HANDLEIDING
Het oog van de waarnemer
TFC TrainingsMedia
BNA Communications Nederlandstalige bewerking: TFC TrainingsMedia Oorspronkelijke titel: “The Eye of the Beholder”
In Nederland en België uitgebracht door:
TFC TrainingsMedia, Velp (Nederland) www.tfc.nl / www.tfc.be
Bestelnummer handleiding: 45 3347 Handleiding voor het gebruik van het TFC-programma nr.: 3347
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van de uitgever.
2
“Het oog van de waarnemer”
Inhoud Blz.
1. Inleiding ................................................................................................................................ 5 Inleiding ................................................................................................................................. 5 Synopsis van het programma.............................................................................................. 5
2. Leerpunten .......................................................................................................................... 11 De belangrijkste leerpunten............................................................................................... 11 Discussie naar aanleiding van het programma .............................................................. 11
3. Andere toepassingsmogelijkheden................................................................................ 15 4. Cursistenmateriaal............................................................................................................. 19 Belemmeringen voor objectief observeren ...................................................................... 20
“Het oog van de waarnemer”
3
4
“Het oog van de waarnemer”
1. Inleiding
Inleiding Het klassieke trainingsprogramma "Het oog van de waarnemer" is nog altijd een van de beste programma's op het gebied van perceptie en projectie. Het trainingsprogramma illustreert hoe gemakkelijk we ons laten misleiden door wat we zien, of denken te zien. Het programma zal ons bewust maken van de subjectiviteit van waarnemingen. Daarom moeten we waken voor het trekken van overhaaste conclusies, het koesteren van vooroordelen en het projecteren van onze eigen gebreken op een ander. Het programma "Het oog van de waarnemer" kan worden gebruikt op verschillende niveaus in allerlei trainingen. Het programma zal met name van belang zijn voor de volgende doelgroepen: Managers en supervisors, vooral bij trainingen op het gebied van intermenselijke relaties. Deze handleiding bevat discussievragen en opdrachten voor trainingen op het gebied van perceptie en stereotypen, functionerings- en beoordelingsgesprekken, delegeren, conflicthantering, enzovoort Studenten algemene psychologie (perceptie) en sociale psychologie (vooroordelen) Studenten gedragswetenschappen, personeelswerk, welzijnswerk
Synopsis van het programma In "Het oog van de waarnemer" volgen we Michael Gerard, een kunstenaar, een dag lang. Allereerst zien we een korte inleiding, waarin een aantal animaties ons duidelijk maken hoe gemakkelijk we ons laten misleiden. De volgende scène toont Michael Gerard in zijn atelier. We zien een omgevallen ezel, verftubes en kwasten, een mes en een schijnbare levenloze vrouw op de bank. Dan volgt een aantal flashbacks, waarin we steeds Michael Gerard zien door de ogen van degenen met wie hij in contact is gekomen.
