Handleiding profielwerkstuk HAVO examen 2016 1. INLEIDING. Een van de onderdelen van het schoolexamen (SE) is het profielwerkstuk (PWS). Het PWS kun je beschouwen als een uitgebreide praktische toets. Het is het sluitstuk van het examenonderdeel “vaardigheden”. Vóór de vakantie heb je bericht gekregen over het vak waarbij je het werkstuk gaat maken. Voor een deel doe je dat samen met een medeleerling. Maar uiteindelijk lever je een individueel PWS af. Je mag dus niet het werk van je partner kopiëren. Het PWS heeft een studielast van 60 (klok)uren. Voor het PWS krijg je een cijfer. In het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) kun je vinden welke betekenis dit cijfer heeft in het Schoolexamen. Het werkstuk moet af zijn en ingeleverd worden uiterlijk op vrijdag 23 januari 2015. 2. HET LOGBOEK. In alle fasen van het profielwerkstuk moet je een individueel logboek bijhouden van de verrichte werkzaamheden: gegevens over tijden, beschrijving van de verrichte werkzaamheden, samenwerkingsactiviteiten, gemaakte afspraken (met de begeleider en met eventuele bronnen) en begeleidingsactiviteiten. Je krijgt het logboek van je begeleider. 3. HET ONDERWERP. Straks moet je samen met je partner en je begeleider een onderwerp kiezen. Je mag kiezen uit de onderwerpen die staan op de website van Da Vinci. Ga naar www.davinci-leiden.nl/kagerstraat; kies “Onderwijs” > “Informatie voor leerlingen” >“Leerlingen bovenbouw” > Profielwerkstuk” > Onderwerpen voor het profielwerkstuk; kies HAVO. Andere onderwerpen mogen ook in overleg met de begeleidende leraar. 4. DE STAPPEN IN HET PROFIELWERKSTUK. Na de voorbereidingen van vorig jaar (stap 1), bestaat het werk uit: stap stap stap stap
2: 3: 4: 5:
het maken van een plan van aanpak, het onderzoek, het maken en afronden van het eindproduct en de mondelinge presentatie van het eindproduct.
blz. 2 5. HET BRONNEN- EN MATERIALENBOEK Tijdens het werk moet een bronnen- en materialenboek worden bijgehouden. Zo'n boek kan bestaan uit een map waarin (onder andere) bewaard worden:
kladblaadjes met aantekeningen, knipsels, tussentijdse resultaten, uittreksels, schetsen, bronnenlijsten en afdrukken van internetpagina's waarvan gebruik wordt gemaakt.
Elk "stuk" moet worden voorzien van de datum waarop het in het bronnen- en materialenboek is gestopt. Verder moet elk stuk voorzien zijn van de vindplaats. 6. DE BEGELEIDING Voor de begeleiding zal de begeleider afspraken maken voor gesprekken. Daarnaast kun je ook zelf naar de begeleider stappen voor hulp en advies. De begeleider zal ook het PWS beoordelen. Zie hierover par. 9. 7. HET EINDPRODUCT EN DE PRESENTATIE Het is raadzaam om bij alle stappen vast na te denken over de vorm van het eindproduct en. Enkele voorbeelden:
Een Een Een Een Een Een Een
poster. maquette. digitaal verslag. foto-wand. tentoonstelling. schriftelijk verslag. lessenserie (b.v. 3 lessen) aan een groepje leerlingen van de onderbouw.
8. HET ONDERWERP, DE HOOFDVRAAG EN DE DEELVRAGEN Schrijf bij onderwerpen die je interessant lijken (uit het boekje of zelf bedacht) zoveel mogelijk trefwoorden op. Blader eens in boeken of op internet; praat eens met deskundigen. Streep onderwerpen/trefwoorden weg · die je bij nader inzien niet interesseren, · die niet voldoen aan het PWS, · die zo breed zijn dat je er niet diep in kunt duiken of · waar moeilijk informatie over te vinden is. Bij elk onderwerp hoort een “hoofdvraag”. Bij de aangeboden onderwerpen zijn die hoofdvragen vermeld. Deelvragen maken de hoofdvraag “onderzoekbaar”. Ze moeten dus via onderzoek zijn te beantwoorden. De hoofdvraag zou kunnen luiden: “Is er sprake van marktwerking in het parkeerbeleid van de gemeente Leiden?”
