Handleiding Plan van Aanpak
Speciaal (voor) verticaal Versterken kwaliteit verticale groepen
Colofon Uitgever: Tekst: Datum uitgave:
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling Jeanne van Berkel december 2010
Met dank aan: Pilotlocaties Þ Kinderopvang Bim Bam, Naaldwijk Þ Quadrant Kindercentra - Kinderdagverblijf de Harlekijn, Gouda Þ Kinderopvang Snoopy, Leimuiden Þ Kinderopvang Octopus - KDV Joriaantje, Delft Þ Kinderopvang Octopus - KDV Ukkepuk, Delft Klankbordgroep Þ Stichting Kinderopvang Barendrecht - Kok van der Meer Þ NJi - Liesbeth Schreuder en Su’en Kwok Þ CMO Spectrum - Greet Tuczek en Thecla Brouwer Þ JSO - Karin Vroonhof Bezoekadres:
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling Nieuwe Gouwe Westzijde 1, 2802 AN Gouda Postbus 540, 2800 AM Gouda T 0182 547888 F 0182 547889 E
[email protected] www.jso.nl
Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door financiële steun van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Copyright © 2010 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling Uit deze uitgave mag niets worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, retrieval systemen of op welke andere wijze dan ook zonder toestemming van JSO.
Inhoudsopgave
1.
Speciaal (voor) verticaal - Versterken kwaliteit verticale groepen ................................................... 5 1.1 Inleiding ......................................................................................................................... 5 1.2 Praktische instrumenten en producten ............................................................................... 6 1.3 Handleiding voor plan van aanpak ..................................................................................... 7
2. Plan van aanpak maken voor versterking van de verticale groep ..................................................... 9 2.1 Visie op verbeteren .......................................................................................................... 9 2.2 Plan van aanpak verticale groep ........................................................................................ 9 3. Zelf aan de slag! ..................................................................................................................... 11 3.1 Gesprekspunten groepsoverleg ........................................................................................ 12 3.2 Format plan van aanpak: versterken kwaliteit verticale groep .............................................. 15
Bijlagen Bijlage 1 Achtergrondinformatie: pedagogiekontwikkeling is een proces .............................................. 21 Bijlage 2 Informatie theorieën kwaliteitsverbetering .......................................................................... 25 Bijlage 3 ‘De kwaliteit van de verticale groep - een taak voor het management’ ................................... 27
1.
Speciaal (voor) verticaal - Versterken kwaliteit verticale groepen
1.1 Inleiding Veel kinderopvangorganisaties werken met verticale groepen. Het werken met verticale groepen biedt voordelen, vooral op pedagogisch gebied. Kinderen komen in contact met kinderen van verschillende leeftijden en broertjes en zusjes kunnen in een groep geplaatst worden. Jongere kinderen worden zo extra gestimuleerd. Ouders vinden het prettig dat hun kind vier jaar in dezelfde groep met vaste medewerkers blijft. Als bijkomend organisatorisch voordeel, vergemakkelijkt het werken in verticale groepen een efficiënte planning en plaatsing van kinderen. De verticale groep is een sociale leefgemeenschap: kinderen komen jong in contact met kinderen van andere leeftijden, hebben verschillende rollen en leren van elkaar. Allemaal aspecten die bijdragen aan de sociale ontwikkeling van kinderen. Het werken in verticale groepen vraagt specifieke vaardigheden van de pedagogisch medewerkers. De organisatie van de groep, het inspelen op de verschillende specifieke (ontwikkelings)vragen van kinderen in uiteenlopende leeftijden en tegelijkertijd de verzorging, zijn aspecten die niet altijd gemakkelijk te combineren zijn. Het NCKO rapport ‘Pedagogische kwaliteit van de opvang van 0- tot 4-jarigen in Nederlandse kinderdagverblijven’, mei 2009, bevestigt dit beeld. Extra aandacht voor de ondersteuning van pedagogische kwaliteit in de verticale groep is dan ook wenselijk. Daarom werkte JSO van februari 2010 tot en met juli 2011 aan het project ‘Speciaal (voor) verticaal’. Hierbij willen we de voordelen van het werken in verticale groepen versterken en de nadelen zoveel mogelijk beperken. Het doel van het project is om alle aspecten die bij de pedagogische kwaliteit een rol spelen (specifiek bij verticale groepen) in kaart te brengen. Op basis van die analyse (wat doet ertoe?) ontwikkelden we praktische instrumenten en producten, waarmee organisaties zelf aan de slag kunnen om de kwaliteit van hun verticale groepen te versterken. Wat is een verticale groep? In een verticale groep zitten kinderen van verschillende leeftijden samen in één groep. Er is sprake van een verticale groep als er in de groep kinderen van 0 tot 4 jaar zitten met een leeftijdsverschil van ten minste 2 jaar. Juist dat leeftijdsverschil vereist de extra aandacht voor de verschillende (ontwikkelings)behoeften van de kinderen. In de praktijk bestaan diverse varianten van verticale groepen, zoals dreumes- en peutergroepen van 1 tot 4 jaar, combigroepen voor baby s en peuters van 0 tot 3 jaar en groepen peuters van 1,5 tot 4 jaar.
