Handelingsgerichte Ondersteuning & Toelaatbaarheidsverklaring Beleid en procedures
2015 - 2016
September 2015 Aanpassing februari 2016
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
INLEIDING
1
BEGRIPPEN EN UITGANGSPUNTEN 1.1. Begrippen 1.2. Uitgangspunten
2
AANVRAAG HGO of TLV 2.1. Wie vraagt aan 2.2. Proces 2.2.1. Kinderen tot 4 jaar 2.2.2. Kinderen vanaf 4 jaar in regulier onderwijs 2.2.3. Kinderen vanaf 4 jaar in speciaal basisonderwijs 2.2.4. Kinderen vanaf 4 jaar in speciaal onderwijs 2.2.5. Kinderen vanaf 4 jaar in residentiele voorziening 2.2.6. Overgang naar voortgezet (speciaal) onderwijs
6
PROCEDURES 3.1. Procedure aanvraag handelingsgerichte ondersteuning (HGO) 3.2. Procedure aanvraag toelaatbaarheidsverklaring (TLV) 3.3. Bezwaarprocedure beslissing TLV 3.3.1. Interne bezwaarprocedure beslissing TLV 3.3.2. Externe bezwaarprocedure beslissing TLV
9
VAN REALITEIT NAAR WENSELIJKHEID 4.1. Wenselijke situatie 4.2. Realiteit 4.3. Van realiteit naar wenselijkheid
14
2 3
6 6 6 6 7 7 8 8
9 10 10 10 11
14 14 15
INLEIDING Bij de invoering van Passend onderwijs zijn diverse onderdelen van voorgaande onderwijswetgeving veranderd. BAO, SBO en SO cluster 3 en 4 scholen vormen samen één samenwerkingsverband. Ieder kind heeft recht op passend onderwijs en een passende plek. De leerlinggebonden financiering (Rugzak) is afgeschaft. Nieuwe termen als Ondersteuningsplan, Basisondersteuning, Ondersteuningsteam en Schoolondersteuningsprofiel zijn ingevoerd. Iedere school moet voldoen aan de door het samenwerkingsverband vastgestelde criteria van Basisondersteuning ; deze criteria staan vermeld in het Ondersteuningsplan van het SWV. De school beschrijft de basisondersteuning, ondersteuningsstructuur en aanwezige deskundigheid in het Schoolondersteuningsprofiel. Deze wordt gepubliceerd via de website van de school en het SWV. Door de school wordt bij leerlingen vastgesteld wat hun onderwijsbehoefte is. Sommige leerlingen hebben een grotere ondersteuningsbehoefte dan anderen. Als blijkt dat de onderwijsondersteuningsbehoefte van een leerling de basisondersteuning overschrijdt, dan kan een school Extra ondersteuning aanvragen bij het samenwerkingsverband. Deze Extra ondersteuning wordt binnen het SWV Rijn & Gelderse Vallei Handelingsgerichte ondersteuning (HGO) genoemd. Als blijkt dat de school niet in staat is te voldoen aan de onderwijsondersteuningsbehoefte van een leerling, ook niet met Extra ondersteuning, dan kan de school een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) aanvragen bij het samenwerkingsverband voor toelaatbaarheid voor het speciaal basisonderwijs (SBO) of het speciaal onderwijs (SO). In de Wet passend Onderwijs zijn verschillende artikelen opgenomen die betrekking hebben op de afgifte van een TLV 1. De TLV moet aan bepaalde eisen voldoen: de TLV SO kent drie verschillende soorten bekostigingscategorieën (laag, midden, hoog) én de wet verplicht het SWV beleid en procedures te ontwikkelen voor de afgifte van een TLV. Voor het afgeven van een TLV moet een commissie voor Toelaatbaarheidsverklaring worden ingericht (TLVcie), die ook weer aan bepaalde voorwaarden moet voldoen. In het Ondersteuningsplan SWV Rijn & Gelderse Vallei 2014-20182 wordt de gewenste situatie beschreven hoe Extra ondersteuning en/of een Toelaatbaarheidsverklaring kan worden aangevraagd en succesvol kan verlopen. Gedurende het schooljaar 2014-2015 bleek al snel dat die gewenste situatie nog niet bereikt is: dat kan ook niet gezien de ingangsdatum van 1-8-2014 Passend onderwijs. Andere procedures zijn ontwikkeld n.a.v. de ervaringen en veranderde wetgeving. De uitgangspunten en procedures zijn in deze notitie beschreven. Deze uitgangspunten en procedures gelden voor het schooljaar 2015-2016. Gedurende dit schooljaar zal besproken worden wat de toekomstige gewenste situatie zal zijn. Een plan wordt uitgewerkt hoe en in welk tempo de gewenste situatie kan worden bereikt. Daar waar mogelijk en nodig worden uitgangspunten en procedures aangepast aan die gewenste situatie. Thea de Graaf Directeur SWV Rijn & Gelderse Vallei
1 2
Artikel 18a lid 6,11,12 en 14 Hoofdstuk 4 Ondersteuningsplan en Bijlage 12 Bijlagenbundel
1
Hoofdstuk 1. BEGRIPPEN en UITGANGSPUNTEN 1.1.
Begrippen
Basisondersteuning Basisondersteuning is de ondersteuning die elke school kan bieden aan elke leerling. Daarbij spreken we over onderwijsbehoeftes. Een onderwijsbehoefte is datgene wat een leerling nodig heeft om zichzelf binnen een school op een positieve manier te ontwikkelen. Vaak hebben leerlingen in één groep gelijke onderwijsbehoeften, waar de leerkracht het onderwijs op af kan stemmen. Extra ondersteuning Handelingsgerichte Ondersteuning - HGO Het gaat hier om ondersteuning die gebaseerd is op de onderwijsondersteuningsbehoefte van de leerling en/of de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht. Het is ondersteuning op maat, gebaseerd op de principes van het handelingsgericht werken. Ondersteuning kan worden geboden door het inzetten van de Steunpunt Coördinator; deze kan adviseren: lichte ondersteuning, inzetten van een Steunpunt-teamlid of ondersteunen bij het aanvragen van een HGO-arrangement. Toelaatbaarheidsverklaring - TLV Dit is de verklaring waarmee toegang tot het speciaal basisonderwijs (SBO) dan wel het speciaal onderwijs verkregen wordt. Een aanvraag voor een TLV wordt beoordeeld door een commissie voor toelaatbaarheid. Deze bestaat uit de voorzitter, notulist en twee deskundigen, waarvan de eerste deskundige een orthopedagoog of psycholoog is. Een TLV-SBO geeft aan dat de leerling toelaatbaar is tot een speciale basisschool. Een TLV-SO geeft aan dat de leerling toelaatbaar is tot een school voor speciaal onderwijs. De aanmelding bij een S(B)O is de verantwoordelijkheid van de ouders. De toelating en inschrijving van de leerling is de verantwoordelijkheid van de S(B)O-school. De aanmeld- en plaatsingsprocedure van de betrokken school is hierbij leidend (staat in schoolgids en/of website). HGO-commissie De HGO-commissie bestaat uit de directeur van het SWV en een gedragskundige. Een HGOarrangement waarbij financiën gemoeid zijn, wordt voorgelegd en beoordeeld door deze commissie HGO. De inbrengende Steunpunt Coördinator verduidelijkt de aanvraag. De directeur beslist. De HGO-commissie vergadert elke 2 (werk)weken. De data staan in een kalender op de website www.swvrgv.nl . TLV-commissie De TLV-commissie bestaat uit: een voorzitter; 1e deskundige: gedragsdeskundige (orthopedagoog of psycholoog); 2e deskundige: afhankelijk van de inhoudelijke aanvraag (kan zijn gedragsdeskundige, schoolarts, revalidatiearts, maatschappelijk werken, etc.); administratief ondersteuner. Op 28 mei 2015 zijn de vaste leden van de TLV-commissie aangesteld; dit wordt gedurende het schooljaar 2015-2016 gecontinueerd. Voor de inzet van 2e deskundigen is een pool gecreëerd en zijn afspraken met betrokken organisaties gemaakt. De TLV-commissie vergadert elke twee (werk)weken. De data staan in een kalender op de website www.swvrgv.nl .
2
INTERNE BEZWAARPROCEDURE: Bezwaar-advies-commissie TLV SWV Rijn & Gelderse Vallei De bezwaar-advies-commissie TLV bestaat uit: Een voorzitter (onafhankelijk; niet in dienst van het SWV). Een lid van de commissie voor Toelaatbaarheid (TLV-cie). Een tweede deskundige (onafhankelijk; niet in dienst van het SWV). Ouders en schoolbestuur van de aanvragende school kunnen bezwaar maken tegen de beslissing van het samenwerkingsverband over de toelaatbaarheid. Dit is de interne bezwaarprocedure. Na het ontvangen van het bezwaar zal de Bezwaar- Adviescommissie een hoorzitting organiseren. Ouders, school en andere betrokkenen worden uitgenodigd om mondeling hun bezwaar toe te lichten. De bezwaar-advies-commissie brengt na dit gesprek, het bestuderen van het dossier én de doorlopen procedure advies uit aan de directeur van het SWV Rijn & Gelderse Vallei. Deze zal het advies in de meeste gevallen overnemen. Hiermee wordt getracht een externe (vaak meer langdurige) bezwaarprocedure te voorkomen. EXTERNE BEZWAARPROCEDURE: Landelijke Bezwaarcommissie Toelaatbaarheidsverklaring (landelijke geschillencommissie) Als ouders, na het doorlopen van de interne bezwaarprocedure, het niet eens zijn met de beslissing van het samenwerkingsverband over de toelaatbaarheid, dan kunnen zij de externe bezwaarprocedure opstarten. Zij dienen dan een bezwaar in bij de landelijke Bezwaarcommissie Toelaatbaarheidsverklaring.
1.2.
Uitgangspunten
We behandelen (on)gelijke gevallen in gelijke mate ongelijk[1]. Ieder kind is anders. Iedere situatie is anders. Daarom gaan we uit van dit standpunt. Hierbij is handelingsgericht werken en handelingsgericht diagnosticeren de onderlegger: het gaat er niet wat het kind heeft, maar wat het kind nodig heeft.
Elke leerling waar zorgen over zijn wordt besproken in het Ondersteuningsteam. Vanuit school bestaat dit team idealiter uit de directeur, intern begeleider, leerkracht. De ouders worden altijd uitgenodigd, tenzij er gewichtige redenen zijn om dit niet te doen. Het is wenselijk dat de Steunpunt Coördinator in een vroeg stadium betrokken wordt en als het nodig is het lokale team erbij te betrekken. Vanzelfsprekend wordt in het Ondersteuningsteam besproken wat de onderwijs- (en opvoed-) behoeften van de leerling zijn en welke ondersteuning het meest tegemoet komt aan die behoeften. Ook de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht en de ouder worden besproken. Als duidelijk is dat de basisondersteuning van de school niet (meer) toereikend is, wordt besproken wat de school nodig heeft om wel tegemoet te kunnen komen aan de onderwijsondersteunings-behoeften van de leerling. Hierin zijn drie mogelijkheden: o inzet Extra ondersteuning middels HGO; o overplaatsing naar een andere reguliere basisschool; o arrangement S(B)O.
