Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken!’
Speciaal (voor) verticaal Versterken kwaliteit verticale groepen
Colofon Uitgever: Tekst: Datum uitgave:
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling Roos van Gelderen en Jeanne van Berkel, JSO november 2010
Met dank aan: Pilotlocaties: Kinderopvang Bim Bam, Naaldwijk Quadrant Kindercentra - Kinderdagverblijf de Harlekijn, Gouda Kinderopvang Snoopy, Leimuiden Kinderopvang Octopus - KDV Joriaantje, Delft Kinderopvang Octopus - KDV Ukkepuk, Delft Klankbordgroep Þ Stichting Kinderopvang Barendrecht - Kok van der Meer Þ NJi - Liesbeth Schreuder en Su’en Kwok Þ JSO - Karin Vroonhof Þ CMO Spectrum - Greet Tuczek en Thecla Brouwer Bezoekadres:
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling Nieuwe Gouwe Westzijde 1 2802 AN Gouda T 0182 547888 F 0182 547889 E
[email protected] www.jso.nl
Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door financiële steun van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Copyright © 2010 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling Uit deze uitgave mag niets worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, retrieval systemen of op welke andere wijze dan ook zonder toestemming van JSO.
Inhoudsopgave 1.
Speciaal (voor) verticaal - Versterken kwaliteit verticale groepen ................................................... 5 1.1 Inleiding ......................................................................................................................... 5 1.2 Praktische instrumenten en producten ............................................................................... 6 1.3 Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ ............................................................................... 7
2. Verticale groepen & groepsopbouw: voor- en nadelen van een verticale groep ................................. 9 2.1 Wat is een verticale groep? .............................................................................................. 9 2.2 Keuze voor groepsindeling ............................................................................................. 10 2.3 Voor- en nadelen verticale groepen ................................................................................. 11 3. Theoretisch kader ................................................................................................................... 13 4. Elementen van een goed functionerende groep ........................................................................... 15 4.1 De groep - andere kinderen ........................................................................................... 15 4.2 De groepsleiding .......................................................................................................... 17 4.3 (Materiële) omgeving .................................................................................................... 19 5. Wat doet ertoe in de verticale groep? ........................................................................................ 21 5.1 Wat doet ertoe in een verticale groep? ............................................................................ 22 5.2 Toelichting genoemde onderdelen .................................................................................. 23 6. Tot slot ................................................................................................................................. 27 7. Bronvermelding ...................................................................................................................... 29
Bijlagen Bijlage 1 Kwaliteitsslag in verticale groepen .................................................................................... 31 Bijlage 2 ‘De kwaliteit van de verticale groep - een taak voor het management’ ................................... 33
1.
Speciaal (voor) verticaal - Versterken kwaliteit verticale groepen
1.1 Inleiding Veel kinderopvangorganisaties werken met verticale groepen. Het werken met verticale groepen biedt voordelen, vooral op pedagogisch gebied. Kinderen komen in contact met kinderen van verschillende leeftijden en broertjes en zusjes kunnen in een groep geplaatst worden. Jongere kinderen worden zo extra gestimuleerd. Ouders vinden het prettig dat hun kind vier jaar in dezelfde groep met vaste medewerkers blijft. Als bijkomend organisatorisch voordeel, vergemakkelijkt het werken in verticale groepen een efficiënte planning en plaatsing van kinderen. De verticale groep is een sociale leefgemeenschap: kinderen komen jong in contact met kinderen van andere leeftijden, hebben verschillende rollen en leren van elkaar. Allemaal aspecten die bijdragen aan de sociale ontwikkeling van kinderen. Het werken in verticale groepen vraagt specifieke vaardigheden van de pedagogisch medewerkers. De organisatie van de groep, het inspelen op de verschillende specifieke (ontwikkelings)vragen van kinderen in uiteenlopende leeftijden en tegelijkertijd de verzorging, zijn aspecten die niet altijd gemakkelijk te combineren zijn. Het NCKO rapport ‘Pedagogische kwaliteit van de opvang van 0- tot 4-jarigen in Nederlandse kinderdagverblijven’, mei 2009, bevestigt dit beeld. Extra aandacht voor de ondersteuning van pedagogische kwaliteit in de verticale groep is dan ook wenselijk. Daarom werkte JSO van februari 2010 tot en met juli 2011 aan het project ‘Speciaal (voor) verticaal’. Hierbij willen we de voordelen van het werken in verticale groepen versterken en de nadelen zoveel mogelijk beperken. Het doel van het project is om alle aspecten die bij de pedagogische kwaliteit een rol spelen (specifiek bij verticale groepen) in kaart te brengen. Op basis van die analyse (wat doet ertoe?) ontwikkelden we praktische instrumenten en producten, waarmee organisaties zelf aan de slag kunnen om de kwaliteit van hun verticale groepen te versterken. Wat is een verticale groep? In een verticale groep zitten kinderen van verschillende leeftijden samen in één groep. Er is sprake van een verticale groep als er in de groep kinderen van 0 tot 4 jaar zitten met een leeftijdsverschil van ten minste 2 jaar. Juist dat leeftijdsverschil vereist de extra aandacht voor de verschillende (ontwikkelings)behoeften van de kinderen. In de praktijk bestaan diverse varianten van verticale groepen, zoals dreumes- en peutergroepen van 1 tot 4 jaar, combigroepen voor baby s en peuters van 0 tot 3 jaar en groepen peuters van 1,5 tot 4 jaar.
In deze situaties dient er extra aandacht te zijn om tegemoet te komen aan de (ontwikkelings)behoefte van elk kind in de groep. De pilots in het project hadden groepen 0-4 jaar: de ontwikkelde producten zijn getest in 0-4 jaar groepen.