“Het oog van de waarnemer”
5
De ober ziet... een rokkenjager Michael was de avond tevoren in een nachtclub. De ober vertelt ons wat hij vond van Michael: "'n Echte rokkenjager. Zag ik meteen toen ik 'm bediende." Omdat de ober zijn oordeel klaar had, zag en hoorde hij alleen de dingen die zijn mening bevestigden. Toen de commentator hem vroeg waarom hij die mening was toegedaan, antwoordde hij: "Ik kan er zelf ook wat van." De ober ziet zichzelf als een echte charmeur, en benijdt Michael om zijn benadering... Zijn moeder ziet... een goeie jongen Michaels moeder maakt zich wel eens zorgen over hem, ze vindt hem onattent, onvoorspelbaar en humeurig. Hij is wel een goeie jongen, maar hij luistert vaak niet (maar dit is nu juist haar eigen zwakheid). Haar visie op de situatie is als volgt: Ze heeft ontbijt klaargemaakt voor Michael, met broodjes en eieren, ze maakt zich zorgen omdat hij met een lege maag wil gaan werken, maar hij is zo met zichzelf bezig dat hij haar goede zorgen niet eens opmerkt. Toch is hij een goeie jongen, want hij is tenslotte haar zoon... De taxichauffeur ziet... een misdadiger Michael neemt een taxi naar zijn atelier. De taxichauffeur ziet een grimmige figuur, die zijn kraag heeft opgezet, zijn hoed diep in de ogen heeft getrokken, en een bult onder zijn jas heeft. De taxichauffeur heeft zijn mening dan al klaar: "Ik wist meteen wat voor vlees ik in de kuip had. Een echte misdadiger." Al gauw blijkt dat de taxichauffeur overal onrecht en bedrog ziet, maar als hij er zelf beter van kan worden, heeft hij er niet meer zoveel bezwaar tegen. Hij zou er maar al te graag eens zelf van willen profiteren. Als de commentator hem dan vraagt waarom hij zo zeker weet dat Michael een misdadiger is, antwoordt hij: "Ik herken zo'n bult onder een jas" en hij toont zijn eigen revolver... Deze scène illustreert duidelijk dat de taxichauffeur zijn eigen gedrag projecteert op Michael; zoals de waard is... De huisbaas ziet... een gek Koppelmeier, Michaels huisbaas, vertelt ons dat er in zijn huis veel kunstenaars wonen, en dat het allemaal rare lui zijn. Maar Michael is volslagen gestoord, volgens hem. Als Michael aankomt bij zijn atelier, wordt hij begroet door Koppelmeier. Ze hebben dan een kort gesprek over de relativiteit van het bestaan, waaruit Koppelmeier opmaakt dat Michael wel gek moet zijn. Als de commentator hem dan vraagt of hij een gek zou herkennen als hij er één zag, antwoordt Koppelmeier: "Ik ben een expert. In mijn familie zitten veel gekken." In zijn ogen is dus iedereen gestoord, behalve hijzelf natuurlijk.
6
“Het oog van de waarnemer”
De werkster ziet... een moordenaar De werkster heeft wel een heel sinister beeld van Michael: ze denkt dat hij een moordenaar is. Ze ziet Michael de trap oplopen. Even later komt er een jonge vrouw, die vraagt naar Michaels atelier. Een paar minuten later hoort de werkster haar schreeuwen: "Hou ermee op. Laat me los.", gevolgd door een gil en een bons. De werkster gaat het atelier in en ziet de jonge vrouw op de bank liggen, terwijl Michael haar met verwilderde blik gadeslaat. Naast de bank ligt een mes... We weten nu hoe deze vijf mensen Michael zagen. Deze interpretaties kunnen als volgt grafisch worden weergegeven. De cirkel symboliseert zijn ware persoonlijkheid: zijn verwachtingen, angsten, werkmethoden, gebreken, gevoelens, stemmingen, de kleur van zijn ogen, hobby's, interesses, enz. Aangezien niemand, ook Michael zelf niet, zijn ware, totale persoonlijkheid kent, maken we ons daar een voorstelling van. figuur 1
idealisme artistiek talent emotionele eigenschappen
introversie enthousiasme
ambitie
De ware Michael In figuur 2 voegen we daar de visie van zijn moeder aan toe. Daar waar de cirkels elkaar overlappen, is haar visie juist. Ze heeft ook een aantal onjuiste ideeën over hem, en er is een deel van zijn persoonlijkheid waar ze helemaal niets van weet. figuur 2 Delen van zijn persoonlijkheid waarvan ze zich niet bewust is “Ik wil een Madonna van de twintigste eeuw schilderen.” “Ik denk dat Hester me beter begrijpt dan mijn moeder.”
Hoe Mrs. Gerard haar zoon ziet
Delen van zijn persoonlijkheid waarvan ze zich bewust is
De ware Michael
“Het oog van de waarnemer”
Haar visie: “Luisteren? Nee hoor. Ik kan net zo goed mijn mond houden."