Daarbij zouden als deelvragen kunnen worden gesteld: blz. 3 Wat wordt bedoeld met marktwerking? Hoe komt het aanbod aan parkeerplaatsen tot stand? Door welke factoren wordt de vraag naar parkeerplaatsen bepaald? Hoe zijn aanbod en vraag verspreid over de stad? Hoe wordt het prijsmechanisme ingezet als de vraag het aanbod overtreft?
∙ ∙ ∙ ∙ ∙
In deelvragen wordt bijvoorbeeld gevraagd naar het wie, wat, waar, welke, waarom, waardoor, waarvoor, waarmee, waartoe, hoe. Je ∙ ∙ ∙ ∙ ∙
kunt vragen stellen als: Hoe gebeurt het? Welke gevolgen heeft het? Welk doel dient het? Wat zijn de voor- en nadelen? Hoe ontwikkelt het zich?
Er zijn verschillende soorten deelvragen: ∙ Hoe gebeurt het? /beeldvormende: op basis van onderzoek beschrijf je een situatie of persoon. ∙ Welke gevolgen heeft het? ∙ Welk doel dient het? ∙ Vergelijkende: op zoek naar overeenkomsten en verschillen. ∙ Verklarende. ∙ Waardebepalende/evaluatieve: je geeft een oordeel. ∙ Voorspellende. ∙ Probleemoplossende of regelgevende. Vaak zal tijdens het onderzoek blijken dat je de vragen moet bijstellen. 9. DE BEOORDELING. De 10 punten die voor het PWS kunnen worden gegeven bestaan uit drie delen:
Na stap 2 geeft de begeleider een zogenaamde go-/no-go-beslissing. Bij een go-beslissing mag je verder gaan met de stappen 3, 4 en 5. Je krijgt dan 1 punt. Bij de no-go-beslissing moet je stap 2 (gedeeltelijk) overdoen. Je krijgt (voorlopig) géén punt. Pas na een go-beslissing mag je doorgaan met de volgende stappen. Het plan van aanpak moet aan de volgende vereisten voldoen: A
Hoofdvraag en deelvragen
B
Uitvoerbaarheid
C
Planning van werkzaamheden
D
Onderzoeksmethoden en informatiebronnen
E
Samenwerking
F
Begeleidingscontacten
G
Tijdplanning
Het pva bevat de hoofdvraag en helder geformuleerde deelvragen en beschrijft de samenhang. Onderzoek rond de deelvragen is in voldoende mate mogelijk en haalbaar. Alle geplande werkzaamheden worden nauwkeurig (o.a. plaats, benodigde materialen) omschreven in een logische volgorde. De geplande onderzoeksmethoden en/of informatiebronnen worden nauwkeurig en in samenhang met de werkzaamheden genoemd. De samenwerkingsactiviteiten worden nauwkeurig (inhoud) vermeld en vastgelegd in de tijd-planning. Alle geplande begeleidingscontacten zijn op de juiste tijdstippen vermeld en de mogelijke inhoud is beschreven. Het pva bevat een gedetailleerde en realistische tijdplanning en vermeldt de deadlines.
blz. 4
In de loop van de stappen 3 en 4 worden maximaal 7 punten gegeven voor algemene vaardigheden én (eventueel) vakspecifieke vaardigheden. Je wordt beoordeeld voor vier algemene vaardigheden: a) Het onderzoek b) Het eindproduct c) De samenwerking d) Omgaan met het profielwerkstuk De beoordeling gebeurt volgens de schema’s die op de bladzijden 5 t/m 9 staan. Er kunnen maximaal vier vakspecifieke vaardigheden worden beoordeeld. Vakspecifieke vaardigheden spelen een speciale rol spelen bij het vak waarbij je het werkstuk maakt. De beoordeling gebeurt volgens schema’s die de begeleider tijdig bekend maakt.