In deze situaties dient er extra aandacht te zijn om tegemoet te komen aan de (ontwikkelings)behoefte van elk kind in de groep. De pilots in het project hadden groepen 0-4 jaar: de ontwikkelde producten zijn getest in 0-4 jaar groepen.
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
5
1.2 Praktische instrumenten en producten ‘Speciaal (voor) verticaal’ bestaat uit een reeks producten waarmee organisaties zelf aan de slag kunnen om de kwaliteit van hun verticale groepen te versterken. Bijvoorbeeld een quickscan, waarmee medewerkers hun situatie kunnen analyseren en verbeterpunten in kaart kunnen brengen. Daarnaast zijn diverse instrumenten beschikbaar voor het werken in verticale groepen. De instrumenten zijn samen met kinderopvangorganisaties ontwikkeld na een grondige analyse van alle aspecten die specifiek voor verticale groepen bij de pedagogische kwaliteit een rol spelen. In vijf pilots zijn de producten getest. De ervaringen zijn in de definitieve instrumenten verwerkt: Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’
Quickscan, waarmee medewerkers hun verticale groep analyseren en verbeterpunten in kaart brengen. Handleiding voor leidinggevende om een plan van aanpak samen te stellen.
Praktische instrumenten voor pedagogisch medewerkers, leidinggevenden/staf t.a.v.: 1.
Pedagogische visie: pedagogisch beleid en verticaal werken
2.
Ruimte en inrichting
3.
Dagprogramma
4.
Teamwork realiseren
Daarnaast zijn er twee deskundigheidsbevorderende instrumenten ontwikkeld: 5.
Workshop ‘Omslag naar of start van verticale groepen’: voor startende verticale groepen of organisaties die overgaan tot het invoeren van verticale groepen.
6.
Training ‘Inspelen op verticaal’: een training van drie dagdelen voor pedagogisch medewerkers 1. Hoe te focussen op ieder individueel kind én de groep als geheel?
DVD met observatie- en inspiratiefragmenten uit de praktijk. De films zijn bedoeld om met elkaar in gesprek te gaan en ideeën op te doen. Inclusief instructiekaart met tips voor het gebruik van de DVD.
Inspiratieboekje met zes voorbeelden hoe verticale groepen kunnen werken aan structuur, programma, werkafspraken maken in het team, etc.
De producten kunnen afzonderlijk of in onderlinge samenhang ingezet worden. De dagelijkse praktijk staat centraal in alle producten.
1
De training ‘Inspelen op verticaal’ is afzonderlijk af te nemen bij JSO.