7
In figuur 3 worden de visies van de anderen aan het beeld toegevoegd. Ieder van hen weet weinig van de ware Michael, is zich niet bewust van het overgrote deel van zijn persoonlijkheid en heeft bepaalde onjuiste vooronderstellingen over hem. Uiteindelijk zijn we meer te weten gekomen over degenen die Michael hebben ontmoet, dan over Michael zelf. figuur 3 waarneming van de werkster waarneming van de taxichauffeur
“een moordenaar”
“een misdadiger”
waarneming van Mrs. Gerard
“een rokkenjager”
waarneming van de ober
“compleet gestoord”
“humeurig, voorspelbaar”
waarneming van de huisbaas Hoe ziet Michael zichzelf? In het tweede deel van het programma zien we het verhaal door Michaels ogen. Dit wordt weergegeven in figuur 4. Net als de anderen heeft hij deels gelijk en deels ongelijk. Hij kent zijn idealen beter dan wie dan ook, maar hij weet niet hoe hij op anderen overkomt. Hij ziet zichzelf als een toegewijd, idealistisch kunstenaar die de Madonna van de twintigste eeuw zal schilderen. Vanuit zijn standpunt bekeken is er niets onfatsoenlijks aan de manier waarop hij vrouwen bekijkt in nachtclubs, omdat hij het volmaakte model zoekt. Als hij haar uiteindelijk vindt, is hij zo rusteloos en gespannen dat hij 's nachts geen oog dicht doet. De volgende ochtend staat zijn hoofd dan ook absoluut niet naar ontbijten. Zijn moeder blijft aandringen dat hij iets moet eten, wat voor hem bewijst dat ze niet naar hem luistert. Michael vindt de taxichauffeur met zijn geklets maar lastig, omdat hij hem afleidt. Ondanks dat slaagt hij erin de lichtval uit te werken voor hij bij het atelier aankomt. Hij is dan goedgehumeurd en maakt een praatje met zijn huisbaas, Koppelmeier. In zijn ogen is het een zinnig gesprek, maar Koppelmeier begrijpt duidelijk niets van wat hij zegt. Na het 'knikje' voor de bemoeizieke werkster, gaat Michael voorbereidingen treffen in zijn atelier. Als zijn model arriveert, blijkt ze tot Michaels ontzetting niet alleen stomdronken, maar maakt ze ook nog avances. Kwaad en teleurgesteld wijst hij haar af en duwt haar weg, zodat ze op de bank valt. Op dat moment opent de werkster de deur, neemt het scenario in zich op en komt tot de conclusie dat er een moord gepleegd is.
8
“Het oog van de waarnemer”
figuur 4 Visie van het model
Michaels eigen visie: “Ik was zo opgetogen dat ik zelfs de bemoeizieke werkster toeknikte.”
Visie van de werkster
Mrs Gerards visie
Visie van de taxichauffeur
Koppelmeiers visie Visie van de ober
Aan het eind van het programma geeft het model haar visie: "Michael Gerard: Een saaie vent." Michael reageert spijtig: "Mijn Madonna.". Nu we Michaels visie op de gebeurtenissen kennen, hebben we een beter beeld van hem. Er is nog heel wat dat we niet weten, maar we hebben hem leren kennen als redelijk mens.
“Het oog van de waarnemer”
9
10
“Het oog van de waarnemer”
2. Leerpunten
De belangrijkste leerpunten Discussie naar aanleiding van het programma “Het oog van de waarnemer” zal een aantal waardevolle punten naar voren brengen: het belang van bedachtzaamheid bij het beoordelen van anderen de verschillen tussen waarnemingen; geen twee mensen zien hetzelfde op dezelfde manier de gevolgen van projectie: de neiging om in anderen eigenschappen te zien die we zelf hebben. Of, zoals Spinoza stelt: "Als Peter over Paul spreekt, ontdekken we meer over Peter dan over Paul." het belang van tweerichtingsverkeer in communicatie verwachtingspatronen: we zien wat we willen of verwachten te zien het belang van empathie, en de gevolgen als dat ontbreekt de risico's van overhaast oordelen; "Ik zag gelijk dat hij..."