Bij stap 5 worden maximaal 2 punten gegeven. De beoordeling gebeurt volgens het schema dat op blz. 10 staat.
blz. 5 10. FRAUDE EN AUTHENTICITEITSVERKLARING. Uiteraard moet het profielwerkstuk bestaan uit eigen werk en een logboek dat naar waarheid is ingevuld. Alles moet authentiek zijn. Daarom moet je een authenticiteitverklaring ondertekenen. Hieronder zie je hoe die verklaring eruit ziet. In de verklaring geef je aan dat het werk géén passages bevat (al dan niet met bronvermelding) uit werkstukken van andere leerlingen van het Da Vinci College of leerlingen/studenten van andere onderwijsinstellingen. dat de bronnen juist en volledig zijn vermeld, dat, in geval van groepswerk, de opgave van de individuele bijdragen overeenkomt met het verloop van de werkzaamheden en dat het logboek regelmatig is bijgewerkt en het daadwerkelijk verloop van de werkzaamheden weergeeft. AUTHENTICITEITVERKLARING behorend bij het profielwerkstuk van Ondergetekende, ,
klas
verklaart dat het werk géén passages bevat (al dan niet met bronvermelding) uit werkstukken van andere leerlingen van het Da Vinci College of leerlingen/studenten van andere onderwijsinstellingen, dat de bronnen juist en volledig zijn vermeld, dat, in geval van groepswerk, de opgave van de individuele bijdragen overeenkomt met het verloop van de werkzaamheden, dat het logboek regelmatig is bijgewerkt en het daadwerkelijk verloop van de werkzaamheden weergeeft.
(datum):
(Ondertekening):
blz. 6 11. AFSPRAKEN. Bij de eerste bijeenkomst met de begeleider moeten een aantal afspraken worden. Deze afspraken kun je noteren op de binnenkant van de voorkaft van het logboek. Een los exemplaar van dit afsprakenblad (gebruik blz. 13 van deze handleiding) moet je uiterlijk maandag 16 september inleveren bij je afdelingsleider. Een van de afspraken gaat over het aantal keren dat je contact hebt met je begeleider. Het is raadzaam om dit minimaal 1 x per 2 weken te doen. Bij het onderdeel deadlines is het van belang om de hele periode te gebruiken en de stappen gelijkmatig over de weken te verdelen. In het schema hieronder zie welke weken beschikbaar zijn. weken stappen
3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 5 5 0 0 0 0 6 7 8 9 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 1 2 1 2 3 4
stap 2: het maken van een plan van aanpak
stap 3: het onderzoek stap 4: het maken van het eindproduct stap 5: het presenteren van het eindproduct
12. DE MONDELINGE PRESENTATIE VAN HET EINDPRODUCT. Enkele weken nadat het eindproduct is afgerond vindt een mondelinge presentatie plaats. Hierbij worden o.a. alle ouders/verzorgers uitgenodigd. Voor de prestatie tijdens deze bijeenkomst wordt maximaal 1 punt gegeven. 13. EINDVERSLAG. Tot slot krijg je van je begeleider een eindverslag met daarbij de beoordelingsschema’s, een overzicht van de berekening van het cijfer en de door jou ondertekende authenticiteitverklaring. Op de website van Da Vinci staan een aantal “hulpdocumenten”. Hierin worden aanwijzingen en tips gegeven voor een aantal werkzaamheden. Ga naar www.davinci-leiden.nl; kies “Kagerstraat” > “Profielwerkstukken” > “hulpdocumenten”. Wellicht kun je er je voordeel mee doen! VEEL SUCCES!
blz. 13
HAVO GEMAAKTE AFSPRAKEN OVER HET PWS Lever uiterlijk maandag 5 oktober een los exemplaar van dit blad (ingevuld) in bij je afdelingsleider. Let op: Dit blad moet worden ondertekend door de begeleider! Naam: …………………………………………………………………………………………………..
Klas: ………….
Begeleider: ……………………………………………………………………………………………….. Vak: ………………………………………………………………………………… Onderwerp: ……………………………………………………………………………………………………………………………………… Samenwerkingspartner(s):
Klas: ……………………………………………………………
…………… Klas:
……………………………………………………………
……………
Gemaakte afspraken: Er is minimaal 1 x per
een begeleidingscontact. ………………………………
Deadlines: Weeknummer Verdeel de deadlines over de hele beschikbare periode.
Plan van aanpak af Onderzoek af Eindproduct af
Vorm van het eindproduct: …………………………………………………………………………………………………… (datum):
(datum):
Ondertekening door de begeleider:
Ondertekening door de kandidaat: