij elke letter van het alfabet. Je hangt in de klas een groot papier uit met alle letters van het alfabet. Bij elke letter moet er een boektitel komen. De voorwaarden voor deze opdracht kan je zelf bepalen. Bijvoorbeeld: enkel Vlaamse of Nederlandse titels, enkel titels voor hun doelgroep, ze kunnen wel of niet gebruik maken van het internet of hulp vragen aan andere klassen en leerkrachten. Ook de timing van deze opdracht kan verschillen: om het spannend te maken geef je hen één dag of één lesuur om de opdracht tot een goed einde te brengen. Je kan deze opdracht echter ook over meerdere dagen of weken spreiden.
De opdracht is geslaagd… als alle boektitels ingevuld zijn binnen de afgesproken termijn.
BENODIGDHEDEN Groot papier met alle letters van het alfabet Stiften/pennen EINDTERMEN Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18
30
Post een citaat Individueel / creatief met woorden
De leerlingen gaan op zoek naar leuke, grappige, romantische en amusante citaten voor hun klasgenoten. Maak met de leerlingen een citatenbrievenbus die je in de klas zet. Leerlingen kunnen dan boodschappen schrijven aan hun medeleerlingen via citaten. Hoe deze opdracht concreet ingevuld wordt, bepaal je zelf. Zo kan je er een spelletje van maken: aan het begin van de les worden de citaten voorgelezen en wordt er geraden wie welk citaat heeft gepost. Willen de leerlingen liever anoniem blijven, dan kan je dit gewoon als een leuk intermezzo bekijken: bij de start of aan het einde van de les even de brievenbus leegmaken en iedereen zijn post laten bekijken. Of je koppelt de citatenpost aan een themadag of -week: romantische citaten op Valentijn, poëzie op Gedichtendag of citaten over ouders op Moeder- of Vaderdag. Misschien hebben je leerlingen nog leuke ideetjes! Bepaal de voorwaarden van de opdracht vooraf: gedurende één week moet iedereen elke dag een citaat posten of leg een bepaald aantal citaten per week op. Wijs hen er zeker op dat ze titel en auteur vermelden van het boek waaruit het citaat geplukt is.
De opdracht is geslaagd… als de citaten onder de afgesproken voorwaarden gepost zijn.
EINDTERMEN Lezen: 9 - 12* Schrijven: 17* Strategieën: 18 Taalsysteem: 23 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
31
Verstrip een gedicht creatief met woorden / in de les / individueel
Laat de leerlingen een gedicht omzetten in stripvorm. Ze kunnen dit elk apart doen, in groepjes of met de hele klas samen. De leerkracht bepaalt hoe ze deze opdracht uitvoeren. Een goed stripgedicht bevat illustraties die niet enkel uitleggen wat er in het gedicht verteld wordt, maar die ook een meerwaarde zijn of een extra betekenislaag toevoegen. Als inspiratie kan je de leerlingen enkele stripgedichten van Edward van de Vendel laten lezen of hen volgende filmpjes laten zien: http://www.tzum.info/2011/10/filmpje-stripgedichten-van-edward-van-de-vendel-en-floor-de-goede
De opdracht is geslaagd… als er een stripgedicht gemaakt wordt door elke leerling, een groepje of de hele klas (afhankelijk van de afspraken)
INSPIRATIE Opa laat zijn tenen zien en andere stripgedichten / Edward van de Vendel, Floor de Goede (ill.) (Querido, 2008) Draken met stekkers en andere stripgedichten / Edward van de Vendel, Floor de Goede (ill.) (Querido, 2010)
EINDTERMEN Lezen: 9 - 11 - 12* Schrijven: 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitude: 19* Taalsysteem: 23 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
32
Zoek de prijswinnaars Individueel / www/ lees een boek / boekentips
De klas gaat op zoek naar winnaars van jeugdliteratuurprijzen zoals de Boekenleeuw, de Gouden Griffel en de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen en maakt hier een lijstje van. Laat hen dit lijstje op een originele manier uitschrijven. Geef aan tot welk jaar de opdracht teruggaat en welke prijzen ze moeten zoeken. Er zijn verschillende mogelijkheden om deze opdracht verder in te vullen. • Je kan elke leerling één winnend boek laten lezen dat geschikt is voor hun leeftijd. Vervolgens laat je hen een recensie zoeken. De leerlingen komen voor de klas vertellen wat ze van het boek vonden en of ze het eens zijn met de recensent. • Je verdeelt de klas in groepjes en laat elk groepje een prijsboek lezen. Daarna gaan ze aan de slag met het boek zoals een echte jury dat doet: ze discussiëren en maken een juryverslag. Je laat hen dit verslag nadien voorlezen aan de andere groepjes. • Je laat hen op zoek gaan naar een goed boek dat niet op de winnende lijstjes staat en dat voor hen wel een prijs verdiend had. Je laat hen argumenten geven waarom dit boek genomineerd zou moeten worden voor een bepaalde prijs. • Je laat hen een nieuwe prijs in het leven roepen (met een zelfgekozen naam) en laat hen boeken nomineren voor die prijs. Eventueel laat je hen een uitreiking coördineren en een juryrapport schrijven.
De opdracht is geslaagd… wanneer een lijstje met prijswinnaar is opgesteld en dat lijstje creatief verwerkt is.
EINDTERMEN Luisteren: 1 - 3 - 4* Spreken: 5 - 6 - 7 - 8* Lezen: 9 - 10 - 11 - 12* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitudes: 19* - 20* Taalgebruik: 22 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
33
Ontwerp een persoonlijke cover creatief met boeken / lees een boek
Ga creatief aan de slag met de cover van een boek. Laat de leerlingen een nieuwe en passende cover voor een boek maken waar ze zelf opstaan. Je kan deze opdracht in de klas laten uitvoeren of je trekt er met hen op uit in de stad of de natuur. De opdracht kan ook in groepjes uitgevoerd worden. Belangrijk is ook dat de titel en auteur van het boek op de nieuwe cover vermeld worden. Je kan eventueel met de leerlingen proberen een foto te bewerken. Een heel handige website hiervoor is: www.pixlr.com/express. Hier kan je de foto uploaden en de leerlingen kunnen creatief aan de slag met verschillende effectjes. Zo kunnen ze ook nog titel en auteur aan de coverfoto toevoegen. Print de foto’s af en hang ze op in de klas of gang. Of laat de leerlingen de foto’s publiceren op www.deleesrace.be, de Facebookpagina van De Leesrace of op hun eigen Tumblr (www.tumblr.com).
De opdracht is geslaagd… als elke leerling of elk groepje minstens één coverfoto van zichzelf heeft.
BENODIGDHEDEN Fototoestel of smartphone EINDTERMEN /
34
OPDRACHTEN 3 sterren
Start de les met een fragment Geef je leerkrachten boekentips Hou een boekenblog bij Doe de boekdate Maak een auteursportret Plaats een boekentipbord Loop de bibrace Word een bookpusher Maak een soundtrack bij je favoriete boek Zorg voor een citateninvasie Interview je leerkrachten Rap een boek Schrijf een literair dagboekfragment Speel een personage Maak een Boekface-foto Laat je leerkrachten lezen Laat je klasgenoot een boek lezen Stel een boek voor in journaalvorm Maak een reclamespotje
36 37 38 39 40 42 43 44 45 49 50 51 52 53 55 56 57 58 59
35
Start de les met een fragment Met z’n allen / vakoverschrijdend / creatief met boeken
Kies één dag uit waarop de leerlingen elke les starten met een fragment. Laat hen navraag doen bij de leerkracht naar de inhoud van de lessen. Een les over de oudheid? Over de Tweede Wereldoorlog? Over wiskundige formules? Laat de leerlingen een passend fragment kiezen en breng de andere leerkrachten op de hoogte. Spreek met de klas af of telkens dezelfde persoon het fragment voorleest of laat de voorlezers elkaar afwisselen.
De opdracht is geslaagd… als elke les gestart werd met een fragment.
EINDTERMEN Lezen: 9 - 11 - 12* Spreken: 8* Taalgebruik: 21 - 22 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
36
Geef je leerkrachten boekentips Met z’n allen / boekentips / buiten de les / vakoverschrijdend
De leerlingen bezorgen al hun leerkrachten een goede boekentip. Om de perfecte boekentip uit te kiezen moeten ze rekening houden met de interesses van hun leerkrachten: wat lezen ze graag? Welke onderwerpen boeien hen? Lezen ze als ontspanning of eerder om bij te leren? Welke genres spreken hen het meeste aan? Willen ze graag eens iets totaal anders lezen? Om dit te weten te komen zullen de leerlingen de leerkrachten vooraf enkele vragen moeten stellen. Laat hen de taken binnen deze opdracht zelf verdelen: wie gaat naar welke leerkracht? Wie zorgt voor de boekentips? De tijdslimiet van de opdracht kan je zelf bepalen. Het kan leuk zijn om de boekentips net voor een schoolvakantie te laten bezorgen, zodat de leerkrachten hun tip ook meteen kunnen lezen.
De opdracht is geslaagd… als elke leerkracht een goede boekentip gekregen heeft.
EINDTERMEN Luisteren: 1 - 3 - 4* Spreken: 5 - 7 - 8* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitudes: 19* - 20* Taalgebruik: 21 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
37
Hou een boekenblog bij Individueel / met z’n allen / creatief met woorden / www
De leerlingen maken een klasblog over boeken en lezen. Ze kunnen hierop boekenweetjes en citaten posten of de resultaten van de opdrachten voor De Leesrace: foto’s, filmpjes, interviews, schrijfopdrachten... Laat hen vrij kiezen hoe zij hun blog indelen en wat ze erop posten, maar maak duidelijk dat de posts over boeken, auteurs en lezen moeten gaan. De blog maken ze het makkelijkst aan via Tumblr: 1. Surf naar www.tumblr.com 2. Klik op ‘Sign up’ 3. Vul je e-mailadres en paswoord in en kies een gebruikersnaam (bijvoorbeeld: De Leesrace van 2B) 4. Start met een blog: je kan bijvoorbeeld foto’s, video’s, links en citaten toevoegen
De opdracht is geslaagd… als elke leerling minimum één keer een blogbericht gepost heeft.