Discussie naar aanleiding van het programma Bekijk het programma zelf minstens één maal, alvorens hem aan de groep te vertonen. De aanbevolen aanpak is, steeds een deel van het programma te vertonen en de band stop te zetten voor discussie. Na het programma kunt u algemene discussievragen met de deelnemers bespreken, en vervolgens een aantal praktische opdrachten geven. Onderstaand vindt u instructies voor een dergelijke aanpak. Deze opzet kunt u naar keuze uitbreiden met discussievragen en/of praktische opdrachten, die u vindt in het volgende hoofdstuk. Deze handleiding bevat verder discussievragen voor een training op het gebied van perceptie en stereotypen, functionerings- en beoordelingsgesprekken, delegeren en conflicthantering.
“Het oog van de waarnemer”
11
Leid het programma kort in door te vertellen dat de deelnemers iets gaan leren over perceptie en beoordelen. Het programma gaat over een man, Michael Gerard. In het eerste deel zien zij hem door de ogen van de mensen met wie hij in contact komt; pas in het tweede deel zullen ze hem rechtstreeks ontmoeten. Al snel wordt duidelijk dat de verschillende waarnemers heel verschillende visies hebben op dezelfde man. Vertoon dan een deel van "Het oog van de waarnemer", en stop het programma na de openingsscène, waarin het meisje op de bank ligt. Vraag de deelnemers om op te schrijven wat zij denken dat er gebeurd is. Bespreek hun interpretaties met de hele groep en vertoon het volgende deel van het programma, tot het meisje weer op de bank ligt en de werkster roepend om de politie het atelier uitrent. Vraag de deelnemers wat zij vinden van Michael Gerard. Een groot aantal deelnemers zal waarschijnlijk een oordeel klaar hebben; probeer aan de hand van vragen en discussie te achterhalen waarop dat oordeel is gebaseerd. Waarschijnlijk zal het een aantal deelnemers zijn opgevallen dat Michael in de verschillende scènes anders is gekleed; hij gaat namelijk bij zijn moeder weg met zijn jas over zijn arm, terwijl de taxichauffeur hem naar buiten ziet komen met zijn jas aan, en zijn hoed diep in zijn ogen getrokken. Tijdens het gesprekje met Koppelmeier heeft hij geen jas aan of hoed op, maar de werkster ziet hem meteen daarna weer mèt jas en hoed. Als geen van de deelnemers hier iets over zegt, kunt u hen bijvoorbeeld vragen of ze hebben gezien dat Michael in de taxi zit met jas en hoed, maar deze niet draagt tijdens zijn gesprekje met zijn huisbaas. Gewoonlijk zullen sommige deelnemers dit toeschrijven aan het feit dat het een film is, en geen realiteit. Anderen zullen zeggen, dat het gewoon een aantal losse scènes betreft, die elkaar niet logisch opvolgen. Probeer via discussie tot de conclusie te komen, dat we eigenlijk niet weten wat hij droeg. Iedereen die met hem in contact kwam, zag hem op zijn eigen manier: de taxichauffeur, die Michael een misdadiger vond, zag hem gekleed als een misdadiger. Koppelmeier doste hem uit als een verwilderd kijkende kunstenaar. U kunt de perceptie van uw deelnemers testen door onopvallend een kledingstuk (een sjaaltje of een stropdas) aan of af te doen (bijvoorbeeld als zij geconcentreerd naar het programma kijken). Vraag hen dan: "Droeg ik een das/sjaal voor het programma begon, en zo ja, hoe zag deze eruit?". Waarschijnlijk zullen de meningen nogal uiteenlopen; dit is een duidelijke demonstratie van hetgeen “Het oog van de waarnemer” probeert aan te tonen. U gaat nu het laatste deel van het programma vertonen. Vertel de deelnemers dat zij Michaels visie op de gebeurtenissen te zien krijgen. Vertoon het laatste deel van het programma zonder onderbrekingen en bespreek het daarna aan de hand van (enkele van) de volgende discussievragen: Hoe heeft dit programma betrekking op de communicatie in uw organisatie? Op welke manieren communiceerde Michael met de anderen?