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
5
1.2 Praktische instrumenten en producten ‘Speciaal (voor) verticaal’ bestaat uit een reeks producten waarmee organisaties zelf aan de slag kunnen om de kwaliteit van hun verticale groepen te versterken. Bijvoorbeeld een quickscan, waarmee medewerkers hun situatie kunnen analyseren en verbeterpunten in kaart kunnen brengen. Daarnaast zijn diverse instrumenten beschikbaar voor het werken in verticale groepen. De instrumenten zijn samen met kinderopvangorganisaties ontwikkeld na een grondige analyse van alle aspecten die specifiek voor verticale groepen bij de pedagogische kwaliteit een rol spelen. In vijf pilots zijn de producten getest. De ervaringen zijn in de definitieve instrumenten verwerkt: Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’
Quickscan, waarmee medewerkers hun verticale groep analyseren en verbeterpunten in kaart brengen. Handleiding voor leidinggevende om een plan van aanpak samen te stellen.
Praktische instrumenten voor pedagogisch medewerkers, leidinggevenden/staf t.a.v.: 1.
Pedagogische visie: pedagogisch beleid en verticaal werken
2.
Ruimte en inrichting
3.
Dagprogramma
4.
Teamwork realiseren
Daarnaast zijn er twee deskundigheidsbevorderende instrumenten ontwikkeld: 5.
Workshop ‘Omslag naar of start van verticale groepen’: voor startende verticale groepen of organisaties die overgaan tot het invoeren van verticale groepen.
6.
Training ‘Inspelen op verticaal’: een training van drie dagdelen voor pedagogisch medewerkers1. Hoe te focussen op ieder individueel kind én de groep als geheel?
DVD met observatie- en inspiratiefragmenten uit de praktijk. De films zijn bedoeld om met elkaar in gesprek te gaan en ideeën op te doen. Inclusief instructiekaart met tips voor het gebruik van de DVD.
Inspiratieboekje met zes voorbeelden hoe verticale groepen kunnen werken aan structuur, programma, werkafspraken maken in het team, etc.
De producten kunnen afzonderlijk of in onderlinge samenhang ingezet worden. De dagelijkse praktijk staat centraal in alle producten.
1
De training ‘Inspelen op verticaal’ is afzonderlijk af te nemen bij JSO.
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
6
1.3 Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ In deze notitie gaan we nader in op de kwaliteitsaspecten van een verticale groep. We brengen in kaart ‘wat ertoe doet’. Doelstelling van deze notitie is om de pedagogische kwaliteit van de kinderopvang concreet te maken en inzicht te geven welke onderdelen cruciaal zijn voor verticale groepen. De notitie kan voor organisaties een hulpmiddel zijn om (intern) in gesprek te gaan over pedagogische kwaliteit in de verticale groepen. De notitie kan bijvoorbeeld besproken worden in een teamvergadering of met de oudercommissie. De leidinggevende dient deze besprekingen te begeleiden. Op die manier kan er bewust gewerkt worden aan kwaliteit op de groepen. Door het inzicht c.q. plaatsbepaling: ‘hoe staat het met de pedagogische kwaliteit van de eigen verticale groepen’ kunnen organisaties aan de slag met verbeterpunten. Onze visie hierbij is dat kennis en inzicht in dat wat ertoe doet, een bouwsteen is voor verdere ontwikkeling (versterking - verbetering). Opbouw notitie Deze notitie kent de volgende opbouw: In hoofdstuk 2 gaan we in op de definitie van verticale groepen, tevens komen de voor- en nadelen van de verticale groep aan de orde. Daarna komt in hoofdstuk 3 het theoretisch model voor de kinderopvang van Marianne Riksen-Walraven aan de orde. Na introductie hiervan werken we de begrippen proceskwaliteit en structurele kwaliteit uit. Een goed functionerende groep vormt de basis voor de opvang en lichten we toe in hoofdstuk 4. Dat wat ertoe doet in de verticale groep; de kwaliteitskenmerken van de verticale groepen komen tenslotte in hoofdstuk 5 aan de orde. De afzonderlijke onderdelen worden kort uitgewerkt. De in de tekstblokken opgenomen teksten bevatten enkele belangrijke opmerkingen van pedagogisch medewerkers en leidinggevenden over de verticale groep of geven een citaat weer. Deze onderdelen geven kleur aan de informatie, waardoor de notitie makkelijk te vertalen is van papier naar praktijk.
Gouda, november 2010 Projectteam Speciaal (voor) verticaal
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
7
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
8
2.
Verticale groepen & groepsopbouw: voor- en nadelen van een verticale groep
2.1 Wat is een verticale groep? Een verticale groep kan gedefinieerd worden als een groep waarin kinderen van verschillende leeftijden zitten. Deze definitie zegt nog niets over het leeftijdsverschil van de kinderen in de groep. Verticale groepen hebben te maken met kinderen van verschillende leeftijden en daardoor uiteenlopende ontwikkelingsbehoeften in één groep: hoe combineer je de zorg en ontwikkelingsstimulering van een kind van een half jaar met die van een kind van ruim 3? Recent onderzoek2 definieert de groepen in kinderdagverblijven als volgt: ‘Bij een verticale opbouw zitten kinderen van verschillende leeftijdsgroepen samen in één groep. We definiëren een verticale groep op een kinderdagverblijf als een groep waarin kinderen zitten met een leeftijdsverschil van meer dan twee jaar. Een horizontale groep is een groep waarin kinderen zitten die maximaal twee jaar in leeftijd verschillen. We volgen hierbij in feite de indeling van het NCKO, dat de volgende indeling hanteert: babygroep (horizontaal 0 tot 2 jaar), dreumesgroep (horizontaal 1½ tot 2½ jaar), peutergroep (horizontaal 2 tot 4 jaar) en verticale groep (0 tot 4 jaar).’ Op basis van bovenstaande informatie, gaan wij in ‘Speciaal (voor) verticaal’ uit van de volgende de definitie van de verticale groep: In een verticale groep zitten kinderen van verschillende leeftijden samen in een groep. Er is sprake van een verticale groep op een kinderdagverblijf als er in de groep kinderen van 0 tot 4 jaar geplaatst worden met in praktijk een leeftijdsverschil van twee jaar of meer. Dit betekent: Þ
De groep bestaat uit kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar.
Þ
Elke dag is het leeftijdverschil tussen het jongste en het oudste kind minimaal 2 jaar.
Þ
In praktijk zijn diverse variaties van deze verticale groepen zichtbaar: combigroepen 0-3 jaar, dreumes- / peutergroepen van 1 tot 4 jaar etc.
2
ECO 3: ‘Horizontale en verticale groepen in kinderopvangcentra ‘ Verkennend onderzoek naar de voor- en nadelen op basis van literatuurstudie en raadpleging van deskundigen - Su’en Kwok / Hans Meij - Nji i.o.v. min. Onderwijs , Cultuur en Wetenschap - januari 2010.
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
9
2.2 Keuze voor groepsindeling Over het algemeen kan gezegd worden dat 60% van de groepen in de KDV’s verticale groepen zijn 3. In de meeste situaties is dit een pragmatische keuze: door verticale groepen kan een optimale bezetting gehaald worden. Deze bedrijfseconomische overwegingen kunnen de doorslag geven, zonder stil te staan bij de pedagogische meerwaarde van verticale groepen. Daarnaast spelen bij de keuze voor een bepaalde groepsindeling ook andere aspecten mee. Sommige hiervan kan een organisatie niet of nauwelijks beïnvloeden, andere factoren wel. Voorbeelden van factoren die minder te beïnvloeden zijn, zijn: Þ beschikbare m²; Þ wet- en regelgeving; Þ de indeling van het gebouw; Þ de bevolkingssamenstelling van een plaats: demografische gegevens (vraag naar kinderopvang). Factoren die wel zelf te beïnvloeden zijn, zijn bijvoorbeeld: Þ Organisatievisie: Welke taak vinden wij dat de kinderopvang moet vervullen in het opgroeien van kinderen? Þ Pedagogische visie: Hoe kijken wij tegen ontwikkeling van kinderen aan en hoe steunen wij dat met onze aanpak? Þ Visie op de ontwikkeling van kinderen: Willen we specifiek inspelen op behoefte van jonge baby’s of vinden wij het belangrijk dat jongere en oudere kinderen al vroeg met elkaar leren omgaan? Þ De wens van ouders: Welke vragen uiten zij? Wat zijn hun ervaringen? Welke belangen zijn van doorslaggevende aard in keuze voor de organisatie en/of groep? Het is niet voor te schrijven welke groepsindeling de beste is. Het is echter wel van belang dat een organisatie in haar beleid (specifiek: in het pedagogisch beleid) onderbouwt wat de overwegingen c.q. argumenten zijn voor de groepsindeling. Enkele voorbeelden hiervan kunnen zijn: Þ Een organisatie kiest voor kleinschaligheid en biedt in een landelijk gebied in elk dorp een kinderopvanggroep aan. Dit zijn verticale groepen. Zo bouwen kinderen en ouders een sociaal netwerk op. Þ Keuze voor verticale groepen vanwege de binding met de pedagogisch medewerker: kinderen hoeven niet door te stromen naar andere groepen. Þ Keuze voor ouders: zowel verticale als horizontale groepen bieden. Þ Nadrukkelijk aandacht besteden aan hechting van jonge kinderen: door verticale groepen hoeven kinderen niet door te stromen naar andere groepen. In de meest kwetsbare periode van de hechtingsfase (ongeveer 1,5 jaar) hoeven kinderen niet te wennen aan andere pedagogisch medewerkers. Þ Een organisatie kiest om oudere peuters langzaam te laten wennen aan de aanpak op de basisschool. Daarom kiest men voor horizontale groepen: 0 - 1½ jaar / 1½ - 3 jaar / 3 - 4 jaar.
3
Bron: NJi
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
10
2.3 Voor- en nadelen verticale groepen Er zijn diverse voor- en nadelen van verticale groepen bekend. We noemen hier de meest in het oog springende 4:
Voordelen Þ
Þ Þ Þ Þ Þ
Er zijn meer stimulansen voor het ontwikkelen van sociale vaardigheden, omdat kinderen leren rekening te houden met elkaars uiteenlopende behoeften en mogelijkheden. Oudere kinderen helpen jongere kinderen: het zelfvertrouwen van alle kinderen groeit hierdoor. Dit geldt ook voor de mate van zelfstandigheid. Achterstanden in ontwikkeling vallen bij kinderen in een verticale groep minder op, waardoor ze minder snel een buitenbeentje zullen worden. In een verticale groep is er geen breuk in de gehechtheidrelatie in de kritieke leeftijdsperiode tussen 12-18 maanden. Pedagogisch medewerkers hebben langer de tijd (c.q. langere periode) om kinderen goed te leren kennen en in te spelen op hun individuele behoeften en mogelijkheden. Door de lange periode opvang in één groep ontstaat een vertrouwensrelatie met ouders. Kinderen uit één gezin (broertjes – zusjes) kunnen in dezelfde groep opgevangen worden.