EINDTERMEN Lezen: 9 - 10 - 11 - 12* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitudes: 19* - 20* Taalgebruik: 21 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
38
Doe de boekdate Boekentips / in de les / met z’n allen
Boekdaten werkt net zoals speeddaten, maar heeft als doel elkaar beter te leren kennen door over boeken te praten. Richt samen met de leerlingen het lokaal zo in dat de ene helft van de klas aan een tafeltje kan gaan zitten. De andere helft schuift door van tafel naar tafel. Voorzie op elk tafeltje een bokaal met vragen over boeken en lezen, zoals deze: • Welke passage uit een boek zou je graag eens écht meemaken? • Welk personage zou je ooit graag ontmoeten en waarom? • Wat voor boek zou je graag zelf schrijven? (detective, thriller, wetenschappelijk, romantisch…) • Wie is je favoriete schrijver en waarom? • Lees je boeken altijd uit? • Wat gebruik jij als bladwijzer in je boek? • Lees je wel eens voor uit boeken die je mooi vindt? • Schrijf je soms in je boeken? • Hoe lang doe je er gemiddeld over om één boek uit te lezen? • Lees je wel eens in andere talen? • Welk boek ben je nu aan het lezen? • Waar lees je het liefst? • Wat is je vroegste herinnering aan een boek? • Koop je boeken of leen je boeken? Je kan de leerlingen ook zelf vragen laten verzinnen. De datende leerlingen krijgen drie tot vijf minuten om zichzelf kort voor te stellen en de getrokken vragen te beantwoorden. De leerkracht bepaalt vooraf hoelang de rondes duren of hoeveel vragen elke leerling moet trekken. Ook kan je op voorhand vragen aan de leerlingen om een favoriet boek mee te nemen. Dat boek wordt mee aan tafel genomen en ze vertellen er kort iets over. Of ze lezen er een openingszin uit voor. Wanneer de drie of vijf minuten om zijn, schuif je door. Gebruik een muziekje of een wekkertje om het einde van de rondes aan te duiden. Wil je het echt gezellig maken? Zorg dan voor een romantische sfeer. Kleed de tafeltjes aan met een tafellaken, een bloemetje of een theelichtje. Speel wat rustige muziek op de achtergrond, serveer een hapje en een drankje of hang citaten op over de liefde.
De opdracht is geslaagd… als alle leerlingen een boekdate gehad hebben.
INSPIRATIE De boekdate is gebaseerd op de Bibdate: http://www.kjv.be/begeleiders/_docs/1011/bibDate_handleiding.pdf BENODIGDHEDEN Bokalen met vragen Eventueel: tafellakens, theelichtjes, sfeerverlichting, CD-speler/iPod, citaten EINDTERMEN Luisteren: 1 - 3 - 4* Spreken: 6 - 7 - 8* Strategieën: 18 Taalgebruik: 21 - 22 (Inter)culturele gerichtheid: 26* 39
Maak een auteursportret Individueel / creatief met woorden / www
De leerlingen maken een auteursportret. Verdeel de klas in groepjes of laat hen deze opdracht individueel uitvoeren. Dit portret bevat niet enkel bibliografische info over de auteur maar ook andere weetjes, zoals de favoriete films van de auteur, inspiratiebronnen, favoriete citaten en hobby’s. De leerlingen maken op die manier een origineel en creatief portret. Om hen te inspireren kan je hen bijgevoegd voorbeeld laten zien. Laat deze opdracht thuis of in de klas uitvoeren. Je kan hen ook vragen om vooraf research te doen zodat ze in de klas met dat materiaal aan de slag kunnen. Je kan bijvoorbeeld grote portretten laten maken die je in de klas ophangt. Of je laat hen de portretten online posten.
De opdracht is geslaagd… als elke leerling of elk groepje een origineel auteursportret heeft gemaakt.
BENODIGDHEDEN Gekleurd papier, lijm, stiften, kranten, tijdschriften, kleurpotloden… EINDTERMEN Lezen: 10 - 11 - 12* Schrijven: 15 - 16 - 17* Overkoepelende attitudes: 19* - 20* Taalgebruik: 21 - 22 Strategieën: 18 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
40
41
Plaats een boekentipbord met z’n allen / buiten de les / boekentips
De leerlingen maken een boekentipbord op school. Vraag vooraf aan de directie om op een zichtbare plaats ruimte vrij te maken voor het bord. Laat de leerlingen het boekentipbord op hun manier invullen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld plaats voorzien voor boekentips van anderen, met de klas elke week een boekentip toevoegen, foto’s maken van leerlingen of leerkrachten met hun favoriete boek, recensies van boeken ophangen, leeslijstjes van verschillende leerkrachten of de directie opvragen, een berichtenbord maken met berichtjes over boeken of lezen of een boekenruilhoekje maken (eventueel in samenwerking met de schoolbib). De mogelijkheden om een origineel bord te ontwerpen zijn legio. Laat je leerlingen zelf mee nadenken.
De opdracht is geslaagd… als er een boekentipbord gemaakt wordt dat regelmatig wordt aangevuld.
BENODIGDHEDEN Groot prikbord of krijtbord Stiften Post-its of kleine briefjes Duimspijkers EINDTERMEN Schrijven : 15 - 16 - 17* Strategieën : 18 Overkoepelende attitude: 19 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
42
Loop de bibrace Met z’n allen / schoolbib / openbare bibliotheek
Organiseer een bibrace in de openbare bibliotheek of in de schoolbib. Het doel van deze opdracht is om de bibliotheek beter te leren kennen. Maak vooraf een afspraak met de bibliothecaris om een geschikt moment te vinden voor dit verkennend spel. De opdrachten die je in de bibliotheek uitvoert kunnen zeer verschillend zijn. Zo kan je vooraf een aantal titels uitprinten op kaartjes die je aan de leerlingen geeft (deze titels kan je vinden in de bibliotheek of in de online catalogus). Ze kunnen dan individueel of in groepjes tegen elkaar racen om zo snel mogelijk de juiste boeken te vinden. Zorg ervoor dat je een mix hebt van bijvoorbeeld fictie, non-fictie en strips zodat de leerlingen alle afdelingen van de bib goed leren kennen. Een andere opdracht kan bijvoorbeeld zijn dat je de leerlingen vijf boeken laat zoeken van een bepaalde auteur, vijf boeken rond een bepaald thema en vijf jeugdboeken voor een bepaalde leeftijd. Of je maakt een mix van de verschillende opdrachten om de race uitgebreider te maken. Maak het extra spannend door de tijd goed bij te houden en een startschot te geven. De boeken die de leerlingen tijdens deze opdrachten moeten zoeken, kan je eventueel achteraf gebruiken in de klas.
De opdracht is geslaagd… als de leerlingen de bibrace gelopen hebben binnen de afgesproken tijd.
BENODIGDHEDEN Eventueel stopwatch EINDTERMEN Lezen: 10 - 11 - 12* Strategieën: 18 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
43
Word een bookpusher in de les | boekentips / individueel
Niets overtuigt meer dan iemand die enthousiast over een boek praat. Laat elke leerling dus een boek naar keuze promoten. Iedereen krijgt één minuut om het boek kort en enthousiast voor te stellen en zo de anderen te overtuigen om het boek te lezen. Om het ludiek te houden kan je gebruik maken van een kookwekker of een timer die afgaat als de minuut om is. Zo creëer je een echt promopraatje en vermijd je het spreekbeurteffect. De klemtoon ligt dus niet op de inhoud van het boek maar wel op de redenen waarom de leerling dit boek goed vindt. De leerlingen mogen een boek van elk genre kiezen. Op die manier krijgen ze op korte tijd heel wat boekentips van elkaar. Je kan de hele les bookpushen of je kan spreiden in de tijd, bijvoorbeeld telkens één boek als afsluiter of bij de start van de les.
De opdracht is geslaagd… wanneer elke leerling één boek heeft voorgesteld.
BENODIGDHEDEN Kookwekker / timer EINDTERMEN Luisteren: 2 - 3 - 4* Spreken: 5 - 7 - 8* Lezen: 9 - 11 - 12* Strategieën: 18
44
Maak een soundtrack bij je favoriete boek Individueel / creatief met boeken
De leerlingen kiezen elk een boek en gaan vervolgens op zoek naar een liedje dat aansluit bij de sfeer van het geselecteerde boek. Je laat hen deze fiche invullen, aangevuld met de cover van het boek. • Titel boek: • Auteur: • Titel song: • Uitvoerder: • Drie sleutelwoorden die de link tussen boek en liedje verklaren: Aan de hand van de covers en deze fiche maken de leerlingen samen een PowerPoint-presentatie. Elke leerling maakt een slide met daarop de cover van het gekozen boek, de drie sleutelwoorden en het gekozen liedje (of een deel ervan) eronder gemonteerd. Je kan de leerlingen ook vragen om de drie sleutelwoorden mondeling toe te lichten. Op die manier krijgen de leerlingen een muzikale tour door hun favoriete literatuur.
De opdracht is geslaagd… als de PowerPoint-presentatie met soundtracks samengesteld is.
BENODIGDHEDEN Kopieën van de fiches, projector, eventueel een scanner EINDTERMEN Luisteren: 2 - 3 - 4* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
45
HANDLEIDING Geluid toevoegen aan Powerpoint 1. Geluid toevoegen aan een dia doe je door te klikken op ‘Invoegen’ > ‘Geluid’
2. Klik op het pijltje onder de afbeelding, zodat het volgende keuzemenu verschijnt:
46
3. Om een liedje vanuit je bestanden toe te voegen aan de dia klik op ‘Geluid uit bestand’
4. Kies vervolgens het bestand (liedje) dat je wil toevoegen aan de dia door op ‘ok’ te klikken 5. Er verschijnt een kadertje met twee keuzes: het geluid speelt automatisch af wanneer je de diavoorstelling start of enkel wanneer je erop klikt.