12
“Het oog van de waarnemer”
Welke belemmeringen waren er voor effectieve communicatie? Hoe zou u Koppelmeier ervan kunnen overtuigen dat hij Michael onjuist heeft beoordeeld? Hoe kunt u zelf dergelijke verkeerde inschattingen voorkomen? Hoe kunt u de beoordelingssystemen in uw organisatie verbeteren? Hebben uw waarnemingen wel eens onjuiste vooronderstellingen tot gevolg? Hoe effectief luistert u? Hoe zou u uw luistervaardigheid kunnen verbeteren? Na het bespreken van deze discussievragen kunt u onderstaande vragen en opdrachten met de deelnemers doornemen. Deze zijn geschikt voor een algemene training op het gebied van perceptie en waarnemingen; voor specifieke discussievragen op het gebied van perceptie en stereotypen, functioneringsgesprekken, delegeren en conflicthantering op organisatieniveau. 1. Welke procedures kunnen worden benut om communicatiestoornissen als gevolg van verschillende perceptie te ondervangen? 2. Vraag de deelnemers wat er op een biljet van tien euro staat. Waarschijnlijk zal een aantal deelnemers het antwoord schuldig moeten blijven, terwijl ze het biljet toch vrijwel dagelijks zien. Dit bewijst dat ieder van ons irrelevante informatie automatisch buitensluit. Als we dit niet zouden doen, zouden we letterlijk worden bedolven onder alle informatie die dagelijks op ons af komt. Zo kan het echter gebeuren dat ook relevante informatie aan ons voorbij gaat. Soms negeren of vergeten we boodschappen omdat we denken dat ze onbelangrijk zijn, of dat we de boodschap al kennen, of omdat we denken dat de zender van de boodschap nooit iets belangrijks te zeggen heeft, enzovoort. 3. Vraag de groep het volgende vraagstuk op te lossen. Een man heeft een garage met daarin een raam van 30 bij 30 centimeter. Omdat er te weinig licht binnenkomt, wil hij het raam twee keer zo groot maken. Hij zet er een nieuw raam in, er komt twee keer zoveel licht binnen, maar als hij het raam opmeet, blijkt het nog steeds 30 bij 30 centimeter te zijn. Hoe is dit mogelijk? Het antwoord: Dit is mogelijk omdat het raam er in eerste instantie uitzag als linksonder, en het nieuwe raam als rechtsonder. De moeilijkheid met dit probleem is, dat mensen er automatisch van uitgaan dat een raam vierkant of rechthoekig moet zijn. Iedereen heeft dezelfde feiten tot zijn beschikking, maar wordt gehinderd door zijn verwachtingen/perceptie. 30
30
30
Het oorspronkelijke raam
“Het oog van de waarnemer”
30
Het nieuwe raam
13
4. Opdracht. De deelnemers vormen groepjes van drie tot vijf personen. Vraag hen een lijst te maken van woorden die dagelijks worden gebruikt, en die voor velerlei uitleg vatbaar zijn. Elk groepje werkt aan één (of alle) van onderstaande categorieën: Karaktertrekken, Tijdsfactoren, Hoeveelheden, Management-medewerker relaties. Geef een paar van onderstaande voorbeelden om de groepjes op gang te helpen. Ze krijgen tien minuten de tijd voor deze opdracht. Karaktertrekken
Tijdsfactoren
Hoeveelheden
accuraat
laat
veel
onpartijdig
oprecht
zo snel
groot
bevooroordeeld
mogelijk
Manager/ Medewerker
eerlijk
snel
klein
bekwaamheid
creatief
morgen
weinig
moreel
Bespreek de resultaten in een plenaire discussie, en leg daarbij de nadruk op de verschillende visies. 5. Opdracht. De deelnemers vormen groepjes van drie tot vijf personen. Vraag elk groepje om een korte stelling te formuleren over elk van onderstaande onderwerpen. Voetbal Druggebruik
Politiek Participatief management
Bespreek in een plenaire discussie hoe het mogelijk is dat de groepjes een zo verschillende visie hebben op hetzelfde onderwerp. Aan het eind van de trainingssessie kunt u de handout met de belemmeringen voor objectief observeren uitdelen.
14
“Het oog van de waarnemer”
3. Andere toepassingsmogelijkheden
Dit hoofdstuk bevat een aantal suggesties voor discussievragen en opdrachten die u kunt gebruiken in uw training op het gebied van het afrekenen met vooroordelen, functionerings- en beoordelingsgesprekken, delegeren en conflicthantering. “Het oog van de waarnemer” is hierbij een instrument om discussie te stimuleren, en zal deelnemers bewust maken van belangrijke aspecten van waarneming en perceptie. Vooroordelen en stereotyperingen Als u in een training of andere bijeenkomst aandacht wilt schenken aan het omgaan met stereotypen en vooroordelen, kunt u onderstaande discussievragen aan de orde stellen: 1. In het programma komt een aantal stereotypen naar voren: de op zichzelf gerichte, egocentrische kunstenaar, de harde, onbetrouwbare taxichauffeur, de bemoeizieke werkster, de genegeerde moeder, het mooie meisje, de alwetende, gladde ober en de materialistische huisbaas. Wat zijn veelvoorkomende stereotypen in onze cultuur? In hoeverre maken wij ons zelf schuldig aan stereotyperingen op het werk? Kunnen we ons inleven in anderen als we hen stereotyperen? Op welke manier zijn stereotypen van invloed op onderlinge communicatie en intermenselijke relaties? 2. U kunt een discussie houden over vooroordelen en stereotypen aan de hand van de heersende houding ten opzichte van vrouwen op de werkplek. Leg uw groep onderstaande stellingen voor, en vraag hen om hun hand op te steken als ze het ermee eens zijn. Noteer de resultaten op de flipover en bespreek stereotypen in het algemeen aan de hand van deze bevindingen. Waar of niet waar? • • • • •
Mannen zijn slimmer dan vrouwen. Mannen zijn gelijkmatiger dan vrouwen. Mannen hechten meer waarde aan prestatie, promotie en zinvol werk dan vrouwen. Mannen zijn agressiever dan vrouwen. Een geslaagd manager heeft mannelijke karaktertrekken.
“Het oog van de waarnemer”
15
Alle stellingen zijn natuurlijk onjuist. Onderzoek heeft aangetoond dat vrouwen met name op drie gebieden zelfs beter presteren dan mannen, namelijk verbaal, in geheugentests en op wetenschappelijk gebied. Verder blijkt nergens uit dat vrouwen anders presteren als gevolg van ‘buien’. Er bestaat geen verschil tussen motivatie van mannen en vrouwen, en een diepgaand onderzoek naar managementvaardigheden heeft aangetoond dat vrouwen net zo effectief leidinggeven als mannen, maar meer verschillende stijlen benutten. Een geslaagd manager tenslotte heeft niet per definitie mannelijke of vrouwelijke karaktertrekken, maar kan zijn benadering aanpassen als de situatie dat vereist. 3. Welke stereotype ideeën koestert men in uw organisatie ten opzichte van elkaar? Op welke manier is dit van invloed op de communicatie, de onderlinge verhoudingen en de productiviteit? 4. Veel mensen denken dat zij ‘het complete beeld’ hebben. Wat is het probleem van dergelijke opvattingen? Functionerings- en beoordelingsgesprekken In een training op het gebied van functionerings- en beoordelingsgesprekken kunt u de volgende discussievragen stellen: 1. Wat is het doel van functionerings- en beoordelingsgesprekken? Wat zijn de voordelen ervan? 2. Eerdere beoordelingssystemen waren vaak gebaseerd op vragenlijsten, op basis waarvan punten werden toegekend. Wat zijn de nadelen van een dergelijk systeem? 3. Veel organisaties beoordelen niet langer op karaktereigenschappen, maar op resultaten. Het gesprek beperkt zich dan ook tot de aspecten van het functioneren die meetbaar zijn. Wat zijn de voordelen van een dergelijk systeem? 4. Wat is de essentie van een beoordelingssysteem gebaseerd op resultaten? Delegeren In een training op het gebied van delegeren kunt u de volgende discussievragen stellen en/of praktische opdrachten geven: 1. Een principe van communicatie is, dat de betekenis van de boodschap wordt overgedragen, en niet de boodschap zelf. Zo kan een manager vinden dat hij zinnig en belangrijk werk op een juiste manier delegeert, terwijl zijn medewerker daar een heel ander beeld van heeft. Hoe kan een manager ervoor zorgen dat hij en zijn medewerker eenzelfde beeld hebben van de gedelegeerde taak? 2. Afdeling X komt om in het werk. Het afdelingshoofd heeft het ook erg druk en wil wat taken aan zijn medewerkers delegeren. Deze staan daar echter afwijzend tegenover. a) Waarom willen de medewerkers de taken niet op zich nemen? Hoe zou perceptie hier een rol in kunnen spelen?