Betrokkenheid Steunpunt Coördinator De Steunpunt Coördinator wordt ingeschakeld door de school als er zorgen zijn rondom een leerling, waarbij de basisondersteuning niet (dreigt) te voldoen. Hij/zij wordt dan onderdeel van het Ondersteuningsteam. De betrokkenheid van een Steunpunt Coördinator is voorwaarde voor een aanvraag HGO, of als er een TLV verwacht wordt (tenzij er sprake is van verhuizing). Als een aanvraag voor HGO of TLV ingediend wordt zonder betrokkenheid van de Steunpunt Coördinator dan zal de aanvraag niet door de commissie in behandeling worden genomen. De Steunpunt
[1]
http://www.binnenlandsbestuur.nl/systeemkwesties
3
Coördinator uit de regio zal eerst in contact treden met de school om een beeld te vormen van de leerling en het gelopen proces door de school. Hierbij wordt verwacht dat de school inzichtelijk heeft welk proces er doorlopen is, welke keuzes gemaakt zijn en welke argumenten hebben geleid tot de aanvraag van het inzetten van Extra ondersteuning. De betrokken Steunpunt Coördinator beschrijft in een aanvullend formulier HGO of TLV het doorlopen proces.
Handelingsgerichte Ondersteuning - HGO o De termijn voor toekenning HGO is 6 werkweken. ּ De termijn start nadat de volledige aanvraag is binnengekomen. ּ De termijn eindigt met een brief aan de directeur waarin gemotiveerd staat of de HGO is toegekend, wat het HGO-nummer is, wat de HGO-toekenning inhoudt en welke opbrengsten verwacht worden. ּ De volledige aanvraag bestaat uit: een recent ingevuld Groeidocument en OPP-planning; een aanvraagformulier HGO, ondertekend door school en ouders; aanvullende informatie die nodig lijkt. o De laatste inleverdatum voor de zomervakantie is zes weken voor de zomervakantie (voor het schooljaar 2015-2016 is dit 30 mei 2016). Aanvragen die na deze datum binnen komen worden op volgorde van binnenkomst na de zomervakantie behandeld. Uitzondering hierop zijn aanvragen die vanuit verhuizing ontstaan. o Zonder betrokkenheid van een Steunpunt Coördinator wordt een HGO niet toegekend. o De Steunpunt Coördinator kan een Steunpunt-teamlid inzetten, zonder tussenkomst van de directeur van het samenwerkingsverband. o Een HGO-arrangement waarbij financiën gemoeid zijn, wordt beoordeeld door een commissie HGO, bestaande uit de directeur en een gedragsdeskundige. De directeur beslist. o Het bedrag van een HGO-arrangement kan de hoogte van de financiering van een SBO- of SO- plaatsing niet overstijgen, tenzij specifieke argumenten gelden. o Een HGO kan betrekking hebben op weken, maanden of één schooljaar. Eén schooljaar is maximaal tien maanden. o Er wordt gewerkt met gemiddelde uurprijzen voor een onderwijsassistent, leerkracht, IB-er, leerkracht SO. o Als het arrangement de inzet van een aan de leerling (of groepje leerlingen) gekoppelde perso(o)n(en) betreft, dan wordt een Steunpunt-teamlid aan de leerkracht en de specifieke functionaris gekoppeld. o Het toegezegde bedrag wordt in principe in kwartalen uitbetaald (september, december, maart en juni). o Het toegezegde bedrag wordt overgemaakt naar het schoolbestuur o.v.v. de naam van de school en het arrangementsnummer.
Toelaatbaarheidsverklaring - TLV o De termijn voor toekenning TLV is zes werkweken. ּ De termijn start nadat de volledige aanvraag is binnengekomen. ּ De termijn eindigt met een brief aan de directeur waarin gemotiveerd staat of de TLV is toegekend, wat het TLV- nummer is, wat de TLV inhoudt en welke opbrengsten verwacht worden. ּ De volledige aanvraag bestaat uit: een recent ingevuld Groeidocument en OPP-planning, tezamen het OPP; een aanvraagformulier TLV, ondertekend door school en ouders; aanvullende informatie die nodig lijkt, waaronder handelingsgerichte diagnostiekgegevens. Andere eventuele onderzoeksgegevens kunnen wenselijk zijn, maar niet altijd noodzakelijk. Bij twijfel over welke gegevens nodig zijn om een goed beeld te krijgen van de leerling wordt de Steunpunt Coördinator 4
o o
o
o o o o
betrokken door de school. De maximale termijn die verstreken mag zijn na de afname van (handelingsgerichte) diagnostiek is drie jaar. In het overleg van het Ondersteuningsteam kan daarvan echter om inhoudelijke redenen worden afgeweken. Zonder betrokkenheid van een Steunpunt Coördinator wordt een TLV niet besproken, tenzij er sprake is van een verhuizing. De aanvragende school blijft gedurende de rest van het schooljaar betrokken bij de leerling, ook na overplaatsing naar het S(B)O. Als er sprake is van een tijdelijke plaatsing dan worden specifieke afspraken gemaakt over de inzet van de aanvragende school. Een TLV bestaat uit de formele toelaatbaarheidsverklaring en een TLV-brief. In de brief wordt verwoord: ּ Afgifte, weigering, aanhouden van de TLV. ּ Schooltype en eventueel bekostigingscategorie. ּ Periode van de TLV. ּ Doelstelling van plaatsing en opbrengstverwachting bij de leerling. ּ Taak voor de plaatsende school ּ Eventueel rol van de verwijzende school. Een TLV-SBO kan betrekking hebben op weken, maanden, schooljaar of een aantal schooljaren. Een TLV-SO heeft betrekking op minimaal één schooljaar. Een TLV-SO kent drie bekostigingscategorieën: laag – midden – hoog. Bezwaar tegen een (niet verkregen of verkregen) TLV kan zowel door het schoolbestuur als de ouders gemaakt worden.