Nadelen Þ
Þ
Grotere kans op te veel prikkels door kinderen in een andere leeftijdsfase. Te denken valt aan verstoring van het spel van peuters door jongere kinderen, veel accent op verzorgen van baby’s waardoor fysieke uitdagingen (rennen - stoeien) in de ruimte afgeremd worden, minder vrije bewegingsruimte voor kruipers vanwege onveiligheid van oudere kinderen. Vroegtijdige onderkenning van stagnatie of achterstand in ontwikkeling is moeilijker, omdat kinderen minder opvallen (minder vergelijking met leeftijdgenootjes mogelijk). In een verticale groep kan de achterstand in de ontwikkeling van een kind minder snel opvallen. Daarom moet je als pedagogisch medewerker de kinderen goed observeren en is parate kennis van de verschillende ontwikkelingsaspecten belangrijk. In een verticale groep is het vaak moeilijk te voorspellen hoe de dag zal verlopen. Afwezigheid van één kind kan het verschil maken! Net als speciale persoonlijke aandacht of zorg. Deze onvoorspelbaarheid vraagt om vaste afspraken en onderlinge afstemming in het team op de groep. De medewerkers moeten op elkaar kunnen rekenen. Zo verliezen wij als medewerkers op de groep geen tijd aan organisatie: de tijd komt ten goede aan de kinderen. “De (leeftijds)opbouw van een groep heeft invloed op de ontwikkeling van kinderen. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat een verticale groepsindeling positieve effecten heeft op de ontwikkeling van jonge kinderen. Dit geldt voor de algemene ontwikkeling, de sociaal-emotionele ontwikkeling, de cognitieve ontwikkeling en taalontwikkeling. Oudere kinderen in verticale groepen lijken door hun ontwikkeling juist minder voordeel te hebben van deze groepssamenstelling. Jongere en oudere kinderen hebben wel beiden voordeel van de verticale groep als het gaat om de gehechtheid aan de leidster.”5
4 5
Voornamelijk afkomstig uit ‘Welkom in de groep’, NIZW - 2007. ‘Welkom in de groep’, NIZW - 2007.
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
11
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
12
3. Theoretisch kader Om de kwaliteitsaspecten van de verticale groep te kunnen beschrijven, gaan we uit van twee theoretische uitgangspunten van kwaliteit in de kinderopvang. 1. Het kwaliteitsmodel van de kinderopvang van Riksen-Walraven 2. De indeling in structurele en proceskwaliteit van het NCKO 1.
Kwaliteitsmodel (M. Riksen-Walraven) Uit: ‘Welkom in de groep’ - NIZW - 2007
Toelichting op het kwaliteitsmodel Dit model geeft inzicht in de factoren die invloed hebben op de ontwikkeling en het welbevinden van kinderen op de groep. De linkerkolom (kinderdagverblijf) geeft die onderdelen aan die een organisatie op orde dient te hebben. Deze zijn van invloed op hoe de pedagogisch medewerker met de materiële omgeving (ruimte, spelmateriaal, activiteiten) en andere kinderen (speelgenootjes, interacties, rituelen) in de groep omgaat. De samenhang c.q. onderlinge beïnvloeding tussen deze onderdelen, dragen bij aan het welbevinden van kinderen in de opvang.
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
13
2. Proceskwaliteit en structurele kwaliteit Een andere invalshoek om pedagogische kwaliteit in de kinderopvang te bekijken, is die van het NCKO. In wetenschappelijk onderzoek verdeelt het NCKO pedagogische kwaliteit in de kinderopvang onder in proceskwaliteit en structurele kwaliteit.
Proceskwaliteit De proceskwaliteit is alles wat een kind ervaart in de groep: zoals interactie met de pedagogisch medewerker, verzorging, samenspel met andere kinderen etc. Ook ruimte, materialen en activiteitenaanbod vallen onder proceskwaliteit. Proceskwaliteit vormt de basis van het welbevinden en de ontwikkeling van kinderen in de groep. Proceskwaliteit bestaat uit datgene wat je ziet / waarneemt als je een groep binnenkomt.
Structurele kwaliteit Onder structurele kwaliteit verstaan we de randvoorwaarden in beleid, wetgeving en organisatie. Te denken valt aan onderdelen zoals pedagogisch beleid, de beschikbare ruimte/m², de ondersteuning van de medewerkers op de groep door het management, afspraken en beleid over hoeveelheid parttime medewerkers op de groep etc. Deze structurele, organisatorische zaken hebben invloed op hoe het dagelijks gaat op de groep. Met andere woorden: de structurele kwaliteit is van invloed op de proceskwaliteit. De structurele kwaliteit dient op orde te zijn.
Conclusie De structurele kwaliteit is van invloed op de proceskwaliteit. Structurele kwaliteit garandeert echter geen proceskwaliteit. Proces- en structurele kwaliteit vullen elkaar aan: zij dragen beide bij aan goede pedagogische kwaliteit. Proceskwaliteit komt voornamelijk tot uitdrukking in een goed functionerende groep. In hoofdstuk 4 gaan we daar nader op in.
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
14
4. Elementen van een goed functionerende groep De kwaliteit van de ervaringen die kinderen opdoen in hun interacties met de sociale en materiële omgeving is belangrijk. Hoe kinderen de groep ervaren en beleven legt de basis voor welbevinden. Het gaat er uiteindelijk om, om een goed functionerende groep op te bouwen én te behouden. Dit hoofdstuk geeft algemene informatie over wat een goed functionerende groep inhoudt. Een goed functionerende groep opbouwen én onderhouden is een algemeen kwaliteitsaspect van de kinderopvang. Het is basisinformatie om ook de kwaliteit van de verticale groep te versterken 6! Met betrekking tot een goed functionerende groep spelen algemeen gezegd drie factoren een rol: 1. de groep (andere kinderen) 2. de groepsleiding (volwassenen) 3. de (materiële) omgeving. We werken deze onderdelen kort uit.
4.1 De groep - andere kinderen De groep vormt de thuisbasis voor het kind in het kinderdagverblijf. Elk kind wordt opgevangen in een stamgroep: in een vaste ruimte, met vaste speelgenootjes (andere kinderen) en een team van vaste pedagogische medewerkers. Deze factoren maken dat er sprake is van een groep: elk kind weet waar het hoort. Maar wat maakt een groep tot een fijne plek voor kinderen?