16
“Het oog van de waarnemer”
b) Welke maatregelen kan een manager nemen om een dergelijk probleem op te lossen? 3. U heeft al geruime tijd dezelfde taken. U bent door en door vertrouwd met het werk en vindt dat u er wel wat nieuwe taken bij kunt hebben. Uw manager heeft er moeite mee om een deel van zijn verantwoordelijkheden over te dragen. a) Wat zal de visie van uw manager zijn? b) Welke maatregelen zouden kunnen worden genomen om dit probleem op te lossen? 4. Wat ligt vaak ten grondslag aan angst om te delegeren? Is dit reëel? Heeft het te maken met perceptie? 5. Opdracht: Delegeren Individueel De deelnemers beantwoorden individueel de volgende vier vragen: a) Welke taken en verantwoordelijkheden vindt u niet moeilijk om te delegeren? b) Welke taken en verantwoordelijkheden delegeert u zelden? c) Welke taken en verantwoordelijkheden delegeert uw manager aan u? d) Welke taken en verantwoordelijkheden zou hij moeten delegeren? Groepsactiviteit De deelnemers vormen groepjes van drie en bespreken de rol van perceptie bij delegeren, zowel vanuit de medewerker als vanuit van de manager bezien. Daarbij beantwoorden zij de volgende vragen: Berusten onze waarnemingen op waarheid? Hoe denken onze medewerkers over de manier waarop wij delegeren? Algemene discussie Bespreek de resultaten en bevindingen van de individuele en groepsactiviteiten in een plenaire discussie. Conflicthantering in groepen In een training op het gebied van conflicthantering kunt u de volgende discussievragen stellen en/of praktische opdrachten geven: Naast de bekende communicatiestoornissen tussen individuen onderling en binnen groepen, krijgen we op het werk vaak ook te maken met strijd en spanningen tussen groepen. Vaak liggen hier fundamentele verschillen in normen, waarden en verwachtingen aan ten grondslag. Dit leidt er onder andere toe dat de groepen een vertekend beeld van elkaar krijgen, met name als er weinig communicatie plaatsvindt tussen die groepen. Al heel snel gaat men elkaar zien als een 'vijand', terwijl men overtuigd is van het eigen gelijk. Dit kan alleen opgelost worden als beide partijen worden gestimuleerd om de oorzaken van het conflict te zoeken. Dit
“Het oog van de waarnemer”
17
kan door uit te wisselen hoe men de eigen groep en de andere groep ziet. Na verloop van tijd zullen de groepen een beter, reëler beeld van elkaar krijgen en kan de energie worden besteed aan nuttiger kwesties. 1. Tussen welke groepen en/of afdelingen bestaat een onderlinge strijd in uw organisatie? Waarom zijn veel groepen geneigd het beste in zichzelf te zien, maar het slechtste in een ander? Hoe ontstaat een concurrentiestrijd in organisaties waar men toch naar dezelfde doelen zou moeten streven? 2. Hoe kan een groep zo betrokken raken bij wat men ziet als de 'groepsdoelstellingen', dat de doelstellingen van de organisatie in het gedrang komen? 3. Een praktijkvoorbeeld: U bent adviseur van een reclamebureau. De vormgevers en de tekstschrijvers liggen al jaren met elkaar overhoop. U vraagt de managers of beide groepen wel voldoende met elkaar in contact komen. Het antwoord luidt: "Natuurlijk, we praten constant met elkaar. Het probleem is alleen, dat zij de zaken alleen vanuit hun eigen standpunt kunnen zien." Wat zou u kunnen doen om deze situatie te verbeteren? 4. Vaak is het management zich wel bewust van onderliggende conflicten tussen afdelingen, maar doet men er niets aan. Waarom? 5. Kunnen conflicten tussen individuen en/of groepen ook positief zijn? 6. Conflicten tussen groepen kunnen vaak opgelost worden door elke groep ertoe aan te zetten zijn blikveld te verbreden en zich te concentreren op overkoepelende doelstellingen. Dat kan bijvoorbeeld aan de hand van de volgende vraag: Hoe kunnen we de zaken zo regelen dat iedereen krijgt wat hij nodig heeft?