47
6. Er zal vervolgens een icoontje van een luidspreker verschijnen in de diavoorstelling. Je kan dit verplaatsen en van formaat veranderen. Wanneer je op dit icoontje klikt tijdens de presentatie, start de muziek.
Tip: Heb je internet ter beschikking tijdens de presentatie? Knip en plak dan gewoon een link vanuit YouTube in de diavoorstelling. Wanneer je hier op klikt, opent de webpagina van YouTube en kan er ook een liedje worden afgespeeld tijdens de presentatie.
48
Zorg voor een citateninvasie met z’n allen / creatief met woorden / buiten de les
Bezorg de hele school een citatenverrassing door de toiletten en gangen, klasdeuren en bomen, muren en ramen op te fleuren met een citaat. Laat de leerlingen geschikte citaten zoeken: gewoon mooie zinnen of citaten die te maken hebben met boeken en lezen, met de school of met de locatie waar je ze hangt. Vergeet zeker niet om hen titel en auteur correct te laten noteren. Je kan bij het citaat ook vermelden dat de klas meedoet met De Leesrace. Misschien brengt dit andere klassen op ideeën? Ook kan er eventueel ruimte gelaten worden om commentaar op de citaten te geven. Hang er dan een potlood of pen bij. Laat de leerlingen creatief te werk gaan: verschillende lettertypes, gekleurd papier, op memobordjes, plakbriefjes… Bepaal vooraf hoeveel citaten er per leerling of met de hele klas op de school gehangen moeten worden om de opdracht te laten slagen.
De opdracht is geslaagd… als er in de hele school citaten te vinden zijn.
EINDTERMEN Lezen: 9 - 11 - 12* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitudes : 19* - 20* (Inter)culturele gerichtheid: 26*
49
Interview je leerkrachten Met z’n allen / buiten de les / creatief met woorden / boekentips
Verdeel de leerlingen in groepjes, laat hen een interview opstellen rond boeken en leesvoorkeuren en laat hen een afspraak met vijf leerkrachten of directeurs/prefecten maken. Om de leerlingen een beter idee te geven van wat zo’n interview inhoudt, kan je hen eventueel een voorbeeld tonen of enkele voorbeeldvragen geven. Laat de leerlingen zeker naar een boekenlijstje vragen bij elke leerkracht/ directeur. Geef hen de tijd om de interviews nadien volledig uit te schrijven: doe dit in de klas of geef het op als huistaak. Heeft de school een schoolkrantje? Probeer dan één of meerdere interviews gepubliceerd te krijgen. Hebben jullie geen krantje? Hang de interviews dan aan het mededelingenbord in de gang of in de schoolbib. Of laat hen zelf een krantje maken waarin alle interviews uitgeschreven zijn, met eventueel foto’s van de geïnterviewden erbij. Belangrijk is dat er onderling in de klas afgesproken wordt wie welke taken voor deze opdracht op zich neemt: redacteur, lay-outverantwoordelijke, interviewer enzovoort.
De opdracht is geslaagd… als er interviews werden afgenomen en uitgeschreven van vijf leerkrachten/directeurs/prefecten.
BENODIGDHEDEN Voicerecorder EINDTERMEN Luisteren: 1 - 3 - 4* Spreken: 5 - 7 - 8* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitudes: 19* - 20* Taalgebruik: 21 - 22
50
Rap een boek Individueel / creatief met woorden / in de les
Verdeel de klas in groepjes en laat elk groepje een deel van een boek rappen. Deze boeken laten zich uitstekend in een rap omzetten: Dissus / Simon Van der Geest, Jan Jutte (ill.) (Querido, 2010) Roodkapje was een toffe meid / Marjet Huiberts, Wendy Panders (ill.) (Gottmer, 2010) Reinaert de Vos… gerapt / Charlie May (Holland, 2008)
Van deze titels werden eerder al raps gemaakt: Roodkapje was een toffe meid: www.youtube.com/watch?v=M3kR38Me5BQ Reinaert de Vos… gerapt: www.youtube.com/watch?v=El_rNe4fZ-E Of je laat hen zelf zoeken naar een boek dat zij willen rappen. Laat de leerlingen elkaar inspireren om gepaste muziek te gebruiken tijdens de rap, zich te verkleden, een decor te maken, filmpjes te gebruiken… Geef hen voldoende tijd om deze opdracht voor te bereiden. Je kan een aantal momenten voorzien tijdens de les, maar het kan ook huiswerk zijn.
De opdracht is geslaagd… als elk groepje een deel van een boek gerapt heeft.
EINDTERMEN Luisteren: 2 - 3 - 4* Spreken: 5 - 7 - 8* Lezen: 9 - 11 - 12* Strategieën: 18 Overkoepelende attitudes: 19* - 20* Taalgebruik: 22 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
51
Schrijf een literair dagboekfragment creatief met woorden / lees een boek / individueel
Inspireer de leerlingen door hen een (deel van een) boek in dagboekvorm te laten lezen. Laat ze nadien een dagboeknotitie in dezelfde stijl schrijven. Je kan werken met een dagboek op papier of je kan de leerlingen een blog laten maken. Voor beide opties kan je ze creatief te werk laten gaan: foto’s toevoegen, lay-out aanpassen, verschillende lettertypes gebruiken… De leerkracht bepaalt zelf de grootte van de opdracht. Je kan hen meerdere notities laten schrijven, elke week een nieuwe, één hele lange notitie … Tips om een blog te starten: • nl.wordpress.com: een handige blogsite die je in het Nederlands kan gebruiken. • blogger.com: een blog van Google die ook in het Nederlands gebruikt kan worden. • www.tumblr.com: een Engelstalige website, makkelijk in gebruik.
De opdracht is geslaagd… als elke leerling een dagboeknotitie geschreven heeft.
INSPIRATIE Als je dit leest ben ik dood / Sally Nicholls (De Fontein, 2008) Het achterhuis / Anne Frank (Bert Bakker, 2009) Ik en mijn broer / Katarina von Bredow (Querido, 2001) Tijger, tanga’s en tongzoenen / Louise Rennison (Gottmer, 1999) (en de rest van de reeks Bekentenissen van Georgia Nicolson) Ezzies dagboek / Francine Oomen (Querido, 2006) Dit is geen dagboek / Erna Sassen (Leopold, 2009) Dagboek van een vampier/watje / Tim Collins (Ploegsma, 2011) Dagboek van een klotejaar / Saci Lloyd (Manteau, 2011) Hey, dit ben ik! / Nina Grondvedt (Manteau, 2012) Het geheime dagboek van Adrian Mole, 13 ¾ jaar / Sue Townsend (Fontein, 2005) EINDTERMEN Lezen: 9 - 11 - 12* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitude: 19*
52
Speel een personage Individueel / met z’n allen / lees een boek / creatief met boeken / in de les
De leerlingen spelen een hele les lang een personage uit een boek. Je laat hen een favoriet personage uitkiezen, liefst een personage met opvallende karaktertrekken. Om het personage zo goed mogelijk te leren kennen, lezen ze eerst het boek of enkele fragmenten. Na het lezen laat je ze een biografische fiche van hun personage invullen. Dit zal hen helpen om het personage beter te leren kennen. Hierop schrijven ze alle persoonskenmerken die ze kunnen terugvinden in het boek: karaktertrekken, fysieke eigenschappen, manier van spreken, lopen en kleden, beroep, hobby’s, reisvoorkeuren enzovoort. Leg hen bij wijze van oefening enkele situaties voor en laat ze bepalen hoe hun personage hierop zou reageren. Bijvoorbeeld: een leerling zit al de hele les te praten. Hoe reageert het personage? Berispen, meedoen, ruzie stoken? Je kan ook enkele suggesties doen om de les geanimeerder te maken. Zo geef je bijvoorbeeld elke leerling een briefje mee met een opdracht voor die ene les. Bijvoorbeeld: ‘Begin heel luid te lachen zonder aanleiding’. Andere leerlingen zullen hier dan op reageren in de rol van hun personage. Of je laat deze kleine opdrachten ook door de leerlingen zelf verzinnen. Je kan hen onderling laten afspreken tijdens welke les ze het personage zullen spelen of je bepaalt het zelf.
De opdracht is geslaagd… als alle leerlingen hun personage met verve vertolkt hebben.
Biografische fiche: Voornaam ________________________________ Achternaam ________________________________ Moeder ________________________________ Vader: ________________________________ Broer(s) ________________________________ Zus(sen) ________________________________ Woonplaats ________________________________ Dagelijkse bezigheden _________________________________________________________ _________________________________________________________ Hobby’s _________________________________________________________ Kledingstijl _________________________________________________________ Manier van spreken _________________________________________________________ Manier van wandelen _________________________________________________________ Karaktereigenschappen _________________________________________________________ _________________________________________________________ _________________________________________________________ Gaat graag op reis naar _________________________________________________________ _________________________________________________________ Andere kenmerken _________________________________________________________ _________________________________________________________ 53
INSPIRATIE Mogelijke personages: • Tobie uit Tobie Lolness: op de vlucht / Timothée de Fombelle, François Place (ill.) (Querido, 2007) • Christopher uit Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht / Mark Haddon (De Fontein, 2012) • Ted uit Het reuzenradmysterie / Siobhan Dowd (Van Goor, 2010) • Katniss uit De hongerspelen / Suzanne Collins (Van Goor, 2012) • Dolores uit Dolores! / Noëlla Elpers (Van Goor, 2007) • Hermelien uit Harry Potter en de steen der wijzen / J.K. Rowling (De Harmonie, 1998) • Stargirl uit Stargirl / Jerry Spinelli (Podium, 2003) • Nigel uit Dagboek van een vampier/watje / Tim Collins, Andrew Pincher (ill.) (Ploegsma, 2011) • Tiffany uit Tiffany Dop / Tjibbe Veldkamp (Lemniscaat, 2009) • Charlie uit De belevenissen van een muurbloem / Stephen Chbosky (Prometheus, 2011) BENODIGDHEDEN Biografische fiche voor elke leerling EINDTERMEN Spreken: 5 - 7 - 8* Lezen : 9 - 11 - 12* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitude: 19 Taalgebruik: 21 - 22
54
Maak een Boekface-foto Met z’n allen / individueel / creatief met boeken
Ga samen met de leerlingen op zoek naar covers met (een deel van) een gezicht. Laat hen een fotoshoot organiseren waarbij de leerlingen elkaar zo fotograferen dat het lijkt alsof de cover hun gezicht is. Je kan de fotoshoot tijdens de les laten doorgaan of je maakt er tijd voor tijdens de middagpauze. Print deze foto’s af en hang ze op in de klas of gang. Of laat de leerlingen de foto’s publiceren op www.deleesrace.be, de Facebookpagina van De Leesrace of op hun eigen Tumblr (www.tumblr.com).