Kenmerken van een goed functionerende groep zijn onder andere: Þ Þ Þ Þ
Een positieve sfeer, kinderen horen erbij en ‘helpen mee.’ De groep heeft een naam en maakt samen geschiedenis. De groep biedt veiligheid, er is sprake van heldere en begrijpelijke (morele) regels. De pedagogisch medewerker vervult een voorbeeldrol. De groep biedt plezier en sociale ontwikkeling met zoveel mogelijk vrijheid in het samen spelen en vermijdt onnodige regels en bemoeizucht.
Kijkend naar zo’n groep zien we vrolijke kinderen in een rustige, ontspannen sfeer, die actief spelen en zich niet vervelen. We zien een enthousiaste reactie op iets nieuws. De kinderen zijn vertrouwd met de pedagogisch medewerkers, de andere kinderen en ruimtes. Ze tonen interesse in elkaar en reageren positief op elkaar: zowel kinderen onderling als kinderen t.o.v. de pedagogisch medewerker.
6
Dit hoofdstuk geldt ook voor niet-verticale groepen.
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
15
Organisatie van de groep In verticale groepen zie je dat de organisatie van de groep extra aandacht vraagt. Het gaat dan voornamelijk om: Þ De combinatie van verzorgen en begeleiden. Þ De (volle) aandacht voor een kind delen (verdelen) met de groep: goede balans vinden en behouden tussen individuele verzorging, samenspel van kinderen, activiteiten met de groep en aandacht geven aan kleine groepjes. Þ Jonge en oudere kinderen samen in de groep. Þ Specifiek ingaan op verschillende behoeftes van kinderen, mogelijkheden om elk kind te stimuleren, uit te dagen, een stapje vooruit te helpen. Þ Een groep waarin pieken de dagindeling en het programma bepalen: denk bv. aan flesvoeding, de maaltijd met peuters en ontwikkelingsgerichte activiteiten bieden. Dit vraagt om goede taakverdeling en het flexibel hanteren van werkafspraken ten gunste van inspelen op de kinderen.
Het kind in de groep Lange tijd is er onderwaardering geweest van de winst voor individuele kinderen door op te groeien in een groep7. Voor een kinderdagverblijf is het belangrijk een visie te ontwikkelen op de groep. De groep is een instrument om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren en kan als meerwaarde voor een kind gezien worden. Interactie en groepsactiviteiten zijn van belang voor de beleving van saamhorigheid in de groep. Ze ordenen het samenzijn en geven de kinderen houvast gedurende de tijd dat zij in de groep verblijven, bijvoorbeeld door heldere rituelen en soepele overgangen, de tijd om buiten te spelen, vrij te spelen, te eten, te slapen etc. Kinderen kunnen in de groepsactiviteiten de kracht van de groep ervaren, dat maakt hen minder afhankelijk van de pedagogisch medewerker. Het kinderdagverblijf wordt hiermee een gemeenschap, waarin kinderen zich ontwikkelen, opgroeien met ondersteuning en begeleiding van pedagogisch medewerkers. De mate van gemeenschapsvorming kan per organisatie anders zijn: het geeft weer hoe de locatie omgaat met saamhorigheid in het kinderdagverblijf. Bijvoorbeeld: Þ Worden verjaardagen in de groep, of samen in de speelhal met andere groepen gevierd? Þ Is er een tijd dat kinderen vrij in andere ruimtes kunnen spelen, of kan dit alleen bij aangeboden activiteiten? Þ De definitie van de stamgroep door de organisatie.
Open deuren beleid Op verscheidene kinderdagverblijven wordt gewerkt met een zogenaamd open deuren beleid, waarbij kinderen vanuit hun stamgroep (= in dit verband verticale groep) ook in andere samenstellingen met andere kinderen activiteiten kunnen ondernemen (zowel vrij spel als georganiseerd). Hiermee kunnen eventuele nadelen van een verticale groep worden gecompenseerd: oudere kinderen kunnen vrij spelen met kinderen van de eigen leeftijd, terwijl de jongste kinderen veilig in hun eigen ruimte kunnen verblijven.
7
Pedagoog Elly Singer is hier groot pleitbezorger van. De laatste jaren wint haar gedachtegoed aan interesse.
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
16
Er worden verschillende benamingen gehanteerd voor deze centrumgerichte aanpak, zij geven de voordelen aan van ‘verder kijken dan je eigen groep’. Voor een verticale groep is dit extra van belang: door een dergelijk aanpak kan er specifiek(er) op ontwikkelingsbehoeften (c.q. leeftijden) van kinderen ingespeeld worden. De tegenstelling tussen horizontale en verticale groepen is in de praktijk niet zo groot als hij lijkt. Op verscheidene kinderopvangcentra wordt gewerkt met een open deuren beleid, waarbij een deel van de dag leeftijdsgroepen bij elkaar zitten in een verticale groep en een deel van de dag horizontale groepen worden gevormd. Op die manier zeggen de kinderopvangcentra de nadelen van horizontale en verticale groepen te beperken. ‘De pedagogische opdracht van kindercentra is het ondersteunen en begeleiden van het ontwikkelingsproces van kinderen. Ontwikkeling van kinderen kan gezien worden als een actief proces van zelf doen en ervaren; kinderen groeien op door te ervaren hoe de wereld in elkaar zit. Een centrumgerichte in plaats van een groepsgerichte aanpak biedt meerwaarde bij de pedagogische opdracht van een kindercentrum8.’ De kunst is om situaties te creëren waarin elk kind op zijn eigen niveau kan meedoen aan de activiteit. Daarbij is het werken in groepjes vaak handiger dan met de hele groep.