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
6
1.3 Handleiding voor plan van aanpak Deze handleiding bevat het geheel van achtergrondinformatie, documentatie en instrumenten om een plan van aanpak te maken om de kwaliteit op de verticale groep te versterken. Dit document beschrijft de visie die ten grondslag ligt aan het plan van aanpak. Tevens worden stapsgewijs de stappen toegelicht. Het bouwt voort op de quickscan: het steunt organisaties om de resultaten van de quickscan te analyseren, concretiseren en er verbeterpunten uit te halen. Leeswijzer Deze handleiding: Þ omvat de uitgangspunten en visie die ten grondslag liggen aan het plan van aanpak; Þ is van belang om door te nemen alvorens met het plan van aanpak aan de slag te gaan; Þ bevat in de bijlagen theoretische onderbouwing. Na deze algemene projectinformatie, gaan we in hoofdstuk 2 verder met een algemene informatie over het plan van aanpak. Hierin komt o.a. aan de orde de visie op verbeteren en stappen welke doorlopen worden in de ontwikkeling van het plan van aanpak. Hoofdstuk 3 beschrijft deze stappen. Ze vallen uiteen in: 3.1 Agenda - gesprekspunten voor het bespreken van de resultaten van de quickscan in een groepsoverleg 3.2 Format voor het plan van aanpak Ondersteunende informatie is opgenomen in de bijlagen. We hopen dat deze informatie kinderopvangorganisaties ondersteunt in vertalen naar ‘wat gaan wij doen om wat te verbeteren, op welk termijn, wie doet wat en wat is ons doel?’
Gouda, december 2010 Projectteam Speciaal (voor) verticaal
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
7
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
8
2. Plan van aanpak maken voor versterking van de verticale groep Het plan van aanpak wordt per opvanggroep gemaakt: zo kan er specifiek ingegaan worden op de verbeterpunten - ontwikkelingen van die specifieke groep. In het plan van aanpak brengt de groep in kaart aan welke aandachtspunten en hoe zij de komende 1 à 1,5 jaar gaat werken aan verbetering - ontwikkeling van de verticale groep. Door het format (zie hoofdstuk 3.2) als leidraad te hanteren, worden deze verbeterpunten geconcretiseerd: wat is het gewenst resultaat en hoe werken we daaraan?
2.1 Visie op verbeteren Kwaliteit is een dynamisch proces, wat door verschillende of veranderende omstandigheden beïnvloed wordt. Aan het plan van aanpak liggen de uitgangpunten van de PDCA-cirkel (Deming), het INK-model2 en het 7 Sen-model van Mackinskey ten grondslag (zie bijlage 2). Zo willen wij recht doen op aan verschillende ontwikkelen en kwaliteitsverbetering(en) in organisaties.
2.2 Plan van aanpak verticale groep Op basis van de resultaten van de quickscan maakt de leidinggevende van de locatie het plan van aanpak voor versterking van de verticale groep. In een gezamenlijk gesprek met de pedagogisch medewerkers van de groep worden de resultaten van de quickscan besproken. Deze bespreking bestaat uit het uitwerken van de diverse onderdelen, die een basis (kunnen) vormen voor het plan van aanpak (zie hoofdstuk 3.1). De leidinggevende maakt na het overleg het plan van aanpak (zie hoofdstuk 3.2). Het plan van aanpak wordt besproken in een daaropvolgend groepsoverleg, waarin concrete afspraken gemaakt worden: 1. Wie doet wat wanneer? (de leidinggevende kan daartoe een voorstel doen) 2. Aan welk resultaat werken we? 3. Wie is initiatiefnemer (eigenaar) op dit thema? Ga er vanuit dat je steeds met periodes van 3 à 4 maanden een concreet thema versterkt / verbetert. Borg dit in (vaste) afspraken: vastleggen in werkplan, regels etc. Daarna neem je een nieuw thema. Elke pedagogisch medewerker kan met een ‘eigen thema’ aan de slag gaan. Zo kan de cyclus van pedagogiekontwikkeling doorlopen - ervaren worden.
2
Dit ligt aan de basis van het HKZ-model voor de kinderopvang.
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
9
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
10
3. Zelf aan de slag! Aan de slag gaan, valt uiteen in twee stappen:
Stap 1 (3.1)
Bevat een gesprekspuntenlijst om de resultaten van de uitgevoerde quickscan uit ‘Speciaal (voor) verticaal’ met de groep te bespreken. De resultaten uit deze bespreking vormen de basis voor de leidinggevende om het plan van aanpak samen te stellen. Op deze manier is het maken van het plan van aanpak al een interactief proces.
Stap 2 (3.2)
Bevat het format voor het plan van aanpak, inclusief een planning – tijdpad Dit format kun je volgen en invullen. Een andere mogelijkheid is het om op basis van de gestelde vragen / onderwerpen zelf een eigen plan van aanpak te maken. Het format vormt de leidraad om planmatig de verbeterpunten te benoemen en uit te werken.
In de bijlagen is achtergrondinformatie opgenomen: Bijlage 1 Bevat achtergrondinformatie uit het JSO-werkboek: Pedagogiek in beweging 2008. Het omschrijft de visie en mogelijkheden om pedagogiekontwikkeling als proces te benaderen. Bijlage 2 Bevat achtergrondinformatie over de visie / theorieën die ten grondslag liggen aan kwaliteitsverbetering. Wij hebben deze als inspiratie benut om het plan van aanpak samen te stellen. Bijlage 3 Willen we verwachten dat pedagogisch medewerkers op de groep aan de slag gaan, dan vraagt dit ook van het management kritisch nadenken en reflecteren op hun rol en ondersteuning van ontwikkelingen op de groep. Een artikel uit het vakblad BBMP van augustus / september 2010, geeft inzicht in die ‘taak voor het management’.
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
11
3.1 Gesprekspunten groepsoverleg Het doel van het groepsoverleg is: Þ Resultaten quickscan bespreken - uitwisselen Þ Ingrediënten plan van aanpak formuleren Agendapunten: I. Algemeen II. Versterken sterktes III. Verbeterpunten IV. Aan de slag V. Ondersteuning gewenst Deze onderdelen worden op blz. 13 en 14 uitgewerkt. Volgende stap: na het overleg De leidinggevende verwerkt de resultaten / koers uit dit groepsoverleg in een plan van aanpak. Dit wordt besproken (en vastgesteld) in een volgend groepsoverleg. Draagvlak en betrokkenheid van alle pedagogisch medewerkers van de groep worden zo gewaarborgd.
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
12
I
Algemeen: bekijk de quickscan (vergelijk het met een foto) Þ Wat valt ons op uit de quickscan?
Algemeen 1. Zijn er onderdelen waar we opvallend goed op scoren? 2. Zijn er onderdelen waar verschillende medewerkers een andere kijk op hebben? Welke beelden heeft iedereen op basis waarvan je tot een besluit over de kwaliteit bent gekomen? (beeld oordeel besluit). Je geeft namelijk (eigen) betekenis aan je beeld. Uitwisselen van beelden, verschillende betekenissen daarvan en gezamenlijk tot een besluit komen. Wees daarbij bereid om kritische kanttekeningen te plaatsen, ga in op de signalen / gevoelens die er zijn: bijv. uitgedrukt in ‘lukt niet altijd’. Probeer in dit overleg heel concreet te maken welke onderdelen spelen en doorslaggevende invloed hebben. Medewerker A is opgegroeid in een groot gezin en werd altijd benaderd als één van de kinderen. In de quickscan hecht zij veel waarde aan speelplekken voor kinderen ongestoord kunnen spelen. In een gesprek kom je erachter dat vanuit haar geschiedenis (ervaringen / overtuiging), zij veel waarde hecht aan ‘automie - jezelf kunnen zijn - ongestoord zelf kunnen spelen’. Doordat je erover gesproken hebt, heb je niet alleen het gedrag (het topje van de ijsberg) besproken, maar ook alle overwegingen, beelden, ervaringen etc. waartoe mensen besluiten tot bepaald gedrag. Zo kom je achter de betekenis die jezelf en je collega aan situaties geven. Gedrag (over en weer) kan zo helder worden en inzicht geven.
ZICHTBAAR Gedrag
Vaardigheden
ONZICHTBAAR
Overtuigingen
Identiteit
Specifiek Bekijk de resultaten per kwaliteitsaspect (groepsfunctioneren, omgang kinderen, afstemming en samenwerking etc.) Wat valt op?
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
13
II
Versterken sterktes Þ Bespreek met elkaar de (max. 5) punten waar je als verticale groep trots op bent. Þ Werk deze onderdelen kort uit en ga in op de toegevoegde waarde voor de groep. Met andere woorden: op welke wijze dragen deze onderdelen bij aan een sterke kwaliteit van de groep. Maak dat specifiek / concreet.
Groep A is heel trots op het feit dat er goede contacten met ouders zijn rondom halen en brengen. Opvallend is dat de vroege dienstleidsters hiervoor een heel natuurlijk moment hebben gecreëerd aan de keukentafel. Het eerste kwartier drinken alle medewerkers van de vroege dienst samen koffie en thee, ze praten even bij. Ook de huishoudelijk medewerker schuift aan. Aangezien er steeds meer kinderen vroeg komen, is besloten om zo snel mogelijk in de ochtend naar de groepen te gaan. Hierdoor lijkt het koffie- en thee kwartiertje te verdwijnen: ouders waarderen de vroege overgang van thuis naar KDV en sluiten regelmatig even aan. Het KDV wordt dus voor de vraag gesteld: hoe kunnen we voor de kinderen rust creëren door vlot naar de eigen groep te gaan, met behoud van dit belangrijk informele contact met ouders?
III Verbeterpunten Alle pedagogisch medewerkers beantwoorden deze vraag individueel (opschrijven), daarna uitwisselen:
Mijn handen jeuken …………………………………………………………………………………………………………… Met DIT onderdeel wil ik als eerste aan de slag op de groep: (max. 3 punten)…………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………….. Waarom ik dit het belangrijkste vind ………………………………………………………………………………………… Het resultaat over 1 jaar is dat ……………………………………………………………………………………………….
Bespreek deze punten samen: wissel uit, streef naar thema’s. Houd in de gaten op welke (kwaliteits)onderdelen ze gericht zijn. Het gaat erom dat die punten uitgewerkt worden waar INVLOED op uit te OEFENEN is en een ACTIEVE rol van pedagogisch medewerkers verwacht wordt. Een wens om een nieuw gebouw neer te zetten is natuurlijk niet haalbaar, maar een herinrichtingsplan van de groepsruimte en slaapruimte maken wel. IV Aan de slag Þ Bepaal samen prioriteiten. Þ Formuleer samen de verbeterkansen. Þ Houd een eerste brainstorm over wat je gaat doen om het gestructureerde doel / resultaat te bereiken. V
Ondersteuning gewenst Þ Wat hebben de pedagogisch medewerkers nodig om aan de versterking van de kwaliteit van de verticale groep te werken? Þ Werk naast het plan van aanpak voor de groep ook een agenda voor het management uit om het geheel te ondersteunen (aansluiten bij het 7 Sen-model / zie bijlage 2 + bijlage 3)
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
14
3.2 Format plan van aanpak: versterken kwaliteit verticale groep Uit te werken per groep, door de leidinggevende. Dit format kun je volgen en invullen. Een andere mogelijkheid is het om op basis van de gestelde vragen / onderwerpen zelf een eigen plan van aanpak te maken. Het format vormt de leidraad om planmatig de verbeterpunten te benoemen en uit te werken.
Datum
Naam locatie
Naam groep
Periode
Naam medewerkers
Versterken sterktes In onze groep zijn wij tevreden over …………………………………………………………………………….. En wij gaan werken aan versterking hiervan. Bepaal als groep de 3 belangrijkste. Werk per onderdeel uit: 1 ……………………………….
Wat is de toegevoegde waarde hiervan en hoe kunnen we dat (nog) meer versterken? (voor kinderen - ouders)
2 ……………………………….
Wat willen we bereiken? Wie doet wat wanneer?
3 ……………………………….
Wie is initiatiefnemer (eigenaar) op dit thema?
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
15
Verbeterpunten In onze groep willen wij werken aan versterking van: Wij adviseren dit te beperken tot 5 onderdelen. Werk per onderdeel uit: 1 ……………………………….
Wat is exacte knelpunt (vanuit het perspectief kind - ouder - medewerker) Welk doel / resultaat willen we over één jaar bereikt hebben?
2 ………………………………. Wie doet wat, wanneer? Wie is initiatiefnemer (eigenaar) op dit thema? 3 ……………………………….
4 ……………………………….
5 ……………………………….
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
16
Aan de slag Planning: Zet de 5 verbeterpunten in een planning: waarmee wij gaan starten en hoe lang we hieraan werken: Bijvoorbeeld: Algemene planning
Mei 10
Juni
Juli
Aug.
Sept.
Okt.
Nov.
Dec.
Jan. 11
Febr.
Maart
April
Mei
Juni Juli
Quikscan invullen (nulmeting) Bespreken
X
X X
P.v.A. maken
X X
X
Aan de slag!
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Quikscan invullen
X X
(verbetering bereikt?) Verbeterpunten: Aan de slag met …. (enkele voorbeelden) Herinrichten ruimte Training ‘Inspelen op verticaal’ volgen
Plan
Uitvoeren
Uitvoeren
Bijstellen
Plan
Volgen
Volgen
Route zorgenkinderen actualiseren
Volgen
Verwerken in werkplan
Plan uitwerken
Concept maken
Vaststellen
Plan maken
Plan bespreken team
Buitenspelen verticaal versterken Organisatie van de groep: werkrooster / diensten
Plan
Uitvoeren
Uitvoeren
Uitvoeren
Uitvoeren
Uitvoeren
Bijstellen Vastleggen
…………………. ………………………
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
17
Uitvoeren
Ondersteuning gewenst Onze groep (evt. naam) heeft nodig van het management om de geformuleerde verbeteringen te bereiken…………………………..
Dit zal op de volgende wijze gerealiseerd worden
Agenda voor management Om tot blijvende versterking van de verticale groep te komen zijn de specifieke aandachtpunten voor het management / organisatie: Werk per onderdeel uit: 1 ……………………………………
Wat is de toegevoegde waarde hiervan op de kwaliteit op de groep? Welk doel willen we bereiken?
2 ……………………………………
Aan welk resultaat werken we? Wat gaan we wanneer doen?
3 ……………………………………
Wie is / wordt eigenaar ervan?
Tot slot Þ Dit moeten wij niet over het hoofd zien ……………………………………………………………………. Þ Wijze waarop wij de voortgang volgen …………………………………………………………………….. (Bijv. groepsoverleg 1 x per 6 weken) Þ Zo gaan wij om met als het even tegenzit ………………………………………………………………….
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
18
Bijlagen Bijlage 1 Bevat achtergrondinformatie uit het JSO-werkboek: Pedagogiek in beweging, 2008. Het omschrijft de visie en mogelijkheden om pedagogiekontwikkeling als proces te benaderen. Bijlage 2 Bevat achtergrondinformatie over de visie / theorieën welke ten grondslag liggen aan kwaliteitsverbetering. Wij hebben deze als inspiratie benut om het plan van aanpak samen te stellen. Bijlage 3 Willen we verwachten dat pedagogisch medewerkers op de groep aan de slag gaan, dan vraagt dit ook van het management kritisch nadenken en reflecteren op hun rol en ondersteuning van ontwikkelingen op de groep. Een artikel uit het vakblad BBMP van augustus / september 2010, geeft inzicht in die ‘taak voor het management’.
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
19
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
20
Bijlage 1 Achtergrondinformatie: pedagogiekontwikkeling is een proces Bron: JSO werkboek: Pedagogiek in beweging / 2008
Het kind centraal Pedagogiekontwikkeling gaat over het benutten van kansen en mogelijkheden in organisaties. Het vraagt om een manier van denken en werken waarbij u het kind in alle opzichten steeds centraal stelt en kijkt hoe u optimaal in kunt spelen op de vragen, belangen en wensen van het kind. Hierbij is het belangrijk dat u uitgaat van de bestaande situatie. Welke beleidskeuzes heeft u gemaakt? Hoe is de bestaande praktijk? Met welke vragen van ouders wordt u geconfronteerd? Waar vindt u aanknopingspunten in uw situatie voor pedagogiekontwikkeling? Pedagogiekontwikkeling vraagt om het: Þ Stilstaan bij kansen en mogelijkheden, en deze benutten. Þ Uitgaan van de bestaande situatie waarin u zich nu bevindt. Þ Uitbouwen van succesfactoren, ook hele kleine successen tellen mee. Þ Tonen van lef en moed om iets te doen, om in beweging te komen. Þ Kritisch kijken naar de effecten van iets, en zo nodig bij te stellen, of de keuze terug te draaien. Pedagogiekontwikkeling als een cyclisch proces Pedagogiekontwikkeling gaat om het voortbouwen en uitbouwen van de bestaande situatie. Dit is een belangrijk vertrekpunt bij pedagogiekontwikkeling. Pedagogiekontwikkeling wordt dan ook vanuit diverse kanten als een cyclisch proces benaderd. We geven u drie modellen van zo’n proces weer.
Voorbeeld van een cyclisch groeiproces 2 BEZINNEN hoe pakt jouw handelen uit in de praktijk?
1 DOEN hoe handel je in de praktijk?
De leidsters observeren de kinderen en merken dat die tijdens het spel vaak op allerlei leuke ideeën komen voor dingen die ze willen maken
De leidsters beslissen wanneer en waarmee de kinderen kunnen knutselen. De handenarbeidmaterialen staan hoog in de kast
De leidsters ontdekken dat zij er min of meer onbewust van uitgaan dat zij de activiteiten voor de kinderen moeten bedenken. Ze worden zich ervan bewust dat hun handelen voortkomt uit de opvatting dat kinderen te jong zijn om zelf te kiezen en verantwoordelijkheid te dragen voor wat ze doen. De leidsters zetten nu vraagtekens bij deze opvattingen. Ze vragen zich af of kinderen niet méér kunnen dan zij steeds dachten.
5 OPNIEUW (EN DEZE KEER ANDERS) DOEN De leidsters kijken goed wat er gebeurt als ze de kasten openzetten. Ze merken dat sommige kinderen er wel aan moeten wennen. Ze geven in het begin wat extra aandacht aan deze kinderen om hen te helpen zelf te kiezen wat ze willen doen. Ook merken ze dat het tijdens drukke momenten in de groep, zoals 's morgens als de ouders de kinderen brengen, moeilijk is om in de gaten te houden dat de kleintjes geen gevaarlijke dingen doen met de knutselspullen. Daarom besluiten ze voortaan de kasten met de knutselspullen pas open te zetten als alle kinderen zijn gebracht.
3 DENKEN waarom doen we het zo?
4 BESLISSEN welke conclusies kunnen we trekken op basis van de voorgaande stappen? De leidsters besluiten om de komende periode, één keer per week op een vaste ochtend, uit te proberen wat er gebeurt als ze niet meer op vaste tijden gaan knutselen, maar de kasten met speelgoed en knutselmateriaal openzetten, zodat de kinderen zelf kunnen bepalen wat zij doen.
Cyclisch groeimodel van N. Jongepier, NIZW, 2000
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
21
De Þ Þ Þ Þ Þ
fases die u in dit proces kunt onderscheiden zijn de volgende: Doen: hoe handelt u in praktijk? Bezinnen: hoe pakt uw handelen uit in praktijk? Denken: waarom doet u het zo? Beslissen: welke conclusies kunt u trekken op basis van de voorgaande stappen? Opnieuw (en deze keer anders) doen.
Proces van ontwikkeling en bewustwording Het ontwikkelings- en bewustwordingsproces is in kaart gebracht op basis van de ervaringen met het invoeren van het werken met het open deuren beleid in de praktijk. Deze pedagogische visie doorvoeren in de praktijk is een proces van ontwikkeling en bewustwording.
Ontwikkelings- en bewustwordingsproces van J. van Berkel, JSO, 2001
De fases in dit proces zijn de volgende: Doen: handelen, werken, omgaan met de kinderen. Hoe doet u dingen in praktijk? Waarnemen: nadenken over het handelen, kijken naar wat u doet, reflecteren erop, en er vooral veel over praten en uitwisselen met collega’s en ouders. Wat doet u? Waarom zo? Vormgeven: besluiten nemen over hoe u het verder wilt, wat u verder gaat doen. Keuzes maken, verantwoordelijkheid dragen voor gemaakte keuzes. Bewegen - proberen: veranderingen aanbrengen in het doen en handelen, vaak iets heel kleins, om uit te proberen hoe iets gaat, of het werkt. Net iets anders doen. Reflecteren: kijken en waarnemen, welke effecten hebben de veranderingen? Wat gebeurt er? Willen we dat? Eventueel bijsturen. (Opnieuw) doen: definitieve keuzes en afspraken maken. Deze fases herhalen zich en zullen als vanzelf in elkaar overlopen. Gezien de vele punten die in beweging zijn in de pedagogiekontwikkeling kunnen, ten aanzien van verschillende onderwerpen, verschillende fases tegelijk actief en in beweging zijn.