De opdracht is geslaagd… als elke leerling minstens één coverfoto van zichzelf heeft.
INSPIRATIE http://boekface.wordpress.com/
BENODIGDHEDEN Fototoestel EINDTERMEN /
55
Laat je leerkrachten lezen creatief met boeken / met z’n allen / boekentips
Verdeel de leerlingen in groepjes en laat hen een kort interview opstellen rond boeken en/of leesvoorkeuren. De bedoeling van het interview is om van de leerkrachten te weten te komen wat zij graag lezen en daarbij een passend jeugdboek te zoeken. Je kan zelf beslissen hoeveel leerkrachten er geïnterviewd zullen worden en hoe je dit aanpakt. Spreek een moment af waarop de leerkrachten eventueel bij jou in de klas komen om geïnterviewd te worden - neem daarvoor een kijkje op hun lesrooster- of laat de leerlingen hen tijdens de middagpauze interviewen. Na het interview gaan de leerlingen op zoek naar een passend boek voor de geïnterviewde leerkracht. Handig hiervoor is de Boekenzoeker (www.boekenzoeker.org). Hier kunnen ze selecteren of de leerkracht al dan niet graag leest en naar welke onderwerpen/thema’s hun voorkeur uitgaat. Vervolgens stellen de leerlingen een top drie op voor de geïnterviewde leerkrachten en die moeten hieruit één boek kiezen dat ze ook echt zullen lezen. Ze krijgen een deadline opgelegd door de leerlingen en vertellen nadien iets over het gelezen boek tijdens hun les. Zo komen de leerlingen te weten of het boek ook echt gesmaakt werd.
De opdracht is geslaagd… als elke leerkracht tijdens zijn les kort iets vertelt over het gelezen boek en zijn/haar leeservaring.
INSPIRATIE Geen inspiratie? Help de leerlingen op weg door hen voorbeeldvragen te geven voor het interview. • Welke soort boeken lees je graag? • Welke boeken heb je al gelezen? • Lees je graag dikke of dunne boeken? • Wanneer vind je een boek een goed boek? • Heb je een lievelingsauteur? Of heb je meerdere lievelingsauteurs? • Over welke onderwerpen lees je graag? • Wat zijn je hobby’s? • Wanneer lees je graag? • … BENODIGDHEDEN Eventueel: voicerecorder/smartphone EINDTERMEN Luisteren: 1 - 3 - 4* Spreken: 5 - 7 - 8* Lezen: 9 - 11 - 12* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitudes : 19* - 20* (Inter)culturele gerichtheid: 26*
56
Laat je klasgenoot een boek lezen creatief met boeken / boekentips / lees een boek
Laat de leerlingen individueel een kort interview opstellen rond boeken en leesgedrag. Nadien verdeel je de klas in groepjes van twee en gaan de leerlingen elkaar interviewen. De bedoeling van het interview is om van elkaar te weten te komen wat de ander graag leest en daarbij een passend jeugdboek te zoeken. Deze opdracht kan je gewoon in de klas uitvoeren. Je kan de leerlingen inspireren door voorbeeldvragen te geven of je laat hen helemaal vrij om zelf te fantaseren. Na het interview gaan de leerlingen op zoek naar een passend boek voor elkaar. Handig hiervoor is de Boekenzoeker (www. boekenzoeker.org). Hier kunnen ze gericht boeken kiezen aan de hand van interesses en thema’s. Vervolgens stellen de leerlingen een top drie op voor hun geïnterviewde klasgenoot en die kiest daaruit één boek kiezen dat hij/zij ook echt zal lezen. Om de opdracht te laten slagen komt elke leerling iets vertellen over het boek dat hij/zij gelezen heeft. Leuk is om de leerlingen hun boek op een creatieve manier te laten voorstellen. Of je laat hen gewoon kort iets vertellen over het verhaal en hun leeservaring. Je kan leerlingen ook gebruik laten maken van een presentatie, die ze maken via Prezi. Nadien kan je de links naar alle Prezi’s verzamelen op de klasweblog, de facebookpagina van de klas, smartschool of op www.deleesrace.be.
De opdracht is geslaagd… als elke leerling een aanbevolen boek leest en kort iets vertelt over zijn/haar leeservaring.
INSPIRATIE Geen inspiratie? Help de leerlingen op weg door hen voorbeeldvragen te geven voor het interview. • Welke soort boeken lees je graag? • Welke boeken heb je al gelezen? • Lees je graag dikke of dunne boeken? • Wanneer vind je een boek een goed boek? • Heb je een lievelingsauteur? Of heb je meerdere lievelingsauteurs? • Over welke onderwerpen lees je graag? • Wat zijn je hobby’s? • Wanneer lees je graag? • … Een handleiding voor het maken van een Prezi vind je op p. 78 EINDTERMEN Luisteren: 1 - 3 - 4* Spreken: 5 - 7 - 8* Lezen: 9 - 11 - 12* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitudes : 19* - 20* (Inter)culturele gerichtheid: 26*
57
Stel een boek voor in journaalvorm creatief met boeken / in de les
Laat leerlingen in groepjes van 4 één of meerdere boeken presenteren in journaalvorm. De voorwaarde om deze opdracht te laten slagen is dat er minstens één boek per journaal aan bod moet komen, maar er mogen natuurlijk ook meerdere boeken voorgesteld worden. Net zoals er in het journaal ‘verhalen’ verteld worden, kan het verhaal voorgesteld worden aan de hand van verschillende nieuwsberichten. Laat de leerlingen vrij in hun creativiteit of geef hen enkele tips. Zo kan je voorstellen om met verschillende rubrieken te werken : binnenlands nieuws, buitenland, sport, cultuur, media. Of laat het nieuws brengen door een reporter ter plaatse of nodig een gast uit in de studio?
De opdracht is geslaagd… als elk groepje minstens één boek voorstelt in journaalvorm.
EINDTERMEN Luisteren: 2 - 3 - 4* Spreken: 5 - 7 - 8* Lezen: 9 - 11 - 12* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Taalgebruik: 21 - 22 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
58
Maak een reclamespotje boekentips / creatief met boeken / in de les
Overtuigen doe je met reclame! Verdeel de leerlingen in groepjes en laat hen een reclamespotje maken voor een gekozen jeugdboek. De opdracht kan naar keuze ingevuld worden. Je kan de leerlingen aan de slag laten gaan met een smartphone of een camera om een echt filmpje te maken en dat nadien aan de hele klas tonen. Of je laat hen het reclamespotje ‘live’ vooraan in de klas spelen. De klemtoon ligt niet zozeer op de inhoud van het boek, maar wel op de redenen waarom de anderen dit boek ook zouden moeten lezen. Als je zelf handig bent in het bewerken van filmpjes kan je er eventueel leuke muziek en tekst aan toevoegen. Of misschien zijn er wel enkele leerlingen die dit goed kunnen? De filmpjes kan je nadien verzamelen op de Facebookpagina van de klas, op www.deleesrace.be, of op hun eigen blog.
De opdracht is geslaagd… als elk groepje een boek gepromoot heeft aan de hand van een reclamespotje..
BENODIGDHEDEN Eventueel: videocamera/smartphone/fototoestel EINDTERMEN Luisteren: 2 - 3 - 4* Spreken: 5 - 7 - 8* Lezen: 9 - 11 - 12* Strategieën: 18 Taalgebruik: 21 - 22 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
59
OPDRACHTEN 4 sterren
Organiseer een boeken-flashmob Maak een fotoroman Organiseer een voorleesmarathon Maak een tentoonstelling Speel voor boekendokter Stel een ideale klasbib samen Verras de klas met literaire hapjes Zoek een leesplek Organiseer een grootschalige leesenquête
61 62 63 64 65 68 69 70 71
60
Organiseer een boeken-flashmob Met z’n allen / www / buiten de les
Een flashmob houdt in dat een (grote) groep mensen plotseling op een openbare plek samenkomt, iets ongewoons doet en daarna weer uiteenvalt. Een flashmob valt pas op wanneer de mob creatief is én wanneer er voldoende deelnemers zijn: hoe meer deelnemers, hoe succesvoller de flashmob. Laat je leerlingen een flashmob organiseren die met boeken te maken heeft. Enkele mogelijkheden: • om 12 uur stipt haalt iedereen een boek boven op de speelplaats en begint te lezen. • om 12 uur stipt gaat iedereen stokstijf op de speelplaats staan met een boek. • alle leerlingen staan verspreid over de speelplaats en beginnen voor te lezen uit één bepaald boek wanneer de bel gaat. Laat je leerlingen uitgebreid brainstormen, dan komen ze vast nog op goede ideeën. Omdat een flashmob het meest opvalt wanneer er veel deelnemers zijn, kan je eventueel andere klassen of leerkrachten inschakelen. De flashmob kan ook buiten de schoolmuren plaatsvinden, bijvoorbeeld aan de fietsenrekken of aan de schoolpoort bij het begin van de dag. Net zoals bij een echte flashmob kunnen de leerlingen gebruik maken van het internet om een oproep te doen: via Twitter, smartschool, Facebook of e-mail kunnen ze deelnemers werven. Het is ook altijd leuk om de flashmob te (laten) filmen zodat het filmpje later online geplaatst kan worden. Bepaal samen met hen de plaats, het tijdstip en wat er gaat gebeuren en verdeel de taken. Wie zorgt voor de communicatie? Wie haalt de attributen? Wie filmt?