Stabiele groep Om ervoor te zorgen dat kinderen vrienden kunnen maken en om een positief wij-gevoel in de groep te stimuleren, is een vaste kindergroep met vaste pedagogisch medewerkers belangrijk. De continuïteit in relaties kan zo gewaarborgd worden. In een stabiele groep zijn kinderen meer in staat contacten op te bouwen, interactie aan te gaan en samen activiteiten te doen. Een groep is meer stabiel als kinderen vaker dezelfde kinderen treffen: dus dat de kinderen zo min mogelijk verschillende andere kinderen treffen gedurende de verschillende opvangdagen. In een verticale groep is het extra belangrijk dat het kind een leeftijdsgenootje treft, wat door de variatie in leeftijden niet altijd gewaarborgd is.
4.2 De groepsleiding Adequaat kunnen inspelen op de kinderen uit de groep staat centraal voor de groepsleiding. De pedagogisch medewerker speelt een sleutelrol in het welbevinden en de ontwikkeling van kinderen, niet alleen door rechtstreekse interactie met kinderen, maar ook door de invloed op de interacties tussen de kinderen onderling en hun omgang met het aanwezige (spel)materiaal. In verticale groepen gaat het om: Þ Het afstemmen van de belangen van kinderen in verschillende ontwikkelingsfasen. Voorspelbare herhalingen, een duidelijke aankondiging en vaste plekken voor activiteiten en spelmateriaal zijn nog belangrijker dan in horizontale groepen. Þ Er moet evenwicht zijn tussen de aandacht voor individuele kinderen en het begeleiden van de groep.
8
‘Het kindercentrum als gemeenschap’ - 1999
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
17
Þ
In de verticale groepen zijn meer overgangsmomenten voor kinderen waardoor goede planning en organisatie extra belangrijk zijn. Zij helpen de dag soepel te laten verlopen. Dit brengt met zich mee dat pedagogisch medewerkers goed moeten afstemmen en afspreken wie zich op welk kind en/of welke taak richt.
Bovenstaande punten leiden ertoe dat er hoge eisen aan een goede samenwerking en flexibiliteit in het werk gelden. Een verticale groep vraagt een combinatie van uitstekende planning en veel creativiteit en flexibiliteit. In een verticale groep zit weinig routine in het werk. Er zit veel dynamiek in de groep en per dag kan het groepsritme verschillend werken. Samenwerking en goede communicatie tussen de pedagogisch medewerkers zowel binnen de groep als tussen de groepen in het kinderdagverblijf is nodig om aan de verschillende ontwikkelingsbehoeftes van kinderen tegemoet te komen.
Stabiliteit van medewerkers Volgens de hechtingstheorie hebben kinderen een vertrouwde relatie nodig om zich veilig genoeg te voelen om hun omgeving te verkennen en zich te kunnen ontwikkelen. Zo’n veilige gehechtheidrelatie is niet voorbehouden aan de ouders. Empirisch onderzoek toont aan dat professionele opvoeders een veilige relatie kunnen bieden, mits is voldaan aan de voorwaarden stabiliteit en sensitieve responsiviteit. Met sensitieve responsiviteit wordt bedoeld dat de pedagogisch medewerker gevoelig (sensitief) is voor de signalen van kinderen. Ze moet openstaan voor wat kinderen aangeven. Maar alleen sensitief zijn is niet genoeg: de pedagogisch medewerker moet de signalen niet alleen zien, maar er ook adequaat op reageren (responsiviteit). Van belang voor vertrouwde relaties opbouwen en onderhouden is de stabiliteit (vaste pedagogisch medewerkers) per groep. De Wet Kinderopvang gaat in dit kader uit van 3 basis pedagogisch medewerkers per groep, waarvan er elke dag één aanwezig is. Over groepsstabiliteit en vaste groepsleiding kunnen we kort zijn: hoe stabieler hoe beter!
Ontwikkeling rol pedagogisch medewerker De rol van pedagogisch medewerker is de laatste jaren, mede onder invloed van maatschappelijke veranderingen in de kinderopvang, verschoven van verzorger naar opvoeder. Tegenwoordig wordt veel meer flexibiliteit en vakkennis van een pedagogisch medewerker gevraagd. Pedagogiek vormt de hoofdtaak van de pedagogisch medewerker. Het NCKO spreekt hierbij zelfs van een cultuuromslag. Pedagogisch medewerkers ervaren echter een toename van organisatorische (en administratieve) taken. Hierdoor is het des te meer van belang dat de groep goed georganiseerd is en de samenwerking en afstemming tussen de medewerkers op één groep soepel verloopt.