‘Spoedgevallen’. Urgente casussen kunnen zich ten allen tijde voordoen. Ook in dit geval is het van belang om de Steunpunt Coördinator direct te betrekken bij het proces, zodat in gezamenlijkheid besproken kan worden wat het best passende vervolg kan zijn voor de betreffende leerling. Een spoedaanvraag zonder betrokkenheid van de Steunpunt Coördinator wordt niet in behandeling genomen. Informatie over het voorkomen van spoedgevallen en de mogelijkheden van HGO-arrangementen zijn te vinden in de notitie Preventie, interventie en time-out-route.
5
Hoofdstuk 2. AANVRAAG HGO of TLV 2.1.
Wie vraagt aan
In principe vraagt de school waar het kind aangemeld wordt, dan wel onderwijs volgt HGO of een TLV aan. De gedachte achter dit principe is dat ouders vrijheid hebben om de school te kiezen voor hun kind en hun kind daar aanmelden. De school waar het kind wordt aangemeld heeft Zorgplicht als er sprake is van een Extra ondersteuningsvraag en is verantwoordelijk voor het vinden van de juiste plek. Tijdens het onderzoek vergaren zij allerlei gegevens, en kunnen zij een Groeidocument opstarten. Voor een helder overzicht van de te nemen stappen m.b.t. Zorgplicht verwijzen we naar het Stroomschema Zorgplicht. Deze is verstrekt aan iedere school in september 2015 en is ook te raadplegen via de website www.swvrgv.nl .
2.2.
Proces aanvragen HGO of TLV
Het proces van aanvragen HGO of TLV is voor diverse doelgroepen anders. Per doelgroep is het proces uitgewerkt. 2.2.1. Kinderen tot 4 jaar (meestal afkomstig van een voorschoolse voorziening) Bij sommige kinderen is al voor de leeftijd van vier jaar bekend dat zij een onderwijsondersteuningsbehoefte hebben die de basisondersteuning overstijgt. Als ouders, de voorschoolse voorziening en/of de school van aanmelding verwacht dat er binnen de school Extra ondersteuning nodig is, dan neemt de voorschoolse voorziening contact op met de contactpersoon Jonge Kind van SWV Rijn & Gelderse Vallei. Zij begeleidt ouders en de voorziening in het traject naar onderwijs toe. Hierin zijn vier mogelijkheden: De school van aanmelding kan vanuit de basisondersteuning voldoen aan de onderwijsondersteuningsbehoeften van de leerling. Er is geen Zorgplicht en er hoeft niets aangevraagd te worden. De school van aanmelding verwacht dat zij kunnen voldoen aan de onderwijsondersteuningsbehoeften van het kind met inzet van HGO. Er is sprake van Zorgplicht. De aanvraag wordt ingediend door school van aanmelding in samenwerking met ouders, voorschoolse voorziening en de contactpersoon Jonge Kind. De school van aanmelding verwacht dat de onderwijsondersteuningsbehoeften dermate intensief zijn, dat zij hieraan niet kunnen voldoen, ook niet met inzet van HGO. Er is sprake van Zorgplicht. Deze school zoekt in overleg met ouders en het schoolbestuur naar een andere passende plek. De contactpersoon Jonge kind is hierin ondersteunend. Als er sprake is van een aanmelding SBO of SO, dan moet de school van aanmelding een TLV aanvragen. Deze aanvraag wordt ingediend in samenwerking met de school van aanmelding, ouders, de gedragsdeskundige van de voorschoolse voorziening en de contactpersoon Jonge Kind. Ouders, voorschoolse voorziening en contactpersoon Jonge Kind zijn van mening dat de school van aanmelding een speciale (basis)school moet zijn. De TLV-aanvraag wordt ingediend in samenwerking met de gedragsdeskundige van de voorschoolse voorziening, de ouders, de contactpersoon Jonge Kind en de school van aanmelding. Hier is een specifiek formulier voor ontwikkeld: het overdrachtsdocument Jonge Kind. Eventuele beschikbare documenten zoals aanvullende diagnostische verslagen zijn wenselijk. Ook vult de school van aanmelding het Groeidocument in, daarin zijn alle bevindingen vanuit de onderzoeksperiode opgenomen. 2.2.2. Kinderen vanaf 4 jaar in het reguliere onderwijs Als blijkt dat een leerling op een reguliere school een andere onderwijsondersteuningsbehoefte heeft dan andere leerlingen, dan is het aan de school om deze onderwijsondersteuningsbehoefte in kaart te brengen. Hiertoe wordt een Groeidocument opgestart en wordt de leerling besproken in het Ondersteuningsteam. Vervolgens zijn er vier mogelijkheden: 6
De school kan vanuit de basisondersteuning voldoen aan de onderwijsondersteuningsbehoeften van de leerling. Er wordt niets aangevraagd. De school kan vanuit de basisondersteuning niet voldoen aan de onderwijsondersteuningsbehoeften, maar kan dit wel met HGO. De HGO wordt aangevraagd door de school in samenwerking met ouders en de Steunpunt Coördinator. De school kan vanuit de basisondersteuning niet voldoen aan de onderwijsondersteuningsbehoeften, en lijkt dit ook niet te kunnen met HGO. De school zoekt in overleg met ouders en het schoolbestuur naar een andere passende reguliere school. De Steunpunt Coördinator is hierin ondersteunend. De school kan vanuit de basisondersteuning niet voldoen aan de onderwijsondersteuningsbehoeften, en lijkt dit ook niet te kunnen met HGO. De school is samen met de ouders en de Steunpunt Coördinator van mening dat de meest passende plek een speciale (basis)school is. De school vraagt een TLV aan bij het SWV. Deze aanvraag wordt ingediend door de school in samenwerking met ouders en de Steunpunt Coördinator.
2.2.3. Kinderen vanaf 4 jaar in het speciaal basisonderwijs Als blijkt dat een leerling op een speciale basisschool een andere onderwijsondersteunings-behoefte heeft dan andere SBO-leerlingen, dan is het aan de school om deze onderwijsondersteuningsbehoeften in kaart te brengen. Hiertoe wordt een Groeidocument opgestart. Vervolgens zijn er drie mogelijkheden: De speciale basisschool van plaatsing kan vanuit de basisondersteuning voldoen aan de onderwijsondersteuningsbehoeften van de leerling. Er hoeft niets aangevraagd te worden. De speciale basisschool van plaatsing kan vanuit de basisondersteuning niet voldoen aan de onderwijsondersteuningsbehoeften van de leerling, maar kan dit wel met een tijdelijk arrangement HGO. De HGO wordt aangevraagd door de school in samenwerking met ouders en de Steunpunt Coördinator. De speciale basisschool van plaatsing kan vanuit de basisondersteuning niet voldoen aan de onderwijsondersteuningsbehoeften van de leerling, en lijkt dit ook niet te kunnen met een tijdelijk arrangement HGO. De speciale basisschool vraagt een TLV speciaal onderwijs aan bij het SWV. Deze aanvraag wordt ingediend door de school in samenwerking met ouders en de Steunpunt Coördinator. 2.2.4. Kinderen vanaf 4 jaar in het speciaal onderwijs (cognitie of gedrag3) Als blijkt dat een leerling op een speciale school (cognitie of gedrag) een andere onderwijsondersteuningsbehoefte heeft dan andere SO-leerlingen, dan is het aan de school om deze onderwijsondersteuningsbehoeften in kaart te brengen. Hiertoe wordt een Groeidocument opgestart. Vervolgens zijn er vier mogelijkheden: De speciale basisschool van plaatsing kan vanuit de basisondersteuning voldoen aan de onderwijsondersteuningsbehoeften van de leerling. Er hoeft niets aangevraagd te worden. De speciale school van plaatsing kan vanuit de basisondersteuning niet voldoen aan de onderwijsondersteuningsbehoeften van de leerling, maar kan dit wel met een tijdelijk arrangement HGO. De HGO wordt aangevraagd door de school in samenwerking met ouders en de Steunpunt Coördinator. De speciale school van plaatsing kan vanuit de basisondersteuning niet voldoen aan de onderwijsondersteuningsbehoeften van de leerling, en lijkt dit ook niet te kunnen met een tijdelijk arrangement HGO. Als de bekostigingscategorie laag of midden is, dan kan de speciale school om een TLV-speciaal onderwijs met een hogere bekostigingscategorie (kortdurend of
3
SO cognitie: voorheen cluster 3 onderwijs SO gedrag: voorheen cluster 4 onderwijs
7
langdurig) aanvragen bij het SWV. Deze aanvraag wordt ingediend door de school in samenwerking met ouders en de Steunpunt Coördinator. De speciale school van plaatsing kan vanuit de basisondersteuning niet voldoen aan de onderwijsondersteuningsbehoeften van de leerling, en lijkt dit ook niet te kunnen met een tijdelijk arrangement HGO. De speciale school kan i.o.m. ouders zoeken naar een andere speciale school en de leerling daar aanmelden. Als deze school van mening is dat er sprake moet zijn van een tijdelijke HGO of TLV met een hogere bekostigingscategorie (kortdurend of langdurig), dan kan deze school dit aanvragen bij het SWV. Deze aanvraag wordt ingediend door de school van aanmelding in samenwerking met ouders en de Steunpunt Coördinator.
2.2.5. Kinderen vanaf 4 jaar binnen de residentiële voorziening Kinderen die voor behandeling opgenomen worden in een residentiële voorziening en daar onderwijs ontvangen, hebben vaak het perspectief om terug te keren naar de school van herkomst. Het is echter ook mogelijk dat gedurende de opnameduur de onderwijsondersteuningsbehoeften dermate intensief blijken te zijn, dat de school van herkomst hier niet aan kan voldoen, ook niet met ondersteuning vanuit HGO. In dit geval moet een TLV aangevraagd worden. Deze aanvraag wordt ingediend door de gedragsdeskundige van de residentiële voorziening in samenwerking met ouders, de school van aanmelding en de Steunpunt Coördinator. Hier is een specifiek formulier voor ontwikkeld: het zogenaamde overdrachtsdocument residentiële onderwijsvoorziening. Eventuele beschikbare documenten zoals aanvullende (handelingsgerichte) diagnostische verslagen zijn wenselijk. 2.2.6. Overgang naar voortgezet (speciaal) onderwijs (V(S)O) De ondersteuningsarrangementen HGO en plaatsing in SBO of SO eindigen bij de overgang naar het V(S)O. Een aanvraag voor Extra ondersteuning of een toelaatbaarheidsverklaring bij het VSO moeten aangevraagd worden bij het SWV-VO. Procedures zijn op de websites van de SWV-VO te vinden. Een werkgroep PO-VO SWV werkt aan een goede overgangsprocedure. Naar verwachting zijn in het voorjaar van 2016 de nieuwe procedures vastgesteld. Voortgang van deze werkgroep is te vinden op www.swvrgv.nl onder voortgang werkgroepen.
8
Hoofdstuk 3. PROCEDURES 3.1.
Procedure aanvraag HGO
1. De school stelt vast dat de onderwijsondersteuningsbehoefte van de leerling de basisondersteuning overschrijdt. Een Steunpunt Coördinator van het SWV is betrokken bij het vaststellen van de onderwijsondersteuningsbehoefte. Zij verwachten met aanvullende HGO de leerling passend onderwijs te kunnen geven. 2. Bij de administratie van het samenwerkingsverband wordt een account aangevraagd voor Kindkans 4. De aanvraag HGO wordt door de intern begeleider ingediend via Kindkans. De aanvraag HGO is voorzien van een handtekening van de directeur van de school en de ouder(s). 3. De betrokken Steunpunt Coördinator plaatst de aanvraag op de agenda HGO-commissie ter bespreking als het dossier compleet is. N.B. Een aanvraag HGO is compleet wanneer het aanvraagformulier HGO is voorzien van de handtekeningen van zowel ouders als school en het Groeidocument met de OPP-planning (tezamen het OPP) als bijlage zijn toegevoegd. Eventueel aanvullende documenten (zoals handelingsgerichte diagnostiek) worden meegeleverd. 4. De betrokken Steunpunt Coördinator vult een aanvullend formulier HGO in. 5. De aanvraag wordt besproken in de HGO-commissie in aanwezigheid van de betrokken Steunpunt Coördinator. 6. Een besluit wordt genomen door de HGO-commissie en mondeling gecommuniceerd met de betrokken Steunpunt Coördinator. 7. De Steunpunt Coördinator communiceert de afwijzing of toezegging met de school en vermeldt de inhoud. 8. De administratief medewerker HGO-commissie schrijft de HGO-brief en voorziet deze van een arrangementsnummer bij toezegging. 9. De HGO-brief wordt ondertekend door de directeur van het samenwerkingsverband, die daarvoor gemandateerd is door het bestuur. 10. De brief wordt in PDF via Kindkans aan de school verstrekt, binnen zes werkweken na binnenkomst van de complete aanvraag. 11. De betaling van het arrangement gebeurt in vaste maanden (september, december, maart en juni).
3.2.
Procedure aanvraag TLV
1. De school stelt vast dat de onderwijsondersteuningsbehoefte van de leerling de basisondersteuning overschrijdt. Een Steunpunt Coördinator van het SWV is betrokken bij het vaststellen van de onderwijsondersteuningsbehoefte. Zij verwachten dat zij de leerling geen passend onderwijs kunnen geven, ook niet met een aanvullend HGO. 2. De school (het schoolbestuur) onderzoekt de mogelijkheid van plaatsing van de leerling op een andere basisschool. De Steunpunt Coördinator ondersteunt dit proces. 3. Bij de administratie van het samenwerkingsverband wordt een account aangevraagd voor Kindkans. De aanvraag TLV wordt door de intern begeleider ingediend via Kindkans. De aanvraag is voorzien van een handtekening van de directeur van de school en de ouder(s). 4. De betrokken Steunpunt Coördinator plaatst de aanvraag op de agenda TLV-commissie ter bespreking als het dossier compleet is. N.B. Een aanvraag TLV is compleet wanneer het aanvraagformulier TLV is voorzien van de handtekeningen van zowel ouders als school en het Groeidocument met de OPP-planning
4
In oktober 2015 worden scholen geinformeerd over de invoering van Kindkans. Aanvragen worden vanaf dat moment via Kindkans aangeleverd. Aanvragen vóór de uitlegbijeenkomst Kindkans worden digitaal aangeleverd bij de Steunpunt Coördinator.
9
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
(tezamen het OPP) als bijlage zijn toegevoegd. Eventueel aanvullende documenten (zoals handelingsgerichte diagnostiek) worden meegeleverd. De betrokken Steunpunt Coördinator vult een aanvullend formulier TLV in. De aanvraag wordt besproken in de TLV-commissie in aanwezigheid van de betrokken Steunpunt Coördinator. Een besluit wordt genomen door de TLV-commissie en mondeling gecommuniceerd met de betrokken Steunpunt Coördinator. De Steunpunt Coördinator communiceert de afwijzing, toekenning of aanhouding met de school en vermeldt de inhoud. De administratief medewerker TLV-commissie schrijft de toelaatbaarheidsverklaring en de TLVbrief en voorziet deze van een TLV bij toekenning. De Toelaatbaarheidsverklaring wordt ondertekend door de directeur van het samenwerkingsverband, die daarvoor gemandateerd is door het bestuur. De brief wordt per post naar ouders gestuurd en in PDF via Kindkans verstrekt aan de aanvragende school en de plaatsende school (Als deze bekend is). De brieven zijn binnen zes werkweken na binnenkomst van de complete aanvraag verstuurd.
3.3.
Bezwaarprocedure beslissing TLV
Artikel 18 van de wet Primair onderwijs zegt dat het samenwerkingsverband een Adviescommissie moet instellen, die adviseert over bezwaarschriften die worden ontvangen op basis van de besluiten over de toelaatbaarheid van een leerling. Een snelle afhandeling is in het belang van het kind. Daarom heeft het SWV Rijn & Gelderse Vallei gekozen voor een interne en externe bezwaarprocedure. Met de interne bezwaarprocedure wordt een externe bezwaarprocedure geprobeerd te voorkomen. Voor de interne bezwaarprocedure is een bezwaaradviescommissie TLV ingericht. Voor de externe bezwaarprocedure heeft het SWV Rijn & Gelderse Vallei zich aangesloten bij de landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring SBO/(V)SO. 3.3.1. Interne bezwaarprocedure beslissing TLV Bezwaar kan worden aangetekend door: De ouders/verzorgers van het kind. Het bestuur van de aanvragende school. 1. Ouders en aanvragende school ontvangen schriftelijk de afwijzing of toekenning van de toelaatbaarheidsverklaring. In de TLV-brief staan de overwegingen waarop de TLV-commissie haar besluit genomen heeft. 2. Ouders en/of het bestuur van de aanvragende school maken aan de directeur van het SWV Rijn & Gelderse Vallei schriftelijk kenbaar dat zij bezwaar aantekenen. Dit kan via mail naar:
[email protected]. Het bezwaar moet binnen twee werkweken na dagtekening van de brief binnen zijn. 3. De directeur meldt het bezwaar onmiddellijk na ontvangst bij de voorzitter van de Interne Bezwaaradviescommissie TLV SWV Rijn & Gelderse Vallei (zie voor de leden van de commissie hoofdstuk 1). 4. De voorzitter van de Interne Bezwaaradviescommissie TLV SWV Rijn & Gelderse Vallei nodigt de ouders en/of de school en/of andere betrokkenen uit voor een hoorzitting binnen drie werkweken na ontvangst van het bezwaar. Ouders mogen zich laten vergezellen door iemand die zij wenselijk vinden. Dit moet gemeld voor de hoorzitting. 5. Tijdens de hoorzitting kunnen ouders en/of de school en/of andere betrokkenen hun bezwaren toelichten. De deskundige TLV-commissie legt uit hoe de commissie tot het advies is gekomen. Het gesprek is bedoeld om standpunten uit te wisselen en toe te lichten. De leden van de Interne Bezwaaradviescommissie TLV SWV Rijn & Gelderse Vallei horen de aanwezigen aan en kunnen 10
aan allen aanvullende vragen stellen. Aan het einde van het gesprek wordt aanwezigen gevraagd of het bezwaar gehandhaafd wordt. 6. De Interne Bezwaaradviescommissie TLV SWV Rijn & Gelderse Vallei bespreekt aansluitend aan de hoorzitting de bevindingen en meldt de directeur het advies. 7. De administratief medewerker maakt een verslag van het gesprek, met daaraan toegevoegd het definitieve TLV-advies. Alle aanwezigen krijgen het verslag en het advies één werkweek na de hoorzitting. 3.3.2. Externe bezwaarprocedure beslissing TLV Als ouders en/of bestuur van de aanvragende school het niet eens zijn met het definitieve TLV-advies van de directeur, kan de Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring SBO/(V)SO ingeschakeld worden. Onderstaand reglement is het reglement van de Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring SBO/(V)SO. Artikel 1: Begripsbepalingen Dit reglement verstaat onder: 1. Commissie: de bezwaaradviescommissie als bedoeld in artikel 1 van het Instellingsbesluit Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring sbo/(v)so, artikel 18a lid 12 Wet op het Primair Onderwijs en artikel 17a lid 13 Wet op het voortgezet onderwijs; 2. Verweerder: het samenwerkingsverband dat het bestreden besluit genomen heeft; 3. Bezwaarde: degene (natuurlijk persoon, rechtspersoon, instantie of orgaan) die een bezwaarschrift heeft ingediend; 4. Samenwerkingsverband: een samenwerkingsverband zoals bedoeld in artikel 18a lid 2 of lid 15 Wet op het Primair Onderwijs of artikel 17a lid 2 of lid 16 Wet op het Voortgezet Onderwijs; 5. Toelaatbaarheidsverklaring: de beslissing van het samenwerkingsverband over de toelaatbaarheid van een leerling tot het speciaal basisonderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs. 6. Stichting: de stichting Onderwijsgeschillen te Utrecht Artikel 2: Behandeling van het bezwaar door de Commissie 1. Bezwaarde dient binnen zes weken nadat hem het bestreden besluit over de toelaatbaarheid bekend is gemaakt, een bezwaarschrift in bij het samenwerkingsverband. 2. Het samenwerkingsverband verzoekt binnen twee weken na ontvangst van een bezwaarschrift aan de Commissie advies uit te brengen. Het vragen van advies aan de Commissie kan alleen achterwege blijven als het samenwerkingsverband geheel aan de bezwaren tegemoet komt. 3. Het, gedateerde en ondertekende, verzoek om advies gaat vergezeld van: het besluit waartegen het bezwaar is gericht; het bezwaarschrift; alle overige op het besluit betrekking hebbende documenten; de gronden waarop het samenwerkingsverband het bezwaar van betrokkene afwijst; naam en adres van samenwerkingsverband en bezwaarde. 4. Als het verzoek om advies niet voldoet aan het in het tweede lid bepaalde stelt de voorzitter het samenwerkingsverband in de gelegenheid het verzuim binnen een door de voorzitter te bepalen termijn te herstellen. Tot de dag waarop het verzuim is hersteld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken, wordt de termijn waarbinnen de Commissie het samenwerkingsverband over het bezwaarschrift advies uitbrengt, opgeschort. Artikel 3: Toepasselijkheid van de wet Op de behandeling van de bezwaarschriften zijn de bepalingen van de Algemene wetbestuursrecht van toepassing. 11
Artikel 4: Afzien van hoorplicht Van het horen van de bezwaarde, het samenwerkingsverband en eventuele andere belanghebbenden kan worden afgezien als; de Commissie kennelijk niet bevoegd is om over het bezwaar te adviseren; het bezwaar kennelijk niet ontvankelijk is; het bezwaar kennelijk ongegrond is; aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad; belanghebbende schriftelijk heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord. Artikel 5 : Het inwinnen van inlichtingen De Commissie is bevoegd deskundigen en informanten te raadplegen. Als zij van deze bevoegdheid gebruik maakt, deelt zij dat mee aan partijen en brengt zij de verkregen informatie ter kennis van partijen. Artikel 6: Openbaarheid van stukken Tenzij de Commissie toepassing geeft aan artikel 8 stuurt zij partijen afschrift van alle op het bezwaar betrekking hebbende stukken toe. Artikel 7: Geheimhouding van stukken Op verzoek van een partij of ambtshalve kan de Commissie bepalen dat een ingediend stuk niet ter kennis van de andere partij zal worden gebracht. Aan deze bepaling wordt uitsluitend toepassing gegeven Als geheimhouding om gewichtige redenen is geboden. Van de toepassing van deze bepaling wordt aan partijen mededeling gedaan. Artikel 8: Schriftelijke behandeling 1. Met instemming van partijen kan de Commissie besluiten het bezwaar uitsluitend schriftelijk te behandelen. 2. Als de Commissie toepassing geeft aan het eerste lid kan de voorzitter mogelijkheid geven voor repliek en dupliek binnen een door hem te stellen termijn. Artikel 9: Wraking en verschoning 1. Een lid van de Commissie kan door ieder der partijen worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden die het vormen van een onpartijdig oordeel door het betreffende lid zouden kunnen bemoeilijken. Ook kan op grond van zodanige feiten of omstandigheden een lid van de Commissie zich verschonen. 2. Het verzoek wordt schriftelijk ingediend zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoekende partij bekend zijn geworden. Ter zitting kan het verzoek ook mondeling geschieden. 3. Een lid, wiens wraking is verzocht, kan in de wraking berusten. 4. De wrakingskamer van de Stichting beslist, of Als deze niet beschikbaar is, drie leden van de Commissie die geen deel uitmaken van de zittende Commissie beslissen zo spoedig mogelijk of de wraking of de verschoning moet worden toegestaan. Alvorens op een verzoek tot wraking te beslissen wordt het lid, wiens wraking verzocht is, in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze kenbaar te maken. 5. De beslissing op een verzoek tot wraking is gemotiveerd en wordt zo spoedig mogelijk meegedeeld aan partijen en het commissielid dat het betreft. Artikel 10: Zitting 1. De voorzitter bepaalt de dag, het tijdstip en de plaats van de hoorzitting. 12
2. De Commissie nodigt partijen schriftelijk uit de zitting bij te wonen. 3. Partijen kunnen getuigen en deskundigen meebrengen om te worden gehoord. 4. De Commissie kan op verzoek van partijen of ambtshalve getuigen en deskundigen oproepen. Als zij van deze bevoegdheid gebruik maakt, worden partijen daarvan voorafgaand aan de zitting op de hoogte gebracht. 5. Partijen kunnen zich door een gemachtigde laten bijstaan of vertegenwoordigen. Als een partij zich uitsluitend laat vertegenwoordigen dient de gemachtigde, tenzij deze advocaat is, op verzoek van de voorzitter een schriftelijke machtiging te overleggen. 6. Tenzij de Commissie anders beslist zijn de zittingen van de Commissie niet openbaar. 7. De voorzitter bepaalt de procedure ter zitting. Partijen worden in de gelegenheid gesteld hun standpunt nader toe te lichten. 8. De Commissie kan in iedere stand van de procedure op basis van het tot dan toe verhandelde aan partijen een voorstel doen tot bemiddeling dan wel aan het samenwerkingsverband een tussenadvies uitbrengen. 9. Als ter zitting blijkt dat het onderzoek van de Commissie niet volledig is geweest, kan de Commissie op een door haar te bepalen manier het onderzoek voortzetten. Artikel 11: Beraadslaging en advies 1. De Commissie beraadslaagt in besloten vergadering over het uit te brengen advies. 2. Binnen vier weken na de zitting brengt de Commissie het advies uit. 3. Het advies van de Commissie is gemotiveerd. Als de Commissie van oordeel is dat het bestreden besluit behoort te worden herroepen, bevat het advies tevens een aanbeveling ten aanzien van hetgeen het samenwerkingsverband zo nodig voor het herroepen besluit in de plaats zal moeten besluiten. 4. De Commissie adviseert niet over de proceskosten die een bezwaarde in het bijzonder onderwijs heeft gemaakt om in bezwaar te komen. 5. De Commissie zendt het advies aan partijen. Artikel 12: Heroverweging door het samenwerkingsverband 1. Het samenwerkingsverband brengt zijn beslissing op bezwaar ter kennis aan partijen en aan de Commissie. 2. De Commissie is bevoegd haar geanonimiseerd advies en de geanonimiseerde beslissing op bezwaar te publiceren. Artikel 13: Onvoorziene situatie In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de voorzitter. Artikel 14: Wijziging Reglement De Commissie is bevoegd dit Reglement te wijzigen. Artikel 15: Inwerkingtreding Dit Reglement treedt in werking op 1 augustus 2014. Aldus vastgesteld te Utrecht op 4 juli 2014.
13
Hoofdstuk 4. VAN REALITEIT NAAR WENSELIJKHEID 4.1.
Ondersteuningsplan versie 2014
In het eerste Ondersteuningsplan 2014 – 2018 (juni 2014) stond een wenselijke situatie beschreven, waarbij de rol van de basisschool groot was en er gesproken werd over de inzet van een of meerdere deskundigen die, indien nodig een toelaatbaarheidsverklaring konden afgeven. In september 2014 bleek dat de beschreven procedure niet overeenkwam met de werkelijkheid. Niet iedere school werkte reeds met een Ondersteuningsteam. Er lagen aanvragen voor een TLV (via een ingevuld Groeidocument), terwijl een Steunpunt Coördinator niet betrokken was. Er was niet altijd sprake van een proces van handelingsgericht arrangeren. De regelgeving m.b.t. een toelaatbaarheidsverklaring was niet ten uitvoer te brengen en tot slot was de hoeveelheid aanvragen dermate groot, dat het versnel invoeren van de beschreven wenselijkheid onhaalbaar was. Het SWV heeft sinds oktober 2014 een TLV-commissie ingericht conform de wetgeving en is t.b.v. de voortgang voor leerlingen en scholen aan het werk gegaan. Visie, beleid en procedures zijn gedurende het schooljaar uitgeprobeerd en ontwikkeld.
4.2.
Ondersteuningsplan versie 2015
Voor het schooljaar 2015-2016 is het Ondersteuningsplan aangepast. Er is beleid en procedure t.b.v. aanvragen Handelingsgerichte ondersteuning en Toelaatbaarheidsverklaring uitgewerkt. Voorliggende notitie met procedures wordt gepubliceerd op de website van het SWV www.swvrgv.nl
4.3.
Ondersteuningsplan versie 2017
Het is wenselijk om de procedures m.b.t. het aanvragen van Handelingsgerichte ondersteuning en Toelaatbaarheidsverklaring te evalueren en indien gewenst nieuw beleid te formuleren. Indien nieuw beleid wordt voorgesteld, wordt hierbij een implementatieplan ontwikkeld. Dit onderdeel wordt opgenomen in het jaarplan 2015-2016 en 2016-2017..
14