De opdracht is geslaagd… als de leerlingen een opvallende flashmob bedacht en uitgevoerd hebben.
INSPIRATIE Andere flashmobs met boeken: http://www.youtube.com/watch?v=Vqnqd4TYX-o http://www.youtube.com/watch?v=grS2ulZtnjE&feature=related http://www.youtube.com/watch?v=8_n2YjyydBk BENODIGDHEDEN Boeken Eventueel camera of smartphone EINDTERMEN Spreken: 5 - 7 - 8* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitudes: 19* - 20* Taalgebruik: 21 - 22 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
61
Maak een fotoroman Met z’n allen / creatief met boeken
De leerlingen worden verdeeld in groepjes en maken een fotoroman van een bepaalde scène uit een boek. Je kan hen deze scène zelf laten kiezen of vooraf enkele leuke scènes selecteren en hen hieruit laten kiezen. De leerlingen vertalen deze scène vervolgens in foto’s, waardoor er een echte fotoroman ontstaat. Laat hen vooraf nadenken over hoe ze de scènes in beeld zullen brengen, welke attributen ze nodig hebben en welke zaken ze wel of niet zullen tonen. Een fotoroman moet niet alleen het verhaal goed vertellen, maar moet er ook mooi en creatief uitzien. Je kan de foto’s tijdens de les laten maken of hen extra tijd geven tijdens de middagpauze. Achteraf kunnen de fotoromans getoond worden in de klas of hang je ze uitgeprint op in de gangen of in de schoolbib. Je kan er ook een echte tentoonstelling van maken. Het is leuk om de fragmenten waarop de romans gebaseerd zijn er bij te hangen voor het publiek.
De opdracht is geslaagd… als elk groepje een fotoroman gemaakt heeft.
BENODIGDHEDEN Fototoestel Voorwerpen EINDTERMEN Lezen: 9 - 11 - 12* Strategieën: 18 Taalgebruik: 21
62
Organiseer een voorleesmarathon met z’n allen / buiten de les
Laat je leerlingen tijdens de middagpauze of op een (vrijdag)namiddag een voorleesmarathon organiseren. Tijdens de marathon moet er minimum twee uur ononderbroken voorgelezen worden. Uiteraard kan het ook langer: hoe langer de marathon, hoe groter de uitdaging. Selecteer samen met de klas boeken en fragmenten, zoek voorlezers en kies een geschikte plek die ze gezellig inrichten. Je kan ook samen met de leerlingen een thema bepalen voor deze voorleesmarathon. Maak reclame met affiches en plakbriefjes. Laat de leerlingen hier creatief te werk gaan. Eventueel kan de marathon geld in het laatje brengen voor een goed doel als de schoolbib, het schoolkrantje of een klasuitstap. Zoek sponsors per minuut of per uur.
De opdracht is geslaagd… als er twee uur (of langer) ononderbroken voorgelezen wordt.
EINDTERMEN Luisteren: 2 - 3 - 4* Spreken: 8* Lezen: 9 - 11 - 12* Strategieën: 18 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
63
Maak een tentoonstelling Met z’n allen / creatief met boeken
Verdeel de leerlingen in groepjes en laat hen een tentoonstelling maken aan de hand van illustraties uit boeken. Laat de leerlingen brainstormen en elkaar inspireren voor deze opdracht. De bedoeling is dat ze op zoek gaan naar een aantal illustraties die thematisch verwant zijn met elkaar. Zo kan je elk groepje een ander thema geven of hen zelf een onderwerp laten kiezen: liefde, vriendschap, dieren, natuur, kleuren… Of je werkt rond themadagen zoals Valentijn, Kerstmis, Moederdag en/of Vaderdag. Voorzie een ruimte (klaslokaal, gang, schoolbib…) waar ze deze tentoonstelling kunnen organiseren. De tijdsinvulling van de opdracht bepaal je zelf: je gaat een namiddag of een lesuur allemaal samen naar de bibliotheek of je laat hen deze opdracht thuis uitvoeren en voorziet een moment (tijdens de les of middagpauze) om de tentoonstelling op te bouwen. Laat hen bij elke illustratie duidelijk vermelden wie de illustrator is en uit welk boek de illustratie komt. De leerlingen kunnen ook een catalogus samenstellen met o.a. biografieën van de illustratoren. Ze kunnen informatie opzoeken over de werkwijze van de illustrator. Werkt hij enkel met potlood, blauwe balpen, zwarte inkt of zeefdruk? Hoe ziet zijn atelier eruit? Laat hij zich inspireren door voorwerpen, landschappen of schilders? Wil je er een echte tentoonstelling van maken? Dan laat je hen uiteraard andere klassen uitnodigen voor een vernissage. Je kan enkele leerlingen ook vragen om gids te spelen.
De opdracht is geslaagd… als elk groepje een tentoonstelling met een afgesproken aantal illustraties heeft gemaakt.
BENODIGDHEDEN Eventueel naamkaartjes om bij de illustraties te plaatsen EINDTERMEN Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
64
Speel voor boekendokter met z’n allen / boekentips / buiten de les
Laat de leerlingen voor boekendokter spelen. Je kan dit doen tijdens de les, de speeltijd of middagpauze. De bedoeling van de opdracht is dat de boekendokters patiënten ontvangen, aan de hand van vragen peilen naar het medisch of psychologisch probleem en dat ze een boekentip voorschrijven als medicijn. Spreek op voorhand af hoeveel patiënten de leerlingen moeten ‘behandelen’ om de opdracht te laten slagen. Bereid deze opdracht samen met de leerlingen goed voor. Maak briefjes waarop je op de voorkant een gevoel of een gemoedstoestand schrijft (bijvoorbeeld verliefd, boos, verdrietig, slapeloos, liefdesverdriet, onrustig…) en op de achterkant een boekentip die bij dat gevoel past. Maak gebruik van de Boekenzoeker om de voorbereidingen te doen en boeken op thema te zoeken. Voorbeeld: Een ‘patiënt’ slaapt slecht en is onrustig. De ‘dokter’ kan hier adviseren om een boek vol avontuur en spanning te lezen om het gevoel van rusteloosheid te laten verdwijnen. Andere voorbeelden vind je onder ‘inspiratie’. Je kan deze opdracht op verschillende manieren aankleden: de hele klas speelt dokter, slechts enkele dokters per klas, de dokters verkleden zich, je maakt een dokterskabinet op de speelplaats…
De opdracht is geslaagd… wanneer de dokters een afgesproken aantal ‘patiënten’ hebben kunnen behandelen.
BENODIGDHEDEN Briefjes met boekentips Verkleedkleren, doktersattributen … EINDTERMEN Luisteren: 1 - 3 - 4* Spreken: 5 - 7 - 8* Lezen: 10 - 11 - 12* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 (Inter)culturele gerichtheid: 26* INSPIRATIE Symptoom: Liefdesverdriet Remedie: Romantische boeken tonen aan dat je niet alleen bent • • • • • • • •
Het grote misschien / John Green (Lemniscaat, 2010) Het grote verlangen / Dorine Clement en Sabien Clement (Lannoo, 2006) De jongen in het achterhuis / Sharon Dogar (De Fontein, 2011) Sproetenliefde / Maren Stoffels (Leopold, 2007) Twilight: een levensgevaarlijke liefde / Stephenie Meyer (Sjaloom, 2009) Showbizzkiss / Do van Ranst en Maarten van Hove (Querido, 2011) Een andere Elliot / Graham Gardner (Lemniscaat, 2007) Let it snow / Maureen Johnson, John Green en Lauren Myracle (De Fontein, 2011) 65
Symptoom: Luiheid Remedie: Lees dunne boeken. Minder inspanning, evenveel leesplezier. • • • • •
Er ging geen dag voorbij / Toon Tellegen (Querido, 2001) Kampioen / Frank Geleyn (De Eenhoorn, 2007) Even gelukkig / Dimitri Leue (Lannoo, 2006) De hond van Roosevelt / Aline Sax (Averbode, 2007) Marco doet tenminste iets / Kirsten Boie (Ploegsma, 2001)
Symptoom: Dromerig Remedie: Harde feiten zetten je met je beide voeten op de grond • • • • • •
Verkocht / Sally Grindley (Callenbach, 2012) De ogen van de condor / Lydia Rood (Leopold, 2007) Latino King / Bibi Dumon Tak en Castel (Querido, 2010) Chanda’s geheim / Allan Stratton (Van Goor, 2007) Hij of ik? / Bettie Elias (Manteau, 2007) Jongleren / Marc van Velzen (Querido, 2008)
Symptoom: Gemis Remedie: Boeken over verlies en rouw bieden steun • Alles gaat voorbij maar niets gaat over / Daniël Billiet (Clavis, 2008) • De smaak van zijn stem / Piet De Loof (Abimo, 2010) • Zonder zusje / Wendela Walta (Van Holkema & Warendorf, 2008) • Als je dit leest, ben ik dood / Sally Nicholls en Filipo Napoli (De Fontein, 2008) • Een liefdesverhaal met mijn dode beste vriendin in de hoofdrol / Emily Horner (Prometheus, 2011) • Adempauze / Julia Green (Van Holkema & Warendorf, 2011) • Tot op de bodem / Jill Hucklesby (Van Holkema & Warendorf, 2011) Symptoom: Verdriet Remedie: Lachen is gezond - humoristische boeken • • • • • • •
Naar de maan / Frank Cottrell Boyce (Gottmer, 2009) Vriendinnen verliefd / Jacqueline Wilson (De Fontein, 2007) De wereld is krom maar mijn tanden staan recht / Joke van Leeuwen (Querido, 1995) Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht / Mark Haddon (De Fontein, 2012) Dagboek van een vampier/watje / Tim Collins en Andrew Pincher (Ploegsma, 2011) Bonustrack / Robin Benway (De Fontein, 2008) Het leven van een loser: een hondenleven / Jeff Kinney (De Fontein, 2012)
Symptoom: Slapeloosheid Remedie: Spannende verhalen om de nacht door te brengen • • • • • •
Liever de leugen / Jonas Boets (Manteau, 2010) Gaten / Louis Sachar (Lemniscaat, 1998) Blind date / Stephenie Meyer, Meg Cabot e.a. (Manteau, 2011) Beest / Ally Kennen (Gottmer, 2006) Tijgerhart / David Almond (Querido, 2002) More bloody Horowitz / Anthony Horowitz (Clavis, 2010)
66
Symptoom: Boekverslaving Remedie: Met dikke klassiekers en boeken over lezen ben je meteen een hele poos zoet • • • • • • •
Soldaten huilen niet / Rindert Kromhout (Leopold, 2010) De hemel van Heivisj / Benny Lindelauf (Querido, 2010) De kleine Odessa: het levende boek / Peter van Olmen (Van Goor, 2009) De wereld van Sofie / Jostein Gaarder (Houtekiet, 2011) Hart van inkt / Cornelia Funke (Querido, 2005) D is van Dahl / Wendy Cooling en Quentin Blake (Leopold, 2006) De kleine prins / Antoine de Saint-Exupéry (Ad Donker, 1993)
Symptoom: Leergierig Remedie: Informatieve boeken spijkeren je kennis nog wat meer bij • Wild verliefd: alles over liefde en seks bij dieren / Ditte Merle en Alex de Wolf (The House of Books, 2009) • (Handleiding voor) jongens! / Kolet Janssen en Benjamin Leroy (Davidsfonds/Infodok, 2006) • (Handleiding voor) meisjes! / Kolet Janssen en Benjamin Leroy (Davidsfonds/Infodok, 2006) • Hoe overleef ik mezelf? De filmeditie / Francine Oomen en Annet Schaap (Querido, 2008) • Kwam dat zien! Kwam dat zien! / Ted van Lieshout (Querido, 2008) • Papieren museum 3: de engel met twee neuzen / Ted van Lieshout (Leopold, 2007) • Aan boord van de Titanic / Peter Chrisp (Standaard Uitgeverij, 2011) • Het leven van Anne Frank: de grafische biografie / Sid Jacobson en Ernie Colón (Uitgeverij L, 2010) Symptoom: In conflict met iemand Remedie: Boeken over vriendschap brengen mensen opnieuw samen • • • • • • • •
Grenzen / Katrien Seynaeve, Averbode, 2000 Stargirl / Jerry Spinelli, Podium, 2003 Leif, mijn lief / Corien Botman, Querido, 2003 Paardenstaart / Lieve Hoet, Lannoo, 2000 Grote bek en lelijk wijf / Joyce Carol Oates, Prometheus, 2002 Boevenvriendjes / Nigel Hinton, Facet, 2004 Winterijs / Peter van Gestel, De Fontein, 2010 Wij, twee jongens / Aline Sax, Clavis, 2007
67
Stel een ideale klasbib samen Met z’n allen / boekentips / schoolbib / openbare bib
Stel samen met de klas een ideale klasbib samen op papier. Help de leerlingen bij deze denkoefening. Wijs hen op belangrijke zaken om over na te denken: hoeveel boeken willen ze ongeveer in hun klasbib? Welk type boeken willen ze graag? Welke verhouding tussen fictie en non-fictie moet er zijn? Willen ze populaire boeken maar ook onbekendere boeken? Laten ze zich adviseren door de bib? Is hun aanbod volledig? Je kan vertrekken vanuit een aantal lijstjes. Bijvoorbeeld: • De top 5 van alle klasgenoten • De top 5 van de leerkrachten • De top 10 van de Boekenzoeker • De laatste prijswinnaars: Kinder-en Jeugdjury, Gouden en Zilveren Griffel, Boekenleeuw… Als uitbreiding op deze opdracht kunnen de leerlingen nadien de openbare bibliotheek aanspreken om een wisselcollectie voor de klas te voorzien. Op die manier kan je (een deel van) de boeken ook echt in huis halen.
De opdracht is geslaagd… als de leerlingen een ideale klasbib hebben samengesteld op papier.
EINDTERMEN Lezen: 9 - 11 - 12* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
68
Verras de klas met literaire hapjes Met z’n allen / buiten de les / creatief met woorden
Laat de leerlingen individueel of in groepjes literaire hapjes maken als verrassing voor elkaar of als opdracht in de les. Literaire hapjes zijn snoepjes, koekjes of andere versnaperingen die op een of andere manier met boeken te maken hebben. Dit kunnen citaten op koekjes zijn, of mooie boekcovers op snoepverpakkingen. Er zijn erg veel mogelijkheden, dus laat de leerlingen hun verbeelding gebruiken! Je kan de leerlingen vragen om de hapjes thuis voor te bereiden en mee te nemen naar school. Doe je de activiteit tijdens de les, dan kan je leerkrachten of leerlingen van andere klassen uitnodigen. Of verkoop de hapjes op een ‘literaire hapjesmarkt’ en zamel geld in voor de vastenactie, de schoolbib of een ander goed doel. Laat de leerlingen reclame maken met affiches, flyers, of een aankondiging op de schoolwebsite. Je kan de literaire hapjes ook koppelen aan een themadag of –week. Romantische citaten bij Valentijn, citaten over dieren op Werelddierendag of citaten uit jeugdboeken tijdens de Jeugdboekenweek.
De opdracht is geslaagd… als elk groepje of elke leerling een literair hapje heeft gemaakt.
INSPIRATIE Tips voor ‘literaire hapjes’ kan je hier vinden (door Kristien De Meyer & Marieke Van den Berge): http://www.kjv.be/begeleiders/_docs/0910/Literaire_hapjes.pdf BENODIGDHEDEN Afhankelijk van de literaire hapjes: ingrediënten (koekjes, gebak, letterkoekjes, chocolade…), poëzie op wikkels, kleine papiertjes… Eventueel reclame: affiches, flyers, foto’s … EINDTERMEN Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Taalsysteem: 23 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
69
Zoek een leesplek Met z’n allen / creatief met boeken / boekentips
Laat de leerlingen verschillende leesplekken ontdekken. Deze opdracht bestaat uit verschillende delen. Eerst gaan de leerlingen op zoek naar een foto van iemand die leest of maken ze zelf een foto. Met deze foto’s gaan de leerlingen aan de slag: ze bespreken de verschillende leesomgevingen die ze op deze foto’s zien. De leerkracht kan gerichte vragen stellen om het gesprek op gang te houden. Na dit gesprek brengen de leerlingen schriftelijk of mondeling verslag uit over de verschillende leesomgevingen en wordt er een collage gemaakt van de verschillende foto’s. Nadien gaan de leerlingen op zoek naar enkele originele leesomgevingen voor zichzelf, waarvan er zich minstens één op school moet bevinden. Bijvoorbeeld op het toilet, onder een boom, in de tuin of op de trein. De leesplekken brengen ze in beeld door een foto, video of tekening te maken. Geef hen voldoende tijd (ongeveer twee weken) om deze opdracht uit te voeren. Deze leesplekken worden in een spreekopdracht voorgesteld aan de klas: de foto’s worden getoond, de medeleerlingen raden waar de plek zich bevindt en de leerling in kwestie vertelt wat hij/zij bijzonder vindt aan de leesplek. Hierna worden de favoriete leesplekken op school uitgetest. De helft van de groep gaat op de gekozen leesplekken zitten en de andere helft kijkt rond. Wanneer er een groepje langskomt wordt er iets voorgelezen of wordt er iets verteld over de plek. Op de andere plekken lezen de leerlingen intussen rustig verder. Halfweg het lesuur of de middagpauze wordt er gewisseld. Als extra opdracht kan je enkele leerlingen een reportage - eventueel met foto’s en filmpjes - van deze opdracht laten maken. Nadien kan die in het schoolkrantje, op de klasweblog, op de website van de school of in de Facebookgroep gepubliceerd worden. De voorwaarden van de opdracht kan je zelf bepalen: individueel of in groepjes, het aantal leesplekken, de lengte van de spreekopdracht…
De opdracht is geslaagd… als elke leerling het vooraf bepaalde aantal leesplekken in beeld gebracht en voorgesteld heeft.
BENODIGDHEDEN Fototoestel Voor de collage: grote papieren, scharen, stiften, lijm… Projector Boeken EINDTERMEN Luisteren: 1 - 3 - 4* Spreken: 5 - 6 - 7 - 8* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
70
Organiseer een grootschalige leesenquête met z’n allen
Laat de leerlingen een enquête maken en afnemen over boeken en leesvoorkeuren. Verdeel de leerlingen in groepjes en laat hen een vragenlijst opstellen over wat ze graag willen weten over het leesgedrag van anderen. Laat hen eventueel vooraf enkele voorbeeldenquêtes of voorbeeldvragen zien of probeer de groepjes voldoende te begeleiden tijdens het uitvoeren van de opdracht. Spreek samen met de leerlingen af bij wie ze de enquête zullen afnemen: alle leerkrachten, enkele klassen, alle klassen van het 1ste of 2de jaar of bijvoorbeeld alle klasgenoten. Je kan in kleine groepjes werken die telkens een andere doelgroep enquêteren, zo krijg je een leuk en gevarieerd resultaat. De leerlingen kunnen tijdens jouw les naar de andere klassen gaan om de enquêtes af te nemen. Of ze doen dit tijdens de middagpauze of speeltijden. De resultaten van deze enquêtes kunnen op een eenvoudige of originele manier gepresenteerd worden. Je kan hen een Powerpoint of een Prezi laten maken, waarin ze grafieken verwerken en de resultaten visueel voorstellen. Of je laat hen een rapport schrijven. Daarnaast kan je de resultaten ook nog ophangen in de gangen of laten publiceren in de schoolkrant of op de website van de school. Of ze verzamelen alles op de Facebookpagina van de klas, op www.deleesrace.be of op hun eigen blog.