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
18
4.3 (Materiële) omgeving Wanneer we spreken over de omgeving, gaat het om de beschikbare ruimte, de inrichting, het materiaal en de activiteiten. Van belang is dat de omgeving zo is ingericht dat alle kinderen zich vrij en veilig kunnen bewegen en met een gevarieerd aanbod aan vrij en georganiseerd spel mee kunnen doen. Hierdoor worden belangrijke doelen als persoonlijke competentie (bijv. veerkracht, zelfvertrouwen, creativiteit) en autonomie (‘ik kan het zelluf!’) bevorderd. Ook is het evenwicht tussen vrij spel en de georganiseerde activiteiten belangrijk. De omgeving kan daarbij zo ingericht worden dat kinderen als vanzelf worden uitgenodigd tot samen spelen. Een goede indeling, inrichting én gebruik van de ruimte, dragen dus net als een gevarieerd programma bij aan een positieve ontwikkeling van kinderen in de groep. Ook bij dit aspect geldt dat er extra aandacht moet zijn voor de verticale groep, omdat rekening moet worden gehouden met de uiteenlopende ontwikkelingsfasen en leeftijden. De inrichting moet zowel uitdagend als veilig zijn. In de verticale groep zitten kinderen met diverse behoeftes aan bewegingsruimte. In de verticale groep moet de variatie in speelplekken tegemoet komen aan de behoeftes van alle leeftijden. Daarom moet er veel variatie zijn. Naarmate er meer speelplekken zijn en de variatie groter is, vertonen de kinderen zelfstandiger gedrag en gaan ze meer samenspelen. Het is raadzaam een deel van de ruimte af te zetten voor de kinderen die nog niet goed kunnen lopen, bijv. met een laag kastje of een gekleurd kleed. Dit biedt mogelijkheden voor baby’s om ongestoord te kunnen kruipen. Het bakent de ruimte af in enkele leeftijdszones. Een verticale groep heeft het lastiger (dan een horizontale groep): ze moet aan zowel baby’s als peuters een passende omgeving bieden en voor elke ontwikkelingsfase een goed aanbod hebben. Ook hier kan de visie weer bepalend zijn voor hoe je dat doet: Þ
Zo kan een kindercentrum dat de gezinssituatie zoveel mogelijk wil benaderen, kiezen voor een indeling van de groepsruimte in plekken waar kinderen van verschillende leeftijden in eenzelfde ruimte kunnen samenspelen.
Þ
Een kindercentrum dat ontmoeting en uitwisseling belangrijk vindt, zal eerder buiten de groepsruimte speciale plekken maken waar bijvoorbeeld leeftijdgenootjes van verschillende groepen samenspelen.
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
19
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
20
5. Wat doet ertoe in de verticale groep? Er zijn talloze onderdelen die de kwaliteit in de kinderopvang bepalen, deze gelden voor zowel horizontale als verticale groepen. In deze notitie hebben we deze factoren, algemeen en specifiek voor de verticale groep, nader in beeld gebracht, waardoor het gesprek over kwaliteit in organisaties aangejaagd kan worden. Cruciaal is: Þ Welke onderdelen doen er werkelijk toe als het gaat om de kwaliteit van de verticale groep? Þ Welke onderdelen maken het verschil? Uiteindelijk kunnen we dan komen tot de volgende onderdelen9:
9
JSO heeft op basis van literatuur onderzoek en gesprekken met locaties en sleutelfiguren, deze zaken als cruciaal bestempeld. Dit wil niet zeggen dat er geen andere onderdelen meespelen. Het gaat hier om de meest essentiële factoren voor de verticale groepen.
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
21
5.1 Wat doet ertoe in een verticale groep? ORGANISATIE
SAMENHANG IN DE VERTICALE GROEP
Structurele voorwaarden voor verticaal werken
Interactie en samenwerking - groepsniveau
Visie - pedagogische keuze (beleid) verticaal werken
Samenwerking, doelgericht (methodisch) handelen) en organisatie van de groep (werkafspraken)
Ruimte - inrichting en materialen voor verticaal werken Dagprogramma: structuur bieden, flexibel zijn,
Resultaat:
ontwikkelingsgericht werken voor elke leeftijd (vorm van
Ontwikkeling en welbevinden individuele kind in
Adequate kennis verticaal werken
open deuren beleid)
verticale groep
(t.a.v. start van of omslag naar verticaal werken)
Tevens: kracht van de groep benutten, gebruikmaken van leeftijdsverschillen
Inspelen op alle ontwikkelingsbehoeften in een verticale groep Aandacht geven en vuistregels hanteren voor elk kind (individueel) en de kinderen samen in de groep
De onderdelen geven in samenhang de meest cruciale onderdelen van de verticale groep weer. In deze samenhang dragen zij bij aan goede opvang in de verticale groep. Dit betekent: ontwikkeling en welbevinden van het individuele kind in de verticale groep staat centraal. In de volgende paragraaf worden de kwaliteitsaspecten kort toegelicht.
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
22
5.2 Toelichting genoemde onderdelen I
Visie - pedagogische keuze (beleid) verticaal werken Þ Algemene pedagogische visie specifiek maken voor verticale groepen. Þ Wat is de pedagogische ‘meerwaarde’ van verticale groepen? Þ Goede visie op differentiatie leeftijden in de groep. Wat zijn de pedagogische consequenties? Wat verstaan we onder leeftijdsgenootjes (+ en –3 maanden). Wie zijn onderlinge maatjes? Þ Stabiliteit in de groep. Stamgroepen etc.: is er vastgelegd hoe de groep eruit ziet - qua leeftijden (4 x 3) / of bijv. meerdere verticale groepen in gebundelde leeftijden. Wordt dit bewaakt - nageleefd? Þ Pedagogische keuzes versus bedrijfseconomisch ongunstige planning - hoe wordt dit opgevangen?
Praktische instrumenten en producten: Pedagogische visie: pedagogisch beleid en verticaal werken
II
Ruimte - inrichting en materiaal voor verticaal werken Is er ruimte in het lokaal voor: Þ Kleine baby’s? Þ Kruipers en net-lopers? Þ Peuters? Þ De combinatie van jong en oud samen in de groep. Is er spelmateriaal voor alle leeftijdsgroepen in het eigen lokaal of een andere ruimte / groep?
Praktische instrumenten en producten: Ruimte en inrichting
III Dagprogramma: structuur bieden, flexibel zijn, ontwikkelingsgericht werken voor elke leeftijd (vorm van open deuren beleid) Tevens: kracht van de groep benutten, gebruikmaken van leeftijdsverschillen Þ Is er een dagprogramma waarin alle leeftijdsgroepen een duidelijke plek hebben? Þ Is er een structuur om de zorg voor baby’s te waarborgen? Þ Is er een structuur om de behoefte aan uitdaging bij dreumesen en peuters te waarborgen? (enige vorm van open deuren). Þ Is er in het dagprogramma structureel ruimte voor ontwikkelingsgerichte en leeftijdsgerichte activiteiten? Þ Heeft de groep een systeem om het ontwikkelingsgericht werken voor alle leeftijdsgroepen te structureren?