18
“Het oog van de waarnemer”
4. Cursistenmateriaal
De handout uit dit hoofdstuk mag, in tegenstelling tot de rest van deze handleiding, gekopieerd worden voor gebruik tijdens een trainingsbijeenkomst met het programma “Het oog van de waarnemer”.
“Het oog van de waarnemer”
19
Handout 1
Belemmeringen voor objectief observeren Bij het observeren en beoordelen van anderen moeten we ons van het volgende bewust zijn: 1. Overhaast oordelen de neiging om te snel een mening te vormen op grond van een eerste indruk. We proberen ons flexibel op te stellen en eerst wat meer te weten te komen van een ander, voor we een oordeel over hem vellen. De ober typeerde Michael ten onrechte als een "rokkenjager", enkel en alleen op basis van een eerste indruk.
2. Projectie de neiging om anderen onze eigen motieven, eigenschappen of gebreken toe te dichten. De taxichauffeur vond Michael een misdadiger, omdat hij dacht onder Michaels jas een revolver te herkennen. Hij blijkt echter zelf een revolver onder zijn jas te hebben...
3. Vooroordelen een vooraf gevormd oordeel, gebaseerd op eerdere ervaringen. Vooroordelen zijn vaak onjuist omdat er te weinig of onvoldoende informatie aan ten grondslag ligt. We moeten proberen open te staan voor anderen, en hen te beoordelen op grond van hun merites. Niet alle kunstenaars zijn rare lui, zoals Koppelmeier beweert.
4. Vooringenomenheid de neiging conclusies te trekken voor men de feiten kent. Veel mensen horen wat ze willen horen, en zien wat ze willen zien. Vooringenomenheid komt ook voor bij besluitvormingsprocessen; mensen nemen een beslissing en gaan vervolgens "bewijsmateriaal" zoeken dat hun besluit rechtvaardigt. Zo beschuldigde de werkster Michael ervan een moordenaar te zijn, omdat ze iets kwaads in hem wilde vinden.
5. Preoccupatie geen aandacht schenken aan wat een ander zegt, omdat we iets anders aan ons hoofd hebben. Goed luisteren en aandacht schenken aan de gevoelens van een ander zijn van belang in menselijke relaties; Michaels moeder wilde Michael overhalen te ontbijten en sloeg daarom geen acht op wat hij eigenlijk zei. En Michael was zo vol van zijn werk, dat hij absoluut niet meer naar anderen luisterde.
6. Te weinig alert zijn op verwachtingen en idealen van anderen andere mensen hebben hun eigen ideeën en verwachtingen, die niet altijd zullen stroken met die van ons. Als we dat niet onderkennen, zullen we elkaar nooit begrijpen. Dit is met name van belang voor leidinggevenden. Michael was zeer teleurgesteld toen zijn model geen greintje belangstelling bleek te hebben voor zijn "Madonna van de twintigste eeuw".
7. Beperkt blikveld we moeten proberen open te staan voor anderen, en bereid zijn onze mening bij te stellen als deze onjuist blijkt te zijn. Michael kon zijn model niet meer zien als een gewone vrouw; hij zag alleen nog een Madonna. De taxichauffeur zag alleen een misdadiger.
20
“Het oog van de waarnemer”