De opdracht is geslaagd… als elk groepje een enquête heeft opgesteld, afgenomen en de resultaten heeft voorgesteld.
INSPIRATIE Geen inspiratie? Help de leerlingen op weg door hen voorbeeldvragen te geven. • Lees je? Waarom wel/niet? • Hoeveel boeken lees je per maand? • Lees je graag dikke of dunne boeken? • Wat is jouw favoriete leesplek? • Welk boek zou je meenemen naar een onbewoond eiland? • Over welke onderwerpen lees je graag? • Wanneer lees je graag? • … Een handleiding voor het maken van een Prezi vind je op p. 78. BENODIGDHEDEN Kopieën van enquêtes EINDTERMEN Luisteren: 1 - 3 - 4* Spreken: 5 - 7 - 8* Lezen: 9 - 11 - 12* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitude: 20* (Inter)culturele gerichtheid: 26*
71
OPDRACHTEN 5 sterren
Leg leeskilometers af Maak een etalage voor de bib Nodig een auteur uit Bedenk een boekenstand
73 74 75 76
72
Leg leeskilometers af met z’n allen / lees een boek
De klas leest samen een afgesproken aantal bladzijden. Dit noemen we ‘leeskilometers’. Eén kilometer is gelijk aan één bladzijde. Deze opdracht wordt uitgevoerd met de hele klas. Vooraf bepaalt de leerkracht hoeveel kilometers er afgelegd moeten worden en hoe lang de opdracht duurt. Voorzie elke dag/week/maand een moment waarop iedereen kan aangeven hoeveel bladzijden hij/ zij per week/maand gelezen heeft. Deze score kan bijgehouden worden op een grafiek die in de klas opgehangen wordt, dat maakt de opdracht visueel en motiveert de leerlingen. VOORBEELD Week 1 Week 2 Week 3 Week 4 0
650 1235 1652 2050 1000
2000
3000
4000
5000
Reken op voorhand uit welk getal haalbaar is. Bijvoorbeeld: 2 boeken per leerling / 25 leerlingen / gemiddeld 100 bladzijden per boek = 5000 leeskilometers. Als iemand graag dikke boeken leest, kan hij de andere klasgenoten vooruit helpen. Stel wel regels op: iedereen moet minstens 1 of 2 boeken lezen en het geldt enkel voor boeken die vanaf de start van De Leesrace gelezen worden. Uiteraard tellen ook boeken mee die leerlingen voor andere opdrachten moeten lezen.
De opdracht is geslaagd… als het afgesproken aantal kilometers binnen de tijdslimiet gelezen is.
EINDTERMEN Lezen: 9 - 12*
73
Maak een etalage voor de bib Individueel / met z’n allen / creatief met boeken / boekentips
Laat de leerlingen een etalage voor de bib maken rond een bepaald thema. Dit thema kan geïnspireerd zijn op bijvoorbeeld de Jeugdboekenweek, Gedichtendag, Valentijn, Kerstmis, de zomervakantie… Een verzorgde en creatieve etalage lokt klanten naar de bibliotheek en zet boeken in de kijker die de klanten misschien minder makkelijk ontdekken. Laat de leerlingen gerust brainstormen en ideeën spuien. De etalage hoeft niet enkel uit boeken bestaan, maar kan ook bijvoorbeeld weetjes, foto’s van lezers, lezersprofielen en filmpjes bevatten. Laat de leerlingen vooraf een concept uitwerken en maak tijd vrij om de etalage te maken, zodat ze alle voorwerpen tijdig kunnen verzamelen en knutselen. Voorzie eventueel momenten tijdens de les of middagpauze waarop ze kunnen werken aan de etalage. De etalage kan je in de schoolbib plaatsen, in de gang of in de klas. Maar waarom vraag je de openbare bibliotheek niet of er een samenwerking mogelijk is? Het zal je leerlingen enkel stimuleren als hun etalage ook in een echte bibliotheek getoond wordt.
De opdracht is geslaagd… als de leerlingen een geslaagde etalage gemaakt hebben.
BENODIGDHEDEN Knutselmateriaal (gekleurd papier, scharen, lijm, touwtjes…), foto’s, boeken, stof,… EINDTERMEN Lezen: 9 - 11 - 12* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitudes: 20* Taalgebruik: 21 - 22
74
Nodig een auteur uit Met z’n allen / lees een boek
Hoe leeft een auteur en hoe ziet hij eruit? Vaak zijn (jonge) lezers nieuwsgierig naar de persoon achter het boek. Daarom is een auteurslezing een uitstekende gelegenheid om kennis te maken met een auteur en zijn werk. Tijdens een lezing lezen de meeste auteurs voor en vertellen ze waar ze hun inspiratie halen. Of ze gaan samen met het publiek aan de slag om zelf te schrijven, te dichten en te tekenen. Ook krijgt het publiek meestal de kans om vragen te stellen. Een auteurslezing is dus een unieke ontmoeting tussen lezers, boeken en auteurs en een mooie manier om aan leesbevordering te doen. Laat de leerlingen een auteurslezing van A tot Z organiseren: een auteur kiezen, contact leggen met de auteur, vragen voorbereiden… Help hen op weg aan de hand van de beschikbare handleiding die je onder ‘inspiratie’ kan vinden. Of neem met de leerlingen een kijkje op www.auteurslezingen.be voor meer informatie. Je kan samen met hen een checklist opstellen en de rollen verdelen. Selecteer samen met de leerlingen de auteur: wie is hun favoriete schrijver, welke boeken lezen ze graag? Om te beslissen welke auteur jullie uitnodigen kan je vooraf eventueel stemrondes organiseren. Als voorbereiding op deze auteurslezing kan je werken rond boeken van de auteur die uitgenodigd wordt. Zo leren de leerlingen de auteur alvast kennen en zijn ze een beetje vertrouwd met het werk, wat voor meer interactie zal zorgen tijdens de lezing. Lessuggesties en werktips kan je terugvinden op pagina 5 van de handleiding. Stel de boeken van de auteur ter beschikking na de lezing (via de schoolbib of gewoon in de klas), zo stimuleer je de leerlingen om de boeken te lezen. Ook kan je hier een schrijfopdracht aan koppelen: laat de leerlingen achteraf een stukje over de lezing schrijven voor de schoolkrant of -website.
De opdracht is geslaagd… als de leerlingen de auteurslezing correct hebben georganiseerd.
INSPIRATIE http://www.auteurslezingen.be/html/VFL_Draaiboek_Auteurslezingen.pdf BENODIGDHEDEN Budget: een auteurslezing moet gefinancierd worden. Ga na of de school hiervoor een budget heeft en wat de mogelijkheden zijn. Een tussenkomst van 100 euro kan je aanvragen via www.auteurslezingen.be, indien je lezing aan bepaalde voorwaarden voldoet. EINDTERMEN Luisteren: 2 - 3 - 4* Spreken: 5 - 7 - 8* Lezen: 10 - 11 - 12* Schrijven: 15 - 16 - 17* Strategieën: 18 Overkoepelende attitudes: 19* - 20* Taalgebruik: 21 - 22 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
75
Bedenk een boekenstand creatief met boeken / boekentips / buiten de les / schoolbib / openbare bib
Organiseer met de klas een standje op de opendeurdag waarin je het Leesrace-project en de schoolbib of de jeugdbib voorstelt. Deze opdracht vergt heel wat voorbereiding. Laat de leerlingen dus vooraf zeker een aantal keer brainstormen en elkaar inspireren. Er zijn verschillende mogelijkheden: je kan er een echte Leesrace-stand van maken met promotiemateriaal en foto’s van de opdrachten die ze al uitgevoerd hebben. Je kan je publiek bijvoorbeeld ook zelf een mini-opdracht laten uitvoeren. Of je maakt er een meer literair standje van waarin boeken en auteurs centraal staan. Je kan ook promotie maken voor bijvoorbeeld de schoolbibliotheek. Bepaal samen met de leerlingen welke richting jullie uit willen en selecteer nadien de boeken, auteurs en/of Leesrace-activiteiten die voorgesteld zullen worden. Je mag hen gerust een leuke mix laten maken tussen de verschillende items. Zo kan je bijvoorbeeld auteurs voorstellen aan de hand van een auteursportret, wat ook een Leesrace-activiteit is. Verdeel de taken van deze opdracht zorgvuldig. Wie zoekt welke boeken uit? Hoe stellen ze een auteur voor? Welke Leesrace-activiteiten worden voorgesteld? Wie bemant het standje aan de bezoekers op de opendeurdag zelf? Hoe lok je bezoekers naar je standje? Wie spreekt het publiek aan of toe?
De opdracht is geslaagd… als er een aantrekkelijk standje met boeken, auteurs en/of Leesrace-activiteiten gemaakt is.
BENODIGDHEDEN Afhankelijk van de invulling: promotiematerialen, foto’s, een laptop om de website te tonen … BENODIGDHEDEN Kopieën van enquêtes EINDTERMEN Luisteren: 2 - 3 - 4* Spreken: 5 - 7 - 8* Lezen: 9 - 11 - 12* Strategieën: 18 (Inter)culturele gerichtheid: 26*
76
EXTRA
77
Handleiding Prezi Prezi is een website om online presentaties te maken met veel meer mogelijkheden dan een gewone PowerPoint. Met Prezi kan je makkelijk afbeeldingen toevoegen, leuke achtergronden kiezen en veel dynamischer presenteren. Ga zelf aan de slag: • Ga naar www.prezi.com • Klik op ‘Sign in’ • Maak een nieuwe log in of log in via je Facebookaccount • Je kan starten met het maken van een Prezi. Ben je hier nog niet mee vertrouwd? Misschien kunnen de volgende tips je op weg helpen. 1. Om een nieuwe Prezi te maken klik je op ‘+ New Prezi’
2. Je kan dan een thema kiezen, dat je nadien kan bewerken (kleur, lettertype, achtergrond …) Of je start met een lege Prezi zodat je alles zelf kan maken. TIP: wanneer je voor de eerste keer een Prezi maakt, kan je best een bestaande ‘template’ gebruiken.
78
3. Je kan het thema nog steeds aanpassen via ‘Templates’. Hier kan je een standaard thema kiezen, of je kiest ‘Customize Current Theme’ om de kleuren en lettertypes handmatig aan te passen.
4. Via ‘Add Frames’ kan je allerlei tekstvakken invoegen: cirkels, vierkanten, vierkanten haakjes ….
5. Via ‘Shapes’ kan je allerlei symbolen invoegen: pijlen, lijnen, rechthoeken, cirkels …
79
6. Via ‘Images’ kan je afbeeldingen toevoegen. Je kan kiezen voor afbeeldingen die op je computer opgeslagen zijn ‘From File’ of je kan rechtstreeks afbeeldingen via ‘Google Images’ downloaden (dan hoef je niets op je computer op te slaan).
7. Via ‘Media’ kan je filmpjes toevoegen aan je presentatie. Je kan kiezen voor filmpjes die op je computer opgeslagen zijn ‘From File’ of je kan de link naar een You-tube-filmpje plakken via ‘From YouTube’ (dan hoef je niets op je computer op te slaan).
8. Om de volgorde van je presentatie vast te leggen klik je op ‘Edit Path’. Op die manier kan je klikken op de onderdelen die je wil tonen. Je kan de volgorde bepalen door de slides in de linkerbalk te verschuiven (naar boven en beneden). Je kan ook via de nummertjes op de presentatie zelf werken. Je moet dan de nummertjes verslepen naar het object dat je wil laten zien. Via de +-tekens kan je paden (die aangeduid worden door de blauwe lijnen) toevoegen.
Nog niet helemaal duidelijk? Bekijk dan zeker de filmpjes eens op http://prezi.com/learn/. Veel succes!
80
Referentielijst eindtermen Luisteren 1 De leerlingen kunnen luisteren naar de volgende tekstsoorten (verwerkingsniveau: structureren): • een dialoog, polyloog met medeleerlingen met betrekking tot het school- en klasgebeuren; • instructies in verband met het uitvoeren van handelingen voor onbekende leeftijdgenoten; • een telefoongesprek met een onbekende volwassene. 2 De leerlingen kunnen luisteren naar de volgende tekstsoorten voor leeftijdgenoten (verwerkingsniveau: beoordelen): • uitspraken in een discussie; • oproepen en uitnodigingen tot een activiteit; • mondeling aangeboden ontspannende teksten. 3 Bij de planning, uitvoering en beoordeling van hun luistertaken kunnen de leerlingen de strategieën gebruiken die in eindterm 18 opgesomd zijn. 4* De leerlingen ontwikkelen binnen gepaste communicatiesituaties een bereidheid om: • te luisteren; • een ander te laten uitspreken; • een onbevooroordeelde luisterhouding aan te nemen; • te reflecteren over hun eigen luisterhouding; • het beluisterde te toetsen aan eigen kennis en inzichten. Spreken 5 De leerlingen kunnen de volgende tekstsoorten produceren (verwerkingsniveau: structureren): • vragen en antwoorden met betrekking tot leerstofonderdelen in de klas; • instructies aan bekende leeftijdgenoten; • uitnodigingen aan een bekende volwassene tot deelname aan een activiteit; • (telefoon)gesprekken: een onbekende volwassene inlichtingen geven of erom vragen; • mededelingen: de informatie die ze met betrekking tot een bepaald onderwerp, thema of opdracht hebben verzameld aan de leraar en klasgenoten aanbieden; • mededelingen: gevoelens, gewaarwordingen, verwachtingen in verband met het klasgebeuren tegenover een bekende volwassene verwoorden. 6 De leerlingen kunnen aan een gedachtewisseling in de klas deelnemen, daarin een standpunt onder woorden brengen en toelichten (verwerkingsniveau: beoordelen). 7 Bij de planning, uitvoering, en beoordeling van hun spreektaken kunnen de leerlingen de strategieën gebruiken die in eindterm 19 opgesomd zijn. 8* De leerlingen ontwikkelen binnen gepaste communicatiesituaties (zie eindtermen 5 en 6) een bereidheid om: • te spreken; • Algemeen Nederlands te spreken; • een kritische houding aan te nemen tegenover hun eigen communicatiegedrag. Lezen 9 De leerlingen kunnen de volgende tekstsoorten voor leeftijdgenoten lezen (verwerkingsniveau: structureren): • studieteksten; • fictionele teksten. 10 De leerlingen kunnen de volgende tekstsoorten voor leeftijdgenoten lezen (verwerkingsniveau: beoordelen): • brieven; • schriftelijke oproepen of uitnodigingen tot actie; • instructies; • informatieve teksten, inclusief informatiebronnen.
81
11
Bij de planning, uitvoering en beoordeling van hun leestaken kunnen de leerlingen de strategieën gebruiken die in eindterm 18 opgesomd zijn. 12* De leerlingen ontwikkelen binnen gepaste situaties een bereidheid om: • te lezen; • te reflecteren over de inhoud van een tekst; • de verkregen informatie aan eigen kennis en inzicht te toetsen; • zich in te leven in fictionele tekstsoorten; • hun persoonlijke waardering en voorkeur voor bepaalde teksten uit te spreken. Schrijven 15 De leerlingen kunnen de volgende tekstsoorten produceren (verwerkingsniveau: structureren): • een oproep, een uitnodiging aan bekende leeftijdgenoten; • een instructie aan bekende leeftijdgenoten; • een stuk met informatie over henzelf voor al of niet nader bekenden; • een informatief stuk voor bekende leeftijdgenoten; • antwoorden op vragen van bekende volwassenen over op school verwerkte inhouden; • een verslag aan bekende volwassenen over een gegeven schoolse opdracht. 16 Bij de planning, uitvoering en beoordeling van hun schrijftaken kunnen de leerlingen de strategieën gebruiken die in eindterm 19 opgesomd zijn. Bij het schrijven houdt dat ook verzorging in van de geschreven tekst op het gebied van handschrift, spelling, indeling en lay-out. 17* De leerlingen ontwikkelen binnen de gepaste situaties (zie eindterm 15) een bereidheid om: • te schrijven; • te reflecteren over hun eigen schrijven; • taal, indeling, spelling, handschrift en lay-out te verzorgen. Strategieën 18 De leerlingen kunnen bij de eindtermen luisteren, lezen, spreken en schrijven de volgende strategieën inzetten: • zich oriënteren op aspecten van de luister- , lees-, spreek- en schrijftaak: doel, teksttype en eigen kennis, en voor spreken en schrijven ook op de luisteraar of lezer en op andere bronnen van kennis; • hun manier van luisteren, lezen, spreken en schrijven afstemmen op het luister-, lees-, spreekschrijfdoel, en voor spreken en schrijven ook op de luisteraar of lezer; • tijdens het luisteren, lezen, spreken en schrijven hun aandacht behouden voor het bereiken van het doel; • het resultaat beoordelen in het licht van het luister-, lees-, spreek- of schrijfdoel; • het resultaat bijstellen. TAALBESCHOUWING Overkoepelende attitudes 19* De leerlingen zijn bereid om op hun niveau: • bewust te reflecteren op taalgebruik en taalsysteem; • van de verworven inzichten gebruik te maken in hun talig handelen. 20* Bij het reflecteren op taalgebruik en taalsysteem tonen de leerlingen interesse in en respect voor de persoon van de ander, en voor de eigen en andermans cultuur. Taalgebruik 21 Met het oog op doeltreffende communicatie kunnen de leerlingen in een ruim gamma van voor hen relevante en concrete taalgebruikssituaties reflecteren op de belangrijkste factoren van een communicatiesituatie: zender, ontvanger, boodschap, bedoeling, effect , situatie, kanaal. 82
22
Met het oog op doeltreffende communicatie kunnen de leerlingen in voor hen relevante en concrete taalgebruikssituaties reflecteren op: • Standaardnederlands en andere standaardtalen; • normen, houdingen, vooroordelen en rolgedrag via taal; • hun taalhandelingen, zoals beweren, meedelen, beloven, om informatie vragen, verzoeken, dreigen, waarschuwen, groeten, bedanken; • taalgedragsconventies; • de gevolgen van hun taalgedrag voor anderen en henzelf; • talige aspecten van cultuuruitingen in onze samenleving.
Taalsysteem 23 Met het oog op doeltreffende communicatie kunnen de leerlingen in voor hen relevante en concrete taalgebruikssituaties en op hun niveau reflecteren op een aantal structurele aspecten in de volgende domeinen: • klanken, woorden, zinnen, teksten; • spellingvormen; • betekenissen. (Inter)culturele gerichtheid 26* De leerlingen tonen bij de eindtermen Nederlands een (inter)culturele gerichtheid op het vlak van kennis en inzichten, vaardigheden en attitudes. Dat houdt in dat ze: • verschillende cultuuruitingen met een talige component in onze samenleving exploreren en er betekenis aan geven; • hun gedachten, belevingen en emoties bij ervaringen met de eigen culturele leefwereld in vergelijking met die van anderen verwoorden; • uitgaande van hun eigen referentiekader enige kennis over de diversiteit in het culturele erfgoed met een talige component verwerven en er waardering voor krijgen. * De attitudes werden met een asterisk (*) aangeduid. Bron: http://ond.vvkso-ict.com/vvksomainnieuw/leerplanpubliek.asp?NR=2010/016
Tekst: Stichting Lezen en Stefanie Kennes Eindredactie: Stichting Lezen Vormgeving: dastof.be De Leesrace is een project van Stichting Lezen. Stichting Lezen wordt gesubsidieerd door het Vlaams Fonds voor de Letteren. v.u.: Sylvie Dhaene, Frankrijklei 130/4, 2000 Antwerpen
83