Praktische instrumenten en producten: Dagprogramma
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
23
IV Samenwerking, en organisatie van de groep Doelgericht handelen versterken - dat vraagt reflectie op: Þ Doelgericht handelen: passend bij leeftijd – ontwikkeling van het kind / de kinderen en conform de pedagogische visie / beleid van de organisatie? Þ Reflectie en feedback in team. Þ Pedagogiek is een proces: pedagogiekontwikkeling vraagt om voortdurende ontwikkeling en bijstelling. Organisatie van de groep Þ Groepsoverleggen verdiepen Þ Over inhoud praten i.p.v. organisatie Þ Taakverdeling Þ Werkafspraken (relatie organisatie van de groep)
Praktische instrumenten en producten: Teamwork realiseren
V Adequate kennis verticaal werken / omslag verticaal werken Þ Hebben pedagogische medewerkers voldoende kennis van de ontwikkelingsgebieden van kinderen in de leeftijd van 0 - 4 jaar. Þ Hebben de pedagogische medewerkers zicht op wat het werken in een verticale groep specifiek vraagt? Þ Bewuste keuze (door pedagogische medewerkers) voor verticaal werken. Þ Samenwerken met opleidingen om goed inzicht, kennis en vaardigheden voor beginnende pedagogische medewerkers tav verticaal werken te stimuleren.
Praktische instrumenten en producten: Workshop ‘Omslag naar of start van verticale groepen’: voor startende verticale groepen of organisaties die overgaan tot het invoeren van verticale groepen.
VI Inspelen op alle ontwikkelingsbehoeften in een verticale groep Kern = goed leren kijken en inspelen op het kind! Þ Kunnen de pedagogische medewerkers goed schakelen tussen de verschillende leeftijden? Hebben ze goed zich op het functioneren van de groep. Maar ook van het individuele kind. Þ Kunnen ze zo de groep organiseren dat (alle) kinderen aan bod komen (tijdens het eten, activiteiten, aandacht etc.). Þ Kunnen ze de kennis ook goed toepassen?
Praktische instrumenten en producten: Training ‘Inspelen op verticaal’: een training van drie dagdelen voor pedagogisch medewerkers10. Hoe te focussen op ieder individueel kind én de groep als geheel?
10
De training ‘Inspelen op verticaal’ is afzonderlijk af te nemen bij JSO.
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
24
VII Aandacht geven en vuistregels hanteren voor elk kind (individueel) en de kinderen samen in de groep Þ
Þ
De drie vuistregels toepassen, aansluitende bij de diverse behoefte van kinderen in een verticale groep: 1. Kijk en luister 2. Elk kind is uniek 3. Met volle aandacht. Eigenheid van elk kind in een verticale groep.
Praktische instrumenten en producten: DVD met observatie- en inspiratiefragmenten uit de praktijk. De films zijn bedoeld om met elkaar in gesprek te gaan en ideeën op te doen. Inclusief instructiekaart met tips voor het gebruik van de DVD.
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
25
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
26
6. Tot slot Kwaliteit is een dynamisch iets, dat steeds in ontwikkeling is. Nieuwe inzichten kunnen leiden tot een andere aanpak. Wil een verticale groep de kwaliteit van de verticale groep versterken, dan is het van belang om zicht te hebben op dat wat ertoe doet. Deze notitie ondersteunt organisaties om dat gesprek te voeren. Versterking van de kwaliteit in de kinderopvang is niet vrijblijvend: de pedagogische opdracht van de kinderopvang is kinderen zo goed mogelijk te ondersteunen in hun ontwikkeling. Dat zo goed mogelijk doen is een grote uitdaging: elke situatie, elk kind, elke medewerker is anders en vraagt om een eigen aanpak. Bewust zijn van de onderdelen die meespelen en daar zo adequaat mogelijk mee omgaan, vormt de kern: Þ Open zijn over wat lukt en beter kan. Þ Samen zoeken naar wat het beste is voor elk kind, waarin in een sfeer van openheid gekeken wordt wat lukt en beter kan. De instrumenten en producten uit Speciaal (voor) verticaal dragen bij aan het starten en borgen van deze ontwikkeling in organisaties.
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
27
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
28
7. Bronvermelding Meij, H.& Schreuder, L.
Welkom in de groep Groepsindeling en open-deuren-beleid in de kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang NIZW 2007 Nederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek (NCKO)
Pedagogische kwaliteit van de opvang 0- tot 4-jarigen in de Nederlandse Kinderdagverblijven in 2008 2009 Singer, E. e.a.
Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar 2009 VOG (nu MOgroep)
Het kindercentrum als gemeenschap Verslag van de werkgroep pedagogisch vernieuwen en de leidster - kind ratio 1999 Kwok, S.& Meij, H., Schreuder, L.
Horizontale en verticale groepen in de kinderopvang Verkennend onderzoek naar de voor- en nadelen op basis van literatuurstudie en raadpleging van deskundigen ECO3 i.o.v. ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen 2010
Diverse artikelen uit vakbladen voor kinderopvang periode 2006-2010 Werken in een nul-viergroep: creatief omgaan met structuur IBBK - Den Haag (ongedateerd)
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
29
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
30
Bijlage 1 Kwaliteitsslag in verticale groepen
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
31
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
32
Bijlage 2 ‘De kwaliteit van de verticale groep - een taak voor het management’ Artikel BBMP: aug / september 2010
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
33
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
34
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
35
Speciaal (voor) verticaal - Notitie ‘Dat wat ertoe doet versterken’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
36