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
22
7-stappenplan
7 Evalueren en terug naar 1
1 Beginsituatie vaststellen
2 Observeren
6 Uitvoeren
5 Plan van aanpak maken
3 Analyseren 4 Doelen formuleren
Het zevenstappenplan J. Reijntjes, NIZW 2000
In het zevenstappenplan zijn de volgende fases te onderscheiden: 1. Beginsituatie vaststellen 2. Observeren 3. Analyseren 4. Doel formuleren 5. Plan van aanpak maken 6. Uitvoeren 7. Evalueren en terug naar 1
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
23
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
24
Bijlage 2 Informatie theorieën kwaliteitsverbetering Bron: Wikipedia
A. PDCA-cirkel / Deming B. INK-model / HKZ model C. 7S-model / Mackinsey
A.
Kwaliteitscirkel van Deming
De kwaliteitscirkel van Deming is een creatief hulpmiddel voor kwaliteitsmanagement en probleem oplossen, ontwikkeld door William Edwards Deming. De cirkel beschrijft vier activiteiten die op alle verbeteringen in organisaties van toepassing zijn. De vier activiteiten zorgen voor een betere kwaliteit. Het cyclische karakter garandeert dat de kwaliteitsverbetering continu onder de aandacht is. De vier activiteiten zijn: PLAN: Kijk naar de huidige werkzaamheden en stel een plan voor de verbetering van deze werkzaamheden op. Stel voor deze verbetering doelstellingen vast. DO: Voer de geplande verbetering uit (bijv. in een pilot). CHECK: Meet het resultaat van de verbetering en vergelijk deze met de oorspronkelijke situatie en toets deze aan de vastgestelde doelstellingen. ACT: Afkorting voor ACTUALIZE: Actualisatie van de planning. Stel (eventueel) delen van het oorspronkelijke plan bij a.d.h.v. de gevonden resultaten. Herijken en borgen, structureel maken van verbeteringen. Kern van deze visie is dat elke medewerker aan een (productie-)proces op deze manier in staat is om zijn eigen werkwijze te beoordelen en te verbeteren. De handelingen van de medewerker vormen namelijk een eigen deelproces van het hoger gelegen proces. Management dient de analyse te doen over de hoger gelegen processen, de directie voor de primaire bedrijfsprocessen. Deze kwaliteitscirkel-methode wordt vaker onbewust impliciet dan bewust expliciet toegepast.
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
25
B.
INK-model (basis voor HZK)
Het Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK) is de Nederlandse partnerorganisatie van het EFQM Representative Office te Brussel. Het INK is voornamelijk bekend door hun managementmodel, het INKmodel. Het INK-model is een breed gebruikt managementmodel en is bedoeld voor organisaties om een zelfevaluatie uit te voeren. Vaak worden deze zelfevaluaties uitgevoerd door auditors om een zo onafhankelijk mogelijk beeld van de organisatie te krijgen. Door middel van het INK-model wordt de volwassenheid van de organisatie bepaald en worden verbeterpunten geïdentificeerd. Het model helpt organisaties te focussen op de gebieden waar verbeteringen mogelijk zijn.
C.
7S-model / Mackinsey
Uitgangspunt in dit 7S-model is dat een stabiele, evenwichtige organisatie aandacht aan 7 managementaspecten dient te besteden. Dit zijn: doelen, strategie, structuur, personeel, systemen, vaardigheden en stijl. De integrale aanpak en samenhang in organisatieonderdelen komt zo naar voren.
Alle 7 S-en in één richting Strategie Systemen
Structuur Cultuur Staf / bemensing
Stijl van leidinggeven
Vaardigheden
Centraal staat dat deze zeven aspecten van de organisatie met elkaar in evenwicht behoren te zijn, wil er sprake kunnen zijn van een stabiele organisatie die verzekerd is van haar continuïteit. Uiteraard gaat het daarbij niet alleen om de interne consistentie van de zeven aspecten, maar ook om de samenhang tussen de aspecten en de omgeving.
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
26
Bijlage 3 ‘De kwaliteit van de verticale groep - een taak voor het management’ Artikel BBMP: aug / september 2010
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
27
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
28
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
29
Speciaal (voor) verticaal - Plan van aanpak JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
30